Het IVN Vereniging voor natuur en milieueducatie, is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Inleveren kopij voor het WINTER-nummer vóór 1 december 2011 bij de redactie
HERFST 2011
IVN OI R S C H O T VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
IVN VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE AFDELING OIRSCHOT
Van de redactie Voor u ligt ons nieuwe herfstnummer van de Vergeet mij niet.
september 2011 Bestuur IVN:
29e jaargang nr 3
Er staan informatieve artikelen in, maar natuurlijk ook verhaaltjes van eigen ervaringen. Ook een prachtig gedicht van Cristianne.
Oude Grintweg 15
5688 MA Oirschot
Rabobank
1388.29.632
t.n.v. penningmeester IVN Oirschot e-mail:
[email protected] website: www.ivn.nl/oirschot Voorzitter:
Gerard Traa
0499 - 57 51 24
Secretaris:
Jack van Nunen
0499 - 57 27 01
Oude Grintweg 15
5688 MA Oirschot
Penningmeester:
Mariëlle Kievit-van Wely
0499 - 37 62 88
Bestuursleden:
Christ Oomen
0499 - 57 33 24
Anita van Zon
Ledenadministratie:
Wilma van Kaathoven
0499 - 84 22 48
Rinus Sterken
0499 - 57 53 84
Jack van Nunen
0499 - 57 27 01
Graag wil ik u wijzen op de artikelen over de Ambrosia, (de hooikoortsplant). Een erg interessant artikel is ‘Het laatste kind in het bos’. Dat gaat over de invloed van de natuur op het gedrag van kinderen b.v. bij kinderen met ADHD. Echt een aanrader. Het artikel over de toepassing van de brandnetel, is waarschijnlijk voor veel mensen bruikbaar.
INHOUD 2
Van de bestuurstafel
3
Bericht van het bestuur/aandachtspunten
Verder wijs is u op de data 18 oktober (planning van het jaarprogramma) en 5 november (de natuurwerkdag).
4
Natuurwerkdag
5
Oeverzwaluwen
6
Senioren- en flexgroep
Wij wensen u veel leesplezier !
7
Tentoonstelling Biodiversiteit Bibliotheek
8
Steenuiltjes in de buurt
9
Trek Ambrosia uit de grond
10
Help hooikoortsplant te bestrijden
13
Jeugdactiviteiten 2011-2012
16
Het laatste kind in het bos
18
Veldvruchten
De redactie
Contactpersoon Werkgroep Amfibieën:
Jack van der Schoot
0499 - 57 48 66
Blauwe Brigade:
Jan Pijnenburg
0499 - 57 16 14
Cursussen:
Hermine Verheul
013 - 513 46 14
Jeugd-IVN:
Wil van Herwaarde
0499 - 57 34 86
19
Informatie ‘de klötvegers’
Paddenstoelen:
Todor IJsselmuiden
0499 - 57 35 49
20
Bomen over Chamaecypres
Planten:
Elly Pouwels
0499 - 57 41 41
21
Gedicht: Herfstwandeling
22
Maïsoogst
24
Vlinder werkgroep
25
Brandnetel
27
Nieuwe Nederlandse vlinders op Saba
28
De eekhoorn
32
Activiteiten IVN Oirschot
Publiciteit/Senioren flex Rinus Sterken
0499 - 57 53 84
Scholenwerk:
Christ Oomen
0499 - 57 33 24
Vogels:
Rinus Sterken
0499 - 57 53 84
Zoogdieren:
Piet van de Sande
0499 - 39 97 59
Redactie Vergeet-Mij-Niet:
Annette Kemps
e-mail:
[email protected]
Lay-out:
Jeann van Dijk-Adriaans
0499 - 32 49 47
voorpagina: Buizerd in de nachtopvang foto: Rinus Sterken
0499 - 57 30 53 1
Van de bestuurstafel Bestuurlijk zijn er weer voldoende kansen om de nieuwe bestuurders in te werken in diverse overlegstructuren. En ook is er een fijne samenwerking en verwevenheid met het B-team. Waar goede kansen liggen voor de natuur en de ontwikkeling van o.a. zaaiakkers met wilde bloemen. Het is nu weer volop herfst en veel planten en bomen hebben hun zaad al uitgezaaid. Appels en peren hangen met tientallen aan de fruitbomen, en ook vlinders en insecten zijn al bijna klaar. Klaar voor de winterse tijden die ons te wachten staan, met zijn herfstkleuren, ritselende dorre bladeren in het bos. De zoogdieren en reptielen zoeken daar hun overwinterplaatsen weer op. En de prachtige paddenstoelen in diverse vormen en kleuren, soms wel eetbaar (maar de meesten meestal maar één keer). Wij doen aan dat opeten niet mee en laten ze liever bekijken tijdens wandelingen die er maandelijks op de IVN-agenda staan. Deze publiekswandelingen worden trouwens ook echt goed bezocht door leden en andere bezoekers. Dat is ook het geval bij de wandelingen voor de Senioren- en Flexleden, want ook daar is het steevast ‘volle bak’. Wat een heerlijke vereniging met echt leuke leden hebben we toch. Het overleg met de werkgroepen komt (door wat ‘kinderziekten’) maar matig op gang, maar hieraan gaan we de komende tijd meer aandacht schenken. Zodat ook de schakeling tussen bestuur en de werkgroepen optimaal gaat functioneren. Graag nodig ik u allen dan ook uit, om op 18 oktober a.s. weer een nieuw programma 2012 samen te gaan maken. Zodat we met een goed gevoel de stap in het nieuwe jaar 2012 kunnen zetten.
Bericht van het bestuur Voor de openbare excursie's en wandelingen willen we geen vergoeding van € 1,50 meer vragen aan mensen die geen lid zijn van het IVN. Deze wandelingen zijn voor iedereen gratis en hebben dus vooral een educatief karakter. Wel is er de vouwfolder, inschrijfformulier en 'n jaarprogramma voor wie dat wil. Voor de avonden in de Enck (met zaalhuur etc) gaan we dat natuurlijk nog wel van deze bezoekers vragen.
Aandachtspunten IVN Gidsenkleding Hebt u nog gidsenkleding (in de lichtgroene IVN-kleur) die u niet meer gebruikt? Wilt u deze weer beschikbaar stellen voor de afdeling? Laat dat ons dan even weten en mail naar
[email protected] Wij komen ze dan ophalen of u geeft ze even af op mijn huisadres. Rinus Sterken Sleebos 19 Oirschot.
Jaarprogramma maken seizoen 2012 Graag nodig ik u allen uit, om op 18 oktober a.s. (om 20.00uur Enck) om weer ’n nieuw IVN jaarprogramma 2012 samen te gaan maken. Zodat we met een goed gevoel de stap in het nieuwe jaar 2012 kunnen zetten. Doet u allemaal ook weer mee?
Kijk ook eens op www.ivn.nl/oirschot
2
20 september
Werkgroepenoverleg in de Enck (zie verder in deze VMN)
5 november
Natuurwerkdag (zie verder in deze VMN)
3
Beste natuurvrienden
Oeverzwaluwen
Al jarenlang gaan we jaarlijks een dagje (of dagdeel) werken in de natuurgebieden om ons heen. De ene keer is het achterstallige houtopslag wegzagen, of een poel weer opschonen of zoiets. De andere keer is het de opslag van jonge boompjes in een heideveldje verwijderen. Wilgen knotten, zodat de natuur weer zijn gangetje kan gaan en de dieren en planten weer de ruimte krijgen. En wij in de middag weer voldaan kunnen zeggen, kijk nou toch eens, wat hebben we veel gedaan!
Ook dit jaar staat dat natuurlijk weer te gebeuren en hierbij wil ik jullie allemaal uitnodigen. Samen met onze (bijna) ‘vaste werkmaatjes' uit Best zijn we in overleg voor een goede locatie. Werkjes zijn te doen door jong en oud, groot en klein. Er is voldoende koffie/thee en frisdrank aanwezig, en op de middag is er soep en brood voor iedereen. Voor de kinderen worden dan mogelijk weer heerlijke pannenkoeken gebakken. Daarna gaan we nog enkele uurtjes voort aan het goede natuurwerk van die dag. Globaal zo van 10.00 tot 15.00uur, maar juiste tijden volgen nog.
