Blokkendoos KSE Leergebied Digitale Vaardigheden
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Project Blokkendoos KSE
Blokkendoos KSE Leergebied Digitale Vaardigheden
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Blokkendoos KSE Versie 3
CINOP
Kees Hammink
Enschede, juli 2001
Verantwoording © 2001 CINOP, Den Bosch/SLO, Enschede Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Auteurs: Kees Hammink (CINOP) Eindredactie: Eddie van Vliet (SLO), Pauline Buit-de Krijger (SLO) Vormgeving en Productie: N.C.A. ten Donkelaar-Wilbers (SLO) In samenwerking met: CINOP In opdracht van: BVE Raad
Inhoud
Inleiding 6 Schematisch overzicht onderwijseenheden per domein van het leergebied Digitale Vaardigheden 8 Schematisch overzicht (op nummer) samenhang blokken per leergebied Digitale Vaardigheden 9 Schematisch overzicht samenhang blokken per leergebied Digitale Vaardigheden10 Schematisch overzicht eindtermen per domein van het leergebied Digitale Vaardigheden 11 Onderwijseenheid DV.1.1 12 Onderwijseenheid DV.1.2 13 Onderwijseenheid DV.1.3 14 Onderwijseenheid DV.1.4 15 Onderwijseenheid DV.2.1 16 Onderwijseenheid DV.2.2 17 Onderwijseenheid DV.2.3 18 Onderwijseenheid DV.2.4 19 Onderwijseenheid DV.2.5 20 Onderwijseenheid DV.2.6 21 Onderwijseenheid DV.2.7 22 Onderwijseenheid DV.3.1 23 Onderwijseenheid DV.3.2 24 Onderwijseenheid DV.4.1 25 Onderwijseenheid DV.4.2 26 Onderwijseenheid DV.4.3 27 Onderwijseenheid DV.4.4 28 Onderwijseenheid DV.4.5 29 Onderwijseenheid DV.4.6 30 Onderwijseenheid DV.4.7 31 Onderwijseenheid DV.4.8 32
Inleiding
In het kader van het IKSE project blokkendoos zijn voor een aantal leergebieden educatie zogenoemde modulaire leerlijnen ontwikkeld. In dit stuk wordt de modulaire leerlijn (blokkendoos) digitale vaardigheden gepresenteerd. De leerlijn zoals hier gepresenteerd moet gezien worden in nauwe relatie met de ontwikkeling van een modulair stelsel onder de titel "Digitaal Rijbewijs" door CINOP in samenwerking met het REC Eindhoven en de advies eindtermen digitale vaardigheden die door CINOP ten behoeve van het ministerie van OC&W zijn opgesteld. (Hammink 1998) . De ontwikkeling van het digitale rijbewijs was eerder begonnen dan de ontwikkeling van een modulaire leerlijn in het kader van de "blokkendoos". Het ligt dus voor de hand dat er, aangezien beide gebaseerd zijn op de eindtermen digitale vaardigheden, voor de modulaire leerlijn gebruik is gemaakt van wat er al in het kader van het digitale rijbewijs beschikbaar is. De modulen van het digitale rijbewijs zijn als moduulplannen in de modulaire leerlijn digitale vaardigheden opgenomen. Digitaal rijbewijs en modulaire leerlijn vallen dus samen, voor zover het gaat om de eindtermen die te maken hebben met computergebruik. Het digitaal rijbewijs dekt niet de eindtermen m.b.t. betalingshandelingen met automaten, het kopen met behulp van automaten en het programmeren van digitale apparaten. Voor die eindtermen zijn aparte moduulplannen (onderwijseenheden) uitgewerkt. De moduulplannen zijn onderverdeeld in drie domeinen t.w. a. het domein digitale apparaten. Het gaat daarbij om moduulplannen die te maken hebben met de bediening en het gebruik van diverse digitale apparaten zoals TV-, video- en audioapparatuur en elektronische handelingen met automaten. b. Het domein Computergebruik waarin alle moduulplannen die te maken hebben met het werken met computers zijn opgenomen. c. Het domein "Elektronische Snelweg" waarin alle moduulplannen die te maken hebben met Internet, e-mail en aanverwante zaken. De eindtermen digitale vaardigheden zijn op 2 niveaus geordend omdat het niet zinvol werd geacht om op tussenliggende niveaus af te sluiten. Dat betekent niet dat de modulaire leerlijn slechts op 2 niveaus zit. Het is een leerlijn die loopt van 1 t/m4. De formele afsluitmomenten, voor een certificaat worden echter op de niveaus 2 en 4 gesitueerd. De eindtermen zijn door de minister van OC&W zoals blijkt uit een brief met een positieve aanbeveling aan het BVE-veld aangeboden. "Ik beveel u derhalve aan deze eindtermen te hanteren voor de ontwikkeling en uitvoering van cursusaanbod op dit terrein. U kunt van de mogelijkheid ex artikel 7.3.3, derde lid, van de WEB gebruikmaken om deze eindtermen zelf vast te stellen."
