Bezoekadres Diakenhuisweg 19 2033 AP Haarlem Telefoon: 088 - 777 87 50
20 11 JAARVERSLAG
02 03 07 Voorwoord
JEUGD
veelplegers
09 10 11 HUISELIJK GEWELD
Nazorg ex-gedetineerden
13 14
Ontwikkelingen in 2011
Financiële verantwoording
Overlast en complexe casuïstiek
VOORWOORD
Het Veiligheidshuis Kennemerland is een samenwerkingsverband tussen: Openbaar Ministerie Haarlem/Alkmaar, politie Kennemerland, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg Noord Holland, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, Halt Kennemerland, William Schrikkergroep, Reclassering Nederland, Palier reclassering/Parnassia Bavo groep, Leger des Heils reclassering, GGD, MEE, DJI, Steunpunt Huiselijk Geweld, Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen, Zandvoort.
`Het Veiligheidshuis Kennemerland wil een bijdrage leveren aan de vermindering van criminaliteit en overlast in de regio. Het Veiligheidshuis richt zich op het verminderen van recidive en het creëren van kansen voor het individu, door de gecombineerde inzet van straf en zorginterventies, het maken van persoonsgerichte afspraken en daarmee een snelle en effectieve aanpak van complexe zaken.’ Met deze hoofddoelstelling heeft het Veiligheidshuis Kennemerland eind 2009 een vliegende start gemaakt. 2010 was vervolgens een jaar van pionieren: de basisaanpak van de verschillende doelgroepen is in de steigers gezet en mensen en organisaties hebben elkaar beter leren kennen en leren vinden. Daaropvolgend is 2011 een jaar van consolidatie en voorzichtige uitbouw geweest. Organisatorisch bestaat het Veiligheidshuis inmiddels uit een kleine vaste kern van 3 medewerkers Veiligheidshuis en 3 medewerkers Nazorg ex-gedetineerden, met daaromheen een groot aantal flexibele medewerkers uit verschillende organisaties – zo’n 70 personen. De meerwaarde van het Veiligheidshuis wordt – in aansluiting op de hoofddoelstelling – vooral gevonden in het snel, effectief en gezamenlijk aanpakken van (complexe) dossiers. Het Veiligheidshuis fungeert als informatieknooppunt waar ketendossiers worden opgebouwd en waar preventie, repressie en (na)zorg met elkaar worden verbonden voor individuele casussen, groepen en/of gebieden. Doordat de ketenpartners fysiek bij
Inhoudsopgave
elkaar zitten wordt een naadloze aansluiting in de uitvoering gerealiseerd: men spreekt elkaar makkelijk aan, maakt gezamenlijke analyses en keuzes voor een aanpak en deze aanpak verzandt minder snel in de reguliere uitvoeringspraktijk. In 2011 is het Veiligheidshuis dan ook meer en meer benut voor die complexe casuïstiek waar geen structureel platform voor is of waar men in de reguliere samenwerking vastliep. Dit jaar is er voor gekozen om het uitgebreide jaarverslag 1 samen te vatten in een nieuw format zodat u een kort en krachtig overzicht heeft van wat de samenwerking in het Veiligheidshuis in 2011 heeft opgeleverd en welke ontwikkelingen uit het afgelopen jaar van belang zijn voor de toekomst van het Veiligheidshuis in Kennemerland. Namens de Stuurgroep drs. Th.L.N. Weterings burgemeester gemeente Haarlemmermeer voorzitter Namens de Ketenregiegroep drs. M. van Barlingen – Hoogendoorn ketenmanager
Indien gewenst op te vragen bij het secretariaat van het Veiligheidshuis.
1
Jaarverslag 2011
2
3
JEUGD
JEUGD
Justitieel Casusoverleg Jeugd
Gerichte signalering, screening en risicotaxatie bij jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd is van groot belang om te bepalen op welk moment welke straf of maatregelen noodzakelijk zijn. Doel van het Justitieel Casusoverleg Jeugd is om snel en op basis van alle beschikbare informatie van politie, Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg te beslissen over een passende reactie naar de jongere. In 2011 zijn er in totaal 1043 jongeren besproken in het Justitieel Casusoverleg Jeugd. Onderstaande tabel geeft een overzicht.