Dit jaar verbleven we enkele weken in Wales. We maakten schitterende wandelingen over het kustpad in Pembrokeshire. In Brecon Beacons, meer het binnenland in, kampeerden we langs een riviertje met uitzicht op een oude romaanse brug met bogen. Elke avond rond dezelfde tijd vlogen er kleine vogeltjes af en aan, cirkelend, lawaai makend. Oeverzwaluwen! Ze klemden zich steeds even tegen de brug aan en weg waren ze weer. Met bewondering volgden we hun kunsten. Wat hadden ze het druk. Maar waarmee? Wat deden ze daar tegen die brug? Insecten zoeken? Uitrusten? Verrekijker erbij. Er bewoog daar wat: drie kleine koppies kwamen hongerig uit de spleten naar buiten. Op een andere plek nog enkele, en nóg een paar. Dus dáár hadden ze het zo druk mee! Na een poosje keerde de rust weer terug, totdat het eten gezakt was en hetzelfde ritueel weer begon. Het was een genot om naar te kijken vanuit ons tentje. Lia.
Duizenden leven zich uit in het landschap De Natuurwerkdag (elk jaar op de eerste zaterdag van november) gaat de 11e jaargang in. Vorig jaar waren 12.000 vrijwilligers aan het werk in het landschap op ruim 350 locaties. Doe ook eens mee en geef je op!!! Ik zie graag je reactie verschijnen. Met groet, Rinus Sterken Sleebos 19 Oirschot
[email protected]
Steenuiltje op kast (foto: Rinus)
4
5
Senioren- en flexgroep 3e Seniorenwandeling van dit jaar ging op 18 augustus naar het Banisveld en ‘t Winkelsven met gids Rinus Pijnenburg. Ook hier een flinke groep van 15 gegadigden die met hem meegingen en veel te weten kwamen over onder andere de voormalige vuilstort, die nu onder een dikke laag zand verstopt is. Wat daar allemaal onder de grond ging, dat is met geen pen te beschrijven. Maar allereerst begonnen we bij een kruidenrijke akker van Natuurmonumenten, waarop tussen de vele bloemsoorten ook een kruid groeide dat betiteld werd als Kelp. Maar thuis ben ik toch maar eens achter internet gaan zoeken, want iets klopte daar niet aan. Ik had die plant ook in de tuin op de voederplaats staan. Het bleek dat het ging om de Ambrosia (ja, die nieuwe hooikoorts verstrekker). Door zijn late bloeiwijze komt die achter de normale hooikoortssoorten aan, en verlengt zo de tijd voor deze kwaal met enkele weken meer ongemak. Elders in deze ‘Vergeetmijniet’ vertellen we er meer over! Dan door naar de Heideloop, de ontwateringsloop, de waterkleppen en vooral de stuwen die deels of geheel vervallen zijn en miljoenen guldens hebben gekost. Nu liggen die grote stuwen er maar te liggen, want opruimen kost ook teveel geld. Een ander sluizensysteem laat nu van onderuit het water van de beek verder stromen, zodat daarmee ook de Modderkruipers en ander vissoorten kunnen migreren naar hoger gelegen paaiplekken. Samen met de vistrappen zijn dit wel hindernissen die de visjes nu moeiteloos kunnen nemen. Op een plaats waar heel vroeger ooit enkele boerderijtjes stonden, komen de verhalen los van een vrouw die daar liever niet ging werken. Het soort mensen en de zeer afgelegen plek waar ze woonden, zorgde voor veel angst en vrees. Even verder op de dijk aan het Winkelsven is nu duidelijk te zien wat de natuur in een paar jaartjes weer kan herstellen, want dit ven ging geheel op de schop. Nu is alles weer fris groen, is er een waterinlaatsysteem gemaakt en broeden er de vele vogelsoorten op en rondom het water.
Tentoonstelling over Biodiversiteit, in de Bibliotheek De bibliotheek reageerde heel positief op het verzoek van het B-team Oirschot om een kleine tentoonstelling te mogen plaatsen. Het Biodiversiteits-team Oirschot bestaat uit een groepje mensen, dat probeert de verscheidenheid in de natuur rondom ons te vergroten. Wilt u meer van de activiteiten van het B-team weten kijk dan eens op www.bteamoirschot.nl De verscheidenheid, biodiversiteit, is van levensbelang voor onze eigen gezondheid én die van al het andere wat leeft: planten, insecten, zoogdieren enz. Het B-team bedenkt ideeën om samen met alle Oirschottenaren de achteruitgang te stoppen. In de bibliotheek kun je in tijdschriften, boeken, internet van alles daarover lezen. Nu wordt ook op een andere, meer speelsere manier de aandacht getrokken. Loop ‘ns binnen: dat kan zo wat de hele maand september. Met uw hulp zullen ook de kleinere kinderen het leuk vinden. Veel natuurplezier!
foto: Aanleg en onderhoud vlindertuin Knoopakker, door het B-team.
Dan is het weer de hoogste tijd om terug naar het vertrekpunt te gaan, want de koffie staat al te pruttelen. Bij Rinus op de boerderij is dan de heerlijke geur van verse koffie te ruiken. En is er zelfs gedacht aan een worstenbroodje, wat er natuurlijk best wel smaakte na zo’n wandeling in het broekland van de Beerze. Complimenten Rinus, voor de wandeling en het heerlijke onverwachte eind. 6
7
Steenuiltjes in de buurt Ongeveer 2 jaar gelden kwam er een steenuilenpaar bij ons in het dak van een oude schuur wonen. Ze bouwden er al spoedig een nest en we werden verblijd met maar liefst 4 jonge steenuiltjes. Dat was werkelijk genieten! Omdat we noodzakelijk onderhoud moesten plegen aan die oude schuur, bleven ze het jaar daarop weg. We waren erg bang dat ze niet meer terug zouden komen. Af en toe hoorden we ze nog wel, maar ze hadden blijkbaar een nieuw onderkomen gevonden. Volgens onze uilenwerkgroep klopJong steenuiltje met donskopje (foto Annette) te dat ook, want zij wisten dat ze een boerderij achter ons zaten. Afgelopen voorjaar (zomer) zat er elke dag weer een uiltje op het dak. Ook vonden we braakballen op de grond. Zouden ze terugkomen??? Rinus was bang dat onze locatie te dichtbij de verblijfplaats van het oude uilenpaar zou zijn. Hij leek ongelijk te krijgen. Regelmatig zaten er twee of drie in het zicht. De laatste weken zien we ze helaas bijna niet meer. We horen ze wel, vinden braakballen, maar of ze werkelijk weer bij ons komen wonen is de grote vraag. Krijgt Rinus toch gelijk? Wij hopen van niet. Annette Kemps
Ma steenuil ( foto Annette) 8
Heel apart noem ik het toch wel dat in dure zaadmengsels waarmee onder andere Natuurmonumenten (en anderen) hun bloemrijke akkers inzaaien nu al meteen een verkeerde keuze blijken. Ook in zaadmengsels die je voor de wintervoedering thuis aan de wintergasten geeft zit dit zaad. En het zaait zich ook makkelijk uit, dat is wel in mijn eigen tuin gebleken. Ik dacht aan een wortel of zoiets, maar het bleken dus deze planten te zijn. Ik heb ze dus maar meteen verwijderd. Gezien onderstaand bericht is dat misschien wel raadzaam voor iedereen. Rinus Sterken
'Trek Ambrosia uit de grond' WAGENINGEN - Wie ambrosiaplantjes in zijn tuin of langs de kant van de weg ziet staan, doet er goed aan die met wortel uit tak uit de grond te trekken. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat de sterk allergene plant zich definitief in Nederland vestigt en voor veel allergieklachten gaat zorgen. Die oproep heeft de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) dinsdag gedaan. De nVWA wil ook dat mensen op ambrosiavrij.nu, allergieradar.nl of natuurkalender.nl melden waar ze planten hebben aangetroffen, zodat bestrijding zo nodig op grotere schaal aangepakt kan worden. Ambrosia is wereldwijd een van de belangrijkste veroorzakers van hooikoorts. De Europese Commissie heeft onlangs geld uitgetrokken om de plant in Noord-Europese landen te bestrijden. Ambrosia komt van oorsprong niet in koudere streken voor. Door de klimaatverandering blijkt de plant de laatste jaren toch in Nederland te kiemen. De plant komt vanaf begin september in bloei en blijft bloeien totdat het gaat vriezen. Tijdens de bloei komen grote hoeveelheden pollen vrij, die heel snel tot klachten als brandende ogen, loopneus, jeuk, huidaandoeningen en benauwdheid kunnen leiden. Zaadjes van de ambrosia komen veelal mee met vogelvoer. Aangezien het een strenge winter is geweest en veel mensen de vogels hebben gevoerd, verwacht bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit dat vooral in tuinen meer ambrosia opduikt. De plant is te herkennen aan het geveerde, grijsgroene blad met een zilverkleurige onderkant en de aarvormige bloeiwijze. De zaadjes kunnen tot 10 jaar kiemkrachtig blijven! Onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft uitgewezen dat al 16 procent van de Nederlandse hooikoortspatiënten ook gevoelig is voor ambrosiapollen. Naarmate mensen er meer mee in aanraking komen, neemt dat aantal waarschijnlijk snel toe. Daarom is de nVWA nu de campagne Voorkom hooikoorts 9
jaarrond, trek ambrosia uit de grond begonnen. De nVWA raadt mensen overigens aan om de plant alleen met handschoenen aan aan te raken. Als de plant al bloeit, moeten zij een mondkapje voordoen en een bril opzetten.
