2009-2010 blauwe zaal
Jerusalem Quartet & Lawrence Power do 18 mrt 2010
2009-2010/kwartet puur Quatuor ébène za 17 okt 2009 Pavel Haas Quartet wo 9 dec 2009 Jerusalem Quartet & Lawrence Power do 18 mrt 2010 Takács Quartet za 8 mei 2010
Inleiding Lucrèce Maeckelbergh / 19.15 uur / foyer de kunsthaven begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.40 uur teksten programmaboekje Lucrèce Maeckelbergh coördinatie programmaboekje deSingel
Jerusalem Quartet Alexander Pavlovski, Sergej Bresler viool Amihai Grosz altviool Kyril Zlotnikov cello
Lawrence Power altviool Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Strijkkwartet nr 21 in D, KV575 • Allegretto • Andante • Menuetto (Allegretto) • Allegretto gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be
foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket
Reclamepanelen omringen de bouwwerf van deSingel. De plaatsing van deze panelen levert extra middelen op om de bouwkosten te financieren. De toelating voor het plaatsen van de advertentiepanelen geldt voor de periode van de bouwwerken. Wij hopen op uw begrip.
Mark Kopytman (°1929) Cantus II
24’
12’
pauze
Wolfgang Amadeus Mozart Strijkkwintet nr 4 in g, KV516 • Allegro • Menuetto (Allegretto) • Adagio ma non troppo • Adagio - Allegro
32’
Jerusalem Quartet: Elegantie en tragiek Van een kwartet met de naam ‘Jerusalem’ kan het niet verwonderen dat er een werk van een Joods componist op het programma staat. Mark Kopytman (°1929) is een naam die we zelden op een programma vinden. Het Jerusalem Quartet speelt hem hier in combinatie met slechts één ander componist: Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791). Tussen de zowat zesentwintig kwartetten en zes kwintetten die zijn rijke kamermuziekoeuvre telt, maakt het Jerusalem Quartet moeiteloos een keuze om samen met een extra altviolist, Lawrence Power, een mooi geheel te maken. Hedendaagse Hebreeuwse klanken Mark Kopytman, Cantus II Mark Kopytman is geboren in de vroegere Sovjet-Unie waar hij zijn eerste muziekonderricht krijgt. Na zijn studies geneeskunde studeert hij verder muziek onder andere aan het conservatorium van Moskou. In 1972 emigreert hij naar Israël. Hij geeft niet alleen les aan de Hebreeuwse Universiteit in Jerusalem maar ook in Moskou, Berlijn, Pensylvania, Australië. In zijn composities ontwikkelt hij een zeer individuele stijl, met sterke toetsen uit de joodse folklore en veel aandacht voor melodische lijnen, vaak in complexe weefsels en structuren. Zijn werk wordt over heel de wereld gespeeld, vaak op prestigieuze festivals. Hij heeft verschillende prijzen gekregen waaronder de onderscheiding van de Koussevitzky International Record Critics voor zijn orkestwerk 'Memory' (1986), de ACUM-prijs in Israël voor zijn totale oeuvre en de Prijs van de eerste Minister in Israël (2002). Hij componeert in de jaren zestig drie strijkkwartetten. Karakteristiek voor zijn muziek is het gebruik van heterofonie, waarbij varianten van eenzelfde hoofdthema gelijktijdig klinken. Ook de wereld van de oosterse joodse muziek inspireert hem tot vernieuwende klanken. Typisch is de expressiviteit van melodische lijnen met een heen en weer bewegen tussen lyrische cantilena en dramatische vertelstijl. ‘Cantus II’ voor strijktrio werd gecomponeerd in 1981. Het werk opent met een krachtig thema in unisono. Kopytmans heterofone techniek wordt duidelijk geïllustreerd bij het uiteenvallen van deze unisono in drie individuele delen. Het thema klinkt verder op verschillende niveau’s in de ruimte, waardoor een gespannen textuur ontstaat. De ontwikkeling van het stuk
