Rijksvvaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat
antwerp
beschikking Datum Nummer Onderwerp
12 oktober 2009 8500201820DNN09/ Ontwerpvergunning voor kruising rijksweg N33 met een stikstoftransportleiding Zuidbroek-Heiligerlee en met een glasvezelkabel.
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aanhef
Bij brief van 27 augustus 2009, door mij ontvangen op 1 september 2009 en onder nummer 8500201820jDNN 2009/4453 geregistreerd, verzoekt de N.V. Nederlandse Gasunie, Concourslaan 17,9727 KC te Groningen, om een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken voor het aanleggen, hebben, behouden en onderhouden van een DN 400 stikstofleiding en een glasvezelkabel middels een horizontaal gestuurde boring onder rijksweg N33 nabij km 42.1 met bijbehorende werkzaamheden gelegen in de gemeente Menterwolde.
Begripsbepaling In deze beschikking wordt verstaan onder: 1 'het districtshoofd' het hoofd van het Wegendistrict Groningen-Drenthe van de Rijkswaterstaat, Postbus 52, 9750 AB Haren; "de coordinator beheer en verkeer" 2 de coordinator beheer en verkeer van het Wegendistrict Groningen-Drenthe van Rijkswaterstaat: de heer R. Schulte, telefoonnummer: (050) 5334205; 3 'werkzaamheden' het uitvoeren, onderhouden en of opruimen van de werken; 4 'het werk' een stalen 0 400 mm stikstofleiding en een 0 110 mm PE mantelbuis ten behoeve van een 040 mm HDPE mantelbuis met een glasvezelkabel onder rijksweg N33.
Overwegingen ten aanzien van de aanvraag
Pagina 1 van 11
Vereiste van vergunning Op grand van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken is het verboden zander vergunning gebruik te maken van een waterstaatswerk door, anders dan waartoe het is bestemd, daarin, daarop, daaronder of daarover werken te maken of te behouden of daarin, daaronder of daarop vaste stoffen of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen of te laten staan of liggen.
Datum 12 oktober 2009 Nummer 8500201820DNN09/
Belangenafweging en motivering De Gasunie is voornemens in een bestaande zoutcaverne nabij Heiligerlee gasvormig stikstof op te slaan. De benodigde stikstof wordt gewonnen uit de buitenlucht nabij Zuidbroek en getransporteerd naar de zoutcaverne middels een 400 mm stalen leiding met een lengte van ca. negen kilometer. Ten behoeve van procesbesturingsdoeleinden op de locaties ZUidbroek en Heiligerlee dient parallel aan de stikstofleiding een 0 40 mm HDPE mantelbuis met een glasvezelkabel te worden aangelegd in een 0 110 mm PE mantelbuis. De stikstofleiding en de PE mantelbuis zullen rijksweg N33 kruisen middels een horizontaal gestuurde boring. Genoemde werkzaamheden worden verder aangehaald als de "Stikstofbuffer Heiligerlee". Ten aanzien van dit besluit is de Rijksco6rdinatie regeling als bedoeld in paragraaf 3.6.3 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Betrokken belangen Bij het maken van het werk, waarvoor vergunning wordt aangevraagd, spelen in dit verband de volgende belangen een rol: II de belangen van Rijkswaterstaat, te weten het beschermen van het waterstaatswerk en het verzekeren van een veilig en doelmatig gebruik daarvan; II het belang van de aanvrager, te weten het uitbreiden en instandhouden van het aardgastransportnet. Het realiseren van de stikstofbuffer is noodzakelijk om hoogcalorisch aardgas afkomstig uit het buitenland te verarmen met stikstof, zodat het geschikt wordt om toe te passen in de Nederlandse aardgasmarkt. Voorafgaand aan het concipieren van deze vergunning is technisch advies gevraagd aan de Dienst Verkeer en Vervoer (DVS) te Delft. Op 22 september 2009 heeft DVS een goedkeurend toetsingsadvies, TAWO nr. 60591 uitgebracht onder de voorwaarde dat minimaal vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden het uiteindelijke werkplan inclusief monitoringsplan ingediend moet worden. Het advies is verwerkt in de in deze vergunning opgenomen voorschriften. De werkzaamheden zijn uit het oogpunt van een doelmatig gebruik van het waterstaatswerk toelaatbaar, terwijl het veilig gebruik van dat werk verzekerd blijft. Ter bescherming van de belangen van de Rijkswaterstaat worden aan deze vergunning nadere voorschriften verbonden. Voorzienbaar risico Het risico bestaat dat het werk in verband met de daadwerkelijke ombouw van rijksweg N33 tot dubbelbaans autoweg moet worden aangepast.
