Bestuursnota OCMW Leuven 2013 – 2018
1
OCMW Visie Leuven streeft naar een open, zorgzame en verbonden stad met aangename buurten, waarbinnen iedereen optimaal kan (samen)leven, leren, wonen en werken. Extra aandacht gaat uit naar kwetsbare groepen. Voor een geïntegreerd welzijnsbeleid kiest de stad voor een emancipatorisch OCMW, dat verder de nodige middelen ontvangt voor een optimale werking. Op die manier blijven de inwoners gegarandeerd van het recht op maatschappelijke dienstverlening, zodat zij menswaardig kunnen leven. Daarom is de strijd tegen de kinderarmoede, energiearmoede en voor activering, empowerment, gezondheid en betaalbaar wonen een absolute prioriteit. Tussen de administratieve en logistieke diensten van de stad en OCMW kiezen we voor een verregaande samenwerking. Een plan van aanpak wordt uitgewerkt voor einde 2013. Een toegankelijke, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening wordt inclusief en preventief aangeboden waar het kan, en is specifiek en curatief waar het moet. De Thuiszorg van OCMW Leuven is een laagdrempelige dienstverlening, waar cliënten, familie en mantelzorgers zich welkom voelen. Deze dienst streeft naar een integrale dienstverlening om thuiswonende senioren en zwaar zorgbehoevende inwoners zo lang mogelijk thuis te laten wonen, met behoud en stimuleren van zelfredzaamheid waar mogelijk, en met respect voor ieders eigenheid en zelfbeschikkingsrecht. Daarnaast is het blijvend aanbieden van hoogstaande en zeer kwaliteitsvolle dienstverlening, waarbij de cliënt centraal staat en waarbij de “zorg op maat”gedachte wordt gehuldigd, op het vlak van de residentiële ouderenzorg en de lokale dienstencentra, primordiaal. De verschillende situaties en generaties van senioren dienen op een gediversifieerde manier te worden benaderd. Het beleid en de dienstverlening van de stad worden afgestemd op hun verschillende behoeften.
Beleidsdoelstelling 1: Het op een emancipatorische manier helpen overbruggen van de kloof die mensen in armoede scheidt van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving als gevolg van individuele en collectieve uitsluitingen op meerdere gebieden. Actieplan 1.1: De sociale bescherming van de bevolking verzekeren Actiepunten: 1.1.1. Aanpassen van de richtlijnen voor (financiële) steunverlening aan de nieuwe noden van kansengroepen in Leuven, met inzet van (extra) eigen middelen en middelen uit fondsen (zoals energiefonds, LFBK (Leuvens Fonds ter 2
Bestrijding van Kinderarmoede) en sociale en culturele participatie), om mensen beter te ondersteunen op het vlak van (de kost van) energie, huisvesting, opvoeding, gezondheid, vrije tijd, onderwijs en digitale inclusie. Waar mogelijk willen we rechten automatisch toekennen of aanvragen. Daarnaast moet sociale fraude bestreden worden, zodat uitkeringen terechtkomen bij de mensen die ze nodig hebben. Wie wil genieten van rechten zonder zijn plichten na te komen, wordt gesanctioneerd. Er wordt rekening gehouden met het Handvest van de Sociaal Verzekerde. Om de rechten van studenten te vrijwaren, wordt er met de sociale diensten van universiteit en hogescholen afspraken gemaakt in verband met steunmaatregelen. Ook wordt door de sociale dienst gestimuleerd dat de studenten hun recht op studietoelagen verzekeren. 1.1.2. Inzetten van onze energieassistent, die aangestuurd wordt vanuit de facilitaire dienst, om mensen te informeren, te sensibiliseren en te ondersteunen op het vlak van duurzaam energiegebruik en duurzame investeringen, in nauwe samenwerking met de andere (energie)initiatieven in Leuven (Pendule, energiesnoeiers, dakisolatieproject), met speciale aandacht voor de private huurders. We voorzien in deze mogelijkheden in de eerste plaats voor doelgroepen met speciale noden, zoals bewoners met een sociaal tarief. Verder zullen de middelen van het energiefonds ingezet worden om gezinnen te begeleiden en te ondersteunen bij energiebesparende maatregelen. Om mensen in energiearmoede vooruit te helpen heeft de Vlaamse overheid het mogelijk gemaakt om jaarlijks 3000 daken van slecht geïsoleerde huurwoningen in Vlaanderen te isoleren. Ook hier ligt een rol weggelegd voor het OCMW. De werking van de LAC (Lokale Adviescommissie voor elektriciteit, gas en water) zal geëvalueerd worden met de (organisaties van) mensen in armoede en waar nodig verbeterd. Een extra inspanning wordt gedaan inzake informatieverspreiding rond budgetmeters voor aardgas. In de opmaak van het sociale dossier wordt bijzondere aandacht besteed aan de energiefactuur van de cliënten en de cliënten krijgen het voorstel om een energiescan te doen. Het OCMW maakt in overleg met de stad en de partners op het terrein afspraken om te komen tot een gecoördineerde strategie tegen energiearmoede. Die afspraken worden vastgelegd in een afsprakennota, waardoor de voortgang van het beleid jaarlijks kan geëvalueerd worden. De strategie vormt ook een onderdeel van het armoedebeleidsplan. 1.1.3. Verruimen van onze schuldhulpverlening door de ontwikkeling van activiteiten rond preventie en nazorg voor cliënten en scholieren, naast een nieuw aanbod voor zelfstandigen. Onze dienstverlening in de Hulpgevangenis Leuven zal worden verder gezet. 3
In samenwerking met de partners van het Lokaal Sociaal Beleid en in het bijzonder met de Stad Leuven wordt nagegaan welke maatregelen er kunnen getroffen worden voor die mensen die weliswaar een inkomen hebben boven het leefloon, maar onder de Europese armoedegrens vallen.