wordt gestuwd door deze twee tegenstelde elementen: het ontspannende karakter van de unisono en de gespannen heterofone passages. Een zucht van vrolijkheid Wolfgang Amadeus Mozart, Strijkkwartet nr 21 in D, KV575 De reizen die Leopold met zijn jonge superbegaafde zoon maakt doorheen Europa hebben ook hun weerslag op de kamermuziek van Wolfgang Amadeus Mozart. Zijn ervaring in Mannheim met het beste orkest van Europa, zijn ontmoeting in Londen met Johann Christian Bach, de meester van de ‘galante’ stijl, zijn kennismaking met het theater van Gluck in Wenen en vooral de onderdompeling in de Italiaanse muziekwereld, al die invloeden verwerkt hij geleidelijk tot zijn typisch Mozart-karakter: licht en elegant, zonder oppervlakkig te zijn, een tikkeltje theatraal. Vindt hij reeds als jonge man zijn eigen dramatische stijl, ook in zijn kamermuziek evolueert zijn stijl, maar in dat genre is hij geen trendzetter of revolutionair. Ferruccio Busoni typeerde zijn kamermuziek mooi als volgt: “Hij is het ronde getal, de opgetelde som, een eindpunt en geen nieuw begin. Hij is jong als een jongeling en wijs als een grijsaard – nooit verouderd en nooit modern, ten grave gedragen en nog steeds levend. Zijn zo menselijke glimlach straalt ons, verheerlijkt, nog steeds tegemoet.” De kwartetten van Mozart kunnen we in periodes indelen. Tussen 1770 en 1773 ontstonden de vroege kwartetten. Het eerste schrijft hij in Lodi nog voor zijn allereerste opera seria, ‘Mitridate, Re di Ponto’. Hij kent er de eerste viool een soort prima donna-rol in toe. De zes vroege Weense kwartetten getuigen van Mozarts ontdekking van de pas verschenen kwartetten van Haydn. Pas zowat tien jaar later komt Mozart nog eens tot kwartetschrijven, tussen zijn opera’s ‘Die Entführung aus dem Serail’ en ‘Le Nozze di Figaro’. Ondertussen is hij dank zij de opdracht van de Keurvorst van Beieren voor ‘Idomeneo’ uit Salzburg ontsnapt aan het beknottende regime van Aartsbisschop Colloredo en aan de voogdij van zijn vader. Hij vestigt zich definitief in Wenen, trouwt met Konstanze Weber en ontdekt – dank zij de bibliotheek van Gottfried von Swieten - Johann Sebastian Bach. Het is een Weense periode waarin succes (zijn grote pianoconcerti) afwisselt met fiasco (‘Le Nozze di Figaro’) en waarin Mozart ook voortdurend financiële problemen heeft. Maar ondertussen stapelen de meesterwerken zich op: de Praagse symfonie, het Kroningsconcerto, ‘Eine kleine Nachtmusik’ en talrijke kamermuziekwerken, waaronder de zes kwartetten die hij opdraagt aan Joseph Haydn. Tussen ‘Le Nozze di Figaro’ en ‘Don Giovanni’ schrijft hij een geïsoleerd kwartet, het ‘Hoffmeister kwartet’. Zijn reis naar Berlijn in 1789 waar hij postuleert voor een post aan het Pruisische Hof ligt aan de basis van zijn laatste kwartetten, de drie Pruisische kwartetten opgedragen aan de cello-spelende koning Friedrich Wilhelm II
