BOLLETTINO NR. 17 Verantwoording “We bevinden ons te midden van een ongelooflijk proces van globalisering, van verrassende sprongen voorwaarts in de communicatiemedia, van een tot op heden nooit geziene economische, technische en wetenschappelijke vooruitgang. Maar tezelfdertijd realiseren we ons dat de uitgenodigden op het feest van de moderniteit slechts een minderheid zijn, en dat deze vooruitgang niet goed afgestemd is op natuur en de kosmos. Er is een groeiend probleem van milieuvernietiging die radicaal in tegenstelling staat tot vooruitgang en menselijke beschaving zelf. Het probleem is nochtans niet de globalisering op zichzelf, noch de stappen voorwaarts in wetenschap en technologie. Het probleem is er een van de geest binnenin dat proces, van zijn rationele basis, van zijn logica, ethiek, ideologie, cultuur en spiritualiteit. Die zijn in strijd met menselijk universalisme en niet in harmonie met natuur. De geest van het systeem is algemeen bekend als neoliberalisme. Neoliberalisme, als ideologie, verbergt de realiteit van toenemende dood in het globaliseringsproces en rechtvaardigt haar als het beste en enig mogelijke systeem. In theologische termen uitgedrukt: neoliberalisme is het soort idolatrie die aan het systeem toelating geeft zonder einde en zonder scrupules te vernietigen en te doden.” Aan het woord is bevrijdingstheoloog Pablo Richard in “Word of God – Sources of Life and Hope for the New Millennium”1 (Woord van God – Bron van Leven en Hoop voor het nieuwe Millennium), een tekst die hij, aan de titel te oordelen, op het einde van de jaren '90 schreef. Net als het artikel 'Hoop of Chaos?' in deze Bollettino. Op het einde van ieder millennium, iedere eeuw, en ja, van ieder jaar spreekt men zijn hoop en wensen uit voor het jaar, de eeuw, het millennium dat komt. De bedreigingen en de hoop voor 2012, zijn nog dezelfde als die voor het derde millennium van onze tijdrekening. Daarom vonden we het passen in deze Bollettino nr.17 die op de valreep van 2011 tot stand kwam. Natuurlijk kan niet alle hoop en iedere wens die men voor een millennium uitspreekt op één jaar gerealiseerd worden. Maar we zetten stappen. Neem nu het groots opgezette Continentaal Theologisch Congres in Latijns-Amerika waarover verder bericht wordt en waarvan we -50 jaar na het begin van Vaticaan II en 40 jaar na Gustavo Gutiérrez' Theologie van de Bevrijding- (op)nieuw leven in de theologische brouwerij mogen verwachten. In deze Bollettino brengen we Pablo Richard in beeld, een bevrijdingstheoloog die hier nog niet veel aandacht kreeg. Nr. 17 wordt dus zowat een 'Pablo Richard nummer'. We stellen hem iets ruimer aan u voor. Hij werd in Chili geboren (1939). In 1966 wodt hij licentiaat in Theologie aan de Katholieke Universiteit van Chili, waar onder andere José Comblin doceerde. Deze laatste zette hem aan tot verdere Bijbelstudie. Zo behaalde hij in 1968 een licentie aan het Pauselijk Bijbelinstituut van Rome. In 1969-70 studeerde bij Bijbelse archeologie aan het Bijbelinstituut van Jeruzalem. De volgende jaren was hij in Chili actief in de nieuw opgerichte beweging Christenen voor het 1
http://sedosmission.org/old/eng/richard.html
1
Socialisme. De staatsgreep van 1973 verplichtte hem naar Frankrijk uit te wijken waar hij in 1978 aan de Sorbonne doctoreerde in de godsdienstsociologie. Daarna vertrok hij naar Costa Rica waar hij tot op vandaag actief is in het onderzoeks- en vormingscentrum DEI (Departemento Ecuménico de Investigaciones). Hij is ook professor Exegese aan de Nationale Universiteit van Costa Rica en de Universidad Bíblica Latinoamericana die zijn programma's aanbiedt in 19 studiecentra verspreid over 14 landen. Hij is de auteur van talrijke artikels en boeken. Een lijst van die publicaties vindt men http://es.wikipedia.org/wiki/Pablo_Richard. Tot slot wensen we al onze lezers een 'bevrijdend' en hoopvol jaar toe. Wie 'bevrijding' en 'hoop' zegt, zegt ook strijd. Vooral nu de idolatrie van het neoliberalisme in 2012 keihard zal toeslaan. Moge deze Bollettino je helpen hierin stand te houden en je solidariteit met de slachtoffers hoog te houden. Hier en in de wereld.
Werkgroep Bevrijdingstheologie van CvS 31 december 2011
Inhoud van dit nummer
Verantwoording Pablo Richard Het impact van Vaticanum II en de Latijns-Amerikaanse theologie in Midden-Amerika Mayra Rodriguez “Zolang er armen zijn, zal er bevrijdingstheologie zijn” Interview met Pablo Richard Pablo Richard Hoop of chaos? Fundamenten en alternatieven voor de XXIste eeuw Redactie Continentaal Theologisch Congres
2
1 3 6 10 16
De impact van Vaticanum II en de Latijns-Amerikaanse theologie in Midden-Amerika Pablo Richard Voordracht op de “Eerste Midden-Amerikaanse en Caraïbische Theologische Conferentie” in Guatemala (26 - 29 april 2011). I. Het bijbels concept van 'Kairos' Er bestaat een zeer belangrijk bijbels begrip: 'kairos', hetgeen betekent 'geschikte tijd', 'tijd van genade'. Het heeft twee kenmerken: - Het ontstaat onverwachts, waar niemand het had verwacht. - De Kairos komt na een 'slechte tijd', een negatieve tijd, een tijd van achteruitgang. II. De kairos begon in 1962 door het Tweede Vaticaans Concilie, de bisschoppenconferenties van Medellin en Puebla, de Theologie van de bevrijding, de basisgemeenschappen en door de vele sociale bewegingen van christelijke inspiratie.Zij geven vorm aan deze opportune tijd die God schiep voor de Universele Kerk en voor de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische kerken in het bijzonder. De aanstichter was paus Johannes XXIII die misschien wel de grootste profeet is van de kerk in de twintigste eeuw. III. De slechte en negatieve tijd die de huidige kairos voorafging Tussen het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) en het einde van het Concilie van Trente (rond het jaar 1563) ligt er 400 jaar. Dit was over het algemeen een negatieve tijd en een tijd van achteruitgang. Het Concilie van Trente was het antwoord op de Reformatie van de Kerk die door Luther werd voorgesteld. Het was een contrareformatorisch Concilie, die de gehele kerk zo ombouwde dat er nooit nog een reformatie zou plaatsgrijpen. Een betekenisvol feit was het verbod op vertalingen van de Bijbel in de volkstalen. We kunnen stellen dat de Kerk 400 jaar lang zonder Bijbel geleefd heeft. Vaticanum II brak met deze traditie (met de constitutie 'Dei Verbum") en was de kairos voor de Bijbelbeweging in heel het Volk Gods. Andere hervormingen maakten dat deze 'nieuwe tijd' realiteit werd: creatie van een nieuw kerkmodel (Kerk 'licht voor de volkeren' en kerk die de vreugde en de hoop van de volkeren op zich neemt) . Er waren ook andere hervormingen op het gebied van liturgie, zending en oecumene. III. De Kairos, deze goede tijd die God ons gaf, heeft grenzen, ze is niet eeuwig. Er kan sleet optreden. Hij kan zelfs leiden tot onomkeerbare crisissen. De sleet op deze goede tijd heeft geleid tot twee kerkmodellen (niet tot twee kerken, maar tot twee manieren van kerk zijn). • Een 'Godsvolkkerk', waarin deze kairos van God kan blijven voortbestaan. Dat is het kerkmodel dat de armen nodig hebben om te overleven. • Een christenheidskerk, die macht en geld nodig heeft om te overleven. Een kerk waarin de Kairos van God moeite heeft om te overleven. Onmisbare opmerking: de twee kerkmodellen die we nauwelijks beschreven hebben, zijn niet twee kerken die gescheiden en in confrontatie met elkaar leven. Ze overlappen elkaar. Er zijn tekenen van Gods aanwezigheid in de christenheidskerk en tekenen van christenheid in de Kerk der armen. Bij een ontmoeting vertelde een grote theoloog van het Opus Dei mij eens: "Pablo, je bent de meest radicale en meest orthodoxe theoloog die ik ken". Dat illustreert wat ik wat ik net zei.