Actieplan 1.2: Terugdringen van de kinderarmoede in nauw overleg met de stad Actiepunten: 1.2.1. Uitbreiden van de actie rond kleuterparticipatie naar erkende en gesubsidieerde Leuvense kinderdagverblijven. De middelen van het LFBK (Leuvens Fonds ter Bestrijding van de Kinderarmoede) zullen we, met speciale aandacht voor jonge kinderen tussen 0 en 3 jaar en kinderen uit kansarme anderstalige gezinnen, gericht inzetten voor acties op het vlak van onderwijs en opvoedingsondersteuning, en we zullen eigen middelen toevoegen. 1.2.2. Uitbreiding van het aantal voorleesworkshops, en onderzoek naar mogelijke samenwerkingsverbanden in functie van een nazorgtraject. Met deze voorleesworkshops versterken we de ouder- kindrelatie en bevorderen we de taalontwikkeling. Via infosessies en workshops informeren we ouders en hulpverleners over de sociale kaart en actuele thema’s zoals “opvoeden in een multiculturele samenleving” en hulpverlening bij problematische opvoedingssituaties. Doel van deze acties is een betere toeleiding naar en samenwerking met onze partners. 1.2.3. Actie “aankoop pedagogische hulpmiddelen en didactisch speel- en leermateriaal” voor Leuvense organisaties die hun toegankelijkheid voor kansarme kinderen willen verhogen. We willen hiermee de toegankelijkheid verbeteren van Leuvense initiatieven voor opvoedingsondersteuning en hen sensibiliseren rond het onderwerp van kinderarmoede. We zullen de samenwerking tussen deze initiatieven bevorderen met het oog op een integrale aanpak van kinderarmoede. 1.2.4. Binnen het uitgebreide armoedeplan is een kinderarmoedeplan prioritair. Overleg dient te gebeuren met alle mogelijke betrokken Leuvense actoren. Gepaste acties worden hieraan gekoppeld. 1.2.5. Het OCMW bevordert als regisseur van het armoedebeleid de communicatie en interactie binnen een netwerk van partners om doorverwijzing van ouders en kinderen in armoede naar het OCMW en andere organisaties te faciliteren. 1.2.6. De Sociale Dienst en de ervaringsdeskundige hebben extra aandacht voor de noden van de kinderen van onze cliënten. Waar nodig brengt ze gezinnen in contact met sociale partners die hierbij kunnen helpen.
4
Actieplan 1.3: Sociale en professionele activering Actiepunten: 1.3.1. Regelmatig aanbod van screening van kennis, vaardigheden en attitudes, en aanbod van educatieve trajecten ism partners. Voor mensen die (nog) niet klaar zijn voor de arbeidsmarkt, zoeken wij naar sociale activering. Er zal een extra accent worden gelegd op het investeren in activeringsprojecten voor laaggeschoolde jongeren en nieuwe Belgen. We zoeken naar alternatieve trajecten voor cliënten voor wie de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt te groot blijkt (cfr. Romtraject en project Clash). De Sociale Dienst schenkt bijzondere aandacht aan de studievorderingen van de kinderen van de cliënten. Het expliciet als gespreksthema opnemen in de begeleiding en preventief de situatie opvolgen, kan een bijdrage leveren. 1.3.2. Aanbod van laagdrempelige trajecten die toeleiden naar beroepen in onder meer de zorgsector, de bouwsector, de sector van horeca en grootkeuken, ism CVO, VDAB, sociale economie, sectorfondsen en werkgevers, en met nadruk op integratie van taaltrajecten in het aanbod. We willen meer inspelen op vragen van werkgevers en gaan de inhoud van onze opleidingen hieraan aanpassen en onze cliënten voorbereiden op specifieke niches in de arbeidsmarkt. 1.3.3. Intensieve samenwerking met VDAB, door de inzet van een begeleider art.60, die zorgt voor sollicitatietraining voor cliënten, en een warme overdracht van de cliënten naar VDAB. Een lokaal werkgelegenheidsplan, in samenwerking met alle betrokken lokale partners en in overleg met VDAB, kan extra aandacht schenken aan kansarme groepen. 1.3.4. Het OCMW voegt bij het uitschrijven van overheidsopdrachten -waar mogelijk en wenselijk geacht- een clausule toe die de mate waarin kandidaten kansen geven aan kansengroepen in hun bedrijf, beoordeelt. 1.3.5. Als OCMW nemen we een voorbeeldrol op om initiatieven te nemen/ondersteunen die voor een grotere/betere doorstroming zorgen van art.60 naar reguliere jobs binnen onze eigen OCMW-diensten.
Actieplan 1.4: Aanpak van dak- en thuisloosheid en slechte huisvesting Actiepunten: 1.4.1. Coördinatie van een project ter verbetering van de toegankelijkheid voor cliënten naar een kwaliteitsvolle en betaalbare woning, in nauwe samenwerking met Stad Leuven en het CAW. Naast de beleidssector en de sociale sector proberen we de woonsector (huiseigenaars en immokantoren) 5
te betrekken bij dit project. Elk van deze groepen beschikt immers over kennis en inzichten die noodzakelijk zijn om te komen tot een duurzaam beleid. Dit structureel overleg moet leiden tot concrete aanbevelingen die getoetst zijn op hun haalbaarheid binnen de Leuvense context. 1.4.2. Acties ter preventie van dak- en thuisloosheid, onder meer project bemoeizorg, in samenwerking met de Leuvense partners in de geestelijke gezondheidszorg. In afwachting van federale financiering van Housing First projecten in Leuven, zorgt de Sociale Dienst in samenwerking met haar partners ervoor om dak- en thuislozen de nodige begeleiding te geven teneinde hun integratie in de samenleving mogelijk te maken. Preventieve acties zullen nog meer doorgedreven gebeuren in geval van een nakende uithuiszetting door een sociale bouwmaatschappij. 1.4.3. Het OCMW zal faciliterend optreden naar haar doelgroepen om cohousingsprojecten mogelijk te maken. Dat wil zeggen dat het gelijkgestemde zielen bij mekaar wil brengen, maar dat het zelf geen investeringskosten zal opnemen. 1.4.4. We blijven ook verder investeren in kwaliteitsvolle noodopvang, door de voortdurende zoektocht naar geschikte doorgangswoningen en het gebruik van een begeleidingscontract. Tijdens de wintermaanden willen we kwaliteitsvolle nachtopvang blijven aanbieden, in samenwerking met het CAW regio Leuven. 1.4.5. Onderzoek naar mogelijkheid van oprichting van een Lokaal Opvanginitiatief (LOI) voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. 1.4.6. Toepassen van het Vlaams huurgarantiefonds op de Leuvense private huurmarkt ter bevordering van de toegankelijkheid van OCMW-cliënten tot de huurmarkt.
Actieplan 1.5: Toegang tot de gezondheidszorg verhogen Actiepunten: 1.5.1. Uitwerken van een preventieplan, met aandacht voor gezonde voeding, sport en geestelijke gezondheidszorg, in nauw overleg met de stad en lokale partners. Meer en meer cliënten hebben het moeilijk om hun medische kosten en medicatie te betalen. Voor langdurig zieken betekenen deze kosten een flinke hap uit hun budget. We willen daarom nog meer oog hebben voor deze uitgaven en actief meewerken aan een gezond voedingsbeleid ism lokale partners. Er zijn in Leuven heel wat organisaties die zich bezig houden met de geestelijke gezondheid van de mensen. Stad en OCMW moeten dit aanbod nog veel ruimer bekend maken in samenwerking met andere partners.