van Pruisen en geschreven in de jaren 1789-1790 toen hij na een ontgoochelende reis in Wenen teruggekeerd was. De zes Haydnkwartetten staan ongetwijfeld op eenzame hoogte in Mozarts kamermuziek en zelfs in het genre in het algemeen. De Pruisische kwartetten halen niet hetzelfde niveau maar ze hebben een heel aparte charme doordat ze rekening houden met het feit dat de opdrachtgever een cellist was. Vooral de prachtige liedklank van de cello heeft Mozart tot uiting gebracht. Het Strijkkwartet in D, KV575 is het eerste van de drie en Mozart schrijft het onmiddellijk na zijn thuiskomst in Wenen. De twee andere kwartetten ontstaan pas twee jaar later in een van de meest ellendige periodes van zijn leven. Mozart zit in geldnood zodat hij de kwartetten voor een te lage prijs van de hand moet doen. Ook zijn moraal zit diep in het rood en dat is zeker mee de oorzaak dat de reeks slechts uit drie kwartetten bestaat en niet uit de geplande zes. Niettegenstaande de weinig hoopvolle situatie waarin het kwartet KV575 ontstond, laat het alleen maar vrolijke klanken horen. Volgens sommige musicologen gaat het om een ‘glimlach van de sfinx’, geheimzinnig en glad, ongrijpbaar. Drie van de vier delen hebben de aanduiding ‘Allegretto’, een aanduiding die zeker bij de twee hoekdelen verwijst naar een en al speelvreugde. Het eerste 'Allegretto' begint met een simpel thema waar ritmisch mee gespeeld wordt en dat in combinatie met een verleidelijke melodie in de viool het eerste deel beheerst en tot een vrolijk geheel maakt. De cello past zich met opvallende accenten mooi in het speelse thema in. Het 'Andante' is een vrij onopvallend traag deel waarin de verwijzing naar het lied ‘Das Veilchen’ (KV476) het meest aparte aspect is. Dan volgt een hoofs-elegant menuet met een paar brutale tonale breuken en bij het begin van de tweede herneming lijkt plots het masker van de elegantie te vallen. Maar verder is het opnieuw het mondaine dat regeert en het trio waarmee het deel afsluit moet als een feest voor de vorst geklonken hebben. Het 'Allegretto'-slotdeel vertrekt met een thema dat erg verwant is met het beginthema en dat de cello nog eens extra bedient. In plaats van een tweede thema wordt het eerste licht gewijzigd hernomen in de tweede viool. De energie en de originaliteit waarmee steeds hetzelfde thema terugkeert, geeft een intensiteit aan het kwartet dat in de eerste drie delen ontbrak. Alsof Mozart zich in dit slotdeel herpakt en zijn best doet om er toch nog een persoonlijk en boeiend werk van te maken, zodat de luisteraar met de slotindruk achterblijft van een betoverend kwartet. Droefheid met een sprankel levenslust Wolfgang Amadeus Mozart, Strijkkwintet nr 4 in g, KV516 Het strijkkwintet is nog een vrij nieuwe muziekvorm in Mozarts tijd. Het vindt – zoals wel meer instrumentale vormen – zijn oorsprong in de Koning Friedrich Wilhelm II van Pruisen (1744-1797). Ets van Sintzenich naar Schröder.
vocale muziek van de barok, met name het vijfstemmige madrigaal. Ook de Elisabethaanse consortmuziek is een directe voorloper van dit kamermuziekgenre. In de achttiende eeuw is het Michael Haydn, die in 1773 de eerste meesterwerken schrijft in het genre en zijn drie kwintetten zijn duidelijk een direct model voor Mozarts eerste kwintet en zelfs voor zijn volgende. Eigenaardig genoeg heeft de meester van het kwartet, Joseph Haydn, nooit kwintetten geschreven. Zogezegd omdat er geen bij hem besteld werden, maar een realistischer reden is waarschijnlijk omdat Boccherini er in zijn tijd de absolute specialist van was. Zijn voorliefde voor de altviool verklaart voor een deel dat Mozart aangetrokken is tot deze kamermuziekvorm. Hij hield ervan zelf de altvioolpartij te spelen als in Wenen zijn kwartetten