College van Bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN
Besluit
datum
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Informatica van de Hanzehogeschool te Groningen
1. Inleiding
9 mei 2005 onderwerp
Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Informatica Hanzehogeschool Groningen ons kenmerk
NVAO/20051233/CT bijlagen
Bij brief van 29 oktober 2004 heeft de heer drs. H.P. Pijlman, voorzitter van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen te Groningen, hierna: Hanzehogeschool, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna: WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Informatica ingediend. Het betreft een opleiding met een voltijd- en een deeltijdvariant die blijkens de aanvraag te Groningen wordt verzorgd.
2
Ter ondersteuning van de aanvraag heeft de Hanzehogeschool een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): NQA. Het rapport van de NQA, hierna: VBI-rapport (ongedateerd), heeft de NVAO ontvangen op 3 november 2004. De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 18 en 19 mei 2004. Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader hoger onderwijs [hbobachelor] van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader.
2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding heeft beroepsprofielen en eindkwalificaties ontleend aan het document Het beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I (2000), waaraan zij zelf actief heeft bijgedragen. Het landelijk document geeft ook een aantal beroepscompetenties van de informaticus. Deze hebben respectievelijk betrekking op: omvang, complexe architectuur, interfacing tussen systemen, databasemanagementsystemen en software componenten. De afdeling heeft geen vergelijking van de eindkwalificaties met een internationaal referentiekader gemaakt. Wel heeft het panel vastgesteld dat uit de lijst van organisaties die het beroepsprofiel hebben gevalideerd, een ruime internationale oriëntatie blijkt.
Inlichtingen
Parkstraat 28 | Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag
Fred Mulder
P.O. Box 85498 | 2508 CD The Hague | The Netherlands
070 312 23 54
[email protected]
T +31 (0)70 312 2300 | F +31 (0)70 312 2301
[email protected] | www.nvao.net
pagina 2 van 7
De opleidingen gaan uit van de voorbeeldfuncties uit Het beroepsprofiel en opleidingsprofiel HBO-I (2000) met kenmerkende taken en verrichtingen die gelden voor startfuncties en doorgroeifuncties. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ als voldoende. Ad: Programma Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. Studenten werken in projectgroepen aan cases die aan de beroepspraktijk zijn ontleend. Bij de deeltijdopleidingen is eenderde van de credits gereserveerd voor stages. De meeste studenten krijgen hiervoor vrijstelling op basis van het werk dat zij in de beroepspraktijk verrichten. De afstudeeropdracht heeft betrekking op een onderwerp uit de eigen werksituatie. De afdeling streeft volgens het zelfevaluatierapport structureel naar vernieuwingen in het programma, zodat actuele ontwikkelingen in het programma worden verwerkt. Op advies van de beroepenveldcommissie is een specialisatie Exploitatie en Beheer ontwikkeld. De afdeling heeft gekozen voor het OO-paradigma met Java als programmeertaal. Daarnaast is er aandacht voor zaken als Linux, e-business, UML, workflow management en enterprise resource planning. Via keuzemodulen worden onderwerpen als games, multimedia en mobiele communicatie aangeboden. In thema’s met Oracle als tool is er aandacht voor webtechnologie en multiusertoepassingen. Het panel stelt vast, op grond van bekeken boeken, readers en opdrachten dat het studiemateriaal en de casuïstiek door de bank genomen voldoende actueel en beroepsgericht zijn. Het panel heeft vastgesteld dat de landelijke eindkwalificaties adequaat in competenties per thema zijn vertaald. In de inleiding van een themamap wordt de plaats van het thema in het curriculum beschreven. In een thema wil de afdeling geïntegreerd onderwijs rond een beroepstaak aanbieden. De teamcoördinator