Op welke tegemoetkomingen heb je recht? Wie in een thuiszorgsituatie belandt, kijkt vaak aan tegen een berg extra rekeningen, meestal net op een moment dat er een inkomensverlies is. De overheid voorziet verschillende tegemoetkomingen die dat inkomensverlies en die extra kosten proberen op te vangen. In dit hoofdstuk vind je een opsomming van de meest belangrijke tegemoetkomingen. Opgelet! De cijfergegevens bij deze financiële tegemoetkomingen zijn louter indicatief. Deze tegemoetkomingen worden immers regelmatig aangepast. Bovendien wordt er rekening gehouden met bestaande inkomstenbronnen (deze worden van de tegemoetkomingen afgetrokken). Voor de meest recente bedragen kun je steeds terecht bij de maatschappelijk werkers van CM. Zij kunnen je ook aangeven welke tegemoetkoming jij in jouw geval zult krijgen. Raadpleeg www.cm.be voor meer informatie.
1
Waar haal je jouw inkomen vandaan?
1.1 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid “Sinds mijn ziekte erger werd, kan ik mijn job niet meer uitoefenen. Het gaat gewoon niet meer. Sindsdien sta ik op invaliditeit. Ik krijg een vergoeding van het ziekenfonds, maar ik zou eigenlijk wel eens willen weten hoe ze berekenen waar ik recht op heb.” Fons, 54 jaar
1.1.1 Loontrekkenden Gewaarborgd loon
(niet van toepassing voor werklozen en sommige interim-werknemers) Arbeiders genieten een gewaarborgd loon van de werkgever tijdens de eerste veertien dagen van hun arbeidsongeschiktheid. De volgende veertien dagen ontvangen arbeiders 60 % van het brutoloon uitgekeerd door hun ziekenfonds, met een financiële aanvulling van de werkgever. Aan deze tarieven zijn minimum- en maximumbedragen gekoppeld. Bedienden ontvangen de eerste dertig dagen van hun arbeidsongeschiktheid een gewaarborgd loon van hun werkgever.
Primaire arbeidsongeschiktheid Vanaf de 31ste dag start de primaire arbeidsongeschiktheid. Gedurende de volgende 11 maanden bedraagt de uitkering 60 % van het brutoloon. Aan deze tarieven zijn minimum- en maximumbedragen gekoppeld.
Vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid zijn er voor de primaire arbeidsongeschikten minimumbedragen van toepassing. Deze minimumbedragen zijn dezelfde als deze voor de invaliden en zijn afhankelijk van de gezinstoestand.
CM-Thuiszorgtip Het eerste jaar wordt in principe op de uitkering een bedrijfsvoorheffing van 11,11 % ingehouden. De uitkering mag niet lager zijn dan het minimumbedrag.
Invaliditeit
Wie langer dan één jaar arbeidsongeschikt is, wordt in de ziekteverzekering omschreven als “invalide”. De invaliditeitsuitkering is afhankelijk van de gezinstoestand: Gezinshoofden ontvangen 65 % van het brutoloon, begrensd met een minimum en een maximum bepaald door de duur van arbeidsongeschiktheid; Alleenstaanden ontvangen 55 % van het brutoloon, begrensd met een minimum en een maximum bepaald door de duur van arbeidsongeschiktheid; Samenwonenden ontvangen 40 % van het brutoloon, met een minimum en maximum bepaald door de duur van arbeidsongeschiktheid.
1.1.2 Zelfstandigen Primaire arbeidsongeschiktheid De eerste 30 dagen van de arbeidsongeschiktheid worden zelfstandigen niet vergoed. Vanaf de 31ste dag krijgen zij een uitkering die afhankelijk is van de gezinstoestand: Zelfstandige met gezinslast heeft recht op 52, 53 euro*; Alleenstaande zelfstandige heeft recht op 40, 30 euro*; Samenwonend zelfstandige heeft recht op 32, 73 euro*. * Bedragen van toepassing op 01-12-2012.
Invaliditeit Wie langer dan één jaar arbeidsongeschikt is, wordt in de ziekteverzekering omschreven al invalide. De invaliditeitsuitkering is afhankelijk van de gezinstoestand en het al of niet stopzetten van het bedrijf op naam van de arbeidsongeschikte zelfstandige.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
53
1.1.3 Hoe aangifte doen van arbeidsongeschiktheid? Als je arbeidsongeschikt bent, moet je tijdig je mutualiteit verwittigen. Je doet dit aan de hand van een ‘Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’, beter bekend als het document ‘Vertrouwelijk’. Er bestaat een versie voor werknemers en één voor zelfstandigen. Je kunt een exemplaar verkrijgen in een CM-kantoor of via www.cm.be. Je stuurt dit document altijd per post naar de adviserend geneesheer van je mutualiteit. De poststempel geldt als bewijs van tijdige indiening.
Deponeer je aangifte nooit in een CM-brievenbus!
Aangiftetermijnen Statuut Aangiftetermijn Werklozen en andere personen die niet (meer) werken bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid
48 uur
Onthaalouders
48 uur
Na ontslag uit het ziekenhuis
48 uur
Hervallen na werkhervatting
48 uur
Arbeiders
14 dagen
Bedienden: (met contract < 3 maanden)
14 dagen
(met contract > 3 maanden)
28 dagen
Zelfstandigen
28 dagen
Voor volledig vastbenoemde ambtenaren geldt een andere regeling. Zij moeten geen aangifte doen bij hun ziekenfonds.
1.1.4 Hulp van derden, RIZIV (voor loontrekkenden en zelfstandigen) Indien je meer dan drie maanden een uitkering voor arbeidsongeschiktheid ontvangt van de mutualiteit en je een beroep doet op de hulp van anderen (bv. om je te wassen, te verplaatsen, de woning te onderhouden ...) kun je een bijkomend forfait van 16,91 euro per dag ontvangen. Om deze hogere uitkering te ontvangen, moet je minstens 11/18 punten scoren op de medische criteria betreffende afhankelijkheid. Deze verhoging is belastingvrij. Voor een aanvraag moet je je wenden tot de adviserend geneesheer van je mutualiteit. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid is het mogelijk om een deeltijdse activiteit bezoldigd of als vrijwilliger uit te voeren mits voorafgaandelijk akkoord van de adviserend geneesheer van je mutualiteit. Bij de be-
54
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
rekening van de ziekteuitkering wordt er dan rekening gehouden met de inkomsten uit de toegelaten bezoldigde deeltijdse activiteit.
1.2 Vlaamse Zorgverzekering “Eerlijk gezegd, ik vond het zever toen ze afkwamen met de Vlaamse Zorgverzekering. Nog maar eens wat geld dat ze uit onze zak klopten en waar we nooit iets van terug zouden zien. Tot mijn vrouw zwaar hulpbehoevend werd … Omdat ik haar thuis verzorg, krijgt zij van de Vlaamse Zorgverzekering maandelijks een tussenkomst van 130 euro. Dat is misschien ook niet het grote geld, maar alle beetjes helpen!” Bernard, 62 jaar De Vlaamse Zorgverzekering is een door de overheid verplichte verzekering met als doel de niet-medische kosten van zwaar hulpbehoevende personen te helpen dragen. Iedereen die ouder is dan 25 jaar moet zich aansluiten bij een zorgkas en betaalt hiervoor een jaarlijkse bijdrage. De zorgverzekering biedt aan de zorgbehoevende inwoner van Vlaanderen een maandelijkse financiële tussenkomst van 130 euro. In Brussel is de aansluiting facultatief.
1.2.1 Wanneer word je als zorgbehoevende erkend? Voor zwaar hulpbehoevende personen is er bij thuiszorg de mogelijkheid tot een tussenkomst van 130 euro per maand. Je moet een attest van zorgbehoevendheid kunnen voorleggen. Voldoe je aan één van de volgende scores, dan kom je in aanmerking voor deze tussenkomst: • forfait B of C op de Katz-schaal in de thuisverpleging; • minstens een score van 35 punten behalen op de BEL-profielschaal van gezinszorg; • minstens een score van vijftien punten behalen op de schaal van de zelfredzaamheid bij de Tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden of de Integratietegemoetkoming; • minstens zeven punten en 66 % handicap - kinderen geboren vóór 1993 - of minstens achttien punten - kinderen geboren na 1993 - voor de bijkomende kinderbijslag vastgesteld worden. Indien je niet over een attest beschikt, kan er een onderzoek gebeuren naar de graad van je zorgbehoevendheid. Je zorgkas zal in overleg met jou een dienst aanduiden in jouw regio die gemachtigd is om dit onderzoek te verrichten. Bewoners van een woonzorgcentrum, RVT of Psychiatrisch Verzorgingstehuis (PVT) hebben recht op een vergoeding van 130 euro.
1.2.2 Waar vraag je die vergoeding aan?
Voorwaarden
Aanvragen doe je best in het plaatselijke CM-kantoor, bij de maatschappelijk werker van CM of bij jouw zorgkas.
• Je bent minimum 21 en maximum 65 jaar. • Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk. • Je behoort tot één van de volgende categorieën: onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen. • De inkomsten overschrijden de vooropgestelde inkomensgrens niet.
Contact 016 35 95 88
Hoe aanvragen?
1.3 Tegemoetkomingen van de Federale Overheid “Mijn man is na een zwaar auto-ongeluk verlamd aan zijn onderste ledematen. Hij is altijd de kostwinner geweest als metselaar, maar dat is nu niet meer mogelijk. Dit wil zeggen dat we geen inkomen meer hebben. Hij zit nu hele dagen thuis en zijn sociaal leven is ook serieus verminderd. Kortom, hij is niet meer de man die hij was. Hoe gaan wij financieel rondkomen? Ons leven gaat verder en mijn man kost handenvol geld. Hij moet verzorgd worden door een verpleger, moet naar de kinesist, noem maar op. Zijn er eventuele financiële tussenkomsten waar wij van kunnen genieten?” Erna, 46 jaar
1.3.1
De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum, een OCMW of een andere eerstelijnsdienst.
Inkomensvervangende tegemoetkoming
Deze tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon die wegens zijn handicap niet in staat is meer dan een derde te verdienen van wat een gezonde persoon, door uitoefening van een beroep, op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen.
Hoeveel bedraagt de inkomensvervangende tegemoetkoming? Het bedrag verschilt naargelang de persoon die de toelage ontvangt, personen ten laste heeft, alleen woont of samenwoont.
Inkomensvervangende tegemoetkoming Bedragen op 1 december 2012
Jaar
Maand
12 827,84 euro
1 068,98 euro
Alleenstaande gerechtigde
9 620,88 euro
801,74 euro
Samenwonende gerechtigde
6 413,92 euro
534,49 euro
Gerechtigde met personen ten laste
Opgelet! Van deze bedragen worden eventuele bestaansmiddelen afgetrokken. Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
55
1.3.2 Integratietegemoetkoming
Voorwaarden
Deze tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap die, ten gevolge van de vermindering van zijn zelfredzaamheid, bijkomende kosten heeft om zich in het maatschappelijk leven in te passen. Voor de berekening van de graad van zelfredzaamheid wordt in aanmerking genomen:
• Je bent minimum 21 en maximum 65 jaar. • Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk. • Je behoort tot één van de volgende categorieën: onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen. • De vooropgestelde inkomensgrens wordt niet overschreden.
• de mogelijkheid om je te verplaatsen; • de mogelijkheid om je voedsel te nuttigen of te bereiden; • de mogelijkheid om voor je persoonlijke hygiëne in te staan en je te kleden; • de mogelijkheid om je woning te onderhouden en huishoudelijk werk te verrichten; • de mogelijkheid om te leven zonder toezicht, bewust te zijn van gevaar en het gevaar te kunnen vermijden; • de mogelijkheid tot communicatie en sociaal contact. De geneesheer van de federale overheid zal voor elke functie onderzoeken welke moeilijkheden de betrokken persoon ondervindt. Er kunnen vier mogelijke antwoorden verstrekt worden bij elke functie: • geen moeilijkheden, geen bijzondere inspanning of hulpmiddelen: 0 punten worden toegekend; • beperkte moeilijkheden, beperkte bijkomende inspanningen of beperkt beroep op bijzondere hulpmiddelen: één punt wordt toegekend; • grote moeilijkheden, grote bijkomende inspanningen of uitgebreid beroep op bijzondere hulpmiddelen: twee punten worden toegekend; • onmogelijk zonder hulp van derden, zonder opvang in een aangepaste voorziening of zonder volledig aangepaste omgeving: drie punten worden toegekend. Minder dan zeven punten geeft geen recht op de integratietegemoetkoming.
Integratietegemoetkoming 01-02-2012 Bedragen per categorie
Per jaar
Per maand
1 (7-8 punten)
1 148,76 euro
95,73 euro
2 (9-11 punten)
3 914,52 euro
326,21 euro
3 (12-14 punten)
6 254,92 euro
521,24 euro
4 (15-16 punten)
9 112,63 euro
759,83 euro
5 (17-18 punten)
10 337,70 euro
861,47 euro
Opgelet! Ook dit zijn maximale tegemoetkomingen. Er wordt rekening gehouden met de bestaansmiddelen. Indien de gerechtigde verblijft in een door de overheid gesubsidieerde instelling wordt de tegemoetkoming met 28 % verminderd. 56
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
CM-Thuiszorgtip Deze inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming kunnen gelijktijdig of afzonderlijk toegekend worden.
Hoe aanvragen? De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum, een OCMW of een andere eerstelijnsdienst.
1.3.3 Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden “Mijn man is 72 en hulpbehoevend. Dit brengt vele medische kosten met zich mee. Sinds kort schakelen we ook thuiszorgdiensten in, zoals gezinshulp, en het Wit-Gele Kruis. Dat is een welkome hulp, maar dat kost allemaal geld. En we leven maar van een klein pensioentje. Kunnen wij een tegemoetkoming krijgen omdat mijn man hulpbehoevend is?” Anna, 64 jaar Personen ouder dan 65 jaar hebben recht op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden als zij hulpbehoevend zijn.
Voorwaarden • Je bent minstens 65 jaar oud en hebt wegens ziekte of handicap een gebrek aan of vermindering van zelfredzaamheid. • Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk. • Je behoort tot één van de volgende categorieën: onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen. • Er wordt rekening gehouden met al de inkomens van het gezin. • De aanvrager moet zijn rechten op een rust- en overlevingspensioen of de inkomensgarantie voor ouderen doen gelden. • Bejaarden, die inwonen bij familie tot en met de tweede graad worden beschouwd als alleenstaande voor de berekeningswijze van de tegemoetkoming.