3
IV. De 'Godsvolkkerk' is door haar identiteit zelf, de kerk waar deze kairos van God de beste kans maakt om zich te consolideren. Ik kan alleen de tekenen van de aanwezigheid van deze kairos in de Kerk van de armen even oplijsten: 1. De optie voor de armen en tegen de armoede. De term 'arm' in al haar complexiteit: de onderdrukten, zij die op straat leven, de HIV-besmetten en AIDS-lijders, de verachten omwille van ras of kleur, de gemarginaliseerden omwille van seksuele voorkeur, de arme en mishandelde vrouwen, armen die vaak 'onzichtbaar' zijn. 2. De kerkelijke basisgemeenschappen, waar gebed, woord van God en solidariteit samen komen. 3. De volkse lezing van de Bijbel, in vrijheid en autonomie beoefend. De biddende lezing van de Bijbel die de tekst omvormt tot Woord van God. In deze tijd van crisis in de kerk is deze volkse lezing van de Bijbel het meest zinvolle en vanzelfsprekende dat we kunnen doen. 4. De Bevrijdingstheologie die al 40 jaar of meer ontwikkeld wordt. 5. Een autochtone Kerk, waar de kracht van inculturatie komt van de inheemsen zelf, van de AfroAmerikanen, en van zoveel andere culturen en religies. 6. Religieus leven ingebed in gemarginaliseerde en misprezen milieus. 7. De nieuwe bedieningen, waarin de verdeling tussen leken en geestelijken verdwijnt. De desacralisering en de ontpriesterlijking van de nieuwe bedieningen. Het aannemen van Jezus' houding tegenover de joodse Tempel en zijn priesters. In de oorspronkelijke kerk waren er geen priesters, maar wel 'presbyters' (ouderlingen, leraren). De integratie van vrouwen in alle bedieningen en verantwoordelijkheden van de kerk. De vrouwen, en ook de mannen niet, moeten tot 'priesters' gewijd worden. De vrouwen moeten geïntegreerd worden als leraressen, wijzen, theologes, met andere woorden alle functies van het priesterschap opnemen. "Nooit meer een kerk zonder vrouwen!" Nieuwe bedieningen eigen aan een Godsvolkkerk: Boeren als Afgevaardigden van het Woord Gods, catechisten, diakenen (mannen en vrouwen), inheemse diakenen (vandaag niet toegestaan in San Cristobal de las Casas), predikers (die het gebed van de gemeenschap organiseren), genezers en nog veel meer De kerk van de armen zal in de toekomst vrijwel geheel in handen van vrouwelijke en mannelijke leken zijn. 8. Een kerk die haar eigen opleidingscentra heeft, zowel in Latijns-Amerika als in het Caraïbisch gebied. Zonder vorming van bedienaren van de 'comunidades' heeft de kerk der armen geen toekomst. 9. Een kerk van profeten en martelaren, zowel vrouwen als mannen. 10. Fundamentele strategie van de Godsvolkkerk: de onnodige tegenstellingen voorkomen en groeien daar waar de eigen kracht ligt. Een kerk die liever een licht aansteekt dan de duisternis te vervloeken. Een kerk met hoop, die weet dat het na elke crisis mogelijk is te herbeginnen en de goede tijd van God herop te bouwen. V. De christenheidskerk Een kerkmodel waarin de kairos die God ons met Vaticanum II gaf, begint op te drogen en in een crisis terecht te komen die wel eens onomkeerbaar zou kunnen zijn. De christenheidskerk, die leeft van geld en macht, is een kerk die de armen verloren heeft. Een kerk die het grootste aantal priesters ten dienste stelt van mensen die geld hebben. Sommigen van die kerken celebreren elk weekend meer dan 12 missen. Een kerk die bevestigt dat “de kerk per slot van rekening toch rekening houdt men hen (die geld hebben)”. Tijdens de 'goede tijd' van God voelden zij zich verlaten door de kerk. Een kerk die leeft van de 'rite', van de 'doctrine' en van de 'religie' die hen bevalt en die predikt wat ze willen horen, een kerk die de evangelies 'spiritualiseert' om de parochianen geen pijn te doen.
4
De religieuze bewegingen in dienst van de christenheidskerk: Het Opus Dei, de Legionairs van Christus, de Herauten van het Evangelie, de Sodalitiumgemeenschappen. Zij zijn de nieuwe legers in dienst van de paus, om de kerk tegen de bevrijdingstheologie te beschermen. We hebben een kerk van de angst: de leken zijn bang voor de priesters, de priesters zijn bang voor de bisschoppen, de bisschoppen zijn bang voor de Romeinse curie en de curie is bang voor de bevrijdingstheologie. De christenheidskerk is niet een kerk die in de wereld leeft, maar ze leeft binnen de wereld van de kerk. Om te besluiten: Een citaat uit een conferentie in El Salvador door onze leermeester José Comblin, bij de viering van 30 jaar martelaarschap van aartsbisschop Romero. Het is een kritisch en hoopvol testament: De vragen van gisteren geven mij de indruk dat veel mensen enigszins uit hun lood zijn geslagen door de huidige situatie van de Kerk. Oftewel met een gevoel van onzekerheid zitten. Zoals de Heilige Theresia zei: “door het feit van daar niets over te weten, heb ik geen schrik aangejaagd”. Toen ik jong was, heb ik iets dergelijks, en misschien wel erger, meegemaakt. Het was tijdens het pontificaat van Pius XII. Hij had alle belangrijke theologen veroordeeld, hij had alle belangrijke sociale bewegingen veroordeeld, zoals bijvoorbeeld het experiment van de priesterarbeiders in Frankrijk, België en andere landen. Als jonge seminaristen en jonge priesters waren we onthutst en vroegen we ons af of er nog toekomst was? Ik herinner me dat ik in die tijd een biografie van Pius XII door een Oostenrijkse schrijver gelezen had. Daarin haalde hij een paar woorden aan die Pater Liber, SJ, professor kerkgeschiedenis aan de Gregoriana, geschreven had. Pater Liber was biechtvader van de paus. Hij wist alles wat er omging in het hoofd van Pius XII en zei: "Vandaag is de situatie van de katholieke kerk zoals die van een middeleeuwse burcht omgeven door water. De ophaalbrug werd opgetrokken en de sleutels werden in het water gegooid. Je kan er op geen manier meer uit (gelach). Dat wil zeggen: de kerk is van de wereld afgesneden, en je kan er onmogelijk meer in.” Het zijn de woorden van de biechtvader van de paus die redenen had om het te kunnen weten. Daarna kwam Johannes XXIII en zie: allen die voorheen vervolgd waren geweest, werden plotseling de lichten van het Concilie en alle verboden werden meteen opgeheven. Daar werd de hoop herboren. Ik zeg dit opdat jullie niet onthutst zouden zijn. Iets is op komst; iets is op komst en we weten niet juist wat, maar er gebeurt altijd iets. (vertaald uit het Spaans. Oorspronkelijke titel: “Impacto del Concilio Vaticano II y de la teología latinoamericana en Centro América. Bron: www.adital.com.br) *** ** *
5
“Zolang er armen zijn, zal er bevrijdingstheologie zijn” Interview met Pablo Richard Mayra Rodriguez Men kan er niet aan twijfelen. Elke theoloog is een provocateur zoals Jezus er een was voor zijn tijd wannneer het erom gaat de Bijbel uit te leggen vanuit de realiteit zelf van de bewoner van deze wereld. Deze bewering vindt zijn oorsprong in de overeenkomsten tussen de grootste figuur van het christendom en zijn meest radicale volgelingen, vooral zij die zich inzetten voor de armen Voor mij zit de Chileen Pablo Richard, doctor in de Theologie en de Bijbelwetenschappen. Het is een feest van het woord. Deze man is gepromoveerd aan het Pauselijk Bijbelinstituut in Rome, het is een archeoloog van de Bijbel, die zich wetenschappelijk gespecialiseerd heeft in Jeruzalem zelf. Het is altijd een ontdekking wanneer van achter zulk goedmoedig gelaat een onaantastbare ethiek, een zelden geziene intelligentie, maar vooral een christen geëngageerd in zijn realiteit te voorschijn treedt. Het betreft hier de realiteit van de armoede in Latijns-Amerika en de noodzaak van een theologische analyse die bijdraagt tot de volle bevrijding van de mens als schepsel Gods. Mayra Rodriguez: Welk spoor blijft er in Pablo Richard over van die beweging Christenen voor het Socialisme uit de jaren '70, een beweging geboren uit de zogeheten bevrijdingstheologie? Richard Pablo: De theologie van de bevrijding was een zeer belangrijke beweging die de convergentie van geloof en politiek mogelijk maakte. Want gewoonlijk stonden de christenen altijd in de oppositie als er een progressieve of socialistische regering aan de macht was. Het was de bevrijdingstheologie die het bevrijdende karakter van het geloof naar voor bracht. En het kwam de politieke partijen toe om te ontdekken dat het christendom een bevrijdende oriëntatie had. Het was de keuze die christenen toeliet in politieke bewegingen actief te worden zonder het geloof te verliezen. Dat was nieuw. Want voordien waren de christenen die een politieke keuze maakten eerder rechts. En de linkse partijen sloten christenen uit. Dat was een vaststaand parallellisme. De overtuiging die ik uit die beweging christenen voor het socialisme overgehouden heb, is dat er geen enkele onverenigbaarheid bestaat tussen christendom en socialisme, maar dat het in concrete processen christen mannen en vrouwen helpt zich politiek te engageren zonder hun geloof te verliezen, geloof dat zich radicaliseert door zich in de realiteit te verdiepen.
