Belgisch addendum bij het uitgifteprospectus van mei 2011 Mei 2011 Amundi Funds Beleggingsvennootschap overeenkomstig de richtlijn 85/611/EEG p/o Amundi Luxembourg sa 5 Allée Scheffer L-2520 Luxembourg Groothertogdom Luxemburg ICBE naar Luxemburgs recht
De informatie in dit addendum en die in het uitgifteprospectus dienen gezamenlijk te worden gelezen. Dit addendum en het prospectus moeten samen worden overhandigd aan elke belegger die in België inschrijft in het kader van de Belgische wetgeving inzake het openbaar beroep op het spaarwezen. Dit addendum werd gepubliceerd na goedkeuring door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) overeenkomstig artikel 119 van het Koninklijk Besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging en artikel 131 van de wet van 20 juli 2004 met betrekking tot bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de geschiktheid of van de kwaliteit van de verrichting, noch van de situatie van de maatschappij die ze verwezenlijkt.
1. Tussenpersoon belast met de financiële dienst in België Fund Administration Service & Technology Network Belgium nv (verkort: "Fastnet Belgium"), beursvennootschap Havenlaan 86c, bus 320 B-1000 Brussel RPR 0460 019 728 Tel. 02 209 26 00 Fax 02 209 26 01 De certificaten van de bestaande aandelen aan toonder kunnen evenwel worden ingeleverd voor terugkoop of omzetting, of voor inschrijving op naam van de houder van de certificaten in het ING-kantoor te B-1040 Brussel, Sint-Michielswarande 40 (tel.: 02 743 32 30), dat optreedt voor rekening van Fastnet Belgium, of aan de (andere) distributeurs die hierna onder punt 2 worden vermeld. Deze verrichtingen kunnen niet bij Fastnet Belgium worden gerealiseerd.
2. Distributeurs in België Landbouwkrediet nv Sylvain Dupuislaan 251 B-1070 Brussel (RPR 0205 764 318) en zijn agentschappen zullen in België eveneens optreden als distributeur van de sicav (hierna "Landbouwkrediet" of "de distributeurs" genoemd).
Deutsche Bank Marnixlaan 13-15 B-1000 Brussel Puilaetco-Dewaay Hermann-Debrouxlaan 44 B-1060 Brussel ING België NV Marnixlaan 24 B-1000 Brussel (hierna de "andere distributeurs" genoemd). 3. Subfondsen die in België een openbaar beroep op het spaarwezen kunnen doen1 AANDELENSUBFONDSEN Wereldwijd / regio’s / landen Amundi Funds Equity Euroland Value Amundi Funds Equity Global Alpha Amundi Funds Equity Japan CoreAlpha Amundi Funds Equity Japan Target Amundi Funds Equity US Concentred Core Amundi Funds Equity US Growth Amundi Funds Equity US Multi Strategies Amundi Funds Equity US Relative Value Amundi Funds Euro Quant2 Amundi Funds Gems Europe3 Amundi Funds Gems World Amundi Funds Global Equities4 Amundi Funds Japan Value5 Amundi Funds Select Euro6 Amundi Funds Select Europe7 Amundi Funds Switzerland8
1
Met andere woorden, de subfondsen waarvoor een kennisgeving aan de FSMA is gericht. De fusie van het subfonds Amundi Funds Euro Quant met het subfonds Amundi Funds Select Euro zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 3 De fusie van het subfonds Amundi Funds Gems Europe met het subfonds Amundi Funds Select Europe zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 4 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Equities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Global Select op 24 juni 2011. 5 De benaming van het subfonds Amundi Funds Japan Value zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Japan Value op 24 juni 2011. 6 De benaming van het subfonds Amundi Funds Select Euro zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Euro Select op 24 juni 2011. 7 De benaming van het subfonds Amundi Funds Select Europe zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Europe Select op 24 juni 2011. 2
8 De fusie van het subfonds Amundi Funds Switzerland met het subfonds Amundi Funds Select Europe zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 9 De fusie van het subfonds Amundi Funds US Innovative Companies met het subfonds Amundi Funds Global Equities zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 10 De fusie van het subfonds Amundi Funds Europe Smaller Companies met het subfonds Amundi Funds Equity Euroland Small Cap zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 11 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Agriculture zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Global Agriculture op 24 juni 2011. 12 De fusie van het subfonds Amundi Funds Global Finance met het subfonds Amundi Funds Global Equities zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 13 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Resources zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Global Resources op 24 juni 2011. 14 De benaming van het subfonds Amundi Funds Restructuring Equities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Europe Restructuring op 24 juni 2011. 15 De benaming van het subfonds Amundi Funds US Opportunities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity US Opportunities op 24 juni 2011. 16 De benaming van het subfonds Amundi Funds ASEAN New Markets zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity ASEAN op 24 juni 2011 17 De fusie van het subfonds Amundi Funds Asia Pacific Renaissance met het subfonds Amundi Funds Asian Growth zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 18 De benaming van het subfonds Amundi Funds Asian Growth zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Asia ExJapan op 24 juni 2011. 19 De benaming van het subfonds Amundi Funds Brazil zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Brazil op 24 juni 2011. 20 De benaming van het subfonds Amundi Funds Emerging Europe zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Emerging Europe op 24 juni 2011. 21 De benaming van het subfonds Amundi Funds Emerging Internal Demand zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Emerging Internal Demand op 24 juni 2011. 22 De fusie van het subfonds Amundi Funds Emerging Markets met het subfonds Amundi Funds Emerging World zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 23 De benaming van het subfonds Amundi Funds Emerging World zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Emerging World op 24 juni 2011. 24 De benaming van het subfonds Amundi Funds Greater China zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Greater China op 24 juni 2011. 25 De benaming van het subfonds Amundi Funds India zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity India op 24 juni 2011. 26 De benaming van het subfonds Amundi Funds India Infrastructure zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity India Infrastructure op 24 juni 2011. 27 De benaming van het subfonds Amundi Funds Korea zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Korea op 24 juni 2011. 28 De benaming van het subfonds Amundi Funds Latin America Equities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Latin America op 24 juni 2011. 29 De benaming van het subfonds Amundi Funds Thailand zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Thailand op 24 juni 2011. 30 De benaming van het subfonds Amundi Funds Aqua Global zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Global Aqua op 24 juni 2011. 31 De benaming van het subfonds Amundi Funds Clean Planet zal gewijzigd worden in Amundi Funds Equity Global Clean Planet op 24 juni 2011. 32 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Convertible Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Convertible Global op 24 juni 2011. 33 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Corporate Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Global Corporate op 24 juni 2011. 34 De fusie van het subfonds Amundi Funds Euro Bond met het subfonds Amundi Funds Bond Euro Aggregate zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 35 De benaming van het subfonds Amundi Funds Euro Corporate Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Euro Corporate op 24 juni 2011. 36 De benaming van het subfonds Amundi Funds Euro Inflation Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Euro Inflation op 24 juni 2011.
Amundi Funds US Innovative Companies9
Kleinere ondernemingen / thematisch 37
De fusie van het subfonds Amundi Funds Euro Select Bond met het subfonds Amundi Funds Bond Euro Aggregate zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 38 De benaming van het subfonds Amundi Funds Euro High Yield Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Euro High Yield op 24 juni 2011. 39 De fusie van het subfonds Amundi Funds Asian Income met het subfonds Amundi Funds Emerging Markets Debt zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 40 De benaming van het subfonds Amundi Funds European Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Europe op 24 juni 2011. 41 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Aggregate zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Global Aggregate op 24 juni 2011. 42 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Global op 24 juni 2011. 43 De benaming van het subfonds Amundi Funds Global Inflation Bond zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Global Inflation op 24 juni 2011. 44 De benaming van het subfonds Amundi Funds Emerging Markets Debt zal gewijzigd worden in Amundi Funds Bond Global Emerging op 24 juni 2011. 45 De benaming van het subfonds Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (EUR) zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011. 46 De fusie van het subfonds Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (GBP) met het subfonds Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (EUR) zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 47 De benaming van het subfonds Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (USD) zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute VaR 2 (USD) op 24 juni 2011. 48 De benaming van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage VaR 4 (EUR) zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute VaR 4 (EUR) op 24 juni 2011. 49 De benaming van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage VaR 4 (USD) zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute VaR 4 (USD) op 24 juni 2011. 50 De benaming van het subfonds Amundi Funds Equity Statiscal Arbitrage (EUR) zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute Statiscal Arbitrage op 24 juni 2011. 51 De fusie van het subfonds Amundi Funds Arbitrage Inflation met het subfonds Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (EUR) zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 52 De fusie van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage Forex met het subfonds Amundi Funds Absolute Forex zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 53 De benaming van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage Forex Asia Pacific zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute Forex Asia Pacific op 24 juni 2011. 54 De benaming van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage High Yield zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute High Yield op 24 juni 2011. 55 De benaming van het subfonds Amundi Funds Dynarbitrage Volatility zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute Volatility Arbitrage op 24 juni 2011. 56 De benaming van het subfonds Amundi Funds Volatility Euro Equities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute Volatility Euro Equities op 24 juni 2011. 57 De benaming van het subfonds Amundi Funds Volatility World Equities zal gewijzigd worden in Amundi Funds Absolute Volatility World Equities op 24 juni 2011. 58 De fusie van het subfonds Amundi Funds Euro Reserve met het subfonds Amundi Funds Money Market Euro zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 59 De fusie van het subfonds Amundi Funds USD Reserve met het subfonds Amundi Funds Money Market USD zal plaatsvinden op 24 juni 2011. 60 De benaming van het subfonds Amundi Funds Index Euro zal gewijzigd worden in Amundi Funds Index Equity Euro op 24 juni 2011. 61 De benaming van het subfonds Amundi Funds Index Europe zal gewijzigd worden in Amundi Funds Index Equity Europe op 24 juni 2011. 62 De benaming van het subfonds Amundi Funds Index North America zal gewijzigd worden in Amundi Funds Index Equity North America op 24 juni 2011. 63 De benaming van het subfonds Amundi Funds Index Pacific zal gewijzigd worden in Amundi Funds Index Equity Pacific op 24 juni 2011.
