BIJLAGE I: REGLEMENT BESCHIKBARE PREMIEREGELING (Premieovereenkomst) BEHORENDE BIJ HET OP 1 JANUARI 2006 IN WERKING GETREDEN PENSIOENREGLEMENT VAN

BIJLAGE I: REGLEMENT BESCHIKBARE PREMIEREGELING (Premieovereenkomst) BEHORENDE BIJ HET OP 1 JANUARI 2006 IN WERKING GETREDEN PENSIOENREGLEMENT VAN STICHTING BROCACEF PENSIOENFONDS

ALGEMEEN: Voor zover hierna niet anders is bepaald, zijn de artikelen van het pensioenreglement overeenkomstig van toepassing.

MAARSSEN,1 december 2012

Reglement Beschikbare premieregeling 01-12-2012

pg. 1

INHOUD:

pagina:

Artikel 1

-

Algemeen

3

Artikel 2 Artikel 3

-

4 5

Artikel 4

-

Premiegrondslag Vaststelling van de door Werkgever beschikbaar gestelde premie en eigen bijdrage van de deelnemer. Correctie beschikbare premie

Artikel 5

-

Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9

-

Artikel 10

-

Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18

-

Omzetting dan wel aanwending van de beschikbaar gestelde premie Vaststelling pensioenkapitaal Fiscale maximering pensioenkapitaal Flexibele pensioendatum Beëindiging deelnemerschap aan de beschikbare premieregeling anders dan door uitdiensttreding, overlijden of pensionering. Beëindiging deelnemerschap vóór de pensioendatum anders dan door overlijden. Pensionering Overlijden vóór de pensioendatum Pensioen en Scheiding Verhoging van pensioenen Mededeling aan de deelnemers Rechten en Verplichtingen van de deelnemer Voorbehoud van de Werkgever en de Stichting Inwerkingtreding

Addendum

7

9 10 11 13

14 15 16 17 18 19 20 21 22 24 25


pg. 2

Artikel 1 (Pensioenreglement artikel 2, 3, 4, - deelnemerschap)

Algemeen Werkgever Gedurende de periode van deelnemerschap ingevolge het pensioenreglement wordt door de Werkgever, al dan niet door tussenkomst van de Stichting, voor iedere maand van deelnemerschap per de 15e van iedere maand een premie ter beschikking gesteld ten behoeve van de pensioenopbouw van de deelnemer. Stichting De Stichting verleent als gevolg van het voorgaande op basis van deze beschikbare premieregeling aanspraken op levenslang ouderdomspensioen en partnerpensioen. De pensioenaanspraken uit deze regeling zijn in hoogte uitsluitend afhankelijk van de door de Werkgever voor de deelnemer beschikbaar gestelde premies en het daarmede behaalde rendement. Het hiermede gevormde pensioenkapitaal wordt namens de Stichting per deelnemer afzonderlijk geadministreerd op een door de Stichting bij een door het Bestuur van de Stichting aangewezen externe vermogensbeheerder geopende rekening. De Stichting is bij uitsluiting van anderen beschikkingsbevoegd over elke geopende rekening. Vermogensbeheerder De hiervoor bedoelde externe vermogensbeheerder is een in Nederland gevestigde vermogensbeheerder of bankinstelling met wie het Bestuur in het kader van de beschikbare premieregeling een overeenkomst tot het beheer van de middels deze regeling ter beschikking gestelde premies in een door de deelnemer aangegeven beleggingsvorm is aangegaan. Premieovereenkomst De pensioenovereenkomst die is vastgelegd in dit reglement is een premieovereenkomst zoals bedoeld in de Pensioenwet.


pg. 3

Artikel 2 (Pensioenreglement artikel 15 - salaris, artikel 1 sub r - franchise)

Premiegrondslag 1.

De premiegrondslag in enig jaar is gelijk aan het ongemaximeerde maandsalaris in dat jaar ingevolge artikel 15 van het pensioenreglement verminderd met het maximum maandsalaris (€ 3.90916, per maand; niveau 1 januari 2011 op fulltime basis). Jaarlijks vindt een aanpassing plaats op basis van het maximum maandsalaris geldend voor de hoogste CAO salaristabel (functiegroep K) geldend bij Brocacef BV cs.


pg. 4

Artikel 3 (Pensioenreglement artikel 1 sub l - pensioendatum, artikel 3 - deelnemerschap, artikel 4 deelnemerschap, artikel 7 – voortzetting, artikel 27 – financiering,)

Vaststelling van de door Werkgever beschikbaar gestelde premie en eigen bijdrage van de deelnemer. 1. In de periode van het deelnemerschap tot de pensioendatum bedraagt de maandelijkse beschikbare premie een percentage van de premiegrondslag. Het percentage is leeftijdsafhankelijk en wordt bepaald op basis van onderstaande tabel.