MR: Wat vindt u van de bewering dat de bevrijdingstheologie geaborteerd werd door de abrupte rechtse koersveranderingen van de kerk in Latijns-Amerika? PR: Dat hangt ervan af. Want er is een christenheidskerk die alles vernietigd heeft wat in de jaren '60 tot '80 opgebouwd werd. En die kerk evolueert iedere dag meer naar rechts. Maar er is ook de kerk van de bevrijding, van de kerkelijke basisgemeenschappen, de kerk van de armen, die nog steeds voortwerkt in de lijn van de bevrijding en die vandaag in Latijns-Amerika steeds meer opfleurt naarmate het neoliberale systeem en de christenheidskerk in crisis geraken. De mensen zoeken een alternatief en dat wordt geboden door de bevrijdingstheologie. In Latijns-Amerika hebben de laatste 10 jaar 50 miljoen mensen de katholieke kerk verlaten. Niet omdat ze tot andere religieuze groepen zijn toegetreden, maar omdat de kerk hen niets meer zegt. En dit maakt deel uit van de crisis van de christenheidskerk die geen enkel antwoord biedt voor de moderne problemen.
MR: Als u de huidige situatie in Latijns-Amerika overschouwt, met steeds meer natuurrampen en klimaatsveranderingen die het armoedepeil nog vergroten. En dan nog die andere kwalen, als corruptie, geweld en drugs... Hoe kan je dan nog dat Woord van God aanvoeren als bron van leven en hoop, zoals u dat op de drempel van het nieuwe millennium aankondigde? PR: We moeten eerst en vooral een analyse van de werkelijkheid maken, een analyse van de economie,
6
van de neoliberaal geïnspireerde markt die leeft op basis van lage lonen en van de vernietiging van de natuur. Het is duidelijk dat vele sectoren van de kerk betrokken zijn in dit neoliberale systeem. Maar er zijn ook mensen in Bijbelgroepen die bij het lezen van het Woord van God zich zorgen maken over deze crisis en over de vernietiging van de natuur. Leonardo Boff schreef een paradigmatisch boek hierover: "Schreeuw van de aarde, schreeuw van de armen" 1. We moeten beide beluisteren. Er zijn veel bevrijdingstheologische bewegingen in de ecologische lijn. Juist nu komt er een hele theologie tot stand over het water, als een goed dat weldra in crisis raakt. Over de verwoesting van de natuurlijke hulpbronnen en de vernietiging van de mensen door dit systeem, wordt meer door de bevrijdingstheologie gesproken. Daarover spreken de politici of de kerk vaak niet. Het ecologisch thema is springlevend, vooral in de Indio-theologie. In Zuid-Amerika wordt veel gesproken over de 'Pachamama' bijvoorbeeld, over de verdediging van de aarde en het water. De progressieve groepen in de kerken zijn daar veel mee bezig. Neem nu de recente conferentie in Cancun over de maatregelen die moeten genomen worden in verband met de klimaatsverandering en de opwarming van de aarde. Als de temperatuur met twee à drie graden stijgt, zijn er catastrofes op komst. De geïndustrialiseerde landen aanvaarden, noch willen maatregelen nemen, want de natuur beschermen vinden ze een slechte zaak omdat de expansie van de markt dan afgeremd moet worden. Zij willen steeds meer winst en dat de natuur hierdoor vernietigd wordt, kan hen weinig schelen. Als alles hetzelfde blijft, als er niets verandert, dan haalt de aarde het jaar 2025 niet. Wij hebben schandalig misbruik gemaakt van de aarde en haar meer gevraagd dan ze kan geven. Maar velen geven er zich rekenschap van dat de aarde rond is, als je steeds verder voortschrijdt in haar exploitatie word je er langs achter door ingehaald. Dus heeft de kerk een zeer wijze theologie ontwikkeld wanneer ze de ecologie aansnijdt. En dat is een onderdeel van de theologie van de bevrijding.
MR: In een van uw laatste analyses: "Pedofilie en macht," doet u erg riskante uitspraken. U wil de houding van de katholieke kerk confronteren enerzijds met het fenomeen van de pedofilie en anderzijds met de theologie van de bevrijding. U beweert dat homoseksualiteit een legitieme optie kan zijn als ze geleid wordt door een ethiek van liefde en trouw. En dat de uitsluiting van vrouwen uit de katholieke hiërarchische structuur de keerzijde is van de absolute vermannelijking van het klerikale ambt. En u komt dan uit bij de vraag hoe deze problemen geanalyseerd zouden worden indien de vrouw, tot kardinaal gewijd, toegang zou hebben tot hoge ambten in de hiërarchische structuur van de kerk. Is er vanuit de katholieke curie een reactie geweest op je vraagstelling of werd ze met stilzwijgen uit de weg gegaan? PR: De kerk is bang om over deze onderwerpen te praten. Ze is bang. Over dit artikel kreeg ik geen enkele kritiek van de hiërarchie, en dat is te wijten aan het feit dat ze bang zijn voor deze problematiek. In de ethiek van de bevrijdingstheologie aanvaarden we vandaag bijvoorbeeld dat homoseksualiteit een manier van leven is, het is een optie. Maar de kerk en haar hiërarchie gaan op deze kwesties niet in uit vrees dat er een grondige discussie zou loskomen waarin ze niet veel te zeggen hebben. Dat zijn problemen van de moderniteit en de katholieke kerk heeft deze verworpen; ze wil niets weten van homoseksualiteit of van participatie van vrouwen. In verband met dat laatste bijvoorbeeld, is er geen enkel argument, noch Bijbels noch theologisch, om vrouwen van het priesterschap af te houden. De kerk verwerpt dit omdat ze een premoderne visie op de vrouw heeft. Ten slotte praat de kerk niet veel over deze onderwerpen, omdat ze niet weet wat zeggen. En wanneer ze ermee bezig zijn geweest, is het scheef gelopen: ze heeft de pedofielen verborgen gehouden, ze heeft niet geluisterd naar de slachtoffers, ze is een grondige analyse uit de weg gegaan, want als ze op deze discussie ingaat, gaan er voor de hiërarchie en haar conservatieve posities veel meer problemen oprijzen.
