Het IVN Vereniging voor natuur en milieueducatie, is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu.
Inleveren kopij voor het LENTE-nummer vóór 1 maart 2012 bij de redactie
WINTER 2011-2012
IVN OIRSCHOT VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
IVN VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE AFDELING OIRSCHOT december 2011
29e jaargang nr 4
Bestuur IVN:
Oude Grintweg 15 5688 MA Oirschot Rabobank 1388.29.632 t.n.v. penningmeester IVN Oirschot e-mail:
[email protected] website: www.ivn.nl/oirschot
Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Bestuursleden:
Ledenadministratie: Contactpersoon Werkgroep Amfibieën: Blauwe Brigade: Cursussen: Jeugd-IVN: Paddenstoelen: Planten: Publiciteit/Senioren flex Scholenwerk: Vogels: Zoogdieren: Nieuwsbrief Redactie: Lay-out: e-mail:
Gerard Traa Jack van Nunen Oude Grintweg 15 Mariëlle Kievit-van Wely Christ Oomen Anita van Zon Wilma van Kaathoven Rinus Sterken
0499 - 57 51 24 0499 - 57 27 01 5688 MA Oirschot 0499 - 37 62 88 0499 - 57 33 24
Jack van Nunen
0499 - 57 27 01
0499 - 84 22 48 0499 - 57 53 84
Jack van der Schoot Jan Pijnenburg Hermine Verheul Wil van Herwaarde Todor IJsselmuiden Elly Pouwels Rinus Sterken Christ Oomen Rinus Sterken Piet van de Sande
0499 - 57 48 66 0499 - 57 16 14 013 - 513 46 14 0499 - 57 34 86 0499 - 57 35 49 0499 - 57 41 41 0499 - 57 53 84 0499 - 57 33 24 0499 - 57 53 84 0499 - 39 97 59
Annette Kemps Christianne van de Wal Jeann van Dijk-Adriaans
[email protected]
0499 - 32 49 47 0499 - 57 11 74 0499 - 57 30 53
Van de redactie Voor u ligt het winternummer van ons IVN. Leuk dat onze leden weer diverse verslagen, wetenswaardigheden en foto’s hebben ingestuurd. Diverse aankondigingen van wandelingen, cursussen en bijeenkomsten kunt u aantreffen; ook verslagen van natuurwerkdagen en wandelingen, vaak met foto’s. Deze keer ook een bijdrage over ‘landschappen’. Erg informatief en duidelijk. Momenteel loopt er een cursus ‘Het lezen van het landschap’ gegeven door Frans Kapteijns. Rinus geeft een antwoord op een opmerking van een oplettende lezer die reageerde op het artikel m.b.t. de ‘Ambrosia’. Lees en geniet…………….
INHOUD 2
Van de bestuurstafel
3
Groencursus
4
Snertwandelinf
5
Scholenwerkgroep / Oproep
6
Alweer een invasie
7
Wedstrijd biodiversiteit
8
Napslak
9
Natuurwerkdag
10
Rectificatie Ambrosia
11
De flex ging buitendorps
12
Vogelwerkgroep
13
Actieve ledenavond
15
Braakballen pluizen
16
Landelijke Natuurwerkdag
18
De haas stropen en eten
19
Dr Mortelen
21
Boom: Juniperus
22
Welke wespensoort?
23
zondag 20 november
24
Typering van het landschap
29
Groenmoes
30
Zaden- en plantenmarkt
32
Activiteiten IVN Oirschot 1
Van de bestuurstafel Waarbij we deze keer stil staan bij wat positievere signalen over de samenwerking met ’t B-team. De verwevenheid met ons IVN is een feit, maar daarom niet minder belangrijk. Beide stromingen hebben hun visie op het verbeteren van onze Groene elementen in het dorp en het buitengebied.
Groencursus voorjaar 2012 Na de succesvol verlopen groencursus van 2010, willen we in 2012 opnieuw een groencursus organiseren.
Wat houdt onze groencursus in?
Ook bij de Vogelwerkgroep loopt nu een actie om toch wat jongeren (tieners/twintigers) te benaderen om lid te worden van deze groep. Verjongen is heel erg belangrijk. Maar we komen dit vergrijzen in veel werkgroepen tegen en proberen er op de scholen van het Voortgezette onderwijs (Heerbeekcollege/Kempenhorst) wat aan te doen.
Het is een BEGINNERS cursus, bedoeld voor iedereen die interesse heeft in de natuur en zich er wat meer in wil verdiepen. Veel voorkennis is dan ook niet nodig, wel de wil om er iets van te maken. De cursus is uitermate geschikt voor ouders en grootouders van kinderen die volop vragen stellen over wat ze bij wandelingen ontdekken. We kennen een voorjaars- en een najaarsdeel, elk van zes bijeenkomsten. Zo kunnen we zoveel mogelijk de natuur in de loop van het jaar volgen. Het uitgangspunt is steeds een natuurgebied in de omgeving van Oirschot. Zo komen we o.a. in de Mortelen, De H.Eik en omgeving, Hemelrijken, langs de Beerze, in Baest etc.
Onze excursies worden heel goed bezocht en soms is het mogelijk om ergens een kop koffie te gaan drinken na afloop, en nog wat bij te kletsen. Daar wordt dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Maar ook over onze avonden in de Enck zijn we zeer tevreden. Het bezoekersaantal is erg goed, met hele leuke reacties soms over de inhoud.
Onderwerpen die dan aan bod komen zijn: de historie en het kenmerkende van ieder gebied, de bloemen, planten en bomen, vogels en insecten, amfibieën en de kringloop van de natuur. Samen met de gidsen gaan we op onderzoek: wat zien we, waar moeten we op letten, wat is er zo bijzonder aan, welke hulpmiddelen kunnen we gebruiken?
Het jaarprogramma 2012 was in ’n opvallend korte tijd ook een feit, dus kijken we met belangstelling weer naar het nieuwe seizoen wat komen gaat.
Zowel bij de voorjaars- als de najaarscursus krijgt u een map met informatie, werkbladen en zoekkaarten, zodat u daarna zelf op ontdekkingstocht kunt gaan. Deze map kan naar voorkeur worden uitgebreid met eigen gegevens, knipsels e.d.
Tijdens het werkgroepenoverleg kwamen we er achter dat o.a. Jeugd-IVN en Scholenwerk erg moeilijk aan begeleidende ouders of andere helpers kunnen komen. Hun goede werk heeft dus uw aandacht zeker nodig!
Bijna is er weer onze traditionele snertwandeling en dan is het weer tijd om alle leden FIJNE FEESTDAGEN en natuurlijk een GEZOND 2012 toe te wensen.
De voorjaarscursus:
Doet u weer mee tijdens de komende activiteiten?
Voorjaar 2012
Plaats - onderwerp
Donderdag 12 april Intro-lesavond in De Enck Rinus
Aankondiging van de werkgroep ‘cursussen’ In het voorjaar zullen we een kleine cursus organiseren over vlinders. Waarschijnlijk wordt dit op de woensdagavond. De docent die we hiervoor hebben gevonden is Rinie Kersten. Voor inlichtingen hierover kun je contact opnemen met Freek Kemps: email:
[email protected] 2
Tijd 20:00 - 22:00 uur
Zondag 22 april
Gebiedsles: De Mortelen in het voorjaar 09:30 - 11:30 uur
Zondag 13 mei
Vogels, plaats nader te bepalen
nader te bepalen
Zondag 3 juni
Flora in het gebied rond de Heilige Eik
09:30 - 11:30 uur
Zondag 17 juni
Beekdal vd Beerze, gebied De Vloed
09:30 - 11:30 uur
Donderdag 21 juni
Poelen practicum met afsluiting
19:30 - 21:30 uur
Plaatsen en tijden onder voorbehoud
Iedere bijeenkomst wordt afgesloten met een kop koffie of thee en er is dan nog gelegenheid om vragen te stellen of wat na te praten. 3
De kosten voor de zes bijeenkomsten van de voorjaarscursus bedragen € 35,-. Leden van het IVN betalen € 30,-. Voor meer informatie of opgave voor de groencursus, kunt u contact opnemen met: Wil van Herwaarde Tel. 0499 - 57 34 86 Email:
[email protected]
Snertwandeling IVN Oirschot Op zondagmorgen 18 december vindt de jaarlijkse ‘snertwandeling’ plaats, deze keer georganiseerd door onze nieuwe natuurgidsen Marinus Pijnenburg, Christ Oomen en Martien van Beljouw. Tijdens deze wandeling brengen we een bezoek aan het gebied rond de Heilige Eik. De wandeling voert ons voornamelijk langs het riviertje de Beerze, waar jullie uitleg krijgen over de ontwikkelingen en het beheer in dit gebied. Maar ook over planten en dieren die er voorkomen en over de landschapskenmerken. De wandeling start om 10 uur bij de kapel van de Heilige Eik, zodat om 09.40 de fietsers vertrekken vanaf de St. Jorisstraat en de auto’s 10 minuten later. De wandeling duurt tot 12 uur. Tijdens de excursie wordt jullie kennis en aandacht op de proef gesteld in de vorm van een aantal vragen die beantwoord moeten worden. Na afloop hebben we uiteraard ook gezorgd voor de inwendige mens. Tegen een kleine vergoeding is er zelfgemaakte erwtensoep te verkrijgen.
