Hanzehogeschool Groningen, Groningen Opleiding: Croho: Varianten:
Elektrotechniek; hbo-bachelor 34267 voltijd/deeltijd
Visitatiedatum:
15 april 2008
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli 2008
2/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 11
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 30 32 34
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Opleidingscompetenties
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
37 38 43 47 51 52
3/55
4/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
5/55
6/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Elektrotechniek van Hanzehogeschool Groningen heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in februari 2008, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 15 april 2008. Het panel bestond uit: De heer ing. H.H. Tuininga (voorzitter, domeinpanellid); De heer dr.ir. C.J.M. Verhoeven (domeinpanellid); De heer P. de Vries (studentpanellid); De heer dr. N.P. Vergunst (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Tot september 2004 kende de Hanzehogeschool Groningen (HG) een faculteitsstructuur, bestaande uit 4 faculteiten: Techniek, Economie, Gamma en Kunsten. Vanaf september 2004 bestaat de HG in totaal uit 18 Schools. Een School is een organisatorische, inhoudelijk samenhangende eenheid die bestaat uit één opleiding of uit meerdere inhoudelijk verwante opleidingen. De HG heeft op dit moment zo'n 70 bacheloropleidingen en 11 master- en voortgezette opleidingen, ruim 20.000 studenten en ruim 2.200 medewerkers.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
7/55
Vanaf 2002 zijn binnen de HG lectoraten ingesteld. In januari 2008 had de HG 18 lectoraten en waren 7 lectoraten in voorbereiding. Een aantal lectoraten is gebundeld in kenniscentra, die zich elk richten op een breed onderzoeksthema. Het Instituut voor Engineering bevat de opleidingen Elektrotechniek, Human Technology, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde en de deeltijdopleiding Engineering. Het instituut heeft ruim 1.300 studenten en 95 medewerkers. De opleiding Elektrotechniek kent een voltijd- en een deeltijdvariant. De voltijdopleiding wordt al lange tijd aangeboden in Groningen. De deeltijdopleiding Elektrotechniek is in 2004 opgegaan in de deeltijdopleiding Brede Bachelor of Engineering (BBoE). Naast Elektrotechniek maken Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde onderdeel uit van deze brede bachelor. De opleiding Elektrotechniek is in 2002 gevisiteerd. De belangrijkste verandering naar aanleiding van de aanbevelingen van de visitatiecommissie is dat het aanbieden van een gemeenschappelijke propedeuse met Technische Informatica vanaf september 2003 is stopgezet. Daardoor komen in de zelfstandige propedeuse van Elektrotechniek de basisvakken meer tot hun recht. De overige aanbevelingen zijn voor een groot deel als onderdeel van het Project Herontwerp meegenomen. In het huidige competentiegerichte curriculum van de voltijd- en van de deeltijdvariant zijn aanbevelingen ten aanzien van toetsing en niveau verwerkt. In het jaar 2007/2008 stonden 172 studenten ingeschreven voor de voltijdopleiding en 74 voor de deeltijdopleiding. In de propedeuse waren 57 studenten ingestroomd in de voltijdopleiding en 27 in de deeltijdopleiding. De student-docentratio voor het Instituut voor Engineering is 22,9. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode maart-april 2008 inhoudelijk voor op het bezoek d.d. 15 april 2008. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een
8/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden, werkveldvertegenwoordigers en met een lid van het College van Bestuur. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juni 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in juli 2008 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juli 2008. Het visitatierapport is uiteindelijk in juli 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
9/55
vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen.
10/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Opleiding Elektrotechniek Goed Goed Goed Positief Goed Goed Goed Goed Goed Voldaan Goed Goed Positief Voldoende Voldoende Goed Positief Goed Voldoende Positief Goed Vt: Voldoende Dt: Goed Vt: Voldoende Dt: Goed Positief Voldoende Voldoende Positief
11/55
Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten 1.1 Domeinspecifieke eisen, 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie HBO Bachelor goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 Eisen HBO, 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma, 2.4 Studielast, 2.5 Instroom, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud en 2.8 Beoordeling en toetsing goed en facet 2.6 Duur voldaan. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Het panel beoordeelt de facetten 3.1 Eisen HBO en 3.2 Kwantiteit Personeel voldoende en facet 3.3 Kwaliteit Personeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt het facet 4.1 Materiële voorzieningen goed en facet 4.2 Studiebegeleiding voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt voor de deeltijdopleiding de facetten 5.1 Evaluatie resultaten, 5.2 Maatregelen tot verbetering en 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld goed en voor de voltijdopleiding het facet 5.1 Evaluatie resultaten goed en facetten 5.2 Maatregelen tot verbetering en 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Het panel beoordeelt de facetten 6.1 Gerealiseerd niveau en 6.2 Onderwijsrendement voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
12/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
13/55
14/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De eindkwalificaties van de voltijdopleiding zijn geformuleerd in 25 competenties. Hiervan zijn er 15 specifiek voor een beginnend hbo-ingenieur elektrotechniek en 10 algemeen (zie Beroepsprofiel Elektrotechniek, 2002). • Deze 25 competenties zijn overgenomen van het landelijk beroepsprofiel Elektrotechniek, dat is vastgesteld in het landelijk overleg waaraan de Hanzehogeschool heeft deelgenomen. • De competenties van de voltijdopleiding zijn via het landelijk overleg elektrotechniek afgestemd met het werkveld. Het profiel van de voltijdopleiding van de Hanzehogeschool zal binnenkort bijgesteld worden. Hierbij zal de eigen werkveldadviescommissie ook betrokken worden. De werkveldadviescommissie van de voltijdopleiding is onlangs weer operationeel geworden. • De deeltijdopleiding Elektrotechniek maakt samen met Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde deel uit van de Brede Bachelor of Engineering (BBoE). De competenties van de Brede Bachelor of Engineering zijn door het landelijke Cluster Engineering vastgesteld. Hierin zijn naast de hogescholen het bedrijfsleven en de brancheorganisaties vertegenwoordigd. Op verzoek van het panel heeft de opleiding middels een competentiematrix overtuigend aangetoond dat alle competenties van de brede bachelor of Engineering aansluiten bij de 15 beroepsspecifieke competenties van elektrotechniek. • Voor ieder themablok zijn de betreffende opleidingscompetenties weer verder vertaald in de deelcompetenties die aan bod komen in het themablok. • De competenties die gelden voor de deeltijdopleiding, alsmede de uitwerking daarvan in het programma, worden regelmatig voorgelegd aan en afgestemd met de werkveldadviescommissie van de deeltijdopleiding. Het opleidingsprofiel van de deeltijdopleiding van de Hanzehogeschool dat het panel heeft ontvangen, is voor het laatst gewijzigd in februari 2008. • De opleiding Elektrotechniek werkt samen met internationale partners, zoals hogescholen in Bremen, Stralsund en Bonn. Mede hierdoor is de opleiding op de hoogte van de inhoud en het niveau van vergelijkbare opleidingen in het buitenland. In het profiel van zowel de voltijd- als deeltijdopleiding wordt expliciet gerefereerd aan internationale ontwikkelingen die relevant zijn voor de toekomstige beroepsbeoefenaar. Men verwacht van de afgestudeerden ook dat ze in staat zijn om in internationaal teamverband samen te werken.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
15/55
•
•
•
•
In de gesprekken met het panel heeft het opleidingsmanagement aangegeven dat men zich met name richt op de energiebranche en de biomedische industrie. Ook heeft de opleiding aangegeven dat men sinds 2005 banden heeft met het Energie Kennis Centrum van de Hanzehogeschool. In de gesprekken met het panel heeft het werkveld aangegeven dat men tevreden is over de afgestudeerden van de voltijd- en deeltijdopleiding die men in dienst heeft genomen. Het werkveld vindt het goed dat Elektrotechniek als aparte (voltijd-) opleiding in stand is gebleven. Het bedrijfsleven heeft behoefte aan afgestudeerden die beschikken over de technische vaardigheden van het vak en dat wordt door deze opleiding aangeboden. In de gesprekken met het panel hebben enkele afgestudeerden van de voltijd- en deeltijdopleiding aangegeven dat ze goed uit de voeten kunnen met de techniek. Een aantal van de afgestudeerden van de voltijdopleiding had behoefte aan een academisch vervolgopleiding en volgt nu een masteropleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het panel is van oordeel dat de te bereiken eindkwalificaties van de voltijd- en de deeltijdopleiding, hoewel enigszins verschillend, goed aansluiten bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een beginnend hbo-ingenieur elektrotechniek.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In het zelfevaluatierapport zijn alle opleidingscompetenties gekoppeld aan de 10 algemene hbo-kernkwalificaties in een tabel. Deze 10 algemene hbo-kernkwalificaties sluiten vervolgens voldoende aan bij de internationaal geaccepteerde beschrijving van een bachelor, middels de Dublin descriptoren (zie document Dublin descriptoren hbo-kernkwalificaties). • De opleidingscompetenties sluiten aan bij de Dublin Descriptoren. Zo is bijvoorbeeld de Dublin Descriptor ‘leervaardigheden’ onder andere geoperationaliseerd in de opleidingscompetenties ‘kan kennis en vaardigheden delen, up to date houden en uitbreiden’ en is de Dublin Descriptor ‘toepassen kennis en inzicht’ onder andere geoperationaliseerd in ‘kan modellerings-, simulatie-, meet- en beproevingstechnieken gebruiken’. • Het panel vindt dat de opleiding goed heeft aangetoond dat de eindkwalificaties passen bij een hbo-bachelor niveau, omdat ze aansluiten bij de algemene hbo-kernkwalificaties en de Dublin Descriptoren.
