Blokkendoos KSE Leergebied Kennis van de Wereld
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Blokkendoos KSE Leergebied Kennis van de Wereld
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Blokkendoos KSE Versie 4
Enschede, oktober 2004
Verantwoording © 2001 CINOP, Den Bosch/SLO, Enschede
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Auteur: Dorothé Pietersma (CINOP), m.m.v. Maria van der Vegt (CINOP) voor de tweede versie Eindredactie: Eddie van Vliet (SLO) Vormgeving en productie: N.C.A. ten Donkelaar-Wilbers (SLO) In opdracht van: BVE Raad
Inhoud
Inleiding 5 Schematisch overzicht onderwijseenheden per domein van het leergebied Kennis van de Wereld 9 Schematisch overzicht (op nummer) samenhang blokken per leergebied Kennis van de Wereld 12 Schematisch overzicht samenhang blokken per leergebied Kennis van de Wereld 14 Onderwijseenheid KvdW.1.1 17 Onderwijseenheid KvdW.1.2 18 Onderwijseenheid KvdW.1.3 19 Onderwijseenheid KvdW.1.4 20 Onderwijseenheid KvdW.1.5 22 Onderwijseenheid KvdW.1.6 23 Onderwijseenheid KvdW.1.7 25 Onderwijseenheid KvdW.1.8 26 Onderwijseenheid KvdW.1.9 27 Onderwijseenheid KvdW.1.10 28 Onderwijseenheid KvdW.1.11 29 Onderwijseenheid KvdW.1.12 30 Onderwijseenheid KvdW.1.13 33 Onderwijseenheid KvdW.1.14 34 Onderwijseenheid KvdW.1.15 36 Onderwijseenheid KvdW.1.16 37 Onderwijseenheid KvdW.1.17 38 Onderwijseenheid KvdW.1.18 40 Onderwijseenheid KvdW.1.19 41 Onderwijseenheid KvdW.1.20 42 Onderwijseenheid KvdW.1.21 44 Onderwijseenheid KvdW.1.22 46 Onderwijseenheid KvdW.1.23 47 Onderwijseenheid KvdW.1.24 48 Onderwijseenheid KvdW.1.25 49 Onderwijseenheid KvdW.1.26 50 Onderwijseenheid KvdW.1.27 51 Onderwijseenheid KvdW.1.28 52 Onderwijseenheid KvdW.2.1 53 Onderwijseenheid KvdW.2.2 54 Onderwijseenheid KvdW.2.3 55 Onderwijseenheid KvdW.2.4 56 Onderwijseenheid KvdW.2.5 57 Onderwijseenheid KvdW.2.6 58 Onderwijseenheid KvdW.2.7 59 Onderwijseenheid KvdW.2.8 60 Onderwijseenheid KvdW.2.9 61 Onderwijseenheid KvdW.2.10 62 Onderwijseenheid KvdW.2.11 63 Onderwijseenheid KvdW.2.12 65 Onderwijseenheid KvdW.2.13 67
Onderwijseenheid KvdW.2.14 Onderwijseenheid KvdW.2.15 Onderwijseenheid KvdW.2.16 Onderwijseenheid KvdW.2.17 Onderwijseenheid KvdW.2.18 Onderwijseenheid KvdW.2.19 Onderwijseenheid KvdW.2.20 Onderwijseenheid KvdW.2.21 Onderwijseenheid KvdW.2.22 Onderwijseenheid KvdW.2.23 Onderwijseenheid KvdW.2.24 Onderwijseenheid KvdW.3.1 Onderwijseenheid KvdW.3.2 Onderwijseenheid KvdW.3.3 Onderwijseenheid KvdW.3.4 Onderwijseenheid KvdW 3.5 Onderwijseenheid KvdW 3.6 Onderwijseenheid KvdW.3.7 Onderwijseenheid KvdW.3.8 Onderwijseenheid KvdW.3.9 Onderwijseenheid KvdW.3.10 Onderwijseenheid KvdW.3.11 Onderwijseenheid KvdW.3.12 Onderwijseenheid KvdW.3.13 Onderwijseenheid KvdW.3.14 Onderwijseenheid KvdW.3.15 Onderwijseenheid KvdW.3.16 Onderwijseenheid KvdW 3.17 Onderwijseenheid KvdW 3.18 Onderwijseenheid KvdW 3.19 Onderwijseenheid KvdW.3.20 Onderwijseenheid KvdW.3.21 Onderwijseenheid KvdW.3.22 Onderwijseenheid KvdW.3.23 Onderwijseenheid KvdW.3.24 Onderwijseenheid KvdW.3.25 Onderwijseenheid KvdW.3.26 Onderwijseenheid KvdW.3.27 Onderwijseenheid KvdW.3.28 Onderwijseenheid KvdW.3.29 Onderwijseenheid KvdW.3.30 Onderwijseenheid KvdW.3.31
68 70 71 72 73 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 107 108 109 110 111 112
Inleiding
De eindtermen 'Kennis van de wereld', niveau 1 tot en met 3, zijn voorlopig klaar. In het kader van de Kwalificatie Structuur Educatie (KSE) zijn eerder eindtermen vastgesteld voor maatschappelijke oriëntatie op niveau 2. Naast deze formeel vastgestelde eindtermen kan het educatie-aanbod ook eindtermen bevatten die in andere, niet formeel vastgestelde documenten zijn geformuleerd, zoals bijvoorbeeld de doelen sociale kennis van de basiseducatie en de kavelboeken uitgegeven door de SLO, met doelstellingen voor de vakken in het Beroepsonderwijs en de Volwasseneneducatie. Er is nog een aantal punten die nadere uitwerking behoeft. In de praktijk is gebleken dat de niveaus 1 en 2 nauwelijks te onderscheiden zijn. Bij maatschappelijke oriëntatie is dan ook geen onderscheid meer gemaakt tussen deze niveaus. Bij Kennis van de Wereld is voor een niveau-onderscheiding gebruik gemaakt van de taxonomie van Romiszowski, die de niveaus 1 en 2 wel onderscheidt. Zij vormen echter samen een drempelniveau dat iedereen zou moeten beheersen. Een ander punt van discussie is het al dan niet hanteren van een vakstructuur. In de basisvorming in het jeugdonderwijs is sprake van vakken die niveau 3 als eindniveau hanteren. Op niveau 3 hebben wij ook gebruik gemaakt van de kerndoelen basisvorming. In veel instellingen voor (basis)educatie zal men niet gewend zijn aan een vakstructuur. Kennis van de Wereld bereidt Deelnemers o.a. voor op de vakken van het vervolgonderwijs, maar wordt niet in een vakstructuur aangeboden. Het wordt veelal thematisch gegeven, vaak aansluitend bij de thema's van de taalmethode. Kerndoelen basisvorming zijn verwerkt in Kennis van de Wereld niveau 3 voor zover ze niet te vakspecifiek zijn, maar wel betrekking hebben op de zichtbare en tastbare wereld om ons heen. Zo is van natuur- en scheikunde wel opgenomen: 'Deelnemers kunnen de verspreiding van warmte door het huis beschrijven'; maar niet: '...kunnen stoffen beschrijven in termen van moleculen en atomen'. De kerndoelen uit de basisvorming die niet voorkomen bij kennis van de wereld niveau 1 tot en met 3, zijn wel opgenomen in de modulaire leerlijn van het betreffende vak zodat er toch een doorlopende leerlijn is.
Niveaus In het kader van het project Eindtermen en Blokkendoos is gewerkt aan een modulaire leerlijn waarin het gehele leergebied 'Kennis van de Wereld' voor de niveaus 1, 2 en 3 uitgewerkt is in moduulplannen. Er is hier sprake van een doorlopende leerlijn van niveau 1 naar niveau 3. Deze leerlijn loopt door naar de vakken van niveau 4. Bij het ontwerp van deze modulaire leerlijn is dus niet alleen gekeken naar de eindtermen maatschappelijke oriëntatie maar ook naar andere bronnen. De formeel vastgestelde eindtermen zijn echter wel terug te vinden in de moduulplannen, gemarkeerd door middel van een arcering. Eindtermen overgenomen uit of ontleend aan de kerndoelen basisvorming zijn met een * gemarkeerd.
5
Met behulp van de taxonomie van Romiszowski karakteriseren we de niveaus als volgt: Niveau 1 Het gaat op dit niveau om kennis en vaardigheden nodig voor alledaags functioneren in de samenleving. In de educatie terug te vinden in cursussen/programma's elementaire sociale kennis, maatschappelijke oriëntatie op de Nederlandse samenleving. Kennis op dit niveau heeft het karakter van 'weten dat, wat, waar': feitelijke kennis van feiten en procedures (Romiszowski). Vaardigheden op dit niveau hebben het karakter van 'naar feitelijke kennis van zaken kunnen handelen': reproductieve vaardigheden (Romiszowski). Niveau 2 Het gaat op dit niveau om kennis en vaardigheden nodig om alledaagse sociale, culturele, maatschappelijke en economische verschijnselen in de samenleving te kunnen begrijpen. In de Educatie vinden we dit in cursussen/programma's maatschappelijke vorming, sociale kennis, thematisch werken. Kennis op dit niveau heeft het karakter van 'weten dat, wat, waar èn hoe': feitelijke kennis van feiten en procedures èn begripsmatige kennis van begrippen (Romiszowski). Vaardigheden op dit niveau hebben het karakter van 'naar feitelijke èn begripsmatige kennis van zaken kunnen handelen': reproductieve vaardigheden (Romiszowski). Niveau 3 Het gaat op dit niveau om kennis en vaardigheden nodig om alledaagse sociale, culturele, maatschappelijke en economische verschijnselen in de samenleving in relatie te kunnen brengen met basisprincipes van de Natuurkunde, Scheikunde, Aardrijkskunde, Geschiedenis en Maatschappijleer, Economie, Biologie, Informatica, Management en Organisatie, Culturele en Kunstzinnige Vorming, Filosofie. In de educatie (deels) terug te vinden in cursussen/programma's Maatschappijleer. Kennis op dit niveau heeft het karakter van 'weten dat, wat, waar, hoe èn waarom': feitelijke kennis èn begripsmatige kennis van begrippen èn principes (Romiszowski). Vaardigheden op dit niveau hebben het karakter van 'naar feitelijke èn begripsmatige kennis van zaken kunnen handelen': reproductieve vaardigheden (Romiszowski).
Domeinen en subdomeinen 'Kennis van de Wereld' hebben we onderverdeeld in thema's of domeinen. De domeinen sluiten aan bij onderwerpen die bijvoorbeeld bij Maatschappelijke Oriëntatie of bij thematisch werken aan de orde komen. De domeinen sluiten ook aan bij de vakken die op de niveaus 4, 5 en 6 uitgewerkt zijn voor het Beroepsonderwijs en de Volwasseneneducatie. We hebben gekozen voor de volgende domeinen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
6
Politiek en Geschiedenis Recht Sociaal-economie Gezondheid en Milieu Cultuur Geografie
Deze domeinen komen grotendeels overeen met de hoofdgebieden die het kavelboek Nederlandkunde van de SLO hanteert, aangevuld met gezondheid en milieu. De domeinen bestaan uit verschillende subdomeinen. Ze zijn in onderstaande tabel weergegeven. 1 Politiek en Geschiedenis
2 Recht 3 Sociaal-economie
4 Gezondheid en Milieu 5 Cultuur
6 Geografie
1 Politieke Besluitvorming 2 Grondrechten 3 Geschiedenis 4 Internationale Samenwerking 1 Criminaliteit 2 Burgerlijk Recht 1 Arbeid 2 Technologie 3 Consument 4 Wonen 1 Gezondheid 2 Milieu 1 Socialisatie 2 Multiculturele Samenleving 3 Onderwijs 4 Vrije Tijd 5 Massamedia 1 Mobiliteit 2 Topografie 3 Omgeving/Aardrijkskundige vraagstukken 4 Internationale Ontwikkelingen 5 Recreatie
Moduulplannen Elk subdomein is weer onderverdeeld in moduulplannen. In een moduulplan staan de begin en eindtermen omschreven en de inhouden van één onderwerp van een subdomein. Zo heeft het domein 'politiek' een subdomein 'politieke besluitvorming'. Dit subdomein bestaat o.a. uit de volgende moduulplannen: 'Kiesrecht' op niveau 1 en 'Belangenorganisaties' op niveau 2 en 'Politieke partijen' op niveau 3. Welke moduulplannen voor wie? De niveaus 1, 2, en 3 maken deel uit van het aanbod educatie. Zij zijn relevant voor maatschappelijke participatie en voor deelname aan vervolgonderwijs en arbeidsmarkt. De moduulplannen zijn trajectonafhankelijk geformuleerd. De BVE Raad geeft een publicatie uit met voorbeeldkwalificaties en -trajecten. Met behulp hiervan kan een instelling deelnemersprofielen maken en beslissen voor welke (groepen) cursisten welke moduulplannen nodig zijn. * zie literatuurlijst. De plaats van maatschappij-oriëntatie voor nieuwkomers (MO) in de Blokkendoos Het Ministerie van OC en W heeft in 1997 doelen ten aanzien van maatschappijoriëntatie (MO) voor nieuwkomers vastgesteld op niveau 2 van de Kwalificatiestructuur Educatie. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen need-toknow-doelen en nice-to-know-doelen. Need-to-know-doelen zijn doelen die voor nieuwkomers noodzakelijk zijn om zich in de Nederlandse maatschappij staande te
7
houden. Nice-to-know-doelen zijn niet per se noodzakelijk, maar daarbij gaat het om informatie waarvoor veel nieuwkomers belangstelling hebben. Alle vastgestelde needen nice-to-know-doelen zijn in deze Blokkendoos Kennis van de Wereld opgenomen op de niveaus 1 en 2. Op niveau 3 zijn geen MO-doelen meer opgenomen. De blokken zijn in deze tweede versie van de Blokkendoos Kennis van de Wereld zodanig ingevuld en bijgesteld dat er goed mee kan worden 'gebouwd', zowel in een (veelal apart gefinancierd en uitgevoerd) inburgeringsaanbod voor allochtone nieuwkomers als in enig ander aanbod. Belangrijkste wijziging is dat een blok nu in zijn geheel ook een onderdeel van MO is of in zijn geheel niet. Leerdoelen- eindtermendocumenten Voor de onderverdeling in domeinen en subdomeinen is gebruik gemaakt van verschillende bronnen te weten: - Doelen sociale kennis en vaardigheden / José van den Berg. - Amersfoort: SVE, 1991. - Eindtermen Educatie Maatschappelijke Oriëntatie / Maria van der Vegt. Amersfoort: Programma-eenheid rendementsverbetering volwasseneneducatie (PROVE), 1996. - Het cursusaanbod basiseducatie: een stramien en doelen / J. Noordijk, M. Tubbing (eindred.), Amersfoort: SVE, 1990. - Kavelboek Nederlandkunde / Eddie van Vliet e.a. - Enschede: SLO, 1995. - Naar een schoolbrede aanpak van de basisvorming. Een handreiking bij de herziene kerndoelen / M. Walvoort (redactie). - Enschede: SLO, 1998. Vakken: Aardrijkskunde, Economie, Geschiedenis en Staatsinrichting; Techniek; Verzorging; Natuur- en Scheikunde, Biologie; Kunstvakken. Andere literatuur - Eindtermen Blokkendoos / Betske Salverda. - Enschede: SLO, 1998. - Kavelboek Maatschappijleer / M. van Nimwegen e.a. - Enschede: SLO, 1998. - Keesing Maatschappijleer Bundel / Roelof Bos (samenst.) - Amsterdam: Keesing Uitgeversmaatschappij, 1989. - Maatschappijoriëntatie voor korte beroepsopleidingen / Jan Koenders e.a. - Meppel: Edu'Actief, 1991. - Raamplan Maatschappij-oriëntatie / Landelijke overleggroep maatschappelijke en culturele kwalificatie in de korte opleidingen MBO en de werkgroep maatschappelijke kwalificatie voor het BBO (samenst.) - Hoevelaken: CPS, 1992. - Structuur voor maatwerk Educatie. Handreikingen voor het maken van kwalificaties, deelnemersprofielen en standaardtrajecten educatie / CINOP, Marga Tubbing. In: Maatwerk Educatie Informatiemap 1. - De Bilt: Bve-raad, januari 1999.