MR: In die geest van wat je 'theologische provocatie' zou kunnen noemen, heeft u ook gezegd dat er niet een Kerk bestaat, maar wel modellen van kerk-zijn. En u zegt ook dat het traditionele en dominante model ten dode opgeschreven staat en dat er een ander model is dat juist een alternatief en meer gecontextualiseerd model zoekt. Welke zijn naar uw mening de kenmerken van 1
“Grito da Terra, Grito dos Pobres (1995). Geen Nederlandse vertaling (nvdr.)
7
dit model dat u ziet opbloeien en op welke focus moet het zich richten? PR: Het model van de christenheidskerk is thans in een onomkeerbare crisis terecht gekomen en is de instorting nabij, omdat ze niet beschikt over de elementen, de theologische fundamenten, noch over theologen en theologes om deze situatie om te buigen. De pedofilie is nu al een zeer ernstig teken van de diepe crisis, en erger nog was het verdonkeremanen ervan door de kerk. En hoewel dat niet een direct gevolg van het voorgaande is, zullen de mensen hun toevlucht zoeken bij het alternatieve model. In de Kerk der armen zullen ze een manier zoeken om hun geloof te beleven. Bijgevolg moet die ontluikende Kerk van de armen, de kerk van het volk Gods, de volgende kenmerken vertonen: Ten eerste, een voorkeursoptie voor de armen en tegen de armoede. We moeten in de kerk structuren creëren om samen met hen te leven (met de AIDS-patiënten, de gemarginaliseerden, die van de straat, enz.). Op dit moment zijn ze talrijk, maar voor de maatschappij zijn ze onzichtbaar, en dat is iets waar de kerk verandering in moet brengen. Ten tweede, de kerkelijke basisgemeenschappen, waar gebed en gemeenschap samengaan. Of ze nu met velen of weinigen zijn is niet van belang, het is kwaliteit die telt. Voor de christenheidskerk staat kwantiteit voorop, want zij hanteert commerciële criteria, marktcriteria. Ik durf te zeggen dat het niet uitmaakt dat de bevrijdingstheologie zou verdwijnen, als de armen maar niet blijven doodgaan. Maar zolang er armen zijn zal er bevrijdingstheologie zijn, en zal er Godsvolkkerk zijn. Ten derde, de volkse lezing van de Bijbel. Het beste wat we kunnen doen in deze tijd van crisis, is de Bijbel terug geven aan het volk, in vrijheid en autonomie. Gedurende 400 jaar was er geen Bijbel in de kerk, maar het Tweede Vaticaans Concilie brak met deze traditie en gaf de Bijbel aan het volk terug. Ten vierde, de bevrijdingstheologie. We moeten ophouden met hetgeen ons ertoe bracht niet meer aan theologie te doen. De angst moet achtergelaten worden, de theologie van de angst moet overwonnen worden: de leken hebben angst voor de priester, de pastoor heeft angst voor de bisschop, de bisschop voor het Vaticaan en het Vaticaan voor de bevrijdingstheologie.We moeten de angst achterwege laten en geloof hebben. Ten vijfde, een inheemse kerk. Het is een kerk die geboren wordt uit de volkeren zelf die het evangelie gaan ontdekken. Ten zesde, het religieuze leven dat zich inschakelt in de kringen van de gemarginaliseerden en de misprezenen. Ten zevende, de nieuwe bedieningen. We moeten desacraliseren en 'ontpriesterlijken', de kloof tussen leken en clerici dichten. De hokjes moet verdwijnen. En uitroepen: NOOIT MEER EEN KERK ZONDER VROUWEN! Ze moeten worden geïntegreerd als leraren, wijzen, theologes, die alle functies van het priesterschap opnemen. Ten achtste, kerk als vormingscentra. De leken -mannen en vrouwen- zijn de toekomst van de kerk, vandaar het belang van vorming. Ten negende, een kerk van profeten en martelaren. En tenslotte, op de tiende plaats: onnodige tegenstelligen vermijden en blijven groeien waar onze kracht ligt. Altijd maar de christenheidskerk bekritiseren en er tegenaan roepen, brengt geen aarde aan de dijk. . Want de twee kerkmodellen leven niet van elkaar gescheiden en in confrontatie met elkaar. Ze doorkruisen elkaar. Er zijn tekenen van Gods aanwezigheid te vinden in de christenheidskerk en tekenen van 'christenheid' in de Kerk der armen. MR: Laten we ons inbeelden dat u arts bent en een diagnose moet stellen van een patiënt die 'bevrijdingstheologie' heet. Wat zou zijn hartslag en bloeddruk zijn? Lijdt ze aan een voorbijgaande kwaal, aan kanker of moeten we, in de huidige politieke en kerkelijke context van Latijns-Amerika, een overlijdensbericht opstellen? PR: Ik kan geen fatale pronostiek geven, want in feite is er een heropleving van de bevrijdingstheologie aan de gang, al ontkent de kerk dat. De volkse lezing van de Bijbel en de kerkelijke basisgemeenschappen zijn een kracht die men niet kan stoppen. De armen zelf hebben deze kerk nodig, ze hebben haar nodig om te overleven. Het is niet de kerk die geld nodig heeft om te overleven, maar de armen die de kerk nodig hebben om te overleven. En dat geldt ten allen kante, in El Salvador, in Guatemala, in Costa Rica en in vele andere delen van de wereld.
8
Guatemala-Stad, donderdag de 26 mei 2011. (Vertaald uit het Spaans. Oorspronkelijke titel: “Mientras haya pobres, habrá Teología de la Liberación”. Bron: www.adital.com.br )
*** ** *
Een kwestie van dood of leven? Het verhaal van Ananias en Safira in context Bijbeldag Zaterdag 24 maart 2012 (10 - 16u) “Niemand onder hen leed gebrek, want allen die grond of huizen bezaten verkochten hun bezit en legden de opbrengst voor de voeten van de apostelen. Daarvan werd uitgedeeld aan eenieder, al naargelang hij nodig had” (Handelingen 4,34-35). Zo gaat het verhaal over de eerste gemeenten. Linkse christenen verwijzen -met een portie idealiseringal eens naar deze 'voorbeeldige begintijd' van het primitieve christendom. Toch bleek, volgens het verhaal, ook daar niet alles koek en ei. Ananias en Safira hebben iets achtergehouden en vallen ter plekke dood. Voor de voeten van de apostelen. (Hand. 5,1-11). Op het eerste gezicht lijkt het een gruwelijk en moralistisch verhaal over zonde en doodstraf tot gevolg. Maar gaat het daarover? En op welke vragen wil deze tekst dan wél een antwoord aanreiken? De gemeenten waarover sprake bouwden voort op de traditie van het Bijbelse Israël. Ook daar golden economische regels. Die waren essentieel om het ideaal waartoe Israël geroepen was vlees en bloed te geven: de vorming van een 'heilige' gemeenschap van wederzijdse solidariteit en oprechtheid. Overtreding van die regels, achterhouden van opbrengsten en van communicatie erover ('fraude') is voor de gemeenschap dodelijk. Maar hoe gaan we vandaag met deze tekst bevrijdend aan de slag? Om daarachter te komen moeten we zorgvuldig de tekst lezen en rekening houden met de context van toen. Voor de vragen van vandaag echter, volstaan de antwoorden van gisteren niet. We moeten ook licht werpen op onze eigen economische en politieke context en ons afvragen waar ze solidariteit en oprechtheid fnuikt en bijgevolg tot dood leidt. In deze tijd van financiële crisis waar verduistering troef is, is het des te belangrijker te leren begrijpen hoe de vork aan de steel zit. En wat bevrijdende praktijk bijgevolg kan inhouden. Begeleiding: Bijbelcollectief van Christenen voor het Socialisme Plaats: Ontmoetingscentrum Eenheid, Aarschotsesteenweg 381, 3111 Rotselaar-Wezemaal Deelnameprijs: € 15, inclusief middagmaal (soep, broodjesmaaltijd) Info en inschrijving (gewenst, ten laatste op 10 maart): CvS, Belgradestraat 82, 2800 Mechelen, 015-41.64.84,