bewaakt de samenhang binnen de leerlijnen. In het managementteam van de afdeling worden de grote lijnen van beide opleidingen besproken. In het oude curriculum liepen studenten vertraging op door de kleine onderwijseenheden en het lang uitstellen van tentamens. In het nieuwe curriculum is daarom uitgegaan van grotere onderwijseenheden en dat blijkt studenten te stimuleren het onderdeel af te ronden. Herkansingen van sommige onderdelen kunnen in het nieuwe curriculum nog binnen een themablok worden gedaan. Tentamens kunnen op een maandagochtend in het volgende onderwijsblok worden herkanst. Zowel bij voltijd als deeltijd zijn per september 2004 alle havisten, vwo’ers en mbo’ers met niveau 4 toelaatbaar. Buitenlanders moeten een gelijkwaardig diploma hebben en het diploma staatsexamen NT2 op niveau 2. Bij de voltijd zijn in de propedeuse de werkvormen tamelijk strak georganiseerd om een brug te slaan naar het voortgezet onderwijs en het hbo. Bij de deeltijd zijn de werkvormen aangepast aan de doelgroep: werkende, gemiddeld oudere studenten. Zij hebben ook minder contacturen. In overleg met vier noordelijke ROC’s is er een versnelde propedeuse voor mbo’ers ontwikkeld. Ook voor vwo’ers bestaat er een verkort programma in de vorm van een propedeuse van een half jaar. Uit verslagen van gesprekken met studenten blijkt dat de verkorte routes worden gewaardeerd. De opleiding voldoet aan de formele eisen van een curriculumomvang van 240 ECTS. Het onderwijsconcept van de faculteit Techniek is in april 2001 vastgesteld. Het didactische concept van de afdeling Informatica is daarvan afgeleid. Er is gekozen voor een competentiegerichte inrichting van het onderwijs met als kernbegrippen: het beroep centraal; activerende en motiverende werkvormen; de student als partner in het onderwijs; de docent als innovator, opdrachtgever, expert en coach; een effectieve leeromgeving. De opleidingen hebben gekozen voor de onderwijsontwikkelmethodiek ‘4 Component / Instructional Design’ (4C/ID), die door de Open Universiteit en de Universiteit van Maastricht
pagina 3 van 7
is ontwikkeld. In deze methodiek staat de uitvoering van een complete beroepstaak binnen een onderwijsblok centraal. Op hogeschoolniveau ligt er een concept-toetsbeleidsplan (april 2004) dat richtinggevend moet worden voor alle opleidingen. De opleiding heeft toetsvormen gekozen die passen bij de inrichting van de thema’s en daarmee bij de leerdoelen in de thema’s. Bij de projecten is sprake van één of meer producten in de vorm van onderzoeksrapporten en/of softwareproducten met een bijbehorend verslag. De meeste modulen worden door meer dan één docent verzorgd. Dit docententeam is verantwoordelijk voor de samenstelling van de toetsing, de normering en de beoordeling. De criteria voor de beoordeling van de afstudeeropdracht zijn tot stand gekomen in samenwerking met de beroepenveldcommissie. Het afstudeerproject wordt door twee docenten beoordeeld. De beroepenveldcommissie is als extern deskundige betrokken bij de afstudeerpresentaties. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Programma’ als voldoende. Ad: Inzet personeel Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. Zo’n 30 procent van de docenten heeft recente praktijkervaring. Door alle voltijd docenten voor stages en afstudeerprojecten in te zetten, komen zij elk jaar in aanraking met de beroepspraktijk waardoor zij de relatie met die beroepspraktijk kunnen leggen. Aan de andere kant is het werkveld van mening dat de opleidingen meer gebruik kunnen maken van de contacten tijdens stages en afstudeerprojecten met het bedrijfsleven. Bij de deeltijd werken zowel docenten uit de voltijd als docenten die uitsluitend in deeltijd werkzaam zijn. Deze laatsten zijn daarnaast in de beroepspraktijk werkzaam. Het panel heeft vastgesteld dat de beroepenveldcommissie ook wordt ingezet voor het verzorgen van gastlessen. De student-docent-ratio bedraagt over het jaar 2003-2004 34,5 waarbij is uitgegaan van alle fte die aan onderwijsuitvoering en onderwijsontwikkeling worden besteed. De afdeling vindt de ratio hoog en een verdere vergroting niet acceptabel. Binnen de Faculteit Techniek is voor een competentieprofiel voor docenten gekozen, bestaande uit vier kerncompetenties: studentgerichtheid, resultaatgerichtheid, veranderbereidheid en samenwerken. In het Meerjarenbeleidsplan 2003-2007 van de afdeling Informatica zijn plannen en acties vastgelegd voor de handhaving en bevordering van kwaliteit van het personeel. Op basis van de nulmeting naar de vier kerncompetenties krijgen medewerkers de mogelijkheid deze op het gewenste niveau te ontwikkelen. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Inzet personeel’ als voldoende. Ad: Voorzieningen Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. Op basis van een rondleiding door het gebouw en gesprekken met studenten en docenten stelt het panel vast dat de onderwijsruimtes en werkruimtes van docenten voldoen. De mediatheek is voldoende toegerust. Er zijn twee helpdesks waarvan één bemand is door studenten. Door de vlucht van het projectonderwijs, waarop bij de bouw niet was gerekend, was er een tekort aan projectruimtes. Na de verbouwing is in het studielandschap ruimte voor ongeveer 30 projectgroepen ontstaan. Verder zijn er ruim 500 inplugpunten voor laptops in het gebouw. Door middel van Blackboard is in de hele hogeschool een elektronische leeromgeving gecreëerd. Daarnaast beschikt de afdeling over een eigen netwerk met een eigen serverpark waarop 100 pc’s in vijf ‘eigen’ computerlokalen zijn aangesloten. Dit is nodig in verband met de specifieke applicaties die krachtiger machines vragen, maar ook om beter op nieuwe
pagina 4 van 7
ontwikkelingen te kunnen inspelen. Het mentoraat in de propedeuse omvat het verstrekken van informatie, studieadvisering en het voeren van studievoortgangsgesprekken (Handboek Studieloopbaanbegeleiding van de Faculteit Techniek, 1999). In de hoofdfase is volgens het zelfevaluatierapport de studiebegeleiding geïntegreerd met aandacht voor de professionele persoonlijke ontwikkeling van de student. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Voorzieningen’ als voldoende. Ad: Kwaliteitszorg Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding hanteert in voldoende mate een dekkend kwaliteitszorginstrumentarium voor het meten en bijstellen van het onderwijs. Dit concludeert het panel op basis van het overzicht van de gebruikte kwaliteitszorginstrumenten in het zelfevaluatierapport en op basis van de enquêtes die zij heeft bekeken en gebruikt voor de bewijsvoering op veel facetten. De afdeling heeft waar van toepassing per instrument streefcijfers geformuleerd. De afdeling stelt zichzelf ten doel om een systeemgerichte organisatie te worden (EFQM fase 3) met valide en betrouwbare methoden om onderwijs en organisatie te evalueren. Het panel heeft vastgesteld dat de afdeling veel instrumenten gebruikt, maar dat de toetsing niet altijd valide en/of betrouwbaar is (bijvoorbeeld werkveldenquête), waardoor de afdeling haar eigen doelstelling niet waarmaakt. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld, maar ook met studenten uit de opleidingscommissie blijkt dat voorgenomen verbeteringen daadwerkelijk doorgevoerd worden. Het panel heeft vastgesteld dat studenten, medewerkers en werkveld bij veel evaluatie-activiteiten zijn betrokken. Uit het overzicht blijkt echter dat de groep alumni slechts bij twee activiteiten is betrokken: het onderzoek voor de HBO-monitor en de visitatie in verband met de accreditatie. Het panel heeft vastgesteld dat de betrokkenheid van alumni een verbeterpunt vormt in het activiteitenplan voor 2003-2004. De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’ als voldoende. Ad: Resultaten Het NQA-panel komt tot de volgende vaststellingen. De opleiding toetst de eindkwalificaties op basis van het afstudeerproject. Bij de beoordeling van afstudeerprojecten wijken de beoordelingen van de externe deskundigen niet significant af van die van de docenten. De opdrachtgevers zijn over het algemeen positiever dan de docenten en de externe deskundige. Het