6
Dit citaat impliceert dus ook dat de instelling zelf kan bepalen hoe wordt getoetst en waarvoor certificaten worden uitgereikt. Het ROC kan daarbij de lijn van het eindtermen advies volgen, maar ook voor een eigen systeem en praktijk kiezen. Het is van belang even stil te staan bij de verschillen tussen enerzijds de eindtermen die op 2 niveaus geformuleerd zijn en de modulaire leerlijn die loopt vanaf niveau 0 (geen enkele eindtermen beheersen) tot niveau 4 (alle gegeven eindtermen beheersen). In de modulaire leerlijn wordt de toename in complexiteit meer zichtbaar dan in de formele eindtermen op 2 niveaus. De modulaire leerlijn is een instrument om een leerweg vorm te geven. Op die leerweg staan in principe twee "haltes", waar met een certificaat een deelkwalificatie behaald kan worden. Die haltes zijn niveau 2 en niveau 4. Op weg daarnaar toe worden de niveaus 1 en 3 gepasseerd. Op die niveaus vinden wel leeractiviteiten plaats, maar er is geen sprake van afsluiting en certificering. Voor beide niveaus geldt dat certificering nauwelijks een relevante (in de zin van in het dagelijks leven bruikbare) deelkwalificatie oplevert. Het zijn de tussenstations die, vanwege de opklimmende complexiteit, als onderdeel van de leerweg wel gepasseerd moeten worden. In concreto zijn er dus op de niveaus 1, 2, 3 en 4 moduulplannen geplaatst. Binnen de structuur van de IKSE (profielen, standaardtrajecten e.d.) kan er per moduulplan een moduulverklaring worden afgegeven. De sets van eindtermen digitale vaardigheden op respectievelijk niveau 2 en niveau 4 zijn te zien als deelkwalificaties. Bij het behalen van alle eindtermen op één van de niveaus (en dus alle moduulplannen op dat niveau en het voorliggende niveau) kan een certificaat worden uitgereikt. Wanneer niet alle eindtermen worden beheerst kan alleen voor de onderdelen die wel beheerst worden (vaststelbaar door te toetsen in enige vorm) een verklaring worden afgegeven. Wanneer cursisten menen bepaalde eindtermen te beheersen en deze niet willen laten toetsen, zoals soms het geval is met betaalhandelingen met chip en pin e.d. kan binnen deze systematiek dus strikt genomen op niveau 2 geen certificaat digitale vaardigheden worden verstrekt. Wel kunnen in dat geval verklaringen voor de onderdelen met betrekking tot het gebruik van de computer worden uitgereikt. De redenering hier geldt binnen de systematiek die in het kader van het project Implementatie Kwalificatie Structuur Educatie (IKSE) vorm heeft gekregen. Binnen het kader van het IKSE project is afgesproken die systematiek als uitgangspunt te nemen voor de uitwerking van profielen, standaardtrajecten etc. etc.
