tijdschrift voor bibliotheek & archief
2012 | 5
BouweN AAN De toekomst
BiBliotheken en archieven: onmisBaar voor een sterk Beleid
De beste bib van Vlaanderen en Brussel staat in Balen Landboeken in kaart gebracht. Contextueel en typologisch onderzoek De archieven van de Benedictijnse gemeenschap New-Norcia (Australië) Lokale en provinciale verkiezingen: samen aan de slag
Analyseren. Vergelijken. Beslissen.
De meest efficiënte manier om uw elektronische bronnen te evalueren en weloverwogen budgetbeslissingen te maken. • • • •
Prijsinformatie en gebruiksgegevens worden automatisch samengevoegd in een volledig overzicht. Diepgaande analyse van uw elektronische bronnen dankzij uitgebreide rapportagemogelijkheden. Weloverwogen inkoop- en vernieuwingsbeslissingen door nauwkeurige gebruiksinformatie. Deel gebruiksgegevens met uw consortium.
Swets België twittert en dit in zowel het Nederlands (@Swetsbelgium) als in het Frans (@Swetsbelgique) Wilt u ook op de hoogte blijven van wat er gebeurt bij Swets? Stuur dan snel een mailtje naar
[email protected] om u in te schrijven voor onze nieuwsbrief. Swets Information Services NV, Europark-Oost 34 C, 9100 Sint-Niklaas T 03 780 62 62 – E
[email protected]
editoriaal
Halfweg
VERANTWOORDELUKE UITGEVER
Carol Vanhoutte, voorzitter sectie OB
Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx •
[email protected] REDACTIE Klaartje Brits, Jo Cooymans,
We zijn ondertussen al halfweg 2012 en hebben onze eerste verkiezing van Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel achter de rug. Wat in 2011 een vergezocht idee van onze Noorderburen leek, werd een leuke en vooral leerzame onderneming. Zoals onze collega, Eimer Wieldraaijer, schreef in Bibliotheekblad van april, kregen wij onze twaalfstedentocht langs twaalf Vlaamse en Brusselse bibliotheken: Veurne en Zwevegem, Zonnebeke en Dendermonde, Balen en Bonheiden, Overpelt en Genk, Leuven en Londerzeel, Schaarbeek en Elsene.
Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Inge Van Nieuwerburgh, Patrick Vanhoucke,
Algemene verrassing dat het kleine Balen de eerste prijs wegkaapte. Volgens het juryrapport en bij monde van Brigitte Raskin, voorzitster van de jury “een bibliotheek die elke regel van het decreet lokaal cultuurbeleid ademt en op een aangename manier in de praktijk brengt, voortbouwend op de roots van de traditionele bibliotheek.”
Bruno Vermeeren. VRIJWILLIGER Cindy Mergits REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected] REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected]
De verkiezing van de Beste Bib van Vlaanderen en Brussel heeft een sterke dynamiek in gang gezet. De betrokkenheid van de bibliotheekbezoekers bij de talrijke publieksstemmen, de (h)erkenning van de juryverslagen bij de lokale besturen en de wil om hiermee aan de slag te gaan, en tot slot de ontdekking bij onze Noorderburen van degelijke, kwaliteitsvolle openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel. Deze dynamiek is ook duidelijk af te leiden uit tal van grote investeringen bij diverse lokale besturen Dat onze beleidsmakers zich degelijk bewust zijn van de maatschappelijke waarde van sterke, goed uitgeruste en toekomstgerichte openbare bibliotheken, blijkt uit tal van sterke en innoverende initiatieven. Muntpunt in Brussel, Bibplus in Roeselare, een nieuwe bibliotheek in Waregem en De Waalse Krook, de bib van de 21e eeuw in Gent zijn duidelijke voorbeelden dat lokale besturen en Vlaanderen volop aan de toekomst bouwen. Laat onze noorderburen over enkele jaren maar opnieuw langskomen voor een tweede editie van de Beste Bib van Vlaanderen en Brussel. Wij als belangenbehartiger willen maar al te graag onze schouders hieronder zetten.
LAY-OUT Marc Engels DRUK Enschedé-Van Muysewinkel META verschijnt 9x per jaar, behalve in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie
De komende maanden zal de aandacht vooral naar de lokale en provinciale verkiezingen uitgaan. De VVBAD heeft in het licht van deze verkiezingen een memorandum opgesteld. Onder impuls van het Planlastdecreet krijgen de lokale besturen meer autonomie en vrijheid in hun beleid. Het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid zit in zijn eindfase en zal in september een feit zijn. Ook al behoudt het decreet de lokale bibliotheek als basisvoorziening, de onduidelijkheden over voldoende deskundig personeel en laagdrempeligheid doen onze wenkbrauwen fronsen. De VVBAD vraagt dan ook in haar memorandum de nodige aandacht voor de bibliotheek en de archiefdienst bij de lokale besturen. Bibliotheken en archieven zijn immers onmisbaar voor een sterk beleid.
op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.
We zijn halfweg 2012 en het belooft nog een boeiend jaar te worden. ISSN 2033-639X
META 2012 | 5 |
1
inhoud
META 2012/5 Jaargang 88 - juli 2012 Foto: © TV RCR Arquitectes / Coussée & Goris architecten
1
Editoriaal Halfweg
4
Nieuws
8
Artikel Landboeken in kaart gebracht. Contextueel en typologisch onderzoek als basis van archivistische beschrijving
32
Essay Lokale en provinciale verkiezingen: samen aan de slag Bruno Vermeeren
35
Column Awardobesitas Eva Simon
Het citaat
Pieter Beyls
36 14
19
Interview De beste bib van Vlaanderen en Brussel staat in Balen
De vraag Zit de publiekrechtelijke archiefregelgeving in een impasse?
Cindy Mergits en Julie Hendrickx
Johan Vannieuwenhuyse
Artikel De archieven van de Benedictijnse gemeenschap New-Norcia (West-Australië)
38
De beste bib • Bib Elsene • Bib Genk
Leen Charles
40
Kroniek • Tentoonstelling ‘Ere wie ere toekomt’ • Tentoonstelling ‘Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis’ • FAAD studievoormiddag
24
Signalement Openbare bibliotheek Balen
26
Etalage SERV-informatiecel
27
Inzet Luc De Munck
28
Over de grens Hengelo ‘Beste Bibliotheek van Nederland 2011’
43
Duurzaam Duurzame informatie en energie-efficiënte Tom Cocquyt
44
Personalia
45
Zo gehoord Johan Eeckeloo
Roel Lauwers
46
Activiteiten
Het cijfer
48
Uitzicht
Monic Gierveld
30
31
Trend De plug-inbibliotheek
Het plan
META 2012 | 5 |
3
nieuws
Wie wordt de Bibste van het land? Zondag 14 oktober 2012 trekken we met z’n allen naar de stembus om ons uit te spreken over het toekomstige lokale beleid. Als instrumenten van dat lokale beleid volgen bibliotheken deze verkiezingen uiteraard op de voet. Meer zelfs, ze laten van 20 tot 28 oktober 2012 tijdens de Bibliotheekweek burgers dromen over de toekomst van de bib. Die dromen zijn meteen een geschenk voor het pasverkozen beleid als ideeën en suggesties voor de bib van de komende zes jaar. Van getuigenissen naar dromen In 2011 verzamelden bibliotheken met de campagne ‘Dankzij de Bib…’ heel wat getuigenissen van bibliotheekgebruikers over wat men apprecieert aan de bib en waar men de bib dankbaar voor is. Dat vormde een mooie staalkaart van de huidige werking van de bib en hoe mensen die ervaren. Met de Bibliotheekweek 2012 slaan we nu de brug naar de toekomst. De hartverwarmende verhalen van vorig jaar bejubelden de bib van vandaag, maar hoe vindt de gebruiker dat de bib mag evolueren de komende jaren? Wat verwacht hij van de bib? Wat moet er blijven, wat mag er veranderen, waar droomt men van? Bibliotheekweek 2012 wordt een dromencampagne. De campagne heeft bovendien een duidelijk doel: De dromen van burgers en gebruikers voeden het gemeentelijk bibliotheekbeleid dat na de verkiezingen geschreven en gemaakt wordt voor de komende zes jaar. dromen vangen De motor van het dromen vangen is de online ideeënbox http://www.bibstevanhetland.be. Vanaf half september tot begin november stromen de droomideeën over de bib daar toe. Dromers duiden hun bib aan en vertellen wat ze wensen van hun lokale bib. Iedere bib verzamelt de ingestuurde dromen en ontsluit die voor het beleid. Leuk is dat dromers kunnen zien waar men elders over droomt, ze kunnen op de dromen in andere bibliotheken stemmen. De goede ideeën komen zo spontaan, door de gebruikers, naar boven. Dit online format wordt uiteraard aangevuld met lokale droomsessies en andere fysieke vormen van dromen verzamelen in de bib. het campagnebeeld Het beeld roept de sfeer van sprookjes op, een wereld waar gedroomd mag worden. De baseline, refererend naar het sprookje Sneeuwwitje, suggereert die sfeer ook. De ondertitel maakt het werk van de affiche volledig: het gaat over de bib, over dromen over de bib en ik kan zelf meedromen. Meer informatie Downloads van het campagnemateriaal vindt u op de website van LOCUS (steunpunt voor bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en lokaal cultuurbeleid). Contact: Bram Tollenaere – LOCUS - Tel. 02 213 10 53 -
[email protected]
4 | META 2012 | 5
nieuws
VVBAD op hoorzitting Vlaams Parlement Op 30 mei ll. organiseerde de Commissie Cultuur van het Vlaams Parlement een hoorzitting, onder meer over het decreet Lokaal Cultuurbeleid en het Cultureelerfgoeddecreet. De commissie nodigde onder meer vertegenwoordigers uit van de VVSG, de VVP, de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC), de steunpunten LOCUS en FARO, de VVBAD en het Cultureel-erfgoedoverleg. Namens de VVBAD voerde Carol Vanhoutte het woord. Carol is voorzitter van de sectie Openbare Bibliotheken en lid van de Raad van Bestuur van de vereniging. Zij gaf toelichting bij het standpunt van de vereniging over het decreet Lokaal Cultuurbeleid. Voor het Cultureel-erfgoeddecreet verwees zij naar het standpunt van het Cultureel-erfgoedoverleg. Dat standpunt werd vertolkt door Bruno Vermeeren, momenteel voorzitter van het overleg. Beide decreten worden nu behandeld door de Commissie en nadien gestemd in het Vlaams Parlement. (BV)
IFLA brengt paper uit over e-lenen IFLA gaf een werkgroep de opdracht om een paper over e-lending (digitaal uitlenen) te schrijven. Deze werd goedgekeurd en is vanaf mei ook te downloaden van de website. De publicatie bevat heel wat nuttige informatie over digitaal uitlenen: zo wordt er allereerst een overzicht gegeven van de belangrijkste gebruikers en verdelers van e-books. Vervolgens worden de moeilijkheden waarmee uitgevers geconfronteerd worden bij het publiceren van e-books, behandeld. Hierop worden verschillen tussen academische en openbare bibliotheken besproken, aangezien zij andere vereisten hebben en verschillende hindernissen ondergaan betreffende
hun digitale collecties. De formaten van e-books worden ook behandeld, omdat dit voor bibliotheken belangrijk is voor het al dan niet aankopen van exemplaren. Bovendien wordt er gekeken naar de legale context van digitale bronnen in de bibliotheek, die uitvoeriger wordt besproken in de appendix van de paper, en naar hoe de bibliotheek haar basisprincipes kan behouden bij het uitlenen van die digitale documenten. De paper kan de volgende maanden onderhevig zijn aan veranderingen. IFLA nodigt mensen uit om hun eigen ervaringen, nuttige informatie of verslagen te delen met de werkgroep E-lending. (CM) > inlichtingen:
[email protected]. > download de paper: http://www.ifla.org/files/clm/ publications/ifla_background_paper_e-lending_0. pdf
nationalistische en regionalistische partijen (http://eic.nise.eu). Deze Guide to the Archives krijgt een vervolg in het zogenaamde Flying Archivistproject. Daarbij kunnen een geselecteerd aantal partijen van de EFA een uitzonderlijk beroep doen op NISE om hen te assisteren bij de meest dringende en elementaire noden voor het beheer van hun archief. NISE is een Europees historiografisch, heuristisch en archivistisch platform gecoördineerd door het ADVN (Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme). NISE wil de wetenschappelijke historiografie van nationale bewegingen faciliteren, in het bijzonder over de intermediaire structuren (organisaties, kringen, tijdschriften, partijen etc). Een deel van de werking van NISE richt zich op het archivalische en documentaire erfgoed van deze intermediaire structuren. > the need for and the needs of archives. Guide to the archives of the european Free alliance (nise
NISE finaliseert Guide to the Archives-project Dit voorjaar rondde NISE (National movements and Intermediary Structures in Europe) het Guide to the Archivesproject af. In opdracht van het Centre Maurits Coppieters (CMC) werden in de voorbije drie jaar de situatie en noden in kaart gebracht van de archieven van de partijen verzameld in de European Free Alliance (EFA). Op basis van enquêtes, interviews en plaatsbezoeken werd een omstandig rapport samengesteld. Dat rapport vormt de basis voor de publicatie The need for and the needs of archives. Guide to the archives of the European Free Alliance. De informatie over de ruim veertig archieven, de partijen en de archiefbewaarplaatsen is publiek beschikbaar langs een online database (http://gta. nise.eu). Verder werd er ook een aanzet gemaakt tot een online handleiding met beknopte adviezen voor het behoud en beheer van de archieven van (en door)
Proceedings 2) / luc Boeva & tom Cobbaert. – antwerpen: adVn, 2012. – 78 p. > http://www.nise.eu
Tom Cobbaert
Vormingspakket ‘Cultuuraanbieders en mensen in armoede’ Het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM) vroeg in 2010 om een armoedevorming voor cultuuraanbieders die zeer praktijkgericht moest zijn. Om deze cursus te kunnen organiseren, werkten het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en de overleggroep Cultuur en Vrije Tijd (een groep binnen dat Vlaams Netwerk ) nauw samen. Het resultaat was een cursus over de complexiteit van armoede. Cultuuraanbieders werden hierin uitgelegd hoe mensen in geldnood beter bij cultuur
META 2012 | 5 |
5
nieuws
betrokken kunnen worden. Er is nu ook een papieren versie van deze vorming en de verkregen inzichten. Dit vormingspakket ‘Cultuuraanbieders en mensen in armoede’ is online te verkrijgen via de website van het CJSM. (CM) > http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/downloads/ vormingspakket-armoede.pdf
Het Karel van Mander Instituut Dit zal de naam zijn van het nieuwe instituut dat vanaf 1 januari 2013 in Nederland tot stand zal komen door de samenwerking tussen het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) en het Rijksmuseum. De bedoeling is om een groots wetenschappelijk kunsthistorisch instituut te creëren. De idealen van het instituut zijn al terug te vinden in de naamgeving: Karel van Mander was de grondlegger van de Nederlandse kunstgeschiedenis. Het Karel van Mander Instituut heeft als doel om de kennis van de kunst van de Nederlanden in internationale context te vergroten. Voorts wil de organisatie de schakel zijn tussen musea, universiteiten en andere instituten in het binnen- en buitenland. Daarom heeft het zichzelf een aantal taken gegeven. Zo wil het wetenschappelijke steun geven aan musea op gebied van beheer en ontsluiting van collecties, research en tentoonstellingen. Voorts wil de organisatie kunsthistorisch onderzoek aanmoedigen door het houden van studiedagen en symposia, en door een internationaal programma te organiseren voor studiebeurzen. Bovendien wil het contribueren aan de opleiding van kunsthistorici. Het Instituut wordt opgericht op verzoek van de Staatssecretaris van OCW, die het kunsthistorische onderzoek in Nederland betere wil structureren. Waarom zijn het Rijksmuseum en het RKD hiervoor aangesteld? De collecties van deze beide instituten vallen mooi samen: waar het 6 | META 2012 | 5
Rijksmuseum een uniek assortiment Nederlandse kunst heeft, daterend van de late middeleeuwen tot het heden, houdt het RKD een uitmuntende verzameling van archief-, documentatie,- en bibliotheekgegevens over de westerse kunst uit deze periode. Het Rijksmuseum heeft voorts het Ateliergebouw, een internationaal centrum voor kunstrestauratie, terwijl het RKD een groot internationaal netwerk heeft. Bovendien heeft het Rijksmuseum de oudste kunsthistorische bibliotheek van Nederland. Beide instellingen zullen menskracht, middelen en producten inzetten om het Karel van Mander Instituut een succes te maken. Hoewel de directies van beide organisaties gezamenlijk de leiding hebben, raadt de Raad voor Cultuur wel aan om het RKD de leiding te geven over het ontwikkelingsproces. Voorts vindt de Raad voor Cultuur in het recent uitgebrachte advies over het ingediende plan het eerste concept voor het Karel van Mander Instituut te vrijblijvend. Als het instituut een spil wil zijn, een mondiale functie wil hebben op het gebied van kennisontwikkeling van de kunst van de Nederlanden, en de schakel wil zijn tussen organisaties in binnen- en buitenland, zal de opzet ambitieuzer moeten zijn. Het eerste ontwerp voor het instituut zal dus nog aangevuld moeten worden, wil het ooit hét kenniscentrum worden dat ten dienste staat van de hele museale sector. De Raad voor Cultuur is wel positief over de toekomst en vindt het haalbaar en wenselijk dat het Karel van Mander Instituut zich globaal zal positioneren als instituut voor museaal en objectgebonden onderzoek van wereldformaat. (CM)
IFLA brengt advies uit over verweesde werken en depotplicht IFLA probeert, met behulp van het Digital Content Programme (behorende tot de Key Initiatives 2011-2012), te zorgen voor een juridische, technische en
professionele basis. Door dit fundament kunnen bibliotheken een belangrijke rol spelen in het verzamelen, beschermen en toegang bieden tot allerhande fysieke en digitale materialen. Hiervoor heeft IFLA twee Statements opgesteld en goedgekeurd: het Statement on Legal Deposit en het Statement on Orphan Works. 1 Het eerste (te vinden op http://www. ifla.org/en/publications/ifla-statementon-legal-deposit) geeft de voordelen en overwegingen voor een, al dan niet verplicht, fysiek en elektronisch legal deposit. IFLA is overtuigd van het belang van een depotplicht, aangezien het belangrijk is voor het behoud van en de toegang tot het documentaire erfgoed. Het tweede Statement gaat over orphan works: documenten waarvan de auteursrechthouders niet bekend zijn. Hierdoor kan de bibliotheek geen toestemming vragen om die werken te gebruiken. IFLA zou graag hebben dat er een formele structuur wordt opgesteld zodat orphan works toch gebruikt kunnen worden. Dit zou ook zeer gemakkelijk zijn bij grote digitaliseringprojecten. 2 Deze Statement on Orphan Works is te vinden op: http://www.ifla. org/en/publications/ifla-statement-onorphan-works.) (CM)
1 IFLA Headquarters, ‘IFLA Key Initiatives 2011-2012,’ zie: http://www.ifla.org/files/hq/gb/strategic-plan/ key-initiatives-2011.pdf (bezocht op 23 mei 2012). 2 IFLA, ‘IFLA Statement on Orphan Works,’ zie: http://www.ifla.org/en/publications/ifla-statement-on-orphan-works (bezocht op 23 mei 2012).
nieuws
Meer dan 3,2 miljoen gedigitaliseerde krantenpagina’s beschikbaar in de KB van België In 2005 lanceerde de Koninklijke Bibliotheek van België in samenwerking met het Stadsarchief van Brussel een pilootproject waarbij de krant Le Soir (periode 1887-1970) werd gedigitaliseerd. Een jaar later kreeg de Koninklijke Bibliotheek in het kader van het ‘plan voor de digitalisering van het erfgoed van de federale wetenschappelijke instellingen’ de opdracht om een representatieve selectie van Belgische kranten uit de 19e en 20e eeuw te digitaliseren (kostprijs: 4,5 miljoen euro). Begin mei 2012 stelde de Koninklijke Bibliotheek het resultaat van dit grootschalige project voor: 3,2 miljoen krantenpagina’s uit een 70-tal Belgische dagbladen uit de periode 1831-1950 zijn digitaal beschikbaar in de afdeling Kranten en Hedendaagse Media van de Koninklijke Bibliotheek. De kranten die in het kader van dit project werden gedigitaliseerd, werden zorgvuldig geselecteerd. Daarbij waren vooral criteria die de representativiteit van de titel bepaalden van groot belang: oprichtingsdatum, taal, plaats van verschijning, ideologische en filosofische oriëntering... Zo bevinden zich onder de gedigitaliseerde titels heel wat kranten die
Foto: Francis Vlieghe.
tijdens WOI en WOII werden gecensureerd. Uiteraard werden ook enkele uiterst zeldzame schatten uit de collectie aan de selectie toegevoegd. Ondanks de omvang van dit grootschalige project beslaat het aantal gedigitaliseerde kranten slechts 5 procent van de volledige krantencollectie van de Koninklijke Bibliotheek. De gedigitaliseerde kranten kunnen voortaan worden geraadpleegd in een aparte ruimte in de leeszaal van de afdeling Kranten en Hedendaagse Media, waar vijf speciale pc’s ter beschikking staan van de lezers. Door de strikte naleving van de wetgeving op het auteursrecht kunnen de kranten voorlopig enkel binnen de muren van de Koninklijke Bibliotheek worden geraadpleegd. Meer informatie en de gebruikershandleiding met een overzicht van de gedigitaliseerde kranten vind je op http://www. kbr.be/collections/journaux/journaux_nl.html Tom Cobbaert
META 2012 | 5 |
7
Landboeken in kaart gebracht
Contextueel en typologisch onderzoek als basis van archivistische beschrijving
Pieter Beyls, classicus-archivaris
Landboeken zijn van onschatbare waarde voor genealogen en historici: elk landboek is uniek. De archivistische beschrijving van deze bronnen vormt een interessante uitdaging voor archivarissen. De bestaande archiefterminologie gaat immers voorbij aan een aantal belangrijke aspecten van de archiefvorming. Recent onderzoek naar de brede context en de oorspronkelijke titels van deze archiefstukken heeft een aantal concrete aanbevelingen opgeleverd. Pieter verdiende met zijn scriptie een eervolle vermelding tijdens de uitreiking van de Ger Schmookprijs 2011. Afbeelding: “Nieuwen ommelooper”, landboek met kaarten van Nederbrakel, opgemaakt door de landmeter Benedictus Pieters, 1794 (© RAG, OGA Nederbrakel, nr. 246).