Hoe wordt de tegemoetkoming berekend? Er zijn vijf categorieën naargelang de graad van zelfredzaamheid
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden 01-02-2012 Bedragen per categorie 1 (7-8 punten)
Per jaar
Per maand
981,68 euro
81,80 euro
2 (9-11 punten)
3 747,30 euro
312,27 euro
3 (12-14 punten)
4 556,11 euro
379,67euro
4 (15-16 punten)
5 364,69 euro
447,05 euro
5 (17-18 punten)
6 589,77 euro
549,14 euro
Opgelet! Bij de berekening wordt rekening gehouden met de actuele bestaansmiddelen en het kadastraal inkomen van de woning wanneer dit meer bedraagt dan 1 500 euro, vermeerderd met 250 euro per kind ten laste.
Hoe aanvragen? De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum, een OCMW of een andere eerstelijnsdienst. De aanvraag kan ten vroegste ingediend worden de eerste dag van de maand waarin de aanvrager 65 jaar wordt.
1.4 Verhoogde kinderbijslag 1.4.1 Voor arbeidsongeschikte werknemers, werklozen en gepensioneerden en alleenstaande ouders “Toen ik daarstraks mijn rekeninguittreksels bekeek, merkte ik op dat ik meer kindergeld gekregen heb dan anders. Hoe kan dat? Sinds kort krijg ik een invaliditeitsuitkering van het ziekenfonds vanwege mijn ziekte. Heeft dit daar iets mee te maken? Of hebben ze zich gewoon vergist?” Ward, 45 jaar
Volledig uitkeringsgerechtigde werklozen en personen die al langer dan zes maanden ziek of arbeidsongeschikt zijn door een arbeidsongeval, krijgen vanaf de zevende maand een verhoogde kinderbijslag voor hun kinderen. Dit onder bepaalde voorwaarden. Zo mag het inkomen niet hoger zijn dan een bepaald bedrag.
1.4.2 Voor kinderen met een handicap “Mijn zoon is met een handicap ter wereld gekomen. Men wist mij te vertellen dat kinderen met een handicap bijkomende kinderbijslag krijgen. Maar nu heb ik ook gehoord dat niet alle kinderen met een handicap dezelfde bijslag krijgen. Blijkbaar hangt het af van de geboortedatum. Klopt dat?” Danielle, 35 jaar Bijkomende kinderbijslag wordt momenteel toegekend voor kinderen tot de leeftijd van 21 jaar, die een handicap of ziekte hebben. Sinds januari 2007 wordt er een onderscheid gemaakt tussen kinderen geboren vóór en na 31 december 1992. Kinderen geboren vóór 31 december 1992 moeten een handicap hebben van minstens 66 %. Daarbovenop onderscheiden ze drie categorieën op basis van de beperkingen rond zelfredzaamheid. Kinderen met een handicap geboren na die datum hebben niet langer een erkenning van 66 % nodig. Ze gaan de gevolgen van de handicap meten voor zowel het kind als voor zijn familiale omgeving. Er wordt niet enkel rekening gehouden met zijn geestelijke of lichamelijke handicap, maar ook met zijn graad van activiteit en participatie.
Hoe aanvragen? De aanvraag wordt gericht aan je kinderbijslagfonds. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Gepensioneerden die een ouderdomspensioen genieten en personen met een handicap (66 % arbeidsongeschikt, inkomensvervangende tegemoetkomingen of vermindering van zelfredzaamheid met minstens negen punten) krijgen na één maand automatisch een verhoogde kinderbijslag voor hun kinderen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
57
2 Andere tegemoetkomingen 2.1 Forfaitaire tegemoetkomingen voor chronische zieken Chronisch zieken worden vaak geconfronteerd met hoge uitgaven voor zorg- en hulpverlening. Hoewel de ziekteverzekering tegemoetkomt in vele prestaties, moeten ze nog heel wat kosten zelf dragen. Daarom werden stapsgewijs diverse forfaitaire vergoedingen ingevoerd, die chronisch zieken kunnen cumuleren.
2.1.1 Zorgforfait “Ik wist al langer dat ik ziek was. En ik wou eindelijk wel eens weten wat er met me aan de hand was. Ik verbleef meer in het ziekenhuis dan in mijn eigen huis. Maar toch kwam het als een donderslag bij heldere hemel: je bent chronisch ziek mevrouw. Beter zal het nooit meer worden. Maar je leert er mee leven. Je moet wel. Waar ik toch wel even van geschrokken ben, waren de torenhoge dokters- en apothekerskosten. Gelukkig bleek dat ik, net door die hoge rekeningen, recht had op een forfait chronisch zieken.” Els, 42 jaar
58
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Het zorgforfait is een jaarlijkse tegemoetkoming voor chronisch zieken die omwille van hun ziekte sterk afhankelijk zijn van anderen en hierdoor hoge uitgaven hebben voor gezondheidszorg. Het jaarbedrag varieert naargelang de mate van verlies aan zelfredzaamheid. Een overzicht van de categorieën met de bijhorende tegemoetkomingen, vind je in de onderstaande tabel.
Zorgforfait Omschrijving Bedrag in euro Behandeling kinesitherapie zware pathologie
288,05
Verhoogde kinderbijslag attest 307
288,05
Minimum 120 dagen gehospitaliseerd
288,05
Minimum 6 ziekenhuisopnames
288,05
Integratietegemoetkoming voor mensen met een handicap categorie III of IV
432,08
Hulp aan bejaarden categorie II, III, IV
432,08
Hulp van derden
432,08
Hulp van derden arbeidsongeschiktheid / invaliditeit
432,08
Forfait thuisverzorging B of C
576,10
Voorwaarden Om recht te hebben op het zorgforfait moeten chronisch zieken aan twee voorwaarden voldoen: hoge uitgaven voor gezondheidszorg en verlies aan zelfredzaamheid.
Hoge uitgaven voor gezondheidszorg De chronisch zieke moet zowel in het betrokken als in het voorafgaande kalenderjaar hoge uitgaven voor gezondheidszorg hebben. Volgende drempelbedragen zijn hierbij van toepassing: • chronisch zieken zonder recht op de verhoogde tegemoetkoming: 450 euro; • chronisch zieken met recht op de verhoogde tegemoetkoming: 365 euro. Als een chronisch zieke tijdens één van beide jaren minstens één dag recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming, is voor dat jaar een drempelbedrag van 365 euro van toepassing. Indien hij het andere jaar geen recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming, geldt voor dat jaar een plafond van 450 euro. Het berekenen van het totaalbedrag aan remgeld gebeurt zoals voor de maximumfactuur in de ziekteverzekering (MAF in de ziekteverzekering, zie blz. 68). Hierdoor worden een aantal uitgaven niet meegerekend zoals: • kosten voor opname in een rusthuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT); • niet-terugbetaalde geneesmiddelen (categorie D); • persoonlijk aandeel in de ligdagprijs in een psychiatrisch ziekenhuis vanaf de 366ste dag. In tegenstelling tot de MAF in de ziekteverzekering, wordt er echter enkel rekening gehouden met het remgeld van de chronisch zieke zelf (bij de MAF in de ziekteverzekering daarentegen komt het totale remgeld van het gezin in aanmerking).
• In het betrokken of voorafgaande kalenderjaar samen, minstens zesmaal of gedurende minstens 120 dagen opgenomen zijn in een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis. Ook daghospitalisaties (bv. voor chemokuren) en de dagen met nierdialyse worden meegerekend. • Voldoen aan de medische voorwaarden die recht geven op de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap of ernstige ziekte. Deze verhoogde kinderbijslag wordt toegekend aan: - kinderen die voor minstens 66 procent arbeidsonge- schikt of geestelijk ongeschikt zijn (kinderen gebo- ren vóór 1996); - kinderen met een aandoening die gevolgen heeft voor henzelf, op het vlak van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid, van de activiteit en de participatie, of voor hun familiale omgeving (kinde- ren geboren na 1996). b. Voor de tegemoetkoming van 444,01 euro: • voldoen aan de afhankelijkheidsvoorwaarden voor de toekenning van de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap (minstens 12 punten). • indien je de tegemoetkoming niet krijgt omwille van de inkomensvoorwaarden, is dat geen hinderpaal. • voldoen aan de afhankelijkheidsvoorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden met een handicap (minstens 12 punten). • recht hebben op een tegemoetkoming voor hulp van derden (mindervaliden). • als invalide met gezinslast recht hebben op een forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden. • als invalide zonder gezinslast recht hebben op een uitkering als gerechtigde met gezinslast wegens een behoefte aan hulp van derden. Je kunt worden gelijkgesteld met een gerechtigde met gezinslast, indien je voldoende hoog scoort op de schaal die de mate van behoefte aan hulp van derden meet.
Verlies aan zelfredzaamheid
c. Voor de tegemoetkoming van 592 euro:
Het verlies aan zelfredzaamheid wordt vastgesteld aan de hand van een aantal indicaties. Concreet moet de chronisch zieke zich in het betrokken kalenderjaar in minstens één van onderstaande situaties bevinden.
Minstens drie maanden recht hebben op het forfait B of C in het kader van de thuisverpleging.
a. Voor de tegemoetkoming van 296 euro : • Minstens zes maanden erkend zijn als rechthebbende met een zware aandoening in het kader van kinesitherapie of fysiotherapie. Het verlenen van kinesitherapie- of fysiotherapieverstrekkingen is niet vereist.
Het volstaat dat de adviserend geneesheer van je mutualiteit op basis van de score op de KATZ-schaal zijn akkoord geeft voor het aanrekenen van het forfait B of C. Effectief een beroep doen op thuisverpleging is geen vereiste.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
59
Zorgforfait: hoe te verkrijgen? Het zorgforfait wordt automatisch door de mutualiteit uitbetaald aan de leden waarvan het weet dat ze aan de voorwaarden voldoen. Wat betreft de remgeldvoorwaarde stellen zich geen problemen. De mutualiteit beschikt immers over de nodige gegevens om na te gaan of het grensbedrag bereikt is. Van het verlies aan zelfredzaamheid is de mutualiteit niet altijd op de hoogte. Dit is het geval als de zieke aan de voorwaarden voldoet maar er geen prestaties worden geleverd (bv. thuisverpleging) of geen tegemoetkoming wordt uitbetaald (bv. integratietegemoetkoming). In deze situaties is het belangrijk dat iemand de nodige stappen zet, die de mutualiteit toelaat om de zieke te detecteren als rechthebbende op het zorgforfait. Dit kan bijvoorbeeld door een aanvraag in te dienen voor een integratietegemoetkoming.
2.1.2 Incontinentieforfait “Als ik jonge ouders hoor klagen over de kostprijs van de luiers tegenwoordig, denk ik dat ze gelukkig nog niet weten dat de luiers die ze misschien ooit voor hun bejaarde ouder moeten kopen nog veel duurder zijn. Nog een geluk dat we recht hebben op een forfait incontinentie.” Ludo, 65 jaar Het incontinentieforfait is een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten voor incontinentiemateriaal van zwaar zorgbehoevenden. Voor 2013 bedraagt het forfait 486,39 euro. Het bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex en wordt jaarlijks op 1 januari aangepast. Alvorens de tegemoetkoming opnieuw te verkrijgen, moeten er minstens twaalf maanden verstreken zijn sinds de vorige beslissing tot toekenning.
Voorwaarden • Recht hebben op het forfait B of C in de thuisverpleging, gedurende minstens vier van de laatste twaalf maanden. Het volstaat dat de adviserend geneesheer van het ziekenfonds op basis van de score op de KATZ-schaal akkoord gaat met het aanrekenen van het forfait B of C. Het effectief een beroep doen op thuisverpleging is geen vereiste. Voor de berekening van de vier maanden worden de periodes met recht op het forfait B en deze met recht op het forfait C samengevoegd. De vier maanden moeten ook niet noodzakelijk een aaneengesloten periode vormen.
60
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• Op de KATZ-schaal een score 3 of 4 hebben voor het criterium ‘Incontinentie’. Dit betekent concreet dat de persoon incontinent is voor urine en/of stoelgang. • De zorgbehoevende mag de laatste dag van de hierboven vermelde vier maanden niet verblijven in een verzorgingsinrichting waarvoor de ziekteverzekering een tegemoetkoming voorziet. • De zorgbehoevende moet op de laatste dag van de referteperiode van twaalf maanden in leven zijn.
Goed om te weten • Een rechthebbende mag de laatste dag van de periode van vier maanden niet verblijven in een verzorgingsinrichting waarvoor de ziekteverzekering een tegemoetkoming voorziet (zie voorwaarden). Je hebt dus geen recht op het incontinentieforfait bij opname in een: - algemeen of psychiatrisch ziekenhuis; - rust- en verzorgingstehuis (RVT); - rustoord voor bejaarden (ROB); - psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT); - initiatief voor beschut wonen of bepaalde revalida- tiecentra. De opname in een instelling van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap vormt daarentegen geen probleem. • Het forfait is niet gekoppeld aan een remgeldvoorwaarde. • Het incontinentieforfait kan worden gecumuleerd met het zorgforfait, het forfait palliatieve zorg en het PVSforfait. • Indien je geen recht hebt op het incontinentieforfait, maar je lijdt toch aan onbehandelbare incontinentie en je voldoet aan de voorwaarden, maak je aanspraak op het incontinentieforfait voor niet-afhankelijke patiënten. (zie blz. 61)
Hoe te verkrijgen? Het incontinentieforfait wordt door CM Leuven automatisch uitbetaald aan CM-leden waarvan het weet dat ze aan de voorwaarden voldoen. Meestal gebeurt de aanvraag door de verpleegkundige die aan huis komt. Heel wat personen met incontinentie worden echter thuis door mantelzorgers verzorgd zonder dat er een verpleegkundige aan huis komt. Om aanspraak te maken op het incontinentieforfait is het belangrijk hun gegevens door te geven aan de mutualiteit. De aanvraag moet jaarlijks herhaald worden.