16/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De werkveldadviescommissie (WAC) van de Brede Bachelor of Engineering komt regelmatig bijeen en adviseert regelmatig over het profiel en het programma van de deeltijdopleiding. • De WAC van de voltijdopleiding is in 2008 (opnieuw) gestart en heeft nog nauwelijks een rol gespeeld in het adviseren over de aansluiting van de opleiding bij de beroepspraktijk, maar zal wel betrokken worden bij het opstellen van het nieuwe opleidingsprofiel. Het instituut heeft de laatste tijd veel aandacht besteed aan het Energie Kenniscentrum van de Hanzehogeschool, waarin het lectoraat samen met het bedrijfsleven werkt aan kennisontwikkeling dat mede relevant is voor Elektrotechniek. Dit kenniscentrum kan een rol gaan spelen in de borging van de competenties van de opleiding, omdat men hierdoor beter op de hoogte is van de behoeftes vanuit het bedrijfsleven en de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. • De opleiding onderhoudt voortdurend contact met het werkveld middels de bedrijfsbegeleiders bij de stageverlenende bedrijven. • Studenten worden opgeleid tot een beginnend hbo-ingenieur Elektrotechniek die kan functioneren in verschillende werkvelden, waarvan het gemeenschappelijk kenmerk is de toepassing van elektriciteit als energiedrager en/of informatiedrager. De hboingenieur kan hierin verschillende rollen vervullen, zoals adviseur, beheerder, ontwerper, ontwikkelaar en service engineer. • In de gesprekken met het panel heeft het werkveld aangegeven dat zowel de voltijdals deeltijdopleiding voldoende open staan voor het bedrijfsleven. Ook heeft men aangegeven dat afgestudeerden in staat zijn te beginnen als ingenieur in de elektrotechniek. • Volgens de HBO-Monitor 2006 is een meerderheid van de afgestudeerden van mening goed te zijn voorbereid op de competenties die voorkomen in de functie waarin men werkzaam is. • Het panel vindt de eindkwalificaties van de opleiding voldoende afgestemd met het werkveld. De werkveldcommissie van de voltijdopleiding heeft weliswaar enkele jaren niet gefunctioneerd, maar door de goede contacten van de opleiding met het werkveld, via onder andere de bedrijfsbegeleiders en het kenniscentrum, acht het panel de afstemming voldoende. Sinds maart 2008 is de WAC weer actief. • De werkveldcommissie van de deeltijdopleiding heeft de afgelopen jaren normaal gefunctioneerd en derhalve de beoogde rol kunnen spelen in de afstemming van de opleiding met het werkveld.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
17/55
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft in een bijlage een overzicht geboden van de gebruikte literatuur per jaar. De themacoördinator heeft een bewakende rol ten aanzien van de actualiteit van de literatuur bij een thema. Het panel heeft deze overzichten bekeken en tijdens het bezoek de boeken ingezien. Het panel vindt dat de literatuur een goede weerspiegeling is van de actuele stand van het nationale en internationale vakgebied en dat de gebruikte literatuur kennisontwikkeling stimuleert. • Het programma speelt in op actuele ontwikkelingen in het vakgebied, zoals bijvoorbeeld op het terrein van duurzame energie. Dit gebeurt middels de themablokken. • De kennisontwikkeling van studenten vindt plaats in interactie met de beroepspraktijk doordat het programma is opgebouwd rond thema’s waarin steeds een complexe beroepstaak centraal staat, zoals systemen ontwerpen, systemen beveiligen, adviseren en beheren, communiceren. Verder worden studenten in het ondersteunend onderwijs in contact gebracht met de beroepspraktijk middels excursies en gastcolleges. • Het thema-onderwijs wordt beschreven in themamappen. Hierin komt ook de relatie met de actuele beroepspraktijk aan de orde, bijvoorbeeld in de doelformulering van het thema en in opdrachten en casuïstiek en wordt de verbinding gelegd tussen theorie en praktijk. Aan sommige thema’s is een practicum verbonden, waarbij de beroepspraktijk wordt nagebootst in laboratoria. • In het thema-onderwijs werken studenten aan projecten, die toegepast kunnen worden in het bedrijfsleven. In deze binnenschoolse projecten ontwikkelt de student dus zijn beroepsvaardigheden. De omvang van de projecten neemt in de loop van de opleiding toe: van 1 tot 3 ECTS per project in jaar 1 naar 6 ECTS in jaar 4. Voorbeelden van projecten zijn: de Hartmonitor (Embedded Systems), Sturen op afstand (Communicatie), Duurzame Energie (Advies & Beheer) en Loopcatbesturing (Industriële besturing). • De stage(s) en de afstudeeropdracht worden uitgevoerd in de beroepspraktijk. Het oriënterend semester (30 ECTS) in het tweede jaar biedt ruimte voor een
18/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
•
•
•
• •
oriënterende stage (keuze-onderwijs). Tijdens de verplichte vaktechnische stage (30 ECTS) vergroot de student zijn vaktechnische competenties. De afstudeeropdracht is meestal een bedrijfsopdracht waaraan gedurende een half jaar wordt gewerkt, veelal binnen het betreffende bedrijf. Tijdens de stage en tijdens het werken aan de afstudeeropdracht wordt de student mede begeleid door een bedrijfsbegeleider. In de voltijdopleiding kan de student op verschillende manieren internationale ervaring opdoen. In de keuzeruimte kan een studieonderdeel in het buitenland worden gevolgd, de stage en/of afstudeeropdracht kan in het buitenland plaatsvinden. Studenten die kiezen voor IBE of IPGD kiezen voor een internationale afstudeerrichting. Voorbeelden van studieonderdelen in het buitenland zijn het Intensive Program Biomedical Engineering in Wilhelmshaven (drie weken; samenwerkingsverband met hogescholen uit België, Denemarken, Hongarije, Ierland, Duitsland) en het Intensive Program ‘The future of Energy in Europe’ (deelname in 2007 door 60 studenten; twee weken; samenwerkingsverband tussen 9 hogescholen en universiteiten in Europa). Onderzoeksvaardigheden van studenten worden vooral getraind in de projecten. De opleiding onderhoudt verder nauwe banden met het Energie Kenniscentrum (EKC). Het is bedoeling studenten via dit centrum tijdens de stage en/of het afstudeerproject toegepast onderzoek kunnen doen. Mede op basis van de gesprekken heeft het panel echter geconstateerd dat dit momenteel nog niet of nauwelijks het geval is. Projecten waarin docenten van de opleiding Elektrotechniek participeren zijn onder andere “Energy at home”, “Intelligent interface”, “Solar zonneboot” en “Value in the valley”. Uit studentevaluaties (SSA enquête 2006) en alumni-onderzoek (HBO-Monitor 2006) blijkt dat studenten en alumni redelijk tevreden zijn over de aansluiting bij de beroepspraktijk en bij actuele ontwikkelingen op het vakgebied. Voltijdstudenten en -alumni zijn iets meer tevreden (scores tussen 6,2 en 7,0) dan deeltijders (scores tussen 5,8 en 6,9); deeltijders zijn met name minder te spreken over de aandacht voor beroepsoriëntatie in de propedeuse en over mogelijkheden tot oriëntatie op de internationale arbeidsmarkt. In gesprekken met het panel hebben werkveld en afgestudeerden aangegeven dat het programma sterk gericht is op de latere beroepspraktijk. Het panel vindt dat het programma goed bijdraagt aan kennisontwikkeling van studenten in interactie met de beroepspraktijk door het thema-onderwijs, de projecten en door de stage en het afstudeerwerk. De opleiding biedt goede mogelijkheden voor internationale studie- en werkervaring. Dit afwegende beoordeelt het panel dit facet als goed.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
19/55
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het majorprogramma van de voltijdopleiding is opgebouwd uit meerdere thema’s (14 ECTS; plus 1 ECTS studieloopbaanbegeleiding) per studiejaar, waarin steeds een complexe beroepsvaardigheid centraal staat. Elk thema bestaat uit een project en uit ondersteunende modules in de vorm van hoorcolleges, practica en trainingen. Thema’s in het eerste jaar zijn: Electro Basics, Beveiliging, Embedded Systems en Communicatie. In het tweede jaar zijn naast het oriënterende semester (stage, buitenlands verblijf of minor; 30 ECTS) de thema’s Meten & Regelen en Advies & Beheer aan de orde. Het derde jaar bestaat naast de vaktechnische stage (30 ECTS) uit de thema’s Home Automation en Industriële besturing. Jaar 4 biedt ruimte aan een tweede minor (30 ECTS) en aan het afstudeeronderzoek (30 ECTS). • De voltijdopleiding kent twee keuzemomenten, namelijk de minorruimte in de vorm van het oriënterend semester en de specialisatie in jaar 4. Het oriënterend semester kan ingevuld worden met een studie of stage in het buitenland of een andere keuze (bijvoorbeeld een onderdeel van een andere opleiding). Voor de tweede minor maken studenten een keuze uit drie afstudeerspecialisaties: Electronic Product Design and Engineering (EPDE), International Biomedical Engineering (IBE) en International Power Generation and Distribution (IPGD). EPDE richt zich op ingenieurs die in staat zijn een innovatief elektronisch product te bedenken en te ontwikkelen (van idee tot een voor de markt geschikt te produceren product). IBE richt zich op de ontwikkeling van biomedische producten, en IPGD richt zich op elektriciteit en energieleveranciers in de internationale context. • De opleiding maakt middels een competentiematrix inzichtelijk in welke programmaonderdelen welke opleidingscompenties aan bod komen. In de themablokken zijn de opleidingscompetenties vertaald in deelcompetenties die aan bod komen in het betreffende themablok. Het panel heeft deze themamappen ingezien en kunnen concluderen dat deze vertaling adequaat is. • Het deeltijdprogramma Elektrotechniek bestaat uit een gemeenschappelijk programma BBoE met de opleidingen Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde gedurende de eerste twee jaar. Elk jaar bestaat uit vier blokken. De blokken in jaar 1 zijn: Productanalyse (20 ECTS), Productontwerp en -organisatie (10 ECTS), en Meten is Weten (10 ECTS). In jaar 2 komen aan de orde: Informatiesystemen, Productiesystemen, Dynamische systemen en Energie
20/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
•
•
•
•