8 | META 2012 | 4
artikel
Bij het Rijksarchief is een studie verschenen van de landboekhouding in het graafschap Vlaanderen. Deze publicatie vertrekt vanuit een contextuele analyse van landboeken. Dit onderzoek vormt de basis van een bronnentypologie, die de verbanden blootlegt in de heterogene verzameling archiefbescheiden die betrekking hebben op de registratie van onroerende goederen. Veel aandacht gaat ook uit naar de administratieve gewoonten die mee vorm gaven aan deze leggers en registers. Een gron“Taeffelbouck”, gebruikboek van dige contextualisering bleek Opbrakel, 1741-1773 (© RAG, OGA noodzakelijk om inzicht te krij- Opbrakel, nr. 214). gen in de rijke variatie aan formele titels; een verfijning van de bestaande archiefterminologie drong zich op.
CONTEXT VAN DE LANDBOEKHOUDING Diverse archiefvormers hadden er baat bij om gegevens over gronden en andere onroerende goederen systematisch bij te houden. Grosso modo kunnen we drie motieven onderscheiden waarom instellingen of private archiefvormers gegevens betreffende onroerende goederen vastleggen: • Registreren van grondbezit en grondgebruik in het teken van de inning van belastingen. • Verzekeren van de rechtsgeldigheid van privaatrechtelijke transacties op lange termijn. • In kaart brengen van eigen bezittingen, rechten en inkomsten. Elke vastlegging en inning van belastingen is gebaat bij een waarheidsgetrouw en volledig overzicht van de inkomsten, activiteiten en bezittingen van personen die in een bepaald rechtsgebied wonen of werken. Diverse publiekrechtelijke instellingen lieten daarom leggers opmaken. Wateringen, die instonden voor de waterhuishouding in een bepaald gebied, legden ommelopers aan, boeken
waarin alle percelen binnen een bepaalde watering werden opgetekend. Dat was nodig om de lasten voor het onderhoud van de dijken en waterlopen evenredig te kunnen verdelen over de grondeigenaars. De wijzigingen in het grondbezit werden geregistreerd in verhoofdingboeken. Op een gelijkaardige manier werden in de meeste dorpen in het graafschap Vlaanderen landboeken en gebruikboeken opgesteld: het landboek bevat een overzicht van alle percelen van een dorp; het gebruikboek geeft bij elke grondgebruiker, die uiteindelijk de belasting moest betalen, een overzicht van de oppervlakte en/of de opbrengstwaarde van de bewerkte percelen. De steden inden vooral indirecte belastingen, bijvoorbeeld accijnzen op het verbruik van wijn en bier. Hier en daar bestond er echter ook een belasting op de huurwaarde of de eigendomsmutatie van huizen. In Gent en Aalst kende men bijvoorbeeld registers van het huisgeld. Ook in het privaatrecht heeft de registratie van onroerend goed een belangrijke functie. Diverse transacties waarbij onroerende goederen aan bod komen, kunnen immers
slechts op een duurzame wijze hun rechtsgeldigheid behouden als alle gegevens goed worden geregistreerd en bijgehouden. De verkoop of schenking van een huis, een hypotheek of erfdienstbaarheid op een bepaald perceel werd meestal door de plaatselijke griffier vastgelegd in een akte (de zogenaamde ‘wettelijke passeringen’). In verschillende steden probeerde men deze registratie te centraliseren in grote registers of wijkboeken waarin per wijk, per straat en per huis de verschillende transacties door de jaren heen werden bijgehouden. Voorbeelden zijn te vinden in onder meer Oudenaarde, Ronse en Brugge.
diachrone studie mogelijk van de evolutie van het grondbezit en grondgebruik, de bevolking, de plaatsnamen en het landschap. Zeker als ook de bijhorende kaarten bewaard zijn gebleven, kunnen we op die manier het (leven op het) Vlaamse platteland van de 17e en 18e eeuw zichtbaar maken.
Ten slotte maakten zowel publieke als private archiefvormers gebruik van leggers om hun eigen rechten “Metynck- ende caerteboeck”, landboek of inkomsten uit onroerende met kaarten van Dikkele, opgemaakt goederen te registreren. Deze door de landmeter Philippe De Clercq, inkomsten konden bijvoor- 1766 (© RAG, OGA Dikkele, nr. 19). beeld voortvloeien uit de verpachting of rentebezetting van gronden, de uitoefening van bepaalde rechten zoals landcijns, schoofrechten, tiendrechten, enzovoort. ARCHIEFVORMERS EN Grote abdijen en adellijke ARCHIEFBEHEERDERS families lieten in prestigieuze Archiefgebruikers gaan vaak kaartboeken hun grondbezit voorbij aan de personen of in kaart brengen. instellingen die betrokken waren bij de totstandkoming Voor het graafschap Vlaan- van archiefbescheiden. Ten deren zijn vooral de land- en onrechte, want de drijfveren gebruikboeken eersterangs- en werkmethodes van zowel bronnen voor historici, heem- de opdrachtgevers als de kundigen en genealogen. uitvoerders bepalen mee de Voor de meeste dorpen is een uiteindelijke vorm van een
“ARCHIEFGEBRUIKERS GAAN VAAK VOORBIJ AAN DE PERSONEN OF INSTELLINGEN DIE BETROKKEN WAREN BIJ DE TOTSTANDKOMING VAN ARCHIEFBESCHEIDEN. TEN ONRECHTE.”
META 2012 | 5 |
9
artikel
landMeters en landBoekhouders Beëdigde of gezworen landmeters werkten in de vroegmoderne periode voor verschillende opdrachtgevers. Naast kennis op het gebied van de driehoeksmeetkunde en rekenkunde moest de landmeter ook een goede terreinkennis en mensenkennis hebben. Indien de waarde van de grond bepaald moest worden, werd meestal een beroep gedaan op prijzers. Deze personen moesten een eed afleggen voor de lokale schepenbank en afgevaardigden van de kasselrij en deelden de gronden in volgens verschillende klassen. De meningen over de kwaliteit van het geleverde werk konden varieren. In het proces-verbaal getuigen de meeste landmeters zelf over de procedures die ze hebben gevolgd om de gegevens in het landboek zo volledig en correct mogelijk vast te leggen. De landmeters Jacques vander Camer en Joos Blommaert zwaaiden zichzelf veel lof toe in de op rijm gezette aanhef van het landboek van Volkegem van 1644. Ook de schepenbank kreeg als opdrachtgever een pluim voor goed bestuur. Een fragment : “(...) Jacques vander Camer lantmeter gheswooren die de selve prochie een werck seer schoon heeft ghemeten van achter tot vooren, met Joos Blommaert lantmeter vercooren die mij assisteerde in dese saecke snel, een goet werck can een alleen niet maecken wel. Aldus is dit werck by de godts gratie begonnen en voleyndt elck op synen tydt, soo desen bouck bewyst ende doet declaratie van alle partyen volcommentlick specificatie, tot een eeuwighe memorie ende ghemeen proffyct, wel gheluckich is t’lant dat godt ghebenedyt laet goede regeerders d’officie beerven, daer vaert het ghemeente wel in ruste en jolyt” In andere gevallen waren landmeters de kop van Jut. Bij burenruzies of betwistingen over de berekening van de grondbelasting werd al eens met een beschuldigende vinger gewezen naar de landmeter die een slecht landboek had opgemaakt. Er vielen al eens scheldwoorden: landmeter Pieter Hoelman werd in een spotvers uitgemaakt voor “beest”. Deze “stront landmeter” kreeg ook nog een aantal scabreuze opmerkingen naar zijn hoofd geslingerd omwille van de gebrekkige kwaliteiten van zijn kaartboek van Overboelare van 1670. Als de landmeter zijn contract niet naleefde, kon hij voor de rechter gedaagd worden. Zo moest Jan de Cooman zich verantwoorden omdat hij zichzelf en een aantal vrienden had bevoordeeld bij het opstellen van het landboek van Sint-Goriks-Oudenhove in 1660. Andere klachten hadden te maken met foute berekeningen van oppervlaktes, het ontbreken van een index, een te klein of onduidelijk handschrift, een slechte bladindeling met te kleine marges of te veel artikels per folio, of een laattijdige levering. Ook gebeurde het soms dat de landboekhouder fraudeerde en vervalsingen aanbracht in de aan hem toevertrouwde land- en gebruikboeken. Pieter de Smet, baljuw van Oostwinkel, werd hiervoor in 1711 aangeklaagd voor de Raad van Vlaanderen. In zijn verdediging schoof hij de verantwoordelijkheid van zich af, maar hij gaf wel toe dat hij zich af en toe had vergist bij het hanteren van het landboek
archiefstuk. Om inzicht te krijgen in de procesgebonden informatie die is vastgelegd in de archiefstukken, moeten de archiefvormers en -beheerders bijgevolg in beeld gebracht worden. We zoeken, met andere woorden, naar de metagegevens. Kennis van de wijze waarop een archiefstuk tot stand is gekomen en van de gevolgde procedures kan immers essentieel zijn voor een juiste interpretatie.
en gebruikboek. Blijkbaar was het archiefbeheer en de registratie van het grondgebruik in een dorp niet zo eenvoudig.
10 | META 2012 | 5
In de besluitvorming over de opmaak van land- en gebruikboeken namen de lokale
schepenbanken een centrale plaats in. De aanleiding om een landboek te laten maken door een beëdigd landmeter was meestal het verlangen om de verdeling en inning van de belastingen op een correcte(re) manier te laten verlopen. Soms legde een vonnis van de Raad van Vlaanderen of de kasselrijrechtbank een dergelijke verplichting op, bijvoorbeeld na klachten van misnoegde dorpelingen. In elk geval zijn er geen aanwijzingen dat de centrale regering acties ondernam om een algemene
artikel
“Nieuwen ommelooper”, landboek met kaarten van Nederbrakel, opgemaakt door de landmeter Benedictus Pieters, 1794 (© RAG, OGA Nederbrakel, nr. 246).
opmeting van de Vlaamse dorpen te organiseren. Pas in de tweede helft van de 18e eeuw zijn er op het niveau van de kasselrijen (bijv. in het Land van Dendermonde) projecten gestart om alle dorpen systematisch te laten opmeten en in kaart te brengen. Voordien pleegden de burgemeester en schepenen van het dorp overleg met vertegenwoordigers van de dorpsbewoners en stelden ze een bestek op, dat ter goedkeuring werd opgestuurd naar de kasselrijraad of de Raad van Vlaanderen. Deze hogere bestuurlijke instanties
stonden ook in voor de beëdiging van de landmeters en de afhandeling van geschillen betreffende de opmetingen en de belastingen in het algemeen. De landmeter die het contract binnenhaalde, moest kennis hebben van de plaatselijke landmaat. Elke kasselrij had namelijk eigen lengte- en oppervlaktematen, en in verschillende dorpen bestonden er lokale varianten. De landmeter was verplicht om op eigen kosten personeel aan te werven om de opmetingen
vlot te laten verlopen, bijv. een tweede landmeter bij de opmeting van grote dorpen of kettingdragers voor het hanteren van de meetinstrumenten. De schepenbank bracht zelf mensen aan die hielpen bij het aanwijzen van de percelen en grenzen en het benoemen van de eigenaars en pachters. Meestal werden enkele dorpsoudsten gekozen als aanwijzers. De landmeter moest elk perceel persoonlijk betreden en opmeten. Waar nodig werden betwiste grenzen afgebakend met grenspalen of stenen. In die tijd was
het namelijk niet altijd duidelijk hoe ver het rechtsgebied van een bepaald dorp zich uitstrekte. Indien men bij de bepaling van de individuele belastingaanslag rekening hield met de opbrengstwaarde van de percelen, liet men in dit stadium ook de waarde van alle gronden schatten door beëdigde prijzers. Na de goedkeuring van het afgewerkte landboek en de eventuele bijhorende kaarten droeg de schepenbank het archiefbeheer over aan een landboekhouder. Vaak
META 2012 | 5 |
11
artikel
VoorkeursterMen •
landboek: legger waarin alle percelen van een dorp zijn opgetekend.
•
gebruikboek: register waarin per grondgebruiker het grondgebruik
nistratief doel. Deze term kan gebruikt worden bij zowel publieke
en de wijzigingen daarin worden vastgelegd, met het oog op het
als private archiefvormers.
innen van de grondbelasting. • •
•
kaartboek: aantal kaarten, gebonden ten behoeve van een admi-
legger: register van voor onbepaalde tijd vastgelegde gegevens
ommeloper: legger waarin alle percelen van een watering zijn opge-
betreffende onroerende goederen. Deze algemene term wordt bij
tekend, met het oog op het heffen van het dijkgeschot.
voorkeur gebruikt bij private archiefvormers (bijvoorbeeld gees-
verhoofdingboek: register waarin per grondeigenaar in een watering het grondbezit en de wijzigingen daarin worden vastgelegd.
•
•
telijke instellingen of adellijke families). •
cijnsboek, landschoofboek, tiendenboek, ... : legger waarin
wijkboek: stedelijke legger waarin per wijk en per straat de ligging
bepaalde rechten (bijv. cijns, landschoof, tienden, ...), toebehorend
van alle huizen, alsook de wijzigingen van eigenaars en huurders
aan een landheer, worden vastgelegd. Deze specifieke termen kun-
en alle hypothecaire transacties worden vastgelegd.
nen gebruikt worden in plaats van de algemene term ‘legger’.
was dit de plaatselijke griffier, maar het kon ook een lid zijn van de schepenbank of een ander gezaghebbend persoon, in bepaalde gevallen de landmeter zelf of een van zijn zonen. De landboekhouder was verplicht om jaarlijks een aantal zitdagen te houden om de grondgebruikers de kans te geven veranderingen kenbaar te maken. Sommige landboekhouders werkten met één register, dat al snel onbruikbaar werd door de vele schrappingen en toevoegingen. Idealiter werd het landboek niet aangeroerd en registreerde men in het gebruikboek alle mutaties per grondgebruiker. In de meeste dorpen vernieuwde men het gebruikboek om de 20 à 50 jaar en kon het landboek minstens een halve eeuw dienst doen. Mettertijd waren er echter zoveel verkavelingen en wijzigingen in
de bezitsstructuur opgetreden dat ook de vernieuwing van het landboek noodzakelijk werd.
TERMINOLOGIE EN ARCHIVISTISCHE BESCHRIJVING Elke archivaris heeft de taak om archieven in een goede en geordende staat te bewaren en te ontsluiten voor het publiek. De toegankelijkheid en bekendheid van archieven kunnen verbeterd worden door het vervaardigen van inventarissen, archiefgidsen, broncommentaren, zoekwijzers en het verspreiden van nieuwsbrieven. In elk van deze toegangen moet de archivaris vakjargon en archiefterminologie hanteren. De bestaande lexica en handboeken zijn handige werkinstrumenten en omvatten een breed spectrum. Er zijn echter ook tekortkomingen. Alfabetisch ingedeelde
“IEDERE ARCHIVARIS MOET ER ZICH VAN BEWUST ZIJN DAT EEN ONDUBBELZINNIGE BESCHRIJVING VAN ARCHIEVEN EEN MEERWAARDE OPLEVERT VOOR ALLE ARCHIEFGEBRUIKERS.” 12 | META 2012 | 5
naslagwerken (zoals Stallaerts maar verhullen tegelijk de verGlossarium van verouderde wantschap en contextuele verrechtstermen) slagen er banden met andere archiefmeestal niet in om de verban- bescheiden van dezelfde den tussen de verschillende archiefvormer. ‘Leggers’ van termen te duiden. Bij een sys- verschillende archiefvormers tematische aanpak (bijv. bij zouden op die manier kunde Archiefterminologie voor nen gelijkgeschakeld worden, terwijl hun functie totaal verNederland en Vlaanderen van A.J.M. den Teuling) krij- schillend was (denk aan de gen de onderlinge verban- drie reeds vermelde verschillende motieven om leggers den wel aandacht. Door de nadruk op algemene voor- te maken). Een vaak voorkeurstermen verdwijnt hier komende term als ‘landboek’ kan bijvoorbeeld in niet minechter de specifieke, unieke context van archieven hele- der dan zes verschillende maal uit het zicht. Meer inzicht contexten gebruikt worden. in archiefvorming en -beheer Anderzijds zijn er zeker een twintigtal termen die in de kunnen we krijgen door in de archivistische beschrij- formele titels of in de archiving ook steeds de oorspron- vistische beschrijving verwijkelijke titels te vermelden. In zen naar gebruikboeken van de meeste gevallen zijn deze dorpen. Deze wildgroei aan titels niet uniform of eendui- termen kent verschillende oordig. Ze geven echter wel veel zaken: informatie over de specifieke • In de vroegmoderne periode ontbrak een algemene functies, administratieve proregelgeving met betrekking cedures en gewoonten van tot de landboekhouding. de archiefvormers en archief• Variatie in terminologie of beheerders. spelling was de regel en werd niet als problematisch Het gebruik van een geüniforervaren. meerde archiefterminologie dient daarenboven gekoppeld • Taalkundige fenomenen zoals synonymie, metonyte worden aan een bronnentymie en polysemie zijn verpologie. Een dergelijk wetenantwoordelijk voor de rijke schappelijk werkinstrument variatie aan algemene en stelt op basis van de inhouspecifieke termen. delijke en vormelijke kenmerken — de redactionele vorm — De keuze voor een uniforme categorieën op en helpt om beschrijving om verwarring concrete archiefstukken te identificeren. Algemene ter- te vermijden (de algemene men als ‘legger’ of ‘register’ termen ‘legger’ en ‘register’), zijn bijvoorbeeld duidelijk voor is eigenlijk misleidend. Enkel een doorsnee archiefgebruiker, een uitgebreid glossarium met
artikel
brontypologische schema’s, bijvoorbeeld een landboek uitleg over onderlinge ver- waarin de opbrengstwaarde banden en kruisverwijzingen van de gronden door prijzers is vastgelegd. Een ‘quotekan deze complexe materie verduidelijken. Idealiter wordt boek’ is een gebruikboek en bij elke term melding gemaakt heeft als doel de individuele van de vroegste attestatie, belastingaanslag of ‘quote’ de regionale spreiding, de van de grondgebruikers te bepalen. Administratieve proarchiefvormer, het gebruik van synoniemen en de relatie tot cedures zoals de opmeting andere (verwante, bredere of en betreding van percelen nauwere) termen. Om inzicht blijken uit termen als ommeloper, metingboek of ‘voette krijgen in de naamgeving kan ook de etymologie soe- betérdinge’. Bij elk van deze laas bieden. In ‘Een werck seer termen is er sprake van metoschoon ghemeten’: studie van nymie, aangezien niet rechtarchiefvorming en de termino- streeks de legger of het register wordt genoemd, maar wel logie van de landboekhouding in het graafschap Vlaanderen de handeling die eraan voor(16e-18e eeuw). Casus kassel- afgaat of de functie die er de bestaansreden van vormt. Iets rij Oudenaarde en Land van Aalst zijn een aantal richtlij- gelijkaardigs zien we bij ternen uitgewerkt en toegepast. men als ‘tafelboek’ of ‘roosterboek’. Deze specifieke termen Een lijst van een zeventigtal termen wordt voorafgegaan voor een gebruikboek verwijdoor een contextueel en typo- zen naar het overzicht (de logisch onderzoek van diverse ‘tafel’, de ‘rooster’, ook nog archiefbescheiden die betrek- de ‘boom’, ‘blok’ of ‘breede’ king hebben op het adminis- genoemd) van percelen, dat tratieve beheer en de registra- per grondgebruiker is opgetie van onroerende goederen. steld. De twee laatste termen Elke term krijgt een definitie zijn voorbeelden van een speen een uitvoerige toelichting, cifieke vorm van metonymie, namelijk het pars pro toto. gevolgd door talrijke concrete voorbeelden. De geciteerde fragmenten zijn vooral afkom- Bepaalde formele titels sprestig uit rechtsbronnen en uit ken tot de verbeelding en vorarchiefstukken bewaard in het men als het ware een personificatie. Een ‘loper’ of ‘lopend Rijksarchief in Gent. landboek’ is bijv. een vaak Enkele concrete voorbeelden voorkomende term voor een kunnen deze problematiek gebruikboek. De term ‘lopen’ verduidelijken. Een aantal ter- verwijst dan naar de jaarlijkse men voor leggers verwijzen aanpassingen en het intenrechtstreeks naar de archief- sieve administratieve gebruik vormer. Een ‘prochieboek’ is van het register. Een ‘slaper’ opgemaakt in opdracht van daarentegen is een register dat een ‘prochie’ of dorp in func- niet vaak meer wordt geraadtie van de belasting op het pleegd. De bewijskracht of grondgebruik, terwijl een administratieve waarde is gro‘wateringboek’ is opgemaakt tendeels verloren gegaan en het register wordt als statisch in opdracht van een watering in functie van de lastenverde- archief bewaard. ling van de waterhuishouding. De lastigste termen om corDeze specifieke termen zijn synoniemen voor de respec- rect te interpreteren zijn tievelijke voorkeurstermen onderhevig aan polysemie. Deze, meestal populaire, ter‘landboek’ en ‘ommeloper’. men kunnen door betekenisuitbreiding of -verschuiving Andere oorspronkelijke titels meerdere, verwante betekezijn gelinkt aan de functie van de archiefbescheiden of nissen hebben. In de archide administratieve procedu- vistische beschrijving is het res die ermee samenhangen. noodzakelijk om een goed Een ‘prijsije’ of prijzijboek is onderscheid te maken tussen
archiefstukken van verschillende archiefvormers of met verschillende functies. Daarom moet getracht worden om telkens gebruik te maken van een eenduidige voorkeursterm, die niet tot verwarring kan leiden. Een mooi voorbeeld van polysemie is de term ‘ommeloper’. Oorspronkelijk werd
deze term algemeen gebruikt voor leggers van wateringen. Na verloop van tijd waren er echter landmeters die de term ook gebruikten voor landboeken van dorpen, of voor stedelijke leggers opgemaakt met het oog op het innen van het huisgeld.
