Biologie
“
Je vleugels uitslaan na je studie? Check in dit boekje de carrière van oudstudenten biologie en zie welke richtingen je allemaal op kan!”
Algemene informatie
Biologen zijn op verschillende terreinen inzetbaar. In onderstaande overzichten zie je waar biologie afgestudeerden binnen 5 jaar na hun afstuderen terecht komen.
Werkgever (sector) Universiteit Onderzoeksinstituut Onderwijs Overheid Ingenieurs- en adviesbureaus Organisaties & verenigingen
43% 22% 6% 5% 5% 2%
Agrarische bedrijven Voedingsmiddelenindustrie Overige industrie Financiële dienstverlening Overige commerciële dienstverlening
3% 2% 8% 2% 5%
Functies
7% Overig 1% Vakspecialist 2% 4%
Promovendus
38%
Zelfstandige/Freelancer Commerciële functie
2% Informaticus 5% Beleidsmedewerker 10% Voorlichter/Adviseur/PR 5%
Onderzoeker 26%
Docent, Dicactisch medewerker
Bron: KLV, 2011
Tekst: Wageningen UR | Ontwerp: Identim | Foto’s: Wageningen UR, Shutterstock
Biologie
MARTINE KOS | 2007 NEDERLANDS INSTITUUT VOOR ECOLOGIE (NIOO-KNAW), WAGENINGEN Sinds 2012 werk ik als onderzoeker aan het Nederlands Instituut voor de Ecologie (NIOO-KNAW) in Wageningen. Ik werk aan de ecologie van de plant Jakobskruiskruid. Jakokskruiskruid hoort thuis in de Nederlandse natuur, maar kan een serieus probleem opleveren voor het natuurbeheer, omdat deze giftig is voor grote grazers zoals koeien en paarden. We willen graag weten waarom deze plant op sommige plaatsen zo dominant voorkomt, hij overheerst dan de gehele vegetatie. Ik richt me daarbij vooral op de interacties van Jakokskruiskruid met bovengrondse (zoals insecten) en ondergrondse organismen (zoals schimmels en bacteriën). Mijn onderzoek is een leuke combinatie van veldwerk, experimenten in de kas, gedragsonderzoek met insecten, chemische en moleculaire analyses in het lab, en uiteraard alles proberen zo helder mogelijk op te schrijven in publicaties. PETRA KET | 1989 VERENIGING VAN NATUURMONUMENTEN, COÖRDINATOR BELEIDSBEÏNVLOEDING Ik ben als medewerker extern beleid werkzaam bij Vereniging Natuurmonumenten in de provincies Noord-Holland en Utrecht. Ik behartig de belangen van de natuur en van Natuurmonumenten in allerlei projecten en overleggen met o.a. provincies, gemeenten en waterschappen. Eigenlijk ben ik een lobbyist voor de natuur. Ik doe dit samen met collega’s die specialist zijn (bijvoorbeeld ecoloog of hydroloog) en de boswachters die concrete herstel- en inrichtingsprojecten uitvoeren. Zij hebben de kennis en ik zorg dat die op de juiste plekken komt en op de juiste manier.
