BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL – GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL
BESTUURSCONVENANT Het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel, vertegenwoordigd door gedeputeerde P. Jansen, (de provincie) en de Gemeente Steenwijkerland, vertegenwoordigd door wethouder H.J. Boxum (de gemeente)
zijn met elkaar tot de constatering, respectievelijk de conclusie gekomen, 1. dat de Wet inrichting landelijk gebied (Stb. 2006, 666, hierna te noemen: de Wet), die op 1 januari 2007 in werking is getreden onder meer regels stelt over de verdeling van de bevoegdheden tussen Rijk en provincies bij de vaststelling, financiering en uitvoering van het gebiedsgerichte beleid met inbegrip van de reconstructie concentratiegebieden, waarbij de systematiek van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) als leidend beginsel geldt; 2. dat Gedeputeerde staten van iedere provincie ingevolge artikel 2 van de Wet zorg dragen voor de realisatie van het gebiedsgerichte beleid; 3. dat Gedeputeerde staten voor de provincie Overijssel na overleg met de gemeenten en waterschappen in deze provincie een provinciaal meerjarenprogramma voor het gebiedsgerichte beleid hebben ontworpen als bedoeld in artikel 4 van de Wet, welk programma op 13 december 2006 is vastgesteld door Provinciale Staten, onder de titel Provinciaal Meerjaren Programma, Uitvoeringsprogramma voor het Landelijk Gebied; 4. dat het onder 3. bedoelde programma voorziet in het opstellen van gebiedsprogramma’s door de bestuurlijke gebiedsoverleggen en dat bedoelde gebiedsprogramma’s voor 6 onderscheiden gebieden door de provincie en de gemeenten zijn dan wel nog zullen worden vastgesteld; 5. dat de uit de gebiedsprogramma’s voortvloeiende afspraken onder meer leiden tot financiële verplichtingen van de zijde van de provincie welke ten laste kunnen worden gebracht van het door het Rijk bij overeenkomst d.d. 18 december 2006 verleende investeringsbudget voor de periode 2007 – 2013; 6. dat de onder 5. bedoelde afspraken per gebied worden vastgelegd in het navolgende bestuursconvenant; 7. dat de concretisering van het financiële deel van deze afspraken voor wat betreft de provincie zal plaatsvinden onder toepassing van het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (Provinciaal Blad nr. 2006 - 127); 8. dat het eerste jaar van de investeringsperiode 2007 – 2013 gezien moet worden als een jaar waarin ervaring moet worden opgedaan met de nieuwe werkwijze volgens de ILG-systematiek, welke werkwijze volgens de Wet in ieder geval in het jaar 2009 moet worden geëvalueerd en dat deze werkwijze verder moet worden ontwikkeld tot een systeem van programmatische sturing;
BESTUURSCONVENANT GEMEENTE STEENWIJKERLAND
1
BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL – GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL
en hebben op grond daarvan de volgende afspraken gemaakt.
1 BEGRIPSBEPALINGEN In dit convenant wordt verstaan onder: • • • • • • • • • • •
de Wet: Wet inrichting landelijk gebied pMJP: provinciaal Meerjaren Programma, Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied Overijssel programmalijn: elk van de vijf programmalijnen zoals beschreven in het pMJP gebied: landelijke gebieden die in de systematiek van het gebiedsgericht werken zijn aangewezen, te weten Noordoost-Twente, Zuidwest-Twente, Noordoost-Overijssel, Noordwest-Overijssel, Salland en Zwolle-Kampen; BGO: Bestuurlijk Gebieds Overleg als bedoeld in het pMJP Gebiedsprogramma: het door het BGO voor het betrokken gebied opgestelde programma landelijk gebied de Overeenkomst: de tussen het Rijk en de Provincie Overijssel d.d. 18 december 2006 gesloten bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied 2007 – 2013, welke als bijlage I aan dit convenant is gehecht Investeringsperiode: de periode 2007 tot en met 2013 UBS: Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 POP2: het Plattelands Ontwikkelings Programma, 2007 – 2013 convenantspartners: de provincie en de gemeente.