Aantal jongeren in VH 2011 2
District Kennemerland Zuid Haarlem Bloemendaal Heemstede Zandvoort District Haarlemmermeer Haarlemmermeer H’liede-Spaarnwoude District IJmond Velsen Beverwijk Heemskerk Uitgeest Regio Kennemerland totaal
Risicojongeren
Uitgangspunt is dat voor iedere jonge verdachte in de regio Kennemerland beschikbare informatie wordt samengebracht en indien nodig besproken: ofwel in het Justitieel Casusoverleg ofwel door zorgpartners in lokale overleggen. Door te werken volgens dit uitgangspunt wordt er zorg voor gedragen dat jeugdigen waarbij sprake is van multi-problematiek vroegtijdig in beeld komen, maar ook dat ketenpartners (indien nodig) op specifieke problemen in kunnen spelen en er uiteindelijk maatwerkoplossingen geboden kunnen worden vanuit het (individueel) zorgoverleg.
485 310 47 26 30 237 189 10 321 118 78 64 17 1043
Aantal besproken leerplichtzaken 3
46
40
32
118
Daarom is er aanvullend op het Justitieel Casusoverleg Jeugd een (virtueel en telefonisch) vooroverleg zorg waarin de procesondersteuner van het Veiligheidshuis informatie verzamelt bij (in ieder geval) een gemeentelijk vertegenwoordiger, een Halt medewerker en een leerplichtambtenaar. Indien nodig bespreekt de procescoördinator telefonisch de informatie (kort) met zorgpartners.
Bij sepots of zaken waar een afdoeningbeslissing zonder zorg wordt genomen (zonder Raadsonderzoek) en waar wel zorgen zijn, draagt de politie er zorg voor dat jongeren via een zorgformulier worden overgedragen aan `de gemeente’: lokale zorgoverleggen, Centra Jeugd en Gezin of Bureau Jeugdzorg. Indien nodig wordt daarbij de procescoördinator van het Veiligheidshuis ingeschakeld.
De zorgen die door verschillende partijen worden aangegeven, worden meegewogen in de afdoeningbeslissing en meegenomen in het onderzoek dat de Raad voor de Kinderbescherming doet en in het plan van aanpak van de jeugdreclassering dat eventueel volgt. Ook kan besloten worden een formele zorgmelding te doen (door politie) bij Bureau Jeugdzorg en/of Meldpunt Kindermishandeling.
Daarbij moet aangetekend worden dat het hier niet om grote aantallen jongeren gaat: de meeste jongeren krijgen namelijk – indien nodig – zorg binnen het justitiële traject of krijgen (al) vrijwillige hulp en zorg vanuit lokale instellingen.
2,3
Jeugd
Bron: JCO support systeem
Door vroegtijdige signalering kan ingespeeld worden op de specifieke situatie van jongeren.
4
5
Jeugd
In het algemeen heeft de praktische aansluiting met het lokale zorgveld zich in 2011 positief ontwikkeld. Er zijn goede samenwerkingsafspraken met het lokale zorgveld in alle aangesloten gemeenten: Centra Jeugd en Gezin, netwerken 12+ en zorgoverleggen Risicojeugd. Er vindt geen structureel zorgoverleg (meer) plaats in het Veiligheidshuis, maar zorgzaken worden `overgedragen’ aan de lokale gremia – waarbij de procescoördinator van het Veiligheidshuis een verbindende rol speelt tussen (lokale) zorg en justitiële partners. Andersom merken wij dat de lokale partners het Veiligheidshuis en de procescoördinator steeds beter weten te vinden voor advies of om contact te leggen met (justitiële) partijen. Jeugdige meer- en veelplegers
Nieuw vanaf april 2011 is de gestructureerde aanpak van jeugdige meer- en veelplegers. Hiervoor is een nieuwe aanpak opgezet die in praktische zin is gekoppeld aan het trajectberaad (Nazorg minderjarige gedetineerden). Dat houdt in dat per district eenmaal in de twee weken de Raad voor de Kinderbescherming (voorzitter) en de jeugdreclassering om tafel zitten over specifieke jeugdige veelplegers. Indien nodig wordt daar ad hoc de gemeente bij gevraagd. Per jongere wordt een plan van aanpak vastgesteld met daarin opgenomen voorstellen voor toezicht en begeleiding die passen bij zijn – eerder vastgesteld – profiel.