8
Schematisch overzicht onderwijseenheden per domein van het leergebied Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Politieke Besluitvorming Niveau 3
Grondrechten
3.1 Nederlandse politieke bestel (44 BaVo)
Recht
Geschiedenis
Internationale Samenwerking
3.3 Gebruik historische bronnen (40 BaVo)
3.4 Plaatsen actuele spanningen en conflicten in de wereld (50 BaVo)
Criminaliteit
Burgerlijk Recht
3.2 Tien tijdvakken (37 BaVo) Niveau 2
2.1 Belangenorganisaties (M.O.)
2.2 Burgerrechten en - 2.4 Historische plichten Ontwikkeling en Sociale verhoudingen I
2.5 Leefvormen II
2.3 Tweede Wereldoorlog I Niveau 1
1.1 Kiesrecht (M.O.)
1.4 Hulp (M.O.) 1.3 Identificatieplicht (M.O.) 1.2 Status (M.O.)
9
1.5 Leefvormen I (M.O.)
Sociaal-Economie Arbeid Niveau 3
Technologie
Consument
Gezondheid en Milieu Wonen
3.7 Verdeling van welvaart en ermoede over de wereld (46 BaVo)
Gezondheid
Milieu
3.16 Processen levende en niet levende natuur in relatie tot omgeving en milieu (31 BaVo) 3.13 Wisselwerking planten, dieren en mensenmet elkaar en omgeving (30 BaVo) 3.12 Sleutelbegrippen leven de en niet levende natuur in relatie tot dagelijkse leven (29 BaVo) 3.11 Eenvoudig natuurwetenschappelijk onderzoek uitvoeren en presenteren (28 BaVo)
3.6 Productievormen, Arbeid en Werkgelegenheid (O.B.)
3.8 Bouw en functie menselijk lichaam/gezondheid (34 BaVo)
3.5 Kosten, Opbrengst, Winst en Verlies (O.B.)
3.15 Verbranden en Verwarmen (O.B.) 3.14 Verwerven kennis relevante technische producten en systemen/ontwerpen maken technisch product (33 BaVo) 3.10 Zorgen voor jezelf, anderen en omgeving/veiligheid (35 BaVo) 3.9 Onderzoek natuurkundig en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, krachten/theorieën en modellen (32 BaVo)
Niveau 2
2.6 Belangen van Werknemers
2.7 Informatiekunde
2.8 Winkelen II
2.10 Verzekeringen II
2.12 Voorkomen is Beter dan Genezen
2.14 Verbranden, Verwarmen, Elektriciteit I
2.11 Gezondheidszorg II
2.13 Huishouding en Milieu II
1.13 Verzekeringen I (M.O.)
1.15 Ziektekostenverzekering (M.O.)
1.16 Huishouding en Milieu I (M.O.)
1.12 Huisvesting I (M.O.)
1.14 Gezondheidszorg I (M.O.)
2.9 Huisvesting II
Niveau 1
1.7 Sociale Zekerheid (O.B.)
1.8 De Computer in het Dagelijks Leven
1.10 Winkelen I (O.B.) 1.9 Geldzaken I (O.B.)
1.6 Werknemer zijn/worden (O.B.)
1.11 Bevolkingsregister/Burgelijke Stand (M.O.)
10
Socialisatie
Niveau 3
Kunst en Cultuur MulticultuOnderwijs Kunst / rele Vrije Tijd Samenleving
3.17 Cultuur en levensbeschouwing in Nederland (43 BaVo)
Massamedia
Mobiliteit
3.22 Reflecteren op eigen werk en dat van anderen, w.o. kunstenaars (52 BaVo) 3.21 Verslag deelname kunstzinnige activiteiten (51 BaVo) 3.20 Inzicht in en waarderen van diverse kunstvormen (50 BaVo)
Geografie Vaardighede Omgeving/ n/ AardrijksTopografie kundige vraagstukken 3.25 3.28 Ontstaan Aardrijksen Spreiding kundige landschapsVaardigheden typen in (O.B.) Nederland (O.B.) 3.24 Gebruik atlas en 3.27 kaarten als Ruimtelijke informatieEffecten bronnen (41 Multiculturele BaVo) Samenleving (O.B.) 3.23 Eigentijds 3.26 De Eigen geografisch Omgeving (42 beeld BaVo) gebruiken (38 BaVo)
Internationale Ontwikkelingen 3.29 Europese samenwerking en Europese Unie (45 BaVo)
Recreatie
3.19 Presenteren eigen kunstzinnig werk (49 BaVo)
Niveau 2
2.16 Relaties en Rollen I 2.15 Opvoeding
Niveau 1
Niveau 3
3.18 Toepassen verschillende kunstzinnige disciplines (48 BaVo) 2.17 Kleurrijk 2.18 2.19 Kunst en 2.20 Nederland II Onderwijs Cultuur Informatievoor Volwasen Communisenen (M.O.) catiemiddelen II
1.18 Kinderen 1.19 Kleurrijk 1.20 en Opvang Nederland I Onderwijs (M.O.) (M.O.) voor Leerplichtigen 1.17 Omgaan (M.O.) met Elkaar (M.O.)
1.21 Wat doe je in je Vrije Tijd
Algemene Vaardigheden 3.31 Uitvoeren en presenteren onderzoek naar actueel maatschappelijk verschijnsel 3.30 Vragen stellen en standpunt innemen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen (36 BaVo)
11
2.21 Topografie
2.22 Nederland Leren Kennen (M.O.)
2.24 De mens als Wereldburger I 2.23 Inwoner van Europa I
1.23 Informatieen Communicatiemiddelen I
1.25 Deelnemen aan het Verkeer (M.O.)
1.22 Post en Telefoon
1.24 Openbaar Vervoer (M.O.)
1.26 1.27 De Eigen Plattegronden Woonplaats (M.O.)
1.28 Vakantie
Schematisch overzicht (op nummer) samenhang blokken per leergebied Kennis van de Wereld Domein Subdomein
Politieke Besluitvorming
Politiek en Geschiedenis Grondrechten Geschiedenis
Internationale Samenwerking
Recht Burgerlijk Recht
Criminaliteit
Niveau 3
3.3 3.2
3.4
3.1
2.4
Niveau 2 2.2
2.1
2.5
2.3
1.4
Niveau 1
1.5
1.3 1.2
1.1
Domein Subdomein
Arbeid
Sociaal - Economie Technologie De Consument
Wonen
Gezondheid en Milieu Gezondheid Milieu 3.16
Niveau 3
3.15 3.14 3.13 3.12
3.7
3.11
3.6
3.10
3. 5 3.8
3.9
2.10
2.12
2.14
2.9
2.11
2.13
Niveau 2
2.6
2.7
2.8
1.13 1.15
Niveau 1 1.7 1.6
12
1.8
1.10
1.12
1.9
1.11
1.14
1.16
Domein Subdomein
Socialisatie
Kunst en Cultuur Multiculturele Onderwijs Samenleving
Kunst / Vrije Tijd
Massamedia
Mobiliteit
Geografie Internation. Vaardighede Omgeving/ Ontwikken/Topografie Aard. lingen Vraagst.
Recreatie
Niveau 3 3.22 3.21 3.25
3.28
3.24
3.27
3.23
3.26
3.20 3.19 3.17
3.18
Niveau 2
2.24
2.16
2.15
Niveau 1
1.18
2.21 2.17
2.18
2.19
2.20
1.19
1.20
1.21
1.23
1.25
1.22
1.24
1.17
Domein
Algemene Vaardigheden
Niveau 3
3.31
3..30
13
3.29
2.23
2.22
1.26
1.27
1.28
Schematisch overzicht samenhang blokken per leergebied Kennis van de Wereld Domein Subdomein
Politieke Besluitvorming
Politiek en Geschiedenis Grondrechten Geschiedenis
Internationale Samenwerking
Criminaliteit
Recht Burgerlijk Recht
Niveau 3 3.3 Gebruik historische bronnen
3.1 Nederlandse politieke bestel
3.2 Tien tijdvakken
Niveau 2
3.4 Plaatsen actuele spanningen en conflicten in de wereld
2.4 Historische Ontwikkelingen en Sociale Verhoudingen
2.1 Belangenorganisaties
2.2 Burgerrechten en -plichten
1.1 Kiesrecht
1.4 Hulp
Niveau 1
2.3 Tweede Wereldoorlog I
2.5 Leefvormen II
1.5 Leefvormen I 1.3 Identificatieplicht 1.2 Status
Domein
Niveau 3
Algemene Vaardigheden
3.31 Uitvoeren en presenteren onderzoek naar een actueel maatschappelijk verschijnsel
3.30 Vragen stellen en standpunt innemen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen
14
Domein Subdomein
Arbeid
Sociaal - Economie Technologie De Consument
Wonen
Niveau 3
Gezondheid en Milieu Gezondheid Milieu
3.16 Processen levende en niet levende natuur in relatie tot omgeving en milieu 3.15 Verbranden en verwarmen 314 Verwerven kennis relevantie technische producten en systemen/ ontwerpen en maken technisch product 3.13 Wisselwerking planten, dieren en mensen met elkaar en omgeving 3.12 Sleutelbegrippen levende en niet levende natuur in relatie tot dagelijks leven 3.11 Eenvoudig natuurwetenschappelijk onderzoek uitvoeren en presenteren 3.7 Verdeling van welvaart en armoede over de wereld
