PROVINCIAAL BLAD
Nr. 6728 9 oktober 2015
Officiële uitgave van provincie Overijssel.
Provincie Overijssel - Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011, wijzigingen B esluit: Gedeputeerde Staten d.d. 6 oktober 2015 K enmerk: 2015/0291200 I nlichtingen bij: J.E. Blekkenhorst T elefoon: 038 499 9303 E - mail:
[email protected]
ARTIKEL I Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1.6 Niet subsidiabele kosten Sub c komt als volgt te luiden: Kosten die betrekking hebben op de activiteiten die buiten de projectperiode zijn uitgevoerd. Een uitzondering hierop zijn de kosten voor het verkrijgen van de controleverklaring van de accountant. Deze kosten van derden zijn subsidiabel indien ze voldoen aan artikel 1.1.5 vierde lid. Paragraaf 4.18 Cultuurparticipatie
Artikel 4.18.3 Criteria Lid 1 sub e vervalt
Artikel 4.18.10 Verplichtingen subsidieontvanger komt te luiden: De subsidieontvanger is, in aanvulling op artikel 1.4.1 en artikel 1.4.2 verplicht om binnen 18 maanden na verlening van de subsidie de activiteit te hebben afgerond. Er wordt een nieuwe paragraaf 5.23 toegevoegd: Paragraaf 5.23 Waterveiligheid en klimaatbestendigheid IJssel-Vechtdelta
Artikel 5.23.1 Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: IJssel- Vechtdelta: gebied welke ligt binnen de gemeentegrenzen van de gemeentes Zwolle, a. Zwartewaterland en Kampen. Klimaatbestendigheid: zodanig inrichten van een gebied, dat de effecten van klimaatverandering b. opgevangen kunnen worden; Waterveiligheid: het beperken van de kansen op en effecten van overstromingen. c.
Artikel 5.23.2 Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan waterveiligheid danwel klimaatbestendigheid van de IJssel-Vechtdelta. Toelichting: Uit de definitie van klimaatbestendigheid en waterveiligheid en de criteria onder artikel 5.23.3 sub c en d valt af te leiden dat niet alle activiteiten die bijdragen aan klimaatbestendigheid en waterveiligheid in aanmerking komen voor de subsidie. Bij klimaatbestendigheid gaat het uitsluitend om maatregelen ter voorkoming van wateroverlast, droogte of hittestress. Energiemaatregelen vallen hier dus niet onder. Bij waterveiligheid moet het gaan om het treffen van maatregelen die zich richten op preventie, waterrobuuste inrichting of crisisbeheersing.
Artikel 5.23.3 Criteria Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria:
1
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
a.
b.
c.
er is sprake van samenwerking met ten minste één andere partij; Toelichting: Een aanvraag voor subsidie kan door iedereen ingediend worden. Wel moet de aanvrager aantonen dat sprake is van samenwerking. Er is sprake van samenwerking als ten minste één andere partij betrokken is bij de activiteit. Bij samenwerking valt te denken aan samenwerking met burgers, (overheids-)organisaties, ondernemingen en onderwijs etc. De vorm is vrij. Het kan een samenwerking zijn waarbij partijen afspraken met elkaar maken over de uitvoering van de activiteiten. Ook is sprake van samenwerking als er meerdere partijen financieel bijdragen aan de kosten. De aanvrager van de subsidie hoeft niet een samenwerkingsverband te zijn. Eén van de partijen kan als aanvrager of als penvoerder de subsidie aanvragen. de activiteit is innovatief in de IJssel-Vechtdelta; Toelichting: De aanvrager moet aantonen waarom de activiteit innovatief is. Bij innovatie is vaak sprake van een nieuw(e) product, techniek of proces welke toegepast wordt. Ook een reeds eerder uitgevoerde activiteit welke wel nieuw is in de IJsselVechtdelta wordt aangemerkt als innovatief. activiteiten die bijdragen aan waterveiligheid zijn gebaseerd op het principe van meerlaagsveiligheid, dit betekent dat de activiteiten zich richten op preventie, waterrobuuste inrichting of crisisbeheersing;
