5
Bijlagen behorende bij de 10
Conceptrichtlijn Diagnose, behandeling, begeleiding en beoordeling van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) 15
20
25 Versie 14 juni 2012
INHOUDSOPGAVE
BIJLAGE 1: RICHTLIJNWERKGROEP VAN DE EERSTE RONDE ...................................... 1 5 BIJLAGE 2: OVERZICHT CRITERIA CVS ............................................................................... 2
BIJLAGE 3: KLACHTENLIJST BEHORENDE BIJ AANBEVELING HOOFDSTUK 1 .......... 7
10
BIJLAGE 4: UITKOMSTEN META-ANALYSE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE (CGT) EN GRADED EXERCISE THERAPIE (GET) VOOR DE PRIMAIRE UITKOMSTMATEN VERMOEIDHEID EN LICHAMELIJK FUNCTIONEREN .......................................................... 8
BIJLAGE 5: STAPPEN VAN COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR CVS ................ 25 15
BIJLAGE 1: RICHTLIJNWERKGROEP VAN DE EERSTE RONDE
Mw. drs. J. Lanphen, huisarts
Onafhankelijk voorzitter
Dr. J.S. Burgers Mw. drs. D.M. Schipper Dr. P.N. Post Mw. drs. M.K. Tuut Drs. A.H.J.M. Sterk Mw. S. Cohen, student geneeskunde
CBO
Dr. C.T.J. Hulshof Dr. E.J. van der Beek
Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde
Dr. A.N. Goudswaard Drs. W.H. Eizenga Mw. dr. M.A. van Bokhoven Mw. dr. C.F. Dagnelie
Nederlands Huisartsen Genootschap
Mw. drs. D. Holtkamp Mw. dr. M.L.A. Broekhuizen
Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde
Mw. A. van Heertum P. de Roy Drs. G. den Broeder Mw. drs. Y. Jansen Mw. M. Rietdijk Drs. M. Koolhaas
Patiëntenorganisaties
Prof. dr. J.W.M. van der Meer Dr. B. Bravenboer
Nederlandse Internisten Vereniging
Mw. dr. E.M. van de Putte Drs. R.J. Bakker
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Prof. dr. M. Vermeulen
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Dr. A.M. van Hemert Mw. dr. M. Bühring
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Prof. dr. C.P.D.R. Schaap
Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve Therapie
Dr. O.L. Sijperda
Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland
Drs. G. van de Glind Mw. drs. E.R. Fischer
Trimbos instituut
Prof. dr. G. Bleijenberg,
Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid Universitair Medisch Centrum St. Radboud
Dr. R.C.W. Vermeulen
CVS Research Centrum Amsterdam
Mw. drs. M. te Vaarwerk,
Programmasecretaris ZonMw (waarnemer)
1
BIJLAGE 2: OVERZICHT CRITERIA CVS Tabel 1 Meest onderzochte criteria voor CVS Bron, jaartal 1.
