Het IVN Vereniging voor natuur en milieueducatie, is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Inleveren kopij voor het ZOMER-nummer vóór 1 september 2011 bij de redactie
ZOMER 2011
IVN OI R S C H O T VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
IVN VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE AFDELING OIRSCHOT website:
www.ivn.nl/oirschot
juni 2011
29e jaargang nr 2
Bestuur IVN:
Oude Grintweg 15 5688 MA Oirschot e-mail:
[email protected] Rabobank 1388.29.632 t.n.v. penningmeester IVN Oirschot
Voorzitter: Secretaris:
Gerard Traa Jack van Nunen Oude Grintweg 15 Mariëlle Kievit-van Wely Christ Oomen Anita van Zon Wilma van Kaathoven Rinus Sterken
Penningmeester: Bestuursleden:
0499 - 57 51 24 0499 - 57 27 01 5688 MA Oirschot 0499 - 37 62 88 0499 - 57 33 24 0499 - 84 22 48 0499 - 57 53 84
Van de redactie De redactie van de Vergeet-Mij-Niet heeft een kleine wijziging ondergaan. Ik, Annette Kemps, heb de taak van Henk van de Wal overgenomen. Dat is best even wennen, want het lijkt allemaal zo simpel, maar als je voor de taak staat is het toch allemaal even uitzoeken en navragen. Gelukkig kon Jeann van Dijk me wegwijs maken. Helaas verschijnt deze Vergeet-Mij-Niet later INHOUD dan half juni zodat enkele aankondigingen niet geplaatst konden worden. 2 Van de bestuurstafel We hebben al heel veel mooie, zonnige dagen gehad, maar we hopen natuurlijk dat alle leden nog een mooie zomer tegemoet gaan. Geniet van de mooie verslagen, verhalen en foto’s van onze actieve leden. Blijf stukjes, foto’s en tekeningen sturen zodat we er allemaal van kunnen genieten.
Graag insturen voor 1 september. Ledenadministratie:
Jack van Nunen
0499 - 57 27 01
Contactpersoon Werkgroep Amfibieën: Blauwe Brigade: Cursussen: Jeugd-IVN: Paddenstoelen: Planten: Publiciteit/Senioren flex Scholenwerk: Vogels: Zoogdieren:
Jack van der Schoot Jan Pijnenburg Hermine Verheul Wil van Herwaarde Todor IJsselmuiden Elly Pouwels Rinus Sterken Christ Oomen Rinus Sterken Piet van de Sande
0499 - 57 48 66 0499 - 57 16 14 013 - 513 46 14 0499 - 57 34 86 0499 - 57 35 49 0499 - 57 41 41 0499 - 57 53 84 0499 - 57 33 24 0499 - 57 53 84 0499 - 39 97 59
Annette Kemps Christianne van de Wal Jeann van Dijk-Adriaans
[email protected]
0499 - 32 49 47 0499 - 57 11 74 0499 - 57 30 53
Nieuwsbrief Redactie: Lay-out: e-mail:
3
Boomfeestdag 2011
4
Een weekendje in de Eifel
7
Cursus Brabantse Landschappen
11
Enne boom, bomen en beum
13
Bomencursus
14
Nestkasten loeren
15
Droogte is bedreiging voor vlinders
16
Scholen lente-wandeling 2011
18
Putters en andere
19
Biologische tuinbouw 1949
20
Wandeling bij de buren: Veldhoven-Vessem en Geldrop
21
Boom: Cryptomeria
22
Terugkomdag Vosbosser
24
Biologisch telen
26
Landgoed ‘Baest’
28
Gestoken!
29
Archeologisch experiment
31
Genieten buiten landsgrenzen
32
Wandeling bij de buren: Best
32
Activiteiten IVN Oirschot 1
Van de Bestuurstafel Van een uitzonderlijk droog en warm voorjaar gaan we nu de zomer in. Benieuwd wat die ons gaat brengen. In ieder geval voor mij een signaal dat ik weer een stukje mag schrijven voor de Vergeet Mij Niet. Even terugkomend op mijn vorige stukje. Zoals jullie hebben kunnen zien hebben we een nieuw redactielid gevonden. Wij zijn blij dat Annette Kemps bereid was de taak van Henk van de Wal over te nemen en wensen haar daarbij natuurlijk alle succes. Wat mijzelf betreft, het is niet gelukt het secretariaat over te dragen aan een andere bestuurder, niemand anders wou, dus ik moest. Nou goed, dat moet dan maar. In de afgelopen tijd kunnen we terugkijken op een aantal geslaagde activiteiten, waarvan ik de werkgroepenmarkt toch wel het bijzonderst vond. Het voldeed misschien niet aan de doelstelling om de relatief nieuwe leden en het grote publiek bekend te maken, omdat zij het lieten afweten. Maar het was zeer geslaagd als een ontmoetingsplaats voor de mensen die in de verschillende werkgroepen actief zijn. Er werd flink wat uitgewisseld en er was een zeer gezonde belangstelling voor elkaars werk. Iedereen die er aan meegewerkt heeft nog eens bedankt. Het is zeker voor herhaling vatbaar, maar dan wellicht gekoppeld aan iets anders, zo dat toch ook het grote publiek ervan kan genieten. Een ander punt is het concept van de gemeente Oirschot. Deze ontvingen wij samen met een DVD met kaartmateriaal. Waarom ik dit naar voren breng? Omdat in het voorjaar van 2010 een aantal mensen mee hebben geholpen om de, vooral natuurhistorische waardevolle zaken in Oirschot te inventariseren. Misschien zijn die mensen benieuwd naar het resultaat. Ze kunnen dan bij mij de DVD te leen vragen. Interessant materiaal.
Boomfeestdag 2011 zonnig en droog In 2011 was het een groot genoegen de boomfeestdag voor de basisschoolleerlingen te organiseren. In totaal namen 235 leerlingen hieraan deel. Elke dag konden de leerlingen met een stralende zon onder een strak blauwe hemel naar de diverse plantlocaties fietsen. Alleen de Antoniusschool had het voorrecht 23 bomen te kunnen planten, de overige scholen hebben samen ruim 2000 streekeigen heesters aangeplant. Ook dit jaar hadden de ambtenaren groenvoorziening Dhr Cees van de Schoot en Wilco van den Berg gezorgd voor uitstekende plantlocaties. Hopelijk overleven de struikjes de langdurige droogte die daarna is gevolgd. Ook onze burgemeester was dit jaar weer van de partij. Op 23 maart, de nationale boomfeestdag, sprak hij de leerlingen van de St. Jozefschool toe nabij Bekersberg. Hij wees de leerlingen op het nut en de noodzaak jaarlijks te planten. Door een grote diversiteit aan bomen en struiken is er ook een grotere diversiteit aan voedselaanbod. Hiervan kunnen vogels, insecten en kleine zoogdieren profiteren. Dit jaar heeft de werkgroep de biodiversiteit een extra impuls willen geven. Daartoe werd aan elke leerling een zakje zaaigoed met een vlindermengsel meegegeven. De planten van dit mengsel produceren veel nectar waar vlinders graag op vliegen. Extra voedselaanbod vergroot ook hun overlevingskansen. De leerlingen werden aangemoedigd het mengsel thuis te zaaien en een foto van het resultaat naar de werkgroep te mailen. Voor de mooiste bloemperkjes werden prijzen beschikbaar gesteld. Wellicht heeft ook hier de langdurige droogte het de leerlingen extra moeilijk gemaakt. We zijn zeer benieuwd naar de resultaten. De Werkgroep Boomfeestdag.
Op bestuurlijk nivo staat de omvorming van het IVN District naar een Regionale bijeenkomst op touw. Dit heeft geen invloed op onze plaatselijke IVN, maar het is toch goed om te weten hoe het IVN in elkaar steekt. Verder zijn de zomermaanden de minst drukke IVN maanden en houdt mijn nieuws dus op. Ik wens iedereen een prachtige zomer toe, geniet ervan en voor hen die op vakantie gaan, kom veilig weer terug. Jack van Nunen.