Leeftijdscategorie van de deelnemer t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39 40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55 t/m 59 60 t/m 64

Percentage Beschikbare Premie 7,2 8,2 9,9 12,0 14,4 17,5 21,1 25,6 31,0 37,9

2. De beschikbare premieregeling vangt aan per 1 januari 2002 dan wel per latere datum van indiensttreding. Indien in de loop van het kalenderjaar het maandsalaris het in artikel 2 van dit reglement genoemde grensbedrag overschrijdt is de beschikbare premieregeling van toepassing per 1 januari van het daarop volgende jaar mits alsdan het grensbedrag nog wordt overschreden. Voor de vaststelling van het percentage beschikbare premie wordt uitgegaan van de leeftijd bereikt op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar. Aanpassing van het percentage beschikbare premie, in verband met het ouder worden van de deelnemer vindt plaats per 1 januari volgend op het jaar waarin de leeftijd wordt bereikt. Wijzigingen in de wijze waarop de premiegrondslag wordt vastgesteld en een wijziging van de in de premiestaffel opgenomen percentages hebben geen terugwerkende kracht.


pg. 5

3. In de kosten van de beschikbare premieregeling wordt gedurende het deelnemerschap door de deelnemer bijgedragen vanaf de eerste dag van de maand waarop de beschikbare premieregeling van toepassing is dan wel wordt. De bijdrage bedraagt, naast de bijdrage in het pensioenreglement, 6% van de premiegrondslag, met dien verstande dat wanneer de overeengekomen arbeidstijd afwijkt van de voor de betreffende functie gebruikelijke arbeidstijd een dienovereenkomstige evenredige bijdrage verschuldigd is. 4. Bij het verlenen door de Werkgever en de Stichting van vrijstelling tot betaling van de in lid 3 van dit artikel bedoelde bijdrage wegens het toegekend zijn van een uitkering krachtens de WAO of WIA, naar een arbeidsongeschiktheidspercentage behorende bij de hoogste klasse van de WAO of WIA (zijnde IVA), en waarbij, op grond van het arbeidsongeschikt zijn, door de Werkgever het dienstverband is beëindigd, zal gedurende de periode dat op de deelnemer artikel 7 lid 1 van het pensioenreglement van toepassing is, uitgaande van de ingevolge artikel 2 van dit reglement laatstelijk vastgestelde premiegrondslag de beschikbare premieregeling worden voortgezet. De premiegrondslag zal daarbij worden gefixeerd op het niveau van de premiegrondslag zoals is vastgesteld in de vorige volzin. 5. De maandelijks vastgestelde beschikbare premie wordt door de Werkgever, door tussenkomst van de Stichting, aan de externe vermogensbeheerder voldaan. 6. Op de beschikbare premie dan wel op het pensioenkapitaal worden jaarlijks in mindering gebracht de kosten die verband houden met de premievrijstelling ingeval van invaliditeit (artikel 3 lid 4). De hoogte en de wijze waarop deze kosten in mindering worden gebracht, is opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota van de Stichting, welke door het Bestuur zelfstandig kan worden aangepast. Het Bestuur hanteert per 1 januari 2006 voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid op de premie een inhouding van 7%. Indien daartoe naar het oordeel van het Bestuur , gehoord de actuaris, aanleiding bestaat kan het Bestuur dit percentage aanpassen.


pg. 6

Artikel 4 (Pensioenreglement artikel 8 – correctie)