Goede voorzorgsmaatregelen zijn erg belangrijk bij verwijdering van de plant, zoals het dragen van handschoenen. Ook worden mensen die de ambrosiaplant tegenkomen, opgeroepen dit te melden.
Aanwezigheid in Nederland Ambrosia komt nog niet massaal voor in Nederland, maar heeft zich de laatste 10 jaar wel al verspreid over het hele land. De planten staan vooral op 'verstoorde gronden', zoals bermen en bouwterreinen. De soort Alsemambrosia groeit in tuinen, vooral op plaatsen waar vogelvoer is gestrooid. Vetbollen en strooivoer bevatten soms zaden van Ambrosia. Vaak staan er enkele planten bij elkaar, maar vorig jaar zijn op een tiental locaties concentraties aangetroffen met honderden planten, vooral in stedelijke omgevingen. Het is de verwachting dat Ambrosia zich verder zal vestigen en verspreiden in Nederland als niet de nodige maatregelen worden genomen. Daarom startte de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) vorig jaar met een meerjarige campagne voor de bestrijding van Ambrosia.
Schade teelten Nog een artikel over dit belangrijke onderwerp:
Help hooikoortsplant Ambrosia te bestrijden DEN HAAG - Voor een effectieve bestrijding van de hooikoortsplant Ambrosia in Nederland is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen, van tuinbezitters tot akkerbouwers, de komende weken de handen uit de mouwen steken. Zo wordt voorkomen dat Ambrosia uitgroeit tot een schadelijk onkruid en veroorzaker van extra hooikoortsklachten.
Help hooikoortsplant Ambrosia te bestrijden DEN HAAG - Voor een effectieve bestrijding van de hooikoortsplant Ambrosia in Nederland is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen, van tuinbezitters tot akkerbouwers, de komende weken de handen uit de mouwen steken. Zo wordt voorkomen dat Ambrosia uitgroeit tot een schadelijk onkruid en veroorzaker van extra hooikoortsklachten. De komende weken is het moment om Ambrosia te verwijderen, omdat de plant nu goed te herkennen is. Op www.ambrosiavrij. nu staan tips hoe de plant eruit ziet en veilig kan worden bestreden. 10
In andere Europese landen, waaronder Duitsland, is Ambrosia ook al een schadelijk onkruid in akkerbouwteelten, omdat het daar leidt tot slechtere oogsten in onder andere de aardappelen- en vollegrondsgroententeelten. De aandacht voor de hooikoortsplant vorig jaar leidde in Nederland tot een melding van een akkerrand in Noord-Brabant die zwaar is besmet met Ambrosiaplanten. De nVWA is daar samen met Staatsbosbeheer een uitputtingsexperiment gestart. Dit experiment is erop gericht de besmette akkerrand binnen een aantal jaar helemaal vrij te krijgen van Ambrosia.
Hooikoortsplant Ambrosia staat wereldwijd vooral bekend als een van de belangrijkste veroorzakers van hooikoorts. De pollen die vrijkomen tijdens de bloei van Ambrosia zijn zeer sterk allergeen wat betekent dat ze snel hooikoortsklachten veroorzaken. De plant bloeit daarbij laat, vanaf augustus tot en met oktober. Door deze late bloei kan ambrosia het huidige hooikoortsseizoen tot ongeveer 2 maanden verlengen, als Ambrosia zich verder weet te vestigen in Nederland. Door: Franca van Dalen Bronnen: nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit
03-08-2011 11
JEUGDACTIVITEITEN 2011 - 2012 Ook het komende jaar gaan we voor de groepen 6, 7 en 8 van de basisscholen uit de gemeente Oirschot weer een tiental natuuractiviteiten organiseren. Alle zeven scholen zijn benaderd met posters en inschrijfformulieren voor informatie voor de jeugd en hun ouders. Dezelfde informatie is digitaal verspreid voor opname in de schoolof mededelingenbladen. HET PROGRAMMA (alle activiteiten onder voorbehoud) – – – – – – – – – –
woe 7 sept Speuren op de heide naar kleine plantjes en beestjes woe 12 okt Herfstverschijnselen; paddenstoelen in bos en hei zat 5 nov Nationale natuurwerkdag: de handen uit de mouwen voor de natuur (voor de liefhebbers) woe 16 nov Uilen nader bekeken: verhalen van de uilenbeschermers en braakballen uitpluizen woe 18 jan Sporen in de natuur: speurtocht met opdrachten woe 15 febr Bezoek natuurtentoonstelling woe 14 mrt Natuuronderhoud: werken in bos en veld, ism Brabants Landschap woe 11 apr Wat vliegt daar? Het leven van vogels, ism de vogelgroep woe 16 mei Overlevingstocht in de Mortelen woe 13 juni De boer op: bezoek aan een boerderij
Van tijd tot tijd doen we ook een beroep op deskundige mensen uit de verschillende werkgroepen of andere natuurorganisaties en gelukkig is dat nog nooit tevergeefs geweest. En wij stellen hun hulp zeer op prijs. Inmiddels hebben we de eerste activiteit achter de rug en we mogen spreken van een zeer geslaagde middag. Het begon al met het weer: Na allerlei regenachtige dagen, soms met forse windvlagen, hield het die woensdagmiddag rond half 2 op met regenen, om pas in de avond weer te beginnen. We hebben het dus mooi droog gehouden!