US Centres for Disease Control and Prevention (CDC) (Holmes, 1988)
Hoofdcriteria
Nevencriteria
Exclusiecriteria
Doel en prevalentie1
-
Acht of meer van de volgende symptomen: lichte koorts of rillingen, keelpijn, pijnlijke lymfklieren, spierzwakte, spierpijn of spiergevoeligheid, aanhoudende vermoeidheid (etmaal of langer) na inspanning welke voorheen geen problemen opleverde, hoofdpijn, anders van aard dan voor de ziekte ooit het geval was, gewrichtspijnen, slaapstoornissen en één of meerdere neuropsychologische klachten (zoals overgevoeligheid voor licht, geheugenverlies, prikkelbaarheid, verwardheid, concentratieproblemen) OF zes van deze symptomen en minstens twee van de volgende lichamelijke criteria door een arts waargenomen met een tussentijd van minstens een maand: lichte verhoging, ontstoken keel, voelbare of gevoelige lymfklieren in de hals of oksels
Uitgebreide lijst van lichamelijke oorzaken en psychiatrische aandoeningen (psychose, bipolaire stoornis, alcohol- of drugsverslaving, angststoornis, depressieve stoornis)
Doel: verbeteren van vergelijkbaarheid en reproduceerbaarheid in klinisch en epidemiologisch onderzoek; bieden van rationale basis voor het evalueren van patiënten met chronische moeheid met onduidelijke oorzaak Prevalentie: 0,1% in Nederlandse huisartsenpraktijken (Versluis 1997)
Een invaliderend en langdurig Geen gevoel van lichamelijke vermoeidheid dat verergert door lichamelijke activiteit, gedurende tenminste 6 maanden Neuropsychologische symptomen die daarvoor niet aanwezig waren, waaronder een verslechterd concentratievermogen
Andere bekende lichamelijke oorzaken en psychiatrische aandoeningen (psychose, bipolaire stoornis, alcohol- of drugsverslaving, eetstoornissen)
Doel: vinden van puntprevalentie Prevalentie 0,03-1,0% (Lloyd 1990, Bates 1993)
Een syndroom met een duidelijk Er kan ook sprake zijn van andere symptobegin, en dat niet het gehele leven men, zoals myalgie, gestoorde stemming of al aanwezig is, met vermoeidheid gestoorde slaap als belangrijkste symptoom De vermoeidheid is ernstig, invali-
Andere bekende lichamelijke oorzaken en psychi- Doel: onderzoek atrische aandoeningen (psychose, bipolaire Prevalentie 2,6% (Wessely stoornis, alcohol- of drugsverslaving, eetstoornis- 1997) sen, organische hersenaandoening)
-
-
2.
Australië (Lloyd, 1990)
-
-
3.
Oxfordcriteria (Sharpe, 1991)
-
1
Het voor het eerst optreden van een hardnekkige of steeds weer terugkerende en uitputtende vermoeidheid of snelle vatbaarheid voor vermoeidheid bij iemand die voorheen zulke symptomen niet kende De vermoeidheid is niet is te verhelpen met bedrust en ernstig genoeg is om de dagelijkse activiteiten terug te dringen met meer dan 50% De klachten moeten gedurende ten minste een half jaar aanwezig zijn
Indien gerapporteerd.
2
Bron, jaartal
Hoofdcriteria
-
4.
US Centres for Disease Control and Prevention (CDC) (Fukuda, 1994)
Nevencriteria
Exclusiecriteria
Ten minste vier van de volgende symptomen, die allemaal een periode van ten minste zes achtereenvolgende maanden aanhouden of gedurende deze periode steeds weer terugkeren en niet reeds hebben bestaan voor de vermoeidheid begon: verminderd kortetermijn geheugen of concentratievermogen die zo ernstig is dat het een aanzienlijke vermindering van het vroegere activiteitenniveau op het gebied van werk, studie, sociale of persoonlijke activiteiten tot gevolg heeft, keelpijn, gevoelige cervicale of axillaire lymfeklieren, spierpijn, pijn in verschillende gewrichten zonder zwelling of roodheid, hoofdpijn die qua vorm, patroon en ernst nieuw is, slaap waar de patiënt niet van uitrust en malaisegevoel na inspanning dat langer dan 24 uur aanhoudt.