6
1.5.2. Onderzoek naar de verplichte aansluiting bij het ziekenfonds intensifiëren en structurele samenwerking met de twee wijkgezondheidscentra. Bij elk sociaal onderzoek zal uitdrukkelijk worden onderzocht of de verplichte aansluiting bij het ziekenfonds is gebeurd, en zo niet zullen we zorgen voor een snelle aansluiting. Ook gaan we onderzoeken of we structureel kunnen samenwerken met de twee wijkgezondheidscentra op ons grondgebied. De visie van de wijkgezondheidscentra vertrekt immers vanuit het recht op gezondheid voor iedereen. Daarnaast werkt een wijkgezondheidscentrum bij voorkeur met het forfaitair betalingssysteem of met een andere betalingsregeling waardoor de financiële toegankelijkheid bevorderd wordt. Samen met de Wijkgezondheidscentra wordt nagegaan of er een mogelijkheid is om een tandartsenteam op te zetten. 1.5.3. We gaan het gebruik van de generische geneesmiddelen stimuleren omdat deze dezelfde werking hebben als, maar tegelijk goedkoper zijn dan de zgn. “merk”-geneesmiddelen, en plannen hierover overleg met het korps van Leuvense geneesheren. Verder stimuleren we dokters om sport als “medicatie” voor te schrijven. Ook het gebruik van het zgn. Globaal Medisch Dossier en het gebruik van het “derdebetalersysteem” bij onze cliënten zullen we aanmoedigen. Als de huisarts een globaal medisch dossier (GMD) bijhoudt, krijgt de patiënt een vermindering van 30 % op het remgeld. En bij het derdebetalersysteem betaalt de patiënt bij een doktersbezoek maar een kleine som, nl. het remgeld. De huisarts regelt de rest rechtstreeks met het ziekenfonds. 1.5.4. Medewerking aan het project “eCarmed” van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. Het project “Elektronische medische kaart”, afgekort “eCarmed”, is de organisatie van een intensieve samenwerking tussen de betrokken partners om de behandeling te vereenvoudigen en te versnellen van alle facturen inzake gezondheidszorg die afkomstig zijn van alle zorgverstrekkers voor de personen die een tenlasteneming genieten door het OCMW in het kader van de medische hulp.
Beleidsdoelstelling 2: Zorgen voor een toegankelijke en kwaliteitsvolle hulpverlening. Actieplan 2.1: Toegankelijkheid van de hulpverlening verhogen Actiepunten: 2.1.1. Aansluiten bij project IPDC (Interbestuurlijke Producten en DienstenCatalogus) en installatie van sociale infopunten. Het OCMW moet openstaan voor alle Leuvenaars, niet enkel voor mensen die het moeilijk hebben om rond te komen. Op basis van de resultaten van de toegankelijkheidsscan willen we onze toegankelijkheid verbeteren en ons
7
engageren voor een dienstverlening die bekend, begrijpbaar, betaalbaar, bruikbaar, beschikbaar, betrouwbaar en bereikbaar is. 2.1.2. Inzetten van een ervaringsdeskundige, vrijwilligers en sleutelfiguren om de kloof tussen maatschappelijk werker en cliënten te dichten, en verdoken armoede op te sporen. Door het organiseren van laagdrempelige contactmogelijkheden, een werking die nog meer vraaggestuurd wordt ipv aanbodgestuurd, en versterkte aandacht voor signalen van sleutelfiguren, is het mogelijk om verdoken armoede pro-actief op te sporen. Het OCMW Leuven zal de omkadering voor de inzet van ervaringsdeskundigen, vrijwilligers en sleutelfiguren, evalueren en versterken. In de strijd tegen kinderarmoede zetten we een netwerk op van partners om de doorverwijzing naar de juiste instanties vlot te laten verlopen. 2.1.3. Organisatie van dialoogmomenten bij de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering, in nauwe samenwerking met de armenorganisaties. Het OCMW en stad, samen met de partners uit het werkveld, zullen zich inzetten voor een actieve opsporing en een radicale bestrijding van de armoede, veelal ook verdoken armoede, via alle kanalen die redelijkerwijze ter beschikking staan. Deze maatregelen zullen opgelijst en verzameld worden in een globaal, geïntegreerd en inclusief armoedebeleidsplan, waarbij in een participatief moment wordt voorzien voor de “Verenigingen waar armen het woord nemen” en andere betrokkenen uit de doelgroep. Zij krijgen de mogelijkheid om vanaf de start van de opmaak van het plan mee te participeren. De vooruitgang in de uitvoering van dit armoedebeleidsplan zal jaarlijks worden besproken tijdens een armoedeconferentie met een doorgedreven participatie van armoedeorganisaties en mensen in armoede. 2.1.4. We blijven inzetten op de maatschappelijke participatie van kwetsbare burgers, door ondersteuning van individuele aanvragen, organisatie van groepsevenementen, samenwerking met het Steunpunt Vakantieparticipatie en het beheer van het Leuvens Fonds voor Vrijetijdsparticipatie. De digitale kloof willen we dichten door de verdere uitbouw van de Openbare Computerruimtes (OCR) en de verkoop van gerecycleerde PC’s. 2.1.5 Overleg tussen de stad, OCMW en andere partners over hoe toegankelijkheid kan verbeterd worden bij het aanvragen/opvolgen van dossiers. Duidelijke wegwijs dringt zich op. Er dient te worden gewerkt aan een duidelijke en zeer laagdrempelige communicatie zowel schriftelijk als mondeling.
