België - Belgique P.B. Leuven 1 2
1054
AFGIFTE LEUVEN 1
JAARGANG 13, NR. 1 - 30 OKTOBER 2003 VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS
WIJ ZIJN DECAAN! Tijdens de opening van het nieuwe academiejaar op maandag 29 september 2003 werd ook het nieuwe College van decanen geïnstalleerd. V.l.n.r. Stijn Dhert, Sabine Vercruysse, Luc Geurts, Johan Heyvaert en Piet Delcourt runnen samen de Technologische Hogeschool en de Pedagogische Hogeschool van GROEP T.
GROEP T TREEDT TOE TOT ASSOCIATIE K.U. LEUVEN
In Leuven, met Leuven… D
e opening van het nieuwe academiejaar sluit niet alleen een periode af maar luidt ook een nieuw tijdperk in. Na twee jaar intensieve dialoog met de K.U. Leuven, maar ook met de stad en de provincie Vlaams-Brabant, zijn de universiteit en GROEP T geëvolueerd van natuurlijke tot culturele partners en treedt GROEP T ongebonden verbonden toe tot de Associatie K.U. Leuven”, aldus Algemeen Directeur Johan De Graeve in zijn openingstoespraak op 29 september 2003. De Algemeen Directeur verwelkomde eerst de gasten: Vlaams minister Patricia Ceysens, burgemeester Louis Tobback,
rector André Oosterlinck en Cyrille Van Mellaert, ere-gedeputeerde van de provincie Vlaams-Brabant. Hij bedankte de minister dat zij –als jongste excellentie in de Vlaamse regering– GROEP T’s jonge decanen een voorbeeld noemde van de vernieuwing en de verjonging van politiek en bedrijfsleven in Vlaanderen. Hij dankte Louis Tobback en Cyrille Van Mellaert voor hun wijze en niet zelden ontnuchterende raad en de rector voor de constructieve dialoog die ertoe geleid heeft dat GROEP T ongebonden verbonden tot de Associatie K.U. Leuven toetreedt. “Dit feit samen met onze aanwezigheid in het hart van de stad bewijst onze verbondenheid met Leuven. Maar ook hier zijn wij ongebonden omdat deze stad evengoed onze
springplank is naar het buitenland. De meer dan 120 Aziatische studenten vormen het levende bewijs dat onze hogeschool midden in de wereld staat.”
Belevenissen “GROEP T’s missie is ‘educing essence by experiencing existence’. Of: je eigenheid tot uiting laten komen door het beleven van het bestaan. ‘Experiencing’ is dus veel meer dan ‘ervaring’
Vervolg op pagina 2
foto F. Van Loock
BELEID 2
André Oosterlinck, rector van de K.U. Leuven en Johan De Graeve, Algemeen Directeur van GROEP T, bij de opening van het academiejaar. Na twee jaar intensieve dialoog zijn de Leuvense universiteit en de Leuvense hogeschool geëvolueerd van natuurlijke tot culturele partners en treedt GROEP T ongebonden verbonden toe tot de Associatie K.U. Leuven.
Vervolg van pagina 1 en de ‘experiencing economy’ is ook heel wat anders dan de veelbesproken kenniseconomie. Bij ‘experiencing’ gaat het om belevenissen die je op een of andere manier raken of bijblijven. Wij creëren een omgeving van belevenissen die je in staat stellen het beste uit jezelf te halen. In het Engels bestaat daar een mooi woord voor: ‘educing’. Het deelt de stam met ‘educating’ – bij de hand nemen, begeleiden – maar het is zachter, spontaner, natuurlijker. Voor ‘educing’ bestaat geen Nederlands equivalent, dus is het ogenblik gekomen om het woord ‘educeren’ te lanceren. Onze missie bestaat er dus in ieders eigenheid te ‘educeren’.” “Vanuit deze missie ondernemen wij onderwijs, onderzoek en dienstverlening in Engineering, Educating en Enterprising. Dit zijn de 3 E’s. Onze activiteiten zijn er meer in het bijzonder op gericht om deze 3 E’s in hun samengaan te laten beleven in resonantie en synchroniciteit met de voortdurend evoluerende omgeving. Onze vaste overtuiging is dat een ingenieur een beter ingenieur is als hij over de kwaliteiten van een ondernemer en een educator beschikt. En een leraar een betere educator is als hij ondernemend en ingenieus kan zijn. En een ondernemer beter zal ondernemen als hij engineering- en educating-capaciteiten heeft verworven. Kortom, of we nu spreken van een ingenieur, een leraar of een ondernemer, ieder van
hen kan pas ten volle zijn persoonlijkheid en professionaliteit educeren als hij Engineering-, Educatingen Enterprising-kwaliteiten in zich verenigt.”
Vrij en verantwoordelijk “De 3 E-filosofie ligt aan de basis van een heel veranderingsproces”, aldus Johan De Graeve. “De ‘paradox of leading change’ bestaat erin dat je als leider weliswaar jezelf moet veranderen maar zelf zo weinig mogelijk aan het onderwijsproces deelneemt. Als rector Oosterlinck de academische vrijheid opvat als de vrijheid om kwaliteit af te leveren, dan verstaan wij onder academische vrijheid in eerste instantie autonomie. De vrijheid om verantwoordelijkheid te nemen. Niet ‘accountability’ maar wel volle ‘responsability’. Het college van decanen dat we vandaag installeren is autonoom en vrij om het veranderingsproces vorm en inhoud te geven.” Essentieel in de 3 E-filosofie is tenslotte het sensibiliseren voor visie. “Een eigen wereldvisie ontwikkelen kun je pas te midden van een pluraliteit van wereldvisies. Welnu, wij werken in zo’n pluraliteit en erkennen daarbij ten volle de christelijkhumane missie van de K.U. Leuven en de Associatie en beklemtonen het belang van dialoog met een pluraliteit van wereldvisies.”
Autonoom en authentiek GROEP T is volgens de Algemeen Directeur overigens niet alleen een verhaal van E’s maar ook van A’s. “De eerste A staat voor ‘Anticiperen’. Met de 3 E’s willen we precies anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Als je bijvoorbeeld ziet dat het aantal vrouwelijke ingenieursstudenten elk jaar verder afneemt, is het dan niet hoog tijd dat er iets aan de opleiding verandert? Welnu, door meer enterprising- en educating-bekwaamheden in het curriculum te brengen, zullen we niet alleen een nieuw type ingenieur vormen maar eveneens opnieuw meer meisjes aantrekken.” “De tweede A is ‘alliantiegericht’. De toetreding tot de Associatie K.U. Leuven is daar een mooi voorbeeld van maar ook internationaal zullen we verder allianties blijven aangaan. Over de A van ‘autonomie’ hadden we het al. Blijft nog de A van ‘authentiek’. Je kunt pas echt autonoom zijn als je authentiek bent en dat ook kunt blijven. Voor GROEP T betekent dit dat we ongebonden verbonden onze essentie kunnen educeren met de K.U. Leuven, in deze stad en deze provincie, in en met de wereld.” Y.P.
De Missie van GROEP T GROEP T onderneemt onderwijs, onderzoek en dienstverlening in engineering, educating, enterprising. De missie van GROEP T is Educing Essence by Experiencing Existence – het zijn (essence) tot uiting laten komen (educing) door het beleven (experiencing) van het bestaan (existence). GROEP T onderneemt daartoe onderwijs, onderzoek en dienstverlening, dat engineering, educating, enterprising in hun samengaan (ensembling) laat beleven, doorheen grenzen van tijd en ruimte, in resonantie en synchroniciteit met de elementen en evenementen (ensembling) in de evoluerende omgeving (evolving environment).
INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
Sensibiliseren voor visie is hierbij essentieel. Een eigen wereldvisie ontwikkelen wordt verwezenlijkt in een pluraliteit van wereldvisies. GROEP T erkent de open christelijk-humane missie van de VZW Associatie K.U. Leuven en beklemtoont hierbij het belang van de dialoog met een pluraliteit van wereldvisies. In het kader van haar missie onderneemt GROEP T onderwijs, onderzoek en dienstverlening op het gebied van engineering, evenwel samen met een voortdurend sensibiliseren voor enterprising en educating. Inzake engineering stelt GROEP T technologie initiaal, steeds in samenspel met management en communicatie. Technologie wordt hierbij beleefd als
brug tussen natuur en cultuur, en tussen existentie en essentie. Enterprising staat voor visie, missie en sense of mission, waarbij missie gekenmerkt wordt door zijn vier essentiële elementen: purpose, strategy, value en behavior. Educating staat voor de vier pijlers van het rapport van de Commissie Delors voor UNESCO: learning to know, learning to do, learning to live together en learning to be. In een evolving economy vraagt dit naar de ontwikkeling van een eigen wereldvisie, in een voortdurend samenspel tussen studenten, docenten en partners in binnen- en buitenland.
OPENING ACADEMIEJAAR
Vlaanderen op de catwalk “Naast lastenverlaging en investeringen in bereikbaarheid moet Vlaanderen werken aan een derde spoor: dat van de creativiteit en de innovatiekracht van onze mensen en ondernemingen”, lezen we in de Septemberverklaring van de Vlaamse regering. Tijdens de opening van het academiejaar bij GROEP T lanceerde Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Buitenlands beleid en e-Government de idee van ‘Flanders DC: District of Creativity’. Een oproep om de krachten te bundelen en Vlaanderen beter te positioneren in de wereld.
Z
ander cruciaal punt is de verbetering van het ondernemersklimaat en het stimuleren van het ondernemerschap. Zo hebben op 100 volwassenen tussen 18 en 64 jaar de jongste drieënhalf jaar slechts 4,1% een vandaag nog bestaande onderneming opgestart. In 16 Europese landen is dat gemiddeld 8 op 100, in de VS en Canada zelfs 11,3%.”
“
Als we niet de goedkoopste zijn moeten we de creatiefste zijn
Verhalen vertellen
’’
De tweede C van de minister heeft alles te maken met de globalisering van de wereld. “De impact ervan zie je dagelijks in de media, op je PC, in het straatbeeld, de cultuur, het voedsel, het consumptiepatroon. Die globalisering zorgt niet alleen voor nieuwe sociale en economische uitdagingen, ze maakt ook dat we anders naar de wereld gaan kijken en onze plaats erin. In België is Vlaanderen een heuse deelstaat, maar in Europa zijn we nog slechts een middelgrote regio en op wereldniveau een gewone stad. Er zijn vandaag al 43 steden in de wereld die meer inwoners tellen dan Vlaanderen. Die toenemende globalisering vraagt om een grote connectiviteit. Dit betekent niet alleen investeren in bereikbaarheid en mobiliteit, maar ook in e-werken, e-leren, e-government. Het verbeteren van de contacten tussen overheid en burger, tussen overheid en bedrijfsleven, tussen Vlaanderen en de wereld.” De troef bij uitstek is evenwel de 3de C, die van creativiteit. Daar is de minister formeel: “De 21ste eeuw behoort tot die regio’s, landen of steden die het best
creativiteit kunnen mobiliseren. Dit wordt de kapitaalsfactor die nieuwe welvaart creëert. Creativiteit in de meest brede betekenis: van ingenieurs en designers, van nieuwe productieprocessen, nieuwe technologieën, nieuwe media, nieuwe vormen van leren, van kunst en cultuur, sport, ontspanning en zorg. Als we niet de goedkoopste zijn moeten we de creatiefste zijn. Onze producten moeten verhalen vertellen. Als je bij IKEA een gietertje van 1 euro koopt, welnu dan koop je een verhaal. Een verhaal dat je geeft om meer groen in de stad, dat je houdt van kleur, leuke design enz. Zo zijn er tal van voorbeelden, ook in de klassieke industriële sector. Neem bijvoorbeeld Picanol, de bouwer van weefgetouwen. Het bedrijf gaat jaarlijks naar de textielbeurs in Birmingham. Voor het eerst nemen ze geen machines mee maar een catwalk!”
Flanders DC Het verhaal van de 3 C’s in het algemeen en creativiteit in het bijzonder kun je volgens de minister niet los zien van de 3 T’s die Richard Florida beschrijft in zijn boek “The rise of he Creative Class”. Het zijn de T’s van: Technologie, Talent en Tolerantie. Van elk van de T’s wil de Vlaamse regering werk maken. Met het Innovatiepact bijvoorbeeld voor wat de technologie betreft, met nieuwe initiatieven op het gebied van vorming en opleiding om volop te investeren in talent, met maatregelen om een groter klimaat van verdraagzaamheid en openheid te creëren wat dan weer een voedingsbodem is voor creativiteit en innovatie. Waar het volgens minister Ceysens uiteindelijk op aankomt, is om de krachten te bundelen en alle troeven te mobiliseren. “De 3 C’s van competitiviteit, connectiviteit en creativiteit moeten Vlaanderen meer zuurstof geven om zijn positie in de wereld te versterken. Pas dan worden we een echt Flanders DC: een District of Creativity in een geglobaliseerde wereld”. Y.P.
Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Buitenlands beleid en e-Government: “Als we niet de goedkoopste zijn, moeten we de creatiefste zijn. Onze producten moeten verhalen vertellen”. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
OPENING
oals GROEP T zijn activiteiten onderneemt vanuit de 3 E’s van Engineering, Educating en Enterprising definieert Patricia Ceysens haar beleid in termen van 3 C’s: competitiviteit, connectiviteit en creativiteit, die zij situeert als hoekstenen van vernieuwing. Competitiviteit klinkt volgens de minister misschien wat defensief, toch blijft het een essentiële voorwaarde voor economische activiteit en welvaart. “Onze concurrenten wonen vandaag in alle uithoeken van de wereld. Hun loonkosten zijn vaak maar een fractie van de onze. Terwijl ze vroeger alleen maar grondstoffen leverden, brengen ze nu hoe langer hoe meer hoogtechnologische producten en volwaardige diensten op de markt. Het is geen toeval dat een internationale studie onlangs nog China aanwees als het meest aantrekkelijke land om te investeren. Hoe je het ook draait of keert, je kunt er niet omheen dat het centrum van de wereld zich verplaatst van de Atlantische naar de Stille Oceaan. Maar ook in ons continent verschuift het accent. Met de uitbreiding van de EU naar het oosten ligt Vlaanderen niet meer in het hart maar aan de rand van Europa”. Toch betekent dit volgens minister Ceysens niet dat we deze evolutie lijdzaam moeten ondergaan. “Naast het aantrekken van meer risicokapitaal moeten we onze export bevorderen en meer buitenlandse investeerders aantrekken. Daarom gaan we bijvoorbeeld de diensten van buitenlandse handel en buitenlandse investeringen integreren in Flanders Investment and Trade, afgekort FIT. Dit maakt ons slagkrachtiger. Bovendien zal het FIT nauw samenwerken met de private sector zodat het een beroep kan doen op de expertise en de netwerken van diegenen die de buitenlandse markten en investeringsbehoeften goed kennen.” Andere noodzakelijke maatregelen houden verband met lastenvermindering. Op dit punt kunnen we volgens de minister duidelijk niet concurreren met de Aziatische groeipolen of de Oost-Europese nieuwkomers en andere lage loonlanden. “Wist je dat een Chinese ingenieur gemiddeld amper één vijfde kost van zijn Vlaamse collega die hetzelfde werk doet? Een
3
OPENING
Stijn Dhert, decaan van de Pedagogische Hogeschool: “Een nog meer competentiegerichte en –gestuurde opleiding, daar willen we naartoe”.
4
OPENING ACADEMIEJAAR
Voor studenten, met studenten… Dit academiejaar wordt een sleuteljaar, waarin we keihard zullen nadenken over en werken aan onze toekomst. In het kijken naar de toekomst en in het werken aan wegen naar morgen staan onze studenten centraal. Immers, hoewel er inderdaad nieuwe stakeholders zijn verschenen in het hoger onderwijs en hoewel het Vlaamse hoger onderwijslandschap momenteel belangrijke veranderingen ondergaat, is het in de eerste plaats aan de studenten dat wij verantwoording moeten afleggen en het zijn in de eerste plaats de studenten die ons zullen beoordelen, en niet zozeer op onze inspanningen maar wel op de resultaten ervan. En dat is niets meer dan hun goed recht, docenten doen immers hetzelfde met studenten…
I
k zou mijn betoog graag even toespitsten op de lerarenopleiding, om aan te geven waar we naartoe willen gaan. Om daarna – in een soort synthese – een parallel te trekken tussen de onderwijsgevende en de ingenieur. Onze taak bestaat erin onze studenten te begeleiden tot startbekwame leraren. Om die taak tot een goed einde te brengen is het van primordiaal belang om een goed beeld te hebben van de competenties waarover een leraar moet beschikken. En al even belangrijk is het om niet alleen te kijken naar de competenties van nu, maar ook te anticiperen op de bekwaamheden van morgen. Het grootste gevaar van competentiegerichtheid is immers te verstarren in het hier en nu. ‘Hier en nu’ en ‘morgen’ hebben alvast één ding met elkaar gemeen: ze vinden plaats in een complex en voortdurend veranderend maatschappelijk kader. De uitbouw van de kennismaatschappij heeft een wat contradictorisch gevolg voor de individuen in deze maatschappij: kennis (of beter gezegd: ‘het veel weten’) is niet langer dé determinerende factor voor maatschappelijk en professioneel succes. Meer en meer wordt de nadruk gelegd op vaardigheden en attitudes, zoals flexibiliteit, verantwoordelijkheid, zin voor initiatief, bereidheid bij te scholen, kunnen werken in een team, internationale georiënteerdheid, enzovoort. Niet alleen kennis, niet alleen veel weten, maar ook doen. En door het doen beleven, en doorheen het beleven, het zijn en het samenzijn.
Docent wordt coach Voor onderwijsgevenden is dat niet anders. Integendeel, niet alleen moeten ze over de nodige basiskennis, vaardigheden en attitudes beschikken, ze moeten daarenboven krachtige onderwijsleeromgevingen ontwikkelen en leerprocessen op gang zetten en begeleiden, die ervoor zorgen dat de lerenden die hun zijn toeverINTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
trouwd eveneens uitgroeien tot beroepsbekwame professionals. Het klassieke kennisoverdrachtsmodel volstaat daarvoor niet langer. De docent wordt een coach, die de student leert leren en de student op die wijze helpt veranderingsbekwaam te worden. Onze Pedagogische Hogeschool is al een tijdje heel erg goed op weg om van docenten echte coaches te maken en haar studenten meer verantwoordelijkheid te geven voor het leerproces dat ze moeten doorlopen. Op deze weg willen we verder blijven gaan. Een nog meer competentiegerichte en -gestuurde opleiding, daar willen we naartoe: een gemodulariseerde lerarenopleiding, met goed uitgebouwde projecten, met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitudes, met een stevige en persoonlijke studentenbegeleiding en met de nadruk op het ontwikkelen van een goede visie op zichzelf als onderwijsgevende en op het onderwijs in het algemeen.
“
Een goede leraar moet beschikken over ‘engineering-’ en ‘enterprising-’ bekwaamheden
’’
Deze ideeën in de praktijk zetten, is de uitdaging die we dit en de volgende jaren zullen aangaan. En dit academiejaar is een sleuteljaar omdat we dit jaar de deur naar een volledig vernieuwd curriculum zullen openen. Er zullen denktanks worden opgericht om elk van onze lerarenopleidingen te bekijken doorheen de bril van het competentiegerichte leren.
Het 3 E-kader van Engineering, Educating, Enterprising kan ons helpen om beter zicht te krijgen op deze competenties en onze lerarenopleiding vorm te geven. Ik vat dit kader kort even samen in eigen bewoordingen en met de competente leraar in de hoofdrol. Een goede leraar moet beschikken over ‘educating’-bekwaamheden, omdat hij jongeren moet kunnen coachen en begeleiden, omdat hij een opvoeder is, omdat hij pedagoog en didacticus is, omdat hij jongeren introduceert in weten, doen, samenleven en zijn. Een goede leraar moet beschikken over ‘engineering’-bekwaamheden, omdat hij krachtige onderwijsleeromgevingen moet kunnen organiseren, waarbinnen lerenden op actieve en constructieve wijze kennis, vaardigheden en attitudes kunnen verwerven. Creativiteit en vindingrijkheid zijn onontbeerlijk. Een goede leraar moet beschikken over ‘enterprising’-bekwaamheden, omdat hij een manager is, die voortdurend bij de zaak moet zijn om de onvoorspelbaarheid en multidimensionaliteit van de dagelijkse klasrealiteit in goede banen te leiden, die verantwoordelijkheden neemt en kan delegeren. Maar ook omdat hij iemand is met een visie: over onderwijzen, over leren, over leven.
Idem voor de ingenieurs En dan wil ik graag terugkomen op mijn eerdere belofte om ook de ingenieurs bij het verhaal te betrekken. En dat kan in één klein zinnetje: “Ingenieurs, voor u geldt hetzelfde.” (maar dan een klein beetje anders). Ik besluit met een uitnodiging aan docenten en aan studenten, om met ons samen mee na te denken over en samen mee te werken aan de toekomst. Van deze hogeschool in het algemeen, van haar lerarenopleiding in het bijzonder. Stijn Dhert - Decaan Pedagogische Hogeschool
OPENING ACADEMIEJAAR
Ingenieurs zonder grenzen Een ingenieur die van verschillende technologiedomeinen heeft geproefd, ook dat van de levende materie. Een ingenieur, die zijn competentie en creativiteit inzet om de technologische uitdagingen van vandaag en morgen aan te gaan. Een ingenieur met ondernemingszin en leiderscapaciteiten, die weet hoe hij zijn creatie op de markt kan brengen. Een ingenieur die zijn kennis zelfstandig kan uitbreiden en overbrengen op anderen. Een ingenieur die weet wat de impact is van zijn handelen op mens en natuur. Dat is de ingenieur die wij willen vormen.
Z
oals het verleden al voldoende heeft bewezen, vraagt en apprecieert de arbeidsmarkt onze ingenieurs. Daarmee willen we niet zeggen dat onze ingenieurs ‘beter’ zijn, wel ‘anders’. GROEP T was anders, is anders, en zal anders blijven, en daar zijn we de mensen die daarvoor gezorgd hebben zeer dankbaar voor. Ik wil meer in het bijzonder uitweiden over één van de grote uitdagingen waar we voor staan. De internationalisering. Een trendy woord uit de actualiteit is ‘globalisering’: de wereld wordt één markt. Het is dus voor elke speler, ook de toekomstige ingenieur, belangrijk om te weten hoe andere culturen verschillen van de onze. We willen dan ook onze studenten de kans bieden leren om te gaan met diversiteit, om te beginnen met ‘vreemde’ studenten.
Bij deze roepen we al onze docenten op om de internationalisering blijven waar te maken. Het is fijn om te zien met welk enthousiasme vele docenten zich storten op de buitenlandse studenten. De studenten roepen we op om in te gaan op de kansen die wij bieden om samen te werken met de studenten
“
We willen onze studenten de kans bieden leren om te gaan met diversiteit
Buitenlanders naar hier
Inspraak in de verandering
’’
uit andere landen en culturen, via laboratoria, projecten of zelfs de ondernemingsprojecten in het laatste jaar. We roepen de Studentenraad en Industria op om initiatieven te nemen die de ‘buitenlandse’ studenten helpen zich hier thuis te voelen, en net als de Vlaamse studenten, te genieten van het studentenleven. We zullen dergelijke initiatieven zeker steunen. En tenslotte roepen we de politieke wereld op om iets minder krampachtig te reageren als het gaat om de onderwijstaal. Blijkbaar heeft de hogeschool bij het vormgeven van het laatste onderwijsdecreet minder uit de brand kunnen slepen dan de universiteit. Dat is jammer, zeker gezien de inspanningen die hier geleverd worden.
Wij naar het buitenland In navolging van de Pedagogische Hogeschool, willen we ook meer en meer onze studenten naar het buitenland sturen. Er bestaan al programma’s als Erasmus en Socrates die dit mogelijk maken, maar we willen ver-
Tot slot nog even iets over de aanpak van de vernieuwing. Voor wie doen we dat eigenlijk? Voor onze klanten, de studenten. En hoe krijg je tevreden klanten? Door te weten wat ze willen. En hoe weet je wat ze willen? Door ze te betrekken bij de veranderingsprocessen, door ze inspraak te geven. Hoe zal dat gebeuren? Via de Bachelor/Masterwerkgroep in de Technologische Hogeschool en het Innovatieplatform in de Pedagogische Hogeschool, die verantwoordelijk zijn voor de uitbouw van het nieuwe curriculum, en waarin enkele studenten zetelen. Via de Departementale Raad, waar de studentenvertegenwoordigers mee het beleid van de hogeschool bepalen. Via de kantoren van de decanen op Campus Vesalius en Campus Comenius waarvan de deuren open zullen staan. En – last but not least – via de regelmatige lunchvergaderingen van de decanen met de presessen en de voorzitters van de studentenraad. We roepen de studenten op om gebruik te maken van deze inspraakinstrumenten. Blijf geëngageerd om samen met ons aan jullie toekomst en die van de studenten die na jullie komen te bouwen. Luc Geurts - Decaan Technologische Hogeschool
Luc Geurts, decaan van de Technologische Hogeschool: “De internationalisering is een van de grote uitdagingen waar we voor staan. Wij willen de studenten alvast kansen bieden om samen te werken met studenten uit andere landen en culturen”. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
OPENING
Met verschillende universiteiten uit China heeft GROEP T de voorbije jaren samenwerkingsverbanden gesloten. Vandaag volgen al meer dan honderd Chinese studenten onze ingenieursopleiding. Tot vorig jaar in de studierichting Elektronica-ICT, vanaf dit jaar ook in de richtingen Elektronica-Ontwerptechnieken en Biochemie. We verwelkomen dit academiejaar in onze laatste eerste ‘kan’ eveneens 4 buitenlandse studenten uit 4 continenten: een Portugees, een Nigeriaan, een Mexicaanse en een Indiër. Vandaag krijgt dan ook onze studentendecaan de opdracht uit het Australische binnenland een aboriginal te plukken. Om volledig te zijn: hier lopen ook nog enkele Nepalezen en minstens één Franstalige Brusselse rond. En dan is er ook nog de “Master-na-Master” opleiding: Master in e-Media Engineering waar ongeveer de helft van de studenten uit het buitenland komt. En als we er het ‘Advanced Certificate in Enterprising’ bijtellen, komen we aan 200 buitenlandse studenten, de overgrote meerderheid uit Azië.
der gaan, vanaf de Masterjaren. De Vlaamse overheid weigert echter nog steeds in te gaan op de vraag om 2-jarige Masterprogramma’s mogelijk te maken. Ook dat is jammer, zeker nu zelfs onze Waalse collega’s wel die stap gezet hebben. Op dit moment is in heel Europa het Nederlandse taalgebied het enige waar men nog niet wil spreken van studieduurverlenging. Toch gaan we het mogelijk maken dat onze Masterstudenten hun 1-jarig programma deeltijds kunnen afleggen, en hun kansen bieden om hun studie te combineren met langdurige ervaringen in ondernemingen en onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland.