Aanpassing Reeves, 2003:
Doel en prevalentie1
derend, en beïnvloedt het lichamelijk en geestelijk functioneren De vermoeidheid moet tenminste 6 maanden duren en in deze periode moet ze tenminste 50% van de tijd aanwezig zijn
Klinisch geëvalueerde chronische vermoeidheid die onverklaarbaar is, continue aanwezig is, of herhaaldelijk terugkeert, die nieuw is, of een duidelijk begin heeft (niet het hele leven al aanwezig), die niet het resultaat is van voortdurende belasting en niet duidelijk minder wordt door rust, en die een aanzienlijke afname van het vroegere activiteitenniveau op het gebied van werk, studie, sociale of persoonlijke activiteiten tot gevolg heeft
Doel: research tool, om vergelijkend onderzoek te vergeVoorbeelden van uitsluitdiagnoses zijn: orgaanfa- makkelijken len (hart, long, lever, nier), chronische infecties (AIDS, hepatitis B of C), reumatische en systeem- Prevalentie: 0,42% (Jason ziekten, chronisch inflammatoire aandoeningen, 1999) neurologische aandoeningen (multiple sclerose, neuromusculaire ziekten, epilepsie, beroerte), ziekten die systemische behandeling vereisen (orgaan- of beenmergtransplantatie, chemotherapie, radiotherapie van hersenen, borst, buik of bekken, endocrinologische aandoeningen (hypopituitarisme, bijnierschorsinsufficiëntie), primaire slaapstoornissen (sleepapnoe, narcolepsie). Tijdelijke uitsluitdiagnoses zijn aandoeningen of problemen die net ontdekt zijn en nog behandeld moeten worden (bijvoorbeeld hypothyreoïdie, onbehandelde of instabiele diabetes mellitus, actieve infecties, slaapdeprivatie, bijwerkingen van medicatie), klachten/symptomen die weer overgaan (tijdens zwangerschap tot 3 maanden post-partum, tot 6 maanden na grote operaties, tot 3 maanden na kleinere operaties, tot 3 maanden na sepsis of pneumonie, rusteloze benen waarbij het slaapprobleem de vermoeidheid onvoldoende kan verklaren), ernstige aandoeningen waarvan onduidelijk is of de gevolgen binnen 5 jaar opgelost zijn (zoals hartinfarct) en morbide obesitas (BMI > 40). Psychiatrische uitsluitdiagnoses zijn bipolaire stoornissen, schizofrenie, waanstoornissen, dementie, organische hersenziekten, alcohol- of middelenmisbruik korter dan 2 jaar voordat de
3
Bron, jaartal
Hoofdcriteria
Nevencriteria
Exclusiecriteria
Doel en prevalentie1
vermoeidheid is begonnen en depressie of anorexia nervosa die korter dan 5 jaar voor de vermoeidheid is begonnen. 5.
London criteria (Dowsett, 1994)
-
-
Vermoeidheid veroorzaakt door relatief geringe inspanning (mentaal of lichamelijk) in vergelijking tot eerdere inspanningstolerantie De symptomen moeten minstens 6 maanden aanwezig zijn en continu voortduren.
Obligaat: -
Vermindering van korte termijn geheugen en concentratie, doorgaans gepaard met andere neurologische en psychologische klachten zoals emotionele labiliteit, nominale dysfasie, slaapstoornis, evenwichtsstoornissen of tinnitus - Schommelingen in symptomen, doorgaans veroorzaakt door lichamelijke of geestelijke activiteit. Niet obligaat: -
-
6. Canada (Carruthers, 2003)
-
-
Ernstige, nog niet eerder opgetre- den, onverklaarde, aanhoudende of terugkerende lichamelijke en geestelijke vermoeidheid, die het activiteitenniveau wezenlijk vermindert. Abnormaal verlies van lichamelijk en geestelijk uithoudingsvermogen, snelafnemende spiersterkte en cognitieve vaardigheden, malaise en/of vermoeidheid en/of pijn na inspanning en een pathologisch lange herstelduur, door-
Uitgebreide lijst van lichamelijke oorzaken en psychiatrische aandoeningen (angststoornis, depressieve stoornis)
Doel: research Prevalentie ?
