’12 Bestuursverslag 2012
&
Eenvoud Compassie
Bestuursverslag Stichting Sint Josephscholen
n e e
d u vo
&
e i s s
a p m
co
2012
Inhoud
Voorwoord 3 Van de GMR 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1 Wie is de Stichting Sint Josephscholen? 7 Hoofdstuk 2 Hoe gaat het met onze leerlingen in 2012? 15 Hoofdstuk 3 Hoe gaat het met onze medewerkers in 2012? 23 Hoofdstuk 4 Wat hebben we gedaan in 2012? 29 Hoofdstuk 5 Financiële paragraaf 2012 Financieel bestuursverslag 2012 51
Voorwoord
resentatie van de scholen P 1 Basisschool de Akker 6 2 Basisschool Brakkenstein 8 3 Basisschool de Driemaster 12 4 Basisschool het Kleurrijk 16 5 Basisschool de Hazesprong 20 6 Basisschool Klein Heyendaal 24 7 Basisschool de Kleine Wereld 26 8 Basisschool Montessori Nijmegen 30 9 Basisschool Sint Nicolaas 32 10 Basisschool het Octaaf 36 11 Basisschool Petrus Canisius 42 12 Jenaplanschool de Sterredans 52 13 Daltonschool de Wieken 56
Dit is het bestuursverslag 2012 van de Stichting Sint Josephscholen te Nijmegen. Dit jaar is het bestuur opnieuw ingenomen met de vaststelling van de Inspectie van het Onderwijs dat alle Joseph-scholen voldoen aan de onderwijskundige eisen. De ontwikkelingen op het terrein van het passend onderwijs en de brede schoolontwikkeling gaan onverminderd verder. De financiering van het onderwijs en de economische ontwikkelingen hebben de Stichting Sint Josephscholen in 2012 minder geraakt dan voorzien. Wij prijzen ons gelukkig met een weinig afnemende leerlingenpopulatie. Hierdoor is de gevreesde krimp in het aantal onderwijsgevenden ons dit jaar voorbijgegaan. Het proces van horizontale en verticale verantwoording is in 2012 stevig verankerd. In de rolverdeling van de bestuursleden is een duidelijke scheiding tussen de besturende- en de toezichthoudende rol vastgesteld. We kunnen inmiddels zeggen dat deze rolverdeling goed werkt en dat de bestuurders zich aan deze rolverdeling houden. Het bestuur vindt het publiek verantwoorden en het afleggen van rekenschap naar belanghebbenden uitermate belangrijk. De schoolbezoeken die vertegenwoordigers van het bestuur tweejaarlijks aan elke Josephschool brengen spelen daarbij een rol. Het bestuur heeft dit jaar veel tijd besteed aan discussies over de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van het bestuurlijk apparaat dat hieraan ondersteuning biedt. Het bestuur is van mening dat de kwaliteit van de scholen primair voortkomt uit de kwaliteit van de docenten. Zij is dan ook verheugd met de onverminderd grote inzet van de docenten in deze veranderlijke en onzekere tijd.
leeswijzer
Sommige ontwikkelingen zijn van de school zelf, andere vragen om een bovenschoolse beschrijving. Deze bovenschoolse verantwoording treft u voornamelijk op de rechterpagina’s aan, als lopende tekst in verschillende paragrafen. De linkerpagina’s zijn in veel gevallen gereserveerd voor schoolspecifieke bijdragen van onze dertien scholen.
2
De stichting is in 2012 verder gegaan met het in kaart brengen van de kwaliteiten van het onderwijzend personeel. Ze wil door het systematisch in beeld brengen en ontwikkelen van kennis en vaardigheden de kwaliteitsontwikkeling van het personeel ondersteunen. Het bestuur heeft dit jaar vastgesteld dat de stichting financieel goed ‘in control’ is. Begroting en realisatie lopen zoals altijd iets uit elkaar, maar er zijn maar weinig posten die onverwachte wendingen hebben laten zien. Waar dit wel gebeurt zijn het vooral de posten waarop wij als bestuur geen invloed hebben. Van groot belang is en blijft de beheersing van personeelskosten omdat dit onze belangrijkste uitgavenpost is. Wij bedanken alle medewerkers, kinderen en de ouders van onze kinderen voor hun bijdragen. Zonder uw inzet was de geschetste prestatie niet mogelijk geweest.
Namens het bestuur van de Stichting Sint Josephscholen, Dr. Ir. M. (Merten) Hinsenveld MCA, voorzitter
3
L.S.
Van de GMR
Inleiding
Medezeggenschap is op een groot aantal momenten in het jaar een zaak van terugkerende kwesties. Financiën spelen daarbij vaak een belangrijke rol. Jaarlijks keren begrotingen en de verantwoording daarover terug op de tafel van de GMR. Wij hebben sinds een aantal jaren de goede gewoonte om die voor te leggen aan specialisten van de vakbond, die er over het algemeen positieve adviezen over geven. De stichting blijkt zijn zaakjes behoorlijk goed op orde te hebben in deze toch niet gemakkelijke tijd. Ook bij de stichting zien we de leerlingaantallen teruglopen, loopt de gemiddelde leeftijd van het personeel op en is er weinig aanwas van jonge collega’s. Als gmr hebben we hier een taak om te kijken of er binnen onderdelen als ouderenbeleid, bapo, taakbeleid en ook de vervangingspoule een zekere mate van doorstroming overeind kunnen houden.
In dit bestuursverslag geeft de Stichting Sint Josephscholen een terugblik op het jaar 2012. Met het bestuursverslag legt het bestuur verantwoording af over wat in het afgelopen jaar is gedaan. In dit bestuursverslag 2012 treft u algemene informatie aan over de rechtspersoon, het onderwijs, de leerlingen en de medewerkers. Daarnaast geeft de jaarrekening inzicht in de financiële gegevens die daarmee gemoeid zijn. Maar ons bestuursverslag is méér dan een verzameling cijfers. Het is ook een evaluatiemoment en daarmee een belangrijk hulpmiddel voor de verantwoording van het bestuur aan de ouders, het personeel en alle anderen die betrokken zijn bij onze scholen en het daar gegeven onderwijs.
Behalve de vaste onderwerpen stonden in 2012 ook een paar ‘nieuwe’ op de agenda: ziekteverzuim en Passend Onderwijs. Om met het laatste te beginnen; er is een voorlopige onderwijsplanraad opgericht die kijkt naar de plannen die op dit moment door het bestuur van het samenwerkingsverband gemaakt worden. Deze onderwijsplanraad zal in de komende tijd heel concreet volgen hoe de gelden verdeeld gaan worden en misschien nog wel belangrijker, hoe we ervoor gaan zorgen dat er zoveel mogelijk van het toegekende budget op de scholen terechtkomt en niet ‘verdwijnt’ in allerlei bureaucratische rompslomp. Dat is een flinke kluif, en we hopen aan het eind van het jaar een heel eind te zijn. We spreken sinds enige tijd van verzuimbeleid, niet meer van ziekteverzuimbeleid. Hieruit spreekt al een beetje de nieuwe aanpak, het gaat over al het verzuim binnen de stichting. De aanleiding voor deze nieuwe aanpak was de analyse van de cijfers. Een verzuim van rond de 6% vindt de stichting te hoog en het kost ons ieder jaar veel geld. De nieuwe lijn zal veel meer gaan om wat we samen kunnen doen om zo goed en gezond mogelijk aan het werk te blijven. Daarin heeft iedereen zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. De leidinggevende zorgt voor een ‘gezonde’ werksfeer, de werknemers doen hun werk volgens afspraak. Mocht dat om welke reden dan ook even niet gaan, dan is dat aanleiding voor overleg en werken we toe naar een gezamenlijke conclusie. Leidinggevenden zijn intussen op de hoogte (via gesprekken of scholing) van deze ‘nieuwe’ aanpak. De leden van de GMR, met name de personeelsgeleding, hebben het laatste woord over de nota verzuimbeleid. Bij instemming door de GMR vindt invoering plaats in het komende schooljaar plaats.
namens de gmr,
De Stichting Sint Josephscholen (SJS) vierde in 2012 haar 135e verjaardag. Dat herinnerde ons er nogmaals aan dat we oud zijn, heel oud. Het klinkt als een cliché: oud in jaren maar jong van hart. Maar gelet op de schoolontwikkeling, de ambities en de sterke gerichtheid op de nabije en verre toekomst, klopt dit cliché als een bus. SJS is een netwerkorganisatie. Dit betekent dat de scholen in verbondenheid met elkaar en ondersteund door een bestuursbureau in grote en belangrijke mate hun eigen beleid kunnen maken. Binnen dit netwerk, gekenmerkt door korte lijnen, worden vanuit ‘groot denken’ samen de kaders vastgesteld. Iedere individuele school maakt binnen deze kaders zijn eigen beleid. Er is herkenning en erkenning dat alle dertien SJS-scholen anders zijn, ander mogen zijn en anders moeten zijn. We doen dat in een grote mate van saamhorigheid die aan de verbondenheid binnen het SJS-netwerk is gekoppeld. En daarmee zijn we bereid om de consequenties daarvan binnen de gegeven mogelijkheden te dragen. Dit uit zich in een grote mate van solidariteit. Het thema van het jubileumfeest in september 2012 was ‘eenvoud en compassie’. Met deze twee woorden kunnen we de inhoud van het bestuursverslag en daarmee het bestuurlijk handelen op een goede manier karakteriseren. Eenvoud waarmee de gerichtheid op het primaire proces zichtbaar en uitvoerbaar wordt. Eenvoud om de inzet van middelen en medewerkers te kunnen leiden naar de plaats waar het primaire proces zich met name afspeelt. Compassie is het andere woord. Compassie heeft te maken met een gerichtheid op de ander. Oog, oor en hart voor elkaar hebben zien we als een basis om dingen te bereiken, dingen te realiseren. In 2012 zijn we ondanks de krimpende wind en de donkere wolken goed op koers gebleven. De ontwikkeling van SJS, ons aangereikt door het strategisch beleidsplan, is onverminderd doorgegaan. Het personeelsbestand is op peil gebleven. Het gaat er om dat wij in de komende jaren eenvoud en compassie weten te combineren. Daarmee blijft Joseph een prachtige onderwijsorganisatie waar kinderen een geweldige tijd hebben, de SJS-medewerkers met veel plezier en toewijding kunnen werken en waar tevreden ouders als partners hun verantwoordelijkheid nemen. Immers, de toekomst van morgen wordt bepaald door de manier waarop wij vandaag met onze kinderen omgaan.
Theo Hendriks, voorzitter R. Braat, Directeur-bestuurder SJS, Nijmegen, juni 2013.
4
5
1
Basisschool de Akker
1
Hoofdstuk
directeur: Marjo Boef (m.i.v. 1 januari 2013)
‘ …de belangrijkste stap die we zetten is de volgende …’ Basisschool De Akker staat aan de Akkerlaan in de wijk St. Anna / Hatertse Hei. De wijk wordt begrensd door drie verkeersaders: St. Annastraat-HatertsewegGrootstalselaan. Binnen deze geografische driehoek woont het merendeel van de leerlingen die onze buurtschool bezoeken. De Akker is een school met 400 leerlingen verdeeld over 15 groepen. Het karakteristieke gebouw stamt uit 1932 en ademt een warme sfeer uit. Aan de achterkant van de school heeft onze partner Kinderopvang Nijmegen (KION) haar onderkomen. De school vertelt over zichzelf: ‘Op basisschool De Akker bereiden we kinderen voor op de toekomst binnen een steeds veranderende maatschappij, in goede samenwerking met ouders en partners. Onze primaire taak is het bieden van kwalitatief, goed onderwijs. Onze school kenmerkt zich door een prettig leer- en werkklimaat. Het bevorderen van cognitieve, creatieve en sociaal emotionele vaardigheden én het stimuleren van plezier in leren zien wij als de basis van ons onderwijs. We willen uit de kinderen halen wat erin zit en we streven ernaar dat ieder kind zich geborgen voelt op onze school. Met onze instructielessen en onze zorgstructuur proberen we optimaal tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van alle kinderen. Handelingsgericht werken vinden we belangrijk.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 382
2011 388
2012 382
16
15
15
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 22.05
2011 21.44
2012 20.87
33
31
29
30/2 41.7 6 0.26 9/24
28/2 41.5 7 0.26 9/22
27/1 42.8 8 0.19 7/22
6
Voor ons betekent dat dat we de onderwijsbehoeften van de kinderen centraal stellen en dat we goed afstemmen met het kind en met de ouders. Het betekent voor ons ook dat we doelgericht, systematisch en transparant werken op school, bijvoorbeeld bij het maken en uitvoeren van groepsplannen. Het verfijnen van de 1-zorgroute, ook in het kader van passend onderwijs, is een belangrijke ambitie van ons voor de komende jaren’. De belangrijkste stappen in 2012 Ondanks het wegvallen van de subsidie heeft de school de naschoolse sportactiviteiten toch weten voort te zetten. Dank aan de oudervereniging! Zij verzorgen de naschoolse sportieve activiteiten voor kinderen. Verder benoemt de school als belangrijkste stappen: • Voortgang in het Opbrengstgericht Werken: analyseren van gegevens op school- en groeps niveau. • Verdere invoering van groepsplannen. • Implementatie van de nieuwe rekenmethode ‘Wereld in Getallen’ en het digitale leerlingvolgsysteem ‘Pravoo’ voor groep 1-2. • Oriëntatie op verdere verbetering van het lees onderwijs en methodes t.a.v. begrijpend lezen en voortgezet technisch lezen. • Instellen van de leerlingenraad. • Teamscholing op het gebied van fijne motoriek / schrijfonderwijs. • Deskundigheidsbevordering: twee collega’s volgen een mastopleiding, en twee collega’s worden opgeleid tot taal- en rekenexpert.
Stichti
Sint
Wie is de Stichting Sint Josephscholen?
De Stichting Sint Josephscholen (SJS) vormt het bevoegd gezag van dertien basisscholen in Nijmegen. Met ruim 3800 leerlingen en 350 personeelsleden staat SJS voor kwalitatief goed onderwijs. De hoofdlijn van het beleid is professionalisering, onderwijsontwikkeling, kwaliteitsbeleid en versterking van de autonomie van de scholen. Dertien scholen betekent een grote diversiteit in onderwijsaanbod, traditie, wijkgebondenheid, doelgroep, pedagogische en onderwijskundige concepten. Het brengt een gevarieerd repertoire aan ervaringen, vaardigheden en expertises samen binnen de muren van onze organisatie. Een verscheidenheid die we elkaar uit volle overtuiging toestaan en waar we trots op zijn, en tegelijkertijd een rijkdom die we graag met elkaar delen. Waarin onderscheid SJS zich? De scholen van SJS zijn relatief autonome scholen. Dit betekent dat de scholen in verbondenheid met elkaar en ondersteund door een bestuursbureau in belangrijke mate hun eigen beleid kunnen maken. Deze verbondenheid uit zich in een actief, dynamisch netwerk: het SJS-netwerk. Binnen dit netwerk, gekenmerkt door korte lijnen, worden vanuit ‘groot denken’ samen de kaders vastgesteld waarbinnen de individuele scholen hun relatieve autonomie tot hun recht laten komen. Binnen deze ‘middle-top-and-down-werkwijze’ als cultuurkenmerk, is er herkenning en erkenning dat alle dertien SJS-scholen anders zijn, anders mogen zijn en soms anders moeten zijn. We zijn ons bewust van de saamhorigheid die hoort bij ‘verbonden zijn aan het SJS-netwerk’ en we zijn bereid om de consequenties daarvan binnen de gegeven mogelijkheden te dragen. Dit uit zich in een grote mate van solidariteit.
7
2
Basisschool Brakkenstein directeur: Anneke ten Cate
‘ …samen leren, samen zijn …’ Basisschool `Brakkenstein’ is een wijkschool met ongeveer 280 leerlingen waar ook kinderen uit aangrenzende wijken naartoe komen. De school staat in de wijk Brakkenstein, een wijk die lang los van de stad Nijmegen heeft gelegen, en onder het bestuur van Hatert viel. Ondanks het feit dat de wijk nooit een eigen dorp is geweest, is de wijkcultuur van oudsher sterk. De school voert het motto ‘Samen leren, samen zijn’. De school vertelt over zichzelf; “We zijn een school met een prettig en veilig speel- en werkklimaat en met duidelijke regels: We zorgen voor elkaar. We luisteren naar elkaar. We lossen samen problemen op. We doen wat we afgesproken hebben. We letten op onze woorden. We houden onze school opgeruimd. We stemmen ons onderwijs zo goed mogelijk af op de leerbehoeften van de kinderen, we werken met moderne methodes, we willen alle talenten van onze kinderen ruimte geven. Cognitief, sociaalemotioneel en creatief. Vanuit een groot vertrouwen in onze kinderen sturen en begeleiden we hen waar nodig, geven ruimte voor zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid waar het kan.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 272
2011 273
2012 280
11
11
12
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus
2010 20.26 incl.
2011 20.42 incl.
2012 20.87 incl.
vervangingspool
vervangingspool
vervangingspool
Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
29
27
30
26/3 45.1 10 0.72 4/25
24/3 45.1 11 0.50 6/21
28/2 44.6 9 0.37 3/27
8
Om aan de bestaande verschillen in onderwijs behoeften tegemoet te komen, passen we de instructie en de leerstof aan. Ouders geven aan: Heel veel ouders en kinderen kennen elkaar vanuit de wijk en komen elkaar ook op andere plekken tegen zoals de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf en de sportclubs. Kinderen spreken heel gemakkelijk met elkaar af na school. Onze school is een plek met een grote sociale cohesie.’
De belangrijkste stappen in 2012 • Voortzetting voorbereiding nieuwbouw van de school. De start van de bouw is gepland voor najaar 2013. • Het implementeren van de nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen. • Het implementeren van de methode Kleuterplein voor groep 1-2. • Handelingsgericht werken met groepshandelings plannen voor rekenen, lezen en spelling in de groepen 3 t/m 8. • Alle groepen zijn nu voorzien van een digibord. • We hebben een samenwerkingsverband met de Lindenberg (culturele instelling) om buiten de schooltijden muzieklessen op school te verzorgen.