7
Schematisch overzicht onderwijseenheden per domein van het leergebied Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten Niveau 4
Computergebruik 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s 4.5 Spreadsheets
Elektronische snelweg 4.7 Gericht zoeken 4.8 Gebruik op InformatieChatprogramma’s netwerken
4.4 Databaseprogramma 4.3 Tekstverwerking 4.2 Bestandsbeheer 4.1 Algemene Informatiekunde Niveau 3 Niveau 2
2.1 Programmeren van Apparaten
2.5 Basisvaardigheden Teken/presentatieprogramma’s 2.4 Basisvaardigheden Spreadsheet 2.3 Basisvaardigheden Database
Niveau 1
1.1 Betalen en ontvangen met Geldautomaten
1.2 Kopen met Automaten
2.2 Basisvaardigheden Tekstverwerking 1.4 Verschillende Vormen van Computergebruik 1.3 Basisvaardigheden Computer
8
3.1 Zoekprogramma’s gebruiken 2.6 Basisvaardigheden World Wide Web
3.2 Gebruikmaken van Nieuwsgroepen 2.7 E-mail gebruiken
Schematisch overzicht (op nummer) samenhang blokken per leergebied Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten
Computergebruik
Elektronische Snelweg
4.6 Niveau 4 4.5 4.4 4.3 4.1
4.2
4.7
4.8
3.1
3.2
2.6
2.7
Niveau 3
Niveau 2
2.5 2.4 2.3
Niveau 1
2.1
1.1
9
2.2
1.2
1.3
1.4
Schematisch overzicht samenhang blokken per leergebied Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten
Computergebruik
Elektronische Snelweg
4.6 Teken-/Presentatieprogramma
Niveau 4
4.5 Spreadsheets 4.4 Database Programma 4.7 Gericht zoe-
4.3 Tekstverwerking
ken op Informatienetwerken
4.8 Gebruik Chatprogramma’s
4.2 Bestandsbeheer
4.1 Algemene Informatiekunde
3.1 Zoekprogramma’s gebruiken
Niveau 3 Niveau 2
3.2 Gebruik maken van Nieuwsgroepen
2.5 Basisvaardigheden Teken/Presentatieprogramma’s 2.4 Basisvaardigheden Spreadsheet 2.3 Basisvaardigheden Database 2.1 Programmeren van
2.6 Basisvaardigheden World Wide
2.2 Basisvaardigheden Tekstverwerking
Niveau 1 1.1 Betalen en ontvangen met Geldautomaten
10
1.2 Kopen met Automaten
1.3
1.4 Verschillende Vormen van
Basisvaardigheden
Computergebruik
2.7 E-mail gebruiken
Schematisch overzicht eindtermen per domein van het leergebied Digitale Vaardigheden Digitale apparaten. Niveau 4
Computergebruik De kandidaat kan met 5 kantoortoepassingen werken: - Bestandsbeheer; - Tekstverwerking; - Database programma; - Spreadsheets; - Teken-/presentatieprogramma. Onderwijseenheden 4.2 t/m 4.6 - De kandidaat heeft kennis van Algemene Informatiekunde. Onderwijseenheid 4.1
Niveau 3
Niveau 2
De kandidaat geeft blijk van inzicht in algemene principes en stappen bij programmering van digitale apparaten. Onderwijseenheid 2.1
Niveau 1
De kandidaat kan met gebruik van een geldautomaat een door hem gewenst bedrag van zijn eigen rekening opnemen. Onderwijseenheid 1.1
11
De kandidaat kan uit een kaartjesautomaat een treinkaartje naar een door hem gewenste bestemming bemachtigen. Onderwijseenheid 1.2
De kandidaat beheerst de basisvaardigheden om te kunnen omgaan met minstens twee van de onderstaande toepassingsprogramma’s. - Basisvaardigheden Tekstverwerking; - Basisvaardigheden Database; - Basisvaardigheden Spreadsheet; - Basisvaardigheden Teken/Presentatieprogramma’s. Onderwijseenheden 2.2 t/m 2.5 - De kandidaat heeft kennis van en enige ervaring met verschillende vormen van computergebruik; Onderwijseenheid 1.4 - De kandidaat beheerst de basisvaardigheden om met de computer te kunnen werken. Onderwijseenheid 1.3
Elektronische snelweg De kandidaat kan gericht informatie zoeken op informatienetwerken. Onderwijseenheid 4.7
De kandidaat kan gebruik maken van Chatmogelijkheden. Onderwijseenheid 4.8