Pagina 2 van 11
Datum 12 oktober 2009
Gevolgde procedure
Het onderhavige besluit heeft betrekking op het project "Stikstofbuffer . . . . . Heiligerlee". Op grond van artlkel 39b[ eerste Ild[ van de Gaswet en artlkel 141a, eerste lid[ van de Mijnbouwwet gelezen in samenhang met het besluit van de Minister van Economische Zaken op grond van artikel 39b[ derde lid[ van de Gaswet en artikel 141a[ derde lid van de Mijnbouwwet van met kenmerk [ is op de voorbereiding van het project "Stikstofbuffer Heiligerlee[[artikel 3.35[ eerste lid[ aan en onder b[ van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. De Minister van Economische Zaken is de aangewezen minister[ in de zin van artikel 3.35 Wro[ die deze coordinatie van de besluitvorming op zich neemt.
Nummer 8500201820DNN09/
Op grond van artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoordinatieregeling energie- infrastructuurprojecten is het onderhavige besluit een besluit als bedoeld in artikel 3.35[ eerste lid[ onder aanhef en onder a[ van de Wet ruimtelijke ordening. Uit het voorgaande voigt dat op dit besluit de Rijkscoordinatieregeling van toepassing is. Op grond van artikel 3.31[ derde lid in samenhang met artikel 3.35[ vierde lid van de Wro is dit besluit daarom voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Aigemene wet bestuursrecht en de bijzondere regels in artikel 3.31[ derde lid in samenhang met artikel 3.35[ vierde lid Wro. De Minister van Economische Zaken heeft als aangewezen minister een gecoordineerde voorbereiding van de besluiten voor het project Stikstofbuffer Heiligerlee bevorderd. Op 26 augustus 2009 is een kennisgeving van het voornemen een rijksinpassingsplan vast te stellen gepubliceerd in de Staatscourant[ Dagblad van het Noorden Regio 2 en enkele huis-aan-huisbladen: Streekblad/Pekelder Streekblad[ en Tussenklappen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35 Wro worden dit besluit en de andere besluiten die vereist zijn voor het project Stikstofbuffer Heiligerlee gelijktijdig door de Minister van Economische Zaken bekendgemaakt. Tevens doet de minister van Economische Zaken daarvan mededeling in de Staatscourant[ enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg.
Toepassil1g legesbesluit Ingevolge artikel 2[ eerste Iid[ van het Besluit leges Wet beheer rijkswaterstaatswerken zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning leges verschuldigd. De verschuldigde leges zijn betaald waarna de aanvraag in behandeling is genomen.
Pagina 3 van 11
BESlUIT
Op grand van de vorenstaande overwegingen besluit ik aan N.V. Nederlandse Gasunie, Concourslaan 17, 9727 KC te Groningen, hierna genoemd de "vergunninghouder/, alsmede diens rechtverkrijgenden, de vergunning, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken te verlenen, voor het aanleggen, hebben, behouden en onderhouden van een DN400 stikstofleiding met een diameter van 400 mm en een 0 110 mm PE mantelbuis ten behoeve van een glasvezelkabel onder rijksweg N33, nabij km 42.1 in de gemeente Menterwolde.
Datum 12 oktober 2009 Nummer 8500201820DNN09/
VOORSCHRIFTEN 1
Plaatsbepaling 1.1 Het werk moet worden uitgevoerd, zoals aangegeven op de bij de aanvraag overgelegde en bij deze vergunning gevoegde door mij gewaarmerkte kaarten en rapporten: .. Tracekaart nr. A-626-KT-25-001, wijz. 4 .. Routekaart nr. A-626-KR-001, wijz. 6 .. Routekaart nr. A-626-KR-001, wijz. 3 .. Detailkaart nr. A-626-XZ-002-1, wijz. 2 .. Detailkaart nr. A-626-XZ-002-2, wijz. 1 Rapport van Tebodin B.V. van juli 2009, nr. 37311.00-1931077, revisie: 0; inzake ontwerpgegevens, sterkteberekeningen en resultaten sterkteberekeningen. 1.2 Het werk dient overeenkomstig de aanvraag en met inachtneming van de verplichtingen van dit besluit te worden aangelegd en in gebruik genomen te worden.