BESLUIT We hopen dat onze publicatie een werkinstrument en inspiratiebron kan zijn voor archivarissen bij het maken van archivistische beschrijvingen. De methode om op basis van een contextualisering van de archiefbescheiden en typologisch onderzoek de bestaande archiefterminologie te verfijnen kan ook op andere archieven toegepast worden om een betere toegankelijkheid te verkrijgen. Onze aanbevelingen voor het gebruik van voorkeurstermen én formele titels zijn bedoeld om verwarring en foute interpretaties te vermijden. In elk geval moet iedere archivaris er zich als kennismedium van bewust zijn dat een ondubbelzinnige beschrijving van archieven een meerwaarde oplevert voor alle archiefgebruikers.
SCANNEN - GEOREFEREREN EN DIGITALISEREN VAN OUDE KAARTEN
IJzerweglaan 48 I 9050 Gent Belgium
[email protected] I www.aquaterra.be T +32 (0)9 230 55 15 I F +32 (0)9 230 21 10
META 2012 | 5 |
13
“De prijs is ons vooral gegeven vanuit het standpunt van de klanten. En klanten kijken anders naar de bib dan bibliotheekmedewerkers.”
interView
De beste bib van Vlaanderen en Brussel staat in Balen Interview: Cindy Mergits en Julie Hendrickx Foto’s: Benoit Vermeeren
De bibliotheek van Balen werd uit de shortlist van twaalf genomineerde openbare bibliotheken gekozen als ‘Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012’. META sprak met de medewerkers en peilde naar hun beleving van de wedstrijd, de positieve en negatieve kanten van hun overwinning en naar hun toekomstplannen.
Hoe heeft de sector de uitreiking van de prijs eigenlijk beleefd? We merkten aanvankelijk weinig enthousiasme voor de wedstrijd in de sector. Weinig bibliotheken hadden zich spontaan opgegeven om mee te dingen naar de prijs. Er werd zelfs niet over gepraat. Na een telefoontje heeft medewerkster An besloten om de bibliotheek in te schrijven zonder dat de andere bibliotheekmedewerkers hiervan wisten. We werden pas echt enthousiast toen we hoorden dat we bij de laatste twaalf zaten. Voor de sector zelf is dit natuurlijk een welgekomen project. Vooral de professionele manier waarop dit evenement tot stand kwam, is goed overgekomen. Een dergelijke onderneming heeft zeker veel belang voor de toekomst. In september wisten jullie dat de bibliotheek genomineerd was voor de titel. Kwam dit als een verrassing? Het kwam inderdaad als een verrassing want we hadden nog niet veel aandacht geschonken aan de wedstrijd. We hadden al wel het gevoel dat we goed bezig waren, maar de nominatie was toch een bevestiging. We vonden het vooral leuk dat er ongeveer 1100 mensen voor ons gestemd hadden. Onze bezoekers stemden natuurlijk niet zomaar hé. Je moet in gedachten houden dat Balen toch maar een klein dorp is en dat het dus indrukwekkend is dat we konden strijden met grote stadsbibliotheken zoals die van Genk en Leuven. De stemmen waren een absoluut getal; er werd geen rekening gehouden met de grootte van het dorp of de stad. Het feit dat we zoveel publieksstemmen hebben gekregen, veel meer dan de bibliotheek die eindigde op de tweede plaats, betekent dat onze klanten ons werk appreciëren en het ook belangrijk vinden om dat kenbaar te maken.
V.l.n.r.: Petra Geukens (schepen van Cultuur, Onderwijs, Landbouw en Emancipatie), Ria De Wit (verantwoordelijke jeugd), Rudi Dierckx (verantwoordelijke ICT en dvd’s), An Helsen (bibliothecaresse), Jef Willekens (vroegere bibliothecaris) en Ria Janssen (verantwoordelijke jeugd).
Wat waren jullie verwachtingen van deze wedstrijd? We hoopten op een plaats in de top vijf en na een tijd kregen we inderdaad bevestigingen dat we hoog in de rangschikking gingen eindigen. Toen we hoorden dat er een jury ging langskomen, veronderstelden we wel dat het goed zat. We vermoedden dat
META 2012 | 5 |
15
interView
deze jury niet de tijd had om alle twaalf genomineerde bibliotheken in Vlaanderen te bezoeken. Na het jurybezoek werd ons zelfs gevraagd om onze aankondiging van deze inspectie van onze website te halen “omdat het voor de anderen ook spannend moest blijven”. Ook bij de start van de slideshow op de uitreiking was het onmiddellijk duidelijk dat we op het podium zouden eindigen, aangezien we niet in de lijst van de negen afvallers opgenomen waren. Het thuisfront wist wel al eerder dan de groep vertegenwoordigers dat we gingen winnen, omdat dit gezelschap een aantal minuten te laat kwam bij de prijsuitreiking. De organisatoren hadden daarom de bibliotheek gebeld om te horen of er zeker een groep van Balen ging komen. Toen beseften we dat we kans hadden om te winnen. Hoe hebben jullie het jurybezoek ervaren en hadden de juryleden elk een eigen invalshoek? We kregen niet zoveel informatie op voorhand over het bezoek. Op een zaterdag kreeg ik pas bericht dat ze de volgende maandag gingen langskomen. Ik had op voorhand voor de zekerheid de namen van de juryleden gegoogled, zodat ik ze ten minste kon herkennen, mochten ze binnen komen wandelen. Het bezoek zelf verliep eigenlijk heel vlot. Tijdens de rondleiding vroegen de juryleden informatie over de dingen die hun opvielen in de bibliotheek. Deze vragen leken niet vooraf bepaald. We hebben ook lang met zijn allen rond de tafel gezeten in het leescafé. Daar viel het wel op dat ieder een eigen invalshoek had. Brigitte Raskin zocht bijvoorbeeld enkele oude titels op en de journalist van De Morgen was vooral geïnteresseerd in de catalogus. Hebben jullie ook de mysteryguest ontdekt? Iedereen die wie niet herkenden of die nieuw was in de bibliotheek, werd verdacht de mysteryguest te zijn. Uiteindelijk denken we dat we de persoon hebben kunnen bespeuren. Ze was een Nederlandse en was ijverig notities aan het nemen. Kregen jullie reacties op de overwinning? De gebruikers waren heel trots op onze prestatie en staken bij het buitengaan vaak hun duim op en vertelden dat ze gestemd hadden. Na de prijsuitreiking hebben wij ook een gastenboek ter beschikking gesteld waarin het publiek zijn reacties kwijt kon. Zo hebben wij veel leuke positieve reacties ontvangen. De teneur van het verhaal werd door een lezer op de volgende manier verwoord: “Wat wij allang wisten, weet nu heel Vlaanderen en Brussel.” En het college van burgermeester en schepen? Die waren ook heel blij. Het duurde iets langer vooraleer die het verhaal oppikten, maar eens dat dat gebeurde, werden we wel gesteund. De bibliotheek is als een bloem: die groeit en bloeit. Maar het duurt even alvorens dat wordt opgemerkt.
En hoe reageerde de sector? Na de uitreiking hebben we vragen gekregen van bibliotheken om eens langs te mogen komen. Dat voelt voor ons wel wat vreemd. Wat komt een grote bibliotheek als Bib Muntpunt in Balen doen? Wij gingen vroeger ook vaak op bezoek bij andere bibliotheken en als we dan iets leuks zagen, probeerden we dit ook bij ons in te voeren. We zijn in zekere zin gewoon bang om teleur te stellen, want vroeg of laat gaat er toch eens iemand denken: “Is dit nu de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel?” De prijs is ons vooral gegeven vanuit het standpunt van de klanten. En klanten kijken anders naar de bib dan bibliotheekmedewerkers. Wat kenmerkt de bibliotheek van Balen en het team? Wij proberen een klantvriendelijke en gezellige bibliotheek aan te bieden met een goede collectie die aantrekkelijk is opgesteld. Wij werken al sinds de opstart van de bib met ongeveer dezelfde mensen. Al jaren zijn we een hecht team waarin elke medewerker inspraak en eigen verantwoordelijkheden heeft. Zo is elke collega verantwoordelijk voor een deel van de bibliotheek, bijvoorbeeld de jeugdafdeling of de kamer met de cd’s en dvd’s. Hierdoor zijn we ook echt betrokken bij de werking van de bibliotheek. Jullie hebben de titel gekregen omdat jullie bibliotheek denkt vanuit het standpunt van de bezoekers. Hoe zorgen jullie ervoor dat dit voor alle medewerkers een reflex is? Is dat een kwestie van intuïtie of kan je dat leren? Die klantgerichtheid zit bij ons eigenlijk ingebakken; je kunt daar niet omheen. Als je ziet dat er iemand voor gesloten deuren staat, vraag je aan die persoon of je hem kunt helpen. Hetzelfde met de uitleenkaartjes: als daar een kind met een boek staat, maar het heeft zijn kaartje vergeten, dan leen je dat boek toch op een andere manier uit. We vermelden wel altijd dat ze de volgende keer
Meer foto’s vindt u op p. 24-25.
“JE MOET IN GEDACHTEN HOUDEN DAT BALEN TOCH MAAR EEN KLEIN DORP IS EN DAT HET DUS INDRUKWEKKEND IS DAT WE KONDEN STRIJDEN MET GROTE STADSBIBLIOTHEKEN ZOALS DIE VAN GENK EN LEUVEN.” 16 | META 2012 | 5
interView
hun kaartje niet mogen vergeten. Wij horen deze vraag vaak, maar voor die mensen gebeurt dat maar eens een keertje hé. Toen we voor het eerst met alle diensten samenwerkten in De Kruierie, merkten we dat deze klantgerichtheid niet voor iedereen zo vanzelfsprekend was. Nu is dat wel evident en dat is een fijne realisatie. Als een medewerker hier pas in dienst is, leren we die collega echt om te denken vanuit het standpunt van de klant. Onze diensten zijn ook echt gericht op de bezoekers. Zo zijn onze openingsuren eenvoudig te onthouden: wij zijn elke werkdag doorlopend geopend van 14.00 u. tot 20.00 u. Hetzelfde geldt voor de uitleentermijnen: alle materialen mogen vier weken uitgeleend worden.
bibliotheek, zoals in de voormiddag, terecht kan. In het vroegere leescafé van de bib kwamen vooral mannen de kranten lezen. We hebben daarom het aanbod uitgebreid met populaire vrouwenbladen, met als gevolg dat ook vrouwen het leescafé gebruikten en de kranten lazen. Een ander gedeelte (minder populaire tijdschriften) staat verspreid in de bib bij het onderwerp waarover het gaat. We hebben hiervoor onderzoek gedaan naar welke magazines populair waren en welke minder gelezen werden. Als je de minder geliefde tijdschriften bij hun onderwerpen zet, is de kans groter dat ze opgemerkt en gelezen worden door geïnteresseerden. We hebben natuurlijk ook een aparte tijdschriftenhoek, waar de veel gelezen tijdschriften staan.
De jury legde in haar verslag ook hun vinger op de zere plek. Waren jullie het eens met de genoemde pijnpunten? We weten dat onze bibliotheek niet perfect is en we begrijpen de commentaren wel. Zo vond de jury het onhandig dat onze tijdschriften over verschillende secties verdeeld waren. Maar hier hebben wij wel grondig over nagedacht. Zo zetten we een gedeelte in het leescafé (kranten, tijdschriften zoals Flair, Humo, Feeling, …) waar het publiek ook buiten de openingsuren van de
Een andere opmerking was dat we minder aantrekkelijk waren voor jongeren. Het is geen toeval dat de jongeren geen afzonderlijke ruimte voor zich hebben. Oorspronkelijk was die er wel, maar de jongerenafdeling is bij de overgang van de SISO naar de ZIZO opgenomen in de volwassenenafdeling. In een ver verleden hebben we gesprekken gehad met jongeren, zo zijn we bijvoorbeeld jeugdbewegingen afgegaan, en wat bleek? De jongeren willen helemaal niet dat er heisa rond hen wordt gemaakt:
META 2012 | 5 |
17
interView
“DOOR HET WINNEN VAN DE TITEL IS ER EEN VERWACHTINGSPATROON ONTSTAAN BIJ DE KLANTEN. HET IS NIET ALTIJD EVIDENT OM DAAR TELKENS AAN TE BEANTWOORDEN.”
“Als jullie het in de bibliotheek hebben, dan vinden wij het wel hoor.” Dit is een uitspraak die we altijd onthouden hebben. We hebben ook niet echt een jongerencultuur als in bijvoorbeeld Elsene. Er is geen middelbare school in de nabije omgeving en we hebben ook geen hangjongeren. We begrijpen dat het voor een bibliotheek als Elsene belangrijker is om een sectie voor jongeren te hebben. Daar moeten ze alles uit de kast halen om de hangjongeren naar binnen te lokken, zoals bijvoorbeeld een eigen jeugdafdeling en de aanwezigheid van videogames. Hoe komt dat jullie als bibliotheek het lokale karakter van Balen zo weerspiegelen? Heel belangrijk is dat wij bijna allemaal in Balen wonen. Voorts hebben wij altijd een poot gehad in de cultuurraad en andere adviesraden. We waren ook telkens present als er iets te doen was in Balen. Als er bijvoorbeeld een activiteit of evenement was, hadden wij er een standje. Als er in de omgeving van de bibliotheek een groots cultureel evenement was, zoals de viering van 11 juli, dan was de bib open zodat potentiële gebruikers ook de bibliotheek konden leren kennen. We zorgden bovendien voor een kopieservice voor de Balense verenigingen. Op die manier legden we contacten met de verenigingen en zij met ons. Kan de verkiezing/titel van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012 een impact hebben op het beleid van het lokale bestuur? Dat zal niet meteen zo zijn, vrezen we. Hoewel onze eerste gedachte was: “Hoe kunnen we dit verzilveren? Is het eigenlijk niet het goede moment om te vragen om veranderingen, aangezien de verkiezingen voor de deur staan?” Onze contacten met het gemeentebestuur verlopen via de cultuurbeleidscoördinator, die weet dat we graag zouden willen dat onze prijs iets kan betekenen. In het verleden hebben we voldoende steun gekregen van de gemeente als we iets wilden organiseren of realiseren. We zullen gewoon even moeten afwachten. De bibliotheek behoort tot het vrijetijdscentrum De Kruierie. Hier vind je onder meer ook een toeristische dienst, cultuurdienst, jeugddienst en infobalie. Hoe werken al deze diensten samen? Dat was in het begin een beetje aftasten. Oorspronkelijk was het cultuurcentrum (De Magneet) een 500 meter van de bib gevestigd en kregen we daarvan enkel bezoekers als ze de moeite wilden doen om die extra afstand af te leggen. Sinds dat we samen in een gebouw zitten, hebben we meer klanten. Zo komen de ouders van kinderen die bijvoorbeeld muziekles hebben, eens iets lezen in de leeszaal. Door de samenwerking is er ook meer leven in de bib. Je hoort muziek of er is iemand aan het zingen, … Het is ook handig wanneer we een activiteit willen organiseren. Je merkt dat de medewerkers van het vroegere cultuurcentrum daar veel meer ervaring mee hebben. Door hen vinden we overal
18 | META 2012 | 5
affiches en vermeldingen van onze activiteiten. Daardoor bereiken we nu zeker een breder publiek. Je merkt toch dat de bibliotheekmedewerkers meer een team vormen, terwijl de andere medewerkers meer afzonderlijk aan projecten werken. Dat maakt samenwerking niet altijd even gemakkelijk. Toch springen we voor elkaar in als er tekorten zijn door bijvoorbeeld ziekte. Zo komt iemand van het vrijetijdscentrum eens invallen en andersom. In het begin hadden we het idee dat iedereen op de hoogte moest zijn van de ander zijn verantwoordelijkheden, zodat we gemakkelijker konden invallen en wisselen, maar dat blijkt in praktijk niet haalbaar te zijn. Dat idee hebben we dus laten varen. In de bibliotheek hangen overal de resultaten van een enquête, waarover ging die? Dat was een provinciale enquête, gesteund door de provincie Antwerpen, die georganiseerd is door het Nederlandse Bureau Leemans. Uit de resultaten blijkt dat de meeste mensen nog altijd naar de bibliotheek komen voor leesboeken en romans en dat het grootste deel van de volwassenen romans of informatieve boeken lenen. De sterkte van de bib ligt dus nog steeds bij haar boeken. Ontspannend en informatief internetgebruik kan iedereen bekoren, maar men doet daarvoor helaas niet zo vaak een beroep op de bibliotheek. Het thuisgebruik van internet is voor de gebruikers een meer voor de handliggende optie. Ervaren jullie ook nadelen aan de titel ‘Beste Bibliotheek’? Van echte nadelen kan je niet spreken. Er zijn wel een aantal kleine bijkomstigheden. Van zodra er iets hapert, grappen de gebruikers bijvoorbeeld: “En dat voor de beste bib in Vlaanderen!” Er zijn ook veel aanvragen voor rondleidingen, iets waar veel tijd in kruipt, maar we leren natuurlijk wel uit de vragen die bezoekers stellen. Door het winnen van de titel is er een verwachtingspatroon ontstaan bij de klanten. Het is niet altijd evident om daar telkens aan te beantwoorden. Maar we blijven ons best doen! Hoe ziet de toekomst er uit nu jullie de ‘Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012’ zijn? Zijn er nog dingen die jullie willen verbeteren aan de bibliotheek of zijn er toekomstige projecten? Elk jaar opnieuw nemen we ons voor om er een rustig jaar van te maken, maar dit lukt nooit. Op dat vlak hebben we veel ambitie. Zo willen we graag dat er hotspots en tablets komen in de bibliotheek, zodat de bezoekers gemakkelijk iets kunnen opzoeken of hun krant online kunnen lezen. Voorts gaan we binnenkort ook starten met luisterboeken voor kinderen met dyslexieproblemen en meewerken aan de campagne ‘Ik haat lezen’ van Luisterpunt. De laatste jaren hebben we ook minder activiteiten op touw kunnen zetten — daar we zo druk bezig zijn geweest met de herinrichting, de zelfuitleenbalies, … — en daarom zouden we ook graag terug meer evenementen plannen, zoals lezingen en ontmoetingen met auteurs. We zullen ook moeten meegaan met de tendens van gemeenschappelijk kant en klare boeken aan te kopen, wat inhoudt dat we onze eigen etikettering zullen moeten loslaten. Enerzijds zou deze samenaankoop van verwerkte boeken ons tijd geven voor andere dingen, anderzijds zou het spijtig zijn mocht het etiket voor A-boeken op de rug komen. Dit zou betekenen dat we onze boeken niet meer frontaal in bakken kunnen plaatsen, terwijl dit toch een presentatie is die leuker is voor jonge kinderen. Voorts willen we de ramen van het oude schoolgebouw vervangen en moet een vrijgekomen personeelsruimte nog een bestemming krijgen in de publieksruimte van de bibliotheek. We hebben dus best nog veel plannen.
artikel
De archieven van de benedictijnse gemeenschap van New Norcia (West-Australië) Leen Charles, met dank aan Cindy Mergits en Gerd De Coster
Gedurende de laatste maanden had ik de kans om als vrijwilliger in een overzees archief te werken. Ik genoot de gastvrijheid van de benedictijnse gemeenschap van New Norcia (WestAustralië) en leerde op een afgelegen plek in Australië de finesses van een religieus privaatrechtelijk archief kennen. Dit artikel geeft een samenvatting van mijn unieke belevenis in het archief van New Norcia en, gezien door de ogen van een buitenstaander, geeft het enkele heel specifieke eigenschappen en bijzonderheden van dat archief aan. Toevallig was de archivaris voor een aantal weken met ziekteverlof en moest ik, heel onverwacht, de leiding over de archiefdienst overnemen en doen alsof ik volledig vertrouwd was met de collectie, wat natuurlijk niet zo was. EEN BEETJE GESCHIEDENIS
“NEW NORCIA IS UNIEK IN AUSTRALIë, AANGEZIEN DE STAD VOLLEDIG IN HANDEN IS VAN MONNIKEN.”
In 1846-1847 stichtte een groep benedictijnen een klooster in het ongerepte landschap van Victoria Plains, zowat 130 kilometer ten noorden van Perth, de huidige hoofdstad van West-Australië. Hun doel was om contact te maken met de inheemse bevolking, de Nyoongar, om hen het evangelie te verkondigen en om hun levensomstandigheden te verbeteren. New Norcia is uniek in Australië, aangezien de stad volledig in handen is van monniken. De historische stad bestaat uit een klooster, een
kerk, ongeveer vijftien huizen, een wegrestaurant annex postkantoor, een hotel, een museum, een kunstgalerie en museumwinkel, twee voormalige colleges, twee voormalige internaten voor kinderen van Aboriginals (jongens en meisjes), een boerderij, een bakkerij, een oude en een nieuwe bloemmolen en een gastenverblijf. De Great Northern Highway loopt dwars door de stad, waardoor het klooster van de rest van de stad is afgesneden.
Ondanks die Italiaanse connecties, doet de stad veeleer Spaans aan. De stichter, Rosendo Salvado (1814-1900), was namelijk een Spaanse monnik die na de afschaffing van de Spaanse kloosters in 1835, zijn toevlucht had gezocht in Italië. In 1849 werd hij tot bisschop van Rome gewijd en aangesteld als apostolisch administrator van New Norcia. In 1867 werd hij er abt. New Norcia herbergt vandaag nog steeds een kleine gemeenschap
De stad is vernoemd naar Nursia (Italië), de geboorteplaats van de heilige Benedictus (480-543).
Foto: Abt John Herbert en zijn gemeenschap.