1.1
De pijlers van ons onderwijs, de opdracht aan onze scholen
Zorgen voor goed basisonderwijs is de kernactiviteit van SJS. Deze zorg is gebaseerd op vier pijlers: 1. learning to do 2. learning to know 3. learning to live together 4. learning to be De ‘Four Pillars of Education’ vormen de basis van het UNESCO-rapport ‘Learning: the treasure within’ (Jacques Delors 1996). De vier pijlers kunnen niet los van elkaar gedefinieerd worden. Ze vullen elkaar aan en versterken elkaar. Alle SJS scholen en de mensen die er werken onderschrijven deze vier pijlers en de hieruit voortkomende onderwijsopdrachten. Wij onderscheiden daarbij: een ideologische basis - wij geven onderwijs voor alle kinderen ongeacht ras, godsdienst en geaardheid - wij richten ons op de meer-dimensionaliteit van het bestaan - wij dragen bij aan een betere samenleving een pedagogische en agogische basis - wij zorgen voor een stimulerende en accepterend pedagogisch en agogisch klimaat - wij richten ons op de ontplooiing van kinderen tot volledige mensen een didactische basis - wij diagnosticeren en weten waar het kind zich in zijn of haar ontwikkeling bevindt - wij geven onderwijs op maat en halen eruit wat erin zit - wij richten de school in op individueel en op maat gericht onderwijs
1.2
Algemene gegevens
Contactgegevens Stichting Sint Josephscholen, Kelfkensbos 38, 6511 TB Nijmegen. Telefoon 024-3818283 Telefax 024-3818280
[email protected] www.josephscholen.nl Bestuursnummer 47100 Aantal scholen: 13 scholen Aantal gebouwen: 19 gebouwen Aantal leerlingen: 3810 (peildatum 01/12 2012) Aantal werknemers: 353 (262 fte’s, peildatum 31/12 2012)
9
Scholen 03LT basisschool Sint Nicolaas, directeur mevrouw Jacquelien van Galen 05IE basisschool Brakkenstein, directeur mevrouw Anneke ten Cate 12AR basisschool Hazesprong, directeur de heer Theo van Lankveld 12JY basisschool Het Kleurrijk, directeur mevrouw Magda van Dijk 12SK basisschool Sterredans, directeur de heer Johan Storm 12ZD basisschool Montessori, directeur mevrouw Annet van Summeren 13EZ basisschool Klein Heijendaal, directeur de heer Dick Heldoorn 13PH00 basisschool Petrus Canisius, directeur mevrouw Angelien Beekveld 13PH01 basisschool De Driemaster, directeur mevrouw Dolly Janssen 13WR basisschool De Kleine Wereld, directeur mevrouw Simone Wannet (m.i.v. 1 maart 2013) 14AB basisschool De Wieken, directeur de heer Roger Visser 14DI basisschool Het Octaaf, directeur de heer Chris de Ronde 14IW basisschool De Akker, directeur de mevrouw Marjo Boef (m.i.v. 1 januari 2013)
Samenstelling van het bestuur De heer Jan Wolsing (voorzitter)* De heer Martien Meekes (secretaris) De heer Frank Gerrits Mevrouw Odette Paardekoper Mevrouw Loes Caarls* De heer Merten Hinsenveld De heer Rini Braat (directeur-bestuurder)
bestuur bestaat uit maximaal zeven bestuurders die allen eindverantwoordelijk zijn. Binnen het bestuur is een remuneratie- en een auditcommissie actief. De remuneratiecommissie is belast met het doen van voorstellen voor de procedure en gehanteerde criteria bij de benoeming van de bestuursleden. Deze commissie bereidt besluitvorming voor ten aanzien de benoeming van bestuursleden en de bezoldiging van de uitvoerend bestuurder. Ze voert tevens het functionerings- en beoordelingsgesprek met de directeur-bestuurder. De auditcommissie richt zich op het houden van toezicht op de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverstrekking en het naleven van de aanbevelingen van de externe accountant en de controller. De auditcommissie stemt o.a. de verschillende onderzoeken van de externe accountant af. Zij neemt de controlerende taak van het bestuur niet over, maar zij zorgt er wel voor dat de toezichthoudende bestuurders de controlerende taak beter kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld door de besluitvorming in het bestuur voor te bereiden. Het bestuur als geheel blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de financiële taak van de stichting. De reglementen voor beide commissies kunnen worden opgevraagd en ingezien. Het bestuursbureau opereert onder verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder. De schooldirecteur wordt gezien als integraal manager van de school. Er is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr) waarin vanuit de MR van iedere SJS school een ouder en een personeelslid zitting heeft. Het bevoegd gezag wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder van de stichting.
Figuur 1. Organogram
*In 2013 zijn mevrouw Caarls en de heer Wolsing afgetreden. De heer Wolsing is als voorzitter opgevolgd door de heer Hinsenveld. De twee vacatures zijn ingevuld door de heer Edgar Gubbels en de heer Hartger Wassink.
bestuur
GMR
BESTUUR:
• toezichthoudende bestuurders • uitvoerend bestuurder
1.3
De organisatie
Een belangrijk aspect van goed bestuur (‘good governance’) is de scheiding van bestuur en toezicht op bestuur. Dat is dan ook een verplichtend element in de Code Goed Bestuur. Stichting Sint Josephscholen heeft in de ontwikkeling naar een nieuw bestuursmodel gekozen is voor het zgn. Raad van Beheer-model. Waren voorheen alle bestuursleden verantwoordelijk voor zowel het formuleren, uitvoeren als evalueren van beleid, binnen het Raad van Beheer-model worden deze functies gescheiden. Het bestuur bestaat nu uit enerzijds uitvoerende en anderzijds toezichthoudende bestuurders. Hiermee wordt voorkomen dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’. Binnen het gekozen Raad van Beheer-model is overigens geen fysieke scheiding aangebracht; er ontstaat geen aparte Raad van Toezicht. Een bestuur volgens het Raad van Beheer-model maakt verschil tussen algemeen en dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit tenminste 3 bestuurders en heeft de taak toezicht te houden op deugdelijk bestuur van de organisatie. Het dagelijks bestuur (directeur-bestuurder) bestaat volgens de statuten uit één of twee bestuurders en heeft een uitvoerende bestuurstaak. Het gehele
10
GMR
algemene directie
directieberaad directieberaad
school
mr schoo
mr
school
mr schoo
mr
bestuursbureau bestuursbureau: •- beleidsmedewerkers •beleidsmedewerkers secr. ondersteuning
school
school
school
mr schoo
mr
mr
mr
schoo mr
schoo mr
11
3
Basisschool de Driemaster directeur: Dolly Jansen
‘ …zwart, wit, bruin of geel, ogen recht of ogen scheel, kop met krullen, peentjeshaar, iedereen hoort bij elkaar …’ uit: het schoollied
De Driemaster is een basisschool met 211 leerlingen en een lange historie in de wijk Bottendaal, Nijmegen Oost. Bottendaal is een levendige gemeenschap van ‘oorspronkelijke Bottendalers’, bewoners van allochtone herkomst en hoog opgeleide bewoners die vaak vanuit hun studententijd expliciet voor deze gemengde woonwijk gekozen hebben. De schoolpopulatie bestaat voor 85% uit wijkkinderen en is dientengevolge even kleurrijk als de wijk zelf. Goed onderwijs in de basisvaardigheden en met respect voor elkaar leren samen leven zijn belangrijke elementen uit de missie van de school.
De school vertelt over zichzelf: ‘We hebben stappen voorwaarts gemaakt in de professionele ontwikkeling en tegelijkertijd hebben we de zorg om elkaar kunnen vasthouden. Er blijven uitdagingen. Er zijn de komende jaren minder uren voor RT en IB beschikbaar en er zijn zorgen over de belastbaarheid van ons schoolteam, met name omdat we te maken hebben met een hoog ziekteverzuim. Maar er is ook plezier in het werk en het gevoel dat we een goede ontwikkeling doormaken. Leerkrachten merken dat ze kunnen groeien, ouders waarderen onze warme aandacht voor hun kind en de kinderen zijn trots op hun school.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 239
2011 219
2012 211
10
10
8
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 17.25
2011 15.43
2012 15.48
24
23
19
19/4 46.8 12 0.81 2/22
18/4 47.3 11 0.65 3/20
16/3 48.8 12 0.65 2/17
12
Ook dit jaar was dat weer terug te zien toen de kinderen van groep 8 nieuwe ouders en kinderen rondleidden door de school.’
De belangrijkste stappen in 2012 • De doorgaande ontwikkeling van een familiecultuur naar een professionele cultuur. • Opbrengstgericht werken: we hebben steeds beter resultaten van ons handelen in beeld, op individueel, groeps- en schoolniveau. Deze verwerken we o.a. in de groepsplannen. • Een nieuwe leesmethode die past bij onze criteria, en dus bij de visie van de school. • Een up-to-date versie van onze taalmethode Taal Actief. • Het keuzetraject voor een SEO-methode. • De eerste grote stappen naar een ‘groen school plein’, samen met ouders, wijkbewoners en kinderen. • Een mooi ingerichte aula met podium, geluid en licht, waar al diverse vieringen in kleiner en groter verband zijn georganiseerd.
Het bestuursbureau Het kloppend hart van de Stichting Josephscholen? Dat zijn onze dertien basisscholen, daar vindt het onderwijs plaats waar wij voor staan. Maar een kloppend hart kan niet zonder een bescheiden zenuwcentrum en dat is het Bestuursbureau. Het staat ten dienste van ons onderwijs en is de plek van waaruit de directeur-bestuurder samen met een aantal (staf )medewerkers de organisatie aanstuurt, waaronder het initiëren, het laten uitvoeren, het evalueren en het borgen van het strategisch beleid. De beleidsmedewerkers hebben een adviserende en ondersteunende rol. Het bestuursbureau is gevestigd op het Kelfkensbos in Nijmegen. De omvang van de formatie op het bestuursbureau is 2,36% van de totale formatie in de scholen. Op het bestuursbureau werken ook een bovenschools ICT coördinator (0,45 fte) en een bovenschools coördinator t.b.v. de interne begeleiders (0,23 fte). Deze taken worden uitgevoerd in opdracht van het directieberaad en komen ook voor rekening van het directieberaad (en zijn dus niet terug te zien in de formatie van het bestuursbureau). Tabel 1. Omvang bestuursbureau in fte. bestuursbureau 31-12-2011 functie M secretariaat financiën bouwzaken 1 P&O 1 Directeur-bestuurder 1 totaal 3,00 percentage van totale formatie
V 0,91 1,56 0,73 3,20
totaal 0,91 1,56 1 1,73 1 6,20 2,36%
We willen dat het bestuursbureau meerwaarde heeft voor de gehele organisatie en tegelijkertijd niet onnodig de organisatie belast. Onze onderwijsorganisatie bestaat uit 13 scholen en een bestuursbureau. We hebben de zorg voor ongeveer 350 personeelsleden en 3800 kinderen. Om alle interne processen te stroomlijnen en om goede in- en externe communicatie te verzorgen, moet ons bestuursbureau dus van voldoende omvang en kwaliteit zijn. De organisatie van het bestuursbureau kent vijf afdelingen: algemene zaken, onderwijszaken, bouw en beheer, personele zaken en financiële zaken. Iedere afdeling wordt geleid door een stafmedewerker. Deze is verantwoordelijk voor de aansturing van de medewerkers die werkzaamheden uitvoeren die horen bij ‘zijn’ afdeling. Ieder afdelingshoofd legt verantwoording af aan de directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder stuurt de stafmedewerkers aan en is eindverantwoordelijk. Figuur 2. Nieuw lijnorganisatiemodel DIRECTEUR-BESTUURDER
Algemene zaken
Onderwijs zaken
Bouw en beheer
Personeel
Financiën
13
1.4
Vergaderagenda en schoolbezoek
Het bestuur is in 2012 zeven keer bijeen geweest en heeft de volgende thema’s geagendeerd: • schoolontwikkeling en kwaliteitsmonitoring • nieuwbouwproject Brakkenstein • bestuursverslag 2011 • managementletter en jaarrekening 2011 • taskforce bezuinigingen • begroting 2013 • integraal personeelsbeleid In 2012 zijn door tweehoofdige delegaties van het bestuur zeven schoolbezoeken afgelegd. Deze schoolbezoeken, ingericht volgens ons vaste format, hadden plaats op de basisscholen Wieken, Octaaf, Brakkenstein, Petrus Canisius, Sint Nicolaas, Klein Heyendaal en de Driemaster.
Hoofdstuk
2
Hoe gaat het met onze leerlingen in 2012?
L
Jaarlijks worden in Nijmegen ruim 2000 kinderen geboren. Dat betekent, dat er in onze stad zo’n 25.000 kinderen wonen in de leeftijd van nul tot en met twaalf. Samen zijn zij een onvoorstelbare schat aan talent, aan dromen, aan ontwikkelkracht. Samen zijn ze ook ’ónze schat’. Al deze kinderen willen gekend worden, van meet af aan, vanaf hun prilste start, gewoon bij naam en toenaam. En er is er niet één gelijk. Dat vraagt om zorg op maat, passend onderwijs en afgewogen ontwikkelarrangementen. Talent, dromen en ontwikkelkracht van kinderen nemen we serieus. Dat doen al onze scholen. Dat betekent dat we onze kinderen niet alleen uitstekend onderwijs geven, maar ook leren om goed samen te leven en samen te werken. Ze leren om trots te zijn op wie ze zijn en respect te hebben voor elkaar. 2.1
Onderwijsresultaten
De onderwijsresultaten van de SJS scholen zijn een gedeeltelijk antwoord op de vraag hoe het met onze leerlingen gaat. Gedeeltelijk, want we weten te weinig over de bagage waarmee de kinderen onze scholen binnenkomen, om te kunnen vaststellen wat onze uiteindelijke bijdrage is geweest aan hun ontwikkeling en groei. Daarbij zijn er aspecten in de brede ontwikkeling van kinderen die zich niet laten vangen in de staatjes van de psychometrie. Dat gezegd hebbende, presenteren we desalniettemin enkele cijfers. Want cijfers zeggen niet alles, maar wel iets.
14
15
4
Basisschool het Kleurrijk directeur: Magda van Dijk
‘…uitstekend onderwijs, innemend klimaat …’ Brede school het Kleurrijk is een school met 129 kinderen en staat in de volkswijk het Willemskwartier, Nijmegen midden. De school huisvest in Voorzieningenhart ’t Hert. Door de nauwe samenwerking met andere gebruikers in dit Voorzieningenhart en de aanwezigheid van vele faciliteiten die in het gebouw aanwezig zijn, is ons onderwijsprogramma zeer breed. De school vertelt verder over zichzelf: ‘We zijn een brede school met een zorgzaam en professioneel team. Onze school staat met uitstraling midden in de multiculturele wijk het Willemskwartier. Ons onder wijsprogramma wordt verzorgd door medewerkers van KION, Tandem en Sint Josephscholen. De leerkrachten werken in onderwijsunits, volgens uitgangspunten van Team Onderwijs op Maat (TOM). We besteden optimaal aandacht aan de ontwikkeling en het leren van individuele leerlingen, leerkrachten en ouders. We richten ons op goed taal- en reken onderwijs en op de sociaal-emotionele ontwikkeling. We maken kinderen weerbaar, brengen ze eigenwaarde bij en ontwikkelen zelfbewustzijn en zelfdiscipline. Wij voeren sinds enige tijd een aangepast rooster: 8.30 uur tot 16.00 uur. We doen dat om letterlijk meer tijd te kunnen besteden aan onze leerlingen en hebben daarbij ook het biologische ritme van kinderen in het achterhoofd.. LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 139
2011 132
2012 129
8
8
8
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 16.43
2011 15.19
2012 13.85
20
19
18
16/3 48.5 12 0.98 6/14
15/3 45.3 9 0.48 6/13
16/1 43.6 8 0.89 4/14
16
Over deze, en andere regelingen op school zijn we in goed overleg met de ouders; ouderparticipatie vinden wij erg belangrijk. We onderhouden een klimaat, waarin iedereen zich thuis voelt; kind, ouders, wijkbewoners en leerkrachten. Onze aandacht voor gezond samenleven zorgt voor een klimaat vol bewuste keuzes, waarin het kind centraal staat!’
De belangrijkste stappen in 2012 • Voorbereiding van het pilot schooljaar 2013-2014 waarin we alle groepen gaan lesgeven op een manier die beter past bij het biologische ritme van kinderen. De gekozen TOM uitgangspunten sluiten hier ook goed op aan. • Uitgangspunten TOM borgen en indien wenselijk doorontwikkelen van het TOM-concept. • We ontwikkelen ons van brede school naar Integraal Kind Centrum. • Onze samenwerking in ’t Hert en als school in de wijk verder verstevigen, door te realiseren dat we niet zonder elkaar kunnen. • Vormgeven aan passend onderwijs. • Piramide training op maat in samenwerking met de peuterspeelzaal ten behoeve van certificering VVE school. • Oriëntatie op een nieuwe methode voor rekenen, bruikbaar voor alle groepen. • Oriëntatie op een methode Engels die past bij onze leerlingenpopulatie.
2.1.1. Toetsscores Cito eindscore Aan de Cito-eindtoets nemen 11 SJS-scholen deel. De Jenaplanscholen Sint Nicolaas en Sterredans gebruiken de zgn. Drempeltoets. Het gemiddelde van de Cito-eindscores van de SJS scholen samen ligt boven het landelijk gemiddelde. Dat stemt tot tevredenheid. De spreiding van de eindscores van de verschillende scholen loopt uiteen van (ongecorrigeerd) 543,5 tot 523,9. Die verschillen zijn op de eerste plaats terug te voeren op leerling-populatie. Verdere analyse door de Inspectie van het Onderwijs heeft uitgewezen één school wordt aangemerkt als ondergemiddeld, één school scoort gemiddeld en negen scholen scoren bovengemiddeld.