Actieplan 2.2: Kwaliteit van de hulpverlening verhogen Actiepunten:
8
2.2.1. Uitbouw van een sterk lokaal sociaal beleid, in nauwe samenwerking met de Stad, CAW en andere hulpverleningspartners, met het oog op de verhoging van de efficiëntie en de effectiviteit van de hulpverlening. Deze afstemming moet er onder meer voor zorgen dat mensen met een maatschappelijk kwetsbare achtergrond niet van het kastje naar de muur gestuurd worden door het Leuvens hulpverleningsnetwerk. 2.2.2. Het project Het Nieuwe Werken van OCMW Leuven moet de Sociale Dienst in staat stellen om op een efficiënte en effectieve manier het werk te organiseren en de toegankelijkheid en de kwaliteit van onze dienstverlening aan de cliënten te vergroten, met zoveel mogelijk oog voor de mogelijkheden die de nieuwe informatie- en communicatietechnologie bieden. De behoefte van de cliënt zal leidend zijn bij de vormgeving van de dienstverlening, die toegankelijk is, bestaat uit een samenhangend aanbod van diensten en gericht is op preventie. 2.2.3. De Sociale Dienst tracht een netwerk van vrijwilligers uit te bouwen die willen helpen om cliënten van het OCMW te ondersteunen. 2.2.4. Om de uniforme dienstverlening te waarborgen wordt extra aandacht besteed aan het consequent toepassen van de geldende regels die de maatschappelijk werkers hanteren in het beoordelen van concrete dossiers van aanvragers. In het automatisch toekennen van bepaalde sociale rechten, is deze uniformiteit ook van groot belang.
Beleidsdoelstelling 3: Een optimaal en performant operationeel (opname)beleid voeren in het kader van de residentiële zorg (woonzorgcentra) om maximaal in te spelen op de noden van (zwaar) zorgbehoevende senioren. Actieplan 3.1: Het opnamebeleid optimaliseren in functie van zware zorgbehoevendheid met oog voor de werkdruk van het personeel en kwaliteitsbewaking van de dienstverlening Actiepunten: 3.1.1. De wachtlijsten van de woonzorgcentra (WZC’s) screenen op ouderen die mits de nodige ondersteuning vanuit de Thuiszorg van OCMW thuis kunnen worden opgevangen. 3.1.2. Oprichten van een gemeenschappelijke intakecel voor Thuiszorg en WZC’s. 3.1.3. Uitgebreidere huisbezoeken door maatschappelijk werker ter voorbereiding van opname in het WZC.
9
3.1.4. Onderzoeken of realiseerbaar is.
trajectbegeleiding
een
meerwaarde
kan
bieden
of
Actieplan 3.2: In Wijgmaal wordt zo snel mogelijk een woonzorgcentrum gebouwd Actieplan 3.3: We nemen ons voor een zorgbedrijf op te richten tegen 1 januari 2015. Te dien einde wordt er onderzocht op welke wijze dit de meeste toegevoegde waarde kan bieden Actieplan 3.4: De toegankelijkheid van de dienstverlening bevorderen door informatie en communicatie Actiepunten: 3.4.1. Nog meer slagkrachtige samenwerkingsovereenkomsten sluiten met de zorgpartners om de wederzijdse doorverwijzing en toegankelijkheid van dienstverlening en zorg voor ouderen te faciliteren. 3.4.2. Organiseren van kennismakingsmomenten voor etnisch culturele minderheden in samenwerking met de stad, om de drempel voor deze doelgroep te verlagen. 3.4.3. Projectmatig en structureel samenwerken met de seniorenconsulent van de stad om een maximale afstemming te bekomen inzake een ver doorgedreven communicatie naar de burgers op vlak van relevante activiteiten en evenementen. Resultaatgericht en regelmatig overleg en een juiste doorverwijzing zijn hier de tools.
Actieplan 3.5: Inspraak en participatie verhogen met het oog op een betere afstemming tussen vraag en aanbod Actiepunten: 3.5.1. Organisatie en optimalisering van gebruikersraden. 3.5.2. Organisatie en optimalisering van tevredenheidsmetingen. 3.5.3. Optimalisering van de klachtenprocedure. 3.5.4. Het OCMW zorgt ervoor dat in de maaltijden in de instellingen en voor de thuisbezorging steeds een goed aanbod aan vegetarische maaltijden is voorzien en maakt dit ook ruimer bekend. Tegelijk wordt onderzocht hoe het aanbod aan maaltijden kan worden afgestemd op de verschillende etnischculturele groepen in het doelpubliek. 10
Actieplan 3.6: Zorg op maat door specialisatie en multidisciplinaire werking Actiepunten: 3.6.1. Afstemming tussen disciplines in de zorg voor de groeiende groep van ouderen met specifieke ouderdomsverschijnselen en ziektebeelden. 3.6.2. Aangepaste vorming en begeleiding. 3.6.3 Verhogen van de zelfredzaamheid van de oudere door aangepaste behandelingen en activiteiten.
Actieplan 3.7: Verder onderzoek naar infrastructurele aanpassingen en projecten
en
uitwerking
van
de
Actiepunt: 3.7.1. Op basis van de noden van de doelgroep en van de reglementering gefaseerd en projectmatig de realisatie voorzien van (verbouw) nieuwbouwprojecten om te voldoen aan de vigerende normen en het hedendaags comfort in de zorgverlening.
Actieplan 3.8: Verhogen van de (her) integratie van de ouderen in het maatschappelijk veld door contacten met de buitenwereld verder te intensifiëren en uit te bouwen. Actiepunten: 3.8.1. Interactie met buurtbewoners. 3.8.2. Contacten met scholen. 3.8.3. Activiteiten buitenshuis.
Beleidsdoelstelling 4: Bevorderen van de zelfstandigheid en de activiteitsgraad van ouderen die nood hebben aan een beschermende woonvorm met de mogelijkheid van zorginterventie.
11
Actieplan 4.1: Het omvormen van serviceflats naar assistentiewoningen volgens de geldende regelgeving Actiepunten: 4.1.1. Het uitbouwen van crisiszorg. 4.1.2. Het uitbouwen van overbruggingszorg.
Actieplan 4.2: De zelfredzaamheid en de sociale activiteit van de bewoner zal gestimuleerd worden door de woonassistent Actiepunten: 4.2.1. Groepsactiviteiten en informatiesessies uitwerken en aanbieden. 4.2.2. Het sociaal netwerk van de resident optimaal ondersteunen. 4.2.3. Verdere en duidelijke afspraken met de Thuiszorg. 4.2.4. Verder ontwikkelen van een performante vorm van inspraak om optimaal af te stemmen tussen vraag en aanbod.
Beleidsdoelstelling 5: Het organiseren van activiteiten en dienstverlening in lokale dienstencentra (LDC’s) zodanig dat thuiswonende senioren, aanvullend op de Thuiszorg, zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven resideren en niet vereenzamen. Actieplan 5.1: De toegankelijkheid verhogen door een gevarieerd en aangepast programma Actiepunten: 5.1.1. De verbetervoorstellen uit de toegankelijkheidsscan operationaliseren in functie van de behoeften. 5.1.2. De informatie zo ruim mogelijk verspreiden bij de doelgroep via de juiste en aangewezen kanalen. 5.1.3. Drempels verlagen door het organiseren van kennismakingsmomenten en taboedoorbrekende initiatieven.
