Bijlage bij “Beroeps- en opleidingsprofiel Financial Services Management 2010” De relaties tussen: A. Competenties Domein Economics B. Competentiegebieden Financial Services Management C. Generieke Competenties (Dublin-descriptoren)
A.Domein Economics Deze Body of Knowledge heeft, op expliciet verzoek van het werkveld, tot doel het werkveld te informeren over de inhoud van de opleidingen die in het domein zijn verenigd, met betrekking tot de kenniscomponenten, vaardigheden en skills, die de afgestudeerden van dit domein minimaal bezitten. Het domein Economics is vooral/ in essentie/met name gericht op de financiële huishouding/ organisatie van een onderneming/ bedrijf, en in mindere mate de particulier. Het inrichten, beheren en controleren van een administratie en de daarbij behorende administratieve organisatie van een bedrijf is een belangrijke taak van iemand die opereert in dit domein. Daarnaast behoren het opmaken, beoordelen en controleren van financiële (deel)rapportages ten behoeve van het management en het maatschappelijk verkeer tot de belangrijke taakgebieden van iemand die binnen dit domein werkzaam is. Zij is daarnaast een belangrijke interne/externe adviseur voor de ondernemer op bovengenoemd terrein en op het terrein van de financiële en fiscale positie van het bedrijf. Binnen het domein economics is de opleiding Financial Services Management (FSM) met name gericht op productontwikkeling en marktbewerking, advies en verkoop van financiële en zakelijke producten/diensten aan de particulier en aan het MKB. Iemand die werkzaam is binnen dit domein kan tevens opereren in de administratieve, financiële en/of fiscale dienstverlening t.b.v. van particulieren. De opleidingen binnen het domein Economics leiden onder andere op tot hogere (management) functies in accountancy, zowel in de controlepraktijk alsook in de samenstelen adviespraktijk. Daarnaast zijn er opleidingen voor de meer “Controllingachtige” functies, zeg maar de functies waar de bedrijfseconomische ondersteuning van het management centraal staan. Tot slot zijn er binnen dit domein de opleidingen waarbij, het bepalen van de fiscale en de financiële positie van het bedrijf ten behoeve van management en de ondernemer tot core business wordt gerekend. Daarbij dient te worden aangetekend dat het bepalen van de fiscale dan wel financiële positie, weliswaar in mindere mate, ook geldt ten behoeve van particulieren. Het domein Economics bestaat uit vier opleidingen: • Accountancy • Bedrijfseconomie • Fiscale Economie • Financial Services Management Accountancy Accountancy is de opleiding die namens het maatschappelijk verkeer primair opleidt voor de functie van wettelijk controleur gebaseerd op een in de wet RA (registeraccountant) en de wet AA (accountant-administratie-consulent) duidelijk omschreven wettelijke bevoegdheid. Bedrijfseconomie Bedrijfseconomie leidt studenten op voor financiële managementfuncties binnen bedrijven en organisatie ten behoeve van het management dan wel de directie/eigenaar van die bedrijven c.q. organisaties.