5
OPENING ACADEMIEJAAR
Vandaag goed, morgen (nog) beter We staan voor een periode van veranderingen, vernieuwingen en uitdagingen. Dat is inmiddels genoegzaam bekend. Betekent dit dat wat we vandaag doen slecht is? Natuurlijk niet. Nú al leiden we goede ingenieurs en goede leraren op. Maar, we willen het in de toekomst nóg beter doen. De ingenieur en de leraar, die we vandaag vormen, moet niet alleen de ingenieur of de leraar zijn die klaar is voor morgen. We willen dat hij of zij ook overmorgen nog een goeie ingenieur of leraar zal zijn, ook al weten we nu niet hoe de wereld er dan zal uitzien.
In 1981 beweerde Bill Gates: “640 K ought to be enough for anybody!” 640 kilobyte genoeg voor om het even wie! Ondertussen werken we wel met geheugens die tot duizend keer groter zijn! Internet is niet meer weg te denken. Ook niet uit de onderwijswereld. Secundaire en lagere scholen hebben speciaal inge-
richte computerklassen en ook in de kleuterklassen vind je pc’s. Professor Hartley citeerde in het begin van de jaren 90: “A 32 year old electronic engineer is practising in a world where 80% of the knowledge he is using has been discovered since he graduated”. Het feit dat 80%
van de kennis die we vandaag gebruiken, gegenereerd is in de laatste 10 jaar, is zeker niet alleen waar voor de wereld van de informatica. Denken we maar aan de biowetenschappen. Op 10 jaar tijd werd het menselijk genoom volledig in kaart gebracht. Genetische modificatie. Toen ik student was stond dit begrip niet in mijn cursus– en zó oud ben ik nu ook nog niet!
Krachten bundelen
OPENING
Snelle en onvoorspelbare evoluties, je vindt ze in diverse domeinen. En dan heb ik het nog niet gehad over alle disciplines die betrokken zijn bij het duurzaam ondernemen. Tegen dergelijke achtergrond zal de nieuwe GROEP Tingenieur/de nieuwe GROEP T-leraar – nog meer dan vroeger – ondernemend genoeg moeten zijn om te innoveren, om problemen te identificeren en op te lossen, om te anticiperen en om levenslang te leren. Zowel de Pedagogische als de Technologische Hogeschool staan dus voor tal van vernieuwingen en uitdagingen. En op vele vlakken staan beide departementen voor dezelfde opgave. Daarom willen we voor tal van thema’s onze krachten bundelen en als groep – het college van decanen – die uitdagingen en vernieuwingen aanpakken. In de korte tijd waarin we aan de slag zijn, hebben we mogen ervaren dat de docenten en studenten enthousiast willen meetimmeren aan de weg. In de Pedagogische Hogeschool zijn de meesten al actief betrokken bij de vernieuwing; in de Technologische Hogeschool vinden we hetzelfde enthousiasme terug in de werkgroepen die tot nu toe opgericht zijn. In het kader van de academisering van onze bacheloren masteropleidingen zullen we de contacten met de universiteit uitbouwen tot hechte samenwerkingsverbanden. Vanzelfsprekend verliezen we onze goede relaties met de ondernemingen zeker niet uit het oog. We nodigen dan ook iedereen uit om samen het verwachtingspatroon voor onze nieuwe ingenieurs en leraars ook aan onszelf op te leggen: laten we dus ook zelf innoveren, problemen identificeren en oplossen, anticiperen en levenslang leren.
6
Sabine Vercruysse - Decaan Technologische Hogeschool Sabine Vercruysse, decaan van de Technologische Hogeschool: “De nieuwe GROEP T-ingenieur en de nieuwe GROEP T-leraar zullen nog meer dan vroeger ondernemend moeten zijn om te kunnen innoveren”.
Vijf teams op Chambers Trophy 2003 Op zaterdag 20 september 2003 streden negentig teams voor de fel begeerde Chambers Trophy, een prijs die tweejaarlijks aan het sportiefste bedrijfsteam wordt uitgereikt door de Kamers voor Handel en Nijverheid van Vlaams-Brabant. Ook vijf teams van GROEP T verschenen aan de start. Twee ervan eindigden op het podium. “Plaats van actie was het Domein Ter Heide in Rotselaar,” vertelt Luc Geurts, één van de vijf teamcoaches. “Het was snikheet die dag, maar de ambiance leed daar zeker niet onder. We gingen om te winnen en onze vijf teams hebben samengewerkt om zoveel mogelijk podiumplaatsen te veroveren.” Elk team moest twee sportieve circuits afleggen: een eventparcours en een raidparcours. Het eventparcours bestond uit een reeks spectaculaire proeven, zoals de proef met de MiniCooper, vertelt coach Patrick Daman. Het team dat zo snel mogelijk een parcours kon afleggen met achter het stuur van de MiniCooper een geblinddoekt teamlid, ernaast zijn of haar copiloot en achter hen twee teamleden die de auto voortduwden, behaalde de overwinning. “Met die opdracht is het team van coach Dirk Fabré trouwens in de prijzen gevallen,” vervolgt hij. “Zij ontvingen de pechprijs, want de voet van Christel Willemaerts, assistente van de Technologische Hogeschool, belandde onder een wiel van de auto. Gelukkig zonder erg en coach Dirk kon haar bij de daaropvolgende proeven vervangen.” Luc Geurts voegt eraan toe dat Johan Mannaerts met zijn team de prijs van het Eventparcours won. Zij behaalden 870 van de maximale 900 punten. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
De studentenvertegenwoordigers Kristof Van Kriekingen, Floris Hombroux en Christophe Roeygens vragen meer aandacht voor studenteninspraak en de sociale voorzieningen in Leuven.
Studenten bezorgd over inspraak en voorzieningen De studentenraad van GROEP T heeft niet gewacht op de toetreding van de hogeschool tot de Associatie K.U.Leuven om lid te worden van de overkoepelende Studentenraad van de Leuvense Associatie, kortweg StAL. Als medestichters van StAL maken de studentenvertegenwoordigers zich zorgen om de inspraak in de associatie en de toekomst van de sociale voorzieningen in Leuven. Die bezorgdheid uitten Kristof Van Kriekingen, Floris Hombroux en Christophe Roeygens tijdens de opening van het nieuwe academiejaar.
D
e 3 E’s van Engineering, Educating en Enterprising zijn prachtig, maar het zijn slechts 3 van de 5 Olympische ringen die ons naar de top brengen”, zei Kristof Van Kriekingen, uittredend voorzitter van de studentenraad van de Technologische Hogeschool. “In de grote associatie rond de K.U. Leuven missen we voorlopig nog de ring van het sociale en die van de studentenparticipatie. Als ingenieurs weten we dat de ene ring niet zonder de andere kan en een ketting maar zo sterk is als haar zwakste schakel. Daarom hebben wij onze kleurpotloden meegebracht om de twee zwakkere ringen in te kleuren.” “Laten we de eerste ring rood kleuren”, stelde Kristof voor. “Want de sociale sector lijdt aan bloedarmoede. De Alma, de huisvesting, onderbemande diensten, … het zijn maar een paar voorbeelden. De sociale voorzieningen voor studenten zijn altijd het paradepaardje van deze universiteitsstad geweest. Als blijkt dat dit paardje de Olympische hindernissen niet genomen krijgt, zitten we met een serieus probleem. We vragen daarom aan de verantwoordelijken niet te wachten tot het een nachtmerrie wordt. Als hogeschoolstudenten maken ook wij intensief gebruik van deze voorzieningen. Dat kost Inter S die de sociale gelden van de GROEP T-studenten beheert, elk jaar handenvol geld. Dus is het niet meer dan normaal dat daar een goede service tegenover staat.”
De groene ring “De tweede ring kleuren we groen”, vervolgde Floris Hombroux, de nieuwe voorzitter van de studentenraad van de Technologische Hogeschool. “Groen is de kleur van de hoop, de kleur van een gezonde omgeving
waarin de studenten als volwaardige partners worden beschouwd, zoals nu al het geval is in deze hogeschool. Deze omgeving missen we helaas nog in de associatie. We hopen dan ook dat zij een voorbeeld neemt aan onze inspraak hier.” “Vorig jaar dienden wij bij het hogeschoolbestuur een stevig rapport in met wat wij, de studenten, als belangrijke voorwaarden zagen om toe te treden tot een associatie. Een van de cruciale condities die we toen vooropstelden, was dat we er op het gebied van inspraak en sociale voorzieningen niet op achteruit wilden gaan. Daar willen we nu toch even aan herinneren. Met meer inspraak en betere sociale voorzieningen hopen we dat het goud dat we straks met onze diploma’s zullen behalen extra zal schitteren. Met de bachelor/masterstructuur lijkt het op Vlaams niveau aardig te lukken. We rekenen erop dat de associatie dit ook internationaal kan verzekeren”, aldus Floris.
Studeren is beleven Christophe Roeygens, voorzitter van de studentenraad van de Pedagogische Hogeschool, had vooral aandacht voor de interne studentenwerking van de lerarenopleiding. “Tijdens de uiteenzettingen over de 3 E’s is mij één uitspraak bijgebleven”, aldus Christophe. “Studeren is beleven. Het verwijst niet alleen naar het opdoen van kennis en ervaring, maar ook naar alle andere activiteiten, evenementen en belevenissen binnen en buiten de campus die het studentenleven tot een onvergetelijke periode maken. Studeren kan echter maar pas een belevenis worden als er een goed geoliede samenwerking is tussen de studentenraad en de studentenvereniging.”
“De studentenraad heeft als taak om samen met de decanen, de directie en de docenten permanent te ijveren voor kwaliteitsverbetering. De studentenraad is het aanspreekpunt, maar ook de toetssteen om na te gaan of het opleidingsaanbod afgestemd is op de noden en verwachtingen van de studenten. De studentenvereniging Educata moet zorgen dat er een gezond evenwicht is tussen inspanning en ontspanning, tussen wat in de hogeschool gebeurt en erbuiten, tussen dag en nacht. Het programma reikt verder dan feesten en fuiven, het bevat ook sport en cultuur. We staan bovendien op uitstekende voet met onze zusterorganisatie Industria waardoor het aanbod voor onze studenten dubbel zo groot wordt. Het symbool bij uitstek van deze samenwerking is de fakbar in de Tiensestraat: de ‘place to be’ voor de GROEP T’ers. Ik zeg opzettelijk niet de GROEP T-studenten omdat de docenten, administratie en directie even welkom zijn. En hopelijk vinden ook onze nieuwe associés de weg naar Den Délibéré.” “Het voorbije academiejaar is de Pedagogische Hogeschool er sterk op vooruitgegaan”, concludeerde Christophe. “Dat is de verdienste van de jonge decaan en zijn team, van het Innovatieplatform en al wie aan de vernieuwing heeft meegewerkt. Onze dank gaat heel in het bijzonder naar docente Marleen Willems die het voor mekaar gekregen heeft dat de PH-leraars ook lesbevoegdheid Godsdienst krijgen. GROEP T is hiermee de enige hogeschool waar je zowel voor leraar R.K. Godsdienst als voor leraar Niet-confessionele Zedenleer kunt studeren. Een schoolvoorbeeld van de pluraliteit van wereldvisies die wij zo hoog in het vaandel voeren.” Y.P. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
OPENING
OPENING ACADEMIEJAAR 2003-2004
7
TRENDS IN NIEUWE INSCHRIJVINGEN
Minder meisjes, meer buitenlanders De inschrijvingen zijn nog niet afgelopen – in de Technologische Hogeschool bijvoorbeeld is nog een heel contingent Aziatische studenten in aantocht – maar toch kan al een aantal trends opgemerkt worden. Zoals: een lichte vooruitgang bij de ingenieurs, een forse stijging bij de leraren. En globaal: minder meisjes en opvallend meer studenten uit het (verre) buitenland.