Amundi Funds Equity Euroland Small Cap Amundi Funds Equity Global Gold Mines Amundi Funds Equity Global Luxury and Lifestyle Amundi Funds Europe Smaller Companies10 Amundi Funds Global Agriculture11 Amundi Funds Global Finance12 Amundi Funds Global Resources13 Amundi Funds Restructuring Equities14 Amundi Funds US Opportunities15 Azië / Opkomende markten Amundi Funds ASEAN New Markets16 Amundi Funds Asia Pacific Renaissance17 Amundi Funds Asian Growth18 Amundi Funds Brazil19 Amundi Funds Emerging Europe20 Amundi Funds Emerging Internal Demand21 Amundi Funds Emerging Markets22 Amundi Funds Emerging World23 Amundi Funds Equity Asia Pacific ex-Japan Amundi Funds Equity MENA Amundi Funds Greater China24 Amundi Funds India25 Amundi Funds India Infrastructure26 Amundi Funds Korea27 Amundi Funds Latin America Equities28 Amundi Funds Thailand29 Maatschappelijk verantwoorde beleggingen Amundi Funds Aqua Global30 Amundi Funds Clean Planet31 OBLIGATIESUBFONDSEN Converteerbare obligaties Amundi Funds Convertible Europe Amundi Funds Global Convertible Bond32 Internationale obligaties Amundi Funds Global Corporate Bond33 Obligaties in euro Amundi Funds Bond Euro Aggregate Amundi Funds Bond Euro Govies Amundi Funds Euro Bond34 Amundi Funds Euro Corporate Bond35 Amundi Funds Euro Inflation Bond36 Amundi Funds Euro Govies Specifieke obligaties Amundi Funds Euro Select Bond37 Hoogrentende obligaties
Amundi Funds Euro High Yield Bond38 Internationale obligaties en schuldinstrumenten Amundi Funds Asian Income39 Amundi Funds Bond US Opportunistic Core Plus Amundi Funds European Bond40 Amundi Funds Global Aggregate41 Amundi Funds Global Bond42 Amundi Funds Global Inflation Bond43 Schuldinstrumenten van opkomende markten Amundi Funds Bond Converting Europe Amundi Funds Emerging Markets Debt44 Amundi Funds Bond Emerging Inflation ABSOLUTE RETURN-SUBFONDSEN Absolute Forex Amundi Funds Absolute Forex Arbitrage VaR Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (EUR)45 Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (GBP)46 Amundi Funds Arbitrage VaR 2 (USD)47 Dynarbitrage VaR Amundi Funds Dynarbitrage VaR 4 (EUR)48 Amundi Funds Dynarbitrage VaR 4 (USD)49 Equity Arbitrage Amundi Funds Equity Statistical Arbitrage (EUR)50 Arbitrage Inflation Amundi Funds Arbitrage Inflation51 Dynarbitrage Forex Amundi Funds Dynarbitrage Forex52 Amundi Funds Dynarbitrage Forex Asia Pacific 53 Dynarbitrage High Yield Amundi Funds Dynarbitrage High Yield54 Dynarbitrage Volatility Amundi Funds Dynarbitrage Volatility55 Volatility Equities Amundi Funds Volatility Euro Equities56 Amundi Funds Volatility World Equities57 Multimanagers Long/Short Equity Amundi Funds Multimanagers Long/Short Equity Dynamic Asset Allocation Amundi Funds Dynamic Asset Allocation
RESERVESUBFONDSEN Amundi Funds Euro Reserve58 Amundi Funds USD Reserve59 GEÏNDEXEERDE SUBFONDSEN Geïndexeerde aandelensubfondsen Amundi Funds Index Euro60 Amundi Funds Index Europe 61 Amundi Funds Index North America62 Amundi Funds Index Pacific63 Geïndexeerd obligatiesubfonds Amundi Funds Index Global Bond (EUR) Hedged RESERVESUBFONDSEN Amundi Funds Money Market Euro Amundi Funds Money Market USD
Enkel de aandelencategorieën AE, AU, AJ, AC, AG, AHC, AHE, AHG, AHK, AHU, FE, FHE, FJ en FU (kapitalisatie- en uitkeringsaandelen) van alle in het prospectus vermelde subfondsen worden in België openbaar te koop aangeboden en zijn bij de financiële agent en de (andere) distributeurs van de sicav in België verkrijgbaar, onder de in het prospectus vermelde voorwaarden. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat het ‘Pluriannual Investment Plan’, zoals bepaald in het prospectus, niet beschikbaar is in België via Fastnet Belgium of de distributeurs. Het subfonds Amundi Funds Multi Asset Protected werd vereffend op 3 januari 2011. Het subfonds Amundi Funds Europe SRI werd vereffend op 12 januari 2011. De deelbewijzen van de subfondsen Amundi Minimum Variance Europe, Amundi Funds LDI Gilt Plus (GBP) en Amundi Funds LDI Index Linked Plus (GBP) worden in België voortaan niet meer openbaar te koop aangeboden. De benaming van het subfonds Amundi Funds Equity Global Select werd gewijzigd in Amundi Funds Equity Global Alpha sinds 13 april 2011.
4. Eenmalige provisies en kosten ten laste van de belegger in België64
64
De hierna vermelde tarieven kunnen verschillen van de tarieven in het prospectus, maar zullen niet hoger zijn dan deze laatste. De beleggers wordt verzocht het tariefrooster te raadplegen dat door hun distributeur wordt toegepast.
(in de valuta van het subfonds of in een percentage van de netto-inventariswaarde per aandeel)
Tariefrooster:
Instap
Uitstap
Subfondswijziging
Verkoopprovisie**
Maximaal 4,50% (bespreekbaar)*
-
Het eventuele verschil tussen de verkoopprovisie van de respectieve subfondsen. Dit verschil mag niet meer dan 1% bedragen.
Administratiekosten
-
-
-
Bedrag ter dekking van aankoop/verkoopkosten van de activa
-
-
-
Bedrag om uitstap binnen een maand na instap tegen te gaan
-
Beurstaks
-
Terugkoop van kapitalisatieaandelen: 0,5% met een maximum van 750 EUR
Kap. Kap./Uitk.: 0,5% met een maximum van 750 EUR
* Alle distributeurs van Amundi Funds passen de bespreekbare maximumprovisie van 4,50% toe. ** Elke inschrijvings- en omzettingsprovisie omvat een vaste provisie die 0,90% bedraagt voor de inschrijving op en/of omzetting in aandelen van de aandelencategorieën AU voor het subfonds Amundi Funds Brazil. Die vaste provisies zijn in overeenstemming met de aandelencategorie van het subfonds Amundi Funds Brazil. Geen enkele vaste provisie wordt geïnd voor de combinaties van terugkopen en inschrijvingen die worden gedaan tegen de netto-inventariswaarde.
De provisie- en kostentarieven die vermeld staan in de bovenstaande tariefroosters, zijn de maximumtarieven die kunnen worden afgehouden in België. In het bijgevoegde tariefrooster zijn de tarieven te vinden die effectief worden afgehouden door de tussenpersoon die de inschrijving, de terugbetaling of de subfondswijziging uitvoert. Voor de kosten die worden afgehouden bij een rechtstreekse inschrijving (zonder nominee) wordt verwezen naar het tariefrooster dat wordt toegepast door de distributeur bij wie deze verrichting wordt uitgevoerd. 5. Beschikbare informatie in België De volgende documenten zijn beschikbaar voor het publiek bij de tussenpersoon die de financiële dienstverlening verzorgt en de (andere) distributeurs van de ICBE: -
het volledige prospectus en het vereenvoudigde prospectus van de ICBE;
-
de statuten of het beheersreglement van de ICBE;
-
de jaar- en halfjaarverslagen.
Alle informatie die in het land van herkomst van de ICBE wordt gepubliceerd, wordt ook gepubliceerd in de volgende Belgische kranten met een nationale verspreiding: De Tijd en/of L’Echo. Het gaat hier vooral, maar niet uitsluitend, over de publicatie van de nettoinventariswaarde, de convocaties voor de algemene vergaderingen, de aankondiging van dividenden, over de beslissing tot en de voorwaarden voor vereffening, fusie of de splitsing en over het uitstel van de berekening van de netto-inventariswaarde. Beleggers die aandelen van de ICBE in bezit hebben via een nominee (zie sectie 7 hierna) kunnen bovendien kopieën verkrijgen van al deze informatie op eenvoudig schriftelijk verzoek gericht aan voormelde financiële agent (zie sectie 1 hierboven) of op eenvoudig schriftelijk of telefonisch verzoek gericht aan de nominee.
6. Afwikkeling van inschrijving en terugkoop van de deelbewijzen van de ICBE Voor alle subfondsen, met uitzondering van de subfondsen Amundi Funds Multimanagers Long/Short Equity en Amundi Funds Equity MENA: •
D = afsluitingsdatum van de ontvangst van orders (D om 14 uur). Het hier vermelde uur waarop de ontvangst van orders wordt afgesloten, geldt voor de tussenpersoon die belast is met de financiële dienstverlening en voor de andere distributeurs (indien diezelfde dag meegedeeld aan de distributeurs). In het prospectus wordt voor de distributeurs 12 uur als uiterlijk tijdstip voor ontvangst van orders vermeld. De belegger wordt verzocht inlichtingen in te winnen bij de andere tussenpersonen naar het uiterlijke tijdstip voor de ontvangst van orders dat zij hanteren.
•
Dpublicatie: datering van de netto-inventariswaarde van D bij publicatie ervan
•
D + 1 = datum van de berekening van de netto-inventariswaarde
•
D + 4 = datum van betaling of terugbetaling van de aanvragen*.
Voor het subfonds Amundi Funds Multimanagers Long/Short Equity geldt:
65
•
D = afsluitingsdatum van de ontvangst van orders (D om 14 uur, elke dinsdag)65. Het hier vermelde uur waarop de ontvangst van orders wordt afgesloten, geldt voor de tussenpersoon die belast is met de financiële dienstverlening en voor de andere distributeurs (indien diezelfde dag meegedeeld aan de distributeurs). In het prospectus wordt voor de distributeurs 12 uur als uiterlijk tijdstip voor ontvangst van orders vermeld. De belegger wordt verzocht inlichtingen in te winnen bij de andere tussenpersonen naar het uiterlijke tijdstip voor de ontvangst van orders dat zij hanteren.
•
Dpublicatie: datering van de netto-inventariswaarde van D bij publicatie ervan
•
D + 3 = datum van de berekening van de netto-inventariswaarde
•
D + 5 = datum van betaling van de inschrijvingen
Wij verwijzen naar het prospectus voor meer informatie daaromtrent.