3
ILONA LUNENBURG | 2008 GYMNASIUM BERNRODE, 1STE GRAADS DOCENT BIOLOGIE Als eerste graads docente biologie mag ik les geven in de bovenbouw van havo en vwo. Het is echt ontzettend leuk om te zien dat je leerlingen enthousiast kan maken voor je vak en om te zien dat ze mooie cijfers kunnen halen voor het examen. Naast het lesgeven help ik leerlingen bij profielwerkstukken, ben ik mentor van een eerste klas en ga ik mee met zoveel mogelijk buitenschoolse activiteiten (zoals de Rome reis!). GEERT HANNINK | 2009 MSD, DATA MANAGEMENT SERVICES LEAD Mijn werk bestaat uit het opzetten en begeleiden van “Late Stage Clinical Trials”. Dit zijn grote patiënten onderzoeken die globaal worden uitgevoerd waarbij we kijken naar de effectiviteit en veiligheid van een nieuw geneesmiddel of medische uitrusting. Als blijkt dat dit middel effectief is tegen een bepaalde aandoening en voldoende veilig wordt geacht kunnen wij alle onderzoeksgegevens indienen bij de desbetreffende overheidsinstantie, zoals bijvoorbeeld de Food and Drug Administration (FDA) in de Verenigde Staten van Amerika. Als deze instantie goedkeuring verleent mogen wij het medicijn vervolgens verkopen op de markt. Zo’n onderzoek is ontzettend veel werk en kost miljoenen euro’s - de totale ontwikkelingskosten per medicijn zijn gemiddeld zo’n 1 miljard euro - dus werk ik samen met veel collega’s en externe partijen. Mijn specialisme in het team is het stroomlijnen van onderzoeksgegevens die worden verzameld door de artsen in ziekenhuizen of klinieken en welke uiteindelijk de basis zijn voor de analyse en indiening bij de overheidsinstanties. Het is erg inspirerend om samen te werken met verschillende mensen over de hele wereld en deel uit te maken van ontzettend grote projecten, welke er uiteindelijk voor moeten zorgen dat steeds meer mensen toegang krijgen tot steeds betere medicijnen. 4
RIK OP DEN CAMP | 2007 WAGENINGEN UR, PROMOVENDUS Na zijn master Biologie besloot Rik op den Camp een PhD te gaan doen bij Wageningen University. Bij de leerstoelgroep Moleculaire Biologie doet hij onderzoek naar wortelknolletjes. In wortelknolletjes werken specifieke bacteriën (van het geslacht Rhizobium) samen met planten. De bacteriën kunnen stikstof uit de lucht halen (fixeren). Stikstof is een zeer belangrijke bouwsteen voor de plant, het hoofdbestanddeel van kunstmest. Planten kunnen deze stof alleen uit de grond halen. Door de samenwerking met de stikstof fixerende bacteriën in de wortelknolletjes zijn de planten in staat om ook op stikstofarme grond te groeien. De bacteriën profiteren ook van deze samenwerking: zij krijgen voedingsstoffen van de plant. Een win-win situatie dus! In zijn onderzoek kijkt Rik naar deze samenwerking tussen deze planten en bacteriën. “Ik kijk naar de evolutie, naar specifieke planten die deze samenwerking met bacteriën wel of juist niet hebben en heb deze planten onderling vergeleken.” GERCO DEN HARTOG | 2008 WAGENINGEN UR, PROMOVENDUS Mijn onderzoek gaat over allergie veroorzaakt door bepaalde eiwitten van mosselen. Allergie is een overreactie van het immuunsysteem op onschuldige eiwitten uit bijvoorbeeld voeding. Ik onderzoek welke eiwitten van mosselen allergie kunnen veroorzaken en vergelijk verschillende mosselsoorten en hun groeicondities. Om deze allergeniciteit te testen gebruik ik bloed van allergische patiënten. Daar haal ik immuuncellen uit, waar ik vervolgens mosseleiwitten aan toevoeg. De immuuncellen van allergische patiënten reageren hier anders op dan immuuncellen van niet-allergische mensen. Dus ik probeer te ontdekken wat de invloed van gene-environment van de mossel is op de afweerreactie van allergische patiënten.