STUDENT
A
8
goria-Vlaanderen, de multisectorfederatie van de technologische industrie, trok eind september aan de alarmbel. Uit een eerste rondvraag bij de universiteiten en hogescholen blijkt dat het aantal inschrijvingen in Vlaanderen voor de ingenieursstudie 15% lager ligt dan vorig jaar: -8% bij de burgerlijk tot zelfs –18% bij de industrieel ingenieurs. Een regelrechte ramp, aldus de federatie die de volgende jaren het structureel tekort aan ingenieurs op de arbeidsmarkt nog groter ziet worden met alle negatieve gevolgen voor het bedrijfsleven. Agoria lanceerde meteen een last call for engineers met o.m. een VIP-bezoek aan een hightech bedrijf voor studenten die zich alsnog inschrijven. Of dergelijk initiatief de nood zal lenigen, valt evenwel te betwijfelen. Bij GROEP T meldde zich alvast niemand aan die geïnspireerd door Agoria’s last call in extremis zijn of haar studiekeuze had herzien in het voordeel van de ingenieursopleiding.
Waar zijn de meisjes? In het licht van de algemene tendens in Vlaanderen, valt de lichte stijging bij GROEP T best mee. Bij het ter perse gaan van dit nummer hebben zich 340 nieuwe studenten aangemeld voor de ingenieursopleiding, dit is 4% meer dan vorig jaar. De Technologische Hogeschool komt hiermee uit op een totale populatie van 1084 (15 oktober 2003). Uit de voorlopige statistieken blijken verder twee duidelijke trends: 1. de meisjes blijven weg en 2. de instroom uit het buitenland blijft groeien. Dit academiejaar is bij de nieuwe ingenieursstudenten het vrouwelijk aandeel inderdaad tot een dieptepunt gedaald: slechts 11% van de nieuwe lichting zijn meisjes. Vorig academiejaar was dat nog 18%, twee jaar geleden 21%. De dalende trend die al een paar jaar geleden is ingezet, houdt dus aan. Toen in 1992 het aantal studenten industrieel ingenieur in Vlaanderen een hoogtepunt bereikte, viel dit precies samen met het hoogste percentage vrouwelijke studenten. Even snel als deze groep eind jaren 80 en begin jaren 90 aangroeide, kromp ze na 1993 opnieuw in en nam ook de totale populatie jaarlijks af. Tien jaar later is het percentage meisjes in GROEP T’s Technologische Hoge-
school gehalveerd. Paradoxaal genoeg gebeurde dit precies in een periode waarin Agoria-Vlaanderen, Febeltex en Vacature volop campagne voerden om jongeren warm te maken voor technische opleidingen in het algemeen en de ingenieursstudie in het bijzonder. Het lijkt erop of deze en andere acties om de ingenieursopleidingen te promoten precies het omgekeerde effect hebben gesorteerd dan dat waarvoor ze waren opgezet. Waarom zien vooral de meisjes geen heil meer in de ingenieursstudie? Is de opleiding onaantrekkelijk voor hen? Zijn de beroepsperspectieven vrouwonvriendelijk? Worden de meisjes in het secundair onderwijs te veel naar de ‘zachtere’ richtingen geörienteerd? Waarom hebben de ingenieursstudie en het ingenieursberoep trouwens nog altijd de naam ‘hard’ te zijn? Of is er meer aan de hand dan een imagoprobleem? Stof genoeg tot nadenken en verder onderzoek.
“
Chinezen tuk op ingenieursopleiding bij GROEP T
GROEP T internationaal
’’
Wie bij GROEP T binnenloopt, kan er niet naast kijken: de hogeschool wordt almaar internationaler. Dat viel ook de journalisten op tijdens de opening van het academiejaar: “Chinezen tuk op ingenieursopleiding bij GROEP T”, “GROEP T Hogeschool bijzonder populair bij Chinese studenten” stond in de Vlaamse kranten begin oktober. In 2000 arriveerde de eerste lichting van 34 studenten uit Azië, vorig jaar waren ze al met 89, dit academiejaar zullen ze in de ingenieursopleiding met 117 zijn, dit is 15% van de nieuwe studenten. Voeg bij hen ook nog de buitenlanders in de Engelstalige programma’s Master in E-Media Engineering en het Advanced Certificate in Enterprising en je komt gemakkelijk aan 200. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de grote aantallen allochtonen in de taalcursussen van ACE-GROEP T.
De opvallende Aziatische aanwezigheid is een rechtstreeks gevolg van de internationaliseringspolitiek van GROEP T en de samenwerking met een vijftal vooraanstaande universiteiten in de Volksrepubliek. Met deze partners zijn akkoorden afgesloten waardoor studenten na een jaar studie aan hun thuisuniversiteit de rest van hun opleiding bij GROEP T kunnen volgen in een Engelstalig parallelprogramma. Na afloop krijgen ze zowel een diploma van GROEP T als van hun thuisuniversiteit. Deze formule startte drie jaar geleden en komt nu op kruissnelheid. De hogeschool werkt trouwens aan de verdere uitbouw van het netwerk in Zuidoost-Azië, zodat binnenkort ook studenten uit bijvoorbeeld Thailand de weg naar Leuven zullen vinden. Nog één opvallende vaststelling. De verdeling jongens/meisjes is bij de buitenlandse studenten veel evenwichtiger: 40% zijn meisjes en hun aandeel neemt elk jaar toe.
PH groter dan TH? De Pedagogische Hogeschool telt 350 nieuwe studenten, d.i. 16% meer dan vorig jaar en komt hiermee op een totale populatie van 784 (15 oktober 2003). Met deze winst sluit de lerarenopleiding aan bij een algemene trend in Vlaanderen dat almaar meer jongeren zich geroepen voelen tot een job in het onderwijs. Het resultaat hiervan is dat zich bij GROEP T voor het eerst meer studenten ingeschreven hebben in de Pedagogische Hogeschool dan in de Technologische. De stijging manifesteert zich vooral in de opleidingen Kleuteronderwijs en Secundair onderwijs – groep 1, ook dit stemt overeen met de algemene trend. In de richting Secundair onderwijs zijn het meer specifiek de regenten Lichamelijke opvoeding die in de lift zitten. De stijging daar heeft ook gevolgen voor de verhouding jongens/meisjes. Aangezien L.O. blijkbaar meer een mannelijk publiek aantrekt, krijgen we dit jaar bij de nieuwe studenten een meer evenwichtige verdeling: 45% jongens en 55% meisjes. De voorbije jaren was dat 30% tegen 70% meisjes.
Wang Weiwei en Wang Jing, twee van de vele nieuwe gezichten bij GROEP T tijdens de openingsreceptie. (foto: Sonny Plasschaert) INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
Y.P.
Opening academiejaar: de laatste lichting die start in de ‘oude’ structuur.
NIEUWE PROGRAMMA’S IN 2004-2005
6 Bachelors, 5 Masters, 3 E’s
E
erst de feiten. Volgend academiejaar start de Technologische Hogeschool met 3 academische bacheloropleidingen en de Pedagogische Hogeschool met 3 professionele bachelors (zie kader). Terwijl professionele bachelors de studenten voorbereiden op specifieke beroepen, zijn de academische bachelors gericht op doorstroming naar de masterstudies wat niet belet dat ook een academische bachelor in principe inzetbaar moet zijn op de arbeidsmarkt en bijvoorbeeld in een latere fase opnieuw kan instromen in een masterprogramma. Op masterniveau richt GROEP T vanaf 2007-2008 vijf opleidingen in, waaronder 1 Master-na-Master in e-Media (de opvolger van de huidige Master in e-Media Engineering). De aanpak van de masters bij GROEP T is alvast uniek. De studenten kunnen kiezen uit twee formules: een klassiek eenjarig traject (2 semesters) of een totaal nieuw tweejarig traject (4 semesters), waarbij de studie gecombineerd wordt met complementaire activiteiten in een onderneming, leidend tot een apart certificaat. De studenten kunnen zo supplementaire bedrijfservaring opdoen. En de hogeschool sluit aan bij de internationale masterstandaarden en anticipeert op een veralgemening van de tweejarige masteropleidingen in de nabije toekomst.
3 E-profiel GROEP T onderneemt al langer onderwijs, onderzoek en dienstverlening in engineering, educating en enterprising, maar vanaf 2004-2005 zullen de 3 E’s ook duidelijk zichtbaar in de curricula aanwezig zijn. We lichten ze nog even kort toe. ‘Engineering’ verwijst naar het ‘maken van dingen’. Het vraagt naar bekwaamheden zoals ingenieus, vindingrijk en creatief zijn en dat in een brede technologische context. ‘Enterprising’ verwijst naar het ‘dingen doen doen’ voor en door mensen. Het vraagt naar bekwaamheden als durf, innovatie en leiderschap en veronderstelt visie, missie en het oproepen van gelijkgerichtheid. ‘Educating’ ten slotte verwijst naar het ‘ontwikkelen’ van personen. Het vraagt naar bekwaamheden als coaching, begeleiding en dat gericht op de vier pijlers van educatie die UNESCO onderscheidt: learning to know, learning to do, learning to live together, learning to be. Deze 3 E’s beschouwt GROEP T niet als vakgebonden. Je moet ze zien als basiswijzen waarop je in de wereld staat, tegen de omgeving aankijkt, het bestaan beleeft. Dat is ook de reden waarom de studenten uitgenodigd worden de synergieën tussen de 3 E’s te exploreren.
Verantwoordelijk Uitgangspunt en rode draad in de nieuwe bachelor- en mastercurricula is dit 3 E-profiel. De programma’s zijn ontworpen vanuit deze bekwaamheden en werken er ook effectief naar toe. Een en ander betekent dat er in de opleiding belevenissen worden gecreëerd waarin expliciet geappelleerd wordt aan 3 E-bekwaamheden van de bachelor of master in spe. De studenten leren deze bekwaamheden op een creatieve manier ontwikkelen. Een belangrijke vernieuwing daarbij is dat de studenten veel meer dan vandaag verantwoordelijk worden voor hun leerproces. Zo zal de student bijvoorbeeld zelf relevante persoonlijke belevenissen, kennis en ervaringen kunnen inbrengen in zijn/haar ontwikkeling. Meer verantwoordelijkheid voor de student houdt tevens in dat de docent niet langer het hele leerproces stuurt. De docent wordt coach van studententeams. Dit betekent minder presentatie van leerinhouden en meer beschikbaar maken van informatie, organisatie, begeleiding en sturing. Het 3 E-concept zet de studenten er eveneens toe aan over het muurtje te kijken. In de nieuwe curricula wordt gewerkt rond onderwerpen en toepassingen die precies gericht zijn op de integratie van kennisgebieden en vaardigheden. Ook het leren zelf verandert. Het verloopt in toenemende mate via begeleide zelfstudie en e-learning: ICT wordt meer dan ooit ingezet voor het opzoeken en bewerken van informatie, voor communicatie en opvolging van het leerproces. Het 3 E-concept staat eveneens garant voor een nauwe voeling met de beroepspraktijk. Daarbij horen thema’s, cases, problemen, projecten en leerpraktijken die gelijk of sterk analoog zijn met de latere werksituatie.
Wereldvisies Dialoog en samenwerking nemen een centrale plaats in in de nieuwe curricula. Samen denken, overleggen, plannen en werken maken dat de studenten ook leren van elkaar. Bovendien worden ze ertoe aangezet zich geregeld vragen te stellen over hun leerproces en hun vorderingen. Reflectie heet dat en het gebeurt zowel individueel als in groep. De pluraliteit van wereldvisies die GROEP T kenmerkt vind je voortaan nog explicieter terug in de opleiding. De diversiteit die zo typisch is voor de wereld en de samenleving is tastbaar aanwezig zodat de student zijn/haar wereldbeeld kan toetsen in dialoog met andere wereldvisies. De pluraliteit van wereldvisies houdt verder ook in dat de studenten de kans krijgen om internationale studie- en
werkervaring op te doen in studiereizen, buitenlandse projecten, stages, … De Technologische Hogeschool biedt al haar bacheloren masterprogramma’s ook in het Engels aan waarbij expliciet wordt gemikt op een internationaal publiek. Van zowel de buitenlandse als de binnenlandse studenten verwacht GROEP T een uitstekende kennis van de wereldtaal bij uitstek: het Engels. Streefdoel is dat al wie bij GROEP T een bachelor- of een masterdiploma behaalt ook een internationaal taaldiploma op zak heeft. Het English Excellence-programma geeft de studenten de gelegenheid om via een op maat gesneden training hun taalkennis op het gewenste niveau te brengen. Y.P.
GROEP T’s Opleidingenaanbod Professionele bachelor 3-jarige programma’s • Leraar kleuteronderwijs • Leraar lager onderwijs • Leraar secundair onderwijs
Academische bachelor 3-jarige programma’s in het Nederlands of het Engels: • Bachelor in Elektromechanica • Bachelor in Elektronica • Bachelor in Chemie
Masteropleidingen (Industrieel Ingenieur) In 1 jaar of in 2 jaar, in het Nederlands of het Engels • Master in Elektromechanica • Master in Elektronica • Master in Chemie • Master in Biochemie
Master-na-Master In 1 of in 2 jaar, in het Engels • Master in e-Media
INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
INNOVATIE
De invoering van de bachelor/masterstructuur bij GROEP T is meer dan een naamsverandering of een cosmetisch herschikken van vakken, uren of semesters. Samen met de nieuwe structuur lanceert de hogeschool in 2004-2005 compleet nieuwe opleidingsprogramma’s in de ingenieurs- en lerarenopleiding. Daarbij draait alles rond de 3 E’s van Engineering, Educating, Enterprising.