Correctie beschikbare premie 1. De ingevolge artikel 3 van dit reglement vastgestelde beschikbare premie wordt in de hierna genoemde gevallen gecorrigeerd als volgt: a. Indien bij aanvang van het deelnemerschap de overeengekomen arbeidstijd minder bedraagt dan de normaal bij de Werkgever geldende arbeidstijd wordt de beschikbare premie aangepast in verhouding van de overeengekomen arbeidstijd tot de normaal bij de Werkgever geldende arbeidstijd. b. Bij wijziging van de overeengekomen arbeidstijd wordt de beschikbare premie aangepast in verhouding van de gewijzigde overeengekomen arbeidstijd tot de normaal bij de Werkgever geldende arbeidstijd vanaf de datum wijziging. Als datum van wijziging geldt de eerste dag van de maand, waarin de gewijzigde arbeidstijd geldt. Bij toepassing van het voorgaande wordt er van uitgegaan, dat de laatstelijk overeengekomen arbeidstijd vanaf de datum van aanvang respectievelijk wijziging tot de pensioendatum ongewijzigd blijft en de over deze periode eerder overeengekomen arbeidstijd daardoor wordt vervangen. c. Over een periode van onbetaald verlof wordt geen beschikbare premie vergoed. Ter vaststelling van de periode van onbetaald verlof geldt als de datum van ingang respectievelijk beëindiging de eerste dag van de maand, waarin het onbetaald verlof aanvangt respectievelijk eindigt. 2. De in de lid 1 van dit artikel genoemde correctie op de beschikbare premie is niet van toepassing op een deelnemer, aan wie tijdens het deelnemerschap een uitkering krachtens de WAO of WIA wordt toegekend, naar een arbeidsongeschiktheidspercentage niet behorende bij de hoogste klasse van de WAO of WIA. Het in de vorige volzin bepaalde geldt voor wie – en in de mate waarin –de overeengekomen arbeidstijd hierdoor minder wordt dan de geldende arbeidstijd vóór de toekenning krachtens de WAO of WIA. 3. Bij het gebruikmaken van het wettelijk geregelde ouderschapsverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet Arbeid en Zorg vindt geen correctie als bedoeld in lid 1 plaats, mits de deelnemer de betaling van zijn eigen bijdrage in de pensioenpremie volledig voortzet. Het voorgaande is van toepassing gedurende de periode waarin het verlof wordt genoten. 4. Ingeval van een periode van onbetaald verlof welke binnen een kalenderjaar in totaal meer bedraagt dan één maand – 30 dagen voorzover dit niet een en dezelfde kalendermaand betreft – wordt over het meerdere geen premie ter beschikking gesteld ten behoeve van de pensioenopbouw.


pg. 7

Hierbij vindt een correctie als bedoeld in lid 1 plaats, tenzij de deelnemer de totale premie (inclusief werkgeversdeel) voldoet. Voorzover er sprake is van een risicodekking voor het levenslang partnerpensioen, levenslang wezenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, blijft deze in stand. Het bestuur kan hiervoor een premie in rekening brengen. Het voorgaande is van toepassing gedurende de periode waarin het verlof wordt genoten.


pg. 8

Artikel 5 Omzetting dan wel aanwending van de beschikbaar gestelde premie. 1. De ingevolge artikel 3 waarbij betrokken artikel 4 en artikel 8 lid 2 van dit reglement bedoelde beschikbaar gestelde premie wordt gedurende het deelnemerschap toegevoegd aan het te vormen pensioenkapitaal. Op de beschikbaar gestelde premie worden de kosten voor het bepaalde in artikel 3 lid 4 in mindering gebracht. Door de externe vermogensbeheerder wordt, onder aftrek van de daarvoor in rekening te brengen kosten, de door de Stichting overgemaakte premie binnen 2 werkdagen na ontvangst aangewend ter belegging in de door de deelnemer gekozen beleggingsfondsen en bijgeschreven op de voor de deelnemer geopende rekening. 2. In het geval de beschikbaar gestelde premie minder bedraagt dan de door de externe vermogensbeheerder per betalingsperiode vastgestelde minimale storting vindt zo mogelijk opschorting van de storting plaats totdat het totaal van de opgeschorte premiestortingen boven de minimale storting uitkomt. 3. Onttrekking kan alleen geschieden door de Stichting. Uitsluitend in de in dit reglement genoemde situaties wordt de waarde van de beleggingen in de fondsen ten name van de desbetreffende deelnemer onder aftrek van de daarvoor in rekening te brengen kosten binnen 2 werkdagen door de externe vermogensbeheerder overgemaakt op een daarvoor door de Stichting aangegeven bankrekening en door de Stichting omgezet in dan wel aangewend voor het toekennen van levenslang ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen. De aanwending geschiedt op basis van de in de actuariële en bedrijfstechnische nota van de Stichting opgenomen tarieven onder inhouding van de uitvoeringskosten en een solvabiliteits- en indexatieopslag. Het Bestuur hanteert vanaf 1 januari 2006 de volgende inhoudingen:  uitvoeringskosten: 2%  solvabiliteitsopslag: 8%  indexatieopslag: 5,67% Indien daartoe naar het oordeel van het Bestuur aanleiding bestaat, gehoord de actuaris, kan het Bestuur dit percentage aanpassen. De aanpassing van het betreffende percentage geldt voor het kapitaal dat nog niet is omgezet dan wel aangewend voor een levenslang ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen.