META 2012 | 5 |
19
artikel
van benedictijner monniken, onder de leiding van abt John Herbert (1963). De archiefdienst van de benedictijnse gemeenschap wordt deskundig beheerd door archivaris Peter Hocking. In het archief vallen twee belangrijke archiefvormers te onderscheiden. De monnikengemeenschap kan beschouwd worden als de belangrijkste vormer van historische en in mindere mate van recente archiefstukken. Omdat de stad de laatste tijd een meer onafhankelijke positie is gaan innemen, worden er nu meer administratieve, niet-religieuze documenten gevormd. De archiefcollectie documenteert het leven van de monnikengemeenschap, haar inzet voor de inheemse bevolking, haar strijd om het voortbestaan ervan, en haar pogingen om een bestaan op te bouwen in heel barre omstandigheden, en dat ononderbroken van 1846 tot vandaag. Ze bevat gegevens over alle belangrijke thema’s uit de geschiedenis van de kolonisatie van Australië: immigratie, architectuur, landbouw, onderwijs, religie en de omgang met de inheemse bevolking. De stukken zijn vooral in het Spaans, het Italiaans, het Latijns en het Frans. Vooral in de beginperiode domineert het Spaans. Het Engels werd pas prominenter vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw. Dat betekent dat de historische rijkdom van het archief vooralsnog niet ten volle kon worden benut. Momenteel wordt heel wat vertaalwerk verricht, maar gezien de grote hoeveelheid aan bronnen, is er nog een lange weg te gaan. In feite gaat het om een privaatrechtelijk archief: wie stukken wil raadplegen moet daarvoor toelating aanvragen bij en toestemming krijgen van de abt. Dat is het geval voor alle gegevens jonger dan 100 jaar, voor gegevens 20 | META 2012 | 5
over personen en vanzelfsprekend ook voor gegevens over leden van de monnikengemeenschap en Aboriginals. De archiefdienst bezit ongeveer 450 meter archiefstukken. Ze worden bewaard in de vroegere werkruimte in het noordelijke deel van het abdijcomplex. Ze kunnen gemakkelijk doorzocht worden via de Inmagic’s DBtext v.12 Database. De archiefdienst is altijd in goede handen geweest: broeder Eugene Pérez was archivaris van 1981 tot 1983, Tony James van 1983 tot 1985 en Wendy McKinley van 1985 tot 2007. Sindsdien oefent Peter Hocking die functie uit.
van West-Australië en de vertaling ervan is nog steeds aan de gang. De Kroniek van de Ge meenschap beschrijft het leven in en rond het klooster van 1901 tot vandaag, de Kalumburu Dagboeken het leven in de Kalumburu Missie tussen 1908 en de vroege jaren tachtig. Honderden kaarten, vele daarvan door Salvado zelf getekend, zijn overgeleverd. Salvado was een van de belangrijkste landbezitters en pachters in het gebied. Meer dan 60.000 foto’s zijn het bewijs van de verschillende activiteiten van de monniken
in en rond New Norcia en Kalumburu, de oudste ervan dateren uit de tijd van de allereerste camera in 1867. Ongeveer twintig procent van deze onschatbare foto’s is gescand. Het scannen en identificeren van de foto’s is nog steeds aan de gang. In het klooster zelf wordt een enorm muziekarchief bewaard, dat zowel verzamelde als eigen gecomponeerde muziek vanaf het jaar 1846 bevat. Dom Stephen Moreno (18891953) componeerde veel muziek voor New Norcia en wordt beschouwd als een van de belangrijkste Australische componisten van kerkmuziek.
DE KERN VAN HET KLOOSTERARCHIEF Dankzij Salvado zijn de eerste 50 jaar van de benedictijnse gemeenschap in New Norcia heel goed gedocumenteerd. Salvado was een goed schrijver en scherp observator. Bovendien had hij kennis van alles wat nodig was om zijn missie draaiende te houden, zoals astronomie en landmeting. Zijn dagboeken zijn een levend bewijs van de bijzonder moeizame start en van zijn moedige pogingen om contacten te leggen met de inheemse bevolking. Zijn memoires over deze beginjaren werden in 1851 in het Italiaans gepubliceerd; de Engelse vertaling verscheen pas in 1977. Tot de uitgave van Salvado’s verzamelde correspondentie, waren die vijftien kleine dagboekjes dus de vroegste documenten over de zendingspost in New Norcia. Andere monniken hebben natuurlijk ook dagboeken geschreven, maar de verslagen van Salvado zijn historisch gezien verreweg de belangrijkste en waardevolste. De verzameling van ongeveer 20.000 brieven, de meeste daterend uit de tijd van Salvado, leest als een historische roman over de eerste 50 jaar van de benedictijnse gemeenschap. De correspondentie is daarom van extreem belang voor de geschiedenis
Salvado in voor de wildernis geschikte wandelkledij (1850).
artikel
Registers van dopen, vormsels, huwelijken en begrafenissen uit New Norcia en de omliggende parochies die tot de abdij Nullius behoorden (1867-1992), worden bewaard in het archiefdepot. Andere stukken over bijvoorbeeld landerijen en boerderijen, het weer, loonstaten, gebouwen, constructies, water en riolering worden zorgvuldig bijgehouden. Dat geldt ook voor de archiefbescheiden van de Saint Gertrude’s en Saint Ildephonsus Colleges (internaten voor meisjes en jongens) en van de Saint Joseph’s en Saint Mary’s Aboriginal Schools voor jongens en meisjes. Ook vandaag vormt de kloostergemeenschap uiteraard nog archiefstukken. Postulanten, novices en monniken komen op bezoek en laten een spoor na in het archief. De abt en zijn secretaris vormen een afzonderlijke kern die beslist over religieuze en spirituele zaken en zorgen voor het algemene beheer van de gemeenschap. Individuele leden van de gemeenschap hebben hun eigen interesse- en onderzoeksgebieden en vormen dus ook documenten in verband daarmee. Elke drie jaar ondergaat de gemeenschap een canonieke inspectie, waarvan vervolgens een rapport wordt gemaakt. Liturgische documenten, werkschema’s voor de monniken, zangboeken, tekstboeken, … uiteindelijk belandt alles in het archief. Een aantal monniken zijn ook priester. Ze zijn dus verantwoordelijk voor hun parochie waar ze ook andere parochiale verplichtingen hebben. Ze volgen opleidingen en wonen vergaderingen bij. De Friends of New Norcia krijgen hun eigen nieuwsbrief en geven vervolgens vaak steun.
DE STAD VORMT ARCHIEFDOCUMENTEN Sinds de vroege jaren tachtig wordt een van de monniken aangesteld als procurator van de handelsactiviteiten in
de stad. Tot die tijd werden de afzonderlijke entiteiten, zoals het warenhuis, het wegrestaurant en het hotel, verhuurd. De zaken gedijden echter niet en men opteerde voor een ander beleid. Er werden leken aangetrokken om de ondernemingen voor het klooster te beheren, wat uiteindelijk ook niet winstgevend bleek. Bovendien moesten de scholen in 1991 gesloten worden, waardoor de monniken met zowat 30 leegstaande gebouwen zaten. Welke richting moesten ze Luchtfoto van het klooster. uit? Hoe konden ze al deze veranderingen overleven? Het klooster koos voor de weg van gastvrijheid: het probeerde meer toeristen, bezoekers en mensen die zich wilden afzonderen, aan te trekken. Het bestaande museum werd “ALS JE IN EUROPA WOONT, IS LEVEN een museum annex kunstgaMET DE CONSTANTE DREIGING VAN lerie, er werden rondleidingen in de stad georganiseerd en VUUR MOEILIJK IN TE BEELDEN.” de lege schoolgebouwen kregen een nieuwe bestemming: per jaar komen er honderden schoolkinderen om er allerhande kampen of cursussen ‘Financial Manager’ zorgt voor en onderwijs; het gastenver(vooral i.v.m. Aboriginals) te de financiën en de brandkast: blijf; de keuken voor klooster volgen. Een nieuwe benade- hij maakt maandelijkse, drie- en gastenverblijf; de bakkering was nodig om dat alles maandelijkse en jaarlijkse rij; de boerderij; het hotel; het te beheren: er werd vaker financiële rapporten op en wegrestaurant annex posthoudt de algemene inkom- kantoor; onroerende beziteen beroep gedaan op leken om al de samenkomsten en sten en uitgaven in de gaten. tingen; onderhoud; IT; en Een ‘Payroll Officer’ zorgt tot slot de archiefdienst met aanverwante activiteiten te het ‘Archives, Research and organiseren. Vanaf 1995 ont- voor de loonadministratie. De stond er een vast bestuurlijk boekhouder is verantwoor- Publication Committee’. lichaam: eerst geleid door een delijk voor alle stukken uit de De door deze afdelingen ‘Town Manager’, later door een verschillende afdelingen die te maken hebben met belas- gevormde documenten zitCEO, en nu door een ‘General ten nog steeds in de dynamitingen, enzovoort. Een deel Manager’. Sindsdien begon de stad een belangrijke rol te van het personeel woont ter sche of semi-dynamische fase. spelen als archiefvormer. Het plaatse in gehuurde huizen die Soms worden oudere stukken werd zelfs een klein bedrijf. eigendom zijn van de gemeen- overgebracht naar de archiefVerschillende afdelingen schap. Er wordt dus ook dienst. Sommige ervan, bijbeheren nu meerdere domei- archief gevormd in verband voorbeeld al wat oudere financiële documenten, worden in nen, sommige vormen vanzelf- met huurovereenkomsten. een tussendepot bewaard sprekend meer documenten Momenteel omvat de adminis- tot ze naar de archiefdienst dan andere. tratie de volgende afdelingen: worden overgebracht. In die Aan het hoofd staat een ‘The office’ bestaande uit het fase wordt er nog geen selec‘General Manager ’ (alge- algemene bestuur, het financi- tie doorgevoerd. Belangrijke meen directeur) die, samen ele bestuur, human resources, personeelswijzigingen, zoals met de abt, de boekhouder de boekhouding en de loon- de komst van een nieuwe en de monnik verantwoor- administratie; museum, kunst- ‘General Manager’ of ‘Financial Manager’, vormen potentieel delijk voor human resources, galerie en museumwinkel met het ‘Museum Committee gevaarlijke momenten in de het algemene bestuur van de stad bepaalt. Hij wordt and Art Curator’; de collec- levenscyclus van archiefstukgeholpen door een persoon- ties; de bibliotheek met het ken. Een gebrek aan interesse lijke assistent. Wekelijks is er Library Committee; liturgie; voor oude documenten en het introduceren van nieuwe een ‘Executive Meeting’. De evenementen; huisvesting
META 2012 | 5 |
21
artikel
“DE UITSTEKENDE MATERIëLE ORGANISATIE VAN DE ARCHIEFDIENST HIELP MIJ OM ZONDER GROTE PROBLEMEN IN TE VALLEN — ARCHIEVEN ZIJN ONGEVEER OVERAL TER WERELD VERGELIJKBAAR.”
werkmethodes kunnen de continuïteit van het archief in gevaar brengen.
DE GEVAREN VAN DE NATUUR De meest vernietigende bedreiging voor de archiefdienst en voor het hele gebied rond New Norcia is vuur. Als je in Europa woont, is leven met de constante dreiging van vuur moeilijk in te beelden. De meeste Europese archieven hebben calamiteitenplannen en noodprocedures, maar de kans dat ze ooit gebruikt moeten worden, is uitermate klein. In Australië is vuur echter een altijd aanwezige dreiging in het dagelijkse leven. In New Norcia zijn alle gebouwen zeer droog als gevolg van de lange en extreem warme zomers. Ze zijn voornamelijk opgetrokken uit hout en zongebakken bakstenen. De elektrische leidingen zijn meestal 22 | META 2012 | 5
zijn betekenis en verband stukken, en dat al sinds meer met andere documenten dan 150 jaar. De werkomstante begrijpen. Je moet het digheden veranderen echter bekijken op een scherm om en dat vormt een bedreiging het te begrijpen, om te zien voor elke goede archiveringswie het gemaakt of verzontraditie. Wereldwijd hebben den heeft, enzovoort. Een computers het dagelijkse vaste gewoonte om corleven, kantoren en kloosters recte bestandsnamen te overspoeld. Door internet is geven, draagt in sterke de wereld maar een muismate bij aan het begrijpen klik ver en nieuwe vormen van dergelijke documenten van communicatie krijgen de in hun context. bovenhand. Geleidelijk aan wordt de vroegere, papieren • In een papieren omgeving onthult de fysieke plaats post vervangen door e-mails. van een document in een De consequenties hiervan map veel over de context. zijn al zichtbaar in de archiefJe kunt een map uit een rek dienst. Tot de jaren 1995-1996 nemen en erin bladeren om beschikt de archiefdienst over zo de verhouding van het de briefwisseling van elke steindividuele document tot de delijke afdeling, na die datum rest van de map te begrijvalt er bijna geen corresponpen. Zonder een gestructudentie meer terug te vinden. IT reerd archiveringssysteem zou back-ups moeten nemen, waarin elke digitale map de maar vindt dat de eeuwignaam van een relevante taak heid een levensduur heeft van of bestand heeft, raken de tien jaar. Zonder stevige en digitale documenten verloafdoende maatregelen dreigt ren en verliezen ze al hun er een leemte in de archiefbebelang voor andere stukken waring te ontstaan en riskeert en voor de context waarin New Norcia zijn gezonde en ze zijn ontstaan. stevige archieftraditie kwijt te raken. Dat is alweer geen • Gezien born digital-documenten niet kunnen worden groot verschil met de archievastgepakt, is het ten zeerven in de rest van de wereld, ste aan te bevelen om een aangezien computers overal beleid te ontwikkelen voor een grote impact hebben. het creëren van gepaste b e sta n d s n a m e n, zodat Of een document (brief, e-mail, iedereen meteen begrijpt factuur, etc.) op papier verover welk soort document vaardigd of digitaal gevormd het gaat. Deze routine is, maakt geen verschil voor komt de transparantie van hun archiefwaarde, maar het kantoorwerk sterk ten vraagt wel om een andere goede. Op die manier wordt behandeling. Born digitalhet heel wat eenvoudiger documenten zijn in digitale om een relevant stuk terug vorm ontstaan en worden te vinden of om een dossier ook digitaal beheerd. Het gaat over te nemen bij afwezigvooral om met een tekstverheid van de verantwoordewerker gemaakte documenten, lijke ervoor. maar ook om e-mails, databases, spreadsheets, presenta- • Er moet een beslissing genomen worden over het ties en andere types bestanbewaren van born digitalden. Born digital-documenten documenten. Ofwel beslis je bewaren, stelt extra uitdaginHET TEMMEN VAN DE om elk document af te pringen: DIGITALE DRAAK ten en het te beschouwen Het sterkste punt van de • Je zult altijd afhankelijk zijn als het origineel, ofwel kies van elektriciteitsvoorziening, archiefdienst van New Norcia je ervoor om het originele hardware en software om is zijn stevige traditie van, digitale formaat te houden. de elektronische bronnen met het oog op toekomstig Hierdoor houd je niet enkel te lezen; je hebt nood aan gebruik, in perfect geordende het bestand in zijn originele een instrument. staat bewaarde documenten. digitale vorm, maar behoud De monniken en de archiva- • Je kunt geen born digije ook alle andere mogetal-document vastnemen ris zijn zich goed bewust van lijkheden ervan: zoals de om het te lezen en om het historische belang van de verouderd en al te veel toestellen zijn aangesloten op één stopcontact zodat er een grote kans is op overbelasting. Eén vonk zou de stad in lichterlaaie kunnen zetten. De bovenste verdieping van het gebouw waarin het archief is ondergebracht, is opgedeeld in verschillende compartimenten om een brand te vertragen. Dat is tenminste de bedoeling, maar volgens de brandweer zou het vuur overal doorheen snellen. Vertragende elementen, zoals brandwerende deuren, worden ernstig overwogen. Alle archieven worden op de benedenverdieping bewaard, zodat een evacuatie, indien nodig, snel zou kunnen verlopen. De belangrijkste historische stukken, zoals de dagboeken en de briefwisseling, zijn gescand en de backups ervan zijn op andere locaties bewaard. Volgens de brandweer zou een bunker of zelfs een ondergronds archiefdepot onder een van de heuvels in New Norcia de ultieme, brandveilige oplossing zijn. Momenteel zijn die oplossingen niet te verwezenlijken. Een andere manier om het probleem aan te pakken, is het verplaatsen van alle administratieve afdelingen naar een nieuw administratief gebouw aan de andere kant van de Great Northern Highway. Het is gebouwd in de jaren zestig en is daarom beter bestand tegen brand. De meest essentiële historische stukken worden nu bewaard in een depot met verrolbare rekken en een afdoende controle van temperatuur en vochtigheid. Insecten, zoals termieten, zijn een mogelijke dreiging, maar worden van nabij opgevolgd en vernietigd.
artikel
volledige tekst doorzoeken, bestanden sorteren of automatisch zoeken in een serie van digitale documenten. • Digitale stukken zouden betrouwbaar, authentiek en uniek moeten zijn. Ze zouden moeten zijn, wat ze lijken te zijn. Niemand mag met deze elektronische documenten kunnen knoeien. Als men beslist om de born digital-documenten of elektronische bestanden te houden zoals ze zijn, in een machineleesbare vorm dus, dan moet een beleid ervoor zorgen dat de kwetsbaarheid van deze bestanden zo laag mogelijk wordt gehouden. Dat betekent onder meer dat de archiefdienst de medewerkers moet opdragen in welk standaardformaat de bestanden
moeten worden overgedragen (bijv. in PDF-formaat voor tekstverwerkingsbestanden of spreadsheets). Of er moeten duidelijke afspraken bestaan met IT over hoe, waar en voor hoe lang elektronische bestanden opgeslagen moeten worden en welk beleid er gevolgd moet worden bij migratie en emulatie. Verder moet men vastleggen wie verantwoordelijk zal zijn voor ingrepen om ervoor te zorgen dat elektronische bestanden langdurig bewaard kunnen blijven, of wie de stukken kan raadplegen. Vertrouwelijkheid zou op elk moment gegarandeerd moeten zijn. De aanwezigheid van een professionele archivaris in de
archiefdienst van New Norcia is de beste garantie dat de goede archiveringstraditie van de benedictijnse gemeenschap wordt voortgezet. Dat duizenden kwetsbare foto’s en archiefstukken met een enorme historische waarde gedigitaliseerd worden, toont duidelijk aan dat men zich in de archiefdienst ten volle bewust is van het belang van de archieven. De uitstekende materiële organisatie van de archiefdienst hielp mij om zonder grote problemen in te vallen — archieven zijn ongeveer overal ter wereld vergelijkbaar. Het gebrek aan kennis over de geschiedenis van New Norcia en deze specifieke periode in de Australische geschiedenis, bleek veel moeilijker voor mij. Het was heel eenvoudig om informatie op te zoeken
voor het beantwoorden van doordeweekse vragen. Het bleek echter bijna onmogelijk om serieuze onderzoekers antwoord te verschaffen of hen de juiste documenten te bezorgen. Het vormde een stevige uitdaging om de complexiteit, de vertrouwelijkheid en de diversiteit van de inhoud van de archiefstukken onder de knie te krijgen. Het was een enorm voorrecht om, voor een korte periode, deel uit te maken van de rijkste en belangrijkste archiefcollectie van West-Australië. Deze ervaring zal mijn verdere archiefcarrière zeker verrijken.
META 2012 | 5 |
23
siGnaleMent
Winnaar Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012 Op 29 maart riep de jury in de Antwerpse Bibliotheek Permeke de openbare bibliotheek van Balen uit tot de Beste Bibliotheek. De bib van Balen liet zich van haar beste kant zien. Door haar klantvriendelijkheid, collectie, presentatie en openingstijden onderscheidde ze zich van de rest.
Foto’s: Benoit Vermeeren.
24 | META 2012 | 5
siGnaleMent
META 2012 | 5 |
25
etalaGe
SERV-Informatiecel Marc Van den Bergh, Claudine Huyghe
In de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) 1 overleggen en adviseren de Vlaamse werkgevers en werknemers over uiteenlopende s o c i a a l - e co n o m i s c h e t h e ma’s. De SERV is een huis met vele kamers, met o.m. het Compe ten tieteam, 2 de Com missie Diversiteit, de Vlaamse Havencommissie, de Vlaamse Luchthaven commissie, De Stichting Innovatie & Arbeid, de sectorcommissies en twee strategische adviesraden: 3 de Mobiliteitsraad van Vlaanderen en de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin. Wat maakt dat de SERV-Informatiecel en jullie team zo uniek? De Informatiecel wil de medewerkers optimaal op de hoogte houden van voor hun werking relevante ontwikkelingen opdat zij proactief kunnen reageren. Dat gebeurt vanuit een dubbele invalshoek: enerzijds een ‘slim’ documentatiecentrum (in de zin van het Engelse ‘slank’ en het Nederlandse ‘verstandig’) met een gerichte collectievorming, anderzijds een monitoringfunctie die de studiediensten op een systematische, bevattelijke wijze inlicht over ontwikkelingen binnen hun domein. De Informatiecel stuurt ook de archiefwerking aan. Het team bestaat uit drie informatiemedewerkers: een informatie- en twee vakspecialisten. Welke verschillende achtergronden zijn er zoal aanwezig in jullie team? Claudine Huyghe studeerde filosofie, informatie- en bibliotheekwetenschap en archivistiek. Zij staat in voor het documentatiecentrum en de archiefwerking. Ingrid Schurmans is economist van opleiding. Zij staat in voor de monitoring van de Europese instellingen. Marc Van den Bergh studeerde toegepaste economische wetenschappen en daarna bestuurswetenschappen. Hij is verantwoordelijke monitoring. Welke eigenschappen/vaardigheden/ interesses zijn cruciaal om in dit team te functioneren?
26 | META 2012 | 5
Naast de opvolging van het informatieen archieflandschap is het permanent op de hoogte blijven van wat zich op economisch, juridisch, politiek en sociaal vlak afspeelt cruciaal. De vertaling naar de informatiewerking is een kernvaardigheid. Zonder samenwerking en intern overleg met leidinggevenden binnen de Informatiecommissie of het archiefoverleg lukt dat niet. Op welke verwezenlijkingen zijn jullie trots? De omschakeling van een klassieke naar een kennisgedreven informatiewerking spoort met de huidige SERV-werking. De collectievorming speelt continu in op de inhoudelijke dossiers, de noden en de planning van de SERV. Om de monitoring en de attendering te optimaliseren is een digitale attenderingstool ontwikkeld met daarin de te volgen thema’s, e-bronnen en tijdschriften. Iedere studiedienstmedewerker beheert zijn fiche en geeft zo aan waarop hij wil geattendeerd worden.