9
INNOVATIE
Nele Verboven, coördinator van de buitenlandse stages: “Nog wereldechter wordt het als je stage loopt in een ander land of cultuur”.
10
LEREN EN WERKEN GAAN SAMEN
Iedereen op zelfstandige stage In 2002 introduceerde GROEP T de zelfstandige stage in de lerarenopleiding. Studenten in het derde jaar nemen dan gedurende een langere periode – 6 tot 9 weken – zelfstandig de taken van een leraar in de school over. De formule sloeg onmiddellijk aan. In 2003 realiseerden 20% van de laatstejaars zulke stage, de meerderheid van hen in het buitenland. Ook dit academiejaar staat een hele groep klaar om uit te zwermen over de wereld. Het succes heeft de hogeschool ertoe aangezet om de zelfstandige stage te integreren in het curriculum.
I
n GROEP T’s vernieuwde lerarenopleiding nemen de stages een almaar belangrijkere plaats in”, vertelt Stijn Dhert, decaan van de Pedagogische Hogeschool. “De reden ligt voor de hand. Naarmate de studenten meer gaan werken aan de basiscompetenties die nodig zijn om professioneel te functioneren, komt het accent almaar sterker te liggen op het creëren van krachtige onderwijsleeromgevingen en authentieke leerpraktijken waarin de student al doende en in een toenemende mate van zelfstandigheid de bekwaamheden van de startbekwame leraar verwerft. Langdurige stages passen bovendien helemaal in het 3 E-profiel van Engineering, Educating, Enterprising: de student wordt ondernemer van zijn leerproces en vult zelf creatief zijn leertraject in.” “De authentieke leerpraktijk bij uitstek is de stage”, vervolgt Nele Verboven, verantwoordelijk voor de internationalisering. “Nog wereldechter wordt het als je gaat stage lopen in een omgeving gekenmerkt door diversiteit of in een ander land of cultuur. Onze studenten hebben deze kans met beide handen gegrepen. Vorig jaar gingen ze aan de slag in Gambia, Paraguay, Guatemala, Zuid-Afrika, Thailand, Griekenland, Spanje, Zweden en Groot-Brittannië. Ze geven er niet alleen les, ze verzorgden ook specifieke taal- en sporttrainingen, stonden in voor de opvang van straat- en weeskinderen of functioneerden in proefprojecten in experimentele scholen. Zo beschikken wij inmiddels over een uitgebreid netwerk van contacten met scholen, universiteiten en organisaties over de hele wereld.”
Nieuw stagebeleid “Momenteel worden we geconfronteerd met twee trends”, merkt Nele op. “Enerzijds is er een toenemend aanbod van kandidaat-zelfstandige stagiairs en dat zowel voor de binnenlandse als de buitenlandse formule. Aan de andere kant is er de groeiende vraag vanINTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
uit het afnemend veld. Niet alleen van scholen, maar evengoed van organisaties om voor een langere periode stagiairs in te schakelen. De Beijing Normal University bijvoorbeeld, een toonaangevende universiteit voor lerarenopleiding in China, is wat graag bereid om stagiairs te plaatsen in haar pilootscholen, verspreid over het land. Met het prestigieuse Radjabhat Institute Suan Dusit in Bangkok hebben we een overeenkomst afgesloten waardoor jaarlijks een groepje derdejaars twee maanden stage kan lopen in de hotelschool van het instituut.”
“
Zelfstandige stages zullen leiden tot meer samenwerking
’’
Om de stijgende vraag en aanbod op elkaar te kunnen blijven afstemmen, volstaat de bestaande aanpak niet langer. “Het is m.a.w. niet meer doenbaar om voor elke kandidaat-stagiair apart een adhoc-regeling uit te werken”, bevestigt Nele. “We hebben behoefte aan een gestructureerde stagepolitiek. De krachtlijnen ervan zijn: een veralgemening van de zelfstandige stage in het derde jaar, een verlenging van de stageperiode tot een volledig semester en – last but not least – een intensifiëren van de samenwerking met het werkveld.”
Van vele markten thuis Volgens de decaan biedt de nieuwe aanpak belangrijke voordelen. Om te beginnen voor de studenten zelf. “Het is ons in essentie erom te doen de studenten meer verantwoordelijk te maken voor hun leren en tegelijkertijd hun ondernemingszin en sociaal engagement te stimuleren. Dankzij deze formule van lerend werken
en werkend leren vloeien opleiding en beroepspraktijk naadloos in elkaar over. Voeg daarbij nog eens de internationale dimensie en je levert een leraar af die van vele markten thuis is.” Maar ook voor de hogeschool zit er wat in. “Zelfstandige stages zullen onvermijdelijk leiden tot meer samenwerking met de stagescholen. Een andere consequentie is dat de begeleider of mentor in de stageschool een veel belangrijkere rol zal toebedeeld krijgen dan nu het geval is. Gewoon omdat het niet meer doenbaar is om vanuit de hogeschool bezoeken te organiseren aan stagiairs die over de hele wereld verspreid zijn.” Stijn en Nele zijn ervan overtuigd dat de veralgemening van de zelfstandige stage voor een nieuwe impuls zal zorgen in de onderwijsinnnovatie. “We verwachten van de studenten dat zij in samenspraak met de stageschool en de stagementor een aantal competenties vooropstellen en op basis daarvan leerdoelen formuleren en een leertraject uitzetten. Ook de bewijslast ligt voortaan volledig bij de student-stagiair. Hij stelt een portfolio samen waarin hij materiaal verzamelt waarmee hij kan aantonen dat hij de vooropgestelde competenties heeft verworven. Verder zal eveneens de toetsing er helemaal anders uitzien. De klassieke evaluatie in de vorm van stagebezoeken wordt vervangen door een proeve van bekwaamheid waarin de student bewijst startbekwaam te zijn. En ten slotte zal de veralgemeende zelfstandige stage ook zorgen voor een injectie van ICT in de lerarenopleiding want voor de opvolging, coaching en ondersteuning van de stagiair zal gebruik gemaakt worden van het nieuwe elektronisch stagebegeleidingsplatform, kortweg e-SBP. Dit is een databank met alle stagegegevens en een user interface via een online browser waarbij iedereen die bij de stage betrokken is alle nuttige informatie kan consulteren, documenten opvragen en met elkaar communiceren. Dat e-SBP wordt een onmisbaar instrument in de zelfstandige stage.” Y.P.
NIEUW IN DE LERARENOPLEIDING
Hoezo portfolio? (Meta)werken aan jezelf Een van de belangrijkste doelen van GROEP T’s vernieuwde lerarenopleiding is dat de studenten veel meer verantwoordelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen tot een startbekwame professional. Dit betekent niet alleen dat zij in staat moeten zijn om op eigen initiatief kennis, vaardigheden en attitudes te verwerven. Het houdt ook in dat zij zelf moeten kunnen bewijzen inderdaad competent te zijn. Met de invoering van het metawerk en portfolio worden de toekomstige leraren echte ondernemers van hun eigen leren.
D
e tijd dat de hogeschool alles netjes voor haar studenten organiseert, plant en controleert is voorbij”, stelt Hilde Loenders, lid van het Innovatieplatform van de Pedagogische Hogeschool. “Van onze studenten wordt nu veel meer initiatief verwacht. Volledig in de lijn van de 3 E-visie van Engineering, Educating, Enterprising willen we leraren opleiden die niet alleen uitblinken in Educating-kwaliteiten maar die ook ingenieus en ondernemend genoeg zijn om zich te blijven ontwikkelen, nu als student, later als beroepsbekwame professional. Een en ander veronderstelt dat je in staat bent te leren van opgedane ervaringen, te leren van anderen, te reflecteren, jezelf te oriënteren en te evalueren en je voortgang te plannen en te registreren.”
Leren uit je ervaringen, erover reflecteren, bijsturen van wat minder goed gaat, nieuwe doelen uitzetten… het komt allemaal aan bod in het metawerk. Vanaf dit academiejaar wordt het een vaste leerlijn in het curriculum goed voor 6 studiepunten. Eerst in het derde jaar, de volgende jaren ook in het tweede en eerste jaar. “Dat gaat als volgt”, vertelt Annelies Gils. “Iedere student krijgt een individuele mentor en iedere mentor coacht een groep studenten. In de loop van het academiejaar plannen we een reeks groepsbijeenkomsten. Dit zijn de zgn. metawerksessies. Zij worden ingericht na een bepaalde leerperiode, bijvoorbeeld een stage, een module of een blok van lesweken. De bedoeling van deze sessies is de studenten te begeleiden bij het opstellen, plannen en uitvoeren van persoonlijke leerdoelen en actiepunten voor een volgende leerperiode en hen ook te coachen bij de reflectie erop na afloop. Daarnaast
Map met bewijzen Veel van wat in het metawerk aan bod komt, vindt zijn neerslag in het portfolio van de student. “Een portfolio kennen we uit de wereld van de kunst als een map met creaties, reacties en commentaren waarmee de artiest potentiële opdrachtgevers wil overtuigen van zijn kunnen”, legt Annelies uit. “Dit idee van een map met
bewijsstukken hebben we overgenomen in de lerarenopleiding. Overigens hoeft het portfolio niet per se een map te zijn. Wie dat wil of kan, mag ook een digitaal portfolio samenstellen in de vorm van een website met werkstukken, verslagen en ander illustratief materiaal.” Het portfolio bevat dus in eerste instantie producten zoals lesvoorbereidingen, didactisch materiaal, verslagen van buitenschoolse activiteiten, video-opnames, maar ook examencijfers, stagerapporten, werkstukken, enz. Het hoeven volgens Hilde trouwens niet altijd “best practices” te zijn. “Je kunt evengoed ‘bad practices’ opnemen om aan te tonen dat je eruit geleerd hebt, want daar gaat het uiteindelijk om. Dat is ook de reden waarom het portfolio eveneens beschouwingen, reflectie en sterkte-zwakte-analyses bevat. Niet alleen wat je hebt geleerd of verworven is belangrijk, ook de manier waarop dit is gebeurd, telt.” Op het einde van het academiejaar worden het metawerk en portfolio geëvalueerd in een zgn. “Integratief Beoordelingsmoment” of IBM. Daarin bewijst de student dat hij/zij daadwerkelijk competent is om naar een volgend studiejaar over te gaan, resp. als startbekwame leraar af te studeren. “Het portfolio vormt een cruciaal element in de bewijsvoering”, zegt Isabelle. “De student geeft een presentatie voor een groep van assessoren en illustreert zijn/haar verhaal met materiaal uit het portfolio. Tot slot krijgen de studenten nog een ‘kritische situatie’ voorgeschoteld in de vorm van een case of probleem dat ze moeten oplossen. Uit de voorgestelde oplossing moet dan blijken of de student in de situatie in kwestie competent kan optreden. Als die situatie voldoende representatief is, kun je uit het antwoord van de student heel wat afleiden over zijn/haar competentiepeil.” Y.P.
Annelies Gils, Hilde Loenders en Isabelle Dewinkeler, de architecten van het metawerk in de lerarenopleiding: zo te zien is er geen gebrek aan ideeën en plannen. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
INNOVATIE
Iedere student een mentor
ondersteunen de metawerksessies de studenten eveneens bij de registratie en de bewijsvoering in hun portfolio, maar daarover straks meer.” “De metawerksessies volgen op die manier een min of meer vast agenda”, vervolgt Isabelle Dewinkeler. “Zo wordt er bijvoorbeeld telkens begonnen met het uitwisselen van ervaringen over de voorbije leerperiode. Vervolgens wordt er gereflecteerd op deze ervaringen in functie van de basiscompetenties: wat hebben we geleerd, was het in overeenstemming met de leerdoelen, wat kan anders, beter? Daarna is het tijd voor prospectie, d.i. het uitzetten van nieuwe leerdoelen en leervoornemens voor de volgende periode. Een paar keer per jaar wordt ook aan competentie-ontwikkeling gedaan: de student formuleert zijn/haar visie op het leraarschap en op ‘goed onderwijs’ en analyseert zijn/haar sterke en zwakke kanten in het licht van dit ideaalbeeld. Het spreekt vanzelf dat de student dit beeld tijdens het leertraject ook kan aanpassen. Waar het op aankomt is dat de leraar in spe zijn/haar competenties ontwikkelt in het licht van een visie en hun leertraject vanuit deze visie kunnen verantwoorden. De studenten leren op die manier naar een duidelijk doel toe werken en zelf de route uit te tekenen om dat doel te bereiken. Hiermee leggen ze de basis voor het levenslang leren.”
