StadsOntwikkeling
Bijlagen bij de toelichting
Bestemmingsplan ROC locatie Amazonedreef
www.utrecht.nl
December 2010
Bijlagenrapport bestemmingsplan ROC locatie Amazonedreef, december 2010
Inhoudsopgave Bijlage 1 Samenvatting en beantwoording inspraakreacties Bijlage 2 Quickscan Milieuhinder
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek - augustus 2004 Bijlage 4 Aanvullend bodemonderzoek - december 2004 Bijlage 5 Bodemonderzoek
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek Bijlage 7 Watertoets
Bijlage 8 Quickscan Flora en Fauna Bijlage 9 Boominventarisatie
Bijlage 10 Vleermuisinventarisatie
Bijlage 11 Planschaderisicoanalyse
Bijlage 1
Samenvatting en beantwoording inspraakreacties
StadsOntwikkeling
Samenvatting en beantwoording inspraakreacties
Inqediende reactie Binnenterras voor balkons aan de Westkantideale plek voor de avondzon. Bij de entree niet alleen een goede ontsluiting naar de lift, maar ook een ontsluiting naar het trappenhuis Wat blijft er over van de bomen en de struiken/ zoveel mogelijk struiken en bomen laten staan.
Het lege stuk parkeren. Een paar keer per jaar staan de parkeerplaatsen vol (toernooi bij Zwembad de Kwakel);
Het treffen van verkeersbelemmerende maatregelen waaronder verkeersdrempels o.a. om het sluipverkeer tegen te gaan.
Geen rode steen in het. aebouw qebruiken.
Indiener
Roe Amazonedreef -
..
Trinidaddreef 12
Standpunt qemeente Suggestie is juist. Meegeven aan ontwikkelaar.
Trinidaddreef 12
Suggestie is juist. Meegeven aan ontwikkelaar.
Patagoniëdreef 23 -
Patagoniëdreef 23
Paranadreef 197 . paranadreef 209
Paranadreef 197;
..
Het is onvermijdelijk dat door de nieuwbouw bomen en struken verwijderd moeten worden. De nieuwbouw heeft een groter oppervlak dan het huidige gebouw. Ter plaatse is geïnventariseerd welke bomen/struiken verwijderd moeten worden en wat de kwaliteit (levensvatbaarheid) en verplaatsbaarheid van die bomen/struiken is. Voor bomen van goede kwaliteit, die verplaatsbaar zijn, krijgt de ontwikkelaar een herplant- of vervangingsplicht. Bomen die op (één van) beide aspecten slecht scoren moaen worden verwiiderd. Deze ontwikkeling voegt woningen toe in een categorie waar behoefte aan is. Het positieve gevolg van een bijdrage aan de verbetering van de wijk in relatie tot een incidentele gebeurtenis wordt van groter belang geacht. Met de ontwikkeling van bouwplannen wordt altijd een parkeerbalans gemaakt. Hieruit blijkt hoeveel parkeerruimte nodig is. Incidentele belastingen van de parkeerruimte, zoals bij een zwembadtoernooi, worden hier niet bij betrokken. Je kunt immers geen parkeerruimte aanleggen die slechts incidenteel gebruikt wordt. In het gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan is beleid opgenomen ten aanzien van de inrichting van 30 en 50 km wegen/gebieden. Bij herinrichting en/of groot onderhoud zal nieuwe infrastructuur conform het vastgestelde beleid worden aangelegd. Voor Overvecht Noord is een wijkontsluitingsweg (50 km weg) gedacht in de vorm van een ring rondom Overvecht Noord. De Amazonedreef en de Paranadreef zijn als wijkontsluitingsweg onderdeel van de gedachte ring. Het plangebied ligt dus aan deze ring. Voor beide wegen geldt daarmee een 50 km regime. In een weg met het 50 km regime mogen geen verkeersbelemmerende maatreqelen worden opqenomen. Het plan maakt onderdeel uit van een bebouwinaszone met een
samenvatting en beantwoording inspraakreacties ROe Amazonedreefv3(Wimbart de Kleuver)
Lichte steen aangepast aan de omgeving gebruiken.
Paranadreef 209; (Woongr. Drevenstein), Paranadreef 215
Geluidsoverlast (veroorzaakt door het heien)
Paranadreef 209
Toename van verkeer (door voorzieningen in de pi int), verkeersproblemen / uitlaatgassen / luchtkwaliteit
Paranadreef 209;
Rommel
Paranadreef 209
00
straat
eigen karakter die de bebouwing uit de jaren '60 en '80 van elkaar scheidt. Deze bebouwingszone dient zich te onderscheiden als een strip losse gebouwen met verschillende functies. Ook vanuit architectonisch standpunt is het de bedoeling dat de strip zich onderscheidt van de bebouwing uit deze periode. Dit onderscheidt wordt o.a. bereikt door toepassing van een lichte kleur in de stijl van Overvecht maar wel afwijkend van geel. De keuze voor een afwijkende (rode) kleur steen aan de binnenzijde met opening naar de parkzijde is een keuze van de architect, die daarmee de binnenruimte een warmere uitstraling wil geven. De beoordeling van de architectuur (vorm, materiaal- en kleurgebruik) gebeurt door de Commissie Welstand die het college van burgemeester en wethouders hierin adviseert. In deze fase van het bouwproces is nog niet bekend welke methode van heien gehanteerd gaat worden. De ontwikkelaar zal geadviseerd worden een methode van heien te gebruiken waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met deze reactie. Bij de beoordeling van de aanvraag bouwvergunning, zal ook de methode van heien worden beoordeeld. JAAP is dit juist? In het SPvE is de voorwaarde opgenomen dat: "vanwege de geringe omvang van het project (ca. 100 woningen met een maximale plint invulling van 3000 m2 commerciële functies) is aannemelijk dat een eventuele toename van verkeersbewegingen 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit (besluit en regeling NIBM). Dit moet onderbouwd worden, zonodig aan de hand van verkeerscijfers. Een luchtonderzoek is niet nodig." Dit betekent dat initiatiefnemer moet aantonen dat de luchtkwaliteit als gevolg van het project niet meer dan 1% slechter wordt. Die grens ligt, bij twee toegangswegen, zoals hier het geval is, bij 1000 woningen. Deze grens is vastgelegd in de Wet luchtkwaliteit. Dit project zit ver onder die grens. Daarom is geen luchtonderzoek nodig om aan te tonen dat de luchtkwaliteit 'niet in betekenende mate' slechter wordt. Een deskundige toelichting door de initiatiefnemer voldoet in zo'n geval. In essentie komt die toelichting neer 00 het voorgaande. Deze reactie is een verwachtino/aanname en mao juridisch 00 dit
Reacties ten aanzien van de bebouwing en de positie van de bebouwing: - Dicht op elkaar; - uitzicht minder; - de hoogte van het huidige gebouw past goed in de omgeving, de nieuwbouw is te hoog; - het gebouw 1 bouwlaag lager maken.
Geluidsoverlast door nieuwe bewoners
Het plan ziet er doordacht en verzorgd uit. Een aantal parkeerplaatsen op het naastgelegen parkeerterrein situeren, zodat het middenstak van de geplande parkeerplaatsen groen kan worden.
w
worden gege
I
Paranadreef 209
Paranadreef 209
. Parandareef 205 (woongroep Drevenstein).
moment niet meegewogen worden. Wanneer zich daadwerkelijk rommel op straat zou voordoen (ongeacht of dit een gevolg is van nieuwbouw), kan contact met de gemeente worden opgenomen die verantwoordeliik is voor het schoonhouden van de omoevino. In de Ruimtelijke Visie Overvecht (vastgesteld in 2004) is deze buurt aangemerkt als centrum stedelijk woonmilieu. Dat betekent menging van functies, gestapelde bebouwing en gebouwd parkeren. In een centrum stedelijk woonmilieu past een bouwhoogte van 5,5 bouwlaag. Bovendien sluit deze hoogte aan op de bebouwing aan de overzijde met 4 tot 5 lagen. Dat deze hoogte van invloed is op het uitzicht en de beleving valt niet te ontkennen. Echter, de bestaande bebouwing aan de zijde van de Paranadreef is gesitueerd met de uitgangen naar de nieuwbouw. Vanaf de straat zal men als voorbijganger de nieuwbouw (met hogere gevels) op eigen manier beoordelen. Echter, dit is een subjectieve beleving. Het college is van mening dat het realiseren van een centrum stedelijk woonmilieu in deze omgeving een zodanig positief effect op het versterken van de sociale structuur heeft, dat aan dit belang de voorkeur wordt gegeven boven het handhaven van uitzicht of het tegemoetkomen aan subjectieve oevoelens. Dit aspect kan nu niet meegewogen worden. Overigens, in relatie tot de afstand tot de bestaande bebouwing aan de Paranadreef wordt de kans dat zich oeluidsoverlast zal voordoen, niet oroot oeacht. Het college deelt deze opvatting. In Utrecht geldt dat het parkeren t.b.V. nieuwbouw op eigen terrein moet worden opgelost. In het Stedenbouwkundig Plan van Eisen is op basis van het gewenst woonmilieu - voorgeschreven om het parkeren zoveel mogelijk bebouwd (1 per woning) op te lossen. Het bezoekers parkeren kan gebruik maken van de naastgelegen parkeerplaats. Extra parkeerbehoefte die door nieuwbouw ontstaat mag niet in openbaar gebied worden opgelost. Zonder zwaarwegende redenen wordt van deze verplichting geen ontheffing verleend (mede) om precedentwerking te voorkomen. Het realiseren van een groenvoorziening op een binnenterrein, wordt niet als een zodanig zwaarwegende reden gezien, dat daarvoor ontheffjnq van de verplichtino tot parkeren OP eiqen terrein moet
>
C
C
~
...o
Bijlage 2 Quickscan milieuhinder
StadsOntwikkeling
Notitie Contactpersoon ir. Harald Dickhof Datum 23 juni 2009 Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
Quickscan naar de relevante geluidruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht 1 Inleiding In opdracht van Witkamp Projectontwikkeling B.V. heeft Tauw een quickscan uitgevoerd naar de mogelijke knelpunten als gevolg van milieuhindercontouren van bedrijven voor de realisatie van appartementenbouw aan de Amazonedreef te Utrecht. Het doel van de quickscan is het vaststellen van mogelijke knelpunten voor de locatieontwikkeling als gevolg van hindercontouren voor de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Onderzocht wordt in hoeverre deze hindercontouren een knelpunt vormen voor de realisatie van het voorgenomen plan.
2 Opzet onderzoek bedrijven 2.1
Onderzoek naar bedrijven op basis van de VNG-publicatie
Op basis van gegevens afkomstig van de Stichting LISA te Enschede zijn alle bedrijven binnen een straal van circa 200 meter van het plangebied geïnventariseerd. Hierbij zijn de volgende criteria toegepast: • Toets aan de hindercontour voor de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering; indien de afstand tot de woningen in het nieuwe plangebied groter is dan de hindercontour is aangenomen dat het bedrijf niet relevant is •
•
Vergelijking van de afstand en richting van de bestaande woningen tot de bedrijven met de afstand van de nieuwbouw tot de bedrijven; er is van uitgegaan dat, indien de afstand tot bestaande woningen in een significante richting kleiner is dan die tot de nieuwe woningen, bedrijven niet relevant zijn, omdat ook in de bestaande situatie voldaan dient te worden aan grenswaarden voortvloeiend uit een milieuvergunning of Besluit; er is geen onderzoek gedaan naar het al dan niet voldoen van de bedrijven aan de geldende grenswaarden bij de bestaande woningen Vervolgens is beoordeeld of er door de nieuwbouw een mogelijk knelpunt zal optreden voor wat betreft de benodigde of gegunde milieuruimte van een bedrijf waarop de twee bovengenoemde criteria niet van toepassing zijn
1\6
Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
In figuur 2.1 is de ligging van de planlocatie en het geïnventariseerde gebied weergegeven.
Figuur 2.1 Ligging van het plangebied en bedrijven binnen een straal van 200 meter
3 Uitgangspunten De bedrijven met bijbehorende SBI-codes uit 1993 zijn afkomstig van Stichting LISA te Enschede. Binnen de zone van 200 meter om de locatie liggen 30 bedrijven. Aan de hand van de SBI-code en de VNG-publicatie is bepaald welke hindercontouren hierbij aangegeven worden. De codes uit het LISA-bestand komen niet één op één overeen, maar hiervoor is gezocht naar de meest passende. De vergelijking met de codes uit de LISA-database en de VNG-publicatie staat in tabel 3.1 weergegeven.
2\6
Quickscan naar de relevante milieuruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht
Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
Tabel 3.1 SBI-codes 1993 versus 2007
Nr. SBI-
1 2
Omschrijving
SBI-
code
code
'93
'07
85162 85162
Instellingen voor openbare preventieve
8512,
gezondheidszorg
8513
Instellingen voor openbare preventieve
8512,
gezondheidszorg
8513 8514,
3
85144
Praktijken van psychotherapeuten en psychologen
8515
4
85141
Verloskundigenpraktijken
8514,
5
85145
Prakt v param.,altern genezers, ov.prakt. 8514, in de gezondh.zorg
8515
6
1822
Vervaardiging van bovenkleding (excl.
182
Omschrijving
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus Consultatiebureaus
8515
werkkleding )
Consultatiebureaus Vervaardiging van kleding en – toebehoren (excl. van leer)
7
6420
Telecommunicatie
642-A
Telecommunicatiebedrijven
8
91336
Overige ideUle organisaties n.e.g.
8514,
Consultatiebureaus
8515 9
85121
Praktijken van huisartsen
8512,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
8513 10 2852
Overige metaalbewerking
2852-2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. 2
< 200 m 11 7240
Expl. van databanken, zoekmachines,
72-A
Computerservice- en informatietechnologie-
startpagina's, websites
bureau’s e.d.
12 7222
Ontwikkelen en produceren van maatwerk 72-A
Computerservice- en informatietechnologie-
13 52633
Overige vormen van detailhandel
52-A
Detailhandel voor zover n.e.g.
14 74125
Administratiekantoren
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
15 4544
Schilderen en glaszetten
45-1
Bouwbedrijven algemeen: b.o. < 2.000 m
16 85142
Praktijken van fysiotherapeuten
8514,
Consultatiebureaus
software; consultancy
bureau’s e.d.
2
8515 17 85115
Instel.voor geestelijke gezondheidszorg
8512,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
met overnachting
8513
18 92311
Beoefening van podiumkunst
921,922 Studio’s (film, TV, radio, geluid)
Quickscan naar de relevante milieuruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht
3\6
Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
Nr. SBI-
Omschrijving
code
20 51537
'07 Handel en rep. van personenauto's (excl. 501,502, Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en import van nieuwe)
504
Groothandel gespecialiseerd in overige
5153-2
bouwmaterialen 21 5211
Omschrijving
code
'93 19 50104
SBI-
Deth. in voedings- en genotmiddelen
servicebedrijven Grth in hout en bouwmaterialen: algemeen: b.o. < 2.000 m
52-A
2
Detailhandel voor zover n.e.g.
algemeen assortiment 22 74701
Reiniging van gebouwen
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
23 85331
Kinderopvang
853-2
Kinderopvang
24 8041
Auto- en motorrijscholen
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
25 51441
Groothandel in glas-, porselein- en
514
Grth in overige consumentenartikelen
26 64122
Koeriersdiensten
641
Post- en koeriersdiensten
27 7222
Ontwikkelen en produceren van maatwerk 72-A
Computerservice- en informatietechnologie-
software; consultancy
bureau’s en dergelijke
aardewerk
28 7524
Politie
29 85332
Algemeen maatschappelijk werk
7525
Brandweerkazernes
8514,
Consultatiebureaus
8515 *
30 *
9261.1-1 Zwembaden: overdekt
Op basis van luchtfoto
4 Resultaten In de bijlage zijn per bedrijf de SBI-codes en bijbehorende hinderafstanden voor de milieuaspecten gegeven. Per bedrijf is de grootste hinder-afstand grijs gemarkeerd. Aangezien alle bedrijven op meer dan 10 meter afstand van het plangebied liggen, vormen de bedrijven in de bijlage met een richtafstand van 10 meter geen belemmering voor de realisatie van het plan. Voor de bedrijven met een richtafstand groter dan 10 meter is onderzocht wat de afstand tot het plangebied is en of er woningen van derden op kortere afstand liggen. In tabel 4.1 zijn de resultaten weergegeven. Uit tabel 4.1 blijkt dat de afstanden van de bedrijven tot het plangebied groter zijn dan de richtafstanden van de milieuhindercontouren en dat tevens woningen van derden op kortere afstand van de bedrijven liggen. Dit betekent dat het voorgenomen plan ook geen belemmering vormt voor de bedrijven met een richtafstand groter dan 10 meter.
4\6
Quickscan naar de relevante milieuruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht
Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
Tabel 4.1 Bedrijven in nabijheid van plangebied inclusief richtafstanden VNG-publicatie, afstand tot het plangebied en afstand tot dichtstbijzijnde woningen van derden
Nr.
Naam
Adres
Huisnr.
Grootste
Afstand tot
Afstand tot
Mogelijk
richtafstand
plangebied
dichtstbijzijnde
knelpunt
VNG-
(m)
woningen van
volgens
derden
richtafstanden
publicatie
(m) 6
Somnia, naaiatelier in gothic- en gelegenheidskleding
Patagoniedreef
20
30
55
--
nee
10
Cohen Pipeline Welding B.V.
Zuidpooldreef
10
50
104
--
nee
15
GVP schilderwerken
Vuurlanddreef
9
50
104
--
nee
18
Ultimate Jazz Productions
Paranadreef
7
30
119
--
nee
19
Autohandel Ceren
Argentiniedreef
15
30
44
--
nee
20
Handelsonderneming Henk Semler
Vuurlanddreef
1
30
56
--
nee
23
BSO De Kinderkreet
Camposdreef
4
30
78
--
nee
25
Wordplant Nursery
Patagoniedreef
49
30
55
--
nee
26
Daroto logistics service
Zuidpooldreef
34
30
105
--
nee
28
Politie regio Utrecht/district Utrecht Noord
Kaap Hoorndreef
3
50
57
12
nee
30
Zwembad De Kwakel
Paranadreef
10
50
67
19
nee
-- Grenzend aan perceel/woning/appartement van derden
Quickscan naar de relevante milieuruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht
5\6
Kenmerk N001-4641958HDI-ege-V01-NL
5 Samenvatting met conclusies In opdracht van Witkamp Projectontwikkeling B.V. heeft Tauw een quickscan uitgevoerd naar de mogelijke knelpunten als gevolg van milieuhindercontouren van bedrijven voor de realisatie van appartementenbouw aan de Amazonedreef te Utrecht. Het doel van de quickscan is het vaststellen van mogelijke knelpunten voor de locatieontwikkeling als gevolg van hindercontouren voor de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Onderzocht is in hoeverre deze hindercontouren een knelpunt vormen voor de realisatie van het voorgenomen plan. Op basis van de quick-scan komen de volgende conclusies naar voren: • Aangezien alle bedrijven op meer dan 10 meter afstand van het plangebied liggen, vormen de bedrijven met een richtafstand van 10 meter geen belemmering voor de realisatie van het plan • Voor de bedrijven met een richtafstand groter dan 10 meter blijkt dat de afstanden van de bedrijven tot het plangebied groter zijn dan de richtafstanden van de milieuhindercontouren en dat tevens woningen van derden op kortere afstand van de bedrijven liggen. Dit betekent dat het voorgenomen plan ook geen belemmering vormt voor de bedrijven met een richtafstand groter dan 10 meter De milieuhindercontouren van de bedrijven in de omgeving van de planlocatie vormen geen knelpunt voor de realisatie van het voorgenomen plan. Er is dan ook geen vervolgonderzoek nodig..
Quickscan naar de relevante milieuruimte van bedrijven rondom plangebied ‘Amazonedreef’ te Utrecht
6\6
Bijlage
Richtafstanden VNG-Publicatie Grootste Nr. Naam
Straat
Huisnr. SBI-code Omschrijving
Geur
Stof
Geluid Gevaar
afstand
1
GG & GD Utrecht locatie 2
Amazonedreef
43
8512,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
0
0
10
0
10
2
Cumulus, het opvoedbureau
Amazonedreef
43
8512,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
0
0
10
0
10
3
Psychologenpraktijk Overvecht
Amazonedreef
47
8514,
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
4
Universitair verloskundig centrum
Amazonedreef
47
8514,
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
8513 8513 8515 Utrecht locatie noord 5
Logopediepraktijk Overvecht
8515 Amazonedreef
47
8514, 8515
6
Somnia, naaiatelier in gothic- en
Patagoniedreef
20
182
Vervaardiging van kleding en – toebehoren (excl. van leer)
10
10
30
10
30
gelegenheidskleding 7
Quickstart
Paranadreef
125
642-A
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
0
10
8
Stichting Bank voor ontspannings-
Amazonedreef
41
8514,
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
0
0
10
0
10
10
30
50
10
50
en oefen materiaal 9
Huisartsenpraktijk Amazonedreef
8515 Amazonedreef
41
8512, 8513
2
10 Cohen Pipeline Welding B.V.
Zuidpooldreef
10
2852-2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m
11 Knopper Cube
Camposdreef
81
72-A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau’s e.d.
0
0
10
0
10
12 Webpro
Paranadreef
83
72-A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau’s e.d.
0
0
10
0
10
Richtafstanden VNG-Publicatie Grootste Nr. Naam
Straat
Huisnr. SBI-code Omschrijving
Geur
Stof
Geluid Gevaar
afstand
13 Martinus, dat-wil-ik-ook-doen
Camposdreef
57
52-A
Detailhandel voor zover n.e.g.
0
0
10
0
10
14 BCPO, Bestuurscommissie primair
Kaap Hoorndreef
36
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
0
0
10
0
10
15 GVP schilderwerken
Vuurlanddreef
9
45-1
Bouwbedrijven algemeen: b.o. < 2.000 m
10
30
50
10
50
16 Fysiotherapie praktijk Overvecht
Amazonedreef
45
8514,
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
Amazonedreef
45
8512,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
0
0
10
0
10
18 Ultimate Jazz Productions
Paranadreef
7
921,922
Studio’s (film, TV, radio, geluid)
0
0
30
10
30
19 Autohandel Ceren
Argentiniedreef
15
501,502, Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en
10
0
30
10
30
0
10
30
10
30
openbaar onderwijs
Noord 17 Centrum Maliebaan, team
2
8515
ambulante detox
8513
20 Handelsonderneming Henk Semler Vuurlanddreef
1
504
servicebedrijven
5153-2
Grth in hout en bouwmaterialen: algemeen: b.o.< 2.000 m
2
21 Elan Vital International
Paranadreef
85
52-A
Detailhandel voor zover n.e.g.
0
0
10
0
10
22 Uitzendbureaus AKKAR
Montevideodreef
66
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
0
0
10
0
10
23 BSO De Kinderkreet
Camposdreef
4
853-2
Kinderopvang
0
0
30
0
30
24 Niro auto-motorrijschool
Amazonedreef
58
74-A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
0
0
10
0
10
25 Wordplant Nursery
Patagoniedreef
49
514
Grth in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
26 Daroto logistics service
Zuidpooldreef
34
641
Post- en koeriersdiensten
0
0
30
0
30
27 Solvebs
Zuidpooldreef
12
72-A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau’s e.d.
0
0
10
0
10
28 Politie regio Utrecht/district Utrecht
Kaap Hoorndreef
3
7525
Brandweerkazernes
0
0
50
0
50
Kaap Hoorndreef
3
8514,
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
Paranadreef
10
9261.1-1 Zwembaden: overdekt
10
0
50
10
50
Noord 29 Portes – locatie politiebureau Kaap Hoorndreef 30 Zwembad De Kwakel
8515
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek
StadsOntwikkeling
Bijlage 4 Aanvullend bodemonderzoek
StadsOntwikkeling
Bijlage 5
Bodemonderzoek
StadsOntwikkeling
Nader bodemonderzoek
Amazonedreef 110 te Utrecht
18 juni 2009
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
Verantwoording
Opdrachtgever
Amazonedreef 110 te Utrecht Witkamp Projectontwikkeling B.V.