systemen (elk 15 ECTS). Daarna kan de deeltijdstudent kiezen uit zeven uitstroomprofielen, waarvan Engineer/Development & Construction het meest relevant is voor en het beste aansluit bij Elektrotechniek. Bij EDC houdt de student zich vooral bezig met het maken van nieuwe of het verder verbeteren van bestaande producten. De student bedenkt in nauw contact met de fabrikant het product en doorloopt het traject tot aan de vastlegging in een technische tekening. In elk deeltijdthema worden 5 ECTS gekoppeld aan de stage. Op basis van relevante werkervaring en/of functie kunnen deeltijdstudenten via een EVC-procedure vrijstelling krijgen voor deze stage. Uit studentevaluaties (SSA, Choice/Elsevier) blijkt dat studenten redelijk tevreden tot tevreden zijn over de inhoud van de opleiding, de keuzemogelijkheden en de beroepsvoorbereiding. Het opleidingsmanagement heeft als verbeteractie voor 2007-2008 gepland om de opleidingsprofielen aan te passen. Onderdeel daarvan is de verdeling van de competenties (en het niveau van de competenties) over de thema’s. Het panel beoordeelt de relatie tussen de eindcompetenties en het programma als goed, aangezien in de themamappen een vertaling plaats vindt van competenties naar leerdoelen van het thema.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In de competentiematrixen van zowel de voltijdopleiding (Competentiematrix Elektrotechniek voltijd) als van de deeltijdopleiding (Opleidingsprofiel BBoE) maakt men inzichtelijk welke competenties in welk thema aan de orde komen. • De opbouw van het curriculum is van inleidend en oriënterend in de propedeuse tot verdiepend in de hoofdfase. In de onderwijsgidsen van beide opleidingen is per thema aangegeven wat het niveau van een thema (inleidend, verdiepend, gevorderd) is en wat de entree-eisen- of voorwaarden zijn voor het volgen van een thema. Dit is soms vastgelegd in de vorm van instapvoorwaarden, bijvoorbeeld voor de stage(s). • Thema’s zijn samenhangende studieonderdelen waarin een complexe beroepstaak in een bepaalde context centraal staat. Een thema bestaat uit een project en enkele ondersteunende modules. Het project is een uit de praktijk afkomstige of van de praktijk afgeleide opdracht. In de ondersteunende modules worden verschillende werkvormen gehanteerd zoals hoor- en werkcolleges en practica. Het panel heeft aan de hand van de themamappen kunnen constateren dat de ondersteunende modules en de projecten goed aansluiten. Hieruit blijkt ook dat in deze thema’s de verbinding gelegd wordt tussen theorie en praktijk.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
21/55
•
•
•
•
•
•
De studie-informatie voor studenten is per thema beschreven in een themamap. De opleiding hanteert hierbij kwaliteitscriteria (Leidraden onderwijsontwikkeling; Format themamap). De themamappen maken inzichtelijk welke competenties behandeld worden en welke plek het thema in de opleiding heeft, inclusief eventuele relaties met andere thema’s. De themacoördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van de samenhang binnen het thema. Bij wijziging van de inhoud van één of meer thema’s wordt de relatie tussen de te bereiken competenties en de inhoud van het programma bewaakt door de teamleider en de themacoördinator. In de teams worden jaarlijks de curriculumoverzichten met daarin de thema’s, de bijbehorende competenties, de studieonderdelen, de creditverdeling en de toetsvormen besproken en bijgesteld. Deze worden vervolgens met een advies van de Opleidingscommissie (OLC) voorgelegd aan de SMR. Het besturingssysteem van de HG vereist een jaarlijkse update van dit curriculumoverzicht voor 1 februari. De organisatie van het curriculum van het jaar erop kan vanaf dat moment in gang gezet worden. In de gesprekken hebben de docenten en studenten de verticale samenhang van het programma geïllustreerd met behulp van voorbeelden. De opleiding wil de relatie tussen de competenties, de beheersingsniveaus en de thema’s duidelijker documenteren bij het herzien van het nieuwe opleidingsprofiel. Dit zou naar de mening van het panel ook de verticale opbouw en samenhang nog beter zichtbaar maken. De verbinding tussen de binnen- en buitenschoolse activiteiten wordt geborgd door de contacten tussen de opleiding en de bedrijfsbegeleider tijdens de stage en het afstuderen. Uit student- en alumni-evaluaties (SSA, Hbo-monitor, Keuzegids) blijkt dat studenten en alumni redelijk tevreden zijn, zowel over de samenhang tussen vakken als over de samenhang tussen programma-onderdelen. In gesprekken geven studenten én alumni aan dat de rode draad van de opleiding voor hen duidelijk is. Het panel heeft geen klachten over onnodige overlap gehoord. Het panel is van oordeel dat de samenhang binnen de thema’s goed geborgd is door de themacoördinatoren en de formats voor de themamappen. De samenhang tussen de thema’s - zowel horizontaal per jaar als verticaal gedurende de hele opleiding - is naar de mening van het panel voldoende verantwoord in de competentiematrixen. Studenten, alumni en werkgevers signaleren geen knelpunten in de samenhang. Dit afwegend komt het panel tot het oordeel goed voor dit facet.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
22/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding stelt jaarlijks met elke student een studieovereenkomst op. Hierin is de studiejaarplanning opgenomen. De studievoortgang wordt besproken in de begeleidingsgesprekken tussen studieloopbaanbegeleider en student. Hierdoor wordt strakker dan in het verleden in de gaten gehouden of studenten vertraging oplopen. Wanneer studievertraging is opgetreden, kijkt de studieloopbaanbegeleider samen met de student hoe de vertraging beperkt dan wel ingelopen kan worden. De student zelf heeft op elk moment zicht op zijn studieprestaties (ProgRESS). • De opleiding hanteert het bindend studieadvies (BSA): studenten moeten de opleiding verlaten bij minder dan 40 ECTS uit de propedeuse na 1 jaar (deeltijd: 27 ECTS), of bij minder dan 60 ECTS uit de propedeuse na 2 jaar (deeltijd: 60 ECTS) (OER Elektrotechniek 2007-2008; OER BBoE 2007-2008). Verder hanteert de opleiding instapvoorwaarden voor de stage(s) en voor de afstudeerfase (OER). • Bij de ontwikkeling of wijziging van een thema bewaakt de themacoördinator de studielast van alle onderdelen van het thema en de spreiding over de onderwijsperiode. De beoogde spreiding is zodanig dat een voltijdstudent 40 uur per week besteedt en een deeltijdstudent 25 uur per week aan de studie. Deze studiebelasting bij deeltijd is mogelijk omdat op grond van een relevante werkkring een deeltijdstudent een vrijstelling krijgt voor het stagegedeelte (5 ECTS per thema). • Bij de thema-evaluatie wordt gevraagd naar de geschatte studielast per studieonderdeel en naar de geschatte tijd die een student per week aan zijn studie heeft besteed. Op basis van deze gegevens wordt de spreiding van de studielast waar nodig verbeterd. • Per onderwijseenheid heeft de student twee tentamenkansen, de student kan een verzoek indienen bij de examencommissie voor een derde kans. De nabesprekingen van tentamens worden ingeroosterd: tijdens of na de nabespreking is er de mogelijkheid tot inzage in het werk. • De themacoördinatoren houden zicht op mogelijke struikelvakken in de propedeuse. Zij bieden de examen- en opleidingscommissie inzage in de slaagpercentages per thema. De examencommissie neemt waar nodig maatregelen, zoals extra lessen en/of extra herkansingen. • De opleiding besteedt veel aandacht aan wiskunde in het programma, omdat het voor veel studenten in het verleden een struikelblok is gebleken. De Hanzehogeschool heeft in 2007-2008 extra geld beschikbaar gesteld voor een deficiëntiecursus die aspirant-studenten in de zomervakantie kunnen volgen. Om de aansluiting mbo-hbo te verbeteren wordt deze cursus sinds september 2007 ook aan 4e jaars mbo studenten aangeboden. • Tijdens de propedeuse is het aantal contacturen redelijk gelijkmatig verdeeld over het jaar. In de themablokken wordt middels panelevaluaties voortdurend gemonitord of de spreiding van de studielast aangepast dient te worden. Het aantal contacturen voor de voltijdopleiding is hoog. Dit is ook bevestigd in de gesprekken met studenten.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
23/55
•
Het aantal contacturen is in het eerste jaar als volgt verdeeld over de vier periodes:
Colleges Feedback Practica/ projecten Presentaties SLB Introductie/ excursie Tentamens Hertentamens Totaal •
•
•
Periode 1 75 32 78 0 2 10 10 0 207
Periode 2 66 0 68 4 2 16 8 12 176
Periode 3 68 0 66 0 1 0 10 0 145
Periode 4 30 0 19 0 3 0 8 8 68
Totaal 239 32 231 4 8 26 36 20 596
Voor de deeltijdopleiding wordt alle beschikbare contacttijd (8 uur in de week) gebruikt. Daarnaast heeft de student contact met docenten (en medestudenten) via de elektronische leeromgeving en/of email. Uit studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de studeerbaarheid van de opleiding. Voltijdstudenten besteden gemiddeld 42,2 uur per week aan de studie en deeltijdstudenten gemiddeld 18,5 uur. De studielast voor de voltijdstudenten is hoog, maar volgens het panel is deze vergelijkbaar met andere opleidingen Elektrotechniek. Het panel is van mening dat de opleiding op afdoende wijze maatregelen treft om studievertraging en struikelvakken tegen te gaan en om studenten aan te zetten tot regelmatig studeren. Het panel beoordeelt dit facet daarom als goed.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding laat studenten toe met een mbo (niveau 4), havo en vwo diploma. Instromende studenten vanuit havo en vwo dienen voldoende wiskunde en natuurkunde in hun pakket te hebben gehad. • De meeste studenten hebben een mbo-vooropleiding. Deze groep studenten ervaart vooral wiskunde en Engels als een struikelblok. Engels is een verplicht onderdeel van het programma. De Hanzehogeschool heeft extra middelen geïnvesteerd in het wiskunde-onderwijs in het programma. • Het Instituut voor Engineering is betrokken bij projecten om de aansluiting bij het mbo (Zwaluwen-elf) en het havo/vwo (Technasium) te verbeteren.