De kandidaat kan een zoekprogramma gebruiken en zoeken op het net. Onderwijseenheid 3.1 De kandidaat beheerst basisvaardigheden om het World Wide Web te gebruiken om informatie te zoeken. Onderwijseenheid 2.6
De kandidaat kan gebruik maken nieuwsgroepen. Onderwijseenheid 3.2 De kandidaat kan gebruik maken van een E-mailprogramma. Onderwijseenheid 2.7
Onderwijseenheid DV.1.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Betalen en ontvangen met Geldautomaten Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten 1
De kandidaat kan met gebruik van een geldautomaat een door hem gewenst bedrag van zijn eigen rekening opnemen. Inhouden: De kandidaat kan - zijn chipknip of chipper laden; - met zijn pinpas betalingen op de juiste wijze verrichten; - met de chipknip of de chipper betalingen verrichten; - inschatten wanneer betalen met de pinpas, de chipknip/chipper of met contant geld wenselijk is; - kent zijn pincode en weet dat deze strikt privé is en niet toegankelijk dient te zijn voor anderen. Aansluitende onderwijseenheden: 2.1 Programmeren van Apparaten
12
Onderwijseenheid DV.1.2
Onderwijseenheid 2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Kopen met Automaten Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten 1
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
De kandidaat kan uit een kaartjesautomaat een treinkaartje naar een door hem gewenste bestemming bemachtigen. Inhouden: De kandidaat kan - het alfabetische plaatsnamenregister 1 gebruiken en de gewenste bestemming kiezen; - de juiste kaartsoort kiezen; - de betaling doen, zowel met contant geld als met de pinpas. Aansluitende onderwijseenheden: 2.1 Programmeren van Apparaten
1
Strikt genomen betreft het hier een eindterm Nederlands op niveau 2
13
Onderwijseenheid DV.1.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Basisvaardigheden Computer Digitale Vaardigheden Computergebruik 1
De kandidaat beheerst de basisvaardigheden om met de computer te kunnen werken. Inhouden: De kandidaat kan - een computer starten en afsluiten; - werken met Windows; - werken met de muis; - CD en diskette plaatsen; - het toetsenbord gebruiken; - programma’s starten en afsluiten; - werken met meer dan één programma tegelijk; - de elementen van een venster benoemen; - kennen van de betekenis van de begrippen hardware, software, programma en toepassing; - de helpfunctie gebruiken. Aansluitende onderwijseenheden: 2.2 t/m 2.5 Basisvaardigheden Toepassingsprogramma’s 4.1 Algemene Informatiekunde 2.6 Basisvaardigheden World Wide Web 2.7 E-mail gebruiken
14
Onderwijseenheid DV.1.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Verschillende Vormen van Computergebruik Digitale Vaardigheden Computergebruik 1
De kandidaat heeft kennis van en enige ervaring met verschillende vormen van computergebruik in de samenleving. Inhouden: De kandidaat weet dat computers verschillende soorten toepassingen hebben, hij/zij heeft minstens enkele van de volgende toepassingen gezien en daarop gereflecteerd: - kantoortoepassingen; - elektronische kaartenbak (bibliotheek); - procesbesturing; - robotica; - spellen; - educatieve programma’s; - werken met meer dan één programma tegelijk. Aansluitende onderwijseenheden: 2.1 Programmeren van Apparaten 2.6 Basisvaardigheden World Wide Web 2.7 E-mail gebruiken 4.1 Algemene Informatiekunde
15
Onderwijseenheid DV.2.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau:
Eindtermen:
Inhouden:
16