Projectleider
drs. M.J.J. (Marc) van de Looij
Titel
drs. M.J.J. (Marc) van de Looij Uitvoering veldwerk De heren A. (Laye) Dieme en B. (Ben) Brown Certificaatnummer 657400 Auteur(s)
Aantal pagina's
4641958 20 (exclusief bijlagen)
Datum
18 juni 2009
Projectnummer
Handtekening
Colofon Tauw bv Vestiging Utrecht Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht Telefoon (030) 282 48 24 Fax (030) 288 94 84
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001 VCA**-certificering voor veilig werken bij meet- en inspectieactiviteiten en bodemsaneringen, ook in risicogebieden railinfra Er zijn analyses uitgevoerd door het NEN-EN-ISO 17025 geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de VKB-protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018
VO Amazonedreef 110, Utrecht
3\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
Het keurmerk ‘kwaliteitswaarborg Bodembeheer’ geeft aan dat de activiteiten in het kader bodembeheer, waaronder veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek goed en betrouwbaar volgens door de overheid opgestelde protocollen en programma’s zijn uitgevoerd. Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de VKB-protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018. Tauw bv verklaart dat het veldwerk onafhankelijk van de (interne) opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van BRL SIKB 2000. Bij interne opdrachtgever is gebruik gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarden die het Besluit bodemkwaliteit hieraan stelt.
4\20
NVO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1
Inleiding.......................................................................................................................... 7
2
Vooronderzoek en onderzoeksstrategie ..................................................................... 9
2.1
Algemeen ........................................................................................................................ 9
2.2 2.3
Huidige situatie ................................................................................................................ 9 Uitgevoerde bodemonderzoeken .................................................................................... 9
2.4
Toekomstige situatie ..................................................................................................... 10
2.5
Onderzoeksstrategie ..................................................................................................... 10
3
Uitgevoerde werkzaamheden ..................................................................................... 11
3.1 3.2
Algemeen ...................................................................................................................... 11 Veld- en analysewerkzaamheden bodemonderzoek .................................................... 11
4
Resultaten .................................................................................................................... 13
4.1
Toetsingskader .............................................................................................................. 13
4.2
Veldwaarnemingen en metingen ................................................................................... 13
4.3 4.4
Resultaten onderzoek ................................................................................................... 14 Interpretatie resultaten .................................................................................................. 14
5
Bepaling ernst en spoed............................................................................................. 17
5.1
Ernst en spoedeisendheid ............................................................................................. 17
5.1.1
Ernst .............................................................................................................................. 17
5.1.2
Spoed ............................................................................................................................ 17
6
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................... 19
Bijlage(n) 1. Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2. Onderzoekslocatie met monsterpunten
3. 4. 5. 6.
Boorprofielen Locatiespecifieke toetsingswaarden Analysecertificaten Risicobeoordeling
VO Amazonedreef 110, Utrecht
5\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
6\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
1 Inleiding Tauw heeft in opdracht van Witkamp Projectontwikkeling B.V. uit Almere een nader bodemonderzoek uitgevoerd aan de Amazonedreef 110 in Utrecht. De aanleiding voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek wordt in het kader van dit onderzoek gevormd door de voorgenomen bestemmingswijziging en nieuwbouwplannen in combinatie met de reeds aangetoonde grondverontreiniging met zink ter plaatse van de onderzoekslocatie. Doel van het onderzoek is het bepalen van de mate en omvang van de verontreiniging met zink in grond en daarmee de ernst en spoedeisendheid. Het bodemonderzoek is uitgevoerd, aan de hand van de Richtlijn nader onderzoek deel 1 (Sdu 1995). Voorafgaand aan het veldwerk zijn gegevens verzameld over het (gebruik van het) terrein en over de aangetoonde verontreinigingen. De resultaten van het vooronderzoek zijn in hoofdstuk 2 van dit rapport opgenomen. Verder komen aan de orde: de onderzoeksopzet, de veldwerkzaamheden inclusief het zintuiglijk onderzoek, het chemisch onderzoek, de interpretatie van de verzamelde gegevens alsmede de conclusies en het advies.
VO Amazonedreef 110, Utrecht
7\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
8\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie 2.1
Algemeen
Aangezien tijdens het verkennend bodemonderzoek van Geofox-Lexmond bv een vooronderzoek is uitgevoerd, is in deze rapportage hier verder geen aandacht aan geschonken. Voor gegevens omtrent de historie, de belendende percelen, de regionale bodemopbouw, geohydrologie en bodemonderzoeken in de omgeving, wordt verwezen naar het Verkennend bodemonderzoek van Geofox-Lexmond (project 20042833/JHOO, augustus 2004).
2.2
Huidige situatie
Locatiegegevens Adres: Oppervlakte in m²: Kadastrale registratie: Eigendomssituatie: Terreinverharding: Huidige bestemming:
Amazonedreef 110 te Utrecht 3.960 m² Utrecht, sectie F, nummer 795 ROC Utrecht inpandig: beton, uitpandig: deels tegels deels onverhard onderwijs
De regionale ligging van de onderzoekslocatie vindt u in bijlage 1 (schaal 1:25.000). In bijlage 2 vindt u een situatieschets van de onderzoekslocatie. Hierop zijn de grenzen van de onderzoekslocatie aangegeven.
2.3
Uitgevoerde bodemonderzoeken
In het verleden zijn twee bodemonderzoeken uitgevoerd op de locatie Amazonedreef 110 te Utrecht, dit zijn: • Verkennend bodemonderzoek, Geofox-Lexmond (project 20042833/JHOO, augustus 2004) • Aanvullend bodemonderzoek, Geofox-Lexmond (project 20042933/JABO, december 2004) Uit bovenstaande rapportages is het volgende naar voren gekomen: In het verkennend bodemonderzoek is een sterke verontreiniging met zink in de grond aangetoond. Er zijn verder geen aanwijzingen gevonden die duiden op de aanwezigheid van gedempte watergangen. Geadviseerd werd aanvullend onderzoek uit te voeren naar de verontreiniging met zink.
VO Amazonedreef 110, Utrecht
9\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
Tijdens het aanvullend onderzoek is aangetoond dat de verontreiniging met zink zich hoofdzakelijk op het zuidoostelijk deel van de locatie en in de bovengrond bevindt. Geadviseerd is om nader onderzoek uit te voeren naar de ernst en spoedeisendheid van de verontreiniging met zink.
2.4
Toekomstige situatie
De school zal worden gesloopt en hiervoor in de plaats komen nieuwe woningen.
2.5
Onderzoeksstrategie
Naar aanleiding van de hierboven genoemde gegevens is het nader bodemonderzoek uitgevoerd op basis van de Richtlijn nader onderzoek deel 1 (Sdu 1995). Vermoedelijk is de verontreiniging met zink gerelateerd aan de aanwezigheid van bodemvreemde materialen. De verontreiniging met zink is in dit onderzoek in horizontale en verticale richting verder uitgekarteerd. Uit voorgaand onderzoek is geconcludeerd dat de verontreiniging met zink niet mobiel is. Het grondwater is in dit onderzoek dan ook buiten beschouwing gelaten. Aangezien sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (>25 m³ sterk verontreinigde grond) conform de Wet bodembescherming, maakt een risicobeoordeling onderdeel uit van de rapportage.
10\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
3 Uitgevoerde werkzaamheden 3.1
Algemeen De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder BRL SIKB 2000 inclusief de van toepassing zijnde onderliggende protocollen voor het veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek.
Het veldwerk is uitgevoerd op 25 maart 2009. In bijlage 2 is een situatieschets van de onderzoekslocatie met de boorpunten opgenomen. De chemische analyses zijn conform AS3000 uitgevoerd door het NEN-EN-ISO/IEC 17025 geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West.
3.2
Veld- en analysewerkzaamheden bodemonderzoek
Tabel 3.1. geeft een overzicht van de werkzaamheden. Tabel 3.1 Uitgevoerde veld- en analysewerkzaamheden
Omschrijving Oppervlakte onderzoekslocatie in m
Aantal 2
6.000
Veldwerk
Aantal (monsterpunten)
Boring tot 2,0 m -mv
11
Chemische analyses* Zink (incl. AS3000)
11
De lutumfractie en het gehalte aan organische stof zijn overgenomen uit het Aanvullend bodemonderzoek van Geofox-Lexmond (december 2004).
VO Amazonedreef 110, Utrecht
11\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
12\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
4 Resultaten 4.1
Toetsingskader
Bodem De analyseresultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden uit de Circulaire bodemsanering 2006, zoals gewijzigd per 1 oktober 2008 en het Besluit bodemkwaliteit ingegaan per 1 juli 2008. Dit toetsingskader bestaat uit Achtergrondwaarden (AW) voor grond, Streefwaarden voor grondwater en Interventiewaarden voor grond en grondwater. De Tussenwaarden zijn gedefinieerd als T = ½(AW + I) voor grond en T = ½(S + I) voor grondwater. De wijze van weergave in de navolgende tabellen staat vermeld in het onderstaande overzicht. Tabel 4.1 Overzicht toetsingskader
Concentratieniveau voor een stof
Weergave in tabellen
≤ AW/S-waarde (of < rapportagegrens)
-
> AW/S-waarde ≤ T-waarde
+
> T-waarde ≤ I-waarde
++
> I-waarde
+++
Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem worden de toetsingswaarden voor standaardbodem omgerekend naar de toetsingswaarden voor het locatiespecifieke bodemtype. Hierbij is gebruik gemaakt van de gemeten gehalten aan organische stof (humus) en lutum (kleifractie). De berekende locatiespecifieke toetsingswaarden en verdere bijzonderheden zijn weergegeven in een locatiespecifieke toetsingstabel. Deze tabel vindt u in bijlage 4. De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage 5.
4.2
Veldwaarnemingen en metingen
De voor het onderzoek van belang zijnde zintuiglijke waarnemingen zijn weergegeven in tabel 4.2. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal is visueel geen asbestverdacht materiaal waargenomen. De bovengrond is puinhoudend en om deze reden is extra aandacht besteed aan het visueel inspecteren van de opgeboorde grond op asbestverdacht materiaal. Om een formele uitspraak te kunnen doen over de aanwezigheid van asbest, dient een asbestonderzoek conform de NEN 5707 te worden uitgevoerd.
VO Amazonedreef 110, Utrecht
13\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
In bijlage 3 zijn de boorprofielen met daarbij een overzicht van alle zintuiglijke waarnemingen opgenomen.
4.3
Resultaten onderzoek
De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 5. Tabel 4.2 biedt een overzicht van de analyseresultaten en de toetsing van de grond.
Tabel 4.2 Analyseresultaten, toetsing en zintuiglijke waarnemingen Tauw 2009 Monsteromschrijving Diepte (m-mv) 200 (0.05-0.5) 202 (0.06-0.5) 204 (0-0.5) 205 (0-0.5) 205 (0.5-1) 207 (0.03-0.5) 208 (0.5-1) 209 (0-0.5) 210 (0-0.5) 206 (0-0.3) + 206 (0.30.6) Geofox-Lexmond 2004 Monsteromschrijving Diepte (m-mv) 7 (0.5-1.0) 12 (0-0.5) 13 (0-0.5) 142 (0-0.5) 143 (0-0.5) 144 (0-0.5) 145 (0-0.5) 146 (0-0.5) 147 (0-0.5) 148 (0-0.5)
4.4
zink (Zn) <17 210 450 230 19 210 <17 190 250
+ +++ + + + ++
370
++
zink (Zn) 39 190 370 490 180 250 <20 410 280 300
+ +++ +++ + ++ +++ ++ ++
Zintuiglijke bijmenging Geen Sporen baksteen Geen Sporen puin Geen Sporen baksteen Licht puinhoudend Sporen baksteen Sporen baksteen Sporen baksteen
Zintuiglijke bijmenging Geen Sporen puin Sporen puin Sporen baksteen Sporen puin Sporen baksteen Geen Sporen baksteen Sporen baksteen Sporen baksteen
Interpretatie resultaten
Tijdens het zintuiglijk onderzoek zijn lichte bijmeningen met baksteen en puin aangetroffen. Deze bijmenging komt voor tot een maximale diepte van circa 0,8 m-mv. Over het algemeen kan worden gesteld dat de verontreiniging gerelateerd is aan de aanwezigheid van het puin en baksteen in de bovengrond. In de zintuiglijk schone ondergrond
14\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
zijn geen verontreinigingen met zink aanwezig. Opmerkelijk is dat zeer plaatselijk bij boring 204, zonder bijmenging een sterke verontreiniging met zink aanwezig is in de bovengrond. De bodem op de locatie is heterogeen licht tot matig verontreinigd met zink. Zeer plaatselijk komen twee kernen (boring 146 en de boringen 142 en 204) voor welke sterk verontreinigd zijn met zink. De oppervlakte waarover de sterke verontreiniging zink aanwezig is, bedraagt circa 225 m². De gemiddelde dikte van de laag verontreinigd met zink bedraagt circa 0,5 meter (bodemtraject 0-0,5 m-mv). Dit resulteert in een omvang van circa 115 m³ grond sterk verontreinigd met zink.
VO Amazonedreef 110, Utrecht
15\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
16\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
5 Bepaling ernst en spoed In dit hoofdstuk is bepaald of er ter plaatse van de Amazonedreef 110 te Utrecht sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Indien hiervan sprake is, is vervolgens bepaald of dit geval van ernstige bodemverontreiniging al dan niet met spoed dient te worden gesaneerd. Een en ander is bepaald aan de hand van de gewijzigde Circulaire bodemsanering 2009, die in werking is getreden per 1 april 2009. Voor de risicobeoordeling is de meest recente versie van het risicomodel Sanscrit (versie 2.0.10.0 via www.Risicotoolbox.nl) gebruikt.
5.1 5.1.1
Ernst en spoedeisendheid Ernst
Conform de Circulaire Bodemsanering 2009 is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging aangezien er meer dan 25 m³ grond verontreinigd is boven de interventiewaarde. De oppervlakte van de verontreiniging met zink in de grond bedraagt ongeveer 225 m². Bij een gemiddelde dikte van circa 0,5 m (bodemtraject 0-0,5 m-mv), bedraagt de omvang van de sterke verontreiniging met zink circa 115 m³. Alle aangetoonde verontreinigingen zijn geheel of tenminste gedeeltelijk voor 1987 in de bodem terecht gekomen waarschijnlijk als gevolg van het toepassen van grond met een puinbijmenging en/of het in de bodem komen van puin afkomstig van de sloop van voorgaande bebouwing. Er is dan ook sprake van een zogenaamd “historisch geval van bodemverontreiniging”. Op basis van bovenstaande criteria bestaat er volgens de Wet Bodembescherming voor de huidige terreineigenaar(s) een saneringsnoodzaak met betrekking tot de aangetoonde bodemverontreinigingen. 5.1.2
Spoed
Voor het bepalen van de spoedeisendheid van de sanering dient een risicobeoordeling te worden uitgevoerd. De risicobeoordeling is uitgevoerd met het in de Circulaire Bodemsanering 2009 voorgeschreven Sanscrit-model (versie 2.0.10.0; Risicotoolbox, RIVM).
VO Amazonedreef 110, Utrecht
17\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
De risicobeoordeling is uitgevoerd voor de huidige inrichting en het gebruik in de zin van de Wet Bodembescherming, te weten: ‘Plaatsen waar kinderen spelen’ en het gevoeligere gebruiksscenario “wonen met tuin”. In bijlage 6 zijn de gehanteerde uitgangspunten en resultaten van de risicobeoordeling met behulp van het risicomodel Sanscrit opgenomen. Op basis van de beoordeling met Sanscrit en de Circulaire Bodemsanering 2009 kan het volgende worden geconcludeerd: 1. Er is geen sprake van onaanvaardbare humane risico’s en/of hinder 2. Er is geen sprake van onaanvaardbare ecologische risico’s 3. Er is geen sprake van onaanvaardbare verspreidingsrisico’s en/of een onbeheersbare situatie Geconcludeerd wordt dat de aangetoonde ernstige bodemverontreiniging niet met spoed behoeft te worden gesaneerd. Het bevoegd gezag Wbb (de gemeente Utrecht) legt in een beschikking ernst en spoed formeel vast wanneer gestart moet worden met de uitvoering van de bodemsanering. Tenslotte wordt erop gewezen dat bij een wijziging van het gebruik (bijvoorbeeld bij herinrichting van het terrein) door het bevoegd gezag Wbb een nieuwe risicobeoordeling kan worden gevraagd.
18\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
6 Conclusies en aanbevelingen Tauw heeft in opdracht van Witkamp Bouwgroep uit Almere een nader bodemonderzoek uitgevoerd aan de Amazonedreef 110 in Utrecht. De aanleiding voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek wordt in het kader van dit onderzoek gevormd door de voorgenomen bestemmingswijziging en nieuwbouwplannen in combinatie met de reeds aangetoonde grondverontreiniging met zink ter plaatse van de onderzoekslocatie. Doel van het onderzoek is het bepalen van de mate en omvang van de verontreiniging met zink in grond en daarmee de ernst en spoedeisendheid. Zintuiglijke waarnemingen Tijdens het zintuiglijk onderzoek zijn lichte bijmengingen met baksteen en puin aangetroffen. Deze bijmenging komt voor tot een maximale diepte van circa 0,8 m-mv. Verontreiniging met zink De verontreiniging in de bovengrond is heterogeen aanwezig op de locatie in de vorm van lichte tot matige verontreinigingen met zink. Plaatselijk komen twee spots voor welke sterk verontreinigd zijn met zink. De heterogene verontreiniging met zink is grotendeels puin gerelateerd. De kans dat buiten de twee aanwezige spot nog sterke verontreinigingen met zink aanwezig zijn wordt minimaal geacht. De sterke verontreiniging met zink in de bovengrond heeft een omvang van circa 115 m³. Advies Op de locatie is een geval van ernstige bodemverontreiniging conform de Wbb, met zink in de bovengrond, aanwezig. Bij gelijkblijvend gebruik van de locatie is de sanering niet spoedeisend. Echter als de locatie ontwikkeld zal worden, is er sprake van maatschappelijke spoed en dient de verontreiniging met zink alsnog gesaneerd te worden. De sanering dient plaats te vinden aan de hand van een door het bevoegd gezag goedgekeurd (uniform) saneringplan. De sanering dient onder begeleiding te staan een milieukundig begeleider (BRL 6000) en de (sanerings)aannemer dient in het bezit te zijn van het BRL 7000 certificaat. De sterk verontreinigde grond dient te worden afgevoerd naar een erkend verwerker (Bodem +).
VO Amazonedreef 110, Utrecht
19\20
Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL
Zodra in grond toetsingswaarden worden overschreden is eventueel vrijkomende grond niet meer onbeperkt voor hergebruik geschikt. Bij afvoer van grond van de locatie kan het daarom noodzakelijk zijn een partijkeuring volgens de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit uit te voeren.
20\20
VO Amazonedreef 110, Utrecht
Bijlage
1
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
Bijlage
2
Onderzoekslocatie met monsterpunten
Bijlage
3
Boorprofielen
Bijlage
4
Locatiespecifieke toetsingswaarden
Bijlage
5
Analysecertificaten
Bijlage
6
Risicobeoordeling
Bijlage 6
Akoestisch onderzoek
StadsOntwikkeling
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht
Concept, 7 mei 2009
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Verantwoording Titel
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht te
Opdrachtgever Projectleider
Utrecht Witkamp Bouw B.V. ing. Robert Schram
Auteur(s)
ir. Harald Dickhof
Projectnummer
4641958
Aantal pagina's
26 (exclusief bijlagen) 7 mei 2009
Datum Handtekening
Colofon Tauw bv afdeling Milieu & Veiligheid Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 99 11 Fax (0570) 69 96 66
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
5\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
6\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5 1
Inleiding.......................................................................................................................... 9
1.1 1.2 1.3
Aanleiding........................................................................................................................ 9 Onderzoek ....................................................................................................................... 9 Leeswijzer ....................................................................................................................... 9
2
Situatie ......................................................................................................................... 11
3
Wetgeving .................................................................................................................... 13
3.1 3.2
Wet geluidhinder ........................................................................................................... 13 Geluidzone wegverkeerslawaai..................................................................................... 13
3.3 3.4
Geluidhindernormen wegverkeerslawaai ...................................................................... 14 Ontheffingsmogelijkheden Wet geluidhinder................................................................. 15
4
Uitgangspunten ........................................................................................................... 17
4.1 4.2
Tekeningen en documenten .......................................................................................... 17 Rekenmethode .............................................................................................................. 17
4.3 4.4
Waarneempunten .......................................................................................................... 17 Verkeersintensiteiten, wegdektype en snelheid ............................................................ 18
5
Resultaten en beschouwing....................................................................................... 21
5.1 5.2
Resultaten afzonderlijke wegen .................................................................................... 21 Cumulatieve geluidbelasting ......................................................................................... 24
6
Conclusies en vervolg ................................................................................................ 25
6.1
Conclusies..................................................................................................................... 25
6.2
Vervolg traject ............................................................................................................... 25
Bijlage(n) 1. Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2. Overzicht rekenmodel
3. Invoergegevens rekenmodel 4. Resultaten rekenmodel
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
7\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
8\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Witkamp Bouw B.V. is voornemens aan de Amazonedreef 110 te Utrecht de nieuwbouw van appartementen te realiseren. Ten behoeve van deze nieuwe geluidgevoelige bestemmingen is een akoestisch onderzoek naar de geluidbelasting ten gevolge van de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef noodzakelijk.
1.2
Onderzoek
In opdracht van Witkamp Bouw B.V. is door Tauw een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de gevels van het nieuwbouwproject aan de Amazonedreef 110 te Utrecht. De doelstelling van het onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting op de gevels ten gevolge van het wegverkeer op de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef en deze te toetsen aan de grenswaarden in de Wet geluidhinder De gewenste ontwikkeling past niet in het vigerende bestemmingsplan. Om deze ontwikkeling toch mogelijk te maken zal het bestemmingsplan worden herzien. In dat kader vindt dit onderzoek plaats. Hierbij wordt rekening gehouden met de Wet geluidhinder, het Bouwbesluit en de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de huidige en toekomstige situatie van de ontwikkelingslocatie geschetst. De geplande nieuwbouw en de gevolgen hiervan voor de verkeersintensiteiten worden beschreven. Hoofdstuk 3 bevat de wet- en regelgeving die van toepassing is voor het onderhavige akoestisch onderzoek. In hoofdstuk 4 zijn de uitgangspunten van het onderzoek beschreven. Hoofdstuk 5 bevat de resultaten van het onderzoek en de interpretatie van deze resultaten. In hoofdstuk 6 zijn de conclusies van het onderzoek op een rijtje gezet.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
9\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
10\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
2 Situatie Het nieuwbouwplan aan de Amazonedreef 110 wordt omsloten door de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef en ligt in de wijk Overvecht te Utrecht. In figuur 2.1 is een situatieschets opgenomen. In bijlage 1 figuur 1 is de regionale ligging van de onderzoekslocatie opgenomen. In figuur 2.1 is een situatieschets opgenomen.
Figuur 2.1 Situatieschets
De verkeersaantrekkende werking van het nieuwbouwplan wordt gevormd door de bewoners van de appartementen. Het nieuwbouwplan bestaat uit 5 etages met in totaal 101 appartementen.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
11\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Op basis van de CROW Publicatie 256 Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden en de website van het CBS (www.statline.nl) is uitgegaan van woonmilieutype I: Centrum-stedelijk met hoge dichtheid en een gemiddeld aantal lichte motorvoertuigbewegingen van 1,8 weekdagetmaalwaarde per appartement. De verkeersaantrekkende werking van het plan komt daarmee op 182 lichte motorvoertuigbewegingen per etmaal.
12\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
3 Wetgeving In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving van de Wet geluidhinder, de geluidzones, de geluidhindernormen en de ontheffingsmogelijkheden gegeven.