Torenvalk
12
Met de 15 kinderen (het merendeel uit groep 6) struinden we in drie groepjes over de Schepersheide, waarmee we het gebied bedoelen vooraan links op de Eindhovensedijk, voorbij het klinkerweggetje. Gewapend met loepdoosjes viel er van alles te ontdekken en te vangen. Michel, die voor het tweede jaar meedoet en dus een geoefend oog heeft, zag al meteen op het smalle paadje een hagedis. Waarschijnlijk wilde die nog wat opwarmen in de schaarse zonnestralen. Lous wist te vertellen dat een hagedis koudbloedig is. We hebben het beestje allemaal goed 13
bekeken, vooral de fijne pootjes, met de lange dunne teentjes. Op dezelfde plaats zagen we bekertjesmos, met hele kleine bekertjes. Langs de rand van het gebied was een strook heide volledig dood, waarschijnlijk een gevolg van de activiteiten van het heidehaantje in vorige jaren. Maar verderop groeide de struikheide nog uitbundig. Op veel plaatsen stond de dopheide er erg fris bij, al waren het vaak maar enkele plantjes bij elkaar. We hebben de bloempjes eens naast elkaar gehouden en de verschillen bekeken. Natuurlijk stonden er ook grote pollen pijpestrootje en met stukjes van een stenen pijpje lieten we zien hoe dat gras aan zijn naam is gekomen: met de lange dunne graspijlen kon je de pijpesteel schoonmaken. Plotseling schoot een grote kikker weg. Hij kwam van onder een omgewoeld stuk heide vandaan. Natuurlijk dook Michel er meteen op en na enkele pogingen lukte het de kikker in het doosje te krijgen. Het was een forse heikikker die zich waarschijnlijk al verzekerd had van een warm plekje voor de winter en door ons gestoord was. Opvallend was de lichte buik en de bruingevlekte rug. De graafknobbels op de achterpoten konden we niet goed zien. Bij een struik merkten we de veegsporen van een ree. Als in het voorjaar het mannetjesree een nieuw gewei heeft, wordt de huid eromheen afgeschuurd, door langs de takken van een struik of jong boompje te wrijven. Daarbij wordt de bast beschadigd. De wond groeit wel weer dicht, maar blijft duidelijk zichtbaar. We staken het brede zandpad over naar de grote beuken, waar we de bolsters van de beukenootjes zagen liggen. Bij sommige bolsters zaten de nootjes er nog in en die moesten dus geproefd worden. Eén beuk was een echte klimboom en omdat er natuurlijk voor kinderen niets leuker is dan hoger en groter te zijn dan anderen, moest er geklommen worden. Dat hoefde je de kleine Pleun geen twee keer te zeggen. In een mum van tijd zat ze erin. Ze kon goed boomklimmen vertelde ze, want dat deed ze bij opa ook altijd. Ondertussen werd nog menig insect gevangen: 'n schildwants, 'n oorwurm, 'n kever met zijn zwarte dekschilden en diverse kleine spinnetjes. De meeste indruk maakten echter, hoe kan het anders op de heide: de grote, harige rupsen van de beervlinder. Het waren al grote exemplaren dus ze zullen nog dit jaar wel verpoppen en als pop overwinteren. In het voorjaar van 2012 komen er dan de prachtige oranje met geel en bruine vlinders uit. Jammer dat de zon zich zo weinig 14
liet zien dat we geen vlinders zagen. We staken het pad weer over en telden hoe oud de vliegdennen waren. De meeste waren zo'n 6 jaar. Eigenlijk moeten die dennen en ook de jonge berkenbomen van de hei worden verwijderd. Anders worden ze te groot en verandert het heideveld in een bos. Ook zagen zagen we een stukje berk met daarop heksenboter. Het is geen paddenstoel maar een slijmzwam. En het mooiste is wel (naast de heldergele kleur) dat de heksenboter kan kruipen! Ze zijn er het hele jaar, maar net als paddenstoelen, het meest in de herfst. Langs het pad en tegen de slootkant aan vonden we veel bovisten. Een enkele was al klaar om de sporen die er binnenin zitten te verspreiden. We hebben er allemaal even op geduwd om het wolkje sporen te zien. Een andere bovist staken we doormidden om te zien dat die nog geen sporen had gevormd. Op de weg terug over de heide zagen we nog veel rendiermos en op de grote dode berk midden op de heide, groeiden grote berkenzwammen. Het bovenstuk van de stam lag schuin tegen de rest van de dikke stam en het was te verleidelijk om niet naar de paddenstoelen toe te klimmen. Maar dat moest niet met drie kinderen tegelijk gebeuren. Met luid gekraak zakten ze door de boom heen, gelukkig zonder schade op te lopen. Tijd om iets te gaan drinken. We gaven alle gevangen beestjes weer de vrijheid en na het maken van een groepsfoto fietsten we weer huiswaarts. Behalve Christ, een van de begeleiders, die stond met een lekke band. Maar Loet de Lange, onze hulp in moeilijke zaken, loste dat weer deskundig op. We kunnen terugzien op een leuke middag. Namens alle begeleiders van dit jaar: Joke Pijnenburg, Dulf Bressers, Joke van Overdijk, Todor IJsselmuiden, Karin en Loet de Lange, Christ Oomen, Wil van Herwaarde
15
Het laatste kind in het bos Enkele citaten naar aanleiding van de uitgave van het boek van Richard Louv: Het laatste kind in het bos - Hoe we onze kinderen weer in contact brengen met de natuur (ISBN 978 90 6224 468 3, pb, 384 pagina's, € 19,95) 'Ik speel liever binnen, want daar zitten de stopcontacten', zegt een jongen uit groep zes. Een jongere kan u waarschijnlijk best wat vertellen over de regenwouden in het Amazonegebied, maar niet over de laatste keer dat hij op ontdekking het bos inging of in het gras lag te luisteren naar de wind. Vroeger zag je ze overal: buitenspelende kinderen. Nu niet meer. Dit gebrek aan natuurbeleving gaat gepaard met verontrustende verschijnselen als overgewicht, concentratiestoornissen en depressiviteit. Omgekeerd betekent een gezonde portie natuur dat kinderen het beter doen op school, creatiever zijn en beter leren beoordelen en besluiten. Louv's betoog is stevig onderbouwd door onderzoek, het inspireert en nodigt uit. In Amerika houdt het de gemoederen al twee jaar bezig. Met meer dan 150.000 verkochte exemplaren raakt het boek bij opvoeders en ouders duidelijk een gevoelige snaar.
‘De ontdekking van het laatste scharrelkind’ Tegelijk wordt dan een tv-clip getoond met unieke filmbeelden van het laatste scharrelkind gemaakt door Stichting wAarde. 'Het wordt hoog tijd voor een beschermingsplan voor scharrelkinderen,' aldus Thomas van Slobbe van Stichting wAarde. (zie ook www.nationaleuitdaging.nl). In Louv’s eigen woorden: “Gedurende al de eeuwen dat de mens op aarde was, hebben kinderen veel tijd doorgebracht met spelen of werken in de natuur. Binnen twee, drie decennia is dat type activiteiten van kinderen vrijwel volledig verdwenen. Niettemin zit het verlangen om de natuur in te gaan in onze genen. Het zit in ons, het is deel van ons.” Louv: “Het woord ‘verwondering’ is denk ik het belangrijkste woord van mijn boek. Dat moment van verwondering, toen je als kind van drie of vier jaar de achtertuin inkroop en daar tussen de struiken een steen vond en omdraaide en dan ontdekte dat je niet alleen in het universum bent. Of dat je de bossen inging en daar luisterde naar het ritselen 16
van de bladeren. Dergelijke momenten van verwondering zijn de bron van alle spirituele groei. Hoe kan het zo ver gekomen zijn dat we kinderen die bron van verwondering steeds meer onthouden?”
‘Louv: de Al Gore van onze natuuropvoeding’ Kinderen spelen nooit meer 'zomaar' in een bos of langs een slootkant. Zelden is een kind nog helemaal op zichzelf in de natuur. Deze generatie ontwikkelt de 'natuurtekortstoornis'. 'Een kind krijgt zonder natuur niet per se vreselijke problemen,' zegt Louv, 'maar onderzoek laat zien dat natuurbeleving kinderen veel meegeeft, en voor veel kinderen is dit een groot gemis.' Daarom: 'Ouders, zorg ervoor dat ze weer echt naar buiten gaan en dat uw dochter of zoon niet "het laatste kind in het bos" is.'
Wat kunt u zelf doen met uw kinderen? - Een rommelig tuinhoekje of een braakliggend terreintje biedt een kind al heel wat uitdaging. Kijk eens naar de kleine beestjes onder een steen. Wees enthousiast. - Maak met de kinderen een tuintje, desnoods op dak, stoep of balkon. - Breng beestjes in huis. Volg de ontwikkeling van kikkervisje tot kikker of rups tot vlinder. - Maak tochtjes naar parken of natuurgebieden, ga vogels kijken of kamperen op een groene camping. - Laat kinderen zich herinneren wat ze hebben gezien. Schrijf of teken erover in een dagboekje, of maak er een fantasieverhaal van.