De goedkeuring door het Rijksarchief van het SERV-archiefbeheersplan met de bijhorende selectielijsten is een sluitstuk. Welke ambities zouden jullie nog graag verwezenlijken? Dé uitdaging is om staande te blijven binnen een kennisgedreven organisatie, vooral omdat de diverse SERV-entiteiten een eigen kennisuitwisseling uitbouwen. De juiste informatie correct en snel aanbieden opdat de medewerkers zich kunnen concentreren op hun specifieke taken is een must. De organisatie van het SERV-archief volgens de kwaliteitscriteria voor archiefbeheer bij alle Vlaamse overheden is een tweede grote ambitie. De e-archivering op het goede spoor zetten is een grote bekommernis.
1 Decreet van 7 mei 2004 gewijzigd op 19 december 2008. Zie o.m. www.serv.be
Voor de medewerkers van de cel begroting (de advisering over het Vlaamse begrotingsbeleid is een decretale SERV-opdracht) biedt een werkinstrument full text toegang tot de regeringsdocumenten. Het laat de studiedienstmedewerkers toe bemerkingen te formuleren.
2 Het Competentieteam stelde o.m. de beroepsprofielen voor de bibliotheek- en archiefsector op. 3 Het streefdoel van de Vlaamse regering was om per beleidsdomein een strategische adviesraad op te richten die verplicht advies uitbrengt over voorontwerpen van decreet en eventueel ook andere taken toegewezen krijgt. (Decreet van 18 juli 2003 gewijzigd op 22 december 2006)
inzet
Luc De Munck:
“De vereniging biedt de mogelijkheid om voeling te houden met wat er leeft in de archiefwereld” Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? Ik ben lid geworden in 1987, toen ik in Antwerpen met de IBW-opleiding begon. Op dat moment was ik al enkele jaren verantwoordelijk voor de documentatiedienst van het Rode Kruis, waarvan het archief een onderdeel was. Het lidmaatschap van de VVBAD leek me toen een noodzaak om een netwerk met collega’s uit te bouwen en om op de hoogte te blijven van de evoluties in het werkveld. Hoe ben je in het archief beland? Ik heb politieke en sociale wetenschappen en communicatiewetenschappen gestudeerd, en mijn thesis behandelde een pershistorisch onderwerp: de overgang van daensistische naar Vlaamsnationalistische pers in het interbellum. Daarbij maakte ik een repertorium van alle betrokken weekbladen, en zo deed ik onderzoek in talrijke archieven. Daar ontstond mijn interesse voor de archiefwereld. Hét keerpunt was het gastcollege over de archiefwetgeving, dat Juul Verhelst kwam geven in het kader van de IBW-opleiding. Door zijn enthousiasme werd ik echt gebeten door de archiefmicrobe. Hij stimuleerde me om de interuniversitaire opleiding archivistiek aan te vatten, en om binnen het Rode Kruis de archiefwerking uit te bouwen. Uiteindelijk leidde dat in 1998 tot de oprichting van een eigen archiefdienst. Wat is je fijnste archiefherinnering? Ik put vooral voldoening uit de dagelijkse
contacten met zowel interne als externe gebruikers. Een Rode Kruisdienst adviseren over de bewaartermijnen van documenten, met een afdeling de mogelijke activiteiten in het kader van hun 100-jarig bestaan overlopen, een student begeleiden bij een scriptie, … het zijn misschien kleine, maar wel essentiële onderdelen van onze dienstverlening. Hoe heb je de vereniging zien evolueren? Ik denk dat de evolutie van de VVBAD grotendeels parallel loopt met die van het beroepsveld: een groeiende professionalisering en deskundigheid, met aandacht voor goede communicatie en constructief lobbywerk. Belangenbehartiging van de sector is altijd een belangrijk doel van de vereniging geweest, maar dit aspect van de werking krijgt terecht toenemende aandacht. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorstellen om tot een Vlaams archiefdecreet te komen. Wat haal je er voor jezelf uit, zowel persoonlijk als professioneel? De vereniging biedt de mogelijkheid om voeling te houden met wat er leeft in de archiefwereld. Daarom neem ik regelmatig deel aan de studiedagen. Daarnaast vormen de tijdschriften een belangrijke informatiebron. Ik vond het ook zeer verrijkend om eind jaren negentig als kersvers archivaris deel uit te maken van het sectiebestuur Archief. Sinds een paar jaar ben ik lid van de werkgroep Privaatrechterlijk Archief. De discussie over bewaar- en vernietigingslijsten in
de schoot van deze werkgroep heeft me ertoe aangezet om ook voor het Rode Kruis dergelijke lijsten op te stellen. Welk thema ligt je na aan het hart? Publiekswerking vind ik zeer belangrijk. Alhoewel dat als eenmansdienst niet evident is, heb ik altijd geprobeerd om via verschillende kanalen een ruim publiek kennis te laten maken met de inhoud van ons archief. Zo ben ik momenteel volop bezig met de voorbereiding van een boek en een tentoonstelling over de werking van het Rode Kruishospitaal L’Océan in De Panne tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoe hoop je dat het beroep zal evolueren in de toekomst? Het is duidelijk dat digitaal archiveren steeds belangrijker wordt. Dit is een onderwerp dat zeer sterk leeft bij archivarissen, getuige de massale belangstelling voor de recente VVBAD-studiedag over dit onderwerp. De snelle technologische evoluties nemen echter niet weg dat de gebruikers ook in de toekomst centraal moeten staan in onze archiefwerking. Daarom kan ik me vinden in de visie van Martin Berendse, algemeen rijksarchivaris van Nederland en voorzitter van de International Council of Archives, die onlangs op het colloquium ‘Archieven 2020’ pleitte voor het verschuiven van de aandacht voor de eigen collectie naar een werking op maat van de gebruikers.
Luc De Munck is archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen. Momenteel is hij bezig met de voorbereiding van een boek en tentoonstelling over de werking van het Rode Kruis tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij was jarenlang lid van het sectiebestuur Archief van de VVBAD. Sinds 2009 is hij actief in de werkgroep Privaatrechterlijk Archief.
META 2012 | 5 |
27
oVer de Grens
Hengelo,
‘Beste Bibliotheek van Nederland 2011’ Monic Gierveld, Bibliotheek Hengelo
De Openbare Bibliotheek Hengelo kreeg in oktober de prestigieuze titel ‘Beste Bibliotheek van Nederland 2011’. Hengelo won vanwege zijn goede combinatie van collectie en diensten met veel ondernemingslust en gastvrijheid. META vroeg zich af wat de bibliotheekmedewerkers vonden van deze bekroning en hoe deze invloed heeft gehad. Hoe ervaren jullie de titel ‘Beste Bibliotheek van Nederland’? Is er een ‘voor’ en een ‘na’? Voor ons betekent de titel ‘Beste bibliotheek van Nederland’ een bekroning voor jarenlang hard werken. Beste bib word je niet zomaar. Midden jaren negentig van de vorige eeuw zagen we veel maatschappelijke veranderingen op ons afkomen, die ook van ons als bibliotheek om actie vroegen. De digitalisering van de maatschappij nam grotere vormen aan, de klant werd mondiger en stelde meer eisen aan de geleverde producten en diensten. Als we terugkijken, zien we een duidelijke rode draad lopen door de jaren die hierop volgden en dat is lef, ofwel ondernemingszin. Als eerste bibliotheek gingen we werken met een zelfbedieningsmachine met een geautomatiseerde sorteerstraat. We waren de eerste die het lef had om deze investering aan te durven; een besteding met visie voor de toekomst. Dit apparaat maakte nieuw beleid mogelijk, maar bovenal zorgde het voor gezondere medewerkers. Nieuwbouw van onze twee vestigingen volgde na tien jaar doorzetten en lobbyen. Het nieuwe complex van de
28 | META 2012 | 5
centrale bibliotheek maakte een goede programmering mogelijk waardoor we, met behulp van een podium, een café, een kleine zaal en een cursusruimte, vorm konden geven aan de ontmoetingsfunctie van de bibliotheek. Door als eerste bib in Nederland gecertificeerd te zijn, zaten we organisatorisch ook op de goede weg. Gedurende de jaren hebben we steeds ingezet op samenwerking: medewerking met lokale partners om zo een stevige verankering in de Hengelose gemeenschap te realiseren en samenwerking met de Overijsselse bibliotheken om zo innovatie en ontwikkeling mogelijk te blijven maken. Want stilstaan doen we natuurlijk niet. We blijven meegroeien met de vraag van de klant. Ja, er is een ‘voor’ en een ‘na’. We zijn natuurlijk heel trots op onze titel en dat zullen we ook zeker een jaar lang vieren en gebruiken, maar we zijn ook nuchter genoeg om te blijven streven naar voortdurende verbetering en vernieuwing. De beste zijn is één ding, de beste blijven is hard werken. Jullie gastvrijheid werd bejubeld. Waardoor laten jullie de bezoekers zich thuis voelen? Ontvingen jullie al reacties van bibliotheekgebruikers? Natuurlijk hebben wij ons prachtige gebouw, waar onze bezoekers graag komen en verblijven. De voorzieningen zijn uitstekend en het personeel is vriendelijk en hulpvaardig. En, niet onbelangrijk, de koffie in het café is lekker! Maar het gaat om meer. Het is een levendigheid die je voelt op het moment dat je de drempel overstapt: hier gebeurt iets. En dat is ook zo: er zijn veel voorstellingen, lezingen, activiteiten, debatten en cursussen. De collectie hebben we uitnodigend gepresenteerd, zoals we dat van de retail
“DE BESTE ZIJN IS ééN DING, DE BESTE BLIJVEN IS HARD WERKEN.”
oVer de Grens
is er voor de inwoners van Hengelo en als wij winnen, dan winnen onze bezoekers. Door een live verbinding te realiseren met de verkiezingslocatie konden de gebruikers via een groot beeldscherm meekijken. De volgende dag hebben we iedereen getrakteerd en vele felicitaties in ontvangst genomen. Wat kenmerkt jullie geprezen ondernemingslust? Ondernemen is verantwoorde risico’s durven nemen, kansen zien en deze grijpen als dit past bij de ingeslagen weg. Ondernemen is ook visie hebben, koersvast zijn, doorzettingsvermogen hebben en geloven in waar je voor staat. Dit genereert energie en die gebruiken we weer om, met z’n allen, het beste uit onszelf te halen. De jury prees ook jullie activiteiten, zitruimte, collectie en openingstijden. Maar wat onthouden jullie nu vooral uit de beoordeling van de jury? De collectie en activiteiten zijn voor ons heel belangrijk. Het zijn onze producten en diensten en wij gaan voor een uitstekende kwaliteit van dienstverlening die we graag willen behouden. Dat vinden wij een natuurlijk proces. Wat voor ons heel belangrijk was in het juryrapport was de ondernemingslust én de klantgerichtheid. Daarmee heeft de jury aangegeven dat goed luisteren naar je klanten en je nek durven uitsteken om zaken voor elkaar te krijgen, beloond worden. Dat is een geweldige stimulans om op de ingeslagen weg door te gaan. Wat zijn jullie toekomstplannen als beste bib van Nederland? Wij gaan nu niet achterover leunen. Dat willen we niet, maar dat kunnen we ook niet. De bibliotheek krijgt te maken met bezuinigingen, maar toch gaan we onze dienstverlening op peil houden en toewerken naar die stip op de horizon. We moeten dat wellicht anders verwezenlijken dan we ons een paar jaar geleden hadden voorgesteld.
geleerd hebben, wat maakt dat mensen naar binnen getrokken worden. Het doet ook een appèl op hun nieuwsgierigheid, inspireert en verrast. Onze bezoekers zijn tijdens de inspectie van de jury in grote getale gekomen om te laten zien wat de bibliotheek hun waard is. Ook hebben ze massaal meegeleefd op de verkiezingsdag zelf. Zo hoort het in onze optiek ook: de bibliotheek
Samenwerken wordt belangrijker dan ooit. De medewerking met de Overijsselse bibliotheken begint steeds beter vorm te krijgen en op landelijk niveau werken we samen aan bibliotheek.nl. De gezamenlijke visie van de Overijsselse bibliotheken richt zich op drie speerpunten die we ‘schatkamer’, ‘werkplaats’ en ‘ontmoetingsplaats’ hebben genoemd. Deze speerpunten opereren niet los van elkaar, maar vullen elkaar aan. De bibliotheek is de natuurlijke autoriteit waar het gaat om het ontsluiten en toegang bieden tot
V.l.n.r. Mieke van der Weij (jurylid, journaliste en presentatrice), Mieke van Dijk (directeur bibliotheek Veenendaal), Marion Mertens (directeur bibliotheek Hengelo), Theo Peeters (directeur bibliotheek Gilze), Henk Das (directeur NBD/Biblion).
zowel fysieke als digitale collecties. Dat was zo en dat blijft ook zo. De ‘schatkamer’ bevat al de bronnen en wij zorgen voor een betaalbare en optimale toegang voor een breed publiek. In de ‘werkplaats’ gaat het om leren en informeren. Goed kunnen lezen en schrijven ligt aan de basis van een goede opleiding. Daarnaast zijn informatievaardigheden in onze maatschappij van wezenlijk belang. Hierbij hoort het vermogen om informatie of cultuuruitingen te produceren en daarmee een zinvolle bijdrage te leveren aan het internetpodium. Structurele relaties met scholen en samenwerkingsverbanden rondom laaggeletterden zijn essentieel. De bibliotheek ontwikkelt zich steeds meer tot een ‘ontmoetingsplaats’, een stimulerende omgeving die ondersteuning biedt om te kunnen blijven participeren in de samenleving. Bovendien is het een actieve omgeving waar grote groepen mensen hun interesses delen door het bezoeken van informatieve en culturele programma’s, het deelnemen aan leeskringen of door het volgen van korte cursussen of workshops. Is er volgens jullie een verschil tussen Vlaamse en Nederlandse bibliotheken? Samenwerking tussen de Vlaamse bibliotheken, ondersteund door de overheid, is al jaren een feit. Die inhaalslag zijn we nu in Nederland aan het maken. Dat betekent dat in Nederland sommige vernieuwingsprocessen wat langer op zich laten wachten. Verder zijn er vooral veel overeenkomsten: veel aandacht voor digitalisering, het toegankelijk maken van de gezamenlijk collectie, de bib op school, het opleiden van mediacoaches en aandacht voor de sociale media. En we zijn natuurlijk jaloers op jullie lage lidgelden!
META 2012 | 5 |
29
trend
De plug-inbibliotheek Roel Lauwers
Door de besparingen in de culturele sector zien veel Nederlandse bibliotheken zich genoodzaakt hun wijkfilialen te sluiten. ProBiblio, de serviceorganisatie voor de openbare bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland, en de openbare bibliotheken van Rotterdam en Gouda hebben in opdracht van bibliotheek.nl in 2011 een pilootproject uitgevoerd om, als de fysieke bibliotheek verdwijnt, de bibliotheekfunctionaliteit zo dicht mogelijk bij de gebruiker te houden. Is de ‘plug-inbibliotheek’ een gepaste oplossing? Een plug-inbibliotheek is een flexibele en modulair opgebouwde bibliotheekvoorziening die kan worden ‘ingeplugd’ in openbare ruimten die als commerciële of culturele partner van het project dienstdoen, bijv. een ziekenhuis, supermarkt of bank. Die partner zorgt voor de sociale controle en ondersteunt het beheer van de bibliotheek; de bibliotheek zelf is volledig onbemand. De plug-inbibliotheek zou in kleine kernen en stadswijken ingezet worden als vervanging van een bestaande vestiging — en dus niet als extra voorziening. Uiteindelijk is het in Gouda de bedoeling om per werkgebied één compacte centrale bibliotheekvestiging te behouden, met een ruime collectie en brede dienstverlening. Per 10.000 inwoners komt daar dan een plug-inbibliotheek bij.
EEN VOLWAARDIG ALTERNATIEF? Een tevredenheidonderzoek dat volgde op het pilootproject wijst uit dat de plug-inbibliotheek vooral sterk scoort wat betreft de basisfuncties van de
de BesChikBare Modules Voor de PluG-inBiBliotheek: •
Open uitleen: de traditionele rol van de bib, met een capaciteit van 100 tot 120 boeken
•
Zelfbediening: voor inname en uitleen
•
Virtueel loket: twee schermen en een
van boeken webcam brengen de gebruiker in direct contact met een bibliotheekmedewerker •
Audioloket: via telefoonverbinding kan de gebruiker communiceren met een
Eigenlijk bestaat dé plug-inbibliotheek niet — op basis van de behoeften van de omgeving waarin ze terechtkomt, kan de bibliotheek verschillende vormen aannemen dankzij haar modulaire karakter. Dat houdt in dat de bibliotheek op ieder moment uitgebreid, verplaatst of veranderd kan worden. Zowel in Rotterdam als in Gouda werd gekozen voor 24 modules (zes portalen van zo’n twee vierkante meter, met elk vier modules). Iedere module heeft een eigen functionaliteit (zie kader). Daarnaast wordt ook de collectie aangepast aan de noden van de omgeving.
bibliotheek: de gebruikers appreciëren de ruime openingstijden — een direct gevolg van de inplanting in een openbare locatie — en het actuele aanbod, naast het feit dat er überhaupt nog een bibliotheekvoorziening aanwezig is in de eigen omgeving. Wel zijn er enkele opmerkingen bij de grootte van de collectie: uiteraard kan een plug-inbibliotheek, met een bovengrens van 120 boeken per module, niet aan ieders smaak tegemoet komen. Problematischer wordt het wanneer de discussie wordt gevoerd in welke mate de plug-inbibliotheek, met haar beperkte collectie, bijv. grootletterboeken moet opnemen.
bibliotheekmedewerker; gekoppeld aan de module zelfbediening •
Kijken en luisteren: op een iPad film-
Het is de ‘toegevoegde waarde’ van de bibliotheek die de plug-inbibliotheek op het eerste zicht niet kan compenseren: het gebrek aan persoonlijk contact was een vaak voorkomende negatieve reactie. Naast die sociale functie mist de gebruiker ook het tot rust komen dat met de
pjes bekijken, muziek beluisteren of op internet surfen •
Zoeken: via de iPad krijgt de gebruiker toegang tot internet of geselecteerde online bronnen
•
Zitten: een comfortabele stoel
•
Betaalautomaat: voor verrichtingen in
•
Rotunda: digitale etalage die de
de bib gebruiker verleidt met covers van boeken die direct te reserveren zijn •
Folders: frontale presentatie van fol-
•
Blanco paneel: als achtergrond voor
•
Ophalen: lockers die de gebruiker met
ders, maar ook tijdschriften of boeken posters of voor mededelingen een SMS-code kan openen om gereserveerde materialen op te halen •
Minifiliaal (NEDAP): met zijn bibliotheekpas opent de gebruiker een mini-
‘klassieke’ bibliotheek wordt geassocieerd. Ten slotte werden er ook problemen gemeld met het ‘doe-het-zelfkarakter’ van de plug-inbibliotheek; het door de gebruiker zelf laten terugplaatsen van materialen verliep niet altijd vlekkeloos, wat het opzoeken door volgende gebruikers uiteraard bemoeilijkte.
filiaal, dat automatisch registreert wat hij van de plank pakt of terugzet
> http://h2interactive.eu/producten/plug-in-bibliotheek/
30 | META 2012 | 5
het CijFer / het Plan
6 Op de General Assembly van het International Internet Preservation Consortium (IIPC) begin mei 2012 presenteerde de Library of Congress (LoC) een stand van zaken over webarchivering in hun instelling. Opvallend was de groeiratio van het webarchief dat sinds dit jaar ongeveer 6 terabyte (TB) per maand bedraagt. 6 TB of 6000 gigabyte per maand. Een twitterende vakgenoot merkte bij het zien van dit cijfer op hoe lang de LoC dit qua opslag nog zal volhouden. Denkend aan de verschillende studies rond information explosion — de onhoudbare groei van digitale informatie, tot 1,8 zettabyte of 1 biljoen TB op jaarbasis, die de wereldwijd beschikbare opslag overstijgt — is dit geen onterechte observatie. De LoC startte in 2000 met MINERVA, een pilootproject rond webarchivering. De bibliotheek bouwde in de daaropvolgende jaren haar collectie uit met thematische webharvests rond de Amerikaanse verkiezingen van 2000 en 9/11. In 2004 werd een webarchiveringsteam gevormd om een documentaire collectie van websites aan te leggen rond een thema of een gebeurtenis zoals de oorlog in Irak, orkaan Katrina tot de Jasmijnrevolutie. In 2010 kwamen daar ook alle publieke data van Twitter bij. Het logische gevolg is dat de cijfers variëren per verzamelstrategie. Als quasi enige speler poogt het Internet Archive een zo groot mogelijk deel van het WWW te harvesten, ongeacht thema of geografie. Dit resulteert in een omvangrijke collectie van circa 2,4 petabytes of 2400 TB en een maandelijkse aangroei van meer dan 20 TB. Wijder verspreid is de verzamelstrategie die zich beperkt tot een bepaald nationaal domein. Wanneer we bij een aantal bekende initiatieven bekijken blijkt dat bijv. het Deense Netarkivet een trimesteriële aangroei van gemiddeld 25 TB realiseert. Terwijl aan de andere kant van de wereld het webarchief van de National Library of Australia (NLA) een jaarlijkse aangroei van circa 35 TB kent.
Europeana Fashion Op 1 maart 2012 startte het Europeana Fashionproject. Dit is een project waarbij 23 partners uit 12 Europese landen hun digitale content in Europeana invoeren. Dit kunnen onder meer gedigitaliseerde tijdschriften, boekbeschrijvingen met een scan van de cover en fiches van museumobjecten met foto zijn. Het project is een ‘Best Practice Network’ en wordt gesubsidieerd via het Europese subsidieprogramma CIP ICT PSP (Call 5 2011) voor het Digital Libraries-initiatief ‘Aggregating content for Europeana’. Europeana is de centrale portaalsite voor het Europese digitale erfgoed en bestaat uit miljoenen objecten uit erfgoedinstellingen, zoals het Louvre of de British Library, maar ook uit kleinere archieven, musea en bibliotheken. Tot op heden was mode als onderwerp onderbelicht in deze databank. Europeana Fashion zal dan ook fungeren als een thematische aggregator voor Europeana. Het totale projectbudget is 3,3 miljoen euro en de projectduur bedraagt 3 jaar, lopende tot maart 2015. De coördinatie van het project gebeurt door Fondazione Rinascimento Digitale uit Firenze. In het totaal zullen 700.000 digitale objecten door Europeana Fashion geaggregeerd worden met de hulp van partners zoals Victoria and Albert Museum (Londen), Staatliche Museen zu Berlin (Berlijn), Musée de la Mode et du Textile (Parijs), Archivio Emilio Pucci (Firenze), Museo del Traje (Madrid), enzovoort. Deze objecten zullen via de Europeana Fashion Aggregator, die gebouwd is door de National Technical University of Athens, in Europeana ingevoerd worden, maar zullen ook via een aparte modeportaalsite toegankelijk gemaakt worden.
