Compassie
Tjeu van Knippenberg c.m.
Wat is compassie? Compassie is een samengesteld woord. In het eerste deel probeer ik dit woord te onderzoeken op de betekenis die het voor ieder van ons kan hebben. In het tweede deel geef ik iets weer over de weg er naar toe (GRACE) en ga ik na hoe compassie vanuit verschillende gezichtshoeken in houdingen en handelingen kan worden omgezet. I Compassie 1.1 Passie De basis van het woord compassie ligt in ‘passie’. Passie is afgeleid van het Griekse werkwoord ‘paschein’: lijden, ondervinden, doorstaan wat je overkomt. Denk bijvoorbeeld aan de passieverhalen of aan de Matteus Passion. De belangrijkste betekenis van het woord passie zit in het ondergaan van iets. Passie ‘werkt’ heel sterk (zonder passie blijft alles schraal; ‘die performance was passieloos’). Als je iets werkelijk ondergaat ‘werkt’ dat heel sterk (bijvoorbeeld bij een verlies of bij een overwinning). Er komt iets over je heen dat sterk inwerkt op je denken, voelen en doen. Je ondergaat het en je wordt het gewaar via je zintuigen. De zintuigen zijn de wachters tussen binnen en buiten. Het is een kunst om die wachtersfunctie scherp te houden. Die scherpte wordt vooral gediend door de innerlijke antenne, de ziel, te verzorgen. De innerlijke antenne blijft zuiver als zij open staat voor reuken, smaken, geluiden maar er niet door wordt overstemd. Dit is belangrijk bij het reguleren van de passie. Ik wil dat laten zien door even in te gaan op de vijf zintuigen die ons gegeven zijn. Het gehoor. Een harde stroom van geluid in je auto of in een disco komt op je af. De buitenwereld dondert op je in. Een nocturne van Chopin of een sonate van Mozart valt over je heen. Laten die geluiden je terugkeren naar de stilte die de basis is van al wat klinkt? Geluid komt uit stilte voort en keert naar stilte terug. Om je passie zuiver te houden, is het verstandig soms elk geluid te vermijden om in de stilte de grondtoon van alles wat klinkt te vernemen en te komen tot je eigen grondtoon. De basisactiviteit is luisteren: openstaan, (em)pathisch zijn. Het gezicht. Wij zien omdat wij in een omgeving leven. Die omgeving doet zich aan ons voor. Kijken is opnemen, innemen. Het kan de begeerte wekken waarin het zien verloren gaat; kijken komt dan in de sfeer van het hebben. De antenne van de ziel is gericht op regulering van het kijken, opdat het zien niet onder het kijken wordt bedolven. Wat zie ik? Waar wordt mijn blik door getrokken? De smaak. Het proeven staat onder de verleiding van het opslorpen of innemen. De basis gaat verloren in het instant genoegen. De antenne van de ziel is er op gericht om het proeven niet te bederven. De zuivere passie slaat hier op langzaam eten, genieten van één glas. De tast. Wat Midas aanraakte werd goud. Dat is een kostbaar resultaat, maar te kostbaar. De tast, het aanraken staat voor in bezit nemen. Wat je aanraakt, kan in goud veranderen, maar wat goud wordt is op zichzelf; het verwijdert zich van de levende interactie. De tast is een keninstrument. Kinderen moeten eerst voelen om te weten wat het is. Wat aangeraakt wordt, ook de aanraking van een mens, brengt het aangeraakte dichtbij; je gaat het enigszins bezitten. 1
Maar de aanraking kan het geheim erin doden. Een zuivere passie beoefent voorzichtigheid in aanraken. De tast kan het geheim in het aangeraakte oproepen, maar ook verloren doen gaan. De reuk. ‘Hij stierf in de geur van heiligheid’. ‘Je ruikt het verraad’. Ook de reuk, zoals alle zintuigen, is intermediair tussen innerlijk en uiterlijk. De reuk is het herinneringsinstrument bij uitstek. Wat je ooit echt geroken hebt blijft als een slapend bezit dat gewekt wordt bij elke reukimpuls in de toekomst. Wees daarom zuinig op je reukorgaan: om onraad te ruiken en geluk. De zuivere passie houdt het reukorgaan scherp om de geuren van bloemen, van mensen, van verhoudingen goed waar te nemen. De werking van de zintuigen leert dat ieder van ons met alles verbonden is. Je staat met al je zinnen uit naar het grotere geheel, de kosmos, de aarde, je land, je stad, je familie, je vrienden. Je bent een afgescheiden individu, maar je maakt deel uit van de mensengemeenschap. Je passie is een aanwijzing voor de manier waarop je met je omgeving verbonden bent of wilt zijn. Wat is jouw passie?