2
3
Een weekendje in de Eifel Tussen half negen en negen uur werden de zes deelnemers aan huis afgehaald en iets na negenen vertrokken we op een mooie zaterdagmorgen richting Nettersheim. Het laatste stuk verlieten we de snelweg. Misschien kost het iets meer tijd maar het geeft ook een mooier uitzicht. Tegen half twaalf arriveerden we bij het Naturzentrum alwaar we wat rond hebben gekeken en 'n kopje koffie dronken. Hierna gingen we op zoek naar een Naturschutzgebiet bij Nonnenbach. Dit weitje is in het verleden al meerdere keren bezocht door Oirschotse IVN-ers. Na er eerst 'n kilometer aan voorbij gereden te hebben, vonden we het. Alvorens te gaan wandelen, genoten we eerst van een lekkere picknick. Daarna het veld in. Onze eerste aanblik was dat er wel heel veel orchideeën al uit gebloeid waren, dachten we, alleen we konden niet bepalen welke soort het dan wel geweest was. Op de prettige wandeling met hier en daar wat echte natuurbeleving, konden we onder andere de volgende soorten noteren. Veel ruige weegbree en bolrapunzel, gele Morgenster, grote ereprijs, veel veldsalie, wilde akelei in diverse kleurvarianten, kleine pimpernel, wilde hyacint, bremraap en ratelaar in de plantencategorie. En bijvoorbeeld zowel het klein als groot geaderd witje, 'n mooie groene gaasvlieg, pyjamawants, zwartpoot soldaatjes, dagpauwoog, als vliegers en wijngaardslak als kruiper. Er zijn nog enkele soorten die we niet op naam konden brengen. Help ons eens en kijk op de link https://picasaweb.google.com/115620378125665655460/20110521Eifel?authkey=G v1sRgCL7F6q6mqoq0gQE&feat=email
Om 8 uur zondag 's morgens zagen we elkaar weer aan de rijkelijk gevulde ontbijttafel. Na afgerekend te hebben in de jeugdherberg vertrokken we weer naar Nettersheim. Voor de ochtend zouden we daar op eigengelegenheid het Natur-Erlebnispfad bewandelen en voor 's middags stond een gegidste vlinderwandeling op het programma. Het natuurbelevingpad is een wandeling van ca. 6 km langs met een 20 tal stopplaatsen. We namen een kijkje bij een oude kalkverbrandingsoven en watermolen - over een hoogpad met gemengde ahorn bebossing, langs een speeltuintje waar Todor de speeltoestellen uit moest proberen. Om vervolgens halt te houden bij een vennetje. Een uitkijkpunt voor amfibieën, libellen etc. Jack dacht iets in het water te zien zwemmen. Nadat de anderen het ook gezien hadden, was ons eensluidende conclusie dat het een otter geweest moest zijn. Toch mooi meegenomen op zo'n dag. Na een lekkere appel en een groepsfoto vervolgden we onze weg naar de overblijfselen van een martelaren heiligdom, welke de romeinen hier hadden achter gelaten. Blijkens de versieringen en offergaven wordt er nog steeds geloof aan gehecht. Dit heiligdom zou onder andere helpen om in verwachting te kunnen geraken.
Niet helemaal zeker van zichzelf maar toch behoorlijk moedig besloot Todor een hoogzit te beklimmen, om bovenaan te ontdekken dat hij gesloten was. Na enkele uren gewandeld te hebben zochten en vonden we een binnendoortje. Sommige van ons liepen daar wel wat schrammen bij op toen we ons door een sleedoornhaag wrongen. Rond half vijf zat ons rondje Nonnenbach erop. Voor die dag stond ook nog een bezoek aan Ripsdorf bij Blanckenheim op het programma. Maar we besloten dat het genoeg was voor vandaag. En dus chauffeerde Wil van Herwaarde ons kundig naar Hellenthal, alwaar we in de gemoedelijke jeugdherberg kwartier maakten. Nadat we ons geïnstalleerd hadden en onder het genot van een drankje de inventarisaties van afgelopen middag nog eens verifieerden in de diverse gidsen, maakten we ons op voor het diner. Op naar Burg Reifferscheid dus. Het diner smaakte ons goed en we sloten het af met een wandeling naar de burcht. Bij de jeugdherberg konden we ons nog even opwarmen aan een kampvuur, alvorens de lakenstraat te zoeken. 4
5
Dan een blik op de klok. We beseffen dat we de hele ronde niet op tijd kunnen maken en besluiten via een andere weg terug te gaan naar het startpunt, zodat we op ons gemak van onze meegebrachte lunch konden genieten. Tot nu toe hadden we mooi weer. Maar dan lijkt het toch te betrekken. Voor de vlinderwandeling gaan we eerst per auto achter de gids aan. Het begint al te druppelen. Aangekomen bij ons wandelgebied, begint het te stortregenen. Het is nog maar de vraag of we zullen kunnen wandelen. De gids neemt plaats in ons busje om het algemene verhaal vast uit te leggen. Hij werkt daarbij tamelijk systematisch een programma af, waarbij we leren waar binnen het dierenrijk we de vlinders moeten plaatsen. Hoe de dagvlinders van de nachtvlinders zijn te onderscheiden. Hoe ze gebouwd zijn en hoe ze zich voortplanten. En tot slot waarom ze Schmetterlingen of Falter heten. Schmetterlingen staat voor het feit dat in vroeger tijden gedacht werd dat ze van de Schmette (de biestmelk) aten. Dat verklaart dan ook mee waarom ze in Engeland Butterflys genoemd worden. De stortregen houdt wel een goede 20 minuten aan en de gids raakt door zijn vertelsels heen. Het wordt tijd dat we kunnen gaan wandelen. Hoewel de opbrengst van waar te nemen vlinders na deze bui wel wat tegen zal vallen, geeft de gids ons te kennen. Toch trekken we eropuit. Allereerst gaan we een door ons vermeend waargenomen orchideeënsoort bekijken. En ja hoor het blijkt de rietorchis of in het Duits het Knabenkraut te zijn. Ook hier zien we weer in redelijke aantallen de al uitgebloeide soort, die we gisteren niet op naam konden brengen. Onze gids vertelt ons dat het de restanten van bladgroene plant van de uiterst giftige herfsttijloos, die ik wel ken van het najaar als bloemplant zonder bladgroen. Inderdaad zien we niet bijster veel vlindersoorten, ook al omdat zo mee en dan toch nog een klein buitje valt en het tussendoor niet echt goed opwarmt door de zon. Maar dat mag de pret niet drukken het is toch een fijne wandeling door een mooi gebied. Helaas heb ik de soorten niet genoteerd die we op deze wandeling tegenkwamen. Na deze wandeling houden we het voor gezien en maken ons op voor de rit huiswaarts. Nu wordt er voor gekozen om wel zo snel mogelijk de autobahn op te zoeken. Rond half acht 's avonds zitten we bij Motel Eindhoven aan het afsluitend diner. 'n Goed uur later worden we door René, de lief van Lia en Jose, de lief van Wil opgehaald bij het autoverhuurbedrijf. Zij brengen ons het laatste stukje veilig thuis. 'n Fijn weekendje Eifel zit er op. Jack van Nunen 6
Waarnemen van de diverse landschappen Het landschap bestaat zoals een boek uit letters. Om te kunnen lezen moet je het alfabet kennen; je kunt de letters herkennen. Zo kun je in een landschap de onderdelen herkennen waaruit het landschap is opgebouwd: een boomrij, een weg, weilanden, een dorpsrand, etc..
Van waarneming naar interpreteren De betekenis van een boek ontstaat echter pas in de samenhang tussen de letters die woorden en zinnen vormen. Idemdito in een landschap: de betekenis van een landschap is te lezen in de samenhangen tussen alle onderdelen. Je ziet bijvoorbeeld een laan. De volgende stap is: • Wat zegt deze laan over deze plek? • Wat zegt de boomsoort over de bodem? • Wat zegt de lijn over de structuur van het landschap? • Wat zeggen de bomen over het seizoen? • Wat zegt de laan over de geschiedenis van de plek? Deze vragen, zijn vragen naar de samenhangen in het landschap. Je kunt ze zien als een uitdrukking van natuur en cultuur in verleden, heden en toekomst.
Landschap is altijd en overal Landschap vormt onze zichtbare omgeving en is het resultaat van natuurlijke processen en menselijk handelen. Dit resultaat kun je overal zien: in natuurlijke landschappen, cultuurhistorisch waardevolle landschappen, agrarische landschappen en landschappen waar het menselijk handelen domineert zoals in dorpen en steden. Landschap is dus altijd (voor iedereen) dichtbij en overal aanwezig.
Cursus het ‘lezen’ van vnl. onze Brabantse Landschappen Vraag jij je soms af - terwijl je wandelt langs beken, glooiende weiden en bosjes – hoe dat landschap tot stand is gekomen? Wie heeft bepaald dat net hier een dorpje kwam en net daar het water nog mag vloeien? Of geniet je van de omgeving en sta je er niet meer bij stil (omdat je het landschap zo gewoon bent)? ‘Zie’ je het landschap nog? In deze cursus leer je via verschillende invalshoeken kijken naar voornamelijk de diverse verschillende Brabantse landschappen. We leren het ‘van binnenuit’ begrijpen en interpreteren en ontleden het van ondergrond tot boomkruin. In de landschapsexcursie worden de cursisten er op geattendeerd wat de kenmer7
kende elementen van dat landschap zijn (wat zie ik?) en wordt de deelnemer geholpen om deze kenmerken te interpreteren (wat betekent dat?). Bijvoorbeeld ik zie een hele dikke solitaire Eik. Dat betekent dat de grond daar droog is, maar gezien zijn dikte kan het een meetpunt zijn geweest van vroeger om percelen af te bakenen. Het is de bedoeling om u in het veld te laten verwonderen en eigenheid en kwaliteit laten ervaren. Na het volgen van deze cursus weet je in grote lijnen hoe voornamelijk het Brabantse Landschap is ontstaan. Hierdoor kun je als vrijwilliger of als natuurliefhebber beter verwonderen, zelf in je eigen tuin of omgeving bijdragen aan een “mooi Brabant”, de beheerwerkzaamheden die je uitvoert in het veld in een breder kader plaatsen. De landschapselementen staan namelijk niet op zichzelf maar maken deel uit van een bepaald landschapstype en zijn daarbij vaak kenmerkend voor de streek. Door deze context te kennen kun je beter de mogelijke functie(s) van het element en de daarbij behorende beheermaatregelen vaststellen.
vegetaties aan de orde in de vorm van bosgemeenschappen, en landschapselementen als bosjes, houtwallen en hakhout. Voor diverse kruiden- en houtige vegetaties bespreken we de beheermethoden. Alle theorie gaat leven tijdens de drie excursies. Door kennis van de relatie tussen standplaatsfactoren en plantengemeenschappen wordt het landschap leesbaar. We bezoeken drie gebieden in de directe omgeving die belangrijke natuur- en landschapstypen vertegenwoordigen. In deze cursus zal dat zijn Loonse en Drunense Duinen, Kampina en Mortelen. Niet te vergeten wordt het Brabants landschap vanuit de hoek van de ecologische hoofdstructuur en Natura 2000: natuurgebieden in Brabant die van Europees belang zijn. Het zijn deze excursies, die de cursus uniek maken. De cursus is logisch en systematisch opgebouwd, en kan daarom in principe door iedereen gevolgd worden. Cursisten kunnen maximaal profijt hebben van de cursus door de excursies te benutten voor uitbreiding van hun kennis van de Brabantse flora.