2.1.3 Incontinentieforfait voor niet-afhankelijke patiënten (nieuw) Personen die lijden aan een onbehandelbare vorm van incontinentie, maar die niet aanmerking komen voor het bestaande incontinentieforfait op basis van de KATZ-score, kunnen sinds eind november 2011 aanspraak maken op het incontinentieforfait voor niet afhankelijk patiënten. Deze tegemoetkoming bedraagt 158,75 euro (bedrag op 1 januari 2013).
2.1.4 Forfait palliatieve zorg Dit forfait is een tegemoetkoming in de kosten voor medicatie en verzorgings- en hulpmiddelen die vereist zijn voor de thuisverzorging van palliatieve patiënten. Het forfait bedraagt 638,29 euro en wordt voor één maand toegekend. Indien de patiënt na afloop ervan verder aan de voorwaarden voldoet, kan het forfait nog een tweede maal worden uitbetaald. Het vaste bedrag is niet gekoppeld aan de index.
Voorwaarden • Lijden aan een onbehandelbare vorm van incontinentie. • Op de laatste dag van de periode van twaalf maanden waarvoor het recht op de tegemoetkoming gevraagd wordt, niet opgenomen zijn in een verzorgingsinstelling: - rust- en verzorgingstehuis; - rustoord voor bejaarden; - psychiatrisch verzorgingstehuis; - dagcentra; - beschut wonen; - medische pediatrische centra (MPI); - algemeen of psychiatrisch ziekenhuis (uitgezonderd acute diensten: A – C – D – E – G – K – L – M – N). • Geen tegemoetkoming voor autosondage of incontinentiemateriaal ontvangen hebben tijdens de laatste twaalf maanden waarvoor het recht op de tegemoetkoming gevraagd wordt.
Goed om te weten • De aanvraag van het forfait mag alleen ingediend worden voor de laatste twaalf maanden. • De mutualiteit onderzoekt elk jaar of het forfait mag betaald worden.
Hoe te verkrijgen? Je laat het aanvraagformulier voor het forfait invullen, dateren en ondertekenen door de huisarts. Je stuurt het aanvraagformulier op naar de adviserend geneesheer van je mutualiteit. De adviserend geneesheer geeft zijn goedkeuring voor drie jaar. Op het einde van deze periode moet je een nieuwe aanvraag indienen. De mutualiteit betaalt het forfait automatisch na de goedkeuring door de adviserend geneesheer. Je kunt het aanvraagformulier downloaden via www.cm.be. (Diensten en voordelen, thuiszorg, forfaits)
Voorwaarden Palliatieve patiënten die thuis verzorgd worden en de intentie hebben om tijdens de terminale fase thuis te blijven, maken aanspraak op het forfait. Bovendien moet de patiënt voldoen aan twee van onderstaande voorwaarden: • Nood hebben aan permanente ondersteuning en toezicht. Deze ondersteuning kan worden verleend door: - personen uit de directe omgeving; - mantelzorgers; - vrijwilligers, bijgeschoold door erkende instanties; - gezinshulp; - personen die palliatief verlof hebben aangevraagd. • Nood hebben aan geneesmiddelen, hulpmiddelen of psychosociale bijstand. Minstens twee van onderstaande vormen van ondersteuning moeten aanwezig zijn: - specifieke palliatieve medicatie; - verzorgingsmateriaal; - hulpmiddelen; - een spuitaandrijver; - pijnpomp; - dagelijkse psychosociale bijstand voor het gezin. • Nood hebben aan toezicht of dagelijkse verzorging door een verpleegkundige. De patiënt moet op basis van de KATZ-schaal tenminste afhankelijk zijn: - om zich te wassen en te kleden; - om zich te verplaatsen en naar het toilet te gaan; - wegens incontinentie en/of om te eten.
Goed om te weten • Het forfait kan nog een tweede maand worden toegekend indien de patiënt na afloop van de eerste dertig dagen verder aan de voorwaarden voldoet. • Het bedrag blijft integraal verworven, ook als de patiënt binnen de dertig dagen overlijdt.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
61
• Er is geen recht op het palliatief forfait bij opname in een: - algemeen of psychiatrisch ziekenhuis; - rust- en verzorgingstehuis (RVT); - rustoord voor bejaarden (ROB); - psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT); - initiatief voor beschut wonen of bepaalde revalidatiecentra. Verblijf in een instelling van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap vormt geen probleem. • De tegemoetkoming kan worden gecumuleerd met de eenmalige forfaitaire vergoeding die een multidisciplinair begeleidingsteam voor palliatieve verzorging vanuit de ziekteverzekering kan ontvangen. Bovendien moet een patiënt, die recht heeft op het palliatief forfait, geen remgeld betalen voor huisbezoeken van de huisarts en verstrekkingen van thuisverpleegkundigen.
daaropvolgende maanden, betaalt het de helft van de tegemoetkoming aan de patiënt; • nadien betaalt het maandelijks een bedrag dat overeenstemt met 1/12 van de jaarlijkse tegemoetkoming (= 677,51 euro). De tegemoetkoming vervalt vanaf de tweede volledige kalendermaand waarin de patiënt ononderbroken verblijft in een ziekenhuis, rustoord voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis.
Hoe te verkrijgen? De verantwoordelijke arts van een erkend deskundig ziekenhuiscentrum stuurt een standaardformulier naar de adviserend geneesheer van de mutualiteit van de patiënt. Hierop wordt bevestigd dat de patiënt aan de voorwaarden voldoet. Een kopie van dit formulier wordt aan de huisarts bezorgd.
Hoe te verkrijgen? De huisarts stuurt een aanvraagformulier naar de adviserend geneesheer van de mutualiteit van de patiënt. Onmiddelijk na de kennisgeving aan de adviserend geneesheer betaalt de mutualiteit de tegemoetkoming aan de patiënt.
2.1.5 Tegemoetkoming voor patiënten in een comateuze toestand (PVS-forfait) Deze tegemoetkoming is voor personen die door een acute hersenbeschadiging (een niet-aangeboren hersenletsel) in coma geraakt zijn en hier niet volledig uit ontwaken. Het PVS-forfait komt tegemoet in de kosten voor medicatie, verzorgings- en hulpmiddelen die nodig zijn voor de thuisverzorging van deze patiënten. Het forfait bedraagt voor 2013 maximum 8 130,16 euro per jaar. Het bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex en wordt jaarlijk op 1 januari aangepast.
Voorwaarden • PVS-patiënt zijn: de patiënt is in een coma verzeild na het oplopen van een ernstige acute hersenbeschadiging en de ontwaaktechnieken konden de toestand niet verbeteren; • de patiënt wordt (zal) thuis of in een centrum voor dagverzorging verzorgd (worden).
Goed om te weten De betaling gebeurt door de mutualiteit: • voor de maand van terugkeer naar huis en de vijf
62
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Deze medische kennisgeving kan worden ingediend ten vroegste een maand voordat de patiënt naar huis terugkeert en uiterlijk voor het einde van de vijfde maand na de maand van terugkeer.
Ziekenhuizen erkend voor aanvraag UZ Leuven Campus Pellenberg
Weligerveld 1
3212 Pellenberg
016 33 22 11
Ziekenhuis Inkendaal
Inkendaalstraat 1
1602 Vlezenbeek
02 531 51 11
Centre Hospitalier Universitaire Brugmann
Place Van Gehuchten 4
1020 Brussel
02 477 21 11
Centre Hospitalier Régional de Tournaisis
Bld du Roi Albert 1
7500 Doornik
069 25 54 60
Centre Hospitalier Régional Clinique Saint Joseph
Av. Baudouin de Constantinople 5
7000 Bergen
065 38 55 11
Les Cliniques de PIPAL
Rue Montagne Ste Walburge 4B
4000 Luik
04 224 62 11
Centre Neurologique et de Readaption Fonctionelle
Rue Champs des Alouettes 70A
4557 Fraiture
085 51 91 11
Centre Neurologique William Lennox
Allée de Clerlande 6
1340 Ottignies
010 43 02 11
Heropbeuring v.z.w. De Mick
Papestraat 30
2930 Brasschaat
03 217 10 11
UZ Gent
De Pintelaan 185
9000 Gent
09 240 20 15
AZ Salvator – St. Ursula
Salvatorstraat 20
3500 Hasselt
011 28 91 11
H. Hartziekenhuis v.z.w.
Wilgenstraat 2
8800 Roeselare
051 23 71 11
AZ Sint Jan
Ruddershove 10
8000 Brugge
050 45 21 11
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
63
2.1.6 Specifieke forfaitaire vergoedingen voor chronisch zieke kinderen Voor welbepaalde chronisch zieke kinderen zijn er de volgende twee forfaitaire vergoedingen: • het forfait voor kinderen die lijden aan chronische nierinsufficiëntie; • het forfait voor galactosemie bij kinderen jonger dan twee jaar.
Voor kinderen met chronische nierinsufficiëntie Er wordt een forfaitaire tegemoetkoming van 30 euro toegekend aan kinderen die lijden aan chronische nierinsufficiëntie onder dialyse of die lijden aan tubulopathie. Deze tegemoetkoming dient om de kosten van producten voor bijzondere voeding te dekken.
Voorwaarden: • je kind is jonger dan achttien jaar; • de diagnose werd gesteld door een geneesheerspecialist voor kindergeneeskunde, werkzaam in een centrum voor pediatrische nefrologie.
Hoe te verkrijgen? De geneesheer-specialist voor kindergeneeskunde, werkzaam in een centrum voor pediatrische nefrologie, bezorgt een speciaal document, de “notificatie”, aan de adviserend geneesheer van jouw mutualiteit.
64
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
In dit document staat vermeld dat het gaat om een kind met chronische nierinsufficiëntie dat voldoet aan de voorwaarden om van dit forfait te kunnen genieten. Deze eerste notificatie geeft gedurende één jaar het recht op het forfait en kan hernieuwd worden voor een periode van vijf jaar.
Voor galactesomie bij kinderen jonger dan twee jaar Er wordt een maandelijkse tegemoetkoming van 60 euro toegekend aan kinderen jonger dan twee jaar die lijden aan galactesomie. Deze tegemoetkoming dient om de kosten van producten voor bijzondere voeding te dekken.
Voorwaarden: • je kind is jonger dan twee jaar; • de diagnose galactesomie werd gesteld door een geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde.
Hoe te verkrijgen? De behandelende geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde vult een kennisgeving in die je aan de adviserend geneesheer van je mutualiteit overhandigt. Hierin verklaart hij dat je kind zijn patiënt is, dat het lijdt aan galactesomie en dat de gezondheidstoestand van je kind bijzondere voeding vereist. Het formulier vermeldt expliciet welke bijzondere voeding je kind nodig heeft.
Overzicht forfaitaire tegemoetkomingen chronisch zieken Zorg
Incontinentie
Palliatief
Coma
Wat? Tegemoetkoming voor chronisch zieken die door hun ziekte sterk afhankelijk zijn van anderen en hierdoor hoge uitgaven hebben voor gezondheidszorg
Wat? Tegemoetkoming in de kosten voor incontinentiemateriaal van zwaar zorgbehoevenden
Wat? Tegemoetkoming in de kosten voor de verzorging thuis van palliatieve patiënten
Wat? Tegemoetkoming in de kosten voor de verzorging thuis van PVS-patiënten
Voor wie? Chronisch zieken met: - hoge uitgaven voor gezondheidszorg; - verlies zelfredzaamheid.
Voor wie? Zwaar zorgbehoevende: - met minstens vier maanden recht op het forfait B of C in de thuisverpleging; - met een score 3 of 4 voor het criterium ‘Incontinentie’. Niet-afhankelijke patiënt: onbehandelbare vorm.
Voor wie? Palliatieve patiënten met: - nood aan permanente ondersteuning en toezicht; - en/of geneesmiddelen, hulpmiddelen of psychosociale bijstand; - en/of toezicht of dagelijkse verzorging door een verpleegkundige.
Voor wie? Patiënten in coma: - met persisterende neurovegetatieve status (PVS) sinds minstens drie maanden; - met een minimaal responsieve status (MRS).
Hoeveel? 296 of 444,01 of 592 euro/jaar (gezondheidsindex)
Hoeveel? - Zwaar zorgbehoevende: 486,39 euro/jaar (gezondheidsindex (zwaar zorgbehoevenden) - Niet-afhankelijke patiënt: 158,75 euro/jaar
Hoeveel? 638,29 euro, maximum tweemaal (niet aangepast aan de index)
Hoeveel? 8 130,16 euro/jaar (gezondheidsindex)
Hoe te verkrijgen? Automatisch
Hoe te verkrijgen? - Zwaar zorgbehoevende: automatisch - Niet-afhankelijke patiënt: Kennisgeving aan de adviserend geneesheer (standaardformulier)
Hoe te verkrijgen? Kennisgeving aan de adviserend geneesheer (standaardformulier)
Hoe te verkrijgen? Kennisgeving verantwoordelijke arts van een erkend deskundig ziekenhuiscentrum aan de adviserend geneesheer (standaardformulier)
Bemerkingen - Niet bij verblijf in verzorgingsinrichting waarvoor ziekteverzekering tegemoetkomt - Wel in instelling Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Bemerkingen - Niet bij verblijf in verzorgingsinrichting waarvoor ziekteverzekering tegemoetkomt - Niet in instelling Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Bemerkingen - Niet bij verblijf in verzorgingsinrichting waarvoor ziekteverzekering tegemoetkomt - Niet in instelling Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
65
2.1.7 Zorgtrajecten
Algemene voorwaarden
Een zorgtraject is een overeenkomst tussen een patiënt met een chronische ziekte, zijn huisarts en de geneesheer-specialist die betrokken is bij zijn behandeling. De artsen hebben regelmatig overleg over de behandeling van de patiënt met het oog op een tijdige doorverwijzing van de patiënt en een optimale coördinatie en opvolging van zijn zorg.
Voor beide types zorgtrajecten gelden volgende voorwaarden:
Er kan een zorgtraject afgesloten worden voor: • bepaalde patiënten met diabetes type 2; • bepaalde patiënten met chronische nierinsufficiëntie.