uitgevoerd werden en bovendien besteedde hij altijd veel zorg aan de uitwerking van de middenstem in al zijn composities. Toen hij na de compositie van zijn Haydn-kwartetten de mogelijkheden van het kwartet zowat uitgeput vond, was de tijd rijp om het kwartet met een ander instrument uit te breiden en hij bereikt met zijn kwintetten dan ook het summum van de kamermuziek. Zijn Vierde Strijkkwintet KV516 staat in g-klein, de toonaard die vaak geassocieerd wordt met een tragische betekenis en dat is ook zo bij de componist van ‘Don Giovanni’. Het is ontstaan in een periode waarin zijn vader Leopold doodziek was en in de brutaliteit van het kwintet lijkt Mozart de sombere gevoelens en diepe angst te willen bezweren. De sereniteit van het vorige kwintet is helemaal verdwenen ten voordele van ontreddering. Mozart voltooit het Kwintet KV516 op 16 mei 1787, exact vier weken na zijn vorige kwintet KV515 en het kan dus geenszins geïnspireerd zijn door de dood van Leopold, die pas plaatshad op 28 mei 1787. Het vrolijke slotdeel zou trouwens helemaal niet gepast zijn als eerbetoon aan een overleden vader. Maar er was wel de tragiek van de dood van zijn derde kind en bovendien werd hij verlaten door een van zijn voorkeurszangeressen, Nancy Storace, die naar Londen vertrok. Mozart heeft in zijn kwintet geworsteld om de onontkoombare tragiek voor zich uit te schuiven en zo zet hij het menuet als tweede deel. Bovendien zet hij aan het begin van de finale een 'Adagio', waardoor er twee trage delen op elkaar volgen, een unicum in de instrumentale muziek van de klassieke periode. Zo sluit Mozart zich als het ware onontkoombaar op in een onoplosbaar spiritueel conflict. Maar de uitkomst voor de realistische en levenslustige Mozart blijft verder te leven en te creëren. Een koortsachtig thema zet het werk in tegen een achtergrond van achtste noten die een triomfantelijk gevoel geven. De gejaagdheid wordt steeds intenser na elke vergeefse ontsnappingspoging van de noodlottige g-klein. Dit hoofdthema blijft het hele eerste deel domineren. Het 'Menuetto' begint als een sombere klaagzang maar besluit met een hemels troostende melodie. Dan volgt een subliem 'Adagio' met een dieptreurig thema dat getemperd in elk instrument weerklinkt. Een heerlijke cantabile
melodie blijft in dezelfde droeve sfeer tot de eerste viool een lichtpunt speelt, dat onmiddellijk door een pijnlijk motief de kop ingedrukt wordt. Mozart bereikt hier dank zij de geraffineerde ritmen en harmonieën een lyriek die bijna Schumanniaans is. Alfred Einstein spreekt naar aanleiding van dit deel over het “gebed van een eenzame ziel omgeven door een afgrond”. De droeve slepende muziek laat de toehoorder ademloos achter. Hierop is er alleen kracht genoeg voor opnieuw een 'Adagio', dat de klagende toon bevestigt en in g-klein met scherpe intensiteit versterkt. Dan vindt Mozart een uitweg: na 38 maten ontspringt plots een 'Allegro' in G-groot met onbezorgde vrolijkheid. Deze onverwachte uitkomst heeft in de muziekanalyse veel inkt doen vloeien, maar de opgewekte wending kan Mozart niet aangewreven worden als geveinsd. Hij blijft oprecht tegenover zichzelf en de toehoorder en overtuigt ons met een opflakkering van vitaliteit: de componist laat zich niet de dieperik inwerken door de treurnis van een kwintet, vrij en lucide triomfeert hij. De diepgewortelde levenslust van Mozart krijgt ultiem bevestiging.