Programmeren van Apparaten Digitale Vaardigheden Digitale Apparaten 2 1.1 Betalen en Ontvangen met Geldautomaten 1.2 Kopen met Automaten 1.4 Verschillende Vormen van Computergebruik De kandidaat geeft blijk van inzicht in algemene principes en stappen die gelden bij programmering van digitale apparaten. De kandidaat kan - een wekkerradio instellen zodanig dat de radio op een gewenst tijdstip en met de gewenste zender gaat spelen; - de volgorde van de af te spelen tracks op een cd-speler instellen; - een videorecorder zodanig instellen dat een vooraf bepaald TV-programma correct wordt opgenomen; - de daarbij doorlopen stappen in algemene (d.w.z. niet specifiek voor deze ene videorecorder) woorden benoemen.
Onderwijseenheid DV.2.2
Onderwijseenheid 2.2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Basisvaardigheden Tekstverwerking Digitale Vaardigheden Computergebruik Basisvaardigheden Toepassingsprogramma’s 2
1.3 Basisvaardigheden Computer Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat de basisvaardigheden beheersen om te kunnen omgaan met minstens twee toepassingsprogramma’s. Daarbij kan worden gekozen uit de volgende programma’s: 1. Tekstverwerkingsprogramma (2.2) 2. Database programma (2.3) 3. Spreadsheet programma (2.4) 4. Teken-/presentatieprogramma (2.5) De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien. Inhouden: Basisvaardigheden Tekstverwerking: - starten en afsluiten van de tekstverwerker; - openen van bestaande documenten; - nieuw document maken; - typen van tekst en fouten verbeteren met del en backspace; - de cursor door de tekst bewegen; - tekst selecteren, verplaatsen en bewerken; - bewaren en afdrukken; - help functies gebruiken. Aansluitende onderwijseenheden: 4.3 Tekstverwerking 4.2 Bestandsbeheer
17
Onderwijseenheid DV.2.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Basisvaardigheden Database Digitale Vaardigheden Computergebruik Basisvaardigheden Toepassingsprogramma’s 2
1.3 Basisvaardigheden Computer Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat de basisvaardigheden beheersen om te kunnen omgaan met minstens twee toepassingsprogramma’s. Daarbij kan worden gekozen uit de volgende programma’s: 1. Tekstverwerkingsprogramma (2.2) 2. Database programma (2.3) 3. Spreadsheet programma (2.4) 4. Teken-/presentatieprogramma (2.5) De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien. Inhouden: Basisvaardigheden Database: - weten waar een database programma voor gebruikt kan worden; - bestaande database starten; - gegevens zoeken en selecteren op basis van gegeven criteria In een bestaande eenvoudige database gegevens invoeren, wijzigen en opslaan; - help functies gebruiken. NB. Als modellen zouden hier de database van de openbare bibliotheken, de NS Reisplanner en de CD-foon gids van PTTtelecom en een voorbeeld adressenbestand waarmee gemanipuleerd kan worden gebruikt kunnen worden. Aansluitende onderwijseenheden: 4.4 Database Programma 4.2 Bestandsbeheer
18
Onderwijseenheid DV.2.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Basisvaardigheden Spreadsheet Digitale Vaardigheden Computergebruik Basisvaardigheden Toepassingsprogramma’s 2
1.3 Basisvaardigheden Computer Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat de basisvaardigheden beheersen om te kunnen omgaan met minstens twee toepassingsprogramma’s. Daarbij kan worden gekozen uit de volgende programma’s: 1. Tekstverwerkingsprogramma (2.2) 2. Database programma (2.3) 3. Spreadsheet programma (2.4) 4. Teken-/presentatieprogramma (2.5) De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien. Inhouden: Basisvaardigheden Spreadsheet. - weten waar een spreadsheet programma voor gebruikt kan worden; - een spreadsheet bestand openen; - gegevens invoeren (getallen, tekst, formules); - kolombreedte aanpassen en kolommen en rijen opmaken; - basisfuncties (optellen, gemiddelde berekenen) gebruiken; - spreadsheet bewaren en printen; - helpfuncties gebruiken. Aansluitende onderwijseenheden: 4.5 Spreadsheets 4.2 Bestandsbeheer