3.10 Zorgen voor jezelf, anderen en omgeving/ veiligheid
3.6 Productievormen, Arbeid en Werkgelegenheid
3.5 Kosten, Opbrengst, Winst en Verlies
3.8 Bouw en functie menselijk lichaam/ gezondheid
3.9 Onderzoek natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, krachten /theorieën en modellen
2.12 Voorkomen is Beter dan Genezen
2.14 Verbranden, Verwarmen, Elektriciteit I
Niveau 2 2.10 Verzekeringen II
2.6 Belangen van Werknemers
2.7 Informatiekunde
2.8 Winkelen II 2.9 Huisvesting II
Niveau 1
1.7 Sociale Zekerheid 1.6 Werknemer zijn/worden
1.8 De computer in het Dagelijks Leven
1.10 Winkelen I 1.9 Geldzaken
1.13 Verzekeringen I
2.13 Huishouding en Milieu II
1.15 Ziektekostenverzekering
1.12 Huisvesting I 1.11 Bevolkingsregister Burgerlijkestand
15
2.11 Gezondheidszorg II
1.14 Gezondheidszorg I
1.16 Huishouding en Milieu I
Domein Subdomein
Socialisatie
Kunst en Cultuur Multiculturele Onderwijs Samenleving
Kunst/ Vrije Tijd
Massamedia
Mobiliteit
Topografie
Geografie Omgeving/ Internation. Aard. Vraagst. Ontwikkelingen
Recreatie
Niveau 3
3.22 Reflecteren op eigen werk en dat van anderen, w.o. kunstenaars 3.21 Verslag deelname kunst-
3.25
zinnige activiteiten
Aardrijkskundige Vaardigheden 3.28 Ontstaan en
3.20 Inzicht in en waarderen van
3.24 Gebruik
diverse
atlas en kaarten
kunstvormen
als informatie-
Spreiding Landschapstypen in Nederland
bronnen 3.19 Presteren
3.27 Ruimtelijke
eigen kunstzinnig werk
3.23 Eigentijds
Effecten
geografisch beeld
Multiculturele
gebruiken
Samenleving
3.18 Toepassen 3.17 Cultuur en levensbeschouwing
verschillende
in Nederland
3.29 Europese
kunstzinnige disciplines
3.26 De Eigen
samenwerking en
Omgeving
Europese Unie
Niveau 2 2.16 Relaties en Rollen
2.17 Kleurrijk Nederland II
2.18 Onderwijs voor Volwassenen
2.24 De Mens als Wereldburger I
2.19 Kunst en Cultuur
2.21 Topografie 2.20 Informatieen Communicatiemiddelen II
2.15 Opvoeding
2.22 Nederland Leren Kennen
2.23 Inwoner van Europa
Niveau 1 1.18 Kinderen en Opvang
1.17 Omgaan met Elkaar
16
1.19 Kleurrijk Nederland I
1.20 Onderwijs voor Leerplichtigen
1.21 Wat doe je in je Vrije Tijd?
1.23 Informatieen Communicatiemiddelen I
1.22 Post en Telefoon
1.25 Deel- 1.26 nemen aan Plattegronden het Verkeer 1.24 Openbaar Vervoer
1.27 De eigen woonplaats
1.28 Vakantie
Onderwijseenheid KvdW.1.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kiesrecht Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Politieke Besluitvorming 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat om (op termijn) gebruik te maken van hun kiesrecht. - Zij weten dat Nederland een democratie is met een parlementaire volksvertegenwoordiging die wetten maakt. - Zij weten dat de rechten van de bevolking in de grondwet zijn vastgelegd, welke dat zijn en wat ze inhouden. - Zij weten dat Nederland een koninkrijk is, met een koning of koningin die een voornamelijk ceremoniële rol heeft. - Zij weten dat geregeerd wordt door het kabinet, bestaande uit ministers en een minister-president. - Zij weten dat er in principe elke vier jaar verkiezingen worden gehouden voor het bestuur van het land, de provincie en de gemeente. - Zij weten dat er in Nederland algemeen kiesrecht is voor mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder die Nederlands staatsburger zijn. - Zij weten dat buitenlanders die tenminste vijf jaar legaal in Nederland hebben gewoond, deel mogen nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. - Zij weten dat de gemeente bestuurd wordt door het College van burgemeester en wethouders en door de gemeenteraad. - Zij weten dat er een meerpartijenstelsel is en hoe en waar informatie te krijgen is over de ideeën en beginselen van de verschillende partijen. - Zij weten hoe zij hun stem kunnen uitbrengen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 27. Aansluitende onderwijseenheden: 3.1 Nederlandse politieke bestel
17
Onderwijseenheid KvdW.1.2
Onderwijseenheid 2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Status Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Grondrechten 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Status Allochtone deelnemers zijn in staat gebruik te maken van hun rechten en de plichten uit te oefenen die voortvloeien uit hun verblijfsrechtelijke status. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen inwinnen over de voor hen geldende mogelijkheden en beperkingen; Allochtone deelnemers zijn in staat om op de juiste wijze melding te maken van gebeurtenissen die gevolgen hebben voor hun verblijfsrechtelijke status. - Zij weten welke gebeurtenissen gevolgen kunnen hebben voor de status en waarover iets geregeld is in de vreemdelingenwet. - Zij weten hoe en waar zij informatie over de vreemdelingenwet kunnen inwinnen. Verbetering van status op termijn Allochtone deelnemers zijn in staat om na verloop van tijd hun verblijfsrechtelijke positie te verbeteren door het aanvragen van een vergunning tot vestiging, indien zij dat wensen. - Zij weten wat voor- en nadelen van de vergunning tot vestiging zijn. - Zij weten hoe, waar en wanneer zij een vergunning tot vestiging kunnen aanvragen. Allochtone deelnemers zijn in staat om na verloop van tijd hun verblijfsrechtelijke positie te verbeteren door het aanvragen van het Nederlanderschap, indien zij dat wensen. - Zij weten wat voor- en nadelen van naturalisatie zijn. - Zij weten hoe, waar en wanneer zij het Nederlanderschap kunnen aanvragen. - Zij weten in grote lijnen hoe de naturalisatieprocedure in zijn werk gaat. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 15. Aansluitende onderwijseenheden:
18
Onderwijseenheid KvdW.1.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Identificatieplicht Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Grondrechten 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat zich op de juiste manier te identificeren. - Zij weten dat er een identificatieplicht is en wat die inhoudt. - Zij weten wie er wanneer naar hun identificatiebewijs mogen vragen. - Zij weten wat een geldig identificatiebewijs is. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 15. Aansluitende onderwijseenheden:
19
Onderwijseenheid KvdW.1.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Hulp Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Grondrechten 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Juridische Hulp Deelnemers zijn in staat om bij problemen en conflicten juridische hulp te zoeken. - Zij weten dat je in Nederland altijd mogelijkheden hebt om klachten in te dienen en te protesteren tegen slechte behandeling en beslissing van de overheid en dat er allerlei instanties zijn die de taak hebben om daarbij te helpen. - Zij weten dat discriminatie op redenen van geloof, sekse, ras en seksuele geaardheid niet is toegestaan en hoe ze kunnen handelen in geval van discriminatie. - Zij weten dat zij voor eerste hulp bij juridische problemen terecht kunnen bij Bureaus voor Rechtshulp en Wetswinkels/Rechtswinkels en hoe dat gaat. - Zij weten wat de taken zijn van Bureaus voor Rechtshulp en Wetswinkels/Rechtswinkels. - Zij weten wat de hulp van Bureaus voor Rechtshulp en Wetswinkels kost. Maatschappelijk Werk Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van het maatschappelijk werk. - Zij weten wat de taken van het maatschappelijk werk zijn, hoe je er terecht kunt, wat het kost en welke vergoeding mogelijk is. - Zij weten hoe, waar en wanneer zij een beroep op het maatschappelijk werk kunnen doen. Politie Deelnemers kennen globaal de taken van de politie en aanverwante beroepen en kennen de gang van zaken bij aangifte doen. - Zij kunnen hoofdtaken noemen van de politie, stadswacht en wijkagenten. - Zij kunnen voorbeelden noemen van overtredingen (lichte vergrijpen) en misdrijven (zwaardere vergrijpen). - Zij kunnen de gang van zaken in geval van aangifte beschrijven.
20
- Zij kunnen de rechten van een verdachte noemen. Sociale en burgerraadslieden Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van de diensten van sociale en burgerraadslieden. - Zij weten wat de taken zijn van sociale en burgerraadslieden en wat het kost. - Zij weten hoe, waar en wanneer zij een beroep kunnen doen op sociale en burgerraadslieden. Tolkencentrum Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van de diensten van het tolkencentrum. - Zij weten wanneer en hoe zij een beroep kunnen doen op het tolkencentrum en of daar kosten aan verbonden zijn. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 25/26 (Politie werd toegevoegd). Aansluitende onderwijseenheden:
21
Onderwijseenheid KvdW.1.5
Onderwijseenheid 5: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Leefvormen I Kennis van de Wereld Recht Burgerlijk Recht 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn op de hoogte van in Nederland gangbare opvattingen over de omgang tussen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen. - Zij weten dat homoseksualiteit in Nederland over het algemeen geaccepteerd wordt; - Zij weten dat openlijk betoon van genegenheid, zowel tussen personen van gelijk, als van verschillend geslacht, dikwijls voorkomt; - Zij weten dat er in Nederland veel verschillende samenlevingsvormen bestaan die over het algemeen als gelijkwaardig geaccepteerd worden; - Zij weten dat mannen en vrouwen in Nederland in principe geacht worden dezelfde rollen te vervullen; - Zij weten dat ouderen in Nederland niet automatisch respect afdwingen op grond van hun leeftijd. MO ja/nee: Onderdeel van MO (nice-to-know), zie blz. 29/30. Aansluitende onderwijseenheden: 2.5 Leefvormen II
22
Onderwijseenheid KvdW.1.6
Onderwijseenheid 6: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Werknemer zijn of worden Kennis van de Wereld Sociaal-economie Arbeid 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Werk zoeken Deelnemers zijn in staat om via de daarvoor geschikte kanalen werk te zoeken. - Zij weten langs welke kanalen je aan betaald werk kunt komen. - Zij weten hoe je je moet inschrijven als werkzoekende bij arbeidsbureau (CWI) en uitzendbureau. - Zij kennen hun rechten en plichten als werkzoekende. - Zij weten globaal hoe sollicitatieprocedures verlopen. - Zij weten dat Nederland een sterke diplomacultuur heeft. - Zij weten welke waarde aan hun diploma's is toegekend of, als dat nog niet gebeurd is, hoe en waar zij dat kunnen laten doen. - Zij weten dat het starten van een eigen bedrijf aan allerlei voorwaarden is gebonden en waar daarover informatie is in te winnen. - Zij weten dat in educatie aandacht mogelijk is voor een persoonlijke oriëntatie op de arbeidsmarkt. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen inwinnen over het zoeken naar werk. Werknemer zijn Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van hun rechten en hun plichten als werknemer uit te oefenen. - Zij weten dat je een arbeidsovereenkomst behoort te hebben en welke rechten en plichten daar over het algemeen aan gekoppeld zijn. - Zij weten dat er verschillende soorten dienstverbanden zijn en wat de consequenties zijn van bepaalde dienstverbanden. - Zij weten dat een vreemdeling soms beperkt is in zijn mogelijkheden om te gaan werken door voorwaarden die met zijn verblijfsstatus te maken hebben; zij weten waar zij daarover informatie kunnen verkrijgen. Sofi-nummer
23
Deelnemers zijn in staat om een Sofi-nummer aan te vragen. - Zij weten hoe en waar je een Sofi-nummer kunt aanvragen en waarom dat nodig is. Rijksbelastingen Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van hun rechten en hun plichten als belastingplichtige uit te oefenen. - Zij weten dat je van een inkomen, zowel uit werk als uit een uitkering, belastingen en premies moet betalen. - Zij weten globaal om welke heffingen het gaat en wat daarmee gedaan wordt. - Zij weten dat een salaris of uitkering maandelijks betaald wordt (bij uitzendbureaus soms wekelijks), doorgaans per bank(giro). - Zij weten dat zij elke maand een inkomens- of uitkeringsspecificatie (loonstrook) krijgen en elk jaar een jaaropgave, die ten behoeve van de belastingen goed bewaard moet worden. - Zij weten hoe en waar zij de belangrijkste gegevens op loonstrook en jaaropgave kunnen vinden. - Zij weten dat je soms geld van de belasting terug kunt krijgen. - Zij weten dat je soms in termijnen kunt betalen, en in sommige omstandigheden vermindering of kwijtschelding kunt krijgen. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen vragen over wat in hun specifieke situatie moet en mogelijk is. - Zij weten hoe en waar zij hulp op het gebied van belastingen kunnen inroepen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 15/16/17. Aansluitende onderwijseenheden: 2.6 Belangen van werknemers
24
Onderwijseenheid KvdW.1.7
Onderwijseenheid 7: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Sociale Zekerheid Kennis van de Wereld Sociaal-economie Arbeid 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Sociale Zekerheid Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van voorzieningen op het gebied van de sociale zekerheid. - Zij weten dat er voor personen die niet kunnen werken (langdurig ziek, werkloos) een vangnet is, waaraan de hele bevolking (werkgevers, werkenden en uitkeringsgerechtigen) via belastingen en premies meebetaalt. - Zij weten hoe en waar zij hierover informatie kunnen inwinnen. Bijstandsuitkering Deelnemers zijn in staat om een bijstandsuitkering aan te vragen en deze zodanig te benutten dat ze ermee kunnen voorzien in de kosten van levensonderhoud; - Zij weten dat je in bepaalde gevallen in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering. - Zij weten hoe en waar je een bijstandsuitkering aan kunt vragen. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen inwinnen over activiteiten die een uitkeringsgerechtigde wel en niet mag ondernemen. - Zij weten dat een bijstandsuitkering bedoeld is als vangnet, dat die dan ook niet riant is maar dat daarmee wel alle vaste lasten, incidentele uitgaven en onvoorziene kosten moeten worden betaald. Bijzondere bijstand Deelnemers zijn in staat om bijzondere bijstand aan te vragen. - Zij weten dat er bijzondere bijstand bestaat, en hoe en waar zij daarover informatie kunnen inwinnen. - Zij weten hoe en waar je bijzondere bijstand kunt aanvragen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 16/17. Aansluitende onderwijseenheden: 2.6 Belangen van werknemers
25
Onderwijseenheid KvdW.1.8
Onderwijseenheid 8: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
De Computer in het Dagelijks Leven Kennis van de Wereld Sociaal-economie Technologie 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kennen de rol van informatica in het dagelijks leven. Deelnemers: - kunnen voorbeelden noemen van verschillende verschijningsvormen van computers in het dagelijks leven; (horloges, kassa's, spelcomputers, giromaat enz.); - kunnen de verschillende onderdelen van een computer benoemen zoals: toetsenbord, beeldscherm, diskettes, drive, muis, printer, harde schijf, chip, Cd-rom; - kunnen omgaan met eenvoudige programma's op de computer binnen en buiten de school zoals: ⋅ (teken)spelletjes; ⋅ taal- en rekenoefeningen; ⋅ eenvoudig tekstverwerken; ⋅ elektronische kaartenbak; ⋅ computer in de bibliotheek; ⋅ computer arbeidsbureau. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 2.7 Informatiekunde
26
Onderwijseenheid KvdW.1.9
Onderwijseenheid 9: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Geldzaken Kennis van de Wereld Sociaal-economie De Consument 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat om te betalen met papier- en muntgeld en met giraal geld. - Zij kennen de benamingen en de waarde van het papieren muntgeld. Deelnemers zijn in staat om een bankrekening te openen en te gebruiken. - Zij weten waarom je een bankrekening/girorekening moet hebben. - Zij weten hoe en waar je een bankrekening kunt openen. - Zij weten hoe je via de bankrekening kunt betalen. Deelnemers zijn in staat om geld te halen uit de muur en op bank of postkantoor. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 17/18. Aansluitende onderwijseenheden:
27
Onderwijseenheid KvdW.1.10
Onderwijseenheid 10: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Winkelen I Kennis van de Wereld Sociaal-economie De Consument 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Winkelen Deelnemers zijn in staat te winkelen en daarbij te handelen conform geldende omgangsregels en hun rechten en plichten als consument uit te oefenen. - Zij kennen de verschillen tussen supermarkt, warenhuis, buurtwinkel, markt, detailhandel (speciaalzaak) en postorderbedrijf. - Zij kennen de gebruikelijke openingstijden van winkels en de aanduiding daarvan op de winkeldeur. - Zij kennen de voornaamste gebruiken in winkels ten aanzien van wachten op de beurt, afdingen, garantie, ruilen en klagen, gebruik van boodschappentas, winkelwagentje, kassa (afrekenen). - Zij kunnen een kassabon lezen en weten wat BTW inhoudt. Rechten en plichten als consument Deelnemers zijn in staat hun rechten en plichten als consument uit te oefenen. - Zij weten dat aankopen direct betaald moeten worden dan wel, bij grote aankopen, na een aanbetaling. - Zij weten dat op duurzame artikelen doorgaans garantie wordt verstrekt. Zij weten aan welke voorwaarden zij moeten voldoen om gebruik te maken van die garantie (bonnen bewaren etc.). - Zij weten hoe en wanneer artikelen geruild kunnen worden. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 18. Aansluitende onderwijseenheden: 2.8 Winkelen II
28
Onderwijseenheid KvdW.1.11
Onderwijseenheid 11: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Bevolkingsregister/Burgerlijke Stand Kennis van de Wereld Sociaal-economie Wonen 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat zich als inwoner van een gemeente te laten registreren - Zij weten hoe men zich bij vestiging moeten inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente en waarom dat nodig is. - Zij weten hoe, waar en wanneer zij wijzigingen bij de burgerlijke stand moeten doorgeven en waarom dat nodig is. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 19. Aansluitende onderwijseenheden:
29
Onderwijseenheid KvdW.1.12
Onderwijseenheid 12: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Huisvesting I Kennis van de Wereld Sociaal-economie Wonen 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Een huis kopen Deelnemers zijn in staat een huis te kopen. - Zij weten hoe ze een huis kunnen kopen via een particulier. - Zij weten hoe ze een huis kunnen kopen via een makelaar. Deelnemers zijn in staat een hypotheek af te sluiten. - Zij weten waar zij terecht kunnen voor een hypotheek. - Zij weten onder welke voorwaarden zij in aanmerking komen voor een hypotheek. - Zij weten hoe en waar zij hulp en advies kunnen zoeken bij het afsluiten van een hypotheek. Een huis huren Deelnemers zijn in staat een huis te huren. - Zij weten dat je een huis kunt huren via de gemeente en woningbouwverenigingen. - Zij weten hoe en waar zij kunnen informeren naar plaatselijke procedures voor het verkrijgen van een huurwoning. - Zij weten dat ze soms een woonvergunning van de gemeente moeten hebben en hoe je die kunt krijgen. - Zij weten dat het lang kan duren voor je een huis via gemeente of woningbouwvereniging hebt en dat het zaak is je tijdig in te schrijven als je in de toekomst wat anders wilt. - Zij weten dat de wachttijd bij het zoeken van een huis via gemeente of woningbouwvereniging afhankelijk is van de schaarste en de urgentie. - Zij weten hoe urgentie wordt bepaald. - Zij weten hoe en waar zij inlichtingen kunnen inwinnen over de mogelijkheden om aangeboden woonruimte te weigeren. Rechten en plichten als huurder Deelnemers zijn in staat hun rechten en plichten als huurder uit te oefenen.