Fiscale Economie De afgestudeerde van deze opleiding begeleidt de ondernemer, c.q. het bedrijf met betrekking tot zijn fiscale positie en is in de regel degene, die namens het management en/of directie van het bedrijf, het bedrijf vertegenwoordigt in haar contacten met de belastingdienst. Financial Services Management De opleiding Financial Services Management leidt op voor management functies binnen de financiële en zakelijke dienstverlening. De kwaliteitseisen en de wettelijke eisen (“zorgplicht” in het kader van de Wft) aan deze beroepsgroep stijgen aanzienlijk. De opleidingen van het domein Economics worden aangeboden door 22 instellingen in Nederland. Jaarlijks leveren zij binnen het domein zo’n 3500 afgestudeerden af, die de internationaal erkende titel Bachelor mogen dragen. Economics is hier breed opgevat. Binnen het domein zijn er zowel intern gerichte (binnen de organisatie/het bedrijf b.v. de controller; ) financiële functies, als ook meer extern gerichte financiële functies (zelfstandig gevestigde dienstverlener tbv. bedrijf/instelling en/of particulier: bv. de accountant, de fiscalist). Bij de intern gerichte functie gaat het vooral om de volgende werkzaamheden: het verzamelen, structureren en op een systematische wijze vastleggen van financiële gegevens op basis waarvan het management in staat is een onderneming adequaat te besturen. Bij de meer extern gerichte functie gaat het veeleer om controle op (accountant) en dienstverlening aan bedrijven ( Fiscalist en de Financiële adviseur-> FSM). De FSM,er vertaalt ontwikkelingen in de interne en externe bedrijfsomgeving naar (nieuwe) producten en adviezen aan particulier en de ondernemer. In het bijzonder de accountant, die belast is met de controle van de gegenereerde financiële gegevens, zal middels zijn controle zekerheid toevoegen aan de betrouwbaarheid (juistheid, volledigheid en tijdigheid) van de financiële informatie ten behoeve van derden. De fiscalist vertaalt fiscale wetgeving voor het bedrijf in concrete fiscale adviezen/begeleiding aan het bedrijf c.q. aan de directie van het bedrijf Een financieel adviseur zal in haar dienstverlening naar bedrijven en particulieren toe op basis van beoordelingen van de financiële rapportages komen met een concreet financieel plan/financieringsplan ten behoeve van de opdrachtgever. B ODY OF KNOW LEDGE & S KILLS De term Body of Knowledge & Skills (hierna: BoKS) staat voor het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes van de beroepsbeoefenaar. Voor de domeinen binnen de sector HEO is deze BoKS verwoord in de zogenaamde domeincompetenties. Deze geven aan wat de afgestudeerden van opleidingen binnen een bepaald domein moeten kennen en kunnen om als professional succesvol te opereren in de beroepspraktijk. Voor de afgestudeerden van opleidingen binnen het domein Economics is geformuleerd dat deze over de volgende competenties moeten beschikken: 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s. 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
Elke afgestudeerde bachelor of Economics bezit al deze competenties, maar er zijn afhankelijk van de gekozen invalshoek en focus uiteraard duidelijke accentverschillen per opleiding, zoals blijkt uit onderstaande schematische weergave. De kenniscomponent van de domeincompetenties bestaat uit drie elementen, waarvan de elementen 2 en 3 wel te onderscheiden zijn, maar nauwelijks te scheiden: 1. Basics: de basiskennis waarover elke afgestudeerde bachelor of Economics beschikt. 2. Visions: belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen binnen het beroepenveld van het domein. 3. Trends: actuele ontwikkelingen en inzichten, die relevant zijn voor de bachelor opleiding. Hierna wordt in meerdere of mindere mate een indruk gegeven geven van de ‘basics’ per domeincompetentie en van enkele belangrijke ‘visions’ en ‘trends’. Bij de illustratie van de ‘basics’ wordt steeds een aantal bij de betreffende competentie behorende fundamentele deskundigheidsgebieden opgesomd, gevolgd door voorbeelden van majeure theorieën, modellen of literatuur die binnen die deskundigheidsgebieden door de opleidingen van het domein worden aangeboden. Uiteraard is deze opsomming van voorbeelden niet limitatief. Voor een meer uitputtende weergave wordt verwezen naar de onderscheiden curricula van de opleidingen. Voor een uitgebreider (en maandelijks geactualiseerd) overzicht zie www.hbo-raad.nl/boksheo/economics