5
MEREL GIJSEN | 2008 PRMA CONSULTING (FLEET, HAMPSHIRE, GROOT BRITTANNIË), ANALYST Na vier jaar als research assistant aan de Oxford universiteit te hebben gewerkt, ben ik begonnen als analist bij PRMA Consulting. PRMA Consulting is een adviesbureau dat farmaceutische bedrijven steunt bij het verzamelen en presenteren van bewijs voor hun nieuwe medicijnen. Voordat een nieuw medicijn gebruikt mag worden, is er in veel landen een commissie die beoordeeld wat de voordelen van het nieuwe medicijn zijn en of die opwegen tegen de kosten voor de patiënt en het ziekenzorgsysteem. Verschillende landen stellen verschillende eisen aan het dossier dat de bedrijven in moeten leveren en dat maakt het proces vrij onoverzichtelijk. PRMA Consulting helpt de bedrijven om de juiste informatie te verzamelen en op de juiste manier in te dienen, om zo de kans te vergroten dat het medicijn gebruikt zal worden en het bedrijf een goede prijs kan vragen. Als analist help ik bij het verzamelen van informatie en het schrijven van rapporten. MICHIEL WALLIS DE VRIES | 1986 DE VLINDERSTICHTING, SENIOR PROJECTLEIDER – BUITENGEWOON HOOGLERAAR Ik werk bij De Vlinderstichting aan projecten rond de bescherming van bedreigde vlindersoorten en adviseer het natuurbeleid en terreinbeherende organisaties. In dat kader voer ik, mede via studentenonderzoek, verdiepend ecologisch onderzoek uit aan vlinders en andere insectengroepen. De kern daarvan is om populatietrends te verklaren in relatie tot klimaatverandering, stikstofdepositie en landgebruik. De kennis die daaruit voort vloeit kan worden benut voor een effectiever natuurbeleid en terreinbeheer. Als buitengewoon hoogleraar Ecologie en Bescherming van Insecten aan het Lab voor Entomologie van Wageningen University werk ik aan de verdere ontwikkeling van dit nog jonge onderzoeksgebied en zet ik mij in om via het onderwijs de studenten daarbij te betrekken.
MEREL OORTVELD | 2008 NIJMEGEN UNIVERSITEIT, PROMOVENDUS Ik doe onderzoek naar de genetische basis van verstandelijke handicaps bij mensen. Mutaties in meer dan 400 genen kunnen leiden tot verstandelijke handicaps. Helaas is er niet veel bekend over de precieze functie van deze genen in de hersenen. Om daar meer over te weten te komen, schakelen wij deze genen uit in bepaalde hersengebieden en zenuwcellen van fruitvliegen. De vliegen zijn heel geschikt als model voor ons om mee te werken omdat de basismechanismen in de hersenen van fruitvliegen voor een heel groot deel overeenkomen met die van menselijke hersenen en omdat ze een korte generatietijd hebben. We bestuderen in deze vliegen verschillende aspecten zoals het functioneren van de zenuwcellen, de vorm van bepaalde hersenstructuren en gedrag. GIJS KOS | 2006 ARCADIS, SPECIALIST ECOLOGIE ARCADIS is groot internationaal advies- en ingenieursbureau en is betrokken bij veel ruimtelijke projecten zoals de aanleg van woonwijken en wegen, het ontwerp en de bouw van stations en het uitvoeren van milieustudies. Voordat met een ruimtelijke ingreep kan worden begonnen, moet eerst onderzoek gedaan worden, omdat bepaalde flora, fauna en natuurgebieden in Nederland beschermd zijn. Ik ga daarom ter plekke kijken of in het gebied beschermde flora en/of fauna voorkomt en bepaal wat het effect van de ingreep is op de soorten en hun leefgebied. Mijn veldwaarnemingen combineer ik met een bureaustudie, ik onderzoek op welke manier we de beschermde soorten zo goed mogelijk kunnen ontzien of kunnen compenseren. Ik stel vervolgens een natuurtoets of een compensatieplan op of ik vraag een ontheffing aan voor de werkzaamheden. Wat mijn werk zo leuk maakt is dat het veldwerk en bureauwerk combineert en dat ik een bijdrage kan leveren aan actuele maatschappelijke vraagstukken. 8
MARISSA GIESEN | 2008 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, BELEIDSMEDEWERKER NATURA 2000 Meewerken aan een mooiere natuur, in Nederland en daarbuiten: dat is waarom ik biologie ben gaan studeren. Na mijn studie ben ik als Rijkstrainee begonnen bij het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit traineeprogramma houdt in dat ik in twee jaar tijd op vier verschillende projecten binnen de overheid werk en zo ervaring op doe als beleidsmedewerker. Momenteel werk ik aan het project om Natura 2000-gebieden (beschermde natuurgebieden) op de Noordzee te realiseren. Dit betekent dat ik samen met de wetenschap, vissers, natuurorganisaties en alle andere betrokkenen bespreek wat we willen beschermen en welke maatregelen we hiervoor moeten nemen: precies wat ik wilde doen toen ik begon met studeren. INGRID GOOSSENS | 2002 NOVARTIS PHARMA BV, DRUG REGULATORY AFFAIRS MANAGER Ik ben werkzaam als registratiemanager bij een farmaceutisch bedrijf Novartis Pharma BV te Arnhem. Hierbij ben ik verantwoordelijk voor de registratieprocedures van bepaalde geneesmiddelen binnen Nederland. Er komt heel veel bij kijken waaronder wetenschappelijk overleg met de overheid (College ter beoordeling van geneesmiddelen), indienen van veranderingen ter beoordeling, beoordelen van dossiers en reclamemateriaal, het schrijven van de productkenmerken voor artsen, bijsluiters en verpakkingsteksten, etc. etc.