(Criminele) Jeugdgroepen
In de zomer van 2011 heeft een pilot plaatsgevonden waarin 15 harde kernjongeren uit een ernstige overlastgevende jeugdgroep individueel aangepakt werden. Er werd daarbij een nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de aanpak vanuit het Veiligheidshuis en de gemeentelijke aanpak. Uitgangspuntis dat de gemeentelijke groepsaanpak de basis vormt en dat het Veiligheidshuis daarin slechts ondersteunt met een persoonsgerichte aanpak van de criminele jongeren in zo’n groep. Belangrijk resultaat van de pilot was dat alle informatie over de jongeren en gezinnen bij elkaar werd gebracht waardoor hulpaanbod, begeleiding en justitiële maatregelen beter op elkaar afgestemd konden worden. Er moest echter ook geconstateerd worden dat de mogelijkheden voor een daadwerkelijk andere aanpak en nieuwe maatregelen beperkt zijn, met name bij de jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar. Daarin speelt een rol dat er onvoldoende afspraken waren gemaakt over de samenwerking tussen justitiële partners en gemeenten, over de regie en over het mandaat van deelnemers aan het overleg.
Jeugd
Op basis daarvan is door justitiële partners en gemeenten gezamenlijk een nieuwe werkwijze ontwikkeld voor de aanpak van criminele jeugdgroepen en overlastgevende jeugdgroepen met criminele leden. Eerste stap in deze nieuwe werkwijze is dat een integraal overleg op managementniveau een grondige analyse laat uitvoeren, een plan op hoofdlijnen maakt, de regie belegt bij één partner en medewerkers het mandaat geeft om dit uit te voeren. Uitvoerend wordt er vervolgens een team samengesteld van medewerkers die zoveel mogelijk direct in contact staan met de jongeren en hun ouders. In ieder geval zullen deelnemen: gemeente, OM, politie, Raad voor de Kinderbescherming, jeugdreclassering en reclassering. De verschillende partners hebben het voornemen om als `doorstart’ van de pilot in het Veiligheidshuis de nieuwe werkwijze toe te passen op een inmiddels als crimineel gelabelde groep. Daarbij wordt ook gekeken naar de ontwikkeling van het adolescentenstrafrecht en de mogelijkheden die dat biedt voor de aanpak van jongvolwassenen.
Daarbij wordt ook gekeken naar hulp in een vrijwillig en/of gedwongen kader. Medio april 2012 wordt deze aanpak geëvalueerd door de betrokken partners.
Jeugd
Veiligheidshuis als verbindende rol tussen (lokale) zorg en justitiële partners.
6
7
Veelplegers
Veelplegers
Justitieel Casusoverleg Veelplegers
Een zeer actieve veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder, die in de afgelopen 5 jaar 11 of meer politieantecedenten heeft opgebouwd, waarvan ten minste 1 in het laatste peiljaar. Bij deze personen is over het algemeen sprake van zeer complexe problematiek op veel leefgebieden. Het overgrote deel van de zeer actieve veelplegers uit Kennemerland verblijft in Haarlem. Dit heeft vooral te maken met de kenmerken van deze doelgroep, namelijk verslaafd en/of dakloos. Een deel van deze groep kwam voor zij dakloos werd uit een andere gemeente in de regio.