Tabel 2. Gemiddelde eindscore SJS t.o.v. landelijk gemiddelde. Afnamejaar
2008
2009
2010
2011
2012
Gemiddelde SJS
536,9
534,8
535,9
536,4
536,0
Gemiddelde landelijk
535.4
535.5
534,7
535,1
535,1
2.1.2 Opbrengstgericht werken aan de hand van LVS-scores Alle SJS scholen gebruiken het leerlingvolgsysteem (LVS) van het Cito. Het systeem heeft een landelijke normering en maakt gebruik van trendanalyses. Deze laten zien in welke mate iedere groep erin slaagt de doelen voor dat jaar te bereiken. En dat is nu net de informatie die wij nodig hebben om gericht te kunnen praten over verbetering van ons onderwijs. Scholen kunnen hun eigen leerling of groep leerlingen vergelijken met het landelijk gemiddelde, met de gestelde doelen en op basis hiervan individuele leerling-resultaten proberen te verbeteren. Maar scholen kunnen ook de eigen onderwijsinspanningen bijsturen. Waar moeten we onze aandacht in het bijzonder op richten? Wat behoeft verbetering? Hieronder staan de scores van onze leerlingen voor relevante ‘vakken’ op de verschillende momenten. Ter verduidelijking: krijgt een leerling een A, dan wil dat zeggen dat de leerling hoort bij de 25% hoogst scorenden van Nederland. Een B-score staat voor de volgende 25%. Een A-score of een B-score is dus een bovengemiddelde score. Een C-score wil zeggen, dat het kind bij de 25% ‘daarna’ hoort; als gemiddelde groep ‘voldoende’ maar de laagste scoorders in deze groep lopen wel risico. Een D-score wordt behaald door de volgende 15% van de populatie, een E-score door de laagst scorende 10% van de leerlingen. De groep leerlingen met een D-score of een E-score kunnen worden aangemerkt als zorgelijke presteerders op dit vakgebied. Om niet uit de landelijke pas te lopen, moet de groep A- en B-scoorders op onze scholen samen 50% of hoger zijn. De groepen 3 tot en met 8 scoren op het nationale zorgenkindje Spelling ondergemiddeld. De scores van de andere groepen op de Technisch lezen, Spellen en Rekenen/ Wiskunde zijn bovengemiddeld. Opvallend daarbij is de hoge score bij rekenen en wiskunde.
17
2.1.4 Speciale zorg
Tabel 3. Kinderen met een score A- of B. Groep 3 t/m 8
2010-2011
2011-2012
Technisch lezen
51,9%
52,3%
Begrijpend lezen
52,1%
51,9%
Spelling groep
50,8%
48,7%
Rekenen/Wiskunde groep
59,2%
61,2%
2.1.3 Uitstroom naar vervolgonderwijs Aan het einde van het schooljaar 2011-2012 zijn 493 leerlingen uitgestroomd naar vervolg onderwijs. Van de gehele groep SJS uitstromers heeft 62% de opleiding voortgezet op havo of vwo niveau. Dat is ruim boven het landelijk gemiddelde. Daarmee zet SJS de trend voort van de afgelopen jaren. In heel Nederland ligt dat percentage op ongeveer 47%.
Er zijn leerlingen die extra zorg nodig hebben. Als het even kan wordt die zorg gegeven op de reguliere basisschool, soms met behulp van leerlinggebonden financiering, in de volksmond ‘het rugzakje’. We noemen dat het eerste niveau van zorg. Naarmate een school er beter in slaagt dit eerste niveau te realiseren, zullen zij er ook in slagen meer verschillende behoeften van leerlingen zelf op te vangen. In een aantal gevallen zal het zo zijn dat schoolse voorzieningen niet meer toereikend zijn. Dan moet aansluiting gezocht worden met voorzieningen in de nabijheid van de school, de schoolnabije zorg. Hiervoor zijn de Zorgadviesteams (ZAT) ingericht. ZAT Het ZAT is een op stadsdeelniveau georganiseerd multidisciplinair zorgnetwerk rondom scholen. Het ZAT heeft tot doel het bewerkstelligen van een goede en laagdrempelige zorgstructuur (integraal zorgnetwerk) rondom scholen, zodat ieder kind van 0-14 jaar in Nijmegen de meest optimale zorg kan worden geboden. Men streeft ernaar zo snel mogelijk te helpen met zo licht mogelijke hulp om zo mogelijk ergere problemen te voorkomen. Tabel 5.
Tabel 4. Uitstroom naar vervolgonderwijs schooljaar 2009/2010 - 2011/2012. Vervolgonderwijs 2009-2010 2010-2011 2011-2012 vwo / atheneum havo / vwo havo vmbo-tl / havo vmbo-tl vmbo-bb vmbo-kb vmbo-gl lwoo anders…. Totaal
23 25 13 13 7 4 6 2 4 3 500/100%
30 15 16 12 14 3 6 2 2 0 484/100%
23 26 13 13 7 4 6 2 4 3 493/100%
vmbo-tl = theoretische leerweg vmbo-bb = basisberoepsgerichte leerweg
2011-2012
2011-2012: aantal kinderen met een rugzakje
32
40
20111-2012: aantal kinderen dat besproken is in een zorgadviesteam (ZAT)
56
60
vmbo-kb = kaderberoepsgerichte leerweg vmbo-gl = gemengde leerweg
Onderzoek In het schooljaar 2011-2012 is in opdracht van de besturen voor primair- en voortgezet onderwijs in Nijmegen een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van advisering in groep 8 en het functioneren van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Nijmegen. Het onderzoek is uitgevoerd door het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Uit het onderzoek is geleken dat ruim 90% van de kinderen in de eerste drie jaren van het voortgezet onderwijs functioneert op het niveau van het gegeven advies. Je zou daaruit kunnen concluderen dat de adviezen in hoge mate passend zijn. Het is ook zo dat leerlingen de neiging hebben zich aan te passen aan het onderwijsniveau dat hen wordt aangeboden. Maar ook de oordelen van de mentoren in het voortgezet onderwijs stemmen sterk overeen met de adviezen die gegeven worden door de basisscholen. Deze uitkomsten maken dat we voorlopig concluderen dat de basisschooladviezen adequaat zijn.
18
2010/2011
SO/SBO Soms is het beter voor leerlingen om hun opleiding (tijdelijk) voort te zetten binnen het speciaal onderwijs (so) of speciaal basisonderwijs (sbo). Sbo is bedoeld voor leerlingen met leer- of gedragsproblematiek. So is bedoeld voor leerlingen met een handicap of met een probleem van meer psychiatrische aard. So is onderverdeeld in vier clusters: 1. visuele handicap 2. gehoor-, spraak- of taalprobleem 3. lichamelijke of verstandelijke handicap of langdurig ziek 4. ernstige gedragsstoornis of psychiatrisch probleem Tabel 6. Uitstroom naar SO en SBO 2011-2012. SBO
16
SO-cluster 1
0
SO-cluster 2
2
SO-cluster 3
1
SO-cluster 4
4
19
5
Basisschool de Hazesprong directeur: Theo van Lankveld
‘…samen spelen, samen leren, samen leven, samen werken…samenwerken’
2.2
Naast de kwaliteit van het onderwijsaanbod en de behaalde schoolresultaten heeft SJS ook te maken met fluctuaties in leerlingaantallen. Ze zal daarop moeten reageren en voorsorteren. 2.2.1 Huidige leerlingenaantallen Op de peildatum 1 oktober 2012 verzorgden onze 13 scholen onderwijs voor in totaal 3726 leerlingen. Dat is een stijging van 1 leerling t.o.v. van het vorige jaar (3725).
De Hazesprong is een basisschool met 491 leerlingen, die staat in de rustige woonwijk de Hazenkamp, midden in de stad Nijmegen. De school heeft een actieve oudervereniging en medezeggenschapsraad en profileert zich als sportieve school met ruime aandacht voor bewegen en sport, verzorgd door een vakleerkracht. Daarnaast werkt de school hard aan de ontwikkeling van een Leonardo-afdeling in de school ten behoeve van hoogbegaafde kinderen. De school vertelt over zichzelf: “We willen ons onderwijs anders en vernieuwend organiseren. We willen mét onze leerlingen op nieuwe manieren leren, in een lerende school, een flexibele organisatie met lerende medewerkers. Ieder kind heeft eigen mogelijkheden en dat is ons vertrekpunt van handelen. Ons onderwijs is ontwikkelingsgericht, adaptief, op maat. Ons team van leerkrachten werkt samen, hanteert eenzelfde didactische en pedagogische aanpak, leert van elkaar en respecteert elkaars kwaliteiten. We willen het onderwijs voor iedere leerling boeiend maken.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 463
2011 485
2012 491
18+2 Leonardo
17+2 Leonardo
17+2 leonardo
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 31.08
2011 28.72
2012 28.49
45
44
43
38/6 44.53 18 1.10 11/34
38/5 45.02 17 0.99 10/34
38/4 45.23 16 1.24 9/34
20
Tabel 7. Leerlingenaantallen per school 2008 t/m 2012 (peildatum 1 oktober).
Kleine Wereld St. Nicolaas Sterredans Octaaf Wieken Brakkenstein Hazesprong Kleurrijk Petrus Canisius Driemaster Montessori Klein Heyendaal Akker Totaal
Dan stemt het goed te horen van ouders: ‘We vinden jullie betrokken, zorgvuldig, integer, eerlijk en betrouwbaar. Het geeft ons het vertrouwen dat onze zoon op deze school zeer op de juiste plek zit.’ En je wordt blij als je leerling schrijft: Ik weet niet hoe dit bij andere scholen zit. Maar ik denk dat onze school toch wel de leukste is!’
De belangrijkste stappen in 2012 Theo van Lankveld: “Naast het ontwikkelen van het Leonardoconcept in de school, hebben wij nog meer werk gemaakt van ICT toepassingen in de school. Ik wil graag noemen:” • Het verder vormgeven van zelfstandig werken en het ontwikkelen van zelfsturing van de kinderen in de groepen 1 t/m 8. • Het inzetten van leskisten van SOL in het kader van interreligieus onderwijs. • Verzorgen van een aanbod voor cultuur educatie aan de hand van kunstcarrousels • De digitale schoolborden in iedere klas, dus ook in de groepen 1-2. • Het verder inrichten en doorontwikkelen van de Leonardo-afdeling in de school. • Naast het Leonardo-aanbod, een aanbod voor de meerbegaafde kinderen van de school. • Wij werken continu aan een veilige school voor kinderen, ouders en leerkrachten.’
Leerlingaantallen en prognoses
2008 248 253 398 386 166 300 465 160 221 244 238 445 381 3905
2009 238 254 340 385 159 288 459 154 224 238 240 455 388 3822
2010 233 261 305 385 149 274 463 139 227 239 226 461 382 3744
2011 228 272 291 360 174 273 485 132 219 214 228 463 386 3725
2012 221 275 293 346 196 281 491 129 226 211 219 456 382 3726
2.2.2 Tussentijds uitgestroomd In het gehele schooljaar 2010/2011 zijn ook tussentijds leerlingen uitgestroomd. In totaal 38 leerlingen verlieten de scholen in verband met een verhuizing. 9 Leerlingen kozen voor een andere basisschool in Nijmegen. Naar het SO of het SBO gingen 23 kinderen. 2.2.3
Prognose, aandachtspunten en acties
Prognose Het aantal leerlingen in de basisschoolleeftijd in Nederland neemt af. Het ministerie van OCW verwacht de komende tien jaar gemiddeld 10% minder leerlingen. Dat betekent dat er in 2025 in heel Nederland 330 duizend minder jongeren tussen 0 en 20 jaar zijn (-8,4%), aldus cijfers van het CPS. De leerlingaantallen binnen SJS zullen als gevolg van krimp de komende jaren licht dalen (< 1% per jaar) dalen. Als Stichting hebben we die ontwikkeling zien aankomen. Daar anticiperen we op door het actualiseren van prognoses, door goed te kijken naar de leeftijdsopbouw van de medewerkers (zodat we weten hoe de uitstroom verloopt) en door het opstellen van een integrale meerjarenbegroting met een doorkijk naar de komende 5 jaar, die jaarlijks geactualiseerd wordt. De cijfers in de volgende tabel zijn de werkelijke aantallen t/m 2012 (d.d. 1 oktober) en de prognoses tot en met 2015.
21
Tabel 8. Prognoses t/m 2015 (Bron: Pronexus- Geldrop (2011). Brinnr. 03LT00 05IE00 12AR00 12JY00 12SK00 12ZD00 13EZ00 13PH00 13PH01 13WR00 14AB00 14DI00 14IW00
Naam Sint Nicolaasschool Brakkenstein de Hazesprong het Kleurrijk de Sterredans Montessorischool Klein Heyendaal Petrus Canisius de Driemaster de Kleine Wereld de Wieken het Octaaf de Akker Totaal
2011 272 273 485 132 291 228 463 219 214 228 174 360 386 3725
2012 275 281 491 129 293 219 456 226 211 221 196 346 382 3726
2013 265 261 488 129 283 228 453 229 218 224 163 355 387 3683
2014 262 249 485 131 274 228 454 231 216 218 166 351 394 3659
2015 263 249 488 130 265 226 447 240 216 220 166 350 399 3659
Aandachtspunten en acties Vaak houden fluctuaties in leerlingaantallen verband met een aantal specifieke factoren in de betreffende wijk: demografische ontwikkelingen en woningbouw die niet specifiek bestemd is voor gezinnen met jonge kinderen (Bottendaal en Centrum). Zorgen om het leerlingaantal zijn in eerste aanleg een zaak van iedere individuele school. Maar natuurlijk zijn het gedeelde zorgen. Ook in 2011 heeft SJS een aantal acties ondernomen of ondersteund die te maken hebben met dalende leerlingenaantallen: • Jenaplanschool de Sterredans, basisschool het Octaaf en basisschool het Kleurrijk hebben te maken of te maken gehad met dalende leerlingenaantallen. Met gericht beleid wordt geprobeerd om de ingezette daling te keren. Jenaplanschool de Sterredans doet dit succesvol, o. a. door het optimaliseren van de opvang. Basisschool de Wieken werkt met een nieuw onderwijsconcept. De school heeft zich het afgelopen jaar gecertificeerd als Daltonschool en is op die manier een aantrekkelijke buurtschool geworden voor de nieuwe bewoners van de wijk. Basisschool het Kleurrijk heeft samen met het bestuur en ouders een aantal initiatieven genomen om de nieuwe bewoners te informeren over de kwaliteit van de school in de buurt. Deze initiatieven lijken succesvol gelet op de positieve reacties van de ouders. De verwachting is dat de school de komende jaren gaat groeien en daarmee qua leerlingenaantal boven de opheffingsnorm komt. De terugloop van leerlingen op het Octaaf moet nader worden geanalyseerd om vervolgens doelgerichte stappen te kunnen zetten. In 2013 wordt gestart met de ontwikkeling van nieuwbouwplannen voor het Octaaf. Hoe ruim de nieuwbouw zal worden zal mede o.b.v. de analyse worden bepaald. • SJS heeft (nog) geen school in Nijmegen-Noord (Waalsprong). De huidige planning van de woningbouw in de Citadel van Waalsprong geeft aan dat niet eerder dan in 2017 de vestiging van een onderwijsvoorziening door SJS noodzakelijk is. Dit zal leiden tot een sterke toename van het totale leerlingenaantal (4900 leerlingen in 2018). Door het ontbreken van een SJSschool op de Waalsprong is er geen compensatie van de lichte krimp in Nijmegen-stad mogelijk. • Vanaf 1 april 2009 worden alle nieuwe leerlingen centraal aangemeld via ‘Schoolwijzer Nijmegen’. De effecten van het nieuwe aanmeldsysteem worden in deze schooljaren geleidelijk zichtbaar. De zgn. matchingsrondes resulteren een aantal jaren op rij in een toename van het aantal nieuwe aanmeldingen bij SJS scholen.
22
Hoofdstuk
3
Hoe gaat het met onze medewerkers in 2012?
Op 31 december 2012 zijn aan onze organisatie 353 medewerkers verbonden, met een gemiddelde leeftijd van ruim 40 jaar, waarvan uiteraard het overgrote deel, 82%, voor de klas staat. Mensen aan het begin of in de kracht van hun loopbaan met een dagelijkse professionele uitdaging. Het geven van onderwijs is een belangrijk beroep met een hoge maatschappelijke relevantie en zichtbaarheid. Bijna iedereen in Nederland vindt wel wat van onderwijs. Om goed te kunnen functioneren in zo’n publieke context en zich ‘in veiligheid’ te kunnen blijven ontwikkelen, is het belangrijk dat medewerkers van scholen zich gewaardeerd weten. Het idee hebben dat zij altijd kunnen rekenen op de ‘back-up’ van hun werkgever. Die werkgever is in eerste instantie de eigen school en in het verlengde daarvan het bestuur van SJS. De SJS als totale organisatie investeert veel tijd, energie en middelen in het verbeteren, versterken en borgen van de onderwijskwaliteit van de organisatie in al zijn aspecten. Bij het praten en nadenken over onderwijskwaliteit in de breedste zin van het woord kom je toch elke keer weer tot de conclusie: het zijn de mensen die het moeten doen, elke dag opnieuw. De kwaliteit van het onderwijs is immers voor een belangrijk deel afhankelijk van de inzet en de capaciteiten van de leraren. Zij spelen een cruciale rol bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van alle leerprocessen. Het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs hangt rechtstreeks samen met aandacht voor een gerichte professionele ontwikkeling van leraren. SJS is zich bewust van de veelzijdige opdracht aan de scholen en hun medewerkers, en ambieert elk jaar de context voor haar scholen zo in te richten dat de medewerkers goed kunnen functioneren en zich professionaliseren. Die ambitie zit vervat in de beschrijving wie we zijn, in de pijlers van ons onderwijs en in de onderwijsactiviteiten die we hebben ondernomen.
3.1
Medewerkers in aantal en naar functie, leeftijd en geslacht
• Bij SJS werkten in 2012 in totaal 353 medewerkers, 262,35 fte’s. • Bijna de helft van alle medewerkers is 45 jaar of jonger, 21% is tussen 45 jaar en 55 jaar, en iets meer dan een kwart is ouder dan 55 jaar. • Het totale medewerkersbestand van SJS bestaat voor ongeveer 82% uit vrouwen. • Van de 13 schooldirecteuren zijn er acht vrouwen. • Op het bestuursbureau wordt ongeveer 52% van de fte ingevuld door vrouwen.
23
6
Basisschool Klein Heyendaal
Hieronder ziet u de overzichten naar functie, leeftijd en geslacht.
directeur: Dick Heldoorn
Tabel 9. Leeftijd en sexe in 2011.
‘Doelgericht uitdagend leren…’ Bovenstaand is een stuk van de ondertitel van ons schoolplan 2011-2015. Het moet ons helpen het volgende te volbrengen: Als kinderen na 8 jaar Klein Heyendaal verlaten dan moeten zij in eigen woorden kunnen zeggen: ‘Ik weet veel, ik kan veel, ik wil veel en ik durf veel’. En in cognitief, sociaal-emotioneel en creatief opzicht: ‘Ik heb geleerd te leren’.