B ASICS Domein competentie 1: Informatiesystemen Boekhoudcyclus, Financiële administratie (kolommenbalans, voorafgaande journaalposten, jaarrekening), Voorraadadministratie (inkoop- en verkoopproces, fifo, lifo, vvp), Salarisadministratie (urenberekening, brutoloon/netto ), Sociale zekerheid, Loonbelasting, BTW, Fabricageboekhouding, Fiscale jaarrekeningen en Consolidaties, Kosten (directe en indirecte methode, opslagmethodes, kostenplaatsenmethode, productiecentramethode, Activity Based Costing,), PDCA-cyclus, TQM, Enterprise Resource Planning (ERP), Quick en risico-scans, Business Performance Tools, Herontwerp ICT/ERP. Informatie- en communicatietechnologie. Domein competentie 2: Administratieve organisatie Flow-charts, Functiescheiding, Waardekringloop, Systeembenadering, Grondslagen AO, Automatisering en IT, ERP, Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing, Controleleer, EDPauditing, Verandermanagement. Organisatie van Mensen; Structuren en Processen (people, structures and processes). Betrouwbaarheid van informatie. Domein competentie 3: Financieel economische en fiscale risico’s Kasstroomoverzicht / liquiditeitsbegroting, Hefboomwerking, Ratioanalyse, Werkkapitaalbeheer, Vermogensaantrekking, Risicoanalyse (rente, valuta fiscaal), Investeringsselectie, Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Omzetbelasting, Vennootschapsbelasting, Risicoanalyse, Risico-instrumenten, Waardenmanagement, Duration, Rentevisie, Valutaexposure, Derivaten, Emissies, Transfer pricing, Responsibility centra, Waardenketenanalyse, PDCA-cyclus, Fiscale consequenties ondernemingsstructuur, Cash Management, Treasury Management, Fiscale advisering. Risicomanagement . Domein competentie 4: Financieel economische en fiscale besluitvorming Macro-economie, Meso-economie, Marketing, SWOT / confrontatiematrix, Balans, verlies en winstrekening, kasstroom, Kostencalculaties, Ondernemingsrecht, Belastingrecht, Verschillenanalyse, Outsourcing, Investeringsselectie, Economische orde en economische politiek, Juridisch beleid, Budgetteren, Interne en externe verslaggeving, IFRS, kwaliteitscyclus, AO-IB, Kosten. Naleving van wet- en regelgeving (compliance). Domein competentie 5: Informatieverstrekking Balans, verlies en winstrekening, Fiscale aangiftes, Externe verslaggeving (grondslagen), IFRS, Fiscale jaarrekening, Waarderingsvraagstukken, Consolidatie, Ondernemingsrecht, Faillissementsrecht, Controleleer, Procesinrichting, Investeringsvraagstukken, Corporate Governance, Bezwaar- en beroep. Relevantie van informatie. Domein competentie 6: Advisering Inkomstenbelasting, Omzetbelasting, Financiële rekenkunde en levensverzekeringswiskunde; Financiering particulier (hypotheek; particuliere verzekeringsproducten en financieringsproducten t.b.v. het MKB segment), Ondernemingsfinanciering, Employee benefits, VPB en OB, Fusies en overnamen, Waardering van activa, Proces indicatoren, efficiëntie en effectiviteit van de bedrijfsvoering. Bewaking van activa van organisaties. En de twee ALGEMENE DOMEINCOMPETENTIES (bij elk domein toe te voegen): Domein competentie 7: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken:
multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten. Domeincompetentie 8: Zelfsturende competentie (intra-persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. Visions & Trends Visions: Voor de opleiding Accountancy: Steeds meer zal merkbaar worden dat de invloed van wet- en regelgeving op het accountantsberoep en daarmee op de opleiding zijn invloed zal doen gelden. De belangrijkste oorzaak daarvan is de eis naar absolute betrouwbaarheid van (gepubliceerde) financiële gegevens van alle organisaties ten behoeve van het maatschappelijk verkeer als geheel en dat zowel op nationaal als ook op internationaal niveau. Er komen steeds meer organisaties met internationale vertakkingen. Regelgeving vanuit de Europese Unie (IFRS; NVCOS