3.1
Wet geluidhinder
In de Wet geluidhinder zijn geluidhindernormen voor toelaatbare equivalente geluidniveaus opgenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in buitennormen (geluidbelasting op de gevel) en binnennormen (binnenwaarde). De geluidhindernormen gelden voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen gelegen binnen de geluidzone van een (spoor)weg of gezoneerd industrieterrein. Een geluidzone is een aandachtsgebied aan weerszijden van een (spoor)weg en rondom een industrieterrein waarbinnen de geluidhindernormen van de Wet geluidhinder van toepassing zijn.
3.2
Geluidzone wegverkeerslawaai
De breedte van geluidzones langs autowegen is afhankelijk van de aard van de weg en is vermeld in tabel 3.1.
Tabel 3.1 Breedte van geluidzones langs autowegen
Geluidzones buitenstedelijk gebied
Geluidzones stedelijk gebied
(rijksweg A4)
(stedelijke wegen)
Weg met één of twee rijstroken
250 meter
200 meter
Weg met drie of vier rijstroken
400 meter
350 meter
Weg met vijf of meer rijstroken
600 meter
-
Aantal rijstroken
Bron: Artikel 74 Wet geluidhinder
Formeel hebben 30 km/uur-straten geen geluidzone, waardoor akoestisch onderzoek niet is vereist. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is onderzoek naar de geluidbelasting ten gevolge van 30 km/uur-straten wel gewenst. In de directe omgeving van de locaties zijn geen 30 km/uur wegen aanwezig. Wanneer een nieuw (of gewijzigd) bestemmingsplan het mogelijk maakt geluidgevoelige bebouwing in de geluidzone van een weg te realiseren is een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Bij de uitvoering van het akoestisch onderzoek wordt het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 gehanteerd.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
13\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Het plangebied grenst aan de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef. De zonebreedte van de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef bedraagt 200 meter en het plangebied valt dus binnen de zones van deze wegen. Verder ligt het plangebied binnen de zonebreedtes van de Einsteindreef (350 meter), de Carnegiedreef, Zuidpooldreef, Vuurlanddreef, Kaap Hoorndreef, Falklanddreef, Argentiniëdreef, Montevideodreef, Camposdreef, Incadreef, Braziliëdreef, Selvasdreef, de Rio de Janeirodreef en de Pampasdreef (allen 200 meter). Echter gezien de relatief grote afstand en de afschermende bebouwing tussen deze wegen en het plangebied wordt niet verwacht dat de voorkeursgrenswaarde als gevolg van deze wegen wordt overschreden. Deze wegen zijn dan ook niet nader onderzocht.
3.3
Geluidhindernormen wegverkeerslawaai
De normstelling in de Wet geluidhinder bestaat uit een voorkeursgrenswaarde en een maximaal aan te vragen ontheffingswaarde. In de Wet geluidhinder worden grenswaarden gesteld voor de dosismaat Lden. Deze zijn opgenomen in tabel 3.2. De geluidbelasting ten gevolge van de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef wordt getoetst aan de grenswaarden voor stedelijke weg.
Tabel 3.2 Geluidhindernormen nieuwbouw Lden
Geluidgevoelig gebouw
Voorkeurs-
Maximaal toelaatbare geluidbelasting [dB]
grenswaarde
Buitenstedelijke
Stedelijke
[dB]
weg
weg
48
53
63
33
Woning, vervangende nieuwbouw
48
58
68
33
Woning, binnen bebouwde kom, binnen zone auto(snel)weg
48
-
63
33
Woning, behorend bij agrarisch bedrijf
48
58
-
33
Woning, nieuwbouw
Binnenwaarde
De dosismaat Lden is een gemiddeld geluidniveau over het etmaal en wordt berekend volgens de volgende formule: day 1 = 10 ⋅ log 12 ⋅10 10 + 4 ⋅10 24
L
Lden
Levening + 5 10
Lnight +10
+ 8 ⋅ 10
10
[dB]
Lday, Levening en Lnight zijn de A-gewogen gemiddelde geluidniveaus (LAeq).
14\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Op basis van artikel 110g Wet geluidhinder en artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 mag er op de geluidbelasting vanwege een weg, op de gevel van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen, een aftrek worden toegepast in verband met het stiller worden van het verkeer in de toekomst. De aftrek bedraagt maximaal: • 2 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt • •
5 dB voor overige wegen 0 dB in het geval de geluidbelasting wordt gebruikt voor de bepaling van de gevelisolatie (Bouwbesluit) of het de binnenwaarde betreft
In het onderzoek is voor de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef de aftrek van 5 dB toegepast.
3.4
Ontheffingsmogelijkheden Wet geluidhinder
Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan binnen de systematiek van de Wet geluidhinder een hogere grenswaarde (ontheffing op de geluidbelasting) worden verleend door de Gemeente Utrecht. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de Geluidnota Utrecht 20072011. Voorwaarde is dat het toepassen van maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend is, of overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard een rol spelen. Het onderzoeken en toepassen van maatregelen gebeurt in de volgende volgorde: • Bronmaatregelen, zoals het toepassen van geluiddempers voor railverkeer, het reduceren
•
van de hoeveelheid verkeer, het aanpassen van de rijsnelheid of het toepassen van geluidreducerend wegdek Overdrachtsmaatregelen, zoals geluidschermen of –wallen
• •
Ontvangermaatregelen, zoals het toepassen van gevelisolatie Het aanvragen van ontheffing
In situaties, waarbij de maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden, kan een dove gevel worden toegepast om woningbouw toch mogelijk te maken. Een dergelijke gevel heeft geen te openen delen in geluidgevoelige ruimtes, waardoor toetsing aan de geluidnormen niet is vereist. De binnenwaarde in de woning van 33 dB Lden dient wel te worden gewaarborgd. Prestatie-eisen ten aanzien van de minimale geluidwering van de buitengevel van woningen en andere gebouwen zijn beschreven in het Bouwbesluit. Bij het vaststellen van de minimale geluidwering dient de maximaal toelaatbare binnenwaarde gebaseerd op de Wet geluidhinder als uitgangspunt te worden gehanteerd. Bij de bepaling van de minimale geluidwering van de gevel wordt uitgegaan van de cumulatieve geluidbelasting van wegen exclusief de correctie volgens art. 110g Wgh.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
15\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
16\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
4 Uitgangspunten In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten besproken.
4.1
Tekeningen en documenten
In het onderzoek zijn de volgende tekeningen en documenten als uitgangspunt gehanteerd: • • •
4.2
Verkeersgegevens zoals aangeleverd door verkeer en vervoer van de gemeente Utrecht Digitale ondergrond aangeleverd door de opdrachtgever Tekeningen nieuwbouwplan d.d. 26 januari 2009 aangeleverd door de opdrachtgever
Rekenmethode
Bij de berekening van de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer is gebruik gemaakt van Standaard Rekenmethode II (SRMII) op basis van de ministeriële Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Ten behoeve van de berekening van de geluidbelasting is een akoestisch rekenmodel opgesteld in Geonoise versie 5.43. In het rekenmodel is uitgegaan van de volgende rekenparameters: • Bodemfactor omgeving (Bf): 0,0 (harde bodem) • • •
Bodemfactor wegen: 0,0 (harde bodem) Zichthoek: 2 graden Maximaal aantal reflecties: 1
• •
Meteorologische correcties: standaard RMV2006 – SRM II Luchtdemping: standaard RMV2006 – SRM II
4.3
Waarneempunten
In het rekenmodel zijn ter plaatse van de bouwlocatie en de directe omgeving gebouwen gemodelleerd. Ter hoogte van de toekomstige gevels van geluidgevoelige bebouwing zijn waarneempunten opgenomen ter bepaling van de geluidbelasting. De geluidbelasting is op 1,5, 4,5, 7,5, 10,5 en 13,5 meter hoogte berekend. Deze hoogtes zijn representatief voor de begane grond en de verdiepingen van het nieuwbouwplan. In figuur 4.1 is het nieuwbouwplan met de bouwblokken en de waarneempunten opgenomen. De begane grond van bouwblok “g02” is geen geluidgevoelige ruimte in het kader van de Wgh (commerciële ruimte en entreehal) en dus ook niet meegenomen in de beoordeling.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
17\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Figuur 4.1 Nieuwbouwplan met bouwblokken en waarneempunten
4.4
Verkeersintensiteiten, wegdektype en snelheid
De verkeersgegevens zijn aangeleverd door de afdeling verkeer en vervoer van de gemeente Utrecht. In het onderzoek is de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer over de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef berekend. In tabel 4.1 tot en met 4.3 zijn de verkeersintensiteiten en de voertuigverdelingen in de klassen lichte motorvoertuigen, middelzware motorvoertuigen en zware motorvoertuigen opgenomen. In de verkeersintensiteiten is de verkeersaantrekkende werking van het nieuwbouwplan opgenomen.
18\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Tabel 4.1 Verkeersintensiteit Amazonedreef in 2020
Wegvak
Voertuigverdeling dag
Voertuigverdeling avond Voertuigverdeling nacht
Etmaalintensiteit Daguur
Avonduur
Nachtuur
[mvt/etm]
%
%
%
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
w01_OV_P-B
93
6,27
4,30
0,94
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w01_OV_B-P
93
6,27
4,30
0,94
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w01_OV_A-B
93
6,27
4,30
0,94
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w01_OV_A-B
93
6,27
4,30
0,94
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w01_ OV_B
186
6,27
4,30
0,94
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w01 P-B
250
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w01 I-A
1080
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w01 B-P
250
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w01 B-A
250
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w01 A-I
1080
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w01 A-B
250
6,83
3,25
0,63
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
LV = Lichte motorvoertuigen; MV = middelzware motorvoertuigen; ZV = zware motorvoertuigen OV = Openbaar vervoer P = Paranadreef B = Bussluis A = Argentiniëdreef I = Incadreef
Tabel 4.2 Verkeersintensiteit Paranadreef in 2020
Voertuigverdeling dag
Voertuigverdeling avond Voertuigverdeling nacht
Etmaalintensiteit Daguur
Avonduur
Nachtuur
Wegvak
[mvt/etm]
%
%
%
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
w02_OV_A-R
163
6,49
3,69
0,92
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w02_OV_R-A
163
6,49
3,69
0,92
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w02_OV_C-A
70
6,77
2,88
0,90
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w02_OV_A-C
70
6,77
2,88
0,90
--
100
--
--
100
--
--
100
--
w02 A-R
1956
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w02 R-A
2216
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w02 C-A
1956
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w02 A-C
2216
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
LV = Lichte motorvoertuigen; MV = middelzware motorvoertuigen; ZV = zware motorvoertuigen OV = Openbaar vervoer A = Amazonedreef R = Rotonde C = Carnegiedreef
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
19\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Tabel 4.3 Verkeersintensiteit Patagoniëdreef in 2020
Voertuigverdeling dag
Voertuigverdeling avond Voertuigverdeling nacht
Etmaalintensiteit Daguur Avonduur Nachtuur Wegvak
[mvt/etm]
%
%
%
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
LV
MV
ZV
w03_r
591
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
w03_l
591
6,42
4,00
0,88
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
98,0
1,5
0,5
LV = Lichte motorvoertuigen; MV = middelzware motorvoertuigen; ZV = zware motorvoertuigen r = Rechts l = Links
De maximale snelheid op de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef bedraagt 50 km/uur. Bij de berekeningen is uitgegaan van het type wegdek dicht asfalt beton (DAB).
20\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
5 Resultaten en beschouwing 5.1
Resultaten afzonderlijke wegen
In onderstaande tabellen 5.1, 5.2 en 5.3 zijn de resultaten van de geluidbelasting van de Amazonedreef, de Paranadreef en de Patagoniëdreef afzonderlijk weergegeven.
Tabel 5.1 Geluidbelasting Amazonedreef
Waarneempunt
Geluidbelasting inclusief aftrek artikel 110g [dB, Lden]
ho= 1,5 m
ho= 4,5 m
ho= 7,5 m
ho= 10,5 m
ho= 13,5 m
o01
50
50
50
50
49
o02
50
50
50
49
49
o03
--
50
50
49
49
o04
--
44
44
43
43
o05
--
37
37
37
37
o06
--
34
35
35
35
o07
--
24
24
24
25
o08
24
23
23
24
24
o09
23
22
21
22
22
o10
40
41
42
42
42
o11
40
42
42
42
42
o12
31
32
32
33
34
o13
28
29
29
30
31
o14
28
29
30
31
31
o15
26
28
29
29
29
o16
46
46
46
46
46
ho = Beoordelingshoogte -- = Geen geluidgevoelige ruimte op begane grond (beoordelingshoogte 1,5 meter)
Uit de berekeningsresultaten volgt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer van de Amazonedreef maximaal 50 dB Lden bedraagt. Op een aantal waarnemingspunten wordt de voorkeursgrenswaarde overschreden. Dit is grijs gemarkeerd in de tabel. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
21\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Tabel 5.2 Geluidbelasting Paranadreef
Waarneempunt
Geluidbelasting inclusief aftrek artikel 110g [dB, Lden]
ho= 1,5 m
ho= 4,5 m
ho= 7,5 m
ho= 10,5 m
ho= 13,5 m
o01
42
43
44
45
45
o02
49
50
51
51
51
o03
--
54
54
53
53
o04
--
58
57
57
57
o05
--
57
57
57
56
o06
--
57
57
57
56
o07
--
53
53
53
52
o08
48
50
50
50
50
o09
43
44
44
45
45
o10
34
33
33
34
35
o11
27
27
28
30
31
o12
27
28
28
29
32
o13
25
24
24
24
26
o14
31
30
30
31
33
o15
32
31
31
32
33
o16
32
32
32
32
33
ho = Beoordelingshoogte -- = Geen geluidgevoelige ruimte op begane grond (beoordelingshoogte 1,5 meter)
Uit de berekeningsresultaten volgt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer van de Paranadreef maximaal 58 dB Lden bedraagt. Op een aantal waarnemingspunten wordt de voorkeursgrenswaarde overschreden. Dit is grijs gemarkeerd in de tabel. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden.
22\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
Tabel 5.3 Geluidbelasting Patagoniëdreef
Waarneempunt
Geluidbelasting inclusief aftrek artikel 110g [dB, Lden]
ho= 1,5 m
ho= 4,5 m
ho= 7,5 m
ho= 10,5 m
ho= 13,5 m
o01
< 20
< 20
< 20
< 20
< 20
o02
< 20
< 20
< 20
< 20
< 20
o03
< 20
< 20
< 20
< 20
< 20
o04
--
38
38
39
39
o05
--
39
39
39
39
o06
--
43
43
43
42
o07
--
50
50
50
49
o08
50
50
50
50
50
o09
49
50
50
50
49
o10
35
37
38
39
39
o11
< 20
< 20
< 20
< 20
< 20
o12
< 20
< 20
< 20
< 20
< 20
o13
< 20
21
22
23
26
o14
30
30
30
30
31
o15
34
34
34
35
36
o16
35
36
37
37
37
ho = Beoordelingshoogte -- = Geen geluidgevoelige ruimte op begane grond (beoordelingshoogte 1,5 meter)
Uit de berekeningsresultaten volgt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer van de Patagoniëdreef maximaal 50 dB Lden bedraagt. Op een aantal waarnemingspunten wordt de voorkeursgrenswaarde overschreden. Dit is grijs gemarkeerd in de tabel. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden.
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
23\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
5.2
Cumulatieve geluidbelasting
In onderstaande tabel 5.4 zijn de resultaten van de cumulatieve geluidbelasting van bovenstaande wegen weergegeven.
Tabel 5.4 Cumulatieve geluidbelasting
Waarneempunt
Cumulatieve geluidbelasting excl. aftrek artikel 110g [dB, Lden]
ho= 1,5 m
ho= 4,5 m
ho= 7,5 m
ho= 10,5 m
ho= 13,5 m
o01
56
56
56
56
56
o02
58
58
58
58
58
o03
--
60
60
60
59
o04
--
63
63
62
62
o05
--
63
62
62
62
o06
--
62
62
62
61
o07
--
60
60
59
59
o08
57
58
58
58
58
o09
55
56
56
56
56
o10
47
48
49
49
49
o11
45
47
47
47
48
o12
38
38
39
39
41
o13
35
36
36
37
38
o14
39
39
40
40
42
o15
41
41
42
42
43
o16
52
52
52
52
52
ho = Beoordelingshoogte -- = Geen geluidgevoelige ruimte op begane grond (beoordelingshoogte 1,5 meter)
Uit de berekeningsresultaten volgt dat de cumulatieve geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de gevels aan de straatzijden (o01-o09) meer dan 53 dB Lden bedraagt. Dit betekent dat mogelijk aanvullende gevelmaatregelen aan deze gevels nodig zijn om een binnenniveau van 33 dB te waarborgen.
24\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
6 Conclusies en vervolg 6.1
Conclusies
De geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de gevels van het nieuwbouwproject aan de Amazonedreef 110 te Utrecht is berekend. Uit de berekeningsresultaten van de geluidbelasting van de afzonderlijke wegen blijkt dat op een aantal ontvangerpunten sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Een beschouwing van geluidreducerende bron- en overdrachtsmaatregelen is noodzakelijk, aangezien niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de Geluidnota van de gemeente Utrecht. Wanneer uit de beschouwing blijkt dat deze onvoldoende doeltreffend zijn, of deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard ontmoeten kan een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde worden vastgesteld door de gemeente. Op de gevels aan de straatzijden (o01-o09) bedraagt de cumulatieve geluidbelasting meer dan 53 dB Lden. Dit betekent dat mogelijk aanvullende gevelmaatregelen aan deze gevels nodig zijn om een binnenniveau van 33 dB te waarborgen.
6.2
Vervolg traject
Tauw kan voor u de noodzakelijke beschouwing naar bron- en overdrachtsmaatregelen uitvoeren. Wanneer hieruit blijkt dat hogere grenswaarden dienen te worden vastgesteld kan Tauw voor u de aanvraagprocedure bij de gemeente Utrecht voor deze hogere grenswaarde verzorgen. Daarnaast kan Tauw bij de aanvraag van de bouwvergunning een onderzoek naar de gevelwering van het bouwproject uitvoeren. Op basis hiervan wordt bepaald of er aanvullende gevelmaatregelen (bijvoorbeeld suskasten1 of zwaarder glas) nodig zijn om de in het Bouwbesluit gestelde eisen ten aanzien van de binnenwaarde te waarborgen.