Basisschool Klein Heyendaal is een relatief grote school met 456 leerlingen verdeeld over 17 groepen en ligt in de woonwijk Galgenveld, Nijmegen oost. In deze wijk wonen veel hoog opgeleide ouders wat met zich mee brengt dat veel van onze leerlingen erg talig en cognitief begaafd zijn. Om in termen van Gardner (meervoudige intelligentie) te spreken; daar matchen we graag mee. Vandaar ons aanbod dat o.a. Spaans, techniek en filosofie omvat. Uiteraard is er aandacht voor stretchen. Daarom kiezen wij bij de creatieve vakken ook voor vakleerkrachten. Met andere woorden, we streven naar een balans tussen cognitieve, creatieve en sociale vaardigheden. Dit alles doen wij vanuit een min of meer traditionele setting van rust, orde en regelmaat in heterogene kleutergroepen en homogene jaargroepen vanaf groep 3.
Aantal
Man
Vrouw
Totaal
%
tot 25
1
6
7
0,02 %
25-35
9
67
76
21,53 %
35-45
14
81
95
26,91 %
45-55
16
58
74
20,96 %
55-60
11
46
57
16,15 %
60-67
13
31
44
12,46 %
Totaal
64
289
353
18,1 %
81,9 %
Dick Heldoorn: ‘Vandaag is het verleden van morgen. Morgen is ongewis. Zijn de 21 century skills wel de vaardigheden die we echt nodig hebben? Vandaag leiden we op voor beroepen die we nu nog niet kennen. Zijn er morgen nog wel beroepen? Om met het ongewisse om te kunnen gaan hebben we het volgende nodig: ‘Ik weet veel, ik kan veel, ik wil veel en ik durf veel’. Laat dit nou net, zoals vermeld in ons schoolplan, onze opdracht zijn!’
De belangrijkste stappen in 2012 • De implementatie van een aanpak meervoudige intelligentie. • Het besluit om een technieklijn voor alle leerlingen verder vorm te geven. • De invoering van Levelwerk en Levelspel, aandacht voor onze meerbegaafde leerlingen. • Het versterken van de interne begeleiding met een zorgteam.
fte
Man
Vrouw
Totaal
%
tot 25
0,38
2,89
3,27
1,25 %
25-35
7,50
50,60
58,10
12,10 %
35-45
13,02
53,61
66,63
25,40 %
45-55
14,48
41,32
55,81
21,27 %
55-60
10,30
32,19
42,49
16,20 %
60-67
12,34
23,71
36,05
13,74 %
Totaal
58,12
204,53
262,35
22,13 %
77,87 %
Tabel 10. Leeftijd en functie. Aantal
Op
Totaal
2
5
7
50
76
76
40
tot 25 25-35 35-45
1
6
88
95
45-55
3
14
57
74
55-60
5
6
46
57
20
60-67
4
12
28
44
10
Totaal:
13
40 300
353
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 461
2011 463
2012 456
17
17
17
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 27.09
2011 26.53
2012 25.37
fte
39
39
37
34/4 45.2 17 1.30 5/34
33/5 45.8 17 1.95 5/34
33/3 46.3 16 1.19 3/34
24
60
Dir Oop
Dir
30
0
Oop
tot 25
25-35
35-45
Op
Totaal
tot 25
3,1115
3,11
25-35
58,0198
58,02
35-45
1,00
4,39
61,31
66,70
45-55
1,80
14,98
39,02
55,80
55-60
5,00
3,72
33,78
42,50
60-67
4,90
11,28
19,76
35,95
Totaal:
12,70
34,37
215,00
262,07
45-55
55-60
60-67
25
7
Basisschool de Kleine Wereld directeur: Simone Wannet
‘…leren van en met elkaar …’ De Kleine Wereld is een basisschool met 221 kinderen. De school is gevestigd in een geheel nieuw gebouw. De school vormt met twee partners, Kion en Kleur, het Kindcampus Grootstal in de woonwijk Grootstal in Nijmegen zuid.
3.2
Verzuim
Het gemiddelde verzuim in 2012 over alle werknemers bedroeg 5,48%. Het verzuim is daarmee licht gedaald t.o.v. 2011 (6,00 %). Het verzuimpercentage van het onderwijsgevend personeel (85% van het totaal aantal werknemers) is in 2012 gestegen t.o.v. het jaar 2011; van 5,59 % naar 5,86%. Het verzuim is hoger dan het landelijk gemiddelde. Het percentage personen dat helemaal niet heeft verzuimd in het jaar 2012 is een lager percentage dan landelijk gemiddeld. In het meerjarenbeleidsplan is als doel gesteld: een verzuimpercentage van 5%. Een reductie met 0,86% gaat niet vanzelf. In 2012 heeft de directeur/bestuurder en de directieraad besloten om extra aandacht te geven aan verzuim. In 2013 wordt gestart met een projectmatige aanpak van het verzuim.
V
Tabel 11. Verzuimcijfers 2012, verzuimpercentage alle categorieën werknemers naar leeftijd.
De school vertelt over zichzelf: ‘Dit gebouw ondersteunt ons gevoel van openheid naar en ontmoeting met ouders. In het logo van de school worden de uitgangspunten, kenmerken van onze school duidelijk in beeld gebracht. Verbondenheid tussen drie groepen: kinderen, ouders en medewerkers werken samen aan onderwijs op maat. Daarnaast profileren we ons als een sportieve school. We gaan uit van brede ontwikkeling van kinderen: hoofd, hart en handen. Dit binnen een veilig en rustig speel- en werkklimaat. Om rust en veiligheid te creëren hebben we gouden regels opgesteld, zichtbaar in de school. Wij zijn blij met de diverse populatie kinderen binnen onze school. Ze stelt ons in staat om dagelijks van en met elkaar te kunnen leren.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 233
2011 228
2012 221
11
11
11
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 18.89
2011 19.08
2012 17.04
25
27
24
20/4 47 6 0.33 8/17
22/4 46.8 7 0.37 10/17
20/4 46.6 7 0.16 8/16
26
Om recht te kunnen doen aan verschillen tussen kinderen bieden we, waar mogelijk, de leerstof aan op drie niveaus. We streven naar een doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen. Hierbij is samenwerking met alle betrokkenen rondom het kind voor ons belangrijk.’
De belangrijkste stappen in 2012 Ons onderwijs blijft in ontwikkeling. Net zoals de kinderen op onze school, zijn ook wij als team bezig met ons te ontwikkelen. De belangrijkste stappen die we hierin samen gezet hebben: 1. Kwaliteitszorg: de invoering van de methode Wereld in Getallen voor rekenen en Nieuwsbegrip XL voor begrijpend/studerend lezen. 2. Regie van de zorg: het maken van een opbrengstgerichte analyse om ingezette interventies te monitoren aan de hand van onze resultaten. 3. Handelingsgericht en opbrengstgericht werken krijgt vorm in het werken met een groepsplan bij voorbereidend lezen in de onderbouw, technisch lezen in de middenbouw en voorgezet technisch lezen en begrijpend lezen in de bovenbouw. 4. Opstellen van gouden regels (gericht op gedrag). 5. De samenwerking met de partners - KION en KLEUR - in Kindcampus Grootstal maakt dat we gestaag toegroeien naar het zijn van een brede school.
Leeftijd
verzuim in %
landelijk gemiddelde
tot 25
2,32
25-35
4,28
4,23
35-45
4,34
5,23
45-55
5,94
6,50
55-60
7,13
60-67
7.09
8,93
AL
5,48
6,08%
Tabel 12. Verzuimpercentage per leeftijdsgroep vanaf 2010. Leeftijd
2012 landelijk gemiddelde 2010
2010
2011
tot 25
0,84%
1,51%
2,32%
25-35
5,04%
5,10%
4,28%
4,23
35-45
5,93%
6,23%
4,34%
5,23
45-55
6,25%
5,72%
5,94%
6,50
55-60
7,47%
8,66%
7,13%
60-67
4,96%
4,37%
7.09%
8,93
Totaal
5,85 %
6,00 %
5,48%
6,08%
27
Tabel 13. Verzuimpercentage categorie onderwijsgevend personeel. Onderwijs-gevend personeel
2010
2011
6,53 %
5,59 %
Hoofdstuk
2012 landelijk gemiddelde 2010 5,86%
6,08%
4
Wat hebben we gedaan in 2012 ?
Tabel 14. De verzuimfrequentie. Leeftijd
verzuim in %
landelijk gemiddelde
tot 25
0,58
25-35
1,57
1,05
35-45
1,26
0,96
45-55
1,28
0,94
55-60
1,31
60-67
0,83
1,00
AL
1,29
1,01
Tabel 15. Het percentage van onze medewerkers dat in 2012 niet verzuimd heeft.
Leeftijd
3.3
het % niet verzuimers
tot 25
43,12
25-35
23,23
35-45
38,68
45-55
36,87
55-60
34,47
60-67
56,53
AL
36,19
landelijk gemiddelde
Een strategisch beleidsplan In 2011 is het nieuwe strategische beleidsplan voor 2011-2015 vastgesteld. Een strategisch beleidsplan geeft voor de schoolplanperiode 2011-2015 de hoofdlijnen van het bestuursbeleid aan en de strategische keuzes die daarbinnen worden gemaakt. Het plan beschrijft op SJS niveau de concrete doelen, het proces om deze doelen te realiseren en de beoogde opbrengsten. In de periode 2011-2015 willen we veel beleid dat eerder voor 2011 was geïnitieerd, doorontwikkelen en verder borgen. Nieuwe beleidsthema’s zijn bepaald door overheidsbeleid (passend onderwijs), lokale ontwikkelingen (doorontwikkeling brede school) en keuzes van het bestuur (rol en positie van ouders, herinrichting bovenschoolse organisatie). Op basis van een swot-analyse maken we binnen de kaders van het dit strategische beleidsplan een aantal strategische keuzes. Krimp in leerlingaantallen, bezuinigingen door de verschillende overheden en vergrijzing van het personeelsbestand worden als belangrijkste bedreigingen gezien. Maar daar staan kansen tegenover; het groeiende professionaliseringsniveau en de ambitie van de leraar, de ontwikkeling van opbrengstgericht werken, opvattingen over de rol van de school in de brede school en de toepassing van computertechnologie
45,92
Goed werkgeverschap
De kwaliteit van onze prestaties wordt in hoge mate bepaald door de mensen, die dagelijks in onze scholen aan het werk zijn. Zij moeten kunnen en willen werken met inzet, betrokkenheid en nieuwsgierigheid. Ze spelen een belangrijke rol in de aansturing en vormgeving van alle leerprocessen, ze creëren samen de omgeving waarin de kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen. Dat is een opdracht die werkelijk niet altijd eenvoudig is. Werken aan onderwijskwaliteit betekent dus in hoge mate werken aan de professionaliteit en welbevinden van mensen. Want met de juiste middelen, aandacht en inzet zijn ‘onze’ mensen in staat om topprestaties te leveren. SJS wil een werkgever zijn die blijft zorgen voor zo’n inspirerende en uitdagende werkomgeving voor haar medewerkers. Daarom stelt SJS hoge eisen aan haar personeels- en organisatiebeleid. Belangrijke kwalificaties: zorgvuldig, planmatig en rechtvaardig.
28
In de voorgaande paragrafen heeft u kunnen lezen hoe het gaat met onze leerlingen en medewerkers. Deze paragraaf is gewijd aan een aantal onderwijsinhoudelijke en organisatorische ontwikkelingen die wij in 2012 hebben ingezet of voortgezet.
Het moge duidelijk zijn, het strategisch beleidsplan is in deze schoolplanperiode het referentiekader voor de voorbereiding, de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van het beleid binnen SJS. Bestuursbesluiten, operationele plannen en resultaten zullen steeds getoetst worden aan het strategische beleidsplan. Daarmee is het strategisch beleidsplan voor SJS een bindend element. De hoofdlijnen van beleid, zoals die geformuleerd zijn in het beleidsplan, vormen de basis voor gesprekken over de voortgang en uitvoering van beleid tussen het bestuur en de schooldirecties. Daarnaast biedt het plan een basis om verantwoording af te leggen aan extern betrokkenen. Het bestuur heeft een beleidsbepalende en toezichthoudende rol. Vanuit die rol beschrijft zij gewenst beleid en houdt zij toezicht. De directeuren (het directieberaad) hebben een ontwikkelende en uitvoerende rol. De directeurbestuurder en de directie / smt van iedere SJS-school maken afspraken over de realisering van de doelstellingen, zoals geformuleerd in het strategisch beleidsplan. Daarmee heeft elke school een eigen schoolspecifieke beleidsagenda. Natuurlijk wordt er rekening gehouden met de eigenheid van iedere school. Die is ingekleurd door invloeden van binnenuit en van buitenaf. Dat herkennen wij en daarvoor is erkenning. Dit kan betekenen dat
29
8
Basisschool Montessori Nijmegen directeur: Annet van Summeren
‘…help mij het zelf te doen…’ Basisschool Montessori Nijmegen is een katholieke basisschool met 218 leerlingen in Nijmegen Oost. De school verzorgt onderwijs volgens de inzichten van Maria Montessori en doet dat al sinds 1938. Het werken aan een steeds groter wordende verantwoordelijkheid van het kind loopt als een rode draad door ons onderwijs. Als Vreedzame School willen wij een veilige en vertrouwde omgeving bieden waarin ieder kind er mag zijn met alles wat hem of haar zo uniek maakt. De school vertelt over zichzelf: ‘Ons montessorionderwijs blijft in ontwikkeling. Wij vinden het aanleren van zowel kennis als vaardigheden van belang. De ontwikkeling van de gehele persoonlijkheid staat centraal. Naast rekenen, taal en lezen wordt er dus ook aandacht besteed aan Kosmisch Onderwijs en Opvoeding (KOO, de mens in relatie tot natuur, cultuur, tijd en ruimte). Het lesaanbod is individugericht en wordt zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijsbehoefte van het kind. De regie over het proces waarin het kind leert en ontwikkelt is in handen van de leerling en de leerkracht samen. Kinderen werken veel in tweetallen en groepjes, met kinderen van hun eigen leeftijd maar ook groepsoverstijgend. Naast de lesmethoden zijn er ook materialen waarmee de kinderen zelfstandig kunnen werken.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 226
2011 228
2012 218
8
8
8
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 13.66
2011 11.87
2012 11.91
19
17
16
16/2 46 8 0.51 4/15
15/1 48.2 8 0.70 5/12
15/1 46.1 8 0.97 5/11
30
Met ons onderwijs proberen we een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van onze leerlingen tot zelfbewuste en verantwoordelijke mensen die hun weg weten te vinden in het sociale en maatschappelijke leven’.
De belangrijkste stappen in 2012 Annet van Summeren: ‘Erg kenmerkend voor onze school zijn de rustige werksfeer in de groepen en de omgang met elkaar volgens de principes van de Vreedzame School. Als nieuwe directeur valt me dat op.‘ • We werken met groepsplannen voor beginnende geletterdheid, aanvankelijk lezen en spelling. • Implementatie van de methode Spelling in Beeld en Taal in Beeld. • Deelname aan ’School aan Zet’.
niet iedere school hetzelfde onderdeel van het plan op hetzelfde moment en met dezelfde inhoud uitvoert. Vertrekpunt is en blijft de specifieke situatie van de individuele school, zij het in relatie tot het algemene kader van dit strategisch beleidsplan. Per schooljaar geeft iedere school in een zogenoemd managementcontract aan, hoe men op cyclische wijze werkt aan de operationalisering van de gestelde doelen binnen de beleidsdomeinen kwaliteitszorg, regie van de zorg, organisatie, personeel (IPB) en ict. In deze schoolplanperiode is voor alle SJS-scholen de focus gericht op twee thema’s: opbrengstgericht werken en verdere professionalisering. Opbrengstgericht werken betekent: het bewust, systematisch en cyclisch werken aan het streven naar maximale opbrengsten. Een belangrijk doel van opbrengstgericht werken is het laten excelleren van de leerling. Professionalisering betekent: het investeren in mensen om de gestelde ambities waar te maken. De wijze waarop de scholen dat doen is verschillend want elke school heeft zijn eigen doelgroep, zijn eigen omgeving, zijn eigen context. Ook hier geldt eenheid in verscheidenheid; eenheid in doelstellingen en onderliggende visie, verschil in de wijze waarop de doelen bereikt worden. De jaarlijks af te sluiten managementcontracten bewaken de continuïteit en kwaliteit van de schoolontwikkeling op iedere SJS-school. Vrijblijvendheid wordt uitgesloten. Een 10-jarige agenda De PO-raad , de sectororganisatie voor het primair onderwijs die de gemeenschappelijke belangen van de besturen in het basisonderwijs behartigt, heeft ons nog een hulpmiddel gegeven, om te koersen op kwaliteit en doelmatigheid; een 10-jarenplan voor het primair onderwijs. Het 10-jarenplan wordt in vijf beleidspunten vormgegeven: • verhogen kwaliteit onderwijsresultaten • versterken van de professionalisering • ontwikkeling van alle talent • goede schoolgebouwen • een toereikende bekostiging. Deze vijf beleidspunten van de PO-raad zijn in het strategisch beleidsplan van SJS adequaat uitgewerkt. Met de PO-raad weten wij ons dus verzekerd van een partner die in staat is om op hoog politiek niveau invloed uit te oefenen om daarmee noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor het realiseren van onze doelen.