•
D + 9 = datum van betaling van de terugkopen
Voor het subfonds Amundi Funds Equity MENA: Dag van de transactie / Termijn van de inschrijving, terugkoop
Dag van de evaluatie
Datering van de nettoinventariswaarde van D bij publicatie ervan
Datum van de berekening van de NIW
Maandag: 14 uur
dinsdag
dinsdag
dinsdag
Dinsdag: 14 uur
woensdag
woensdag
woensdag
Woensdag: 14 uur
donderdag
donderdag
donderdag
maandag
maandag
maandag
Vrijdag: 14 uur
* D + 4 is van toepassing tot de NIW van 22 juni 2011. Vanaf de NIW van 24 juni 2011 is de datum van betaling of terugbetaling van de aanvragen = D + 3
7. Nomineediensten De belegger die inschrijft op aandelen van de ICBE kan in het aandeelhoudersregister van de ICBE ingeschreven worden, ofwel rechtstreeks in zijn eigen naam, ofwel onrechtstreeks via een inschrijving in het register op naam van de tussenpersoon aan wie de inschrijvingsorder wordt toevertrouwd (nominee). Het systeem definieert de "nomineediensten" als volgt: de financiële tussenpersoon die belast is met de inschrijving laten optreden als houder van de aandelen waarop voor rekening van zijn cliënt wordt ingeschreven. In een dergelijk geval centraliseert deze tussenpersoon de orders voor al zijn cliënten en schrijft hij globaal in bij de ICBE. In zijn hoedanigheid van centrale tussenpersoon wordt de nomineerechtstreeks in het aandeelhoudersregister ingeschreven. De beleggers staan hier dus niet rechtstreeks in vermeld. In ruil daarvoor is de nominee belast met het correct vastleggen van de rechten van de beleggers in de individuele effectenrekeningen. De nominee is dus de tussenpersoon die belast is met de inschrijving en die de aandelen waarop wordt ingeschreven, in bewaring geeft op een effectenrekening geopend op naam van zijn cliënt, om aan te geven dat hij ten gunste van zijn cliënt-belegger aandelen in het aandeelhoudersregister van de ICBE bezit. De rechtsverhouding tussen de nominee en de belegger wordt geregeld door het Belgische recht. De individuele rechten van iedere belegger worden dus gewaarborgd door de hierna beschreven wettelijke bepalingen en maatregelen. Wanneer een belegger een nominee aanstelt om in zijn hoedanigheid van nominee voor zijn rekening op de door de ICBE uitgegeven aandelen in te schrijven en ze in bewaring te nemen, zullen deze aandelen op een rekening op naam van voormelde belegger bij de nominee worden ingeschreven. De aandelen waarop aldus wordt ingeschreven, worden dus in bewaring gegeven op de effectenrekening die door elke belegger bij de nominee geopend wordt. De wettelijke regeling van het gecoördineerde Koninklijk Besluit nr. 62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten is op deze
bewaargevingen van toepassing. Bijgevolg kan de belegger in geval van faillissement of andere toestand van samenloop die de nominee treft, de aandelen rechtstreeks terugvorderen bij de ICBE (of zijn register- of transferagent). Als het aantal aandelen dat op naam van de nominee is ingeschreven in het register van de ICBE onvoldoende is in verhouding tot het aantal aandelen dat in bewaring gegeven is op alle door de nominee geopende effectenrekeningen, mogen alle beleggers die een beroep deden op de diensten van de nominee een collectief terugvorderingsrecht uitoefenen en de aldus teruggevorderde effecten worden dan verhoudingsgewijs verdeeld over alle cliënten van de nominee. De beleggers die in het bezit zijn van aandelen van de ICBE via een nominee, kunnen alle informatie die voor hen bestemd is in de hoedanigheid van rechthebbenden van deze effecten verkrijgen via de website van de tussenpersoon die als nominee optreedt. Behoudens andersluidende overeenkomst tussen de belegger en de tussenpersoon die als nominee van de belegger optreedt, verbindt de nominee zich ertoe alle nodige maatregelen te nemen om de beleggers, in hun hoedanigheid van uiteindelijke rechthebbenden, de mogelijkheid te bieden de met hun aandelen verbonden rechten, en met name hun stemrecht, uit te oefenen. Door vooraf (minstens 30 dagen vóór de betrokken algemene vergadering) een schriftelijk verzoek bij de nominee in te dienen, worden de nodige administratieve stappen ondernomen om de beleggers die een beroep doen op de nomineediensten, de mogelijkheid te bieden hun stemrecht zelf uit te oefenen. Bij gebrek aan een dergelijk verzoek zal de nominee het stemrecht uitoefenen in naam van de beleggers die een beroep doen op de nomineediensten, en dat altijd in het belang van de betrokken beleggers. De belegger die geen of niet langer een beroep wil doen op de diensten van een nominee en dus wenst dat zijn aandelen rechtstreeks op zijn naam in het aandelenregister worden ingeschreven, dient hiertoe een uitdrukkelijk verzoek in te dienen bij de tussenpersoon aan wie hij zijn inschrijvingsorder toevertrouwt. Elke tussenpersoon die een inschrijvingsorder aanvaardt met de verbintenis om de belegger in het aandeelhoudersregister van de ICBE te laten inschrijven, rechtstreeks op naam van die belegger, mag kosten aanrekenen voor die rechtstreekse inschrijving, zoals dat in voorkomend geval in zijn tariefrooster vermeld is.
8. Belastingstelsel voor natuurlijke personen 8.1. Belasting op meerwaarden Onverminderd het belastingstelsel dat hierna onder punt 8.2 wordt beschreven, is op de gerealiseerde meerwaarden bij de terugkoop of de verkoop van de deelbewijzen van het GBF, of bij de volledige of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijke vermogen van het GBF, geen personenbelasting verschuldigd als de belegger handelt in het kader van het normale beheer van zijn privévermogen. De meerwaarden die worden gerealiseerd bij de terugkoop van deelbewijzen van het GBF of bij totale of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijke vermogen van het GBF, zijn echter wel onderworpen aan een roerende voorheffing van 15%, als het openbare aanbod van de deelbewijzen in België vastgestelde verbintenissen inhield betreffende het bedrag van de terugbetaling of betreffende het rendement, en als die verbintenissen lopen over een periode van acht jaar of minder.
8.2. Belasting op de component interesten uit schuldvorderingen bij terugkoop of bij verdeling van het maatschappelijk vermogen van een ICBE (kapitalisatiedeelbewijzen van sicavs) Het fiscale stelsel dat hierna wordt beschreven, geldt ook voor de uitkeringsdeelbewijzen uitgegeven door de ICBE waarvan de statuten niet voorzien in de jaarlijkse uitkering van alle netto-inkomsten. 8.2.1. Terugkopen of verdelingen vóór 1.1.2008 De in dit punt beschreven fiscale regeling is van toepassing, zelfs indien de belegger geen meerwaarde verwezenlijkt. We onderscheiden drie gevallen: -
de ICBE of het subfonds belegt maximaal 40% van zijn activa in schuldinstrumenten; de belegger is niet onderworpen aan de roerende voorheffing van 15%;
-
de ICBE of het subfonds belegt meer dan 40% van zijn activa in schuldinstrumenten; de belegger betaalt een roerende voorheffing van 15% op het deel van het ontvangen bedrag dat afkomstig is van interesten uit schuldvorderingen;
-
de ICBE of het subfonds kan meer dan 40% van zijn activa beleggen in schuldinstrumenten; mogelijk betaalt de belegger een roerende voorheffing van 15% op het gedeelte van het ontvangen bedrag dat afkomstig is van interesten van schuldvorderingen.
8.2.2. Terugkopen of verdelingen na 1.1.2008 De fiscale regeling beschreven onder punt 8.2.1 blijft van toepassing, maar de roerende voorheffing van 15% zal berekend worden op de inkomsten die in de vorm van interesten, meerwaarden of minderwaarden voortkomen uit de opbrengsten van activa die werden belegd in schuldvorderingen. 8.2.3. Opmerking De belegger wordt verzocht contact op te nemen met "Fastnet Belgium" op het nummer 02 209 26 00 voor informatie over het op hem van toepassing zijnde belastingstelsel dat wordt beoogd in punt 8.2, rekening houdend met de beleggingen die hij wil realiseren en, in voorkomend geval, met de aandelencategorieën van de sicav waarin hij wil beleggen. 8.3. Belasting op dividenden De dividenden die een ICBE-sicav uitkeert aan Belgische natuurlijke personen, zijn onderworpen aan de Belgische roerende voorheffing van 15% indien ze worden uitgekeerd door een financiële instelling of een tussenpersoon die in België is gevestigd. Dat percentage bedraagt 25% voor dividenden op aandelen die zijn uitgegeven vóór 1 januari 1994. 8.4. Afhouding van bevrijdende roerende voorheffing De natuurlijke personen die de roerende voorheffing hebben betaald, hoeven de inkomsten vermeld in de punten 8.2 en 8.3 hierboven niet te vermelden op hun jaarlijkse belastingaangifte (de voorheffing is bevrijdend). Als de beleggers de vermelde inkomsten evenwel hebben ontvangen zonder de roerende voorheffing te hebben betaald, dienen zij ze aan te geven in hun belastingaangifte. 8.5. Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden
Elke natuurlijke persoon die ingezetene is van een lidstaat van de EU en die inkomsten (interesten, dividenden, meerwaarden enz.) van de sicav ontvangt via een uitbetalende instantie die gevestigd is in een andere lidstaat van de EU, dient informatie in te winnen over de wettelijke en reglementaire bepalingen die op hem van toepassing zijn. 8.6. Andere belastingen -
Belasting op beursverrichtingen (beurstaks): De belasting op de beursverrichtingen wordt met name geheven op terugkoop- en omzettingsverrichtingen van kapitalisatieaandelen als die worden verricht of uitgevoerd in België via een Belgische financiële instelling. Het tarief van de beurstaks bedraagt 0,5%, zowel voor de terugkoop als voor de omzetting van kapitalisatieaandelen (met een maximum van 750 EUR per transactie).
AMUNDI FUNDS
PROSPECTUS betreffende de doorlopende aanbieding van aandelen in AMUNDI FUNDS een ‘société d'investissement à capital variable’
Mei 2011
ii
BELANGRIJKE INFORMATIE
Als u vragen heeft over de inhoud van dit prospectus, dient u uw bankdirecteur, effectenmakelaar, juridisch adviseur, accountant of een andere financieel adviseur te raadplegen. Vooraleer te beleggen dient dit prospectus te worden gelezen en begrepen.