1
Ventilatierooster met omkasting ten behoeve van natuurlijke ventilatie waarin geluid van buiten wordt geabsorbeerd, zodat zowel voldoende ventilatiecapaciteit alsook afdoende geluidwering wordt gerealiseerd
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
25\26
Concept
Kenmerk R003-4641958HDI-rvb-V01
26\26
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - Concept
Bijlage
1
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
Figuur 1 Regionale ligging van het nieuwbouwplan
Bijlage
2
Overzicht rekenmodel
Gebouw Ontvanger
Weg
-I 1 AI-A w001 w A B- B 1 Aw0 1 - B w0 _AA-B OVV_ 1__O w001 w
_r l 033_ ww0
0m
50 m
schaal = 1 : 2000
o10o09 o11 o16o15 o01 w
01 _
w w02 0w2 _ _0O 2 OV VA_ _C -CA -C A
oorsprong = 135450, 458550
02 w
g03
o08 o12
C
-A
1 O w1_0 w0
o07 g01 o06 o13 O o14 V_ B g02 o05 o02 w0 w1_0 o03 o04 O 1 VP_ -BP -B
w0 w w2_0 0w 2_0 O VA_O 22 V R_-RA AR--R A
-P -PB VB_
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Ligging objecten, bronnen en beoordelingspunten
LEGENDA
4641958 Tauw BV
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht - versie 1 - wegverkeerslawaai [P:\4641958\geluid\Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht\] , Geonoise V5.43
Bijlage
3
Invoergegevens rekenmodel
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Invoergegevens rekenmodel
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai Lijst van model eigenschappen Model eigenschap -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Omschrijving wegverkeerslawaai Verantwoordelijke hdi Rekenmethode RMW-2006 Modelgrenzen (135390,00, 458410,00) - (136020,00, 459060,00) Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met
hdi op 15-4-2009 hdi op 7-5-2009 Geonoise V5.43
Originele database Originele omschrijving Geïmporteerd door
Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing
Definitief Definitief verklaard door
Niet van toepassing Niet van toepassing
Standaard bodemfactor Zichthoek Maximum aantal reflecties Luchtdemping Luchtdemping [dB/km] Meteorologische correctie C0 waarde Detailniveau resultaten ontvangers Detailniveau resultaten grids Rekenoptimalisatie aan
0,00 2 1 Standard RMV-2006, SRM II 0,00; 0,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00 Standard RMV-2006, SRM II 3,50 Bronresultaten Groepsresultaten Nee
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:34:33
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Invoergegevens rekenmodel
4641958 Tauw BV
Model:wegverkeerslawaai Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. Oppervlak Cp Refl. 1k Omtrek Vorm -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------g03 Woongebouw Overvecht 15,00 0,00 Relatief 642,46 0 dB 0,80 131,85 Polygoon g02 Woongebouw Overvecht 15,00 0,00 Relatief 818,68 0 dB 0,80 125,17 Polygoon g01 Woongebouw Overvecht 15,00 0,00 Relatief 667,30 0 dB 0,80 132,41 Polygoon 12,00 0,00 Relatief 1028,20 0 dB 0,80 183,22 Rechthoek 30,00 0,00 Relatief 764,30 0 dB 0,80 166,72 Rechthoek
Geonoise V5.43
12,00 12,00 15,00 15,00 15,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1219,79 741,22 1091,41 169,88 345,63
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
225,32 131,11 190,57 53,28 85,86
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
12,00 6,00 3,00 3,00 12,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
438,00 323,32 684,55 395,30 461,48
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
83,80 78,43 131,55 83,48 99,42
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
12,00 12,00 12,00 6,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
312,88 234,30 293,64 3211,23 40,36
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
73,89 63,29 71,79 227,67 31,52
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
8,00 8,00 3,00 3,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1012,90 1538,50 61,04 61,47 79,20
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
127,31 158,16 37,26 45,74 41,41
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
3,00 6,00 4,00 4,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
55,57 121,11 227,80 416,86 340,64
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
33,24 45,62 79,87 84,92 84,97
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
30,00 6,00 12,00 30,00
0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief
2033,34 123,78 896,71 1246,38
0 0 0 0
dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80
334,57 46,36 180,13 250,41
Rechthoek Rechthoek Rechthoek Rechthoek
7-5-2009 14:35:05
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Invoergegevens rekenmodel
4641958 Tauw BV
Model:wegverkeerslawaai Groep:hoofdgroep Lijst van Ontvangers, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Maaiveld Hoogtedefinitie Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o01 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 10,50 13,50 -o02 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 10,50 13,50 -o03 0,00 Relatief 4,50 7,50 10,50 13,50 --o04 0,00 Relatief 4,50 7,50 10,50 13,50 --o05 0,00 Relatief 4,50 7,50 10,50 13,50 --o06 o07 o08 o09 o10
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
4,50 4,50 1,50 1,50 1,50
7,50 7,50 4,50 4,50 4,50
10,50 10,50 7,50 7,50 7,50
13,50 13,50 10,50 10,50 10,50
--13,50 13,50 13,50
------
o11 o12 o13 o14 o15
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
10,50 10,50 10,50 10,50 10,50
13,50 13,50 13,50 13,50 13,50
------
o16
0,00
Relatief
1,50
4,50
7,50
10,50
13,50
--
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:35:13
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Invoergegevens rekenmodel
4641958 Tauw BV
Model:wegverkeerslawaai Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hbron V(LV) V(MV) V(ZV) Intensiteit %Int.(D) %Int.(A) %Int.(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------w01 A-B Amazonedreef 0,75 50 50 50 250,00 6,83 3,25 0,63 98,00 98,00 98,00 1,50 1,50 1,50 0,50 0,50 w01 A-I Amazonedreef 0,75 50 50 50 1080,00 6,83 3,25 0,63 98,00 98,00 98,00 1,50 1,50 1,50 0,50 0,50 w01 B-A Amazonedreef 0,75 50 50 50 250,00 6,83 3,25 0,63 98,00 98,00 98,00 1,50 1,50 1,50 0,50 0,50 w01 B-P Amazonedreef 0,75 50 50 50 250,00 6,83 3,25 0,63 98,00 98,00 98,00 1,50 1,50 1,50 0,50 0,50 w01 I-A Amazonedreef 0,75 50 50 50 1080,00 6,83 3,25 0,63 98,00 98,00 98,00 1,50 1,50 1,50 0,50 0,50 w01 P-B w01_ OV_B w01_OV_A-B w01_OV_A-B w01_OV_B-P
Amazonedreef Amazonedreef Amazonedreef Amazonedreef Amazonedreef
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
250,00 186,00 93,00 93,00 93,00
6,83 6,27 6,27 6,27 6,27
3,25 4,30 4,30 4,30 4,30
0,63 0,94 0,94 0,94 0,94
98,00 -----
98,00 -----
98,00 -----
1,50 100,00 100,00 100,00 100,00
0,50 -----
0,50 -----
w01_OV_P-B w02 A-C w02 A-R w02 C-A w02 R-A
Amazonedreef Paranadreef Paranadreef Paranadreef Paranadreef
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
93,00 2216,00 1956,00 1956,00 2216,00
6,27 6,42 6,42 6,42 6,42
4,30 4,00 4,00 4,00 4,00
0,94 0,88 0,88 0,88 0,88
-98,00 98,00 98,00 98,00
-98,00 98,00 98,00 98,00
-- 100,00 100,00 100,00 98,00 1,50 1,50 1,50 98,00 1,50 1,50 1,50 98,00 1,50 1,50 1,50 98,00 1,50 1,50 1,50
-0,50 0,50 0,50 0,50
-0,50 0,50 0,50 0,50
w02_OV_A-C w02_OV_A-R w02_OV_C-A w02_OV_R-A w03_l
Paranadreef Paranadreef Paranadreef Paranadreef Patagoniedreef
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
70,00 163,00 70,00 163,00 591,00
6,77 6,49 6,77 6,49 6,42
2,88 3,69 2,88 3,69 4,00
0,90 0,92 0,90 0,92 0,88
----98,00
----98,00
----98,00
100,00 100,00 100,00 100,00 1,50
100,00 100,00 100,00 100,00 1,50
100,00 100,00 100,00 100,00 1,50
----0,50
----0,50
w03_r
Patagoniedreef
0,75
50
50
50
591,00
6,42
4,00
0,88
98,00
98,00
98,00
1,50
1,50
1,50
0,50
0,50
Geonoise V5.43
1,50 100,00 100,00 100,00 100,00
1,50 100,00 100,00 100,00 100,00
7-5-2009 14:35:19
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Invoergegevens rekenmodel
4641958 Tauw BV
Model:wegverkeerslawaai Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id %ZV(N) -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------w01 A-B 0,50 w01 A-I 0,50 w01 B-A 0,50 w01 B-P 0,50 w01 I-A 0,50 w01 P-B w01_ OV_B w01_OV_A-B w01_OV_A-B w01_OV_B-P
0,50 -----
w01_OV_P-B w02 A-C w02 A-R w02 C-A w02 R-A
-0,50 0,50 0,50 0,50
w02_OV_A-C w02_OV_A-R w02_OV_C-A w02_OV_R-A w03_l
----0,50
w03_r
0,50
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:35:19
Bijlage
4
Resultaten rekenmodel
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Amazonedreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Amazonedreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o01_A 1,5 49,1 46,9 40,2 50,1 o01_B 4,5 49,3 47,1 40,4 50,3 o01_C 7,5 49,0 46,8 40,0 49,9 o01_D 10,5 48,5 46,4 39,6 49,5 o01_E 13,5 48,1 45,9 39,1 49,0 o02_A o02_B o02_C o02_D o02_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
49,3 49,4 48,9 48,5 47,9
47,1 47,2 46,7 46,3 45,7
40,3 40,4 40,0 39,5 39,0
50,2 50,3 49,9 49,4 48,9
o03_A o03_B o03_C o03_D o04_A
4,5 7,5 10,5 13,5 4,5
49,2 48,8 48,3 47,7 43,0
47,0 46,5 46,0 45,4 40,7
40,2 39,8 39,2 38,6 33,9
50,1 49,7 49,2 48,6 43,8
o04_B o04_C o04_D o05_A o05_B
7,5 10,5 13,5 4,5 7,5
42,7 42,2 41,7 36,5 36,4
40,4 39,9 39,4 34,2 34,1
33,6 33,2 32,6 27,4 27,3
43,6 43,1 42,6 37,3 37,3
o05_C o05_D o06_A o06_B o06_C
10,5 13,5 4,5 7,5 10,5
36,3 36,1 33,5 33,9 34,0
34,0 33,7 31,2 31,6 31,8
27,2 27,0 24,4 24,8 25,0
37,1 36,9 34,3 34,7 34,9
o06_D o07_A o07_B o07_C o07_D
13,5 4,5 7,5 10,5 13,5
34,0 23,3 23,1 23,6 24,1
31,8 21,0 20,8 21,3 21,8
25,0 14,3 14,0 14,5 15,0
34,9 24,2 24,0 24,5 25,0
o08_A o08_B o08_C o08_D o08_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
23,4 22,6 22,3 22,8 23,3
21,1 20,3 20,0 20,5 21,0
14,3 13,5 13,2 13,7 14,3
24,2 23,4 23,2 23,7 24,2
o09_A o09_B o09_C o09_D
1,5 4,5 7,5 10,5
21,7 21,1 20,5 20,6
19,4 18,8 18,2 18,3
12,6 12,0 11,4 11,5
22,6 22,0 21,4 21,5
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:35:59
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Amazonedreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Amazonedreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o09_E 13,5 21,0 18,7 11,9 21,8 o10_A 1,5 38,9 36,5 29,7 39,7 o10_B 4,5 40,3 37,9 31,1 41,1 o10_C 7,5 40,8 38,4 31,6 41,6 o10_D 10,5 41,0 38,6 31,8 41,8 o10_E 13,5 41,0 38,6 31,8 41,8 o11_A o11_B o11_C o11_D o11_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
39,2 40,6 41,1 41,3 41,3
36,9 38,3 38,7 38,9 38,9
30,0 31,5 31,9 32,1 32,1
40,0 41,5 41,9 42,1 42,1
o12_A o12_B o12_C o12_D o12_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
30,5 30,8 31,5 32,2 32,8
28,2 28,4 29,0 29,8 30,4
21,3 21,6 22,2 22,9 23,5
31,3 31,6 32,2 33,0 33,6
o13_A o13_B o13_C o13_D o13_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
27,4 27,8 28,4 29,2 29,7
25,1 25,5 26,1 26,9 27,4
18,3 18,8 19,3 20,1 20,7
28,3 28,7 29,3 30,0 30,6
o14_A o14_B o14_C o14_D o14_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
27,2 28,1 29,0 29,8 30,0
24,9 25,8 26,7 27,5 27,7
18,1 19,0 19,9 20,7 20,9
28,1 29,0 29,9 30,7 30,9
o15_A o15_B o15_C o15_D o15_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
25,5 27,1 27,8 27,7 27,7
23,2 24,8 25,5 25,4 25,4
16,4 18,0 18,7 18,6 18,6
26,4 27,9 28,6 28,6 28,6
o16_A o16_B o16_C o16_D o16_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
45,2 45,7 45,7 45,5 45,3
42,8 43,3 43,3 43,1 42,8
36,0 36,5 36,5 36,3 36,0
46,0 46,5 46,5 46,3 46,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:35:59
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Paranadreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Paranadreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o01_A 1,5 40,7 38,6 32,1 41,8 o01_B 4,5 41,9 39,7 33,3 42,9 o01_C 7,5 42,9 40,7 34,3 44,0 o01_D 10,5 43,7 41,6 35,1 44,8 o01_E 13,5 44,2 42,1 35,6 45,3 o02_A o02_B o02_C o02_D o02_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
47,9 49,3 49,7 49,6 49,6
45,8 47,1 47,6 47,5 47,4
39,3 40,7 41,1 41,0 40,9
49,0 50,3 50,8 50,7 50,6
o03_A o03_B o03_C o03_D o04_A
4,5 7,5 10,5 13,5 4,5
52,6 52,6 52,4 52,1 56,6
50,4 50,4 50,2 49,9 54,4
44,0 44,0 43,8 43,5 47,9
53,7 53,6 53,4 53,1 57,6
o04_B o04_C o04_D o05_A o05_B
7,5 10,5 13,5 4,5 7,5
56,4 56,0 55,6 56,4 56,2
54,2 53,9 53,4 54,2 54,0
47,7 47,4 47,0 47,7 47,5
57,4 57,1 56,7 57,4 57,2
o05_C o05_D o06_A o06_B o06_C
10,5 13,5 4,5 7,5 10,5
55,8 55,4 56,2 56,0 55,6
53,6 53,2 54,0 53,8 53,4
47,2 46,7 47,5 47,4 47,0
56,9 56,4 57,2 57,0 56,7
o06_D o07_A o07_B o07_C o07_D
13,5 4,5 7,5 10,5 13,5
55,2 51,8 51,7 51,5 51,1
53,0 49,6 49,5 49,3 48,9
46,6 43,2 43,1 42,9 42,5
56,2 52,9 52,8 52,6 52,2
o08_A o08_B o08_C o08_D o08_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
47,3 48,5 48,7 48,8 48,8
45,1 46,3 46,5 46,6 46,6
38,7 39,9 40,1 40,1 40,1
48,4 49,6 49,8 49,8 49,8
o09_A o09_B o09_C o09_D
1,5 4,5 7,5 10,5
42,1 42,6 43,5 43,9
39,9 40,4 41,3 41,7
33,4 33,9 34,8 35,3
43,1 43,6 44,5 44,9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:19
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Paranadreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Paranadreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o09_E 13,5 44,1 41,9 35,4 45,1 o10_A 1,5 32,6 30,4 24,0 33,6 o10_B 4,5 32,3 30,1 23,6 33,3 o10_C 7,5 32,4 30,2 23,7 33,4 o10_D 10,5 33,0 30,9 24,4 34,1 o10_E 13,5 33,7 31,5 25,1 34,8 o11_A o11_B o11_C o11_D o11_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
26,2 26,2 27,3 28,6 30,1
24,1 24,0 25,1 26,4 27,9
17,6 17,6 18,6 20,0 21,5
27,3 27,3 28,3 29,6 31,2
o12_A o12_B o12_C o12_D o12_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
26,0 26,6 26,8 27,6 30,5
23,9 24,4 24,6 25,4 28,3
17,4 17,9 18,2 19,0 21,9
27,1 27,6 27,8 28,7 31,6
o13_A o13_B o13_C o13_D o13_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
23,8 23,2 22,7 23,4 24,7
21,6 21,0 20,5 21,2 22,6
15,2 14,6 14,1 14,8 16,1
24,9 24,3 23,8 24,4 25,8
o14_A o14_B o14_C o14_D o14_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
29,4 29,3 29,2 29,9 31,8
27,2 27,1 26,9 27,7 29,5
20,8 20,7 20,5 21,3 23,1
30,5 30,4 30,2 30,9 32,8
o15_A o15_B o15_C o15_D o15_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
30,7 30,2 30,4 31,2 32,3
28,5 28,0 28,2 29,0 30,1
22,1 21,6 21,7 22,6 23,7
31,8 31,2 31,4 32,3 33,4
o16_A o16_B o16_C o16_D o16_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
31,3 30,8 30,6 31,1 31,8
29,1 28,6 28,4 29,0 29,6
22,7 22,1 21,9 22,5 23,2
32,4 31,8 31,6 32,2 32,9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:19
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Patagoniedreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Patagoniedreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o01_A 1,5 9,4 7,3 0,7 10,5 o01_B 4,5 3,3 1,2 -5,4 4,4 o01_C 7,5 2,9 0,8 -5,8 4,0 o01_D 10,5 ----o01_E 13,5 ----o02_A o02_B o02_C o02_D o02_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
11,6 9,8 5,5 ---
9,6 7,8 3,5 ---
3,0 1,2 -3,1 ---
12,7 10,9 6,6 ---
o03_A o03_B o03_C o03_D o04_A
4,5 7,5 10,5 13,5 4,5
9,0 6,6 --36,4
6,9 4,5 --34,4
0,3 -2,1 --27,8
10,1 7,6 --37,5
o04_B o04_C o04_D o05_A o05_B
7,5 10,5 13,5 4,5 7,5
37,2 37,5 37,6 37,6 38,0
35,1 35,4 35,5 35,6 36,0
28,6 28,9 29,0 29,0 29,4
38,3 38,6 38,7 38,7 39,1
o05_C o05_D o06_A o06_B o06_C
10,5 13,5 4,5 7,5 10,5
38,1 38,0 42,2 42,1 41,5
36,0 36,0 40,2 40,0 39,5
29,4 29,4 33,6 33,4 32,9
39,2 39,1 43,3 43,1 42,6
o06_D o07_A o07_B o07_C o07_D
13,5 4,5 7,5 10,5 13,5
41,0 48,8 48,8 48,5 48,1
39,0 46,8 46,7 46,4 46,0
32,4 40,2 40,1 39,8 39,5
42,1 49,9 49,8 49,6 49,2
o08_A o08_B o08_C o08_D o08_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
48,9 49,3 49,3 49,0 48,7
46,9 47,3 47,2 47,0 46,6
40,3 40,7 40,7 40,4 40,1
50,0 50,4 50,4 50,1 49,8
o09_A o09_B o09_C o09_D
1,5 4,5 7,5 10,5
48,1 48,7 48,7 48,5
46,1 46,6 46,7 46,5
39,5 40,1 40,1 39,9
49,2 49,8 49,8 49,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:41
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Patagoniedreef
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van Groep Patagoniedreef op alle ontvangerpunten (inclusief groepsreducties) Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o09_E 13,5 48,2 46,2 39,6 49,3 o10_A 1,5 34,4 32,3 25,7 35,4 o10_B 4,5 35,6 33,6 27,0 36,7 o10_C 7,5 36,8 34,7 28,1 37,9 o10_D 10,5 37,6 35,6 29,0 38,7 o10_E 13,5 38,1 36,1 29,5 39,2 o11_A o11_B o11_C o11_D o11_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
13,9 14,8 15,9 16,6 17,5
11,8 12,7 13,8 14,6 15,5
5,3 6,1 7,2 8,0 8,9
15,0 15,9 17,0 17,7 18,6
o12_A o12_B o12_C o12_D o12_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
13,5 14,2 15,3 15,9 16,7
11,4 12,2 13,3 13,8 14,7
4,9 5,6 6,7 7,2 8,1
14,6 15,3 16,4 16,9 17,8
o13_A o13_B o13_C o13_D o13_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
18,6 19,9 21,0 22,3 24,9
16,6 17,9 18,9 20,3 22,8
10,0 11,3 12,3 13,7 16,3
19,7 21,0 22,1 23,4 26,0
o14_A o14_B o14_C o14_D o14_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
29,0 28,4 28,6 29,3 30,3
26,9 26,4 26,6 27,3 28,3
20,3 19,8 20,0 20,7 21,7
30,1 29,5 29,7 30,4 31,4
o15_A o15_B o15_C o15_D o15_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
32,7 32,4 33,1 33,8 34,5
30,6 30,4 31,0 31,8 32,4
24,0 23,8 24,4 25,2 25,8
33,7 33,5 34,1 34,9 35,6
o16_A o16_B o16_C o16_D o16_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
34,1 34,7 35,4 35,8 36,1
32,1 32,6 33,4 33,7 34,0
25,5 26,0 26,8 27,2 27,4
35,2 35,7 36,5 36,9 37,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:41
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Cumulatieve geluidbelasting
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van hoofdgroep op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o01_A 1,5 54,7 52,5 45,8 55,7 o01_B 4,5 55,0 52,9 46,2 56,0 o01_C 7,5 54,9 52,8 46,1 55,9 o01_D 10,5 54,8 52,6 45,9 55,8 o01_E 13,5 54,6 52,4 45,7 55,5 o02_A o02_B o02_C o02_D o02_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
56,7 57,3 57,4 57,1 56,8
54,5 55,2 55,2 54,9 54,7
47,8 48,6 48,6 48,3 48,1
57,7 58,3 58,4 58,1 57,8
o03_A o03_B o03_C o03_D o04_A
4,5 7,5 10,5 13,5 4,5
59,2 59,1 58,8 58,4 61,8
57,0 56,9 56,6 56,2 59,6
50,5 50,4 50,1 49,7 53,1
60,3 60,1 59,8 59,4 62,8
o04_B o04_C o04_D o05_A o05_B
7,5 10,5 13,5 4,5 7,5
61,6 61,3 60,9 61,5 61,3
59,4 59,1 58,7 59,3 59,1
53,0 52,6 52,2 52,8 52,6
62,7 62,3 61,9 62,5 62,3
o05_C o05_D o06_A o06_B o06_C
10,5 13,5 4,5 7,5 10,5
60,9 60,5 61,4 61,2 60,8
58,7 58,3 59,2 59,0 58,6
52,3 51,9 52,7 52,6 52,2
62,0 61,6 62,4 62,2 61,9
o06_D o07_A o07_B o07_C o07_D
13,5 4,5 7,5 10,5 13,5
60,4 58,6 58,5 58,3 57,9
58,2 56,4 56,4 56,1 55,7
51,7 49,9 49,9 49,6 49,3
61,4 59,6 59,6 59,3 59,0
o08_A o08_B o08_C o08_D o08_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
56,2 57,0 57,0 56,9 56,7
54,1 54,9 54,9 54,8 54,6
47,6 48,3 48,4 48,3 48,1
57,3 58,1 58,1 58,0 57,8
o09_A o09_B o09_C o09_D
1,5 4,5 7,5 10,5
54,1 54,7 54,8 54,8
52,0 52,6 52,8 52,7
45,5 46,0 46,2 46,2
55,2 55,7 55,9 55,9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:54
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Amazonedreef 110 te Utrecht Resultaten rekenmodel - Cumulatieve geluidbelasting
4641958 Tauw BV
Model: wegverkeerslawaai - versie 1 - Nieuwbouwplan Amazonedreef 110 te Utrecht Bijdrage van hoofdgroep op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------o09_E 13,5 54,7 52,6 46,0 55,7 o10_A 1,5 45,9 43,6 36,9 46,8 o10_B 4,5 47,1 44,8 38,1 48,0 o10_C 7,5 47,7 45,4 38,7 48,6 o10_D 10,5 48,1 45,8 39,1 49,0 o10_E 13,5 48,3 46,0 39,3 49,2 o11_A o11_B o11_C o11_D o11_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
44,5 45,8 46,3 46,5 46,6
42,1 43,4 43,9 44,1 44,3
35,3 36,6 37,1 37,3 37,5
45,3 46,6 47,1 47,3 47,5
o12_A o12_B o12_C o12_D o12_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
36,9 37,3 37,8 38,6 39,9
34,6 34,9 35,5 36,2 37,5
27,9 28,2 28,7 29,5 30,9
37,8 38,2 38,7 39,4 40,8
o13_A o13_B o13_C o13_D o13_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
34,4 34,6 35,0 35,8 36,9
32,1 32,4 32,8 33,6 34,7
25,5 25,7 26,1 26,9 28,0
35,3 35,6 35,9 36,8 37,9
o14_A o14_B o14_C o14_D o14_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
38,4 38,4 38,7 39,5 40,5
36,2 36,2 36,5 37,3 38,4
29,7 29,7 29,9 30,7 31,8
39,4 39,4 39,7 40,5 41,6
o15_A o15_B o15_C o15_D o15_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
40,3 40,2 40,7 41,4 42,1
38,2 38,1 38,6 39,2 39,9
31,6 31,5 32,0 32,7 33,4
41,3 41,2 41,7 42,4 43,1
o16_A o16_B o16_C o16_D o16_E
1,5 4,5 7,5 10,5 13,5
50,7 51,2 51,2 51,1 50,9
48,3 48,8 48,9 48,7 48,6
41,6 42,0 42,1 42,0 41,8
51,5 52,0 52,1 51,9 51,8
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
7-5-2009 14:36:54
Bijlage 7
Watertoets
StadsOntwikkeling
Watertoets appartementencomplex Amazonedreef te Utrecht
Watertoetsnotitie
21 januari 2010
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
Verantwoording Titel
Amazonedreef te Utrecht
Opdrachtgever Projectleider
Witkamp Projectontwikkeling B.V. Maurits van Brenk
Auteur(s)
Maarten Jol en Maurits van Brenk
Projectnummer
4641958
Aantal pagina's
20 (exclusief bijlagen)
Datum
21 januari 2010 Ontbreekt in verband met digitale versie. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.
Handtekening
Colofon Tauw bv afdeling Water Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht Telefoon (030) 282 48 24 Fax (030) 288 94 84
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Watertoets notitie
3\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
4\19
Watertoets notiteWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1 1.1
Inleiding.......................................................................................................................... 7
1.2
Watertoets-procedure...................................................................................................... 7
1.3
Leeswijzer ....................................................................................................................... 7
2
Huidige situatie.............................................................................................................. 9
2.1 2.2
Algemeen ........................................................................................................................ 9 Riolering ........................................................................................................................ 10
2.3
Oppervlaktewater .......................................................................................................... 10
2.4 2.5
Grondwater.................................................................................................................... 10 Bodemverontreiniging ................................................................................................... 10
3
Beleid............................................................................................................................ 11
3.1
Nationaal beleid............................................................................................................. 11
3.2
Waterhuishoudingsplan 2005 – 2010, provincie Utrecht............................................... 11
3.3 3.4
Waterbeheersplan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR)................... 11 Waterplan Utrecht ......................................................................................................... 11
3.5
GRP Utrecht 2007-2010 ................................................................................................ 12
4
Wateraspecten ............................................................................................................. 13
4.1
Voorgenomen plan ........................................................................................................ 13
4.2 4.2.1
Watertoetscriteria .......................................................................................................... 14 Riolering ........................................................................................................................ 14
4.2.2
Grondwater.................................................................................................................... 15
4.2.3
Waterkwaliteit ................................................................................................................ 15
5
Wateradvies ................................................................................................................. 17
5.1 5.2
Overleg met HDSR........................................................................................................ 17 Overleg met de gemeente Utrecht ................................................................................ 17
6
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................... 19
6.1
Huishoudelijk afvalwater................................................................................................ 19
6.2
Verwerking hemelwater ................................................................................................. 19
Inleiding ........................................................................................................................... 7
Watertoets notitie
5\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
6.3
Waterkwaliteit ................................................................................................................ 19
6.4
Grondwater.................................................................................................................... 19
6.5
Vervolg proces .............................................................................................................. 19
Bijlage(n) 1. Uitsnede gemeentelijk rioolstelsel, gemeente Utrecht
2. Stijghoogtelijn grondwaterputten DINO-loket 3. Tekening en veldmetingen doorlatendheidsproeven
6\19
Watertoets notiteWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
1 Inleiding 1.1
Inleiding
Witkamp Projectontwikkeling B.V. is voornemens om op het terrein van het ROC midden Nederland een appartementencomplex te realiseren. Het betreft een complex met 103 woningen. Het naastgelegen parkeerterrein wordt ook aangepast. De aanpassing van het parkeerterrein valt buiten de watertoets. Het totale plangebied is circa 3900 m² groot. Voor deze ontwikkeling is een bestemmingsplanwijziging nodig. Tauw heeft opdracht gekregen om voor deze ontwikkeling verschillende onderzoeken uit te voeren. Deze zijn noodzakelijk voor het doorlopen van verschillende procedures en het aanvragen van vergunningen. In de ruimtelijke onderbouwing moet onder meer aandacht geschonken worden aan water. Dit document is een uitwerking van de doorlopen watertoets. Het bevat een gebiedsbeschrijving, beschrijving van het beleid, voorgenomen ontwikkeling en de effecten het watersysteem. Verder is overleg geweest met het Waterschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeente Utrecht, wat resulteert in een wateradvies over de relevante watertoetscriteria1.