In het Veiligheidshuis krijgen alle nieuwe zeer actieve veelplegers een scenario toebedeeld en bestaande zeer actieve veelplegers krijgen elk half jaar een herijking van het hun toebedeelde scenario. Deze scenario’s houden in dat: de partners geen heil meer zien in zorg en zich richten op een maatregel plaatsing in een Inrichting Stelselmatige Daders (ISD), of dat de veelpleger nog één kans krijgt of dat juist actiever ingezet gaat worden op het verlenen van zorg omdat men nog mogelijkheden ziet. Ook krijgt elke zeer actieve veelpleger een zogenoemde `adoptie agent’ toegewezen. Bij binnenkomst op de lijst van zeer actief veelplegers wordt de betreffende persoon bezocht door de adoptie agent en een reclasseringswerker om hem of haar op de hoogte te stellen van het feit dat hij of zij vanaf dat moment actief gevolgd zal worden en dat een ISD scenario kan volgen.
In 2011 is het aantal zeer actieve veelplegers met ongeveer een derde gedaald ten opzichte van 2010. De regio Kennemerland kende op 1 januari 2012 55 zeer actieve veelplegers.
Zeer actieve veelplegers met ongeveer een derde gedaald.
Veelplegers
8
9
Huiselijk geweld
Justitieel CasusOverleg Huiselijk Geweld
Het Justitieel Casusoverleg Huiselijk Geweld is medio 2010 gestart. In dit overleg HG worden alle aangiften van huiselijk geweld uit de regio behandeld. Daarmee ligt de nadruk in dit overleg op de strafafdoening – en dus op de dader. Reden voor deze splitsing is tweeledig: ten eerste zijn er binnen de regio al 3 zorgoverleggen huiselijk geweld actief waar aandacht wordt besteed aan de slachtoffers en – heel praktisch – de aantallen te bespreken zaken zouden te hoog worden als zowel aangiften als meldingen worden besproken. In het overleg wordt elke strafzaak waarin een verdachte is gehoord besproken en daarnaast worden door partners zaken op de agenda gezet waarin geen sprake is van een aangever maar waarvan het vermoeden bestaat dat de zaak wel op het moment van klappen staat. Voor elke zaak wordt door de partners gezamenlijk bekeken of en wie er actie onderneemt. Meerwaarde is dat informatie vanuit het Steunpunt Huiselijk Geweld kan worden meegewogen en dat wordt getracht naar meer alternatieve sancties te zoeken, zoals voorwaardelijke sepots of leerstraffen, zodat hulp meer nadruk krijgt. Ook worden bij huisverboden waar tevens sprake is van strafrechtelijke vervolging alle acties afgestemd.
Verder wordt er veel aandacht besteed aan hoe om te gaan met kinderen die getuige zijn (geweest) van het huiselijk geweld. Hierover zijn afspraken met Bureau Jeugdzorg en met het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling in de regio over wederzijdse advisering, afstemming van acties en uitwisseling van informatie.
In 2011 heeft het justitieel casusoverleg Huiselijk Geweld 29 keer plaatsgevonden. Er zijn 229 strafzaken behandeld en 23 bespreekzaken (waar dus geen proces verbaal was). Er zijn 366 afdoeningen Huiselijk geweld door het OM geregistreerd in 2011 en ruim 2800 zaken, meldingen en incidenten door de politie doorgespeeld naar het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Huiselijk geweld
Nazorg ex-gedetineerden
Eergerelateerd geweld
Nazorg
In november 2011 is gestart met een pilot casusoverleg Eergerelateerd geweld. Eergerelateerd geweld is de overkoepelende term voor vormen van dwang, psychisch en fysiek geweld vanuit een eermotief. In dit overleg worden signalen besproken uit zaken waarin mogelijk gevaar voor eergerelateerd geweld bestaat en wordt waar mogelijk (preventief) actie ondernomen. Alle leden van het casusoverleg zijn getraind in het herkennen van en omgaan met eergerelateerd geweld. De aanpak is in maart 2012 geëvalueerd en besloten is het overleg voort te zetten onder voorzitterschap van de procescoördinator van het Veiligheidshuis en met gebruik van ondersteuning van het registratiesysteem van het Veiligheidshuis (Gcos). Met name het aspect deskundigheidsbevordering en de mogelijkheden die het overleg biedt om uit te wisselen met andere partners en gezamenlijk een signaal te `onderzoeken’ wordt door de deelnemers hoog gewaardeerd.