De verspreiding van dit prospectus (het 'prospectus') en/of het aanvraagformulier en de aanbieding van aandelen zijn wettelijk toegestaan in die rechtsgebieden waar het fonds voor verkoop aan het publiek is goedgekeurd. Personen die in het bezit van dit prospectus en/of het aanvraagformulier zijn en die op grond van dit prospectus wensen in te schrijven op aandelen, zijn ertoe gehouden zich te informeren over en zich te houden aan alle toepasselijke wet- en regelgeving in alle relevante rechtsgebieden, met inbegrip van alle toepasselijke deviezenbeperkingen of reglementen voor wisselcontrole, en mogelijke fiscale gevolgen in de landen waarvan zij staatsburger of ingezetene zijn of waar zij hun wettelijke woonplaats hebben. (Zie ook eventuele bijlagen bij dit prospectus, waarin aanvullende informatie voor beleggers in de relevante rechtsgebieden is opgenomen.) Dit prospectus vormt geen aanbod of uitnodiging door enige persoon in rechtsgebieden waar een dergelijk aanbod of een dergelijke uitnodiging onwettig is of waar de persoon die het aanbod of de uitnodiging doet, daartoe niet bevoegd is, noch aan enig persoon aan wie het wettelijk niet geoorloofd is een dergelijk aanbod of een dergelijke uitnodiging te doen. De aandelen zijn met name niet geregistreerd in het kader van de Amerikaanse Securities Act van 1933 (zoals gewijzigd) noch geregistreerd bij de Securities and Exchange Commission of een andere beurscommissie van een Amerikaanse staat. Ook is het fonds niet geregistreerd in het kader van de Investment Company Act van 1940 (zoals gewijzigd). Derhalve mogen de aandelen noch direct noch indirect worden aangeboden of verkocht in de Verenigde Staten van Amerika, de Amerikaanse gebiedsdelen of bezittingen of gebieden die onder de jurisdictie van de VS vallen, of aan of voor rekening van een US Person, tenzij naar genoegen van het fonds wordt aangetoond dat aandelen mogen worden toegewezen zonder dat daardoor de effectenwetgeving van de Verenigde Staten wordt overtreden. (Zie 'Inschrijving op aandelen: Inschrijvingsbeperkingen', voor de definitie van US Person.) De in dit prospectus vermelde aandelen worden uitsluitend aangeboden op basis van de informatie in dit prospectus en in de verslagen waarnaar in dit prospectus wordt verwezen. Niemand mag in verband met dit aanbod enige informatie verstrekken of enige verklaring afleggen die niet in dit prospectus is opgenomen. Personen die kopen op basis van verklaringen of beweringen die niet in dit prospectus zijn opgenomen of niet met de informatie in dit prospectus overeenstemmen, doen dat geheel voor risico van de koper. De raad van bestuur kan naar goeddunken besluiten aandelen in de thans aangeboden subfondsen op de beurs van Luxemburg te laten noteren en in het geval van notering op de Luxemburgse beurs zal voor de aandelen in alle toekomstige subfondsen een aanvraag worden ingediend op het ogenblik van hun lancering.
Beleggers dienen zich ervan bewust te zijn dat de kapitaalwaarde van en de inkomsten uit hun aandelenbelegging kunnen fluctueren en dat de waarde van hun beleggingen ook kan dalen of stijgen als gevolg van wisselkoersschommelingen. Bijgevolg kunnen beleggers bij de terugkoop van hun aandelen een hoger of lager bedrag terugkrijgen dan zij oorspronkelijk hebben belegd. De beleggers worden ervan op de hoogte gesteld dat hun persoonlijke gegevens of de inlichtingen die in het aanvraagformulier zijn opgegeven of anderszins verstrekt aan of verkregen door het fonds bij de inschrijvingsaanvraag of op een ander tijdstip, alsook de details over hun aandelenparticipatie, in digitale of andere vorm worden opgeslagen en verwerkt in overeenstemming met de bepalingen van de Luxemburgse wet op de gegevensbescherming van 2 augustus 2002. Voor zover het fonds daartoe informatie moet meedelen aan verschillende serviceproviders, hetzij in hetzij buiten de ondernemingengroep Crédit Agricole, staan de beleggers ook dit gebruik van de informatie toe. Het is echter mogelijk dat de normen voor gegevensbescherming minder strikt zijn bij bepaalde serviceproviders die buiten de Europese Unie zijn gevestigd. Geoorloofd gebruik van informatie omvat eventueel: boeken en archiveren, orders verwerken, uw vragen beantwoorden en beleggers informatie over andere producten en diensten verstrekken. Noch het fonds noch de beheermaatschappij zal enige vertrouwelijke informatie over beleggers bekendmaken, tenzij dit door de wet of de reglementen wordt vereist.
iii
Onder voorbehoud van het bovenstaande zijn extra exemplaren van dit prospectus, het vereenvoudigde prospectus van elk subfonds en het aanvraagformulier verkrijgbaar bij: •
AMUNDI FUNDS p/a Amundi Luxembourg S.A ('Amundi Luxembourg') 5, allée Scheffer L-2520 Luxembourg Groothertogdom Luxemburg Telefoon:
•
(352) 47 67 6667 (Engels) (352) 47 67 6222 (Frans) (352) 47 67 6453 (Spaans) (352) 47 67 6664 (Duits) (352) 47 67 6466 (Italiaans) (352) 47 67 6454 (Nederlands)
Bepaalde maatschappijen van de groep Crédit Agricole en andere door het fonds daartoe gemachtigde agenten (de 'gemachtigde agenten').
Aanvragen moeten op het actuele prospectus gebaseerd zijn, vergezeld van het recentste gecontroleerde jaarverslag en het laatst gepubliceerde halfjaarverslag indien dat recenter is.
iv
WOORDENLIJST
Deze verklarende woordenlijst geeft een overzicht van de in dit prospectus gebruikte termen en de bijbehorende prospectus: Aan aandelen gelieerde instrumenten
Effecten of instrumenten die een aandeel kopiëren of die op een aandeel zijn gebaseerd, inclusief aandelenwarrants, inschrijvingsrechten, verwervings- of kooprechten, geïntegreerde derivaten op basis van aandelen of aandelenindices, die economisch beschouwd een exclusieve blootstelling aan aandelen opleveren, en certificaten van aandelen zoals ADR's en GDR's. Participatory Notes ('P-Notes') zijn geïntegreerde derivaten die niet onder deze definitie vallen. Als het de bedoeling is om P-Notes te gebruiken in bepaalde subfondsen, zal dat specifiek worden vermeld in hun beleggingsbeleid.
Aandeel
Een aandeel zonder nominale waarde van om het even welke klasse in het kapitaal van het fonds.
Aanvulling
Tot 49% van het nettovermogen van het subfonds.
Associatie van ZuidoostAziatische Naties (ASEAN)
Een organisatie van landen in Zuidoost-Azië ter bevordering van de culturele, economische en politieke ontwikkeling van de regio, in 1967 opgericht door de ondertekening van de Bangkok Declaration. De volgende landen zijn lid van de ASEAN: Indonesië, Maleisië, de Filippijnen, Singapore en Thailand (bij de oprichting) en Brunei Darussalam, Cambodja, de Democratische Volksrepubliek Laos, Myanmar en Vietnam (later aangesloten). De beheermaatschappij van het fonds, Amundi Luxembourg S.A. (afgekort 'Amundi Luxembourg').
Beheermaatschappij:
MENA
Het Midden-Oosten en Noord-Afrika: Egypte, Jordanië, Libanon, Oman, Qatar, Kuweit, Bahrein, Saudi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Tunesië, Marokko
Bewaarder
De bewaarder van het fonds, CACEIS Bank Luxembourg.
Boekjaar
Het boekjaar van het fonds eindigt op 30 juni van elk jaar.
CSSF
Commission de Surveillance du Secteur Financier – De regelgevende en toezichthoudende instantie van het fonds in Luxemburg.
Distributeur
De persoon of instelling die officieel is aangesteld om aandelen te verkopen of de verkoop ervan te regelen, zoals door de beheermaatschappij van tijd tot tijd bepaald.
Effect
Aandelen en andere, aan aandelen gelijkwaardige effecten, obligaties en andere schuldinstrumenten, alsook alle andere verhandelbare waarden die het recht inhouden om dergelijke effecten door inschrijving of door omruiling te verwerven.
Emerging Europe
Albanië, Belarus, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Kazachstan, Kroatië, Letland, de Republiek Litouwen, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, de Russische Federatie (GOS), Servië, Slovenië, Slowakije, de Tsjechische Republiek, Turkije.
EU-lidstaat
Een lidstaat van de Europese Unie: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, de Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland,
v
Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Europa
Albanië, Andorra, Oostenrijk, Wit-Rusland, België, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, de Tsjechische Republiek, Denemarken en afhankelijke gebieden, Estland, Europese Unie, Finland, Frankrijk en afhankelijke gebieden, Duitsland, Griekenland, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië, Malta, Moldavië, Monaco, Montenegro, Nederland en afhankelijke gebieden, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, de Russische Federatie (GOS), San Marino, Servië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk en afhankelijke gebieden.
Europees land dat naar convergentie met de EUR streeft
Een EU-lidstaat waarvan de officiële valuta niet de EUR is.
Eurozone
Alle lidstaten van de Europese Monetaire Unie (EMU), die op datum van dit prospectus de volgende landen omvat: Oostenrijk, Ierland, Finland, Griekenland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, Portugal, Slovenië, Spanje, België, Luxemburg, Cyprus, Malta en Slowakije (vanaf 1 januari 2009).
G10 valuta
België, Frankrijk, Nederland, Italië en Duitsland (EUR), Canada (CAD), Japan (JPY), Zweden (SEK), Zwitserland (CHF), het Verenigd Koninkrijk (GBP) en de Verenigde Staten (USD),
Geldmarktinstrumenten
Instrumenten die normaal op de geldmarkt worden verhandeld, die liquide zijn en waarvan de waarde op elk ogenblik nauwkeurig kan worden bepaald.
Hoogrentend
Een rating onder BBB- (volgens Standard & Poor’s) en/of Baa (volgens Moody’s) drukt trapsgewijs een hoger risico uit en stemt overeen met de risicoklasse ‘hoogrentend’.
Icb
Een instelling voor collectieve belegging.
Icbe
Een instelling voor collectieve belegging in effecten, in naleving van de gewijzigde Richtlijn 85/6l1/EEG van de Raad van 20 december 1985.