1.2
Watertoets-procedure
Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is de initiatiefnemer verplicht om een watertoets uit te voeren. De watertoets is een procedure waarin de waterbeheerder en initiatiefnemer gezamenlijk de uitgangspunten en richtlijnen opstellen voor het watersysteem. In het kader van de watertoetsprocedure is er telefonisch overleg geweest met het waterschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeente Utrecht.
1.3
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie en werking van het watersysteem en bodemopbouw. In hoofdstuk 3 komt het vigerende waterbeleid aan de orde. Het voorgenomen plan, de effecten daarvan op het watersysteem en de benodigde maatregelen komen in hoofdstuk 4 aan bod. De (informele) reactie van de waterbeheerders zijn in hoofdstuk 5 beschreven en hoofdstuk 6 geeft de conclusies en aanbevelingen.
1
RIZA, Handreiking Watertoets 2, Den Haag/
Watertoets notiteWatertoets notitie
7\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
8\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
2 Huidige situatie 2.1
Algemeen
Het plangebied ligt in het noorden van Utrecht, in de wijk Overvecht. De wijk wordt gekenmerkt door relatief veel hoogbouw met daartussen groene structuren. In de directe omgeving van het plangebied is zeer veel verhard oppervlak aanwezig in de vorm van bebouwing, parkeerterreinen, en winkelfuncties. Alleen aan de noordwestgrens van het plangebied ligt een brede strook openbaar groen in de vorm van grasveld met bomen. De hoogte van het omliggende terrein bedraagt circa 1,70 m+NAP2.
Figuur 2.1 Luchtfoto van het toekomstige apartementencomplex (rood omlijnd) en omgeving
2
www.ahn.nl
Watertoets notiteWatertoets notitie
9\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
Het bestaande gebouw is momenteel in gebruik als school van het ROC Midden-Nederland. De rest van het terrein is in gebruik als tuin en basketbalveld. De oppervlakteverdeling tussen verhard en onverhard oppervlak is weergegeven in tabel 2.1. Tabel 2.1 verdeling oppervlakte plangebied (m²) Totaal oppervlak
Schoolgebouw
Basketbalveld
Tuin
3900
1060
840
2000
2.2
Riolering
Het huidige rioolsysteem in en rondom het plangebied is gemengd. Dit betekent dat zowel regenwater als huishoudelijk afvalwater in één buis wordt verzameld en afgevoerd richting de RWZI. Een uitsnede van het rioolsysteem is te vinden in bijlage 1.
2.3
Oppervlaktewater
In de directe nabijheid bevindt zich geen oppervlaktewater. Op een afstand van circa 300 meter liggen een uitloper van de Vecht (0.40 m-NAP) en watergangen van sportvelden aan de zuidwestzijde van het plangebied.
2.4
Grondwater
Tijdens het veldwerk op 28 april 2009 is een grondwaterstand van 2.3 m-mv gemeten. Dit komt overeen met circa 0.6 m-NAP. Via het Dinoloket opgevraagde gegevens, geven een grondwaterstand die over het algemeen fluctueert tussen -0,40 NAP en -0,60 NAP. (boring nr B31H0757 en B31H0797) Zie bijlage 2. Uit uitgevoerde doorlatendheidsproeven op de toekomstige locatie van het binnenterrein blijkt de doorlatendheid van de bodem te variëren tussen de 6 en 16 m/dag te zijn. In combinatie met de lage grondwaterstand geeft dit prima mogelijkheden voor infiltratie. De uitkomsten van de doorlatendheidsmetingen zijn opgenomen in bijlage 3. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingszone.
2.5
Bodemverontreiniging
Uit het nader bodemonderzoek is gebleken dat de bovengrond licht tot matig verontreinigd is met zink. Plaatselijk komen twee spots voor welke sterk verontreinigd zijn met zink. Hierop rust een saneringsverplichting in het kader van de Wbb bij wijziging van de bestemming, zoals gepland.
10\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
3 Beleid 3.1
Nationaal beleid
Het nationale waterbeleid is verwoord in de nota Waterbeheer 21ste eeuw. (WB21). De nota is opgenomen in opgenomen in het beleid van de provincies en de waterschappen. Daarom wordt WB21 in deze notitie niet apart toegelicht.
3.2
Waterhuishoudingsplan 2005 – 2010, provincie Utrecht
Hoofdlijnen van het waterbeleid voor stedelijk gebied zijn: Een geschikte grondwaterstand voor bebouwing en infrastructuur om zakking te voorkomen en om droge voeten te houden (GGOR) Verbetering van de belevingswaarde en de recreatieve waarde van het watersysteem Streven naar een afkoppelingspercentage van 20% in 2020 in een gemiddelde situatie in bestaande wijken Het streven naar zoveel mogelijk toepassingen van de trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ Voldoen aan de ecologische normdoelstellingen van minimaal het laagste niveau in bestaande wijken
3.3
Waterbeheersplan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR)
Het waterbeheersplan van HDSR bevat 6 hoofddoelstellingen, waarmee men streeft naar robuuste en meer zelfvoorzienende en veerkrachtige watersystemen: Het garanderen van het gewenste veiligheidsniveau tegen overstromingen en wateroverlast Het realiseren van een goede waterkwaliteit Het herstellen of behouden van de ecohydrologische variatie binnen het plangebied Het realiseren van goede gebruiksmogelijkheden van het plangebied voor verschillende maatschappelijke functies Het tegengaan van bodemdaling
3.4
Het behouden of versterken van de landschappelijke betekenis van water
Waterplan Utrecht
In het waterplan van de gemeente Utrecht zijn een tiental ambities m.b.t. het water in de gemeente opgenomen. Deze ambities zijn gebaseerd op principes als: ‘Samenwerken met water’, ‘Vasthouden, bergen afvoeren’ en het gelijk blijven of verbeteren van de waterkwaliteit: Diffuse verontreinigingen van water is in 2030 vergaand teruggebracht Alle puntbronnen zijn in 2030 bekend en grotendeels gesaneerd
Schoon en verontreinigd hemel-, grond- en oppervlaktewater zijn in 2030 gescheiden Utrecht kan in 2030 meer hemelwater verwerken De stad bezorgt stroomafwaartse gebieden geen wateroverlast
Watertoets notiteWatertoets notitie
11\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
3.5
GRP Utrecht 2007-2010
In het GRP is ondermeer de doelstelling geformuleerd om de RWZI zo min mogelijk te belasten met schoon hemelwater. Bij inbreidingslocaties is het uitgangspunt om hemelwater lokaal te verwerken en niet af te voeren naar de RWZI. Het streven is om al het verharde oppervlak af te koppelen. In de nabijheid van oppervlaktewater of bij een goed doorlatende bodem is dit goed mogelijk. De minimale eis bij inbreidingsplannen is dat het aangesloten verharde oppervalk niet toeneemt ten opzichte van het huidige verharde oppervlak. Dat betekent dat al het hemelwater afkomstig van het toegenomen verhard oppervlak niet wordt aangesloten en lokaal wordt verwerkt. Als de infiltratievoorziening een noodoverloop krijgt op het gemengde stelsel dient het volume van de infiltratievoorziening te voldoen aan de compensatie-eis van 300m³/extra hectare verhard oppervlak. Daarnaast wordt het gebruik van uitlogende materialen sterk ontmoedigd, om vervuiling van het oppervlaktewater of de bodem te voorkomen.
12\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
4 Wateraspecten 4.1
Voorgenomen plan
Op de locatie van de school wordt een appartementencomplex gerealiseerd. In de nieuwe situatie neemt het verharde oppervlak met 2000 m² toe. In de toekomstige situatie is de hoeveelheid onverhard oppervlak nihil. In tabel 4.1 is de verandering in (on)verharde oppervlakken weergegeven.
Figuur 4.1, impressie zuidoost en zuidwestgevel, bron: SO, Kokon Architectuur en stedenbouw, jan 2009
Het parkeerterrein tegen de noordoostzijde van het plangebied wordt opnieuw ingericht, maar blijft buiten deze watertoets. Het verharde oppervlak van de parkeerplaats blijft overigens gelijk. Omdat de herinrichting van de parkeerplaats (zie luchtfoto op figuur 2.1) wel gelijk wordt aangepakt met de ontwikkeling van het appartementencomplex wordt wel gewezen op het grijpen van kansen. Het appartementencomplex krijgt een U-vorm en zal op het binnenterrein bestaan uit een parkeerterrein. Hier komt een half verdiepte parkeerplaats van circa 0,5 meter onder maaiveld. Tabel 4.1, overzicht van (on)verhard oppervlak en toe/afname Bestaande situatie (m²)
Nieuwe situatie (m²)
Toe/afname (m²)
Bebouwd oppervlak
1060
2710
+ 1650
Verhard oppervlak
840
1190
+ 350
Onverhard terrein
2000
0
- 2000
Totaal
3900
3900
Watertoets notiteWatertoets notitie
13\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
4.2
Watertoetscriteria
De volgende aspecten van de watertoets zijn relevant voor dit plan. Per criterium worden effecten en oplossingsrichtingen gegeven, die het uitgangspunt vormen voor de nadere uitwerking van riolering en waterhuishouding binnen dit plan. 4.2.1
Riolering
Droogweerafvoer (DWA) Het omliggende rioleringsysteem is een gemengd stelsel. Het huishoudelijke water van het appartementencomplex wordt aangekoppeld op het bestaande gemengde stelsel. In bijlage 1 is het bestaande rioolstelsel weergegeven. Hemelwaterafvoer (HWA) Het verhard oppervlak zal in de nieuwe situatie zal toenemen met 2000m². Dat is een toename van circa 100%. Met name het bebouwde oppervlak neemt sterk toe (zie tabel 4.1). Het gemeentelijke beleid streeft ernaar om al het hemelwater niet aan te koppelen op de riolering. De minimale vereiste vanuit het gemeentelijk beleid is dat de toename van het verharde oppervlak mag niet op het gemeentelijk stelsel mag worden aangesloten, maar op een andere wijze verwerkt moet worden. De bodemeigenschappen (K-waarde van 6 tot 16m/d en grondwaterstand van circa 2.3m-mv) zijn zeer geschikt voor infiltratie. Hemelwater afkomstig van het extra verhard oppervlak kan daarom met infiltratie van hemelwater verwerkt worden. Er is geen onverhard gebied in eigendom waar water kan worden geïnfiltreerd. Tauw adviseert daarom om een infiltratievoorziening aan te leggen onder het binnenterrein. Dit kan met verschillende technieken. Tijdens de verdere uitwerking van de waterhuishouding kan hierin een keuze worden gemaakt op basis van kosten, infiltratiecapaciteit en beheeraspecten. Tauw adviseert om een nooduitlaat toe te passen die wordt aangesloten op het gemengde stelsel en daarmee is de compensatie-eis van 300m³ per extra ha verhard oppervlak (60m³). Aandachtspunt hierbij is dat door deze overloop er geen vervuild rioolwater de infiltratievoorziening in kan stromen. Dit kan door een terugslagklep (onderhoudsintensief) of een voorziening die het water dicht aan het maaiveld op een straatkolk loost. Dit moet bij de nadere uitwerking met dhr. M. Rijsdijk van de gemeente Utrecht worden afgestemd. Bij eventuele rioolrenovatie in de toekomst dient de noodoverloop op de HWA-leiding te worden aangesloten. Zoals genoemd verdient het aanbeveling om al het hemelwater te infiltreren in de bodem. De minimale vereiste is geldt dat de verhardingstoename wordt geïnfiltreerd (2000m²). Bij het opnieuw inrichten van het parkeerterrein vlak naast het plangebied kan met het toepassen van waterdoorlatende verharding in combinatie met andere infiltratie voorziening een aanzienlijke bijdrage worden geleverd aan het afkoppelen van verhard oppervlak. Hierover zullen de
14\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
gemeente Utrecht en Witkamp Projectontwikkeling B.V. in overleg moeten treden en valt buiten deze watertoets. 4.2.2 Grondwater De grondwaterstand zal met het toepassen van infiltratie licht stijgen. Aandachtspunt is dat deze niet de minimum droogleggingeis van 0.70 meter onder maaiveld overschrijdt. Gezien de doorlatendheid van de bodem en de huidige grondwaterstand worden hier geen problemen verwacht. De verlaagde parkeerplaatsen (0.5m-mv) in het midden van het binnenterrein moeten een voorziening krijgen dat water op het diepste punt wordt afgevoerd. Ook dit kan worden aangesloten op de infiltratievoorziening. 4.2.3 Waterkwaliteit Er mogen geen uitloogbare materialen worden niet toegepast. Deze materialen kunnen diffuse verontreiniging veroorzaken en daarmee de bodem en het grondwater vervuilen. Bij het toepassen van waterdoorlatende verharding wordt het water in de onderliggende fundering gefilterd. De afwateringsvoorziening in de verlaagde parkeerplaatsen moet een filterende voorziening hebben om olie-, vet en rubberresten van geparkeerde auto’s af te vangen. Dakwater is schoon en mag daarom ongezuiverd geïnfiltreerd worden.
Watertoets notiteWatertoets notitie
15\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
16\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
5 Wateradvies In het kader van de watertoets is afstemming nodig met de waterbeheerders over de voorgenomen maatregelen. Onderstaande reacties zijn opgenomen in de notitie.
5.1
Overleg met HDSR
In een telefonisch overleg met de heer G. Boelhouwer is aangegeven dat de aspecten in dit plan met name betrekking hebben op de gemeentelijke waterthema’s.
5.2
Overleg met de gemeente Utrecht
Er is op 13 mei 2009 telefonisch contact geweest over het plan met de heer M. Rijsdijk. Daarin is aangegeven dat de nota Afkoppelkansen Utrecht dient te worden opgenomen in hoofdstuk 3. Aandachtspunt bij de uitwerking van de infiltratievoorziening is dat er geen vervuild water vanuit het gemeentelijk stelsel in de voorziening kan lopen. Een terugslagklep is onderhoudsintensief, daarom wordt er ook wel een oplossing toegepast waarbij overtollig water via het maaiveld op een straatkolk loost. Dit zal in de uitwerking verder moeten worden uitgewerkt in overleg met de gemeente. Op 13 januari 2010 is telefonisch besproken dat er explicieter wordt aangegeven dat het gemeentelijk beleid is om bij inbreidingslocaties zoveel mogelijk hemelwater lokaal te verwerken en niet aan te sluiten op de riolering. In het hoofdstuk 3, Beleid zijn de relevante beleidsdoelen van het GRP 2007-2010 beschreven.
Watertoets notiteWatertoets notitie
17\19
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
18\19
Watertoets notitieWatertoets notitie
Kenmerk R001-4641958JCO-kmi-V01-NL
6 Conclusies en aanbevelingen 6.1
Huishoudelijk afvalwater
De DWA-afvoer wordt via de bestaande huisaansluiting op het gemengde stelsel aangesloten.
6.2
Verwerking hemelwater
Het toegenomen verharde oppervlak (2000m²) mag niet op het gemengde rioolstelsel aangesloten worden, maar op een andere wijze worden verwerkt. De bodemeigenschappen zijn geschikt voor de infiltratie van hemelwater. Door het toepassen van infiltratiekratten is hiervoor geen aparte ruimte op het binnenterrein nodig. Mogelijk kan ook de verharding waterdoorlatend worden uitgevoerd. Uitgangspunt is al het hemelwater te infiltreren en niet aan te sluiten op de riolering, zodat het stelsel en RWZI minder worden belast. De minimumeis voor het infiltreren van hemelwater is 2000m². Dit is het extra verharde oppervlak na ontwikkeling. Bij het gebruik van een noodoverloop op de riolering dient de infiltratievoorziening een volume hebben van 60m³ (compensatie-eis van het GRP bedraagt 300m³/ha extra verhard opp.) De noodoverloop die wordt aangesloten op het gemengde stelsel mag geen vervuild water vanuit het riool doorlaten naar de infiltratie. In paragraaf 4.2.1 is dit benoemd.
6.3
Waterkwaliteit
Afstromend hemelwater dient te worden gefilterd van olie- en vetresten van auto's voordat het de infiltratievoorziening instroomt. Bij waterdoorlatende verharding gebeurt dit in de fundering. Bij kolken en goten (bij het binnenterrein en de verdiepte parkeerplaatsen (0.5m-mv)) moet een voorziening komen voor de filtering. Er mogen geen uitlogende materialen worden gebruikt, omdat deze stoffen diffuse verontreiniging veroorzaken.
6.4
Grondwater
Er worden geen problemen verwacht voor de minimale droogleggingeis van 0.7 m als gevolg van het infiltreren van hemelwater. In de verdere uitwerking van de waterhuishouding zal dit verder aangetoond moeten worden.
6.5
Vervolg proces
Bij de verdere uitwerking van de waterhuishouding dient de gemeente betrokken te blijven.
Watertoets notiteWatertoets notitie
19\19
Bijlage
1
Uitsnede gemeentelijk rioolstelsel, gemeente Utrecht
Bijlage
2
Stijghoogtelijn grondwaterputten DINO-loket
Boringnummer B31H757
Boringnummer B31H797
Bijlage
3
Tekening en veldmetingen doorlatendheidsproeven
Bijlage 8 Quickscan flora en fauna
StadsOntwikkeling
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Ecologisch onderzoek naar beschermde natuurwaarden
18 juni 2009
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Verantwoording
Opdrachtgever
Quickscan Amazonedreef, Utrecht Witkamp Projectontwikkeling B.V.
Projectleider
Frank Druijff
Auteur(s) Uitvoering veldwerk
Lotte Schouten, Marlou Scheltes Lotte Schouten, Marlou Scheltes
Projectnummer
4641958
Aantal pagina's
23 (exclusief bijlagen) 18 juni 2009
Titel
Datum Handtekening
Colofon Tauw bv afdeling Bedrijven Bodem Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht Telefoon (030) 282 48 24 Fax (030) 288 94 84
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
3\22
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
4\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1
Inleiding.......................................................................................................................... 7
1.1 1.2
Aanleiding en doel ........................................................................................................... 7 Natuurbeschermingswetgeving ....................................................................................... 7
1.3
Methode .......................................................................................................................... 8
2
Locatie, ontwikkeling en soorten................................................................................. 9
2.1
Situatie ............................................................................................................................ 9
2.2 2.3
Beoogde ontwikkeling ................................................................................................... 11 Verwachte natuurwaarden ............................................................................................ 11
2.3.1
Flora .............................................................................................................................. 12
2.3.2 2.3.3
Grondgebonden zoogdieren.......................................................................................... 12 Vleermuizen .................................................................................................................. 12
2.3.4
Vogels ........................................................................................................................... 13
2.3.5 2.3.6
Amfibieën en reptielen................................................................................................... 13 Vissen............................................................................................................................ 14
2.3.7
Ongewervelde soorten .................................................................................................. 14
2.4
Samenvatting verwachte tabel 2/3 ................................................................................ 14
3
Toetsing Flora- en faunawet....................................................................................... 15
3.1 3.2
Inleiding ......................................................................................................................... 15 Effecten ......................................................................................................................... 15
3.3
Toetsing aanwezige soorten ......................................................................................... 16
3.4
Conclusie toetsing Flora- en faunawet .......................................................................... 16
4
Conclusies ................................................................................................................... 19
5
Literatuur...................................................................................................................... 21
Bijlage(n) 1. Overzichtskaart
2. Toelichting natuurbeschermingswetgeving
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
5\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
6\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat achtergrondinformatie over voorgenomen nieuwbouw werkzaamheden aan de Amazonedreef te Utrecht. Tevens worden de natuurbeschermingswetgeving en wijze van toetsing hieraan besproken.
1.1
Aanleiding en doel
In opdracht van Witkamp Projectontwikkeling B.V. heeft Tauw onderzoek gedaan naar de consequenties van natuurwetgeving voor de voorgenomen sloop en nieuwbouw aan de Amazonedreef te Utrecht. De beoogde ontwikkeling is nader beschreven in hoofdstuk 2. Bij ruimtelijke ingrepen en plannen dient onderbouwd te worden of het voornemen ‘redelijkerwijs uitvoerbaar’ is. Een inschatting van eventuele belemmeringen op het gebied van natuurbescherming is hier onderdeel van. Reeds tijdens de planvorming dient daarom inzichtelijk te worden gemaakt of er mogelijk sprake is van effecten waarvoor een ontheffingsplicht geldt en of het aannemelijk is dat deze verkregen wordt. In deze rapportage wordt daarom antwoord gegeven op de vragen: 1. Welke natuurbeschermingswetgeving is van belang? 2. In hoeverre is de beoogde ontwikkeling (mogelijk) strijdig met deze wetgeving? 3. Welke consequenties zijn daar aan verbonden? 4. Wat betekent dit voor de verdere planvorming en uitvoering?
1.2
Natuurbeschermingswetgeving
De huidige natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in soortbescherming en gebiedsbescherming. Soortbescherming wordt gewaarborgd door de Flora- en faunawet. Deze wet beschermt inheemse dier- en plantensoorten waarbij onderscheid wordt gemaakt in verschillende beschermingscategorieën. Voor alle activiteiten met een mogelijk effect op beschermde dier- en plantensoorten is toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Gebiedsbescherming wordt gewaarborgd door de Natuurbeschermingswet 1998. Deze wet beschermt Natura 2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten. Voor activiteiten met een mogelijk effect op deze gebieden is toetsing aan de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk. Het plangebied grenst niet aan een Natura 2000-gebied en ligt tevens niet in de nabijheid van een dergelijk beschermd natuurgebied.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
7\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is ‘Oostelijke Vechtplassen’, op een afstand van circa 3 kilometer. De toetsing van de ingreep aan de Natuurbeschermingswet 1998 is hierdoor niet noodzakelijk. De planologische bescherming van gebieden aangemerkt als Ecologische Hoofdstructuur vindt primair plaats bij ruimtelijke procedures en andere vergunningaanvragen. Het plangebied grenst niet direct aan en ligt niet in een gebied dat is aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. Op een afstand van ongeveer 1 kilometer ligt wel de Ecologische Verbindingszone 8 ‘Vecht’ (EVZ 8). [Ministerie van LNV, VROM en de provincies, 2007] Gezien de aard van de werkzaamheden en de afstand tot deze EVZ, worden negatieve effecten niet verwacht. Derhalve vindt geen toetsing aan de EHS plaats. Een uitgebreide beschrijving met betrekking tot natuurbeschermingswetgeving is opgenomen in bijlage 2. Samengevat is, in het kader van de natuurbeschermingswetgeving, voor de beoogde ontwikkeling alleen de Flora- en faunawet van toepassing.
1.3
Methode
De mogelijke aanwezigheid van beschermde planten- en/of diersoorten is in eerste instantie bepaald aan de hand van de volgende gegevens. • Een oriënterend veldbezoek op 16 maart 2009 • Regionale en landelijke verspreidingsatlassen • Vrij beschikbare gegevens van het Natuurloket Het oriënterende veldbezoek betreft geen volledige inventarisatie, maar is erop gericht te controleren in hoeverre soorten daadwerkelijk in het plangebied kunnen voorkomen of in hoeverre de locatie voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen. Op basis van het oriënterend veldbezoek, habitateisen van soorten en een deskundigenoordeel is inzichtelijk gemaakt welke soorten daadwerkelijk in of nabij de planlocatie verwacht worden. De effecten van de voorgenomen ontwikkelingen zijn vervolgens getoetst op deze soorten.
8\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
2 Locatie, ontwikkeling en soorten In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige en toekomstige staat en het gebruik van de planlocatie en de verwachte beschermde soorten op basis van verspreidingsgegevens, oriënterend veldbezoek en deskundigenoordeel.