panel heeft vastgesteld dat de afstudeerwerkstukken die het heeft bestudeerd, voldoende niveau hebben. Het panel heeft vastgesteld dat de afdeling op een aantal aspecten haar eigen streefcijfers voor de voltijd niet haalt. Uitgaande van de cijfers voor I en BI samen ligt de gemiddelde studieduur van studiestakers met 1,95 ruim boven de gewenste 1,3. Ook het uitvalpercentage na twee jaar ligt met 51 procent ruim boven de norm van 40. De gemiddelde studieduur geslaagden en het diplomarendement liggen in de buurt van de streefcijfers. De uitval na twee jaar ligt ver boven de streefnorm. In 1997 heeft de afdeling onderzoek gedaan naar de doorstroom en voorstellen ontwikkeld om deze te verbeteren. De afdeling heeft de volgende maatregelen genomen: de drempel om door te mogen stromen naar het tweede jaar is verhoogd tot 36 studiepunten, er is een herstartklas in de propedeuse gevormd en er zijn eisen aan de voorkennis bij studieonderdelen gesteld. Verder is er in de faculteit een bindend studieadvies ingevoerd waardoor het aantal studiestakers na het tweede jaar is gedaald. Het uitvoeren van de afstudeeropdracht in koppels blijkt een positief effect op het zonder vertraging afronden van de studie te hebben.
pagina 5 van 7
De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. Derhalve beoordeelt de NVAO het onderwerp ‘Resultaten’ als voldoende.
3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen te Groningen in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 22 maart 2005 naar voren te brengen. Het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen heeft bij e-mail van 27 april 2005 van deze gelegenheid gebruik gemaakt en geattendeerd op twee tekstuele onvolkomenheden. De NVAO heeft deze in het besluit rechtgezet. Op grond van het voorgaande besluit de NVAO dat accreditatie wordt verleend aan de hbobachelor Informatica van de Hanzehogeschool Groningen te Groningen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding.
Den Haag, 9 mei 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
Marc Luwel (vice-voorzitter)
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.
Bijlage 1: overzicht van panelbeoordelingen Bijlage 2: de samenstelling van het panel
pagina 6 van 7
Bijlage 1: Overzicht van panelbeoordelingen Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Voltijd & Deeltijd Positief Goed Goed Goed
Programma Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Positief Voldoende Voldoende Goed Goed Goed Goed Voldoende Voldoende
Inzet van personeel Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Positief Voldoende Voldoende Voldoende
Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Positief Voldoende Voldoende
Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Positief Voldoende Goed Voldoende
Resultaten Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Positief Voldoende Voldoende
pagina 7 van 7
Bijlage 2: de samenstelling van het panel Weyzen, W.P. (voorzitter)
Auditdeskundigheid: voorzitter visitatiecommissie, panellid proefaccreditering hbo; Onderwijsdeskundigheid: studie onderwijskunde, onderwijservaring in wo; Domeindeskundigheid: Werkvelddeskundigheid: Internationale deskundigheid: -
Sevenstern, J.H.H.R.F.
Auditdeskundigheid: lid visitatiecommissie; Onderwijsdeskundigheid: Domeindeskundigheid: via werkervaring (zie onder); Werkvelddeskundigheid: diverse ICT-managementposities; Internationale deskundigheid: binnen Randstad verantwoordelijk voor de ICT van de Europese werkmaatschappijen.
Wagter, H.
Auditdeskundigheid: vele project audits, lid visitatiecommissie; Onderwijsdeskundigheid: deeltijd hoogleraar Bouwkunde CAD, TUE; Domeindeskundigheid: via werkervaring (zie onder); Werkvelddeskundigheid: diverse ICT-managementposities; Internationale deskundigheid: diverse projecten.
Pasman, J. (student-lid)
tweedejaars voltijd Bedrijfskundige Informatica HAN
Göbel, P. (secretaris)
Auditdeskundigheid: NQA-auditor, Lloydstraining; Onderwijsdeskundigheid: 20 jaar werkervaring in hbo; Domeindeskundigheid: Werkvelddeskundigheid: Internationale deskundigheid: -