30
- Zij weten dat een huurcontract belangrijk is voor duidelijkheid over rechten en plichten. - Zij weten wat er over het algemeen verwacht wordt van een huisbewoner: onderhouden, schoonhouden, geen burenoverlast veroorzaken. - Zij weten welke onderhoudstaken voor rekening van de huurder komen. - Zij weten hoe zij moeten handelen bij storingen of gebreken. - Zij weten dat voor veranderingen aan de woning (waaronder het plaatsen van een schotelantenne) een gemeentelijk vergunning vereist kan zijn, hoe zij die kunnen aanvragen en wat dat kost. Huursubsidie Deelnemers zijn in staat huursubsidie aan te vragen. - Zij weten dat er huursubsidie is en kennen globaal de procedure. - Zij weten waar en hoe je hulp en informatie over huursubsidie kunt verkrijgen. Aansluiting gas, water, elektriciteit, telefoon en kabel Deelnemers zijn in staat de aansluiting van gas, water, elektriciteit, telefoon en kabel te regelen voor hun woning. - Zij weten dat je zelf moet zorgen voor de aansluiting van gas, water, elektriciteit, telefoon en kabel in het huis. - Zij weten hoe en waar ze om aansluiting van gas, water, elektriciteit, telefoon en kabel moeten vragen en wat het kost. Omgaan met gas, water en elektriciteit Deelnemers zijn in staat om op verantwoordelijke wijze met gas, water en elektriciteit om te gaan. - Zij weten dat er in huis voor gas, water en elektra meters zijn en waar die zijn. - Zij weten dat de meterstand van gas, water en elektra op gezette tijden wordt gecontroleerd. - Zij weten dat de meteropnemer bij afwezigheid van de bewoners een briefje achterlaat en hoe zij daarop de meterstand kunnen invullen. - Zij weten hoe ze gevaarlijke situaties kunnen vermijden in het omgaan met gas. - Zij weten hoe ze gevaarlijke situaties kunnen vermijden in het omgaan met elektriciteit. Regionale belastingen en heffingen Deelnemers zijn in staat regionale belastingen en heffingen te betalen. - Zij weten dat er regionale belastingen en heffingen betaald moeten worden en welke dat zijn.
31
- Zij weten hoe de betaling van lokale belastingen en heffingen gaat. - Zij weten welke mogelijkheden er zijn voor betaling van lokale belastingen en heffingen in termijnen. - Zij weten dat er soms mogelijkheden zijn voor bezwaar en kwijtschelding ten aanzien van lokale belastingen en heffingen en waar daarover informatie en hulp kan worden verkregen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 19/20/21. Aansluitende onderwijseenheden: 2.9 Huisvesting II
32
Onderwijseenheid KvdW.1.13
Onderwijseenheid 13: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verzekeringen I Kennis van de Wereld Sociaal-economie Wonen 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Verzekeringen Deelnemers zijn in staat een aantal verzekeringen af te sluiten die van belang zijn voor de eigen leefsituatie en te handelen bij schade. Deelnemers zijn in staat een inboedelverzekering af te sluiten. - Zij weten waarom het verstandig is de inboedel in je huis te verzekeren. - Zij weten globaal welke schade een inboedelverzekering dekt. - Zij weten waar en hoe je een inboedelverzekering af kunt sluiten. Deelnemers zijn in staat om een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) af te sluiten. - Zij weten waarom het dringend aangeraden wordt om een APV te hebben. - Zij weten waar en hoe je een APV kunt afsluiten. Deelnemers zijn in staat om een kostbaarhedenverzekering af te sluiten. - Zij weten in welke gevallen een kostbaarhedenverzekering aan te raden is. - Zij weten waar en hoe je een kostbaarhedenverzekering af kunt sluiten. Deelnemers zijn in staat te handelen bij schade. - Zij weten wat globaal de procedures zijn in geval van schade (met andere woorden: hoe ze een beroep kunnen doen op hun verzekering in geval van schade) en waar zij daarover meer informatie kunnen inwinnen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 18/19. Aansluitende onderwijseenheden: 2.10 Verzekeringen II
33
Onderwijseenheid KvdW.1.14
Onderwijseenheid 14: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Gezondheidszorg I Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Gezondheid 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Gezondheidsklachten Deelnemers zijn in staat in geval van gezondheidsklachten de huisarts te raadplegen. - Zij weten dat je bij gezondheidsklachten (lichamelijk en geestelijk) in eerste instantie naar de huisarts gaat en dat deze indien nodig zal doorverwijzen naar specialisten. - Zij weten hoe je een huisarts kunt zoeken. - Zij weten hoe en wanneer je een huisarts kunt raadplegen. - Zij weten wat de taken en bevoegdheden van een huisarts zijn. - Zij weten hoe in Nederland wordt aangekeken tegen de relatie arts-patiënt (recht op privacy en zelfbeschikking). - Zij weten dat ze niet zonder verwijskaart en afspraak naar het ziekenhuis kunnen (behalve voor de Eerste of Spoedeisende Hulp). - Zij weten dat bij doorverwijzing naar het ziekenhuis eenmalig een registratiekaartje moet worden gemaakt dat bij elk volgend bezoek moet worden meegebracht. Medische noodgevallen Deelnemers zijn in staat om in medische noodgevallen de noodzakelijke instanties in te schakelen. - Zij weten hoe te handelen buiten de praktijkuren en in het weekend en waar informatie te vinden over de arts met weekenddienst. - Zij weten hoe te handelen bij noodgevallen overdag. - Zij weten wanneer en hoe zij gebruik kunnen maken van het alarmnummer. Medicijnen Deelnemers zijn in staat om medicijnen te verkrijgen. - Zij weten waar medicijnen verkrijgbaar zijn en op welke voorwaarden je ze kunt verkrijgen. Deelnemers zijn in staat om op verantwoorde wijze met medicijnen om te gaan.
34
- Zij weten hoe je medicijnen moet gebruiken. - Zij weten hoe je medicijnen moet bewaren. - Zij weten hoe te handelen met overtollige medicijnen. Gebit Deelnemers zijn in staat om gebruik te maken van de diensten van een tandarts. - Zij weten dat je voor gebitscontrole en -klachten naar de tandarts moet. - Zij weten dat je zelf een tandarts mag kiezen (als er plaats is) en dat je er ook weg mag als je dat wilt. Zwangerschap Deelnemers zijn in staat om in geval van zwangerschap gebruik te maken van beschikbare voorzieningen. - Zij weten hoe zij zich kunnen melden voor begeleiding en verloskundige hulp. - Zij weten hoe begeleiding van de verloskundige plaatsvindt. - Zij weten hoe zij zich kunnen melden voor kraamhulp en waar zij terecht kunnen voor informatie. - Zij weten hoe begeleiding en hulp van kraamverzorgsters en thuiszorg plaatsvindt. Jeugdgezondheidszorg Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van voorzieningen in de jeugdgezondheidszorg. - Zij weten welke diensten het consultatiebureau biedt. - Zij weten hoe zij van de diensten van het consultatiebureau gebruik kunnen maken. - Zij weten dat de gezondheid van schoolgaande kinderen wordt gecontroleerd door de schoolartsen. Thuiszorg Deelnemers zijn in staat om thuiszorg aan te vragen. - Zij weten dat in bepaalde gevallen thuiszorg mogelijk is en weten waar daarover meer informatie is in te winnen. Seksueel overdraagbare aandoeningen (inclusief AIDS) Deelnemers zijn in staat om informatie te krijgen over (de voorkoming van) seksueel overdraagbare aandoeningen. - Zij weten wat seksueel overdraagbare aandoeningen zijn. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen verkrijgen over voorkoming ervan. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 21/22/23. Aansluitende onderwijseenheden: 2.11 Gezondheidszorg II
35
Onderwijseenheid KvdW.1.15
Onderwijseenheid 15: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Ziektekostenverzekering Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezondheid 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat zich tegen ziektekosten te verzekeren. - Zij weten dat het noodzakelijk is je te verzekeren tegen ziektekosten. - Zij weten hoe je je verzekert tegen ziektekosten, waar dat moet, welke kosten eraan verbonden zijn en waar informatie in te winnen is; - Zij weten dat je met een uitkering of met een bepaald inkomen verplicht verzekerd bent volgens de Ziekenfondswet en dat je je anders particulier moet verzekeren; - Zij weten dat je voor een verplichte verzekering een vaste huisarts, tandarts en apotheek moet nemen; - Zij weten dat je de verzekeringspapieren bij je moet hebben bij alles wat met de gezondheid te maken heeft en geld kost; - Zij weten in grote lijnen wat vergoed wordt en wat niet, dat voor tandartskosten niet veel vergoed wordt en dat ze bij tandartsbezoek dus het best voor de behandeling kunnen vragen of de kosten worden vergoed; - Zij weten hoe zij desgewenst een aanvullende verzekering kunnen afsluiten, wat het kost en wat er tegenover staat. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 23. Aansluitende onderwijseenheden:
36
Onderwijseenheid KvdW.1.16
Onderwijseenheid 16: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Huishouding en Milieu I Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Milieu 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Afval Deelnemers zijn in staat om zich op verantwoorde wijze van hun afval te ontdoen. - Zij weten hoe en waarom afval gescheiden moet worden verzameld. - Zij weten hoe, waar en wanneer afval gedeponeerd moet worden en welke sancties er op overtreding van de regels staan. - Zij weten dat de gemeente zorgt voor het ophalen van het afval. - Zij weten waar je terecht kunt voor informatie over de ophaalregeling. Gevaarlijke stoffen Deelnemers zijn in staat om op verantwoorde wijze met gevaarlijke stoffen in huis om te gaan. - Zij weten hoe zij gevaarlijke stoffen kunnen herkennen. - Zij weten hoe zij risico's in het omgaan met gevaarlijke stoffen in huis kunnen voorkomen. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 21. Aansluitende onderwijseenheden: 2.13 Huishouding en milieu II
37
Onderwijseenheid KvdW.1.17
Onderwijseenheid 17: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Omgaan met Elkaar Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Socialisatie 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Omgangsregels Deelnemers kennen een aantal omgangsregels waarmee zij in het openbare leven geconfronteerd worden en zijn in staat conform die omgangsregels te handelen. - Zij weten dat er over omgangsregels in Nederland zeer uiteenlopend gedacht wordt. - Zij kennen gewoonten verbonden aan begroting, kennismaking en afscheid (in persoon en telefonisch) met aandacht voor verschillen bij mannen, vrouwen, jongeren en ouderen et cetera. - Zij kennen gewoonten bij bezoek. - Zij weten dat in Nederland grote waarde wordt gehecht aan afspraken en op tijd komen. - Zij weten dat het niet (geheel) kunnen nakomen van een afspraak van tevoren gemeld moet worden. Contacten met officiële instellingen Deelnemers zijn in staat om op adequate wijze contacten met officiële instellingen te onderhouden. - Zij weten dat ambtenaren hun werk goed moeten doen zonder daarvoor extra's of cadeaus te mogen aannemen. - Zij weten hoe over het algemeen de gang van zaken is in situaties waarin je moet wachten. - Zij weten hoe over het algemeen de gang van zaken is bij loketten. - Zij weten dat in Nederland grote waarde wordt gehecht aan afspraken en op tijd komen. - Zij weten dat het niet (geheel) kunnen nakomen van een afspraak van tevoren gemeld moet worden. Gewoonten en gebruiken (nice-to-know) Deelnemers zijn op te hoogte van een aantal gewoonten en gebruiken. - Zij kennen de feest- en gedenkdagen en zijn op de hoogte van de daaraan verbonden gebruiken. - Zij kennen gewoonten verbonden aan familiegebeurtenissen.
38
MO ja/nee:
Onderdeel van MO, zie blz. 28/29. Gewoonten en gebruiken zijn nice-to-know-doelen. Aansluitende onderwijseenheden:
39
Onderwijseenheid KvdW.1.18
Onderwijseenheid 18: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kinderen en Opvang Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Socialisatie 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Kinderbijslag Deelnemers zijn in staat kinderbijslag aan te vragen. - Zij weten onder welke voorwaarden zij in aanmerking komen voor kinderbijslag. - Zij weten hoe en wanneer bepaald wordt voor hoeveel kinderbijslag zij in aanmerking komen. - Zij weten hoe en waar zij kinderbijslag kunnen aanvragen. Kinderopvang Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van kinderopvang. - Zij weten hoe en waar zij jonge kinderen op kunnen geven voor peuterspeelzalen en kennen de voor- en nadelen daarvan. - Zij weten hoe en waar zij jonge kinderen op kunnen geven voor een crèche of een kinderdagverblijf en kennen de voor- en nadelen daarvan. Zij kennen ook de mogelijkheden van gastouderschap en buitenschoolse opvang. - Zij weten hoe en waar zij informatie over mogelijkheden voor kinderopvang in kunnen winnen. Ook ten aanzien van kosten en mogelijke vergoedingen door overheid en werkgever. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 17/23/24. Aansluitende onderwijseenheden:
40
Onderwijseenheid KvdW.1.19
Onderwijseenheid 19: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kleurrijk Nederland I Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Multiculturele Samenleving 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers weten in grote lijnen welke bevolkingsgroepen op dit moment in Nederland leven en wat hun achtergrond is. MO ja/nee: Onderdeel van MO (nice-to-know) zie blz. 29. Aansluitende onderwijseenheden: 2.17 Kleurrijk Nederland II
41
Onderwijseenheid KvdW.1.20
Onderwijseenheid 20: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Onderwijs voor Leerplichtigen Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Onderwijs 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Onderwijssysteem Deelnemers weten in grote lijnen hoe het onderwijssysteem in Nederland in elkaar zit. Basisonderwijs Deelnemers zijn in staat hun kinderen te laten deelnemen aan het basisonderwijs. - Zij weten dat kinderen van vijf tot en met zeventien jaar leerplichtig zijn en dat er sancties staan op het ontduiken van de leerplicht. - Zij weten dat kinderen van vier wel naar school kunnen en meestal ook wel gaan, maar dat dat niet hoeft. - Zij weten dat kinderen van vier tot en met twaalf jaar naar het basisonderwijs gaan. - Zij weten globaal wat kinderen daar leren. - Zij weten dat zij kunnen kiezen voor openbaar of bijzonder onderwijs en wat het verschil daartussen is. - Zij weten dat er op basisscholen speciale aandacht kan zijn voor allochtone leerlingen (NT2, OALT). - Zij weten dat kinderen met een handicap naar het speciaal onderwijs gaan en wat dat inhoudt. - Zij weten hoe zij hun kinderen kunnen opgeven bij een basisschool naar keuze. - Zij zijn in grote trekken op de hoogte van de opvoedingscultuur in het Nederlandse onderwijs. - Zij weten dat er in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs rapporten worden gegeven en ouderavonden worden georganiseerd. - Zij weten in grote trekken welke betrokkenheid van de ouders verwacht wordt en/of mogelijk is. - Zij weten dat er altijd een afspraak kan worden gemaakt om te praten over hoe het gaat op school. Voortgezet onderwijs Deelnemers zijn in staat hun kinderen (of eventueel zichzelf) deel te laten nemen aan het voortgezet onderwijs. - Zij weten dat kinderen van twaalf tot achttien jaar naar het voortgezet onderwijs gaan en welke soorten er zijn.