2.1
Situatie
Om (globale) locaties aan te duiden wordt in de ecologie veel gebruik gemaakt van een raster van kilometerhokken, zogenaamde RD-coördinaten. Verspreidingsgegevens van dier- en plantensoorten worden veelal per kilometerhok gedocumenteerd. Het plangebied ligt in kilometerhok 135-458. Figuur 2.1 geeft de ligging van het plangebied en kilometerhokken weer.
Figuur 2.1 Ligging plangebied (rode contour)
Het plangebied is gelegen in het stadsdeel Overvecht van de stad Utrecht aan de Amazonedreef. Het plangebied bestaat uit een gebouw, waarin een ROC Midden Nederland is gevestigd, een verhard basketbalveld en een parkeerplaats. Tevens zijn om het gebouw groenstructuren aanwezig in de vorm van bomen en bosschages. Ten noordwesten van het plangebied is een park gelegen, dat doorloopt richting het noordwesten tot aan de Vecht. Dit park grenst direct aan het basketbalveld. De bomenrij direct naast het basketbalveld is in deze quickscan niet meegenomen. De lage struiken zijn als begrenzing van het plangebied beschouwd. In figuur 2.2 is door middel van foto’s een impressie van het plangebied gegeven. Tevens is hier de begrenzing aan de noordwestzijde op aangegeven.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
9\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Figuur 2.2 Impressie van het plangebied. De rode lijn geeft de begrezing van het plangebied weer in het noordwesten.
10\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
2.2
Beoogde ontwikkeling
Witkamp Projectontwikkeling B.V. heeft het voornemen de bestaande bebouwing in het plangebied te slopen en aanwezige groenstructuren te verwijderen. Vervolgens wordt het plangebied bouwrijp gemaakt, waarna 103 nieuwe appartementen worden gebouwd. Het nieuwe gebouw beschikt over vier woonlagen. Tevens worden enkele commerciële voorzieningen in het nieuwe gebouw gevestigd. Het gebouw wordt gebouwd in de vorm van een ‘U’. In de middenruimte wordt een parkeerplaats aangelegd, welke wordt voorzien van een ‘groen dak’ door spankabels over de parkeerplaats te laten begroeien met klimop. De parkeerplaats aan de noordzijde van het plangebied ondergaat een herinrichting. In figuur 2.3 is een impressie gegeven van de nieuwe situatie.
Figuur 2.3 Impressie van de nieuwe situatie
2.3
Verwachte natuurwaarden
In de Flora- en faunawet wordt onderscheid gemaakt in drie tabellen beschermde soorten: tabel 1-soorten (algemeen), tabel 2-soorten (beschermd) en tabel 3-soorten (strikt beschermd). Voor tabel 1-soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer, onderhoud of gebruik. Deze soorten worden in dit rapport niet specifiek benoemd.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
11\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
In deze paragraaf worden de mogelijk aanwezige door de Flora- en faunawet beschermde soorten beschreven. Uit de gegevens van het Natuurloket blijkt dat het gebied waarin het plangebied ligt met wisselende mate van volledigheid is onderzocht op het voorkomen van de verschillende soortgroepen uit de drie beschermingscategorieën. Op basis van verschillende literatuurbronnen is nader bekeken welke beschermde soorten in of in de omgeving van het plangebied voorkomen. Op basis van habitateisen, het oriënterend veldbezoek en deskundigenoordeel is gekeken welke (strikt) beschermde soorten daadwerkelijk in of nabij het plangebied kunnen voorkomen. 2.3.1
Flora
Het Natuurloket geeft aan dat het betreffende kilometerhok (135-458) goed is onderzocht op de aanwezigheid van beschermde flora. Er wordt aangegeven dat er drie tabel 2- en/of 3-soorten zijn aangetroffen, wat mogelijk beschermde muurplanten zijn. Tijdens het oriënterende veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde vaatplanten in het plangebied aangetroffen. Dit komt mede doordat de periode van het oriënterend veldbezoek buiten de bloeitijd van de meeste vaatplanten valt. Het voorkomen van (strikt) beschermde flora in het plangebied wordt niet verwacht wegens ongeschikt biotoop. Aanwezigheid van (strikt) beschermde flora, die zijn opgenomen in tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet is uitgesloten. 2.3.2 Grondgebonden zoogdieren Het Natuurloket geeft aan dat het betreffende kilometerhok (135-458) matig is onderzocht op de aanwezigheid van zoogdieren. Er zijn geen gegevens bekend van zoogdieren die zijn opgenomen in tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet. In het nabijgelegen kilometerhok 136-458, welke ook matig is onderzocht op de aanwezigheid van zoogdieren, zijn gegevens bekend van één soort die is opgenomen in tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet. Aangezien het Natuurloket binnen de zoogdieren geen onderscheid maakt in vleermuizen, is het aannemelijk dat het hier gaat om een vleermuis. Op basis van verspreidingsgegevens en het oriënterend veldbezoek worden door afwezigheid geschikt biotoop geen (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren verwacht in het plangebied [Broekhuizen et al., 1992]. 2.3.3 Vleermuizen Hoewel vleermuizen zoogdieren zijn, worden deze vanwege hun afwijkende eigenschappen als afzonderlijke groep behandeld in deze quickscan. Alle vleermuizen die voorkomen in Nederland staan vernoemd in tabel 3 van de Flora- en faunawet, hierdoor gelden zij als strikt beschermde zoogdieren. Verspreidingsgegevens tonen aan dat vleermuissoorten zoals de Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis en Watervleermuis kunnen voorkomen in de omgeving
12\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
van de Amazonedreef [Limpens et al., 1997]. Het is bij Tauw bekend dat in de flatgebouwen in de omgeving het plangebied een verblijfplaats van de Gewone dwergvleermuis is waargenomen. De groenstructuur om en nabij het plangebied, zoals het park aan de westzijde, kan functioneren als vliegroute voor de bovenstaande vleermuissoorten richting de Vecht. De soorten die hier vooral verwacht worden zijn de Gewone dwergvleermuis en de Laatvlieger. In het plangebied kunnen de bosschages en bomen dienen als een onderdeel van een foerageergebied of paarplaats. In het plangebied worden geen verblijfplaatsen voor de boombewonende soorten, Watervleermuis en de Ruige dwergvleermuis verwacht wegens de afwezigheid van geschikte boomholtes. Het te slopen gebouw in het plangebied echter, kan door de vele open stootvoegen en kieren mogelijk als verblijfplaats fungeren voor de Laatvlieger en de Gewone dwergvleermuis, wat gebouwbewonende soorten zijn. 2.3.4
Vogels
De soortgroep vogels heeft in de Flora- en faunawet een bijzondere status: Alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan zijn beschermd tijdens het broedseizoen (voor de meeste soorten globaal van 15 maart tot en met 15 juli). Daarnaast is de nestlocatie én functionele omgeving van een aantal vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen (uilen, roofvogels en spechten) jaarrond beschermt. Zie bijlage 2 voor een uitgebreide omschrijving. Volgens Natuurloket zijn geen gegevens bekend van het voorkomen van broedvogels in het desbetreffende kilometerhok. Het oriënterende veldbezoek heeft plaatsgevonden tijdens het begin van het broedseizoen, met als gevolg dat nog niet alle broedvogels zijn begonnen met het maken van nesten. Wel zijn er tijdens het oriënterend veldbezoek al twee nesten waargenomen. De omliggende bomen en bosschages bieden geschikte nestplaatsen voor algemene broedvogels. Verblijfplaatsen van vogels met een jaarrond beschermde nestlocatie zijn niet aangetroffen en worden wegens het aanwezige biotoop niet verwacht. 2.3.5
Amfibieën en reptielen
Het Natuurloket geeft aan dat het kilometerhok (135-458), evenals de omliggende kilometerhokken, niet tot matig zijn onderzocht op het voorkomen van amfibieën en reptielen. Hierin wordt vermeld dat er één (strikt) beschermd reptiel is waargenomen in nabijgelegen kilometerhokken (135-459 en 136-458) rondom het plangebied. Het gaat hier naar verwachting om de Ringslang [www.ravon.nl]. Deze wordt echter naar aanleiding van het oriënterend veldbezoek niet verwacht evenals andere reptielen en amfibieën. Het biotoop is ongeschikt wegens het ontbreken van oppervlakte water in het plangebeid of in de directe omgeving.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
13\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
2.3.6 Vissen Diverse vissen hebben in de Flora- en faunawet een beschermde status. Gezien het ontbreken van oppervlaktewater in het plangebied kan de aanwezigheid van (strikt) beschermde vissoorten worden uitgesloten. 2.3.7 Ongewervelde soorten Diverse libellen, dagvlinders en overige ongewervelde soorten (kevers, weekdieren, kreeftachtige) zijn in de Flora- en faunawet beschermd. Op basis van verspreidingsgegevens worden in of nabij het plangebied geen (strikt) beschermde soorten verwacht [Dijkstra et al.,2002, Bos et al.,2006 en EIS-Nederland et al., 2007]. Gezien de omvang en het karakter van de ingreep, en de afwezigheid van geschikt biotoop, wordt geen negatief effect op populaties van beschermde libellen en dagvlinders verwacht. Naast en libellen dagvlinders worden ook geen overige ongewervelde soorten verwacht in het plangebied. Het plangebied en directe omgeving voorzien voor geen van deze soorten in een geschikt habitat en/of bevat geen geschikte landschapselementen. De aanwezigheid van effecten op deze soorten worden dan ook uitgesloten.
2.4
Samenvatting verwachte tabel 2/3
Op basis van de verspreidingsgegevens uit de beschikbare literatuurbronnen en het oriënterend veldbezoek zijn in de onderstaande tabel 2.1 de soorten weergegeven, waarvan verwacht wordt dat deze in of in de nabije omgeving van het plangebied voor kunnen komen. In de tabel zijn de (strikt) beschermde soorten opgenomen (Flora- en faunawet tabel 2 en 3). De tabel 1 soorten waarvoor een vrijstelling geldt, zijn niet genoemd. Rode Lijst soorten zonder beschermde status zijn evenmin opgenomen. Tabel 2.1 Beschermde soorten (tabel 2/3) die op basis van verspreidingsgegevens, veldbezoek en deskundigenoordeel in of in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig kunnen zijn
Soortgroep
Verwachte soorten (tabel 2/3)
Flora
Geen tabel 2- of 3-soorten
Zoogdieren
Geen tabel 2- of 3-soorten
Vleermuizen (allen tabel 3)
Laatvlieger Watervleermuis Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis
14\23
Vogels (vaste verblijfplaatsen)
Geen tabel 2- of 3-soorten
Vogels (broedseizoen)
Meerdere soorten broedende vogels
Reptielen
Geen tabel 2- of 3-soorten
Ongewervelde soorten
Geen tabel 2- of 3-soorten
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
3 Toetsing Flora- en faunawet In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vragen: In welke mate worden door de Flora- en faunawet beschermde soorten planten of dieren door de beoogde activiteiten beïnvloed en is hiervoor een ontheffing van die wet noodzakelijk?
3.1
Inleiding
De bescherming van inheemse dier- en plantensoorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet. De wet maakt onderscheid in drie categorieën beschermde soorten: • Tabel 1-soorten: De meest algemene soorten. Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig gebruik of bestendig beheer en onderhoud • Tabel 2-soorten: Beschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig gebruik of bestendig beheer en onderhoud mits wordt gehandeld volgens een geaccordeerde en door de initiatiefnemer onderschreven gedragscode • Tabel 3-soorten: Strikt beschermde soorten waaronder de Habitatrichtlijnsoorten en een selectie van bedreigde soorten Vogels nemen in de Flora- en faunawet een bijzondere positie in. Alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan zijn beschermd tijdens het broedseizoen. Voor de meeste soorten globaal van 15 maart tot en met 15 juli, buiten deze periode is een nest, wat in gebruik is, ook beschermd. Daarnaast is de nestlocatie én functionele omgeving van een klein aantal specifieke vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen (uilen, roofvogels en spechten) jaarrond beschermd. In de Flora- en faunawet is tevens een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. NB. Een nadere beschrijving van de Flora- en faunawet is opgenomen in bijlage 2.
3.2
Effecten
De beoogde (ruimtelijke) ingreep heeft een mogelijk effect op beschermde dier- en plantensoorten. Hierbij is onderscheid te maken in tijdelijke en permanente effecten. Tijdelijke effecten kunnen optreden tijdens de werkzaamheden; geluid en licht tijdens de bouwfase, trillingen, verhoogde aanwezigheid en beweging van mensen. Permanente effecten zijn de onomkeerbare processen zoals in dit geval de sloop van het desbetreffende gebouw, de kap van bomen en het verwijderen van de bosschages.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
15\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Als bij werkzaamheden in de openbare ruimte een schadelijk effect optreedt voor beschermde soorten is een ontheffing of vrijstelling nodig van artikel 75 van de Flora- en faunawet.
3.3
Toetsing aanwezige soorten
In het vorige hoofdstuk is beschreven dat meerdere vleermuissoorten en broedvogels kunnen voorkomen in en rondom het plangebied. In deze paragraaf wordt getoetst of de beoogde ontwikkelingen een effect hebben op de verwachte aanwezige beschermde soorten. Vleermuizen Aantasting van de essentiële onderdelen van leefgebied, en de essentiële onderdelen, van vleermuissoorten is in het kader van de Flora- en faunawet verboden. Bij doorgang van de werkzaamheden betreffende de sloop en nieuwbouw, kunnen deze het leefgebied en de daarbij horende essentiële onderdelen van een aantal vleermuizen aantasten. Om deze effecten uit te sluiten is het verplicht dat een vleermuisinventarisatie wordt uitgevoerd voordat de beoogde werkzaamheden van start gaan. Dit houdt in dat er onderzoek wordt gedaan naar de aanwezigheid van verblijfplaatsen, foerageergebieden, paarplaatsen en vliegroutes in het plangebied. Vleermuisinventarisaties worden uitgevoerd van april tot oktober, afhankelijk van de weersomstandigheden. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek, dient mogelijk een ontheffing Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Broedvogels Alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan zijn beschermd tijdens het broedseizoen volgens de Flora- en faunawet. Dit is voor de meeste soorten globaal van 15 maart tot en met 15 juli, de in gebruik zijnde nesten buiten deze maanden blijven beschermd. De werkzaamheden betreffende de sloop en nieuwbouw, met daarbij aantasting van omliggende groenstructuren dienen gezien te worden als een voor vogels verstorende activiteit. De werkzaamheden dienen daarom buiten het broedseizoen te starten of te worden uitgevoerd.
3.4
Conclusie toetsing Flora- en faunawet
In de onderstaande tabel zijn de resultaten van de toetsing samengevoegd. De hierin opgenomen soorten, zijn de (strikt) beschermde soorten opgenomen in tabel 2 of 3 van de Flora- en faunawet. Gebaseerd op literatuur- en verspreidingsgegevens, aanwezige kennis en het oriënterend veldbezoek zijn deze soorten aangetoond en/of verwacht in het plangebied.
16\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
Tabel 3.1 Flora- en faunawet soorten (tabel 2/3) die mogelijk geschaad worden
Soortgroep
Soorten planlocatie
Verbodsbepalingen*
Broedvogels, tijdens
Verscheidene soorten broedvogels
Geen (aantasting van)
broedseizoen
vogels tijdens broedseizoen mits uitvoering start buiten broedseizoen
Vleermuizen (tabel 3)
Watervleermuis, Gewone dwergvleermuis
Artikel 11
Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger
*Toelichting verbodsbepalingen tabel: Artikel 11: Verbod: wegnemen, verstoren, aantasten van verblijfplaatsen en voortplantingsplaatsen
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
17\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
18\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
4 Conclusies In opdracht van de Witkamp Projectontwikkeling B.V. heeft Tauw onderzoek gedaan in de vorm van een quickscan, naar de consequenties van de Flora- en faunawet op de voorgenomen ontwikkelingen. De ontwikkelingen omvatten het voornemen de bestaande bebouwing in het plangebied te slopen en aanwezige groenstructuren te verwijderen. Hier worden 103 nieuwe appartementen gebouwd, verdeeld over vier woonlagen. Op grond van de beschikbare gegevens, het oriënterend veldbezoek en de uitgevoerde toetsing worden de volgende conclusies getrokken: • Voor de Watervleermuis, Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis en Laatvlieger vormt het plangebied en de omgeving mogelijk geschikt gebied voor verblijfplaatsen, vliegroutes, foerageergebieden en paarplaatsen. Door de aanwezige open stootvoegen en kieren in het gebouw kan het functioneren als verblijfplaats voor de Gewone dwergvleermuis en de Laatvlieger. Bij het uitvoeren van de beoogde werkzaamheden wordt het leefgebied en de daarbij horende essentiële onderdelen, van mogelijk voorkomende vleermuissoorten aangetast. Dit is verboden conform de Flora- en faunawet. Voor de werkzaamheden beginnen is een vleermuisinventarisatie vereist. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek dient mogelijk een ontheffing te worden aangevraagd. •
In het plangebied zijn nesten waargenomen en is de aanwezige groenstructuur geschikt voor nestlocaties van broedende vogels. Alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan zijn beschermd tijdens het broedseizoen volgens de Flora- en faunawet. Dit loopt globaal van 15 maart tot 15 juli, buiten deze periode zijn nestlocaties van broedende vogels en de functionele omgeving hiervan beschermd. Hiervoor wordt in principe geen ontheffing afgegeven, aangezien geen aantasting van de nestlocaties wordt verwacht mits de uitvoering van de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaats vindt. De werkzaamheden moeten buiten het broedseizoen worden uitgevoerd.
•
Gedurende de werkzaamheden is voor alle in het plangebied aanwezige dier- en plantensoorten de zorgplicht van kracht. Er is geen ontheffing nodig voor de aanwezige tabel 1-soorten.
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
19\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
20\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
5 Literatuur [Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay., I. Wynhoff en De Vlinderstichting, 2006] De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna deel 7, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. [Broekhuizen, s., Hoekstra, B., van Laar, V., Smeenk, C., Thissen, J.B.M., 1992] Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Utrecht. [Dijkstra, K.D. B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar & M.J.T. van der Weide, 2002] De Nederlandse Libellen (Odonata), Nederlandse fauna 4. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. [EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, 2007] Waarnemingenverslag 2007. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen. Uitgegeven door EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. [Limpens, H., Mosterd, K., Bongers, W., 1997] Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Utrecht. [Ministerie van LNV, VROM en de provincies, 2007] Spelregels EHS, Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies.
Geraadpleegde internetsites: www.ravon.nl, Verspreidingsgegevens van amfibieën en reptielen van de periode 1996-2002 www.natuurloket.nl, Verspreidingsgegevens van flora en fauna van Nederland www.vzz.nl, verspreidingsgegevens zoogdieren www.minlnv.nl, verbodsbepalingen www.vleermuis.net, verspreidingsgegeven van vleermuissoorten www.provincie-utrecht.nl
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
21\23
Kenmerk R001-4641958LJS-ege-V01-NL
22\23
Quickscan Amazonedreef, Utrecht
Bijlage
1
Overzichtskaart
Figuur 1. Ligging plangebied
Bijlage
2
Toelichting natuurbeschermingswetgeving
Flora- en faunawet De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal in Nederland voorkomende wilde dier- en plantensoorten. De beschermde diersoorten (vogels, vissen, zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, et cetera) en ongeveer 100 plantensoorten zijn te vinden in tabellen, die deel uitmaken van de Flora- en faunawet. Niet elke soort is even zwaar beschermd, er wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën: Tabel 1: Algemene en niet bedreigde soorten Tabel 2: Schaarse soorten Tabel 3: Meest zeldzame en bedreigde soorten Naast de genoemde groepen zijn gedurende het broedseizoen alle broedvogels, broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen beschermd. Tevens zijn vaste verblijfplaatsen van een aantal vogelsoorten jaarrond beschermd (zie Vogels). Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden: “nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren” (artikel 11 Flora- en faunawet). Ook is het verboden: “dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten” (art. 10 Flora- en faunawet). Tenslotte is het verboden: “planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen” (art. 8 Flora- en faunawet). Als er sprake is van overtreding van één van deze artikelen dan is het uitvoeren van een dergelijke activiteit alleen toegestaan met een ontheffing van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De noodzaak tot een ontheffing is gekoppeld aan de uitvoeringsfase. Ruimtelijke vergunnings- en/of planprocedures kunnen doorgang vinden en hoeven geen vertraging op te lopen, mits de uitvoerbaarheid van het plan of ontwikkeling reëel is. De inschatting of een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet verkregen zal worden, maakt hier deel van uit. In het kader van de Flora- en faunawet is begin 2005 een Algemene Maatregel van Bestuur in werking getreden. De stelling dat voor alle beschermde soorten ontheffing moet worden verkregen voordat mag worden gestart met de werkzaamheden, is binnen deze AMvB ten dele losgelaten. Een aantal algemene soorten, de tabel 1-soorten, mag vanaf 2005 bij bepaalde activiteiten worden verstoord zonder dat daar vooraf een ontheffing voor is verkregen. Het gaat daarbij om de categorieën werkzaamheden ‘Beheer en onderhoud’ (bijvoorbeeld waterschapsbeheer, natuurbeheer, landbouw); ‘Bestendig gebruik’ (bijvoorbeeld recreatie of landbouw) en ‘Ruimtelijke ontwikkeling’ (bijvoorbeeld waterbouw, wegenaanleg). Activiteiten, die binnen deze categorieën vallen, kunnen onder voorwaarden zonder ontheffing worden uitgevoerd, óók als dit schadelijke effecten heeft voor bepaalde beschermde soorten. De zorgplicht blijft voor deze soorten echter gewoon gelden. Onderstaand is een stroomschema opgenomen met de bepalingen of een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig is.
Stroomschema ruimtelijke ontwikkelingen en Flora- en faunawet
Zoals weergegeven in het stroomschema, geldt de vrijstelling alleen bij bepaalde activiteiten en alleen voor soorten vermeld in tabel 1. Voor de tabel 2 en 3 soorten is bij bepaalde activiteiten (zie schema) geen ontheffing wanneer deze activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de Minister van LNV goedgekeurde en door de initiatiefnemer geaccordeerde gedragscode. Wanneer beschermde soorten worden aangetast die niet tot de algemene beschermde soorten behoren, dan moet een ontheffing worden gevraagd. Zoals weergegeven in het stroomschema gelden hiervoor verschillende criteria afhankelijk van de beschermde status:
Algemeen voorkomende beschermde soorten (‘tabel 1-soorten’) Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik. Overige beschermde soorten (‘tabel 2-soorten’) Voor de overige beschermde soorten kan door het Ministerie van LNV ontheffing worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort (effecten op regionaal populatieniveau). Indien de gunstige staat van instandhouding van de soort wel in het geding komt, dienen mitigerende en/of compenserende maatregelen te worden getroffen. Voor initiatiefnemers die individueel of gezamenlijk beschikken over een door het Ministerie van LNV geaccordeerde gedragscode die aangeeft op welke wijze rekening wordt gehouden met beschermde soorten geldt voor deze soorten eveneens een vrijstelling. Extra beschermde soorten (‘tabel 3-soorten’) Voor extra beschermde soorten kan alleen ontheffing voor ontwikkelingen worden verleend indien aan de volgende criteria wordt voldaan: • Er bestaat geen andere bevredigende oplossing; Dat betekent dat er alternatieven (zowel voor de locatie als voorgenomen ruimtelijke ingreep) onderzocht moeten worden voor de in het geding zijnde activiteit • Er is sprake van de belangen, vermeld in art. 75, lid 4, sub a of genoemd in art. 2 van Vrijstellingsbesluit. Een essentiële ontheffingsgrond voor een ruimtelijk project of plan komt naar voren in art. 2 van het Vrijstellingsbesluit. Ontheffing kan worden verleend indien er sprake is van “dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale en economische aard, en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten” • Er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van de instandhouding van de soort op populatieniveau. Bij tabel 3-soorten kan het zijn dat schade aan een relatief klein aantal individuen reeds van invloed is op een (deel) populatie Indien de gunstige staat van instandhouding van de betrokken soort(en) in het geding komt, dienen maatregelen te worden genomen om de instandhouding te garanderen. Dat kan door mitigerende en zonodig compenserende maatregelen te nemen. Of en welke mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn, kan de minister van LNV in de voorschriften bij de vergunning aangeven, veelal op voorstel van de initiatiefnemer. Vogels Vogels nemen in de Flora- en faunawet een bijzondere positie in. Voor het verstoren van broedende vogels tijdens het broedseizoen wordt in principe geen ontheffing verleend. Voor het aantasten van vogels geldt een zware toets, vergelijkbaar met die van tabel 3-soorten, waardoor de Minister enkel ontheffing verlenen kan voor overtreding van artikel 10 (opzettelijk verontrusten) nádat de uitgebreide toets doorlopen is.