Autonome symptomen: aanvallen van transpireren, Raynaud’s fenomeen, orthostatische hypotensie, gestoorde darmfunctie (zich herhalende diarree en soms obstipatie), fotofobie, wazig zien door verstoorde accommodatie, hyperacusis, pollakisurie, nycturie Immunologische symptomen: perioden van verhoging (temp < 38,5) en koortsig voelen, terugkerende of aanhoudende keelpijn, gewrichtspijnen Slaapstoornissen Uitgebreide lijst van lichamelijke oorzaken en Pijnklachten: spier-, gewrichtspijnen, of primair psychiatrische aandoeningen en alcoholernstige hoofdpijn, die duidelijk anders is of drugsverslaving dan ooit voor de ziekte het geval was. Neurologische/cognitieve verschijnselen: twee of meer van de volgende klachten: verwardheid, verminderde concentratie en korte-termijn-geheugen, desoriëntatie, problemen met het verwerken, rangschikken en terughalen van informatie; praktische afasie, gestoorde waarneming, ataxie, overbelastingsverschijnselen op cognitief of zintuiglijk
Doel: conceptueel raamwerk voor klinische diagnose Prevalentie: 0.11% (Nacul 2011)
4
Bron, jaartal
Hoofdcriteria -
7. Carruthers (2011)
gaans 24 uur of langer. De klachten moeten ten minste 6 maanden duren. Gewoonlijk is er een duidelijk begin, maar ook een geleidelijk ontstaan komt voor. Een voorlopige diagnose kan al eerder worden gesteld. Voor kinderen zou drie maanden een geschikte termijn zijn. De symptomen moeten zijn ontstaan bij het begin van de ziekte, of ze moeten substantieel verergerd zijn bij begin van de ziekte.
Nevencriteria
Exclusiecriteria
Doel en prevalentie1
-
Doel: zowel klinisch als wetenschappelijk onderzoek, zowel volwassenen als kinderen Prevalentie: niet beschreven
niveau (bijv. overgevoeligheid voor licht en geluid) en/of emotionele overbelasting, die kunnen leiden tot een ernstige terugval en/of angst. - Tenminste één symptoom uit twee van de onderstaande categorieën: 1. Autonome verschijnselen: orthostatische hypotensie, hartkloppingen door verandering van lichaamshouding, duizeligheid, extreem bleke huid, misselijkheid, prikkelbare darm, verstoring van de blaasfunctie en/of vaak moeten plassen, plotseling gejaagde hartslag, eventueel met hartritmestoornissen, kortademigheid bij inspanning 2. Neuro-endocriene verschijnselen: schommelende lichaamstemperatuur, periodiek hevig zweten, terugkerende gevoelens van koortsigheid, koude ledematen, slecht tegen hitte en kou kunnen, opvallende gewichtsverandering, anorexia of abnormale eetlust, verminderd aanpassingsvermogen en verergering van symptomen bij lichamelijke of geestelijke stress. 3. Immunologische verschijnselen: gevoelige lymfklieren, terugkerende keelpijn of griepachtige symptomen, algehele malaise, intoleranties voor voedsel, medicijnen of chemische stoffen, die voor aanvang van de ziekte niet aanwezig waren
- neuro-immunologische uitputting na inspanning (sneller vermoeid, verergering van klachten bij inspanning en/of langzamer herstel) - minstens 1 van 3 neurologische beperkingen (cognitief, pijn, slaap, motorisch/sensibel) -minstens 1 van immunologische/gastro-intestinale/urogenitale
5
Bron, jaartal
Hoofdcriteria
Nevencriteria
Exclusiecriteria
Doel en prevalentie1
beperkingen - minstens 1 van energiemetabolisme/ -transport beperkingen (cardiovasculair, respiratoir, temperatuur regulatie) Geen specifieke duur van de klachten vereist Voor klinische toepassing: klachten moeten leiden tot minimaal 50% verlies van premorbide functieniveau
6
BIJLAGE 3: KLACHTENLIJST BEHORENDE BIJ AANBEVELING HOOFDSTUK 1 Overzicht van mogelijke klachten Vermoeidheid Klachten na inspanning:
Malaise, vermoeidheid, pijn Kortademigheid Snel vermoeid gevoel in de spieren of mentaal Langzaam herstel Verslechtering van de verschillende klachten
Slaap:
Niet uitgerust na slapen Meer of minder slaapbehoefte Veranderingen in slaap-waakritme
Pijn:
Pijn in spieren en/of gewrichten Hoofdpijn Herhaalde keelpijn Gevoelige lymfeklieren Buikpijn
Klachten bij denken:
Korte termijn geheugen Ruimtelijke oriëntatie Informatie verwerking Categoriseren Woordvinding Concentratie Verwardheid
Spijsvertering:
Veranderingen in ontlasting Opgeblazen gevoel Misselijkheid Gewichtsverandering Verminderde eetlust Slecht verdragen van bepaalde voedingsmiddelen, medicamenten of chemische stoffen
Urine:
Veranderde frequentie van plassen
Bewegen:
Problemen met evenwicht Problemen met coördineren van bewegingen Trillende spieren Klachten bij omhoog komen uit horizontale of zittende positie
Klachten van de zintuigen: Temperatuur:
Lichaamstemperatuur laag of wisselend gedurende de dag Zweten Koortsig gevoel Koude handen of voeten Slecht verdragen van warmte of kou
Overig:
Licht in het hoofd Bleekheid Hartkloppingen
Algemeen:
Bij veel prikkels (cognitief, zintuiglijk, fysiek, emotioneel) verslechtering van klachten, gevoel van ‘crash’ en/of angst Algehele malaise
7
BIJLAGE 4: UITKOMSTEN META-ANALYSE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE (CGT) EN GRADED EXERCISE THERAPIE (GET) VOOR DE PRIMAIRE UITKOMSTMATEN VERMOEIDHEID EN LICHAMELIJK FUNCTIONEREN Auteurs meta-analyse: dr. ir. JJA de Beer en prof. dr. G. Bleijenberg CGT; vermoeidheid post treatment META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
5 593
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,3756 -0,5387 -0,2126 4,5155 < 0,0001
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
3,1321 0,536
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1 1 2,1928
95% CI low er limit 95% CI upper limit
0% 0% 79,2%
H
I^2
CGT; lichamelijk functioneren post treatment
8
META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
3 538
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,2687 0,0979 0,4395
z
3,0833 0,002
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
6,9636 0,0308
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,866 1,0125 3,4387
95% CI low er limit 95% CI upper limit
71,28% 2,46% 91,54%
H
I^2
CGT; vermoeidheid post treatment (alleen individuele CGT) META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
2 438
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,4004 -0,5904 -0,2105 4,1322 < 0,0001
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed) H
0,9139 0,3391
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1 #DEEL/0! #DEEL/0!
95% CI low er limit 95% CI upper limit
0% #DEEL/0! #DEEL/0!
I^2
9
CGT; lichamelijk functioneren post treatment (alleen individuele CGT) META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
2 438
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,3583 0,1686 0,548
z
3,7018 0,0002
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
2,4388 0,1184
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,5617 1 3,2177
95% CI low er limit 95% CI upper limit
59% 0% 90,34%
H
I^2
CGT; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
4 568
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,4886 -0,6561 -0,321 5,7158 < 0,0001
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
3,0545 0,3833
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,009 1 2,5786
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,78% 0% 84,96%
H
I^2
10
CGT; lichamelijk functioneren follow-up 6-8 maanden META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
3 514
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,2901 0,1157 0,4645
z
3,2609 0,0011
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
2,4614 0,2921
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,1094 1 3,4397
95% CI low er limit 95% CI upper limit
18,74% 0% 91,55%
H
I^2
CGT; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden (alleen individuele CGT) META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
3 485
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,5412 -0,7229 -0,3594 5,8359 < 0,0001
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
0,9143 0,6331
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1 1 3,1006
95% CI low er limit 95% CI upper limit
0% 0% 89,6%
H
I^2
11
CGT; lichamelijk functioneren follow-up 6-8 maanden (alleen individuele CGT) META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
2 425
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,3474 0,1553 0,5394
z
3,5447 0,0004
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed) H
0,5195 0,4711
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1 #DEEL/0! #DEEL/0!