EEN STERKE BELGISCHE/VLAAMSE INBRENG Het Europeana Fashion-project heeft een sterke inbreng van Belgische partners. In het totaal gaat ca. 1 miljoen euro naar Belgische deelname aan het project. Het ModeMuseum Provincie Antwerpen is één van de initiatiefnemers van het project. Samen met Alessandra Arrezi-Bozza en Marco Rendina, beide komen van Fondazione Rinascimento Digitale, was Dieter Suls, van het MoMu, verantwoordelijk voor de Europese projectaanvraag. Het MoMu is werkpakketleider van het zwaarste werkpakket WP2: Content Harmonisation and Provision en is ook een belangrijke content provider. De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Brussel) leiden bovendien een taak rond het bouwen van een meertalige modethesaurus en zijn tevens content provider. Het Antwerpse IT-bedrijf Internet Architects is dan weer verantwoordelijk voor de portaalsite en is leider van het werkpakket rond ‘user and system evaluation’. Voorts is het Brusselse fotoagentschap Catwalkpictures een belangrijke content provider. > http://www.europeana.eu
Dieter Suls, MoMu Tom Cobbaert
META 2012 | 5 |
31
essay
Lokale en provinciale verkiezingen: samen aan de slag Bruno Vermeeren
Bibliotheek & archief: onmisbaar voor een sterk beleid, onder die titel publiceert de VVBAD haar memorandum voor de lokale en provinciale verkiezingen van 14 oktober 2012. Het memorandum formuleert ‘wat onthouden moet worden’, met andere woorden: de aandachtspunten die de sector de nieuwe beleidsploeg wil meegeven. De publicatie is eerder een start dan een eindpunt. Maar wie moet er starten? En waarmee? En wat vinden de politici daar nu van? DE HOOFDLIJNEN Het memorandum van de VVBAD beschrijft de wensen en de noden van de lokale en provinciale bibliotheken en archiefdiensten voor de komende beleidsperiode. Het is uitgewerkt rond vijf hoofdstukken: beleid, bestuurlijke organisatie, personeel en middelen, laagdrempelige toegang en kwaliteitsvol provinciaal beleid.
Het memorandum gaat uit van de nieuwe bestuurlijke organisatie die volop wordt uitgewerkt. Het vraagt dat archivaris en bibliothecaris betrokken worden bij het uitwerken van de meerjarenplanning. Besturen worden gevraagd om in te tekenen op de beleidsprioriteiten voor onze sector. Vragen we dat de archiefdienst erkend wordt als stafdienst, dan pleiten we bij de bibliotheek voor de uitbouw van een Vlaams netwerk en daarmee ook voor overleg tussen de verschillende bestuursniveaus. Met de regelgeving die nu uitgewerkt wordt, is de lokale autonomie voldoende gegarandeerd, vandaar de nadruk op het bibliotheeknetwerk in het memorandum. Voldoende personeel en middelen blijft een belangrijke eis, zeker nu in het nieuwe ontwerpdecreet Lokaal Cultuurbeleid alle bepalingen met betrekking tot personeel geschrapt zijn. De opdrachten van bibliotheek en archief zijn divers en complex en vragen dan ook voldoende en goed geschoold personeel. Ook infrastructuur blijft een aandachtspunt: zowel in bibliotheekgebouwen als in archiefdepots moet geïnvesteerd worden. De economische crisis en de bevindingen van de Participatiesurvey 2009 dat gebruikers bereid zijn om méér te betalen voor cultuur, leidden tot een debat over prijsdifferentiatie in de bibliotheek. De VVBAD vindt het belangrijk genoeg om hier een aparte paragraaf aan te wijden. De openbare bibliotheek moet een laagdrempelige, toegankelijke basisdienst blijven. Van de provincies worden kwaliteitsvolle bibliotheeksystemen gevraagd, die ontwikkeld worden met inspraak van de lokale bibliotheken. De VVBAD zou ook graag zien dat de provincies hun streekgericht bibliotheekbeleid beter op elkaar afstemmen. Ondersteuning bij de opleiding van bibliothecarissen en archivarissen en bij de uitbouw van lokale archieven zijn andere vragen aan dit bestuursniveau. De volledige tekst van het memorandum is beschikbaar op de VVBAD-website en verschijnt ook als bijlage bij dit nummer van META.
POLITICI REAGEREN Foto: Ivo Hendrikx.
We legden het memorandum voor aan politici uit verschillende partijen en uit verschillende provincies. Een bloemlezing van hun reacties. BIBLIOTHEEK & ARCHIEF ZIJN ONMISBAAR Naar aanleiding van onze tekst bevestigen verschillende politici het belang van onze sector. “Ik ben het volledig eens met 32 | META 2012 | 5
essay
“EEN STERK BIBLIOTHEEK- EN ARCHIEFBELEID IS EEN HEFBOOM WAARAAN ALLE BELEIDSDOMEINEN KUNNEN OPGEHANGEN WORDEN.”
de titel van het memorandum dat bibliotheken en archieven onmisbaar zijn voor een sterk beleid”, aldus Ann Vansteenkiste (CD&V, Houthulst). “Alle beleidsdomeinen zijn belangrijk”, nuanceert Kris Van Dijck (N-VA, Dessel), “maar een sterk bibliotheeken archiefbeleid is een hefboom waaraan alle beleidsdomeinen kunnen opgehangen worden. (…) Wanneer die bibliotheek dan ook ingebed is in het gemeentelijk administratief centrum kan dit zelfs op visuele manier beklemtoond worden.” Jeroen Bellings (Open VLD, Borgloon) bevestigt: “Het belang van bibliotheken / archieven in de maatschappij is erg groot en wordt jammer genoeg misschien te vaak miskend, al kan ik zeggen dat er hiervoor lokaal toch inspanningen geleverd worden.“ Van Dijck benadrukt ook de rol van de bibliotheek als kenniscentrum. “Kennis is macht”, zegt hij. En we moeten, vervolgt hij, “als lokale besturen zoveel mogelijk informatie aan onze burgers ter beschikking stellen. Ook informatie van en over het eigen beleid. Laagdrempelig en duurzaam. Daarin heeft de lokale bibliotheek een fundamentele rol te vervullen. Vroeger in de vorm van gedrukte boeken; steeds meer ook met beelden en digitaal. De bibliotheek als kenniscentrum in een lokale gemeenschap.” BETROKKENHEID VAN ARCHIVARIS EN BIBLIOTHECARIS Tijdens het debat op de studiedag ‘Van erfgoedbelang’, bevestigde Philippe De Coene (SP.A), voorzitter van de Commissie Cultuur in het Vlaams Parlement, het belang van contacten met de sector. Hij waardeerde de inspanningen van belangenbehartigers die nieuw verkozen parlementsleden wegwijs maken in hun sector. “Als een vereniging als de VVBAD een aanzet geeft zoals met het memorandum 2012, dan moet er in overleg gegaan worden en op basis van de (lokale) mogelijkheden constructief ingespeeld worden op hetgeen de sector vraagt of wenst te realiseren”, schrijft Bellings. Ook Van Dijck waardeert onze voorzet: “Besturen is plannen en bij het begin van een legislatuur des te meer. Dat doe je niet alleen vanuit het bestuur, maar met een grote betrokkenheid van de uitvoerders, het bibliotheekpersoneel en de gebruikers, de burgers.” En Vansteenkiste “onderschrijf(t) de stelling dat de bibliothecaris en de archiefverantwoordelijke moeten betrokken worden bij de opmaak van het meerjarenplan voor de komende legislatuur.”
Dat betekent zeker niet dat ik geen grote waardering heb voor wat er door de provincie op het terrein van het bibliotheekwerk gerealiseerd is, maar naar mijn mening wil men soms te veel sturen in de lokale werking.” Meer lokale autonomie dus, vraagt dit provincieraadslid. In Tremelo vindt Maes dat bibliotheken met een eigen bibliotheeksysteem toch zouden moeten kunnen aansluiten bij het provinciale bibliotheeksysteem. Kritiek op het provinciale bibliotheeksysteem komt er ook vanuit Genk. Vera Withofs (CD&V, Genk), schrijft daarover: “transparante besluitvorming ontbreekt, toekomstvisie is te weinig aanwezig, communicatie rond het gevoerde beleid ontbreekt, de databank is opgebouwd zonder duidelijke kwaliteitsnormen, men heeft toen gekozen om snel zoveel mogelijk bibliotheken aan te sluiten en men heeft geen duidelijk kader opgemaakt”. DE NODEN VAN GROOT EN KLEIN Withofs vraagt meer specifieke aandacht voor de problematiek van de centrumsteden: “1/3 van onze leners komt uit de omliggende gemeenten. Onze regionale uitstraling is groeiende. Op verschillende domeinen en niet in het minst op gebied van cultuurparticipatie, hebben wij een enorme aantrekkingskracht bij de omliggende gemeenten.” Daarvoor is volgens haar onvoldoende aandacht in de regelgeving. Vansteenkiste benadrukt dan weer dat aandacht voor bibliotheek en archief geen evidentie is voor kleine gemeenten: “Om de doelstellingen in uw memorandum waar te maken, zijn voldoende financiële middelen nodig en daar knelt voor kleine gemeenten vaak het schoentje. We zijn ambitieus, maar om onze doelstellingen te bereiken zijn wij genoodzaakt tot samenwerking.” Voor de bibliotheek werkt Houthulst samen met het nabijgelegenheid Lo-Reninge. “Een win-winsituatie voor beide gemeenten”, aldus Vansteenkiste. Voor een klein, lokaal bestuur is het ook “geen evidentie (…) om een degelijk archiefbeheer uit te bouwen. De ondersteuning die geboden wordt vanuit de provincie is van cruciaal belang. In de eerste plaats voor de opleiding van de archiefverantwoordelijke en in de tweede plaats voor de ondersteuning en coaching die geboden wordt om op een degelijke manier de archiefdienst uit te bouwen.”
AAN DE SLAG AKKOORD OVER DE HELE LIJN Voor Marie-Louise Maes (Open VLD, Tremelo) was onze vraag al een aanleiding om het memorandum te bespreken met de bibliothecaris. Hun conclusie: “We zijn het met alle punten eens”. “Wij kunnen zonder problemen dit memorandum onderschrijven”, meldt ook Marc Vanpaemel (Groen, provincie WestVlaanderen). OF TOCH NIET HELEMAAL Hoewel. Vanpaemel merkt op “dat in het memorandum sterk de nadruk op een Vlaams netwerk gelegd wordt (…) om de uniformiteit in de sector te bevorderen”. Voor hem mag de klemtoon meer bij het lokale bestuur liggen, “ook als dat leidt tot lokale verschillen in de bibliotheekwerking en dienstverlening.
De publicatie van het memorandum is een startpunt, en het startsein is een al een tijdje geleden gegeven. Wie op Twitter de hashtag #vvbad volgt, weet dat de tekst al langer beschikbaar is op de website van de vereniging. Dat was nodig ook. Zodra het memorandum klaar was, contacteerde de vereniging immers de politieke partijen met de vraag deze tekst te verspreiden naar de lokale en provinciale afdelingen. Op die manier kunnen zij er nog rekening mee houden bij het opstellen van partijprogramma’s of tijdens de verkiezingscampagne. Hierboven las je al de reacties van enkele lokale en provinciale politici op het memorandum. Ze tonen aan dat een memorandum een goede basis kan vormen om met hen in gesprek te gaan over de noden en de wensen van de archiefdienst of de
META 2012 | 5 |
33
essay
“DE OPDRACHTEN VAN BIBLIOTHEEK EN ARCHIEF ZIJN DIVERS EN COMPLEX EN VRAGEN DAN OOK VOLDOENDE EN GOED GESCHOOLD PERSONEEL.”
Foto: Katrijn Gonnissen.
punten die u naar voren haalt, ook met argumenten en cijfers uit de lokale praktijk. Een goed beargumenteerde vraag maakt meer kans om gehoord te worden.
bibliotheek. Tussen de regels door lees je ook dat een vertaling van de algemene tekst naar de lokale of regionale situatie een meerwaarde kan zijn. Jammer genoeg beschikt het VVBAD-secretariaat niet over de middelen om alle lokale partijen rechtstreeks te benaderen. We zoeken dan ook andere manieren om de lokale en provinciale besturen te bereiken. De gedrukte brochure die als bijlage bij dit nummer van META verschijnt, moet daarbij helpen. Zo drukken we 700 exemplaren extra van het tijdschrift. Deze META valt ook in de bus bij alle gemeente- en OCMW-secretarissen en bij de provinciegriffiers. Meer dan de politici vormen zij een stabiele factor in lokale en regionale besturen. We rekenen echter ook op onze leden. Beter dan het VVBADsecretariaat kennen zij de situatie in hun gemeente of provincie, weten zij welke thema’s er van belang zijn en wie een doorslaggevende invloed kan uitoefenen. We denken dan in de eerste plaats aan de medewerkers van de openbare bibliotheken en de archivarissen van de lokale en regionale besturen. Maar we weten uit ervaring dat heel wat leden ook een actieve rol spelen in het lokale culturele veld. We lijsten dan ook op hoe u met het memorandum aan de slag kan. MAAK UW HUISWERK Neem de tekst grondig door en bekijk welke punten in uw situatie prioritair zijn. “Blijven investeren in toekomstgerichte bibliotheekgebouwen” is één van onze eisen, maar als uw gemeente net een nieuw bibliotheekgebouw gezet heeft, is het weinig zinvol om dat te beklemtonen. Probeer ook prioriteiten te bepalen. Zo weet u wat u wilt bereiken als u met politici of andere bestuursverantwoordelijken in gesprek gaat. Onderbouw de 34 | META 2012 | 5
NETWERK Gebruik het Memorandum als aanleiding om een gesprek te beginnen. Informeer bij uw secretaris of griffier of hij onze tekst ontvangen heeft en vraag naar zijn opinie. Leg het memorandum voor aan de cultuurbeleidscoördinator, het hoofd van de dienst Vrije Tijd, het diensthoofd Cultuur, … Bespreek met de archivaris of met de bibliothecaris uit uw gemeente of er gemeenschappelijke punten zijn die jullie samen naar voren kunnen schuiven. Weet ook dat FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, FOV (federatie sociaal-cultureel werk) en het Forum voor Amateurkunsten een campagne startten om verenigingen en adviesraden ertoe aan te zetten een memorandum op te stellen. Informeer of er plannen zijn in die richting. Als dat zo is, kunnen jullie elkaar allicht versterken. NETWERK Nee, dit is geen vergissing. Over netwerken gaat de paragraaf hierboven al. Maar vergeet niet dat het werk doorgaat ook na 14 oktober. Neem zelf contact op met de bevoegde schepen of de beleidsverantwoordelijke, zodra die bekend is. Als je positie het toelaat, contacteer dan ook de fracties in gemeente- of provincieraad. Uiteindelijk zijn het de politici die het beleid maken. Onthoud vooral dat de nieuwe bestuursploeg werk moet maken van een meerjarenplan. Het is dan ook van belang dat je als archivaris of bibliothecaris betrokken wordt bij de opmaak van dat plan, rechtstreeks als het mogelijk is, onrechtstreeks als het niet anders kan. Vandaar dat het belangrijk is dat je nu al in gesprek gaat met de leidinggevende ambtenaren. Het zal duidelijk zijn dat het VVBAD-secretariaat dit niet voor jou kan doen. Toch kunnen we nog ondersteuning bieden. Zijn er mensen die je moeilijk zelf kunt contacteren? Bezorg ons hun contactgegevens en we sturen hen het memorandum vanuit het secretariaat. We zijn ook altijd blij met feedback: laat ons weten wat er bij jou werkt of wat er niet werkt, zodat we onze werkwijze volgende keer nog beter kunnen afstemmen op jouw noden. Nog vragen of bedenkingen? Contacteer Julie Hendrickx of Bruno Vermeeren. Aan de slag! > http://www.vvbad.be/opinie http://www.amateurkunsten.be/files/memo.pdf http://adviesraden.be
ColuMn
Awardobesitas Eva Simon
Is het u al opgevallen dat er een ware ‘awardobesitas’ dreigt? Bib Web Awards, Award Digitale Bibliotheek, E-Award, Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel, Informatieprofessional van het Jaar, Boekegem, Bib Bang, …. Sinds enkele jaren rijzen de prijzen als boekenkasten uit de grond. Wie in een bibliotheek werkt, moet tegenwoordig moeite doen om níet in de prijzen te vallen. Hou alvast een plaatsje in de vitrine vrij voor die blinkende trofee en reserveer alvast een muur in het zicht voor die ingekaderde oorkonde, want het kan elk moment gebeuren! Hoe lang zal het duren voor iemand als een echte Brouwers weigert om zijn prijs in ontvangst te nemen? Wie zal het als eerste wagen om publiekelijk te morren als er een onverdiende winnaar uit de stembus komt? Verder is het wachten op degene die de betekenis van deze bekroningen openlijk in vraag durft te stellen. Zegt de huidige prijzenregen iets over de toestand van onze bibliotheken? Het digitale heeft voor een revolutie en identiteitscrisis gezorgd. De toekomst
is zo onzeker dat we niet meer weten waar de ‘bibliotheek’ precies voor staat. Hebben we een systeem van awards opgezet, opdat een jury ons zou vertellen waarin de kracht van bibliotheken schuilt? Rond dit prijzencircus kunnen we op de volgende Informatie aan Zee vast een geanimeerd debat voeren. Zit er een duidelijke lijn in de onderscheidingen? Laten ook de meest gewetensvolle juryleden zich wel eens verleiden tot een alliantie aan de toog of balie? Wie sponsort de prijzenpot? Hecht je als jezelf respecterende bibliotheek vooral belang aan de vakprijs of aan de publieksprijs? Laat ons niet al te veel vragen stellen. Bibliotheekprijzen zijn er niet altijd geweest, dus zullen ze er ook niet altijd zijn. Op een keer zullen ze wel weer verdwijnen als microfiches voor de zon. Op dit moment vormen ze de warme graadmeters tussen de koele cijfers die de zogenaamde ‘effectiviteit van de dienstverlening’ uitdrukken. In deze tijden van BIOS-gegevens en benchmarking kunnen
Eva Simon is al tien jaar docent aan de Bibliotheekschool Gent (Initiatie en Graduaat BDI). In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze was redactielid van Bibliotheek- & archiefgids en nu van Meta en de Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra.
we maar beter genieten van het handjes schudden met de jury. Laat ons inventief zijn. Floor Walking Awards, Beste Boekenloze Bibliotheek, Coolste Hangbib, Mediacoach van het Jaar, Stilste Bib, … De markt is nog lang niet verzadigd. Het komt dus zeker niet aan op een prijsje meer of minder!
Citaat
“Ik ben groot voorstander van guerrilla-innovaties. Medewerkers die ergens voor gaan en zelf tijd vrij maken, werktijd en eigen tijd, om een initiatief waar ze in geloven van de grond te krijgen.” Erna Winters
META 2012 | 5 |
35
de VraaG
Zit de publiekrechtelijke archiefregelgeving in een impasse? Johan Vannieuwenhuyse, voorzitter VVBAD
Op 3 mei 2012 heeft het Grondwettelijk Hof, naar aanleiding van beroepen ingesteld door de vzw Association des Archivistes Francophones de Belgique en de federale Ministerraad (met de algemeen rijksarchivaris), een arrest geveld inzake het (publiekrechtelijk) Archiefdecreet. Het arrest houdt een gedeeltelijke vernietiging in van het decreet, wat voor heel wat commotie en onvrede zorgt. Inhoudelijk worden twee verschillende regimes en verschillende regelgevingen opgelegd, voor het statisch archief enerzijds (geregeld door de federale Archiefwet) en het semistatisch en dynamisch archief anderzijds (geregeld door het Vlaamse Archiefdecreet) van de provincies, gemeenten, OCMW’s, polders, wateringen en besturen van erkende erediensten, en voor alle archief voortkomend uit de federale taken toevertrouwd of gedelegeerd aan de lokale besturen, door dit laatste geheel en al te laten regelen vanuit de federale Archiefwet. Meer concreet heeft het arrest implicaties op vrijwel alle onderdelen van het Vlaamse Archiefdecreet: op de kwaliteitscriteria (die nu zullen verschillen naargelang de levensfase waarin de archiefdocumenten zich bevinden of naargelang het gaat om de eigen of federale gedelegeerde taken), het toezicht (item als voorgaande) en de selectie (de commissies 36 | META 2012 | 5
in verband met de provinciale en lokale besturen kunnen zich niet langer uitspreken over de definitieve bestemming van de archiefdocumenten). De Vlaamse en federale archiefregelgevingen wijken in opzet bovendien essentieel van elkaar af en staan zelfs diametraal tegenover elkaar. Het Archiefdecreet ligt in de lijn van de opeenvolgende staatshervormingen, waarbij cultuur en de bevoegdheden voor de provinciale en lokale besturen integraal aan Vlaanderen zijn toegewezen, en in de lijn van een Vlaamse bestuurstraditie met verantwoordelijkheid en autonomie voor elke bestuursniveau, subsidiariteit, operationele vrijheid bij de betrokken besturen en decentralisering die het beleid dichter bij de burger brengt. De Archiefwet van 1955 (met de actualisering van 2009) houdt geen rekening met de staatshervormingen en kiest voor een centralistisch bestuursconcept, waarbij van
bovenuit verplichtende regels worden opgelegd die dan gecontroleerd worden vanuit één ambt, met name dat van de algemeen rijksarchivaris. Deze centralistische aanpak heeft nu — na meer dan 50 jaar Archiefwet — toch al voldoende bewezen geen totaaloplossing voor de
“ER ONTSTAAN ZELFS EEN AANTAL ONGERIJMDHEDEN DOOR HET ARREST: ZO IS HET DE FEDERALE ALGEMEEN RIJKSARCHIVARIS DIE DEFINITIEVE BEWAARTERMIJNEN VASTLEGT VOOR HET STATISCH ARCHIEF.”
de VraaG
Vlaamse archiefzorg en het archiefbeheer te kunnen brengen?