[email protected]
9
Hoop of chaos? Fundamenten en alternatieven voor de XXI eeuw Pablo Richard Zoals de aandachtige lezer merken zal, dateert deze tekst van voor de millenniumwende, maar behoudt hij desalniettemin al zijn actualiteit. Inleiding Vandaag de dag beleven we een versnelde economische crisis, een crisis van het systeem, volgens sommigen zelfs een crisis van de moderniteit, of dieper nog: een beschavingscrisis. Er is ook sprake van paradigmacrisis en van crisis van de hoop. Het is geen tijd van verandering, maar een verandering van tijd. Het is ook een tijd van ineenstorting -denk maar aan de ineenstorting van de Sovjet-Unie- en vandaag beginnen we een gelijkaardig debacle te zien van Mexico, misschien is dat de voorbode van nieuwe aardverschuivingen in het Noorden en het Zuiden. We lijden eveneens onder de agressie en de verwoestingen aangericht door de nieuwe 'winnaars' op het internationale economisch en politiek terrein. Dit alles veroorzaakt verbijstering, bevreesdheid, angst, sociaal leed, en daarmee ook wanhoop. Er is een volks gezegde: "Het is beter een licht aan te steken dan de duisternis te vervloeken". In dit klimaat van crisis, instorting, vrees, agressie en wanhoop bestaat de enige verantwoorde menselijke houding in het heropbouwen van de hoop. Niet een voluntaristische, ideologische of illusoire hoop, maar een historische hoop, die echt alternatieven creëert. Het einde van deze eeuw (die eveneens het millennium afsluit) mag dan geen tijd van zekerheden, successen en triomfen zijn, maar het zal wel een tijd zijn waarin men fundamenten legt en alternatieven creëert. Het is een overgangsperiode waarin het leggen van fundamenten en het verstevigen van de prille alternatieven, de onontkoombare taak is van allen, gezien het lijden van de mensheid in deze 'fin de siècle'. In deze uiteenzetting heb ik het eerst over de confrontatie tussen chaos en hoop. En vervolgens behandel ik het bouwen aan fundamenten en alternatieven opdat we allen samen zouden kunnen dromen van een andere wereld in de 21ste eeuw. In dat laatste deel zullen we ons concentreren op de wederopbouw van het maatschappelijk middenveld als ruimte voor de wederopbouw van de hoop. I. Hoop of chaos? In de nabije toekomst lijkt het chaos te zijn dat voor de mensheid weggelegd is. Er zijn structurele trends die tot de chaos leiden. In het huidige systeem van vrijemarkteconomie zijn er twee trends die tot totale chaos leiden als we ze aanhouden. De eerste trend is de uitsluiting van de meerderheden en de tweede de vernietiging van de natuur. De uitsluiting van de meerderheden is een relatief nieuw fenomeen en het komt bovenop de al lang bestaande armoede, extreme armoede en onderdrukking. De uitgeslotene is op de eerste plaats de werkloze, vooral de structurele en permanente werkloze. Het fenomeen van de werkloosheid is vandaag de ongeneeslijke etterende wonde van het wereldwijde economische systeem. We leven in een ontwikkelingsmodel zonder volledige tewerkstelling of in een veralgemeend systeem van precaire tewerkstelling. Maar uitsluiting gaat verder dan werkloos zijn. Het gaat om een veel grotere massa gemarginaliseerden, om zij die niet meetellen, die beschouwd worden als wegwerpartikelen wiens dood van geen tel is voor de efficiëntie van de markt; om hen die niet meetellen noch als arbeidskracht, noch als consument. De uitgesloten mens is nog minder dan de uitgebuite mens, want, omdat hij uitgebuit wordt, telt deze laatste tenminste nog mee in het systeem. De massa uitgeslotenen groeit steeds sneller in de 'Derde Wereld'. Men is in die landen geïnteresseerd als toeristisch oord of als gebied waar men zijn afval kan dumpen, maar voor de bevolking vertoont men iedere dag minder belangstelling. De bevolking van de 'Derde Wereld' wordt gezien als overschot of als bedreiging. Een hoge ambtenaar van een internationale organisatie zei onlangs dat de wereldvrede wordt bedreigd door twee miljard mensen die er te veel zijn. Het gevolg van dit uitsluitingsfenomeen is chaotisch. Het brengt een snel proces van desintegratie en fragmentatie met zich mee. Alle sociale en menselijke relaties gaan kapot en het gezin, de gemeenschap, de buurt, de samenleving desintegreert. Het algemeen geweld neemt toe, maar tragisch genoeg ook dat van de arme tegen de arme, van de man tegen de vrouw, van de volwassene tegen de jongvolwassene of het kind, van buur tegen de buur. Te midden van al die ellende ontwikkelen zich ook de dodelijke
10
epidemieën: drugs en criminaliteit. Daar bovenop komen nog migratie en gedwongen verplaatsing om te kunnen overleven. De tweede trend in het huidige mondiale economische systeem is de vernietiging van natuur en milieu. We volgen een ontwikkelingsmodel dat in strijd is met de natuur. Het systeem kan niet investeren in de bescherming van de natuur, want dat zou leiden, zegt men, tot verhoging van de productiekost en de prijzen en tot verlies van competiviteit op de markt. Het vrijemarktsysteem kan bijgevolg alleen maar groeien door de natuur aan te tasten. Dit fenomeen is genoegzaam bekend en we zullen er niet verder over uitweiden want we weten allemaal dat deze natuurvernietiging ons op heel korte termijn tot een kosmische en sociale chaos leidt. Kunnen we in deze globale context van chaos de hoop staande houden? We beleven een totale crisis van de hoop. Opnieuw de hoop opbouwen op een solide basis van economische en politieke alternatieven voor het huidige systeem van vrijemarkteconomie, wordt beschouwd als een irrationele, zelfs subversieve daad. De vernietiging van de hoop verschijnt als een diepe en structurele noodzaak voor de Nieuwe Internationale Orde; de wanhoop is als de geest die haar doet leven. De hoop van alle onderdrukkers wordt bewaarheid: een maatschappij tot stand brengen waar uiteindelijk de armen geen hoop meer hebben. De destructie van de hoop heeft vele dimensies. Het is de destructie van de spiritualiteit, van de weerstand van de onderdrukten; het is de destructie van de politieke wil van de volkeren, het is de delegitimatie van iedere kritische theorie en van iedere utopie. Men maakt gebruik van de historische crisis van het socialisme en het marxisme om alle hoop te vernietigen en de blinde onderwerping aan de nieuwe internationale orde op te leggen. Want we moeten wel een onderscheid maken tussen de crisis van het socialisme en het gebruik daarvan om alle hoop te vernietigen. Er is de euforie van het bezitten van de toekomst, van het beleven van het einde van de geschiedenis, het duizendjarig Rijk. Het vrijemarktsysteem zelf, wordt gepresenteerd in messiaanse toonaarden, want men zegt dat alle problemen van de mensheid uiteindelijk opgelost zullen worden door de vrije markt, de wetenschap en de technologie. De vrije markt werpt zich op als het enige alternatief: de Markt of de Dood! De Markt het laatste Oordeel! Totaalmarkt! Absolute en noodzakelijke Mondialisering. Buiten de Markt is er geen verlossing of hoop. De hoop is de Markt! Dit zijn de kreten van het