11
KPMG – MANAGEMENTPRIJS 2003
Spin-off Asian Project bekroond Voor de dertiende maal bekroonde KPMG-Belgium – dochter van één van ’s werelds grootste advies- en consultancybedrijven – een ingenieursstudent(e) die in zijn/haar eindwerk blijk gegeven heeft van een bijzondere interesse voor specifieke aspecten van het management. Dit jaar vielen Matias Maris en Erik Uytterhoeven in de prijzen. Twee GROEP T-ingenieurs die tijdens de zomer van 2002 hun ondernemingsproject realiseerden bij Ensysta Shanghai in China.
PRIJS
H
12
et initiatief ging volledig van de studenten uit,” vertelt Jos Schoeters, promotor van het bekroonde project. “Het is eigenlijk een spin-off van het Asian Project, een studiereis die GROEP T jaarlijks organiseert en waarbij onze studenten in contact komen met hun Chinese collega’s.” In 2002 bezochten Matias en Erik Beijing, Hangzhou en Shanghai en werden betoverd door China’s eeuwenoude cultuur en groeiende economie. Het nieuwe duo zegde zijn binnenlandse stageplaatsen op en ging enthousiast op zoek naar een Chinees equivalent. “Het International Relations Office van GROEP T schreef de Benelux Business Association (BBA) in Shanghai aan,” zegt Erik. “En Johan De Graeve, algemeen directeur van GROEP T, stuurde ons naar een congres van het China-Europe Management Center. Daar kregen we de gelegenheid verschillende managers aan te spreken over onze buitenlandse ambities. Zo kwamen we in contact met Raf Hermans, voormalig PR-manager bij Janssen Pharmaceutica. Twee weken later bood hij ons een stageplaats in Xi’an aan, maar het toeval wou dat wij een paar dagen vroeger bericht ontvingen van de BBA. Kristien Loontjens, algemeen directeur van Ensysta Piping Systems Engineering Shanghai, was zelf in China verzeild geraakt via een uitwisselingsprogramma van haar hogeschool en had positief gereageerd op een e-mail van de BBA over ons verzoek.” Matias en Erik hapten prompt toe en konden vertrekken richting China.
Driedelig werk bij Ensysta Shanghai “Ons werk bestaat uit drie delen. Het eerste deel, dat bekroond werd met de KPMG-prijs, beschrijft de economische en culturele situatie in China. Hiervoor hebben we Belgische zakenlui in China geïnterviewd en informatie vergaard over de Chinese economie,” vertelt Matias. "Het tweede deel beschrijft het GMXproject waaraan wij meewerkten. GeneMedix (GMX) is een biotechnologisch bedrijf, gevestigd in Shanghai, gespecialiseerd in de ontwikkeling van biofarmaceutische producten. Voor de aanmaak van die producten heb je zeer zuiver water in grote hoeveelheden nodig. De bestaande waterzuiveringsinstallatie voldeed echter niet aan de kwaliteitseisen en dus werd Ensysta onder de arm genomen. Het derde deel van ons werk
bevat een investeringsanalyse voor systemen van informatieverwerking.” Ensysta, onderdeel van de groep Boerenbond met vestigingen in België, Nederland en China, was oorspronkelijk uitsluitend actief in de bouwsector. "Pas na verloop van tijd heeft het bedrijf zijn activiteiten uitgebreid naar design en ontwikkeling en zijn we van een zuiver constructiebedrijf geëvolueerd naar een EPCM-bedrijf," vertelt Jan Buelens, manager engineering bij Ensysta. "Dit is een onderneming met aandacht voor Construction, maar ook voor Engineering, Procurement (de aankoop van materiaal) en Management. Zo hebben we enkele jaren geleden voor de realisatie van onze Chinese projecten nog alle werknemers, van lassers tot elektriciens, overgevlogen. Nu heeft Ensysta haar eigen vestiging in China, waarbij de constructie uitbesteed wordt aan Chinese aannemers en wij ons focussen op design en uitvoering onder Belgisch management. Ensysta België is als het ware een full-
“
Het is een springplank voor een veelbelovende toekomst in het bedrijfsleven.
’’
time assistent voor de Chinese dochter. Op die manier willen wij de komende jaren verder werken in China." Johan Van Rillaer, deputy director bij Ensysta, voegt eraan toe dat de onderneming veeleer toevallig op de Chinese markt terecht kwam. "Alles begon toen we achttien jaar geleden een project van Janssen Pharmaceutica in Xi'an tot een goed einde brachten. Al snel waren ook andere bedrijven geïnteresseerd in onze diensten, maar we hadden het nadeel te duur te worden bevonden. Daarom huurden we via Export Vlaanderen een lokaal kantoor in China waar ik gedurende zes maanden de toekomstmogelijkheden van een Chinese dochteronderneming onderzocht. Inmiddels hebben we al drie jaar een eigen kantoor in China en boeken we daar meer winst dan in België." “Chinezen doen op een heel andere manier zaken dan Europeanen,” merkt Jan Buelens op. “Ensysta’s klan-
ten in China zijn voornamelijk Joint-Ventures waardoor zelden rechtstreeks met Chinezen samengewerkt wordt. Chinese zakenlui nemen voor alles hun tijd, onderhandelen over elke prijsofferte. Vooruitkijken en plannen komt er niet altijd aan te pas. Daardoor blijft onze begeleiding noodzakelijk voor het welslagen van een project.” Johan Van Rillaer voegt eraan toe dat in tegenstelling tot Europese collega’s een Chinees ingenieur heel specialistisch wordt opgeleid. “Binnen zijn eigen vakgebied levert hij uitstekend werk, maar zelfstandig beslissen of buiten zijn taakomschrijving presteren blijft moeilijk.” Ook Matias en Erik is het enge karakter van het Chinese onderwijssysteem opgevallen. “Wij leven in een lossere samenleving dan onze Chinese collega’s. Voor hen wordt de leerstof strikt afgelijnd. Van hen wordt ook niet verwacht verbanden tussen verschillende hoofdstukken te kunnen leggen, wel van alle leerstof uit het hoofd te kennen.” Vanuit België werden beide studenten in de mate van het mogelijke begeleid door Jos Schoeters. “Ik heb Matias en Erik enkele handboeken meegegeven en de goede raad zoveel mogelijk initiatief te nemen. Meer kan je als promotor vanuit België niet doen,” vertelt hij. In China werden de studenten gecoacht door Kristien Loontjens en Wim Ceyssens, alumnus van GROEP T.
Oktober 2003 In juli van dit jaar studeerden Matias en Erik beiden met onderscheiding af bij GROEP T. Matias studeert nog een jaartje Bedrijfseconomie aan de K.U.Leuven. “De opleiding vormt een uitstekende aanvulling bij mijn ingenieursstudie. Het is een springplank voor een veelbelovende toekomst in het bedrijfsleven,” vertelt Matias enthousiast. Erik is al een maand aan de slag bij het afvalverwerkingsberijf Van Gansewinkel als Management trainee. "In de opleiding komen voornamelijk communicatie- en managementtechnieken aan bod, precies wat nodig is om uit te groeien tot een allround-ingenieur,” aldus Erik. Sofie Claessens
Erik Uytterhoeven en Matias Maris, winnaars van de KPMG-Managementprijs 2003 (midden) met v.l.n.r. promotor Jos Schoeters, Jan Buelens, manager engineering bij Ensysta en Jos Herman, directeur Marketing & Communicatie bij KPMG. INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
NIEUW GRADUAAT MIKT OP INTERNATIONAAL PUBLIEK
Een kei in communicatie Technologie, management, communicatie, de drie pijlers van GROEP T’s ingenieursopleiding, zijn nu ook volwaardige onderdelen van ACE-GROEP T. Vanaf dit academiejaar pakt ACE immers uit met een tiende graduaat: Ondernemingscommunicatie. Hiermee versterkt deze divisie van GROEP T haar positie als grootste en snelst groeiende Centrum voor Volwassenenonderwijs in Vlaanderen. Nummer 10 is er dan ook één om te zien.
M
ACE
et de nieuwe graduaatsopleiding speelt ACE in op het toenemend belang van communicatie in ondernemingen en organisaties. Waar tot voor kort communicatie vooral een ondersteunende rol had, zijn ondernemingen vandaag de dag volop communicatie-georiënteerd en beschouwen ze communicatie als een essentieel ingrediënt van het ondernemen. Professioneel kunnen communiceren met de relevante doelgroepen – zowel intern als extern – is een cruciale succesfactor geworden. De spectaculaire toename van de communicatiemogelijkheden en -middelen maakt er de communicatie bovendien niet altijd eenvoudiger op. Integendeel met de groei vergroot ook het risico op versnippering en vermindert niet zelden de consistentie en synergie. De nieuwe opleiding Ondernemingscommunicatie wil de studenten precies leren hoe ze doordachte beslissingen kunnen nemen bij de keuze van boodschap, medium, tekst, beeld, klank, stijl, enz. Het is de bedoeling dat je na voltooiing van het programma vertrouwd bent met de principes van het management in het algemeen en het communicatiemanagement in het bijzonder evenals met de belangrijkste communicatiemedia. Uiteraard komen ook communicatievaardigheden en - technieken uitgebreid aan bod, waarbij de praktijk van het communiceren binnen de onderneming integraal deel uitmaakt van de opleiding. Aangezien we leven in een wereld zonder grenzen, wordt eveneens aandacht besteed aan e-communicatie en interculturele communicatie en aan de wereldtaal bij uitstek: het Engels.
13
Undergraduate program in Enterprising Communication in d unique New an Flanders
Stel je eigen progamma samen De nieuwe opleiding duurt drie jaar in avond- en weekendonderwijs en richt zich tot jonge professionals met een passie voor communicatie die carrière willen maken als communicatie-expert. Het programma is modulair opgebouwd. De modules bestaan uit op zichzelf staande blokken die de student toelaten zelf een op maat gesneden opleiding samen te stellen. Er zijn 4 basismodules – Ondernemingsmanagement, Communicatiemanagement, Communicatievaardigheden en Communicatiemedia – die op hun beurt bestaan uit verschillende opleidingsonderdelen. Bij Ondernemingsmanagement is bijvoorbeeld sprake van Algemeen management, Marketing management en Financieel management. Bij de module Communicatiemanagement vind je Communicatie-analyse, Communicatieplanning, Interne communicatie, Marketing communicatie, Corporate communicatie en Interculturele communicatie. De derde module – Communicatievaardigheden – bestaat uit Communicatietechnieken en een cursus Professional English. En onder Communicatiemedia tref je o.m. E-mediavaardigheden aan. De vijfde module is het Ondernemingsproject, een afsluitend geïntegreerd project in samenwerking met een bedrijf.
Let effective communication take effect on your company In a world swamped with informa-
Do you want to become a communi-
tion, effective communication is of vital
cations expert ? Do you want to learn to speak
importance for companies. With this in
the language of your target group? Does the
mind, GROUP T is launching a new study
prospect of an exciting job or of steering your
program from this academic year onwards:
career in a new direction appeal to you?
Enterprising Communication. A unique cour-
If so, you can opt for the undergra-
se to teach you the ins and outs of commu-
duate program or choose the modules which
nication in the company. Every aspect of
interest you and draw up you own program.
communication will be dealt with: not only
The courses in Dutch have already started,
marketing communication, but also internal,
the English program will start in January.
corporate and intercultural communication.
Interested? Call +32 16 30 10 30
Considerable attention will be given to
for more information or consult our website
management, communication skills in Eng-
at www.group-t.be where you can enroll
lish and in e-Media.
immediately.
ACE-GROUP T • Campus Vesalius • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Belgium Tel.: +32 16-30 10 30 • Fax: +32 16-30 10 40 •
[email protected] • www.group-t.be
practica in bedrijven en organisaties zorgen voor een intensief contact met de beroepspraktijk. De meeste docenten zijn trouwens actief in het bedrijfsleven en garanderen op die manier een permanente link met de ondernemingsrealiteit. Ook het nieuwe graduaat beschikt over een programmacoördinator die waakt over de inhoudelijke consistentie binnen en tussen de modules en – hoe kan het anders – zorgt voor een vlotte interne en externe communicatie van de opleiding.
Praktijkgericht…
… en internationaal
Een andere, belangrijke troef van het nieuwe graduaat is de combinatie theorie en praktijk die elkaar op een evenwichtige manier afwisselen. Gastdocenten uit ondernemingen, bedrijfsbezoeken, case studies en
Het nieuwe graduaat wordt onmiddellijk ook in het Engels ingericht. Het “Undergraduate Program in Enterprising Communication” vervoegt de rangen van de internationale programma’s van ACE-GROEP T, nl.
het “Advanced Certificate in Enterprising” en het “Undergraduate Program in Information Technology”. Het Engelstalige parallelprogramma richt zich niet alleen tot een buitenlands publiek, maar ook tot Vlaamse studenten die in een internationale context aan de slag willen. Een goede kennis van het Engels is trouwens vereist voor beide programma’s – het Engelse en het Nederlandse – want ook hier te lande kun je je niet een professioneel communicatie-expert noemen als je onvoldoende de wereldcommunicatietaal beheerst. ACE-GROEP T biedt de binnen- en buitenlandse studenten de mogelijkheid om zich vóór of tijdens de opleiding via een extra-cursus op het vereiste taalniveau voor te bereiden. Y.P. Meer info op www.groept.be INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
PRIMEUR IN VLAANDEREN
De gids van de Leuvense student Dit jaar sloegen de stad Leuven, de K.U.Leuven, de Overkoepelende Kringorganisatie LOKO, de Katholieke Hogeschool Leuven, GROEP T en het Lemmensinstituut de handen in elkaar en zorgden voor een primeur in Vlaanderen: één geïntegreerde gids met alles wat de nieuwe student moet weten om zijn/haar weg te vinden in de stad, universiteit of hogeschool.