31
9
Basisschool Sint Nicolaas directeur: Jacquelien van Galen
‘…ieder kind is een kunstenaar…’
Z
De Sint Nicolaasschool is een school met ruim 275 leerlingen. De school staat in de wijk Goffert, Nijmegen Midden. De school geeft les volgens het Jenaplan concept. De pluriformiteit in de groep leerlingen en ouders neemt toe, maar dat staat geenszins in de weg dat men elkaar steeds weer vindt op gemeenschappelijke waarden en kwaliteiten. De school geeft aan: ’Vanuit de basisprincipes van het Jenaplanconcept werken wij als aan onze schoolontwikkeling. Gesprek, werk, spel en viering zijn de vier basisprincipes die ons handelen bepalen. De kinderen op onze school zijn gewend om met elkaar te spelen, te werken, te vieren en met elkaar te praten. Het is de kracht van de stamgroepen. Kinderen leren van en met elkaar. Er is rust in de school en er wordt professioneel en planmatig gewerkt. Er heerst een sfeer waar kinderen, maar ook leerkrachten kunnen leren en zijn wie ze zijn. Actief meepraten en meedenken vinden we belangrijk. Zo werken we met een kinderraad, waarin kinderen van de midden- en de bovenbouw meedenken over de gang van zaken op school. De school is onverminderd populair, het hoge aantal inschrijvingen en de ruimte in de school maken op termijn een extra groep mogelijk. Samen met de ouders kijken we naar de mogelijkheden met oog voor de balans.’ LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 261
2011 272
2012 275
10
10
10
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 15.66
2011 17.27
2012 16.73
20
24
23
16/3 45.4 11 0.98 7/13
20/3 44.5 10 0.63 6/18
17/5 43.2 9 0.74 7/16
32
De belangrijkste stappen in 2012 • Er heeft een grondig besluitvormingstraject plaatsgevonden over een nieuwe rekenmethode. Gekozen is voor de methode Wizwijs, die is geënt op het Singapore rekenen. In het schooljaar 20122013 wordt de methode geïmplementeerd. • In de onderbouw is een nieuwe werkwijze ingevoerd om te werken aan de ontwikkelings doelen van de kleuters. Deze werkwijze, Onderbouwd genaamd, wordt toegepast in kringen en tijdens het speelwerkuur. Hiervoor zijn de nodige ontwikkelingsmaterialen aangeschaft. • Ook is verder gewerkt aan de invoering van International Primary Curriculum (IPC) als werkwijze voor Oriëntatie op jezelf en de wereld (OJ&W). Er wordt tijd ingeruimd om de projecten stevig voor te bereiden. In alle lokalen zijn grote prikborden opgehangen, om de werkwijze van IPC goed zichtbaar te maken. • In 2012 hebben we een klein instructielokaal vergroot, zodat we in de toekomst een extra stamgroep kunnen te huisvesten. Ook in de onderbouw is er ruimte gemaakt, en hebben we daar nu een computerruimte waar ook remedial teaching aan kleuters wordt gegeven. • In 2012 hebben we nieuw meubilair aangeschaft. We hebben gekozen voor tafels van gelijke hoogte en de stoelen op maat. Zo kunnen kinderen van verschillende leeftijden en lengtes goed met elkaar werken. In 2013 zullen alle lokalen worden geschilderd en wordt het nieuwe meubilair geleverd.
4.1
Regie van de zorg
In 2005 is in Nijmegen een projectorganisatie gestart waarin diverse instellingen uit Nijmegen vertegenwoordigd zijn. Het gaat daarbij om de gezamenlijke schoolbesturen, de kinderopvang voor 0-4 jaar, welzijnswerk, het schoolmaatschappelijk werk, de GGD, de REC’s en de gemeente Nijmegen. Het project heet Regie van de Zorg. De betrokken partijen werken samen om het aanbod binnen en buiten de kinderopvang en de school zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen en aan elkaar te verbinden. De Regie van de Zorg kent 3 hoofdthema’s:, te weten: • Beleidslijn Schoolinterne ondersteuning Deze beleidslijn houdt o.a. in, de versterking van de ondersteuning en structuur in alle Nijmeegse basisscholen. Er is aandacht voor de professionalisering van bijvoorbeeld IB/zorgcoördinator en men bouwt aan een goed werkend netwerk van IB’ers/ zorgcoördinatoren. • Beleidslijn Schoolnabije ondersteuning Deze beleidslijn houdt o.a. in, de ontwikkeling, het goede verloop, de digitalisering en de dóórontwikkeling van de Zorg Advies Teams en de afstemming met alle partners die hierbij betrokken (willen / moeten) zijn. Schakelmomenten van PO naar VO krijgen ook aandacht binnen deze beleidslijn. • Beleidslijn Extra ondersteuning Het zijn alle activiteiten die er toe moeten leiden dat op 12-jarige leeftijd de overgang voor leerlingen zo soepel mogelijk kan laten verlopen naar het VO.
Alle kinderen in beeld
Een aantal pilots die een verbeterde informatieoverdracht over peuters aan het basisonderwijs beogen, zijn voortgezet. T.b.v. de overdracht wordt het kind gevolgd en de bevindingen worden vastgelegd in een overdrachtsinstrument. Het kind wordt in een gesprek tussen ouders, pedagogisch medewerkers en schoolfunctionarissen overgedragen. Dit wordt ‘warme overdracht’ genoemd. De bevindingen n.a.v. van een uitvoerige evaluatie en de aanbevelingen die hieruit voortvloeien worden door een werkgroep in 2012 voorgelegd aan de Stuurgroep Brede Schoolontwikkeling.
33
VVE Op 12 maart 2012 is een bestuursakkoord gesloten tussen de minister en de G4 en G33 over VVE en Schakelklassen. In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over investeringen die het Rijk en G4/G33 wil doen om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen met een taalachterstand gebruik kunnen maken van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen. Hiervoor zijn kwantitatieveen kwalitatieve doelstellingen geformuleerd voor de voor- en vroegschoolse educatie en voor schakelklassen. In 2012 is dit bestuursakkoord vertaald: wat betekent dit voor de uitvoering in onze Nijmeegse situatie. Dat maakte duidelijk op welke wijze en met welke middelen we de hierboven genoemde doelstellingen op onze scholen in 2013 – 2015 kunnen verwerkelijken. School Interne Zorg In Nijmegen zijn IB-netwerken opgezet voor alle Intern Begeleiders/Zorgcoördinatoren. De netwerken zijn opgezet in vijf stadsdelen. De IB-netwerken vormden in 2012 een belangrijke functie in de professionalisering van de interne zorgstructuren op scholen door onder andere informatie-uitwisseling en collegiale consultatie. IB-netwerk SJS heeft een eigen IB-netwerk o.l.v. een bovenschools coördinator. Dit netwerk richt zich op het uitwisselen van expertise en ervaringen, gezamenlijk scholing, klankbordgroep t.b.v. Regie van de Zorg, organisatie van hulp en diagnostiek. Het eigen netwerk functioneert naast én binnen de IB-netwerken op stadsdeelniveau, georganiseerd door Regie van de Zorg. In 2012 is het IB-netwerk op stadsdeel- en/of SJS-niveau vier keer bijeen geweest. Nota ‘Kansen voor Kinderen’ In de nota Kansen voor Kinderen, die de schoolinterne structuur beschrijft, wordt aangegeven dat iedere school een intern zorgteam moet hebben. Immers het eerste niveau van zorg speelt zich af binnen de school en wordt verzorgd door de school: de groepsleerkrachten, specialisten of onderwijsgevenden met een specifieke taak. Regie van de Zorg streeft ernaar dat alle scholen
goed zijn toegerust om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling en goed omgaan met de verschillen tussen de kinderen. De nota ‘Kansen voor kinderen’ vertolkt het principiële uitgangspunt van het project Regie van de Zorg en heeft bewerkstelligd dat begrippen als ‘startdenken’ en ‘finishdenken’ inhoud hebben gekregen. In 2012 is de visie op ‘startdenken’ binnen de schoolteams verder gebruikt als basis en uitgangspunt voor alle schoolontwikkeling. Zorg Advies Teams In 2008 is in Nijmegen de ZAT–structuur ingericht, uitgaande van een behoefte aan meer specialistische hulp voor kinderen die ondersteuning nodig hebben. Hierover hebben organisaties met een voorzieningenaanbod in de schoolnabije zorg afspraken gemaakt. In 2012 waren in Nijmegen de ZAT’s 0-4 , ZAT’s 4-12 en ZAT VO actief. De afgelopen jaren heeft het ZAT zich ontwikkeld en er zijn (soms zonder regie) veranderingen doorgevoerd. De praktijk wijst uit dat het ZAT zoals het oorspronkelijk was opgesteld, niet meer conform die opzet draait. Redenen hiervoor zijn de invoering van interne zorgteams. Door meer structuur in school worden signalen eerder en anders opgepakt (kortere lijnen worden gebruikt). Handelingsgericht werken is ingevoerd. Door meer te kijken naar wat heeft een kind nodig, worden andere oplossingen gezocht en gevonden. Daarnaast was er de komst van de wijkteams, waren steeds meer instanties niet meer of minder frequent aanwezig in het ZAT-overleg (Marant, leerplicht, politie, bureau jeugdzorg), werd de kortdurende Ambulante Begeleiding AB SWV ingevoerd en is er een verkorte procedure REC-aanvraag. Dit alles heeft tot gevolg dat het ZAT voornamelijk een stempelfunctie heeft gekregen voor aanvragen AB-onderzoek en/of verwijzing SBO (schooljaar 2010-2011: 57% en in 2011-2012 80%). De werkgroep ZAT voortgang heeft een notitie geschreven: Zat en de Toekomst. Het bestuur van het WSNS Nijmegen / SWV Nijmegen heeft in 2012 de in de notitie beschreven voorstellen overgenomen. Het gaat dan om het vervangen van het ZAT voor een (Brede)Schoolondersteuningsteam. Hiermee wordt de vindplaats van leerlingen die steun behoeven erkend en de regierol voor het bieden van die steun bij het ‘onderwijs’ neergelegd. Een proef wordt uitgevoerd vanaf 1-1-2013 in de wijk Dukenburg. In 2012 zijn in de Zorgadviesteams in totaal 60 leerlingen van SJS-scholen besproken. POVO Binnen POVO worden activiteiten ontplooit die tot doel hebben de overgang van een 12 jarige van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. In 2012 heeft de werkgroep Doorgaande Lijnen zich bezig gehouden met afstemming op vakinhoudelijke thema’s (vooral rekenen en taal). Daarnaast was er de werkgroep Overgangsactiviteiten. Mede op hun initiatief is onderzoek gedaan naar de overgang van PO naar VO en naar de beelden die we van elkaar hebben. Het rapport waarin de uitkomsten van dit onderzoek staan is in februari 2012 gepresenteerd aan het onderwijsveld. Ondersteuning aan zorgleerlingen Basisscholen kunnen een beroep doen op WSNS gelden waarmee ze hun interne zorg versterken, zodat zij (bepaalde) zorgleerlingen kunnen blijven opvangen. De school kan deze gelden naar eigen inzicht inzetten ten behoeve van personele zorgcapaciteit, extra inkoop van diagnostisch onderzoek, enzovoorts. Het deelnamepercentage aan het SBO bedraagt per 1-10-2012: 3,67%. Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) In alle samenwerkingsverbanden WSNS bestaat de verplichting een PCL in stand te houden, die verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs regelt, zo ook in ons Samenwerkingsverband 14.01 Nijmegen. De PCL beoordeelt of plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is of dat een leerling andere zorg nodig heeft. In Nijmegen is in het verleden gekozen voor een
34
35
10
Basisschool het Octaaf
smalle opzet van de PCL. Dit houdt in dat al het voorbereidende werk, zoals onderzoek, advies en dossiervorming, door de zes Nijmeegse Zorg Advies Teams wordt gedaan. De PCL heeft over 2012 een Jaarverslag geschreven.
directeur: Chris de Ronde
‘…het Octaaf zet de toon met goed onderwijs…’ Basisschool het Octaaf is een basisschool met 346 leerlingen in de woonwijk Neerbosch, ooit een zelfstandig dorp ten westen van Nijmegen, ontstaan na de drooglegging van de moerassen aldaar. Kansen vergroten van kinderen om succesvol de volgende stap in hun ontwikkeling te kunnen maken. Dat noemt de school haar primaire uitdaging.
De school vertelt over zichzelf: ‘We hanteren de principes van adaptief onderwijs. Een kind heeft behoefte aan relatie (erbij horen), behoefte aan competentie (iets kunnen) en de behoefte aan autonomie (iets zelf doen en kunnen) Door tegemoet te komen aan deze behoeften willen we inspelen op de verschillen tussen kinderen en daarmee op de kansen van alle kinderen in Neerbosch Oost op een succesvolle schoolloopbaan. Onze succesformule is de gerichtheid op de basisvaardigheden in combinatie met cultuur-educatie. Op deze manier ontwikkelen we alle talenten bij onze kinderen. We hebben vertrouwen in onze werkwijze en worden daarin ook bevestigd door de resultaten. Het opbrengstgericht werken begint z’n vruchten af te werpen.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 386
2011 359
2012 346
22
21
20
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 33.44
2011 33.76
2012 29.13
43
44
38
37/4 42.3 16 0.88 5/38
39.3 42.8 16 0.84 6/38
34.2 44.8 15 0.71 4.34
36
De resultaten op de eindtoets liggen de laatste vier jaar altijd op of boven het landelijke gemiddelde. En, last but not least, kinderen, ouders en personeel gaan al jaren met plezier naar school.’
De belangrijkste stappen in 2012 Chris de Ronde: ‘In de laatste vier jaar hebben we succesvol onze methodes vernieuwd op het gebied van Taal, Aardrijkskunde, Natuur, Voortgezet technisch lezen en Begrijpend lezen. Verder: • Onze woordenschatmethodiek hebben we verder toegespitst op Het Octaaf en wordt nu schoolbreed en vakkenbreed toegepast. • We hebben onze visie aangescherpt op het onderdeel autonomie van adaptief onderwijs. • Schakelklas en verlengde schooldag zijn geïntegreerd in ons onderwijs.’
Inzet datafeedback - trendanalyses Wat willen we aan onze kinderen leren en leren ze dat ook? En hoe komen we daar achter? Datafeedback geeft een deel van het antwoord en levert daarom een belangrijke bijdrage aan schoolontwikkeling en het signaleren van zorg. SJS heeft ook in 2012 een cursusaanbod voor het maken van trendanalyses georganiseerd, in samenwerking met de adviesorganisatie Marant. De interne begeleiders en directeuren zijn nu in staat om trendanalyses te maken, deze te interpreteren en om te zetten naar adviezen voor schoolverbetering. Passend onderwijs Waarom Passend Onderwijs? Veel kinderen die nu extra zorg behoeven vallen tussen wal en schip. Het huidige zorgsysteem maakt dat scholen vaak onvoldoende of te laat een passend aanbod kunnen leveren. Teveel kinderen met gedragsproblemen of een handicap komen thuis te zitten. En de scholen die wel het aanbod kunnen leveren dat deze speciale leerlingen nodig hebben, bevinden zich vaak ver weg. Leerlingen raken hierdoor geïsoleerd van hun eigen omgeving en krijgen moeite met integreren. Door de zorg rondom de leerling ook beter op elkaar te laten aansluiten zal de leerling beter tot zijn recht komen in het onderwijs en in de maatschappij. Regie van de Zorg en Passend onderwijs hebben veel met elkaar te maken. Passend onderwijs is een vraaggestuurd aanbod van onderwijs en begeleiding, voorzieningen en structuren zodat alle kinderen zich optimaal ontwikkelen. Een en ander ingebed in een sluitende, functionele en effectieve samenwerking van besturen die zorgplicht hebben. Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen een zorgplicht. Dit betekent dat de school verplicht is een kind dat extra zorg nodig heeft, een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te bieden. Dit houdt niet in dat elke school iedere leerling moet plaatsen. Maar de besturen in de regio zijn verantwoordelijk voor voldoende aanbod voor alle leerlingen. Deze samenwerking moet worden vastgelegd in een samenwerkingsverband. In 2012 heeft het nieuwe bestuurlijke Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 2507 verder vorm en inhoud gekregen. Het samenwerkingsverband bestaat uit 24 schoolbesturen die eerder georganiseerd waren in de zgn. WSNS-samenwerkingsverbanden. In het nieuwe bestuurlijke samenwerkingsverband hebben we te maken met ruim 36.000 kinderen, waarvan ruim 1000 kinderen het SBO bezoeken en ruim 750 een school in het cluster 3 of cluster 4. SJS participeert actief bij de inrichting van het nieuwe bestuurlijke samenwerkingsverband. In 2012 zijn een aantal bestuurlijke werkgroepen actief geweest. Op basis van onderzoek hebben
37
zij adviezen gegeven m.b.t. de bestuurlijke inrichting, organisatie, inhoud en financiering van het nieuwe bestuurlijke samenwerkingsverband. In een zestal bijeenkomsten hebben de besturen in 2012 gewerkt naar de statutaire oprichting die in maart 2013 heeft plaatsgevonden. De scholen hebben in 2012 hun schoolondersteuningsprofiel opgesteld. In een schoolonder steuningsprofiel geeft een school aan welk aanbod van onderwijs, zorg en ondersteuning de school aan haar leerlingen kan bieden. Deze profielen vormen het uitgangspunt voor de zogenaamde ontwikkelagenda. Deze ontwikkelagenda zal antwoord gaan geven op de vraag hoe men de komende jaren de reeds aanwezige zorg én zorg, die nu nog ontbreekt, gaat organiseren. Leonardoschool Het Nederlandse onderwijsstelsel komt maar matig tegemoet aan de leer- en onderwijsbehoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen. ‘Weer Samen Naar School’, ‘Adaptief onderwijs’ en ‘Passend Onderwijs’ zijn onderwijsvernieuwings- en veranderingstrajecten die tot nu toe vooral gericht zijn op leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Onderzoek geeft aan dat 2% tot 3% van alle leerlingen in het basisonderwijs een IQ hoger dan 130 hebben. Circa 80% van deze leerlingen heeft te kampen met leer- en gedragsproblemen doordat zij onvoldoende uitgedaagd worden, zich onbegrepen en alleen voelen, onderpresteren en met tegenzin naar school gaan. Brede maatschappelijke erkenning van deze problematiek is er in Nederland nog niet. Deze leerlingen ontvangen geen extra bekostiging van het rijk vergelijkbaar met speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. In augustus 2010 is SJS gestart met twee Leonardogroepen op basisschool de Hazesprong, in samenwerking met de Leonardostichting. Deze stichting stelt zich ten doel ‘het realiseren en faciliteren van passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen, zodat zij zich in een uitdagende leeromgeving in eigen tempo en op eigen niveau kunnen ontwikkelen’. In 2012 heeft een uitgebreide evaluatie plaats gevonden. In de evaluatie is de mate van tevredenheid bij kinderen, ouders en leerkrachten aan de orde geweest. Daarnaast was er aandacht voor sociaal-emotionele aspecten, opbrengsten en financiën. De uitkomsten van de evaluatie in 2012 hebben geleid tot voortzetting van de Leonardoschool. Hieraan zijn voorwaarden verbonden: een bezuinigingsdoelstelling van € 30.000 en een verbreding van de inzet van de Leonardoschool. De stichting Vrienden van Leonardo is in 2012 opgericht. Deze steunstichting heeft als doel de twee Nijmeegse Leonardoscholen financieel te ondersteunen. De activiteiten hiervoor zijn gepland vanaf 2013.