vrijemarktsysteem. Het systeem laat geen alternatieven toe, niet omdat ze niet zouden bestaan, maar omdat het de macht heeft om elk alternatief de grond in te boren en al degenen te doden die aan een enig alternatief denken. Daarom wordt het proces van alternatieve verandering de nek omgedraaid, in Chili (1973), Nicaragua (1990), Haïti (1991); Daarom worden in El Salvador (1989) de zes jezuïeten vermoord. Daarom moet de irrationele blokkade tegen het Cubaanse volk gehandhaafd worden. Tussen de jaren '50 en “70 bestond een ontwikkelingskapitalisme met een cultuur van de hoop (gedeeld door alle ideologieën: christendemocratische, sociaaldemocratische en socialistische). Vanaf de jaren “80 wordt een vrijemarktkapitalisme doorgeduwd met een cultuur van hopeloosheid, dat zich baseert op de vernietiging van alle hoop en elk alternatief. In deze context van totale ineenstorting van de hoop wordt het imperatief hoop terug op te bouwen. Een hoop die de armen, de onderdrukten, de uitgeslotenen en de natuur erbij omarmt, een hoop met een economische en sociale basis, en, tenslotte, met een concrete uitvoeringsstrategie. Het heropbouwen van de hoop moet op de eerste plaats steunen op de strijd voor de overleving van onze volkeren en op hun vermogen tot verzet. De hoop moet geboren worden uit een economische sociale en politieke wederopbouw, maar bovenal uit een culturele, ethische en spirituele wederopbouw. Als wij geloven in de mensheid en in de God van het leven, moeten we mannen en vrouwen zijn van hoop. In het tweede deel van deze uiteenzetting zullen we proberen voortgang te boeken in die richting. II. Wederopbouw van het maatschappelijk middenveld We beleven zeker niet een tijd van triomfen en successen, of een tijd van veiligheid en zekerheid, en we hebben ook nog geen geconsolideerde alternatieve systemen in pacht. We leven eerder in een tijd van overleven en verzet; een tijd van zoeken waarin het van essentieel belang is om de fundamenten te leggen waarop we de toekomst kunnen bouwen. We beleven een 'diepgaande tijd', die ons verplicht ons in de wereld van de armen, de onderdrukten en de uitgesloten onder te dompelen. Vanuit die diepte worden we ook gedreven om te zoeken naar nieuwe concepten, nieuwe theorieën, nieuwe waarden en projecten. Dit is een tijd waarin het meer dan ooit nodig is om te studeren, te reflecteren en ons
11
onderscheidingsvermogen te gebruiken. Een tijd ook voor veeleisende ethiek en spiritualiteit. Een tijd om fundamenten zonder fundamentalismen of dogmatismen te bouwen. Vandaag bestaat een zekere consensus over het feit dat de fundamenten en de alternatieven die we zoeken op te bouwen, plaatshebben in de historische context van de zogenoemde 'civiele maatschappij' 1. Er is een verschuiving van de politieke naar het maatschappelijk middenveld. Dat is correct. Maar de moeilijkheid bestaat erin het concept 'maatschappelijk middenveld' te definiëren. Iedereen neemt deze uitdrukking in de mond, maar op een dubbelzinnige manier, zonder verdere theoretische conceptualisering. 1. Theoretische definitie van het maatschappelijk middenveld We kunnen hier niet al te diep ingaan op het concept 'maatschappelijk middenveld', maar we moeten haar concretiseren en theoretisch overdenken vanuit de historische ervaringen in de zoektocht naar fundamenten en alternatieven, die we nu in Latijns-Amerika beleven. Laten we beginnen met een negatieve definiëring: men mag 'maatschappelijk middenveld' vandaag niet begrijpen door ze tegenover de natuurlijke of religieuze maatschappij te stellen. De civiele samenleving die we willen opbouwen behelst integendeel expliciet en uitdrukkelijk de ecologische en spirituele dimensie. Geest en Natuur zijn essentiële bestanddelen van het maatschappelijk middenveld dat we willen. Evenmin identificeren we het maatschappelijk middenveld met de 'beschaafde samenleving' of de 'goed geordende samenleving' van de moderne Verlichting. We verwerpen eveneens de neoliberale theorie die de civiele samenleving definieert als markt, in tegenstelling tot de staat. Voor de neoliberalen betekent de civiele samenleving alleen maar een terugkeer naar de markt ten nadele van de staat. We willen ook niet het maatschappelijk middenveld definiëren met de categorieën van een bepaald schematisch marxisme, dat de civiele samenleving zonder meer identificeert met de economie of de onderbouw, in tegenstelling tot de politiek. We gaan ook niet akkoord met zij die het maatschappelijk middenveld definiëren als de ruimte waar de sociale klassen zich tot elkaar verhouden in de marge van de staat, of als het gebied van consensusbepaling, van hegemonie en legitimiteit van de verdrukte groepen en klassen, zonder dat er daar een politieke dimensie aan wordt gegeven. Voor een correcte definitie van het maatschappelijk middenveld vandaag in Latijns-Amerika als context van mogelijke alternatieven voor een transformatie van het huidige overheersingssysteem, zou men minimaal rekening moeten houden met het volgende: a) In het maatschappelijk middenveld gaat het fundamenteel niet om de verovering van de politieke macht. In de context van de vrijemarkteconomie is het maatschappelijk middenveld niet rechtstreeks georiënteerd op de verovering van politieke macht (in het bijzonder vertegenwoordigd door de regering en de openbare machten) maar wel op de opbouw van een nieuwe macht. Gegeven de huidige situatie van Latijns-Amerika is eerst en vooral niet onmogelijk om de macht te grijpen teneinde de werkelijkheid te veranderen. De nieuwe internationale wereldorde verplettert elke poging om de macht te grijpen door militaire en economische blokkades, door anti-insurrectie oorlogen, door van buitenaf gesteunde staatsgrepen. Bovendien is de politieke macht in veel gevallen irrelevant geworden. Het is de internationale macht van de markt en van de media die de reële macht uitoefent en de politieke leiding van het land oplegt. Uiteindelijk belandt de politieke macht -allicht als gevolg van de aangehaalde punteniedere dag meer in de situatie dat ze slechts 'een' macht is. De corruptie van de macht is een structureel proces dat verder kan reiken dan de persoonlijke moraliteit van de bestuurders. Het is een structureel, algemeen verbreid en universeel fenomeen. b) In de civiele samenleving is het niet de bedoeling de politieke macht te veroveren maar om een nieuwe macht op te bouwen. Het onvermogen om de macht te grijpen, of haar in essentie irrelevant of corrupt karakter, betekent niet het veronachtzamen van de machtsdimensie, noch depolitisering of apolitieke gezindheid. Men wil integendeel bouwen aan een nieuwe macht, maar nu binnen het maatschappelijk middenveld. Het gaat niet meer over de politieke macht van de overheid, maar over de politieke macht van het maatschappelijk middenveld. We beleven een verschuiving van de politieke maatschappij naar het maatschappelijk middenveld, ook als we deze laatste beschouwen in termen van politieke macht. Het is juist op dit punt dat men de radicale verandering van strategie van de progressieve en revolutionaire 1
Ook wel 'maatschappelijk middenveld' of 'civiele samenleving' genoemd. nvdr.