V
mogelijk maken en of je dan aan de universiteit of de hogeschool studeert, maakt daarbij niets uit.
Living in Leuven Tegelijkertijd met de studiegids 2003-2004 verscheen ook een compleet nieuwe Engelstalige gids, bedoeld voor het almaar toenemend aantal buitenlandse studenten in Leuven. Deze gids werd samengesteld door dezelfde partners van de Nederlandstalige editie en is de opvolger van “Living in Leuven”, een uitgave van de dienst Internationaal Onthaal van de universiteit, met dit verschil dat de nieuwe editie zich ook tot de buitenlandse hogeschoolstudenten richt van wie zoals bekend de meesten bij GROEP T studeren. De Engelstalige gids
is opgesteld vanuit de ervaring die de stad, de universiteit en de hogescholen hebben opgedaan met een internationaal publiek. Zo gaat de Engelstalige uitgave meer specifiek in op onderwerpen zoals hoe registreren in de stad, hoe een bankrekening openen, een verzekering afsluiten, enz., topics die niet of minder aan bod komen in de Nederlandstalige editie. Vanaf 2003-2004 ontvangen alle nieuwe studenten in Leuven de nieuwe gratis gids. De kosten zijn volledig gedragen door de partners. De stad financierde de helft, de andere helft betaalden de universiteit en de hogescholen. De Nederlandstalige editie 2003-2004 verscheen op 11.000 exemplaren, de Engelstalige op 6.000. Y.P.
STUDENT
orig jaar gaf het stadsbestuur voor het eerst een gratis studentengids uit voor zowel universiteits- als hogeschoolstudenten. Deze gids was in eerste instantie bedoeld om de nieuwkomers in Leuven te informeren over leven en wonen in de stad. De gids was de opvolger van het bekende studentenvademecum, een jaarlijkse uitgave van LOKO dat een schat aan informatie bevatte over het studentenleven. De nieuwe studentengids 20032004 bundelt de kwaliteiten van zijn voorgangers. Hij is tevens een duidelijk symbool van de groeiende samenwerking tussen de stad, de universiteit en de hogescholen en een sterk signaal aan alle studenten dat ze welkom zijn in Leuven. De gids wil dan ook het onthaal en het verblijf van de studenten zo aangenaam
14
De Studentengids en Living in Leuven zijn verkrijgbaar op de Studentenservice (Campus Vesalius, module 4), tel. 016-30 10 46, e-mail:
[email protected]
REALIA OP STUDIEDAG C. Block (TH – eenheid Materie) was van 13 tot 17.09.2003 te gast bij de Universiteit van Calabrië in Cosenza (Italië) waar zij een voordracht gaf over “Cleaner Production towards a greener industry”. G. Cardon en J. Gevaert (PH – eenheid Humane Wet.) namen deel aan de studiedag voor leerkrachten moraal in Vlaanderen, georganiseerd door de Inspectie Moraal in Antwerpen op 09.10.2003. G. Claessens en R. Verraedt (TH – eenheid Wiskunde) namen deel aan de “2nd Maple Userday” op 19.06.2003 in Brussel. P. Daman (eenheid Adm. & Financiën) was aanwezig op de studiedag Sociale Verkiezingen 2004, georganiseerd door de Federale overheidsdienst Werkgelegenheid in Brussel op 17.09.2003. J. De Graeve (Algemeen Directeur), P. Demuynck (eenheid Strategie & Comm.), G. Vercammen (TH – eenheid Management) en T. Segers (TH – eenheid Energie) waren van 14 tot 18.07.2003 op werkbezoek bij de Mae Fah Luang University, Education Connect, Asian Institute of Technology, STOU, UNESCO, King Mongkut University, de Rockefeller Foundation en de Bangkok University in Thailand. J. De Graeve (Algemeen Directeur), J. Van Maele, P. Demuynck en Li Wei (eenheid Strategie & Comm.) waren van 06 tot 10.10.2003 op werkbezoek bij Education Connect, de Thammasat University, de Chulalongkorn University en het Office of the Civil Service Commission, UNESCO in Bangkok (Thailand). INTERVIEW,
A. Deschuytere (TH – eenheid Chemie) volgde het “NIRS Training and NIRS Seminar”, georganiseerd door INVE Technologies in Dendermonde op 23.09.2003. G. Desmet (TH – eenheid Informatie) nam deel aan de Belnet Userday, georganiseerd door Belnet in Brussel op 20.06.2003. S. Desmet (TH – eenheid Informatie) nam deel aan “Creatieve mogelijkheden van ITV”, georganiseerd door Medianet Vlaanderen in Vilvoorde op 25.06.2003. A. François (TH – eenheid Materie) volgde de studiedagen “Recycling van Kunststoffen: wat is de status?”, georganiseerd door VIK in Antwerpen op 08, 15 en 22.10.2003. R. Gobin (TH – eenheid Energie) nam deel aan het congres “Global Engineer: Education and Training for Mobility”, georganiseerd door SEFI in Porto (Portugal) van 07 tot 10.09.2003. J. Heyvaert (PH – decanaat) nam deel aan de studiedag “Digitaal leren”, ingericht door VLHORA in Leuven op 16.09.2003. J. Loeckx (TH – eenheid Fysica) woonde het Congres van de leraren Wetenschappen bij, georganiseerd door VOB-Kortrijk op 29.11.2003. G. Meurrens (PH – eenheid Expressie) nam deel aan de volgende activiteiten: - seminarie “Ontspanningstechnieken”, aan de K.U. Leuven op 17.06.2003; - “Peuters dansen”, georganiseerd door het Centrum Permanente Vorming van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen op 13.10.2003. J. Mannaerts (Studentendecaan) nam deel aan de studiedag “Studeren met een handicap of chronische ziekte” aan de K.U. Leuven op 11.06.2003. K. Pelsmaekers (TH – eenheid Informatie) nam deel aan de JDK 1.4 Workshop, ingericht door BEJUG in Brussel op 24.09.2003.
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
L. Renders en J. Buys (TH – eenheid Energie) namen deel aan de “4th International Workshop on Research and Education in Mechatronics 2003”, georganiseerd door de Fachhochschule Bochum (Duitsland) op 09 en 10.10.2003. T. Segers (TH – eenheid Energie) nam deel aan de volgende activiteiten: - “Automotive sensoren in de machinebouw”, georganiseerd door VTCM-Gent in Zwijnaarde op 25.06.2003; - “Toegevoegde waarde van CAE in productontwikkeling”, georganiseerd door Flanders Drive in Antwerpen op 26.06.2003; - bezoek aan Bekaert – Zwevegem georganiseerd door Flanders Drive op 02.10.2003; - de “International Course on Modul analysis Theory & Practice”, ingericht aan de K.U. Leuven op 15 en 16.09.2003. F. Stroobans (PH – eenheid Wetenschappen) nam deel aan: - de infodag Kleur bekennen, Water hier en in het zuiden, Project duurzaam ondernemen, georganiseerd door PIME-Antwerpen op 16.10.2003; - de Natuurbeleving met Earth Education, voorstelling project MOS, georganiseerd door het Natuureducatief Centrum De Vroente in Kalmthout op 06.11.2003. J. Thijs (PH – eenheid Wetenschappen) nam deel aan: - de bijscholing “Digitale fotografie” bij het ICTCentrum van de PH Limburg op 05 en 12.06.2003; - de Dell Tech Tour bij Dell in Groot-Bijgaarden op 13.06.2003. G. Vercammen (TH – eenheid Management) en T. Segers (TH – eenheid Energie) waren van 19 tot 23.07.2003 te gast op de UNITAR-University in Kuala Lumpur (Maleisië).
C. Willemaerts (TH – eenheid Energie) nam deel aan de cursus en het practicum Rekstrookjestechnieken, georganiseerd door de Akron & Maesurement Group in Leuven van 09 tot 11.09.2003.
GASTDOCENTEN – PH PROJECT I, 1. “KENNISMAKEN MET DE KLAS” – 1STE JAAR (06.10 – 24.10.2003) G. Terry, The Voice Factory – Deurne: “Workshop stemvorming” (15, 20, 22.10.2003) B. Keuppens, lerares: “Workshop stemvorming” (15, 20, 22.10.2003) K. Vandekerckhove, lerares: “Natuurlijk genezen” (15.10.2003) W. Rombaut, leraar: “Backfun workshop” (07.10.2003) M. Van Thillo, directeur: “Klasbeeld en leiderschapsstijl” (07.10.2003) G. Van Hoof, ICT-docent: “ICT in de klas” (08,15.10.2003) S. Spruyt, ICT-docent: “ICT in de klas” (08, 15, 22.10.2003) PROJECT II, 1. “DE KLAS, ÉÉN GROEP EN TOCH NIET” – 2DE JAAR (06.10 – 24.10.2003) K. Timmerman, pedagoge K.H.L: “Zelfinstructiemethode” (14.10.2003) G. Moors, orthopedagoge K.U. Leuven: “Leerproblemen en stoornissen” (14.10.2003) M. Litière, kinesiste: “Schrijfproblematiek” (14.10.2003) en “Motorisch differentiëren” (15.10.2003) M. Ceyssens, orthopedagoog K.U. Leuven: “Dyslexie” (14.10.2003) H. Grietens, pedagoog K.U. Leuven: “Agressie op school” (15.10.2003)
A. Van Gysel, orthopedagoog: “Taal- en uitspraakproblemen” (13.10.2003) W. Sleurs, adviseur DVO: “Remedial teaching” (13.10.2003) PROJECT III, 1. “OPVOLGING VERZOCHT – 3DE JAAR (06.10 – 24.10.2003) L. Heylen, pedagoog CEGO: “Evalueren in het WO-onderricht” (06.10.2003) E. Billiart, psycho-pedagogisch consulent: “Leerlingvolgsystemen” (07.10.-2003) C. Verbeeck, CIB-begeleider: “Begeleiding vanuit het CLB” (07.10.2003) Y. Ameye, onderwijsbegeleider: “Huiswerkbeleid” (09.10.2003) C. Van Steeland, directeur: “Rapporteren” (08.10.2003) P. Vanbedts, onderwijzer: “Rapporteren” (10.10.2003) A. Coenen, F. VanKeer en A. Verhoeven, CEGO-Leuven: “Zorgverbreding en kind/leerling volgsystemen” (09.10.2003) J. Boyen, inspecteur: “Portfolio” (09.10.2003) I. Lombaert, CLB-medewerker: “Communicatie met ouders” (13.10.2003) E. Meurisse, nascholer: “Leerlinggericht examineren en beoordelen” (07.10.2003), “Leerlinggericht delibereren” (15.10.2003) D. Pijls, directeur: “Evaluatie in de praktijk” (07, 08.10.2003) F. Pappart, docent: “Problemen bij leerlingen detecteren, evalueren en oplossen” (08.10.2003) H. De Snerck, leraar: “Evalueren en rapporteren in LO” (08.10.2003) R. Vanoppre, leraar: “Evalueren in LO” (09.10.2003) M. Gypen, lerares: “Hoe taal evalueren” (08.10.2003)
WEKELIJKS CULTUUR OP DE CAMPUS
Cultuurparels uit de startblokken Hoeveel E’s hebben de cultuurparels? De drie van “belevenis” in ieder geval. We spelen bij GROEP T graag met lettertjes om te vertellen waar we mee bezig zijn. En de Cultuurparels bewandelen interessante wegen op zoek naar de raakpunten in de diverse activiteiten die de hogeschool onderneemt. Het leidt tot nieuwe samenwerkingen met ongeziene combinaties. Een ding hebben de Cultuurparels gemeen: het gaat om belevenissen rond een taal en cultuur die appelleren aan alle zintuigen: klanken, kleuren, geuren, smaken…
I
B. Vandermotte, UIA: “Contact met ouders” (13, 14.10.2003) R. Roger, lerares: “De B-klas” (08, 15.10.2003) A. Schotte, directrice en N. Van Hellemont, lerares: “KVS Pravo” (08.10.2003) C. Bruinjé, CLB-mederwerker: “Testen voor kleuters” (15.10.2003)
EXTERNE ACTIVITEITEN – TH BEDRIJFSBEZOEKEN 1STE KAN (OKTOBER 2003) GROEP 1. BEST – Leuven (20.10.2003) 2. BEDRIJVENCENTRUM - Leuven (13.10.2003) 3. FRISK – Leuven (14.10.2003) 4. PEC – Leuven (28.10.2003) 11. BEDRIJVENCENTRUM – Leuven (21.10.2003) 13. MATERIALISE – Leuven (09.10.2003) 14. VWR INTERNATIONAL – Leuven (06.10.2003) 15. PEC – Leuven (27.10.2003)
BEDRIJFSBEZOEKEN 2DE KAN (OKTOBER 2003) GROEP 7. BROUWERIJ HAACHT – Boortmeerbeek (16.10.2003)
EXTERNE ACTIVITEITEN - PH PROJECT I, 1 “KENNISMAKEN MET DE KLAS” – 1STE JAAR (06.10 – 24.10.2003) Eerstejaarsstudenten gingen in kleine groepjes klassen observeren, leer- en onderwijsstijlen in kaart
brengen en leermiddelen inventariseren. Dit gebeurde in 38 basisscholen en 37 secundaire scholen.