Voor wie Deze praktische cursus is voor iedereen – natuurliefhebber of vrijwilliger - die meer wil weten over de ecologische principes, de inheemse vegetatie en het beheer van voornamelijk onze Brabantse landschappen en haar landschapselementen. Je hoeft absoluut geen voorkennis te hebben.
Docent Boswachter Frans Kapteijns is bij de Vereniging Natuurmonumenten daarnaast actief voor Omroep Brabant Radio en TV. Ook werkt hij een dag in de week voor de provincie als voorlichter voor het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Tot slot zit hij in diverse werkgroepen van het Nationaal Landschap Het Groene Woud. Eerder werkte hij voor de Kleine Aarde in Boxtel en de Wereldwinkel in het Vlaamse Overpelt. Daarnaast is hij in zijn vrije tijd actief lid van IVN afdeling Oisterwijk. Kortom: volop natuur.
Opzet cursus Van natuur tot cultuur en het ontstaan van het Brabants landschap worden u duidelijk. Diverse typische landschappen zoals beekdalen, bossen, hoevenlandschap, vennen, landgoederen en heide zijn u hierna duidelijk. Invloed van de mens op het landschap komt aan bod. Zo ook de betreffende planten en dieren bij een bepaald landschap. Uiteindelijk heeft u ook inzicht in inrichting en beheer. Met de opgedane kennis kunt u in het vervolg het landschap beter ‘lezen’. U wandelt of fietst met meer begrip in het landschap, waardoor u er nog meer van kunt genieten. Na de cursus kunt u van iedere plek in het landschap een eerste analyse maken van de milieufactoren, de vegetatie en het beheer ter plekke. Bovendien kunt u dan de actuele (natuur)waarde en de potenties van de locatie redelijk inschatten.
Data cursus Landschap Vijf theorie en drie excursies De cursus bestaat uit vijf theoriebijeenkomsten en drie excursies. Door deze lessen en excursies wordt een geïntegreerd beeld opgebouwd van voornamelijk de Brabantse natuur en cultuur. De lessen worden visueel ondersteund met lesmateriaal. De docent Frans Kapteijns behandelt de belangrijkste ecologische principes die het karakter van onze landschappen bepalen. Standplaatsfactoren worden besproken: denk aan bodemsamenstelling en waterhuishouding, milieudynamiek en successie. Aandacht is er voor de verschillende typen kruidenvegetaties zoals pionierbegroeiingen, graslanden, ruigten en zomen, poel- en oevervegetaties. Ook komen houtige 8
• Donderdag 15 september 2011, van 20:00 – 22:00 uur (theorieavond 1) • Zaterdag 17 september 2011, van 9:00-12:00 uur (buitenexcursie 1: Loonse Drunense Duinen) • Donderdag 13 oktober 2011, van 20:00 – 22:00 uur (theorieavond 2) • Zaterdag 15 oktober 2011, van 9:00-12:00 uur (buitenexcursie 2: Kampina) • Donderdag 17 november 2011, van 20:00 – 22:00 uur (theorieavond 3) • Donderdag 12 januari 2011, van 20:00 – 22:00 uur (theorieavond 4) • Zaterdag 14 januari 2011, van 9:00-12:00 uur (buitenexcursie 3: Mortelen) • Donderdag 9 februari 2011, van 20:00 – 22:00 uur (theorieavond 5 en afsluiting) 9
Kosten De kosten worden maximaal 45,- euro en is afhankelijk van het aantal aanmeldingen.
Waar De theorie-avonden worden gehouden in het sociaal cultureel centrum ‘De Enck’ te Oirschot. De excursies zijn op de Loonse Drunense Duinen, Kampina en Mortelen. De definitieve locaties zijn nog niet bekend. De excursies worden per voet afgelegd.
Aanmelden Als u belangstelling heeft voor deze cursus, meldt u zich dan aan bij Hermine Verheul. U mag mij e-mailen naar
[email protected] of bellen 013-5134614 of 0411-618476. Het is ook mogelijk om u via de website aan te melden; www.ivn.nl/oirschot bij werkgroep cursussen. Na uw aanmelding ontvangt u een bevestiging.
10
Enne boom, twee bomen en drie beum (eind mei, begin juni 2011) Op de site van IVN-Oirschot zag ik dat er een bomencursus gegeven werd en wel door o.a. Jan van Hout, vaak van gehoord beroemd in wijde omgeving, maar ik kende hem niet. Bomen hebben altijd mijn belangstelling gehad, en gezien de goede ervaring met de groencursus van vorig jaar in Oirschot, zat ik vol verwachting af te tellen tot de eerste bijeenkomst in De Enck. Even over mijzelf; toen tuin mijn hobby werd zo’n 35 jaar geleden, heb ik het bekende boek, ‘Bomen voor tuin en park’ zowat verslonden, want natuurlijk moesten daar bomen in en het werden er in de loop der tijd ongeveer 25. Van Ginkgo tot Metasequoia, van Hopbeuk tot Liriodendron, Acers, Moerascypres, Catalpa, Gleditia sunbrust, ik vond alles mooi. Vooral Acers hebben mijn voorkeur in allerlei kleuren en niet te vergeten de ‘japannerkes’ daar ben ik helemaal verzot op. Maar wat ouder en wijzer, bleken kleine boompjes echte ‘beum’ te worden, zodat ik er een aantal heb moeten ruimen, want mijn schaduwtuin werd steeds meer een ‘nachttuin’. Terug naar de cursus: Jan, Rinus en Freek, gingen de uitdaging aan om te proberen van 23 ‘groentjes’, bomenkenners te boetseren. Om ons wat meer wegwijs te maken in de wereld van het groene hout, (zodat we door het bos de bomen weer zouden zien), was Jan de verteller, Rinus met regelmaat de aangever en Freek de orde en controle man. Jan begon de eerste avond “mi zunne meegebrochte musterdtakken” in de knop, waarover hij (zoals nog vele malen tot genoegen van iedereen) in skon plat Orskots zò kon vertellen, dat je de blaaikes er als het waore, tijdens de avond eraan zag komen. De opmerking: de Spar prikt en de Den niet zal me wel bijblijven, of was het toch andersom? Onze eerste buitenoefening in het groen was in een gedeelte van landgoed De Utrecht, waar we in een enigszins verborgen park een heus Pinetum (bomenverzameling) aantroffen, een werkelijk mooie verzameling van dennenachtigen zoals o.a. Volgroeide Cryptomeria’s, Mammoetbomen, Hemlock-spar of Tsoega-den bleven als namen hangen, een genot om te zien heel anders dan de tuinformaten. Ook Beuken en Eiken (ongesnoeide) kennen we bijna niet meer. Maar daar waren ze nog te bewonderen. De tweede praktijkexcursie speelde zich af in het park bij de paterkes Montfortanen in Oirschot. Met Jan voorop als p(r)ater, volgden wij allen in processie door de fraaie kloostertuin met zijn vele soorten bomen uit alle windstreken waar de paters destijds vertoefden. 11
De blikvanger is natuurlijk de gigantische mooie monumentale rode beuk in de voortuin, 37m hoog, 35m breed en een omtrek van maar liefst 6.15m, werkelijk om tegenop te kijken. De derde rit ging naar Jans arboretum ‘Dommeloord’ in Boxtel, allerlei bomen had hij daar geplant (of laten planten) zo’n 35 jaar geleden. Hij werd nog diverse malen herkend door bewoners van dit mooie stukje groen naar Jans inspiratie. Even moest Jan ons tot de orde roepen want er bleek opeens meer belangstelling voor een drietal dartele hazen aan de overkant van de Dommel, eenmaal weer bij de les, was de aandacht vooral gericht op een Lindeboom, die je volgens Jan beter niet in de tuin kon planten, want die “frutte alles ommog” (lees: drukken de bestrating omhoog). Bij deze woorden was voor ’n enkeling enige uitleg nodig. Onze laatste familiale uitstap betrof het Stadswandelpark in Eindhoven, met zijn vele excentrieke beelden. Hier had ons bomenteam gezorgd voor een plattegrond met daarop de meest bijzondere exemplaren die daar te kijk staan. Deze keer zonder Latijnse namen, Jan kende ze wel, want hij kent zelfs zoveel Latijn dat hij er een mis mee kan vullen! Jammer dat er verschillende bomen door verkeerd of te rigoureus onderhoud blijvend verminkt waren. Opvallend waren o.a. De ijzerboom Parrotia, nog nooit van gehoord laat staan gezien, en een hele mooie Hongaarse eik, die zomaar ineens (na 10-tallen jaren) kan omvallen, losgelaten op zijn ent, volgens Jan. Het was een fikse wandeling want Jan kreeg wat last van zijn ‘pastoorsknieën’, daarom stopten we even waarop Jan ons even wou meegeven dat we niet ten koste van alles een boom moeten proberen te behouden, er is nu eenmaal net als bij ons een tijd van komen en ook van gaan. De laatste bijeenkomst in De Enck, was een soort test van wat er was blijven hangen van al wat er verteld was en wat we gezien hadden. Allemaal waren we ‘geslaagd’ met een wat hogere of lagere score. Voorzitter Gerard had voor een ieder een certificaat als bewijs van basis bomenkennis. Jan, Rinus en Freek, werden hartelijk bedankt voor deze geweldige skonne en leerzame cursus. IVN-Oirschot heel hartelijk dank, en wees trots op zulke kundige, boeiende en gemotiveerde gidsen! Met vriendelijke natuurgroeten, Martien van den Bergh