9
FEDOR GASSNER | 2006 RIVM, ONDERZOEKER INFECTIEZIEKTEN Na mijn afstuderen kon ik meteen als junior onderzoeker aan de slag in het onderzoek aan teken en de ziekte van Lyme bij het Lab voor Entomologie bij de Wageningen University. Na 1,5 jaar werd mijn junior onderzoeker- project omgevormd tot AIO project, waarin ik eind 2010 promoveerde. In 2011 werkte ik bij de leerstoelgroep Milieusysteemanalyse in een leuk team voor de Natuurkalender en natuurbericht.nl. In januari 2011 kon ik bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan de slag onderzoeker infectieziekten. Binnen het RIVM werk ik bij het Centrum Infectieziekte bestrijding aan alles wat met teken en de ziekte van Lyme te maken heeft: onderzoek, richtlijnen, voorlichtingsmaterialen en diverse overleggen. Erg leuk, want door mijn biologische kennis te gebruiken kan ik nu meehelpen met het maken van landelijke voorlichtingsmaterialen en meedenken over hoe we nou de ziekte van Lyme terug moeten dringen. Zo hebben we vorig jaar een mooie voorlichtingsfilm en een “serious game” gemaakt! De microbiologie (afstudeer)vakken komen ook weer mooi van pas als het zo nu en dan eens over een andere infectieziekten gaat. Af en toe geef ik ook lezingen en cursussen over teken en de ziekte van Lyme, want zo houd je goed contact met de mensen waar de voorlichting voor bedoeld is en kom ik –zoals het een bioloog betaamt- af en toe ook nog lekker in het bos! NIELS HINTZEN | 2007 IMARES, VISSERIJBIOLOOG Ik werk op de afdeling visserij waar ik veel onderzoek doe naar het beheer van visbestanden en mariene ecosystemen. Hier proberen we met complexe computermodellen te analyseren hoe we tegelijkertijd natuurwaarden kunnen behouden of herstellen maar ook een economisch doel (zoals de visserij) kunnen dienen. Uiteraard gaat dit alles in overleg met zowel de beheerder (vaak ministerie van EL&I) alsook de belanghebbenden (de visserijsector). 10
HELENE HIWAT | 1996 MINISTRY OF HEALTH MALARIA PROGRAM, ENTOMOLOGIST (SURINAME) In 1997 ben ik als Curator Invertebraten bij de Nationale Zoölogische Collectie van Suriname in dienst gekomen. Hier heb ik 8 jaar gewerkt aan het opbouwen van een insecten-collectie en aan biodiversiteits-onderzoek in het binnenland. Sinds 2005 werk ik als Entomoloog voor het malaria-programma van Suriname aan muskieten populatie-, gedrags- en resistentie-onderzoek. Sinds kort is dat onderzoek gericht op (illegale) goudmijnlocaties in het binnenland, omdat malaria daar nog veelvuldig voorkomt. STEPHAN VAN DUIN | 2008 SCIENCE CENTER NEMO: CURATOR DUURZAAMHEID EN INNOVATIE / ZELFSTANDIGE: WETENSCHAPSJOURNALIST/OUTREACH PROFESSIONAL Als ‘outreach professional’ hou ik me graag bezig met