2
Aanvang werkzaamheden 2.1 Tenminste 6 werkdagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet de vergunninghouder de datum en het tijdstip van de werkzaamheden meld en aan de coordinator beheer en verkeer. 2.2 Zodra blijkt dat de werkzaamheden niet op het in het vorige lid genoemde tijdstip kunnen beginnen, moet de vergunninghouder dit zo spoedig mogelijk, doch binnen 24 uur, doorgeven aan de coordinator beheer en verkeer.
3
Werkplan 3.1 Tenminste 20 werkdagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet de vergunninghouder ter goedkeuring een werkplan hebben overgelegd. Het werkplan dient per post te worden gestuurd naar Wegendistrict Groningen-Drenthe, Postbus 52, 9750 AB Haren. 3.2 Het werkplan dient in overeenstemming met de vergunning te zijn. In het werkplan dient duidelijk te zijn door wie, op welke wijze en wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd. Relevante bijlagen en/of tekeningen dienen als bijlage te worden bijgevoegd. Het werkplan, voorzien van zaaknummer, dient zowel digitaal als per post te worden aangeleverd.
Pagina 4 van 11
3.3.
3.4
Het werkplan dient onder andere de volgende gegevens te bevatten .. Gekozen fasering .. Keuze voor sturingsmechanisme .. Keuze smeermiddel .. Type/model boormachine (vermogen/diameter, type snijkop en smering, tussenstations) .. Monitoringsplan Uitvoering van de werkzaamheden mag niet starten voordat door of namens het districtshoofd het werkplan schriftelijk is goedgekeurd.
4
Revisietekeningen Binnen twee maanden na uitvoering van de werkzaamheden moet een revisietekening (as-built, dwg-formaat) van de gerealiseerde situatie aan het districtshoofd overlegd worden. Op deze tekeningen moet de exacte ligging van het werk ten opzichte van de rijksweg worden aangegeven in de volgende referentiestelsels: Iigging (X,Y) in het RD-stelsel, hoogte (Z) in het NAP-stelsel. De tekening dient zowel digitaal (
[email protected]) als analoog te worden aangeleverd.
5
Bescheiden, die tijdens de uitvoering op het werk aanwezig moeten zijn Van aile op de werkzaamheden betrekking hebbende documenten, zoals de vergunning, tekeningen, rapporten, berekeningen en uitvoeringsinstructies, moet tenminste een exemplaar voortdurend op het werk aanwezig zijn.
6.
Grondwaterstand 6.1 De vergunninghouder dient zich er van te vergewissen, op grand van metingen van de grondwaterstand ter plaatse van de boring in een ruime periode voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden, dat de actuele grondwaterstand geen belemmering vormt voor het uitvoeren van de boring(en). 6.2. de vergunninghouder dient hierbij nadrukkelijk rekening te houden met opbolling van het grondwater onder het asfalt en de relatie met de druk door en het peil in de omliggende waterpartijen.
7
Verkeershinder De vergunninghouder moet de werkzaamheden zodanig uitvoeren, dat geen hinder en gevaar voor het verkeer op de rijksweg ontstaat.
8
Stremming Stremming van het verkeer in verband met het onderhoud van het werk wordt aileen toegestaan, indien dit beslist onvermijdelijk is. De dan nodige stremming behoeft de voorafgaande toestemming van het districtshoofd.
9
Verkeersveiligheid 9.1 Voor de aan- en afvoer van materiaal en materieel mag geen gebruik worden gemaakt van de vluchtstrook of aangrenzende (weg)berm van de rijksweg. 9.2 Met uitzondering van de werkzaamheden nodig voor het aanbrengen en verwijderen van eventuele peilbuizen en eventuele branbemaling in de bermen, het controleren van de grondwaterstand in de
Datum 12 oktober 2009 Nummer 8500201820DNN09/
Pagina 5 van 11
9.3
9.4
peilbuizen en het uitvoeren van metingen, mogen binnen een afstand Datum van 9 meter uit de kantstreep van de autoweg geen werkzaamheden 12 oktober 2009 van welke aard ook, op of in de berm en/of de rijbaan van de rijkswegNummer worden uitgevoerd zonder verkeersmaatregelen. 8500201820DNN09j Indien werkputten binnen een afstand van 9 meter uit de kantstreep van de autoweg komen te Iiggen, moeten zij worden afgeschermd met een door het districtshoofd goed te keuren constructie. Op de verhardingen van de rijksweg, alsmede op de aangrenzende bermen mogen geen materieel en/of bouwstoffen worden gelost, opgeslagen of geplaatst. Evenmin is het toegestaan, dat voertuigen van de direct of indirect bij het werk betrokken personen op de rijbaan en/of de berm en van de rijksweg stilstaan of worden geparkeerd. Het lossen, opslaan of plaatsen van materieel en/of bouwstoffen en het parkeren van voertuigen dient te geschieden op de daarvoor door de coordinator beheer aan te wijzen plaatsen.