etc) zullen steeds meer samengevoegd gaan worden met Amerikaanse regelgeving (USGAAP; SOX etc.) Voor de opleiding Bedrijfseconomie: De toenemende internationale concurrentie zal er toe leiden dat de strategieontwikkeling in bedrijven steeds meer een korte in plaats van een lange termijn karakter krijgt. Het gevolg is dat het management nog meer dan in het verleden voorzien moet worden van informatie als basis voor de uitwerking van strategische keuzes. Het vaststellen van de kritische prestatie indicatoren met daarbij de inrichting en uitvoering van de plan- en controlcyclus zal bij uitstek het werkterrein van de afgestudeerde HBO bedrijfseconoom worden. Voor de opleiding Fiscale Economie: Het wordt steeds belangrijker voor bedrijven dat ze goed kunnen inschatten hoe hun fiscale positie is. Een fiscalist zal in zijn werkzaamheden als fiscale begeleider tbv de ondernemer dat steeds meer aandacht moeten geven. Voor de opleiding Financial Services Management: Vergroting van transparantie en bescherming van de klant, zorgplicht (heel belangrijk is in dit verband de Wft). Er is bovendien sprake van een terugtredende overheid op het terrein van de sociale zekerheid en tevens een verdere reductie van fiscale facilitering van toekomstvoorzieningen. De burger wordt veel meer individueel verantwoordelijk voor het regelen van een adequaat en passend arrangement. Door de voortschrijdende internationalisering zullen de nog overwegend nationale markten voor bijvoorbeeld pensioenen en verzekeringen verder worden opengebroken (waarbij bijvoorbeeld het Nederlandse pensioensysteem als mogelijk exportproduct gezien wordt). Als gevolg van de kredietkrisis zal de regelgeving vanuit Basel (met Basel II en III) aangescherpt worden en zo in de bankensector een cruciale rol gaan spelen. De internationale verzekeringsbranche krijgt te maken met de invoering van Solvency II.
Trends: Voor de opleiding Accountancy: De voornaamste trends die binnen dit vakgebied zijn waar te nemen is de strikte scheiding tussen de wettelijke controle taak van de accountant en de (natuurlijke) adviesfunctie. Daarnaast speelt de toenemende internationalisering van organisaties een steeds grotere rol binnen de accountantspraktijk. Met name de emerging markets in het verre oosten zullen steeds vaker onderwerp van controle en advisering worden. Voor de opleiding Bedrijfseconomie: Automatisering blijft bij organisaties hoog op de agenda staan. Steeds meer bedrijven kiezen voor ERP-achtige pakketten die het noodzakelijk maken de inrichting van de bedrijfsprocessen tegen het licht te houden. De bedrijfseconoom met kennis van automatisering, inrichting van bedrijfsprocessen en bepaling van informatiebehoefte is de persoon die gevraagd zal worden het project te begeleiden. Voor de opleiding Fiscale Economie: Bij geschillen tussen de belastingdienst en belastingplichtige ( bedrijf/organisatie/particulier) is er een zekere tendens zichtbaar dat in toenemende mate geprocedeerd gaat worden door de belastingplichtige. Dit heeft vooral ook te maken met het feit dat er na de bezwaarfase ( bij de belastingdienst zelf) er nu twee fiscale beroepsinstanties zijn ( Rechtbank en Gerechtshof) voordat men in cassatie kan gaan. Voor de opleiding Financial Services Management: Vergroting van transparantie en bescherming van de klant, zorgplicht (heel belangrijk is in dit verband de Wft). Ten behoeve hiervan komt meer nadruk te liggen op het “Know-yourcustomer”-concept, mede in het kader van de nadruk die er op risicomanagement ligt, zal er van iedere klant een risicoprofiel opgesteld moeten worden. Tevens zullen afdelingen riskmanagement zowel interne als externe processen onder de loep nemen om o.a. de financiële risico’s in te schatten. Ook gaan banken en verzekeringsmaatschappijen, meer en meer dit soort onderzoeken in het kader van risicomanagement uitvoeren voor hun klanten. De in een snel tempo voortschrijdende internationale vervlechtingen van productieprocessen, markten en ondernemingen zullen verder leiden tot het openbreken van de nog overwegend nationale markten voor bijvoorbeeld pensioenen en verzekeringen en vervolgens tot internationale concurrentie.