het vertalen van wetenschappelijke ontwikkelingen naar een breed publiek. Dat doe ik voornamelijk via de journalistiek door het schrijven van artikelen voor allerlei bladen en magazines, maar ook door het organiseren van evenementen zoals de Museumnacht voor Science Center NEMO. Bij dit museum ben ik nu ook curator of programmamaker Duurzaamheid en Innovatie. Dat betekent dat ik een eigen zaal heb waar ik verantwoordelijk voor ben: doen alle tentoonstellingsonderdelen het goed? Kunnen we vernieuwen of verbeteren - en hoe? Wat zijn nieuwe ontwikkelingen die goed in mijn zaal passen? Hoe groen is de organisatie NEMO eigenlijk? Het is erg leuk om aan een publiek van (honderd)duizenden een stukje van jouw kennis door te geven, en om te zien hoe ze enthousiast worden voor het onderwerp wat jij zo lief hebt!
11
ELINE DE VOS | 1997 CORN. BAK BV – BROMELIACEAE, ONDERZOEKER Als wereldmarktleider in de veredeling en jonge plantenproductie van Bromelia’s, is Corn. Bak BV het aan zijn stand verplicht om gedegen en gefundeerde teeltadviezen aan zijn klanten te verstrekken. Hiertoe heeft het twee academisch geschoolde onderzoekers in dienst, waarvan ik hier het langst werkzaam ben. Omdat elke Bromelia cultivar andere eisen stelt aan nutriëntensamenstelling, klimaat en substraat, heb ik de beschikking over 4 proefkassen waarin ik alle mogelijke teeltomstandigheden kan variëren en op deze manier onderzoeken hoe een cultivar het best geteeld kan worden. Met deze kennis kan ik vervolgens klanten over de hele wereld helpen bij alle voorkomende teeltproblemen en hen adviseren over de manieren waarop zij in hun specifieke omstandigheden de plantkwaliteit kunnen optimaliseren. TIM BOSSINGA | 2007 ADVISEUR BIOLOGISCHE GEWASBESCHERMING Na het algemene biologie deel van de opleiding kwam ik erachter dat mijn interesse het meest uitging naar de entomologie (insectkunde). Via een stageplek ben ik in contact gekomen met mijn huidige werkgever en kon direct na mijn studie aan de slag als adviseur in de biologische gewasbescherming te Berkel en Rodenrijs. Elke dag ga ik alleen of met een collega op pad om te kijken of de insecten en andere beestjes die ik heb geïntroduceerd in bijvoorbeeld een paprikagewas wel hun werk goed doen. Als dat het geval is betekent dat dat een teler minder chemische producten hoeft te gebruiken. Dat wordt steeds belangrijker omdat supermarktketens steeds minder chemische resten op de groenten die je koopt toestaan. Naast dat je een relatie met telers opbouwt en onderhoudt, leer je tijdens een teeltseizoen elke keer nieuwe dingen. In combinatie met de kennis die je al hebt probeer je zo een goed advies te geven en ben je dus erg praktisch bezig.