12
Actieplan 5.2: Vereenzaming bestrijden Actiepunten: 5.2.1. Acties ondernemen (al dan niet in samenwerking) om die groep van ouderen uit hun isolement te halen met zinvolle en op maat gemaakte dienstverlening. 5.2.2. Nieuwe buurtbewoners actief benaderen en betrekken.
Actieplan 5.3: Samenwerking bevorderen en samenwerkingsverbanden sluiten en versterken tussen lokale zorgpartners om de slagkracht te verhogen in het kader van bekendheid, doorverwijzing en toegankelijkheid
Beleidsdoelstelling 6: Een degelijke diensten zorgverlening aan huis aanbieden om de Leuvenaar zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Actieplan 6.1: Preventief werken door de Leuvense ouderen op scharniermomenten in het leven zo goed mogelijk te informeren en waar nodig toe te leiden naar de meest gepaste hulp- en dienstverlening, om zo lang mogelijk zware zorg te kunnen uitstellen Actiepunten: 6.1.1. Project actieve cliëntendetectie: pro-actief contacteren van ouderen op scharniermomenten (overlijden partner, ziekenhuisopname,…). 6.1.2. Screening en analyse lage zorgprofielen op de wachtlijsten van de WZC’s. 6.1.3. Aanklampend werken via het project ouderenzorg voor het doelpubliek dat nog niet openstaat voor de reguliere dienstverlening.
Actieplan 6.2: Onderzoeken of we ook de Thuiszorg incorporeren in het op te richten zorgbedrijf teneinde de dienstverlening op lange termijn op een duurzame, efficiënte, klantgerichte en marktconforme wijze te kunnen blijven organiseren Actieplan 6.3: Een sterk prioriteitenbeleid en wachtlijstbeheer voeren opdat bij elke inwoner van Leuven met eenzelfde zorgprofiel die hulp vraagt, op eenzelfde wijze de hulp zou opgestart worden 13
Actiepunten: 6.3.1. Centrale intakecel. 6.3.2. Potentiële bewoners met een laag zorgprofiel op de wachtlijsten van de eigen WZC’s informeren inzake Thuiszorg en waar gewenst hulp aanreiken of toeleiden. 6.3.3. Mogelijkheid van gemeenschappelijke intakecel voor zorg- en dienstverlening onderzoeken. 6.3.4. Mogelijkheid van trajectbegeleiders zorg- en dienstverlening onderzoeken. 6.3.5. Implementatie COT-module (onthaalmodule). 6.3.6. Monitoring /kengetallen inzake zorgprofiel, turnover en zorgfrequentie per type profiel. 6.3.7. Aankoop en implementatie planningsmodule.
Actieplan 6.4: Een gevarieerd dienstverleningsaanbod aanbieden Actiepunten: 6.4.1. Uitbouwen van een zorgnetwerk rond de cliëntsituatie: combidossiers gezinszorg en aanvullende thuiszorg, oppashulp met partners zoals IN-Z en Seniorama,… 6.4.2. Continuïteit van zorg garanderen door onregelmatige prestaties aan te bieden. 6.4.3. Continuïteit van zorg garanderen door mobiel team op te richten. 6.4.4. Onderzoeken hoe cliënten zonder mantelzorgers ook beroep kunnen doen op een personenalarmsysteem. 6.4.5. De cliënten van de Thuiszorg aanvullende fysieke zorg aanbieden door hen toe te leiden naar de infrastructuur van WZC voor zorg-op-maatprojecten zoals hygiënische zorg, verwenzorg,… 6.4.6. Voordurende aftoetsing van de geleverde kwaliteit: o Opstart kwaliteitscontroles coaches on the field o Tevredenheidsmetingen bij de cliënten o Zelfevaluatie om de 2 jaar mbv Common Assessment Framework (CAF) en/of andere instrumenten.
14
Actieplan 6.5: De cliënten van de Thuiszorg zo goed mogelijk voorbereiden, ondersteunen en begeleiden indien ze verhuizen naar een WZC Actiepunten: 6.5.1. Project naadloze zorg verder uitbouwen naar externe WZC’s. 6.5.2. De basismedewerkers van de Thuiszorg door uitwisselingsprojecten een realistisch en positiever beeld laten vormen en uitdragen bij onze cliënten inzake de werking van WZC. 6.5.3. Inzet van een ergotherapeut in het kader van comfortzorg en ergonomie onderzoeken.
Actieplan 6.6: Inspelen op de toenemende complexiteit van zorg door ons te specialiseren in nieuwe doelgroepen zoals de gehandicaptensector Actiepunten: 6.6.1. Samenwerkingsverband met DOP (Diensten Ondersteuningsplan) afsluiten en actieplan realiseren. 6.6.2. Onderzoeken of er een aanpassing van het prioriteitenbeleid dient te gebeuren. 6.6.3. De mogelijkheid en wenselijkheid onderzoeken om verzorgenden ter beschikking te stellen in functie van het Persoonlijk Assistentiebudget (PAB) van cliënten. 6.6.4. Deskundigheid in dit vakgebied ontwikkelen bij basismedewerkers.
Actieplan 6.7: Inspelen op de toenemende complexiteit van zorg door ons te specialiseren in nieuwe doelgroepen zoals de cliënten met psychische en psychiatrische problemen Actiepunten: 6.7.1. Deskundigheid in dit vakgebied blijven ontwikkelen door een doorgedreven vto-beleid (vormings- trainings- en opleidingsbeleid) en op niveau van maatschappelijk werkers: leren omgaan met BEL-Rai ifv cliëntenbesprekingen. Opstart intervisie door referentiepersonen. 6.7.2. Onderzoeken hoe er op het werkveld tussen thuiszorg en psychiatrische zorg (CGG, mobiel team, …) een echte samenwerking op de werkvloer kan tot stand komen. 15
6.7.3. Cliënten blijven sensibiliseren en toeleiden naar PIOT en psychotherapie en onderzoeken hoe de financiële drempel kan verlagen. 6.7.4. Visie ontwikkeling inzake het omgaan met deze doelgroep en ontwikkelen begrenzend kader ifv haalbaarheid en veiligheid voor de medewerkers en basismedewerkers informeren en ondersteunen.
Actieplan 6.8: Inspelen op de toenemende complexiteit van zorg door ons te specialiseren in nieuwe doelgroepen zoals palliatieve cliënten Actiepunten: 6.8.1. Deskundigheid in dit vakgebied blijven ontwikkelen door een doorgedreven vto-beleid. 6.8.2. Uitbouw referentiefuncties + verankering. 6.8.3. Uitbouw palliatief zorgbeleid.