Vanuit het Veiligheidshuis wordt de ketensamenwerking met de justitie-partners en de regiogemeenten in de nazorg aan (ex-)gedetineerde burgers vormgegeven. In hoofdlijnen betreft dit het signaleren, administreren en toeleiden van ex-gedetineerde burgers naar de gemeente van herkomst.
Het casusoverleg Eergerelateerd geweld heeft 2 maal plaatsgevonden in 2011 en er zijn 5 signalen besproken.
De gemeente van herkomst is verantwoordelijk voor het organiseren van de uitvoering van de nazorg op de leefgebieden identiteitsbewijs, huisvesting, werk/inkomen, schulden en zorg. In het Veiligheidshuis zijn de lijnen met justitie, politie en zorgpartners kort. Het is mogelijk om op casusniveau te bepalen of de detentiemelding iemand betreft uit één van de andere persoongerichte aanpakken in het Veiligheidshuis. Dit vergroot de samenhang binnen de aanpak en de effectiviteit van de inzet. De nazorg aan ex-gedetineerden is primair de verantwoordelijkheid van de gemeenten waarvoor een samenwerkingsconvenant is afgesloten tussen gemeenten en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Om de regionale samenwerking tussen gemeenten hierbij te bevorderen heeft het ministerie in 2010 een subsidie verstrekt voor 2010 en 2011 aan de centrumgemeente van Kennemerland (Haarlem) waarmee een regionaal coördinator aangesteld kon worden. Deze coördinator (en ondersteuners) werken in dienst van de gemeenten, maar vanuit het Veiligheidshuis. In 2011 zijn alle gemeenten, met uitzondering van Heemstede, aangesloten bij het coördinatiepunt Nazorg in het Veiligheidshuis.
10
In 2011 is voor alle 784 uitgestroomde gedetineerden in de regio een screening uitgevoerd en – indien nodig – nazorg uitgezet. In het Gemeentelijk Casusoverleg (GCO) – waar personen worden besproken die in een ISD-maatregel zitten – zijn 5 personen besproken die in 2011 een ISDmaatregel hebben gekregen, 7 personen die al in de ISD-maatregel zaten en 7 personen die in 2011 uit de ISD zijn uitgestroomd. Daarnaast zijn in het casusoverleg 8 exISD’ers in de monitorfase gevolgd.
BIJ-project
In 2011 zijn de gemeenten Haarlem, Zandvoort en Haarlemmermeer aangesloten bij het pilotproject BIJ (Bestuursinformatie Justitiabelen). De pilot BIJ heeft tot doel de informatie- en handelingspositie van burgemeesters te verbeteren bij terugkeer van plegers van ernstige gewelds- en zedendelicten in de gemeente. Dit om het risico op verstoringen van openbare orde en/of maatschappelijke onrust te verkleinen. In 2011 heeft het coördinatiepunt Nazorg werkafspraken gemaakt met de 3 deelnemende gemeenten over het aanleveren van informatie. Aanvullend op de beschikbare informatie bij Nazorg, leveren de reclasseringsorganisaties tevens relevante informatie aan.
In 2011 zijn er in het kader van BIJ 10 verzoeken vanuit de gemeente Haarlem en 7 verzoeken vanuit de gemeente Haarlemmermeer gedaan bij het coördinatie-punt Nazorg.
Nazorg ex-gedetineerden
11
Overlast en complexe casuïstiek
Risicoburgers
Met de komst van een procescoördinator specifiek voor het Veiligheidshuis in juni 2011 heeft de aanpak van complexe casuïstiek in 2011 handen en voeten gekregen. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de samenwerking en uitwisseling tussen het Justitieel Casusoverleg Jeugd en zorgoverleggen Jeugd, in de aanpak loverboys en in de aanpak van casussen waar het om overlastgevende personen gaat die zowel in het justitiële circuit als het zorgcircuit bekend zijn. Vanaf eind 2011 wordt ook gestructureerd gewerkt aan de aanpak van dergelijke complexecasuïstiek c.q. risicoburgers: in de gemeente Haarlem wordt bijvoorbeeld momenteel gewerkt aan een top x aanpak van risicoburgers waarbij de procescoördinatie in handen van het Veiligheidshuis ligt.