12
groepen en partijen in Latijns-Amerika waarneemt. Tot in de jaren '80 was het onbetwiste motto altijd 'de overname van de macht'. Vandaag richt de strategie zich eerder op het construeren van een nieuwe macht in het maatschappelijk middenveld. Er is een schijnbare depolitisering aan de gang die een proces van herpolitisering verbergt, maar in de diepte deze keer en in een nieuwe sociale ruimte. Een voorbeeld van deze verandering ziet men op dit moment in Chiapas, Mexico, waar overheersing en uitsluiting verworpen worden vanuit de reconstructie van de waardigheid en de cultuur van de inheemsen en de boeren. Het is een revolutie in het maatschappelijk middenveld, maar met onoverzienbare nationale politieke kracht. c) Het nieuwe karakter van het maatschappelijk middenveld Het maatschappelijk middenveld die wij in Latijns-Amerika willen opbouwen als een ruimte voor fundamenten en alternatieven, is een samenleving met nieuwe sociale actoren. De nieuwe civiele samenleving ontstaat en bouwt zich op vanuit de armen, de onderdrukten en de uitgesloten. Het is een proces van 'globalisering van onderop', met respect voor de pluraliteit en vanuit de endogene en specifieke processen eigen aan de 'Derde Wereld'.Er staat een nieuwe maatschappelijk middenveld op met echt nieuwe stemmen en gezichten; het is een kleurrijk maatschappelijk middenveld, cultureel, gendergevoelig, jeugdig en ook -waarom het niet zeggen?- met een volks aroma en dito spirit. De bevrijdingstheologie, en later ook de katholieke kerk zelf, heeft dit nieuwe karakter van het maatschappelijk middenveld weergegeven in haar beroemde 'voorkeursoptie voor de armen', of in het thema van 'de inbraak van de armen in kerk en samenleving'. Het nieuwe karakter van het maatschappelijk middenveld betekent op geen enkele manier het vervallen in anti-etatisme of in het populisme van de neoliberale ideologie. het maatschappelijk middenveld die van onderuit geboren wordt, is niet tegen de staat, maar oefent er wel druk op uit, om hem op lange termijn te veranderen. Men probeert, vanuit het maatschappelijk middenveld, tot een nieuwe staat te komen die echt in dienst staat van de arme massa's en van het behoud van de natuur. Men schat de staat in vanuit een nieuwe sociale en natuurlijke basis. Tegelijkertijd verwerpt men het neoliberale populisme die de marginaliteit en de informele sector verheerlijkt als 'de andere weg', alternatief voor de markt en de staat. d) De nieuwe dimensie van de macht en van het bewustzijn in het maatschappelijk middenveld Macht werd traditioneel begrepen in haar politieke dimensie, die op haar beurt gereduceerd werd tot de uitoefening van politieke macht in de regering, de overheid en de politieke partijen. En het bewustzijn eveneens lijkt enkel te verschijnen in zijn dimensie van politiek bewustzijn. In het nieuwe maatschappelijk middenveld -als ruimte voor nieuwe fundamenten en alternatieven- die we tot stand willen brengen, hebben de macht en het bewustzijn ten minste vier essentiële dimensies: cultuur, gender, natuur en de ethisch/spirituele dimensie. De culturele dimensie van de macht, of de cultuur als macht, neemt de inheemse -, zwarte – en mestiezenculturen in zich op, eveneens de plattelands- en voorstadsculturen en andere moderne culturele uitingen. De genderdimensie rijst in het maatschappelijk middenveld op met het zichtbaar optreden van de vrouw en vanuit de vrouw. Ze stelt het globale systeem in vraag als patriarchaal en autoritair. De natuur en de kosmos worden bewust en krijgen stem doorheen de ecologische - en milieubewegingen. Ik wil speciaal de nadruk leggen op de ethische en spirituele dimensie van de macht, in de context van het nieuwe maatschappelijk middenveld. Ik verwijs naar een ethiek van het leven en een anti-idolatrische en oecumenische spiritualiteit die fundamentalistisch noch dogmatisch mag zijn. Tot hiertoe kreeg de machtsuitoefening van economie en technologie nauwelijks een plaats in het ethische denken. Hetzij omdat de middelen het doel heiligen (Machiavelli), hetzij omdat de perfectionering van de middelen het doel vertroebelt (zoals Albert Einstein zei: "Onze beschaving heeft de middelen geperfectioneerd, maar de doelstellingen verwaarloosd"). Het secularisme, zowel dat van de Verlichting als het marxistische, negeerde de kracht van de spirituele dimensie, in het bijzonder van wat we nu beschouwen als de spirituele kracht van de armen, de onderdrukten en de uitgeslotenen; de spirituele kracht die zich juist krachtig manifesteert in de ontbering en in de zwakte. Het is de spirituele kracht van de armen die ons zal verlossen van het rijk van de armoede. In de nieuwe civiele maatschappij ondervinden we ook een reconstructie van het bewustzijn. De benepenheid van het uitsluitend politieke bewustzijn wordt overschreden om het te verrijken met andere
13
essentiële elementen van het bewustzijn: de culturele dimensie, gender, natuur, de menselijke waardigheid met heel haar ethische en spirituele diepte. 'Bewust zijn” betekent vandaag niet alleen politiek bewustzijn, maar ook tegelijkertijd het cultureel bewustzijn ontwikkelen samen met dat van gender en natuur, en dat alles met een sterke ethische en spirituele diepte. 2. Het historische proces waarin de civiele samenleving wordt geboren In dit laatste deel van onze uiteenzetting zou ik de concrete historisch beweging willen schetsen waarin het maatschappelijk middenveld ontstaat die we reeds theoretisch gedefinieerd hebben. Het is in deze context dat we fundamenten moeten leggen en de alternatieven creëren voor de komende eeuw. Eerst wil ik de waarde van een aantal traditionele instellingen van het maatschappelijk middenveld herwaarderen, maar dan in een nieuwe dimensie. En ten tweede wil ik het belang aantonen van de nieuwe sociale bewegingen die in het maatschappelijk middenveld van Latijns-Amerika opkomen. Er zijn vijf traditionele instellingen van het maatschappelijk middenveld die we dringend moeten herwaarderen. a) Het gezin: er kan geen sterk maatschappelijk middenveld bestaan zonder een ingrijpende hervorming van het gezin en een consequente versterking ervan. Hier beginnen we dus al de funderingen te leggen en alternatieven te creëren voor een radicale verandering van het systeem. b) De gemeenschap, in het bijzonder wat wij "kleine basisgemeenschappen" noemen, is vandaag de dag noodzakelijk voor het herstel van het menselijk leven en de civiele samenleving, vooral onder de armen, de onderdrukten en de uitgesloten. Tegenwoordig weerstaat en overleeft niemand op zichzelf alleen. Met veel cynisme en erg duidelijk zei Zbigniew Brzezinski: "In de technotronische samenleving zal de richting, naar het lijkt, aangegeven worden door de som van de individuele steun van miljoenen ongecoördineerde burgers, die gemakkelijk onder invloed zullen komen van magnetische persoonlijkheden die daadwerkelijk gebruik zullen maken van de meest efficiënte technieken om emoties te manipuleren en de rede te controleren." De vorming van gemeenschappen is de enige manier om weerstand te bieden tegen de doodslogica van het consumentisme, van de culturele agressie en van de sektarische fundamentalismen die ons manipuleren en ons hart en onze rede controleren. Er zijn nog vier instituties die we sterk moeten herwaarderen. Ik noem ze hier alleen maar op. c) de lokale macht, in gemeente of wijk. d) Het onderwijs. Zowel het formele als het vormingswerk. e) cultuur, muziek, poëzie en volkskunst in het algemeen. f) De volkse godsdienst die anti-idolatrisch, niet fundamentalistisch is, autonoom ten opzichte van het institutionele en in dienst van het leven staat. 3. De opkomende nieuwe sociale bewegingen Men zegt dat de jaren '80 een verloren decennium was. Misschien is dit waar op economisch vlak en voor de groepen aan de macht. Maar op sociaal vlak was dat decennium heel rijk dankzij de vorming en ontwikkeling van sociale bewegingen en volksbewegingen. Deze bewegingen zijn gestalte gaan geven aan het nieuwe maatschappelijk middenveld zoals we haar definieerden. Ik ga er hier slechts enkele opnoemen en vooral hun belang onderstrepen in het vormgeven aan het nieuwe maatschappelijk middenveld: De inheemse beweging, de Afro-Amerikanenbeweging, de vrouwenbevrijdingsbewegingen, de georganiseerde jongerenbewegingen en die van kinderen, ecologische - en milieubewegingen, solidariteits- en mensenrechtenbewegingen, wijkbewoners- en boerenbewegingen, alternatieve agroecologische bewegingen, vormingsbewegingen, de cultuur- en kunstbewegingen en tenslotte al de religieuze basisbewegingen van bevrijdingstheologische inspiratie. In al die bewegingen gaan er nieuwe sociale actoren opstaan die een nieuw historisch subject gaan constitueren. Het gaat hier niet meer over de politici en traditionele militanten die ideologisch warm lopen in de strijd voor de verovering van de macht. Die nieuwe sociale actoren zoeken, zoals gezegd, een nieuwe macht 'van onderop' op te bouwen, een proces van globalisering vanuit het maatschappelijk middenveld. Dit proces van globalisering van onderop kent geen grenzen, want de ontwikkeling van de beweging reikt tot internationaal niveau