Diabetes type 2 Je kunt een zorgtraject aangaan als: • je een insulinebehandeling volgt met minimaal één en maximaal twee insuline-injecties per dag; • je behandeling met pillen onvoldoende is en een insulinebehandeling overwogen moet worden. Je kunt géén zorgtraject aangaan als: • je zwanger bent of een zwangerschapswens hebt; • je diabetes type 1 hebt. Patiënten met een zeer ernstige vorm van diabetes kunnen in aanmerking komen voor de diabetesconventie. De patiëntenopvolging gebeurt intensiever en door een ziekenhuisteam, maar eveneens in samenwerking met de huisarts.
Chronische nierinsufficiëntie Je kunt een zorgtraject aangaan als: • je chronische nierinsufficiëntie in een ernstig stadium hebt (GFR lager dan 45, tweemaal bepaald door een bloedanalyse); • je chronische nierinsufficiëntie hebt met een proteïnurie van meer dan 1gram per dag (tweemaal bepaald door een urineonderzoek). Je moet: • minstens 18 jaar zijn; • geen nierdialyse of transplantatie ondergaan.
66
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• je ondertekent een zorgtraject voor vier jaar; • je raadpleegt minsten twee keer per jaar je huisarts; • je raadpleegt minstens één keer per jaar je geneesheer-specialist of je huisarts komt minstens twee keer per jaar aan huis; • je huisarts beheert je Globaal Medisch Dossier (zie Globaal Medisch Dossier blz. 69).
Voordelen zorgtraject Het zorgtraject houdt volgende voordelen in voor de patiënt: • de behandeling van je aandoening wordt georganiseerd op maat van jouw specifieke situatie; • je krijgt meer inzicht in je aandoening en bent nauwer betrokken bij de opvolging ervan; • je krijgt alle nodige informatie om zo goed mogelijk met je ziekte om te gaan (bv. advies van diëtist, podoloog …); • naargelang je aandoening krijg je specifiek materiaal (bv. bloeddrukmeter op doktersvoorschrift); • je consultaties bij de huisarts en de behandelende geneesheer-specialist worden volledig terugbetaald (zelfs het remgeld) door de mutualiteit tijdens de duur van het zorgtraject.
Hoe een zorgtraject opstarten? Een zorgtraject begint na afsluiting van een zorgtrajectcontract tussen de patiënt, de huisarts en de geneesheerspecialist. Dit is een geschreven verbintenis die geldig is voor vier jaar. De huisarts stelt zo’n zorgtrajectcontract op en bezorgt een kopie van het ondertekende contract aan je mutualiteit. De adviserend geneesheer van de mutualiteit laat de patiënt weten wanneer het contract ingaat. Je bent volledig vrij om te bepalen of en wanneer je een zorgtrajectcontract afsluit. Je kunt dit bespreken met je huisarts.
2.2 Terugbetalingen 2.2.1 Verhoogde tegemoetkoming (VT) “Omdat ik een tegemoetkoming aan personen met een handicap heb, heb ik blijkbaar automatisch recht op een verhoogde tegemoetkoming. Dat wil zeggen dat ik minder moet betalen voor geneeskundige prestaties, geneesmiddelen en hospitalisatie. Ik betaal bijvoorbeeld 23,32 euro voor een bezoek aan de huisarts, en krijg 22,31 euro terugbetaald. Zonder verhoogde tegemoetkoming zou ik maar 19,32 euro terugbetaald krijgen.” Louis, 62 jaar Sommige mensen betalen minder voor hun gezondheidszorg dan anderen. Onder meer omdat ze een laag inkomen hebben, krijgen ze recht op de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Wie hierop recht heeft, betaalt minder remgeld bij uitgaven voor gezondheidszorg. Dit geldt zowel bij een bezoek aan de dokter, de tandarts of de kinesitherapeut als bij opname in het ziekenhuis. Je betaalt ook minder voor sommige geneesmiddelen. De verhoogde tegemoetkoming geeft eveneens recht op andere voordelen zoals vermindering bij het openbaar vervoer en het sociaal telefoontarief. Gepensioneerden, weduwen en weduwnaars, wezen, invaliden, langdurig werklozen, ambtenaren die langer dan een jaar in disponibiliteit zijn wegens ziekte, eenoudergezinnen, personen met een handicap, verblijvenden in België vanaf 65 jaar, rechthebbenden op een tegemoetkoming van het stookoliefonds en religieuzen vanaf de pensioenleeftijd kunnen het recht op de verhoogde tegemoetkoming verkrijgen indien hun inkomen een bepaalde grens niet overschrijdt. Ook kinderen met recht op bijkomende kinderbijslag wegens handicap (zie blz. 57) kunnen deze tegemoetkoming aanvragen. De personen ten laste van al deze mensen kunnen ook hetzelfde voordeel genieten. De verhoogde tegemoetkoming wordt toegekend na een onderzoek van het gezinsinkomen. Je inkomen mag niet meer bedragen dan 16 632,81 euro bruto per jaar verhoogd met 3 079,19 euro per persoon ten laste (bedrag op 1 december 2012). Indien je behoort tot een van de hierboven opgesomde groepen, kun je de verhoogde tegemoetkoming aanvragen bij je mutualiteit. Je mutualiteit stelt in veel gevallen vast dat je mogelijk recht hebt op de verhoogde tegemoetkoming en neemt dan zelf contact met jou op. De consulent van CM zal je helpen om de nodige documenten in te vullen. Daarvoor moet je wel alle vereiste bewijsstukken in verband met je inkomen meenemen.
Sommige mensen hebben recht op de verhoogde tegemoetkoming zonder dat daarvoor een inkomensonderzoek nodig is. Zij ontvangen het leefloon, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) of een tegemoetkoming aan personen met een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming, integratietegemoetkoming of tegemoetkoming hulp aan bejaarden). Om voor al deze uitkeringen in aanmerking te komen, gebeurde er immers al een inkomensonderzoek. Mensen die recht hebben op het leefloon moeten bewijzen dat zij gedurende een bepaalde periode recht hebben op deze uitkering. Wie het gewaarborgd inkomen, de inkomensgarantie voor ouderen, een tegemoetkoming voor personen met een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming, integratietegemoetkoming of de tegemoetkoming hulp aan bejaarden) ontvangt, krijgt de verhoogde tegemoetkoming automatisch. Dit kan van zodra de mutualiteit op de hoogte is van het recht op een van deze uitkeringen.
2.2.2 OMNIO-statuut De bestaande regeling rond de verhoogde tegemoetkoming wordt uitgebreid met het OMNIO-statuut. Er wordt niet langer rekening gehouden met het statuut van een persoon (bv. weduwe, gepensioneerd, langdurig werkloos ouder dan 50 jaar), maar enkel met het bruto belastbaar gezinsinkomen. Dit mag niet meer bedragen dan 16 306,86 euro bruto per jaar, verhoogd met 3 018,84 euro per persoon ten laste. Zo wordt het VT-statuut uitgebreid tot alle gezinnen met een laag inkomen. Ook het begrip ‘gezin’ is bij het OMNIO-statuut anders gedefinieerd. Het verwijst niet langer naar de persoon in kwestie, zijn echtgeno(o)t(e) en hun personen ten laste, maar naar het feitelijke gezin (personen die op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn). De inkomsten van iedereen die op 01-01 van het jaar van de aanvraag op hetzelfde adres woont, worden in aanmerking genomen. Het gezin verkrijgt het OMNIO-statuut vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de verklaring op erewoord werd ingediend bij de mutualiteit.
Goed om te weten Indien je de verhoogde tegemoetkoming hebt, hoef je het OMNIO-statuut niet aan te vragen. Je behoudt de verhoogde tegemoetkoming zolang je aan de inkomensvoorwaarde voldoet. Ook de bijkomende voordelen (bv. korting NMBS, De Lijn, MIVB) blijven gelden zoals voorheen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
67
2.2.3 Maximumfactuur (MAF) in de ziekteverzekering “Als invalide heb ik medische kosten die erg kunnen oplopen en die ook een flinke hap uit mijn budget betekenen. Nu heb ik iets gelezen over de maximumfactuur in de ziekteverzekering, waardoor ik geld terug krijg zodra ik een bepaald bedrag aan kosten heb. Ik vraag mij af aan welke dienst ik moet doorgeven dat ik hoge medische kosten heb en of ik hen dan moet vertellen wat mijn uitgaven precies zijn.” Tony, 55 jaar De MAF in de ziekteverzekering is een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen tot een plafondbedrag beperkt. Zodra de uitgaven voor geneeskundige zorg in de loop van het kalenderjaar een plafondbedrag bereiken, krijgt een gezin, voor de daaropvolgende verstrekkingen, het remgeld volledig terugbetaald. Met remgeld wordt het door jou betaalde persoonlijk aandeel bedoelt, dus het verschil tussen het door jou betaalde ereloon en de tegemoetkoming van de mutualiteit. Als gezin wordt in aanmerking genomen: alle personen die samenwonen op hetzelfde adres. Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk: • Personen in een zorgafhankelijk situatie. Als bijzondere bescherming kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, als een apart gezin beschouwd worden. Dit kan bijvoorbeeld belangrijk zijn voor chronisch zieken of personen met een handicap die inwonen bij een gezin met een hoog inkomen. • Gezinnen waarvan één of meerdere personen recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming. De rechthebbende, de partner en hun personen ten laste worden beschouwd als een apart gezin waarvoor de Sociale MAF (zie verder) van toepassing is. Voor het volledige gezin blijft evenwel de Inkomens-MAF (zie verder) van toepassing. Opgelet! Wat de MAF in de ziekteverzekering betreft, wordt er rekening gehouden met volgende remgelden: • het remgeld voor A-, B- en C-medicatie; • het remgeld op erelonen van artsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, paramedici ...; • het remgeld op technische prestaties zoals operaties, bloedonderzoeken ...; • het remgeld van de vergoedbare magistrale bereidingen; • de afleveringsmarge van implantaten; • bepaalde kosten bij opname in het ziekenhuis; • …
68
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Er zijn twee categorieën MAF in de ziekteverzekering: • Sociale MAF: gezinnen waarvan één van de rechthebbenden behoort tot een bepaalde sociale categorie (bv. weduwnaars of weduwen, invaliden, gepensioneerden … zie verhoogde tegemoetkoming blz. 67) vallen hieronder. Zodra het plafondbedrag van 450 euro aan remgelden bereikt is, wordt een terugbetaling van het remgeld op geneeskundige prestaties gewaarborgd; • Inkomens-MAF: voor gezinnen die geen aanspraak maken op de Sociale MAF. Het jaarlijkse plafondbedrag voor de medische kosten is afhankelijk van het netto gezinsinkomen van het derde jaar voorafgaand aan dat waarvoor het recht op de MAF in de ziekteverzekering wordt onderzocht. Onderstaande tabel geeft de plafondbedragen weer op basis van het inkomen.
MAF in ziekteverzekering Gezinsinkomen tot remgeldplafond vanaf 0 euro
17 039,73 euro
450 euro
17 039,74 euro
26 195,40 euro
650 euro
26 195,41 euro
35 351,10 euro
1 000 euro
35 351,11 euro
44 125,29 euro
1 400 euro
44 125,30 euro
...
1 800 euro
Voor kinderen is er een extra bescherming ingebouwd: • voor kinderen die jonger zijn dan negentien jaar geldt steeds een plafondbedrag van 650 euro, ongeacht het gezinsinkomen. Als het gezinsplafond 450 euro bedraagt, is dit bedrag van toepassing; • voor kinderen met verhoogde kinderbijslag is een plafond van 450 euro van toepassing indien ze: - op 4 juli 2002 recht hadden op verhoogde kinderbijslag; - én tijdens het betreffende kalenderjaar verhoogde kinderbijslag ontvangen. Rechthebbenden op de MAF in de ziekteverzekering moeten geen bijzondere stappen ondernemen. De mutualiteiten houden alle kosten voor geneeskundige verzorging bij die voor de eventuele toekenning van de MAF in de ziekteverzekering in aanmerking worden genomen. De MAF in de ziekteverzekering zal hen automatisch worden toegekend.
2.2.4 Globaal Medisch Dossier (GMD) “Ik heb mijn Globaal Medisch Dossier laten aanleggen bij dokter Janssens. Hij was toch al jaren mijn huisarts. Als ik er minder remgeld door moet betalen, waarom zou ik het dan niet doen? Maar ik begin al wat ouder te worden en bij de dokter op consultatie gaan, wordt moeilijk. Geldt die remgeldvermindering ook als de dokter op huisbezoek komt?” Simonne, 76 jaar Iedereen kan aan een erkende huisarts naar keuze vragen om zijn Globaal Medisch Dossier aan te leggen en bij te houden. De huisarts mag hiervoor per kalenderjaar een honorarium aanrekenen dat volledig terugbetaald wordt door de mutualiteit. In het GMD worden alle gegevens bijgehouden over je gezondheid. Indien je een GMD hebt, krijg je een remgeldverlaging van 30 % voor consultaties bij de huisarts die je GMD bijhoudt of bij een andere huisarts die toegang heeft tot het GMD. Personen vanaf de leeftijd van 75 jaar en personen die erkend zijn als chronisch zieke, krijgen deze vermindering zowel voor consultaties als voor huisbezoeken. Er kan maar één Globaal Medisch Dossier per patiënt zijn dat wordt bijgehouden door één huisarts. Jouw globaal medisch dossier wordt automatisch verlengd indien je minstens eenmaal per jaar een consultatie hebt bij jouw vaste huisarts.
2.3 Financiële steun 2.3.1 Bijzonder solidariteitsfonds “Mijn broer heeft kanker. Blijkbaar is het een erg uitzonderlijke vorm van kanker, want de specifieke medische zorgen die hij nodig heeft, zijn zo uitzonderlijk en zo nieuw dat ze onvoorstelbaar duur zijn. Maar het is zijn enige hoop, dus wil je hem die zorgen ook geven. Tot we tot de conclusie kwamen dat het ziekenfonds hier helemaal niet in tussenkomt. De behandeling is nog niet opgenomen in hun tegemoetkomingen. Maar alleen kunnen wij die kostprijs niet betalen! ” Leo, 52 jaar Het Bijzonder Solidariteitsfonds is opgericht om tussen te komen in uitzonderlijke situaties waarbij patiënten aan zeer ernstige aandoeningen lijden, met grote kosten tot gevolg, maar hiervoor geen tegemoetkoming kunnen krijgen. Het Bijzonder Solidariteitsfonds kan, binnen de perken van zijn financiële middelen, tussenkomen in de gezondheidszorgen die niet op de lijst van terugbetaalde prestaties van gezondheidszorgen voorkomen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
69
Voorwaarden
2.3.2 Fonds voor Beroepsziekten
• de kosten moeten hoog zijn; • de behandeling moet een zeldzame aandoening betreffen die levensbelangrijke functies aantast; • de behandeling moet een erkende wetenschappelijke waarde en doeltreffendheid hebben; • de behandeling moet het proefstadium overschreden hebben; • de behandeling moet absoluut noodzakelijk zijn op medisch-sociaal vlak; • de behandeling moet voorgeschreven zijn door een geneesheer-specialist.