pg. 9

Artikel 6 Vaststelling pensioenkapitaal 1. Onder pensioenkapitaal wordt verstaan het op 31 december van ieder kalenderjaar (voor het eerst per 31 december 2002), dan wel per de datum van beëindiging van het deelnemerschap in deze regeling, dan wel per de in artikel 13 genoemde berekeningsdatum, door de externe vermogensbeheerder vastgesteld individueel gevormd pensioenkapitaal, ontstaan uit het totaal van de gestorte beschikbare premies en het daarmede behaalde rendement. 2. Bij de vaststelling wordt uitgegaan van het beleggingsresultaat zoals die door de externe vermogensbeheerder is bepaald. De hoogte van het rendementspercentage is afhankelijk van de door de deelnemer gekozen beleggingsmix.


pg. 10

Artikel 7 (Pensioenreglement artikel 20 - maximering)

Fiscale maximering pensioenkapitaal 1. Ouderdomspensioen Het jaarlijkse levenslang ouderdomspensioen dat op de omzettings- dan wel aanwendingsdatum voor het gevormde pensioenkapitaal kan worden aangekocht, mag tezamen met de aanspraken op ouderdomspensioen uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting, nooit meer bedragen dan een ouderdomspensioen op de volgende wijze berekend: De maximale aanspraak op ouderdomspensioen welke op basis van artikel 20 van het pensioenreglement bereikt kan worden vermeerderd met de aanspraak op levenslang ouderdomspensioen welke uit hoofde van dit reglement kan worden aangekocht, kan nooit leiden tot hogere ouderdomspensioenaanspraken dan 100% van het laatste pensioengevend ongemaximeerde maandsalaris. 2. Partnerpensioen a. Het jaarlijkse levenslang partnerpensioen dat uit hoofde van het pensioenreglement en de beschikbare premieregeling tezamen kan worden uitgekeerd kan nooit meer bedragen dan 70% van het maximale ouderdomspensioen ingevolge lid 1 van dit artikel. b. De verhoging van het partnerpensioen ingevolge de toepassing van artikel 12 lid 3 van dit reglement zal tezamen met de toepassing van artikel 17 lid 4, onderdeel b van het pensioenreglement, worden gemaximeerd met inachtneming van het fiscaal toelaatbare bedrag als bedoeld in artikel 18f Wet op de loonbelasting 1964. 3. AOW-uitkering Voor de vaststelling van de in dit artikel bedoelde maxima wordt de te ontvangen AOW-uitkering gesteld op de AOW-uitkering, inclusief de vakantie-uitkering voor een gehuwde waarvan de partner de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 4. Uitzonderingen Bij de toepassing van de hiervoor genoemde maxima zullen overschrijdingen daarvan ten gevolge van de in artikel 18d lid 1 van de Wet op de loonbelasting 1964 omschreven oorzaken buiten beschouwing blijven. Het betreft hier overschrijdingen als gevolg van waardeoverdracht, indexering, variabilisering van de uitkering en uitruil van partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen.

5. Overschrijding maxima Reglement Beschikbare premieregeling 01-12-2012

pg. 11

Indien blijkt dat van het pensioenkapitaal na aankoop van ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen tot aan de hiervoor genoemde maxima nog een kapitaal resteert, wordt het meerdere van het kapitaal uitgekeerd in de vorm van een uitkering ineens. De uitkering ineens aan de deelnemer of diens nabestaande wordt geacht te zijn genoten als inkomsten uit tegenwoordige arbeid en wordt direct belast tegen het normale progressieve belastingtarief. Ook als de deelnemer of diens nabestaande inmiddels de 65-jarige leeftijd heeft bereikt wordt belasting geheven naar het tarief voor personen die jonger zijn dan 65 jaar.


pg. 12

Artikel 8 (Pensioenreglement artikel 9 - vervroegde pensioendatum)

Vervroegde pensioendatum

1. Indien artikel 9 lid 1 van het pensioenreglement van toepassing is, wordt het tot de (vervroegde) pensioendatum gevormde pensioenkapitaal op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) aangewend voor en daarmee vervangen door levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Bij een gedeeltelijke vervroeging van de pensioendatum geschiedt de aanwending van het gevormde pensioenkapitaal naar rato. Het levenslang partnerpensioen wordt afgeleid van het verlaagde ingaande levenslange ouderdomspensioen. 2. Indien artikel 9 lid 2 van het pensioenreglement van toepassing is, zal de Werkgever de ingevolge artikel 3 waarbij betrokken artikel 4 van dit reglement beschikbaar gestelde premie voldoen tot de nader overeengekomen pensioendatum. Het tot de pensioendatum gevormde pensioenkapitaal tezamen met de daarop nadien gestorte bedragen worden op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) eerst per de overeengekomen latere pensioendatum aangewend voor en daarmee vervangen door levenslang ouderdomspensioen een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. 3. Op de in de leden 1 en 2 van dit artikel vast te stellen pensioenaanspraken is artikel 11 overeenkomstig van toepassing.