ONGERIJMDHEDEN
wat heeFt de VVBad tot hiertoe ondernoMen en wat is er GeBeurd sinds
Er ontstaan zelfs een aantal ongerijmdheden door het arrest: zo is het de federale algemeen rijksarchivaris die definitieve bewaartermijnen vastlegt voor het statisch archief. Daarmee bepaalt een federale ambtenaar wat bij de provinciale en lokale besturen archivalisch cultureel erfgoed is, terwijl cultuur helemaal geen federale materie meer is, maar een gemeenschapsmaterie. De provincies worden verplicht archief van meer dan 30 jaar oud of hun cultureel erfgoed gewoon over te dragen aan het rijksarchief. De naadloze overgang van dossiers gevormd op de kantoren naar cultureel erfgoed (het ‘archiefcontinuüm’) wordt finaal doorgeknipt en de benadering van het archief in zijn verschillende levensfasen gedifferentieerd door andere regelgevingen en voorschriften.
3 Mei? •
Na een korte fase van bezinning en intern overleg kaartte de VVBAD in een open brief de kwestie aan bij de Vlaamse en federale parlementsleden en bij ministers die bezig zijn met Cultuur en Wetenschapsbeleid. De vereniging vroeg hen een initiatief te nemen om de lokale en provinciale publiekrechtelijke archieven eenduidig aan Vlaanderen toe te wijzen.
•
In het Vlaams Parlement is er tijdens de plenaire vergadering van 16 mei 2012 een vraag gesteld door Wim Van Dijck (Vlaams Belang) aan minister Bourgeois, wat leidde tot een kort partij-overschrijdend debat. De minister beschreef daarbij zijn toekomstige aanpak: op korte termijn zoekt hij overleg met de algemeen rijksarchivaris om tot praktische en werkbare afspraken te komen, en op langere termijn zal hij de Vlaamse regering vragen een actie op te zetten om te komen tot één regelgeving.
•
Ook Bert Anciaux (SP.A) zou een schriftelijke vraag tot minister Magnette in de Senaat
•
Finaal is het wachten op een concrete en definitieve oplossing voor de problematiek door
hieromtrent voorbereiden. minister Bourgeois of de Vlaamse regering op voorzet van de Vlaamse Coördinerende Archiefdienst (departement Bestuurzaken).
Archief wordt verstand van zaken Adlib Archief is de professionele software voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam, want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukken tot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archief beschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukken worden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerde informatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillende zoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst
Adlib Archief
Uitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- en Restauratiemodule Studiezaalmodule Bewaar beheer Inschrijvingen Meerdere zoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF) Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’ systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingen Aanpasbaar aan elk soort archief.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
META 2012 | 5 |
37
de Beste BiB
2e in de verkiezing van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012
Bib Elsene “We staan vandaag zekerder in onze schoenen” Zeven jaar na de start in een schimmelende kelder is de bibliotheek van Elsene de tweede beste bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Het multicultureel diverse, enthousiaste publiek vereist experiment en een ongedwongen aanpak. En aandacht voor de maatschappelijke functie van een Nederlandstalige bibliotheek is misschien meer dan elders van levensbelang in een gemeente die ook de bijnaam ‘l’oasis francophone’ draagt. Hoe kijken jullie terug op de nominaties en prijsuitreiking? De nominatie kwam in Bibliotheek Sans Souci uit de lucht gevallen en eerlijk gezegd niet op het best denkbare tijdstip. We waren op dat moment nogal onderbemand. Toch zijn we er meteen
voor gegaan: met een lijstje pijnpunten in de hand hebben we goede afspraken gemaakt binnen het team en hebben we gedurende de verkiezing regelmatig overleg gepleegd. Vooral het stadium van de mysteryguests zorgde bij momenten voor toevallen van paranoia bij de medewerkers (elke Nederlander — en zo zijn er nogal wat in Elsene — was bij voorbaat 38 | META 2012 | 5
‘verdacht’). Toen Bibliotheekblad ons contacteerde voor een jurybezoek vielen we echter wel van onze stoel want dit hadden we absoluut niet verwacht. De prijsuitreiking zelf — bravo trouwens voor de dame verantwoordelijk voor de suspense tijdens de ceremonie — werd hierdoor bijna onhoudbaar spannend. Hoe waren de eerste reacties? We kregen heel veel toffe reacties van ons publiek en ook van onze partners en leveranciers. Onze ‘fans’ zijn nog meer fan. We merken bovendien dat via de nationale media heel veel mensen uit onze brede omgeving op de hoogte zijn. En er komen ook daadwerkelijk nieuwe bezoekers over de vloer. Veel bibliotheekmensen zijn nieuwsgierig en willen die multiculturele bib in Brussel wel eens zien. Wat is de impact van de prijs en de reacties op de bibliotheekwerking? We zien in deze tweede plaats een aan-
moediging om de ingeslagen weg te volgen. We staan vandaag zekerder in onze schoenen. We gaan nogal ver in onze buurtwerking en soms twijfelden we als bibliotheek wel eens aan die rol. Nu zien we duidelijker dat die hoort bij het ontwikkelen van de maatschappelijke inbedding en functie van een lokale bibliotheek. Het is zeker ook een mooie
het teaM •
Nathalie Verstrynge, Bibliothecaris
•
Sarah Vanhemelrijck, Assistent-
•
Eva Tack, Educatief medewerker
•
Frank Lauwaert, Bibliotheek-assistent
•
Willem Vandendriessche en Sebastiaan
dienstleider
Bassleer, onthaalmedewerkers
pluim op de hoed van het ganse team en qua motivatie naar de toekomst kan dat tellen. Is er iets uit het juryrapport dat jullie heeft gecharmeerd? Het verdict van de jury klonk ons team als muziek in de oren: zo’n bib wilden we zijn en het feit dat onafhankelijke buitenstaanders ons nu als de “(buurt)bibliotheek van de toekomst” typeren kon ons overtuigen dat we wel goed bezig zijn. Ook de adjectieven “ongecompliceerd, ongedwongen en Brussels” passen goed bij onze bibliotheek en haar medewerkers. Het juryverslag vermeldde onder meer een kleine zichtbaarheid van de bib, zijn jullie het eens met de door de jury genoemde pijnpunten? Noch voor noch na de verkiezing waren wij van plan om op onze lauweren te rusten. We hebben eerder het gevoel dat we nog maar half begonnen zijn. De pijnpunten zijn stuk voor stuk werkpunten die we al hadden voor de wedstrijd. De gevelbanner hangt er intussen maar het is een dossier dat we drie jaar geleden hebben opgestart. Bewegwijzering naar de bibliotheek in de gemeente is ook een dossier dat — ergens ook begrijpelijk gezien het aantal instellingen en organisaties op het grondgebied — al sinds mensenheugenis aansleept. Maar er zijn zeker ook verbeterpunten waar we als team zelf kunnen aan werken. De koele uitstraling van onze leeszaal komt boven op onze agenda. We hebben meteen na de prijsuitreiking ook de collega’s van de beste bib gevraagd of we eens op bezoek mochten komen. We denken daar vooral veel ideeën op te doen rond klantgerichte presentatie en aankleding. We laten er dus zeker geen gras over groeien.
de Beste BiB
3e in de verkiezing van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel 2012
Bib Genk In september 2008 opende de nieuwe Openbare Bibliotheek van Genk aan het Stadsplein. De bibliotheek maakt haar ambitie om nieuwe leners aan te trekken en een ontmoetingsplaats te zijn meer dan waar. Meer en meer Genkenaren en niet-Genkenaren vinden hun weg naar het glazen huis. Dit is ook de jury van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel niet ontgaan. Hoe kijken jullie terug op de nominaties en prijsuitreiking? De wedstrijd ‘Beste Bib’ vinden we een mooi initiatief om de sector te waarderen. Daarom vonden we het belangrijk om ons kandidaat te stellen. De shortlist halen was een leuke uitdaging. Het was heel moeilijk een zicht te krijgen op onze kansen: zo’n stemronde is erg onvoorspelbaar. We waren dan ook heel blij dat we erbij waren. Wat waren de reacties van de omgeving? De reacties in Genk waren heel positief. Vooral onze eigen gebruikers lieten merken fier te zijn op hun bib. En daar doe je het uiteindelijk toch voor. Ontvingen jullie ook al reacties vanuit het gemeentebestuur? Absoluut, ook het gemeentebestuur voelt zich erg betrokken. Onze schepen van
Waar gaan jullie als bib nu meer op inzetten? Het accent zal altijd liggen op klantgericht werken en individuele dienstverlening. Onze meerwaarde ligt echter duidelijk in het verblijfscomfort. Daar zullen we dus op blijven inzetten. We zijn een vaste waarde in het stadsbeeld, een openbare en toegankelijke plek. Maar daarnaast streven we naar het samengaan van kwaliteit met beleving. Onder andere door het opzetten van samenwerkingsverbanden en door het stimuleren van participatie willen wij de ontmoetingsfunctie van onze bibliotheek verder uitbouwen. Is er iets uit het juryrapport dat jullie heeft gecharmeerd? Superlatieven als “uitmuntende collectie, ideale openingstijden en geweldige service” hoor je natuurlijk altijd wel graag. We zijn heel trots op de waardering voor
“Het blijft toch in de eerste plaats om de bibliotheekbezoeker gaan” Bibliotheek was aanwezig op de uitreiking, de burgemeester publiceerde het nieuws meteen op Twitter en de collega’s werden ’s anderendaags beloond met een verrassingsontbijt. Wat is de impact van de prijs en van de reacties op de bibliotheekwerking? Zo’n wedstrijd is altijd toch een extra stimulans om het nog beter te doen. Waardering van je eigen publiek en van professionelen uit de sector geeft dat tikkeltje meer.
onze klantgerichtheid, maar we waren vooral gecharmeerd door de omschrijving “Bibliotheek met internationale allure”. Dat doet je toch wel even blozen. Het juryverslag deelde mee dat jullie een klasse te hoog zouden boksen. Zijn jullie het eens met de genoemde pijnpunten? We zijn ons natuurlijk bewust van de pijnpunten. Maar dat lijkt ons eerder een luxeprobleem. We zijn een beetje slachtoffer van ons succes: van een grote bib worden nu eenmaal grootse dingen
verwacht. Maar het blijft ons toch in de eerste plaats om de bibliotheekbezoeker gaan. Die proberen wij het beste van het beste te geven, qua service en ook qua comfort. Dat kan je ons moeilijk kwalijk nemen. We komen van heel ver: een paar jaar geleden moesten wij het nog doen met een bib die drie keer kleiner was en verstopt lag tussen twee verdiepingen in het Stadhuis. Iedereen heeft even moeten wennen. Onze bezoekers, maar ook onze medewerkers. Gaan jullie bij een volgende editie voor een eerste plaats? We zijn heel erg trots op deze podiumplaats. Het behalen van de derde prijs is een hart onder de riem voor onze collega’s die toch wel de helden zijn in dit verhaal. Maar we zouden het een gemiste kans vinden om niet te streven naar de eerste plaats. Alles kan altijd beter.
META 2012 | 5 |
39
kroniek
kunnen worden overgebracht. Dit maakt het mogelijk dat slechts een medewerker het magazijn beheert, een feit waar heel de groep verbaasd over was.
Tentoonstelling ‘Ere wie ere toekomt’ Erfgoeddag 2012
universiteitsbibliotheek antwerpen 22 april 2012
Naar aanleiding van Erfgoeddag 2012, bezocht ik de tentoonstelling ‘Ere wie ere toekomt’, een samenwerking tussen de Universiteitsbibliotheek Antwerpen en de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap, en kreeg ik een rondleiding achter de schermen van de UA-bibliotheek. ‘ERE WIE ERE TOEKOMT’ Bij mijn binnenkomst vond ik een kleine, maar fijne tentoonstelling. Er waren weinig bezoekers, maar de aanwezigen toonden werkelijk interesse. Hoewel er niet veel uitstalkasten stonden, waren ze logisch ingedeeld en bevatten ze pareltjes uit de erfgoedcollectie van de UA en het Ruusbroecgenootschap. Waar er bij andere deelnemers aan Erfgoeddag maar één held werd geëerd, denk maar aan de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience die enkel Conscience in de verf zette, keek men in deze exhibitie naar de papieren bewijzen van belangrijke momenten in het leven van zowel bekende als onbekende mensen. Zo was er allereerst het onderdeel ‘De Held van de Dag’, waarbij je gelegenheidsteksten zoals huwelijksdiploma’s, communiegedachtenissen en bidprentjes kon bekijken. Er was ook een sectie over martelaren, waarin onder 40 | META 2012 | 5
meer Historie der martelaren, dat de dood van martelaren beschrijft en illustreert, uit 1659 getoond werd. Voorts was er een afdeling met prijsboeken, waarvan velen uit de 17e eeuw, en een sectie over mirakelbeelden, waarin Scherpenheuvel veel aandacht kreeg en je devotieprenten kon bewonderen. De tentoonstelling sloot af met het onderdeel ‘Vorstelijke Helden feestelijk onthaald’, dat blijde intredes van vorsten toonde.
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK ANTWERPEN Nog interessanter dan deze kleine exhibitie, was de rondleiding in de Universiteitsbibliotheek. Onze enthousiaste gids Trudi Noordermeer, begon met enkele algemene gegevens over het ontstaan van de bibliotheek: het budget dat nodig was voor de renovatiewerken, de besparingen die ze moesten maken, voorgaande en komende fusies met andere bibliotheken, enzovoort. Bij de bespreking van het assortiment werd er veel nadruk gelegd op de digitale collectie van de UA. De bibliotheek stak veel tijd in het digitaliseren van tijdschriften en boeken, iets waar Noordermeer, die zelf ook het vak ‘Digitalisering: productie, opslag en duurzaamheid’ geeft, een enorme voorstander van leek. Hoewel er al veel elektronische bronnen zijn, heeft de bibliotheek ook talrijke open boekenkasten en een groot magazijn. Onze gids toonde ons trots het moderne transportsysteem, bestaande uit bakken die op rails naar elke verdieping
Hoewel het een groot gebouw is, zijn alle ruimtes in blokken ingedeeld zodat het een knusse bibliotheek lijkt. De Universiteitsbib is een openbaar complex, waartoe iedereen vrij toegang heeft, en dit zorgt soms wel voor problemen. Zo vertelde Trudi over een verwarde man die bijna dagelijks in de bibliotheek andere bezoekers lastig viel. Na een tijd is hem daarom de toegang ontzegd. Ook studenten kunnen zorgen voor ongemakkelijke taferelen. Vorig jaar was er bijvoorbeeld een ruzie tussen leerlingen van de UA en de hogescholen om studeerplaatsen. Een feit waar de medewerkers zich nog steeds over verbazen, is dat studenten tijdens de examenperiode al voor het openingsuur in lange rijen staan te wachten bij de deuren. Dit leek mij een goed moment om te vragen naar hun regels met betrekking tot stilte. Hierop antwoordde Noordermeer dat het personeel probeert om de stilte te bewaren, wat niet altijd evident is. Tijdens de examens echter, kan je een speld horen vallen. Buiten een rondleiding in de openbare delen van de Universiteitsbib, mochten we ook een bezoek brengen aan het magazijn en de backoffice. Daar vielen de besparingen het meeste op, aangezien er slechts een nieuw plafond en tapijt waren geplaatst, en een likje verf was aangebracht. Trudi sprak over een collega die onlangs een aantal uren vastzat in een van de oude liften. Deze kunnen echter niet meteen worden vervangen, daar er voor elk nieuw toestel gespaard moet worden. Toch droomde onze gids hardop van een toekomstige tentoonstellingsruimte in de hal. De Universiteitsbibliotheek mag zich gelukkig prijzen met haar enthousiaste medewerkers die alles, ondanks besparingen, in goede banen leiden. Cindy Mergits
kroniek
Tentoonstelling ‘Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis.’ universiteit amsterdam - 8 februari-13 mei 2012
Lezers weten hoe de visuele kwaliteit van boekpublicaties er de laatste decennia met reuzenstappen op is vooruitgegaan. Maar met deze al te tijdsgebonden perceptie verliest een mens al snel het zicht op het totale plaatje: in de geschiedenis van de boekdrukkunst zijn die ingrijpende metamorfoses — weliswaar op onthaaste wijze — nooit anders geweest. Dit is wat zowel de Amsterdamse tentoonstelling, als de (meer uitgebreide) catalogus Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis, willen laten zien. Wanneer zo’n presentatie van lay-outs ons 500 jaar in de achteruitkijkspiegel laat piepen, opent zich voor onze hongerige ogen een indrukwekkend gevarieerd landschap. Er zijn zoveel ontwikkelingen: de innovaties in grafische technieken, de onophoudelijke broederstrijd tussen de lettertypes, de verhoudingen tussen beeld en tekst, de mogelijkheden van het kleurenpalet, de afwegingen inzake esthetiek en gebruiksvriendelijkheid. Het is geen sinecure om daarop aan bezoeker en lezer een synthetische blik te gunnen.
het nu gaat over naslagwerken, beeldboeken, bibliografische uitgaven of wegwerppockets. Het vangt uiteraard aan bij de vijftiende-eeuwse uitvinding en verspreiding van de drukkunst van een Johann Gutenberg over een Nicolas Jenson tot een Aldus Manutius. Het was de periode van de handmatige decoratie en belettering. In de zestiende eeuw zorgde de kopergravure voor een grotere nauwkeurigheid van de afbeeldingen, zoals in de uitzonderlijke vormgeving van de Theuerdank (1519), een autobiografie van de Rooms-Duitse keizer Maximiliaan I in de vorm van een middeleeuwse ridderroman. De prenten verraden de invloed van Albrecht Dürer. We zien dan ook de
definitieve Fraktur als font verschijnen die vier eeuwen zal domineren. In de De Humani corporis fabrica (1543) van Andreas Vesalius lenen grote houtsneden zich om de geboorte van de moderne anatomie vorm te geven. Christoffel Plantijn omgeeft de afbeeldingen in zijn Emblemata (1565) met losse sierstukjes. Het is dan een Franse gewoonte om teksten en afbeeldingen in te kaderen om zo een typografische eenheid te realiseren. In de zeventiende-eeuwse gouden eeuw nam Nederland het voortouw: de uitgave van de in het buitenland verboden werken van Copernicus in 1617 door Willem Jansz Blaeu of de publicatie van verboden werken van Descartes, Spinoza, Bayle, e.a. Het protestantse idee dat leken de Bijbel moesten lezen, vroeg om kleinere, betaalbare Bijbels. De eerste kranten werden gedrukt door Broer Jansz en Joris Veselar. In de achttiende eeuw zal de Imprimerie Royale te Parijs de rococostijl met zijn overdadige ornamentiek ook in de typografie doordrukken, onder andere in de bloemornamenten van de lettersnijder- en gieter Pierre-Simon Fournier. Denken we ook aan de mysterieuze Carceri van Piranesi, die werkte als etser, graveur, architect en archeoloog. Ook de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert ziet dan het levenslicht. Pas later in de eeuw verandert de lay-out naar
Maar om te beginnen: de tentoonstelling is niet het boek. In de tentoonstelling botst de traditionele, chronologische ordening (in de vitrines) met een systematische schikking, gebaseerd op het Dewey Decimale Systeem (een rubriceringsysteem uit 1876 voor bibliotheken). Een bezoek aan de tentoonstelling heeft dan meer weg van een type autozoektocht. Met de flyer in de hand verkent men de ruimtes waardoorheen kijktafels uitwaaieren, geflankeerd door video’s en fotografie. De vuistdikke en grote catalogus daarentegen is een academische, chronologische encyclopedie geworden. Het verhaal vertelt de visuele geschiedenis van het boek in de diverse vormgevingen, of
META 2012 | 5 |
41
kroniek
FAAD studievoormiddag
Vrije universiteit Brussel - 31 maart 2012
Schatkamers voor de eeuwigheid? Depotbeheer in een veranderend kader
meer wit in de marges, de interlinie, de woordafstanden en de ruimte rondom leestekens. De lithografie in de negentiende eeuw gaf een grote vrijheid door rechtstreeks op de steen te kunnen tekenen, plus de geschiktheid voor kleurendruk. Maar uiteraard de fotografie tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw zal het mogelijk maken afbeeldingen op grote schaal in druk te reproduceren. In de twintigste eeuw maken de organische verluchtingen van de art nouveau furore, om later plaats te maken voor dada, bauhaus en de Internationale Style. In deze catalogus is elke dubbele pagina gevuld met vooral centraal-gepositioneerd kwalitatief fotomateriaal van het opengeslagen boek of de cover, met aan de rand een historisch-informatieve kolom en een korte precisering plus beeldfragment van het betreffende lettertype. Op deze wijze is het meer een gespecialiseerd naslagwerk geworden, dan wel een vlot leesbaar hebbeding voor de modale leek. Van een overzicht van de beeldende merites van historische publicaties, zou men toch een meer creatieve en inventieve presentatie mogen verwachten. Wanneer men bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk ’Postmodernisme’ een schare nieuwlichters qua boekontwerp — en niet de minsten — als Paula Scher, Stefan Sagmeister en Irma Boom de revue laat passeren, dringt de vraag zich onwillekeurig op: waarom hebben de initiatiefnemers niet van de actuele knowhow van dergelijk hedendaags boekontwerp gebruik gemaakt om hun boek te bakken? De steriele vormgeving van deze uitgave zelf doet eerder denken aan de ontwerpen van een Eric Gill of een Jan van Krimpen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Joannes Késenne > het boek van het gedrukte boek. een visuele geschiedenis / M. lommen.- amsterdam, tielt, naarden: uitg. lannoo, amsterdam university Press, Vk Projects, 2012
42 | META 2012 | 5
De jaarlijkse studievoormiddag van het Forum voor Afgestudeerden Archivistiek en Hedendaags Document beheer (FAAD) ging dit jaar door op 31 maart in de promotiezaal van de Vrije Universiteit Brussel. Na het voorwoordje van voorzitter ad interim Dieter Viaene en de voorzitter van de opleiding Archivistiek Frank Scheelings waren er drie sprekers en één centraal thema: depotbeheer. De eerste spreker, hannes Vanhauwaert (Stads- en OCMW-archief Tielt), bracht een lezing over depotbeheer voor beginners (niet te verwarren met ‘voor dummies’). Aan de hand van herkenbare voorbeelden, duidde hij de problematiek van de beginnende archivaris die wordt geconfronteerd met een onbestaand depotbeheer. Aandachtspunten zijn onder andere: draagkracht (voorkomt dat het archief zich zonder veel moeite verplaatst van zolder naar gemeentelijke balzaal), bereikbaarheid (een uitklapbaar laddertje is niet geschikt om een overdracht van 40 meter naar de archiefzolder te brengen), opstelling en kwaliteit van de rekken (voorkomt een nieuw wereldrecord op Domino Day), sleutelbeheer (archiefruimte is geen fietsenstalling), enzovoort. Frank herman (Provincie Antwerpen) trachtte met zijn uiteenzetting het grotere plaatje te schetsen. Meer bepaald wees hij op de mogelijkheden inzake depotbeheer op bovenlokaal niveau. In zijn case verduidelijkte hij de ontwikkeling van het depotbeleid en de regierol die de Provincie Antwerpen speelt. Ondanks de nog prille werking wordt er niet alleen advies verleend en ondersteuning geboden aan diverse erfgoedinstellingen, maar faciliteert de Provincie ook de regionale netwerking. Zo is een van de uitdagingen voor 2012 het ontwikkelen van een digitaal registratie- en inventarisatiesysteem voor alle erfgoedbeheerders in de provincie Antwerpen. Tot slot gaf dries Vandaele (Coördinerende archiefdienst, Afdeling Procesen Informatiebeleid, Departement Bestuurszaken, Vlaamse overheid) toelichting bij het centraal depot in Vilvoorde, waar procesgebonden
informatie (ook gekend als het semistatisch archief) van de Vlaamse overheid wordt bewaard. De beschikbare depotruimte (zo’n twintig km) wordt nu al zo efficiënt mogelijk gebruikt door middel van uniforme, gestandaardiseerde en continue berging, een aangepast depotbeheersysteem voor het beheer van semistatisch archief, enzovoort. Qua dienstverlening wordt voornamelijk gebruikgemaakt van de interne bruikleen via estafette. Op termijn wil men tevens een scanning on demand-service opstarten. Op een antwoord op de vraag naar het kostenplaatje van het depot en de bijhorende diensten is het echter wachten tot dit besproken is binnen de Vlaamse regering. Wordt vervolgd dus. De studievoormiddag, die ook gold als algemene vergadering, werd afgerond met de uitslag van de verkiezing van de nieuwe stuurgroep. Deze werd unaniem verkozen voor een periode van vier jaar (2012-2016). Samenstelling van de nieuwe stuurgroep: Dieter Viaene (voorzitter), Ward Vansteenkiste (secretaris), Stephanie Aertsen, Valerie Gheysens, Frank Scheelings, Erica ten Hove, Wendy Van De Camp, Lawrence Van Haecke en Soizik Van Huele. Uittredende leden zijn: Mariet Calsius, Kaat Knaepen en Joke Verfaillie. Hen willen wij hartelijk danken voor hun jarenlange inzet! Presentaties van deze studievoormiddag kunt u vinden op www.faad.be. Ward Vansteenkiste
duurzaaM
Duurzame informatie en energie-efficiëntie Ranganathan gerecycleerd Tom Cocquyt
Wie duurzaam wil omgaan met energie heeft enerzijds informatie nodig over efficient energieverbruik, en moet anderzijds adequate metingen kunnen (laten) uitvoeren. Zowel de knowhow, de informatie als de meetinstrumenten zijn in onze maatschappij aanwezig. En toch kan er in veel organisaties nog een flinke efficiëntiewinst geboekt worden. In zijn artikel Meten, meetbaarheid en energie-efficiëntie 1 lijst Bart Adams de energie-efficiëntie barrières op (zie kader 1). De belangrijkste hindernis is “onvoldoende bewustzijn: betrokkenen zijn onvoldoende op de hoogte van de beschikbare maatregelen voor en overeenstemmende voordelen van verhoogde energie-efficiëntie”. Op de zesde plaats
van belemmeringen staat: ”gedecentraliseerde expertise: benutting van het gefragmenteerde potentieel vraagt een brede kennis én een goede centrale expertise om de gepaste prioriteiten toe te kennen”. Op de zevende positie vind je: “onvoldoende energiedata”. De informatie over energie-efficiëntie stroomt dus niet genoeg door en er is geen efficiënt informatiebeheer. In de jaren dertig van de vorige eeuw publiceerde Shiyali Ramamrita Ranganathan 2 (1892-1972) zijn vijf wetten voor bibliotheekwetenschap (zie kader 2). Van deze wetten werden allerlei varianten ontwikkeld, waaronder een variant voor het web 3.