Bomencursus Een aankondiging in de VMN betreffende een te volgen cursus trekt telkens weer mijn belangstelling. Deze keer een bomencursus. En bovendien gegeven door Jan van Hout en Rinus Sterken. Succes verzekerd met zoveel kennis lijkt mij. Met bijna 25 cursisten beginnen we half maart aan de eerste theorieavond. Een grote stapel met takken, nog geen blad eraan, wordt ons voorgehouden. Al na enkele takjes met de verschillende kenmerken, Nederlandse namen, Latijnse namen en de familienamen begint het me te duizelen. Waar ben ik aan begonnen? Vier keer op zaterdagmorgen hebben we een buitenexcursie. In parken, bij landhuizen en bij kloostergemeenschappen werden vroeger jarenlang vanuit de hele wereld de meest exotische boomsoorten aangeplant. Nu nog steeds hebben we prachtige exemplaren kunnen bewonderen. We krijgen steeds meer uitleg over bijzondere herkenningspunten en over de bruikbaarheid van de verschillende houtsoorten. Vele vragen van onze enthousiaste en leergierige groep cursisten krijgen Jan en Rinus voorgeschoteld. En steeds volgt dan een antwoord al of niet met een vermakelijk verhaal erbij. Al vroeg dit jaar volop bloei in de bomen en het tere voorjaarsgroen in de machtige beuken. Met de opgedane kennis wordt dat extra genieten van de bomen in volle groei in de zomer, de herfstkleuren en de grote verscheidenheid aan vruchten, noten en zaden waarmee onze vogels en zoogdieren zich zullen voeden. De bomenwandeling met gids Elly Pouwels door het Oirschots centrum op een dinsdagavond was een mooie toevoeging aan de cursus. Op 19 mei onze laatste theorieavond en natuurlijk wil men weten of we wat hebben opgestoken. Zelf ben ik daar eigenlijk ook wel nieuwsgierig naar. Via beeldmateriaal en later vele takjes, nu met blad, wordt onze kennis getest. Voorzitter Gerard Traa sluit de avond af met een dankwoord aan Jan, Rinus en coördinator Freek en alle cursisten vallen hem bij met een welverdiend applaus. Het felbegeerde getuigschrift wordt aan ieder van ons overhandigd. Jan, Rinus en Freek hartelijk dank voor jullie inzet. En ook dank aan IVN Oirschot die steeds weer mensen weet te motiveren om hun kennis met veel plezier door te geven.
(zie ook foto op de voorzijde van deze VMN) Jacqueline van Boven. 12
13
Nestkasten loeren mei 2011 Afgelopen weken zijn we weer op pad gegaan om te inventariseren wat er in de uilennestkasten zit. Allereerst zijn de Steenuilen aan de beurt omdat die sneller aan het broeden zijn dan de Kerkuilen en ze hebben een kortere broedtijd ook. Daarnaast is het aantal nestkasten ook veel groter. Met de klimmers van onze nestkastgroep gaat het de laatste tijd niet helemaal voor de wind, met protesterende spieren en botten zijn we toch wat gehandicapt dit jaar. Met ondersteuning van pillen van de dokter toch maar aan het werk. Gelukkig hebben we bij de eerste middag toch al snel in de gaten dat het weer goed gaat met deze uilensoort. Natuurlijk vinden we zo hier en daar wel andere vogels in onze nestkasten (van Spreeuw tot Kauw), maar 60-70% is gelukkig toch een steenuil. Ook de 2e middag was weer heel leuk en hebben vele uilenkinderen met ouders in de nestkasten mogen vinden. Maar ook nog ouders op eieren, wat ons liet concluderen “dat ze wat later zijn dit jaar”. Maar ook de aller-vroegsten waren dit jaar wat later gaan broeden, want hun pulls waren zeker nog niet vliegvlug. Allemaal zo tussen 1-2,5 week oud waarbij dan de vleugels hun vorm gaan krijgen. Bij een rijschoolhouder is een steenuiltje gelukkig blijven broeden ondanks dat er aan het dak werd gewerkt. Nu kijken we in de holle ruimte van het dak en ontdekken zeker 2-3 jongen, en vanaf een weipaal kijkt ma ons dringend toe. Legsels van 5-6 eieren, nestjes met 4-5 jongen geven ons de indicatie dat het op veel plaatsen weer best goed gaat in Oirschot. Maar de komende tijd ga ik naar de Kerkuilen en daar zijn de berichten juist heel somber van. Van sommige vaste locaties is bekend dat er geen Kerkuilen broeden, ze zijn gewoon verdwenen op zeker vier plaatsen. Of de Kauwen vliegen druk af en aan, wat ook geen goed teken is, zoals bij de Paters Montfortanen. Mijn hoop is dan op andere plekken gevestigd, maar…… . Rinus Sterken
14
Droogte is serieuze bedreiging voor vlinderpopulaties Dagvlinders reageren vaak positief op warmte en zonneschijn. Onderzoek van Wageningse vlinderonderzoekers leert echter dat aanhoudende warmte en droogte een negatief effect hebben op vlinderpopulaties. Soms is het effect pas een jaar later zichtbaar. De onderzoekers van de Vlinderstichting en Wageningen Universiteit concluderen dan ook dat wanneer de klimaatzones noordwaarts verschuiven, vlinders niet eenvoudig meeverhuizen. Uiteindelijk zal klimaatverandering, met extremere weersomstandigheden, meer verliezers opleveren dan winnaars. In onderzoek naar klimaatverandering wordt vooral gekeken naar verschuivingen in verspreidingsgebieden van soorten. Dit gebeurt door het modelleren van geschikte klimaattypen voor bepaalde soorten. Vervolgens wordt gekeken hoe dit klimaatgebied zal opschuiven. Onderzoekers van Wageningen Universiteit en De Vlinderstichting hebben in het veld onderzocht hoe de veranderingen in vlinderpopulaties samenhangen met het weer, en wat dit betekent bij klimaatverandering. In totaal zijn er 40 Nederlandse soorten dagvlinders onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de invloed van het weer op vlinderpopulaties heel complex is. Niet alleen warmte is van invloed, maar ook droogte en de gevolgen daarvan voor het landschap. Zo is het gentiaanblauwtje aangewezen op vochtige gebieden als natte heide. Bij droogte zal de vlinder lager gelegen gebieden opzoeken, waar het langer vochtig is. Hevige regenbuien, die vaker zullen voorkomen door klimaatverandering, zullen juist deze gebieden onder water zetten waardoor vlinder en rups verdrinken. Zo leiden de gevonden verbanden tussen weer en vlinderpopulaties tot een somberder toekomstverwachting voor vlinders bij klimaatverandering. 15
Over het onderzoek verscheen onlangs een wetenschappelijk artikel in het online tijdschrift Oecologia. Het onderzoek is uitgevoerd door Michiel Wallis de Vries, onderzoeker aan het Laboratorium voor Entomologie van Wageningen Universiteit en tevens werkzaam bij De Vlinderstichting, en Masters-studente Wendy Baxter, in samenwerking met Arnold van Vliet van de Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse. Het onderzoek werd mogelijk gemaakt dankzij de tellingen van honderden vrijwillige waarnemers binnen het Landelijk Meetnet Vlinders. bron: Wageningen UR, 09/06/11 Met vriendelijke groet, Frans Kapteijns, Webredacteur / Boswachter / PR Brabant Natuurmonumenten Team Communicatie Noord Brabant / Limburg Kijk ook eens op onze website: www.natuurmonumenten.nl
Scholen-lentewandeling mei/juni 2011 Zoals ieder jaar organiseert de scholenwerkgroep in de lente een lentewandeling. Deze lentewandeling houdt in dat leerlingen van groep 7 van de basisscholen in Oirschot/De Beerzen per groep uitgenodigd worden om met de leerkracht en enkele ouders naar een speciale locatie te komen waar ze onder leiding van de IVN-scholengidsen enkele projecten uitvoeren die op die locatie juist duidelijk te beleven zijn. Deze lente kozen we voor in en om de waterkant bij visvijver ‘’t Lisje’. Aan de hand van opdrachten in een werkboekje voerden de leerlingen proeven en observaties uit die op die plek langs het water te doen waren. Deze projecten waren
1. Water. Hoe schoon is het water? Waardoor vervuilt het water? Welke waterplanten groeien op en in het water? De kinderen mochten het water filteren. Temperatuur opmeten. Hoe diep is het nog helder? Enz.