24/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
•
•
•
•
Voor deeltijdstudenten is het mogelijk om op basis van eerder verworven competenties (EVC) vrijstellingen in het programma te krijgen. De EVC-procedure bestaat uit een self-assessment door de student waarop feedback gegeven wordt door een assossor, die kan verzoeken om aanvullend materiaal, een criteriumgericht interview en eventueel een praktijktoets. Uit studentevaluaties blijkt dat de deeltijdstudenten de opleiding voldoende (6,7) vinden aansluiten op hun vooropleiding. Voltijdstudenten vinden het net niet voldoende (5,6). De Hanzehogeschool heeft de code of conduct getekend (zie hiervoor de website http://www.hanze.nl/home/International/About+Hanze+University+Groningen/Code+of +Conduct.htm). Hoewel er problemen zijn met het wiskunde en Engels van mbo-instromers, beoordeelt het panel het facet instroom goed, omdat de hogeschool voldoende aanvullende maatregelen neemt om deze problemen op te lossen.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De totale omvang van de opleiding bedraagt 240 ECTS, waarbij 1 ECTS staat voor 28 uur studie. • Ieder studiejaar bestaat uit twee semesters en ieder semester bestaat uit twee themablokken.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het programma is ontworpen vanuit de gemeenschappelijke onderwijsvisie van de Hanzehogeschool (zie document onderwijsvisie). Deze onderwijsvisie omvat vijf hoofdthema’s: het beroep centraal, activerende en motiverende opdrachten; studenten als partner in het onderwijs; docent als onderwijsinnovator, opdrachtgever, expert en coach; en effectieve leeromgeving. • Het didactisch concept gaat uit van competentiegericht en thematisch onderwijs. Dit betekent dat de eindkwalificaties van de opleiding zijn geformuleerd in competenties die de student gedurende de opleiding dient te verwerven. Gedurende de opleiding
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
25/55
•
•
• •
wordt van de student een toenemend initiatief verwacht. In de thema’s staan de (complexe) beroepstaken centraal. Er is een centrale praktijkopdracht met ondersteunende modulen. De student houdt gedurende de opleiding een portfolio bij en krijgt reflectieopdrachten. Middels studieloopbaanbegeleiding wordt de student hierin ondersteund door de opleiding. In het programma worden verschillende werkvormen gehanteerd: colleges, practica, projecten, excursies en stage. Het didactische uitgangspunt ‘het beroep centraal’ komt terug in de werkvorm ‘praktijkopdracht’. Het uitgangspunt ‘activerende en motiverende opdrachten’ stuurt het leerproces van de student. De context van de opdrachten is altijd de beroepspraktijk. Het uitgangspunt ‘student als partner in het onderwijs’ betekent dat de student medeverantwoordelijk is voor het eigen leerproces in de rol van opdrachtnemer. De hoofdwerkvorm van de voltijdopleiding wordt in de zelfstudie omschreven als projectonderwijs. De hoofdwerkvorm van de deeltijdopleiding wordt omschreven als opdracht gestuurd volgens het 4C/ID-model. Dit model houdt in dat student opdrachten krijgt met een oplopende moeilijkheidsgraad, waarbij hij steeds minder begeleiding krijgt. Uit de studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de gebruikte werkvormen. Het panel vindt de afstemming tussen vormgeving en inhoud goed, vooral omdat in de themablokken veel aandacht is voor de afstemming van theorie en praktijk.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Goed
Criterium - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De voltijdopleiding heeft haar toetsbeleid vastgelegd in het document Toetsbeleid opleiding elektrotechniek (datum 11-2-2008), dat is geschreven door de toetscommissie. Hierin zijn de uitgangspunten vastgelegd van de toetsing binnen de opleiding, zoals een opbouw in moeilijkheidsgraad, verdieping of verbreding en dat de student verantwoordelijk is voor zijn eigen studieloopbaan. • De deeltijdopleiding heeft haar toetsbeleid vastgelegd in het document Visie op toetsing binnen de opleiding Brede Bachelor of Engineering Deeltijd (datum 6-122006). Hierin is vastgelegd wat de uitgangspunten zijn van de toetsing binnen de opleiding. Ook is hierin vastgelegd dat de toetscommissie aan de hand van evaluaties verbetermaatregelen bepaalt welke verbeteracties zullen worden ondernomen. De toetscommissie bepaalt aan de hand van evaluatie welke verbeteracties ondernomen zullen worden.
26/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
• •
De wijze van toetsing is vastgelegd in de onderwijsregeling van de opleiding. Deze wordt vastgesteld door de examencommissie en voorgelegd aan de opleidingscommissie en de medezeggenschapsraad. In de themamap en/of blackboardourse staat beschreven hoe, wanneer en waarop getoetst wordt binnen het thema. Studenten krijgen de gelegenheid om te oefenen voor een toets en krijgt terugkoppeling op elke toets. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen, zoals tentamens, projectopdrachten, presentaties, peer assessments, portfolio’s en praktijkopdrachten. Studenten ontvangen feedback op de opdrachten via coaching en door nabespreking van opdrachten, verslagen en tentamens. Gedurende de gehele opleiding wordt de ontwikkeling van de competenties bijgehouden in het portfolio. Het panel heeft enkele van deze portfolio’s ingezien. Samen met de tussentijdse verslagen en terugkoppeling tijdens stage en afstuderen heeft het panel geconstateerd dat er een voortdurende bewaking is van de voortgang en het niveau van de student. Het panel heeft kennis genomen van een aantal tentamens dat gebruikt wordt en is van oordeel dat deze van een goed niveau zijn en een goede afspiegeling vormen van de te bereiken leerdoelen van het onderwijs. De stage wordt beoordeeld door de bedrijfsbegeleider en de docentbegeleider. De bedrijfsbegeleider beoordeelt het functioneren van de stagiaire aan de hand van een aantal competenties en leerdoelen. De docentbegeleider beoordeelt het stagewerkplan en het stageverslag. Het eindcijfer van de stage komt tot stand aan de hand van beide beoordelingen. Ook bij de beoordeling van het afstudeerproject is de bedrijfsbegeleider betrokken. Uit studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de mate waarin de toetsen aansluiten bij de te bestuderen stof. Het panel beoordeelt het facet beoordeling en toetsing als goed, omdat inhoud en niveau goed aansluit bij de competenties van de opleiding en de leerdoelen van de modules.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Voldoende
Criterium - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het docententeam bestaat uit een mix van docenten met (actuele) ervaring met de beroepspraktijk en vakdocenten. Volgens de opleiding heeft ongeveer de helft van de docenten min of meer recente ervaring in de beroepspraktijk, hetgeen ook blijkt uit de
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
27/55
•
•
•
•
•
cv’s van de docenten. Toch vindt het panel deze beroepservaring niet heel recent, hetgeen ook logisch is gezien de leeftijd van veel docenten. De opleiding onderhoudt contacten met de beroepspraktijk middels de bedrijfsbegeleiders en de werkveldadviescommissie. Vanuit het bedrijfsleven worden regelmatig gastcolleges verzorgd. Docenten hebben regelmatig contact met de bedrijven waar studenten stage lopen en afstuderen, omdat alle docenten worden ingezet voor stage- en/of afstudeerbegeleiding. Het personeelsbeleid is gebaseerd op drie loopbaanontwikkeltrajecten: verbreding waarbij het gaat om al die activiteiten die een instromend beroepsprofessional gaat uitvoeren als hij docent wordt; verdieping waarbij het gaat om activiteiten van beroepsprofessionals ter vermeerdering van hun inhoudelijke deskundigheid binnen onderzoeksgebieden die passend zijn bij de expertisecentra die het instituut kent en verrijking waarbij het gaat om de activiteiten die plaatsvinden in andere contexten en omgevingen met name buiten de hogeschool en buiten Nederland (zie document (herijkt) meerjarenpersoneelsplan 2006-2010, bijgestelde versie mei 2007). Het panel is positief over de mogelijkheden die het Energie Kenniscentrum en het lectoraat bieden, maar deze worden momenteel nog niet optimaal gebruikt. Het kenniscentrum kan bijdragen aan het versterken van de contacten met het bedrijfsleven en de nieuwste ontwikkelingen op het vakgebied. Het panel vindt de verbinding van het personeel met de beroepspraktijk voldoende, omdat de helft van de docenten werkervaring heeft en er structurele contacten onderhouden worden met het bedrijfsleven. Docenten hebben meer een onderwijsachtergrond dan een sterke link met de (recente) beroepspraktijk.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criterium - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel vindt de student-docentratio van het Instituut Engineering met 22,9 voldoende. Uit de gesprekken is gebleken dat de werkdruk bij met name de deeltijdopleiding aan de hoge kant is. Door het relatief beperkt aantal studenten is de staf ook relatief klein. Het team voor de voltijdopleiding bestaat uit 13 docenten (12,76 fte) en het deeltijdteam bestaat uit 7 docenten met een aanstelling van 6,4 fte. Inclusief de inleendocenten wordt 7,625 fte ingezet voor de deeltijdopleiding. • Het ziekteverzuim is met 3,8% niet hoger dan gemiddeld. • Uit studentevaluaties blijkt dat studenten en afgestudeerden tevreden zijn over de feedback en begeleiding door docenten. In de gesprekken met het panel hebben zij aangegeven tevreden te zijn over de bereikbaarheid en contacten met de docenten.