42
- Zij weten dat kinderen van 16 en 17 partieel leerplichtig zijn voor twee, respectievelijk één dag per week. - Zij weten dat er in principe vrijheid van schoolkeuze is, maar dat die in het voortgezet onderwijs en daarna wordt beperkt door de mogelijkheden van het kind (op basis van CITO-toets, mening van leerkracht en ouders). - Zij weten dat er op scholen voor voortgezet onderwijs speciale voorzieningen kunnen zijn voor allochtone leerlingen (NT2, OALT, ISK). - Zij weten hoe en waar zij hun kinderen (of zichzelf) in kunnen laten schrijven op een school voor voortgezet onderwijs. - Zij weten dat er na het voortgezet onderwijs kan worden gekozen tussen werk, beroepsonderwijs en universiteit. - Zij weten hoe en waar informatie over het voortgezet onderwijs in te winnen is. Studiekosten Deelnemers zijn in staat om tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen. - Zij weten wat de kosten zijn van basis- en voortgezet onderwijs. - Zij weten hoe en waar zij informatie kunnen inwinnen over de mogelijkheden voor een tegemoetkoming in de kosten. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 23/24/25. Aansluitende onderwijseenheden: 2.18 Onderwijs voor Volwassenen
43
Onderwijseenheid KvdW.1.21
Onderwijseenheid 21: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Wat doe je in je Vrije Tijd? Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Kunst/Vrije Tijd 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Lokale zelforganisaties Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van de diensten van lokale zelforganisaties. - Zij weten dat er zelforganisaties zijn en weten globaal wat die doen. - Zij weten hoe en waar zij deel kunnen nemen aan activiteiten van voor hen relevante zelforganisaties. Sociaal-culturele activiteiten Deelnemers zijn in staat deel te nemen aan sociaalculturele activiteiten. - Zij kennen de mogelijkheden van de openbare bibliotheek. - Zij weten hoe, waar en onder welke voorwaarden volwassenen en kinderen lid kunnen worden van de bibliotheek. - Zij weten hoe en waar volwassenen en kinderen terecht kunnen voor vrijetijdsbesteding (verenigingen, sport, culturele mogelijkheden, sociaal-cultureel werk). Vrijwilligerswerk Deelnemers zijn in staat om vrijwilligerswerk te verrichten, als zij dat willen en mogen. - Zij weten wat voor- en nadelen van vrijwilligerswerk zijn. - Zij weten hoe en waar zij kunnen informeren naar de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te verrichten. Minimabeleid Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van financiële tegemoetkomingen voor de kosten van vrijetijdsbesteding in het kader van een minimabeleid. - Zij weten dat sommige gemeenten een minimabeleid voeren dat erop gericht is mensen met een minimuminkomen financieel te ondersteunen in hun vrijetijdsbesteding. - Zij weten hoe zij daar eventueel gebruik van kunnen maken.
44
MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 25/28/29. Aansluitende onderwijseenheden: 2.19 Kunst en Cultuur I
45
Onderwijseenheid KvdW.1.22
Onderwijseenheid 22: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Post en Telefoon Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Massamedia 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Post Deelnemers zijn in staat poststukken te versturen. - Zij weten hoe en waar zij kunnen informeren naar posttarieven. - Zij weten hoe een poststuk conform de regels geadresseerd moet worden. - Zij weten hoe zij adressen en postcodes kunnen opzoeken. Telefoon Deelnemers zijn in staat een telefoon te gebruiken. - Zij weten hoe je kunt bellen in telefooncellen en hoe de telefoonkaart werkt. - Zij weten hoe zij achter een telefoonnummer kunnen komen. Deelnemers zijn in staat te zorgen voor een telefoonaansluiting. - Zij weten dat je zelf moet zorgen voor een telefoonaansluiting, waar en hoe dat aangevraagd moet worden en wat dat kost. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 20/29. Aansluitende onderwijseenheden:
46
Onderwijseenheid KvdW.1.23
Onderwijseenheid 23 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Informatie- en Communicatiemiddelen I Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Massamedia 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kunnen gebruik maken van diensten en voorzieningen op het gebied van (massa)media en informatie/communicatiemiddelen en -voorzieningen. Deelnemers: - kunnen met informatie verbonden (massa)media en middelen noemen: ⋅ kranten, tijdschriften, radio, televisie, computer; ⋅ boek, folder, brochure, telefoon, fax, film, foto's, theatrale middelen; - zijn in staat gebruik te maken van voorzieningen op het terrein van informatie en (massa)communicatie; ⋅ bibliotheek (wel/geen lid); ⋅ hoe lid worden; ⋅ soorten informatie; ⋅ zoekprocedures (bewegwijzering, catalogus, pictogrammen); ⋅ kranten/tijdschriften: los kopen of abonnement; ⋅ omroepen, lid worden, programmabladen; ⋅ zij kennen mogelijkheden van post- en telecommunicatiebedrijven; ⋅ aansluiting telefoon- en kabelnet; ⋅ Internet. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden: 2.20 Informatie- en Communicatie middelen II
47
Onderwijseenheid KvdW.1.24
Onderwijseenheid 24: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Openbaar Vervoer Kennis van de Wereld Geografie Mobiliteit 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van het openbaar vervoer. - Zij weten dat het openbaar vervoer in Nederland bestaat uit trein, bus, treintaxi, tram en metro. - Zij weten hoe en waar zij geldige vervoersbewijzen kunnen kopen. - Zij weten hoe zij met verschillende geldige vervoersbewijzen om moeten gaan. - Zij weten hoe zij gebruik kunnen maken van diverse kortingsmogelijkheden en waar daarover informatie kan worden ingewonnen. - Zij weten dat er vaste dienstregelingen voor openbaar vervoer bestaan die bij de halte/op het station te zien zijn maar ook op een andere wijze (boekje; diskette) opgezocht kunnen worden. - Zij weten hoe en waar dienstregelingen te verkrijgen zijn. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 26. Aansluitende onderwijseenheden:
48
Onderwijseenheid KvdW.1.25
Onderwijseenheid 25: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Deelnemen aan het Verkeer Kennis van de Wereld Geografie Mobiliteit 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Verkeersregels Deelnemers zijn in staat om zonder onnodig risico te lopen, deel te nemen aan het verkeer. - Zij weten wat de belangrijkste Nederlandse verkeersregels zijn en waar zij nadere informatie kunnen inwinnen. Ze kennen het bijbehorende systeem van sancties (boetes, ontzegging rijbevoegdheid, strafvervolging). Gebruik (gemotoriseerd) vervoermiddel Deelnemers zijn in staat om op verantwoorde wijze gebruik te maken van een (gemotoriseerd) vervoermiddel. - Zij weten dat je voor gebruik van auto en motor in Nederland een geldig rijbewijs, kentekenbewijs en WAverzekering nodig hebt en hoe je daaraan kunt komen. - Zij weten dat in de meeste gevallen motorrijtuigenbelasting betaald moet worden en waar hierover informatie in te winnen is. - Zij weten dat het verstandig kan zijn voor een auto ook een inzittendenverzekering en een casco- of allriskverzekering af te sluiten en waar daarover informatie kan worden ingewonnen. - Zij weten aan welke verplichtingen en eisen zij moeten voldoen om gebruik te mogen maken van fiets, snorfiets, bromfiets en scooter. Veiligheidseisen Deelnemers zijn in staat om hun vervoermiddel te laten voldoen aan de technische veiligheidseisen. - Zij weten hoe en waar zij motor en auto APK kunnen laten keuren. - Zij weten welke technische eisen worden gesteld aan fietsen, snor-, bromfietsen en scooter. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 26/27. Aansluitende onderwijseenheden:
49
Onderwijseenheid KvdW.1.26
Onderwijseenheid 26: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Plattegronden Kennis van de Wereld Geografie Topografie 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kunnen eenvoudige plattegronden lezen. Deelnemers: - kunnen uitleggen dat een plattegrond een (schematische) weergave is vanuit een bovenaanzicht; - herkennen voorwerpen die vanuit een bovenaanzicht zijn getekend of gefotografeerd; - herkennen de voorwerpen op een plattegrond van de kamers van een huis; - herkennen deze voorwerpen bij schematische weergave in een plattegrond; - kunnen met behulp van een eenvoudige legenda indelingen benoemen van de ruimtes in een huis; - kunnen een plattegrond tekenen van het lokaal, de kamers thuis enz.; - herkennen op een eenvoudige plattegrond de straten, water, parken, spoorwegen, station; - herkennen op een plattegrond van de eigen buurt herkenningspunten als een park, water, spoorlijn, grote straten, pleinen enz.; - herkennen op een plattegrond van de eigen regio herkenningspunten als de eigen stad of het eigen dorp, in de buurt liggende grote plaatsen, water, spoorwegen, bos of park. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden: 1.26 Plattegronden
50
Onderwijseenheid KvdW.1.27
Onderwijseenheid 27: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
De Eigen Woonplaats Kennis van de Wereld Geografie Omgeving/Aardrijkskundige Vraagstukken 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: De eigen woonplaats Deelnemers kennen in grote lijnen een aantal aspecten van hun eigen woonplaats en/of streek. - Zij weten in welke wijken hun woonplaats is opgedeeld. - Zij weten een aantal bezienswaardigheden in hun woonplaats en/of waarom de woonplaats in het bijzonder bekend staat. - Zij kennen een aantal bijzonderheden uit de geschiedenis van hun woonplaats en/of streek. MO ja/nee: Onderdeel van MO (nice-to-know), zie blz. 30 Aansluitende onderwijseenheden:
51
Onderwijseenheid KvdW.1.28
Onderwijseenheid 28 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Vakantie Kennis van de Wereld Geografie Recreatie 1
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kennen vormen van vastgelegde vrije tijd en nader te bepalen vrije tijd en kennen een voor hen passende wijze om deze te plannen. Deelnemers: - kunnen vormen van vrije tijd noemen; ⋅ bouwvak/schoolvakantie; ⋅ feestdagen; ⋅ vakantiedagen, snipperdagen, ATV; - kunnen aangeven dat leerplichtige kinderen niet van school mogen verzuimen in verband met vakantie; - kunnen aangeven dat sommige scholen van deze regeling afwijken. Deelnemers kunnen, indien voor hen van toepassing, aangeven onder welke voorwaarden dat gebeurt; - kunnen met betrekking tot vakantie te treffen maatregelen noemen en kennen procedures die daarbij gelden en instanties die daarvoor benaderd moeten worden; ⋅ aanvraag paspoort, visum, inenting, verzekering, boeking/annulering, ziekmelding tijdens vakantie, vreemd geld wisselen; ⋅ aanvraagtijden, vaccinatieperiode, benodigde papieren; ⋅ ambassade, consulaat, GG en GD, bedrijf, reisbureau, verzekeringsmaatschappij, sociale dienst. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
52
Onderwijseenheid KvdW.2.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Belangenorganisaties Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Politieke Besluitvorming 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers zijn in staat gebruik te maken van de diensten van belangenorganisaties. - Zij weten dat er in Nederland voor vrijwel elke maatschappelijke groepering belangenorganisaties bestaan en wat die over het algemeen doen (bijvoorbeeld vakbond, consumentenbond en lokale zelforganisaties). - Zij weten dat je over het algemeen lid moet zijn van een belangenorganisatie om van haar diensten gebruik te kunnen maken en dat daaraan kosten zijn verbonden. MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 16. Aansluitende onderwijseenheden:
53
Onderwijseenheid KvdW.2.2
Onderwijseenheid 2 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Burgerrechten en Plichten Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Grondrechten 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers weten dat bij een democratie (grond)rechten en plichten horen en zij kunnen voorbeelden daarvan noemen in Nederland. Deelnemers: - kunnen een aantal grondrechten noemen zoals: vrijheid van godsdienst of levensovertuiging, persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, het recht om vergaderingen te houden, gelijke behandeling; actief en passief kiesrecht, vrije keuze van arbeid, financiële bijstand bij werkeloosheid; - kunnen een aantal plichten noemen zoals: leerplicht, belasting betalen, zich aan de wetten houden, de plicht om voor de rechter als getuige op te treden, identificatieplicht. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden: 3.4 Plaatsen actuele spanningen en conflicten in de wereld
54
Onderwijseenheid KvdW.2.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
De Tweede Wereldoorlog I Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Geschiedenis 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kunnen enige informatie geven over de Tweede Wereldoorlog en de vervolging van Joden en andere groepen beschrijven. Deelnemers: - kunnen aangeven wanneer de WOII (in Nederland en elders) plaatsvond; - kunnen aangeven dat Nazi-Duitsland de agressor was; - kunnen Hitler noemen als leider van Duitsland; - kunnen groepen noemen die vervolgd werden: Joden, Zigeuners, Communisten, homoseksuelen, gehandicapten; - kunnen als belangrijkste vernietigingsmethode noemen: deportatie naar concentratiekampen en vermoorden in gaskamers; - kunnen verschillende reacties van de Nederlanders noemen op de Duitse bezetting: verzet, samenwerking met de bezetters en 'neutraal' blijven; - kunnen vormen van verzet noemen: onderduiken, helpen van onderduikers, Februaristaking, sabotage, vervalsen van voedselbonnen en identiteitspapieren, illegale kranten en radio; - kunnen het verhaal van Anne Frank in hoofdlijnen vertellen; - kunnen de herdenkingsdagen 4 mei en 5 mei noemen als Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. - kunnen aangeven op welke manieren 4 en 5 mei (in hun woonplaats) herdacht, respectievelijk gevierd worden. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
55
Onderwijseenheid KvdW.2.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Historische Ontwikkelingen en Sociale Verhoudingen Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Geschiedenis 2
Begintermen/beginniveau: Deelnemers zijn in staat te reflecteren over historische gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen. Eindtermen: Deelnemers kunnen ordening aanbrengen in bepaalde historische gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen.* Deelnemers: - kunnen een ordening aangeven van historische perioden zoals: prehistorie, oudheid, Middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd; - kunnen een ordening aangeven in maatschappijtypen zoals pré-agrarisch, agrarisch, agrarisch-stedelijk, industrieel; - kunnen verschijnselen uit verschillende perioden en samenlevingen met elkaar vergelijken. * Overgenomen uit de kerndoelen basisvorming voor het vak Geschiedenis. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
56
Onderwijseenheid KvdW.2.5
Onderwijseenheid 5: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Leefvormen II Kennis van de Wereld Recht Burgerlijk Recht 2