4
Verslag Herfstwandelingen Scholenwerkgroep 2011 In de weken tussen 10 en 21 oktober hebben de leerlingen van de groepen 7 van alle basisscholen in de gemeente Oirschot weer deelgenomen aan de herfstwandelingen, die de scholenwerkgroep had georganiseerd. In totaal 247 kinderen onder leiding van 17 scholengidsen hebben weer genoten van de herfst in het bos en op de hei. De meeste groepen troffen prachtig herfstweer enkele (2) werden door fikse regenbuien begoten, wat wel afzien was. Maar over het algemeen waren de kinderen een en al aandacht en bewondering voor hetgeen zich in de herfst in de natuur afspeelde. Allerlei vormen en soorten paddenstoelen met hun groei- en ‘bloei-wijze’, de bomen die een totale metamorfose ondergaan door van kleur te veranderen en hun bladeren te laten vallen, de heide die als een divers cultuur/natuurlandschap haar eigen planten en dieren (insecten, spinnen) bezit en tenslotte de bosbodem die haar geheimen van kleine diertjes, compost/humus en verrotting moeilijk prijsgeeft. De kinderen gingen na afloop steeds met een rijke natuurervaring en -beleving naar huis. Ik wil op deze plaats alle scholengidsen, maar ook de scholen, leerkrachten en begeleidende ouders hartelijk danken voor hun medewerking en hun vertrouwen. Dank zij hun inzet kunnen wij de kinderen een natuurbeleving bezorgen waar ze in de toekomst nog een goede herinnering aan over zullen houden. Christ Oomen (coördinator scholenwerkgroep)
Oproep
Kortom een veelzijdig programma wat je niet mag missen. Maar neem je laarzen mee, want het kan er toch wat nat zijn
In de weken van dinsdag 17 januari tot dinsdag 24 januari organiseert de scholenwerkgroep weer een tentoonstelling. Het thema zal zijn ‘Vogels in vogelvlucht’. Van alle basisscholen mogen 2 groepen zich inschrijven. Bij iedere groep, per dagdeel, hebben we 5 begeleiders nodig. Dat zijn best veel mensen. Daarom deze oproep aan alle IVN-ers. Voorafgaande aan deze tentoonstelling krijgen we uitvoerig instructie van mensen van de IVN-Valkenswaard waarvan we deze tentoonstelling huren. Heb je in deze weken een of meer dagdelen tijd, geef je op?! Per e-mail of per telefoon:
[email protected] of 0499 – 573324.
Kijk ook eens op : www.ivn.nl/oirschot
Christ Oomen 5
Alweer een invasie? Vorig jaar werd een Convenant Waterplanten ondertekend door het ministerie van LNV, de waterschappen en het bedrijfsleven. Allemaal belanghebbenden bij het buiten de deur houden van woekerende uitheemse waterplanten. In ons gebied kennen we natuurlijk vooral de Amerikaanse waternavel, die sloten en lopen helemaal dicht kan groeien. Met afspraken over preventie (zorgen dat bepaalde planten niet meer worden ingevoerd) en beheer (onder de duim houden van al te enthousiaste groei) proberen de convenantpartners bij te dragen aan het behoud van de inheemse biodiversiteit. De toegevoegde lijst bevat nu 20 soorten die dus niet meer verhandeld mogen worden. Het is natuurlijk afwachten wat dit initiatief daadwerkelijk gaat opleveren, maar toch wordt er al gepraat over een volgende stap in het gezamenlijk ontmoedigen van uitheemse soorten, die woekerkarakteristiek vertonen in (sommige van) onze Nederlandse biotopen en daar een bedreiging vormen van de inheemse biodiversiteit. En dan gaat het niet alleen over bekende plantensoorten als Amerikaanse vogelkers, reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop, maar ook over populaire tuinplanten als vlinderstruik, spierstruik en dwergmispel. In België is het nu al zover dat het project 'Alternatieven voor Invasieve Planten' gefinancierd door de EU, de overheid en de sierteeltsector- een gedragscode heeft gepubliceerd voor beroepsgroenvoorzieners en hobbytuiniers. Hierin staan afspraken over het planten en beheren van soorten die opgenomen zijn op de gezamenlijk vastgestelde lijst. Ook wordt een aantal vrijwillig na te volgen preventieve maatregelen aanbevolen, zoals het niet dumpen in de natuur van tuinafval en het toepassen van alternatieve soorten. Op de genoemde lijst wordt onderscheid gemaakt tussen 'zwarte lijst' soorten, dat zijn planten die bewezen een bedreiging vormen voor ecologisch waardevolle gebieden als bijvoorbeeld kalkgraslanden, kustduinen en bossen op zure bodems. Daarnaast is er een 'bewakingslijst' met soorten waarvan de exacte impact nog niet wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Een voorbeeld is de vlinderstruik, die weliswaar al bekend staat om het koloniseren van wegen, spoorwegen en braakliggende terreinen, maar nog niet gezien is in ecologisch waardevolle gebieden. Een kleine 'alarmlijst' bevat soorten als karmozijnbes, waarvan men vindt dat ze in de gaten gehouden moeten worden vanwege hun snelle verspreiding. Het Belgische project heeft ook aandacht voor alternatieven voor de populaire tuinplanten onder de benoemde (verdoemde??) soorten: onlangs werden steriele varianten van de vlinderstruik op de markt gebracht door de samenwerkende Belgische sierboomteeltkwekerijen BEST-select. Kijk op www.alterias.be voor meer info én de lijst. Het zal niet lang duren voordat de Nederlandse sierteeltsector dit voorbeeld gaat volgen. Elly Pouwels 6
Guus Hems wint prijs wedstrijd biodiversiteit Aan de deelnemende leerlingen van boomfeestdag 2011 werd dit jaar een zakje zaaigoed met vlindermengsel meegegeven. Doel van de actie was om bij de leerlingen het begrip biodiversiteit te verduidelijken en hen daadwerkelijk te betrekken bij het vergroten van deze biodiversiteit. Aan de leerlingen werd gevraagd dit mengsel thuis uit te zaaien. Per groep mocht men zelf een jury benoemen. Deze mocht beslissen welke leerling het mooiste tuintje had geteeld. Een foto van het winnende bloemperkje kon worden doorgemaild naar de werkgroep boomfeestdag. De werkgroep had voor de winnaars passende prijzen in het vooruitzicht gesteld. Lange tijd bleef het angstig stil. De werkgroep vreesde, dat de langdurige droogte het ontkiemen van de zaden had belemmerd. Navraag leerde dat dit inderdaad het geval was. Des te meer was de werkgroep verrast toen op 5 juli de foto binnenkwam van Daniëlle, leerkracht van de St.Jozephschool te Oostelbeers met als bijlage een foto van het tuintje van Guus Hems, leerling van groep zes. Nog diezelfde week hebben twee leden van de werkgroep het tuintje van Guus bezocht. Het zag er prachtig uit met veel mooie paarse, oranje, witte en gele bloemen. Zelf had hij het zaad gezaaid, water gegeven en het perkje verzorgd. Terecht mocht Guus de felicitaties van de werkgroep een boekwerkje over vlinders en een passend geldbedrag in ontvangst nemen. Werkgroep boomfeestdag
7
Napslak was een van de onderdelen in de voelkist De gewone schaalhoren, of napslak (Patella vulgata) is een in zee levende slakkensoort. Nederlandse naam: Schaalhoren. Wetenschappelijke naam: Patella vulgata (Linnaeus, 1758). Behoort tot de: Slakken (Gastropoda). Belangrijkste kenmerken: Stevige schelp in de vorm van een hoedje of muts. De schelp is puntiger bij exemplaren die hoog op de kust leven en platter bij exemplaren onder of langs de waterlijn. Grootte: tot 6 cm breed en 5 cm hoog. Kleur: binnenzijde mat geelgroen, buitenzijde grijsgroen met donkere strepen. Door begroeiing met zeepokken is er van de kleur vaak niets te zien. Voorkomen: in Nederland vrij zeldzaam, alleen in Zeeland levend te vinden. Maar de aantallen nemen in Zeeland tegenwoordig sterk toe. De schaalhoren is sinds enkele jaren ook langs de Hollandse kust (Scheveningen, Den Helder) te vinden. Leefomgeving: Schaalhorens leven vastgezogen op een harde ondergrond, zoals pieren, dijken en rotskusten, tot enkele meters diep. Vaak zitten ze op plaatsen met weinig wierbegroeiing. Naamgeving: Omgekeerd lijkt de schelp op een puntige schaal, de schaalhoren heeft daaraan zijn naam te danken. Overigens wordt de soort soms ook napslak genoemd. Vergelijkbare soorten: De schaalhoren kan verward worden met andere soorten zoals de ruwe schaalhoren of de gekleurde schaalhoren. Deze komen echter niet veel voor langs de Nederlandse kust. Bij levende dieren kan de kleur van de voetzool als onderscheidingskenmerk gebruikt worden. Bij de schaalhoren is deze grijsgroen, bij de ruwe schaalhoren zwart en bij de gekleurde schaalhoren geelwit. De ruwe en de gekleurde schaalhoren hebben ook duidelijke ribben op het oppervlak van de schelp. Weetjes: Schaalhorens bevinden zich bij laagwater permanent op dezelfde plaats en zijn dan bijna niet los te krijgen. Bij hoogwater kruipen de dieren rond om algen te eten. De schaalhoren verandert ongeveer elke vier jaar van geslacht! Groet, Rien 8