28/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
• •
Het personeeltevredenheidsonderzoek laat zien dat een deel van het personeel een hoge werkdruk ervaart. Hanzehogeschool als werkgever scoort ruimt voldoende. Het panel is van oordeel dat er voldoende personeel wordt ingezet voor de opleiding, maar dat - met name voor de deeltijdopleiding - de werkdruk hoog is en komt daarom tot het oordeel voldoende.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Uit de cv’s blijkt dat docenten voldoende beschikken over kennis van de verschillende vakgebieden die aan bod komen in de opleiding, zoals Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Informatica, Engels, Wiskunde en Communicatieve Vaardigheden. Ongeveer de helft van de docenten heeft een academische opleiding, hiervan is een docent gepromoveerd. • Alle docenten in vaste dienst hebben een pedagogisch-didactische aantekening. Daarnaast hebben veel docenten onderwijskundige opleidingen en cursussen gevolgd die aansluiten bij de onderwijsvisie en het didactisch concept van de opleiding. • De Hanzehogeschool stimuleert haar personeel zich voortdurend te professionaliseren. Dit beleid is vastgelegd in het (herijkt) meerjarenpersoneelsplan 2006-2010 (bijgestelde versie mei 2007). Docenten kunnen gemiddeld 10% van hun jaartaak besteden aan deskundigheidsbevordering. Alle activiteiten van deskundigheidsbevordering moeten verplicht via een POP worden afgesproken. In de jaarlijkse functioneringsgesprekken wordt aandacht besteed aan de professionalisering van docenten. In de functioneringsgesprekken ligt het accent op het maken van resultaatafspraken en ontwikkeling, bij de beoordeling ligt het accent op evaluatie en waarderen van wel/niet behaalde resultaten. • Uit personeeltevredenheidsonderzoek blijkt dat de meeste docenten vinden dat er voldoende aandacht is voor hun scholingswensen en dat men zich voldoende gekwalificeerd acht. • In de gesprekken met het panel hebben docenten aangegeven dat de tijd krap is om ontwikkelingen zelfstandig bij te houden. Dit gebeurt daarom vooral door de contacten met het bedrijfsleven via stages, afstuderen en projecten. • De voltijdopleiding heeft te kampen gehad met wisselingen in het opleidingsmanagement. Sinds kort is er weer een teamleider in functie. De deeltijdopleiding heeft wel continu de beschikking gehad over een teamleider. • Uit studentevaluaties blijkt dat studenten en afgestudeerden tevreden zijn over de inhoudsdeskundigheid, praktijkkennis en -ervaring van de docenten.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
29/55
•
Het panel vindt de kwaliteit van het personeel goed, omdat het personeel beschikt over voldoende inhoudelijke en onderwijskundige deskundigheid en men mogelijkheden heeft zich bij te scholen. Hoewel de voltijdopleiding te kampen heeft gehad met het ontbreken van een teamleider, heeft het panel het vertrouwen dat dit probleem nu structureel is opgelost.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criterium - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het Instituut voor Engineering is gehuisvest in het gebouw Zernikeplein 11 (Z-11). Dit gebouw wordt gedeeld met een drietal technische Schools. De opleidingen zijn in de “engineeringvleugel” fysiek bij elkaar geplaatst. • Alle medewerkers met een vaste aanstelling van meer dan 0,5 fte hebben een standaard (desktop)werkplek. Voor medewerkers met een kleinere aanstelling en voor tijdelijke medewerkers zijn flex-werkplekken beschikbaar. • Studenten beschikken over verschillende practicaruimtes waarin zowel tijdens de les als daarbuiten gewerkt kan worden. Tijdens de site visit heeft het panel de verschillende lesruimtes bezocht. Het panel heeft geconstateerd dat er voldoende en juiste apparatuur aanwezig is voor een opleiding in de Elektrotechniek. Studenten kunnen gebruik maken van draadloos internet. De meeste studenten beschikken over een eigen laptop. Daarnaast zijn er computerzalen en werkruimtes waarin studenten kunnen overleggen en/of aan hun opdrachten kunnen werken. Het panel is van mening dat deze werkruimtes voor studenten van belang zijn. Studenten kunnen verder gebruik maken van de centrale mediatheek van de Hanzehogeschool en andere bibliotheekfaciliteiten (iedere werkdag geopend van 8.00 tot 22.00 uur en op zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur). Studenten kunnen ook gebruik maken van de faciliteiten van de nabij gelegen Rijksuniversiteit Groningen. • Uit studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de huisvesting en de faciliteiten, met uitzondering van de ruimtes voor zelfstudie. In 2006-2007 gaven voltijdstudenten een 5,5 en deeltijdstudenten een 6,8 voor dit aspect. De opleiding heeft dit opgepakt in het locatieoverleg met de andere schools. • Het panel vindt de huisvesting en materiële voorzieningen goed, omdat ze voldoende afgestemd zijn op de behoeften van de voltijd- en deeltijdopleiding Elektrotechniek.
30/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het uiteindelijke doel van studieloopbaanbegeleiding (SLB) is dat de student in staat is zichzelf te ontwikkelen en te managen gedurende zijn gehele studie en zijn gehele loopbaan daarna. Daarbij is het volgende van belang: - SLB is passend bij de persoonlijke situatie van de student; - SLB zorgt voor een koppeling tussen de lange termijn doelen van de student en de dagelijkse onderwijspraktijk; - SLB stuurt het organiseren van het leren van studenten en de daarbij behorende informatievoorziening; - SLB maakt het mogelijk om de student op een systematische wijze na te laten denken over vragen als ‘wie ben ik’, ‘wat kan ik’ en ‘waar wil ik naar toe?’ • Iedere student heeft een docent als studieloopbaanbegeleider. Tijdens de opleiding binnen de school is voldoende tussentijds overleg en wordt er feedback gegeven die schriftelijk wordt vastgelegd. Tijdens de stage blijkt de school op wat meer afstand te komen staan en krijgt de bedrijfsbegeleider een belangrijke rol. Er is tijdens de stage en het afstuderen ook regelmatig overleg tussen school, stageverlenende instelling en de student, waarvan schriftelijk verslag wordt gemaakt. Het panel heeft met het opleidingsmanagement gesproken over de verbeteringen die men gaat invoeren aan de studieloopbaanbegeleiding. Ze gaat men bijvoorbeeld een studiedag organiseren voor de studieloopbaanbegeleiders. • Voor het onderwijs wordt uitgebreid gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Hierop staat veel onderwijsmateriaal en kunnen studenten gezamenlijk en individueel aan projecten en opdrachten werken. • Iedere student heeft via de Digitale Onderwijs Planner (DOP) een overzicht van het totale onderwijsaanbod van de Hanzehogeschool. Elke student stelt jaarlijks een studieovereereenkomst op die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de studieloopbaanbegeleider. Een studieloopbaanbegeleider heeft inzage in de studieovereenkomst en via de Progress in de studievoortgang van de student. • Uit de studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de informatievoorziening, maar niet tevreden met de studieloopbaanbegeleiding. Vooral tijdens de stages en het afstuderen raakt de opleiding op afstand. De studenten zijn dan vooral aangewezen op begeleiding door het bedrijf waar men stage loopt. Naar aanleiding van de evaluaties heeft de school besloten om ervoor te zorgen dat
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
31/55
•
betrokken docenten beter getraind worden zodat ze studieloopbaanbegeleiding meer eigen hebben gemaakt. Het panel vindt de studieloopbaanbegeleiding over het geheel genomen voldoende, maar vindt dat de opleiding aandacht moet blijven geven aan begeleiding van studenten tijdens stage en afstuderen. De contacten tussen student en opleiding dienen ook tijdens deze eindfase frequent en intensief genoeg onderhouden te worden.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De Hanzehogeschool heeft haar kwaliteitsbeleid afgestemd op het EFQM model. De hogeschool streeft daarbij naar fase 3: de systeemgeoriënteerde onderwijsorganisatie (zie Hanzehogeschool kader Kwaliteitszorg). • De school heeft streefwaarden geformuleerd voor een groot aantal prestatieindicatoren die vastgelegd zijn in managementcontracten: studentenoordeel (overall tevredenheid), student-docentratio, contacttijd, verzuim, aantal studenten naar buitenland, aantal buitenlandse studenten, propedeuse- en diplomarendement en marktaandeel. Deze waarden worden voortdurend gemeten door evaluaties (zie Kwaliteitszorgplan Instituut voor Engineering). • De opleiding maakt gebruik van veel evaluatieinstrumenten: blokenquêtes, studenttevredenheidsenquêtes, hbo-monitor, personeeltevredenheidsonderzoek, stage-evaluatie, afstudeerevaluatie, aansluitingsmonitor en studiestakersonderzoek. • Het panel vindt de manier waarop geëvalueerd wordt door de opleiding goed, omdat men een breed scala aan evaluatieinstrumenten inzet.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
voltijd: voldoende deeltijd: goed
Criterium - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.