10
Veiligheidskleding tewerkgestelde personen Degenen, die zich wegens het maken en het onderhouden van het werk buiten enig voertuig op of langs de rijksweg bevindt, zijn verplicht veiligheidskleding te dragen, die is uitgevoerd volgens de norm NEN-EN-471 en de Richtlijnen en Specificaties voor veiligheidskleding bij wegwerkzaamheden.
11
Proefsleuven De aanwezigheid van bestaande kabels en/of leidingen moet worden vastgesteld door middel van proefsleuven.
12
Bronbemaling 12.1 Eventuele bronbemaling behoeft vooraf de goedkeuring van het districtshoofd. 12.2 De constructie en de afmetingen van de ter weerszijden van het weglichaam van de rijksweg te maken werkputten ten behoeve van de pers- en ontvangkuip moeten in overleg met de coordinator beheer en verkeer worden bepaald.
13
Vervallen kabels en leidingen 13.1 Vervallen mantelbuizen en leidingen onder de wegverharding dienen geheel te worden opgevuld met dam mer en aan beide zijden waterdicht worden afgestopt. 13.2 Vervallen mantelbuizen en leidingen buiten de wegverharding dienen te worden verwijderd. Het oppervlak dient in de oorspronkelijke toestand te worden hersteld. 13.3 Vervallen kabels dienen te worden verwijderd.
14
Wegkruisingen 14.1 Bij het maken van de wegkruising moet worden voldaan aan de Richtlijn Boortechniek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (ISBN 90-369-5542-4). 14.2 Gedurende het boren moet in een logboek een nauwkeurige beschrijving van de boring en het verloop daarvan worden bijgehouden.
Pagina 6 van 11
14.3
14.4 14.5
14.6
14.7
14.8
14.9
Hierin moet tenminste het volgende worden vermeld: .. tijdstip en duur van het boren .. drukdiagram (boorspoeldruk per 5 meter aflezen) .. positie van de boorkop (continu) II> hoeveelheid en soort uitkomende grond II> grondwaterstanden en II> eventuele bijzonderheden Het logboek moet binnen 14 dagen na de uitvoering van het werk bij het districtshoofd worden ingediend. Voor een leidingkruising moet de berekende en gepresenteerde maximaal toelaatbare boorspoeldrukken (effectieve druk vermeerderd met de ter plaatse heersende waterdruk) als maximaal toelaatbare boorspoeldruk worden gehandhaafd. Uittredende boorspoeling dient direct te worden verwijderd vanaf het Rijksweggebied. Tijdens het boren mag de grondwaterstand niet hoger komen dan 0,50 m onder de onderkant van de te boren buis. Ter plaatse moeten peilbuizen worden aangebracht ter controle van de grondwaterstand. Een te hoge grondwaterstand moet door middel van een (bron)bemaling worden verlaagd. Bij het boren mogen slechts die technieken worden toegepast, waarbij controleerbaar is of de inhoud van de hoeveelheid uitkomende grond ongeveer gelijk is aan de inhoud van de voorwaartse verplaatsing van de persbuis, rekening houdend met de uitlevering van de grond. Ten behoeve van het verwijderen van de grond mag niet voor de voorzijde van de mantelbuis worden uitgeboord. Bij optredende problemen tijdens het boren moet het werk onmiddellijk worden gestaakt en het districtshoofd worden ingelicht. De dan noodzakelijke maatregelen dienen in overleg met en ter goedkeuring van het districtshoofd, dan wei een of meer door hem aan te wijzen functionarissen te worden genomen. Ais een boring mislukt, mag de buis nimmer worden teruggetrokken, maar moet een nieuwe kruising op een andere plaats worden gemaakt. De in het weglichaam achtergebleven buis moet zorgvuldig geheel worden opgevuld met dam mer en aan beide zijden waterdicht worden afgestopt. Ter plaatse van de kruising(en) met de rijksweg, inclusief de daarbij behorende toe- en afritten en/of parallelwegen moet, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de Rijkswaterstaat, zowel voor als na beeindiging van de boring de hoogteligging van de verharding ten opzichte van N.A.P. worden vastgelegd. Hiertoe dient een lengteprofiel van de as te worden opgenomen over een lengte van 25 meter ter weerszijden van de kruising. De geconstateerde zettingen dienen in overleg met het districtshoofd door en op kosten van de vergunninghouder te worden hersteld. Verzakkingen dan wei zettingen, die in de loop van de tijd als gevolg van de boring(en) optreden, dienen op kosten van de vergunninghouder te worden hersteld.