Natuurwerkdag verslag Op 5 november zijn we al vroeg bezig de tenten op te bouwen en de bankjes uit te zetten aan de Lieringsedijk. Er komen veel mensen uit Best en Oirschot, ook begeleiders en jeugd van Scouting Best en begeleiders met enkele jeugdigen van het JeugdIVN uit Oirschot doen mee. Omstreeks 10.00 uur is het gezellig druk en coördinator Jeroen Apeldoorn laat ons zien waarmee we de komende uren bezig kunnen zijn. Er zijn Knotwilgen die echt nodig moeten worden geknot, want achterin is al te zien dat er flinke schade is door uitgescheurde bomen. Ook links mag een heel bos helemaal om, en maar enkele eikenbomen kunnen we laten staan. Zo op een afstand lijken het maar dunne boompjes (lijkt zo gepiept) maar als we dan steeds dichterbij komen dan worden ze groter en groter. Zeker 10 meter hoog en flinke dikke bomen zitten er tussen. Maar al snel klinkt het gekraak van de eerste boom die plat gaat. Het komt mij wat over ‘als teveel op een hoop’ en kies een meer rustiger hoekje van het bos. Enige coördinatie is hier zeker op zijn plaats, want een ongeluk zit in een klein hoekje. Gelukkig houden opa’s en begeleiders de vele kleine kinderen in het oog, vertellen over wat er leeft in het bos. Er zijn zelfs jonge scouts die de gevonden slakken en andere diertjes als spinnen op een veilig plekje gaan wegbrengen zodat er niets ergs met hen kan gebeuren. Maar ze lopen dan soms net onder een bijna omvallende boom door. Reden te meer om goed waakzaam te zijn. Tientallen bomen gaan tegen de vlakte en Jeroen gaat de soeppannen op het vuur zetten. Het is bijna middag en dan staat er tomatensoep en bonensoep (met brood) op het menu, met pannenkoeken (ook met spek) voor de jeugdigen. Koffie en thee, aanmaaklimonade en melk voor iedereen, zodat er weer met een volle maag kan worden verder gewerkt. We gaan dan wisselen van werkplek, zodat er nieuwe gezichten verschijnen en een ander leuk contactpersoon er plots niet meer is. Nu komt de wat grotere scoutingjeugd bomen zagen en gelukkig zie ik dat die zich ook in twee groepen opsplitsen. Soms zijn het erg dikke bomen die toch met zo’n beugelzaagje tegen de bosbodem knallen. Maar na half 3 is de fut er wel zo’n beetje uit en blazen we de aftocht. De spullen worden weer in kratten gedaan en de tenten opgeruimd. De gereedschappen gaan weer in de kisten en de mensen nemen afscheid, maar geven wel aan het volgende jaar er weer bij te zijn. De leiding was bij Jeroen Apeldoorn en Marco Renes, die weer alle lof verdienen (en krijgen), want het was weer voortreffelijk georganiseerd. Heerlijk weer, wel wat moe en ook voldaan kijken we terug. Tjonge wat is er toch veel werk verricht “om de natuur in toom te houden”. Doet u de volgende keer ook mee? Rinus 9
Rectificatie of niet? Het stukje over de Ambrosiaplanten is ook gelezen door M.Martens (Alumnidecaan FNWI). Deze had zijn bedenkingen bij de omschrijving van de plant, omdat deze volgens hem niet grijskleurig aan de onderzijde zou zijn. Misschien was de kleuromschrijving grijsachtig niet helemaal juist, maar moest dat lichter groen zijn. De foto’s waren daar duidelijk in. Daar kun je natuurlijk discussies over voeren (maar dat doen we niet), maar een verwarring met de Bijvoet is zeker niet gebeurd! Het ging ons om het fenomeen ‘hoooikoortsverlenger’. Mensen van Natuurmonumenten, van Brabants Landschap en de Gemeente Oirschot hebben het gewas op de akker ook bekeken. Er zijn hierbij geen fouten aan het licht gekomen. Inmiddels is duidelijk dat het waarschijnlijk maar op èèn zaaiakker van de Gemeente Oirschot is ingezaaid, en dat dit ook niet willens en wetens is gebeurd. Mogelijk zelfs door derden op de zaaiakker is bijgezaaid met een zeer onduidelijke reden of snode bijbedoeling.
De Flex ging buitendorps Donderdag 20 oktober werd er gewandeld in de Stiphoutse bossen achter Gerwen. De ochtend begon met een enorme plensbui dus de gids was niet verrast door het kleine aantal wandelaars. Maar zie, we hebben het droog gehouden en zelfs de zon op de verkleurende bladeren zien schitteren. En niet alleen rood en geel blad van de Amerikaanse eiken, nee daar kwamen we niet voor. Juist de roodverkleurende naalden van de moerascypressen bij het Kromven waren de grote verrassing. En niet alleen dat, nee, de cypressen zelf waren al bijzonder. Dit deel van de groene gordel rond Nuenen wordt gekenmerkt door een grote variatie aan naaldbomen. Minder gangbare soorten geplant in stroken voor langs percelen met wat gangbaarder hout. Servische sparren voorlangs grove den, bijvoorbeeld. En Kaukasische spar bij Douglas. Percelen Grote zilverspar en een randje Japanse ceders voorlangs Weymouthden. Uitgegroeide Californische cypressen langs het Witven etc. etc. Het schijnt dat dit gebied een terreinbeheerder heeft gehad die er plezier in had om dit soort beplantingen te doen. Hierdoor kent het gebied nu 16 verschillende naaldboomsoorten, waaronder dus meer bladverliezende dan de Japanse lariks. We hebben ze allemaal bekeken en geteld en geconstateerd dat het er nog steeds 16 zijn, alleen net een ander dan vermeld in de officiële routebeschrijving: weg was het perceel Witte spar en nieuw waren twee kleintjes Mammoetboom. Foto’s zijn natuurlijk van Rinus, want deze gids is enkel van de woorden. Elly Pouwels
Uiteindelijk zijn de tientallen Ambrosiaplanten gemaaid zoals dat bij een zaaiakker gebruikelijk is. Maar in tegenstelling tot het laten liggen van de resten zodat muizen en vogels er nog uit kunnen fourageren, is het maaisel van de Ambrosia wel meteen afgevoerd. We hopen dat dit voldoende is en dat wortels straks in 2012 niet meer opnieuw gaan uitschieten. Let wel op het wintervoer wat jullie dit najaar weer aan de vogels gaan geven. Want ook hierin kunnen de zaden van deze planten zitten! Uit ervaringen op mijn eigen voederplekje heb ik de eerste feiten over deze planten leren ontdekken. Leuk en heel apart! Later kwam ik ze in de natuur bij toeval weer tegen tijdens de start van de seniorenwandeling. Inmiddels is de plaatselijke zaadhandel en zijn leveranciers ermee bezig om dit uit het leveringspakket te laten verdwijnen. Er is volop medewerking om dit snel te tackelen. Rinus 10
11
De vogelwerkgroep
november/december 2011
De vogelwerkgroep is gemiddeld met zo’n 15 mensen steeds goed vertegenwoordigd tijdens de maandelijkse vergaderingen. De excursies op elke 1e zondagmorgen van de maand zijn soms wel wat minder goed bezocht omdat nog velen ‘n extra vakantieperiode hebben. Anderen zijn juist herstellende van een medische ingreep of er zijn problemen in de huiselijke sfeer. In december gaat de excursie wel door maar is er geen vogelwerkgroepavond in de Enck. Toch blijven vast op de agenda de bezoekjes aan leuke vogelrijke gebieden in de regio en blijven we steevast ook de tripjes naar Zeeland ondernemen. Met bezoeken aan Plan Tureluur met zijn uitgestrekte gebieden vol met vogels van diverse pluimage. Traditie is ook dat we weer een vogelgebied gaan bezoeken en daarvoor een lang weekend ergens gaan boeken. Texel, Friesland/Groningen of toch Zeeland, we weten het nog niet. Ook is er een plan van aanpak gemaakt om bij de vogelwerkgroep wat meer jonge leden te werven. Hiervoor is een interview afgenomen en een artikel geschreven. Met leuk fotowerk moet dat uitnodigen om hierover eens goed te gaan nadenken, bijvoorbeeld op de Kempenhorst en het Heerbeeckcollege. We zijn heel benieuwd naar de ontwikkelingen. Door de drukke agenda’s is het schoonmaken van de uilenkasten nog niet gedaan, maar vergeten is het zeker ook niet. Ook moeten we aan de slag in het kader van Ruimte voor ruimte. Want in Spoordonk worden een reeks huizen gebouwd en in dit bouwblok zitten 2 Steenuilpaartjes en een Kerkuilpaar. Hiervoor moeten compensatiemaatregelen worden genomen, en hebben wij toegezegd dat er daar extra nestkasten zullen worden aangebracht. Twee kasten voor de kerkuilen en zelfs 4 nestkasten voor de Steenuiltjes. Helaas is de sloop al een feit en mogelijk is dus hier ook al een eerste slag gemist bij het behoud van de broedparen. Hieraan kunnen we de komende tijd gaan werken. Het volgende jaar 2012 zijn we dus van plan om maar gewoon door te gaan. Doorgaan met maandelijkse avonden in de Enck, waarbij we wat punten doorspreken, wat geluiden oefenen en mogelijk weer een mysterieuze vogel behandelen. Ook is er ruimte om zelf wat aan de orde te brengen. Daarnaast blijft de vogelexcursie op elke eerste zondagmorgen van de maand, vertrek vanaf het vaste IVN-vertrekpunt aan de St. Jorisstraat. We spreken daar af waarheen we die dag dan gaan. Alleen in de vakantiemaanden juli/augustus zijn er geen activiteiten. 12