pg. 13

Artikel 9 Beëindiging deelnemerschap aan de beschikbare premieregeling anders dan door uitdiensttreding, overlijden of pensionering. 1. Indien de deelnemer per 1 januari van enig jaar niet meer voldoet aan het gestelde in dit reglement vindt vanaf die datum geen vaststelling en afdracht van beschikbare premie meer plaats. De reeds tot 31 december van het daaraan voorafgaande jaar individueel gevormde pensioenkapitaal wordt op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) omgezet in en daarmee vervangen door een aanspraak op levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Deze pensioenaanspraken worden toegevoegd aan de pensioenaanspraken uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting. 2. Voor de vaststelling van de leeftijd behorende bij het tarief voor omzetting van het pensioenkapitaal wordt uitgegaan van de pensioendatum van 65 jaar verminderd met de in maanden nauwkeurig vastgestelde periode tussen de pensioendatum en de datum waarop de in het eerste lid van dit artikel bedoelde wijziging ontstaat.


pg. 14

Artikel 10 (Pensioenreglement artikel 6- einde deelnemerschap)

Beëindiging deelnemerschap vóór de pensioendatum anders dan door overlijden. 1. Indien het deelnemerschap eindigt anders dan door overlijden of pensionering wordt per de eerste dag van de maand voorafgaande aan of samenvallend met de datum beëindiging van het dienstverband met de Werkgever, of per de eerste dag van de maand na beëindiging van het dienstverband indien de beëindiging van het dienstverband met de Werkgever per de laatste werkdag van de maand plaatsvindt het individueel gevormde pensioenkapitaal op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) omgezet in en daarmee vervangen door levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Deze pensioenaanspraken worden toegevoegd aan de pensioenaanspraken uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting, 2. Voor de vaststelling van de leeftijd behorende bij het tarief voor omzetting van het pensioenkapitaal wordt uitgegaan van de pensioenleeftijd van 65 jaar verminderd met de in maanden nauwkeurig vastgestelde periode tussen de pensioendatum en de datum waarop de in het eerste lid van dit artikel bedoelde wijziging ontstaat.


pg. 15

Artikel 11 (Pensioenreglement artikel 1 sub l - pensioendatum, artikel 12 – pensioenaanspraken, artikel 17 vaststelling pensioenaanspraken,)

Pensionering 1. Op de pensioendatum c.q. de vervroegde pensioendatum ingevolge artikel 8, wordt het individueel gevormde pensioenkapitaal op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) omgezet in en daarmee vervangen door een aanspraak op levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Deze pensioenaanspraken worden toegevoegd aan de pensioenaanspraken uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting. 2.

Voor de vaststelling van de leeftijd behorende bij het tarief voor aanwending van het pensioenkapitaal wordt: a. bij pensionering op de pensioendatum uitgegaan van de pensioenleeftijd van 65 jaar. b. bij pensionering op de vervroegde pensioendatum uitgegaan van de pensioenleeftijd van 65 jaar verminderd met de in maanden nauwkeurig vastgestelde periode tussen de pensioendatum en de vervroegde pensioendatum.


pg. 16

Artikel 12 (Pensioenreglement artikel 12 - pensioenaanspraken, artikel 17 - vaststelling pensioenaanspraken)