Wanneer je aan een ziekte lijdt waarbij de oorzaak ligt in de werkomgeving, kun je een schadeloosstelling krijgen van het Fonds voor Beroepsziekten. Een patiënt die een erkenning beroepsziekte wil aanvragen, bespreekt dit met de adviserend geneesheer van zijn mutualiteit. Er wordt dan een medisch attest ingediend bij het fonds.
Je kunt ook een aanvraag indienen om het persoonlijk aandeel van de begunstigde te vergoeden voor in het buitenland verleende geneeskundige verstrekkingen, reisen verblijfskosten (ook van de vergezellende persoon). Ook verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur (lijst waarin het materiaal en de prestaties zijn opgenomen die door de verplichte ziekteverzekering worden terugbetaald), maar waarbij niet aan de voorwaarden voldaan is om terugbetaling te bekomen, kunnen voor een tussenkomst van het solidariteitsfonds in aanmerking komen. De aanvraag richt je tot de adviserend geneesheer van je mutualiteit, waarbij een medisch verslag toegevoegd wordt. Doe hierbij ook een verklaring op erewoord dat je op geen andere wijze terugbetaling van deze prestaties kunt bekomen. De beslissing over het toekennen van deze tegemoetkoming ligt bij het RIZIV, de betaling gebeurt door de mutualiteit. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Alleen loontrekkenden kunnen terecht bij het Fonds voor Beroepsziekten. Werknemers in openbare diensten hebben een specifieke regeling. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Contact • Fonds voor Beroepsziekten Sterrekundelaan 1 1210 Brussel 02 226 62 11
2.3.3 Zelfhulpgroepen Financiële steun aan kankerpatiënten Personen met een gezinsinkomen onder een bepaalde grens kunnen financiële steun krijgen in de kosten die specifiek veroorzaakt worden door een kankeraandoening. Er zijn twee organisaties waar een aanvraag kan ingediend worden: de Vlaamse Liga tegen Kanker en de Stichting tegen Kanker. Opgelet, want beiden hanteren verschillende voorwaarden! De Belgische federatie tegen kanker komt ook tussen in de aankoop van haarprothesen en/of schoonheidscheques. Met de schoonheidscheques kan de betrokkene een beroep doen op een klinisch schoonheidsspecialist. Ook de ziekteverzekering komt in bepaalde gevallen tussen bij de aankoop van pruiken. Je kunt bij beide organisaties ook terecht voor infosessies, workshops, cursussen, gespreksgroepen en themaavonden rond kanker.
Meer info Contacteer de dienst Maatschappelijk Werk van CM of: • De Vlaamse Kankertelefoon 078 15 01 51
[email protected] • Kankertelefoon van de Belgische federatie 0800 15 802
70
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
2.3.4 OCMW’s
3.2 Korting op openbaar vervoer
In geval van te zware medische uitgaven, kun je steun vragen bij het OCMW (dit is niet het leefloon).
3.2.1 De trein – NMBS
Meer informatie kun je verkrijgen bij het OCMW van jouw gemeente (zie blz. 20).
Voorkeurtarief voor senioren vanaf 65 jaar
2.3.5 Gemeentelijke mantelzorgpremie Een gemeentelijke mantelzorgpremie is een financiële aanmoediging die wordt toegekend aan personen die een zorgbehoevende uit hun omgeving (familielid, buur, vriend …) thuis helpen en verzorgen. In bepaalde gemeenten betaalt het OCMW of het gemeentebestuur een dergelijke premie uit. De voorwaarden en het bedrag van deze premie zijn afhankelijk van gemeente tot gemeente. Meer informatie kun je verkrijgen bij het OCMW van jouw gemeente (zie blz. 20).
3 Mobiliteit en vervoer, welke mogelijkheden zijn er? 3.1 Parkeerkaart Met een parkeerkaart kun je onbeperkt gratis parkeren: • op voorbehouden plaatsen voor personen met een handicap; • op parkeerplaatsen van de NMBS; • op plaatsen waar de parkeertijd beperkt is (in de blauwe zone). De volgende personen hebben recht op een parkeerkaart: • personen met een invaliditeitsattest van 80 % (of minstens twaalf punten); • personen met een vermindering van hun verplaatsingsmogelijkheden met ten minste twee punten; • personen met een blijvende invaliditeit van ten minste 50 % aan de onderste ledematen; • personen die volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of bij amputatie. Je kunt een aanvraag indienen via jouw gemeente.
Senioren vanaf 65 jaar kunnen op dezelfde dag één heenen terugbiljet bekomen aan de vaste prijs van 5,30 euro. Het biljet is geldig vanaf 9 uur tijdens weekdagen. In juli en augustus is het biljet niet geldig op zaterdag en zondag.
Verminderingskaart De verminderingskaart is bestemd voor alle personen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming of het OMNIO-statuut en voor de personen die zij ten laste hebben. Op vertoon van de kaart krijgen zij 50 % korting op een biljet in tweede klasse. Je kunt de verminderingskaart bekomen aan een NMBSloket op vertoon van een attest van de mutualiteit.
Kaart kosteloze begeleider De kaart kan aangevraagd worden door personen met: • een vermindering van zelfredzaamheid van tenminste twaalf punten; • een blijvende invaliditeit van 80 %; • een blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen van minstens 50 %; • een volledige verlamming of amputatie van de bovenste ledematen. Met deze kaart kun je samen met een andere persoon reizen met één enkel vervoersbewijs. De persoon met een handicap moet een geldig vervoersbewijs voor eerste of tweede klasse hebben, de begeleider reist gratis. Je kunt de kaart aanvragen bij NMBS-Reizigers nationaal, bureau B - RN 051 sectie 13/5. Het formulier is ook te downloaden op www.nmbs.be.
Contact • NMBS-Reiziger nationaal Bureau B - RN 051 sectie 13/5 Hallepoortlaan 40 1060 Brussel 02 528 28 28 www.nmbs.be
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
71
Voorrangskaart voor een zitplaats in de trein De kaart is bestemd voor personen die door een lichamelijke handicap of ziekte niet of moeilijk kunnen blijven rechtstaan in de trein. Op vertoon van de kaart krijg je voorrang bij het innemen van een zitplaats. Je kunt de voorrangskaart bekomen aan een NMBS-loket op vertoon van een doktersattest dat verklaart dat je niet lang mag rechtstaan.
Nationale verminderingskaart voor het openbaar vervoer Blinden en slechtzienden met een invaliditeit van ten minste 90 % reizen gratis in tweede klasse. Je kunt de kaart aanvragen bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid, Administratief Centrum Kruidtuin Finanace Tower. Deze kaart kun je combineren met de kaart ‘kosteloze begeleider’.
Contact • FOD Sociale Zekerheid DG Personen met een handicap Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 150 1000 Brussel 02 507 87 99
Begeleiding door NMBS-personeel De NMBS voorziet begeleiding voor reizigers in een rolstoel op het vertrek- en aankomststation en bij eventuele overstappen. Een personeelslid begeleidt je naar het perron en helpt je plaats te nemen in de trein. Geef minstens 24 uur voor vertrek jouw reisgegevens, aard van de handicap en de precieze hulp die je wenst door op het telefoonnummer 02 528 28 28. Je dient jezelf minstens 20 minuten voor vertrek aan te melden bij het loket van het vertrekstation.
3.2.2 De bus – De Lijn Gratis tram en bus met de Omnipas 65+ Voor senioren vanaf 65 jaar. Ben je nog geen 65 maar wel ouder dan 60, dan heb je recht op een Omnipas aan verminderd tarief.
nen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming of het OMNIO-statuut. Je kunt met deze verminderingskaart ook een jaarabonnement (Buzzypazz of Omnipas) kopen voor 32 euro.
Gratis kaart voor personen met een handicap Als je recht hebt op een tegemoetkoming voor personen met een handicap of ingeschreven bent bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, krijg je een Buzzy Pazz of Omnipas om gratis te reizen met bus en tram. De kaart wordt automatisch toegestuurd door De Lijn.
Kaart kosteloze begeleider De kaart kosteloze begeleider voor het openbaar vervoer (zie trein) is ook geldig op de bussen van De Lijn. Deze kaart vraag je aan bij De Lijn.
Contact • De Lijn Martelarenplein 19 3000 Leuven 016 31 37 20 www.delijn.be
Nationale verminderingskaart voor blinden en slechtzienden Blinden en slechtzienden rijden gratis met bus en tram. De chauffeur zal je begeleiden, meedelen wanneer de gewenste halte bereikt is en jou vooraan laten uitstappen. Deze kaart vraag je via het gemeentebestuur aan bij FOD Sociale Zekerheid.
DINA-abonnement Gratis reizen voor heel het gezin gedurende één jaar voor mensen die een wagen uit het verkeer halen, bv. om reden van ziekte of handicap. Dit abonnement vraag je aan bij De Lijn.
3.3 Vrijstellingen 3.3.1 Verkeersbelastingen
Verminderingskaart Deze reductiekaart van de NMBS geeft ook bij De Lijn recht op een vermindering van 50 % bij aankoop van een Lijnkaart (niet bij aankoop van een ticket) voor alle perso-
72
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Bepaalde personen met een handicap (personen met 50 % blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen, volledige blindheid of een volledige verlamming aan of amputatie van de bovenste ledematen) kunnen vrijgesteld worden van verkeersbelasting en de belasting op
de inverkeerstelling (deze belasting zijn ze verschuldigd bij elke eerste inschrijving van een nieuw of tweedehands voertuig op jouw naam). Je vraagt de vrijstelling schriftelijk, met de specifieke aanvraagformulieren, aan bij het Agentschap Vlaamse Belastingdienst te Aalst. Deze formulieren staan ter beschikking op de website (belastingen.vlaanderen.be) of in de (regionale) kantoren van de Vlaamse Belastingdienst. Je voegt bij je aanvraag een kopie van het invaliditeitsattest en je verklaart dat je het voertuig uitsluitend voor persoonlijk vervoer gebruikt. In voorkomend geval bezorg je eveneens een attest van de behandelend geneesheer dat de noodzaak van het gebruik van een voertuig voor dubbel gebruik, minibus of lichte vrachtwagen bevestigt. Let wel: het medisch attest moet uitgereikt zijn door de dienst voor tegemoetkomingen mindervaliden, de administratie pensioenen voor oorlogsinvaliden of het ministerie van volksgezondheid. Je kunt enkel een vrijstelling voor de belasting op inverkeerstelling bekomen indien je reeds een vrijstelling verkeersbelasting geniet. De vrijstellingen gelden slechts voor één voertuig dat uitsluitend wordt gebruikt als persoonlijk vervoermiddel van de persoon met een handicap.
3.3.2 BTW bij aankoop en onderhoud wagen Oorlogsinvaliden en personen met 50 % blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen, volledige blindheid of een volledige verlamming aan of amputatie van de bovenste ledematen genieten de volgende voordelen: • zij betalen bij de aankoop van een wagen 6 % BTW in plaats van 21 % BTW, nadien wordt ook de betaalde 6 % BTW terugbetaald; • zij betalen slechts 6 % BTW voor onderhoud van de wagen en aankoop van onderdelen en uitrustingsstukken; • zij hoeven geen verkeersbelasting of belasting inverkeerstelling te betalen. Om van deze voordelen te kunnen genieten, moet je vóór de levering, maar na de aankoop van het voertuig het formulier 716 aanvragen in jouw plaatselijk BTW-kantoor. Dit formulier bestaat uit vier exemplaren:
toe. Je bezorgt de verkoper het voor hem bestemde exemplaar; • Voor de terugbetaling van de 6 % BTW, vul je vak 3 in van de twee resterende exemplaren. Dit bezorg je samen met de originele aankoopfactuur aan de eerstaanwezend inspecteur van je plaatselijk BTW-kantoor. Hij overhandigt je vervolgens formulier 717; • Je betaalt slechts 6 % BTW voor de aankoop van onderdelen en uitrustingsstukken en onderhouds- en herstellingswerken indien je de verkoper/hersteller het formulier 717 bezorgt. Deze voordelen gelden slechts voor één voertuig dat enkel gebruikt wordt voor het vervoer van de hulpbehoevende persoon en dat op diens naam geregistreerd staat. Meer informatie bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Contact • Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Verkeersbelastingen Bauwensplaats 13 bus 1 9300 Aalst Tel. 1700 (van 9 tot 19 uur) belastingen.vlaanderen.be
3.3.3 Vrijstelling van veiligheidsgordel Op grond van gewichtige medische indicaties kun je (permanent of voor een bepaalde periode) vrijgesteld worden van het dragen van de veiligheidsgordel. Richt jouw schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest aan FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Contact • FOD Mobiliteit en Vervoer Directie verkeersveiligheid Dienst rijbewijs CITY ATRIUM - Vooruitgangstraat 56 - LOCAL 5A07 1210 Brussel 02 277 38 25/27 www. mobilit.fgov.be
• Voor aanvraag van het verlaagde BTW-tarief bij aankoop van de wagen, vul je vak 1 van alle vier de exemplaren in. Je bezorgt alle exemplaren van het formulier 716, jouw invaliditeitsgetuigschrift en een voorlopig verkoopscontract van de wagen aan de eerstaanwezend inspecteur van je plaatselijk BTW-kantoor. Door het invullen van vak 2 staat hij de verlaagde BTW
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
73
4
Waar vind je tussenkomsten voor hulp en hulpmiddelen?