Actieplan 6.9: Onderzoeken welke dienstverlening complementair (en mogelijk ondersteunend) aan de zorgactoren kan aangeboden worden om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen thuis wonen Actiepunt: 6.9.1. Onderzoeken hoe B-post pilootproject verlopen is, indien positief onderzoeken hoe dit mogelijk kan vertaald worden naar de Leuvense setting.
Actieplan 6.10: De Leuvenaar nog beter informeren en het imago van de Thuiszorg verder positief laten groeien Actiepunten: 6.10.1. Bekendmaking van realisaties en projecten, en artikels publiceren. 6.10.2. Participeren aan beurzen.
Actieplan 6.11: Toegankelijkheid van de dienstverlening voor specifieke doelgroepen, zoals etnisch- culturele minderheden verhogen Actiepunten: 6.11.1. Bekendmaking van het aanbod. 16
6.11.2. Samenwerkingsverbanden afsluiten in functie van de bekendmaking. 6.11.3. Om de toegankelijkheid van het huidig aanbod aan dienst- en zorgverlening voor specifieke doelgroepen, waaronder etnisch-culturele groepen, te verzekeren, wordt dit geëvalueerd en zo nodig aangepast.
Beleidsdoelstelling 7: Cliënten ondersteunen doorbreken/vermijden van vereenzaming.
in
Actieplan 7.1: Onderzoeken met verenigingen en actoren uit het middenveld hoe we de Leuvenaar kunnen wapenen tegen vereenzaming Actiepunten: 7.1.1. Deelname stuurgroep Seniorama tegen vereenzaming. 7.1.2. Opstart project actieve cliëntendetectie. 7.1.3. Opstart overleg met diverse actoren en middenveld en seniorenconsulente om actieplan en communicatieplan op te stellen. 7.1.4. Onderzoeken hoe we best meewerken aan de bekendmaking dag van de buur. 7.1.5. Onderzoeken hoe een deskundige cliënten kan ondersteunen in een zinvolle dagbesteding.
Actieplan 7.2: Door een nauwe samenwerking met de LDC's de Leuvenaar sensibiliseren, informeren en stimuleren om deel te nemen aan activiteiten in de LDC' s en zo ook sociale contacten te hebben Actiepunten: 7.2.1. Verderzetting project “Lekker veilig”. 7.2.2. Onderzoeken of en hoe we op termijn een Collectieve Autonome Dagopvang (CADO) kunnen oprichten om sociaal contact tussen cliënten te stimuleren.
Actieplan 7.3: Onderzoeken hoe we de sociale contacten voor minder mobiele cliënten kunnen stimuleren Actiepunten: 17
7.1.1. Systematisch screenen of iedereen het gunstig telefoontarief geniet. 7.1.2. Gebruik van sociale media (internet, skype,…) ondersteunen en stimuleren. 7.1.3. Blijvende bekendmaking van projecten als stertelefoon, babbellijn, …
Actieplan 7.4: De mobiliteit van cliënten stimuleren en in stand houden Actiepunt: 7.4.1. Onderzoeken van mobiliteitsmogelijkheden en –oplossingen voor cliënten aanvullende thuiszorg.
Beleidsdoelstelling 8: Faciliteren van een veilige, comfortabele, duurzame en betaalbare woonomgeving voor thuiswonende ouderen. Actieplan 8.1: Door een betere samenwerking met het Team Wonen, de Leuvense huisvestingsdienst en de sociale huisvestingsmaatschappijen een betere dienstverlening aan onze cliënten bieden Actiepunt: 8.1.1. Kennis en deskundigheid ontwikkelen bij onze maatschappelijk werkers bvb inzake huursubsidies,…
Actieplan 8.2: Onderzoeken hoe we onze cliënten kunnen ondersteunen door hen te informeren inzake duurzaam wonen en energiegebruik Actiepunten: 8.2.1. Inschakelen van energieassistent om een beleid uit te stippelen voor onze cliënten. 8.2.2. Medewerkers informeren en sensibiliseren om een beleid uit te stippelen voor onze cliënten. 8.2.3. Onderzoeken ism de Leuvense huisvestigingsdienst en de seniorenconsulente of er gerichte informatiecampagnes kunnen gevoerd worden.
18
Actieplan 8.3: De veiligheid en het comfort verhogen in de woning voor onze cliënten Actiepunten: 8.3.1. Kleine woningaanpassingen ism eigen klusjesdienst en Wonen & Werken. 8.3.2. Domotica en assistieve technologie (via IWT- project).
Beleidsdoelstelling 9: De specificiteit van de taken van de Thuisdiensten en hun medewerkers vergen een aparte aanpak van recrutering en ondersteuning van medewerkers met het oog op een nog meer kwalitatieve dienstverlening. Actieplan 9.1: Voldoende en deskundige medewerkers aantrekken Actiepunten: 9.1.1. Ons meer profileren als werkgever door een actieve stagegever te zijn, onze werking voor te stellen in scholen, en deel te nemen aan jobbeurzen, jaarmarkten,… 9.1.2. De verkorte selectieprocedure ism Personeel en Organisatie (P&O) vlotter en efficiënter maken door een eerste taalscreening in te voeren, en door geslaagde kandidaten sneller te informeren. 9.1.3. Onderzoeken of we tot een optimale inzet kunnen komen van deeltijdse medewerkers WZC die aanvullend in de Thuiszorg kunnen/willen werken + opstart pilootproject. 9.1.4. Onderzoeken of en hoe we zelf een opleiding verzorging kunnen organiseren. 9.1.5. In samenwerking met Team Tewerkstelling trachten te voldoen aan de nieuwe regelgeving inzake 60/40 voor dienstenchequebedrijven. 9.1.6. Als partner blijven participeren in de opleidingen tot huishoudhulp ism Sociale Dienst en Wonen en Werken. 9.1.7. Onderzoeken hoe we nieuwe medewerkers zonder ervaring een startopleiding kunnen geven om te kunnen starten in het dienstenchequebedrijf. 9.1.8. Onze eigen lokale diensteneconomie verder uitbreiden.
19
Actieplan 9.2: Nieuwe medewerkers deskundig en op een warme manier onthalen en inscholen Actiepunten: 9.2.1. Behouden + verdere uitbouw peter- en meterschap. 9.2.2. Voortdurende vorming. 9.2.3. Ondersteuning door coaches on the field vanaf maart 2013. 9.2.4. Samenwerking met externe taal- en jobcoach via Wonen en Werken. 9.2.5. Smart-start.