Toelichting: In het rapport ‘Leven met water’ staat dat waterveiligheid gebaseerd is op het principe van meerlaagsveiligheid: 1.Preventie; het betreft de preventie van primaire en regionale keringen. De veiligheid wordt bepaald door overstromingskansen gebaseerd op de risicobenadering. Ook het concept van overstroombare dijken past binnen deze laag. 2.Duurzame ruimtelijke inrichting; dit is een ruimtelijke inrichting door bijvoorbeeld compartimentering waarbij bestaande hoogten in het landschap worden opgehoogd of verbonden door nieuwe dijken/wallen aan te leggen. Ook het bouwen op terpen of aanleg van waterrobuuste bouwwerken/infrastructuur valt onder deze laag. Ook bij deze tweede laag voor de waterveiligheid wordt de inrichting gebaseerd op overstromingsrisico’s. 3.Crisisbeheersing; Crisisbeheersing bestaat uit een flexibele evacuatiestrategie, effectieve risico- en crisiscommunicatie en het voorkomen van grootschalige keteneffecten bij uitval van vitale en kwetsbare infrastructuur. activiteiten die bijdragen aan klimaatbestendigheid betreffen uitsluitend maatregelen ter voorkod. ming of beperking van wateroverlast, droogte of hittestress; de activiteiten dragen bij aan de ambities en kaders zoals verwoord in het rapport ‘Leven met e. water, Strategie waterveiligheid en klimaatbestendigheid in de IJssel-Vechtdelta’; In het rapport ‘Leven met water’ staat wat nodig is om een robuuste, waterveilige en klimaatbestendige IJsselVechtdelta te krijgen. Dit is verwoord aan de hand van een panorama, een realisatiestrategie en een uitvoeringsprogramma. Bj de realisatie van de opgave en hoofdambitie dienen de acht leidende principes als handvatten. Het gaat om de volgende principes:- waterveiligheid en klimaatbestendigheid als basis- waardevolle omgeving- toekomstvast investeringsperspectief- innovatie als motor en uithangbord- leefbaar en betrokken vanuit het gebied- bestuurlijk robuust- volhoudbaarheid door veerkracht- gebiedsontwikkeling als instrument voordat een aanvraag wordt ingediend is de aanvraag besproken met een beleidsmedewerker of f. de programmaleider van het programma IJssel-Vechtdelta van de provincie; indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107, lid 1 van het VWEU, g. dan voldoet de subsidie aan de-minimisverordening of de de-minimisverordening landbouw.
Artikel 5.23.4 Grondslag subsidie 1. 2.
De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten. De subsidie bedraagt 70% van de subsidiabele kosten indien de activiteit nieuw is in Nederland.
Artikel 5.23.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie 1. 2.
2
De aanvrager maakt bij zijn aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Waterveiligheid en Klimaatbestendigheid IJssel-Vechtdelta. De aanvrager overlegt in aanvulling op artikel 1.2.1 bij de aanvraag tevens een plan van aanpak waarin in ieder geval is omschreven hoe de activiteiten bijdragen aan de ambities en kaders zoals verwoord in het rapprt ‘Leven met water, Strategie waterveiligheid en klimaatbestendigheid in de IJssel-Vechtdelta’ uitgewerkt aan de hand van de acht leidende principes als genoemd in dit rapport. Daarnaast bevat het plan van aanpak in ieder geval een planning, een risicoparagraaf, een resultaatbeschrijving, een begroting en een financieel plan.
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
Artikel 5.23.6 Subsidieplafond Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.
Artikel 5.23.7 Weigeringsgronden In aanvulling op artikel 1.3.1 wordt de subsidie geweigerd indien: de te verlenen subsidie minder dan € 25.000bedraagt; a. de aanvraag betrekking heeft op activiteiten die wettelijk verplicht zijn; b. de aanvraag betrekking heeft op waterveiligheid of klimaatbestendigheid welke tot de reguliere c. taak van de aanvrager of van de deelnemende partijen behoort. Toelichting: Indien de aanvraag betrekking heeft op reguliere taken van bijvoorbeeld een waterschap of een gemeente, dan wordt de subsidie voor die activiteiten geweigerd.