Datum 12 oktober 2009 Nummer 8S00201820DNN09/
Pagina 7 van 11
15
Datum 12 oktober 2009
Waterafvoer De waterafvoer, inclusief de afwatering van de toe- en afvoerwegen, moet te allen tijde ongehinderd kunnen plaatsvinden.
Nummer
8500201820DNN09j
16
Aanwijzingen Door of namens het districtshoofd kunnen met betrekking tot de werkzaamheden aanwijzingen worden gegeven ter bescherming van betrokken belangen. De vergunninghouder moet de gegeven aanwijzingen terstond opvolgen.
17
Voortgang van de werkzaamheden 17.1 Aile krachtens deze vergunning te verrichten werkzaamheden moeten, eenmaal aangevangen, indien dit mogelijk is, onafgebroken en met spoed worden voortgezet. 17.2 Afbreken van de werkzaamheden dient onmiddellijk door of vanwege vergunninghouder worden gemeld aan de coordinator beheer en verkeer.
18
Onderhoud 18.1 De vergunninghouder dient het werk in goede staat te onderhouden. Het onderhoud mag geen gevaar en/of hinder voor het verkeer veroorzaken. 18.2 Beschikbaar komende gegevens met betrekking tot kathodische bescherming dienen per omgaande aan de coordinator beheer en verkeer te worden overgelegd.
19
Voorzienbaar risico In de overwegingen is aangegeven, dat het risico bestaat dat het werk in verband met de daadwerkelijke ombouw van rijksweg N33 tot dubbelbaans autoweg moet worden aangepast. Indien dit het geval blijkt te zijn, dient de vergunninghouder op grond van een door of namens mij te verstrekken aanschrijving het werk te verwijderen of zodanig aan te passen, dat dit buiten de invloedssfeer van de bedoelde werken komt te liggen.
20
Meetpunten in het werkterrein Ais binnen een te graven sleuf of op het werkterrein meetpunten van de meetkundige grondslag (WAT-palen, Kad-palen of ijzeren buizen) aanwezig zijn, mogen die niet worden verwijderd. Worden dergelijke punten geconstateerd, dan moet daarvan direct kennis worden gegeven aan de coordinator beheer en moet de sleuf ter plaatse van het meetpunt zodanig worden verlegd dat een vaste stand van het punt verzekerd blijft, tenzij in dat geval anders wordt beslist.
21
Calamiteiten en andere direct ingrijpen vorderende voorvallen
Calamiteiten, gebreken en andere onvolkomenheden met betrekking tot het werk moeten onmiddellijk gemeld worden via het volgende telefoonnummer:
Pagina 8
van 11
A.
B.
tijdens kantooruren (08:00h - 16:30h) (050) - 5334 111 (kantoor Rijkswaterstaat Wegendistrict Groningen-Drenthe).
Datum 12 oktober 2009 Nummer 8500201820DNN09/
buiten kantooruren (026) 4834343 (Verkeerscentrale Noord en Oost Nederland).
In de hiervoor bedoelde gevallen dient de vergunninghouder aile maatregelen te treffen die zowel in het belang van een goede en veilige verkeersregulering als in het belang van de instandhouding en de bescherming van het betrokken rijkswaterstaatswerk noodzakelijk zijn.
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT namens deze, het hoofd van het Wegendistrict Groningen-Drenthe,
ing. K. Tilma MDR
Pagina 9 van 11
MEDEDELINGEN
Datum 12 oktober 2009
Nummer 1. Zienswijzen 8500201820DNN09/ Op grond van de Aigemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen deze ontwerpbeschikking gedurende zes weken na de eerste dag van terinzagelegging schriftelijk of mondeling zienswijzen inbrengen. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan: Inspraakpunt Stikstofbuffer Heiligerlee, Postbus 304, 2270 AH Voorburg. Voor het mondeling naar voren brengen van zienswijzen r kan contact worden opgenomen met het Bureau Energieprojecten telefoonnummer: 070 379 8979.