19
Onderwijseenheid DV.2.5
Onderwijseenheid 5: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Basisvaardigheden Teken-/Presentatieprogramma’s Digitale Vaardigheden Computergebruik Basisvaardigheden Toepassingsprogramma’s 2 1.3 Basisvaardigheden Computer Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat de basisvaardigheden beheersen om te kunnen omgaan met minstens twee toepassingsprogramma’s. Daarbij kan worden gekozen uit de volgende programma’s: 1. Tekstverwerkingsprogramma (2.2) 2. Database programma (2.3) 3. Spreadsheet programma (2.4) 4. Teken-/presentatieprogramma (2.5) De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien. Basisvaardigheden Teken-/ Presentatieprogramma’s. - een tekenprogramma starten en afsluiten; - een tekening openen; - met de muis wijzigingen in de tekening aanbrengen; - vierkanten, cirkels, lijnen en tekst aanbrengen; - een nieuwe tekening maken (eenvoudige tekening naar een opdracht: teken een huis met een boom ernaast); - tekening bewaren en afdrukken; - helpfuncties gebruiken.
N.B. in de praktijk blijkt dat het gebruiken van een eenvoudig tekenprogramma als Paint zeer stimulerend werkt. Het werkt volgens sommigen als een instapmodule die mensen uitdaagt om te gaan experimenteren. Dit onderdeel is van belang als vaardigheid, maar zeker ook in het perspectief van het vertrouwd raken met en het durven experimenteren met computertoepassingen. Aansluitende onderwijseenheden: 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s 4.2 Bestandsbeheer
20
Onderwijseenheid DV.2.6
Onderwijseenheid 6: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau:
Basisvaardigheden World Wide Web Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg 2
1.3 Basisvaardigheden Computer 1.4 Verschillende Vormen van Computergebruik Eindtermen: De kandidaat beheerst de basisvaardigheden om het World Wide Web te gebruiken om informatie te zoeken. Inhouden: De kandidaat kan - de juiste stappen zetten om een aansluiting met Internet te krijgen (aanschaf juiste harden software, aansluiting bij een serviceprovider); - de browser starten; - met hyperlinks door het web surfen; - handige knoppen van de browser gebruiken; - bladwijzers (favorieten) gebruiken en toevoegen; - adressen in de locatieregel op de juiste wijze intypen; - helpfuncties en handboeken gebruiken. Aansluitende onderwijseenheden: 3.1 Zoekprogramma’s gebruiken 3.2 Gebruikmaken van Nieuwsgroepen
21
Onderwijseenheid DV.2.7
Onderwijseenheid 7: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau:
E-mail gebruiken Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg 2
1.3 Basisvaardigheden Computer 1.4 Verschillende Vormen van Computergebruik Eindtermen: De kandidaat kan gebruikmaken van een E-mailprogramma. Inhouden: De kandidaat kan - een e-mail programma starten; - de inhoud van zijn postbus bekijken; - een mee gezonden bestand bekijken; - een postbericht beantwoorden; - postberichten verzenden; - een adresboek gebruiken; - een bestand meesturen met een postbericht; - netiquette. Aansluitende onderwijseenheden: 3.2 Gebruikmaken van Nieuwsgroepen
22
Onderwijseenheid DV.3.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Zoekprogramma’s gebruiken Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg 3