4.1 Persoonlijk Assistentie Budget (PAB) “Ik ben er trots op te kunnen zeggen dat ik alleen woon, ook al zit ik in een rolstoel. Mijn huis is volledig aangepast aan mijn behoefte en dankzij het Persoonlijk Assistentie Budget heb ik de hulp kunnen inschakelen van Rudy. Hij helpt mij bij mijn dagelijkse bezigheden die ik niet alleen kan. Ik ben zogezegd Rudy’s werkgever en ik betaal zijn loon van het budget dat ik krijg. Het geeft mij ook meer het gevoel dat ik zelf alles in handen heb, dat ik als persoon met een handicap niet hoef af te hangen van anderen.” Jan, 28 jaar Vanaf 2001 kunnen mensen met een handicap hun eigen leven beter in handen nemen via een Persoonlijk Assistentie Budget. Dit budget wordt enkel toegekend aan mensen met een handicap die een aanvraag hebben ingediend vooraleer ze 65 jaar werden. Het budget dient om de persoonlijke assistenten te vergoeden die hen helpen bij de activiteiten van het dagelijkse leven. Deze assistenten moeten via een arbeidscontract ingeschreven worden of bij een georganiseerde dienst worden aangevraagd. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) registreert alle vragen naar handicapspecifieke ondersteuning. Het doel hiervan is om personen met een handicap op een vlotte en rechtvaardige manier naar de gepaste ondersteuning toe te leiden. Hiertoe heeft het VAPH de databank Centrale Registratie van de zorgvragen (CRZ) ontwikkeld. Alle vragen naar PAB moeten geregistreerd worden, zowel vragen naar ondersteuning nu als in de toekomst. Enkel de PAB-vragen waarvoor de spoedprocedure wordt ingeroepen, moeten niet geregistreerd worden. Het registreren van het PAB-dossier in de Deskundigheidscommissie en de toewijzing van een ernstcategorie is slechts een stap in de richting van de effectieve toekenning van een PAB. Indien de aanvrager zich in een situatie bevindt waarvan hij van mening is dat hij onmiddellijk of op zeer korte termijn ondersteuning of assistentie nodig heeft, kan hij een aanvraag ‘prioritair te bemiddelen zorgvraag’ doen. Voor meer informatie hierover of voor hulp bij de aanvraag kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
74
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Contact • Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) PAB-cel Sterrenkundelaan 30 1210 Brussel 02 225 85 26 (van 9 tot 12 uur)
[email protected] www.vaph.be • Absoluut Tiensesteenweg 63 3010 Kessel-Lo 016 23 51 61
[email protected] www.absoluutvzw.be
4.2 Hulpmiddelen 4.2.1 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) “Mijn handicap heeft mijn leven veranderd, zonder enige twijfel. De simpelste dingen lukken gewoon niet meer. Gelukkig bestaat er zoiets als het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, dat tegemoetkomingen geeft voor hulpmiddelen en aanpassingen. Hierdoor wordt het iets makkelijker voor mij om mee te draaien in de maatschappij. Mijn wagen werd bijvoorbeeld aangepast aan mijn handicap.” Bart, 32 jaar Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap is een Vlaamse overheidsinstelling. Het VAPH verleent financiële ondersteuning aan personen met een handicap die het minder gemakkelijk hebben dan anderen om zich in onze samenleving te integreren. Deze handicap kan lichamelijk, zintuiglijk, mentaal of psychisch zijn. De beperkingen die hieruit voortvloeien moeten langdurig en ernstig zijn én moeten een invloed hebben op de sociale integratie van de betrokkene in de maatschappij. Op het moment van de inschrijving bij het VAPH mag je de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben!
Voor welke hulpmiddelen en aanpassingen verleent het VAPH een tegemoetkoming? Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap kan onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming verlenen in de (meer-)kosten van hulpmiddelen en aanpassingen.
Het VAPH kan bijvoorbeeld een tegemoetkoming verlenen voor het aanpassen van de woning aan de noden van de persoon met de handicap (ombouwwerken, keukenmeubilair ...). Ook hulpmiddelen en aanpassingen die bijdragen tot een betere mobiliteit (aanpassing wagen, aanhangfiets ...) of vlottere communicatie (schermuitleesprogramma, communicatietoestel ...) kunnen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. De hulpmiddelen en aanpassingen waarvoor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap een tegemoetkoming verleent, staan beschreven in een refertelijst. In deze lijst staat aangegeven hoe groot het maximumbedrag van de tegemoetkoming is.
Hoe aanvragen? Wie behoefte heeft aan een hulpmiddel, moet daarvoor een aanvraag doen bij de Provinciale Afdeling van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Deze aanvraag opstellen is niet gemakkelijk. Daarom heeft het VAPH teams erkend om personen bij te staan bij het opstellen van de aanvraag. De dienst Maatschappelijk Werk van CM is ook erkend als multidisciplinair team (MDT). Het MDT heeft als taak een dossier op te maken waarin de aanvraag gemotiveerd wordt. In het kader van hulpmiddelen en aanpassingen houdt dit ook in dat er adviesrapporten ingevuld worden. Het MDT bekijkt samen met de persoon met een handicap welke hulpmiddelen en aanpassingen hij nodig heeft. Dat resulteert in een individuele vraag naar hulpmiddelen, waarvan de noodzaak, behoefte, doelmatigheid en doeltreffendheid zijn aangetoond. Voor het opmaken van dit dossier mag er geen vergoeding gevraagd worden aan de persoon met een handicap omdat het VAPH hiervoor al een vergoeding betaalt.
Tegemoetkoming voor incontinentiemateriaal Het VAPH kan voor personen met incontinentieproblemen een tegemoetkoming verlenen voor incontinentiemateriaal. Sinds 2011 wordt hiervoor een jaarlijks forfait uitgekeerd. Personen die in het verleden een goedkeuring kregen, kunnen tijdens een overgangsfase van twee jaar een nieuwe aanvraag indienen om over te stappen naar het nieuwe systeem. Een aanvraag indienen gebeurt met het formulier ‘Aanvraag van een tegemoetkoming in de kosten van incontinentiemateriaal’. Dit document moet ingevuld worden door de behandelende arts. Naargelang de persoon met een handicap al is ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Perso-
nen met een handicap of niet, dient het dossier nog aangevuld te worden met een A001 en een multidisciplinair verslag.
Tegemoetkomingen voor rolwagens Het verlenen van tegemoetkomingen voor een rolstoel, duwwagen of een orthopedische driewieler behoren in de eerste plaats tot de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering (RIZIV). Een persoon met een handicap dient zich hiervoor eerst tot zijn mutualiteit te wenden. Indien het RIZIV een tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk weigert, kan het VAPH eventueel wel een tussenkomst verlenen. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap komt enkel tussen in het onderhoudscontract (met inbegrip van herstellingen) en eventueel in de aankoop van een tweede rolwagen (indien je een traplift hebt of in een residentie verblijft). Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM, deze helpt je verder met het invullen van de nodige papieren.
4.2.2 Ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV) “Mijn man is twee jaar geleden betrokken geweest in een auto-ongeluk. Na maanden van onderzoeken, onzekerheid en harde revalidatie viel het verdict: de verlamming in de onderste ledematen blijft … Een harde noot om te kraken, maar ik wil dat hij nog zoveel mogelijk zelfstandig kan doen. Gelukkig kwam het ziekenfonds deels tussen in de aankoop van een rolwagen, zodat ik me daar al geen kopzorgen over moest maken.” Agnes, 46 jaar In vorig puntje werd gezegd dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap aanvullend is ten aanzien van tegemoetkomingen voor rolwagens. Dit wil zeggen dat je bij de aanschaf van een rolwagen eerst contact moet nemen met de mutualiteit voor een financiële tussenkomst. Wanneer je een financiële tegemoetkoming wenst voor de aankoop van een standaardrolwagen of een orthopedische driewielfiets, moet je met een medisch voorschrift contact nemen met een erkend verdeler van hulpmiddelen. Deze verdeler zal, na jouw keuze van hulpmiddel, de voorvermelde administratieve stukken bezorgen aan de mutualiteit. Indien je een financiële tegemoetkoming wenst voor de aankoop van een verzorgingsrolstoel of een modulaire rolstoel (rolstoel met aangepaste hulpmiddelen) of voor een combinatie van een driewielfiets met rolstoel is ook een medisch voorschrift nodig. De erkende verdeler moet
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
75
een motiveringsrapport opstellen. Deze verdeler zal al de stukken bezorgen aan de mutualiteit. Als je een financiële tegemoetkoming wenst voor de aankoop van een kinderrolstoel, een actieve rolstoel, een elektronische rolstoel, elektronische scooter of een stasysteem, dan is een medisch voorschrift nodig. De erkende verdeler moet een motiveringsrapport opstellen. De revalidatiearts moet met een kinesist of ergotherapeut een functioneringsrapport opstellen.
Je behandelende arts of je arts die het Globaal Medisch Dossier beheert, zal de vergoeding aanvragen bij de adviserend geneesheer. Indien je aan de voorwaarden voldoet, krijg je de terugbetaling gedurende een jaar. De verlenging gebeurt automatisch.
Voorwaarden Je lijdt aan een welomschreven aandoening, namelijk:
Indien je na de financiële tussenkomst van de mutualiteit nog supplementen moet betalen voor de aankoop van de rolwagen, kun je een aanvraag indienen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap biedt ook een financiële tussenkomst voor de herstelling of onderhoud van de rolwagen.
• kankerpijn; • chronische artritis/artrosepijn; • neurogene of neuropatische pijn van centrale of perifere oorspring (multiple sclerose inbegrepen); • perifere vasculaire pijn; • postchirurgische pijn (fantoompijn inbegrepen); • fibromyalgie.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
4.3.3 Oncorevalidatie
4.3 Bijzondere tussenkomsten
Een aantal ziekenhuizen organiseert een groepstherapeutisch programma voor ex-kankerpatiënten met het verhogen van de levenskwaliteit als doel. Leden die zo’n programma volgen, krijgen 40 euro tegemoetkoming.
4.3.1 Actieve verbandmiddelen Actieve verbandmiddelen zijn speciale en dure verbanden die een gunstig vochtig klimaat creëren dat de wondheling bevordert. Voor actieve verbanden is er een forfaitaire toelage voorzien van 21,98 euro per maand en een bijkomende tegemoetkoming van 0,25 euro voor bepaalde verbanden. Deze kun je krijgen als: • er chronische wonden zijn die na zes weken behandeling onvoldoende geheeld zijn; • de behandelende arts een kennisgeving doet aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds; • de behandelende arts op de voorschriften voor de apotheker “derdebetalers regeling van toepassing” aanduidt. De forfaitaire toelage wordt voor een periode van drie maanden toegekend en kan maximaal drie keer verlengd worden met dezelfde periode. Het persoonlijk aandeel dat nog betaald moet worden, wordt meegenomen in de maximumfactuur in de ziekteverzekering (zie blz. 68).
4.3.2 Pijnmedicatie Sommige chronische pijnpatiënten krijgen een tegemoetkoming voor bepaalde verpakkingen van paracetamol. Ze betalen slechts een beperkt aandeel in de plaats van het volledige bedrag. Het bedrag dat ten laste van jou blijft, wordt meegenomen in de maximumfactuur in de ziekteverzekering (zie blz. 68).
76
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Voorwaarden • Het groepstherapeutisch programma kent zowel een multidisciplinaire invalshoek waarbij ze zowel de fysieke conditie wil verbeteren, als aandacht hebben voor psychosociale aspecten, als de levenskwaliteit van de patiënt. • Het programma is verbonden aan een algemeen ziekenhuis. • De tegemoetkoming wordt uitbetaald als het volledige programma succesvol wordt beëindigd.
4.3.4 CM-Thuiszorgpas Deze informatie vind je terug op blz. 39.
5
Wonen, welke tussenkomsten zijn er?
5.1 Sociale tarieven 5.1.1 Financiële bijdrage plaatsingsen abonnementskosten van een telefoontoestel Een financiële tegemoetkoming in de plaatsings- en abonnementskosten van een telefoontoestel kan worden toegekend aan: • personen met een zware handicap die geïsoleerd leven; • personen ouder dan 75 jaar die geïsoleerd leven; • gezinnen bestaande uit personen met een zware handicap en/of personen ouder dan 75 jaar die als geïsoleerd kunnen beschouwd worden; • personen die in aanmerking komen voor een sociaal telefoontarief. De provinciale tegemoetkoming in de kosten van de plaatsing van een telefoontoestel bedraagt maximum 50 euro en wordt slechts éénmaal aan dezelfde begunstigde toegekend. De jaarlijkse financiële bijdrage in de abonnementskosten van een telefoontoestel bedraagt 40 euro. De provinciale tegemoetkoming kan niet toegekend worden aan personen die een financiële bijdrage ontvangen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of van ieder ander openbaar bestuur (uitgezonderd Belgacom) of privé-instelling. Wens je de provinciale financiële bijdrage te ontvangen? Dien een verzoek op het daartoe bestemde formulier in bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, dienst welzijn en gezondheid.
Contact • Provincie Vlaams-Brabant Dienst welzijn en gezondheid Provincieplein 1 3010 Kessel-Lo 016 26 73 89
[email protected] www.vlaamsbrabant.be
5.1.2 Sociaal telefoontarief Het sociaal telefoontarief geeft je recht op een vermindering van: • 50 % op de aansluitingskosten van een telefoontoestel;
• 8,40 euro op maandelijkse abonnementskosten; • 3,10 euro op het maandelijks gebruik (gesprekken, sms, mms)
Voor wie? • je hebt minstens een gehoorverlies van 70 dB voor het beste oor of je hebt een laryngectomie ondergaan. Je beschikt over een voor doven goedgekeurd telefoontoestel; • je bent officieel erkend als militaire oorlogsblinde; • je bent meerderjarig, minstens 66 % mindervalide en woont alleen of woont samen met hoogstens twee personen of met aanverwanten van de eerste of tweede graad (gelijk welk aantal). Jouw bruto belastbaar gezinsinkomen is lager of gelijk aan lager of gelijk aan 16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro per persoon ten laste; • je bent ouder dan 65 jaar en woont alleen, samen met een of meerdere personen die ouder zijn dan 60 jaar of met kinderen en kleinkinderen. Je bruto belastbaar gezinsinkomen is lager of gelijk aan lager of gelijk aan 16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro per persoon ten laste. Het sociaal telefoontarief wordt maar aan één begunstigde per huishouden en voor één telefoonaansluiting toegekend. Het sociaal telefoontarief wordt alleen gegeven voor een standaardabonnement. Je dient een aanvraag in bij de operator van jouw keuze. Momenteel bestaat enkel bij Telenet ook een sociaal tarief voor internet als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Op een basisaansluiting krijg je een korting van 7 euro per maand. Indien je een andere operator hebt, kun je altijd navragen of ze een gelijkaardig sociaal tarief hebben. Voor mensen met een leefloon, is er een tarief dat 3,10 euro korting geeft op de gesprekken.