In aanmerking komend land
Een lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, en elk land van West- of Oost-Europa, Afrika, Azië, Oceanië of de Amerikaanse continenten.
Investment grade
Risicobeoordeling, uitgedrukt als een door een ratingbureau toegekende rating: een rating van BBB- (volgens Standard & Poor’s) en/of Baa (volgens Moody’s) of hoger drukt trapsgewijs een lager risico uit en stemt overeen met de risicoklasse ‘investment grade’.
ISDA
De International Swaps and Derivatives Association is de internationale handelsvereniging die de deelnemers in de markt voor onderhands verhandelde derivaten vertegenwoordigt.
Korea
Noord- en Zuid-Korea.
Latijns-Amerikaanse landen
Argentinië, Chili, Costa Rica, Mexico, Uruguay, Brazilië, Colombia, Panama, de Dominicaanse Republiek, Venezuela, Peru, Paraguay, El Salvador, Ecuador, Guatemala, Nicaragua, Cuba, Honduras, Bolivia, Haïti.
Niet vrij converteerbare valuta's
Chileense peso (CLP), Colombiaanse peso (COP), Ecuadoraanse sucre
vi
(ECS), Indonesische roepia (IDR), Sri Lankaanse roepie (LKR), Maleisische ringgit (MYR), Nigeriaanse naira (NGN), Peruviaanse nieuwe sol (PEN), Paraguayaanse guarani (PYG), Sudanese dinar (SDD), Venezolaanse bolivar (VEB). Obligaties van hoge kwaliteit
Obligaties met rating investment grade.
OESO
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De OESOlanden zijn Australië, Oostenrijk, België, Canada, de Tsjechische Republiek, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije, Zuid-Korea, Spanje, Zweden, Zwitserland, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Ontwikkelingslanden/opkomende landen
Alle landen behalve, op datum van dit prospectus, Japan, Singapore, Hongkong, Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, IJsland, Ierland, Italië, Luxemburg, Monaco, Nederland, Noorwegen, Portugal, San Marino, Spanje, Zweden, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Vaticaanstad, Canada, de Verenigde Staten, Australië, Nieuw-Zeeland.
Regio Azië en Stille Zuidzee
Lidstaten van de Asia-Pacific Economic Cooperation (Australië, Brunei Darussalam, Canada, Chili, China, Hongkong, Indonesië, Japan, ZuidKorea, Maleisië, Mexico, Nieuw-Zeeland, Papoea-Nieuw-Guinea, Peru, de Filippijnen, Rusland, Singapore, Taiwan, Thailand, de Verenigde Staten, Vietnam).
Registerhouder en transferagent
De uitgifte, terugkoop, overdracht en conversie van aandelen zal worden verwerkt door Fastnet Luxembourg.
Schuldinstrumenten
Vastrentende en variabelrentende obligaties en geldmarktinstrumenten.
Statuten
De statuten van het fonds, zoals van tijd tot tijd gewijzigd.
Subfonds
Een specifieke portefeuille van activa en passiva binnen het fonds, met een eigen netto-inventariswaarde en vertegenwoordigd door een aparte aandelenklasse of aandelenklassen (de 'Aandelenklasse' of 'Aandelenklassen'), die zich hoofdzakelijk van elkaar onderscheiden door hun specifieke beleggingsbeleid en -doelstelling en/of door de valuta waarin zij zijn uitgedrukt.
Toegestane markt
Een markt in de zin van artikel 41 (1) a), b) en c) van de wet van 20 december 2002 betreffende instellingen voor collectieve belegging.
Transactiedag
Elke werkdag waarop de banken geopend zijn in Luxemburg en/of in andere landen die zijn beschreven onder D. 'Handelstijden' in punt VI. De organisatie van de aandelen'.
Waarderingsdag
Een werkdag waarop, met betrekking tot de beleggingen van een subfonds, geen enkele beurs of markt waarop een aanzienlijk deel van de beleggingen van dat subfonds wordt verhandeld, gesloten is, en waarop de handel op geen enkele van die beurzen of markten beperkt of opgeschort is.
Werkdag
Iedere volledige werkdag in Luxemburg waarop de banken open zijn.
Berekeningsdag
Een dag waarop de banken in Luxemburg normaal geopend zijn.
7 Inhoudsopgave PAGINA WOORDENLIJST................................................................................................................................................ IV I.
BEHEER EN ADMINISTRATIE ..................................................................................................................9
II.
RECHTSVORM ........................................................................................................................................12
III.
STRUCTUUR ............................................................................................................................................12
IV.
LIJST VAN SUBFONDSEN.....................................................................................................................13
V.
DOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID.....................................................................................17 A. B. C. E. F. G.
VI.
AANDELENSUBFONDSEN ................................................................................................................19 OBLIGATIESUBFONDSEN................................................................................................................36 GEÏNDEXEERDE SUBFONDSEN .....................................................................................................51 ABSOLUTE RETURN-SUBFONDSEN ..............................................................................................55 RESERVESUBFONDSEN ....................................................................................................................77 GELDMARKTSUBFONDSEN .............................................................................................................78 ORGANISATIE VAN DE AANDELEN .................................................................................................79
A. B. C. D. E. F.
AANDELENKLASSEN ........................................................................................................................79 AANDELENCATEGORIEËN .............................................................................................................79 AANDELENTYPES ..............................................................................................................................79 TRANSACTIETIJDEN.........................................................................................................................80 VERBOD OP MARKTTIMING ..........................................................................................................81 ANTIWITWASPROCEDURES...........................................................................................................81
VII.
INSCHRIJVING OP AANDELEN ..........................................................................................................82
A. B. C.
PROCEDURE ........................................................................................................................................82 BETALINGSWIJZEN ..........................................................................................................................83 INSCHRIJVINGSBEPERKINGEN ....................................................................................................83
VIII.
OMZETTING VAN AANDELEN .......................................................................................................84
A. B.
PROCEDURE ........................................................................................................................................84 ALGEMEEN ..........................................................................................................................................85
IX. A. B. X.
INKOOP VAN AANDELEN ....................................................................................................................85 PROCEDURE ........................................................................................................................................85 ALGEMEEN ..........................................................................................................................................86 AANDELENPRIJZEN..............................................................................................................................86
A. B.
PRIJZEN ................................................................................................................................................86 PRIJSINFORMATIE............................................................................................................................86
XI.
DIVIDENDBELEID ..................................................................................................................................87
XII.
KOSTEN EN UITGAVEN........................................................................................................................87
A. B.
TRANSACTIEKOSTEN.......................................................................................................................87 JAARLIJKSE KOSTEN .......................................................................................................................87
XIII. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BETREFFENDE HET BEHEER EN DE ADMINISTRATIE ................................................................................................................................................89 A. B. C. D. E. F. G. H.
DE BEHEERMAATSCHAPPIJ...........................................................................................................89 DE BEWAARDER.................................................................................................................................90 DE ADMINISTRATEUR......................................................................................................................91 DE REGISTERHOUDER, TRANSFERAGENT EN BETAALKANTOOR....................................91 DE VERMOGENSBEHEERDERS......................................................................................................91 DE ONDER-VERMOGENSBEHEERDERS ......................................................................................92 NOMINEE..............................................................................................................................................93 VERTEGENWOORDIGER VAN HET FONDS ................................................................................93
XIV.
BOEKJAAR EN AUDIT.......................................................................................................................93
XV. XVI.
ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERING........................................................................93 VERSLAGEN ........................................................................................................................................94
XVII.
8 LOOPTIJD EN LIQUIDATIE VAN HET FONDS............................................................................94
XVIII.
BELASTING ..........................................................................................................................................94
A. B.
BELASTING VAN HET FONDS IN LUXEMBURG.........................................................................94 BELASTING VAN DE AANDEELHOUDERS IN LUXEMBURG ..................................................95
XIX.
AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE DISTRIBUTIE VAN HET FONDS IN ITALIË ...95
XX.
MEER INFORMATIE ...........................................................................................................................95
A. B. C. D. E.
BELEGGINGSBEVOEGDHEDEN EN -BEPERKINGEN ...............................................................95 AANVULLENDE BELEGGINGSBEPERKINGEN........................................................................100 SUBFONDSEN EN AANDELEN .......................................................................................................101 WAARDERINGEN .............................................................................................................................106 ALGEMEEN ........................................................................................................................................108
XXI.
DOCUMENTEN TER INZAGE ........................................................................................................108
BIJLAGE I: AANDELENKLASSEN ................................................................................................................110 BIJLAGE II: PRESTATIEVERGOEDING .....................................................................................................148 BIJLAGE III: VERMOGENSBEHEERDERS EN -ONDERBEHEERDERS ..............................................160