2.6 Basisvaardigheden World Wide Web De kandidaat kan verschillende zoekprogramma’s gebruiken. Inhouden: De kandidaat kan - verschillen tussen zoekprogramma’s kennen; - zoekmachine(s) benaderen; - zoekvraag stellen; - door zoekresultaten browsen. Aansluitende onderwijseenheden: 4.7 Gericht zoeken op Informatienetwerken
23
Onderwijseenheid DV.3.2
Onderwijseenheid 2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau:
Gebruikmaken van Nieuwsgroepen Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg 3
2.6 Basisvaardigheden World Wide Web 2.7 E-mail gebruiken Eindtermen: De kandidaat kan gebruikmaken van nieuwsgroepen. Inhouden: De kandidaat kan - starten van het nieuwsprogramma; - aanmelden bij nieuwsservice (gebruik wizard); - zoeken in aanbod nieuwsgroepen; - aanmelden bij nieuwsgroepen; - berichten lezen en zenden; - netiquette. Aansluitende onderwijseenheden: 4.8 Gebruik van Chatprogramma’s
24
Onderwijseenheid DV.4.1
Onderwijseenheid 1: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau:
Algemene Informatiekunde Digitale Vaardigheden Computergebruik 4
Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Samenhang binnen het vak:
25
1.3 Basisvaardigheden Computer 1.4 Verschillende Vormen van Computergebruik De kandidaat heeft kennis van en/of inzicht in een aantal onderwerpen die samenhangen met computergebruik en de maatschappelijke context daarbij. De kandidaat kan - besturingssytemen; - opslag, geheugen; - multimedia; - systeem- en applicatiesoftware; - informatiemaatschappij en de effecten daarvan; - informatienetwerken; - auteursrecht, wetgeving en veiligheid; - hardware/software en ergonomie. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s 4.7 Gericht zoeken op Informatienetwerken 4.8 Gebruik Chatprogramma’s
Onderwijseenheid DV.4.2
Onderwijseenheid 2: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau:
Eindtermen:
Inhouden:
26
Bestandsbeheer Digitale Vaardigheden Computergebruik Toepassingsprogramma’s 4 2.2 Basisvaardigheden Tekstverwerking 2.3 Basisvaardigheden Database 2.4 Basisvaardigheden Spreadsheet 2.5 Basisvaardigheden Teken-/Presentatieprogramma Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat met vijf kantoortoepassingen kunnen werken. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s De kandidaat kan - directories en subdirectories maken en de directorystructuur begrijpen; - bestanden verplaatsen, kopiëren en verwijderen; - reservekopieën maken; - printers selecteren en instellen. De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimum vereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien.
Onderwijseenheid DV.4.3
Onderwijseenheid 3: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Tekstverwerking Digitale Vaardigheden Computergebruik Toepassingsprogramma’s 4 2.2 Basisvaardigheden Tekstverwerking Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat met vijf kantoortoepassingen kunnen werken. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s De kandidaat beheerst de volgende kernvaardigheden tekstverwerking: - kopiëren binnen een document en kopiëren naar/ van een ander document; - spellingcontrole gebruiken; - woorden zoeken en vervangen; - kop- en voetregel maken; - voetnoten maken; - opmaken van documenten (lettertypes, vet, cursief, onderstrepen, regelafstand, uitlijning, koppen etc.); - sjablonen (templates, modellen) gebruiken; - inspringen, tabs instellen en gebruiken; - tabellen maken; - tabellen en grafieken importeren; - geïntegreerde software gebruiken. De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien .
27
Onderwijseenheid DV.4.4
Onderwijseenheid 4: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Database Programma Digitale Vaardigheden Computergebruik Toepassingsprogramma’s 4 2.3 Basisvaardigheden Database Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat met vijf kantoortoepassingen kunnen werken. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s De kandidaat beheerst de volgende kernvaardigheden database: - een eenvoudige database ontwerpen; - de structuur van het record maken; - gegevens in de database invoeren; - gegevens in de database wijzigen; - records toevoegen en verwijderen; - sleutels definiëren; - de database op schijf bewaren. De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien.
28
Onderwijseenheid DV.4.5
Onderwijseenheid 5: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Spreadsheets Digitale Vaardigheden Computergebruik Toepassingsprogramma’s 4 2.4 Basisvaardigheden Spreadsheet Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat met vijf kantoortoepassingen kunnen werken. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s De kandidaat beheerst de volgende kernvaardigheden spreadsheet: - rijen en kolommen invoegen op een specifieke plaats; - een nieuwe spreadsheet creëren; - cellen opmaken (getallen, decimalen, valuta); - sorteren; - toepassen absolute en relatieve celverwijzingen in formules; - maken van grafieken en grafische voorstellingen bij de spreadsheet cijfers; - printen van grafieken met labels en titels; - informatie uitwisselen tussen spreadsheets; - met meer dan één geopend spreadsheet werken; - geïntegreerde software gebruiken. De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien .
29
Onderwijseenheid DV.4.6
Onderwijseenheid 6: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen:
Inhouden:
Teken-/Presentatieprogramma’s Digitale Vaardigheden Computergebruik Toepassingsprogramma’s 4 2.5 Basisvaardigheden Teken-/ Presentatieprogramma’s Voor het digitaal rijbewijs moet de kandidaat met vijf kantoortoepassingen kunnen werken. 4.2 Bestandsbeheer 4.3 Tekstverwerking 4.4 Database Programma 4.5 Spreadsheets 4.6 Teken-/Presentatieprogramma’s De kandidaat beheerst de volgende kernvaardigheden Teken/Presentatieprogramma’s: - in tekeningen kleuren, schaduwranden en kaders gebruiken; - getekende objecten kopiëren, vergroten of verkleinen; - tekeningen in bestaande tekening importeren; - Clip-art gebruiken om symbolen of afbeeldingen te importeren; - maken van organogrammen en schematische voorstellingen; - met behulp van presentatieprogramma (b.v. PowerPoint) eenvoudige presentaties maken. De keuze van het merk toepassingsprogramma is aan de kandidaat zelf waarbij een minimumvereiste is dat het een modern pakket is dat relatief veel gebruikt wordt en onder Windows of MacIntosh kan draaien .
30
Onderwijseenheid DV.4.7
Onderwijseenheid 7: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen: Inhouden:
31
Gericht zoeken op Informatienetwerken Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg 4 3.1 Zoekprogramma’s gebruiken De kandidaat gericht informatie zoeken op informatienetwerken. De kandidaat kan - een zoekvraag formuleren en trefwoorden daarbij benoemen; - een keuze maken voor zoeken op onderwerp of het gebruik van een zoekmachine; - een keuze maken voor en een verbinding tot stand brengen met het netwerk waarop het best gezocht kan worden; • WWW/Internet • Het Net • publieke informatiedienst • lokaal netwerk, interne informatiedienst - gebruikmaken van zoekmachines; - bestanden downloaden en opslaan op schijf; - informatie uitprinten.
Onderwijseenheid DV.4.8
Onderwijseenheid 8: Leergebied: Domein: Subdomein: Niveau: Begintermen/beginniveau: Eindtermen: Inhouden:
Gebruiken Chatprogramma’s Digitale Vaardigheden Elektronische Snelweg
3.2 Gebruikmaken van Nieuwsgroepen De kandidaat kan gebruik maken van de mogelijkheden om te chatten. De kandidaat kan - gebruiken van een chatprogramma; - verschillende chatgelegenheden kunnen herkennen; - chatbox selecteren uit het aanbod; - actief aan de gekozen chat deel kunnen nemen; - netiquette.