2. De waterdieren. Probeer een met een netje enkele waterdiertjes te vangen. Weet je de cyclus van de kikker? Kikkerdril – kikkervisjes – met 2 pootjes, met 4 pootjes, staartje eraf. Welke diertjes ontdek je nog meer: poelslak, posthoornslak, libellelarve, schaatsenrijder, geelgerande waterkever, salamander, watervlo, watermijt enz. 16
3. Planten langs de waterkant en op de oever. Welke verschillende planten vind je daar allemaal? Welke ken je al? Zie je ook verschil in grassen? Wist je dat granen ook grassen zijn? Welke ken je daar van?
4. Vogels. Luister eens goed naar het geluid van de vogels: zingen, koeren, roepen, zagen, roffelen en lachen. Waarin nestelen de verschillende vogels?: in bomen en struiken, in holen, op de grond, in oude nesten van andere vogels. Zie je verschil in het vliegen? Golvend, cirkelend, biddend, recht, zwevend. Kijk eens naar de snavelvorm: korte dikke, spits, haaksnavel, knipsnavel, haksnavel. Vogels op het water: hoe zijn die meestal aangepast om te zwemmen? Poten, vetklieren, duiken, grondelen. Van de 7 scholen hadden zich 6 scholen opgegeven. Een school had zelf al een natuuractiviteit in die periode. In totaal 7 groepen met 177 leerlingen. ‘s Morgens werden de groepen om 10 uur en ’s middags om half 2 bij ‘’t Lisje’ verwacht, waar de leerlingen, de leerkracht en de ouders welkom werden geheten en in het kort wat werd verteld over de locatie en de projecten die ze te wachten stond. Daarna gingen de groepen aan de slag. Na ongeveer een kwartier floot de leerkracht voor de wissel. Jammer genoeg was de vangst bij het scheppen van waterdiertjes zeer gering. Dat werd gelukkig opgevangen door enkele gidsen die zelf uit hun eigen vijver verschillende waterdiertjes hadden meegebracht. Die hadden dan ook alle bekijks. We kunnen toch terugzien op een geslaagde lentewandeling. Zelfs het weer hadden we mee, al was de natuur dit jaargetijde erg droog. Wij hopen deze natuurwandelingen nog heel vaak voor de scholen te kunnen organiseren om de jeugd meer kennis en respect voor de natuur bij te brengen. Christ Oomen (coördinator scholenwerkgroep)
17
Putters en andere leuke vogelsoorten
Ik ben onderhand oud genoeg om terug te gaan naar de tijd dat wij de aanstormende jeugd waren, zoals ir. Van Meel eens op een toespraak zei. Nou ik moet zeggen dat het met aanstormen best meeviel. Als boerenkinderen was er voor ons weinig meer uitzicht dan dat we boer zouden worden of geestelijke. Over ambachtsschool moest je bij boeren niet praten, evenmin over mulo. Hier gingen alleen kinderen van ‘kaljakkers’ naar toe. Dus werd het landbouwschool.
Ik weet niet of het u al is opgevallen maar de voorzichtige berichten over meer Putters en andere vogelsoorten in onze buitengebieden is toch wel een feit. Zelfs in ons toch wat dichter bevolkte straatbeeld zijn in onze straat op twee plekken de Putters te bewonderen, naast Groenlingen en Vinken, Koolmezen en Pimpelmezen, Heggenmussen en Huismussen, Roodborsten en Winterkoningen. Zijn opvallende kwetterende liedje en zijn kleurige verenpakje is een lust voor oor en oog. Zelfs het nestelen, kun je vanaf je zithoek in de tuin bekijken. Daarbij horen ook de Bonte Vliegenvangers die steeds meer bezit nemen van de nestkasten voor koolmezen. Opvallend was dit jaar het grote verschil dat er soms zit in de witte vlekken op de vleugels van de mannen. Genieten gewoon. Rinus
18
Biologische tuinbouw 1949
En op een dag vertrokken we per fiets naar Spoordonk om akkerstudenten te worden. Daar waar nu ‘Spoordonks Handelshuis’ nog staat, weliswaar voor een groot gedeelte leeg. Het was de oude lagere school van Spoordonk en in die oude school zit nu een fietsenzaak. We leerden scheikunde, dierkunde, gewassenteelt enz. Maatschappijleer was ook een van de vakken. We maakten excursies naar te velde staande gewassen, leerden ziektes en plagen kennen enz. Bij de school hoorde ook een schooltuin. Hier moesten we bij toerbeurt het geleerde in praktijk brengen. Steeds in een groepje van drie moesten we daar werken en nog wel eens op eigen houtje. De meeste mensen weten niet waar die tuin was. Het was een groot driehoekig terrein waar later een nieuwe landbouwschool op gebouwd is. Momenteel is het een opvang voor kleuters aan de Vier Uitersten. En juist daar heb ik eens furore gemaakt samen met twee klasgenoten. We werden er een keertje naartoe gestuurd met elk een schoffel. Op een briefje stond dat we aardbeien moesten schoffelen en de asperges moesten ook ‘zuiver gezet’. De aardbeien zuiveren was al een hele klus, omdat ze volgens Piet “ölling onder de rotzooi” stonden. Maar we kregen het klaar. Zo, nu de asperges nog. En hier wreekte zich een manco in onze landbouwkundige opleiding. We leerden op school dat asperges geteeld werden in de buurt van Venlo op schrale zandgronden. Maar we hadden er nog nooit een gezien en hoe ze geteeld werden, was ons evenmin ooit uitgelegd. Dat was in die tijd heel gewoon dat bepaalde gewassen in een vrij klein areaal geteeld werden. Bv. suikerbieten, die kon men alleen op klei telen, die hadden we ook nog nooit gezien, kleiaardappelen waren de beste enz. Maar om bij de asperges te blijven, ik had aan de leraar gevraagd waar wij de asperges aan konden herkennen. Die groeiden in een rug van grond, zo’n tien meter lang was ie. We hebben het eens bekeken en toen zei Piet: “hier kunnen we mi een schoefel niks beginnen, we zullen ergens een par skuppe moete gaon haole”. De andere leerling die net als ik Jan heette zei ook nog: “die dinge kunnen zó nie groeie, ze zitten ölling onder de grond”. Ik kreeg een goede inval: “daor wônt kiske Hems, dôr gaon we een par skuppe haole”. Zo gezegd zo gedaan. We vroegen elk een schop mee. We togen aan de arbeid. De zandrug werd vakkundig gesloopt zonder een asperge te breken. 19
Na gedane arbeid stonden we het resultaat te bekijken. “Zo nà kunnen ze groeien” sprak Piet “moet is kijke wè ze wit zien, die hebben de zon noddig”. Ik deed ook nog een duit in het zakje door te zeggen: “Ik denk dè we nà wel een goei punt vur praktijk zulle krège, want we hebben veul werk verzet”. Een week later maakte de leraar wereldkundig dat wij met onze noeste arbeid een heel seizoen asperges eten voor zijn gezin naar zijn grootje geholpen hadden. Als dank voor onze medewerking mochten we een hoofdstuk van negen bladzijden overschrijven met als titel:
Hoe telen we asperges! Toen we daarmee klaar waren, kenden we het telen van asperges op ons duimpje.
Een boom over bomen Een van de belangrijkste bosbomen in de gebergten van Japan is de Cryptomeria. Deze boom wordt ook wel Japanse ceder genoemd. Deze bomen zijn nauw verwant aan de mammoetbomen van Noord-Amerika. De Cryptomeria speelt een belangrijke rol in het Japanse volksleven. Eeuwenoude bomen worden daar vaak bij tempels aangetroffen. Hij brengt waardevol hout voort, dat voor vele doeleinden van grote betekenis is. Hij wordt hier nog wel eens in grote tuinen aangetroffen. Hij is ook een van de zeer weinige coniferen die, wanneer je hem afzaagt tot op de grond, weer jonge loten vormt. Dat is een zeer ongebruikelijke eigenschap van een conifeer, ook kan hij zeer goed geknot worden. De mooiste exemplaren staan vaak op beschutte plaatsen in botanische tuinen en op buitenplaatsen. De onderste takken vallen snel af, zodat de boom noestvrij, geurig hout levert dat voor vele doeleinden te gebruiken is. Prachtige exemplaren kan je vinden in het ‘Pinetum’ op landgoed ‘de Utrecht’ in Esbeek. Hij vormt kleine kegels met gebogen doorntjes op de dekschubben.
Jan van Hout Voor de tuin kan men beter de cultivar ‘Cristata’ planten. Bij deze boom komen hanenkamachtige vergroeiingen aan de top der takken voor. Een prachtexemplaar staat bij de zusters ‘Franciscanessen’ op een binnenplaats.