95% CI low er limit 95% CI upper limit
0% #DEEL/0! #DEEL/0!
I^2
12
CGT; vermoeidheid post treatment Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
59/40,7/10,7
79/46/9
22,55% ||||||||
-0,54 (-0,8833 to -0,1966)
White 2011
148/21,5/7,8
152/24/6,9
51,15% ||||||||||||||||||||
-0,3389 (-0,5669 to -0,1109)
Barrett 1992
14/15,9/7,4
14/16,6/7,3
4,84%
-0,0925 (-0,8337 to 0,6488)
O'dow d 2000
43/17,9/8,41
46/21,8/6,9
Strang 2002
19/6,21/0,5
19/6,22/0,78
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
-1,5
-1
-0,5
0
0,5
|
14,89% ||||
-0,5043 (-0,9269 to -0,0817)
6,57%
|
-0,0149 (-0,6509 to 0,621)
100%
||||||||||||||||||||||||||||| -0,3756 (-0,5387 to -0,2126)
1
HG
13
CGT; lichamelijk functioneren post treatment Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
59/77,04/9,77
79/71,79/8,17
24,58% ||||||||
0,5874 (0,2429 to 0,9319)
White 2011
148/54,2/21,6
152/48,4/23,1
56,47% ||||||||||||||||||||
0,2586 (0,0313 to 0,4859)
O'Dow d 2000
49/33,4/9,04
51/34,5/9,95
18,95% ||||
-0,1147 (-0,5071 to 0,2777)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
-1
-0,5
0
0,5
1
||||||||||||||||||||||||||||| 0,2687 (0,0979 to 0,4395)
1,5
HG
CGT; vermoeidheid post treatment (alleen individuele CGT)
Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
59/40,7/10,7
79/46/9
30,59% ||||||||||||
-0,54 (-0,8833 to -0,1966)
White 2011
148/21,5/7,8
152/24/6,9
69,41% ||||||||||||||||||||||||
-0,3389 (-0,5669 to -0,1109)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
-1
-0,8
-0,6
-0,4
-0,2
||||||||||||||||||||||||||||| -0,4004 (-0,5904 to -0,2105)
0
HG
14
CGT; lichamelijk functioneren post treatment (alleen individuele CGT) Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
59/77,04/9,77
79/71,79/8,17
30,33% ||||||||||||
0,5874 (0,2429 to 0,9319)
White 2011
148/54,2/21,6
152/48,4/23,1
69,67% ||||||||||||||||||||||||
0,2586 (0,0313 to 0,4859)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
0
0,2
0,4
0,6
0,8
||||||||||||||||||||||||||||| 0,3583 (0,1686 to 0,548)
1
HG
CGT; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden
Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
55/78/12,46
70/72,93/9,69
23,74% ||||||||
0,4584 (0,1006 to 0,8163)
White 2011
148/58,2/24,1
152/50,8/24,7
58,67% ||||||||||||||||||||
0,3024 (0,0748 to 0,5301)
O'Dow d 2000
43/35,2/8,15
46/35/9,93
17,59% ||||
0,0218 (-0,394 to 0,4375)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
-0,5
0
0,5
||||||||||||||||||||||||||||| 0,2901 (0,1157 to 0,4645)
1
HG
15
CGT; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden (alleen individuele CGT)
Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
55/38,9/12
70/45,3/8,8
25,26% ||||||||
-0,6159 (-0,9775 to -0,2543)
Sharpe 1993
30/4,3/2,6
30/6,27/2,8
12,06% ||||
-0,7197 (-1,243 to -0,1964)
White 2011
148/20,3/8
152/23,8/6,6
62,67% ||||||||||||||||||||||||
-0,4767 (-0,7062 to -0,2471)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
-1,5
-1
-0,5
||||||||||||||||||||||||||||| -0,5412 (-0,7229 to -0,3594)
0
HG
CGT; lichamelijk functioneren follow-up 6-8 maanden (alleen individuele CGT)
Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Prins 2001