5.1.3 Service Card voor personen met een visuele handicap (reductieplan) De Service Card wordt door Belgacom ter beschikking gesteld aan personen met een visuele handicap die op de inlichtingendienst van Belgacom aangewezen zijn om een telefoonnummer te bekomen. De eigenaar van de kaart dient naar de nationale inlichtingendienst te bellen vanuit zijn vaste telefoonaansluiting. De normale prijs voor deze dienst is 1,1155 euro per gesprek. Aan de houder van de Service Card worden per maand vier van deze oproepen gratis verleend. De kaart blijft maximum twee jaar geldig. Op aanvraag kan ze vernieuwd worden. Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
77
Voor wie? Blinden en slechtzienden die beschikken over één van volgende documenten: • een algemeen attest van volledige blindheid, uitgereikt door het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; • de nationale verminderingskaart op het gemeenschappelijk vervoer.
Aanvragen Het volstaat bij een gewone brief een kopie van het algemeen attest of van de verminderingskaart op te sturen naar Belgacom – Service card voor blinden en slechtzienden.
Contact • Belgacom Service Card voor blinden en slechtzienden Keizer Karellaan 1 9000 GENT
Voor bijkomende informatie kun je tijdens de kantooruren terecht op het gratis nummer 0800 91 133.
5.1.4 Maximumtarief voor aardgas en elektriciteit. Je komt in aanmerking voor het sociaal tarief elektriciteit en gas indien jij of een persoon waarmee je samenwoont één van deze financiële middelen ontvangt: • het leefloon; • het gewaarborgd inkomen voor bejaarden; • een tegemoetkoming mindervaliden met een invaliditeit van minstens 65 % en/of hulp van derden; • inkomensvervangende tegemoetkoming en/of hulp aan derden; • de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden; • financiële steun van het OCMW aan erkende vluchtelingen; • een wachtuitkering van het OCMW. De tarieven liggen lager, je betaalt geen vast recht voor jouw dagteller (wel voor je nachtteller en bij zware aansluitingen) en de eerste 500 kWh die je per jaar verbruikt, is gratis.
78
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Het sociaal tarief voor aardgas en/of elektriciteit door de energieleveranciers wordt sinds 2010 automatisch toegekend voor de hierboven omschreven categorieën. Soms dient de rechthebbende toch nog zelf initiatief te nemen, daarom is het belangrijk je factuur te controleren op de toepassing van de maximumtarieven. Deze toepassing staat vermeld op je factuur.
5.1.5 Sociaal tarief kabelabonnement Personen met minstens 12/18 punten of minstens 80 % invaliditeit genieten een sociaal tarief kabelabonnementsgeld. Dit sociaal tarief bedraagt iets meer dan de helft van de normale prijs voor de kabel. Het al dan niet toekennen van het sociaal tarief is niet wettelijk vastgelegd en dus de vrije keuze van de kabelmaatschappij. De meeste maatschappijen kennen het echter toe. Om dit tarief te bekomen moet je jouw kabelmaatschappij een algemeen attest van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid bezorgen. Dit attest kun je bekomen door via jouw gemeentebestuur een aanvraag te doen bij FOD Sociale Zekerheid.
5.2 Verwarmingstoelage en sociaal verwarmingsfonds Volgende personen kunnen genieten van een verwarmingstoelage als ze hun woning verwarmen met bulkpropaangas, huisbrandolie (in bulk of aan de pomp), of verwarmingspetroleum aan de pomp: • één van de gezinsleden heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsuitkering; • je bruto belastbaar gezinsinkomen is lager of gelijk aan lager 16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro per persoon ten laste; • je geniet een collectieve schuldenregeling of een schuldenbemiddeling. Je kunt de toelage het hele jaar door aanvragen ongeacht de prijs van de brandstof. Let wel! De aanvraag moet binnen 60 dagen na levering gebeuren. Het bedrag van de toelage schommelt tussen 14 en 20 cent per liter en is afhankelijk van de brandstofsoort en de prijs per liter. De toelage kan nooit hoger zijn dan 300 euro. Dit maximum is afhankelijk van de brandstofsoort en de prijs per liter. Voor de aanvraag van deze toelage, wendt je je tot het OCMW. Een uitgebreide adressenlijst vind je op blz. 20.
5.3 Vrijstelling saneringsbijdrage bij de waterfactuur Volgende personen moeten geen saneringsbijdrage betalen voor hun waterverbruik: • je ontvangt het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, het leefloon, de inkomensvervangende tegemoetkoming, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of de integratietegemoetkoming; • het heffingsbiljet, en dus ook de factuur van de drinkwatermaatschappij, staan op jouw naam (tenzij je een watermeter met andere woningen deelt of één van jouw gezinsleden ‘verlengd minderjarig’ is en een tegemoetkoming aan gehandicapten geniet); • indien één van je huisgenoten (minstens 21 jaar oud) recht heeft op één van de bovenvermelde vervangingsinkomens, kan een abonnementswijziging aangevraagd worden bij de watermaatschappij waardoor je gezin in aanmerking komt voor de vrijstelling. In principe zijn de personen die voor deze vrijstelling in aanmerking komen, gekend bij de watermaatschappij.
Indien je van deze vrijstelling kunt genieten maar toch een heffingsbiljet ontvangt, moet je binnen de drie maanden na de verzendingsdatum van het heffingsbiljet een schriftelijke vraag tot vrijstelling aan de watermaatschappij richten.
5.4 Vlaamse tegemoetkoming in de huurprijs De tegemoetkoming in de huurprijs ondersteunt mensen met een laag inkomen die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een goede, aangepaste woning. Ook als je verhuist van een private huurwoning naar een woning verhuurd door een sociaal verhuurkantoor, kun je de tegemoetkoming in de huurprijs aanvragen.
5.4.1 Wie kan de aanvraag indienen? Je kunt de tegemoetkoming in de huurprijs aanvragen als je verhuist (of net verhuisd bent) naar een nieuwe huurwoning. Je dient de aanvraag in als huurder. Dit is de persoon die de huurovereenkomst ondertekent. Je moet meerderjarig zijn op de aanvraagdatum. Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
79
5.4.2 Voorwaarden
5.4.3 Hoe aanvragen?
Als aanvrager van een tegemoetkoming in de huurprijs moet je voldoen aan een aantal voorwaarden qua:
Je dient jouw aanvraag voor een tegemoetkoming in de huurprijs in bij het agentschap Wonen-Vlaanderen in je provincie. Gebruik hiervoor het aanvraagformulier van de provincie waarin jouw nieuwe huurwoning zich bevindt. Let op: huur je een huurwoning van een sociaal verhuurkantoor, dan moet je daarvoor een speciaal aanvraagformulier gebruiken.
1. inkomen; 2. woning; 3. eigendom.
1. Inkomen Voor aanvragen in 2012 mag de som van het aan de personenbelasting inkomen, alsook van de niet-belastbare vervangingsinkomsten van de huurder en van de inwonende gezinsleden, niet meer bedragen dan 16 320 euro. Dit maximum wordt verhoogd met 1 460 euro per persoon ten laste. Er wordt gekeken naar het inkomen van het derde jaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum. Voor een tegemoetkoming in de huurprijs die wordt aangevraagd in 2012 wordt dus het inkomen van 2009 in aanmerking genomen.
2. Woning Er worden zowel voorwaarden gesteld voor de woning die verlaten wordt, als voor de nieuwe huurwoning. Beide moeten in elk geval in het Vlaamse Gewest liggen.
3. Eigendom De huurder en de inwonende gezinsleden mogen op de aanvraagdatum en tijdens de drie jaar die daaraan voorafgaan geen woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben (gehad). Hierop zijn enkele uitzonderingen: • de huurder heeft deze woning verlaten nadat ze onbewoonbaar of overbevolkt is verklaard; • de huurder heeft deze woning verlaten nadat ze ongeschikt is verklaard, waarbij minstens twee problemen van categorie III en 50 strafpunten werden vastgesteld; • de huurder heeft deze woning, na daar minstens twaalf maanden ingeschreven te zijn, verlaten omdat ze qua bezetting onaangepast was; • de woning is op de aanvraagdatum gesloopt of de eigenaar verbindt zich ertoe ze te slopen; • de woning ligt in het Vlaamse Gewest en is het voorwerp van een onteigeningsbesluit; • de eigenaar of de vruchtgebruiker kan ten gevolge van een wettelijke regeling of van een uitvoerbare rechterlijke beslissing niet beschikken over de woning.
80
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
5.4.4 Wanneer aanvragen? Je vraagt de tegemoetkoming in de huurprijs het best aan voordat je naar jouw nieuwe huurwoning verhuist. Je moet wel binnen de negen maanden na de aanvraagdatum de nieuwe woning te huren. Als je al verhuisd bent, moet je de tegemoetkoming in de huurprijs binnen de zes maanden na de inschrijvingsdatum (dit is de eerste dag van de maand waarin je je ingeschreven hebt in de nieuwe woning) aanvragen. Als je jouw aanvraag pas indient nadat je verhuisd bent, moet je er rekening mee houden dat de toestand van de woning die je verlaten hebt nog moet kunnen vastgesteld worden door de onderzoeker van Wonen-Vlaanderen.
5.4.5 Hoeveel bedraagt de tegemoetkoming in de huurprijs? De tegemoetkoming in de huurprijs bestaat uit twee delen: enerzijds is er een maandelijkse huursubsidie, anderzijds een eenmalige installatiepremie.
Maandelijkse huursubsidie De huursubsidie wordt bepaald op basis van jouw inkomen. Ze wordt maximaal gedurende negen jaar uitbetaald en neemt af in de loop van die periode.
Eenmalige installatiepremie De eenmalige installatiepremie bedraagt drie keer de maandelijkse huursubsidie tijdens jaar één en twee. Bv.: als je op basis van jouw inkomen recht hebt op een maandelijkse huursubsidie van 150 euro tijdens de eerste twee jaren, dan bedraagt de eenmalige installatiepremie 450 euro. Opgelet: als je dakloos was en van het OCMW al een installatiepremie hebt ontvangen voor jouw nieuwe huurwoning, dan heb je geen recht meer op een nieuwe installatiepremie.
5.4.6 Wanneer uitbetalen? De huursubsidie wordt een eerste keer uitbetaald binnen de vier maanden nadat jouw aanvraag is goedgekeurd (of een beslissing in beroep is genomen). De eenmalige installatiepremie wordt uitbetaald samen met de eerste huursubsidie. Nadien zal deze om de drie maanden uitbetaald worden. Als je dus recht hebt op een maandelijkse huursubsidie van 200 euro, dan zal je één keer om de drie maanden 600 euro ontvangen. Als je een woning huurt van een sociaal verhuurkantoor, dan worden zowel de installatiepremie als de huursubsidie gestort op rekening van dit sociaal verhuurkantoor. Het sociaal verhuurkantoor zal vervolgens de installatiepremie aan jou bezorgen en de huursubsidie rechtstreeks van jouw huurprijs aftrekken.
5.4.7 Is de tegemoetkoming in de huurprijs cumuleerbaar? Je krijgt de tegemoetkoming in de huurprijs slechts één keer toegewezen. Als je al een huursubsidie hebt ontvangen op basis van de oude regeling (besluit van de Vlaamse Regering van 11-12-1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste huurwoning), kom je niet meer in aanmerking voor een tegemoetkoming in de huurprijs. Ontving je toen echter enkel een installatiepremie, dan kom je wel nog in aanmerking.
Contact • Agentschap Wonen Vlaanderen en Wonen Vlaams-Brabant Diestsepoort 6 bus 92 3000 Leuven 016 66 59 30
5.5 Vlaamse huurpremie voor kandidaat-huurders van een sociale woning Gezinnen met een laag inkomen die al vijf jaar of langer wachten op een sociale woning en in een private woning wonen, krijgen in de loop van 2012 een tegemoetkoming.
5.5.1 Wie komt in aanmerking? Hiervoor moet je: • een woning huren: - als hoofdverblijfplaats; - in het Vlaamse Gewest; - met een huurprijs die afhangt van het aantal perso- nen ten laste en de ligging van de woning; - die conform is. • ingeschreven zijn voor een sociale huurwoning bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM): - die werkzaam is in jouw gemeente. (Als de SHM niet werkzaam is in jouw gemeente, heb je tot 31 mei 2013 de tijd om je in te schrijven bij de domicilie maatschappij); - ononderbroken ingeschreven zijn voor een periode van vijf jaar. • een inkomen hebben van maximaal 16 320 euro. Dit maximum mag verhoogd worden met 1 460 euro per persoon ten laste. (Zie ook Vlaamse tegemoetkoming in de huurprijs blz 79). De huurpremie is niet voor personen: • die al in een sociale woning wonen; • die een woning huren van vader, moeder, grootvader, grootmoeder, broer of zus als die op hetzelfde adres woont; • van wie het inkomen, zoals berekend door de sociale huisvestingsmaatschappij, hoger ligt dan de maximumgrens in het huursubsidiebesluit; • die nu een huurprijs betalen hoger dan het maximum zoals voorzien in het huursubsidiebesluit. Dit maximum wordt verhoogd met 10 % voor huurwoningen in Vlabinvestgebied en in de dertien centrumsteden; • die al een huurpremie ontvingen die werd stopgezet.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
81
5.5.2 Hoeveel bedraagt de huurpremie ? De huurpremie wordt berekend op basis van: • de huurprijs van de woning die je huurt; • het aantal personen ten laste.
Huurpremie Bedraagt je huurprijs
Berekening maandelijkse huurpremie
minder dan 360 euro
(huurprijs gedeeld door 3) + (aantal personen ten laste x 20 euro)
360 euro of meer
120 euro + (aantal personen ten laste x 20 euro)
5.5.3 Hoe aanvragen? Je hoeft zelf niets te doen. De sociale huisvestingsmaatschappijen waar je bent ingeschreven, geven de gegevens door van diegenen die in aanmerking komen voor een huurpremie.