Wandeling bij de buren: IVN Veldhoven-Vessem:
(www.ivn.nl/veldhovenvessem)
10 juli
14.00 uur
Open dag Vlindertuin
14 augustus
14.00 uur
Publiekswandeling Landschotse Heide Keijenhurkseweg
IVN Geldrop:
20
d’n Aard
De cultivar ‘Elegans’ behoudt zijn hele leven de jeneverbesachtige naalden. Al met al een boom die zeer aanschouwelijk is. Jan van Hout
(www.ivn.nl/geldrop)
26 juli
13.30 - 16.30 uur Landschapswandeling (10 km) Collse Zegge start: bij Collse Molen, Nuenen
30 augustus
13.30 - 16.30 uur Landschapswandeling (10 km) Soerendonks Goor start: Parkeerplaats Strijperdijk, schuin tegenover camping Soerendonk 21
Een zeer aangename terugkomdag voor menig Vosbosser Het is alweer meer dan een half jaar geleden dat wij, Marinus Pijnenburg, Martien van Beljouw en ondergetekende Christ Oomen, ons ‘brevet’ voor natuurgids in ontvangst mochten nemen. Ik heb daar in een vorig ‘Vergeet mij nietje’ al over bericht. Ook dat we daarvoor een “adoptiegebied’ hebben geobserveerd in het Beerzedal en een project hebben uitgevoerd in de vorm van een ooievaarsnest oprichten. Zowat twee jaar zijn we erg intensief met deze cursus doende geweest maar ook met medecursisten. Door al die excursies, lesavonden, weekenden en andere ontmoetingen tijdens die cursus ontstaat er toch een band met al die enthousiaste IVN-mensen, die allemaal op hun eigen manier hun ‘drive’ hebben met de natuur. Wij, cursisten van IVN-afdeling Oirschot, vonden het leuk om onze collega-cursisten eens uit te nodigen op een excursie door ‘ons’ adoptiegebied en hun ons projectwerkstuk, het ooievaarsnest, nog eens te tonen. Zaterdag 4 juni jl. zaten we om 10 uur met een veertiental oude bekenden bij de Spoordonkse Watermolen op het terras in de zon met een kop koffie en een plak molencake te genieten en te buurten over allerlei zaken en onderwerpen die na een half jaartje weer gezegd moesten worden. Erg gezellig, maar…… daar kwamen we niet alleen voor. Om half 11 togen we op weg. Christ zou de wandeling door het gebied voor zijn rekening nemen, aangevuld door Martien en Marinus vanuit hun achtergrond, waterschap en boerenbedrijf. Het ontstaan van het beekdal tussen twee dekzandruggen, de eerste nederzetting in de Sporen uit Spoordonk, het voormalige kasteel ‘Huize ten Bergh’, allerlei oude en nieuwe beddingen van de Beerze in het landschap nog zichtbaar. Verder het gebied in konden we de recente landschapsontwikkeling goed waarnemen: het aanleggen van het retentiebekken, de kades daaromheen, de veelvuldige meanderingen, de gedempte bedding van de z.g. gereguleerde Beerze uit de jaren 60 enz. De natuurontwikkeling was ook zeer opmerkelijk. Aangezien het hele gebied zowat op de schop was geweest, met erge verstoring van de bovenlaag, was er desondanks een weelderige plantengroei ontstaan van pionierplanten die tijdens onze observaties alweer vervangen werden door meer permanente planten. Hoe vlug dat dat in enkele jaren kan gaan. Natuurlijk trof iedereen de regeneratie van het populierenbos. Talloze bomen hadden het loodje gelegd en zullen het loodje leggen, zo niet allen. Praktisch het hele jaar compleet in het water staan, houdt geen enkele populier vol. Dat heeft weer tot gevolg dat de dooie bomen die nog wel overeind stonden gulzig gebruikt worden door tonderzwammen en ook door spechten. Ook hebben we even stilgestaan bij de blokkade van de Ecologische verbindingszone door snelweg A58. Alleen vissen en waterdieren kunnen hun route hier onderdoor vervolgen, voor heel klein wild is er provisorisch een houten vlondertje gebouwd 22
onder het Beerze-viaduct door. Welke adequate oplossing zou hier dienen? Wellicht als de A58 gereconstrueerd/verbreed gaat worden, een verhoogde weg waar onderdoor een brede Beerze met aan weerszijden ruime oevers waarover het wild kan transmigreren. Toekomstmuziek? Utopie? Financieel haalbaar? Een must! Daarna door het okselhoge gras, pitriet, biezen, zegge, elzenopslag en ander struikgewas liepen we op afstand langs de vele meanders door de oude ‘gereguleerde’ bedding naar de gedenkpaal met de twee fladderiepen. Deze waren daar geplaatst ter gelegenheid van de afronding van het ‘beekherstel’ van de Beerze. Na deze wandeling door het gebied gingen we richting ‘De Spoordonkse Watermolen’. Daar namen we het wandelpad langs de Beerze richting noord. Al gauw kwam het ooievaarsnest in beeld. Helaas nog steeds onbewoond. Marinus vertelde onze toehoorders de hele gang van zaken, hoe het hier tot stand was gekomen. Iedereen was er van overtuigd dat het hier toch wel een uitstekende locatie voor een ooievaarsnest is. Ook benadrukte Marinus de duurzaamheid van het nest, zeer solide gebouwd. Al blijf het nest nog enkele jaren onbewoond, het zal de tand des tijd nog jaren en jaren doorstaan. De ooievaar blijft altijd welkom! Precies op deze plaats vertelde Martien precies de werking van de vistrappen. Jammer genoeg was de waterstand ontzettend laag, zodat alle vistrapdammen ver droog stonden. Gelukkig trekken de vissen deze tijd van het jaar niet, maar ieder wenste toch dat er gauw meer water in de Beerze en ook in de poelen komt te staan. Toch gingen we na deze wandeling nog even genieten van de zon op het terras en van een verfrissing en gezellig nabuurten met elkaar. En toen was het afscheid nemen. Iedereen succes met je IVN-werk en het beste. w.g. Christ Oomen
23
Biologisch telen met een boerenhart (Een gesprek met Gerard Traa van Brabants Landschap) Wat van verre komt, mag dan wel lekker zijn, zoals het spreekwoord zegt, maar is niet per se lekkerder. Graanpletterij De Halm haalt zijn grondstoffen het liefst zo dicht mogelijk bij huis. Zo levert stichting Brabants Landschap al sinds jaar en dag granen aan De Halm. De drijvende kracht achter de relatie met De Halm is hun terreinbeheerder, Gerard Traa. En dat we gerust kunnen spreken van een duurzame relatie bleek uit het gesprek dat we met hem hadden op een van de spaarzame rustige momenten in de voorbereidingen op de zaaitijd.
rische akkers, is biologische teelt een logisch gevolg. Dit betekent echter dat kunstgrepen zoals bestrijdingsmiddelen en kunstmest uit den boze zijn. En dat maakt ingrijpen en bijsturen lastig. “Het gewas moet zelf het onkruid onderdrukken”, zegt Gerard. Daarom is inzaaien op het juiste moment cruciaal. En natuurlijk helpt een uitgekiende bemesting het prille gewas daarna een handje: “In het voorjaar bemesten en dan brult het eruit. Het liefst hebben we stalmest, van biologische boeren uiteraard.” “We maken een goed product, dat zo hoog mogelijk in de markt staat, namelijk die voor menselijke consumptie”, zegt Gerard trots. “En dat ondanks de zandgronden en de beperkte bemesting.” Alle haver, winterrogge en winterspelt van de 120 hectare akkerbouwland die Gerard beheert, gaat naar De Halm. En dat al bijna dertig jaar lang.
Hoe het begon Het is koud buiten en er staat een stevige droge wind. Gerard Traa kijkt even het raam uit en zegt dan: “Schraal weer maakt de grond schraal.” Oftewel, een droge lucht droogt de akkers zodat spoedig inzaaien mogelijk wordt. “Een droge maart is geld waard, als ’t in april maar regenen wil,” leert hij ons. Hoe eerder ingezaaid hoe beter. Het vergroot de kansen op een hogere opbrengst. Maar dan moet het weer wel meewerken. Een goed inzicht in weersinvloeden en bodemgesteldheid is wezenlijk voor biologische teelt. Je kunt het niet half doen. Of zoals Gerard het zegt: “Je moet een boerenhart hebben.” Zelf kreeg hij dat van huis uit mee en ontwikkelde het verder in de nu al bijna dertig jaren die hij bij Brabants Landschap werkt: “Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt.”
Graanpletterij De Halm is in 1977 opgericht door Harrie van Grinsven. Hij vond dat onze voeding gezonder en dus biologisch moest. Daarbij was het van belang dat de productie de leefomgeving niet onnodig zou belasten. Gerard Traa: “Ik werkte nog maar een half jaar bij Het Brabants Landschap en toen werkten Harrie en ik al samen. Hij wou granen uit de regio en zodoende benaderde hij ons. Harrie is een bevlogen mens. Hij kwam altijd op zijn fiets de haver op het land inspecteren.” “In het begin zijn we enorm geholpen door Janus van Esch, een loonwerker die ik al kende uit mijn jeugd. Zijn enthousiasme en betrokkenheid bij ons project is van meet af aan van grote waarde geweest. Voor biologische akkerbouw moet je echt feeling hebben, en Janus heeft dat. Hij had het helemaal in zijn vingers.”