32/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft voor iedere groep (medewerkers, studenten, alumni en afnemend werkveld) omschreven welk evaluatieinstrument gebruikt wordt met welk doel en hoe vaak. Zo wordt bijvoorbeeld elk kwartaal onder alle studenten een blokenquête gehouden om de studenttevredenheid te monitoren op verschillende aspecten van het onderwijs. • De opleiding geeft als voorbeeld van een ingezette verbeteractie de herziening van de studieloopbaanbegeleiding. Het panel heeft het effect van deze verbetering echter nog niet kunnen vast stellen ten tijde van de site visit. • De opleiding heeft aangegeven welke actie men heeft ondernomen naar aanleiding van de vorige visitatie. Voorbeelden hiervan zijn het investeren in het personeel op het gebied van employability en het opnemen van een internationale component in de opleiding. • Het panel constateert dat de evaluatieresultaten van de voltijdopleiding over het algemeen weliswaar positief zijn, maar ze vertonen een schommelende trend, met af en toe dalende cijfers. Door de kleine aantallen respondenten kunnen kleine veranderingen relatief grote invloed hebben op de gemiddelde. Toch vraagt het panel zich af of de verbetermaatregelen voldoende positief effect hebben. Volgens het management heeft de voltijdopleiding enkele jaren gekampt met wisselingen in de coördinatie van de opleiding. Sinds enige tijd heeft de voltijdopleiding weer een teamleider. • Het panel heeft enkele verslagen ingezien van enkele overlegorganen en constateert dat hierin verbetermaatregelen worden gesuggereerd op basis van evaluaties. • Het panel vindt de maatregelen tot verbetering voor de deeltijdopleiding goed, omdat ze goed aansluiten bij de knelpunten die gesignaleerd zijn in de evaluaties. De maatregelen tot verbetering voor de voltijdopleiding zijn voldoende, omdat de effecten hiervan nog niet in alle aspecten van de opleiding waarneembaar zijn en de PDCAcyclus niet zichtbaar is.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
voltijd: voldoende deeltijd: goed
Criterium - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft voor alle overlegvormen, waaronder het managementteam, medezeggenschapsraad, docentenoverleg, opleidingscommissie, werkveldadviescommissie en toetscommissie, vastgelegd hoe vaak men bij elkaar komt met welk doel en op welke wijze men communiceert (zie Kwaliteitszorgplan Instituut voor Engineering).
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
33/55
• •
• •
•
Uit studentevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over hun betrokkenheid bij het verbeteren bij het onderwijs. Het panel heeft geconstateerd dat de werkveldadviescommissie van de voltijdopleiding nog maar recent opnieuw is gestart. Het is daarom nog te vroeg om te kunnen spreken van een goede betrokkenheid van het afnemend beroepenveld. De opleiding heeft het bureau Externe Betrekking gevraagd alumnibeleid op te zetten en te implementeren. Het panel vindt de betrokkenheid van de diverse stakeholders bij de deeltijdopleiding goed, omdat er met hen structureel overleg plaats vindt waarvan verslagen gemaakt worden. Het panel vindt de betrokkenheid van de diverse stakeholders bij de voltijdopleiding voldoende, omdat de werkveldadviescommissie enige jaren niet gefunctioneerd heeft. Sinds kort is de werkveldadviescommissie weer in bedrijf. Maar er zijn nog geen duidelijke resultaten. Ook moet het alumnibeleid nog van de grond komen.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Voldoende
Criterium - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In de afsluitende afstudeeropdracht laat de student zien dat hij of zij een technisch probleem kan oplossen en daarbij verworven kennis gericht kan toepassen op het betreffende technische vraagstuk. Bovendien wordt via de afstudeeropdracht aangetoond dat planmatig, projectmatig en resultaatgericht te werk gegaan is en dat de klantwensen adequaat vertaald zijn in een programma van eisen. Ook moet de student in de afstudeeropdracht blijk geven van zijn of haar capaciteiten om te functioneren in een team en daartoe sociale en communicatieve vaardigheden effectief te kunnen inzetten. • Vanuit de opleiding krijgt de student een begeleider toegewezen. Vanuit het bedrijf waar de afstudeeropdracht plaatsvindt eveneens. Daarnaast leest en beoordeelt een andere docent uit de opleiding het definitieve verslag. Het oordeel van de bedrijfsbegeleider wordt ook betrokken bij de beoordeling en telt mee in het cijfer. • Het panel heeft een representatieve verzameling van tien afstudeerwerken bestudeerd en is van mening dat deze over het algemeen van hbo-niveau zijn. De afstudeerwerken sluiten goed aan bij de eindkwalificaties van de opleiding, de thema’s zijn soms multidisciplinair, de gebruikte literatuur is relevant en de vraagstelling wordt soms goed uitgewerkt. Het panel constateert echter dat niet in alle afstudeerwerken een probleemstelling expliciet aanwezig is. Dit wijst er volgens het
34/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
•
•
•
•
panel op dat de opleiding nog meer aandacht zou mogen zijn voor het systematisch werken. Het panel heeft geconstateerd dat de formulieren die gebruikt worden voor de eindbeoordeling niet altijd volledig ingevuld zijn. Door het niet volledig invullen van de formulieren was het voor het panel moeilijk om in te schatten of de beoordeling van de studenten op alle punten goed verlopen is. Het verslag zonder verdere aanvulling geeft geen goed beeld. Hoewel bij de voltijdopleiding nog niet alle beoordelingsformulieren van afstudeerverslagen ook ondertekend zijn door de bedrijfsbegeleider, heeft het panel door het inzien van tussentijdse verslagen waarin duidelijk is aangegeven wat nog moest gebeuren aan de afstudeerwerken de verslaglegging van de beoordeling van de afstudeerwerken toch als voldoende beoordeeld. Uit de afstudeerevaluatie blijkt dat 90% van de bedrijfsbegeleiders van mening is dat kennis, vaardigheden en houding van de student bij aanvang van de afstudeeropdracht voldoende zijn om deze uit te kunnen voeren. Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat afgestudeerden vinden dat de opleiding hen redelijk goed tot goed heeft voorbereid op de bekwaamheden die relevant zijn voor hun functie. Het panel vindt het gerealiseerd niveau voldoende, omdat afgestudeerden hebben laten zien te beschikken over de beoogde competenties van de opleiding. Hoewel niet alle eindformulieren volledig zijn ingevuld, heeft het panel kunnen constateren dat er wel voldoende tussentijdse verslaglegging is van de voortgang tijdens het afstuderen. Verder plaatst het panel een kanttekening bij het systematisch werken bij sommige afstudeeropdrachten.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding streeft ernaar dat minder dan 30% van de studenten uitvalt zonder diploma en dat 20 tot 25% na het eerste jaar van inschrijving uitvalt. • Het aantal studiestakers is hoger dan het streefcijfer, namelijk rond de 40%, maar is volgens de opleiding wel vergelijkbaar met de landelijke cijfers. De opleiding poogt het rendement te verbeteren door extra inzet van wiskunde. • De gemiddelde studieduur van de afgestudeerden van de voltijdopleiding is gedaald van 47,7 naar 38,1 maanden. De gemiddelde studieduur van de studiestakers van de voltijdopleiding is teruggebracht van 28,2 naar 11,2 maanden. Volgens de opleiding is dit een mogelijk effect van het bindend studieadvies.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
35/55
•
• •
36/55
De gemiddelde studieduur van afgestudeerde deeltijdstudenten is gedaald van 55,1 naar 44,9 maanden. De gemiddelde studieduur van studiestakers bij de deeltijdopleiding is gedaald van 23,5 naar 7,9 maanden. De uitkomsten van het in de zelfstudie aangekondigde onderzoek naar rendementen was tijdens het bezoek van het panel nog niet beschikbaar. De streefcijfers van de opleiding worden niet gehaald, maar gegeven de geringe afwijkingen van het landelijk gemiddelde rendement voor de opleidingen elektrotechniek beoordeelt het panel het onderwijsrendement als voldoende.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