Begintermen/beginniveau: 1.5 Leefvormen I Eindtermen: Deelnemers kennen verschillende leefvormen, daarmee verbonden rechten, plichten en tijd- en cultuurgebonden visies en overtuigingen. Deelnemers: - kunnen aangeven op welke manieren samenlevingsvormen geregistreerd kunnen worden: ⋅ het huwelijk; ⋅ partnerregistratie; ⋅ samenlevingsovereenkomst; - kunnen de belangrijkste rechten en plichten noemen die aan de eigen leefvorm verbonden zijn; - kunnen diensten noemen die uitvaartmaatschappijen leveren en kunnen hiervan gebruik maken; - kunnen diensten noemen die advocaten leveren op het gebied van leefvormen, en kunnen hiervan gebruik maken; - kunnen diensten noemen die notarissen leveren op het gebied van leefvormen en kunnen hiervan gebruik maken. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
57
Onderwijseenheid KvdW.2.6
Onderwijseenheid 6 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Belangen van Werknemers Kennis van de Wereld Sociaal-economie Arbeid 2
Begintermen/beginniveau: 1.6 Werknemer zijn/worden 1.7 Sociale Zekerheid Eindtermen: Deelnemers kennen instanties en personen die werknemersbelangen behartigen, kennen wegen en mogelijkheden om eigen of collectieve belangen te behartigen en kennen situaties waarin het wenselijk of raadzaam is deze instanties of personen in te schakelen. Deelnemers: - kunnen personen en instanties noemen die werknemersbelangen behartigen en zijn in staat van deze personen en instanties gebruik te maken, zoals: ⋅ vakbonden; ⋅ personeelsfunctionaris; ⋅ advocaat; ⋅ bureau voor rechtshulp; ⋅ arbeidsinspectie; - kunnen aangeven in welke situaties ze van bovengenoemde instanties en personen gebruik kunnen maken, onder andere bij: vragen over rechtspositie, conflicten, gedwongen ontslag, onvrijwillige overplaatsing; - kunnen rechten en plichten van de werkgever en de werknemer noemen; - kunnen aangeven onder welke voorwaarden iemand ontslagen kan worden; - kunnen aangeven welke consequenties ontslag kan hebben; - kunnen uitleggen wat een (collectieve) arbeidsovereenkomst is; - kunnen uitleggen wat een OR of een MR is; - kunnen uitleggen wat werkgevers- en werknemersorganisaties zijn; - kunnen in voorbeelden werkgevers- en werknemersbelangen herkennen; - kunnen in voorbeelden aangeven wat wordt verstaan onder sociale zekerheid en sociale voorzieningen. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
58
Onderwijseenheid KvdW.2.7
Onderwijseenheid 7: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Informatiekunde Kennis van de Wereld Sociaal-economie Technologie 2
Begintermen/beginniveau: 1.8 De computer in het dagelijks leven Eindtermen: Deelnemers kennen de rol van informatica in de samenleving en in het dagelijks leven, zodanig dat zij om kunnen gaan met en gebruik kunnen maken van diensten op dit terrein. Deelnemers: - weten dat informatietechnologie toegepast wordt op grote maatschappelijke gebieden en kunnen hiervan voorbeelden noemen (administratieve automatisering, industriële automatisering, gezondheidszorg, verkeer en vervoer, telecommunicatie, enz.); - kunnen een aantal 'basisprincipes' noemen van informatietechnologie, zoals: gegevens verzamelen, gegevens verwerken, gegevens ordenen, gegevens oproepen; - kunnen een aantal gevolgen noemen van automatisering zoals: koppeling van bestanden, verkopen van adresbestanden, gerichte reclame in de brievenbus naar aanleiding van elektronische klantenkaart. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden:
59
Onderwijseenheid KvdW.2.8
Onderwijseenheid 8: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Winkelen II Kennis van de Wereld Sociaal-economie De Consument 2
Begintermen/beginniveau: 1.10 Winkelen I Eindtermen: Deelnemers kennen met koop/verkoop en reparatie verbonden rechten en plichten als consument, en kennen stappen die gezet kunnen worden om als consument je recht te halen. Deelnemers: - kunnen 'documenten' noemen waarin rechten en plichten van de consument vastgelegd zijn en kunnen voorbeelden noemen van consumentenorganisaties die je in kan schakelen om als consument je recht te halen; ⋅ contracten, garantiebewijs, leveringsvoorwaarden; ⋅ inschakelen consumentenbond of andere klachteninstanties; - zijn in staat advies in te winnen op het gebied van huishouden en consumptie; ⋅ NIBBUD, Stichting Consument en; ⋅ Veiligheid, consumentenorganisaties, energiebedrijven; ⋅ reclamefolders; ⋅ etiketinformatie. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
60
Onderwijseenheid KvdW.2.9
Onderwijseenheid 9: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Huisvesting II Kennis van de Wereld Sociaal-economie Wonen 2
Begintermen/beginniveau: 1.12 Huisvesting I Eindtermen: Deelnemers kennen een aantal regelingen verbonden met huren of kopen van een woning. Deelnemers: - kunnen het verschil uitleggen tussen huren in de 'vrije sector' en huren in de 'sociale sector'; - kunnen voor- en nadelen noemen van diverse soorten woningen in relatie tot eigen mogelijkheden, wensen en voorkeuren, zowel materieel als immaterieel (bijvoorbeeld huur - koop, stad - platteland, eengezinswoning - etagewoning); - kunnen uitleggen wat onder huurbescherming verstaan wordt; - kunnen uitleggen wat onder 'kale huur' verstaan wordt; - weten dat er bij het huren van een huis eenmalige kosten bij kunnen komen zoals waarborgsom en overnamekosten; - weten dat er in sommige gevallen 'servicekosten' betaald moeten worden; - weten bij welke instanties/bedrijven men terecht kan met klachten rond het huren van een woning (bijvoorbeeld woningbouwvereniging, huurdersbelangenvereniging, bouw- en woningtoezicht). MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
61
Onderwijseenheid KvdW.2.10
Onderwijseenheid 10: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verzekeringen II Kennis van de Wereld Sociaal-economie Wonen 2
Begintermen/beginniveau: 1.13 Verzekeringen I Eindtermen: Deelnemers kunnen het begrip 'particuliere verzekeringen' omschrijven en kunnen een beargumenteerde keuze maken uit de diverse verzekeringen die van belang zijn voor de eigen leefsituatie. Deelnemers: - kunnen de volgende termen uitleggen: ⋅ particuliere verzekering; ⋅ premie; ⋅ verzekeringspolis; ⋅ eigen risico; ⋅ no-claim; ⋅ over- en onderverzekeren; - kunnen rechten en plichten noemen van de verzekeringnemer en de verzekeraar; - kunnen uit de volgende verzekeringen een beargumenteerde keuze maken: ⋅ inboedelverzekering; ⋅ aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren; ⋅ kostbaarhedenverzekering. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
62
Onderwijseenheid KvdW.2.11
Onderwijseenheid 11: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Gezondheidszorg II Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Gezondheid 2
Begintermen/beginniveau: 1.14 Gezondheidszorg I Eindtermen: Deelnemers kennen hulpverleners en instanties op het gebied van tweedelijnszorg in de lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg en kunnen van deze hulpverleners en instanties gebruik maken. RIAGG Deelnemers: - zijn in staat gebruik te maken van de diensten van een RIAGG; - weten onder welke voorwaarden je naar een RIAGG kan gaan; - kunnen globaal uitleggen wanneer men hulpverleners van een RIAGG in kan schakelen en wat voor hulp men kan verwachten. Fysiotherapie Deelnemers: - zijn in staat gebruik te maken van de diensten van een fysiotherapeut. Rutgerstichting Deelnemers: - zijn in staat gebruik te maken van de diensten van een Rutgerstichting; - weten dat je bij de Rutgerstichting terecht kunt met vragen/problemen op het gebied van seksualiteit en voorbehoedmiddelen. Logopedie Deelnemers: - zijn in staat gebruik te maken van de diensten van een logopedist; - weten dat je met problemen op het gebied van (uit)spraak en ademhaling terecht kan bij logopedie. Alternatieve geneeskunde Deelnemers:
63
- kunnen voorbeelden noemen van alternatieve behandelingsmethoden (bijvoorbeeld homeopathie, acupunctuur) en kennen globaal de principes hiervan; - kunnen in voorkomende gevallen uitzoeken of hun eigen ziekenfonds of ziektekostenverzekering alternatieve behandelingsmethoden vergoedt, welke methoden dat zijn en onder welke voorwaarden. MO ja/nee: Nee. Aansluitende onderwijseenheden: 2.12 Voorkomen is beter dan genezen
64
Onderwijseenheid KvdW.2.12
Onderwijseenheid 12: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Voorkomen is beter dan genezen Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Gezondheid 2
Begintermen/beginniveau: 2.11 Gezondheidszorg II Eindtermen: Deelnemers kennen gedragsfactoren, psychische factoren erfelijkheidsfactoren, en andere factoren die een rol spelen bij bepaalde ziektes en/of bepaalde lichamelijke en psychische problemen, en kennen maatregelen om deze ziektes en problemen te voorkomen en/of te genezen. Psychosomatische klachten/levensstijl Deelnemers: - kunnen de behoeften en het belang van een evenwichtige tijdsbesteding aan zorg, arbeid, rust en ontspanning aangeven en mogelijke gevolgen van een niet-evenwichtige tijdsbesteding uitleggen;* - kunnen aangeven dat bepaalde klachten (zoals hoofdpijn, buikpijn) het gevolg kunnen zijn van spanning en stress; - kunnen maatregelen en voorbeelden van eigen gedrag noemen om spanning en daarbij horende klachten tegen te gaan (bijvoorbeeld zorgen voor voldoende rust/ontspanning, sporten); - kunnen voorbeelden noemen van bepaalde eet- en leefgewoonten die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van bepaalde ziektes/klachten (bijvoorbeeld roken - longkanker; snoepen - cariës; vet eten en weinig bewegen - hart- en vaatziekten, overgewicht); - kunnen maatregelen noemen om bovengenoemde ziektes te voorkomen (bijvoorbeeld matig gebruik genotmiddelen, dieet, sport). Erfelijkheid Deelnemers: - kunnen aangeven dat bepaalde eigenschappen en aandoeningen erfelijk kunnen zijn; - kunnen aangeven dat erfelijkheid overgedragen wordt via eicel of spermacel; - kunnen voorbeelden noemen van mogelijk erfelijke eigenschappen of aandoeningen zoals kleur van de ogen, suikerziekte, astma.
65
Zwangerschap en seksualiteit Deelnemers: - kennen verschillende manieren om zwangerschap te voorkomen en kunnen voor- en nadelen daarvan benoemen; - kunnen risico's noemen van seksueel contact (geslachtsziekten, AIDS) en kunnen manieren noemen om besmetting te voorkomen (veilig vrijen). Huismiddeltjes Deelnemers: - kunnen voorbeelden noemen van het gebruik van 'huismiddeltjes' bij bepaalde ziektes (bijvoorbeeld stomen bij griep, gorgelen met zout water bij keelpijn, warme kruik bij buikpijn). Allergie Deelnemers: - weten op welke manieren (voedsel)allergie zich kan manifesteren (huidafwijkingen, astma, extreem druk gedrag) en weten wat ze hier zelf mogelijk tegen kunnen doen (bepaalde kleurstoffen en/of voedingsmiddelen vermijden, tegengaan van huismijt). Röntgenapparatuur Deelnemers: - weten dat bij röntgenapparatuur radioactieve straling vrijkomt; - kunnen voorbeelden noemen van gebruik van deze apparatuur (ziekenhuis, tandarts); - kunnen beschermende maatregelen noemen ten aanzien van gebruik röntgenapparatuur (beperkt gebruik, loden schort). MO ja/nee: Nee * Overgenomen uit kerndoelen basisvorming voor het vak Verzorging. Aansluitende onderwijseenheden: 3.8 Bouw en functie menselijk lichaam/gezondheid
66
Onderwijseenheid KvdW.2.13
Onderwijseenheid 13: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Huishouding en Milieu II Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Milieu 2
Begintermen/beginniveau: 1.16 Huishouding en Milieu I Eindtermen: Deelnemers weten dat er in en om het huis stoffen en materialen gebruikt worden die voorzichtig behandeld moeten worden in verband met veiligheid en milieu en zij kennen manieren waarop zij in de eigen huishouding gevaren, verspilling en verontreiniging tegen kunnen gaan. Deelnemers: - kunnen door middel van voorbeelden de noodzaak aangeven van milieubewust handelen (afhankelijkheid van de mens van natuur en milieu voor: water, voedsel en lucht, energie en als plaats van recreatie); - kunnen voorbeelden noemen van middelen in en om het huis die gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid en het milieu (bijvoorbeeld bepaalde schoonmaakmiddelen en cosmetica, verdelgingsmiddelen voor insecten en onkruid), zij kennen symbolen die hiernaar verwijzen; - kunnen voorbeelden noemen van zuiniger gebruik van water en energie; - kunnen voorbeelden noemen van geluidshinder en een verband leggen met mogelijke gezondheidsschade; - kunnen voorbeelden noemen van milieuvriendelijke producten in en om het huis; - kunnen warmte-isolerende maatregelen noemen zoals gordijnen, dubbel glas, folie achter de radiator; - kunnen aangeven welk afval gescheiden moet/kan worden ingezameld zoals glas, papier, GFT, klein chemisch afval; - kunnen op het gebied van verkeer en vervoer voorbeelden noemen van milieuvriendelijk gedrag; - weten dat men in elke gemeente milieubelasting moet betalen, hoeveel dat ongeveer is en wat er met dat geld gebeurt. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.9 Onderzoek natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, krachten/theoriën en modellen 3.10 Zorgen voor jezelf, anderen en omgeving/veiligheid
67
Onderwijseenheid KvdW.2.14
Onderwijseenheid 14 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verbranden, Verwarmen, Elektriciteit I Kennis van de Wereld Gezondheid en Milieu Milieu 2
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: Deelnemers kennen risico's bij verbranden, verwarmen en elektriciteitsgebruik in en om het huis en kennen maatregelen om gevaarlijke situaties te voorkomen c.q. in voorkomende situaties te handelen. Verwarmen Deelnemers: - kunnen aangeven waarom er voldoende ventilatie nodig is bij brandende kachels; - kennen het begrip 'koolstofmonoxidevergiftiging' en kunnen globaal uitleggen hoe het ontstaat, wat de verschijnselen zijn en hoe het te voorkomen is; - kunnen voorbeelden noemen van isolerende maatregelen in huis. Verbranden Deelnemers: - weten dat een aardgasluchtmengsel explosief kan zijn; - kunnen aangeven op welke manier brandjes in en om het huis zijn te blussen; - weten hoe te handelen bij 'vlam in de pan'; - kunnen veiligheidsmaatregelen noemen bij het gebruik van de barbecue. Elektriciteit Deelnemers: - kunnen verwoorden dat elektrische energie wordt opgewekt in elektriciteitscentrales en vervolgens wordt gedistribueerd naar industrie en huishouden;* - kunnen voor- en nadelen noemen van het gebruik van verschillende energiebronnen; - kunnen oorzaken noemen van kortsluiting en weten hoe te handelen in voorkomende situaties; - kunnen aangeven wanneer gevaar bestaat voor een elektrische 'schok' (onder andere bij een kapot apparaat dat onder stroom staat, bij reparatie van elektrische apparaten, snoeren of stekkers zonder dat de stroom
68
uitgezet wordt, als kinderen breinaalden en dergelijke in stopcontacten steken); - kunnen veiligheidsmaatregelen noemen om ongelukken met elektriciteit te voorkomen (bijvoorbeeld veilige elektrische installatie aangelegd door een erkend installateur, veilige apparaten, snoeren en stekkers herkenbaar aan het KEMA-keurmerk, afdekplaatjes op stopcontacten, kapotte elektriciteitssnoeren vervangen, stroom uitschakelen bij reparatie aan verlichting of elektrische apparaten); - kunnen een keus maken tussen gelijksoortige apparaten op grond van argumenten ten aanzien van energiegebruik en veiligheid.* * Overgenomen uit kerndoelen basisvorming voor de vakken Natuur- en Scheikunde. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
69
Onderwijseenheid KvdW.2.15