Natuur de beste ‘herstellende omgeving’ Natuurtekort kan de symptomen van ADHD versterken, en andersom kan natuur de symptomen verlichten. De onderzoekers Stephen en Rachel Kaplan onderscheiden gerichte aandacht (televisie kijken, achter de computer zitten, huiswerk maken) en spontane aandacht. Teveel gerichte aandacht leidt tot symptomen als impulsief gedrag, opwinding, prikkelbaarheid en moeite met concentreren. Meer dan honderd studies ondersteunen de theorie en vinden een verband tussen blootstelling aan natuur en stressreductie. Natuur zou wel eens een goedkope (aanvullende) therapie tegen stress en ADHD kunnen worden, aldus Louv en de onderzoekers. "Een drie centimeter dikke waarschuwing dat we bezig zijn een generatie geautomatiseerde kinderen op te voeden." - The New York Times "Absoluut verplichte kost voor ouders." - The Boston Globe info: www.hetlaatstekindinhetbos.nl/ 17
Veldvruchten Bij mij in de tuin staan verspreid over het plantsoen enkele hazelnootstruiken. Nu ben ik altijd een liefhebber geweest van deze voortreffelijk smakende vruchten. Vroeger kraakte men de hazelnoten al lopend door het veld. Doch sedert een tandarts in mijn eetkamer huisgehouden heeft, moet ik het doen met zo’n kunstmatig bijtgereedschap en daar kun je geen noot mee kraken. Of het komt op zijn kant in je mond liggen of in het ergste geval breekt het middendoor, wat grote reparatiekosten meebrengt of je moet met een tandenloze mond rondlopen. Dan in onze jonge tijd. We kraakten naar school, tijdens het werk of bij andere duistere werken. Tijdens het plukken van wat noten dacht ik, dat in vroeger tijden – ik meen een zondag voor ‘Wintersel kermis’ - wij een invasie kregen van wel ooit ca. 20 personen die allemaal van de Sande heetten. Deze kwamen op voedseltocht, want in Wintelre groeiden geen hazelnoten. Zolang als ik weet bestond deze traditie. Want de zaterdag van tevoren bakte onze vader alsook de buurman – een broer van vader- een extra rantsoen broden. Want bij van de Sande vonden ze dat er niemand zo’n lekker brood bakte als bij ‘de Gaast’ in Oirschot. En na een middag door veld en bos gesjouwd te hebben, liet het zich goed smaken. Later deden die gezinnen dan weer op Wintelre in met dikke buiken en beladen met kilo’s hazelnoten. Ons tegenbezoek viel altijd in het voorjaar. Want zij hadden weer iets vlakbij huis, dat wij moesten ontberen nl. kieviten en wulpen (‘kulders’). Voor kieviten moesten we naar het Schoom of Moerbeemt en Kinderbos. Voor ‘kulders’ naar Kampina. Dus al wat lopen en fietsen kon, deed begin april naar de hutboeren en bezochten het Houtven, Winterselven en het Laar. Ook de heide werd niet vergeten voor de ‘kulders’ en soms een wilde eend. Na gedane zoekpartij werden ergens boterhammen gegeten. Kijk en dat was dan het lekkerste brood dat er gebakken werd. Dus wij richtten daar een slagveld aan op de dis.
mand zonder bodem. Men zette die ondersteboven over biespol en voelde dan met de handen of er vis in zat. Zat er een baars in, dan prikte men zich soms tot bloedens toe aan de rugvin. Soms ving men een snoek of voorn. Kortom het was een lucratieve manier van vissen en men ving nog eens wat. Ook bramen (= brembizzeme) werden door ons geplukt. Moeder maakte er jam van. Uit het dorp, uit Best en Eindhoven kwamen ze om hier bramen te plukken. Maar sedert het stijgen van de welvaart is dat allemaal afgelopen. Men haalt alles in de supermarkt, denk ik. Jan van Hout
Informatie Bij deze wil ik laten weten, dat het tweede boek uit is van ‘B’ons aagteraf’. Deze keer met als titel ‘de klötvegers’. Wie deel één gelezen heeft, weet mijn schrijftrant wel. Belevenissen uit mijn schooltijd, enkele gedichten, limericks als ook eniger educatieve verhalen. Wie er zin in heeft, kan zijn boek bekomen tegen de prijs van € 12,50. Men kan mij bereiken via tel. 575171. Ik wens liefhebbers veel leesgenot en hoop dat u zich kunt herkennen in het geschrevene. Jan van Hout
’s Zomers moesten we nog een keer in actie komen om het ‘Winterselven’ te bevissen. We gingen ‘stülpen’, dat was vissen met een oude 18
19
Een boom over bomen Herfstwandeling Chamaecypres Deze keer een verhaaltje over wat hier genoemd worden ‘de Cypressen’. Om te beginnen ‘De Lawson cypres’. Vroeger werden deze cupressus genoemd. Deze zijn inheems in het westen van Noord-Amerika. Daar kunnen ze tot ca. 50 m hoog worden. Levert daar hout van goede kwaliteit, welriekend en duurzaam. Het is een van de meest gekweekte hier in Europa. Vooral voor parken en tuinen. Hij wordt hier lang niet zo hoog als in zijn thuisland. De variëteiten van deze soort zijn legio. De kleuren groen, grijsblauw en geel komen voor. Dan de ‘Nootkacypres’ (Nootkatensis). Deze is ook inheems in het Westen van Noord-Amerika. Sedert 1853 hier in cultuur, dus nog een jaar eerder dan de Lawsoncypres. Het areaal van deze soort strekt zich langs de westkust van NoordAmerika uit, ten Noorden van het gebied van de Lawson. Dit hout is ook van zeer goede kwaliteit. Het komt echter in beperkte mate beschikbaar en heeft meer plaatselijke betekenis. Hier wordt hij voornamelijk in parken aangeplant. Vooral de variëteit ‘Pendula’ is prachtig met zijn afhangende takken. Tot hetzelfde geslacht behoort de ‘Sawaracypres’. Deze is afkomstig uit Japan (Chamaecyparis pisifera). Wordt hier nooit een grote boom. De mooiste is wel (de Cham. Pisifera Filifera Aurea). Hij wordt hier ook wel de ‘beatlekop’ genoemd.
20
de vlammende toortsen op het land, tussen aarden vorens en korrelige velden, maïs dat verlangend op verlossing wacht, blad dat dwarrelend kleden vormt, takken die zich in hun naaktheid tonen, rood koperen kleden op het netvlies verstild, versierd met pure najaarslinten, met ingehouden adem-
De ‘Hinokicypres’ (Chamaecyparis obtusa) wordt hier weinig gekweekt, maar is in Japan een bosboom. Hier worden de dwergvormen gebruikt (Cham. Obtusa ‘Nana Gracilis’ en ‘Tetragone Aurea’) Deze laatste is geel. Al met al zijn cypressen veelzijdig toegepast. En op landgoederen, parken en Arboretum kan men fraaie exemplaren bewonderen.
beroerend wind,
Jan van Hout
Christianne van de Wal
alsof hij de kleurdoos gesloten wenst, zijn schatkist boordevol aardetinten.
21
Maïsoogst In 1952 emigreerde mijn oom naar Canada en kocht vader een stuk bouwland van hem, waarop om beurten maïs en graan werd verbouwd als voeder voor onze kippen en het varken. De maïs en het graan werd handmatig gezaaid.
Het werd lente, en ons moeke vroeg, of we het land vrij wilde maken van de maïs, voor de bewerking van een volgend gewas.
Het zaaien van de maïs gebeurde meestal door twee personen: de ene maakte met een schop kuiltjes met een tussenruimte van ± 30 cm, de andere persoon deponeerde in elk kuiltje, in verband met de kruisbestuiving, 4 korrels maïs. Wat de diepte betreft werd ons gezegd: “Het zaad moet de klokken horen luiden”, zoals ook bij het zetten van de bonen werd gezegd.
Het was een droge zaterdagmiddag. Met mijn broers Wim en Richard sleepten wij de hele middag al het maïsloof op één stapel. Ook vonden we nog een dooie kat tussen de maïsstokken, die we ook op de hoop gooiden. We konden niet over de stapel heen kijken en staken een brandende lucifer in het loof. Nu wilde het wel branden: kurkdroog door de strenge vorst. De vlammen reikten meters hoog.
Bij het schoffelen van het onkruid tussen de maïs was het goed opletten: bij het onkruid wat zich bevond bij de opgeschoten maïs, was namelijk een grassoort, die er uitziet als de maïsplant: Hanepoot. Deze plant groeide altijd in de buurt van dit gewas, het wordt ook even hoog als de maïs.