37/55
Bijlage 1:
38/55
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
39/55
40/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
41/55
42/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Opleiding Elektrotechniek Hanzehogeschool Groningen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer dr. N.P. Vergunst
Panellid De heer dr.ir. C.J.M. Verhoeven
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student De heer P.J. de Vries
Panellid De heer ing. H.H. Tuininga
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: Panellid de heer ing. H.H. Tuininga De heer Tuininga is ingezet als panellid vanwege zijn vakdeskundigheid, zijn werkvelddeskundigheid en zijn internationale deskundigheid. De heer Tuininga is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen in de vakgebieden commerciële engineering en (technische) informatica. Ook beschikt hij over relevante werkvelddeskundigheid in de vakgebieden commerciële engineering, communicatiesystemen, elektrotechniek, engineering, design and innovation en technische bedrijfskunde. Internationale deskundigheid heeft de heer Tuininga in de vakgebieden communicatiesystemen, elektrotechniek, engineering, design and innovation en informatica. Voor deze visitatie is de heer Tuininga individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1983 – 1987 1990 1991 1990 – 2006
HTS Elektrotechniek Zwolle Nima A Nima B Diverse cursussen: Adviserend verkopen, Leergang ICT, etcetera.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
43/55
Werkervaring: 1987 – 1989 1989 – 1991 1991 – 1995 1995 – 1996 1996 - 1998 1998 - 2001 2001 – heden
Rood Testhouse Heerde – Development Engineer Nedap Groenlo – Ontwikkelaar Nedap Groenlo – Verkoop& Marketing Nedap Groenlo – Manager Verkeer & Vervoer Salland Engineering bv. Zwolle – Sales manager Salland Engineering Electronics bv - Directeur Salland Electronics Zwolle – Directeur Groot Aandeelhouder
Huidige nevenfuncties: - Voorzitter Development Club onderdeel van FHI Amersfoort - Bestuurslid branche Industriele Elektronica onderdeel van FHI Amersfoort - Bestuurslid en mede initiator DEVlab Eindhoven - Toetsingscommissie E-W-IPO Windesheim Zwolle - Commissielid STW \ Progress Utrecht – (ook beoordelingscommissie SBIR) - Beoordelingscommissie SBIR TNO ism STW
Panellid de heer dr. Ir. C.J.M. Verhoeven De heer Verhoeven is ingezet als panellid vanwege zijn vakdeskundigheid, zijn auditdeskundigheid en zijn onderwijsdeskundigheid. Hij is gepromoveerd in de analoge elektronica en is momenteel als universitair hoofddocent werkzaam aan de faculteiten Elektrotechniek en Lucht- en Ruimtevaarttechniek van de Technische Universiteit Delft. De heer Verhoeven beschikt over auditdeskundigheid op het gebied van elektrotechniek doordat hij onder andere dagvoorzitter was bij de visitatie Elektrotechniek voor het HBO in 2002 en 2003. Hij is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen in zijn vakgebied en met lesgeven, beoordeling en toetsing op het niveau van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt de heer Verhoeven over onderwijsdeskundigheid door het volgen van vele cursussen op onderwijsgebied en het inhoudelijk sturen van een curriculumherziening. Ook was hij jarenlang lid van de opleidingscommissie van de TU Delft en uiteindelijk voorzitter. Bovendien beschikt de heer Verhoeven door zijn ervaring in samenwerking met Chinese universiteiten over internationale deskundigheid in zijn vakgebied. Voor deze visitatie is de heer Verhoeven aanvullend individueel geïnstrueerd. Opleiding: 1978 – 1985 1985 – 1990 1997 – 1998 1990 – 2004 Werkervaring: 1990 – 1999 1999 – 2006 Vanaf 2007 2003 – heden 2002 – 2003
44/55
Universiteit Elektrotechniek, TU Delft Promotie Microelektronica, TU Delft SiOO, Verandermanagement Jaarlijkse trainingen onderwijsbevoegdheid binnen de TU-Delft.
Universitair docent TU Delft Elektrotechniek Universitair Hoofddocent TU Delft Elektrotechniek Parttime UHD TU-Delft Elektrotechniek, Parttime UHD Lucht en Ruimtevaart Opzetten samenwerking met Chinese universiteiten, inrichting gemeenschappelijk curriculum met de Universiteit van Fudan in Shanghai. Visitatiecommissie Elektrotechniek hbo
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Panellid student de heer P.J. de Vries De heer De Vries is in dit panel ingezet als studentpanellid. Hij studeert Elektrotechniek aan de Hogeschool van Utrecht en is lid van de Facultaire medezeggenschap raad Faculteit natuur en techniek. De heer De Vries is qua leeftijd representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Hij beschikt beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen electrotechniek. Voor deze visitatie is de heer De Vries individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1997 – 2002 KWC Culemborg Havo NT-profiel 2002 – heden Electrotechniek Hogeschool Utrecht Werkervaring en nevenactiviteiten: 2000 – heden Zee- en zeilvaartschool Nautilus - Zeilinstucteur Zi-A 2003 – 2004 Algemeen bestuurslid bestuur studieverenigingen VET elektrotechniek 2004 – 2005 Bestuur USF Studentenbelangen (intern voorzitter) Utrechtse studenten vakbond. 2005 – 2006 Hogeschool Utrecht - Stage Elektrotechniek bij kenniscentrum 2005 – heden Lid facultaire medezeggenschapsraad Faculteit natuur en techniek 2006 – heden Assessor FNT OSHU
Panellid NQA de heer dr. N.P. Vergunst De heer Vergunst is ingezet als NQA-auditor. Hij heeft ervaring als auditor en panelsecretaris bij meerdere visitaties in verschillende sectoren van het hbo en wo. De heer Vergunst studeerde politicologie in Nijmegen. Van 1996 tot 2005 was hij verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (achtereenvolgens als AiO, toegevoegd docent, universitair docent en postdoc-onderzoeker). Van 2005 tot 2006 was hij secretaris/projectleider onderwijsvisitaties bij QANU. Sinds 1 mei 2006 werkt hij als adviseur kwaliteitszorg bij het IOWO, dat verbonden is met de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de NVAO is hij secretaris en onderwijskundig lid geweest van diverse panels voor de beoordeling van nieuwe bachelor- en masteropleidingen in het hbo en wo. Opleiding: 1990 Propedeuse Politicologie Radboud Universiteit Nijmegen 1995 Doctoraal Politicologie Radboud Universiteit Nijmegen 2004 Promotie in de Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Werkervaring: 1996-2000 Assistent in Opleiding Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam 2000-2005 (Universitair) Docent Politicologie Vrije Universiteit Amsterdam 2001-2005 Postdoc-onderzoeker Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam 2005-2006 Projectleider/Secretaris Onderwijsvisitaties Quality Assurance Netherlands Universities (QANU), Utrecht 2006Adviseur Kwaliteitszorg Hoger Onderwijs IOWO Radboud Universiteit Nijmegen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
45/55
Relevante ervaring: 2005-2006 Secretaris QANU-visitatiecommissie Kunst en Cultuur (wo-opleidingen) 2006Secretaris en onderwijskundig lid van diverse NVAO-panels ten behoeve van de Toets Nieuwe Opleiding (hbo- en wo-opleidingen)
46/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
ELEKTROTECHNIEK 15 april 2008 Zernikeplein 11, Groningen ruimte C1.09 Dr ir CJM Verhoeven Ing HH Tuininga (voorzitter) P de Vries Dr NP Vergunst, NQA auditor
Visitatiedatum Locatie Visitatiepanel
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
09.00 – 11.00 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
(Visitatiepanel)
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement (zie bijlage)
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met voltijdstudenten
Zie bijlage
12.30 – 13.15 uur
Lunchpauze
13.15 – 14.00 uur
Gesprek met deeltijdstudenten
Zie bijlage
14.00 – 14.30 uur
Gesprek met CvB (in C103)
CvB.