Paragraaf 7.1 Realisatie van verkeers- en vervoersprojecten Algemene toelichting De eerste zin komt als volgt te luiden: De provincie ontvangt vanaf 2016 van het Rijk financiele middelen in de vorm van een Decentralisatie Uitkering Verkeer en Vervoer (hierna: DU V&V) voor de uitvoering van het verkeers- en vervoersbeleid op regionaal niveau. De zin beginnend met ‘De provincie dient op grond …’ wordt vervangen door: De provincie stelt jaarlijks een bestedingsplan op. ‘BDU-middelen’ wordt vervangen door middelen DU V&V ‘BDU’ wordt vervangen door: DU V&V
Artikel 7.1.1 Begripsbepalingen Sub a komt als volgt te luiden: DU V&V: Decentralisatie Uitkering Verkeer en Vervoer Sub b ‘Bestedingsplan BDU’ wordt vervangen door bestedingsplan DU V&V ‘BDU middelen’ wordt vervangen door DU V&V-middelen
Artikel 7.1.3 Criteria Sub c komt te luiden: c. Het project past in het bestedingsplan DU V&V;
Artikel 7.1.5 Subsidiabele kosten Bestaande tekst wordt lid 1 Er wordt een nieuw lid 2 toegevoegd: 2. In afwijking van artikel 1.1.6 sub c zijn de kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen subsidiabel voor zover deze gemaakt zijn na 1 oktober 2015.
Artikel 7.1.6 Indieningstermijn aanvraag Toelichting komt als volgt te luiden: Ten behoeve van een goede beoordeling van de aanvraag hebben Gedeputeerde Staten een aanvraagformulier vastgesteld. Gedeputeerde Staten stellen het aanvraagformulier beschikbaar wanneer het subsidieplafond is gepubliceerd. In het aanvraagformulier wordt de datum vermeld wanneer de aanvraag voor subsidies uiterlijk moet zijn ontvangen door de provincie.
Artikel 7.1.8 Subsidieplafond ‘BDU’ wordt vervangen door: DU V&V
3
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
Artikel 7.1.9 Volgorde van behandeling ‘voor 1 oktober’ wordt vervangen door: in het betreffende subsidietijdvak ‘BDU’wordt vervangen door DU V&V Er wordt een nieuw artikel toegevoegd:
Artikel 7.1.14 Verantwoording subsidie Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van artikel 1.5.3 tweede lid sub b, een kostenverantwoording vragen overeenkomstig de Sisa-systematiek.
Paragraaf 8.9 Haalbaarheidsstudies nieuwe energie en energiescans
Artikel 8.9.8 Verplichtingen subsidieontvanger Lid 2 komt te luiden: De subsidieontvanger stelt de haalbaarheidsstudie beschikbaar aan iedereen die er belangstelling voor heeft. Toelichting: Indien de haalbaarheidsstudie bedrijfsgevoelige informatie bevat, wordt deze ook beschikbaar gesteld, waarbij de bedrijfsgevoelige informatie geanonimiseerd mag worden.
Paragraaf 8.14 Energielening ondernemingen Er wordt een nieuw artikel toegevoegd:
Artikel 8.14.11 Verplichtingen subsidieontvanger In aanvulling op artikel 1.4.1 en 1.4.2 moet de subsidieontvanger uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de subsidieverleningsbeschikking een aanvraag indienen bij SVn voor de duurzaamheidlening.
Paragraaf 8.21 Asbest eraf, zonnepanelen erop De algemene toelichting komt als volgt te luiden: In oktober 2012 is een convenant gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gezamenlijke provincies waarin is overeengekomen dat in de periode 2012-2016 door provincies, met rijksmiddelen, een regeling wordt opgesteld en uitgevoerd om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers, voormalige agrarische ondernemers en eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok, te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst. Dit convenant is in juni 2014 aangepast.De provincies hebben op grond van dit convenant een inspanningsverplichting om te streven naar een extra sanering van 4 miljoen vierkante meter asbestdak voor 31 december 2016. Hiervoor stelt het ministerie van Infrastructuur en Milieu totaal 20 miljoen euro beschikbaar via het provinciefonds. Deze 20 miljoen euro is als volgt verdeeld over de provincies: -Drenthe € 1.044.000, -Flevoland € 523.000, -Friesland € 1.590.000, -Gelderland € 3.418.000, -Groningen € 928.000, -Limburg € 1.365.000, -Noord-Brabant € 3.568.000, -Noord-Holland € 1.387.000, -Overijssel € 2.464.000, -Utrecht € 813.000, -Zeeland € 896.000, -Zuid-Holland € 2.004.000,Iedere provincie stelt in de subsidieregeling of een apart besluit een subsidieplafond vast afgeleid van bovenstaande verdeling. Er wordt een nieuw artikel 8.21.6a Indieningstermijn aanvraag toegevoegd:
Artikel 8.21.6a Indieningstermijn aanvraag De aanvraag voor subsidie moet, in afwijking van artikel 1.2.2, ontvangen zijn uiterlijk op 31 oktober 2016.