2. Rechtsopvolging De overdracht van eigendom van het werk op een derde moet vooraf gemeld worden aan het districtshoofd. Van iedere overgang van deze vergunning naar rechtverkrijgenden moet mededeling worden gedaan aan het districtshoofd. 3. Inspanningsverplichting De verlening van deze vergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de plicht om de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen r teneinde te voorkomen dat het vergunningverlenende orgaan r dan wei derden r ten gevolge van het gebruikmaken van de vergunning schade lijden. 4. Overige vergunningsvereisten Voorts wordt de aandacht gevestigd op de omstandigheid r dat naast de in deze beschikking verleende vergunning r voor de handelingen r waarop de vergunning betrekking heeft r tevens vergunning en/of ontheffing vereist kan zijn op grand van andere wetten en/of verordeningen dan waarop deze beschikking steunt. 5. Privaatrechtelijke toestemming Het verlenen van toestemming tot het privaatrechtelijk gebruik van staatseigendommen r alsmede het (eventueel) aangaan van een overeenkomst omtrent dat gebruik is voorbehouden aan de dienst der Domeinen. In verband hiermee is een afschrift van deze vergunning gezonden aan de betrokken Regionale directie Domeinen Noordoost, Postbus 635, 8000 AP Zwolle, die zich met betrekking tot het gebruik van de betrokken staatseigendommen schriftelijk tot de vergunninghouder kan wenden. 6. Richtlijn boortechniek Op het maken van de wegkruising is de Richtlijn Boortechniek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (ISBN 90-369-5542-4) van toepassing. 7. Voorzienbaar risico Na de uitvoering van een conform een aanschrijving als bedoeld in het betreffende vergunningsvoorschrift uitgevoerde wijziging of zoveel eerder als mogelijk is en/of in overleg met vergunninghouder wordt overeengekomen, zal de onderhavige vergunning, voorzover deze op die wijziging betrekking heeft, worden ingetrokken of gewijzigd. In samenhang met de intrekking wordt, indien en voorzover het werk of het betrokken onderdeel daarvan na wijziging binnen het beheersgebied van het rijkswaterstaatgebied aanwezig blijftr een nieuwe vergunning verleend. Gelet op het feit, dat de vergunninghouder het risico aanvaardt r dat het werk zal moeten worden aangepast of verwijderd r kan hij voor de schade, die hij als gevolg van de door hem
Pagina 10 van 11
op grond van de aanschrijving uit te voeren aanpassing of verwijdering zal Iijden, geen aanspraak maken op schadevergoeding.
Datum
12 oktober 2009 Nummer
8. Nadeelcompensatie Op de vergoeding van schade, die het gevolg is van wijziging, intrekking of opzegging van deze vergunning[ is de Nadeelcompensatieregeling voor het verleggen van kabels en leidingen in en buiten Rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL1999) - gepubliceerd in de Staatscourant van 26 mei 1999[ nr. 97 - van toepassing. Geldt niet voor telecomkabels.
8500201820DNN09/
9. Kosten van maatregelen De kosten[ voortvloeiende uit voorzieningen en maatregelen[ die het vergunningverlenende orgaan zelf ten behoeve van de vergunninghouder en/of in verband met het beheer van het rijkswaterstaatswerk moet treffen en die veroorzaakt worden door de werkzaamheden en het gebruik van het rijkswaterstaatswerk door de vergunninghouder[ komen voor rekening van de vergunninghouder. Hieronder vallen onder meer de kosten[ verbonden aan de door het vergunningverlenende orgaan te treffen verkeersmaatregelen en voorzieningen in het kader van opgetreden calamiteiten.
Afschrift vergunning Een afschrift van de vergunning is gezonden aan: Ii Concernloket Groningen te Groningen; Ii Gemeente Menterwolde te Muntendam; Ii Ministerie van Landbouw[ Natuur en Voedselkwaliteit[ directie regionale zaken[ vestiging Noord te Groningen; Ii Ministerie van Economische Zaken; Ii Regionale Directie Domeinen Noordoost te Zwolle; Ii Waterschap Hunze en Aa's te Veendam.
De bekendmaking van dit besluit wordt gepubliceerd in: de Staatscourant; Ii Dagblad van het Noorden Regio 2 Ii Streekblad/Pekelder Streekblad Ii Tussenklappen Ii
Pagina 11 van 11