Meer weten? Brabants Landschap Al vanaf 1932 zet Brabants Landschap zich in voor het behoud van natuur- en landschapsschoon in Noord-Brabant. Verspreid over de provincie heeft de stichting zo’n 16.500 hectare in eigendom en beheer. Al hun percelen liggen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waarvoor gestreefd wordt naar een zo groot mogelijke biodiversiteit. “We zetten in op diersoorten die hoge eisen stellen aan hun leefgebied. Denk hierbij aan boomkikker, das en geelgors”, zegt Gerard. “Wij beheren niet alleen maar bossen. De meeste van onze gronden hebben van oudsher landbouwbestemming en hebben daarom een cultuurhistorische waarde. Sommige percelen zijn al 500 jaar in gebruik voor de landbouw.” Een fraai voorbeeld van zo’n oud landbouwperceel is de recent aangekochte bolle akker nabij kasteel Heeswijk.
Ga dan naar www.brabantslandschap.nl.
bron: Nieuwsbrief De Halm, uitgave van Graanpletterij De Halm, Heeswijk-Dinther (www.dehalm.nl)
Biologische akkerbouw Omdat er hoge eisen worden gesteld aan beheer en gebruik van deze cultuurhisto24
25
Open dag op landgoed ‘Baest’ Onze vereniging 'de Vriendschap' uit Oost,- West- en Middelbeers mag gelukkig al jaren rekenen op steun van onze beschermheer Dhr van de Mortel, eigenaar van landgoed Baest, gelegen aan de rand van Oost- en Middelbeers. Landgoed Baest is een ontzettend mooi en groot gebied met een zeer rijke historie en ontzettend mooie natuur. Naast de voor iedereen toegankelijke bossen van Baest is er aan de Dr. J. van de Mortellaan ook een ontzettend groot privé-landgoed gelegen met schitterend mooie tuinen en (oude) gebouwen. Uiteraard is dit privé-terrein doorgaans niet zomaar voor iedereen toegankelijk. Op zondag 12 juni jl. was dit landgoed eenmalig opengesteld voor publiek. Dit onder de noemer: "Wandeling in de tuinen van Het Huis te Baest, rijksmonument". Zo werden er, naast dat er vrij gewandeld mocht worden in het gebied, ook georganiseerde wandelingen met gids door de tuinen en rondleidingen langs de vele gebouwen gehouden. Bij dit alles werden veelal plaatselijke ondernemers en verenigingen betrokken om op die manier ‘ons Beerse’ landgoed Baest te laten zien aan de gemeenschap en alle andere geïnteresseerden. Organisatie: Harmonie en drumband de Vriendschap
Geschiedenis Landgoed Baest: Het landgoed is een historische-, cultuurhistorische, economische- en beheerseenheid. Van het gehele landgoed is 217 ha Beschermd Rijksmonument, gelegen rond de Groote- en Kleine Beerze, en bestaat grotendeels uit multifunctioneel bos en park. Daarnaast liggen er binnen het landgoed verspreid landbouwgronden en waterpartijen. Aantal en verscheidenheid van cultuur- en natuurhistorische elementen is groot (historische bebouwing, wildwallen, barok lanenstelsel, singels, rabatten, en de door vroegere meandering ontstane, maar sedert eeuwen vastgelegde en verzorgde oevers van de kronkelende beken). Aan het begin van de dertiende eeuw is door de Abdij van Tongerlo, als opvolger van de Abdij van Berne, een nederzetting gesticht op de plaats waar zich ook nu nog de kern van Landgoed Baest, ‘de Baesterhoeven’, bevindt. De bebouwing is gelegen op de overgang van de dekzandrug en het beekdal, nabij doorwaadbare plaatsen in de Groote- en de Kleine Beerze. In het begin van de 16e eeuw werd er een voornaam huis boven de fundering van de eerdere versterking gebouwd. Na oprichting van het Bisdom ’s-Hertogenbosch ca 1562 werden alle bezittingen van de Abdij in De Beerzen hieraan overgedragen. Na 1648 werden de bezittingen van de kerk onteigend en de Baesterhoeven en omringende gronden verkocht. Sinds 1768 is het landgoed steeds door vererving in de familie gebleven. 26
Vooral tussen 1776 en 1818 vonden belangrijke investeringen plaats ter uitbreiding, verbetering en verfraaiing van het landgoed. Er werden gronden aangekocht en nieuwe boerderijen gebouwd. Het Huis te Baest werd verfraaid, evenals park en bos. Met het oog op de hoge winterse waterstanden werden op grote schaal sloten en rabatten aangelegd. Na 1850, toen de heide overbodig werd voor bemesting door het gebruik van kunstmest, werd heidegrond aangekocht aan de buitenzijden van het landgoed. Deze werd bebost met grove den (mijnhout, spoorliggers). De uitgestrekte heidegronden buiten Baest werden gaandeweg ontgonnen tot landbouwgrond. Binnen het landgoed werd steeds verder bebost met loof- en naaldhout. Het noorderlijk gedeelte werd herverkaveld tot grotere kavels. In de vijftiger en zestiger jaren van de 20e eeuw werden veel beken in Brabant genormaliseerd. Omdat de eigenaar dit op Baest niet gewenst achtte, werd op het einde der zestiger jaren rond het landgoed langs de zuid- en oostgrens en verder naar het Noorden een omleidingskanaal aangelegd om het overtollige water van de beken af te voeren. Veel aandacht werd sedertdien besteed aan verbetering van de bouwkundige en landbouwkundige inrichting en aan de verfraaiing van het landgoed. Het totaal van de bebouwing is gerestaureerd en ook de historische tuin is hersteld. Aan behoud en herstel van de historische lanenstelsels en van andere cultuurhistorische elementen wordt veel aandacht besteed.
27
Gestoken!! Nog niet eerder meegemaakt in de toch meer dan tien jaren in ons vakantiehuis in de Limousin: knutjes. Zoals altijd als we daar komen, begint het verblijf met ‘débroussailler’, grasmaaien dus. Jeroen doet de vlakten met de benzinemaaier en ik doe de randen met de bosmaaier. En hoewel ik altijd eerst even wat DEET aanbreng tegen vervelende vliegen, werd ik meteen na de eerste maaibeweging al verrast door geprik op alle ingesmeerde onbedekte huid. Veel geprik nog wel! In mijn oren, in mijn haar, aan mijn ogen… auwauw, verdorie nog an toe, wat was dat? Bosmaaier uitgezet en terug naar het huis. Daar constateerde ik in mijn spiegelbeeld een weelde aan rode vlekken in gezicht en décolleté. Ach, dacht ik, dan maar niet gemaaid. Tegen de avond begonnen al die rode vlekken te jeuken als een gek. Geen van de middeltjes tegen muggen- en andere steken hielp. Slapen was lastig, niet krabben nog lastiger. ‘Je ziet er niet uit’, zegt Jeroen dan monter. Onze conclusie was dat deze steekbeestjes knutjes moesten zijn. Klein maar talrijk en erg vervelend. Dagenlang hield die vervelende jeuk aan en de bultjes leken alleen maar groter te worden. Ik zag er uit als een klein kind met waterpokken. Onze buurman zei ons dat deze minimugjes alleen in juni vliegen: na St. Jan zijn ze weer weg. Omdat we nog nooit eerder op dit moment hier waren, hadden we ze nog niet ontmoet. Dat had ik graag zo gehouden. Eenmaal thuis liep ik op de moestuin ook nog een steek van een hommel op. In grote aantallen zaten ze zich in alle vroegte op te winden in de klaprozen en ik moest er toch echt even passeren….. Ik zie dit grote onderdrukken van de krabneiging maar als een oefening in zelfbeheersing, maar ik ga toch echt ander spul aanschaffen, spul dat ook tegen deze rotdingen werkt. En ook een zeer fijnmazig hoofdnet, omschreven als: “bestand tegen knutjes, knoetjes, knudjes, mietsjes, midgies, midgets of hoe die krengen maar mogen heten. Standaard uitrusting van Britse Tornado piloten”. En nu dus ook van mij! Elly Pouwels
28