te ontsluiten; om bij de juiste informatie bij de juiste mensen te brengen. Ligt hier een mogelijke joint venture in het verschiet tussen de bedrijfswereld en academische bibliotheken? Kunnen openbare bibliotheken een handje toesteken?
1 ADAMS, B., ‘Meten, meetbaarheid en energieefficiëntie’, in: Ecotips: trends in sustainability, 17 (2012) 2, p. 26-29. 2 RANGANATHAN, S.R., The five laws of library
Wanneer we deze “five laws of library science” enten op informatie over energieefficiëntie, vinden we dat informatiewerkers kunnen helpen: om de gepaste kennis degelijk te verzamelen, te beheren en
science. Madras & Londen, The Madras Library Association & Edward Goldston Ltd, 1931. 3 NORUZI, A., ‘Application of Ranganathan’s Laws to the Web’, Webology, 1(2004) 2, zie: http://www. webology.org/2004/v1n2/a8.html
[kader 1] enerGie-eFFiCiënte Barrières •
Onvoldoende bewustzijn
•
Voorkeur voor maatregelen aan de aanbodzijde
•
Initiële investering
•
Gefragmenteerd besparingspotentieel
•
Gebrek aan verbintenis van leidinggevenden
•
Gedecentraliseerde expertise
•
Onvoldoende energiedata
•
Gebrek aan middelen
•
Inertie
•
Risico voor productie-onderbrekingen
•
Gebrek aan systematische aanpak
•
Principaal-agentproblematiek
•
Onvoldoende meetbaarheid
•
Tegenstrijdige stimuli of objectieven
•
Onvoldoende aandacht voor niet-technische oplossingen
[KADER 2] ranGanthan (1931) entinG oP duurzaMe inForMatie Originele formulering Ranganthan
Enting op informatie over energie-efficiëntie
1 Books are for use
1 Sustainable information is for use
2 Every reader his [or her] book
2 Every reader his [or her] sustainable information
3 Every book its reader
3 Every piece of sustainable information its reader
4 Save the time of the reader
4 Save the time of the reader
5 The library is a growing organism
5 The sustainable library is a growing organism
META 2012 | 5 |
43
Personalia
Op 25 april 2012 overleed in Gent prof. em. dr. Juul Hannes. Geboren in Geel op 15 maart 1938 studeerde Juul Hannes geschiedenis aan de Gentse Rijksuniversiteit. In 1969 promoveerde hij er tot doctor in de geschiedenis onder leiding van prof. dr. Jan Dhondt met een innoverend onderzoek naar de kwantitatief-kritische methode in de sociale geschiedschrijving. Hiermee was de toon gezet voor de essentie van zijn gehele latere oeuvre: de methodologie voor scherp-kritische analyses van de 19e-eeuwse samenleving, vertrekkend vanuit cijfers en statistieken maar steeds gebed in de sociale realiteiten. Professor Hannes werd gewoon hoogleraar aan de vakgroep Macro-economie van de Faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen van de VUB. In 1976 werd hij lid van de Raad van Bestuur van de VUB en in 1978 decaan van de Faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen. Aan de Gentse Universiteit doceerde hij vanaf 1972 onder meer Historische kritiek van statistische gegevens aan de vakgroep Nieuwste Geschiedenis van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Als specialist in economische geschiedenis en statistiek had hij bijzondere belangstelling voor fiscale geschiedenis. Dat resulteerde in diverse publicaties zoals Met de fiscale bril bekeken. Vlaanderen in België, 1830-1914 (1995), De prijs van België was altijd hoog (2001) en De mythe van de omgekeerde transfers. Over de geldstromen tussen Vlaanderen en Wallonië sinds 1830 (2007), waarin hij de stelling verkondigde dat Vlaanderen in de 19e eeuw niet uit de hand van Wallonië heeft gegeten. Juul Hannes was een liberaal in hart en nieren, rotsvast overtuigd van de zin van liberale volksverheffing, en dan ook actief in talrijke liberale verenigingen. Hij was de dynamische voorzitter van de liberale cultuurkoepel Coördinatiecentrum voor Liberaal Socio-cultureel Beleid (CLSB) en de voortrekker van hun tijdschrift Liberaal Reflex. Daarnaast was hij onder meer lid van het dagelijks bestuur van het Willemsfonds en van het Studiecentrum Professor Herman Uyttersprot. Hij leverde dan ook heel wat publicaties over het liberaal gedachtegoed, zoals Le libéralisme économique uit 1989. Sinds 2003 was Juul Hannes voorzitter van het Liberaal Archief, waar hij steeds zal herinnerd worden als een warm en hartelijk man, een erudiet met een bijzondere aandacht en zorg voor de bewaring en ontsluiting van het erfgoed van het liberaal verleden én heden. In dat huis was hij echter veel meer dan een bewaarder en een behoudend archivaris. Hij had een open oog voor de nieuwe trends in de zingeving van het archief, en voor de noodzaak om het archief dichter bij de samenleving te brengen. Met dit motief in het achterhoofd realiseerde hij tijdens zijn voorzitterschap een grondige transformatie van het Liberaal Archief door de bouw van de Blauwe Zaal als een ontmoetingsplaats tussen erfgoed en publiek. 44 | META 2012 | 5
zoGehoord
Johan Eeckeloo
“Geef me liever een live uitvoering in de concertzaal” Heb je een favoriete groep/zanger/zangeres? Hopen, maar ik denk dat die vraag eerder past in het domein van jazz en lichte muziek en mijn voorkeur gaat uit naar de ‘klassieke’ muziek. Daar zijn zeker componisten die een streepje voor hebben. Mijn favorieten zijn Frescobaldi, Rossini, Liszt en Bartók. Maar eigenlijk moet Handel daar ook bij, en Brahms zeker ook. En dan die onweerstaanbare melancholie van de Russen, Rachmaninov bijv. wil ik niet missen. En hoe langer ik nadenk, hoe langer de lijst wordt. Ik val voor de veelzijdigheid van het aanbod. Een van de boeiendste dingen in klassieke muziek is dat musici telkens weer voor nieuwe interpretaties zorgen. Uiteraard hoor ik bepaalde uitvoerders liever dan anderen. Maar namen noemen, daar waag ik me hier niet aan, want het is een lange, lange lijst. Naar welk genre gaat je voorkeur uit? Opera vind ik boeiend. Je krijgt als luisteraar een veelheid van informatie te verwerken: muzikaal, visueel, dramatisch. Maar het is ook een bijzonder fragiel genre, want het is bijna onmogelijk om op alle vlakken de perfectie te bereiken. Er is bijna altijd ergens wel iets op aan te merken. Een uitzondering hierop was de productie Matsukaze van Toshio. Zo’n ervaring blijft hangen. Van instrumentale muziek kan ik evenzeer
genieten, maar muziek zonder tekst vraagt wel een andere manier van luisteren. Het is abstracter, puurder ook, en de esthetische ervaring is er zeker niet minder door. Tenminste als de toonkwaliteit overtuigt. Ik ga voor de ‘perfecte’ klank: warm en vol, technisch beheerst maar met expressie. Ruis of korrel, dat hoor ik al genoeg in het dagelijkse leven. Maar in de muziek wil ik belcanto horen, vocaal èn instrumentaal. Dan vergeet ik de tijd. Wat is je favoriete album aller tijden? Kiezen is verliezen. Ik ben het vaak grondig oneens met die uitspraak, maar hier past ze wel. Ik wil me niet beperken tot één bepaalde stijl of één bepaalde periode. Maar ik kan wel de ingrediënten beschrijven om tot ‘goede muziek’ te komen: een evenwicht tussen herkenbaarheid en vervreemding, de samenklank mag niet goedkoop, maar moet persoonlijk en expressief zijn, en het geheel moet een goede timing hebben. Wie zo componeert of speelt, komt terecht in mijn ‘favoriete albums’. Heb je een ‘guilty pleasure’? Een ‘foute’ plaat waar je stiekem wel eens naar luistert? Kurt Weill zou mijn foute keuze moeten zijn, want hij voldoet niet aan mijn ‘eisen’ van goede muziek: het is me te eenvoudig, te doorzichtig, en het vervreemdingseffect van de jaren dertig is ondertussen ook al uitgewerkt. Misschien is het zijn relativerende ondertoon, of zijn cynisme?
Wat was het eerste plaatje dat je ooit kocht? Dat zal waarschijnlijk Vivaldi geweest zijn, mogelijk de Vier Seizoenen, door het ensemble I Musici. Echt niet een versie die ik nu nog in huis zou halen. Welke artiest zou je willen aanraden aan de META-lezers? Misschien Sofia Gubaidulina? Niet zo nieuw, maar ze schrijft boeiende, doorvoelde werken, en is toch toegankelijk. Haar muziek verdient meer aandacht dan ze nu krijgt.
Sofia Gubaidulina.
Hoe en waar luister je naar muziek? Muziek beluisteren met oortjes, dat is echt niet aan mij besteed. Thuis luisteren met een degelijke installatie is nog net te doen, maar het blijft ersatz. Geef me liever een live uitvoering in de concertzaal. Met het risico dat de ene buur niet kan zwijgen en de andere constant zit te kuchen. Maar een sterke interpretatie is meestal wel in staat om die kleinmenselijkheid te overstijgen. En is dat laatste niet de bedoeling van alle echte kunst?
johan eeCkeloo De professionele opleiding van Johan Eeckeloo was aanvankelijk muziek, maar daarna kwam musicologie op de voorgrond. Beide komen wel aan bod in zijn job als muziekbibliothecaris en docent muziekgeschiedenis aan het Conservatorium Brussel. Zijn hobby is dus zijn beroep, maar daarnaast wil Johan wel meer tijd om te lezen, tentoonstellingen te bezoeken en beter te koken.
META 2012 | 5 |
45
aCtiViteiten
Interactieve workshop
Informatiediensten in een veranderende omgeving Besturen en directies stellen het nut van een eigen bibliotheek of informatievoorziening steeds vaker in vraag. Iedereen die verantwoordelijk is voor een interne informatiedienst (bibliotheek, documentatiedienst, kenniscentrum of anderszins) moet voortdurend de meerwaarde van die informatiediensten en -producten bij de beslissers voor het voetlicht te brengen. Als de informatiediensten en –producten niet mee evolueren met de kernactiviteiten van de organisatie, komt hun bestaansrecht in gevaar. Bovendien evolueert de werkomgeving van de doelgroep ook. Steeds meer nuttige tools en online bronnen staan uw klanten ter beschikking buiten de eigen bibliotheek om.
de workshop draagt ertoe bij dat deelnemers uit de diverse sectoren van elkaars ervaringen en aanpak kunnen leren. expert Trainer van deze interactieve workshop is Hanneke Smulders, adviseur bij Infomare, adviesbureau op het gebied van informatiebeheer. Infomare heeft gespecialiseerde kennis opgebouwd over onder andere het analyseren van informatiebehoeften en informatiestromen. En is ervaren in het laten aansluiten van de informatievoorziening op de primaire werkprocessen waarbinnen de betreffende informatie een rol moet spelen. Als redacteur van de Kennisbank Audiovisuele Archivering staat Hanneke doelstelling Smulders bovendien in de praktijk van de informatieprofessional. De verantwoordelijke voor de informatiedienst wapenen om in Enkele referenties van Infomare: Cargill R&D Centre Europe – de eigen werkomgeving de bestaanszekerheid van de dienst te Vilvoorde; Grontmij Industry – Zelzate; IDEWE – Leuven; ISB versterken, door relevante inzichten en een nieuwe manier van vzw – Sint Niklaas; KRO Omroep – Hilversum; Nederlands denken over te dragen. Instituut voor Beeld en Geluid – Hilversum; Van Traa Advocaten doelgroep – Rotterdam; Vereniging van Nederlandse Gemeenten – Den Leidinggevenden en medewerkers van een interne informatie- Haag; Waalse Krook vzw – Gent. dienst bij overheid, bedrijven en non-profitorganisaties. Methode PRAKTISCH De mondelinge overdracht van kennis en ervaring door de trai- Datum 25 oktober 2012 ner gebeurt centraal in een kleine groep van maximaal 15 deel- Plaats VVBAD-secretariaat, Berchem nemers, zodat er voldoende aandacht is voor de specifieke Prijs 90 euro (leden), 130 euro (niet-leden) werksituatie van elke deelnemer. Het interactieve karakter van Inschrijven Via http://www.vvbad.be
....................................... .......................................
.......................................
.......................................
................ ................ ................
ons cultureel verleden anno nu:
DIGITAAL BESCHIKBAAR! Alle middelen, kennis en ervaring worden door GMS ingezet bij het digitaliseren van archiefcollecties - zeker als het gaat om cultureel erfgoed. Uniek en dus kostbare archiefstukken die met de grootst mogelijke zorg moeten worden behandeld en waarbij uiterst hoge eisen worden gesteld aan het digitaliseren. Bureau Metamorfoze van de Koninklijke Bibliotheek heeft GMS erkend als een kwalitatieve en deskundige digitaliseringspartner. Een bevestiging van onze kennis en kunde, die al onze klanten de garantie geeft van kwaliteitswerk.
DIGITALISEREN INDEXEREN
........
........
........
WWW.GMSNL.COM WWW.GMSNL.COM op op onze onze website website vindt vindt uu een een overzicht overzichtvan vande demogelijkheden mogelijkhedendie dieGMS GMSbiedt. biedt.
CONVERSIESLAGEN
...................... ..................
DIGITALISERING
Foto’s | Dia’s | Affiches | (glas)negatieven | Prentbriefkaarten | Gedrukte boeken DTB-boeken | Dossiers | Ingebonden handschriften | Losbladige handschriften Registers burgelijke stand | Notariële protocollen | Bevolkingsregisters Bouwtekeningen | Tijdschriften | Kranten | Technische tekeningen
..................
46 | META 2012 | 5
..................
GMS GMS GMS GMS GMS GMS Edisonweg 50d | 2952 AD ALBLASSERDAM | Postbus 260 | 2950 AG ALBLASSERDAM ALBLASSERDAM Tel. +078-69 31 300 | Fax +31 (0)78-69 31 123 |
[email protected] | www.gmsnl.com
aCtiViteiten
Focus op duurzaamheid Duurzaamheid staat hoog op de (culturele) agenda, sinds het Cultuurforum 2020, gelanceerd door minister van Cultuur en van Leefmilieu Joke Schauvliege, doorbraken formuleerde op vlak van eco-cultuur. Toch is duurzaamheid in de bibliotheek- en archiefsector een dubbelzinnig begrip. Vaak liggen associaties met digitale duurzaamheid en het duurzaam bewaren van erfgoed meer voor de hand dan bekommernissen op vlak van een ‘transitie naar rechtvaardige duurzaamheid’ zoals het Cultuurforum die formuleerde. Nochtans mag het besef dat de draagkracht van de aarde eindig is ook de informatiesector niet onberoerd laten. Is er een verband tussen duurzaam bewaren en een meer ecologische invulling van het begrip duurzaamheid? Welke rol kan de informatiesector spelen in de transitie naar rechtvaardige duurzaamheid? Het denken over vragen zoals deze, staat nog in zijn kinderschoenen. Initiatieven zijn vaak kleinschalig en projectmatig. Met Focus op duurzame bibliotheken en archieven willen de VVBAD en opleiding Cultuurmanagement van de Universiteit Antwerpen de sector uitnodigen om na te denken over de invulling van het begrip ‘duurzaamheid’ in de informatiesector. Na een voormiddag met een theoretische introductie, worden de deelnemers uitgenodigd om in de namiddag, aan de hand van praktijkvoorbeelden aanbevelingen te formuleren rond vier specifieke thema’s.
aCtiViteitenkalender 03.07
Informatie- en inschrijfsessie voor basisopleidingen
PROGRAMMA
Bibliotheekschool Gent
9.30 u.
Bibliotheekschool Gent
10.15 u. 11.00 u. 11.45 u. 12.30 u. 13.30 u. 15.00 u. 15.30 u.
16.30 u.
Keynote: Waarom duurzaamheid op de agenda? Erik Paredis, Universiteit Gent Op weg naar een duurzaam beleid Prof. Dr. Annick Schramme, Universiteit Antwerpen, Cultuurmanagement Naar een duurzaam (personeels)management van organisaties Prof. Dr. Peggy De Prins, UA Cultuurmanagement Groene ICT en duurzaamheid Paul Dekkers, SURF Lunch Naar aanbevelingen voor sector en beleid Thematische workshops Pauze De bijdrage van de informatiesector aan een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid Prof. Bruno Verbergt Afsluitende drink
04-06.07
EAHIL 2012 Conference Health information without frontiers EAHIL
20.09
Focus op duurzaamheid VVBAD, UA
08.10
Denk- en discussiedag Bibnet
25.10
Informatiediensten in een veranderende omgeving VVBAD
13.11
Studienamiddag Archieven van architectuuropleidingen Centrum Vlaamse Architectuurarchieven
PRAKTISCH Datum 20 september 2012 Plaats Universiteit Antwerpen Inschrijven Via http://www.vvbad.be
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2012 | 5 |
47
Bibliothèque nationale de France, Site François Mitterrand, Parijs Foto: Vincent (www.flickr.com/photos/endymion120)
wij richten bibliotheken in ...
Meer op: www.sbnl.be/foto
Openbare bibliotheek Heemskerk (NL)
Appelweg 94 C B-3221 Holsbeek
Tel.: 016 623 340 Fax: 016 620 400
[email protected] www.sbnl.be
Deel
Deel
Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 |
[email protected]