9 I.
BEHEER EN ADMINISTRATIE
Statutaire zetel 5, allée Scheffer, L-2520 Luxembourg Beheermaatschappij: Amundi Luxembourg S.A. ('Amundi Luxembourg') 5, allée Scheffer L-2520 Luxembourg Raad van bestuur Voorzitter Dhr. Jean-Paul Mazoyer, General Management Committee Member in charge of Development Amundi Bestuurders Dhr. Bruno Calmettes, Central Manager, Marketing and Wealth Management Banque de Gestion Privée Indosuez Dhr. Olivier Chatain, Private Banking Director Crédit Agricole Luxembourg S.A., Luxembourg Dhr. Etienne Clement, Deputy Chief Executive Officer, Strategic Marketing Manager, Amundi Dhr. Michel Escalera, Chief Executive Officer Amundi Iberia SGIIC S.A, Madrid Dhr. Jean-François Pinçon, Hoofd International Business Development, Amundi, Parijs Mevr. Christine Moser, Head of Sales France Amundi, Parijs Dhr. Gabriele Tavazzani, Head of Sales & Marketing Department Amundi SGR S.p.A. Dhr. Dominique Couasse, Head of Marketing Amundi Dhr. Christophe Lhote, Head of Marketing Products Crédit Agricole (Suisse) SA, Genève Dhr. Laurent Bertiau Deputy Head of Institutional and Third party Distribution, Amundi Algemeen directeurs Dhr. Guillaume Abel, Head of Marketing & Business Development of Institutional & Third party Distribution Amundi, Parijs Dhr. Giorgio Gretter, Algemeen directeur Amundi Luxembourg S.A., Luxembourg Bewaarder CACEIS Bank Luxembourg S.A. 5, allée Scheffer, L-2520 Luxembourg
10 Registerhouder, transferagent en betaalkantoor CACEIS Bank Luxembourg S.A. 5, allée Scheffer, L-2520 Luxembourg Administrateur Tot 23 juni 2011 CACEIS Bank Luxembourg S.A. 5, allée Scheffer, L-2520 Luxembourg Vanaf 24 juni 2011 Société Générale Securities Services Luxembourg 16, Boulevard Royal L-2449 Luxemburg Vermogensbeheerders (zie bijlage III voor een lijst van de subfondsen die door elke vermogensbeheerder worden beheerd) Amundi • Hoofdkantoor 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk • Kantoor in Londen 41, Lothbury, London EC2R 7HF, Verenigd Koninkrijk Amundi Hong Kong Ltd 901-908, One Pacific Place, No. 88 Queensway, Hong Kong Amundi Japan 1-2-2, Uchisaiwaicho Chiyoda-Ku, Tokyo 100 – 0011 Japan CPR Asset Management 10, place des 5 Martyrs du Lycée Buffon, F-75015 Paris, Frankrijk Emerging Markets Management 1001 19th Street North, 16th Floor, Arlington, Virginia 22209-1722, VS Resona Bank Ltd Fukagawa Gatharia W2 Bldg, 5-65, Kiba 1-Chome, Koto-Ku, Tokyo 135-8581, Japan Amundi Investment Solutions 91-93, Boulevard Pasteur, F-75 015 Paris, Frankrijk. Amundi Alternative Investments, SAS 90, boulevard Pasteur, F-75730 Paris Cedex 15 Amundi Singapore Ltd 168, Robinson Road #24-01, Capital Tower, Singapore 068912 TCW Investment Management Company, Inc. ('TCW') 865, South Figueroa Street, Suite 800, Los Angeles, California 90017, United States of America Ondervermogensbeheerders (zie bijlage III voor een lijst van de subfondsen die door elke ondervermogensbeheerder worden beheerd) Amundi Singapore Ltd 168, Robinson Road #24-01, Capital Tower, Singapore 068912 Victory Capital Management Inc. 127, Public Square, 20th Floor, Cleveland, OH 44114-1306, Verenigde Staten van Amerika Accountant van het fonds PricewaterhouseCoopers S.à r.l.
11 400, route d'Esch, L-1471 Luxembourg Juridisch adviseur Linklaters Loesch 35, Avenue John F. Kennedy, PO Box 1107, L-1011 Luxemburg
12 II.
RECHTSVORM
AMUNDI FUNDS (het 'Fonds') is opgericht in de vorm van een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal ('SICAV') naar Luxemburgs recht. Het Fonds, oorspronkelijk Groupe Indosuez Funds FCP ('Fonds Commun de Placement'), een fonds voor investering in risicokapitaal dat was opgericht op 18 juli 1985, werd op 15 maart 1999, in overeenstemming met artikel 110(2) van de wet van 30 maart 1988 betreffende instellingen voor collectieve belegging ('Organismes de placement collectif'), getransformeerd en ombenoemd in GIF SICAV II. De akte van conversie en de statuten (de 'Statuten') zijn op 28 april 1999 gepubliceerd in het Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations. De naam van het fonds werd daarna op 1 december 1999 gewijzigd in GIF SICAV, op 8 december 2000 in CREDIT AGRICOLE FUNDS, op 1 juli 2007 in CAAM FUNDS en op 2 maart 2010 in AMUNDI Funds. De statutenwijzigingen voor de eerste drie naamswijzigingen zijn gepubliceerd in het Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations, respectievelijk op 14 januari 2000, op 17 januari 2001 en op 13 juni 2007, en voor de laatste wijziging op 3 april 2010. De meest recente statutenwijziging is doorgevoerd op 23 november 2009 en gepubliceerd in het Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations op 15 januari 2010. Op 22 november 2004 werd het fonds aangepast conform deel I van de wet van 20 december 2002 betreffende instellingen voor collectieve belegging (de 'wet van 2002'). De daarmee samengaande statutenwijzigingen werden op 7 december 2004 in het Mémorial gepubliceerd. Het fonds is onder nummer B 68.806 ingeschreven in het handelsregister bij de arrondissementsrechtbank van Luxemburg, waar de statuten ter inzage liggen en waar op verzoek een kopie verkrijgbaar is. Het kapitaal van het fonds wordt vertegenwoordigd door aandelen zonder nominale waarde en is op elk ogenblik gelijk aan het totale nettovermogen van het fonds. De krachtens de Luxemburgse wet voorgeschreven uitgiftedocumenten (notice légale) van de onderhavige aanbieding van aandelen zijn ter griffie van de arrondissementsrechtbank van Luxemburg gedeponeerd.
III.
STRUCTUUR
Het fonds richt zich niet op één specifieke beleggingsdoelstelling, maar heeft het vermogen over verschillende subfondsen verdeeld (elk een 'subfonds'). Elk subfonds belegt in een welbepaalde markt, groep markten of sector en elk subfonds stemt overeen met een aparte klasse aandelen ('aandelen') in het fonds. Dankzij deze structuur kunnen beleggers of hun adviseurs een persoonlijke beleggingsstrategie samenstellen via beleggingen in een selectie van de binnen het fonds beschikbare subfondsen. Als de omstandigheden veranderen kunnen beleggers vlot en tegen minimale kosten hun beleggingen herschikken door de selectie van subfondsen waarin zij beleggen, te wijzigen. Het huidige aanbod van subfondsen, zoals nader beschreven in 'Doelstelling en Beleggingsbeleid', is onderverdeeld in zes hoofdgroepen, namelijk aandelensubfondsen, obligatiesubfondsen, geïndexeerde subfondsen, absoluutrendementsubfondsen en reservesubfondsen, en worden op de volgende bladzijde weergegeven. Voor elk subfonds wordt de netto-inventariswaarde ('NIW') berekend in de basisvaluta van het subfonds. Bovendien wordt de NIW, voor sommige aandelenklassen, ook weergegeven in andere valuta, zoals beschreven in de tabel 'Uitgegeven aandelenklassen, per subfonds'. De NIW in een andere valuta is gelijk aan het equivalent van de NIW in de referentievaluta van de desbetreffende aandelenklasse, omgerekend tegen de geldende wisselkoers.
13 IV.
LIJST VAN SUBFONDSEN
AMUNDI FUNDS AANDELENSUBFONDSEN Wereldwijd/regio's/landen Equity Euroland Value zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Euroland Value Equity Global Alpha zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Global Equity Japan CoreAlpha zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Japan CoreAlpha Equity Japan Target zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Japan Target en met SGAM FUND Equities Japan Small Cap Equity US Concentrated Core zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Concentrated Core en SGAM FUND Equities US Large Cap Growth Equity US Growth zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Mid Cap Growth en SGAM FUND Equities US Small Cap Value Equity US Multi Strategies zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Multi Strategies Equity US Relative Value zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Relative Value en SGAM FUND Equities US Focused Euro Quant zal opgaan in Select Euro op 24 juni 2011 Gems Europe zal opgaan in Select Europe op 24 juni 2011 Gems World Global Equities zal omgedoopt worden tot Equity Global Select vanaf 24 juni 2011 Japan Value zal omgedoopt worden tot Equity Japan Value vanaf 24 juni 2011 Minimum Variance Europe zal opgaan in Structura Minimum Variance Europe op 13 mei 2011 Select Euro zal omgedoopt worden tot Equity Euro Select vanaf 24 juni 2011 Select Europe zal omgedoopt worden tot Equity Europe Select vanaf 24 juni 2011 Zwitserland zal opgenomen worden in Select Europe op 24 juni 2011 US Innovative Companies zal opgaan in Global Equities op 24 juni 2011
Kleinere ondernemingen/thematisch Equity Euroland Small Cap zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Euroland Small Cap Equity Global Gold Mines zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Gold Mines Equity Global Luxury and Lifestyle zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Luxury and Lifestyle Europe Smaller Companies zal opgaan in Equity Euroland Small Cap op 24 juni 2011 Global Agriculture zal omgedoopt worden tot Equity Global Agriculture vanaf 24 juni 2011 Global Finance zal opgaan in Global Equities vanaf 24 juni 2011 Global Resources zal omgedoopt worden tot Equity Global Resources vanaf 24 juni 2011 Restructuring Equities zal omgedoopt worden tot Equity Europe Restructuring vanaf 24 juni 2011 US Opportunities zal omgedoopt worden tot Equity US Opportunities vanaf 24 juni 2011 Azië/opkomende markten ASEAN New Markets zal omgedoopt worden tot Equity ASEAN vanaf 24 juni 2011 Asia Pacific Renaissance zal opgaan in Asian Growth op 24 juni 2011 Asian Growth zal omgedoopt worden tot Equity Asia ex Japan vanaf 24 juni 2011 Brazil zal omgedoopt worden tot Equity Brazil vanaf 24 juni 2011 Emerging Europe zal omgedoopt worden tot Equity Emerging Europe vanaf 24 juni 2011 Emerging Internal Demand zal omgedoopt worden tot Equity Emerging Internal Demand vanaf 24 juni 2011 Emerging Markets zal opgaan in Emerging World op 24 juni 2011 Emerging World zal omgedoopt worden tot Equity Emerging World vanaf 24 juni 2011 Equity Asia Pacific ex-Japan* zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Asia Pac Dual Strategies Equity MENA zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities MENA Greater China zal omgedoopt worden tot Equity Greater China vanaf 24 juni 2011 India zal omgedoopt worden tot Equity India vanaf 24 juni 2011 India Infrastructure zal omgedoopt worden tot Equity India Infrastructure vanaf 24 juni 2011 Korea zal omgedoopt worden tot Equity Korea vanaf 24 juni 2011 Latin America Equities zal omgedoopt worden tot Equity Latin America vanaf 24 juni 2011