4
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
Artikel 8.21.7 Weigeringsgrond Toelichting sub a: derde alinea vervalt. Sub b: ‘voor’ wordt vervangen door: voorafgaand aan
Artikel 8.21.9 Verplichtingen subsidieontvanger Sub a: ‘31 oktober 2015’ wordt vervangen door: 31 december 2016 Sub b: ‘31 oktober 2015’ wordt vervangen door: 31 december 2016 Er wordt een nieuwe paragraaf 8.26 toegevoegd: Paragraaf 8.26 Lokale energie-initiatieven
Artikel 8.26.1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: bedrijfsplan: een plan voor het starten van een nieuwe lokale energie-onderneming, opgesteld a. aan de hand van een door de provincie Overijssel opgesteld format Bedrijfsplan Lokale energieinitiatieven; Toelichting: Het format Bedrijfsplan Lokale energie-initiatieven is te downloaden via www.overijssel.nl/subsidie. energiebesparing: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot verminb. derd verbruik van energie, zoals gedefinieerd in het Protocol Monitoring Energiebesparing 2001; energieopwekking: duurzame energie opwekkingsvoorzieningen die het geheel of gedeeltelijk c. gebruikmaken van energie uit hernieuwbare energiebronnen mogelijk maken, zoals gedefinieerd in het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie 2010; energieproject: een project waarbij energiebesparing of energieopwekking gerealiseerd wordt en d. bijgedragen wordt aan vergroting van het aandeel duurzame energie; lokaal energie-initiatief: een initiatief met als doel om een energieproject te realiseren, waarbij: e. het aandeel nieuwe energie toeneemt en deze ambitie breed wordt uitgedragen; en i. bewoners, organisaties of bedrijven in een specifiek gebied binnen Overijssel actief worden ii. uitgenodigd om vrijwillig lid of klant te worden; en het initiatief open staat voor iedereen die wil deelnemen; en iii. leden en klanten profijt hebben van de opbrengsten die door realisatie van het energieproject iv. worden gehaald; en er sprake is van een samenwerkingsverband en een bestuur van minimaal twee personen. v. Toelichting: Een lokaal energie-initiatief start vaak, maar niet uitsluitend, met vrijwilligers, het initiatief kan verschillende rechtsvormen hebben. Sommige lokale energie-initiatieven groeien uit tot een lokale duurzame energie onderneming. Programma Nieuwe Energie: programma welke op 2 juli 2014 door Provinciale Staten is vastgesteld f. en aanpassingen ervan.
Artikel 8.26.2 Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor een lokaal energie-initiatief, waarbij subsidie kan worden verstrekt voor 3 verschillende fases van het lokaal energie-initiatief: Fase 1: de activiteiten in de idee- en ontwerpfase van een energieproject. Toelichting: Het gaat a. hierbij om activiteiten als het organiseren van bijeenkomsten, ideeën uitwerken, juridisch en financieel advies vragen, onderzoek naar haalbaarheid, aanvragen van vergunningen en de voorbereiding en het opstellen van een businesscase voor het energieproject. Fase 2: het uitvoeren van de businesscase van het energieproject; b. Fase 3: de professionalisering van het lokale energie-initiatief tot een toekomstbestendige onderc. neming; Toelichting. Hieronder vallen activiteiten die nodig zijn om een onderneming te starten en alle activiteiten die nodig zijn om het lokale energie-initiatief te verbreden naar meerdere activiteiten, meerdere bronnen, meerdere doelgroepen en/of meerdere wijken.
Artikel 8.26.3 Criteria 1.
5
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
a.
b. c. d. e.
2. 3.