Proeven, voelen en ruiken als stapstenen van de actieve ledenavond op 22 november ’11 Naast proeven van het appelgebak, was ruiken en voelen tijdens de actieve ledenavond steeds een onderdeeltje. Het appelgebak was heerlijk, complimenten Mariëlle! In de voelkisten zaten dingen van diverse afkomst. Voelkist 1 (bloemetjesprint) 1. een Napslakschelp, een zeeslak dus met een leuke schelp op zijn rug in de vorm van een napje (of mutsje). 2. een bot, waaraan de muizen in het bos al flink wat hadden geknaagd. Diepe kerven zetten de voelers soms op het verkeerde been. 3. een korenhalm, meer was niet nodig. Maar met die lange helmdraden en de korenkorrels zou het toch herkenbaar moeten zijn. Het noemen van een korensoort was niet zo belangrijk hierbij. 4. een slakkenschelp, van de wijngaardslak. Deze moest iedereen nog eens laten terugdenken aan no1, en mogelijk zo tot iets komen. 5. een egelvelletje was het gewoon. Maar velen dachten hier de bolster van de Tamme kastanje in te herkennen. Of toch weer niet……? Voelkist 2 (herfstbladeren) 6. een dennenkegeltje dat herkende iedereen wel dacht ik zo. Maar toch hier was weer veel onduidelijkheid en dacht men soms erg ver. 7. een Douglaskegel die wat langer/groter en zachter was. En of het nou een Spar of Den of zoiets was dat speelde helemaal geen rol. 8. een bolster van De Tamme Kastanje! Verdikke, dit is die tamme kastanje. Maar wat is dan dat prikkende ding in die andere kist? Meer twijfels. 9. de uilenballen braakballen van de Kerkuil dus, meestal ‘half zacht’ en soms met een scherp puntje. 10. de elzenproppen met de buigzame lange slierten en de droge/harde Elzenproppen die iedereen wel herkende. Toch? Leuke activiteit voor de man achter de voelkisten ook! Om te horen wat men denkt te voelen. Heel diverse oplossingen werden gevonden. De veren waren van een Houtduif, maar de staartpennen en de vleugelpennen waren soms toch de reden dat men twijfelde. Niet doen dus, het waren allemaal de 13
‘harde veren’ van één enkele houtduif (die overigens al eens meer op tafel is geweest). Niet meer herkend dus. Ruiken kon men aan een enveloppe met daarin paardenharen, dus die paardenpies was ook zo slecht nog niet. Jammer dat bij enkelen hun reukorgaan niet zo goed meer werkt.
Bij Gerard op zijn tafel lagen oude dingen van vroeger, waarvan er ‘n enkele al eens meer op tafel is geweest: 1. was een wartel
(of Wervel) waarmee je de Geit aan ‘de Te_r’ (paaltje) deed. Die kon dan niet zo snel meer in de knoop komen met zijn ketting. 2. was een brandhaak (zonder steel), waarmee je bij een brand aan een rietendak snel wat riet kon verwijderen om zo de brand sneller te stoppen. 3. een stropersattribuut waarmee je de patroonhulzen/schietkruid en kogel zelf thuis kon samenpersen. Helemaal niemand hoefde zo nog iets te merken. 4. een roedesteun van een plattebuiskachel met zo’n pinkdikke roede er omheen waarop moeder de afdrooghanddoek hing en zo droogde. 5. een neusring voor een stier die zowat 1 jaar oud was geworden. En dan nergens meer naar luisterde, maar dit bleek wel te werken dan. 6. een leun van de hoog- of andere houten kaar. Hiermee bleef het houten karrenwiel vastgepind op de as vastzitten. 7. een perkoen waarmee je in de wintertijd de paarden ‘op scherp zette’. Dat zijn schroefpinnen die in de hoefijzers gedraaid werden. 8. een sluitpen om door de sluitbalk van de luiken voor ramen te steken en zo de zaakjes te borgen. Inbraakveilig dus, maar de achter deur was meestal gewoon open in die tijd.
Braakballen pluizen, woensdag 16 november 2011 We waren weer eens te gast in d'n Deel in Spoordonk, voor de laatste bijeenkomst van dit jaar met de jeugd van het IVN. We hadden Rien Sterken uitgenodigd om zijn klankbeeld over de uilen te laten zien en aan de hand van de beelden iets te vertellen over de uilen in onze omgeving. Nou, dat deed hij met de kennis van zaken van de man uit de praktijk. En van de jeugd was er belangstelling genoeg. Ook voor de opgezette uilen die Rien en Loet hadden meegebracht: een ransuil, een kerkuil en een bosuil. Rien vertelde een pakkend verhaal met veel informatie over de praktijk van het monitoren (het opsporen en volgen) van de uilen uit Oirschot en omgeving. Vooral het klimmen naar de kasten, het tellen en wegen van de jongen en het laten ringen maakte veel indruk. Voor onze jeugd uit het buitengebied waren het herkenbare verhalen en een paar kinderen vertelden over hun ervaringen met uilen. Daarna was het braakballen pluizen. We hadden weer de doos met materiaal van zolder gehaald, zodat iedere pluizer beschikte over enkele satéstokjes om te peuteren, een stuk zwart karton om de botjes op te leggen, een bakje om ze te verzamelen en een dubbele zoekkaart om te kijken welke botjes het waren. Per tafel waren er een paar loepjes om de vangst wat beter te bekijken. Rien had voor een flinke zak braakballen gezorgd, vooraf in een hogedrukpan gesteriliseerd, dus we konden aan het werk. Sommigen begonnen wat aarzelend, voorzichtig. Ze moesten er duidelijk nog aan wennen. De begeleiders hielpen ze dan wel op weg. Anderen hadden al gauw een stapeltje schedeltjes, pootjes en ribbetjes van muizen en dekschilden van kevers verzameld. Na een klein uurtje pluizen was het tijd voor wat drinken waar Joke, zoals gewoonlijk, prima voor had gezorgd. Ieder kon in het bakje alle schildjes, pootjes, schedeltjes en dergelijke meenemen om het thuis nog eens te bekijken en op te plakken. Sommigen namen ook nog een extra braakbal mee, om er thuis mee aan de slag te gaan. Een uitgebreid zoekblad met aanwijzingen zal daarbij helpen. Succes! In december is er geen bijeenkomst. Onze volgende jeugd-activiteit is op woensdag 18 januari: Sporen in de natuur, een speurtocht met opdrachten. Wil van Herwaarde
14
(Voor meer foto's zie de website) 15
Landelijke natuurwerkdag zaterdag 5 november 2011 Dit jaar hadden we ons met de jeugd van het IVN aangemeld voor de landelijke natuurwerkdag. Voor Oirschot werd die gecoördineerd door Rien Sterken, in samenwerking met het IVN Best. Veel kinderen hadden zich afgemeld omdat ze op zaterdag hun sportclub aan de overwinning moeten helpen. Dus gingen we te veld met vier kinderen en vier volwassenen: Bowy en Michel, Louk met z'n vader en Jens met z'n opa. Dulf en ondergetekende waren er van de jeugdbegeleiding. Er was een gebied gekozen aan de Lieringsedijk, waar op verschillende locaties onderhoud moest worden verricht, zoals het knotten van wilgen en het uitdunnen van houtopstanden. Wij kozen voor een perceel met veel es, els, berk en eik, wat moest worden uitgedund, zodat door meer lichtinval de onderbegroeiing meer kans zou krijgen. Banjerend door een drassig weiland bereikten we het slagveld. De geluiden van het zagen werden er nog overstemd door het geroep dat er weer een boom dreigde te vallen, wat een van onze jeugdleden deed opmerken: "Ze roepen van onderen maar de boom komt van boven"! Al gauw waren ze zelf ook aan het werk, voorzien van een zaagje en een paar werkhandschoenen. Louk met zijn vader, Jens met zijn opa en Bowie met Dulf vormden een paar goede 16
koppels. Michel had dit werk al eens meer gedaan met onze jeugd en die hoefde je dus niets meer wijs te maken. Onder de aanwezige werkers op deze locatie waren de nodige bekenden van het IVN uit Oirschot, met name van de vogelgroep. Ook de scouting uit Best was goed vertegenwoordigd. Tegen twaalf uur werd het werk neergelegd en de een na de ander baande zich een weg richting de foeragetent, waar vandaan de heerlijkste geuren het veld in dreven. Er was volop thee en koffie en soep met brood. Ook werden er pannenkoeken gebakken, waarvoor de kinderen gewillig in de rij stonden. Hoewel het werk tot 'n uur of drie 's middags zou doorgaan, vertrokken we met onze jeugd meteen na het eten, moe maar voldaan zoals dat heet. Voor meer foto's zie de website. Met dank aan de organisatoren. Wil van Herwaarde
januari De maand januari is genoemd naar de god Janus. Dat was een god met twee hoofden. Wel erg toepasselijk voor een maand waarin het kan vriezen en dooien. de god Janus blikt terug naar het oude jar en wat daarvan over is. Dat zijn bijvoorbeeld dorre stengels en zaaddozen van verschillende planten. Ook is echter een blik vooruit, in de toekomst. Die kondigt zich al aan in de hazelaarkatjes, het straatgras, de vogelmuur, enz. 17