Overlast en complexe casuïstiek
12
Loverboys In december 2011 is het meldpunt Loverboys formeel geopend. In aansluiting daarop zijn 2500 signalenkaarten verspreid onder de partnerorganisaties, welzijnsorganisaties en scholen. In januari 2012 heeft het eerste casusoverleg in het Veiligheidshuis plaatsgevonden waarin melders samen met een aantal vaste partners de mogelijkheden tot justitieel en/of zorg-ingrijpen onderzoeken en acties uitzetten. Inmiddels is ook vanuit andere regio’s interesse voor onze aanpak: zo heeft de politie AmsterdamAmstelland het voornemen onze signalenkaart over te nemen.
Per casus gaan de daadwerkelijk betrokken professionals met elkaar om de tafel en stellen een gezamenlijk plan van aanpak op rondom hun cliënt. Deze casussen zijn vaak erg complex en ketenoverstijgend. Door de intensieve samenwerking wordt de kwaliteit en effectiviteit van de hulpverlening en eventueel strafrechtelijk ingrijpen enorm vergroot. Daarnaast wordt de procescoördinator regelmatig benaderd voor advies.
In het laatste kwartaal van 2011 zijn in dit kader 6 complexe casussen opgepakt en aangemeld door gemeenten, politie of Noodteam.
Overlast en complexe casuïstiek
In december 2011 is het meldpunt Loverboys formeel geopend.
13
Ontwikkelingen in 2011
> In april 2011 is een bestuurlijke bijeenkomst georganiseerd. De intentie van deze middag was gezamenlijk nadenken over nut, noodzaak en gevolgen van inzet van menskracht en middelen voor het Veiligheidshuis Kennemerland. Algemene conclusie van de middag was dat er een meerjarig perspectief nodig is: duidelijk is dat er draagvlak is voor het Veiligheidshuis, maar dat er behoefte is aan duidelijke focus en kaders. > Naar aanleiding daarvan heeft de Stuurgroep in de zomer van 2011 besloten een focusnotitie op te stellen om meer richting te geven aan de ontwikkeling van het Veiligheidshuis Kennemerland. > Op basis van de Focusnotitie en het Jaarplan 2012 is aan de gemeenten een verzoek gedaan tot structurele cofinanciering van het Veiligheidshuis. > Een van de hoofdpunten uit de focusnotitie is dat het Veiligheidshuis een netwerk is waarin iedere betrokken organisatie werkt vanuit haar eigen taken en verantwoordelijkheden terwijl de coördinatie van de samenwerking tussen straf en zorg bij het Veiligheidshuis ligt.
> Inhoudelijk uitgangspunt is dat de focus van het Veiligheidshuis Kennemerland ligt op de gezamenlijke aanpak van complexe casuïstiek en op lokale problematiek. In dat licht geldt ook dat er ruimte is om binnen de al benoemde doelgroepen en thema’s (ad hoc) specifieke complexe probleemgebieden of specifieke complexe veiligheidsproblemen aan te pakken, zoals Loverboys en Risicoburgers. Het Veiligheidshuis beperkt zich daarin tot die onderwerpen en doelgroepen waar meerwaarde te vinden is. Het Veiligheidshuis moet vooral voorzien in een geoliede aanpak van lastige persoonsgebonden dossiers en actuele problematiek in de regio daar waar straf en zorg samenkomen en de reguliere inzet van justitiële partijen en zorgpartijen niet voldoende blijkt. > Daarnaast is speerpunt dat het Veiligheidshuis de ontwikkeling van de nieuwe werkwijze van politie en OM (ZSM4) wil volgen en er gewerkt wordt aan het integreren van die werkwijze en het Veiligheidshuis. In ieder geval inhoudelijk en zo veel mogelijk ook fysiek door een verhuizing van het Veiligheidshuis naar het hoofdbureau van politie in 2013. > Het Veiligheidshuis is inmiddels alle dagen in de week bezet. Zo zijn op maandag alle kernpartners die zich bezighouden met veelplegers en (ex)gedetineerden aanwezig, op dinsdag alle jeugdpartners uit het district Haarlemmermeer en uit het district IJmond en op donderdag alle jeugdpartners uit het district Haarlem /Kennemer Kust én de partners rondom de aanpak van huiselijk geweld. Daarnaast zijn er partners die structureel aanwezig zijn bij overleggen en partners die alleen op afroep aanwezig zijn.