Voor het aantasten van vaste verblijfplaatsen voor diverse vogel soorten is ook een ontheffing nodig. Deze soorten zijn door de beoordelende instantie (DLG) enkele malen aangepast. De meest recente rechtsgeldige versie van de lijst noemt de volgende soorten [DLG werkdocument, 2007]: Bosuil, Steenuil, Kerkuil, Ransuil, Oehoe, Groene specht, Zwarte specht, Grote bonte specht, Boomvalk, Torenvalk, Slechtvalk, Rode wouw, Zwarte wouw, Zeearend, Wespendief, Buizerd, Sperwer, Havik. Daarnaast dient nesten van Zwarte kraai en Roek in sommige gevallen behouden te blijven als basis voor nestgelegenheid van een deel van bovenstaande (roof)vogels. Zorgplicht In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen; artikel 2, lid 1. De tekst daarvan is als volgt: “Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving. artikel 2, lid 2: De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterweg te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.” De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op zodanige wijze gebeurt dat het lijden zo beperkt mogelijk is.” Over de Rode lijst De Rode lijsten hebben geen wettelijke status. Soorten die op de Rode lijst zijn geplaatst, zijn alléén beschermd als ze ook in de Flora- en faunawet als beschermde soort zijn opgenomen. Een deel van de meest bedreigde dier- en plantensoorten heeft overigens eenzelfde status als de Habitatrichtlijnsoorten (zie eerder in deze bijlage onder extra beschermde soorten).
Bijlage 9
Boominventarisatie
StadsOntwikkeling
Notitie Contactpersoon Lotte Schouten Datum 24 juni 2009 Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Boominventarisatie Amazonedreef 1 Inleiding In het kader van de ruimtelijke onderbouwing voor de realisatie van 103 appartementen aan de Amazonedreef (figuur 1.1), dient een bomenplan te worden opgesteld. Dit bomenplan bestaat uit een boominventarisatie, waarbij de bomen worden geïnventariseerd op soort, conditie en verplaatsbaarheid, en een advies. Een dergelijk bomenplan wordt door de gemeente getoetst aan het gemeentelijke groenstructuurplan. In het bomenplan dient inzichtelijk te zijn hoe het plangebied, na het realiseren van de 103 appartementen, qua groen wordt ingericht. Op het moment dat deze notitie is geschreven, waren dergelijke inrichtingsgegevens bij Tauw niet bekend. Zodoende is in deze notitie deze informatie niet verwerkt en kunnen geen specifieke adviezen worden gegeven over de inpassing van huidige bomen in de toekomstige groeninrichting.
Figuur 1.1 Begrenzing van het plangebied.
Boominventarisatie Amazonedreef
1\9
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
2 Inventarisatie 2.1
Methode
Op donderdag 2 april is het plangebied bezocht door Martijn Horstman en zijn alle aanwezige bomen in kaart gebracht. De resultaten van dit veldbezoek zijn weergegeven in tabel A en in figuur 2.1. De bomen binnen het plangebied zijn geïnventariseerd op soort en beoordeeld op grootte (diameter), conditie en verplaatsbaarheid. Indien herplant van bomen mogelijk is, is bepaald of dit ook mogelijk is binnen het plangebied. Bij de bomeninventarisatie zijn tevens de bomen ten westen van het plangebied meegenomen. Dit zijn bomen die op gemeente grond staan, maar direct grenzen aan het plangebied. Het gaat hier om de boomnummers 39 – 49. De bomen 50 – 63 staan op de parkeerplaats, eveneens gemeentegrond.
2.2
Resultaten
In tabel 2.1 staan de resultaten van de inventarisatie beschreven. Hierin zijn tevens bevindingen van de gemeente in meegenomen. Bij enkele bomen staat beschreven dat ze een ‘plakoksel’ hebben. Een plakoksel houdt in dat twee scheuten beide verder willen gaan als ‘kop’ en hierdoor dicht tegen elkaar aan groeien. Een dergelijke groeiwijze is zwak en kan in de loop der jaren gemakkelijk uitscheuren, onder andere door het gewicht.
2\9
Boominventarisatie Amazonedreef
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Tabel 2.1. Resultaten van de boominventarisatie Nummer
Boomsoort
Diameter (cm)
Conditie
Verplantbaarheid
Opmerkingen
1
Acacia
48
Goed
Nee, te groot
-
2
Acacia
45
Goed
Nee, te groot
Staat dicht op
3
Meidoorn
10
Goed/matig
Nee
4
Meidoorn
11
Goed/matig
Nee
gebouw. Meidoornspinselmot aanwezig Staat iets scheef. Meidoornspinselmot aanwezig en dood hout. 5
Acacia
46
Redelijk
Nee, te groot
Staat dicht op gebouw.
6
Acacia
38
Slecht
Nee
Veel dood hout. Staat dicht op het gebouw.
7
Sierkers
17
Goed
Nee
Takken slechts aan één kant door gebouw. Wordt nest door een ekster gebouwd. Kevervraatschade in blad en scheve spil
8
Berk
14
Matig
Nee
Matige bladstand, geen mooie doorgaande spil.
9
Meidoorn
16
Slecht
Nee
10
Hulst
19 en 10
Goed
Ja
Zeer zware kroonafsterving Staat dicht op gebouw. Vanaf 40 cm twee-stammig.
11
Meidoorn
14
Matig/slecht
Nee
Kroonafsterving en een matige bladbezetting
12
Acacia
16
Matig
Nee
Veel dood hout en
13
Valse christusdoorn
32
Redelijk
Nee
Op 2,5m dubbele kop
waterlot.
met beginnende
Boominventarisatie Amazonedreef
3\9
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Nummer
Boomsoort
Diameter (cm)
Conditie
Verplantbaarheid
Opmerkingen plakoksel.
14
Hulst
14 en 12
Redelijk
Nee
Dubbele stam en groeit scheef door gebouw. Eén stam zit vol ijzeren nagels.
15
Gewone esdoorn
17
Redelijk
Nee
Zeker vier plakoksels. Staat dicht op gebouw.
16
Lijsterbes
20
Redelijk
Nee
Diepe rotting van snoeiwond op 1,6m en één plakoksel.
17
Esdoorn
18
Goed
Nee
(geveerdbladige) 18
Donkerbl. kerspruim
Kromme gedraaide stam (kleine boom).
10
Goed
Nee
Schurft in de bladeren.
19
Esdoorn
25
Redelijk
Nee
(geveerdbladige) 20
Esdoorn
Krom gegroeid, rare wond.
21
Goed
Nee
(geveerdbladige)
Krom gegroeid. Vormt samen met nr. 21 één kroon.
21
Esdoorn
22
Goed
Nee
(geveerdbladige)
Krom gegroeid. Vormt samen met nr. 20 één kroon.
22
Berk
33
Redelijk
Nee
Rottende snoeiwond op 2,5m. Staat dicht op gebouw.
23
Sierpruim
26
Slecht
Nee
Omwikkeld met prikkeldraad dat is ingegroeid.
24, 25, 26
Bol esdoorn
10
Redelijk, nr. 24 is
Nee
-
dood. 27
Acacia
24
Redelijk
Nee
Drie plakoksels
28
Kerspruim
20
Redelijk
Nee
Aantal plakoksels bij begin van de kroon. Lelijke snoeiwonden
29
Veldesdoorn
21
Redelijk
Nee
Krom en staat dicht op trottoir
4\9
Boominventarisatie Amazonedreef
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Nummer
Boomsoort
Diameter (cm)
Conditie
Verplantbaarheid
Opmerkingen
30
Iep
22 en 20
Redelijk
Nee
Dubbele stam met
31
Veldesdoorn
27
Goed
Nee
-
32
Veldesdoorn
19
Goed
Nee
-
33
Boomhazelaar
24
Goed
Ja
-
34
Lijsterbes
20
Redelijk
Nee
Beschadiging aan de
plakoksel
stam 35
Acacia
21
Goed
Nee, te groot
Staat iets scheef
36
Acacia
21
Goed
Nee, te groot
Staat iets scheef
37
Acacia
47
Goed
Nee, te groot
-
38
Acacia
35
Goed
Nee, te groot
-
Veldesdoorn
33 en24
Redelijk
Nee, te groot
Gemeentelijke bomen 39
Wortels bloot en staat dicht op het trottoir
40
Acacia
36
Redelijk
Nee, te groot
Staat iets scheef.
41
Ruwe iep
25
Slecht
Nee
In verdrukking. Twee verdraaide stammen die scheuren.
42
Paardekastanje
54
Redelijk
Nee, te groot
Kandelaarvorm door aanwezigheid andere bomen
43
Veldesdoorn
39
Goed
Nee, te groot
-
44
Noorse esdoorn
38
Redelijk
Nee, te groot
Lelijke snoeiwonden
45
Veldesdoorn
25
Matig
Nee
Eén stam, weinig vertakkingen.
46
Noorse esdoorn
38
Goed
Nee, te groot
-
47
Noorse esdoorn
42
Goed
Nee, te groot
-
48
Noorse esdoorn
36
Goed
Nee, te groot
-
49
Veldesdoorn
25
Redelijk
Nee, te groot
Staat iets scheef. Takken aan één zijde.
50*
Plataan
35
Goed
Ja
51*
Plataan
40
Goed
Ja
Staat iets scheef
Boominventarisatie Amazonedreef
5\9
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Nummer
Boomsoort
Diameter (cm)
Conditie
Verplantbaarheid
Opmerkingen
52*
Plataan
34
Redelijk
Ja
Staat iets scheef en
53*
Plataan
35
Redelijk
Ja
Staat iets scheef
54*
Plataan
19
Goed
Ja
Jonge boom
55*
Plataan
59
Goed
Ja
Mooie grote boom,
56*
Plataan
57
Goed
Ja
is hoog opgesnoeid.
staat iets scheef. Mooie grote boom, staat iets scheef. 57*
Plataan
52
Goed
Ja
Mooie grote boom, staat iets scheef.
58*
Plataan
25
Goed
Ja
Jonge boom
59*
Plataan
28
Goed
Ja
Jonge boom
60*
Plataan
34
Goed
Ja
Staat iets scheef
61*
Plataan
44
Goed
Ja
Staat iets scheef
62*
Plataan
47
Goed
Ja
Staat iets scheef
63*
Plataan
46
Goed
Ja
Staat iets scheef
* Alle platanen op de parkeerplaats hebben op de bladeren een lichte aantasting met Gnomonia errabunda, een bladvlekkenziekte. In de loop van de zomer zal de aantasting verdwijnen.
6\9
Boominventarisatie Amazonedreef
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Figuur 2.1 Locaties van de geïnventariseerde bomen. De rode contour geeft de globale begrenzing van het plangebied weer.
Boominventarisatie Amazonedreef
7\9
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
3 Gemeentelijk groenstructuurplan De gemeente Utrecht heeft in 2007 een groenstructuurplan opgesteld. Dit plan dient voor het behoud en de ontwikkeling van de kwaliteiten van het stedelijk groen als onderdeel van een kwalitatief en hoogstaand woon- en vestigingsklimaat. Hiervoor wordt een afwegingskader gebruikt, dat gebaseerd is op het groenstructuurplan van de gemeente Utrecht [2007]. De kaart behorende bij het groenstructuurplan van de gemeente is aangevraagd, maar nog niet ontvangen. Het plangebied is waarschijnlijk niet aangewezen als één van de belangrijke groenstructuren van de gemeente Utrecht. Het park ten noorden en noordwesten van het plangebied is mogelijk wel aangewezen als een belangrijke (stedelijke) groenstructuur (die richting de Vecht loopt). Dit park ligt echter op gemeentegrond.
4 Toekomstige inrichting De huidige bebouwing wordt gesloopt en maakt plaats voor 103 appartementen. Boven de parkeerplaats tussen de appartementen komt een “dak” van klimop. Er worden kabels gespannen waarlangs de klimop kan groeien. De exacte groeninrichting van het gehele plangebied in de toekomstige situatie is nog niet bekend. Voor enkele bomen geldt dat herplant mogelijk is. Tauw adviseert Witkamp Projectontwikkeling te overwegen deze bomen in het plangebied een nieuwe plaats te geven of te behouden.
5 Conclusie en advies In opdracht van Witkamp Projectontwikkeling heeft Tauw een boominventarisatie uitgevoerd aan de Amazonedreef in Utrecht ten behoeve van sloop- en nieuwbouw werkzaamheden. Bij doorgang van de werkzaamheden worden alle bomen en groenstructuren in het plangebied verwijderd. Van de groeninrichting in de toekomstige situatie van het plangebied is nog niet veel bekend. Rondom het nieuwe appartementencomplex worden enkele groenstructuren aangelegd. De precieze vorm en invulling hiervan is nog onbekend. Advies Voor de uitstraling van het nieuwe gebouw en voor het behoud van groen, adviseren wij om enkele bomen in het plangebied te behouden en/of te herplanten. Behoud van bomen aan de rand van het plangebied levert tijdens de werkzaamheden de minste problemen op. Verplantbare bomen en/of bomen aan de rand van het plangebied zijn 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 17, 18, 31, 32 en 33. Bij de grote parkeerplaats adviseren wij, hoewel deze buiten het plangebied valt, rekening te houden met de oppervlakkige wortels van de platanen. De bestrating is in de huidige situatie op veel plaatsen opgedrukt. ‘
8\9
Boominventarisatie Amazonedreef
Kenmerk N001-4641958LJS-kmi-V03-NL
Bij de herinrichting kunnen hierdoor mogelijk wortels beschadigen, wat nadelig is voor de conditie van de bomen. Er is vanuit de opdrachtgever tevens overleg geweest met de gemeente. De heer Frank van den Brink, senior boomtechnisch adviseur, adviseert indien de platanen worden verplaatst voor het verplanten een bewortelingsonderzoek te laten uitvoeren bij een aantal platanen. Dit om een duidelijk beeld te krijgen van de kluiten met hun beworteling. Bij een positieve uitslag van het bewortelingsonderzoek, kunnen een aantal zware platanen verplant worden naar een naastgelegen veld aan de Patagoniedreef. Na het verplanten dient te worden gezorgd voor een goede nazorg.
Deze notitie is aantoonbaar vrijgegeven.
Boominventarisatie Amazonedreef
9\9
Bijlage 10 Vleermuisinventarisatie
StadsOntwikkeling
Bijlage 11 Planschaderisicoanalyse
StadsOntwikkeling
Risicoanalyse planschade Amazonedreef te Utrecht
In verband met de bouw van een woningbouwcomplex aan de Amazonedreef te Utrecht
23 juni 2009
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
Verantwoording
Opdrachtgever
Risicoanalyse planschade Amazonedreef te Utrecht Witkamp Projectontwikkeling B.V.
Projectleider
mr. K. van der Meij
Auteur(s) Projectnummer
mr. K. van der Meij (PurpleBlue) mr. N. Swier (De Bont Adviesbureau) 4641958
Aantal pagina's
23 (exclusief bijlagen)
Datum
23 juni 2009
Titel
Handtekening
Colofon PurpleBlue Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 94 77 Fax (0570) 69 96 66
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
3\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
4\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1
Inleiding.......................................................................................................................... 7
1.1 1.2
Algemeen ........................................................................................................................ 7 Huidige wetgeving ........................................................................................................... 7
1.3
Gebruikte stukken ........................................................................................................... 8
1.4
Betrokken onroerende zaken .......................................................................................... 8
2
Uitgangspunten risicoanalyse planschade................................................................. 9
2.1 2.2
Algemeen ........................................................................................................................ 9 Belanghebbende ........................................................................................................... 10
2.3
Onherroepelijkheid en rechtskracht............................................................................... 10
2.4 2.5
Het causale verband tussen schade en de planologische maatregel ........................... 11 Zijn de planologische maatregelen voor belanghebbende(n) nadeliger dan het voorheen geldende planologische regime?................................................................... 11
2.6
Welke schade lijdt belanghebbende ten gevolgen van een eventueel nadeliger planologische maatregel? ............................................................................................. 12
2.7
Is er sprake van voorzienbaarheid en risicoaanvaarding? ............................................ 12
2.8 2.9
Is de schade anderszins verzekerd (subsidiariteit)? ..................................................... 13 Verjaringstermijn voor aanvragen om een tegemoetkoming in de planschade............. 13
2.10
Forfaitair eigen risico van 2 % en normaal maatschappelijk risico................................ 13
2.11
Kosten van deskundige bijstand en wettelijke rente...................................................... 14
3
Planologische vergelijking ......................................................................................... 15
3.1 3.2
Algemeen ...................................................................................................................... 15 Vigerende planologische regime ................................................................................... 15
3.3
Toekomstige situatie ..................................................................................................... 17
3.4
Planvergelijking ............................................................................................................. 18
4
Overige relevante overwegingen ............................................................................... 21
4.1 4.2
Bodemverontreiniging ................................................................................................... 21 Niet nader onderzochte objecten .................................................................................. 21
4.3
Verwijzingen naar jurisprudentie ................................................................................... 21
5
Conclusie ..................................................................................................................... 23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
5\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
6\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
1 Inleiding 1.1
Algemeen
Witkamp Projectontwikkeling B.V. is voornemens om een project te realiseren op de locatie Amazonedreef te Utrecht. Dit project behelst de bouw van een woningbouwcomplex met 103 woningen en een commerciële ruimte. Voorts wordt een groot parkeerterrein bij het complex aangelegd. Voor realisatie van dit project is een bestemmingsplanherziening of het nemen van een projectbesluit noodzakelijk.
1.2
Huidige wetgeving
Op 21 april 2009 zijn de locatie en de omgeving bezichtigd en gefotografeerd. Volstaan is met een uitwendige bezichtiging van de bebouwing aan de betreffende straten en met een globale opname van de omgeving. Deze risicoanalyse is gebaseerd op de huidige stand van de rechtspraak en de jurisprudentie en tevens op inzichten betreffende de Wro op het gebied van planschade. Daarbij wordt opgemerkt dat de stand van de rechtspraak en jurisprudentie hoofdzakelijk gebaseerd is op artikel 49 WRO, aangezien er nog nauwelijks ervaring is opgedaan met de nieuwe planschaderegels zoals die zijn neergelegd in Afdeling 6.1 Wro. De Wro is op 1 juli 2008 in werking getreden. Deze risico-analyse is wel op de Wro gebaseerd, aangezien de planologie die nodig is voor de realisatie van het project pas ná 1 juli 2008 van kracht is geworden en mogelijke aanvragen om tegemoetkoming in planschade (zo worden onder de werking van de Wro aanvragen om vergoeding van planschade ex artikel 49 WRO genoemd) ook pas na deze datum worden ingediend. Het is daarbij geenszins uitgesloten dat, wanneer de onderhavige “nieuwe” planologie in werking is getreden, bij een volledige behandeling van ingediende aanvragen om een tegemoetkoming in planschade met het horen van een belanghebbende en bij een volledige taxatie, een dan eventueel optredende schadebeoordelingscommissie tot een ander oordeel komt. Verder is het college van burgemeester en wethouders dat in eerste aanleg op een aanvraag een besluit dient te nemen. Daarna zal eventueel de rechtbank in beroep of de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep uiteindelijk het laatste oordeel geven. Deze risico-analyse is derhalve niet meer dan een indicatie van de mogelijk schadelijke gevolgen van de voorgenomen planologische wijziging waaraan geen rechtsgevolgen met betrekking tot mogelijke aansprakelijkheid dezerzijds jegens derden casu quo opdrachtgever verbonden kunnen worden.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
7\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
1.3
Gebruikte stukken
Voor wat betreft de beschrijving van de relevante objecten, de naaste omgeving en de planologische omstandigheden is gebruik gemaakt van de van opdrachtgever en de gemeente Utrecht ontvangen stukken en uit eigen waarneming verzamelde informatie. In deze risicoanalyse zal in het vervolg de gemeente Utrecht als de gemeente worden aangeduid, de voorgenomen nieuwbouw als het bouwplan, de Wet op de Ruimtelijke Ordening als WRO en de Wet ruimtelijke ordening als Wro. Ter uitvoering van de opdracht zijn de volgende, voor zover relevant geachte stukken gebruikt: • De relevante voorschriften en een fragment van de plankaart van het vigerende bestemmingsplan “Overvecht” van de gemeente Utrecht • Bouwtekeningen voor het nieuw te bouwen complex aan de Amazonedreef te Utrecht d.d. 26 januari 2009
1.4
Betrokken onroerende zaken
Het nieuwbouwplan betreft het bouwen van een woningbouwcomplex met parkeerterrein aan de Amazonedreef te Utrecht. Uitgaande van de verstrekte informatie en de bezichtiging ter plaatse, van de omringende bebouwing onderverdeeld in de navolgende clusters van objecten vanwege de invloedsfeer van het bouwplan in deze analyse betrokken dienen te worden: • Zwembad de Kwakel aan de Paranadreef • Gezondheidscentrum Overvecht aan de Amazonedreef • De woningen (en garages) gelegen aan de Camposdreef 99 tot en met 141 (oneven nummers) • De woningen (en garages) gelegen aan de Argentiniëdreef 3 tot en met 107 (oneven nummers) • •
De woningen gelegen aan de Patagoniedreef 1 tot en met 80 De woningen gelegen aan de Paranadreef 131 tot en met 253 (oneven nummers)
Andere (woon)objecten zijn niet in de directe omgeving van het plan gelegen en daar dus zo ver vandaan, dan wel daarvan zodanig (planologisch mogelijk) anderszins afgeschermd, dat wij menen dat geen nadelen zullen ontstaan bij de planologische inpassing van het bouwplan.