PROJECT II, 1 “DE KLAS, ÉÉN GROEP EN TOCH NIET” – 2DE JAAR (06.10 – 24.10.2003) Tweedejaars gingen in kleine groepjes na hoe gedifferentieerd en geremedieerd wordt in de klas en in de school. Ze brachten ook het aanbod van buitenschoolse instanties in kaart. Daarvoor deden ze onderzoek bij organisaties en verenigingen als Sprankel-Brabant, de vzw Zit Stil, het Orthodidactisch Centrum KINK, Passant, OBC Ter Wende, Kameleon SOW, het Steunpunt Nederlands als Tweede Taal, het Provinciaal Educatief Centrum Kessel-Lo, het Centrum voor Kinderpsychotherapie – Leuven, de Federatie Werkgroep Homoseksualiteit, het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, de Brabantse Dienst voor Thuisbegeleiding, het Centrum voor Psychoanalyse en Gezinstherapie, enz.
PROJECT III, 1 “OPVOLGING VERZOCHT. EVALUEREN EN RAPPORTEREN IN HET LICHT VAN ZORGVERBREDING” – 3DE JAAR (06.10 – 24.10.2003) Derdejaarsstudenten inventariseren in kleine groepen de instrumenten die in de loop van het schooljaar gebruikt worden om de leerlingen te evalueren. Ze bevraagden de leraars en de directie, bestudeerden de beslissingen die genomen worden bij de overgang van kleuterklas naar lager onderwijs en van lagere school naar secundaire school.
CULTUUR
talië mocht de spits afbijten met een workshop gnocchi maken. Een pasta op basis van kaas, melk en… tarwegries dit keer. Meestal rond van vorm, maar dat bepaalt je eigen creativiteit. Creatief konden we ook zijn in the jazzy, experimental art workshop on a nautical theme. Engeland heeft een geschiedenis van zeevaarders. Dit is ook in hun (schilder)kunst terug te vinden. Turner kenden we nog uit onze lessen Plastische kunsten, of was het Engels? Of allebei? Dat was net het gezellig onderonsje dat op Campus Comenius werd aangegaan. Er was een tweede editie nodig om alle geïnteresseerden gelukkig te maken. We verlaten het atelier en gaan … schoollopen, of is het straatlopen. De dakloze Guatemalteese straatkinderen ontwikkelen op straat andere vaardigheden dan gewone kinderen, maar hun leerachterstand is groot. De Mobiele School, kleurrijk en met leuke spelletjes trekt hun aandacht, verruimt hun interesse en stimuleert hen in hun ontwikkeling. Het is ook een ongedwongen manier om met hen kennis te maken en in te spelen op hun fysieke en emotionele noden. Een charla met Elisabeth Rodriguez brengt ons dichter bij hen. Dichter bij huis vonden we… Brussel… Brel, naar aanleiding van zijn vijfentwintigjarig overlijden. In een humoristische en intieme causerie “Wat baten kaars en… Brel?” bracht Toon Hillewaere een adembenemend programma, want hoe zat dat nu weer met die Flamandes? Allerheiligen
15
of Todos los santos in Mexico is geen treurig feest maar wel een Fiesta de la muerte. Luiz Márquez, de muzikale duizendpoot die al een tijdje werkzaam is in Gent, vond veel interessant materiaal in de mondelinge overlevering en traditionele Mexicaanse muziek. Met schilderijen en curieuze (zelfgemaakte) instrumenten vult hij het atrium dat voor een keer tot een begraafplaats herschapen wordt. Het actuele katholieke Mexico en de precolombiaanse Azteken, wat hebben ze ons te leren? Verder liggen de Nederlandse Antillen en Ier-
WINNAARS PRIJS VLAAMSE INGENIEURSKAMER 2003 Koenraad Decrock en Gino Renders (ings. Elektromechanica, optie EM) “Realisatie van een flexibele manufacturing factory (FMF) voor opleidingsdoeleinden” Onderneming: FLARC, Vilvoorde Promotor: ir. René Van Opstal (TH – eenheid Energie)
WINNAARS KPMGMANAGEMENTPRIJS 2003 Matias Maris en Erik Uytterhoeven (ings Chemie, optie Chemie) “Understanding how to manage projects in China” Onderneming: Ensysta Piping Systems Engineering – Shanghai (China) Promotor: dr. ir. Jos Schoeters (TH – eenheid Materie)
GENOMINEERDEN STUDIEPRIJZEN 2003 EGEMINPRIJS 2003 Gert Van Loock en Bram Wolfs (ings Elektronica, optie OT) “Analog Audio Processing” Onderneming: Sherman Productions – Testelt Promotor: prof. ir. Luc Bienstman (TH – eenheid Informatie) BARCO-PRIJS 2003 Mina Deng en Tanja Stessens (ings Elektronica, optie OT) “A labview supervised FPGA-Microcontroller Based RBG CCD Alignment Platform” Onderneming: Barco – Aarschot Promotor: prof. ir. Luc Bienstman (TH – eenheid
land in handbereik, en Chinese kalligrafie en pingpong in het verschiet. Wil je wekelijks op de hoogte gebracht worden van de aankomende cultuurparel? Contacteer gerust
[email protected]. Tot binnenkort, op één van de Cultuurparels.
Informatie) Anneleen Vandersmissen en Kristof Van Loo (ings Elektromechanica, optie EM) “Positionering bij de assemblage van SRcatheternaald, een herziene versie” Onderneming: Terumo Europe – Heverlee Promotor: ir. René Van Opstal (TH – eenheid Energie) INFORMATION TECHNOLOGY PRIZE 2003 EN KRYPTON THESIS PRIJS 2003 Stijn Eulaerts en Davy Michiels (ings Elektronica, optie ICT) “Implementatie van web-based middelware software in een Linux-omgeving op een IBM mainframe” Onderneming: KBC-Mechelen Promotor: dr. ir. Stef Desmet (TH – eenheid Informatie) WEL-PRIJZEN 2004 (Water-Energie-Leefmilieu) Kris Vanherle (ing. Chemie, optie Bio) en Laurens Verfaillie (ing. Elektromechanica, optie EM) “Heropstarten pilootinstallatie pyrolyse” Onderneming: IPAS Seperating Technology – Hasselt Promotor: dr. Patrick Lievens (TH, eenheid Leven) KBVE-prijs 2003 en CEBEL-prijs 2003 Kristof Honee en Koen Verheyden (ings Elektronica, opties OT en ICT) “Ontwerp en constructie van een microprocessor gestuurde 3 kV DC/DC hoogspanningsomvormer voor spoorwegrijtuigen” Onderneming: NMBS-Mechelen Promotor: prof. ir. Luc Bienstman (TH – eenheid Informatie)
Nele Verhenne
GROEP T – Leuven Hogeschool Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven tel. 016-30 10 30 – fax 016-30 10 40 e-mail:
[email protected] http://www.groept.be 13de jaargang, nr. 1, 30 oktober 2003 INTERVIEW verschijnt vier keer per academiejaar Verantwoordelijke uitgever: Johan De Graeve, Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven Hoofdredactie: Yves Persoons Redactiesecretariaat: Martine Groffils Interview on-line: Seany Geuns Redactieraad: Arthur D'Huys, John Caluwaerts, Guido Vercammen, Stijn Dhert, Paul Goossens, Luc Geurts, Corinne Olbrechts, Wim Polet, Jan Van Maele, Jessica Deprez, Kristien Van Hoegaarden, Sofie Claessens, Floris Hombroux, Christophe Roeygens Engelse vertaling: Martin Hughes Foto ’ s: Filip Van Loock Vormgeving: EDISON, Leuven, 016-29 24 00 Drukkerij: Artoos, Kampenhout Oplage: 23.000 exemplaren Wettelijk Depot: D/2003/2134/6
INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
INTERNATIONAL
During his visit mr. Xu Jialu, Vice-President of the Permanent Committee of the National People’s Congress, was also heartily welcomed by his Chinese compatriots, studying at GROUP T.
16
DISTINGUISHED VISITORS IN LEUVEN
Chinese top delegation confirms cooperation with GROUP T On Wednesday 8 October 2003 GROUP T welcomed an important delegation from the People’s Republic of China. Xu Jialu, the VicePresident of the Permanent Committee of the National People’s Congress –in other words the Chinese parliament– visited Campus Vesalius together with an official delegation of congress members. The delegation was accompanied by Guan Chengyuan, ambassador of the People’s Republic in Belgium and Head of the Mission to the European Union.
A
huge honour. And at the same time an important signal for GROUP T”, according to Wim Polet of the International Relations Office. “We have always been pioneers in the field of international cooperation. Our unique bond with China has in the meantime turned out to be a truly trump card. No fewer than 200 Chinese students have registered for the various programs of study given in English at GROUP T. Furthermore we have implemented numerous research projects in China including an e-learning project which has been hailed by the Ministry of Education as a model project. The result of all this is a particularly rich experience for every student and professor at GROUP T”.
Network in Asia It’s not just by coincidence that Xu Jialu and his associates visited GROUP T during their visit to Belgium and Luxembourg. During the past number of years the Institute has developed an extensive network in China and other Asian countries. Cooperation agreements have been reached with prestigious universities in Beijing, Wuhan (central China) and Hangzhou (near Shanghai). And it goes beyond agreements and declarations of intent. GROUP T invested considerable energy in providing this cooperation with a solid foundation. A shining example is the Joint International Engineering Program. The Northern Jiaotong University in Beijing, the University of Science and Technology Beijing and Zhejiang University of Technology are partners in this program. Chinese students follow first of all one year of study at their home university. They then continue their engineering education at GROUP T by following a specially organized parallel program given in English. Agreements have been reached with certain universities resulting in students being awarded two degrees after completion of their studies: one from GROUP T and one from their home university. The INTERVIEW,
jg. 13, nr. 1, 30 oktober 2003
Joint International Engineering Program began three years ago with around ten Chinese students. In the meantime there have been 120 enrolments. As a result Chinese students account for 15% of new students at GROUP T.
“
Our unique bond with China has in the meantime turned out to be a truly trump card
International know-how
in-service teacher training in a web based learning environment. This involved more than 1500 teachers spread throughout the People’s Republic. This was certainly something entirely new: never before had there been an e-learning project of this magnitude in China. Last year the Chinese Ministry of Education decided to continue this project. Furthermore, it is to be expanded to include a larger target group.
Extensive offer
’’
Not only students but also knowledge and expertise are being exchanged with increasing speed. Over the past few years GROUP T has implemented no fewer than five research projects in the People’s Republic. The first two projects dealt with “Curriculum Development for Engineering Education” and bore the name “Engineering 2000 China-Flanders”. The University of Science and Technology Beijing and Zhejiang University of Technology cooperated on these.The third project was aimed at the establishment of centers of expertise for multimedia technology and virtual reality. This resulted in a joint Masters program in e-Media Engineering organized by both GROUP T and the University of Science and Technology Beijing. Two projects relating to distance learning were organized with the prestigious Beijing Normal University. The aim of the first one was “extending the competence of teachers and school leaders in China by means of multimedia and distance learning”. The second project saw the development of a number of educational strategies for
GROUP T is heading beyond that one Joint International Program. The other study programs in English such as the Masters program in e-Media Engineering, the Advanced Certificate in Enterprising and the undergraduate programs in Information Technology and Enterprising Communication are attracting considerable interest in China. The guest of honour, Xu Jialu carries not only the title of Vice-Chairman of the Permanent Committee of the National People’s Congress, but is also professor and Vice-President of Beijing Normal University (BNU) one of the partner universities of GROUP T. And to complete the circle: Johan De Graeve, President of GROUP T was awarded a PhD in Education for his doctoral thesis on “Paradox Based Strategy for Innovative Engineering Education” from the BNU in December 2002. GROUP T has in the meantime outlined its main ideas for its future policy in China. In addition to continuing to extend cooperation with Chinese universities, the institute intends to concentrate its efforts on the system of dual degrees of Chinese students who are studying in Leuven and vice versa. Another policy option is the development of mutual extensions both in China and in Flanders and participation in the socalled “Independent Colleges” which can be set up in or in cooperation with local universities in China. Y.P.