We genoten van het ‘vuurtje stoken’. Toch waren we bang dat er een melding naar de brandweer zou gaan, want het was ondertussen donker geworden. Er was geen brandgevaar: het was een grote open vlakte en er stond maar nauwelijks wind. De volgende morgen vond ons moeke dat er buiten een stinkende lucht hing. De windrichting was van de brandhaard naar het woonhuis. Wij wisten wel beter. Toen we de brandplek gingen bekijken, voelde de grond nog flink heet aan, alles was verbrand: al het versleepte maïsloof én de kat. Van de crematie daarvan restten alleen nog enkele botjes.
In augustus bevinden er groene pluimen aan de kolven, en deze kleuren bruin wanneer de bevruchting heeft plaats gevonden. Elk draadje van de pluim leidt naar een korrel. Tijdens de oogst ontdekten wij in het perceel bij enkele maïskolven een grijskleurige poederzwam, builenbrand geheten. Ik vermoed dat wij deze gewoon op het veld achter gelaten hebben, niet wetende van het gevaar. Builenbrand, is een schimmel of zwam die tijdens warme zomers in de plaats van de vrucht groeit. De maïs wordt dan ongeschikt voor consumptie. Het kan onder andere leiden tot abortus bij dieren, vergelijkbaar met het moederkoren, een schimmel die voorkomt op rogge en tarwe. 1955 was een warme en droge zomer! Destijds ging het bij de oogst alleen om de maïskolven. Ontdaan van de schutbladeren werden deze ter droging opgeslagen in een hoge smalle kooi, voorzien van gaas. De kolven dienden als aanvulling bij het kippenvoer: regelmatig gooiden wij een ongepelde kolf in de kippenren. Het was najaar ’55, en moeke vond dat het tijd werd om de maïs te oogsten. Het veld lag 100 meter van ons woonhuis in Uden, waar nu de straat Hoogzoggel bevindt en geheel bebouwd is. Nadat we de oogst naar huis hadden gebracht verheugden wij ons al op het vuurtje stoken! We sleepten wat maïsstokken op een hoop en een brandende lucifer. Er volgde een tweede, maar de hoop wilde niet branden, het loof was te vochtig. 22
Er volgde een strenge winter, (1955-’56) en wel een hele strenge, met op 14 februari een Elfstedentocht.
Best, Rien de Groot
Uit Wikipedia: Builenbrand (Ustilago maydis) is een brandschimmel die maïs kan aantasten. Via de stijl dringt de schimmel het vruchtbeginsel binnen, waarna een tumor optreedt vergelijkbaar met paddenstoelen. In Mexico worden de aangetaste, onrijpe kolven als een delicatesse gegeten, waar het huitlacoche wordt genoemd. De kolven worden voor dit doel 2 tot 3 weken na infectie geoogst en daarna gekookt. In de aangetaste kolven komen onder andere de smaakstoffen sotolon, vanilline en glucose voor.
23
Vlinder werkgroep Dit jaar heb ik de Vlinder werkgroep opgericht. We hebben ongeveer tien leden en iedereen is welkom. Wij zijn een aantal keren op pad geweest en beloond met prachtige vlinders, zoals de Konginnepage, Dagpauwoog, Atalanta, Kleine Vos, groot Koolwitje, klein Koolwitje, Citroenvlinder, Geaderd Witje, Boomblauwtje, Eikenpage, Gehakkelde aurelia, kleine Parelmoervlinder, Distelvlinder, diverse Zandoogjes, Koevinkje, Landkaartje enz. Helaas zijn we nog niet zo vaak op pad geweest omdat we nu eenmaal van het weer afhankelijk zijn. Nog even en we zijn voor dit jaar uitgevlinderd, maar we hopen volgend jaar op een super vlinderjaar.
Brandnetel In 2006 kreeg ik pijnklachten aan mijn elleboog. Ik dacht meteen aan de zo bekende kreet: een tennisarm. Bij bezoek aan een geneeskundige gaf ik de plaats aan waar de pijn voelbaar was, de diagnose: een golfarm: “Je golft verkeerd, of je maakt langdurig een verkeerde armbeweging”, sprak de man. “Of kan het zijn, misschien,” voegde ik er aan toe, “omdat ik viermaal per maand met de fiets vanuit Best, op weg naar het vrijwilligerswerk in Eindhoven, een golfterrein passeer?” Hij keek me even raar aan! De arts gaf als therapie voor mijn klacht, de arm te behandelen met warme kompressen, zodat een betere doorbloeding van de spieren zou ontstaan. In HOME (Historisch Openlucht Museum Eindhoven) was een experiment om touw te maken van de brandnetelplant (Urtica). Naast de kleding werd Neteldoek vroeger ook in de keuken gebruikt, het Kaasdoek, ook de Lijkwade van Christus blijkt volgens de verhalen van deze stof gemaakt te zijn. De bladeren worden op de ‘pijnlijke’ manier van de stengel verwijderd, namelijk van boven naar beneden. De vezel die zich aan de buitenkant bevindt, wordt van de stengel verwijderd, op de plaats van de knoop breekt men de stengel. De gesplitste vezel in 3 strengen verdelen en aan het eind een knoop in leggen, waarna men met deze vlecht en/of tegelijkertijd twijnt en zo een stevig touw maakt. Wanneer dit droog is, is de sterkte nog groter.
Wilma van Kaahoven Wanneer men overgevoelig is voor de prikkelende stof kunnen desnoods handschoenen gebruikt worden, dit om educatief bezig te zijn, om aan te tonen hoe sterk dat de vezel van de brandnetel is. Vroeger werd de plant het ‘armeluisvlas’ genoemd. De plant is een stralingzoeker (wateraders). Het maken van kleding van de brandnetelplant heeft Bob Crebas weer opgepakt, deze man denkt ver vooruit. (zie www.brennels.nl). Immers: “Alleen al één katoenen T-shirt ‘doet’ 2700 liter water” (Trouw 12 dec. 2007) en drinkbaar water wordt in de toekomst onbetaalbaar. Nadat ik mij had verdiept in de geschiedenis van deze plant, gebruikte ik de verwijderde bladeren van de stengel, om mijn elleboog er mee in te wrijven. Het had resultaat: eerst een sterke prikkeling, rode en met blaren bedekte huid, een dag later was 24
25
de pijn van mijn golfarm verdwenen. Ook de monniken kenden deze geneeswijze. Zij leefden vaak in vochtige en onverwarmde ruimtes, waren zodoende erg kwetsbaar en ontwikkelden meestal reuma. De kloosterlingen moesten zich kastijden. Dat had dan een tweeledig doel: ze gebruikten dan hiervoor de brandnetel. Ik beschouw als het als een soort sadomasochisme. Tijdens een natuurwandeling pluk ik graag brandnetels, verwijder de bladeren van de stengel en wrijf mijn elleboog er mee in. Tevens haal ik de vezels van de stengel en maak hiervan een touwtje en laat dan de aanwezigen zien hoe sterk de vezel is. Meteen krijg ik de vraag of dit geen pijn veroorzaakt met het omgaan met de bladeren. Vermoedelijk wordt men daar immuun voor: ik voel wel een lichte prikkeling, en de huid zwelt en kleurt rood. Maar wanneer men positief bezig is, staat het ongemak op de tweede plaats. Bij de aanraking van de brandnetel komt er acetylcholine, histamine, serotonine en mierenzuur vrij. Een of alle stoffen zullen voor de mens wel nuttig zijn. Als bloeddonor van de Bloedbank in Eindhoven kwam het regelmatig voor dat mijn ijzergehalte (Hb) in het bloed te laag was. Gevolg: geen afname. Dit deed zich voor vanaf de tijd dat ik in de Vut ging. Ik werkte daarvoor in de metaal. Men eet wel geen ijzer, maar vermoedelijk ijzerstof bij het bewerken van ijzer. Door met deze brandnetelplant om te gaan heb ik toch mijn 100ste bloedafgifte vol kunnen maken voor ik 70 jaar werd. Het is nooit door de bloedbank erkend, dat met het gebruik van de brandnetel het ijzergehalte verhoogd kan worden. Bij het passeren van het golfterrein denk ik altijd nog terug aan het bezoek bij de dokter en mijn golfarm.