1.2. Compassie Ann Voskamp (Canada 1973, boerin, moeder van zes kinderen) You were made for the place where your real passion meets compassion, because there lies your real purpose. Waar je werkelijke passie en compassie samenkomen ligt de werkelijke reden van je bestaan. Compassie betekent mee-lijden, mee-voelen, het besef dat je mét anderen de bewegingen van het leven ondergaat. In de beweging van het leven in jouzelf (in je eigen passie) herken je en erken je de onderlinge verbondenheid. Wat in je is werkt door in wat je deelt. Hoe zou je iemand kunnen troosten als je het eigen verdriet niet toelaat? Alleen diegene kan geven die ook kan ontvangen. Compassie wordt pas authentiek wanneer mensen solidair zijn met het lijden in zichzelf. Dat zie je bijvoorbeeld in de Bergrede. In de Bergrede legt Jezus een opzienbarend accent. Niet de mensen die het maken in het leven noemt hij zalig, gelukkig, maar zij die eraan lijden. Niet de rijken en degenen die plezier hebben, niet degenen die voor zichzelf opkomen en die het voor het zeggen hebben worden gelukkig genoemd, maar de armen en de treurenden, de zachtmoedigen en de vervolgden. Als lezer en hoorder van deze woorden denk je al gauw: Hoezo, gelukkig als je arm en bedroefd bent? In het dagelijks leven gaan we toch uit van het omgekeerde? Inderdaad, de Bergrede schuurt. Jezus plaatst daar uitdrukkelijk één kant van het bestaan in het licht. De kant van wat ons overkomt, datgene wat we niet in de hand hebben. Waarom? Omdat de erkenning van onze passieve kant een voedingsbron is voor onze activiteit. Daaruit ontstaat werkelijke inzet en oprechte liefde. In een variatie op Vincent de Paul: ‘Als passie het vuur is, zijn werken van compassie haar vlammen’ 2
Hier is sprake van een spanning, een tweeluik, twee kanten van een medaille die om ieders hals hangen. Het leven bestaat uit ontvangen en geven. Misschien worstel je met de spanning van ondergáán en doen, van contemplatie en actie, van wachten en initiatief nemen, van bidden en presteren. In de Bergrede worden wij aangesproken op de armoede en de treurnis die in ieder van ons aanwezig zijn. Het erkennen daarvan, solidair zijn met de armoede en droefheid in onszelf, is de eerste vereiste om anderen te kunnen bijstaan in hun armoede en droefheid. Compassie betekent mee-lijden; dat is pas authentiek wanneer wij solidair zijn met het lijden in onszelf. Hoe zouden we iemand kunnen troosten als we ons eigen verdriet niet toelaten? Alleen diegene kan geven die ook kan ontvangen. Alleen diegene kan troosten die zelf getroost kan worden. Er kan geen naastenliefde bloeien op dorre grond. Een voorwaarde voor de zorg voor de ander is dat je weet wat het is om zorg te ontvangen. Een voorwaarde voor hulp aan de arme is erkenning van de armoede in jezelf. Oprechte compassie kun je alleen maar hebben wanneer je weet hebt van het lijden in jezelf.