4.
de aanvrager is geen natuurlijk persoon; Toelichting: Indien een natuurlijk persoon een initiatief wil starten dan kan, na overleg met de provincie, afgesproken worden dat het initiatief verder wordt uitgewerkt en nadat de rechtspersoonlijkheid is verkregen een aanvraag wordt ingediend bij de provincie. er is sprake van een lokaal energie-initiatief in Overijssel; de activiteit draagt bij aan de doelstelling en ambities van het Programma Nieuwe Energie; het energieproject is naar het oordeel van Gedeputeerde Staten realistisch en financieel haalbaar; een aanvraag of het idee om een lokaal energie-initiatief te starten, is vooraf besproken met een beleidsmedewerker Programma Nieuwe Energie van de provincie. Gedeputeerde Staten willen vanaf het begin van een lokaal energie-initiatief betrokken zijn, om indien nodig deskundigheid in te brengen en te helpen om het lokaal energie-initiatief van de grond te kunnen krijgen. Gedeputeerde Staten zijn ondersteunend en niet sturend. De initiatiefnemers moeten uiteindelijk zelf de keuzes maken die nodig zijn om het initiatief van de grond te krijgen.
Een subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub b voldoet, in aanvulling op het eerste lid, aan het criterium dat ter uitvoering van het energieproject een haalbare businesscase is opgesteld. Een subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub c voldoet, in aanvulling op het eerste lid, aan het criterium dat de professionalisering van het lokale energie-initiatief tot een toekomstbestendige onderneming is gebaseerd op een haalbaar bedrijfsplan. Indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107, lid 1 van het VWEU, dan moet de subsidie voldoen aan de de-minimisverorderning.
Artikel 8.26.4 Subsidiabele kosten In afwijking van artikel 1.1.5 en artikel 1.1.6 zijn alle kosten subsidiabel die doelmatig, reëel en direct toe te rekenen zijn aan de subsidiabele activiteit. Indien sprake is van interne loonkosten van de aanvrager dan bedraagt het uurloon : maximaal € 15,-- voor activiteiten als bedoeld in artikel 8.26.2 sub a; a. maximaal € 35,-- voor activiteiten als bedoeld in artikel 8.26.2 sub b; b. maximaal € 60,-- voor activiteiten als bedoeld in artikel 8.26.2 sub c. c.
Artikel 8.26.5 Grondslag subsidie 1.
2.
De subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub a en b samen bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 50.000 per lokaal energie-initiatief, waarvan maximaal € 20.000 subsidie voor de activiteit als bedoeld in artikel 8.26.2 sub a. De subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub c bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 50.000 per lokaal energie-initiatief.
Artikel 8.26.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie De aanvrager maakt bij zijn aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Lokale energie-initiatieven.
Artikel 8.26.7 Weigeringsgrond In aanvulling op artikel 1.3.1 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 8.26.2 onder sub a. Toelichting. Gedeputeerde Staten verlenen geen subsidie aan uitsluitend ideevorming en onderzoek naar de haalbaarheid van een Lokaal duurzaam energie-initiatief. Een idee en onderzoek naar haalbaarheid moet uiteindelijk leiden tot een businesscase.
Artikel 8.26.8 Voorschotverlening In aanvulling op artikel 1.3.3 verlenen Gedeputeerde Staten een voorschot op basis van de voortgang, behaalde resultaten en de benodigde financiële middelen. Om een voorschot te kunnen ontvangen voor de subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub b, moet de subsidieontvanger een businesscase overleggen. Om een voorschot te kunnen ontvangen voor de subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub c, moet de subsidieontvanger een bedrijfsplan overleggen.
6
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
Toelichting: Gedeputeerde Staten verlenen een subsidie van maximaal € 100.000 . Op basis van artikel 1.3.3 kunnen Gedeputeerde Staten een voorschot van maximaal 90% uitbetalen. Echter gezien de aard van de subsidie, is dit niet wenselijk. Het kan immers ook zijn dat na fase 1, de idee en ontwerpfase, blijkt dat het energieproject niet uitgevoerd kan worden. In de verleningsbeschikking worden go-or nogo momenten opgenomen en op basis van een tussengesprek met de provincie of een tussenrapportage besluiten Gedeputeerde Staten of een voorschot wordt verleen d. Om een voorschot te kunnen ontvangen voor de subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub b (uitvoeren van een energieproject) , moet de subsidieontvanger een businesscase overleggen. Om een voorschot te kunnen ontvangen voor de subsidie als bedoeld in artikel 8.26.2 sub c (professionalisering van het lokale energie-initiatief tot een toekomstbestendige onderneming) moet de subsidieontvanger een bedrijfsplan overleggen.