4.2
Activiteiten die verband houden met Kwaliteitszorg
Opbrengstgericht werken (OGW) In het schooljaar 2011- 2012 is SJS gestart met een nieuwe schoolplanperiode. Het strategisch beleidsplan richt als gezegd de blik van alle SJS-scholen op twee thema’s: opbrengstgericht werken en verdere professionalisering. In de nieuwe schoolplanperiode worden deze prioriteiten in eenheid en verscheidenheid uitgewerkt: eenheid in doelstellingen en onderliggende visie, verschil in de wijze waarop de doelen bereikt worden. Met betrekking tot opbrengstgericht werken onderscheiden we tot 2015 vier fasen: Fase 1: 2011 – 2012: zicht krijgen op de opbrengsten/data en deze omzetten naar trendanalyses Fase 2: 2012 – 2013: trendanalyses omzetten naar conclusies die leiden tot het maken van adequate plannen van aanpak en groepsplannen Fase 3: 2013 – 2014: het vaststellen van referentieniveaus per vakgebied/per school Fase 4: 2014 – 2015: consolideren en verbreden toepassing sturen op data
38
In het schooljaar 2011-2012 zijn hebben we - bovenschools - cursussen georganiseerd, waardoor we nu in staat zijn trendanalyses te maken. Een trendanalyse is een analyse van gegevens van meerdere leerlingen of (jaar)groepen over één of meerdere periodes of jaren. De trendanalyse maakt het mogelijk om bepaalde trends en ontwikkelingslijnen te ontdekken en daarop te anticiperen. Uit de evaluatiegesprekken met de schoolmanagementteams van de sjs-scholen in juni 2012 kunnen we het volgende concluderen: - Op alle sjs-scholen wordt de vaardigheid in het maken van trendanalyses nu in voldoende mate beheerst. - Op alle sjs-scholen worden trendanalyses uitgevoerd. - Er is een grote mate van verscheidenheid in de wijze waarop trendanalyses worden besproken: tweegesprek tussen ib’er en leerkracht, gesprek tussen ib’er en parallelcollega’s, bouwvergadering, teamvergadering. - Er is een grote mate van verscheidenheid in de wijze waarop door teamleden naar de trendanalyses wordt gekeken: van ‘afrekenen’ tot zelfreflectie en van ‘afwijzen’ tot anticiperen. - De onderzoekende houding van leerkrachten is op nagenoeg alle sjs-scholen aanwezig. De onderzoekende houding leidt echter nog niet op alle scholen tot acties gericht op verbetering, verandering of vernieuwing. - Op alle sjs-scholen worden groepsplannen gemaakt. - Groepsplannen vormen een belangrijk onderdeel bij de bespreking rond de overdracht van groepen. Overweging Onze indruk is dat scholen bij het opbrengstgericht werken de neiging hebben om erg prestatiegericht te werken met daarbij een sterke nadruk op de resultaten bij taal, lezen en rekenen. Het onderwijs in Nederland lijkt in de greep te raken van economisch denken en is sterk gericht op output. Dit heeft een valkuil in zich. De sterke focus op output en op taal, rekenen en lezen verwijst aspecten als sociale emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling en kennis van de wereld naar de achtergrond en brengt het evenwicht in de totale ontwikkeling van kinderen in gevaar. Ook lijkt er minder ruimte voor de ontwikkeling van een pedagogische relatie met kinderen; er moet immers gescoord worden. Kortom, de nadruk op de meetbare output leidt tot verenging van de doelstellingen van het onderwijs.
39
De vraag is; hoe kunnen we ervoor zorgen dat we wel opbrengstgericht werken, maar dat deze werkwijze niet gaat domineren? Hoe zorgen we er voor dat onze zorg voor kinderen zich niet alleen beperkt tot een zorg voor zijn cognitieve ontwikkeling? Hoe vinden we een goede? Op 10 februari 2012, tijdens de jaarlijkse tweedaagse voor de managementteams, hebben we samen met prof. dr. Micha de Winter gezocht naar antwoorden op deze vraag. Tijdens de viering van het 27e lustrum van SJS (135 jaar) op 21 september 2012, is ook Marcel van Herpen bij zijn inleiding ‘Duurzaam opvoeden en ontwikkelen’ ingegaan op deze vraagstelling. Doorontwikkeling Brede school In Nijmegen werden zo’n 11 jaar geleden 14 basisscholen omgedoopt tot 12 Open Wijkscholen. Open Wijkscholen moesten zorgen voor betere ontwikkelingskansen van leerlingen. Ook moesten zij ouders meer bij de school betrekken en bijdragen aan het versterken van de sociale structuur in de wijk. Na evaluatie in 2009 is geconcludeerd dat Open Wijkscholen voor veel kinderen en hun ouders in de stad van bijzondere betekenis zijn geweest. Naast onderwijs bood de Open Wijkschool een scala van andere ontplooiingsmogelijkheden, een veilige plek om na schooltijd te zijn. Naar aanleiding van deze evaluatie hebben de besturen van Conexus, SJS, KION en Tandem, samen met de gemeente Nijmegen de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede scholen Nijmegen geschreven. Deze notitie geeft een richtinggevend meerjarig kader voor de Open Wijkscholen en alle toekomstige Brede scholen. En omdat de Open Wijkscholen hun meerwaarde hebben bewezen, heeft men de uitspraak gedaan dat de opdracht (het kader) zou moeten gelden voor alle basisscholen in Nijmegen. Deze opdracht luidt: ‘Ieder kind moet van geboorte tot het voortgezet onderwijs gebruik kunnen maken van een arrangement, dat aansluit op de individuele behoefte en mogelijkheden van het kind en de ouders’. De Brede school biedt dus een samenhangend arrangement aan het kind (en de ouder(s)), dat aansluit bij de behoeften en mogelijkheden. Sinds het vaststellen van de notitie Doorontwikkeling Brede scholen in 2010 zijn ontwikkelingen doorgegaan, in Nijmegen en in Nederland. De Stuurgroep, samengesteld uit bestuurders van Conexus, SJS, KION en Tandem heeft de opdracht geformuleerd om te komen tot doorontwikkeling Brede school, met als referentiekader de Kadernotitie Doorontwikkeling Brede Scholen. In de opdracht wordt onderscheid gemaakt tussen: • doorontwikkeling OWS-school naar Brede school • ontwikkeling van alle scholen naar Brede Scholen
In de kadernotitie ‘Doorontwikkeling Brede Scholen (2010) worden een drietal ambitieniveaus beschreven: Face-to-face (ambitieniveau 1): Bredeschoolpartners organiseren elk hun eigen activiteiten en zorgen daarbij voor organisatorische afstemming. Aanvullend daarop zijn twee hogere ambitieniveaus te onderscheiden. Hand-in-hand (ambitieniveau 2): partners programmeren en evalueren hun activiteiten op basis van ontwikkelingsdoelen van jeugdigen, en zorgen daarbij voor onderlinge overdracht en afstemming. Cheek-to-cheek (ambitieniveau 3): partners formuleren gezamenlijk ontwikkelingsdoelen, ontwikkelen en programmeren op basis daarvan zowel eigen als gezamenlijke activiteiten in een doorgaande lijn, en leren daarbij van elkaars werk(wijze) en competenties.
Kwaliteitskringen SJS wil het professioneel ontwikkelen en in stand houden van een vakgebied ondersteunen, neemt daarin ook een initiërende rol als dat nodig is. Onze kwaliteitskringen zijn hierin een belangrijk element. Ze worden georganiseerd voor leerkrachten van dezelfde jaargroepen en leerkrachten die werken met een dezelfde methodiek of aan hetzelfde project. In de kwaliteitskringen wisselt men kennis en ervaringen uit (principe van halen-en-brengen) en kan men reflecteren op het eigen handelen en het handelen van collega’s. De agenda wordt bepaald door de deelnemers. In 2012 zijn er kwaliteitskringen georganiseerd rond allerlei thema’s en zijn er kwaliteitskringen speciaal voor ict’ers en ib’ers georganiseerd. Ontwikkeling schoolmanagementteams (SMT) Werken aan de kwaliteit van onze schoolmanagementteams verbetert o.i. de kwaliteit van de onderwijsorganisatie, de onderwijsinhoud en het primaire proces. We hebben vastgesteld dat goed werkende SMT’s ervoor hebben gezorgd dat de directeur door een betere taakverdeling ontlast wordt en leerkrachten zich beter concentreren op hun kerntaak voor de groep. Het SMT zorgt ook voor de ontwikkeling van schoolbeleid binnen de beleidscyclus en voor de aansturing hiervan naar leerkrachten.
Het in september 2011 geïntroduceerde projectplan is in 2012 verder uitgewerkt door de basisscholen en betrokken partners. Er is een projectstructuur ontwikkeld met een projectleider, een bestuurlijke stuurgroep en verschillende werkgroepen. De Wieken, het Octaaf en het Kleurrijk hebben zich als brede scholen verder ontwikkeld tot ambitieniveau 2: ‘hand to hand’. In mei 2012 hebben de ministers van OCW en SZW op advies van het landelijk Steunpunt Brede Scholen de gemeenten Nijmegen, Wijchen, en Zaanstad geselecteerd als pilotgemeenten voor de pilot Gemeentebrede Dagarrangementen.
40
41
11
Basisschool Petrus Canisius directeur: Angelien van Beekveld
‘…leren leren, leren ontdekken…’ Basisschool Petrus Canisius is één van de oudste basisscholen van Nijmegen, midden in het stadcentrum, gehuisvest in de speelse herbouw van de Nijmeegse binnenstad rond de St. Stevenskerk. De school met 224 leerlingen is de aangewezen school voor de heterogene groep bewoners van de binnenstad en heeft het karakter van een dorpsschool. De school vertelt over zichzelf: ‘We streven ernaar een school te zijn met duidelijke regels die veiligheid en geborgenheid geven, een school waar ouders en kinderen graag zijn, waar iedereen gelijke kansen krijgt. Wij betrekken de directe omgeving van onze leerlingen bij ons onderwijs en maken het daardoor betekenisvol. We helpen kinderen de juiste keuzes te maken en koesteren ons positief sociaal-emotioneel klimaat. Een team dat wil veranderen en gebruik maakt van elkaars kwaliteiten, een team dat elke dag probeert de praktijk zo dicht mogelijk bij haar dromen te brengen, een team dat zijn inspiratie vooral haalt uit het werken met de kinderen. Niet vastroesten, veranderen zien we als positief, fouten mogen we maken en daar kunnen we van leren. Veranderen is verfrissend, waar voldoende veiligheid is, kun je jezelf leren kennen.‘
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 227
2011 214
2012 224
9
9
9
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 16.04
2011 14.46
2012 13.51
24
23
21
21/2 46.8 12 1.08 4/20
20/2 47.3 12 0.74 4/19
19/1 44.9 8 0.87 2/19
42
De belangrijkste stappen in 2012 • Borgen van de nieuwe rekenmethode Pluspunt. • Verdere digitalisering van logboek, verslaglegging en aantekeningen in Dot.com • Aanschaf van digiborden voor de kleutergroepen. • Leerlijnen van kleuters in kaart brengen. • Verdere verbreding en verfijning van het werken met groepsplannen, die leerkrachten op basis van de Cito gegevens opstellen. • Overgang van een rapport naar een digitaal portfolio, gericht op het in kaart brengen van de ontwikkeling van het kind en waar zowel de leerkracht als de leerling zich eigenaar van voelt.
De inrichting van SMT’s is gebaseerd op de beleidsnotitie ‘Functiedifferentiatie en schoolmanagement team als uitwerking van kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid’ (2004). In 2012 zijn alle schoolmanagementteams teruggebracht van drie naar twee bouwcoördinatoren voor respectievelijk de onder- en bovenbouw. De functie van intern begeleider is op een aantal scholen een staffunctie geworden (en niet meer een lijnfunctie). Daarmee maakt de intern begeleider niet langer deel uit van het schoolmanagementteam. In 2012 zijn de schoolmanagementteams getraind in gespreksvaardigheden rond het sturen en coachen van collega’s/medewerkers aan de hand van het werkconcept ‘oplossingsgericht werken’.
4.3 Activiteiten die verband houden met ICT ontwikkeling ICT-beleidsplan Alle sjs-scholen beschikken over allerlei ICT-voorzieningen nagenoeg alle groepen op de sjs-scholen beschikken over een digitaal schoolbord. ICT wordt wisselend ingezet, afhankelijk van de vaardigheden van leerkrachten. Digitale schoolborden worden nog vaak gebruikt en onderwijsmethoden sluiten vaak maar moeizaam aan aan de moderne mogelijkheden en voorkeuren van onze leerlingen. Door de snelle veranderingen op het terrein van de techniek en, als gevolg daarvan, de snelle veranderingen als het gaat om beschikbaar zijn van informatie, hebben sommige leerkrachten het gevoel dat ze (nog) geen optimaal gebruik kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden. Zowel de I als de C als de T van ICT zorgen voor veel vragen. Nieuwe ontwikkelingen vragen ook om een andere benadering van leren. Waar kennis belangrijk was wordt nu het omgaan met informatie van groot belang. De leerkracht neemt daar een cruciale positie in. Hij is verantwoordelijk voor kwalitatief goed onderwijs. Dat betekent dat hij voor een onderwijsaanbod moet zorgen, dat past bij de startkenmerken van zijn leerlingen. Dat is zijn rol als ‘arrangeur’. Verder is hij ook ‘kwaliteitsbewaker’; hij monitort de vorderingen van zijn leerlingen en de effecten van zijn handelen. Drie basisbehoeften zullen hierbij constant een rol spelen: relatie, competentie en autonomie. De reeds aanwezige ICT-infrastructuur, de ontwikkelde vaardigheden van de leraren en de leerlingen, de erkenning en herkenning van de ICT-mogelijkheden binnen het onderwijs en de veranderende rol van de leerkracht vragen een andere inzet van ICT. In 2012 is gewerkt aan de inhoud van een nieuw ICT-beleidsplan. In dit plan wordt uiteengezet op welke wijze SJS de komende vier jaren die andere ICTinzet vorm en inhoud willen geven. De discussie en uitwerking van dit plan zal plaatsvinden in 2013. Uitbreiding inzet hardware en software Om de digitale mogelijkheden goed te kunnen benutten is de aanwezigheid van voldoende computers in de groepslokalen voorwaardelijk. In 2012 is het aantal werkstations in de groepen verder uitgebreid. Momenteel is er gemiddeld op school 1 werkstation per 4,3 leerling beschikbaar. De inzet van nieuwe software is vaak gekoppeld aan de inzet van nieuwe methodes voor taal, rekenen en wereldoriëntatie. Verder onderzoekt een werkgroep vanuit het directieberaad de mogelijkheid om tot één uniform schooladministratiesysteem en een managementinformatiesysteem te komen. Er worden op dit moment twee systemen gebruikt. Intranet Intranet verhoogd de transparantie in de organisatie waardoor de aansturing bovenschools en op schoolniveau beter verloopt. Ook geeft het mogelijkheden voor een kwalitatief betere bedrijfsvoering en geeft het alle geledingen binnen de SJS-organisatie essentiële hulpmiddelen. Alle directeuren kunnen al gebruik maken van intranet en doen dat ook. Op korte termijn willen we er ook voor zorgen dat intranet voor alle SJS-medewerkers een duidelijke en herkenbare plek wordt om informatie te delen en te communiceren.
43
Functiemix SJS investeert in de ontwikkeling van vakmanschap. Vakmanschap stelt leidinggevenden en leraren in staat bij te dragen aan kwalitatief goed onderwijs en er energie, zingeving en voldoening uit te halen. Vakmanschap verbindt medewerkers met elkaar en met de school. Het vakmanschap zorgt er ook voor dat mensen positief kunnen omgaan met de eisen en draaglast van het beroep. Vakmanschap is één van de antwoorden op werkstress en verzuimrisico. Inmiddels is op de voorgaande pagina’s voldoende beschreven op welke manieren SJS werkt aan vakmanschap van haar medewerkers. Het ministerie OCW heeft als een belangrijk onderdeel van haar beleid geformuleerd: versterking van de positie van de leraar. Een van de beleidsinstrumenten: de functiemix. De functiemix heeft ervoor gezorgd dat er functiebeschrijvingen en competentieprofielen zijn gekomen voor de leraarfuncties LA en LB en voor de beginnende leerkracht. In 2012 zijn er 30 beoordelingsgesprekken gevoerd. Op 31 december 2012 hadden 54 sjsmedewerkers een LB-functie. 4.4 Activiteiten die verband houden met integraal personeelsbeleid, IPB Professionaliseringsbeleid en professionele ruimte In hoofdstuk 3 zijn al een aantal belangrijke gedachten over krachtig personeelsbeleid en professionalisering opgeschreven. Essentieel is het verbeteren en verder ontwikkelen van vaardigheden en expertise van individuele leraren in relatie tot de groei en de ontwikkeling van de organisatie als geheel. De basis voor alle initiatieven voor professionalisering vormen de doelstellingen van SJS en de school. De competenties zoals initieel geformuleerd door de SBL en recent herijkt door de Onderwijscoöperatie moeten daartoe worden vertaald naar de schoolspecifieke condities. Daarmee is scholing onlosmakelijk verbonden met het leraarschap, zoals SJS dat graag ingevuld ziet; alleen zo blijven onze leerkrachten bekwaam en inzetbaar. Scholing moet gericht zijn op versterking van de persoonlijke kwaliteiten en van de kwaliteiten van een schoolteam als geheel. Er is dus een koppeling tussen schoolontwikkeling en personele ontwikkeling. Scholing gericht op persoonlijke ontwikkeling wordt afgeleid van het persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) als onderdeel van de gesprekkencyclus en wordt binnen SJS zo mogelijk integraal georganiseerd door de Joseph academie.
Gesprekkencyclus De gesprekkencyclus wordt op alle scholen uitgevoerd. Alle medewerkers hebben in 2011/2012 een startgesprek gehad wat de basis vormde voor een persoonlijk ontwikkelingsplan (pop). Alle medewerkers hebben n.a.v. het opgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan ook een 1e of een 2e voortgangsgesprek gehad. Er zijn verschillen in de wijze van uitvoering. Op sommige scholen worden alle start- en voortgangsgesprekken gevoerd door de directeur, op andere scholen door de bouwcoördinatoren.