55/78/12,46
70/72,93/9,69
28,81% ||||||||
0,4584 (0,1006 to 0,8163)
White 2011
148/58,2/24,1
152/50,8/24,7
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
71,19% |||||||||||||||||||||||||||| 0,3024 (0,0748 to 0,5301)
META-ANALYSIS:
100%
0
0,2
0,4
0,6
0,8
||||||||||||||||||||||||||||| 0,3474 (0,1553 to 0,5394)
1
HG
16
GET; vermoeidheid post treatment
META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
7 763
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,5269 -0,6725 -0,3813 7,0925 < 0,0001
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed) H
20,9655 0,0019
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,8693 1,268 2,7558
95% CI low er limit 95% CI upper limit
71,38% 37,8% 86,83%
I^2
GET; lichamelijk functioneren post treatment META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
5 645
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,2809 0,1251 0,4367
z
3,5339 0,0004
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
8,8987 0,0637
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,4915 1 2,4546
95% CI low er limit 95% CI upper limit
55,05% 0% 83,4%
H
I^2
17
GET; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
3 524
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit z p-value (tw o-tailed)
-0,3261 -0,4989 -0,1534 3,6998 0,0002
Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed)
4,0146 0,1343
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1,4168 1 2,6335
95% CI low er limit 95% CI upper limit
50,18% 0% 85,58%
H
I^2
GET; lichamelijk functioneren follow-up 6-8 maanden
META-ANALYSIS General Number of studies Number of participants
2 473
HG (IV) - Fixed effect m odel Meta-analysis outcome 95% CI low er limit 95% CI upper limit
0,2174 0,0366 0,3983
z
2,3561 0,0185
p-value (tw o-tailed) Heterogeneity Q p-value (tw o-tailed) H
0,561 0,4539
95% CI low er limit 95% CI upper limit
1 #DEEL/0! #DEEL/0!
95% CI low er limit 95% CI upper limit
0% #DEEL/0! #DEEL/0!
I^2
18
GET; vermoeidheid post treatment Weight (%)
Fulcher 1997
27/20,96/9,08
30/27,5/7,44
7,25%
|
-0,7813 (-1,3221 to -0,2405)
Moss-Morris 2005
22/13,91/10,88
21/24,41/9,69
5,21%
|
-0,999 (-1,6367 to -0,3614)
Wallman 2004
32/11,06/7,65
29/15,34/8,15
8,09%
|
-0,5354 (-1,0475 to -0,0234)
Wearden 1998
28/31,53/9,1
31/32/8,33
8,12%
|
-0,0533 (-0,5644 to 0,4578)
White 2011
154/20,6/7,5
152/23,8/6,6
Pow ell 2001
34/5/4,72
Wearden 2010
85/8,39/3,67
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
Association m easure w ith 95% CI
41,15% ||||||||||||||||
-0,4517 (-0,6786 to -0,2247)
32/10,4/1,11
6,93%
-1,5351 (-2,0883 to -0,982)
86/9,48/2,71
23,25% ||||||||
META-ANALYSIS:
100%
-3
-2
-1
0
|
-0,3367 (-0,6386 to -0,0347)
||||||||||||||||||||||||||||| -0,5269 (-0,6725 to -0,3813)
1
HG
19
GET; lichamelijk functioneren post treatment
Weight (%)
Fulcher 1997
26/69,04/18,17
29/55,17/21,32
8,14%
White 2011
154/57,7/26,5
152/50,8/24,7
47,89% ||||||||||||||||
0,2686 (0,0435 to 0,4938)
Pow ell 2001
32/22,8/9,51
32/16,3/10,95
9,61%
0,6261 (0,1235 to 1,1287)
Wearden 2010
85/39,94/25,21
92/40,27/26,45
Moss-Morris 2005
22/69,05/21,94
21/55/22,94