Nieuwe Nederlandse vlinders op Saba Saba ligt in de Caribische Zee en is een van de drie eilanden die vroeger behoorden tot de bovenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen. Sinds 10 oktober 2010 heeft Saba, net als Sint Eustatius en Bonaire, de status van bijzondere Nederlandse gemeente gekregen. Deze Tropische eilanden zijn daarmee een onderdeel van Nederland geworden en Nederland heeft er zo een aantal heel bijzondere tropische natuurgebieden bij gekregen. Saba omvat maar 13 vierkante kilometer en is een groen eiland die uniek is. Dit komt doordat het van vulkanische oorsprong is en geologisch nog erg jong. Saba is bergachtig en heeft geen strand. Maar voor de natuurliefhebber is het zeer interessant. De meeste toeristen op Saba gaan duiken vanwege het unieke en zeer uitbundige zeeleven. Op het land telt het zes vegetatiezones namelijk: primair regenwoud, secundair regenwoud, droge bossen, bossen met boomvarens en kustrotsen. Er wordt vermoed dat er nog niet beschreven vlindersoorten aanwezig zijn, vanwege zijn uniekheid van natuur. Er zijn sowieso 15 dagvlinders gesignaleerd, waaronder passiebloemvlinders, diverse blauwtjes, monarchvlinders en een aantal soorten dikkopjes, grote met staarten. Voor de nachtvlinders is het hier een waar paradijs. Er komen zeer veel soorten voor met allerlei prachtige kleuren. Ook hele grote nachtvlinders komen er voor. Het is zeker de moeite waard om op dit prachtige eiland eens te gaan inventariseren en waarschijnlijk zouden we dan ook geheel nieuwe soorten ontdekken. Voor U gelezen Wilma van Kaathoven
In 2009 had Paul, een vrijwilliger bij HOME die zeer handig is in het vlechten met deze vezel, een lengte van 70 meter touw gesponnen, bestemd voor het maken van een visnet. Bij het Heempark in Eindhoven werd mij gevraagd een springtouw te maken van brandneteltouw, te gebruiken bij een kinderactiviteit in de natuur, maar dit zou onbegonnen werk zijn. Maar om toch aan hun vraag te voldoen heb ik de bast verwijderd van een wilgentak, er repen van ± 0,5 cm. breed van gesneden, de einden van 3 repen aan elkaar geknoopt, gevlochten en ook meteen getwijnd, tot een lengte van 3,5 meter. Voor de handgrepen heb ik de stam van de vlierstruik genomen. Zo zagen kinderen dat het mogelijk is om materialen uit de natuur te gebruiken. Best, Rien de Groot (2007) 26
27
De eekhoorn De eekhoorn, rode eekhoorn of gewone eekhoorn (Sciurus vulgaris) is de in Europa meest voorkomende eekhoorn. Kenmerken De eekhoorn is 18 tot 24 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is van 14 tot 20 centimeter lang. Het is een omnivoor (een alleseter of een dier dat in de natuur zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven) en behoort tot de knaagdieren. Al doet de naam anders vermoeden, kan de kleur variëren van zwart tot gelig, met allerlei tinten rood en bruin daartussen. Gewoonlijk zijn de dieren roodbruin met een witte buikzijde, 's winters meer grijzig donkerbruin. De kleur wordt ook grijsachtiger naarmate de eekhoorn ouder wordt. De oorpluimen vallen vooral in de winter op. Een eekhoorn kan de haren op de pluimstaart opzetten. Met zijn lange, gekromde klauwen kan hij makkelijk in bomen klimmen en van tak naar tak springen. Tijdens een sprong spreidt hij zijn ledematen, waarbij de losse huid op de flanken het dier helpt in de lucht te blijven. De pluimstaart dient als roer, waarmee hij zijn sprong kan sturen. Ook kan hij goed zwemmen. De lange staart, de elegante wijze van voortbewegen en de pluimpjes op de oren geven hem een hoge aaibaarheidsfactor. De eekhoorn voedt zich met name met plantaardig materiaal als noten en zaden van sparren en pijnbomen. Verder eten ze knoppen, paddenstoelen, stukken boomschors, en soms dierlijk materiaal, als insecten, eieren en zelfs jonge vogels. Ook eten ze aarde voor mineralen. De eekhoorn eet dagelijks vijf procent van zijn lichaamsgewicht aan voedsel. Net als veel andere knaagdieren leggen eekhoorns wintervoorraden aan. De eekhoorn is een dagdier, dat zich meestal vlak na zonsopgang al laat zien. Ze zijn voornamelijk na zonsopgang en voor zonsondergang actief. 's Winters laten ze zich alleen 's ochtends zien. De eekhoorn houdt geen winterslaap. In plaats daarvan houdt hij zich bij gure dagen in zijn nest verborgen, en bezoekt hij op betere dagen 's ochtends zijn wintervoorraad. 28
Nest De eekhoorn maakt gebruik van meerdere nesten. Het nest is rond met een diameter van dertig centimeter in bomen, op minstens zes meter hoogte, vlakbij de boomstam. Soms maken ze ook een nest op een tak of in een holle boom. Buitenste zijde van het nest wordt gemaakt van twijgen, en de binnenzijde wordt bekleed met mos en gras. Nesten waarin de jongen worden geboren, zijn bekleed met een dikkere laag.
Levensverwachting Eekhoorns worden zes tot zeven jaar in het wild, tot tien jaar in gevangenschap. De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn marters, roofvogels en huishonden en -katten. Ook sterven dieren door verhongering en auto-ongelukken. Vooral in hun eerste jaar sterven veel dieren. Om aan zijn vijanden te ontkomen rent de eekhoorn spiraalsgewijs omhoog tegen een boom.
Sociaal gedrag en voortplanting De woongebieden overlappen elkaar. Vooral in de winter, waarin de woongebieden groter zijn, is er veel overlap tussen de woongebieden. Vrouwtjes wonen meer verspreid van elkaar dan mannetjes, waardoor overlap tussen de woongebieden van vrouwtjes minder voorkomt. In de paartijd jagen de mannetjes achter elkaar aan, mogelijk om een hiërarchie tussen de mannetjes vast te stellen en zo het recht om te mogen paren te verwerven. De paartijd is op zijn hoogtepunt tussen januari en maart. De draagtijd duurt 38 dagen. Meestal worden de jongen tussen maart en mei geboren, mits er voldoende goede dennenappels zijn. Anders worden de jongen tussen juli en september geboren. Per worp krijgt een vrouwtje één tot acht jongen (gemiddeld drie). De jongen zijn bij de geboorte tien tot vijftien gram zwaar. Alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen. Bij verstoring draagt het vrouwtje de jongen uit het nest. Na zeven tot acht weken begeven ze zich voor het eerst buiten het nest, en na zeven tot tien weken worden ze gespeend. Als de jongen tien tot zestien weken oud zijn, zijn ze onafhankelijk. De dieren zijn over het algemeen na tien tot twaalf maanden geslachtsrijp.
Verspreiding en leefgebied De eekhoorn leeft voornamelijk in uitgestrekte naaldbossen en gemengde bossen waarin naaldbomen overheersen. Ook komen ze voor in parken en tuinen. Ze zijn minder algemeen in kleinere naaldbossen of in loofbossen. In de bergen komen ze voor tot op tweeduizend meter hoogte. De eekhoorn komt voor van Europa tot Noordoost-China. Hij komt niet voor in ZuidSpanje en enkele Mediterrane eilanden. Op de Britse Eilanden en in Noord-Italië wordt hij langzaam maar zeker verdrongen door de grotere, zwaardere grijze eekhoorn. 29
Woon- en nestkast eekhoorn
Eekhoornvoer
Unieke, ruime nestkast voor eekhoorntjes kunt u zelf timmeren. De eekhoorn gebruikt vaak meerdere nestkasten voor het slapen, schuilen en kramen. De nestkast is uiteraard voorzien van een deurtje zodat het mogelijk is om er droge bladeren, hooi of verfrommelde kranten in te doen om het de eekhoorntjes aangenamer te maken. De eekhoornnestkast die u koopt dient te zijn gemaakt van FSC hout. De letters FSC staan voor Forest Stewardship council, wat neerkomt op een soort van internationale raad voor Duurzaam Bosbeheer. Dit is een organisatie waarin boseigenaars, houtverkopers, milieuverenigingen en vertegenwoordigers van de lokale bevolking samenwerken om het bosbeheer te verbeteren. De eekhoornkast meet: 30 x 30 x 41 cm en is ook door u te timmeren.