2 DOEL VAN HET CONVENANT Het doel van dit convenant is het vastleggen van afspraken terzake van de gecoördineerde uitvoering van het pMJP en de gebiedsprogramma’s alsmede het vastleggen van de daaruit voortvloeiende prestaties, waarbij rekening wordt gehouden met de Overeenkomst alsmede met POP2. Voorts is het convenant bedoeld om het commitment aan het betreffende gebiedsprogramma te bevestigen en de bevoegdheden terzake van de uitvoering van het pMJP op elkaar af te stemmen. Tenslotte heeft het convenant de werking van subsidie-aanvraag op grond van het UBS. 3 OVERLEG Het bestuurlijke en ambtelijke overleg over de uitvoering van het pMJP en de gebiedsprogramma’s vindt plaats in (het kader van) het desbetreffende BGO. 4 RESULTAATSVERPLICHTING Dit convenant bevat resultaatsverplichtingen voor zover niet anders is bepaald. 5
HERZIENING PLANNEN EN BESLUITEN 1. De provincie levert de gemeente al dan niet op haar verzoek tijdig de nodige gegevens voor de noodzakelijke aanpassing van bestemmingsplannen en overige besluiten betreffende de inrichting van het landelijk gebied in verband met de uitvoering van de in dit convenant overeengekomen prestaties. 2. De provincie draagt binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders – indien de uitvoering van het pMJP dat nodig maakt - zorg voor een tijdige aanpassing van de ter zake geldende plannen. 3. De gemeente zal zich, met inachtneming van de geldende procedures en bestaande mogelijkheden tot rechtsbescherming, ervoor inspannen dat de bestemmingsplannen en overige besluiten terzake van het landelijk gebied tijdig worden aangepast teneinde de overeengekomen prestaties te kunnen realiseren.
BESTUURSCONVENANT GEMEENTE STEENWIJKERLAND
2
BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL – GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL 6 KOSTENVERGOEDING De kosten die gemoeid zijn met het herzien van plannen, etc. als bedoeld in punt 5, alsmede overige proceskosten worden geacht te zijn begrepen in de bedragen die voor de desbetreffende prestaties door de provincie bij wege van subsidie in een beschikking op grond van het UBS aan de gemeente ter beschikking worden gesteld. 7 DOORKIJK NAAR 2013 De in dit convenant bedoelde prestaties vormen het eerste deel van alle prestaties die geleverd moeten worden ter realisatie van de in het pMJP beschreven doelen in de investeringsperiode. In het voor de jaarschijf 2008 af te sluiten convenant zullen de convenantspartners de doorkijk naar het jaar 2013 terzake van die prestaties vastleggen. 8
BUDGET EN KOSTENVERDELING 1. Voor het realiseren van de prestaties als bedoeld in punt 7 van dit convenant vraagt de gemeente voor haar aandeel in die realisatie jaarlijks subsidie aan bij de provincie. De aanvraag bevat een verdeling van de totale subsidie over de verschillende prestaties. 2. Dit convenant geldt als subsidie-aanvraag als bedoeld in het UBS en bevat als bijlage II de subsidie-aanvraag van de gemeente voor het jaar 2007. 3. De gemeente verklaart met het ondertekenen van dit convenant, dat hiermee voldaan is aan de eisen die in het desbetreffende artikel van het UBS gesteld worden aan de aanvrage voor wat betreft de subsidiabele activiteit. 4. De provincie verleent aan de gemeente een subsidie met inachtneming van het bepaalde in het UBS, de Begroting 2007 van de provincie met inbegrip van de in de loop van het begrotingsjaar 2007 tot stand te brengen wijzigingen en de voor de onderscheiden prestaties op basis van de vigerende begroting ingestelde subsidieplafonds. 5. Indien de werkelijke kosten voor het realiseren van een prestatie lager zijn dan de kosten waarmee rekening werd gehouden bij het aanvragen en verlenen van de subsidie, is de gemeente gerechtigd om het niet bestede deel van het subsidiebedrag in te zetten voor het realiseren van andere prestaties die bijdragen aan de uitvoering van het pMJP in het betrokken gebied, mits de bron van het door de provincie beschikbaar gestelde budget zich daar niet tegen verzet. 6. Indien de werkelijke kosten hoger zijn dan de kosten waarmee rekening gehouden werd bij het aanvragen en verlenen van de subsidie, komt het tekort ten laste van de gemeente, tenzij daarvoor binnen het betrokken gebied een oplossing gevonden kan worden, onder de voorwaarde, dat de bron van het door de provincie beschikbaar gestelde budget zich daar niet tegen verzet. 7. Provincie en gemeente plegen overleg indien zich gevallen voordoen als bedoeld in de punten 5 en 6. 8. Medio 2007 evalueren de convenantspartijen gezamenlijk de nieuwe werkwijze voor wat betreft normkosten, monitoring en definitie van prestaties.