Overlijden vóór de pensioendatum 1. Indien de deelnemer tijdens het deelnemerschap doch voor de pensioendatum overlijdt, wordt voor de vaststelling van het levenslange partnerpensioen uitgegaan van het tot de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het overlijden van de deelnemer heeft plaatsgevonden individueel gevormde pensioenkapitaal. Dit pensioenkapitaal wordt verhoogd met de som van de premies, die op grond van artikel 3 waarbij betrokken artikel 4 van dit reglement beschikbaar zouden zijn gesteld, indien de deelnemer niet voor de pensioendatum zou zijn overleden, doch tot de pensioendatum deelnemer zou zijn gebleven op basis van een premiegrondslag, die het laatst voor de deelnemer heeft gegolden. Bij de vaststelling van de som van de premies wordt rekening gehouden met een te behalen rendement op basis van 4% samengesteld intrest, terwijl voor zogenaamde aan- en verkoopkosten 0,4% van het volume wordt aangehouden. Het aldus vastgestelde pensioenkapitaal wordt vervolgens op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) fictief aangewend voor een aanspraak op levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. De nabestaande partner krijgt recht op een levenslang partnerpensioen dat gelijk is aan het levenslang partnerpensioen dat uit deze berekening volgt. 2. Voor de vaststelling van de leeftijd behorende bij het tarief voor aanwending van het pensioenkapitaal wordt er van uitgegaan, dat de deelnemer per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het overlijden van de deelnemer heeft plaatsgevonden, de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 3. Het percentage van 70% in lid 1 van dit artikel wordt tot de eerste dag van de maand, waarin de 65e verjaardag van de nabestaande partner valt verhoogd tot 100%. De pensioenaanspra(a)k(en) word(t)en toegevoegd aan de pensioenaanspra(a)k(en) uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting. 4. Indien de deelnemer geen partner of kind(eren) achterlaat, vindt geen uitkering plaats bij overlijden voor de pensioendatum en vervalt het tot het overlijden individueel gevormde pensioenkapitaal aan de Stichting.


pg. 17

Artikel 13 (Pensioenreglement artikel 13 - scheiding, artikel 14 – pensioenverdeling, artikel 25 - verhoging)

Pensioen en Scheiding 1. Het per de berekeningsdatum, zijnde de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de ontvangst van de mededeling met betrekking tot scheiding, individueel gevormd pensioenkapitaal van de deelnemer wordt in zijn geheel door de Stichting onttrokken aan de bij de externe vermogensbeheerder geopende rekening en op (collectief) actuariële en voor mannen en vrouwen gelijke wijze (zoals neergelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota) omgezet in en daarmee vervangen door een aanspraak op levenslang ouderdomspensioen en een aanspraak op levenslang partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Deze pensioenaanspraken worden toegevoegd aan de pensioenaanspraken uit hoofde van de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting. 2. Voor de vaststelling van de leeftijd behorende bij het tarief voor omzetting van het pensioenkapitaal wordt uitgegaan van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar verminderd met de in maanden nauwkeurig vastgestelde periode tussen de pensioendatum en de berekeningsdatum als bedoeld in lid 1 van dit artikel. 3.

De verdeling van de ingevolge lid 1 van dit artikel vastgestelde pensioenaanspraken geschiedt in verhouding tot de in maanden nauwkeurig vastgestelde periode vanaf 1 januari 2002 tot de datum van scheiding en de totale periode in maanden vanaf 1 januari 2002 tot de berekeningsdatum als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Voor de vaststelling van de datum van scheiding wordt er van uitgegaan, dat op de datum van scheiding het deelnemerschap zou zijn beëindigd vóór de pensioendatum ingevolge artikel 6 sub d, eerste alinea, van het pensioenreglement.

4.

Op deze pensioenaanspraken zijn de artikelen 13 en 14 van het pensioenreglement overeenkomstig van toepassing. Na uitdiensttreding van de deelnemer is eveneens artikel 25 van het pensioenreglement van toepassing.


pg. 18

Artikel 14 (Pensioenreglement artikel 25 - verhoging)

Verhoging van pensioenen Op de ingevolge artikel 10, 11, 12 en in voorkomend geval artikel 13 van dit reglement vastgestelde pensioenaanspraken is artikel 25 van het pensioenreglement overeenkomstig van toepassing. Deze pensioenaanspraken worden in verhouding tot de ontwikkeling van de reglementaire pensioenaanspraken uit de middelloonregeling, zoals vastgelegd in het pensioenreglement van de Stichting, aangepast.


pg. 19

Artikel 15 (Pensioenreglement artikel 31 - mededeling)

Mededeling aan de deelnemers 1. De externe vermogensbeheerder informeert de deelnemer middels rekeningoverzichten over: - het saldo van de rekening - per fonds gespecificeerde stortingen, aan- en verkopen en onttrekkingen - bijschrijving van rente, winstdeling en dividenduitkeringen - de door de vermogensbeheerder te verstrekken informatie zal doorzichtig, juist, volledig en tijdig zijn. 2. Iedere deelnemer ontvangt jaarlijks van de Stichting een mededeling waarop vermeld: - de op basis van het individueel gevormde pensioenkapitaal per ultimo vorig boekjaar en het geprognotiseerde pensioenkapitaal per de pensioendatum indicatief vastgestelde zogenaamde verworven en te verkrijgen pensioenaanspraken. Aan deze pensioenaanspraken kunnen geen rechten worden ontleend. - aan het desbetreffende kalenderjaar toe te rekenen jaarruimte bij de beschikbare premieregeling, door vermenigvuldiging van de beschikbare premie met een leeftijdsafhankelijke factor volgens onderstaande tabel: Indien de deelnemer per 31 december van het voorafgaande kalenderjaar de leeftijd heeft bereikt van: t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39 40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55 t/m 59 60 t/m 64

factor: 0,36 0,30 0,25 0,21 0,17 0,14 0,12 0,10 0,08 0,07


pg. 20

Artikel 16 (Pensioenreglement artikel 30 - verplichtingen)