Den haas stropen en eten Men neme een haas van een pond of acht en hangt deze met zijn achterpoten, middels een paar touwtjes, aan een balk of zoiets. Men snijdt het vel bij de achterpoten los. Dan een dwarssnede over de zogenaamde broek en men kan dan de haas zijn vel overal afstropen. Verder………………… Ik denk dat de schrijver dezes verkeerd begonnen is, want driekwart van het verhaal is overgeslagen. Want er is niet bij verteld hoe men aan een haas komt. Nou makkelijk zat, zult u zeggen. Waarmee? Een geweer natuurlijk. Nou is dat niet zo eenvoudig, want hazen zitten echt niet te wachten op iemand met zo’n ‘blaaspijp’. En als ze zo iemand aan zien komen, gaan ze echt geen uitdagend dansje ten uitvoer brengen. Nee, dan verandert hij vanuit zijn leger met een sprong in een snelvoetig dier. En als men, met een haas bemachtigen, geen herrie wil maken, zal men zich moeten behelpen met de aloude methode van strikken zetten. En ook dan is men niet altijd van succes verzekerd. Nu ga ik hier echt niet uitleggen hoe men een hazenstrik moet zetten. Het zou mensen maar in bekoring brengen. Ik vertel liever het verhaal van Hannes, ergens in de Kempen wonend. Zijn eega had hem erop attent gemaakt, dat ze nu lang genoeg gebraden spek gegeten hadden en dat het tegen Kerstmis liep. Want een kerst zonder hazepeper of zoiets kon men zich niet voorstellen. Hannes begreep de hint. Hij begaf zich naar het ‘Houtven’, waar, zo wist hij, ’s nachts de hazen foerageerden op de weilanden. Hij zocht en vond enkele zeer goede ‘hazenslopen’ (wissels) aan de rand van zo’n weiland en zette daar enige vakkundig gemaakte strikken neer. Ziezo en nu maar afwachten of een haas zich aan zou dienen. De eerste drie dagen wou het nog niet zo lukken. Maar de vierde dag had hij beet. Hij zag het al op een afstand. Maar Hannes wist dat hij deze haas nog niet had. Die stond nl. nog op zijn benen nogal heftig aan de strik te trekken. Hij zat er nog levend in en wou los. Maar de strik zat aan het prikkeldraad en dat gaf mee, dus de haas kon de strik niet doortrekken. Nu wist Hannes, als de haas je in de gaten kreeg, dat hij dan begon te springen en zo het draad nog wel eens stuk trok. Dus langs een omweg ernaar toe. Hannes viel er bovenop en mepte eenmalig met de vlakke hand achter de oren en legde de haas het zwijgen op- nou ja, hij spartelde niet meer. Vlug met de haas naar huis, waar vrouwlief de haas keurde en zei “legt ‘m mèr vlug in de kelder op de kouwe vloer, dan kunde ‘m straks villen”. Tot zover klopte alles nog en Hannes ging in de koude wind spruiten plukken. Hij was zo’n half uurtje bezig toen hij hoorde roepen. Hij keek en zag het vrouwelijk gedeelte van het gezin buiten staan. Die wenkten hem om vlug naar huis te komen. Thuis riepen de vrouwen dat er iets loos was in de kelder en of hij – Hannes – zo goed zou zijn eens poolshoogte te nemen. Hij trok de deur van de kelder open en zag daar zijn 18
haas rondspringen. Deze was uit zijn vermoedelijke coma bijgekomen en wou de wijde wereld in. Op de vloer lagen weckflessen stuk. Stoofpeertjes, kersen en ingeweckte pruimen lagen op de keldervloer. Het duurde even voor Hannes het dier weer in zijn macht had en hem voorgoed vloerde. Later gaf het als verklaring: “Ik denk potvurdulleme de’k ‘m bezwemd geslaage ha en dèttie wèr bègekomme is”. De vrouwen ruimden de ravage in de kelder op. Veel praat werd er niet over gemaakt, zoiets werd in de dertigerjaren wel ingecalculeerd. En Hannes, wel hij viet zijn kniep en hing de haas aan een paar spijkers enz. Een zalige kerst en een fijne jaarwisseling! Jan van Hout
De Mortelen Natuurgebied de Mortelen is een oud kleinschalig cultuurlandschap op leem- en zandgrond met een mozaïek van loofbossen, hakhoutbosjes, weilanden, hooilanden en kleine akkers. Dit wordt ook wel een kampenlandschap (éénmans essen) genoemd. Het was vroeger een moerasgebied met kopjes dekzand: de donken. Denk maar eens aan Berendonken, Ravendonk en andere. De akkerdorpen van toen raakten overbevolkt, de akkers brachten niet genoeg op om de vele monden te voeden. De gronden in de hoger gelegen akkerdorpen gegroepeerd rond een driehoekige ‘Plaatse’, Hedel, Notel en Snepseind waren ontgonnen en men zocht uitbreiding in het moerasgebied de Mortelen. En dus startten de mensen in de 12e eeuw in dit gebied geleidelijk met het te ontginnen. Het natte gebied was echter moeilijk te ontginnen en in te richten voor de landbouw. 19
De ondergrond is zeer variabel, onder meer door de aanwezigheid van ondoorlaatbare leemlagen. Dit alles zorgde ervoor dat het grondgebruik kleinschalig werd. Houtwallen, bomenrijen en sloten markeerden de eigendomsgrenzen. Zo ontstond het coulisselandschap, met vele doorkijkjes. Het voorpootrecht maakte het de boeren daarnaast ook mogelijk om de wegbermen, die aan hun bezit grensden, met bomen te beplanten. Waar bouwland, grasland, heide, hakhout of bos werd aangelegd werd dus bepaald door de grillige ondergrond. De Mortelen is niet op collectieve wijze ontgonnen, maar op individuele basis. Daardoor werd de kleinschaligheid versterkt. Bij vererving werd elk onderdeel van bos, akkerland, en weide gedeeld. In de negentiende en twintigste eeuw werden naast zomereiken, hazelaars en zwarte els de snel groeiende populieren aangeplant. Op de hogere delen. kwamen de douglas- en fijnspar. In het voorjaar is de ondergroei rijk aan bosanemonen en speenkruid. In graslandjes zijn door de lage vee- en mestdruk de laatste jaren weer volop pinkster- en de echte koekoeksbloemen te zien. Op enkele plaatsen groeien de slanke sleutelbloem en de eenbes. Door de grote variatie in bos, weide en houtwallen is ook de vogelstand zeer divers. In het voorjaar kun je de nachtegaal, wielewaal, tuinfluiter en nog vele andere vogels horen en soms zien. Rond 1970 is het Brabants Landschap begonnen met de aankoop van de eerste percelen. Door de ruilverkaveling in 1980 werd de Mortelen een ‘bloempot’ midden in een landbouwgebied. Door uitruilen en aankoop van gronden werd het gebied veel groter. Door ecologische verbindingszones met het natuurgebied de Kampina en de Scheeken vormt het een belangrijk onderdeel van het Groene Woud. Bijzondere planten van de weilanden zijn knolsteenbreek en gevlekte orchis, bijzonder bosplanten slanke sleutelbloem, grootbloemmuur, gele dovenetel en eenbes. Bijzonder is ook de massale bloei van de bosanemoon in het voorjaar. Ook komen er bijzonder vlinders voor zoals de gehakkelde aurelia en de kleine ijsvogelvlinder. In de Woekens groeien 20 fladder-iepen, wat 10% is van de Nederlandse populatie. Het zijn knotbomen. 20
Een boom over bomen: Juniperus Het is met enige aarzeling dat ik de volgende conifeer beschrijf. Want het is toch zeker geen echte boom. Maar het is toch wel een soort die zowat in elke tuin of park aanwezig is. Sommige cultivars lijken op boompjes omdat ze eenstammig zijn en een zeer slanke vorm hebben. Anderen daarentegen hebben zodanige vertakkingen, dat ze er exotisch uitzien in hun habitus. Ik heb het over de jeneverbessen in al zijn verschijningen. Ze zijn al heel lang bekend. Zelfs de oude Romeinen kenden ze al en dan vooral de Sabinesche maagden onder hen. Deze ontvingen zeer hoge militaire omes in hun boudoir en toch wisten ze te ontkomen aan de schande van een ongewenste zwangerschap door het gebruik van jeneverbessen. Deze bevatten nogal wat oestrogenen en dat wisten die brutale deernen. Tot hunner eer en glorie is een van de soorten jeneverbes naar hen genoemd: nl. Juniperus Sabina. Het hout van de jeneverbes is prachtig, maar komt maar weinig beschikbaar. Het verspreidt een heerlijke geur. Jeneverbessen kunnen zeer oud worden, maar zijn dan nog niet dik. Hier en daar komen oude exemplaren voor, vooral op de Veluwe. Ook op de Oirschotse hei staan nog een paar exemplaren. De soorten zijn: Juniperus chinensis (China). Verder de Juniperus communis. Deze komt zowat over de hele wereld voor. Van Noord-Afrika tot Azië, van Europa tot Amerika en Canada. Van kruipende vormen tot boomachtige types. Bij een hoogte van 2 – 2,50 m houdt het op. Uit Amerika komen kruipende vormen. Deze zijn van de soort Horizontalis. Uit China de Juniperus Media. Bijna allen zijn het platgroeiende coniferen, zowel uit Azië als Europa komen de Juniperus Sabina-soorten. Dit loof verspreidt een onaangename geur. Juniperus Virginiana, uit het oosten van Noord-Amerika, vormt daar een flinke tot grote boom met een smalle vorm. Ook van deze vorm zijn lage of kruipende vormen verkrijgbaar. De soort werd en wordt nog wel voor de potloodfabricage gebruikt vanwege zijn heerlijke geur. Ook de jeneverbessen worden nog altijd gebruikt om geestrijke dranken te fabriceren. Dranken die wij hier als zogenaamde hartversterkers achterover slaan. Zulks “ter leringhe ende vermaek”of zoals je wilt, als spraakwater. Proost! Jan van Hout 21
welke wespensoort?