14 Thailand zal omgedoopt worden tot Equity Thailand vanaf 24 juni 2011
Maatschappelijk verantwoorde beleggingen Aqua Global zal omgedoopt worden tot Equity Global Aqua vanaf 24 juni 2011 Clean Planet zal omgedoopt worden tot Equity Global Clean Planet vanaf 24 juni 2011
OBLIGATIESUBFONDSEN Converteerbare obligaties Convertible Europe zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Europe Convertible Global Convertible Bond zal omgedoopt worden tot Convertible Global vanaf 24 juni 2011 Internationale obligaties Global Corporate Bond zal omgedoopt worden tot Bond Global Corporate vanaf 24 juni 2011 Obligaties in EUR Bond Euro Aggregate zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Euro Aggregate Bond Euro Govies zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Euro en SGAM FUND Bonds Euro Govies Spread. Euro Bond zal opgaan in Bond Euro Aggregate op 24 juni 2011 Euro Corporate Bond zal omgedoopt worden tot Bond Euro Corporate vanaf 24 juni 2011 Euro Govies Euro Inflation Bond zal omgedoopt worden tot Bond Euro Inflation vanaf 24 juni 2011 Specifieke obligaties Euro Select Bond zal opgaan in Bond Euro Aggregate op 24 juni 2011 Hoogrentende obligaties Euro High Yield Bond zal omgedoopt worden tot Bond Euro High Yield vanaf 24 juni 2011 Internationale obligaties en schuldinstrumenten Asian Income zal opgaan in Emerging Markets Debt op 24 juni 2011 Bond US Opportunistic Core Plus zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds US Opportunistic Core Plus European Bond zal omgedoopt worden tot Bond Europe vanaf 24 juni 2011 Global Aggregate zal omgedoopt worden tot Bond Global Aggregate vanaf 24 juni 2011 Global Bond zal omgedoopt worden tot Bond Global vanaf 24 juni 2011 Global Inflation Bond zal omgedoopt worden tot Bond Global Inflation vanaf 24 juni 2011 Schuldinstrumenten van opkomende markten Bond Converging Europe zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Converging Europe Bond Emerging Inflation 1 Emerging Markets Debt zal omgedoopt worden tot Bond Global Emerging vanaf 24 juni 2011 LDI obligaties LDI Gilt Plus (GBP) zal opgaan in Structura LDI Gilt Plus (GBP) op 13 mei 2011 LDI Index Linked Plus (GBP) zal opgaan in Structura LDI Index Linked Plus (GBP) op 13 mei 2011
15 GEÏNDEXEERDE SUBFONDSEN Geïndexeerde aandelensubfondsen Index Euro zal omgedoopt worden tot Index Equity Euro vanaf 24 juni 2010 Index Europa zal omgedoopt worden tot Index Equity Europe vanaf 24 juni 2010 Index North America zal omgedoopt worden tot Index Equity North America vanaf 24 juni 2011 Index Pacific zal omgedoopt worden tot Index Equity Pacific vanaf 24 juni 2011 Geïndexeerd obligatiesubfonds Index Global Bond (EUR) Hedged ABSOLUTE RETURN-SUBFONDSEN Absolute Forex-subfonds Absolute Forex zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Absolute Return Forex Het subfonds Arbitrage VaR Short Term zal omgedoopt worden tot Absolute VaR Short Term vanaf 24 juni 2011 Arbitrage VaR Short Term zal omgedoopt worden tot Absolute VaR Short Term vanaf 24 juni 2011 De Arbitrage VaR-subfondsen zullen vanaf 24 juni 2011 herdoopt worden tot Absolute VaR 2-subfondsen Arbitrage VaR 2 (EUR) zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 2 (EUR) vanaf 24 juni 2011 Arbitrage VaR 2 (GBP) zal opgaan in Arbitrage VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011 Arbitrage VaR 2 (USD) zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 2 (USD) vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage VaR-subfondsen zullen omgedoopt worden tot Absolute VaR 4-subfondsen vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage VaR 4 (EUR) zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 4 (EUR) vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage VaR 4 (USD) zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 4 (USD) vanaf 24 juni 2011 Equity Arbitrage-subfondsen zullen omgedoopt worden tot Absolute Statistical Arbitrage-subfondsen vanaf 24 juni 2011 Equity Statistical Arbitrage (EUR)zal omgedoopt worden tot Absolute Statistical Arbitrage vanaf 24 juni 2011
Arbitrage Inflation Arbitrage Inflation zal opgaan in Arbitrage VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011 Dynarbitrage Forex-subfondsen zullen vanaf 24 juni 2011 omgedoopt worden tot Absolute Forex Asia Pacific-subfondsen Dynarbitrage Forex zal opgaan in Absolute Forex op 24 juni 2011 Dynarbitrage Forex Asia Pacifica zal omgedoopt worden tot Absolute Forex Asia Pacific vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage High Yield-subfondsen zullen omgedoopt worden tot Absolute High Yield-subfondsen vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage High Yield zal omgedoopt worden tot Absolute High Yield vanaf 24 juni 2011 Het Dynarbitrage Volatility-subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility Arbitrage-subfonds vanaf 24 juni 2011 Dynarbitrage Volatility zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility Arbitrage vanaf 24 juni 2011 Volatility Equities-subfondsen zullen vanaf 24 juni 2011 omgedoopt worden tot Absolute Volatility Equitiessubfondsen Volatility Euro Equities zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility Euro Equities vanaf 24 juni 2011 Volatility World Equities zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility World Equities vanaf 24 juni 2011 Multimanagers Long/Short Equity-subfonds Multimanagers Long/Short Equity Dynamic Asset Allocation-subfonds Dynamic Asset Allocation2 RESERVESUBFONDSEN Euro Reserve zal opgaan in Money Market Euro op 24 juni 2011
16 USD Reserve zal opgaan in Money Market USD op 24 juni 2011 MONEY MARKETS-SUBFONDSEN Money Market Euro zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Money Market Euro en met het Euro Reserve-fonds van Amundi. Money Market USD zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Money Market USD en met het USD Reserve-fonds van Amundi. 1
Dit subfonds zal gelanceerd worden op 6 mei 2011 tegen een initiële inschrijvingsprijs van 100 USD voor de klassen AU, SU, MU, FU, of van 100 EUR voor de klasse AE en 1000 USD voor de klassen IU en OU. 2
Dit subfonds zal gelanceerd worden op 15 april 2011 tegen een initiële inschrijvingsprijs van 100 EUR voor de klassen AE, SE, ME, FE en 1000 EUR voor de klassen IE en OE. Voor de fusies die effectief worden op 13 mei 2011 zal de samenvoeging gebeuren op basis van de ruilverhouding tussen de respectieve netto-inventariswaarde per aandeel van het absorberende subonds en van het geabsorbeerde subfonds per 12 mei 2011. Voor de fusies die effectief worden op 24 juni 2011 zal de samenvoeging gebeuren op basis van de ruilverhouding tussen de respectieve netto-inventariswaarde per aandeel van het absorberende subfonds en van het geabsorbeerde subfonds per 22 juni 2011.
17 V.
DOELSTELLING EN BELEGGINGSBELEID
De doelstelling van het fonds is beleggers toegang te verlenen tot een wereldwijde selectie van markten via een reeks gediversifieerde en internationaal belegde subfondsen. Het beleggingsbeleid van het fonds wordt door de raad van bestuur van het fonds (de 'raad') bepaald, rekening houdend met de heersende politieke, economische, financiële of monetaire omstandigheden in de in aanmerking komende markten ('toegestane markten') die in dit prospectus zijn vermeld (zie 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen') en waarin de subfondsen kunnen beleggen. Het risico is breed gespreid doordat er, afgezien van de beperkingen in 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen', voor de selectie van effecten, geldmarktinstrumenten en andere toegestane activa geen geografische of economische beperkingen gelden. Ook zijn er geen beperkingen op de keuze van het type beleggingen. De subfondsen zijn uitgedrukt ofwel in de valuta van het land waarin ze beleggen, ofwel in de valuta die het best de valutasamenstelling van de subfondsen weergeeft. Het fonds zal het wisselkoersrisico in de subfondsen met internationale beleggingen zoveel mogelijk proberen te beperken door middel van toegestane hedging-instrumenten. Het fonds kan ook in deelnemingsrechten van beleggingsfondsen en in bankdeposito's beleggen binnen de voorwaarden en de begrenzingen in deel I van de wet van 2002 en in het hoofdstuk 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'. Binnen de voorwaarden en de begrenzingen van de wet van 2002, de reglementen en administratieve gebruiken, kan het fonds gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, mits die technieken en instrumenten enkel gebruikt worden ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer of, indien vermeld in het beleggingsbeleid van een bepaald subfonds, als onderdeel van de beleggingsstrategie. Het fonds kan ook in financiële afgeleide instrumenten ('derivaten') beleggen binnen de begrenzingen van de wet van 2002, de rondzendbrief CSSF 07/308 en de relevante Luxemburgse regelgeving, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. Door het hefboomeffect van bepaalde financiële derivaten en de koersvolatiliteit van futures is het risico in verband met een belegging in de aandelen van het fonds normaal hoger dan bij een traditioneel beleggingsbeleid. Globaal genomen kan de belegger door de aankoop van de aandelen, afhankelijk van het gekozen beleggingsuniversum en het type beheer, aan een aantal van de volgende risico's worden blootgesteld: Wisselkoersrisico Binnen verschillende proporties en begrenzingen kan elk subfonds beleggen in waarden en instrumenten die in een andere valuta dan de basisvaluta van het subfonds uitgedrukt zijn, en daardoor aan wisselkoersschommelingen blootgesteld zijn. Subfondsen die systematisch hedgen, kunnen als gevolg van onvolmaaktheden in de hedgingtechnieken toch een resterend valutarisico lopen. Kredietrisico Dit verwijst naar het risico dat een emittent van vastrentende effecten in het subfonds zijn verplichtingen niet nakomt en dat het subfonds zijn belegging niet terugkrijgt. Risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie Sommige subfondsen streven naar rendement door via arbitragestrategieën te anticiperen op de ontwikkeling van bepaalde markten ten opzichte van andere. Die anticipaties kunnen echter foutief zijn en daardoor een lagere prestatie dan de beheerdoelstelling veroorzaken. Liquiditeitsrisico Meer bepaald als gevolg van bijzondere marktomstandigheden of van een buitengewoon groot aantal inkoopaanvragen kan het subfonds problemen hebben om inkoopopbrengsten binnen de in het prospectus bepaalde termijn uit te betalen. Marktrisico De beleggingen van de subfondsen kunnen in waarde dalen ten gevolge van schommelingen op de financiële markten.