Rechten en Verplichtingen van de deelnemer 1. De deelnemer is door de Stichting gemachtigd om voorzover wordt voldaan aan een op voorhand door de Stichting aan de externe vermogensbeheerder ter hand gesteld richtlijn inzake beleggingen en beleggingsmixen, zonder tussenkomst van de Stichting beleggingsmix-, adres- en saldowijzigingen (switchen) door te geven aan de externe vermogensbeheerder. Kosten verbonden aan deze wijzigingen worden aan de deelnemer in rekening gebracht. De Stichting en de externe vermogensbeheerder zijn echter nimmer aansprakelijk voor enige door de deelnemer aangebrachte wijziging in de beleggingskeuze in de op zijn/haar naam bestaande beleggingsrekening. 2. De Stichting biedt aan de deelnemers een standaardbeleggingsmix aan. Deze beleggingsmix wordt naarmate de pensioendatum nadert zodanig aangepast dat naar het oordeel van het bestuur een maximale zekerheid van periodieke pensioenuitkeringen wordt bereikt. De deelnemer heeft de voorts keuze uit een viertal beleggingscategorieën, waarin op basis van een eigen risico-/rendementsprofiel per beleggingscategorie één of meer beleggingsfondsen zijn opgenomen. `

In de situatie dat de deelnemer kiest voor beleggingen die afwijken van de standaardbeleggingsmix, zal de Stichting conform de Wet op het financieel toezicht een klant- en risicoprofiel opstellen welke wordt vastgelegd in een klantdossier. Hiervoor zal de deelnemer een vragenlijst moeten invullen en alle benodigde informatie moeten verstrekken. De Stichting adviseert de deelnemer vervolgens – op basis van het klant- en risicoprofiel – over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum. De Stichting onderzoekt een keer per jaar of de beleggingen van de deelnemer zich binnen de geadviseerde grenzen bevinden en informeert de deelnemer hierover. 3. De Stichting behoudt zich het recht voor om in samenspraak met de externe vermogensbeheerder nadere richtlijnen vast te stellen met betrekking tot mogelijke beleggingskeuze(s) ten behoeve van de deelnemer.


pg. 21

Artikel 17 (Pensioenreglement artikel 29 - wijziging)

Voorbehoud van de Werkgever en de Stichting 1. De Werkgever behoudt zich de bevoegdheid tot vermindering of beëindiging van zijn bijdrage in de kosten van de beschikbare premieregeling voor, indien: a. de financiële positie van de Werkgever dit vergt. b. wettelijke of andere pensioenregelingen bedoeld in lid 2 van dit artikel, worden ingevoerd, dan wel bestaande worden verhoogd of uitgebreid. c. in elke andere ingrijpende wijziging van omstandigheden. d. Indien de Werkgever voornemens is tot uitoefening van zijn bevoegdheid over te gaan, deelt de Werkgever dit onverwijld schriftelijk mede aan het Bestuur, de Deelnemersraad en de Ondernemingsraad, alsmede aan degenen wiens beschikbare premieregeling daardoor wordt getroffen. e. Zodra en op enig moment de beschikbare premie van de Werkgever wordt verlaagd, zullen de premies ter zake van deelnemersjaren na dat tijdstip worden verlaagd naar rato van de vermindering van het totaal van de premies van de Werkgever voor zover niet op andere wijze in het tekort wordt voorzien. De individueel gevormde pensioenkapitalen ter zake van dan verstreken deelnemersjaren blijven onverlet, onverminderd de bepalingen van de eerste twee leden van dit artikel. 2. Het Bestuur is, indien de Werkgever daartoe termen aanwezig acht, bevoegd om met inachtneming van de wettelijke bepalingen de beschikbaar gestelde premies krachtens dit reglement, welke op achterliggende deelnemersjaren betrekking hebben en die niet geacht kunnen worden door bijdragen van de deelnemer zelf te zijn gevestigd, te verlagen in geval van overheidswege een verplichte of verplicht gestelde oudedags-, partner- of wezenvoorziening wordt ingevoerd, dan wel een bestaande voorziening - bij afzonderlijke wet - wordt uitgebreid of verhoogd, of een andere wettelijke of op de wet berustende voorziening van gelijke strekking wordt ingevoerd, uitgebreid of verhoogd. 3 De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde wijzigingen in de beschikbare premie zullen in een reglementswijziging worden vastgelegd. 4. Voor de ingangsdatum van de in dit reglement omschreven regeling is overeenkomstig artikel 19c van de Wet op de loonbelasting 1964 aan de belastingdienst gevraagd te beslissen of de onderhavige regeling voldoet aan de vereisten die deze wet aan een pensioenregeling stelt. Indien naar aanleiding van het hiervoor bedoelde verzoek onherroepelijk komt vast te staan dat de regeling niet voldoet aan de vereisten die de Wet op de loonbelasting 1964 aan een pensioenregeling stelt, zal onverwijld en met terugwerkende kracht ingaand op de Reglement Beschikbare premieregeling 01-12-2012