Speciaal samengesteld eekhoornvoer. In dit eekhoornvoer zit een uitgebalanceerd mengsel van maïs, zwarte zonnebloempitten, tarwe, haver, rode gierst, pinda's,... Speciaal samengesteld voer voor eekhoorns zorgt voor een evenwichtige en gevarieerde voeding. Eekhoorntjes komen in de tuin op zoek naar nestmaterialen (mos), nestgelegenheid of water, maar meestal zijn ze op zoek naar voedsel. Garantie van hoge kwaliteit van het eekhoornvoer door verpakking in speciale vershoudfolie.
Eekhoorntjes voederkast Soms zorgen eekhoorns voor grote ergernis door voedersilo’s voor de vogels open te breken. Dit kunt u voorkomen door ze een eigen voederhuis speciaal ontworpen voor eekhoorntjes te geven. Deze voedertoren kunt u o.a. vullen met pinda's, zonnebloempitten, tamme kastanjes, walnoten, hazelnoten, beukennootjes, pijnboomnoten, havermout, muesli,... De eekhoorn ziet het voedsel achter het doorzichtige plastieken plaatje en ruikt het eten en heft zelf het deksel op om aan het voedsel te geraken. Daarna veert het deksel automatisch terug dicht zodat het er niet kan in regenen. Eekhoorns zijn boeiende dieren. De bekende pluimstaart, pluimoren en hun mooie vacht is leuk om naar te kijken. In tegenstelling tot veel andere dieren zijn ze overdag actief. Door ze voedsel aan te bieden via het voederhuis voor eekhoorntjes kun je hun gedrag en bewegingen goed opvolgen. In de zomer zijn eekhoorns vooral vroeg in de ochtend en tegen de avond druk in de weer. Daartussenin houden ze een middagslaapje. In de winter zijn eekhoorns maar enkele uren per dag actief en komen ze zeker af op hun voederhuis. De rest van de tijd rusten of slapen ze in een lekker warm nest.
Eekhoorn voedersilo Het is prachtig om te zien hoe de eekhoorns het klepje openen en het voer eruit halen. Afmetingen voederkast (H x B x D): 25 x 12 x 13 cm + nog het loopplankje ervoor van 16 cm. 30
Pinda’s voeren Pinda’s zijn geen natuurlijk onderdeel van een eekhoorn dieet. Pinda’s komen vaak niet voor in de leefomgeving van de meeste eekhoorns. In ieder geval niet van de Amerikaanse en Europese soorten. Pinda’s zijn geen noten. Pinda’s zijn bonen. Pinda’s missen belangrijke voedingstoffen en hun dunne schil maakt ze ongeschikt voor hamsteren. Als alternatief kun je de eekhoorns beter hazelnoten en cedernoten voeren. Deze hebben een mooie maat, een harde schil en de eekhoorns zijn er gek op! Hazelnoten zijn ook verkrijgbaar zonder schil. Voer hier niet te veel van omdat deze snel bederven als de eekhoorns ze opslaan. Daarbij is het goed te realiseren dat hazelnoten en cedernoten duur zijn. Uiteraard behoren ze in het standaard voerpakket van veel eekhoorns. Als je dit echter zou kunnen aanvullen met de goedkopere pinda’s is dat wenselijk. Op zich is dit mogelijk als je daarbij maar gebruik maakt van geroosterde, ongezouten pinda’s! Door het roosteren verdwijnen de negatieve bijwerkingen van de pinda’s. Ook deze zijn in de dop verkrijgbaar. Voer ze dan wel met mate zodat er geen grote hoeveelheden worden opgeslagen door de eekhoorns. Nog steeds behoren de pinda’s dan tot de “snoepjes” voor de eekhoorn en niet tot het gezonde gedeelte van de voeding.
Geen rauwe en gezouten pinda’s AUB! Voer geen rauwe pinda’s aan eekhoorns omdat ze een serieuze bedreiging vormen voor de gezondheid van de eekhoorn. Dit advies komt van professor James K. Kieswetter, van medical Lake. Eekhoorns die gevoed werden met rauwe pinda’s, sojabonen en zoete aardappelen ontwikkelde al snel ernstige ondervoeding. De oplossing is eenvoudig, zo ontdekte Kieswetter. Rooster de pinda’s. Volgens de Washington State Coöperatieve Extension Service is het roosteren van de pinda’s voor 20 tot 30 minuten op 150 graden, voldoende om de trypsine remmers te vernietigen. Hiermee worden de pinda’s geschikt voor voeding. Tijdens het roosteren dienen de pinda’s regelmatige gedraaid te worden. Lijkt je dit te veel werk, koop ze dan gewoon geroosterd. Zorg er wel voor dat ze niet gezouten zijn. Voer nooit gezouten noten of andere producten aan de eekhoorns. 31
Activiteiten IVN Oirschot
Lid of donateur worden van het IVN Oirschot
oktober 2011 16 okt.
zondag 10.00 uur paddenstoelen
coördinatie Todor/Wiel
Het IVN Oirschot is een enthousiaste club mensen die zich op allerlei manieren, maar vooral door middel van educatie, inzet voor de natuur in onze directe omgeving.
18 okt.
28 okt.
dinsdag 20,00 uur Samenstelling programma 2012 coördinatie Bestuur vrijdag 19.00 uur Haloween Jong en Oud Van Viskwekerij naar Watermolen coördinatie Jack van de Schoot/Karin/Loet
Wie lid of donateur wordt, zal zich gauw bij ons thuis voelen en mag veel leuke en leerzame activiteiten verwachten die met natuur te maken hebben. Om hier bekendheid aan te geven ontvangen leden en donateurs ieder seizoen de ‘Vergeet-mij-niet’. Ons eigen afdelingsblad dat wordt samengesteld uit bijdragen van iedereen die iets te melden heeft. Daarin vindt u ook altijd onze afdelingsactiviteiten voor het lopende seizoen.
november 2011
IVN-Oirschot kent verder een aantal werkgroepen. Nieuwe leden en donateurs zijn
5 nov.
zaterdag
Natuurwerkdag
coördinatie Piet
8 nov.
dinsdag 20.00 uur Lezing ‘de Wolf komt eraan’
20 nov.
zondag 10.00 uur Landgoed de Utrecht en arboretum coördinatie Jan/Loet
van harte welkom om in een of meerdere werkgroepen actief deel te nemen. Dankbaar en leerzaam werk, dat bovendien veel gezelligheid met zich meebrengt.
coördinatie Adriaan
Wat kost een lidmaatschap?
22 nov.
dinsdag 20.00 uur Aktieve ledenavond
Bestuur
december 2011
De contributie wordt jaarlijks geïnd en bedraagt:
• voor leden: € 17,• voor donateurs: € 10,-- (minimaal richtbedrag) • voor huisgenootleden € 10,-(in geval van huisgenootlidmaatschap is een ander gezinslid al lid van IVN Oirschot)
13 dec.
dinsdag 20.00 uur Filmavond door Cor Speek
coördinatie Jack
18 dec.
zondag 10.00 uur Snertwandeling nabij watermolen door onze nieuwe gidsen coördinatie Christ/nieuwe gidsen
Hoe kan ik me aanmelden? Heel eenvoudig. Een telefoontje naar het secretariaat: Jack van Nunen tel. 0499 - 57 27 01 U ontvangt dan een inschrijfformulier.
Wij zien u graag terug op onze activiteiten Alle activiteiten onder voorbehoud. Soms kunnen weersomstandigheden tot wijzigingen leiden. Alle avonden worden in Sociaal Cultureel Centrum De Enck gehouden en beginnen om 20.00 uur. Samenkomst voor wandelingen en andere activiteiten vanaf parkeerplaats bij De Enck (St.Jorisstraat). Van de buitenactiviteiten zijn de vertrektijden voor fietsers om 9.45 uur en auto’s om 10.00 uur 32
en wensen u vooral veel plezier bij het IVN Oirschot!