14.30 – 15.00 uur
Gesprek met werkveld
Zie bijlage
15.00 – 15.30 uur
Gesprek met afgestudeerden
Zie bijlage
15.30 – 16.15 uur
Gesprek met docenten
Zie bijlage
16.15 – 17.30 uur
Rondleiding Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen Intern paneloverleg
(Visitatiepanel)
17.30 – 18.00 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement
18.00 – 18.30 uur
Afsluitend paneloverleg
(Visitatiepanel)
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
47/55
Gegevens gesprekspartners visitatie Elektrotechniek 15 april 2008 Bestuur en opleidingsmanagement Drs C de Ruiter Lid College van Bestuur Ir G. Kuiken Dean Intituut voor Engineering Mw Ing F Feenstra Teamleider Elektrotechniek Ing. MRG van Burgsteden Teamleider Deeltijdopleiding Brede Bachelor of Engineering Ir. JB de Wit Lector Energietoepassingen Ing J Leupen Docent Elektrotechniek Studenten voltijd HJ van Assen
S Brouwer
DPJ Ellermann
RJA Hazenberg
J Jager
BG Klein
KJ Langeveld
CM Muijzert
D van der Schuur
P Vogelsang
Studenten deeltijd MP van der Laan
J Smit
SD Tuinstra
M. Salomons
48/55
Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: ja Studiejaar: 4 afstudeerrichting EPDE Vooropleiding: HAVO Propedeuse: nee Studiejaar: 2 Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: nee Studiejaar: 2 Vooropleiding: HAVO Propedeuse: ja Studiejaar: 3 Vooropleiding: HAVO Propedeuse: nee Studiejaar: 1 Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: ja Studiejaar: 3 Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: nee Studiejaar: jaar 1 Vooropleiding: HAVO Propedeuse: ja Studiejaar: 4 afstudeerrichting EPDE Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: ja Studiejaar: 3 Vooropleiding: MBO-niet verwand Propedeuse: nee Studiejaar: 2 Vooropleiding: MTS Propedeuse: ja Studiejaar: 4 Vooropleiding: MTS Propedeuse: nee Studiejaar: 2 Vooropleiding: MTS Propedeuse: nee Studiejaar: 1 Vooropleiding: HAVO/HTS-W Propedeuse: ja Studiejaar: 3
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Docenten Drs.ing. J. Boonstra
Ing. J. Leupen
Bc. J. Postma
Dr.ir. S.W.P. van Sterkenburg
B. Terpstra
Ing. R. Volmer
Ir. M.C. van Westen Drs.ing. J. Zijlstra
Afgestudeerden Ing. N.A. Pruis
Ing. J.J. Bolt
Externe betrokkenen J.D. Tuinstra
Ing. G.R. Scharrenberg
Ing. J.J. Vellinga
G Landman
Docent Engels Stagebegeleider Overige taken: stagecoördinator Docent/coach in jaar 1 en 2 voltijd en deeltijd Stagebegeleider Afstudeerbegeleider Overige taken: SLB-er, lid examencommissie, lid opleidingscommissie, lid toetscommissie, EKC Hogeschooldocent deeltijd Docent/coach in IPGD Afstudeerbegeleider Overige taken: Docent/coach in diverse thema in voltijd en deeltijd EPDE Afstudeerbegeleider Overige taken: SLB-er, lid examencommissie Docent Engels Stagebegeleider Afstudeerbegeleider Overige taken: Afstudeercoördinator Docent/coach in jaar 1 en 2 IPGD Overige taken: SLB-er, lid examencommissie Hogeschooldocent EPDE Docent/coach in voltijd en deeltijd Hogeschooldocent IBE Docent/coach in voltijd en deeltijd Overige taken: lid opleidingscommissie, lid toetscommissie
Jaar afstuderen: 05/06 Titel afstudeeropdracht: Elektronica RoboChallenge Wergever: HG Functie: medewerker projectondersteuning B Vervolgopleiding: Jaar afstuderen: 06/07 Titel afstudeeropdracht: Development of a non-invasive electro-physiological measurement application for diagnosis of urinary incontinence Wergever: Functie: Vervolgopleiding: Technology Management
Lid werkveldadviescommissie E voltijd Werkgever: Wireless Value Functie: Systems & Architecture Lid werkveldadviescommissie E voltijd Werkgever: Rendo netwerken Functie: chef Distributie en Beheer Elektriciteit Lid werkveldadviescommissie E voltijd Werkgever: 2ThePoint-Innovation B.V. Functie: algemeen directeur Lid van de Werkveldadviescommissie E deeltijd, vertegenwoordiger uit de installatiebranche Werkgever: Spoorzicht Functie: Adviseur
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
49/55
50/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Agenda’s en verslagen teamvergaderingen Brede Bachelor of Engineering Agenda’s en verslagen vergaderingen examencommissie Agenda’s en verslagen vergaderingen Werkveldadviescommissie Brede Bachelor of Engineering Agenda’s en verslagen vergadering Opleidingscommissie Agenda’s en verslagen Managementteamoverleg Instituut voor Engineering Hanzehogeschoolkader Kwaliteitszorg Kwaliteitszorgplan Engineering 2007/2008 en 2008/2009 Trendgegevens Engineering en Elektrotechniek SSA-enquête 2006 HBO-Monitor 2006 Afstudeerevaluatie 2006/2007 Personeelstevredenheidsonderzoek Diverse literatuur Tentamenvragen Ingevulde beoordelingsformulieren van afstudeerwerken, inclusief tussentijdse rapportages Toegang tot elektronische leeromgeving Themamappen Brede Bachelor of Engineering Reader Telecommunication Portfolio’s studenten EVC’s Opdrachten Projectopdrachten
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
51/55
Bijlage 5:
Opleidingscompetenties
Competenties voltijdopleiding Elektrotechniek Beroepscompetenties kenmerk:
1
2
3 4 5
6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
De beginnend hbo-ingenieur elektrotechniek demonstreert dat hij/zij in staat is programma van op basis van de wensen van de opdrachtgever/klant een eisen opstellen programma van eisen (t.a.v. specificaties, certificering, prijs en levertijd) op te stellen voor een E-product/systeem/dienst dat/die voldoet aan de wensen van de opdrachtgever en realiseerbaar is keuze maken beargumenteerd een keuze te maken uit een aantal bestaande of zelf bedachte concepten, oplossingen en/of verschillende implementaties projectplan op basis van een programma van eisen een projectplan op te opstellen stellen ontwerpen samen met anderen het in het programma van eisen aangegeven product/systeem/dienst op gestructureerde wijze te ontwerpen samenstellen het/de in het projectplan aangegeven product/systeem/dienst uit te werken tot een geheel dat samengesteld kan worden uit beschikbare deelproducten/ontwerp waarbij gebruik gemaakt wordt van beschikbare deelproducten/kennis productierijp maken het ontworpen product/systeem/dienst geschikt te maken voor fabricage voortgang bewaken op basis van een projectplan de voortgang te bewaken en zonodig bij te sturen optimaliseren het productieproces te optimaliseren door op basis van een analyse verbeteringen aan te brengen of zonodig innovatie te starten opleveren aan te tonen aan de opdrachtgever/klant dat geleverde product/systeem/dienst voldoet aan de specificaties in bedrijf stellen een gecompliceerd systeem in bedrijf te stellen service verlenen service te verlenen en onderhoud te doen verbeteringen op basis van een analyse van een technisch systeem voorstellen verbeteringen voor te stellen relatie onderhouden met opdrachtgever/klant een duurzame relatie te onderhouden die voor zijn organisatie profijtelijk is partners kiezen leveranciers en klanten te beoordelen en kiezen markttrends kwalitatief en kwantitatief onderzoek te doen naar mogelijkheden onderkennen en trends in de markt
52/55
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
Algemene competenties kenmerk: 16 leren leren
17 reflecteren
18 maatschappelijk verantwoordelijk handelen 19 aanpassen 20 innoveren
21 communicatie onderhouden 22 verantwoording afleggen 23 multidisciplinair samenwerken 24 adviseren 25 leiding geven
De beginnend hbo-ingenieur elektrotechniek demonstreert dat hij/zij in staat is vanuit een basishouding gericht op leven lang leren zelfstandig een leerdoel (ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling en het verwerven van beroepscompetenties) en een leerstrategie te bepalen, uit te voeren en resultaat terug te koppelen naar het leerdoel door reflectie op eigen gedrag, door het geven en ontvangen van terugkoppeling te formuleren wat zijn sterke/zwakke punten zijn, welke competenties hij heeft, welke rollen hij kan en wil spelen en in welke richting hij zich kan en wil ontwikkelen bij beroepsmatige en ethische dilemma’s (bijvoorbeeld verhoging van de duurzaamheid versus de extra kosten) een afweging te maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden en een besluit te nemen zich snel aan te passen aan veranderende werkomgevingen en op basis van doorzettingsvermogen prestatiegericht te werken op basis van een goed omschreven probleem met bekende kaders te komen tot een aantal originele innovatieve concepten en/of oplossingen op basis van zijn E-deskundigheid de communicatie met opdrachtgever/klant, ontwikkelaars, commerciële medewerkers en andere betrokkenen te onderhouden. verantwoording af te leggen aan alle betrokkenen in een multidisciplinaire groep vanuit zijn specifieke E achtergrond een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat de opdrachtgever/klant te adviseren tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
53/55
Competenties Brede Bachelor of Engineering (deeltijdopleiding Elektrotechniek) competentietitel omschrijving Competenties afgeleid uit de fase van de life-cycle van een product of dienst Initiatieffase 1. Het opstellen van een Op basis van de wensen en behoeften van de programma van eisen opdrachtgever/klant een analyse maken, ten einde een programma van eisen (t.a.v.specificaties, certificering, prijs en levertijd) op te kunnen stellen voor een product/systeem/dienst dat/die voldoet aan de wensen van de opdrachtgever en realiseerbaar is. 2. Het opstellen van Op basis van een programma van eisen product/systeem/dienstspecificaties specificaties opstellen voor de realisatie van een product/systeem/dienst op de wijze van projectmatig werken Ontwerpfase 3. Het ontwerpen van een product/systeem/dienst
Productiefase 4. Het inrichten van een productieof bedrijfsproces 5. Het besturen, beheersen en optimaliseren van een productie- of bedrijfsproces Beheer- en gebruiksfase 6. het beheren en gebruiken van een product/systeem/dienst
54/55
Op basis van de in het programma van eisen aangegeven specificaties op gestructureerde wijze een ontwerp maken met behulp van modelleringssimulatie- en meettechnieken en daarbij rekening houdend met de verschillende aspecten van het product/systeem/dienst, zoals fabriceerbaarheid, betaalbaarheid, duurzaamheid, onderhoudbaarheid Op basis van afweging van productontwerp, productiemogelijkheden en bedrijfseconomische eisen/aspecten Op basis van permanente verbetering het productie- of bedrijfsproces optimaliseren door op basis van een analyse verbeteringen aan te brengen of zonodig innovatie te starten Op basis van relevante ontwikkelingen, innovaties, enz. de opdrachtgever/klant adviseren over een product/systeem/dienst
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
competentietitel omschrijving Competenties afgeleid van het ondernemen 7. Opstellen ondernemingsplan Het op basis van missie, strategie en doelstellingen en rekening houdend met verschillende aspecten zoals internationalisering, samenwerking opstellen van een realistisch ondernemings- of projectplan 8. Relatiebeheer Het opbouwen en onderhouden van relaties met leveranciers, opdrachtgevers en klanten respectievelijk van netwerken in branches en vakverenigingen, interne en externe stakeholders in het algemeen 9. Management van resources Het op effectieve en efficiënte manier inzetten van beschikbare mensen en middelen 10. bewust zijn van omgeving Het observeren en zich bewust zijn/ worden van (Environmental awareness) ontwikkelingen en trends op zowel technisch inhoudelijke als maatschappelijke gebieden (intern en extern) en daarvan gebruik maken om mogelijkheden te creëren of kansen te grijpen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding Elektrotechniek
55/55