Zondag 20 november
Op de avond van de wolf werd me door dhr J. van Hout (Boekhoudkantoor in de Notel) een enveloppe in de hand gestopt met daarin 2 foto’s. Of ik eens wilde kijken en t.z.t. een antwoord wilde geven over de soort insecten hierop. Op deze avond hadden al enkele leden even kunnen kijken, maar tot een soortbepaling was het nog niet gekomen. Maar ook ik kwam er niet uit, want het wespen-achtige lijf zette ook mij in de verkeerde richting. En dan die typische snuit, enz. enz. enz! Dan dus maar de boer op, en na Hans Vlamings wist Pieter van Beugel wat het was. Hij kent als geen ander de bijen en andere aanverwanten, en had ook de Hommels al eens bevlogen zien worden door deze vliegensoort. Hieronder zijn verhaal: Dit is een echtpaartje van de vliegensoort Sicus ferrugineus. Deze dieren horen tot de blaaskopvliegen (Conopidae) en parasiteren op hommels. Het vrouwtje zit vaak bij bloemen op wacht en als er dan een hommel binnen haar gezichtsveld komt, vliegt ze er snel op af en landt gedurende een fractie van een seconde op de rug van die hommel en schiet een ei door het membraan tussen de achterlijfsegmenten. Om dit te doen is haar achterlijf altijd al naar voren gekromd. Ook bij mannetjes is dat zo, maar die leggen geen eieren. Op de foto rijdt een mannetje mee op een vrouwtje dat met haar lange dunne tong nectar drinkt. Mannetjes moeten soms uren meerijden voordat ze mogen paren, als dat er al van komt. De larve van deze vlieg ontwikkelt zich in het lichaam van de hommel. Als die daaraan is gestorven, verpopt de larve zich in het hommellichaam en overwintert er ook in. Het jaar erop zijn er dan weer nieuwe exemplaren. Deze vliegensoort is niet zeldzaam, maar wel bijzonder. Groeten, Pieter
Rinus
Een prachtige zonnige dag. Met 32 personen gingen we naar De Utrecht voor een herfstexcursie, o.l.v. Jan van Hout, Loet de Lange, Wiel Wiersma en Joke Pijnenburg. Dichtbij de Bokkenrijder begon de wandeling. De zon creëerde prachtige stralen door het nog licht mistige bos. Onze gidsen vertelden over allerlei soorten bomen, planten en paddenstoelen. Wat mij en enkele mensen meer boeide, was het Moederkoren. Hier wil ik nu over vertellen, ofwel met geïnteresseerde lezers van deze Vergeet mij niet delen. Men noemt ze gevaarlijke paddenstoelen. natuurlijk is moederkoren geen echte paddenstoel, maar wel een daaraan gerelateerde schimmel. Moederkoren wordt al sinds mensenheugenis gevreesd door zijn extreme giftigheid en ontstond vaak na koude winters, gevolgd door regenachtige zomers. Bepaalde graansoorten, zoals rogge, tarwe en gerst, blijken dan erg vatbaar te zijn voor moederkoren. De aangetaste graankorrels werden vroeger ongemerkt verwerkt tot brood. De gifstoffen hadden een behoorlijk negatief effect op de geest, ze veroorzaken hallucinaties, irrationeel gedrag, misselijkheid, overgeven, toevallen, stuiptrekkingen en zelfs de dood (als je de eerdere amputaties al had overleefd) Die grote nadelen werden echter even voordelen, wanneer het moederkoren werd ingezet als middel om een abortus op te wekken of om bloedingen na de geboorte te stelpen. Maar alles is niet wat het schijnt omdat uit moederkoren twee werkzame middelen worden geproduceerd die gebruikt worden bij de succesvolle behandeling van de ziekte van Parkinson. Vervelend is wel dat je hartkleppen er kapot van gaan! Ik vond het heel interessant, maar onze gidsen hadden ook weer veel te vertellen over b.v. de paarse korstzwam, rodekool zwam, honingzwam, oranje adderzwam, rode beker zwam, heksenboter, enz. enz. Ook zeldzame bomen kwamen ter sprake, zoals de Oostenrijkse pijnboom, de Corsicaanse pijnboom, douglas enz. enz. Het was een mooie, boeiende, interessante,maar ook een gezellige zondagmorgen, omdat we die o.a. ook nog eens afsloten met een heerlijke kop erwtensoep in het warme herfstzonnetje bij de Bokkenrijder. Tot de volgende excursie Hermine van Erp.
22
23
)FUMBOETDIBQJTEFMFFGÜFOXFSLPNHFWJOHWBO NFOTFO)FUJTFFOBGTQJFHFMJOHWBOEFXJK[F XBBSPQEFTBNFOMFWJOH[JKOOBUVVSMJKLNJMJFV HFCSVJLUFOWPSNHFFGU6JUEFPOUTUBBOTHFÜ TDIJFEFOJTCMJKLUXFMEBUIFUIVJEJHFHFCSVJLFO WPPSLPNFOWBOIFUMBOETDIBQFFOHFWPMHUSFLLJOH [JKOWBOEFWFSTDIJMMFOEFBTQFDUFO[PBMTCPEFN FOXBUFS*OIFUMBOETDIBQLVOOFOEJWFSTFMBOEÜ TDIBQTUZQFOXPSEFOPOEFSTDIFJEFO
De typering van het landschap Het landschap is de leef- en werkomgeving van mensen. Het is een afspiegeling van de wijze waarop de samenleving zijn natuurlijk milieu gebruikt en vorm geeft. &FOMBOETDIBQTUZQFJTFFOLBSBLUFSJTUJFLFDPNCJÜ Uit de ontstaansgeschiedenis, blijkt wel dat het huidige gebruik en voorkomen van OBUJFWBOMBOETDIBQTLFONFSLFOFO¯FMFNFOUFO het landschap een gevolgtrekkingEJFJOFFOCFQBBMEFTBNFOIBOHWPPSLPNFO zijn van de verschillende aspecten, zoals bodem en 4PNNJHFMBOETDIBQTUZQFO[JKOJOEFBGHFMPQFO water. In het landschap kunnen diverse landschapstypen worden onderscheiden. FFVXFOXFJOJHWFSBOEFSEBOEFSFOIFCCFOFFO BBO[JFOMJKLFNFUBNPSGPTFPOEFSHBBO *OIFUHFCJFE[JKO*OEFIVJEJHFTJUVBUJFEFWFSÜ Een landschapstype is een karakteristieke combinatie van landschapskenmerken en TDIJMMFOEFMBOETDIBQTUZQFOWBOIFU[BOEMBOETDIBQ –elementen die in een bepaalde UFPOEFSTDIFJEFOPQCBTJTWBOPOUHJOOJOHTHFÜ samenhang voorkomen. Sommige landschapstypen zijn inTDIJFEFOJTSVJNUFMJKLWPPSLPNFOFOHFCSVJL%F de afgelopen eeuwen weinig veranderd, anderen MBOETDIBQTUZQFO[JKOIFUBLLFSEPSQFOÜFOLBNÜ QFOMBOETDIBQIFUCFFLEBMMBOETDIBQIFUCPTÜFO hebben een aanzienlijke metamorfose ondergaan. IFJEFMBOETDIBQFOIFUKPOHFPOUHJOOJOHFOMBOEÜ TDIBQ
In het gebied zijn In de huidige situatie de verschillende landschapstypen van het zandlandschap te onderscheiden op basis van ontginningsgeschiedenis, ruimtelijk voorkomen en gebruik. De landschapstypen zijn: het akkerdorpen- en kampenlandschap, het beekdallandschap, het bos- en heidelandschap en het jonge ontginningenlandschap.