14
doorheen complexe coördinatienetwerken, gesteund door ngo's en andere autonome internationale organismen. De sociale bewegingen zijn op zichzelf niet het maatschappelijk middenveld, maar ze zijn de meest efficiënte en dynamische actoren die haar gaan opbouwen. Zij zijn het die de fundamenten leggen en alternatieven voorbereiden in een proces op lange termijn om een nieuwe civiele maatschappij tot stand te brengen. Die bewegingen zijn ook niet geroepen om de politieke macht te grijpen, maar wel om een nieuwe macht van onderuit tot stand te brengen, teneinde een transformatie van de staat voor elkaar te krijgen. De macht in dat opkomene maatschappelijk middenveld, bezit niet alleen een traditionele politieke dimensie, maar ook een culturele dimensie, een genderdimensie, een milieudimensie en een diep ethische en spirituele dimensie. Dit alles is politiek maar vanuit een nieuwe sociale ruimte. De bewustwording verruimt zich ook met deze nieuwe dimensies van de politieke macht. In die zin treedt er in de sociale bewegingen een proces op van re-constructie van het bewustzijn. Besluit We leven in een overgangsfase tussen de crisis van het systeem en de opkomst van een nieuw samenlevingsmodel. In deze overgangsfase wordt het nieuwe bewustzijn versterkt, en ook de nieuwe sociale bewegingen, de nieuwe sociale actoren die moeizaam de civiele samenleving opbouwen. Van daaruit kan in de toekomst een hervorming van de markt en de staat plaats vinden. Tussen de systeemcrisis en de opkomst van nieuwe paradigma's zitten we noodzakelijkerwijze in een overgangsperiode, een periode van creativiteit rond alternatieven en van het bouwen van funderingen. Het zou gevaarlijk en onrealistisch zijn om van de huidige crisis van het systeem een sprong te wagen naar reeds geconsolideerde theoretische modellen en paradigma's. We moeten deze overgangsperiode -een periode van onderscheiding en van trage en geduldige zwangerschap- beleven met historisch geduld en zonder te wanhopen. Het is nu onze taak om de fundamenten te leggen en de alternatieven uit te werken, in de hoop dat de geschiedenis -misschien in de eenentwintigste eeuw die weldra begint- er rijp voor wordt en dat de pijnlijke bevalling plaats zou hebben van de maatschappij die we dromen voor het geluk van allen. (vertaald uit het Spaans. Oorspronkelijke titel: ¿Esperanza o Caos? Fundamentos y alternativas para el siglo XXI. Bron: www.servicioskoinonia.org/relat/127.htm)
*** ** *
15
Continentaal Theologisch Congres Redactie Het jaar 2012 is een bijzonder jaar voor de kerk in Latijns-Amerika en de Caraïben. Dan is het immers 50 jaar geleden dat paus Johannes XXIII het Tweede Vaticaans Concilie opende. Bovendien is het dan ook 40 jaar geleden dat Gustavo Gutiérrez' Theologie van de Bevrijding verscheen, de klassieker die een rijke theologische traditie in Latijns-Amerika inaugureerde. Ter gelegenheid van deze twee gebeurtenissen van grote betekenis voor de rooms-katholieke kerk -speciaal in Latijns-Amerika- wordt van 7 tot 11 oktober 2012 een grootscheeps Congres van Theologie georganiseerd in São Leopoldo, een stad in de Braziliaanse deelstaat Rio Grande do Sul. In hun verantwoording schrijven de initiatiefnemende organisaties: “Na de impuls van de Vijfde LatijnsAmerikaanse bisschoppenconferentie in Aparecida 1 is het huidige moment zeer geschikt om de theologische gemeenschap van het continent te mobiliseren na bijzonder moeilijke jaren. Die werden immers getekend door spanningen, ontgoochelingen, gebrek aan perspectief, onenigheid en het afhaken daardoor van een aantal theologen en theologes. Het congres wil vooral vooruit blikken naar de toekomst en zich beraden over de uitdagingen en opdrachten van de theologie in Latijns-Amerika. En dit vanuit onze nieuwe context: cultureel, sociaal, politiek, economisch, ecologisch, religieus en kerkelijk, globalisering en uitsluiting.” In een interview dat het Instituto Humanitas van de jezuïtenuniversiteit Unisinos, de plek waar het Congres plaats zal hebben, van theoloog Sergio Torres 2 afnam, zegt deze laatste: “De 50ste verjaardag van het begin van Vaticaan II is een heel geschikt moment om een herlezing te doen van het Concilie. In de grote documenten ervan, in het bijzonder Lumen Gentium en Gaudium et Spes, staan blijvende intuïties die voor onze huidige situatie heel pertinent zijn. De democratische geest en het verlangen tot participatie vragen om een kerk die gemeenschap is, participatief en solidair. De opening op de wereld vertoont vandaag de dag nieuwe aspecten en ontmoet grote uitdagingen. Er zijn nieuwe problemen gerezen die op het Concilie niet besproken werden. Maar vandaag beschikken we over de instrumenten die ons toelaten ze tegemoet te treden. Zowel de theologie van de bevrijding als zondanig als het komende Congres kunnen veel bijdragen om deze uitdagingen op een nieuwe manier aan te pakken”. Het Congres wordt georganiseerd door volgende indrukwekkende reeks instellingen: Amerindia (zie voetnoot 2), CLAR (confederatie van mannelijke en vrouwelijke religieuzen in Latijns-Amerika en de Caraïben), de Pontificale Universiteit Javeriana (Bogota), SOTER (Sociedade de Teologia e Ciências da Religião, Brazilië), Instituto Humanitas Unisinos, ITEPAL (Instituto Teológico-Pastoral para America Latina van de CELAM, Bogota), ATEM (Asociación Teológica Ecuménica Mexicana, Mexico), Red TeológicoPastoral (Guatemala), ADITAL (Informatieagentschap voor Latijns-Amerika, Brazilië) De boven vermelde algemene doelstelling wordt in de verantwoording nog in volgende punten gespecifieerd: - Herdenken van 50 jaar opening Concilie Vaticaan II en 40 jaar verschijning 'Theologie van de Bevrijding' van Gustavo Gutiérrez. Perspectieven. - Een analyse maken van de culturele, sociaal-economische, mondiaal politieke conjunctuur, meer bepaald in Latijns-Amerika en de Caraïben opdat het geloofsverstaan de realiteit van onze volkeren niet uit het oog zou verliezen. - Een analyse bevorderen van de huidige kerkelijke realiteit op continentaal en mondiaal vlak, om op het spoor te komen van de obstakels en de kansen van de hervormingen van Vaticaan II, en van de intuïties van de Latijns-Amerikaanse theologie. - Herlezen van de Latijns-Amerikaanse traditie vanuit de context waarin we leven. 1
13-21 mei 2007; zie o.m. Bollettino nr. 7 Professor emeritus dogmatische theologie van het Alfonsiano-instituut in Santiago de Chile, medestichter van Amerindia (een netwerk op het Amerikaans continent van rooms-katholieken met een oecumenische ingesteldheid en dat openstaat voor de interreligieuze dialoog en samenwerking met andere instellingen), medeuitgever van verschillende boeken van de Oecumenische Vereniging van Derdewereldtheologen (EATWOT) 2
16
- De uitdagingen en opdrachten van de theologie in Latijns-Amerika onderscheiden vanuit onze nieuwe context: cultureel, sociaal, politiek, economisch, ecologisch, religieus en kerkelijk, globalisering en uitsluiting. - Ertoe bijdragen dat de Latijns-Amerikaanse theologie een voedingsbron zou blijven voor de kerkelijke gemeenschappen die in bevrijdend perspectief in de wereld staan tegenover de nieuwe uitdagingen die een pluralistische en geglobaliseerde wereld meebrengen. Afgelopen jaar (2011) hadden ter voorbereiding reeds vier 'regionale' congressen plaats. Telkens met een belangrijke vertegenwoordiging van de kerkelijke basisgemeenschappen: - Centraal-Amerika en Caraïben (26-29 april in Guatemala-Stad) - Zuidkegel en Brazilië (12-15 juli, Santiago, Chili) - Andeslanden (19-21 oktober, Bogota, Colombia) - Noordelijke regio (5-8 oktober, Mexico-stad)
Op de volgende bladzijde (p. 18) vind je ook de aankondigingsaffiche van het voorbereidingscongres van de Noorderlijke regio. Op de fotootjes herkennen we boegbeelden van de bevrijdingstheologie, zoals Leonardo Boff, Oscar Romero, Elsa Tamez, bisschop Sergio Mendez-Arceo, José Comblin, en andere die we niet kunnen thuiswijzen. Onderaan rechts, zie je ook een gemijterde bisschop -of is het een paus met tiara?- die met zijn rug naar de rest in de andere richting (naar Rome?) kijkt. Toevallig of moeten we daar een doordenkertje in zien?
*** ** *
17
18
19