WIM VERMAAS | 1982 ARIZONA STATE UNIVERSITY, HOOGLERAAR Ik ben werkzaam als hoogleraar aan Arizona State University. Dit houdt in dat ik een onderzoeksgroep leiding geef. Het onderzoek in mijn groep is gericht op de fysiologie en biotechnologische toepassingen van cyanobacteriën. Cyanobacteriën zijn fotosynthetisch en zijn vaak geschikt voor licht gedreven productie van belangrijke stoffen zoals vetten (die ook gebruikt kunnen worden voor bio-energie), carotenoïden (als kleurstof en antioxidant), etc. Naast fundamenteel onderzoek naar de rol van specifieke genen in het organisme is in de afgelopen jaren de nadruk op bioenergie gelegd: cyanobacteriën zijn heel efficiënt in de omzetting van zonne-energie en het fixeren van CO2. CHANTAL HUIJBERS | 2005 RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN, PROMOVENDUS Na mijn studie ben ik begonnen met mijn promotieonderzoek in Nijmegen. Ik doe onderzoek aan de ecologie van koraalrifvissen, waarbij gekeken wordt naar hoe en waarom vissen zich verplaatsen tussen verschillende habitatten. Hiervoor doe ik veel veld- (of eigenlijk zee-) werk, met experimenten waarin het gedrag van bepaalde vissen wordt bekeken. Het is een leuke afwisseling tussen praktisch werk (in het buitenland), analyseren van data, literatuurstudie en artikelen schrijven. Ik hoop dat we met mijn onderzoek het koraalrifecosysteem wat beter leren begrijpen!
14
IRIS DE RONDE | 2004 DIENST VASTGOED DEFENSIE, VEGETATIE-ECOLOOG Met een team van zeven ecologen inventariseren en monitoren we de natuurwaarden op defensieterreinen. Defensie bezit momenteel ongeveer 28.000 hectare grond. Vijf medewerkers houden zich bezig met de vegetatie en twee medewerkers met de fauna, en dan specifiek de broedvogels, de dagvlinders en de libellen. Ik houd me bezig met de vegetatie, dat betekent in het voorjaar, zomer en najaar het veld in. Onder andere om vegetatieopnamen te maken. We kijken dan welke verschillende hogere en lagere planten (mossen en korstmossen) in ons gebied voorkomen. We brengen de verschillende typen vegetatie of de vegetatiestructuur ook in kaart. JOOST VERBURG | 1990 GEMEENTE NIJMEGEN, BUREAUHOOFD BEDRIJVEN BIJ DE AFDELING MILIEU Ik ben werkzaam als bureauhoofd bedrijven bij de afdeling milieu van de gemeente Nijmegen. Ik geef direct leiding aan 22 medewerkers die zich bezighouden met vergunningverlening en handhaving van de Wet Milieubeheer. Door goede vergunningen te verlenen en gericht toezicht te houden op het naleven van de voorschriften (uit deze vergunningen of algemene regels) houden we Nijmegen leefbaar. Ik sta inmiddels wat los van de inhoud en hou me voornamelijk (80% van de tijd) bezig met aansturen van mijn medewerkers. De overige 20% besteed ik aan beleidsmatige onderwerpen door mee te doen aan landelijke werkgroepen die nieuwe wetgeving voorbereiden.
15
RENSKE ONSTEIN | 2011 UNIVERSITY OF ZURICH, INSTITUTE OF SYSTEMATIC BOTANY, PROMOVENDUS In de laatste maand van mijn studie, voordat ik afstudeerde, was ik bang in een zwart gat te vallen als ik klaar was, dus ging opzoek naar alle mogelijke banen om dit maar te voorkomen- als student-assistent, als (tijdelijke) docent, eventueel bij de VPRO waar ik mijn stage had gedaan, of een leuke PhD (promotieplek). Ik was er wel tamelijk zeker van dat ik uiteindelijk een PhD wilde doen, maar wanneer precies nog niet. Ik had geluk, via via kwam ik in contact met een professor in Zürich, die net op dat moment een PhD positie open had om onderzoek te doen naar de evolutie van planten. Wat drijft soortvorming? Waarom ondergaan sommige groepen een explosieve, eventueel adaptieve, ‘radiatie’, terwijl andere groepen slechts een paar soorten hebben en wellicht een grotere kans hebben om uit te sterven? Deze grootschalige vragen proberen we te beantwoorden in een fylogenetische context, door gebruik te maken van DNA, distributie-data, morfologische/fysiologische data en fossielen. Ondertussen ben ik halverwege mijn onderzoek, en geniet van de uitdaging, de filosofie en de mogelijkheden die een PhD met zich mee brengen: conferenties in Brazilië, veldwerk in Zuid-Afrika, inspirerende discussies en zo nu en dan wat stress om te publiceren.