"LLFSEPSQFOÚFO LBNQFOMBOETDIBQ
#FFLEBMMBOETDIBQ
Langs belangrijke wegen ontwikkelden de dorpen zich verder als straatdorp Door de akkers liep een grofmazig patroon van zandpaden en kenmerkende holle wegen. Aan de randen van de akkers en vooral in de gebieden rond Oirschot, Boxtel en Vught was ook sprake van individuele ontginningen. Deze gebieden waren kleinschaliger. Ze hadden een kleinere verkaveling en veel perceelgrensbeplantingen als houtwallen en singels. Deze gebieden worden wel aangeduid met ‘bochten ’of ‘kempen’. Ook in de huidige situatie is deze kleinere, onregelmatige verkaveling nog herkenbaar. De typerende beplantingselementen zijn echter veelal verdwenen. In de 20e eeuw zijn de akkercomplexen verder ten prooi gevallen aan de uitbreidingen van de kernen.
#PTÚFOIFJEFMBOETDIBQ
#FFLEBMMBOETDIBQ
+POHFPOUHJOOJOHFOMBOETDIBQ
3.1 Het akkerdorpen- en kampenlandschap Verspreid over het gebieden liggen voormalige akkercomplexen, de oorspronkelijke akkerdorpenlandschappen. Het akkerdorpenlandschap is al vroeg in de historie ontstaan. Het zijn oude zandontginningen met een glooiend reliëf op de dekzandruggen of de flanken daarvan. Er ontstonden grote (gemeenschappelijk) akkercomplexen bij de nederzettingen. In de Middeleeuwen werd het potstalsysteem uitgevonden om de akkers vruchtbaar te houden. Dit systeem zorgde voor een eeuwenlange ophoging van de akkers. Deze ophoging resulteerde in de herkenbare bolle terreinvormen van de akkercomplexen. %F "UMBT WBO %F #FFS[F Ü%F #FFS[F JO #FFME KBOVBSJ
De akkercomplexen kenmerken zich door een grote openheid. Op en langs de de akkercomplexen werden vaak houtwallen opgeworpen om wild- en veevraat te 24
De bewoning concentreerde zich overwegend in gehuchten rondom een centrale, vaak driehoekige drink- en verzamelplaats voor het vee (brink, heuvel, plein, plaatse of biest) op de akkers (kernakkerdorpen) of langs de randen van de akkers (kransakkerdorpen). Soms hebben dorpen zich verplaatst, waarbij kerken of kerkhoven achterbleven. De oude toren bij Oostelbeers kan hier een voorbeeld van zijn.
#PTÚFOIFJEFMBOETDIBQ
0OEFSTDIFJEJOMBOETDIBQTUZQFO TUFFETNJOEFSIFSLFOCBBSEPPS WFSBOEFSJOHFOJOCFESJKGTWPFSJOH FOUPFOFNFOEFTUFEFMJKLFESVL
"LLFSEPSQFOÚFO LBNQFOMBOETDIBQ
voorkomen en de akkers te beschermen tegen de oprukkende stuifzanden. Er is sprake van een onregelmatige, ruime verkaveling. De wegen volgen veelal de natuurlijke vormen van de akkercomplexen en de aangrenzende beekdalen en hebben daarmee een slingerend karakter.
3.2 Het beekdallandschap De beekdalen werden al vroeg ontgonnen. De gronden waren vrij voedselrijk en uitermate geschikt als hooi- en weilanden. De gronden worden in Brabant vooral aangeduid als beemden of als broek. Door de ontginning van de bossen, de toename van het areaal heide en de latere ontginning daarvan nam de wateroverlast telkens toe in de beekdalen. Dit is sterk bepalend geweest voor de ontwikkelingen. De beekdalen kende geen bebouwing (behalve enkele watermolens, zoals bij Spoordonk, en een fijnmazige verkaveling met perceelgrensbeplantingen (houtwallen/singels). Zij waren uitermate kleinschalig en onderscheidden zich daarmee sterk van de hogere akkers. Bijzonder aan de Beerze is de oorspronkelijk afwisseling in het beekdal. De beek stroomde ook door onontgonnen bosrijke dalen (broekbossen) en moerasachtige gebieden (het broek). Dit is ten dele nog steeds het geval, zoals bij Smalbroeken (Kampina/Boxtel) en de Grijze Steen (Westelbeers/Hapert). In de 20e eeuw zijn de beekdalen sterk aangepast. Er werden stuwen geplaatst en de verkaveling van de omliggende gronden werd verbeterd voor de landbouw. De karakteristieke kleinschaligheid verdween hiermee, het landgebruik veranderde en daarmee verdween ook het onderscheidende karakter. 25
3.3 Het bos- en heidelandschap Eeuwenlang werd Brabant gedomineerd door de uitgestrekte open heidevelden, stuifzanden en moerassige vennen. Deze gebieden werden slechts gebruikt om schapen te weiden en heide te plagen. Om de landbouwgronden veilig te stellen en om als productiebos (o.m. voor de mijnbouw) dienst te doen zijn tussen 1850 en 1950 grote delen van de heide ontgonnen en aangeplant met naaldbos. De omke-
ring van het ruimtelijk beeld van open heide naar besloten bos versterkte het ruimtelijk verschil met de aangrenzende open akkercomplexen. In de bosgebieden resteren nog enkele open gebieden, zoals heidevelden met vennen en jonge heideontginningen. De bossen hebben een rechtlijnige opzet en bestaan vooral uit naaldbossen. velden met vennen en jonge heideontginningen. De bossen hebben een rechtlijnige opzet en bestaan vooral uit naaldbossen.
GJH
)FUCFFLEBMMBOETDIBQSPOEFFOGJKONB[JHCFTMPUFOMBOETDIBQ
GJH
)FUCFFLEBMMBOETDIBQSPOEWFSPQFOEMBOETDIBQSFMJDUFOWBOCFQMBOUJOHFOFO WFSBOEFSEMBOEHFCSVJL
GJH
)FUCPTÛFOIFJEFMBOETDIBQSPOEHSPUFPQFOIFJEWBOIFJEFWFMEFONFUFFSTUFPOUHJOOJOHTCPTTFO
GJH
)FUCPTÛFOIFJEFMBOETDIBQFOIFUKPOHFPOUHJOOJOHFOMBOETDIBQSPOESBUJPOFMFPQFOKPOHF POUHJOOJOHFOFOCFTMPUFOPOUHJOOJOHTCPTTFONFUSFTUBOUFOWBOIFJEFWFMEFOFOTUVJG[BOEFO
GJH
)FUBLLFSEPSQFOMBOETDIBQSPOEHSPUFPQFOIFJEWBOEFBLLFSDPNQMFYFOFOEPSQFOPQEFPWFSHBOHWBO IPPHOBBSMBBH
GJH
)FUBLLFSEPSQFOMBOETDIBQSPOEPQFOMBOETDIBQNFUSFMJDUFOWBOIPVUXBMMFOWFSBOEFSEMBOEHFCSVJLFO VJUCSFJEJOHWBOEFXPPOLFSOFO
GJH
)FULBNQFOMBOETDIBQSPOEQBUSPPOWBOLMFJOFBLLFSTFOIPPJMBOEFOJOFFOGJKONB[JHFTUSVDUVVSWBO IPVUXBMMFO
GJH
)FULBNQFOMBOETDIBQSPOEWFSPQFOEMBOETDIBQNFUSFMJDUFOWBOIPVUXBMMFOWFSBOEFSEMBOEHFCSVJLFO WFSHSPUJOHLBWFMTUSVDUVVS
26
27 %JFOTU -BOEFMJKL (FCJFE SFHJP ;VJE
%F "UMBT WBO %F #FFS[F Ü%F #FFS[F JO #FFME KBOVBSJ
3.4 Het jonge ontginningenlandschap Door nieuwe technieken en inzichten konden de heidevelden eind 19e , begin 20e eeuw worden ontgonnen voor de landbouw. Dit is in het gebied op verschillende plekken gebeurd. Deze jonge ontginningen karakteriseren zich door de rationele opbouw van een regelmatige blokverkaveling, rechte wegen en grote agrarische bedrijven. De wegen zijn veelal beplant met ranke laanbeplantingen. Deze gebieden zijn zeer herkenbaar.
Beste B-team,
3.5 Landschappelijke waardering Het stroomgebied van de Beerze heeft nog steeds een rijke afwisseling aan landschapstypen, hoewel deels genivelleerd. De beekdalen kennen buiten de rationele, moderne landbouwgronden ook waardevolle afwisseling in de vorm van bosgebieden en kleinschalige bekdalgronden, zoals De Beemden en het Westelbeerschen broek (tussen Westerbeers en Netersel), Baest en Smalbroeken bij de Kampina (Boxtel). Karakteristieke elementen, zoals oude dijken als de Westelbeerse Dijk, Broekdijk en de Langendonkse Dijk, de oude bebouwingspatronen en het patroon van slingerende voormalige zandwegen zijn nog steeds herkenbaar aanwezig.