Paragraaf 9.15 Uitvoeren van uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta
Artikel 9.15.4 Grondslag subsidie Lid 1: ‘eerste en tweede lid’ wordt vervangen door: onder sub a en b Lid 2: ‘derde lid’ wordt vervangen door: sub c
Paragraaf 9.24 Uitvoering ontwikkelopgave EHS/Natura2000
Artikel 9.24.3 Criteria Lid 3 sub a komt als volgt te luiden: De aanvrager is benoemd in het plan van aanpak voor de betreffende fase.
Artikel 9.24.5 Subsidiabele kosten komt als volgt te luiden: Indien sprake is van loonkosten als bedoeld in artikel 1.1.5 eerste lid, sub c, dan gelden de volgende 1. maximale uurlonen: voor een projectleider: € 90 exclusief btw en € 109 inclusief btw; a. voor een omgevings-, technisch-, contractmanager of manager projectbeheersing: € 82 exb. clusief btw en € 99 inclusief btw; voor een projectsecretaris of specialist: € 74 exclusief btw en € 90 inclusief btw; c. voor een ondersteuner: € 64 exclusief btw en € 78 inclusief btw. d. 2. 3.
De kosten zoals genoemd in artikel 1.1.6 sub a zijn wel subsidiabel. De gangbare apparaatskosten van medeoverheden als bedoeld in artikel 1.1.6 sub d zijn wel subsidiabel. Hierbij gelden de volgende maximale uurlonen: voor een projectleider: € 66 exclusief btw en € 80 inclusief btw; a. voor een omgevings-, technisch-, contractmanager of manager projectbeheersing: € 58 exb. clusief btw en € 70 inclusief btw; voor een projectsecretaris of specialist: € 51 exclusief btw en € 61 inclusief btw; c. voor een ondersteuner: € 41 exclusief btw en € 49 inclusief btw. d.
4.
In afwijking van artikel 1.1.6 sub c zijn de kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen wel subsidiabel, voor zover deze zijn gemaakt na 1 januari 2014.
Paragraaf 9.25 Ontwikkelopgave Twickel
Artikel 9.25.1 Begripsbepalingen Sub a en sub b vervallen
Artikel 9.25.2 Subsidiabele activiteiten Sub a onder ii komt als volgt te luiden: maatregelen die een schuur, een stal of het agrarisch gebruik van een schuur of een stal verbeteren Sub d, onder i vervalt Sub d onder iii komt als volgt te luiden:
7
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015
Realisatie van zonnepanelen, mits deze maatregel wordt gevcombineerd met het verbeteren van een stal als bedoeld in artikel 9.25.2 sub a onder ii.
Artikel 9.25.3 Criteria Lid 1 sub e komt als volgt te luiden: Indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan moet: de subsidie als bedoeld in artikel 9.25.2 sub a onder ii en iii, sub b en sub c voldoen aan de voori. waarden van artikel 14 van de Vrijstellingsverordening Landbouw; de subsidie als bedoeld in artikel 9.25.2 sub a onder i en sub e moet voldoen aan de de-minimisii. verordening Landbouw. Lid 2 komt te luiden: Een subsidie als bedoeld in artikel 9.25.2 sub a onder ii voldoet aanvullend op het eerste lid aan het criterium dat sprake moet zijn van een dak dat minimaal 250m2 asbest bevat.
Artikel 9.25.5 Grondslag subsidie Lid 1: ‘a en’ vervalt. Lid 2: ‘artikel 9.25.2 sub b, c en d’ wordt vervangen door: artikel 9.25.2 sub a, b, c en d
Artikel 9.25.8 Weigeringsgronden Er wordt een lid 3 toegevoegd: In aanvulling op artikel 1.3.1 wordt de subsidie geweigerd als de totale subsidie voor de subsidiabele activiteiten meer bedraagt dan 40% van de subsidiabele kosten of meer bedraagt dan € 500.000.
Hoofdstuk 16 Slotbepalingen Artikel 16.1 Onvoorziene omstandigheden vervallen
ARTIKEL II De wijzigingen treden in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal Blad.
8
Provinciaal blad 2015 nr. 6728
9 oktober 2015