8\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
2 Uitgangspunten risicoanalyse planschade 2.1
Algemeen
Wanneer ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling een bestemmingsplanherziening noodzakelijk is of een projectbesluit moet worden genomen, is het mogelijk dat derden door de wijziging van het planologische regime in een nadeligere positie komen in vergelijking met het voorgaande planologische regime. Zodoende kunnen benadeelden op grond van artikel 6.1 Wro voor een tegemoetkoming in planschade in aanmerking komen. Artikel 6.1 Wro luidt als volgt: 1. Burgemeester en wethouders kennen degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als gevolg van een in het tweede lid genoemde oorzaak, op aanvraag een tegemoetkoming toe, voor zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de tegemoetkoming niet voldoende anderszins is verzekerd 2. Een oorzaak als bedoeld in het eerste lid is: a) Een bepaling van een bestemmingsplan of inpassingsplan, niet zijnde een bepaling als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, of van een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 b) Een bepaling van een planwijziging of een planuitwerking, onderscheidenlijk een ontheffing of een nadere eis, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a tot en met d c) Een krachtens een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 verleende ontheffing d) Een besluit als bedoeld in artikel 3.10, 3.22, 3.23, 3.27, 3.29 of 3.40 e) De aanhouding van een besluit omtrent het verlenen van een bouw-, sloop- of aanlegvergunning ingevolge artikel 50, eerste lid, van de Woningwet, onderscheidenlijk artikel 3.18, tweede of vierde lid, en artikel 3.20, vijfde lid f)
g)
Een bepaling van een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 of van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3, voorzover die bepaling een weigeringsgrond bevat als bedoeld in de artikelen 3.16, eerste lid, onder c, of 3.20, derde lid, onder b Een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 10.4
Voor de beoordeling of sprake is van schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro gelden een aantal criteria.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
9\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
2.2
Belanghebbende
Het begrip “belanghebbende” is op basis van artikel 49 WRO bij de rechter diverse malen getoetst. Aangenomen wordt dat dit begrip niet wezenlijk wijzigt onder de vigeur van de Wro, hoewel in de Wro wordt gerefereerd aan de terminologie ‘degene die schade lijdt’. Het belanghebbendenbegrip bij planschade wordt in de Wro niet nader uitgeschreven. In deze analyse zal de term ‘belanghebbende’ worden gebruikt in de zin van degene die (mogelijk) schade lijdt. In het algemeen dient als belanghebbende éénieder te worden aangemerkt die belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn aanvraag. Degene die gemotiveerd stelt dat hij schade lijdt als gevolg van een planologische maatregel zal reeds daarom als belanghebbende in de zin van artikel 6.1 Wro dienen te worden aangemerkt. Meestal is echter diegene belanghebbend die op het moment van het inwerking treden van de nieuwe planologie een zaken- of verbintenisrechtelijke relatie heeft met de onroerende zaak in verband waarmee om een tegemoetkoming in planschade wegens een planologisch nadeliger situatie wordt gevraagd. Per 22 juni 2005 dient ook een contractspartner (een initiatiefnemer) van de gemeente als belanghebbende bij de behandeling van een aanvraag om vergoeding van planschade te worden gezien, tenminste indien de aanvraag ziet op een door de initiatiefnemer ingediende en verleende aanvraag om wijziging van de planologie en er met deze initiatiefnemer door de gemeente een planschadeverhaalsovereenkomst is gesloten voor het door hem te realiseren project. Dit was voorheen geregeld in artikel 49a WRO. Deze regeling is in eenzelfde strekking overgenomen in artikel 6.4a Wro. Met de in deze risico-analyse genoemde belanghebbenden worden niet bedoeld de hiervoor genoemde initiatiefnemer. Wel worden hiermee bijvoorbeeld bedoeld de eigenaren, huurders of gebruikers van objecten in de omgeving van het project die mogelijk planschade zouden kunnen lijden als gevolg van de (voorgenomen) wijziging van het vigerende planologische regime.
2.3
Onherroepelijkheid en rechtskracht
Artikel 6.1 Wro gaat uit van planologische maatregelen die onherroepelijk zijn geworden. Pas dan kan op een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade worden beslist. De datum van het inwerkingtreden van de planologische maatregel is volgens heersende jurisprudentie evenwel de peildatum waarnaar eventuele schade bepaald dient te worden. Onder de werking van de Wro zal dit niet anders zijn. Tijdens het opstellen van deze risico-analyse is nog geen sprake van een dergelijke status van de voorgenomen planologische maatregel. Omdat enerzijds de markt voor onroerende zaken en anderzijds effecten van wetgeving op termijn nauwelijks kunnen worden ingeschat, wordt voor het eventueel bepalen van de waarden en schade uitgegaan van een fictieve peildatum, te weten mei 2009. Opgemerkt wordt dezerzijds dat tussen de in dit advies mogelijk genoemde bedragen en de te zijner tijd eventueel daadwerkelijk te vergoeden
10\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
planschade verschillen kunnen optreden, wanneer het nog geruime tijd duurt voordat de nieuwe planologie rechtskracht verkrijgt en onherroepelijk wordt.
2.4
Het causale verband tussen schade en de planologische maatregel
Tussen de gestelde schade en de planologische maatregel moet een causaal verband aanwezig zijn. In dit geval is het causale verband tussen eventuele schade voor de voornoemde betrokken onroerende zaken en het voorgenomen project, althans de planologische wijziging die dit te zijner tijd mogelijk zal gaan maken, aanwezig.
2.5
Zijn de planologische maatregelen voor belanghebbende(n) nadeliger dan het voorheen geldende planologische regime?
Bij de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade op grond van artikel 6.1 Wro dient te worden bezien of sprake is van een wijziging van het planologische regime, waardoor een belanghebbende in een nadeliger positie is komen te verkeren ten gevolge waarvan hij schade lijdt of zal lijden. Hiertoe dient een (geobjectiveerde) vergelijking te worden gemaakt tussen de beweerdelijk schadeveroorzakende planologische maatregel en het voordien geldende planologische regime. Een belanghebbende komt in een planologisch nadeliger situatie te verkeren, wanneer de bouw- en gebruiksmogelijkheden die op basis van het nieuwe planologische regime maximaal kunnen worden gerealiseerd nadeliger gevolgen hebben dan de mogelijkheden die op basis van het voorheen geldende planologische regime maximaal werden toegestaan. Maximalisatie van de planologische regimes lijdt alleen dan uitzondering, als met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bepaalde bouw of bepaald gebruik niet kan of zal worden gerealiseerd. De feitelijke situatie is in beginsel niet maatgevend. Onder de werking van de WRO betekende dit dat ook de binnenplanse flexibiliteitsbepalingen moesten worden betrokken in de planvergelijking (bijvoorbeeld binnenplanse vrijstellingsbevoegdheden zoals bedoeld in artikel 15 WRO). In de Wro is de regeling inzake planmaximalisatie gewijzigd. Onder de werking van artikel 6.1 Wro mogen de in een bestemmingsplan begrepen binnenplanse flexibiliteitsbepalingen niet worden meegenomen bij de maximale invulling van de bepalingen van deze plannen. Het gaat hierbij om de in artikel 3.6 Wro genoemde wijzigingsbevoegdheid, uitwerkingsplicht, ontheffingsbevoegdheid, de bevoegdheid nadere eisen te stellen en de bevoegdheid grenscorrecties door te voeren. Als aan deze bevoegdheden toepassing wordt gegeven, gelden zij onder de werking van de Wro als zelfstandige planschadegrondslag.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
11\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
2.6
Welke schade lijdt belanghebbende ten gevolgen van een eventueel nadeliger planologische maatregel?
Als blijkt dat een belanghebbende in planologisch opzicht in een nadeliger positie is komen te verkeren, dan dient de daaruit voortvloeiende schade per peildatum vastgesteld te worden. Schade in de zin van artikel 6.1 Wro kan, volgens de letterlijke tekst van de wet, bestaan uit waardevermindering van een onroerende zaak of inkomensderving.
2.7
Is er sprake van voorzienbaarheid en risicoaanvaarding?
Indien een belang tot de betrokken onroerende zaak werd verkregen nadat de schadeveroorzakende planologische maatregel bekend is gemaakt, leidt dat tot het oordeel dat een belanghebbende ten tijde van het verkrijgen van dit belang behoorde te weten van deze voor hem negatieve planologische ontwikkeling. In dat geval wordt hij geacht actief het risico te hebben aanvaard en blijft eventuele schade ten laste van de aanvrager, omdat deze schade voor hem voorzienbaar was. In artikel 6.3 Wro wordt daartoe gesteld dat met betrekking tot de voor vergoeding in aanmerking komende planschade burgemeester en wethouders bij hun beslissing op de aanvraag in ieder geval de voorzienbaarheid van de schadeoorzaak betrekken. Een en ander geldt eveneens als ten tijde van het verkrijgen van het belang een belanghebbende wist of behoorde te weten dat de gemeente voornemens was de schadeveroorzakende planologische situatie te wijzigen. Dit betekent dat ook bijvoorbeeld een structuurvisie of een ter inzage gelegd ontwerp voor een bestemmingsplan kan leiden tot de conclusie dat belanghebbende die, nadat dergelijke ontwikkelingen gepubliceerd en/of afgekondigd zijn, zich toch ter plaatse vestigde, daarmee het risico van eventuele schade heeft aanvaard. Of sprake is van voorzienbaarheid van de planologische wijziging op grond waarvan het daaruit voortvloeiende nadeel redelijkerwijs voor rekening dient te blijven van degene die stelt schade te hebben geleden, moet worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag of ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Het is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft. Het voorgenomen project zal planologisch mogelijk worden gemaakt door een nieuw bestemmingsplan of projectbesluit. Mocht risicoaanvaarding een vraagstuk opleveren, dan kan daarbij in ieder geval aangehouden worden de eerste datum waarop bekendheid met het voorgenomen project verondersteld mag worden. In dit advies is, tenzij er specifiek melding van wordt gemaakt, geen rekening gehouden met voorzienbaarheid of risicoaanvaarding in welke vorm ook (dus ook niet met voorzienbaarheid en risicoaanvaarding zoals die zou kunnen optreden als gevolg van een in het vigerende
12\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
bestemmingsplan mogelijk opgenomen wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro), omdat de vraag of er sprake is van omstandigheden op basis waarvan eventuele schade voor rekening van belanghebbenden behoort te blijven een afzonderlijk onderzoek vergt van ieder mogelijk getroffen object. Mocht risicoaanvaarding bij een bepaalde onroerende zaak een rol spelen, dan moet het voor dit object begrote bedrag, doorgaans volledig, in mindering worden gebracht op het totaal van het in deze risicoanalyse eventueel geschatte bedrag aan te verwachten planschade. Het nadeel dat zal worden veroorzaakt door de planologische wijziging voor de betreffende eigenaar zal dan immers voor diens eigen rekening en risico behoren te blijven.
2.8
Is de schade anderszins verzekerd (subsidiariteit)?
Wanneer planschade deels of geheel anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door onteigening of aankoop, dient de vergoeding van die schade in mindering te worden gebracht op de in het kader van artikel 6.1 Wro bepaalde schade. De tegemoetkoming in de planschade ex artikel 6.1 Wro wordt normaliter betaald in geld. Als door derden een tegemoetkoming in mogelijke schade zoals bedoeld in artikel 6.1 Wro wordt betaald aan een belanghebbende, dan is het aan te raden expliciet vast te leggen in bijvoorbeeld een overeenkomst dat de schade is vastgesteld en wordt betaald in het kader van artikel 6.1 Wro, een en ander om te voorkomen dat nadien alsnog (en dus dubbel) planschade moet worden vergoed. Dit geldt ook voor compensatie in natura. Een aanvrager kan, zo blijkt uit artikel 6.1.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), wel aangeven dat hij de schade op een andere manier dan in geld gecompenseerd wil zien (in natura derhalve). De aanvrager moet dan ook zelf aangeven hoe. Daarbij dient uiteraard te worden bedacht dat dit mogelijk moet zijn.
2.9
Verjaringstermijn voor aanvragen om een tegemoetkoming in de planschade
Artikel 6.1 lid 4 Wro bepaalt dat een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1 Wro moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop de oorzaak, bedoeld in het eerste lid, onherroepelijk is geworden. Wordt een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade niet ingediend binnen vijf jaar na onherroepelijkheid van de schadeveroorzakende maatregel, dan dient de aanvraag niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.10 Forfaitair eigen risico van 2 % en normaal maatschappelijk risico In artikel 6.2 lid 2 Wro is bepaald dat 2 % van de waarde van een onroerende zaak of van inkomen in ieder geval voor eigen rekening van de aanvrager moet blijven, tenzij de vermindering het gevolg is van de bestemming van de tot de onroerende zaak behorende grond of van op de onroerende zaak betrekking hebbende regels als bedoeld in artikel 3.1 Wro.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
13\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
In dit laatstgenoemd artikel wordt vermeld dat in een bestemmingsplan regels worden gesteld omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. Het vorenstaande betekent dat het forfaitaire ‘eigen risico’ van 2 % niet geldt voor schade die wordt veroorzaakt op het eigen perceel, de zogenaamde directe planschade. Voormeld percentage is afgeleid van een te verwachten waardefluctuatie voor een bepaalde periode in de toekomst. Met artikel 6.2 Wro wordt echter tevens de term ‘normaal maatschappelijk risico’ geïntroduceerd in de Wro. Werd onder de werking van de WRO aan deze term nauwelijks meer betekenis gegeven, in de Wro stelt de wetgever dat in ieder geval 2 % van de schade voor rekening en risico van een aanvrager dient te blijven. De wetgever bedoelt hiermee dat, naast het forfaitaire eigen risico van 2 %, ook een aftrek vanwege normaal maatschappelijk risico mag worden gehanteerd in een planschadebeoordeling. Hoe hoog deze aftrek vanwege een normaal maatschappelijk risico mag of kan zijn, is geheel afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. Regels aangaande normaal maatschappelijk risico zijn te vinden in oudere planschadejurisprudentie en ook in jurisprudentie aangaande nadeelcompensatie en (on)zelfstandige schadebesluiten. In deze analyse is ervan uitgegaan dat het normaal maatschappelijk risico in casu geen rol speelt.
2.11 Kosten van deskundige bijstand en wettelijke rente In artikel 6.5 Wro is imperatief bepaald dat burgemeester en wethouders bij toekenning van een tegemoetkoming in planschade tevens de redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand vergoeden, alsmede de wettelijke rente te rekenen met ingang van de datum van ontvangst van de aanvraag.
14\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
3 Planologische vergelijking 3.1
Algemeen
Bij het beantwoorden van de vraag of sprake is van schade ex artikel 6.1 Wro is een vergelijking van opvolgende planologische regimes het uitgangspunt. Bezien moet worden of belanghebbende(n) in planologisch opzicht in een nadeliger positie is (zijn) gekomen. Daartoe wordt een vergelijking gemaakt tussen de maximale invulling van de planologische mogelijkheden op grond van het vigerende bestemmingsplan “Overvecht” enerzijds en het bouwplan waarvoor een nieuw bestemmingsplan in procedure zal worden gebracht anderzijds. Daarbij dienen bij het thans nog vigerende bestemmingsplan de flexibiliteitsbepalingen wel te worden overwogen, bij het nieuwe planologische regime niet.
3.2
Vigerende planologische regime
Ter plaatse van het beoogde bouwplan vigeert het bestemmingsplan “Overvecht” van de gemeente Utrecht. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 26 augustus 1982, door Gedeputeerde Staten bij besluit van 6 maart 1984 voor zover relevant goedgekeurd en daarna onherroepelijk geworden.
Figuur 3.1 Fragment van de plankaart, met blauw is globaal de betreffende nieuwbouwlocatie aangegeven.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
15\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
De planlocatie kent op basis van het vigerende bestemmingsplan de volgende bestemmingen: “Openbare en bijzondere gebouwen en bijbehorende terreinen (BB)” en “Wegen”. Artikel 3 Openbare en bijzondere gebouwen en bijbehorende terreinen 1. De op de kaart voor “openbare en bijzondere gebouwen en bijbehorende terreinen (BB)” aangewezen gronden zijn bestemd voor religieuze, educatieve, sociaal-culturele, medische doeleinden en sportdoeleinden alsmede voor doeleinden ten behoeve van de openbare dienstverlening met de daarbij behorende bouwwerken, zoals kerken, scholen, verenigingsgebouwen, buurthuizen, een sporthal, bejaardensociëteiten, consultatiebureaus, kleuterscholen, kleuterspeelzalen, crèches, bibliotheken, politiebureaus en wijkgebouwen en bij deze functies behorende en noodzakelijke dienstwoningen, en open terreinen waaronder parkeerplaatsen 2. Ten aanzien van de bebouwing van de in het eerste lid bedoelde gronden wordt bepaald, dat a. De bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan het op de kaart aangegeven percentage van de voor bebouwing bestemde terreinoppervlakte b. De goothoogte van enig gebouw niet meer mag bedragen dan op de kaart is aangegeven c. Bij elke instelling ten hoogste één dienstwoning mag worden gebouwd, waarvan de inhoud niet meer dan 400 m³ mag bedragen. Bij een vrijstaande dienstwoning mag de goothoogte niet meer dan 5,5 m bedragen d. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 5 m mag bedragen 3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde: a. In het tweede lid onder a en b met ten hoogste 10 % van het aldaar genoemde percentage of de aldaar genoemde maat b. In het tweede lid onder c met betrekking tot de goothoogte van vrijstaande dienstwoningen voor een goothoogte van ten hoogste 6 m c. In het eerste lid en het tweede lid onder d voor de bouw van een windenergie-installatie, met inachtneming van de volgende regels: i.
De vrijstelling mag uitsluitend worden toegepast op de in het eerste lid bedoelde
ii.
gronden welke zijn gelegen binnen de op de kaart aangegeven zonegrens IX De hoogte mag niet meer dan 24 m bedragen
Artikel 30 Wegen 1. De op de kaart voor “wegen” aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen (met inbegrip van de nodige rijwegen, parkeerstroken, fietspaden, voetpaden, onderdoorgangen en bermen) met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder viaducten, bruggen, kunstwerken, portalen, abri’s, telefooncellen en beeldende kunst (met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen)
16\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
2. Ten aanzien van de bebouwing van de in het eerste lid bedoelde gronden wordt nog bepaald, dat de bouwwerken zodanig moeten worden gebouwd, dat het verkeer niet wordt gehinderd. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 10 m² bedragen en de goothoogte mag niet groter zijn dan 2,5 m 3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid voor: a. De bouw van luifels op de in het eerste lid bedoelde gronden ten behoeve van de
b.
3.3
aangrenzende bestemmingen “bebouwing met winkels”, “bebouwing met winkels en bovenwoningen” en “bebouwing met winkels en kantoren” De bouw van een muziektent op de in het eerste lid bedoelde gronden, voor zover deze gronden zijn gelegen bij het winkelcentrum aan de Seinedreef
Toekomstige situatie
Het bouwplan betreft een wooncomplex op de hoek Amazonedreef/Paranadreef te Utrecht.
Figuur 3.2 Het bouwplan
risicoanalyse planschade Amazonedreef
17\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
Het te bouwen appartementencomplex beschikt over 103 woningen en één commerciële ruimte. Ten noordoosten van het complex wordt een ruim parkeerterrein aangelegd met circa 177 parkeerplaatsen. Op het binnenterrein van het complex worden nog eens 80 parkeerplaatsen gerealiseerd. Het complex telt vijf bouwlagen. Derhalve zal worden uitgegaan van een bouwhoogte van circa 15 meter. Ten tijde van het opstellen van deze risicoanalyse is de gewenste planologie nog slechts een voornemen. Wij gaan ervan uit dat te zijner tijd het bouwplan één op één zal worden overgenomen in het nog in procedure te brengen nieuwe bestemmingsplan.
3.4
Planvergelijking
Op de locatie waar het plan zal worden gerealiseerd, geldt onder de werking van de “oude” planologie deels de bestemming ‘Openbare en bijzondere gebouwen en bijzondere terreinen’ en deels de bestemming ‘Wegen’. De gronden waar in de nieuwe situatie het parkeerterrein zal worden aangelegd had reeds de bestemming ‘Wegen’. Ingevolge deze bestemming konden deze gronden reeds worden ingericht ten behoeve van parkeren. Ingevolge de bestemming ‘Openbare en bijzondere gebouwen en bijzondere terreinen’ was het reeds mogelijk de relevante gronden voor 66 % te bebouwen met ondermeer kerken, scholen, verenigingsgebouwen, buurthuizen, sporthal, bejaardensociëteiten, consultatiebureaus, bibliotheken, politiebureaus en dienstwoningen. Voorts was het mogelijk op open terrein parkeerplaatsen aan te leggen. De gebouwen mogen een goothoogte hebben van 6,6 meter met daarboven een forse kap. Ingevolge de bouwverordening kan een nokhoogte van 15 meter niet worden uitgesloten. Thans is het mogelijk de relevante gronden te bebouwen met een wooncomplex zoals bovenstaand omschreven. Het gebouw zal een bouwhoogte krijgen van circa 15 meter (rechte gevel). De bebouwing wordt nagenoeg geheel binnen het bestaande bebouwingsoppervlak opgericht. Slechts op een smalle strook van een paar meter breed na zal het bestaande bebouwingsvlak worden overschreden. Het bebouwingspercentage van de geplande nieuwbouw bedraagt circa 60 %. Voorts was het reeds mogelijk aan iedere zijde van het bebouwingsvlak een aaneengesloten bebouwingsfront te realiseren. Ten aanzien van de bebouwing kan geen relevante verslechtering geconstateerd worden. In de oude situatie was het reeds mogelijk een gelijke bouwhoogte te bereiken. Tevens blijft de bebouwing binnen het reeds toegestane bebouwingspercentage, waardoor ook ten aanzien van de bebouwingsomvang geen relevante verslechtering geconstateerd kan worden. Slechts ten aanzien van de goothoogte (gevelhoogte) kan een verslechtering worden geconstateerd.
18\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
Gelet echter op de mogelijkheid van een steile kap (zoals ondermeer mogelijk bij een sporthal) met eenzelfde totale bouwhoogte kan ook dit aspect geen relevante verslechtering veroorzaken. Ten aanzien van het uitzicht kan derhalve geen relevante achteruitgang worden geconstateerd. Ten aanzien van het gebruik wordt opgemerkt dat de gronden in de nieuwe situatie intensief gebruikt zullen worden ten behoeve van het nieuw te realiseren woongebruik. Gelet echter op het reeds mogelijke, intensieve gebruik ten behoeve van bijvoorbeeld een ziekenhuis of scholen (met bijbehorende verkeersaantrekkende werking) kan ten aanzien van het gebruik geen relevante verzwaring geconstateerd worden. Ook ten aanzien van de privacy kan gelet op een overeenkomstige bouwhoogte en het reeds mogelijke permanente gebruik geen relevante verslechtering worden geconstateerd. Resumerend wordt vastgesteld dat omliggende woningen reeds rekening te houden hadden met bebouwing van soortgelijke omvang en bouwhoogte. Slechts een zeer beperkte overschrijding van het bebouwingsvlak kan als nadeel worden aangemerkt. Ten aanzien van het gebruik kan ingevolge het bovenstaande geen relevante verzwaring worden onderscheiden. Op grond van het bovenstaande is de conclusie dat voor omliggende objecten geen planschade hoger dan 2 % te verwachten valt. Gelet op het forfaitair eigenrisico van 2 % van omwonenden wordt geen risico op voor vergoeding in aanmerking komende planschade ex artikel 6.1 Wro geacht aanwezig te zijn. In dit advies wordt derhalve niet toegekomen aan een vergelijking per risicocluster.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
19\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
20\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
4 Overige relevante overwegingen 4.1
Bodemverontreiniging
In dit advies omtrent risico’s op planschade is op geen enkele manier rekening gehouden met mogelijke verontreiniging van of in bodem en/of grondwater die een rol zou kunnen spelen bij de schatting van waarden of waardedalingen. Het zou te ver voeren mogelijke relaties van verontreinigingen en planschade in deze analyse aan de orde te laten komen.
4.2
Niet nader onderzochte objecten
Er is geen rekening gehouden met mogelijk nadelige gevolgen voor (andere) woningen of bedrijven in de nabije of verdere omgeving van het bouwplan (dan) die in deze analyse onder twee reeds zijn genoemd en die te maken zouden kunnen gaan krijgen met bijvoorbeeld verkeers- casu quo logistieke belemmeringen, problemen in verband met de bereikbaarheid of beperkingen in vergunningen of exploitatiemogelijkheden. De risico’s op dergelijke gevolgen zijn op voorhand niet in te schatten, doch zijn ook niet aannemelijk.
4.3
Verwijzingen naar jurisprudentie
Omwille van de leesbaarheid van dit advies, is er voor gekozen zo weinig mogelijk verwijzingen op te nemen naar specifieke jurisprudentie op het gebied van planschade en andersoortige (bestuursrechtelijke) schadevergoedingen. Met de inmiddels uitgebreide planschadejurisprudentie en -wetgeving is in dit advies rekening gehouden.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
21\23
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
22\23
risicoanalyse planschade Amazonedreef
Kenmerk R005-4641958KRM-ege-V01-NL
5 Conclusie Op grond van het vorenstaande is de conclusie dat, als gevolg van de (voorgenomen) wijziging van de vigerende planologie die het bouwplan mogelijk zal gaan maken, geen risico’s op voor vergoeding in aanmerking komende planschade ex artikel 6.1 Wro aanwezig zijn. Opdrachtgever en gemeente worden geadviseerd met deze conclusie en de overwegingen in de risicoanalyse in de komende besluitvorming rekening te houden.
risicoanalyse planschade Amazonedreef
23\23