Onderwijseenheid 15 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Opvoeding Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Socialisaties 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kennen fasen in de levensloop/levenscyclus van de mens en kunnen aangeven welke lichamelijke en psychische veranderingen zich daarbij voor kunnen doen en welke problemen die veranderingen met zich mee kunnen brengen. Deelnemers kennen activiteiten en situaties die bij kunnen dragen tot de ontwikkeling van kinderen en kennen de met ouderschap verbonden rechten en plichten en voorzieningen, en kunnen van deze voorzieningen gebruik maken. Deelnemers: - kunnen fasen noemen in de levensloop/levenscyclus van de mens (baby, peuter, kleuter, puberteit, volwassen worden, ouder worden); - kunnen aangeven welke lichamelijke en psychische veranderingen zich voordoen in deze verschillende fasen (motorische, emotionele, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling); - kunnen voorbeelden geven van problemen die zich voor kunnen doen in deze fasen (bijvoorbeeld groeistagnatie, leerproblemen, gedragsproblemen, overgang, dementie); - kunnen voorbeelden geven van opvoedingsactiviteiten waarmee zij de ontwikkeling van kinderen (gedeeltelijk) kunnen 'sturen' en die kunnen bijdragen tot de emotionele, sociale, cognitieve, fysieke en motorische ontwikkeling van kinderen (zoals zorg en aandacht geven, spel, voorlezen, voorlichting geven); - kunnen rechten en plichten noemen ten aanzien van opvoeding (zoals recht op kinderbijslag, ouderschapsverlof, verzorgingsplicht) en zij kunnen van deze rechten gebruik maken. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
70
Onderwijseenheid KvdW.2.16
Onderwijseenheid 16 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Relaties en Rollen I Kennis van de Wereld Cultuur Socialisatie 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Deelnemers kennen sociale verbanden, waar zij als individu deel van uit kunnen maken en kennen rechten en plichten, verbonden met deze sociale verbanden. Deelnemers: - kunnen sociale verbanden (verschillende vormen van relaties) noemen, waar zij als individu deel van uitmaken, bijvoorbeeld gezin, liefdesrelatie, vriendschap, werk, sportclub, religieuze organisatie; - kunnen het belang van het aangaan en onderhouden van relaties verwoorden;* - kunnen de veranderende betekenis van relaties in verschillende levensfasen erkennen en verwoorden;* - kunnen verschillen aangeven tussen deze relaties, bijvoorbeeld persoonlijke en zakelijke relaties, formele en informele relaties; maar ook verschillen in macht(sverhouding), verschillen op grond van belangen, verschillen op grond van gedragscodes/groepsnormen, interculturele verschillen; - kennen rechten en plichten verbonden met bepaalde sociale verbanden zoals erfrecht, individuele keuzevrijheid, vrijheid van meningsuiting, recht op 'eigen' organisatievorming, onderhoudsverplichting, contributieverplichting. * Inhouden overgenomen of ontleend aan de kerndoelen basisvorming voor het vak Verzorging. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.17 Cultuur en levensbeschouwing in Nederland
71
Onderwijseenheid KvdW.2.17
Onderwijseenheid 17: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kleurrijk Nederland II Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Multiculturele Samenleving 2
Begintermen/beginniveau: 1.19 Kleurrijk Nederland I Eindtermen: Deelnemers weten wat de term ‘multiculturele samenleving’ inhoudt en zij weten wat bedoeld wordt met 'tweede generatie' en 'remigratie'. Deelnemers: - kunnen de grootste groepen allochtonen noemen binnen de Nederlandse samenleving; - kunnen globaal de omvang van deze groepen aangeven; - kunnen migratiemotieven noemen; - kunnen globaal uitleggen in welke situaties vreemdelingen in Nederland worden toegelaten; - kunnen, indien van toepassing, voorbeelden noemen van maatregelen die de overheid neemt om de achterstandspositie van minderheden op te heffen; - kunnen uitleggen wat er bedoeld wordt met de term 'tweede generatie'; - kunnen uitleggen wat er bedoeld wordt met de term 'remigratie' en kunnen motieven noemen voor remigratie; - kunnen problemen noemen bij remigratie. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.17 Cultuur en levensbeschouwing in Nederland
72
Onderwijseenheid KvdW.2.18
Onderwijseenheid 18 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Onderwijs voor Volwassenen Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Onderwijs 2
Begintermen/beginniveau: 1.20 Onderwijs voor Leerplichtigen Eindtermen: Onderwijs voor meerderjarigen Deelnemers zijn in staat deel te nemen aan het onderwijs voor meerderjarigen. - Zij weten globaal welke vormen van volwasseneneducatie er zijn. - Allochtonen weten dat er soms aan hun verblijfsstatus beperkingen zijn verbonden over deelname aan onderwijs en waar zij daarover inlichtingen kunnen inwinnen. - Zij weten wat de kosten zijn van volwassenenonderwijs. - Zij weten dat er voor sommige kosten tegemoetkoming of financiering mogelijk is. - Zij weten dat er in het volwassenenonderwijs mogelijkheden zijn keuze- en loopbaanbegeleiding te krijgen. Buitenlandse diploma's Deelnemers zijn in staat om in eigen land behaalde diploma's voor geldigheid in Nederland te laten waarderen. - Zij weten dat in het buitenland behaalde diploma's in Nederland soms anders gewaardeerd worden dan in het eigen land. - Zij weten hoe en waar zij hun buitenlandse diploma's kunnen laten waarderen en waar zij daarvoor terecht kunnen. - Zij weten hoe en waar zij verdere informatie over het onderwerp kunnen verkrijgen. Studiekosten Deelnemers zijn in staat om tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen. - Zij weten wat de kosten zijn van onderwijs voor volwassenen. - Zij weten hoe en zij informatie kunnen inwinnen over de mogelijkheden voor een tegemoetkoming in de kosten of studiefinanciering.
73
MO ja/nee: Onderdeel van MO, zie blz. 24/25. Aansluitende onderwijseenheden:
74
Onderwijseenheid KvdW.2.19
Onderwijseenheid 19: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kunst en Cultuur Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Vrije tijd 2
Begintermen/beginniveau: 1.21 Wat doe je in je Vrije Tijd? Eindtermen: Deelnemers maken kennis met verschillende vormen van kunstuitingen, zij weten dat elke periode in de geschiedenis kenmerkende kunstuitingen heeft, zij weten dat elke cultuur kenmerkende kunstuitingen heeft.* Deelnemers: - herkennen in voorbeelden verschillende kunstvormen zoals beeldende kunst, schilderkunst, audiovisuele vormgeving, muziek, literatuur, poëzie, drama, dans; - herkennen materialen van kunstvoorwerpen zoals textiel, hout, brons, steen, verf, houtskool; - kunnen aangeven waar in hun omgeving zij verschillende kunstvormen kunnen bekijken of beoefenen; - kunnen aan de hand van voorbeelden uitleggen dat kunst er in verschillende culturen anders uitziet, bijvoorbeeld patronen in Zuid-Amerikaanse stoffen zien er anders uit dan patronen in Chinese stoffen; Turkse klassieke muziek klinkt anders dan West-Europese klassieke muziek; - kunnen symboolgebruik in alledaagse beelden herkennen; - kunnen waarden en normen in alledaagse beelden herkennen; - kunnen aan de hand van voorbeelden uitleggen dat kunst er in verschillende historische tijdvakken anders uitziet (bijvoorbeeld schilderijen uit de Middeleeuwen zien er anders uit dan moderne schilderijen). Zij kunnen aangeven dat kunst een weerspiegeling is van het tijdvak waarin het tot stand is gekomen. * Overgenomen uit of ontleend aan de oude kerndoelen basisvorming voor de Kunstvakken. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.20 Inzicht in en warderen van diverse kunstvormen 3.21 Verslag deelname kunstzinnige activiteiten
75
Onderwijseenheid KvdW.2.20
Onderwijseenheid 20: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Informatie- en Communicatiemiddelen II Kennis van de Wereld Kunst en Cultuur Massamedia 2
Begintermen/beginniveau: 1.23 Informatie- en Communicatiemiddelen I Eindtermen: Deelnemers kennen functies van informatie en kennen wijzen waarop informatie wordt overgedragen. Kranten en tijdschriften Deelnemers: - kunnen verschillende categorieën tijdschriften noemen (opiniebladen, familiebladen, roddelbladen, jeugdbladen, hobbybladen, huis-aan-huisbladen) en herkennen; - kunnen voorbeelden geven van kwaliteits- en populaire dagbladen; - kunnen rubrieken in de geschreven pers herkennen zoals inhoudsopgave, binnenlands nieuws, buitenlands nieuws, ingezonden brieven, sport, redactioneel, weerbericht, puzzels, personeelsadvertenties, miniadvertenties, rouwadvertenties, contactadvertenties. Radio en tv Deelnemers: - kennen vormen van omroeppers zoals lokale, regionale en landelijke radio en tv, migrantenradio en -tv; - kunnen programmarubrieken noemen zoals nieuws- en actualiteitenrubriek, show en spel, soap, educatieve programma's; - kunnen verschillende zenders noemen; - kunnen verschillende omroepen noemen. Informatieoverdracht Deelnemers: - kunnen uitleggen wat verstaan wordt onder verbale en non-verbale communicatie en kunnen hiervan voorbeelden geven; - kunnen het doel aangeven van een gegeven tekst, beeld, radio of TV-programma: educatie, amusement, reclame, meningsvorming, voorlichting. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
76
Onderwijseenheid KvdW.2.21
Onderwijseenheid 21 Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Topografie: Herkennen en Benoemen Kennis van de Wereld Geografie Topografie 2
Begintermen/beginniveau: Deelnemers kunnen eenvoudige plattegronden lezen. Eindtermen: Deelnemers kennen globaal de kaart van Nederland, Europa en de wereld. Deelnemers: - herkennen de eigen regio op de kaart van Nederland; - kunnen op een kaart van de eigen regio de belangrijkste structuurelementen noemen: reliëf, water, wegen, spoorlijnen, eilanden; - kunnen op de kaart van Nederland de provincies herkennen en benoemen; - kunnen op de kaart van Nederland de belangrijkste steden benoemen; - kunnen op de kaart van Nederland de belangrijkste rivieren benoemen; - kunnen op de kaart van Nederland de Randstad aanwijzen; - kunnen aangeven dat Den Haag regeringsstad en Amsterdam hoofdstad van Nederland is; - kunnen op een kaart van Nederland de belangrijkste wateren benoemen; - kunnen op de kaart van Europa een aantal landen met hun hoofdsteden benoemen; - kunnen op de kaart van Europa belangrijke gebergten en rivieren benoemen; - kunnen hun land van herkomst aanwijzen op de wereldkaart; - kunnen aangeven in welk werelddeel dit land zich bevindt; - kunnen op de wereldkaart de werelddelen benoemen, van elk werelddeel een aantal landen met hun hoofdsteden, belangrijke gebergten, zeeën, oceanen en rivieren. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.23 Eigentijds geografisch beeld gebruiken 2.23 Inwoner van Europa 2.24 De Mens als Wereldburger I
77
Onderwijseenheid KvdW.2.22
Onderwijseenheid 22: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Nederland Leren Kennen Kennis van de Wereld Geografie Omgeving/aardrijkskundige vraagstukken 2
Begintermen/beginniveau: Geen Eindtermen: Nederland Leren Kennen Deelnemers kennen in grote lijnen een aantal aspecten van het land en de bevolking. - Zij zijn op de hoogte van een aantal grote lijnen van de Nederlandse geografie. - Zij zijn op de hoogte van een aantal grote lijnen van de Nederlandse geschiedenis. - Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste middelen van bestaan. - Zij zijn in grote lijnen op de hoogte van de betekenis van christelijke feestdagen en de rol van het geloof in Nederland. - Zij weten in grote lijnen welke plaats de Nederlandse taal in de wereld inneemt. - Zij kennen een aantal bekende Nederlanders (kunstenaars, sportlieden, wetenschappers) en weten iets over hun werk. - Zij weten waar ze nadere informatie over Nederland kunnen verkrijgen. MO ja/nee: Onderdeel van MO (nice-to-know), zie blz. 29. Aansluitende onderwijseenheden:
78
Onderwijseenheid KvdW.2.23
Onderwijseenheid 23: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Inwoner van Europa Kennis van de Wereld Geografie Internationale Ontwikkelingen 2
Begintermen/beginniveau: 2.21 Topografie: Herkennen en Benoemen. Eindtermen: Deelnemers kunnen in Europa belangrijke deelgebieden onderscheiden. Zij kunnen voorbeelden van samenwerking noemen tussen landen van de Europese Unie.* Deelnemers: - herkennen en lokaliseren verschillende deelgebieden in Europa (West-, Midden-, Noord-, Zuid- en OostEuropa); - kunnen voorbeelden van politiek-geografische veranderingen in Europa herkennen en noemen; - kunnen de EU noemen als samenwerkingsverband tussen Europese landen; - kunnen een aantal landen noemen en lokaliseren die lid zijn van de EU; - kunnen voorbeelden noemen van samenwerking tussen de lidstaten, gebruikmakend van de volgende aspecten: economische belangen, nationale identiteit, de bereidheid nationale bevoegdheden over te dragen aan de Europese bestuurlijke organen. * Overgenomen uit of ontleend aan kerndoelen basisvorming voor de vakken Aardrijkskunde en Geschiedenis. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden: 3.29 Europese samenwerking en Europese Unie
79
Onderwijseenheid KvdW.2.24
Onderwijseenheid 24: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
De Mens als Wereldburger Kennis van de Wereld Geografie Internationale Ontwikkelingen 2
Begintermen/beginniveau: 2.21 Topografie: herkennen en benoemen. Eindtermen: Deelnemers kunnen in de wereld belangrijke deelgebieden onderscheiden op grond van sociaal-geografische kenmerken zoals bevolking, economische activiteiten, welvaart en levensomstandigheden, politiek en cultuur.* Deelnemers: - kunnen verschillende typen welvarende en ontwikkelingslanden herkennen en lokaliseren; - beschrijven en verklaren verschillen en overeenkomsten tussen deze typen landen. * Overgenomen uit de kerndoelen basisvorming voor het vak Aardrijkskunde. MO ja/nee: Nee Aansluitende onderwijseenheden:
80
Onderwijseenheid KvdW.3.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Nederlandse Politieke bestel Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Politieke Besluitvorming 3
Begintermen/beginniveau: 1.1 Kiesrecht Eindtermen: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verchillende manieren bij politieke procesen betrokken kunnen zijn. (kerndoel BaVo 44) Aansluitende onderwijseenheden:
81
Onderwijseenheid KvdW.3.2
Onderwijseenheid 2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Tien tijdvakken Geschiedenis en Staatsinrichting / Kennis van de Wereld Staat, Natie en Politiek / Politiek en Geschiedenis Mens en maatschappij (kerndoelen basisvorming/geschiedenis) 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. (kerndoel BaVo 37)
Trajecten:
Mens en maatschappij, Basisvorming.
82
Onderwijseenheid KvdW.3.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Gebruik historische bronnen Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Vaardigheden en benaderingswijzen / Politiek en Geschiedenis Geschiedenis 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. (Kerndoel BaVo 40)
Aansluitende onderwijseenheden Trajecten:
83
Mens en maatschappij, Basisvorming.
Onderwijseenheid KvdW.3.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Plaatsen actuele spanningen en conflicten in de wereld Mens en maatschappij /Kennis van de Wereld Politiek en Geschiedenis Internationale samenwerking 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. (kerndoel BaVo 47).
Trajecten:
Mens en maatschappij, Basisvorming.