Actieplan 9.3: Medewerkers laten groeien in hun deskundigheid en professionaliteit Actiepunten: 9.3.1. Permanente VTO: basisopleiding voor alle medewerkers en referentiepersonen. 9.3.2. Ondersteuning op de werkvloer door coaches on the field. 9.3.3. Verdere uitbouw inloopmomenten (individueel gesprek met leidinggevende). 9.3.4. Loopbaanbegeleiding via Vokans. 9.3.5. Opwaardering functie verzorgende door taakuitzuivering. 9.3.6. Uitbouw van combidossiers gezinszorg/aanvullende thuiszorg. 9.3.7. Onderzoeken hoe de werkdruk bij de maatschappelijk werkers kan gereduceerd worden door een andere werkorganisatie. 9.3.8. Streven naar administratieve vereenvoudiging door onderzoek van een forfaitaire vergoeding voor dienstverplaatsingen, en van de informatisering van de administratie van de basismedewerkers.
Actieplan 9.4: Zorg dragen voor onze medewerkers en hen zo goed mogelijk in zo goed mogelijke voorwaarden laten werken Actiepunt: 9.4.1. Preventief werken op vlak van fysieke gezondheid door:
20
o hen een goede werk/privé balans te bieden door flexibel te zijn qua jobtime; o een preventief ergonomisch beleid te blijven voeren; o te onderzoeken hoe we de persoonlijke coaching van basiswerkers ook op psychisch vlak kunnen verbeteren door bvb samenwerking arbeidspsychologe en centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG's); o een doorgedreven aanwezigheidsbeleid te blijven voeren en hiervoor ook het sociaal medisch team (SMT) als daadkrachtig overleg te houden; o deskundigheid op te doen inzake omgaan met arbeidshandicap; o een leeftijdsbewust personeelsbeleid ism P&O uit te bouwen.
Actieplan 9.5: De medewerkers ondersteunen in hun mobiliteit voor de uitvoering van hun job Actiepunten: 9.5.1. Realisatie mobiliteitsplan gezinszorg medio april 2013. 9.5.2. Opvolging pilootproject fietsen. 9.5.3. Realisatie fietsbeleid (met fietsschool, aankoop, ...). 9.5.4. Onderzoeken samenwerking Cambio. 9.5.5. Persoonlijk reisadvies. 9.5.6. Periodieke update mobiliteitsplan voor nieuwe medewerkers en gewijzigde woonplaats medewerkers.
Beleidsdoelstelling 10: Een transparant financieel beleid voeren voor onze cliënten en financiële toegankelijkheid tot zorg garanderen door inkomstenoptimalisatie. Actieplan 10.1: Een tijdige correcte facturatie naar onze cliënten blijven voeren Actieplan 10.2: Onze cliënten degelijk informeren inzake de nieuwe financiële ontwikkelingen in de Thuiszorg Actiepunt: 10.2.1. Bij invoering van nieuwe prijsberekening en maximumfactuur de cliënten informeren, de nieuwe werkwijze implementeren, en een beleid van tenlastenemingen uitwerken in samenwerking met de Sociale Dienst.
21
Actieplan 10.3: Een actief beleid voeren inzake het optimaliseren van de inkomsten van onze kwetsbare cliënten Actiepunten: 10.3.1. Een systematische screening van rechten van cliënten op tegemoetkomingen en premies in functie van het automatisch toekennen van een maximum aan sociale rechten. Aankaarten bij de hogere overheden om sociale tegemoetkomingen automatisch uit te keren. 10.3.2. Deskundigheid bij het team MW verhogen door een actualiseringsvorming te organiseren en intervisie op te starten.
jaarlijkse
10.3.3. Samen met energie- assistent onderzoeken hoe we de cliënten kunnen informeren en ondersteunen om af te nemen bij de goedkoopste energieleverancier.
Actieplan 10.4: Onderzoeken hoe we best systematisch voor de meest kwetsbare cliënten een bewindvoerder aanvragen Actiepunten: 10.4.1. Visie en beleid ontwikkelen met team maatschappelijk werkers. 10.4.2. Opleiding en ondersteuning uitwerken voor team maatschappelijk werkers inzake werken met bewindvoerder, aanvragen,…
Beleidsdoelstelling 11: Om de dienstverlenende departementen te ondersteunen in hun werking wil P&O door een efficiënte personeelsadministratie en een gedragen HR-beleid voorzien in voldoende en goed opgeleide medewerkers en bijdragen tot een aangenaam werkklimaat. Actieplan 11.1: Personeelsbeleid: uitgroeien tot een volwaardige HRpartner voor alle diensten van OCMW Leuven Actiepunten: 11.1.1. Het uitwerken van een eenduidige visie en roldefiniëring omtrent HR-beleid. 11.1.2. Streven naar een kostenbewuste personeelsplanning en -formatie. 22
en
proactieve
opvolging
van
11.1.3. Kwalitatieve medewerkers aantrekken via doelgerichte selectieprocedures met inzet van verschillende kanalen (sociale media, stages,…) waarbij gelijkheid van kansen centraal staat (binnen een breder employer branding verhaal), en waar mogelijk in samenwerking met de stad (gezamenlijke selectieprocedures, externe mobiliteit). 11.1.4. Via een leeftijdsbewust personeelsbeleid 50-plussers langer aan de slag houden met oog voor kennisoverdracht binnen de organisatie. 11.1.5. Gericht werken aan een diversiteit op de werkvloer die de maatschappij weerspiegelt. 11.1.6. De tewerkstelling van kansengroepen bevorderen via samenwerking met de sociale economie, actieve begeleiding en toepassing van tewerkstellingsmaatregelen.
Actieplan 11.2: Ontwikkeling: het ontplooiingskansen aan alle medewerkers
bieden
van
maximale
Actiepunten: 11.2.1. Het verder concretiseren van het competentiemanagement. 11.2.2. Het nauwer opvolgen van het evaluatiesysteem voor personeelsleden om competenties op organisatieniveau verder te verfijnen en bij te sturen. 11.2.3. Het vormingsbeleid verfijnen door informatisering en oog voor talent management. 11.2.4. Het onthaal- en inscholingsbeleid voor nieuwe medewerkers verder uitwerken.
Actieplan 11.3: Welzijn: het creëren van een omgeving voor medewerkers waarin welbevinden een positief effect heeft op kwalitatieve maatschappelijke dienstverlening Actiepunten: 11.3.1. Via interne communicatie en participatie de link met de werkvloer bewaken en verbeteren (vb. medewerkersbevraging, ideeënbox, intervisie, vraagmomenten P&O, welzijnsprojecten, …) 11.3.2. Het aanwezigheidsbeleid evalueren, verfijnen en bijsturen.