Een archeologisch experiment met materiaal uit de 17e eeuw Tijdens een Archeologisch Onderzoek, mei 2001, stuitte men bij de Smalle Haven in Eindhoven op een skelet van een paard en een koe. Tijdens de berging van het geraamte werd op de plaats van de buikholte een grote massa humeus materiaal aangetroffen waarvan het idee bestond dat het de maagdarminhoud van het rund betrof. Een botanisch onderzoek aan dit materiaal zou een unieke kans bieden om meer te weten te komen over de voeding of misschien zelfs de doodsoorzaak van het rund. Het onderzoeksbureau stelde vast dat de maagdarminhoud van de koe, van pollen, plantenresten en zaden, op een totaal uit kwam van 115 stuks. Zo kwam vast te staan welke plantensoorten er groeiden in die tijd en die omgeving van Eindhoven. Met de uitslag van bovenstaande en verder onderzoek werd ook de juiste datum van het seizoen en het jaar bekend en de sterfdatum van deze dieren, nl. 25 juni 1650, aldus Theo de Jong van het Archeologisch Centrum Eindhoven. Dit was de periode van de 80-jarige oorlog, of gebeurde het tijdens de Stadsbrand van Eindhoven? De doodsoorzaak van de twee dieren is nog niet bekend. Dit vertelde Theo de Jong op de tentoonstelling: Middeleeuwen in de Kempen in Museum Kempenland (Steentjeskerk) Eindhoven januari 2005 voor HOME (Historisch Openlucht Museum Eindhoven). Ook voor het Heempark Frater Simon Deltour in Eindhoven hield Theo een lezing over dit onderwerp en ook daar stond iedereen versteld van het grote aantal zaden, pollen en plantenresten die aanwezig waren. Op13 juli 2008 bezocht ik de H. Mis, het thema van dat weekend: De Zaaier, zoals ook afgebeeld op de cover van het tekstboekje. Op de achterzijde die altijd actueel is, stond onder Bezinning het volgende verhaal:
Levend zaad in de aarde Soms worden er zaden terug gevonden van heel lang geleden. Soms zit daar nog levenskracht in. Zo zijn er dertig jaar geleden door de archeoloog Ehud dadelplantjes terug gevonden in Massada. Massada is een fort op een rots bij de Dode zee in Israël. De archeoloog trof de zaden aan in een voorraadkamer. Er is vastgesteld dat de zaden zo’n 2000 jaar oud zijn. Bijzonder was dat er nog genetisch materiaal in het zaad aanwezig was. In 2005 is het gelukt om een van die zaadjes te laten ontkiemen tot een klein boompje. 29
Door zijn levenskracht kan zaad na 2000 jaar nog ontkiemen in goede aarde. Het was voor mij onder de viering echt een tijd van ‘bezinning’, want ik dacht meteen aan de opgravingen in Eindhoven en het gevonden zaad en dit was/is 360 jaar geleden. Ook de vindplaats is geheel anders. Bij mij rees de vraag: zou het Archeologisch Centrum wel een test gedaan hebben op kiemkracht van dit zaad? Meteen de volgende morgen informeerde ik heel nieuwsgierig bij het Centrum, en kreeg te horen dat er geen onderzoek op levenskracht had plaats gevonden. Hopend dat hier genetisch materiaal in het zaad aanwezig is! Theo de Jong, die destijds de opgraving begeleidde heeft op mijn verzoek, 1500 gr afgestaan om daarmee een onderzoek uit te voeren. Ik wil dit graag door meerdere personen laten doen, voor een uiteenlopende uitslag die niet alleen voor Theo belangrijk is, maar ook voor de wetenschap. Na eerdere uitdagingen, na 3 jaar pas dit interessant experiment. Vrijdag 21 januari 2011 heb ik het humeus (= vrij veel humusmateriaal bevattend) materiaal opgehaald en de lijst met de naamgenoemde 115 zaden, pollen en plantenresten. Mijn plan is om het materiaal in het voorjaar te verdelen aan degenen die bekend zijn met zaaien. Het experiment moet met zorg gedaan worden, zo steriel mogelijk, arme grond en de aarde moet kiemvrij zijn waarmee het gevonden zaad wordt vermengd. Tevens moeten de bevindingen vastgelegd worden. Zaad van 3 eeuw oud, haal je niet in de winkel! En de uitslag, het is toch voor iedereen een experiment! PS. Ook heb ik de medewerking gevraagd van dhr. Wim de Jong van Brabants Landschap. Rien de Groot, Best
Genieten buiten onze landsgrenzen Ik ben onlangs naar Gambia(West Afrika) geweest op vakantie. Ik wil jullie daar graag wat over vertellen, zodat ook jullie (de Vergeet Mij Niet lezers) mee kunnen genieten van al dat moois wat je daar ziet. Gambia is een klein landje wat wordt doorsneden door de Gambiarivier en wordt omringd door Senegal en de Atlantische Oceaan. Veel diersoorten zijn thans uit Gambia verdwenen door de jacht, droogte en ontginningsdrang. Vandaag de dag zijn er nog nijlpaarden, gazellen, herten, servals, wrattenzwijnen, varanen en veel apensoorten. Gelukkig heb je er nog heel veel vogelsoorten. Er zijn bijna vijfhonderd geïnventariseerde vogelsoorten waarvan tweehonderd verschillende soorten trekvogels. Van de apensoorten zagen we de bavianen, rode franjeapen en de fluweelapen zeer kort bij. Het was prachtig om deze beesten van dicht bij te observeren (het zijn net mensen). Ik zelf heb 93 soorten vogels goed gezien, ongelooflijk. Ook zijn er vlinders, maar het was nu niet de goede tijd, want dan moet je in het regenseizoen daar zijn. Ik heb wel vijf soorten vlinders gezien. Ons hotel lag in een prachtige tropische tuin, waardoor ik alleen al in onze tuin 30 soorten vogels zag, zoals de zwartbandbaardvogel, grijsgroenespecht, zwarte wouw, blauwbuik scharrelaar, palmtortels, goudkapfiskaal, teugelijsvogel, geparelde dwerguil en schildraaf. Het was een lust om in deze tuin te gaan wandelen, op zoek naar een soort die ik nog niet had gezien. Ook de bloemen en planten bloeiden uitbundig. Verder zag je er veel soorten bomen met elk zijn eigen bloem of vrucht. Het was een vakantie om nooit te vergeten en een aanrader dus. De temperatuur lag elke dag rond de 30 graden en het eten was prima. Ook is het leuk om te zien hoe de mensen daar werken en wonen. Ik heb daar een plaatselijke markt bezocht en je kijkt je ogen uit. Verder hebben we een compound bezocht, de veemarkt, een schooltje en een vissershaven. Ik hoop dat ik een klein beetje een beeld heb kunnen geven van mijn vakantie in Gambia, HET LAND MET DE GLIMLACH. Groetjes Wilma van Kaathoven
30
31
Wandeling bij de buren: IVN - Best 21 augustus zo.
(info: www.ivn.nl/best) 9.30 - 12.00 uur
Wandeling naar Kampina, Boxtel start: Prinsenhof, Best
Lid of donateur worden van het IVN Oirschot Het IVN Oirschot is een enthousiaste club mensen die zich op allerlei manieren, maar vooral door middel van educatie, inzet voor de natuur in onze directe omgeving. Wie lid of donateur wordt, zal zich gauw bij ons thuis voelen en mag veel leuke en
Minicursus Levende Heide:
(aanmelden vóór 1 augustus:
25 aug. 20.00 uur - lezing 1 september 20.00 uur - lezing 4 september 9.30 uur - excursie
[email protected])
leerzame activiteiten verwachten die met natuur te maken hebben. Om hier bekendheid aan te geven ontvangen leden en donateurs ieder seizoen de ‘Vergeet-mij-niet’. Ons eigen afdelingsblad dat wordt samengesteld uit bijdragen van iedereen die iets te melden heeft. Daarin vindt u ook altijd onze afdelings-
11 september zo.
13.30 - 15.30 uur Wandeling naar de Oirschotse Heide start: P-plaats onderaan viaduct A58, Eindhovensedijk te Oirschot
Activiteiten IVN Oirschot
activiteiten voor het lopende seizoen. IVN-Oirschot kent verder een aantal werkgroepen. Nieuwe leden en donateurs zijn van harte welkom om in een of meerdere werkgroepen actief deel te nemen. Dankbaar en leerzaam werk, dat bovendien veel gezelligheid met zich meebrengt.
Wat kost een lidmaatschap? juli 2011
De contributie wordt jaarlijks geïnd en bedraagt: VAKANTIE
augustus 2011 28 aug.
zondag 10.00 uur De heide en haar cultuurhistorie (Witte Bergen) Don Bosco coördinatie Joke / Adriaan
• voor leden: € 17,• voor donateurs: € 10,-- (minimaal richtbedrag) • voor huisgenootleden € 10,-(in geval van huisgenootlidmaatschap is een ander gezinslid al lid van IVN Oirschot)
Hoe kan ik me aanmelden? september 2011 13 sept.
18 sept.
dinsdag 20.00 uur Microcosmos / microscopen, samen met Kempenhorst coördinatie Kees en bestuur zondag 10.00 uur Belevings-overlevingstocht in Warande van landgoed Velderen (GROENE Maand) coördinatie Todor / Lia
Alle activiteiten onder voorbehoud. Soms kunnen weersomstandigheden tot wijzigingen leiden. Alle avonden worden in Sociaal Cultureel Centrum De Enck gehouden en beginnen om 20.00 uur. Samenkomst voor wandelingen en andere activiteiten vanaf parkeerplaats bij De Enck (St.Jorisstraat). Van de buitenactiviteiten zijn de vertrektijden voor fietsers om 9.45 uur en auto’s om 10.00 uur 32
Heel eenvoudig. Een telefoontje naar het secretariaat: Jack van Nunen tel. 0499 - 57 27 01 U ontvangt dan een inschrijfformulier.
Wij zien u graag terug op onze activiteiten en wensen u vooral veel plezier bij het IVN Oirschot!