9 SCHADEVERGOEDING De convenantspartners zullen, indien de realisering van de prestatie leidt veroorzaken van schade aan de belangen van derden en als gevolg daarvan vergoeden van die schade door de gemeente, in onderling overleg vaststellen gevolgen van het betalen van die schadevergoeding zijn voor de realisering desbetreffende prestatie.
tot het tot het wat de van de
10 LOPENDE VERPLICHTINGEN Ter zake van lopende verplichtingen en restanttaakstellingen conformeert de gemeente zich aan het bepaalde in artikel 4 van de Overeenkomst. De terzake van die verplichtingen en taakstellingen vòòr de ingangsdatum van dit convenant gemaakte
BESTUURSCONVENANT GEMEENTE STEENWIJKERLAND
3
BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL – GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL afspraken met uitvoeringsorganisaties alsmede aangegane financiële verplichtingen worden gerespecteerd. 11 FINANCIEEL BEHEER Ter zake van het financieel beheer conformeert de gemeente zich aan het bepaalde in artikel 5 van de Overeenkomst. 12 GRONDVERWERVING Ter zake van de verwerving van gronden als onderdeel van de realisering van een prestatie conformeert de gemeente zich aan het bepaalde in artikel 6 van de Overeenkomst. Over grondaankoop door de gemeente in het kader van de realisering van de overeengekomen prestaties alsmede de financiering hiervan vindt overleg plaats tussen de gemeente, de provincie en de Dienst Landelijk Gebied. De provincie betrekt de gemeente in 2007 bij de totstandkoming van het provinciale grondbeleid en de in het aankoopstrategieplan op te nemen grondverwervingskosten. 13 EVALUATIE, MONITORING EN VERANTWOORDING Ter zake van de evaluatie, monitoring en verantwoording conformeert de gemeente zich aan het bepaalde in artikel 7 van de Overeenkomst en de daarin genoemde bijlagen. In 2007 zal er in samenspraak tussen de provincie en de gemeente duidelijkheid worden gegeven over de wijze van bepalen, meten en controleren van de overeengekomen prestaties. Gedeputeerde staten geven bij de uitreiking van de subsidiebeschikkingen nadere instructies omtrent rapportage en verantwoording als bedoeld in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht. 14 INSCHAKELING RIJKSOVERHEIDSDIENSTEN Terzake van de inschakeling van rijksoverheidsdiensten conformeert de gemeente zich aan het bepaalde in artikel 8 van de Overeenkomst en de in dat artikel bedoelde protocollen. 15
COMMUNICATIE 1. De convenantspartners stemmen hun communicatie ter zake van de uitvoering van dit convenant op elkaar af. 2. De convenantspartners zullen in hun communicatieplannen en bij de uitvoering daarvan rekening houden met dit convenant.
16 INWERKINGTREDING EN LOOPTIJD Dit convenant treedt onmiddellijk in werking nadat het door de convenantspartners is ondertekend. De looptijd bestrijkt voor wat betreft de algemene afspraken de gehele investeringsperiode en voor wat betreft de subsidie-aanvraag het jaar 2007. 17
WIJZIGING VAN HET CONVENANT 1. Indien een der convenantspartners, na inwerkingtreding van dit convenant, wijziging of aanvulling daarvan wenst, formuleert zij een voorstel daartoe. 2. In ieder geval zal er beraad tussen de convenantspartners plaatsvinden over mogelijke wijziging of aanvulling in de maand april van het jaar 2007. 3. De convenantspartners nemen een gezamenlijk besluit naar aanleiding van het in het eerste lid bedoelde voorstel. 4. Wijziging van het convenant geldt voor de gemeente – indien daarbij sprake is van een verhoging van de te leveren prestaties – als aanvullende subsidieaanvraag op grond van het UBS. 5. Tussentijdse beëindiging van dit convenant is niet mogelijk.
BESTUURSCONVENANT GEMEENTE STEENWIJKERLAND
4
BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL – GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL
18 GESCHILLEN Verschillen van mening tussen de convenantspartners ter zake van de uitleg en uitvoering van dit convenant zullen zoveel mogelijk langs minnelijke weg worden opgelost. 19. BIJLAGEN De volgende bijlagen bij dit convenant maken onderdeel uit van dit convenant: I. de Overeenkomst met de daaraan verbonden bijlagen; II. subsidie-aanvraag van de gemeente voor het jaar 2007.
Aldus overeengekomen te Steenwijk d.d. 2 februari 2007 en ondertekend in tweevoud,
Namens de provincie……………………………………………………………………………(handtekening) P. Jansen
Namens de gemeente……….…………………………………………………………………(handtekening)
H.J. Boxum
BESTUURSCONVENANT GEMEENTE STEENWIJKERLAND
5