B. Competentiegebieden FSM In het “Beroeps-en opleidingsprofiel 2010” van de opleiding Financial Services Management is een 26-tal competenties opgenomen. Deze competenties zijn gerubriceerd in de onderstaande 7 competentiegebieden: Competentiegebied 1. Verleent diensten Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 1.1.1. het adviseren; 1.1.2. het verkopen; 1.1.3. klantenbestand beheren; 1.1.4. marktbewerkingsplan opstellen. Competentiegebied 2. Nazorg en afwikkeling dienstverlening Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 1.2.1. productenmanagement (make or buy); 1.2.2. accepteren of afwijzen; 1.2.3. administratie verzorgen. Competentiegebied 3. Werken aan de business
Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 2.3.1. monitoren financieel resultaat; 2.3.2. beleidsdocument schrijven; 2.3.3. projectmatig werken; 2.3.4. bedrijfsprocessen aansturen; 2.3.5. kwaliteit verbeteren; 2.3.6. werken met informatietechnologie. Competentiegebied 4. (Samen)werken met medewerkers Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 2.4.1. rapporteren; 2.4.2. als teamplayer functioneren; 2.4.3. coachen. Competentiegebied 5. Werken vanuit de organisatie Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 2.5.1. inspelen op externe betrekkingen; 2.5.2. inspelen op politiek en economisch beleid; 2.5.3. inspelen op markt- en prijspeilontwikkeling; 2.5.4. ambassadeursrol vervullen. Competentiegebied 6. Werken aan de eigen professionaliteit Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 3.6.1. persoonlijk ontwikkelingsplan aansturen; 3.6.2. reflecteren; 3.6.3. benutten van leervermogen. Competentiegebied 7. Leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsgroep Trefwoorden voor competenties en prestatie-indicatie zijn: 3.7.1. artikel schrijven; 3.7.2. presentatie verzorgen; 3.7.3. toegepast onderzoek doen en informatie verwerken.
De BE-domeincompetenties in relatie tot de FSM-Competentiegebieden (Koppeling BE-Domeincompetenties en FSM-competentiegebieden (gerealiseerd niveau) )
BE-Domeincompetenties
FSM Competentiegebieden
Niveau
1.Ontwerpen, inrichten en onderhouden van financiële en niet financiële informatiesystemen 2.Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie 3.Bepalen en beheren van financieel-economische en fiscale risico’s
3.Werken aan de business
2
3.Werken aan de business
2
1.Verleent diensten 2.Nazorg en afwikkeling dienstverlening
3
4.Bepalen en verstrekken van financieeleconomische en fiscale informatie voor de besluitvorming 5.Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden
3.Werken aan de business 4.(Samen)werken met medewerkers 5.Werken vanuit de organisatie 7.Ontwikkeling van de beroepsgroep
3
6.Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.
1.Verleent diensten 2.Nazorg en afwikkeling dienstverlening 5.Werken vanuit de organisatie
3
7.Sociaal en communicatieve competentie
4.(Samen)werken met medewerkers 6.Werken aan de eigen professionaliteit
3
8.Zelfsturende competentie
6.Werken aan de eigen professionaliteit
3
3
C.De HBO-generieke competenties [ Dublin-descriptoren] Alle bachelors dienen bepaalde competenties in hun onderwijs te kunnen verantwoorden. Deze “generieke” competenties staan hieronder vermeld.
1. Brede professionalisering; 2. Multidisciplinaire integratie; 3. Wetenschappelijke toepassing; 4. Transfer en brede inzetbaarheid; 5. 5. creativiteit en complexiteit in handelen; 6. Probleemgericht werken; 7. Methodisch en reflectief denken en handelen; 8. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid; 9. Basiskwalificering voor managementfuncties; 10. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. De HBO-generieke competenties [ Dublin-descriptoren] in relatie tot de FSMCompetentiegebieden Competentiegebieden Generieke HBOcompetenties 1. Brede Professionalisering 2. Multidisciplinaire Integratie 3. Wetenschappelijke toepassingen 4. Transfer en brede inzetbaarheid 5. Creativiteit en complexiteit in handelen 6. Probleemgericht werken 7. Methodisch en reflectief denken en handelen 8. Sociaalcommunicatie ve bekwaamheid 9. Basiskwalificering voor managementfuncties 10 Besef van . maatschappelijke verantwoordelijkheid
FSM 1 2 x
x
x
x
3
4
5
6
7 x
x
x x
x x
x
x
x x
x x
x
x
x
x