23
Actieplan 11.4: Personeelsadministratie: het registreren en uitwerken van een correcte personeelsadministratie als basis van een modern personeelsbeleid. Actiepunten: 11.4.1. Via HR-rapportering en doorgedreven automatisering en digitalisering efficiëntiewinst nastreven, met een positief effect op de klantgerichtheid en de werkingskosten. 11.4.2. Subsidiëringsmogelijkheden maximaal aanwenden.
Beleidsdoelstelling 12: Om de dienstverlenende departementen te ondersteunen in hun werking willen de Facilitaire Diensten door gerichte investeringen en efficiëntieverhoging zorgen voor een goede en duurzame werkomgeving voor medewerkers en een kwaliteitsvolle woonomgeving, conform de reglementering, voor bewoners. Actieplan 12.1: Financiering van duurzame investeringen in infrastructuur, bestemd voor kerntaken van het OCMW, door vervreemding van patrimonium zonder maatschappelijk doel, mits grondig onderzoek en via een overlegde en planmatige aanpak Actiepunten: 12.1.1. Verkoop van onroerende goederen zoals bestaande verkavelingen, nieuwe verkavelingen en landbouwgronden gelegen buiten Leuven. 12.1.2. Verhuur van woningen en verpachting en verhuur van gronden.
Actieplan 12.2: Optimaliseren van het patrimonium bestemd voor de kerntaken van het OCMW Actiepunten: 12.2.1. Instandhouding onroerende goederen door systematisch periodiek en preventief onderhoud, en door kleine en grote renovaties. 12.2.2. Vervangingsnieuwbouw Ed. Remy, herbestemming van bouwdelen. 24
afbraak
blok
A
Ed.
Remy
en
12.2.3. Aanpassingen om te voldoen aan de nieuwe normeringen in verband met brandveiligheid. 12.2.4. Structurele oplossingen zoeken voor o.a. noodopvang, voor winteropvang en voor de openbare computerruimte met het oog op een optimale dienstverlening.
Actieplan 12.3: Energiebesparende maatregelen in het kader van Leuven Klimaatneutraal. Beperken van directe en indirecte emissies Actiepunten: 12.3.1. Energie- audits uitvoeren investeringen doen.
van
gebouwen,
12.3.2. Vernieuwing van het wagenpark, energievriendelijke voertuigen.
en
systematische
energiebesparende
vervanging
door
12.3.3. Organiseren van een betere afvalverwerking, in overleg met de milieudienst. 12.3.4. Voorlopig moratorium op vervreemding van landbouwgrond op het grondgebied van Leuven in het kader van het strategisch voedselplan voor Leuven, dat zal ontwikkeld worden door de stad na advies van de voedselen landbouwraad. Het OCMW is een partner in het ontwikkelen en de uitvoering van de Leuvense voedselstrategie, waarbij er specifieke aandacht zal zijn voor de doelgroepen van het OCMW. 12.3.5. Inschakeling van energieassistent om cliënten van Sociale Dienst, Thuiszorg en LDC’s te informeren en te ondersteunen in rationeel energieverbruik en energiebesparende maatregelen.
Actieplan 12.4: Het verbeteren van de werkomgeving om de efficiëntie en het welzijn van de medewerkers te verhogen Actiepunten: 12.4.1. Meedenken en -werken aan creatieve en innovatieve oplossingen om de werkomgeving van de medewerkers zo optimaal mogelijk te maken. 12.4.2. Bij interne verschuivingen de organisatie van de werkruimtes herbekijken en optimaliseren.
Actieplan 12.5: Interne werking verder optimaliseren en automatiseren Actiepunten: 25
12.5.1. Verdere informatisering en digitalisering: implementatie facility management software, documentbeheersysteem , managementinformatiesysteem, digitale communicatie, automatisering archief, planningsmodules, … 12.5.2. Efficiëntieverhoging, taakuitzuivering en verdere integratie van de hoteldiensten in de instellingen: overdracht van logistieke taken van verpleging en verzorging naar onderhoud, samenwerking met thuisdiensten in functie van optimale personeelsinzet. 12.5.3. Samenwerkingsmogelijkheden met de stad onderzoeken: gezamenlijke aankopen, archief,…
Beleidsdoelstelling 13: Het voeren, op een maximaal efficiënte manier, van een klantgericht modern financieel beleid. Actieplan 13.1: Het invoeren van de beleids- en beheerscyclus vanaf 2014, met voorbereiding in 2013. Dit impliceert het invoeren van nieuwe software (o.a. boekhoudpakket), het volgen van opleidingen, het indelen van de nieuwe rekeningnummers in samenwerking met de stad, het ondersteunen en begeleiden van de diverse OCMW diensten, het kritisch analyseren van de bestaande databank,… Actieplan 13.2: Het verder automatiseren en implementeren van de invorderingsprocedure. Deze automatisering maakt bovendien een betere rapportage mogelijk. De burger zal via een “Mijn Dossier”-knop toegang hebben tot de gegevens in zijn dossier en in communicatie kunnen treden met zijn dossierbeheerder Actieplan 13.3: Maximale digitalisering van de Financiële Dienst, via implementatie van specifieke software enerzijds en het bieden van de mogelijkheid aan de leveranciers tot het sturen van digitale facturen Actieplan 13.4: Door de digitalisering kan het validatieproces in de boekhouding versneld worden, waardoor er sneller kan betaald worden aan de leveranciers, conform de terzake geldende Europese richtlijn
26
Actieplan 13.5: Zoeken naar aangepaste financieringsvormen, in samenwerking met de centrumsteden enerzijds en met de stad anderzijds. Bovendien wordt de evolutie van de markt terzake opgevolgd en gezocht naar nieuwe opportuniteiten Actieplan 13.6: Actualiseren van de inventaris van het OCMW, onder impuls van de Beleids- en beheerscyclus (BBC). Deze inventaris moet worden opgesplitst tussen beheersmatig en bedrijfmatig goed. Ook de waarde van de goederen moet opnieuw worden bekeken aan de hand van de nieuwe waarderingsregels
Beleidsdoelstelling 14: Het verder doorvoeren van het ondersteunen en controleren van de werking van het OCMW Actieplan 14.1: In samenspraak met de secretaris, adjunct-secretaris en directiecomité, het invoeren van een managementinformatiesysteem (MIS) dat de nodige gegevens van alle diensten snel toegankelijk maakt
27