II De weg van compassie Joan Halifax, een van de grootste vrouwelijke boeddhistisch leraren van dit moment, ontwikkelde een model om in stressvolle situaties aanwezig te blijven en meedogend te handelen. Het is een methode om je capaciteit voor compassie te vergroten. Dat gaat door je bewuster te worden van wat er in jezelf omgaat en van je intenties. Je kunt ook zeggen: door je bewuster te worden van de werking van je zintuigen. (Happinez) GRACE Gathering attention Verzamel en grond je gedachten. Pauzeer, adem in, geef jezelf de tijd om te aarden. Nodig jezelf uit in het heden, in je lichaam. Je kunt je aandacht laten rusten op je ademhaling of op een neutraal deel van je lichaam zoals je voetzolen of handpalmen Recalling intention Herinner je de bron van je motivatie. Herinner je waar het in je leven echt om gaat: om integer handelen en het respecteren van de integriteit van alle wezens die je tegenkomt. Sta erbij stil dat het je intentie is om anderen te helpen en te dienen, en om je hart te openen naar de wereld Attuning to self other Stem af op jezelf en de ander. Bemerk eerst wat er speelt in je eigen geest en lichaam. Voel vervolgens de ervaring van degene in wiens gezelschap je bent; wat die persoon zegt, wat zijn emoties en lichaamstaal uitdrukken. Voel zonder oordeel. Maak ruimte vrij waarin de ontmoeting zich kan ontvouwen. Considering 3
Overweeg wat kan dienen. Stel jezelf de vraag: hoe kan ik helpen, wat kan hier echt dienen? Put uit je expertise, kennis en ervaring – en sta tegelijkertijd open voor nieuwe inzichten; trek niet te snel conclusies. Engaging Respectvol handelen. Handel vanuit wederzijds respect voor alle betrokkenen in de situatie. Beëindig dan – ook innerlijk – de interactie met deze persoon, zodat je met een schone lei het volgende moment kunt ingaan.
Fysieke werken van compassie de hongerigen voeden, de naakten kleden, de dorstigen laven, de doden begraven, de gevangenen bezoeken, de zieken bezoeken, de vreemdelingen herbergen. Zes van deze werken zijn gebaseerd op de criteria voor het Goede Leven in Matteus 25: 35-36: "Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.''. Paus Innocentius III voegde daar in het jaar 1207 een zevende werk aan toe: 'de doden begraven'. Dit laatste is ontleend aan het Bijbelboek Tobit 1:17. Aan deze werken van barmhartigheid verbind ik bepaalde deugden, krachten die nodig zijn om deze werken authentiek uit te voeren. Ik hanteer de zeven deugden die in de rooms katholieke traditie een rol spelen. Deze zeven zijn samengesteld uit de vier klassieke of kardinale deugden (verstandigheid, gerechtigheid, matigheid, moed) en de drie goddelijke of theologische deugden (geloof, hoop, liefde). 1. De hongerigen voeden. Eten is honger stillen en genieten van de gepresenteerde combinaties. De kwaliteit verhoogt, wanneer je het voedsel kunt delen met anderen. 2. De naakten kleden. Er zijn schaamlapjes en er is merkkleding. Mensen omhullen zich met wat bij hen past of met wat ze zich kunnen veroorloven. Liever naakt dan namaak. Je investeert in datgene waarin je gelooft. 3. De dorstigen laven. De kraan laten lopen, de auto wassen, twee liter water drinken, een glas wijn proeven, een rondje geven, bronnen gebruiken voor welke dorst? De rivier is niet hetzelfde als de bron. Een put slaan in een droog gevallen dorp. 4. De doden begraven. Een stad zonder kerkhoven is een dode stad. Hoe begraven en rouwen we, hoe geven we uitdrukking aan het verband tussen dood en leven? Wat is de kracht van de doden?
4
5. De gevangenen bezoeken. Er zijn grenzen tussen het kwade leven en het goede leven. De beide kanten huizen in iedereen. Kies de juiste positie op de grens. 6. De zieken bezoeken. En goede gezondheid is de belangrijkste waarde voor Nederlanders. Hoe gaan gezonden en zieken met elkaar om?. Wat hebben zij elkaar te zeggen? 7. De vreemdelingen herbergen. De vreemdeling in ons midden doet stof opwaaien. Is hij welkom? Hoe structureel is dat? Barmhartigheid en mededogen zijn iets anders dan gelijkberechtiging.
De spirituele werken van compassie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bedroefden troosten Onwetenden onderrichten Broederlijk/zusterlijk vermanen In moeilijkheden goede raad geven Lastige mensen geduldig verdragen Beledigingen vergeven Bidden voor levenden en doden
Zeven nieuwe werken, geformuleerd in Duitsland 2006/7: wat betekent compassie nu?
1. Jij hoort erbij 2. Ik luister naar je 3. Ik vertel goeds over je 4. Ik loop een stuk met je mee 5. Ik deel met je 6. Ik bezoek je 7. Ik bid voor je
5