bijlagen 2014
behorende bij het pensioenreglement
Overzicht bijlagen
Bijlage 1 behorend bij artikel 5 lid 2 sub c van het reglement.
Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 2 behorend bij artikel 5 lid 3 sub b van het reglement.
Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 3 behorend bij artikel 5 lid 4 van het reglement.
Deeltijdpensionering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
6
7
Bijlage 4 behorend bij artikel 6 lid 2 sub f van het reglement.
Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 5 behorend bij artikel 9 lid 3 en 4 van het reglement.
Vervroegingsfactoren
voor ouderdomspensioen (inclusief nabestaandenpensioen) . . . . .
Bijlage 6 behorend bij artikel 12 lid 8 van het reglement.
Afkoopfactoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage 7 behorend bij artikel 1 sub j en sub k van het reglement.
Uitstelfactoren ouderdomspensioen op leeftijd 65 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De in de bijlagen vermelde factoren zijn geldig vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar.
Jaarlijks worden de factoren aangepast in verband met nieuwe grondslagen.
8
9
10
3 11
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Bijlage 1 behorend bij artikel 5 lid 2 sub c van het reglement.
Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Leeftijd
Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen
55
840,3%
56
798,7%
57
759,9%
58
722,5%
59
686,8%
60
652,7%
61
620,0%
62
588,2%
63
558,7%
64
530,5%
65
504,0%
66
479,2%
67
455,6%
Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Uitruil van direct ingaand levenslang ouderdomspensioen in latent nabestaandenpensioen op de leeftijd eerder dan 65 danwel 67 jaar kan geschieden ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen uit te ruilen in een latent nabestaandenpensioen, dan wordt het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen omgezet in een latent nabestaandenpensioen ter grootte van 652,7% van het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen.
4
Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met € 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 700. Er wordt na vervroeging € 25 direct ingaand levenslang ouderdomspensioen uitgeruild in latent nabestaandenpensioen. Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging
Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging (zie bijlage 4)
OP 65
€ 1.000
OP direct ingaand
€
775 (=1.000 x 77,5%)
Latent NP
€
Latent NP
€
543 (= 700 x 77,5%)
700
Situatie op leeftijd 60 vóór uitruil OP direct ingaand
Situatie op leeftijd 60 ná uitruil OP direct ingaand
OP direct ingaand
€
775
OP direct ingaand
€
750 (=775 - 25)
Latent NP
€
543
Latent NP
€
706 (=543 + 25 x 652,7%)
De hoogte van het te verkrijgen latent nabestaandenpensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op latere leeftijd het ouderdomspensioen uit te ruilen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij latere ingang over een kortere periode dient te worden uitgekeerd; derhalve kan er minder latent nabestaandenpensioen worden verkregen.
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij uitdiensttreding De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Leeftijd
Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67
18
536,8%
468,6%
19
537,3%
469,1%
20
538,4%
470,0%
21
539,5%
471,0%
22
540,3%
471,7%
23
540,7%
472,1%
24
540,6%
472,1%
25
540,1%
471,7%
26
539,2%
470,9%
27
538,1%
470,0%
28
536,9%
468,9%
29
535,5%
467,8%
30
534,2%
466,7%
31
532,8%
465,5%
32
531,3%
464,3%
33
529,8%
463,0%
34
528,1%
461,6%
35
526,1%
460,0%
36
524,1%
458,3%
37
522,0%
456,7%
38
519,9%
455,0%
39
517,7%
453,3%
40
515,6%
451,6%
41
513,4%
449,9%
42
511,0%
448,1%
43
508,3%
445,9%
44
505,4%
443,7%
45
502,5%
441,5%
46
499,8%
439,4%
47
497,0%
437,2%
48
494,6%
435,3%
49
492,4%
433,5%
50
490,3%
431,7%
51
488,4%
430,1%
52
486,8%
428,5%
53
485,6%
427,3%
54
484,8%
426,4%
55
484,5%
425,9%
56
484,7%
425,9%
57
485,5%
426,5%
58
486,9%
427,5%
59
488,5%
428,9%
60
490,3%
430,6%
61
492,3%
432,6%
62
494,6%
434,9%
63
497,3%
437,8%
64
500,4%
441,3%
65
504,1%
445,5%
66
-
450,3%
67
-
455,6%
Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd.