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
-0,5
0
0,5
1
Association m easure w ith 95% CI
|
|
0,6872 (0,1413 to 1,2331)
27,91% ||||||||
-0,0127 (-0,3076 to 0,2822)
6,45%
|
0,6148 (0,0015 to 1,2281)
100%
||||||||||||||||||||||||||||| 0,2809 (0,1251 to 0,4367)
1,5
HG
20
GET; vermoeidheid follow-up 6-8 maanden
Weight (%)
Jason 2007
25/5,77/1,43
26/5,62/1,06
9,88%
White 2011
154/20,6/7,5
152/23,8/6,6
Wearden 2010
81/8,72/3,65
86/9,48/2,71
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
-0,5
0
0,5
|
0,1177 (-0,4318 to 0,6672)
57,94% ||||||||||||||||||||
-0,4517 (-0,6786 to -0,2247)
32,18% ||||||||||||
-0,2364 (-0,5409 to 0,0682)
100%
-1
Association m easure w ith 95% CI
||||||||||||||||||||||||||||| -0,3261 (-0,4989 to -0,1534)
1
HG
21
GET; lichamelijk functioneren follow-up 6-8 maanden
Weight (%)
Association m easure w ith 95% CI
Wearden 2010
81/43,27/27,38
86/39,83/27,77
35,45% ||||||||||||
0,1242 (-0,1796 to 0,4279)
White 2011
154/57,7/26,5
152/50,8/24,7
64,55% ||||||||||||||||||||||||
0,2686 (0,0435 to 0,4938)
Year
Studies
Exposed Control n[e]/M[e]/SD[e] n[c]/M[c]/SD[c]
Study ID
META-ANALYSIS:
100%
-0,4
-0,2
0
0,2
0,4
||||||||||||||||||||||||||||| 0,2174 (0,0366 to 0,3983)
0,6
HG
22
23
Sensitiviteitsanalyse
Uitkomstmaat vermoeidheid post treatment lichamelijk functioneren post treatment vermoeidheid bij einde followup lichamelijk functioneren bij einde follow-up
Effect iCGT/gCGT -0,38 +0,27
Effect GET na exclusie van Wearden et al (2010) -0,58 (was: -0,53) +0,39 (was: 0,28)
Kwaliteit van bewijs CGT Matig Laag
Kwaliteit van bewijs GET na exclusie van Wearden et al (2010) Laag (was laag) Matig (was laag)
-0,49
-0,37 (was: 0,33)
Matig
Laag (was matig)
+0,29
+0,27 (was: 0,22)
Matig
Laag (was laag)
24
BIJLAGE 5: STAPPEN VAN COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR CVS Cognitieve gedragstherapie voor CVS kent de volgende stappen: Het inventariseren van de klachten en beperkingen Toelichten van de CGT-benadering bij CVS, zoals de relatie tussen gedachten, gevoelens, gedragingen en symptomen, en het onderscheid tussen uitlokkende en in standhoudende; Bespreken van iemands verwachtingen In stand houdende factoren inventariseren Lichamelijke activiteitenpatroon vaststellen Toetsen van de voorwaarden voor behandeling Uitleg van het model van in stand houdende factoren Plek van andere klachten binnen de behandeling toelichten Concretiseren van doelen Behandelplan bespreken Regelmatig slaap-waakritme Stoppen met klachten verergerende of catastroferende cognities De aandacht van vermoeidheid vandaan verleggen Gelijkmatig verdelen van activiteiten bij relatief actieve patiënten Lichamelijke activiteiten vergroten Werkhervattingsplan maken Activiteitenopbouw begeleiden Zo nodig met catastroferen van pijnklachten stoppen Zo nodig mentale en sociale activiteiten opbouwen Stap voor stap doelen realiseren Zichzelf leren ontregelen Zichzelf als hersteld beschouwen Evaluatie Follow-up Bron: Knoop H, Bleijenberg G. Het chronisch vermoeidheidssyndroom: behandelprotocol cognitieve gedragstherapie voor CVS. 2010. Houten: Bohn, Stafleu en van Loghum
25