6
Welke belastingsvoordelen zijn er?
6.1 Vermindering van belastingen op inkomsten (aanslagjaar 2013, inkomsten 2012) Je hebt recht op een bijkomende vrijstelling op een deel van je belastbaar inkomen wanneer er binnen je gezin één of meer personen zijn met een handicap (de belastingsplichtige zelf, zijn kinderen of andere personen ten laste). In volgende situaties kun je een vrijstelling krijgen: • voor de volwassen persoon met een handicap ten laste: vrijstelling van 2 800 euro per persoon; • elke kind ten laste met een handicap, telt voor twee kinderen ten laste: vrijstelling van 1 440 tot 13 480 euro per kind te laste. (Vrijstelling van het eerste tot het vierde kind: respectievelijk 1 440 euro, 3 720 euro, 8 330 euro, 13 480 euro. Elk volgend kind krijg je + 5 150 euro per kind); • een ouder, broer of zus ten laste van ten minste 65 jaar: vrijstelling van 2 890 euro per persoon (met erkenning handicap: 5 780 euro). Deze vrijstelling komt bovenop de basisvrijstelling van de belastingsplichtige van: • 7 070 euro voor belastingsplichtige met een belastbaar inkomen minder dan 25 270 euro; • 6 800 euro voor belastingsplichtige met een belastbaar inkomen meer dan 25 270 euro. Op vervangingsinkomsten, zoals werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, pensioenen … worden volgende verminderingen verleend: • 1 968,18 euro indien het netto-inkomen uitsluitend bestaat uit pensioenen, vervangingsinkomsten en werkloosheidsuitkeringen; • 2 526,49 euro indien het netto-inkomen uitsluitend bestaat uit wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen.
6.1.1 Voor wie? De vrijstelling wordt verleend voor de personen waarvan: - de arbeidsgeschiktheid verminderd is; - het inkomen aan bepaald voorwaarden voldoet.
De arbeidsgeschiktheid is verminderd De arbeidsgeschiktheid is verminderd in één van volgende gevallen: • de lichamelijke of geestelijke toestand heeft het vermogen om een inkomen te verwerven verminderd tot 1/3 (d.w.z. een arbeidsongeschiktheid van 66 %) van wat een gezond persoon kan verdienen op de algemene arbeidsmarkt;
82
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• de gezondheidstoestand veroorzaakt een vermindering van zelfredzaamheid van minstens negen punten; • er is een administratieve of gerechtelijke beslissing voor ten minste 66 % arbeidsongeschiktheid. De handicap waarmee rekening wordt gehouden, is deze die werd vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar en op 1 januari van het aanslagjaar. Volgende attesten komen in aanmerking: • voor volwassenen kan het attest afgeleverd worden door: - de mutualiteit indien je langer dan één jaar ziek bent en uitkeringen ontvangt; - de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid; - elke andere administratieve of gerechtelijke instatie die uitspraak kan doen over arbeidsongeschikt heid. • voor kinderen ten laste kan de handicap vastgesteld worden door - het organisme dat de verhoogde kinderbijslag uitbetaalt; - de medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid.
Het inkomen voldoet aan bepaalde voorwaarden: Het netto-belastbaar jaarinkomen (= brutobedrag – 20 %) van de persoon ten laste is maximaal 2 990 euro (respectievelijk 4 320 euro voor kinderen ten laste van éénoudergezinnen en 5 480 euro als die ouder een handicap heeft). Volgende inkomsten worden niet als inkomen beschouwd: • kinderbijslagen en studiebeurzen; • inkomsten van een persoon met een handicap die niet hoger zijn dan het overeenstemmende bedrag van het medisch attest van de FOD Sociale Zekerheid; • inkomsten van het loon uit de beschermde werkplaats; • pensioen of rente van een (groot-)ouder of broer of zus ten laste tot maximum 23 250 euro per jaar; • onderhoudsgeld betaald aan kinderen; • achterstallig onderhoudsgeld; • inkomen uit studentenarbeid tot 2 410 euro.
6.1.2 Hoe verloopt de aanvraag? De belastingplichtige die een persoon met een handicap ten laste heeft en/of zelf een handicap heeft, moet op de daarvoor bestemde plaats in zijn belastingsaangifte vermelden welke persoon van zijn gezin een handicap heeft. Je dient het bewijs van invaliditeit ter beschikking te houden voor de administratie.
Indien je nog niet over een geldig attest beschikt, kun je een aanvraagformulier bekomen bij de controleur van de belastingen, waarmee een onderzoek kan aangevraagd worden bij de medische dienst van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Bij een gunstige beslissing zal deze dienst het nodige attest afleveren. Tegen de beslissing van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarbij geen of onvoldoende handicap toegekend werd bij de arbeidsrechtbank, is een beroepsprocedure mogelijk. Je laat, binnen de drie maanden, schriftelijk aan de bevoegde arbeidsrechtbank weten dat je niet akkoord gaat met de genomen beslissing en om welke redenen. Bij het beroepsschrift voeg je een door de behandelend geneesheer ingevuld formulier 3 en 4, eventueel aangevuld met recente verslagen die de handicap aantonen. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-infopunt voor Chronisch Zieken, de administratie van Financiën, de Vlaamse infolijn of de sociale dienst van je gemeente.
Contact • CM-Infopunt Chronisch Zieken 078 05 08 05
[email protected] • Administratie van Financiën – directe belastingen (aanvraag + inlichtingen) Contactcenter personenbelasting 02 572 57 57 www.fisconet.fgov.be www.fiscus.be • Vlaamse Infolijn Tel. 1700
6.2 Belastingvermindering voor inwonende oudere familieleden Indien er een bejaard familielid bij je inwoont, kun je een belastingvermindering krijgen. Bij het berekenen van je personenbelasting wordt een gedeelte van je inkomen niet belast (belastingvrije som). Deze belastingvrije som kan verhoogd worden met 2 890 euro voor het aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012) wanneer er een ouder familielid bij jou inwoont die voldoet aan de voorwaarden. Indien een bejaard koppel inwoont, kan deze verhoging van de belastingvrije som voor beiden worden verkregen indien beide ouderen aan de voorwaarden voldoen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
83
Indien de oudere een handicap heeft van 66 %, vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar, wordt deze extra ten laste gerekend. De belastingvrije som wordt nog eens verhoogd met 2 840 euro. Een handicap wordt aangetoond met een attest waaruit blijkt dat de betrokkene vóór 65 jaar erkend was voor minstens 66 % arbeidsongeschiktheid. Om de verhoging aan te vragen, geef je de betrokken persoon in je belastingaangifte op als persoon ten laste.
6.2.1 Voorwaarden Er wordt in de wetgeving niet vermeld dat je moet zorgen voor deze persoon om van dit voordeel te kunnen genieten. Het is voldoende dat het domicilie van een familielid tot de tweede graad, ouder dan 65 jaar, op jouw adres staat. Aan volgende voorwaarden moet voldaan worden om in aanmerking te komen voor de verhoging van de belastingvrije som: • samenwonen met familie tot de tweede graad (broer, zus, ouder, grootouder); • het netto-inkomen van die persoon is maximum 2 440 euro (waarbij pensioen- of rente-inkomsten vrijgesteld zijn tot 24 070 euro); • die persoon is op hetzelfde adres gedomicilieerd op 1 januari van het aanslagjaar. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
6.3 Vermindering van onroerende voorheffing
84
6.3.1 Automatisch toegekende verminderingen Vermindering voor kinderbijslaggerechtigde kinderen Er wordt een vermindering voor onroerende voorheffing toegekend aan kinderen die recht hebben op kinderbijslag. Deze vermindering kan enkel worden toegekend als aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt op 1 januari van het aanslagjaar: • het gezin telt minstens twee kinderbijslaggerechtigde kinderen; • deze kinderen hebben volgens het bevolkingsregister hun domicilie in de woning waarvoor de vermindering wordt aangevraagd. De vermindering wordt alleen toegekend aan die specifieke woning, niet aan andere eigendommen. Volgende kinderen met een handicap worden gelijkgesteld met twee kinderen: • kinderen met bijkomende kinderbijslag (kind met een handicap) tot de leeftijd van 21 jaar; • kinderen die minstens 66 % ongeschikt zijn en recht hebben op kinderbijslag tot de leeftijd van 25 jaar; • kinderen, minstens 66 % arbeidsongeschikt, die recht hebben op verlengde kinderbijslag.
Overzicht bedragen Aantal kinderen Bedragen aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012) 2
7,51 euro
Op onroerende goederen in het Vlaamse Gewest moet onroerende voorheffing betaald worden. Er worden wel verminderingen toegekend. Enerzijds zijn er verminderingen die automatisch worden toegekend en anderzijds zijn er verminderingen die je moet aanvragen.
3
11,89 euro
4
16,65 euro
5
21,82 euro
6
27,37 euro
• Automatisch toegekende verminderingen: - vermindering voor kinderbijslaggerechtigde kinde- ren; - vermindering voor één (of meerdere) perso(o)n(en) met een handicap. • Verminderingen op aanvraag: - bescheiden woning – verhoogde vermindering (50 %); - vermindering voor oorlogsverminkte; - verminderingen voor een huurder.
7
33,34 euro
8
39,73 euro
9
46,49 euro
10
53,70 euro
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Vanaf het elfde kind wordt er per bijkomend kind een vermindering toegekend dat overeenkomt met het bedrag dat toegekend wordt voor twee kinderen. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tegenover het basisjaar 1996. De meest actuele cijfers vind je terug op www.cm.be.
Vermindering voor personen met een handicap Voor personen met een handicap wordt de vermindering toegekend voor de woning waarin hij op 1 januari van het aanslagjaar zijn officiële woonplaats heeft volgens het bevolkingsregister. De volwassen persoon met een handicap telt voor de berekening van de vermindering mee als twee kinderen ten laste. De vermindering kan enkel worden toegekend als aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt op 1 januari van het aanslagjaar: • de persoon met een handicap is minstens voor 66 % invalide, heeft een vermindering van een verdienvermogen van 1/3 of minder of heeft een vermindering van zelfredzaamheid van minimum negen punten; • de handicap werd officieel vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar; • de persoon met een handicap heeft volgens het bevolkingsregister zijn domicilie in de woning waarvoor vermindering wordt aangevraagd.
6.3.2 Verminderingen op aanvraag Onderstaande verminderingen moet je zelf aanvragen.
Bescheiden woning – verhoogde vermindering
Vermindering voor grootoorlogsverminkte Een grootoorlogsverminkte met recht op vergoedingspensioen krijgt een vermindering van 20 % op de onroerende voorheffing voor de woning waarin hij zijn hoofdverblijfplaats heeft op 1 januari van het aanslagjaar. Deze aanvraag is slechts éénmalig.
Verminderingen door een huurder Indien je de woning huurt en je hebt recht op een vermindering onroerende voorheffing, wordt deze toegekend aan de eigenaar-belastingsplichtige en mag je het bedrag aftrekken van de huurprijs. Je wordt als huurder door de Vlaamse Belastingdienst per brief op de hoogte gesteld van het bedrag van de vermindering. Om te kunnen genieten van deze vermindering moet je een meldingsformulier invullen en opsturen naar de Vlaamse Belastingdienst. Het meldingsformulier vind je terug op www.onroerendevoorheffing.be. Een uitzondering hierop zijn huurders van een sociale woning. Zij moeten geen meldingsformulier opsturen. De sociale huisvestingsmaatschappij geeft hun gegevens door aan de Vlaamse Belastingdienst. De verminderingen worden rechtstreeks geregeld met de sociale huisvestingsmaatschappij. Deze moet haar huurders inlichten over het bedrag van de vermindering en deze in mindering brengen op de huurlast.
Wanneer je eigenaar bent van een bescheiden woning die je hebt laten bouwen of die je nieuwgebouwd aangekocht hebt, kan de verhoogde tegemoetkoming verhoogd worden tot 50 % voor een periode van vijf jaar indien: • je op 1 januari van het aanslagjaar volgens het bevolkingsregister in deze woning je domicilie hebt; • je totale kadastrale inkomen van je eigendommen, gelegen in het Vlaamse gewest, niet hoger is dan 745 euro; • je de woning hebt laten bouwen of nieuw aangekocht (de woning is nog niet in gebruik genomen); • je geen bouw- of aankooppremie hebt ontvangen van het Vlaamse Gewest. De periode van vijf jaar start met het eerste jaar waarvoor je de onroerende voorheffing verschuldigd bent (dit is het jaar volgend op het jaar van ingebruikname). Indien je nog aan bovenstaande voorwaarden voldoet is de vermindering na vijf jaar weer gewoon 25 %. Deze vermindering moet je éénmalig aanvragen bij de Vlaamse Belastingsdienst.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
85
6.4 Vermindering van successierechten Personen met een zware handicap kunnen in aanmerking komen voor een 'voetvrijstelling' bij de aanrekening van successierechten. Ze zullen bij een erfenis tot een bepaald bedrag geen successierechten moeten betalen. De grootte van de vrijstelling is afhankelijk van de leeftijd van de persoon met een handicap en met de graad van verwantschap. Hoe lager de leeftijd, hoe groter de vrijstelling. De vrijstelling wordt eerst toegepast op het netto onroerend gedeelte. Het eventueel restant van de vrijstelling wordt dan toegepast op het netto roerend gedeelte. Alle personen die voor de basiswetgeving beschouwd worden als personen met een zware handicap kunnen aanspraak maken op deze voetvrijstelling. Daarnaast moet de persoon de handicap verworven hebben vóór de leeftijd van 65 jaar en moet hij op 1 januari van het aanslagjaar voldoen aan de voorwaarden om belastingvermindering te genieten.
86
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Een handicap kan aangetoond worden met: • een attest van verminderde zelfredzaamheid van tenminste negen punten of categorie twee van de integratietegemoetkoming; • een attest van 66 % arbeidsongeschiktheid; • een attest voor kinderen met minstens 66 % ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegen één of meerdere aandoeningen.
Contact • Belastingportaal Vlaanderen Provincie Vlaams-Brabant Diestsepoort 6 3000 Leuven www.onroerendevoorheffing.be • Vlaamse belastinglijn 1700 • Gemeentebesturen