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
5
Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 40-jarige deelnemer kiest om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd uit te ruilen in een latent nabestaandenpensioen, dan wordt het deel van het opgebouwde ouderdomspensioen omgezet in een latent nabestaandenpensioen ter grootte van 515,6% van het opgebouwde ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 40-jarige deelnemer die bij uitdiensttreding € 1.000 ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65) heeft opgebouwd, en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 700. Er wordt € 50 ouderdomspensioen uitgeruild in latent nabestaandenpensioen. Situatie op leeftijd 40 vóór uitruil
Situatie op leeftijd 40 ná uitruil
OP 65
€ 1.000
OP direct ingaand
€
950
Latent NP
€
Latent NP
€
958 (= 700 + 50 x 515,6%)
700
Het te verkrijgen latent nabestaandenpensioen neemt toe naarmate op latere leeftijd het ouderdomspensioen wordt uitgeruild. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen steeds meer waard wordt naarmate de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.
Bijlage 2 behorend bij artikel 5 lid 3 sub b van het reglement.
Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast.
6
H/L 5 jaar
H/L 10 jaar
H/L 5 jaar
H/L 10 jaar
H/L 5 jaar
Leeftijd
H/L 133%
H/L 133%
H/L 122%
H/L 122%
H/L 111%
H/L 10 jaar H/L 111%
55
124,0%
116,9%
116,3%
111,6%
108,4%
106,1%
56
123,9%
116,6%
116,2%
111,4%
108,4%
106,0%
57
123,7%
116,3%
116,0%
111,3%
108,3%
106,0%
58
123,5%
116,0%
115,9%
111,1%
108,3%
105,9%
59
123,3%
115,7%
115,8%
110,9%
108,2%
105,8%
60
123,1%
115,4%
115,7%
110,7%
108,1%
105,7%
61
122,9%
115,1%
115,5%
110,4%
108,1%
105,5%
62
122,7%
114,7%
115,4%
110,2%
108,0%
105,4%
63
122,4%
114,3%
115,2%
110,0%
107,9%
105,3%
64
122,2%
113,9%
115,1%
109,7%
107,8%
105,1%
65
121,9%
113,5%
114,9%
109,4%
107,7%
105,0%
66
121,6%
113,1%
114,7%
109,1%
107,6%
104,8%
67
121,2%
112,6%
114,5%
108,8%
107,5%
104,7%
Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Een hoog/laag-uitruil eerder dan de 65-jarige leeftijd kan geschieden ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld de deelnemer met een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 61-jarige leeftijd kiest voor de volgende hoog/laag constructie: • de eerste 5 jaar een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering • de hoge uitkering is 33% hoger dan de lage uitkering dan wordt er vanaf de 61-jarige leeftijd tot de leeftijd van 66 een tijdelijk ouderdomspensioen verkregen ter grootte van 122,9%, en vanaf de 66-jarige leeftijd een levenslang ouderdomspensioen ter grootte van 92,4% (=122,9% / 1,33). De keuze van hoog/laag-uitruil heeft geen invloed op de hoogte van het nabestaandenpensioen. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 61-jarige deelnemer met € 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 700. Situatie op leeftijd 61 vóór vervroeging
Situatie op leeftijd 61 ná vervroeging (zie bijlage 4)
OP 65
€
1.000
OP direct ingaand
€
815 (=1.000 x 81,5%)
Latent NP
€
700
Latent NP
€
571 (= 700 x 81,5%)
Situatie op leeftijd 61 vóór hoog/laag-uitruil
Situatie op leeftijd 61 ná hoog/laag-uitruil
OP direct ingaand
€
815
OP tot leeftijd 66
€ 1002 (= 815 x 122,9%)
Latent NP
€
571
OP vanaf leeftijd 66
€
750 (= 1.002 : 1,33)
Latent NP
€
571
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen (overschrijding bandbreedte) Overschrijding bandbreedte Op grond van fiscale regelgeving zou de bandbreedte “de hoge uitkering is niet meer dan 33% hoger dan de lage uitkering” mogen worden overschreden vóór de 65-jarige leeftijd met tweemaal de gehuwden-AOW vermeerderd met de AOW-vakantietoeslag (niveau 1 juli 2013: € 18.613,92). Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met € 10.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 7.000. De desbetreffende deelnemer wenst zijn pensioen op 60-jarige leeftijd te laten ingaan en vervolgens een hoog/laag-uitruil toe te passen voor een periode van 5 jaar, waarbij de bandbreedte van 33% wordt overschreden met een bedrag van € 10.000. Bovengenoemde hoog/laag-uitruil kan actuarieel worden bewerkstelligd door bij de hoog/laag-uitruil van de pensioenen eerst rekening te houden met de overschrijding van de bandbreedte met € 10.000, en vervolgens nog de bandbreedte zelf toe te passen. In de uitwerking op de volgende pagina wordt eerst het pensioen vervroegd, daarna wordt de overschrijding van de bandbreedte berekend, en vervolgens wordt de hoog/laag-uitruil van de bandbreedte toegepast.
Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging
Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging (zie bijlage 4)
OP 65
€ 10.000
OP direct ingaand
€
7.750 (=10.000 x 77,5%)
Latent NP
€
Latent NP
€
5.428 (= 7.000 x 77,5%)
7.000
Situatie op leeftijd 60 zonder overschrijding bandbreedte
Situatie op leeftijd 60 met overschrijding bandbreedte
OP direct ingaand
€
7.750
OP direct ingaand
€
Latent NP
€
5.425
OP tot leeftijd 65
€ 10.0001
Latent NP
€
5.2631 5.425
Situatie op leeftijd 60 vóór hoog / laag-uitruil
Situatie op leeftijd 60 ná hoog / laag uitruil
OP direct ingaand
€
OP tot leeftijd 65
€
6.479 (= 5.263 x 123,1%)
OP tot leeftijd 65
€ 10.000
OP vanaf leeftijd 65
€
4.871 (= 6.479 : 1,33)
Latent NP
€
OP tot leeftijd 65
€ 10.000
Latent NP
€
5.263 5.425
5.425
De bijbehorende uitruilfactoren zijn deelnemersspecifiek en kunnen derhalve niet in een tabel worden opgenomen. Voor een verzoek tot overschrijding van de bandbreedte bij een hoog/laag-uitruil tot de 65-jarige leeftijd, kunt u contact opnemen met de administratie van het fonds.
1
Bijlage 3 behorend bij artikel 5 lid 4 van het reglement.
Deeltijdpensionering Conform artikel 5, lid 4 van het pensioenreglement heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om een afwijkende ingangsdatum te kiezen voor een gedeelte van het ouderdomspensioen. In het navolgende treft u een voorbeeld aan van de uitwerking van een deelnemer die hier gebruik van maakt. Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om gedeeltelijk met pensioen te gaan (bijvoorbeeld 50%) dan wordt het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar voor 50% vervroegd in direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Voor het deel van de arbeidsduur dat de deelnemer in dienst blijft bij de werkgever, blijft hij deelnemer aan de pensioenregeling. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met € 10.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65) en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 7.000. De deelnemer gaat op 60-jarige leeftijd voor 50% met deeltijdpensioen.
Situatie op leeftijd 60 vóór deeltijdpensionering
Situatie op leeftijd 60 ná herschikking
OP 65
€ 10.000
OP 65 (actief deel)
€
Latent NP
€
Latent NP
€
3.500
OP 65 (inactief deel vóór vervroeging)
€
5.000
Latent NP
€
3.500
7.000
5.000
Situatie op leeftijd 60 ná herschikking én vervroeging OP 65 (actief deel)
€
Latent NP
€
5.000 3.500
OP 60
€
3.875 (=77,5% x 5.000)
Latent NP
€
2.713 (= 3.875 x 70%)
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
7
Het OP 60 zal jaarlijks worden uitgekeerd vanaf 60-jarige leeftijd. Deze uitkering zal niet meer toenemen door toekomstige pensioenopbouw. Het hierbij behorende latent nabestaandenpensioen is gelijk aan 70% van het vervroegde direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Door de deeltijdpensionering neemt het verzekerde latent partnerpensioen dus af. Het OP 65 zal jaarlijks worden uitgekeerd vanaf 65-jarige leeftijd. Deze uitkering zal nog toenemen door toekomstige pensioenopbouw na leeftijd 60 afhankelijk van het percentage dat de deelnemer nog actief is. Het hierbij behorende latent nabestaandenpensioen is gelijk aan 70% van het uitgestelde levenslang ouderdomspensioen.
Bijlage 4 behorend bij artikel 6 lid 2 sub f van het reglement.
Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Leeftijd
Extra ouderdomspensioen ná uitruil nabestaandenpensioen
55
8,3%
56
8,8%
57
9,2%
58
9,7%
59
10,2%
60
1,7%
61
11,3%
62
11,9%
63
12,5%
64
13,2%
65
13,9%
66
14,6%
67
15,4%
Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd.
8
Voorbeeld Uitruil van latent nabestaandenpensioen, in een direct ingaand levenslang ouderdompensioen, volgt op een leeftijd eerder dan de 65-jarige leeftijd ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld een 62-jarige deelnemer kiest om het volledige latent nabestaandenpensioen uit te ruilen in een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 62-jarige leeftijd, dan wordt het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 62-jarige leeftijd verhoogd met 11,9%. Hierbij geldt als voorwaarde dat het latent nabestaandenpensioen op het moment van uitruil 70% van het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen bedraagt. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 62-jarige deelnemer met € 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 700. Situatie op leeftijd 62 vóór vervroeging
Situatie op leeftijd 62 ná vervroeging (zie bijlage 5)
OP 65
€ 1.000
OP direct ingaand
€ 858 (=1.000 x 85,8%)
Latent NP
€
Latent NP
€ 601 (= 700 x 85,8%)
700
Situatie op leeftijd 62 vóór uitruil nabestaandenpensioen
Situatie op leeftijd 62 ná uitruil nabestaandenpensioen
OP direct ingaand
€
858
OP direct ingaand
€ 960 (= 858 x 111,9%)
Latent NP
€
601
Latent NP
€
0
Het als gevolg van het uitruilen van het latent nabestaandenpensioen te verkrijgen direct ingaand levenslang ouderdomspensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op eerdere leeftijd het latent nabestaandenpensioen uit te ruilen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij eerdere ingang over een langere periode dient te worden uitgekeerd.
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Bijlage 5 behorend bij artikel 9 lid 3 en 4 van het reglement.
Vervroegingsfactoren voor ouderdomspensioen (inclusief nabestaandenpensioen) Leeftijd
Ouderdomspensioen ná vervroeging Pensioenleeftijd 65
Pensioenleeftijd 67
55
60,9%
54,5%
56
63,9%
57,1%
57
67,0%
59,8%
58
70,3%
62,8%
59
73,8%
65,9%
60
77,5%
69,3%
61
81,5%
72,9%
62
85,8%
76,7%
63
90,2%
80,8%
64
95,0%
85,1%
65
100,0%
89,8%
66
-
94,7%
67
-
100,0%
De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar te vervroegen in direct ingaand levenslang ouderdomspensioen, dan wordt het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen ter grootte van 77,5% van het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd.
Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging
Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging
OP 65
€ 1.000
OP direct ingaand
€
775 (=1.000 x 77,5%)
Latent NP
€
Latent NP
€
543 (= 700 x 77,5%)
700
Het nabestaandenpensioen is uiteraard ná de vervroeging gelijk aan 70% van het vervroegde direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met € 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van € 700. De hoogte van het te verkrijgen direct ingaand levenslang ouderdomspensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op eerdere leeftijd met pensioen te gaan. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij eerdere ingang over een langere periode dient te worden uitgekeerd terwijl er over een kortere periode pensioenpremie wordt betaald.
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
9
Bijlage 6 behorend bij artikel 12 lid 8 van het reglement.
Afkoopfactoren De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast.