SJS-medewerkers die bepaalde specifieke vaardigheden en/of expertise hebben ontwikkeld kunnen hun expertise en vaardigheden ook bovenschools inzetten. Het is immers efficiënt om maximaal gebruik te maken van de talenten en mogelijkheden die we met z’n allen in huis hebben, in het belang van individuele kinderen, individuele medewerkers en scholen. Tegelijkertijd verruimt dit beleid de mogelijkheden voor SJS medewerkers en vergroot daarmee de verbondenheid. Scholingsplannen geven zicht op de behoeften aan scholing. In 2012 waren twee sjs-medewerkers bezig met de opleiding voor schoolleider, namen twee medewerkers deel aan de opleiding voor intern begeleider en volgden twee medewerkers de opleiding voor bouwcoördinator. In het schooljaar 2012 - 2013 zijn door de sjs-scholen 17 teamscholingen gepland en reeds deels uitgevoerd. Vier sjs-medewerkers maken gebruik van de zgn. Lerarenbeurs. Aan de scholing voor taalexpert namen acht medewerkers deel en aan de scholing voor rekenexpert waren vijf medewerkers ingeschreven.
44
45
De beoordelingsgesprekken worden altijd door de directeur gevoerd. In februari 2012 hebben zij daartoe een 2e training gehad. Via het computerprogramma Bardo zijn de medewerkers in staat webbased hun eigen bekwaamheidsdossier in te richten en te onderhouden. Tot nu toe gebruiken 35% van de medewerkers een dergelijk dossier. De noodzakelijke scholing op schoolniveau wordt verzorgd door een zgn. key-user (iemand die beschikt over expertise en mandaten om snel en gericht ondersteuning kan bieden).
4.5 Activiteiten die te maken hebben met Organisatie Buitenschoolse opvang (bso) De schoolbesturen hebben vanuit een inspanningsverplichting een contract gesloten met KION over de uitvoering van de buitenschoolse opvang. In het contract zijn afspraken gemaakt over kwaliteit, deelname en organisatie. Daar waar ouders een expliciete wens uiten om een andere aanbieder de buitenschoolse opvang te laten verzorgen, wordt deze wens gehonoreerd. Uit de evaluaties is duidelijk geworden dat de directeuren een bso-locatie op de eigen school zeer wenselijk vinden. Ze willen actief meedenken over oplossingen m.b.t. knelpunten in huisvesting. In 2012 werd de buitenschoolse opvang op 11 van de 13 SJS-scholen in de eigen locatie georganiseerd. De contacten zijn tussen school en de bso zijn constructief. Knelpunten zijn en blijven mogelijkheden tot flexibele opvang, vervoerslogistiek en personeelswisselingen. Van de voorschoolse opvang is ook in 2012 weinig gebruikt gemaakt. De tussenschoolse opvang wordt op de meeste SJS-scholen georganiseerd door Stichting SOOS (Samen Overblijven Op School). Lumpsum-proof SJS kiest ervoor de regie over de vrijere bestedingsruimte die door het lumpsum bekostigingsstelsel ontstaat, zoveel als mogelijk in eigen hand te houden. Hoofddoel is om nu en in de toekomst met een zo wijs mogelijk uitgavepatroon zo optimaal mogelijk de vastgestelde beleidsdoelstellingen te halen. Naast een invoeringsplan is een uitvoerig handboek samengesteld. Dit handboek voor alle schoolleiders is in 2010 uitgebreid en op onderdelen o.b.v. veranderde wet- en regelgeving aangepast. In 2010 is het initiatief genomen om de exploitatieadministratie, tot op dat moment uitgevoerd door de Onderwijs Service Groep, in eigen beheer te nemen. Op basis van de financiële gegevens van 2012 is duidelijk geworden dat SJS goed ‘in control’ is. In 2012 zijn een meerjarenbegroting, een liquiditeitsbegroting en een risicoanalyse als instrumenten toegevoegd aan het geheel van instrumenten om ‘in control’ te zijn en te blijven. Taskforce bezuinigingen In algemene zin wordt het basisonderwijs getroffen door bezuinigingen. De schoolbesturen in Nederland worden geconfronteerd met krimp van de leerlingenaantallen en verminderde inkomsten als gevolg van deze bezuinigingen, én andere bezuinigingen. Ook SJS wordt getroffen door bezuinigingen en in wat mindere mate door krimp van leerlingenaantallen. In 2011 heeft het bestuur een Taskforce bezuinigingen ingericht. De doelstelling van de Taskforce bezuinigingen is om de geconsolideerde begrotingen 2011 t/m 2015 in 2015 per saldo op 0 te laten uitkomen. Het gaat dan om de bovenschoolse begroting, de begrotingen van de individuele scholen en de begroting bestuursbureau. De werkgroep heeft daartoe een voorstel geschreven waarin staat hoe SJS in de komende jaren tot bezuinigingen kan komen. Het inmiddels aangenomen voorstel heeft onder andere betrekking op kostenreductie schoonmaak, centrale inkoop onderwijsleer- en hulpmiddelen, kostenreductie administratieve ondersteuning, inkoop externe deskundigheid op school- en bovenschools niveau en opheffing van de ID-functies. In 2011 is een start gemaakt met de concretisering van de verschillende kostenreducties. In 2012 is zichtbaar geworden dat
46
de genomen maatregelen op een positieve wijze bijdragen aan de doelstellingen. In 2012 is een Europese aanbesteding voor leer- en hulpmiddelen afgerond, andere Europese aanbestedingen zijn in voorbereiding. Bij de inkoop van externe deskundigheid is een sterke reductie doorgevoerd. Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) is de term voor overleg dat plaatsvindt tussen een schoolbesturen en de vakcentrales in het primair onderwijs. De wet en de CAO verplichten in een aantal gevallen dat er DGO plaatsvindt, bijvoorbeeld over gevolgen van fusies, bij reorganisaties, wanneer een bestuur van de CAO wil afwijken, of wanneer de CAO dit voorschrijft. 19 Sjs- medewerkers hebben een zgn. ID-functie. De afbouw van de loonkostensubsidies voor deze ID-functies is op 1 januari 2013 voltooid. Met de maatregel van de gemeente Nijmegen was SJS niet langer in staat om de ID-functies te financieren. Dit betekent dat moest worden overgegaan tot opheffing. In het DGO is met de vakbonden gesproken over een Sociaal Plan voor de ID-medewerkers. In 2012 hebben vijf personen gekozen gebruik te maken van vrijwillig vertrek met toepassing van een vertrekpremie. Door een positieve wijziging in het financiële meerjarenperspectief is de 1e fase van het Sociaal Plan (de vrijwillige fase) verlengd tot 1 augustus 2013. Inmiddels hebben de ID-medewerkers die geen gebruik hebben gemaakt van vrijwillig vertrek per 1 januari 2013 een reguliere benoeming binnen de SJS-organisatie gekregen. Doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting Sinds 2008 ligt de verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting primair bij de schoolbesturen, hetgeen kansen en mogelijkheden biedt om op eigen maat te regisseren. In 2009 is men gestart met de uitvoering van twee bouwprojecten: Kleine Wereld en het Kleurrijk / Nijeveld. In 2010 werd het gebouw Kindcampus Grootstal (Kleine Wereld) officieel geopend. Op 20 mei 2011 werd het voorzieningenhart ‘De Willem’ met daarin basisschool het Kleurrijk geopend. In 2012 zijn ook de nieuwbouwplannen voor basisschool Brakkenstein concreet geworden en hebben we een definitief programma van eisen en een definitief ontwerp. Verwacht wordt dat de bouwactiviteiten in de 2e helft van 2013 starten.
47
Centrale aanmelding De centrale aanmelding is een uitwerking van eerdere afspraken tussen de gemeente Nijmegen en de schoolbesturen. De schoolbesturen willen alle ouders dezelfde eerlijke kans bieden om hun kind aan te melden op een school in de eigen buurt. Basisscholen moeten daarnaast meer een afspiegeling worden van de eigen wijk. Om ouders in staat te stellen bewust een school te kiezen, hebben de schoolbesturen, daarbij gesteund door de gemeente, het centrale aanmeldpunt ‘Schoolwijzer Nijmegen’ opgezet. Dit moet zorgen voor heldere informatie over het onderwijsaanbod in Nijmegen en over het aanmelden en plaatsen van kinderen. Ook zijn er een aantal uniforme spelregels voor het aanmelden en plaatsen van de kinderen op een basisschool. Het beleid Gemengde Scholen bestaat uit 4 pijlers: • Eén centraal aanmeldpunt en capaciteitsplafonds voor alle basisscholen. • Stimuleren van een bewuste schoolkeuze. • Extra investeren in minder populaire scholen. • Meer gemengde wijken creëren. In 2011 heeft een uitvoerige evaluatie plaats gevonden. Het bestuur van SJS heeft in 2011 samen met de andere Nijmeegse besturen voor primair onderwijs besloten om Schoolwijzer voort te zetten. In 2012 zijn de plafonds van een aantal scholen herzien. Duidelijk is geworden dat de schoolbesturen de plafonds moeten herzien om de onderliggende doelstelling van Schoolwijzer, het verkleinen van de segregatie in het onderwijs, te realiseren. De gemeente Nijmegen participeert mee in de uitvoering van Schoolwijzer. In 2012 heeft de gemeente besloten hiervoor jaarlijks € 50.000 te subsidiëren. In 2012 zijn ook een aantal maatregelen genomen om meer en betere informatie aan de ouders via de website te kunnen bieden. Impulsregeling De rijksoverheid trekt met de zgn. impulsregeling extra geld uit voor versterking van zorg, gekoppeld aan de bestaande gewichtenregeling. Dit houdt in, dat scholen in bepaalde postcode gebieden voor elke gewichtleerling een extra bedrag krijgen toegevoegd. Dit dus ongeacht of de school reeds in aanmerking komt voor gewichtengeld. De regeling vormt een welkome aanvulling op de formatie en doet als zodanig recht aan de zorg waar wij als SJS voor staan. Binnen de regeling is echter sprake van een zekere onbillijkheid. Het kan immers voorkomen, dat een school net buiten een bepaald postcodegebied valt maar wel te maken heeft met veel gewichtleerlingen. Daarom wordt de impulsregeling bij SJS breed ingezet. Het totaal aan impulsmiddelen wordt verdeeld over het totaal van gewichtleerlingen ongeacht of de school wel of niet binnen een bepaalde postcode valt. Zo’n 10% van het totaal van middelen die via de Impulsregeling worden verkregen wordt toegevoegd aan een voorziening. Deze voorziening geeft alle SJS-scholen mogelijkheden geeft om knelpunten rond onderwijskundige doelen, direct of indirect gerelateerd aan voorkoming en bestrijding van onderwijsachterstanden, op te lossen. In 2012 hebben vijf scholen gebruik gemaakt van deze voorziening. Prestatiebox Schoolbesturen ontvangen vanaf 2012, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde prestatiebox. Het is een samenvoeging van een aantal financieringsstromen. Wat nieuw is, zijn de afspraken in het bestuursakkoord over de besteding van de middelen. De prestatiebox kan niet zonder het bestuursakkoord worden gezien. De kern van het bestuursakkoord gaat over ambities voor het primair onderwijs gericht op opbrengstgericht werken en professionalisering van de leraar en de schoolleider. Een ander belangrijk thema in de kantlijn is het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Ook wordt expliciet aandacht gevraagd voor hoogbegaafdheid, techniek en cultuur.
48
49
In 2012 zijn met betrekking tot bovenstaande thema’s uitgaven gedaan. De uitgaven hadden met name betrekking op investeringen in materialen t.b.v. hoogbegaafdheid. In het schooljaar 2012-2013 wordt een beleidsplan rond de inzet van middelen uit de prestatiebox ontwikkeld. Toezicht Inspectie De Inspectie van het Onderwijs richt zich in toenemende mate op het voorkomen van zwakke en zeer zwakke scholen, onder meer door het bevoegd gezag te attenderen en te waarschuwen en door het uitvoeren van kwaliteitsonderzoeken op scholen die de laatste twee jaar onvoldoende resultaten laten zien. Als de door de Inspectie uitgevoerde risicoanalyse geen risico’s laat zien, krijgt een school basistoezicht. Dat betekent dat er geen intensivering van het toezicht nodig is. Dat betekent niet dat een school met basistoezicht de Inspectie nooit meer ziet: elke school wordt ten minste eens in de vier jaar bezocht. Alle SJS-scholen hebben een basisarrangement toegewezen gekregen. In 2012 is op één van de dertien SJS-scholen een onderzoek uitgevoerd in het kader van het vierjaarlijks onderzoek. In september heeft de Inspectie een onderzoek uitgevoerd op bestuursniveau. De inspectierapporten zijn aanwezig op de betreffende scholen en op het bestuursbureau, maar zijn ook te downloaden of in te zien op www.onderwijsinspectie.nl.
Hoofdstuk
5
Financiële paragraaf 2012
Financieel bestuursverslag 2012
5.1
Algemeen
F
De doelstelling voor de financiën van de Stichting St. Josephscholen is een duidelijk systeem van financiële planning en control. Om dit te bereiken wordt jaarlijks een begroting samengesteld per organisatie onderdeel (scholen, bovenschools, gebouwen en het bestuursbureau). In 2012 een managementinformatiesysteem aangeschaft. Met dit programma kunnen budgethouders op ieder gewenst moment beschikken over de actuele stand van de exploitatie. Na het eerste, het tweede en het derde kwartaal heeft de algemeen directeur en het bestuur een exploitatie overzicht gekregen. Hierbij wordt een toelichting verstrekt met daarin een analyse van de verschillen en een inschatting van het exploitatieresultaat einde boekjaar. De derde kwartaalrapportage wordt als input gebruikt om met name het kostenniveau van de begroting van het volgende verslagjaar vast te stellen. In 2012 is bovendien een meerjarenbegroting en een liquiditeitsbegroting opgesteld. Ook is een risico-inventarisatie uitgevoerd. Ook is de inkoop van leer-/hulpmiddelen in 2012 aanbesteed. Per 1 maart 2013 is een contract getekend met Heutink wat de stichting een voordeel oplevert van 17,2 % ten opzichte van de huidige kosten. De verantwoording van het gerealiseerde beleid en de ingezette middelen vindt plaats in het jaarverslag en de analyse van de jaarrekening. Exploitatierekening 2012 Totaal Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting Realisatie 2012 2012 2011 Baten Rijksbijdrage OC en W 17.624 17.224 17.561 Overige overheidsbijdragen – en subsidies 2.267 2.201 2.643 Overige baten 375 317 405 Totaal baten 20.266 19.742 20.609 Lasten Personeelslasten 15.925 15.741 16.020 Afschrijvingen 995 1008 1.013 Huisvestingslasten 1.280 1.341 1.272 Overige lasten 1.205 1.266 1.333 Totaal lasten 19.405 19.356 19.638 Saldo baten en lasten 861 386 971 Financiële baten en lasten -251 -243 -245 Resultaat 610 143 726
50
51
12
Jenaplanschool de Sterredans directeur: Johan Storm
‘…hoofd, hart en handen…’ De Sterredans is een Jenaplanschool met 293 leerlingen in de wijk Hunnerberg, Nijmegen Oost. Deze wijk bevindt zich op de rand van de stuwwal van Nijmegen. In de prehistorie en later, in de Romeinse tijd, was deze plek een belangrijk strategisch punt. De school is gevestigd in een markant gebouw uit omstreeks 1930.
De school vertelt over zichzelf: ‘Onze school wil vooral bekend staan als een goede en gezellige school, een plek waar kinderen zich goed voelen en bagage krijgen waarmee zij zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige en gelukkige personen. Wij vinden ieder mens uniek en willen de kinderen een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect meegeven, wij willen hun eigenheid benadrukken. Leerlingen moeten trots zijn op zichzelf, op hun cultuur en levensbeschouwing. Wij willen ze daarbij helpen. Bij trots zijn op jezelf hoort respect hebben voor de ander. Wij besteden veel aandacht aan het creëren en in stand houden van een goede sfeer op school. Kinderen leren om elkaars eigenaardigheden te respecteren en te waarderen. Bij ons onderwijs hoort ook het zorgen voor de omgeving, voor de natuur.
LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus
2010 302
2011 291
2012 293
11
10
11
PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
2010 20.62
2011 17.94
2012 17.56
26
23
23
21/4 44.5 10 0.63 4/22
18/4 45.3 10 0.63 4/19
19/3 45.2 9 0.57 3/20
52
Wij leren de kinderen zorgvuldig om te gaan met hun eigen spulletjes, met die van anderen en met hun leefomgeving.’
De belangrijkste stappen in 2012 Johan Storm: ‘Het leerlingenaantal is zich aan het stabiliseren. Pas in 2014 stroomt de laatste grote groep schoolverlaters uit naar het voortgezet onderwijs. Vanaf dat jaar zal er wellicht weer sprake zijn van een voorzichtige groei. De krimp zet dus nog even door. Met onze 11 stamgroepen blijft er in ieder geval nog voldoende ruimte in ons gebouw om voorén naschoolse opvang te realiseren. En ondanks de krimp lukt het ons om de kwaliteit van het onderwijs op de Sterredans jaarlijks te vergroten. Schooljaar 2012-2013 is een bijzonder schooljaar omdat we een aantal belangrijke ontwikkelingen inzetten. • Door de verdere ontwikkeling van opbrengst- en handelingsgericht werken krijgen we nog beter zicht op de ontwikkeling van kinderen. • Trendanalyses van de resultaten leiden tot een tweetal ingrijpende besluiten: - Vanaf het schooljaar 2013-2014 werken we in tweejarige stamgroepen - Vanaf het schooljaar 2013-2014 leren kinderen lezen met Veilig Leren Lezen. • Het borgen van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren • Een inhoudelijke impuls voor het leren van Engels in de groepen 1 t/m 8.’