pg. 22

hiervoor bedoelde ingangsdatum de regeling worden gewijzigd in een pensioenregeling die wel voldoet aan de vereisten die deze wet aan een pensioenregeling stelt.


pg. 23

Artikel 18 Inwerkingtreding Dit reglement wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 2002 en is laatstelijk gewijzigd op 1 december 2012

Ondertekening 11 december 2012:

Mr. L.H.H.O. van Galen Plv. voorzitter

F. Huisman Werknemersbestuurslid


pg. 24

Addendum De omzettingsfactoren zoals opgenomen in dit addendum gelden voor het jaar 2011. In de navolgende jaren zullen deze factoren bij bestuursbesluit opnieuw voor één kalenderjaar worden vastgesteld. De aangepaste factoren worden opgenomen op de website van de Stichting en zijn voorts opvraagbaar bij de Stichting. Bij een wijziging van het pensioenreglement zullen de omzettingsfactoren in de bijlage worden geactualiseerd.

A. Tarieven voor aanwending van het pensioenkapitaal voor direct ingaand pensioen Onderstaande tarieven gelden voor een combinatie van ouderdomspensioen en partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het aangekochte ouderdomspensioen. Voor € 1,ouderdomspensioen, direct ingaand op een gekozen pensioenleeftijd, met bijbehorend partnerpensioen gelden onderstaande tarieven. Kalenderjaar 2011 Leeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65

Tarief 19,0735 18,8060 18,5300 18,2460 17,9534 17,6523 17,3417 17,0212 16,6911 16,3503 15,9984

Bij tussenliggende ingangsleeftijden vindt interpolatie plaats tussen de opeenvolgende factoren.


pg. 25

B. Tarieven voor omzetting van het pensioenkapitaal in uitgestelde pensioenaanspraken. Onderstaande tarieven gelden voor een combinatie van uitgesteld ouderdomspensioen en partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het aangekochte ouderdomspensioen. Voor € 1,- ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65, met bijbehorend partnerpensioen gelden onderstaande tarieven. Leeftijd 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42

Tarief 3,4529 3,5622 3,6750 3,7914 3,9116 4,0356 4,1636 4,2951 4,4302 4,5691 4,7118 4,8587 5,0098 5,1656 5,3257 5,4907 5,6609 5,8369 6,0189 6,2069 6,4013 6,6032 6,8137

Kalenderjaar 2011 Leeftijd 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65

Tarief 7,0328 7,2612 7,4991 7,7481 8,0098 8,2850 8,5741 8,8777 9,1979 9,5368 9,8955 10,2750 10,6764 11,1008 11,5488 12,0209 12,5178 13,0398 13,5867 14,1576 14,7515 15,3656 15,9984

Bij tussenliggende ingangsleeftijden vindt interpolatie plaats tussen de opeenvolgende factoren.


pg. 26

C. Tarieven voor omzetting van het pensioenkapitaal in direct ingaande tijdelijke pensioenaanspraken. Onderstaande tarieven gelden voor een direct ingaand tijdelijk ouderdomspensioen. Voor € 1,tijdelijk ouderdomspensioen direct ingaand op de gekozen pensioenleeftijd gelden onderstaande tarieven. Kalenderjaar 2011 Leeftijd 61 62

Tarief 3,7550 2,8636


pg. 27

BIJLAGE I: REGLEMENT BESCHIKBARE PREMIEREGELING (Premieovereenkomst) BEHORENDE BIJ HET OP 1 JANUARI 2006 IN WERKING GETREDEN PENSIOENREGLEMENT VAN

Recommend Documents