3.6 Cultuurhistorische, archeologische en aardkundige waarden. Op het gebied van archeologie is de indicatieve verwachtingswaarde met name hoog in en om de oude ontginningen (beekdalen en akkers). Het gehele plangebied is rijk aan cultuurhistorische waarden. Verspreid over het gebied zijn verschillende vindplaatsen van oude nederzettingen en archeologische vindplaatsen, zoals urnenvelden te vinden. In het gebied liggen twee waardevolle landgoederen met historische groenstructuren: Ten Vorsel onder Bladel, aan de Aa of Goorloop, en Baest boven Oostelbeers, waar de Groote en Kleine Beerze samenvloeien tot de Beerze. Baest is zeer bijzonder vanwege de aanwezigheid van het bedevaartsoord De Heilige Eik. Bij Hapert, Halfmijl en Oostelbeers staan historische molens bij behorende molenbiotopen. Het buurtschap Dalem is waardevol door de kenmerkende oorspronkelijke structuur met een driehoekig plein. Deze pleinen zijn overigens in de andere dorpen ook nog wel herkenbaar. Het beekdal van de Groote Beerze bij de Grijze Steen (tussen Westelbeers en Hapert) is zeer waardevol door de oorspronkelijk afwisseling van broekbossen, houtwallen en beemden.
28
Groenmoes organiseert op 25 maart 2012 in zalencentrum 't Zand in Oirschot een zaden- en plantenmarkt die bedoeld is voor liefhebbers van sier- en moestuin. Misschien kent u Groenmoes niet: het is een kwartaalblad voor natuurlijk (moes)tuinieren en eerlijk voedsel in Kempen en Meierij waarop een aantal personen uit Oirschot is geabonneerd. Het wordt door ondergetekende uitgegeven als particulier initiatief zonder winstoogmerk. Groenmoes is deelnemer geweest aan de in het voorjaar gehouden biodiversiteitsmarkt in Oisterwijk en is op diverse regionale natuurmarkten te vinden Ik wil er op dit moment bekendheid aan geven opdat u tijdig in de gelegenheid bent om de informatie hierover door te spelen naar de vrijwilligers van het B-team en andere in natuur geïnteresseerde personen in uw omgeving. De markt zal grotendeels in het teken staan van biodiversiteit, met accenten op inheems en autenthiek zaadgoed. Deelnemers als Stichting Zaadgoed, de genenbank van de WUR, Loek Hilgers (stichting Korensla, Goirle) en Historische Groentehof zullen voldoende bij u bekend zijn. De stichting Natuur en Milieu heeft bijenzaad ter beschikking gesteld voor deze markt. In de bijlage vindt u een lijst met ca 35 deelnemers, zowel landelijke als regionale. Kortom, het belooft een aantrekkelijke dag te worden, incl. een zanger en diverse kleine workshops. Indien u behoefte hebt aan meer informatie, dan geef ik die graag. Wilt u t.z.t. over flyers beschikken dan hoor ik dat ook graag. Er zal in november 2012 ook een vergelijkbare, groots opgezette, landelijke markt in Apeldoorn gehouden worden (m.m.v. AVVN (volkstuinen) en Groei & Bloei (landelijk), maar de organisatoren komen eerst in Oirschot hun licht opsteken. Met vriendelijke groet, Hans van Eekelen uitg. Groenmoes
[email protected] / www.groenmoes.nl 29
GROENMOES ZADEN- EN PLANTENMARKT 2012 vooraankondiging Op zondag 25 maart 2012 organiseert GROENMOES een zaden- en plantenmarkt in zalen-centrum ’t Zand, Bestseweg 52 in Oirschot (naast tuincentrum Coppelmans). Er zijn ca. 35 deelnemende exposanten en bedrijven. De markt staat in het teken van eerlijk zaadgoed, biodiversiteit en biologische gewasbescherming. Er is aandacht voor permacultuur, vergeten groenten, bijzonder gereedschap en natuurlijke materialen. De markt is bedoeld voor liefhebbers van zowel sier- als moestuin.
deelnemende exposanten en bedrijven zijn o.a. Peter Bauwens, Belgische kweker en auteur van moestuinboeken, De Klinge (B) bijzonder zaadgoed en moestuinboeken Helza Hobbyzaden/Sluis Garden, Best/Enkhuizen groente-, kruiden- en bloemenzaden Jan Robben, aardbeienacademie, Oirschot aardbeiplanten universiteit Wageningen/centrum voor genetische bronnen info genenbank en zaden stichting Zaadgoed, Utrecht info biologische zaadteelt en –vermeerdering Boerengoed, Wilsum biologisch tuingoed Sanders Pompoenen, Sprang-Capelle biologische pompoenzaden Irene Verbeek, Sint-Oedenrode prezi permacultuur DCM, Grobbendonk (B) / Katwijk (N) biolog. meststoffen en –gewasbescherming Xardin, Werkendam biolog. meststoffen en –gewasbescherming Historische Groentehof, Beesel zaden van vergeten groenten Terra Design, Venlo kookpotten voor en proeverijen met vergeten groenten 30
Jack Kloft, Velt, Helmond bijzondere biologische zaden Groenteteeltbedrijf Oppers, Middelbeers teeltproces van witlof Kwekerij De Boschhoeve, Wolfheze bollen en knollen Autarkia, Schaijk shi-take en –proeverij; permacultuur Pots & Stuff, Geldermalsen tuinartikelen voor biodiversiteit Groenmoes informatief kwartaalblad voor natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel Tuincentrum Klerks, Oisterwijk moestuinplantjes, kruidenplanten, biologisch pootgoed Stichting Korensla, Goirle zaden van vergeten, inheemse cultuur-gewassen Biologische tuinderij De Es, Haaren info tuinieren voor vreugde en nut René Groenen, De Groenenhof, Esbeek info biologische groentezaadveredeling Moestuinwebshop, Den Bosch hulpmiddelen voor de moestuin Kwekerij De Mortelen, Best DCM-meststoffen en gewasbescherming, groenteplantjes Planteenboek, Winterswijk zaden van bloemen, heemplanten, kruiden, wilde bloemen; tuinboeken Growing Paper, Schijndel groeipapier; printpapier als zaadmatje Het Aardrijk, Berlicum groeipapier; printpapier als zaadmatje Educatieve viskwekerij De Stroom, Spoordonk natuureducatie Eatlola, Den Bosch fooddesign, eetconcepten en foodstyling met groenten Kwekerij Jaap Duijs, Otterlo bloembollen in pot Kopersporen, Assen bronzen tuingereedschappen Peacock Garden Support, Oirschot plantensteunen en mini-kweekkasjes 31
Activiteiten IVN Oirschot december 2011
Lid of donateur worden van het IVN Oirschot Het IVN Oirschot is een enthousiaste club mensen die zich op allerlei manieren,
13 dec. dinsdag
20.00 uur
filmavond door Cor Speek
18 dec. zondag
10.00 uur
Snertwandeling door onze nieuwe gidsen.
maar vooral door middel van educatie, inzet voor de natuur in onze directe omgeving. Wie lid of donateur wordt, zal zich gauw bij ons thuis voelen en mag veel leuke en leerzame activiteiten verwachten die met natuur te maken hebben. Om hier bekendheid aan te geven ontvangen leden en donateurs ieder seizoen de
januari 2012
‘Vergeet-mij-niet’. Ons eigen afdelingsblad dat wordt samengesteld uit bijdragen van iedereen die iets te melden heeft. Daarin vindt u ook altijd onze afdelings-
10 jan. dinsdag
20.00 uur
Bijna alles over Bomen (Kees Bottema)
15 jan. zondag
9.45 uur
Parkwandeling (Stadswandelpark Eindhoven)
activiteiten voor het lopende seizoen. IVN-Oirschot kent verder een aantal werkgroepen. Nieuwe leden en donateurs zijn
februari 2012
van harte welkom om in een of meerdere werkgroepen actief deel te nemen. Dankbaar en leerzaam werk, dat bovendien veel gezelligheid met zich meebrengt.
Wat kost een lidmaatschap? De contributie wordt jaarlijks geïnd en bedraagt:
14 febr.dinsdag
20.00 uur
Ongewenste dieren (Mevr. Annelies van Bronswijk)
26 febr.zondag
9.45 uur
Staatsbossen / Oostelbeerse heide
• voor leden: € 17,• voor donateurs: € 10,-- (minimaal richtbedrag) • voor huisgenootleden € 10,-(in geval van huisgenootlidmaatschap is een ander gezinslid al lid van IVN Oirschot)
maart 2012 Hoe kan ik me aanmelden? 13 maart dinsdag 20.00 uur
Dassenlezing (Ton Populiers)
18 maart zondag
Dassenburcht Kasteel Heeswijk
9.45 uur
Heel eenvoudig. Een telefoontje naar het secretariaat: Jack van Nunen tel. 0499 - 57 27 01 U ontvangt dan een inschrijfformulier.
Wij zien u graag terug op onze activiteiten Alle activiteiten onder voorbehoud. Soms kunnen weersomstandigheden tot wijzigingen leiden. Alle avonden worden in Sociaal Cultureel Centrum De Enck gehouden en beginnen om 20.00 uur. Samenkomst voor wandelingen en andere activiteiten vanaf parkeerplaats bij De Enck (St.Jorisstraat). Van de buitenactiviteiten zijn de vertrektijden voor fietsers om 9.45 uur en auto’s om 10.00 uur 32
en wensen u vooral veel plezier bij het IVN Oirschot!