IRIS DE WINTER | 2012 WAGENINGEN UNIVERSITY, PROMOVENDUS Al vrij snel in mijn Master Biology wist ik dat ik graag verder wilde met een PhD onderzoek. Ik heb voor een cursus en voor mijn afstudeervak gewerkt in Madagaskar en ben gefascineerd geraakt in de unieke soortenrijkdom van dit eiland, en in het bijzonder in de endemische lemuren. Aan de andere kant heeft het mij geraakt dat menselijke verstoringen het natuurlijke habitat van deze dieren in Madagaskar met een enorme snelheid aantast. Ik wil me heel graag inzetten voor het beschermen van de nog overgebleven natuur. Ik ben daarom begonnen aan een promotie onderzoek, waarin ik kijk naar de gevolgen van menselijke verstoringen op de parasieten die lemuren bij zich dragen. Hierbij kijk ik ook naar het mogelijke risico van de overdracht van parasieten en ziekten van lemuren op mensen, maar ook andersom, dus van mensen (en hun vee en huisdieren) naar wilde lemur populaties. Hiervoor doe ik veel veldwerk in Madagaskar, wat ik afwissel met het identificeren van parasieten en het uitwerken van data in Nederland. De resultaten hiervan wil ik graag gaan publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. Ik hoop met dit onderzoek meer inzicht te krijgen in de factoren die parasieten prevalenties in een natuurlijk systeem verhogen, om hiermee de bescherming van zowel lemuren als hun leefgebied te kunnen verbeteren.
18
ASTRID VAN DEN BROEK | 1993 GG&GD, WIJKGEZONDHEIDSMEDEWERKER Ik werk als wijkgezondheidswerker bij de GG&GD Utrecht, in de wijk Overvecht. Daar werk ik aan het bevorderen van gezond leven en een gezonde leefstijl van bewoners in de wijk. Met allerlei partnerorganisaties in de wijk en soms direct met bewoners. Belangrijke thema’s zijn: gezond gewicht, gezonde voeding, stimuleren van sport en beweging, psychosociale gezondheid. Er komt steeds meer aandacht voor gezondheid in de wijk, zowel op beleidsniveau als op scholen, bij welzijnswerk en bij wijkbewoners. IVO TIEBOSCH | 2001 UMC UTRECHT, DOCENT ZOÖLOGIE Na mijn studie biologie ben ik in Utrecht het ‘International Teacher Education Program’ gaan doen. Ik heb een aantal jaren voor de klas gestaan op de middelbare school en de universiteit. Daarna ben ik gaan promoveren, ik wilde graag inhoudelijk doorgroeien. Ik vind promoveren een mooie kans om zelf een nuttig aandeel te hebben aan de algehele wereldkennis. Voor de Hartstichting heb ik de effecten van ontstekingsremmers op de uitkomst naar een beroerte in kaart gebracht. Na een succesvolle afronding ben ik begonnen op de Hogeschool Utrecht, een terugkeer naar het onderwijs. Ik vind het leuk om onderwijs te geven wat nauw in verbinding staat met wetenschappelijk onderzoek. Op de HU geef ik vooral vakken binnen de zoölogie, met name fysiologie. De vakken die ik bij biologie bij de afstudeerrichting dierkunde hebt gevolgd sluiten erg goed aan bij de vakken die ik hier geef. Als Wagenings bioloog leer je goed verbanden leggen. Daarnaast kon ik toen al erg veel sturing geven de vakken die ik volgde, dit heeft me geleerd mijn eigen interesses te volgen. Bovendien heb ik binnen de opleiding al kennis mogen maken met onderwijs, waardoor ik wist dat lesgeven een goede keuze voor mij was.
19
Bachelor
Master
Je vlucht begint bij biologie! www.wageningenuniversity.nl