Jerusalem Quartet Alexander Pavlovski, Sergej Bresler viool Amihai Grosz altviool Kyril Zlotnikov cello Het Jerusalem Quartet werd opgericht binnen het kader van de ‘Young musicians’ Group of the Jerusalem Music Centre’ en de ‘America-Israel Cultural Foundation’ in samenwerking met het Rubin Conservatorium van Jerusalem, waar het kwartet studeerde bij Avi Abramovitsj. Het kwartet vervolmaakte zich in masterclasses bij Isaac Stern, György Kurtág, Michael Tree, Henry Meyer en leden van het Amadeus Quartet. In 1996 won het Jerusalem Quartet de eerste prijs op de Jerusalem Academy Chamber Music Competition, waarna nog meerdere prijzen volgden, waaronder de eerste Borletti-Buitoni Trust Award in 2003, met daaraan verbonden belangrijke concerten in Londen, Konzerthaus Wien en Concertgebouw Amsterdam. Intussen is het Jerusalem Quartet vaste gast in concerthuizen als Wigmore Hall Londen, Herkulessaal München, Berlin Konzerthaus, Tonhalle Zürich, Carnegie Hall New York, Châtelet Parijs, Beethovenhalle Bonn. Het Jerusalem Quartet gaf concerten aan de zijde van Jessye Norman, Daniel Barenboim, Elena Bashkirova, Tabea Zimmermann, Natalia Gutman, Itamar Golan, Prazák en Vermeer Kwartet. Tijdens het seizoen 2009/10 geeft het Jerusalem Quartet een reeks concerten onder de titel Mozart Plus met strijkkwartetten en -kwintetten van Mozart in de Wigmore Hall in Londen, in Amsterdam, Rotterdam, München, Zürich en andere Europese steden. Het Jerusalem Quartet heft een exclusief contract met Harmonia Mundi afgesloten. Hun laatste opname van Haydns strijkkwartetten (Vol.2) won een Diapason d’Or en hun cd met Schuberts ‘Der Tod und das Mädchen’ en de ‘Quartettsatz’ won de Echo Classic Award in 2009 en was Editor’s Choice in Gramophone Magazine in juli 2008. Hun opname van kwartetten van Sjostakovitsj won de kamermuziekcategorie van de BBC Music Magazine Awards in 2007. www.jerusalemstringquartet.com
Lawrence Power Lawrence Power is een van de bekendste Britse altviolisten van vandaag. Hij heeft prijzen gewonnen op verschillende internationale wedstrijden zoals de Maurice Vieux Altviool Wedstrijd in Parijs en hij werd in 1999 de eerste Britse winnaar van de William Primrose International Viola Competition in Canada. Hij werd geselecteerd voor het BBC ‘New Generations’ programma dat hem de mogelijkheid gaf met verschillende BBC orkesten op te treden, en recitals in binnen- en buitenland te geven. Na zijn debuut als solist bij The Philharmonia in Londen, heeft hij opgetreden met onder andere The London Symphony Orchestra, BBC Symphony, BBC National Orchestra of Wales, BBC Scottish, Royal Liverpool Philharmonic, Norwegian Radio, City of Birmingham Symphony Orchestra, Verbier Festival Kamerorkest, Lucerne Festival Strings, Musica Vitae Kamerorkest, English Chamber Orchestra, Scottish Chamber Orchestra, Center Symphony of New York en New Zealand Symphony. Ook heeft hij samengewerkt met dirigenten als Oliver Knussen, Frans Brüggen, Leonard Slatkin, Ilan Volkov, Martyn Brabbins, James Judd, Gerard Schwartz en Jan Pascal Tortelier. Recent heeft hij als solist nog opgetreden bij de BBC Proms, in het Concertgebouw Amsterdam, het Mann Auditorium, Tel Aviv en in het Jerusalem Theatre. Naast zijn solocarrière is hij een veelgevraagd chambrist, en speelt hij zowel in het Nash Ensemble als in het Leopold String Trio. Power bespeelt een zeldzame altviool van de Bolognese maker Antonio Brensi uit ongeveer 1610.
binnenkort in desingel mendelssohn
Fauré Quartett & friends & Warre Borgmans
Dirk Mommertz piano Erika Geldsetzer viool Sascha Frömbling altviool Konstantin Heidrich cello Vladimir Mendelssohn altviool Nabil Shehata contrabas Warre Borgmans verteller F Mendelssohn Pianokwartet nr 2 in f, opus 2 Pianosextet in D, opus 110 Met fragmenten uit de briefwisseling Goethe-Mendelssohn, voorgelezen door Warre Borgmans
© Kasskara
do 25 mrt 2010 / 20 uur/blauwe zaal € 20, 15 (basis) / €15, 10 (-25/65+) / €8 (-19 jaar) inleiding Adeline Boeckaert / 19.15uur / foyer de kunsthaven
De kunstcampus groeit + 12.000 m2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Artesis Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen.
Permanente toelichting vestiaire deSingel wo>zo/14>18 uur & aansluitend bij voorstellingen/concerten
2009-2010 architectuur theater dans muziek
deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be
[email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors