www
5-14
Welke gladiatoren zie je? In deze opdracht gaat het om het herkennen van verschillende soorten gladiatoren.
OPDRACHT A
Voor het uitvoeren van deze opdracht leer je kenmerken van zes soorten gladiatoren kennen. Gebruik hiervoor de volgende bladzijde. Beantwoord de volgende vraag: Welke beschrijving hoort bij welke soort gladiator? Schrijf de juiste naam onder elke tekening van een gladiator.
OPDRACHT B
In deze opdracht pas je de kenmerken van opdracht A toe op een aantal beeldbronnen uit de Romeinse tijd. Gebruik hiervoor de volgende twee bladzijden. Op elke beeldbron (zie ‘Gladiatoren in Romeinse bronnen’) staan een of meer gladiatoren. Beantwoord de volgende vraag: Welke soort gladiator of soorten gladiatoren kun je op elke beeldbron ontdekken? OPDRACHT C
Gladiatorengevechten hebben al lange tijd de interesse van een groot publiek. Linksonder een bekend schilderij uit de 19de eeuw, rechtsonder een dvd-hoes van Gladiator, een film die een groot publiek trok. In deze opdracht kun je nagaan in hoeverre de gladiatoren in deze film historisch zijn. Lijken de filmgladiatoren op gladiatoren uit de Romeinse tijd? Voor deze opdracht kun je gebruik maken van: – vijf beeldbronnen (zie ‘De gladiatoren in Gladiator’); – zo mogelijk de film op dvd of YouTube..
1 Als je filmfragmenten kunt zien: in welke filmfragmenten zie je de meeste overeenkomsten met Romeinse beeldbronnen? 2 a Vind je dat de filmmakers zich goed gehouden hebben aan de Romeinse bronnen? Licht je antwoord toe. b Welke verklaring(en) kun je daarvoor bedenken? c Ben je het met de makers eens of zou jij het anders hebben gedaan? Licht je standpunt toe.
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
Kenmerken van gladiatoren Beschrijving A (Thraciër) Hoofd: helm met maanvormige kam met griffioenkop, grote rand boven ogen en in de nek, opengewerkt vizier. Lichaam: alleen lendendoek met riem Armen: bescherming rechterarm eerst door gewatteerde windsels, later door metalen schakels. Benen: twee hoge beenbeschermers met daaronder gewatteerde windsels Schild: klein rechthoekig bijna vierkant schild Wapen: gebogen kort zwaard
C Secutor
Beschrijving B (Murmillo of Samniet) Hoofd: Helm met grote rechthoekige kam, grote rand boven ogen en in nek, opengewerkt vizier Lichaam: alleen lendendoek met riem Armen: bescherming rechterarm eerst door leer of gewatteerde windsels, later door metalen schakels Benen: dunne beenbeschermer rechts, dikke bescherming links Schild: groot, gebogen, langwerpig schild, beschilderd Wapen: kort tot middellang recht zwaard
D Retiarius
Beschrijving C (Secutor - achtervolger) Hoofd: Helm met lage ronde kam en zwaar gesloten vizier met alleen kleine ooggaten. Rand in de nek Lichaam: alleen lendendoek met riem Armen: bescherming rechterarm met stoffenwindsels vastgebonden met leer Benen: korte dunne bescherming rechterbeen, dikkere hogere bescherming linkerbeen Schild: groot, gebogen, langwerpig schild, beschilderd Wapen: kort tot middellang recht zwaard
F Hoplomachus
A Thraciër
Beschrijving D (Retiarius - netdrager) Hoofd: Geen helm Lichaam: Alleen lendendoek met riem Armen: Linkerarm beschermd door metalenschakels, verhoging op de linkerschouder Benen: Lage windsels om beide benen Schild: Geen schild Wapen: Drietand, kleine dolk en net Beschrijving E (Eques - ruiter) Hoofd: Helm zonder kam, rand rondom, veren aan de zijkant van de helm en opengewerkt vizier Lichaam: Bedekt met kleding van stof of harnas van schakels tot boven de knie Armen: Rechterarm beschermd door linnen of leer Benen: Korte beenkappen of windsels Schild: Rond schild Wapen: Middellang zwaard of lans Bijzonderheid: Begint het gevecht op een paard, maar in de loop van het gevecht stapt hij altijd van zijn paard af. Hij wordt bijna nooit te paard afgebeeld. Beschrijving F (Hoplomachus - zwaarbewapende) Hoofd: Helm met rand, ronde kam en opengewerkt vizier Lichaam: Lendenkleed met riem Armen: Bescherming rechterarm en schouder met metalen schakels Benen: gewatteerde beenbeschermers, hoge beenplaten Schild: Klein rond schild Wapen: Recht kort zwaard Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
B Murmillo
E Eques
Gladiatoren in Romeinse bronnen
✪
✪
beeldBron 2 Een Romeins mozaïek
✪
beeldBron 4 Een Romeins mozaïek
beeldBron 1 Een Romeins reliëf
✪
✪
beeldBron 3
Een Romeins olielampje
beeldBron 5 Een Romeins olielampje
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
De gladiatoren in Gladiator A B
C
D
E
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
www
5-14
Welke gladiatoren zie je? Antwoordmodel Antwoord opdracht b (voor apart document voor docent): Beeldbron 1: Secutor Beeldbron 2: Eques Beeldbron 3: Thraciër en Hoplomachus Beeldbron 4: Retiarius en Secutor Beeldbron 5: Thraciër Antwoord opdracht c (voor apart document voor docent): 1 Door de leerlingen 2a Er zijn geen verschillende soorten Romeinse gladiatoren in de film te ontdekken. Wel zijn bepaalde kenmerken van verschillende soorten gladiatoren min of meer te herkennen. Er zijn veel kenmerken te ontdekken die anders zijn dan in de Romeinse bronnen: – helmen met bovenop een piek in A; met een leeuwenkop en mensenmasker in C; – de (versierde) leren borstbescherming in A, B en E; – de maliënkolders in A; – de metalen geschubde bescherming van het onderlichaam in C; – het met een scherpe hoek gekromde zwaard in B (of wordt het in tweeën geslagen?). 2b Het interesseerde de makers niet of het helemaal met vroeger klopte. Als het maar een beetje leek, waren ze tevreden. Voor het filmverhaal was het al dan niet precies historisch kloppen helemaal niet belangrijk. 2c Door de leerlingen
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
www
5-9
Latijnse woorden en cijfers in onze taal Het grootste spoor hebben de Grieken en vooral de Romeinen achtergelaten in de talen van Europa. Het Italiaans, Frans, Spaans, Portugees en Roemeens stammen af van het Latijn, de taal van de Romeinen. Die talen worden daarom ‘Romaanse’ talen genoemd. Maar ook in de andere Europese talen zijn veel Latijnse woorden overgenomen. Wetenschappelijke en technische woorden zijn vooral afgeleid uit het Grieks. Het zijn er duizenden. We noemen er enkele, met de letter a beginnend: alfabet, atmosfeer, atoom, auto. Behalve deze grote sporen in de talen zijn er ook veel kleine sporen, op allerlei gebieden. Een voorbeeld van een heel klein ‘spoortje’. Een beroemd Grieks beeld is de ‘Nike’, een godin met vleugels (‘nike’ is een Grieks woord en betekent ‘overwinning’). Het staat op een ereplaats, vlak na de ingang van het Louvre-museum in Parijs.
Een sportschoenenfabrikant bedacht de naam ‘Nike’ om te suggereren dat je met schoenen van dat merk ‘op vleugels’ liep. In het schema staan in de linkerkolom Latijnse woorden. Ernaast zie je de vertalingen van de Latijnse woorden, met een letter tussen haakjes erachter. De vertalingen staan niet in de goede volgorde. Zoek de juiste vertaling bij het juiste Latijnse woord. Vul deze vertalingen in de middenkolom in, met de letters die erachter staan. Als je alle Latijnse woorden goed vertaald hebt, vormen de letters, die tussen haakjes achter de vertalingen staan, van boven naar beneden een zin. In de rechterkolom staan Nederlandse woorden die van de Latijnse woorden zijn afgeleid. Deze Nederlandse woorden kunnen je helpen bij het zoeken naar de juiste vertaling.
1 mater
11 mater (R) mater - moeder moeder (R)
1 matriarchaat
2 pausatio
22 pausatio rust (O) (O) pausatio - rust
2 pauze
3 promoveo
33 promoveo bevorderen(M) (M) promoveo - bevorderen
3 promoveren
4 littera
4 (U) 4 littera littera - letter (U)
4 lit(t)erair
5 felicitas
55 felicitas geluk (L) (L) felicitas - geluk
5 feliciteren
6 interpellatio
66 interpellatio in de derede redevallen vallen(U) (U) interpellatio - in
6 interpellatie
7 vacatio
77 vacatio vrijstelling (S) (S) vacatio - vrijstelling
7 vakantie
8 triumphus
88 triumphus zegetocht(E) (E) triumphus - zegetocht
8 triomf
9 privatus
99 privatus persoonlijk(N) (N) privatus - persoonlijk
9 privé
10 militares
10 krijgslieden(R) (R) 10 militares militares - krijgslieden
10 militair
11 machina
11 werktuig (E) (E) 11 machina machina - werktuig
11 machine
12 compensatio
12 vergoeding(M) (M) 12 compensatio compensatio - vergoeding
12 compensatie
13 catapulta
13 werpmachineofofwerptuig werptuig(U) (U) 13 catapulta catapulta - werpmachine
13 katapult
14 femina
14 vrouw (S) (S) 14 femina femina - vrouw
14 feminisme
15 conflictus
15 botsing (W) (W) 15 conflictus conflictus - botsing
15 conflict
16 congressio
16 samenkomst(A) (A) 16 congressio congressio - samenkomst
16 congres
17 architectus
17 bouwmeester(R) (R) 17 architectus architectus - bouwmeester
17 archtect
18 fraudo
18 (E) 18 fraudo fraudo - bedriegen bedriegen (E)
18 frauderen
19 defensio
19 verdediging(N) (N) 19 defensio defensio - verdediging
19 defensie
20 collectio
20 verzamelen(B) (B) 20 collectio collectio - verzamelen
20 collecte
21 historia
21 geschiedenis(R) (R) 21 historia historia - geschiedenis
21 historisch
22 pater
22 (O) 22 pater pater - vader (O)
22 patriarchaat
23 applaudo
23 in de de handen handenklappen klappen(E) (E) 23 applaudo applaudo - in
23 applaus
24 recens
24 vers (R) (R) 24 recens recens - vers
24 recent
25 aqua
25 (S) 25 aqua aqua - water (S)
25 aquarium
Ook de Romeinse cijfers worden nog steeds gebruikt. Al gebeurt dat maar weinig. En al kunnen lang niet alle mensen die cijfers meer lezen. a Welk jaartal wordt bedoeld met MCMLXXIX? 1979 Schrijf in Romeinse getallen: b het begin- en het eindjaar van de Pax Romana XXXI voor - CXCII na Chr.
Nederlandse vertaling van de Latijnse woorden: Werpmachine of werptuig (U), vergoeding (M), letter (U), verzamelen (B), samenkomst (A), moeder (R), krijgslieden (R), geluk (L), in de handen klappen (E), vrouw (S), rust (O), water (S), in de rede vallen (U), botsing (W), persoonlijk (N), vers (R), verdediging (N), zegetocht (E), vader (O), vrijstelling (S), bouwmeester (R), bedriegen (E), geschiedenis (R), bevorderen (M), werktuig (E) Welke zin ontstaat in de middenkolom als je alle Latijnse woorden goed vertaald hebt? ROMULUS EN REMUS WAREN BROERS
Manier van cijferen: – 1000 = M, 500 = D, 100 = C, 50 = L, 10 = X, 5 = V, 1 = I. – Meer dan drie gelijke letters mogen niet naast elkaar staan. De letters I, X en C mogen voor een letter met een hogere waarde staan. De waarde van de letters I, X en C moet dan afgetrokken worden van de letter met de hogere waarde: II = 2, III = 3, IV = 4 (5 - 1), XXX = 30, XL = 40 (50 - 10), MCM = 1900 (2000 - 100). – De letters V, L en D komen nooit tweemaal voor naast elkaar, omdat men er X, C en M voor schrijft.
c je eigen geboortedatum Door de leerlingen Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
www
5-2
Hoe Romeins zijn onze en andere Europese kalenders? Jongeren zijn vaak nieuwsgieriger dan ouderen. Ouderen nemen de dingen vaak zoals ze (lijken te) zijn of op de tv voorgeschoteld worden. Jongeren vragen zich meer af. Waarom gebeurt iets zoals het gebeurt? Waarom is iets zoals het is? Je zou in dat opzicht het best jong kunnen blijven. Een beetje moeilijk. Maar jezelf en anderen vragen blijven stellen, dat lijkt toch te doen. Neem nu onze kalender. Heb je je wel eens afgevraagd waarom juli en augustus allebei 31 dagen hebben? En waarom worden de 9de, 10de, 11de en 12de maand van het jaar de 7de, 8ste, 9de en 10de genoemd (september komt van het Latijnse getal 7, denk aan het Frans: sept, oktober van het Latijnse 8, enzovoort)? Wie weet, heb je je dit alles wel eens afgevraagd. En wie weet, kreeg je toen al alle antwoorden. Anders kun je nog wat van deze en de volgende opdracht opsteken.
Romeinse gegevens De namen van de maanden
Maanden van het jaar: namen verklaren
a Hiernaast volgen twaalf vakjes met Romeinse gegevens. Zet in elk leeg vakje ernaast de juiste Nederlandse naam van de maand. b Probeer van de volgende maanden te verklaren waarom ze zo zijn genoemd: januari, maart, april, mei. – januari: de eerste maand genoemd naar de god van het begin, van de poort/deur waardoor het leger trok om een oorlog te beginnen. – maart: in de maand maart begint de natuur te ontkiemen, dus genoemd naar de god van de ontkiemende natuur. – april: in de maand april openen de bloemknoppen zich. – mei: in de maand mei wordt er in de natuur veel geboren.
c Waarom wordt de negende maand in het jaar de zevende genoemd, de tiende de achtste, enzovoort? Omdat de benoeming van de maanden nog stamt uit de tijd van de Romeinen vóór Caesar. Toen begon het jaar in maart.
d Waarom hebben juli en augustus allebei 31 dagen? Als je je goed in de Romeinse geschiedenis verdiept, kun je de reden misschien bedenken. De maand juli was naar Caesar genoemd en had 31 dagen. Toen de Romeinen daarna besloten de maand augustus naar Augustus te noemen, mocht die maand natuurlijk niet minder dagen hebben. Dus gaven de Romeinen augustus er een dag bij. En die dag werd afgepakt van februari, waar toch af en toe al wat werd afgehaald (schrikkeljaar).
Maia, godin van de vruchtbaarheid
mei
Juno, godin van het huwelijk
juni
Mars, god van de ontkiemende natuur en van de oorlog
maart
Janus, god (met twee gezichten) van de poort of deur waardoor het Romeinse leger vroeger ten strijde trok als een oorlog begon
januari
septem = Romeinse getal zeven
september
octo = Romeinse getal acht
oktober
novem = Romeinse getal negen
november
decem = Romeinse getal tien
december
februa = Feesten ter ere van de god Lupercus
februari
aperire = Romeins werkwoord dat openen betekent
april
Julius Caesar
juli
keizer Augustus
augustus
Kalenderhervormingen van Caesar en paus Gregorius XIII Voordat de naar Caesar genoemde Juliaanse kalender werd ingevoerd, begon het jaar bij de Romeinen in maart. Zij gebruikten toen maanjaren van 355 dagen. Om niet te ver vooruit te gaan lopen op het zonnejaar moesten af en toe schrikkelmaanden worden toegevoegd. Hierbij werden soms vergissingen gemaakt. Caesar gaf een astronoom uit Alexandrië de opdracht een betere oplossing te bedenken. De veranderingen die hij aanbracht, gelden nog steeds bijna helemaal. Elk jaar duurt 365 dagen en eens in de vier jaar is er een schrikkeljaar met één
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk
dag meer. En het jaar begint in januari. In 1582 voerde paus Gregorius XIII de Gregoriaanse kalender in. Hij zette de tijd 12 dagen ‘vooruit’ en een aantal eeuwjaren (1700, 1800, 1900) zouden geen schrikkeljaar meer zijn. Het Juliaanse jaar duurde gemiddeld ruim 11minuten te lang, wat in 1582 had geleid tot een achterstand van 12 dagen op het zonnejaar. Het gemiddelde jaar van Gregorius is nog maar 26 seconden te lang, wat zal leiden tot een dag achterstand in 3000 jaar. We kunnen dus nog even vooruit.
Maanden van het jaar in Europese talen
Hieronder volgen in het Nederlands de namen van de maanden van het jaar. Zet uit minimaal twee andere talen de vertaling erbij. Je zult dan zien dat al die namen van Latijnse oorsprong zijn. Nederlands Engels
Frans
Duits Spaans Italiaans Portugees
januari
January
janvier
Januar
enero
gennaio
janeiro
februari
February
février
Februar
febrero
febbraio
fevereiro
maart
March
mars
März
marzo
marzo
março
april
April
avril
April
abril
aprile
abril
mei
May
mai
Mai
mayo
maggio
maio
juni
June
juin
Juni
junio
giugno
junho
juli
July
juillet
Juli
julio
luglio
julho
augustus
August
août
August
agosto
agosto
agosto
september
September
septembre
September
septiembre
settembre
setembro
oktober
October
octobre
Oktober
octubre
ottobre
outubro
november
November
novembre
November
noviembre
novembre
novembro
december
December
décembre
Dezember
diciembre
dicembre
dezembro
Dagen in de week in Europese talen
Hieronder volgt een aantal Romeinse goden. Zet daar de namen van de dagen in de week in het Nederlands naast. Doe hetzelfde voor minstens twee andere Europese talen. Ga na welke namen van Latijnse oorsprong zijn. Markeer die met een vaste lijn als je het zeker weet en met een stippellijn, als je aarzelt. We hebben één dag voorgedaan. Romeinse goden Nederlands Engels Sol (zonnegod) Luna (maangod) Mars (oorlogsgod) Mercurius (god van de handel) Jupiter (god van donder en bliksem) Venus (godin van de liefde) Saturnus (god van de landbouw)
Frans
Duits Spaans Italiaans Portugees
zondag
Sunday
dimanche
Sonntag
domingo
domenica
domingo
maandag
Monday
lundi
Montag
lunes
lunedi
segunda-feira
dinsdag
Tuesday
mardi
Dienstag
martes
martedi
terça-feira
woensdag
Wednesday
mercredi
Mittwoch
miércoles
mercoledi
quarta-feira
donderdag
Thursday
jeudi
Donnerstag
jueves
giovedi
quinta-feira
vrijdag
Friday
vendredi
Freitag
viernes
venerdi
sexta-feira
zaterdag
Saturday
samedi
Samstag
sabado
sabato
sábado
Sprekend verleden 1 - Hoofdstuk 5 Het Romeinse rijk