Leeftijd
10
Ouderdomspensioen vanaf leeftijd 65
Ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67
Latent nabestaanden pensioen
Ingegaan nabestaanden pensioen
Leeftijd
Ingegaan nabestaanden pensioen
18
3,188
2,784
0,531
29,435
68
15,339
19
3,320
2,900
0,552
29,338
69
14,805
20
3,458
3,020
0,573
29,237
70
14,259
21
3,601
3,145
0,595
29,132
71
13,704
22
3,750
3,275
0,619
29,022
72
13,143
23
3,904
3,411
0,643
28,907
73
12,579
24
4,065
3,551
0,669
28,788
74
12,013
25
4,232
3,698
0,696
28,663
75
11,450
26
4,406
3,849
0,725
28,532
76
10,891
27
4,586
4,007
0,755
28,396
77
10,336
28
4,773
4,171
0,785
28,254
78
9,787
29
4,967
4,341
0,818
28,106
79
9,247
30
5,167
4,517
0,851
27,952
80
8,717
31
5,376
4,700
0,886
27,791
81
8,200
32
5,591
4,889
0,922
27,624
82
7,694
33
5,814
5,085
0,959
27,450
83
7,204
34
6,045
5,288
0,998
27,268
84
6,729
35
6,284
5,498
1,039
27,078
85
6,266
36
6,530
5,714
1,081
26,880
86
5,820
37
6,784
5,939
1,124
26,675
87
5,392
38
7,045
6,170
1,169
26,461
88
4,986
39
7,313
6,408
1,216
26,239
89
4,606
40
7,589
6,653
1,263
26,008
90
4,248
41
7,872
6,905
1,312
25,768
91
3,916
42
8,162
7,163
1,363
25,519
92
3,609
43
8,459
7,428
1,415
25,259
93
3,332
44
8,761
7,698
1,469
24,989
94
3,076
45
9,069
7,975
1,525
24,709
95
2,833
46
9,383
8,257
1,581
24,419
96
2,623
47
9,704
8,544
1,639
24,119
97
2,431
48
10,032
8,837
1,697
23,809
98
2,258
49
10,367
9,135
1,756
23,489
99
2,107
50
10,710
9,440
1,816
23,159
100
1,980
51
11,062
9,752
1,877
22,818
52
11,462
10,070
1,938
22,466
53
11,802
10,397
1,999
22,104
54
12,191
10,735
2,060
21,731
55
12,593
11,085
2,121
21,347
56
13,010
11,447
2,181
20,952
57
13,441
11,822
2,241
20,547
58
13,886
12,211
2,299
20,130
59
14,343
12,614
2,358
19,701
60
14,811
13,029
2,415
19,259
61
15,290
13,456
2,473
18,805
62
15,775
13,895
2,529
18,340
63
16,265
14,345
2,582
17,863
64
16,757
14,805
2,633
17,377
65
17,249
15,272
2,679
16,881
66
15,742
2,721
16,376
67
16,216
2,757
15,863
Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. In de bovengenoemde tabel worden geen afkoopfactoren voor het wezenpensioen in beschouwing genomen.
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Bijlage 7 behorend bij artikel 1 sub j en sub k van het reglement.
Uitstelfactoren ouderdomspensioen op leeftijd 65 De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast.
Leeftijd
Uitstel OP
Uitstel OP + NP
65 jaar en
0 maanden
100,00%
100,00%
65 jaar en
1 maanden
100,52%
100,45%
65 jaar en
2 maanden
101,03%
100,90%
65 jaar en
3 maanden
101,55%
101,35% 101,80%
65 jaar en
4 maanden
102,07%
65 jaar en
5 maanden
102,58%
102,25%
65 jaar en
6 maanden
103,10%
102,70%
65 jaar en
7 maanden
103,62%
103,15%
65 jaar en
8 maanden
104,13%
103,60%
65 jaar en
9 maanden
104,65%
104,05%
65 jaar en
10 maanden
105,17%
104,50%
65 jaar en
11 maanden
105,68%
104,95%
66 jaar en
0 maanden
106,20%
105,40%
66 jaar en
1 maanden
106,78%
105,90%
66 jaar en
2 maanden
107,37%
106,40%
66 jaar en
3 maanden
107,95%
106,90%
66 jaar en
4 maanden
108,53%
107,40%
66 jaar en
5 maanden
109,12%
107,90%
66 jaar en
6 maanden
109,70%
108,40%
66 jaar en
7 maanden
110,28%
108,90%
66 jaar en
8 maanden
110,87%
109,40%
66 jaar en
9 maanden
111,45%
109,90%
66 jaar en
10 maanden
112,03%
110,40%
66 jaar en
11 maanden
112,62%
110,90%
67 jaar en
0 maanden
113,20%
111,40%
11
Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 65-jarige deelnemer kiest om het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar uit te stellen in een levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar, dan wordt het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar ter grootte van 113,20% van het levenslang ouderdomspensioen van het levenslang ouderdomspensioen vanaf leeftijd 65 jaar. Uitwerking Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 65-jarige deelnemer met € 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en geen latent nabestaandenpensioen (NP). Situatie op leeftijd 65 vóór uitstel
Situatie op leeftijd 67 ná uitstel
OP 65
OP 67
€ 1.000
€
1.132 (=1.000 x 113,2%)
Bijlagen 2014 bij het reglement van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959
Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Postbus 376, 1000 EB Amsterdam www.telegraafpensioenfonds.nl