84
Onderwijseenheid KvdW 3.5
Onderwijseenheid 5: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kosten, Opbrengst, Winst en Verlies Economie / Kennis van de Wereld Productie, Consumptie, Welvaart en Arbeidsmarkt / Sociaal-Economie Arbeid en Productie (kerndoelen Basisvorming) / Arbeid 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De kandidaat kan 1. Aan de hand van eenvoudige voorbeelden uit het bedrijfsleven de relatie tussen de begrippen kosten, opbrengst en verlies of winst beschrijven en als grootheden berekenen. DOELSTELLING CORRESPONDEERT MET HANDREIKING AARDRIJKSKUNDE, ECONOMIE, GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING DOMEIN C NRS. 15, BLZ. 119. Aansluitende onderwijseenheden: Ec. 4.6 Produceren en Welvaart I Trajecten: Economie Basisvorming
85
Onderwijseenheid KvdW 3.6
Onderwijseenheid 6: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Productievormen, Arbeid en Werkgelegenheid Economie / Kennis van de Wereld Productie, Consumptie, Welvaart en Arbeidsmarkt / Sociaal-Economie Arbeid en Productie (kerndoelen Basisvorming) / Arbeid 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De kandidaat kan 1. Verschillende vormen van productie in ruime en enge zin beschrijven in primaire samenlevingsverbanden, in bedrijven, instellingen en bij de overheid. In dat verband kunnen zij: - onderscheid maken tussen betaald en onbetaald werk; - deze vormen van productie met voorbeelden in verband brengen met de factoren arbeid in ruime zin, kapitaal, natuur. 2. Elementaire informatie verzamelen en ordenen over de omvang, de verdeling en de gevolgen van werkloosheid in hun eigen omgeving en op nationaal niveau. DOELSTELLINGEN CORRESPONDEREN MET HANDREIKING AARDRIJKSKUNDE, ECONOMIE, GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING DOMEIN C NRS. 13, 19, BLZ. 119 Aansluitende onderwijseenheden: Ec. 4.5 Arbeidsmarkt I Trajecten: Economie Basisvorming
86
Onderwijseenheid KvdW.3.7
Onderwijseenheid 7: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verdeling van welvaart en armoede over de wereld Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Sociaal Economie Alle 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. (Kerndoel BaVo 46) Aansluitende onderwijseenheden:
Trajecten:
87
Ec. 4.6 Produceren en welvaart I Ec. 5.7 Consumeren en welvaart Mens en maatschappij, Basisvorming.
Onderwijseenheid KvdW.3.8
Onderwijseenheid 8: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Bouw en functie menselijk lichaam/gezondheid Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezoendheid 3
Begintermen/beginniveau: 2.12 Voorkomen is beter dan genezen Eindtermen: De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. (kerndoel BaVo 34) Trajecten: Mens en natuur, Basisvorming.
88
Onderwijseenheid KvdW.3.9
Onderwijseenheid 9:
Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Onderzoek natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, bewegen, krachten / theorieën en modellen Mens en Natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Milieu 3
Begintermen/beginniveau: 2.13 Huishouding en milieu II 2.14 Verbranden, verwarmen, elektriciteit I Eindtermen:
De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie. (kerndoel BaVo 32)
Trajecten
Mens en natuur, Basisvorming
Aansluitende onderwijseenheden:
89
Onderwijseenheid KvdW.3.10
Onderwijseenheid 10: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Zorgen voor jezelf, anderen en omgeving / veiligheid Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Milieu 3
Begintermen/beginniveau: 2.13 Huishouding en milieu II Eindtermen:
De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. (kerndoel BaVo 35)
Trajecten:
Mens en natuur, Basisvorming.
90
Onderwijseenheid KvdW.3.11
Onderwijseenheid 11: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Eenvoudig natuurwetenschappelijk onderzoek uitvoeren en presenteren Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezondheid, milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren. (kerndoel BaVo 28)
Trajecten:
Mens en natuur, Basisvorming.
91
Onderwijseenheid KvdW.3.12
Onderwijseenheid 12: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Sleutelbegrippen levende en niet levenden natuur in relatie tot dagelijks leven Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezondheid, milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. (kerndoel BaVo 29)
Trajecten:
Mens en natuur, Basisvorming.
92
Onderwijseenheid KvdW.3.13
Onderwijseenheid 13: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Wisselwerking planten dieren en mensen met elkaar en omgeving Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezondheid, milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. (kerndoel BaVo 30)
93
Onderwijseenheid KvdW.3.14
Onderwijseenheid 14: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verwerven kennis relevante technische producten en systemen / ontwerpen en maken technisch product Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. (Kerndoel BaVo 33)
Aansluitende onderwijseenheden:
94
Onderwijseenheid KvdW.3.15
Onderwijseenheid 15: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verbranden en Verwarmen Natuurkunde / Kennis van de Wereld Warmteleer / Gezondheid en Milieu Verbranden en Verwarmen / Milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De kandidaat kan 1. Wat betreft de processen verbranden en verwarmen: - het proces van verbranding van brandstof in verwarmingstoestellen beschrijven en het belang van voldoende luchttoevoer aangeven; - de verspreiding van de warmte van verwarmingstoestellen door het huis beschrijven; - aangeven dat het blussen van branden berust op de beïnvloeding van de omstandigheden waaronder een verbranding kan plaatsvinden. 2. Wat betreft maatregelen en effecten op het gebied van verbranden en verwarmen: - de werking van warmte ⋅ isolerende maatregelen verklaren, gebruik makend van de begrippen stroming en geleiding; - het belang uitleggen van energiebesparing en voorbeelden noemen van energiebesparende maatregelen in verband met de verwarming van huizen; - uitleggen welke milieu- en gezondheidseffecten verbranding van brandstoffen heeft en beargumenteren dat deze effecten ook elders en in de toekomst merkbaar zijn. DOELSTELLINGEN CORRESPONDEREN MET HANDREIKING NATUUREN SCHEIKUNDE, BIOLOGIE DOMEIN D NRS. 9,10, BLZ. 101. Aansluitende onderwijseenheden: 4.4 Warmte en temperatuur (NaSk) Trajecten: Basisvorming Natuurkunde
95
Onderwijseenheid KvdW.3.16
Onderwijseenheid 16: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Processen levende en niet levende natuur in relatie tot omgeving en milieu Mens en natuur / Kennis van de Wereld Gezondheid en milieu Gezondheid, milieu 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
96
De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. (kerndoel BaVo 31)
Onderwijseenheid KvdW 3.17
Onderwijseenheid 17: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Cultuur en levensbeschouwing in Nederland Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Multiculturele samenleving, socialisatie 3
Begintermen/beginniveau: 2.16 Relaties en rollen 2.17 Kleurrijk Nederland II Eindtermen:
De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. (kerndoel BaVo 43)
Aansluitende onderwijseenheden: Trajecten: Mens en maatschappij, Basisvorming
97
Onderwijseenheid KvdW 3.18
Onderwijseenheid 18: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Toepassen verschillende kunstzinnige disciplines Kunst en Cultuur / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Kunst / vrije tijd 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. (Kerndoel BaVo 48)
Aansluitende onderwijseenheden: Trajecten: Kunst en cultuur, Basisvorming
98
Onderwijseenheid KvdW 3.19
Onderwijseenheid 19: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Presenteren eigen kunstzinnig werk Kunst en Cultuur / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Kunst / vrije tijd 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. (kerndoel BaVo 49)
Aansluitende onderwijseenheden: Trajecten: Kunst en cultuur, Basisvorming
99
Onderwijseenheid KvdW.3.20
Onderwijseenheid 20: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Inzicht in en waarderen van diverse kunstvormen Kunst en Cultuur / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Kunst / vrije tijd 3
Begintermen/beginniveau: 2.19 Kunst en Cultuur Eindtermen:
De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- en filmvoorstellingen. (kerndoel BaVo 50)
Aansluitende onderwijseenheden:
100
Onderwijseenheid KvdW.3.21
Onderwijseenheid 21: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Verslag deelname kunstzinnige activiteiten Kunst en Cultuur / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Kunst / vrije tijd 3
Begintermen/beginniveau: 2.19 Kunst en Cultuur Eindtermen:
De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer. (kerndoel BaV0 51)
Aansluitende onderwijseenheden: Trajecten: Kunst en cultuur, Basisvorming
101
Onderwijseenheid KvdW.3.22
Onderwijseenheid 22: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Reflecteren op eigen werk en dan van anderen w.o. kunstenaars Kunst en Cultuur / Kennis van de Wereld Kunst en cultuur Kunst / vrije tijd 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars. (kerndoel BaVo 52) ⋅ Aansluitende onderwijseenheden:
102
Onderwijseenheid KvdW.3.23
Onderwijseenheid 23: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Eigentijds geografisch beeld gebruiken Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Geografie Topografie 3
Begintermen/beginniveau: 2.21 Topografie Eindtermen:
De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. (kerndoel BaVo 38)
Aansluitende onderwijseenheden:
103
Onderwijseenheid KvdW.3.24
Onderwijseenheid 24: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Gebruik atlas en kaarten als informatiebronnen Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Geografie Topografie 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. (kerndoel BaVo 41)
Aansluitende onderwijseenheden:
104
Onderwijseenheid KvdW.3.25
Onderwijseenheid 25: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Aardrijkskundige Vaardigheden Aardrijkskunde / Kennis van de Wereld Vaardigheden en Werkwijzen / Geografie Aardrijkskundige Vaardigheden (kerndoelen basisvorming) / Topografie 3
Begintermen/beginniveau: KvdW 2.21 Topografie Eindtermen: De leerlingen kunnen: 1. informatie- en communicatietechnologie toepassen bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. In dat verband kunnen zij: - geautomatiseerde zoeksystemen in bibliotheken,mediatheken en telecommunicatieprogramma's gebruiken; - eenvoudige geautomatiseerde gegevensbestanden raadplegen; - gegevens bewerken met behulp van eenvoudige tekstverwerkings-, reken-, spreadsheet- en (carto)grafische programma's; - eenvoudige simulatieprogramma's gebruiken. 2. Onder andere met behulp van de computer, gebruikmaken van atlassen, archieven, kaarten en remote sensing-beelden (met name luchtfoto's) bij oriëntatie in gebieden en bij beeldvorming over gebieden, aardrijkskundige verschijnselen, vraagstukken en processen. In dat verband kunnen zij: - zoeksystemen in (geautomatiseerde) atlassen gebruiken; - verschillende soorten kaarten benoemen en gebruiken; - de kaartvaardigheden: kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie toepassen; - luchtfoto's en kaarten met elkaar vergelijken; - belangrijke plaatsen, gebieden en verschijnselen op een kaart lokaliseren (topografie); - met behulp van verzamelde of aangereikte gegevens eenvoudige kaarten maken. 3. Bij de bestudering van gebieden, aardrijkskundige verschijnselen en vraagstukken aardrijkskundige werkwijzen toepassen. In dat verband kunnen zij:
105
- van schaalniveau (eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld) wisselen door in- en uitzoomen; - verschijnselen in gebieden met elkaar vergelijken en gebieden met elkaar vergelijken op basis van verschijnselen; - gebieden en verschijnselen indelen in respectievelijk deelgebieden en deelverschijnselen of herkennen als deel van een groter geheel; - samenhangen tussen verschijnselen en tussen gebieden beschrijven; - bij verschijnselen en gebieden onderscheid maken in natuurlijke, economische, sociaal-politieke en culturele aspecten. 4. Uitleggen hoe zij in het dagelijkse leven te maken hebben met aardrijkskundige vraagstukken, met name op het gebied van herinrichting van stedelijke en landelijke gebieden, etnische en ruimtelijke segregatie en/of integratie, verkeersproblematiek, milieu en duurzame ontwikkeling, Europese integratie, ontwikkelingsproblematiek en -samenwerking. In dat verband kunnen zij: - een beargumenteerde mening geven over het vraagstuk; - voorbeelden geven hoe hun eigen gedragskeuzen gerelateerd zijn aan het vraagstuk; - mogelijke maatregelen voor de aanpak van het vraagstuk inventariseren; - inventariseren welke bijdrage zij kunnen leveren om het vraagstuk aan te pakken. 5.* Zo zelfstandig mogelijk een eenvoudig aardrijkskundig onderzoek van beperkte omvang in de eigen omgeving verrichten en daarbij bovenstaande vaardigheden toepassen. Aansluitende onderwijseenheden: 4.2 Leren Aardrijkskunde Leren Trajecten: Aardrijkskunde Basisvorming
106
Onderwijseenheid KvdW.3.26
Onderwijseenheid 26: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
De eigen omgeving Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Geografie Omgeving / Aardrijkskundige vraagstukken 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. (kerndoel BaVo 42)
Aansluitende onderwijseenheden:
107
Onderwijseenheid KvdW.3.27
Onderwijseenheid 27: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Ruimtelijke Effecten multiculturele Samenleving Aardrijkskunde / Kennis van de Wereld Migratie, Mobiliteit, Vervoer en Ruimtelijke Inrichting / Geografie Multiculturele Samenleving (kerndoelen Basisvorming) / omgeving 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De leerlingen kunnen: 1. Aan de hand van voorbeelden ruimtelijke effecten van de ontwikkeling tot een multiculturele samenleving in Nederland beschrijven en verklaren. In dat verband kunnen zij: - spreidingspatronen van etnische bevolkingsgroepen in Nederland beschrijven en verklaren; - een verband leggen tussen maatschappelijke en ruimtelijke segregatie en/of integratie van etnische minderheden en de mate van sociaal-ruimtelijke ongelijkheid in stedelijke gebieden. Aansluitende onderwijseenheden: 4.5 Migratie en multiculturele Samenleving Trajecten: Aardrijkskunde Basisvorming
108
Onderwijseenheid KvdW.3.28
Onderwijseenheid 28: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Ontstaan en spreiding Landschapstypen in Nederland Aardrijkskunde / Kennis van de Wereld Mens, Natuur en Milieu / Geografie Natuur en Milieu (kerndoelen Basisvorming) / Omgeving 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen: De leerlingen kunnen: 1. Het ontstaan en de ruimtelijke spreiding van belangrijke landschapstypen in Nederland beschrijven en verklaren. In dat verband kunnen zij: - de ligging en zichtbare kenmerken van deze landschapstypen herkennen, noemen en beschrijven; - de ligging en het uiterlijk van deze landschapstypen verklaren met behulp van de invloed van wind, zee, ijs, rivieren en de mens. Aansluitende onderwijseenheden: 5.7 Ontstaan en Verandering in de landschappelijke Diversiteit I Trajecten: Aardrijkskunde Basisvorming
109
Onderwijseenheid KvdW.3.29
Onderwijseenheid 29: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Europese samenwerking en Europese Unie Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Geografie Internationale ontwikkenlingen 3
Begintermen/beginniveau: 2.23 Inwoner van Europa Eindtermen:
De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. (kerndoel BaVo 45)
Aansluitende onderwijseenheden:
110
Onderwijseenheid KvdW.3.30
Onderwijseenheid 30: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Vragen stellen en standpunt innemen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Algemene vaardiheden 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. (kerndoel BaVo 36)
Aansluitende onderwijseenheden:
111
Onderwijseenheid KvdW.3.31
Onderwijseenheid 31: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Uitvoeren en presenteren onderzoek naar actueel maatschappelijk verchijnsel Mens en maatschappij / Kennis van de Wereld Algemene vaardiheden 3
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. (kerndoel BaVo 36)
Aansluitende onderwijseenheden:
112