Ontwikkelingen in 2011
> Rondom de verschillende doelgroepen en thema’s zijn vaste teams ontstaan die (minimaal) één dag in de week fysiek samenwerken in het Veiligheidshuis en waarvan de medewerkers elkaar daardoor de rest van de week ook makkelijk vinden om af te stemmen of samen op te trekken. 4 ZSM staat voor `zo spoedig, simpel, slim en samen mogelijk’ en maakt het mogelijk om verdachten van eenvoudige misdrijven consequent lik op stuk te geven. In het ZSM-traject wordt na aanhouding van een verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningtraject dat een verdachte ingaat en de tenuitvoerlegging van de afdoening wordt – waar mogelijk – meteen in gang gezet.
Financiële verantwoording
Kosten
Begroot
Besteed Toelichting
Ketenmanager 80.628 80.000 Procescoordinator 53.500 37.400 Procesondersteuner 43.610 52.000 Huisvesting 50.260 50.800 Kantoorkosten divers 7.500 2.750 ICT 27.000 4.450 PR&Communicatie 20.000 21.400 Doorontwikkeling Veiligheidshuis 30.000 1.700 Onvoorzien 11.000 Representatie 2.000 1.750 Totaal
325.498
Het totaal aan inkomsten van het Veiligheidshuis Kennemerland bedroeg in 2011 € 326.000. Deze inkomsten bestonden uit een subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie van € 158.500 en gemeentelijke bijdragen van € 120.000. Daarbij is er€€ 47.500 overgeheveld vanuit 2010. Hierin is overigens de subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie die aan de gemeente Haarlem is verstrekt als centrumgemeente voor de Nazorg van ex-gedetineerden niet opgenomen. Dit omdat die subsidie niet specifiek voor het Veiligheidshuis is verstrekt en apart door de gemeente verantwoord dient te worden. In totaal is er in 2011 ruim € 252.000 uitgegeven.
14
Vanaf 1 juni 2011
Inclusief servicekosten Kleine kas, kantoorartikelen, telefonie Beheer OM netwerk, beheer stand alone en systeem Nazorg Communicatiemedewerker nieuwsbrieven, briefpapier, film Bijeenkomsten, netwerkdag
252.250
Ruim € 10.000 resteert op de begroting van het Openbaar Ministerie en kan niet overgeheveld worden naar volgende jaren. Dit restant komt voort uit feit dat een deel van de personeelskosten niet meer in 2011 geboekt konden worden. Het overige restant van € 65.000 is via de gemeente Haarlemmermeer overgeheveld naar 2012. De besteding van dit geld is in de begroting 2012 opgenomen.
Dit laatste heeft uiteraard inhoudelijk wel plaatsgevonden, maar heeft niet veel budget gekost. Bovendien is in 2011 gewerkt aan een trainingsdag voor alle medewerkers die plaats heeft gevonden in januari 2012 en dus wordt afgeboekt in 2012.
Het positieve resultaat is met name te danken aan het feit dat er geen grote onvoorziene uitgaven zijn geweest en aan het feit dat er minder is uitgegeven aan ICT – omdat het ketensysteem door het ministerie werd betaald in 2011 – en aan doorontwikkeling.
Financiële verantwoording