Exploitatierekening 2012 Gebouwen Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting Realisatie 2012 2012 2011 Baten Rijksbijdrage OC en W 305 314 299 Overige overheidsbijdragen – en subsidies 1.412 1.370 1.437 Overige baten 118 120 137 Totaal baten 1.835 1.804 1.873 Lasten Personeelslasten 40 38 39 Afschrijvingen 531 534 514 Huisvestingslasten 459 559 482 Overige lasten 13 22 20 Totaal lasten 1.043 1.153 1.055 Saldo baten en lasten 792 651 818 Financiële baten en lasten -254 -250 -263 Resultaat 538 401 555
Exploitatierekening 2012 Exclusief Gebouwen (onderwijskundig) Bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting Realisatie 2012 2012 2011 Baten Rijksbijdrage OC en W 17.319 16.910 17.262 Overige overheidsbijdragen – en subsidies 856 832 1206 Overige baten 257 197 268 Totaal baten 18.432 17.939 18.736 Lasten Personeelslasten 15.886 15.702 15.981 Afschrijvingen 464 475 499 Huisvestingslasten 821 783 790 Overige lasten 1.191 1.244 1.313 Totaal lasten 18.362 18.204 18.583 Saldo baten en lasten 70 -265 153 Financiële baten en lasten 3 7 18 Resultaat 73 -258 171
53
5.2
Toelichting op de exploitatierekening
Om tot een juiste analyse van de exploitatierekening te komen is het belangrijk om de exploitatierekening te splitsen in een exploitatierekening SJS exclusief gebouwen en een exploitatierekening SJS gebouwen. Sinds 2008 heeft de gemeente Nijmegen de exploitatie en het beheer van de schoolgebouwen doorgedecentraliseerd naar de schoolbesturen. Dit betekent concreet dat SJS in 2008 een groot deel van de schoolgebouwen heeft gekocht van de gemeente Nijmegen. Om dit te financieren is een hypothecaire lening aangegaan, waar jaarlijks op wordt afgelost. Van de gemeente Nijmegen ontvangt SJS voor deze gebouwen jaarlijks een zogenaamde doordecentralisatievergoeding om het onderhoud en het beheer te bekostigen. Zowel het bezit van deze gebouwen, als de bijbehorende lening zijn in een aparte organisatie onderdeel ondergebracht. De doordecentralisatievergoeding en de materiële vergoeding die door het Ministerie van OCW voor de instandhouding van de gebouwen jaarlijks wordt verstrekt wordt in de exploitatie van ditzelfde organisatieonderdeel verantwoord. Hiertegenover staan de kosten van onderhoud, afschrijving en de rente op de hypothecaire lening. Om te kunnen blijven investeren in nieuwe gebouwen of in groot onderhoud is het noodzakelijk dat dit organisatie onderdeel jaarlijks een positief resultaat behaalt. Dit positieve resultaat wordt jaarlijks toegevoegd aan de reserve, zodat in de toekomst nieuwe schoolgebouwen dan wel groot onderhoud gegarandeerd zijn. Met ingang van 2012 heeft de Stichting St. Josephscholen de tot dan toe opgebouwde reserves ten behoeve van de gebouwen in een Bestemmingsreserve Gebouwen ondergebracht.
5.2.2 Toelichting op de exploitatierekening SJS exclusief gebouwen Het organisatie onderdeel Onderwijskundig heeft een positief resultaat behaald van € 72.133, tegenover een resultaat in 2011 van € 171.190. Het verschil van € 99.057 heeft verschillende oorzaken. De baten waren in 2012 € 304.845 lager dan in 2011. Dit is veroorzaakt door de vermindering van de subsidie van de ID banen van € 225.000 door de gemeente Nijmegen in 2012. Een tweede oorzaak is dat in 2011 voor zowel de schakelklas als voor de Open Wijk School middelen opbrengsten geboekt zijn die betrekking hadden op 2010. Deze inkomsten waren hierdoor € 110.000 hoger dan de inkomsten die echt betrekking hadden op 2011. De totale lasten van 2012 zijn € 221.950 lager dan in 2011. De belangrijkste oorzaak hiervan is de kosten die in 2011 zijn opgenomen voor het Sociaal Plan ID van € 125.000 en de kosten outplacement ID van € 75.000. De kosten voor payroll inhuur (dit zijn leerkrachten die door een externe partij bij SJS scholen worden geplaatst) zijn in 2012 aanmerkelijk hoger dan in 2011. Met name in het tweede deel van het schooljaar 2011-2012 zijn veel leerkrachten door deze constructie ingehuurd. Op deze manier gaat SJS geen verplichtingen aan bij het invullen van tijdelijke formatieruimte. Deze hogere kosten zijn gecompenseerd door lagere loonkosten voor zittend personeel. Balans SJS Totaal Bedragen x € 1.000
SJS heeft in 2012 een resultaat gerealiseerd van € 610.346. Dit is € 115.382 lager dan het resultaat van 2011 (€ 725.729 positief ). Het resultaat is onder te verdelen in het resultaat van het organisatie onderdeel Gebouwen € 538.213 ( 2011 € 554.539) en het resultaat van het onderwijskundige deel van de organisatie € 72.133 (2011 € 171.190).
ACTIVA 31 december 2012 31 december 2011 Materiële vaste activa 9.292 9.577 Vlottende activa 1.180 1.356 Liquide middelen 3.281 2.358 Totaal Activa 13.753 13.290
Voor het organisatie onderdeel Gebouwen was een resultaat begroot van € 401.312. Het verschil tussen het werkelijke en het begrote resultaat van € 136.901 is te verklaren door hogere doordecentralisatie inkomsten van € 41.653, lagere onderhoudskosten van € 31.218 en doordat de heffingen € 51.243 lager waren dan begroot. De doordecentralisatie inkomsten zijn hoger dan begroot doordat bij de begroting geen rekening is gehouden met indexering. De heffingen zijn lager dan begroot doordat er een terugbetaling van teveel betaalde onroerende zaak belasting heeft plaatsgevonden.
PASSIVA 31 december 2012 31 december 2011 Eigen Vermogen 5.386 4.775 Voorzieningen 198 214 Langlopende schulden 5.417 5.633 Kortlopende schulden 2.753 2.668 Totaal Passiva 13.753 13.290
Voor het organisatie onderdeel Onderwijskundig was een verlies begroot van € 258.252. Dat het werkelijke resultaat € 330.389 hoger is dan begroot heeft een aantal oorzaken. De personele inkomsten waren € 285.000 hoger dan begroot en hiervan is € 115.000 ingezet, derhalve een meevaller van € 170.000. Ook de hogere prestatiebox inkomsten van € 41.000 hebben een positief effect gehad op het resultaat. Doordat deze middelen volledig moeten worden besteed in het jaar waarin ze ontvangen zijn, zijn hier kosten aan toegewezen die al begroot waren. Tot slot zijn er extra inkomsten geboekt die niet voorzien waren, zoals projectinkomsten van de HAN voor verschillende projecten, acties op scholen en extra materiële inkomsten door groei. 5.2.1 Toelichting op de exploitatierekening SJS Gebouwen Het resultaat op het organisatie onderdeel Gebouwen is € 538.213 tegenover € 554.539 in 2011. Dat het resultaat over 2012 lager is wordt veroorzaakt doordat de inkomsten als gevolg van het lagere leerlingaantal (op 1 oktober 2011: 19 leerlingen minder dan het jaar ervoor) lager waren. Deze lagere inkomsten zijn voor het grootste deel gecompenseerd door lagere uitgaven.
54
Balans SJS Gebouwen Bedragen x € 1.000 ACTIVA 31 december 2012 31 december 2011 Materiële vaste activa 7.395 7.607 Vlottende activa - Liquide middelen 929 390 Totaal Activa 8.324 7.997 PASSIVA 31 december 2012 31 december 2011 Eigen Vermogen 2.496 1.958 Voorzieningen - Langlopende schulden 5.417 5.633 Kortlopende schulden 411 406 Totaal Passiva 8.324 7.997
55
13
Daltonschool de Wieken
Balans SJS Exclusief Gebouwen (Onderwijskundig) Bedsragen x € 1.000
schoolleider: Roger Visser
‘…goed Daltononderwijs op maat in een veilig schoolklimaat! …’ Daltonschool de Wieken is een katholieke basisschool met 196 leerlingen, in de wijk Wolfskuil, een oude volkswijk in Nijmegen Oud-West die onlangs een grote renovatie heeft ondergaan. De Wieken is als brede school officieel door de Nederlandse Dalton Vereniging (NDV) erkend als daltonschool. Meer informatie : www.dalton.nl De school vertelt over zichzelf: “Per januari 2013 zijn we officieel erkend als daltonschool middels een uitgebreide visitatie. Sinds 2009 is de visie op onderwijs vertaald naar een concept dat recht doet aan de kwaliteit m.b.t. het onderwijs aan de kinderen van onze school. Een intensief en gedegen voortraject heeft geleid tot een goede daltonschool met het accent op goed daltononderwijs. Het betekent dat we binnen de hele bredeschool van startgroep voor peuters en kleuters, BSO, activiteitenplein tot en met groep 8 rijk en gevarieerd daltononderwijs bieden in een betekenisvolle omgeving. De Wieken staat voor goed daltononderwijs op maat in een veilig schoolklimaat!’
De belangrijkste stappen in 2012 Het personeel is uitgebreid met een 2 extra leer krachten , het leerlingaantal groeit in een versneld tempo. Hierdoor wordt de school qua grootte en LEERLINGEN Aantal leerlingen 1 oktober Aantal groepen 1 augustus PERSONEEL Aantal fte 1 augustus Aantal pers.leden 1 augustus OP/OOP Gemiddelde leeftijd Ouder dan 50 Bapo in fte Man / vrouw
56
2010 150
2011 174
2012 196
8
9
9
2010 15.09
2011 15.24
2012 17.02
19
19
21
16/2 41.4 6 0.51 4/15
16/2 42.4 7 0.57 4/15
18/2 41.7 7 0.82 5/16
als reële afspiegeling van de wijk interessant. De gemeentelijke bezuinigingen daarentegen leiden ertoe dat we afscheid hebben moeten nemen van een (te) groot aantal bredeschoolteamleden voornamelijk werkzaam in de tussen-schoolse en naschoolse activiteiten. Teamleden die dagelijks met grote inzet veel betekenden voor onze leerlingen en wijk. Roger Visser: “Ik ben bijzonder trots op het bredeschoolteam, kinderen en ouders. Zij zijn samen in staat om duidelijk ja te zeggen tegen een vastomlijnd onderwijsconcept en voelen zich verantwoordelijk om zich dit onderwijsconcept eigen te maken en dagelijks ten uitvoer te brengen om zo tot nog beter onderwijs te komen. Samen doen we de goede dingen en doen we ze goed.”
• De transformatie van (Brede)basisschool naar daltonschool : goed Daltononderwijs op maat in een veilig schoolklimaat. • De Wieken hoort tot geselecteerde groep van 30 pilotscholen om een startgroep voor peuters en kleuters een plek te geven in het onderwijs. De pilot geldt voor 4 schooljaren. • Inhoudelijke verdieping van het woordenschat onderwijs door de teamscholing en de invoering van de zogenaamde “ Verhallen 4 takt methodiek “. • Vergroting van de expertise binnen het team : 2 teamleden zijn gestart met de opleiding tot taalexpert en een derde leerkracht met de opleiding tot IB ‘er . • Opnieuw een groene beoordeling door de onderwijs inspectie en daarbij goede tussen- en eindresultaten . • De doorontwikkeling van de Openwijkschool naar de Bredeschool.
ACTIVA 31 december 2012 31 december 2011 Materiële vaste activa 1.897 1.970 Vlottende activa 1.180 1.356 Liquide middelen 2.352 1.968 Totaal Activa 5.429 5.294 PASSIVA 31 december 2012 31 december 2011 Eigen Vermogen 2.890 2.817 Voorzieningen 198 214 Langlopende schulden - Kortlopende schulden 2.342 2.262 Totaal Passiva 5.429 5.294
5.3
Toelichting op de balans
Ook hier moet een splitsing worden gemaakt tussen de balans van het organisatie onderdeel gebouwen en SJS exclusief gebouwen. 5.3.1 Toelichting op de balans SJS gebouwen De materiële vaste activa bestaan uit de gebouwen en machines. De investeringen waren in 2012 lager dan de afschrijvingen en daardoor is de boekwaarde van de activa afgenomen. Het eigen vermogen van het organisatie onderdeel gebouwen is toegenomen met het resultaat en is nu € 2.495.899. 5.3.2 Toelichting op de balans SJS exclusief gebouwen De boekwaarde van materiële vaste activa bestaande uit een verbouwing, inventaris, meubilair, leermethoden en hardware is in 2012 gedaald ten opzichte van 2011. Dit is met name veroorzaakt doordat er minder in ICT is geïnvesteerd dan hierop is afgeschreven. Vanaf 2008 is veel geïnvesteerd in ICT en eind 2012 is de boekwaarde hiervan nihil. De verwachting is dat de investeringen in ICT in 2013 weer zullen stijgen. De boekwaarde van leermiddelen is gestegen doordat er veel nieuwe leermethodes zijn aangeschaft in 2012. De vlottende activa zijn afgenomen. Dit is met name veroorzaakt doordat SJS in 2011 een aantal incidentele vorderingen had die in 2012 niet meer zijn opgenomen. De liquide middelen zijn in 2012 weer toegenomen, doordat SJS een positief resultaat behaald heeft. Het eigen vermogen is toegenomen met het resultaat en komt einde 2011 op € 2.889.860. Doordat hiervan ruim € 1.400.000 is om de achtergestelde BAPO rechten te bekostigen, blijft er € 1.489.000 over om de activa te herfinancieren. Aangezien de boekwaarde van de activa hoger is, is het dus wenselijk het eigen vermogen nog verder te verhogen. Treasury statuut Alle overbodige middelen zowel op korte als op lange termijn zijn middels het schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën geparkeerd. Op de betaalrekening is saldoregulatie van toepassing.
57
5.4. Financiële kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit en de kapitalisatiefactor hanteert SJS onderstaande kengetallen. Omdat dit voor het organisatie onderdeel gebouwen niet relevant is, zijn dit de kengetallen van SJS exclusief gebouwen.
de inkomsten voor impulsgebieden in 2013 lager zullen zijn dan 2012. In de overige baten is een eenmalige bate voor grondverkoop van € 198.600 begroot. De begrote personeelslasten zijn lager dan de werkelijke personeelslasten van 2012 doordat er minder inzet van payroll personeel nodig zal zijn. De begroting is in december 2012 door het bestuur vastgesteld. 5.5.2 Speerpunten in 2013
Kengetal 2012 2011 Signaleringsgrens Commissie Don Ondergrens Bovengrens Solvabiliteit 56,87% 57,27% 20% n.v.t. Liquiditeit 1,51 1,47 0,5 1,5 Rentabiliteit 0,39% 0,91% 0% 5% Kapitalisatiefactor 29% 28% 0% 35% Solvabiliteit: eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteit van SJS geeft aan dat 56,87% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, wat inhoudt dat slechts 43,13% van het totale vermogen met vreemd vermogen wordt gefinancierd. Hieruit kan worden geconcludeerd dat SJS een goede vermogenspositie heeft en dat SJS in staat is om aan haar verplichtingen op lange termijn te voldoen. Liquiditeit: de verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen en vorderingen) en de kortlopende schulden. De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De liquiditeitsratio geeft aan dat 1,51 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen, nog te betalen posten en overlopende passiva. Rentabiliteit: resultaat gedeeld door de totale baten. De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief of negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten, ofwel hoeveel procent van de totale opbrengsten is omgezet in het uiteindelijke resultaat. SJS heeft van de totale opbrengsten, te weten € 18.431.581 een resultaat behaald van € 72.133. Dit houdt in dat er naast de inzet van elke euro die ontvangen is in 2012 0,39% is toegevoegd aan de reserves. In vergelijking met vorig jaar is de ratio afgenomen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2012 het resultaat procentueel lager is dan in 2011. Kapitalisatiefactor: het balanstotaal gedeeld door de totale baten. De kapitalisatiefactor helpt om te beoordelen in hoeverre onderwijsinstellingen hun kapitaal efficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. De ratio geeft aan dat SJS binnen de signaleringsgrenzen van de Commissie Don zit.
5.5
Toekomstparagraaf
Voor 2013 is een belangrijk speerpunt een beschrijving te gaan opstellen van de administratieve organisatie. Met het in huis halen van de financiële administratie in 2011 is het bestaande Handboek Administratieve Organisatie verouderd. Op dit moment wordt hard gewerkt aan een goede beschrijving van de Administratieve Organisatie. In 2013 wordt de ondersteuning ten aanzien van de personeelsadministratie als ook het hosten van het financiële systeem aanbesteed. Een mogelijk gevolg hiervan kan zijn dat per 1 januari 2014 met een ander financieel systeem gewerkt gaat worden. Ook wordt in 2013 de schoonmaak van de scholen aanbesteed. Met oog op de start van het project Nieuwbouw Basisschool Brakkestein is het monitoren van de liquiditeit een belangrijk onderwerp. Binnen de organisatie zijn de middelen vanaf 2013 op een andere manier gealloceerd, zodat er meer middelen zijn vrijgespeeld voor personeel en de materiële begrotingen van de scholen resultaatneutraal verlopen.
Begroting 2013 Totaal Bedragen x € 1.000 Baten Rijksbijdrage OC en W Overige overheidsbijdragen – en subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat
Begroting Realisatie Begroting 2013 2012 2012 17.492 2.157 549 20.198
17.624 2.267 375 20.266
17.224 2.202 317 19.742
15.695 15.925 15.740 938 995 1.008 1.310 1.280 1.341 1.174 1.205 1.266 19.117 19.405 19.356 1.081
861
386
-243
-251
-243
838 610 143
5.5.1 Begroting 2013 De begroting 2013 is opgesteld op basis van de gerealiseerde kosten van 2012 t/m het derde kwartaal. Voor de baten is gebruik gemaakt van reeds afgegeven beschikkingen en een inschatting van de rijksbijdragen op basis van het leerlingenaantal van 1 oktober 2012. De begrote rijksbijdragen 2013 zijn lager dan de gerealiseerde rijksbijdragen van 2012 doordat
58
59
Colofon
Tekst en redactie Rini Braat, directeur-bestuurder Stichting Sint Josephscholen Nijmegen Renske Valk, VALK tekst & advies, Ubbergen Vormgeving Studio Wittenberg, Schijndel Fotografie Wilma Manders (pag. 14, 15, 19, 23, 25, 29, 44r, 48, 50, 60 + voorzijde omslag) en foto’s aangeleverd door de diverse scholen © 2013 Stichting Sint Josephscholen Nijmegen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
60
www.josephscholen.nl
Kelfkensbos 38 6511 TB Nijmegen 024 - 3 81 82 83
[email protected]