18 Risico's in verband met kleine en middelgrote ondernemingen Beleggingen in kleinere en middelgrote ondernemingen kunnen een hoger rendement opleveren, maar ook een hoger risiconiveau inhouden, wegens een hoger risico op wanbetaling of faillissement en wegens een beperkter beursvolume en de daarmee samenhangende sterkere schommelingen. Risico in verband met ontwikkelingslanden Aan beleggingen in effecten van emittenten in ontwikkelingslanden zijn bijzondere overwegingen en risico's gekoppeld, onder meer de algemene risico's in verband met internationale beleggingen, zoals wisselkoersschommelingen, en de beleggingsrisico's in landen met een kleinere kapitaalmarkt, beperkte liquiditeit, koersvolatiliteit, afwijkende voorwaarden voor transacties en controle, en beperkingen op buitenlandse beleggingen. Daarnaast zijn er de risico's in verband met de economieën van ontwikkelingslanden, zoals hoge inflatie en hoge rentevoeten, zware buitenlandse schuldenlast en politieke en maatschappelijke onzekerheid. Renterisico De netto-inventariswaarde van de subfondsen wordt door renteschommelingen beïnvloed. Als de rente daalt, stijgt de marktwaarde van vastrentende effecten, en omgekeerd. Een stijging van de rente zou een waardedaling van de beleggingen in het subfonds tot gevolg hebben. Risico's in verband met derivatentransacties De subfondsen kunnen diverse strategieën toepassen om bepaalde risico's te verminderen en/of om het rendement te verhogen. Bij deze strategieën kunnen derivaten worden gebruikt, bijvoorbeeld opties, warrants, swaps en/of futures. Als gevolg van de marktomstandigheden kunnen dergelijke strategieën onsuccesvol zijn en verliezen voor het subfonds veroorzaken. Derivaten houden ook bijkomende specifieke risico's in, zoals het risico op verkeerde prijsbepalingen of onjuiste waarderingen en het risico dat derivaten niet perfect correleren met de onderliggende activa, rentevoeten en indices. Volatiliteitsrisico Bepaalde subfondsen zijn aan het risico van volatiliteit op de aandelenmarkten blootsgesteld en kunnen bijgevolg binnen de begrenzing van de beoogde Value at Risk sterk fluctueren. Afhankelijk van de beleggingsdoelstelling van een subfonds kunnen sterke volatiliteitsschommelingen in de aandelenmarkten een negatieve invloed op de prestatie hebben. Vooruitbetalingsrisico In verband met beleggingen in obligaties en/of schuldinstrumenten bestaat het risico dat debiteuren of hypotheekgevers hun schulden afbetalen als de rente daalt (door herfinanciering tegen de lagere tarieven van dat moment), zodat het subfonds tegen lagere tarieven moet herbeleggen. Landenconcentratierisico Dit verwijst naar het risico dat ontstaat wanneer een subfonds belegt in een beperkt aantal landen, vanwege het geringe aantal landen in de referentie-indicator van het subfonds. Het fonds geeft aandelen uit in de volgende subfondsen.
19
A.
AANDELENSUBFONDSEN
De doelstelling van deze subfondsen is kapitaalgroei op lange termijn na te streven, in overeenstemming met de respectieve index of indices van de markten waarin een subfonds belegt. De groei wordt gerealiseerd door een actief beheer van portefeuilles die hoofdzakelijk bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten en andere toegestane activa, die op een effectenbeurs zijn genoteerd of op andere gereglementeerde markten ('toegestane markten') worden verhandeld (zie 'Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'). Tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie "Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'), zijn de volgende principes van toepassing op de subfondsen: -
-
In de doelstelling en het beleggingsbeleid van elk subfonds, zoals hieronder beschreven, verwijst de vermelding van een geografisch gebied of de nationaliteit van een effect naar het geografische gebied of het land: o
waar de onderneming of de emittent gevestigd is; en/of
o
waar een onderneming of een emittent een belangrijk deel van zijn activiteiten uitoefent.
In het beleggingsbeleid van elk subfonds wordt systematisch beschreven welk beleggingsuniversum voor minimaal twee derde van de activa van het subfonds is vastgelegd. Als er geen (andere) aanwijzingen zijn voor de toewijzing van het overige gedeelte van het vermogen, mag elk subfonds beleggen in: o
andere aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten dan de in het beleggingsbeleid vermelde;
o
schuldinstrumenten;
o
converteerbare obligaties;
o
deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's, tot 10% van het nettovermogen;
o
contanten en/of deposito's;
o
andere effecten en geldmarktinstrumenten, zoals beschreven in 1.1 en 1.2 van hoofdstuk XX 'Meer informatie', punt A, 'Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'.
-
Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer, mits daarbij, op het niveau van de onderliggende waarden, de beleggingsbeperking(en) in het beleggingsbeleid van elk subfonds worden nageleefd.
-
Elk subfonds mag ook gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, binnen de voorwaarden en de begrenzingen in hoofdstuk XX, 'Meer informatie', B, 'Bijkomende beleggingsbeperkingen', punten 1.3 tot 1.6.
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het volgende: -
De in het beleggingsbeleid van een subfonds vermelde basisvaluta stemt niet noodzakelijk overeen met de valuta's waarin wordt belegd.
-
Beleggingen in open of gesloten beleggingsfondsen kunnen een verdubbeling van vergoedingen en kosten veroorzaken, behalve voor de inschrijvings-, conversie- en terugkoopkosten, die niet mogen worden verdubbeld bij beleggingen in fondsen waarvoor de groep Crédit Agricole promotor is.
-
Beleggingen in gesloten beleggingsfondsen die in hun land van herkomst niet onder een permanent wettelijk toezicht van een toezichthoudende instantie ter bescherming van beleggers staan, stellen het fonds mogelijk aan grotere risico's bloot (bijvoorbeeld minder frequente mogelijkheid tot verkoop, vertraagde betaling of niet-betaling bij de vereffening en minder solide juridische beschermingsstructuren).
-
Het fonds kan de activa van een subfonds ook beleggen via een 100% dochtermaatschappij, als dat de enige manier is om toegang tot gesloten markten te krijgen, mits die dochtermaatschappij onder feitelijk zeggenschap van het fonds staat en beantwoordt aan het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen die op dat ogenblik voor het fonds en het betreffende subfonds gelden.
20
1.
Aandelensubfondsen: Wereldwijd/regio's/landen
Risicowaarschuwingen Globaal genomen kunnen de wereldwijde, regionale en landensubfondsen blootstelling aan marktrisico en volatiliteitsrisico geven. Bepaalde subfondsen maken gebruik van derivaten als onderdeel van hun beleggingsmethode en van specifieke beleggingsstrategieën. Dat kan leiden tot blootstelling aan de risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie, alsook aan de risico's in verband met derivatentransacties. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen.
Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Afhankelijk van de marktomstandigheden dienen beleggers erop voorbereid te zijn gedurende zekere tijd niet-gerealiseerde verliezen op hun oorspronkelijke beleggingen te ondergaan, of een feitelijk verlies te lijden als zij beslissen hun beleggingen in een ongunstig marktklimaat te verkopen. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven. Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn ze enkel geschikt voor beleggers die: - waardevermeerdering van hun kapitaal op lange termijn nastreven; - geen regelmatige beleggingsinkomsten verlangen (behalve beleggers die op uitkeringsaandelen inschrijven); - bereid zijn het verhoogde risico in verband met beleggingen in buitenlandse effecten te aanvaarden; en - volatiliteit kunnen doorstaan.
Equity Euroland Value Dit subfonds streeft langetermijn-kapitaalgroei na door ten minste 75% van het nettovermogen te beleggen in aandelen van ondergewaardeerde ondernemingen (d.w.z. bedrijven waarvan naar inschatting van de fondsbeheerder de huidige aandelenprijzen onder de werkelijke waarde liggen) uit verschillende bedrijfstakken en ter beurze genoteerd in een gereguleerde markt in de Eurozone. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'DJ Euro STOXX Large (Net Dividend)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Equity Global Alpha Dit subfonds streeft kapitaalgroei op lange termijn na via belegging van ten minste 67% van het totale vermogen in aandelen van ondernemingen in de ontwikkelde landen die genoteerd staan op een gereglementeerde markt in een OESO-land. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI World (Net Dividend)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Equity Japan CoreAlpha De doelstelling van dit subfonds is het nastreven van kapitaalgroei op lange termijn door ten minste 67% van het vermogen te beleggen in aandelen van in een erkende gereguleerde Japanse markt genoteerde Japanse ondernemingen. Om deze doelstelling waar te maken, combineert de beleggingsbeheerder een aanzienlijke
21 investering in belangrijke Japanse aandelen met tactische deelnemingen, op basis van een hoogwaardige effectenkeuze voor het realiseren van voortreffelijke resultaten. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'Topix (RI)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Japanse yen. Equity Japan Target Dit subfonds streeft een langetermijn-kapitaalgroei na door ten minste 67% van het totale vermogen te beleggen in aandelen van Japanse ondernemingen die ondergewaardeerde activa of een ondergewaardeerd groeipotentieel hebben of een succesvolle ommezwaai doormaken en die ter beurze genoteerd zijn in een erkende Japanse gereguleerde markt. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'Topix (RI)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Japanse yen. Equity US Concentrated Core Dit subfonds streeft langetermijn-vermogenswinst na door ten minste 67% van het totale vermogen te beleggen in aandelen van ondernemingen in de VS met een minimaal marktkapitalisatieniveau van USD 1 miljard ten tijde van de verkrijging, waarbij deze limiet te allen tijde wordt geacht behouden te blijven en die ter beurze genoteerd zijn in een gereguleerde markt in de Verenigde Staten of een OESO-land. Deze ondernemingen vertegenwoordigen doorgaans in hun branche een substantieel marktaandeel, en worden verondersteld te beschikken over solide en duurzame businessmodellen en daaruit voortvloeiende concurrentievoordelen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index "Russell 1000 Growth (Total Return Index)" is de referentie-indicator van het subfonds. De referentievaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Equity US Growth De doelstelling van dit subfonds is het nastreven van langetermijn-kapitaalgroei door ten minste 67% van het totale vermogen te beleggen in aandelen van in de mid-cap genoteerde ondernemingen in de VS (mits deze zich ten tijde van de verkrijging binnen het kapitalisatiebereik van de in de groei-index Russell Mid Cap opgenomen ondernemingen bevindt, en deze limiet te allen tijde behouden blijft) en die ter beurze genoteerd zijn in een gereguleerde markt in de Verenigde Staten of in een OESO-land. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index "Russell Mid Cap Growth (Total Return Index)" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Equity US Multi Strategies Dit subfonds baseert zich op een beleggingsmethode die optimaal gebruik maakt van de twee voornaamste strategieën in vermogensbeheer: de waardestrategie en de groeistrategie. Het streeft kapitaalgroei op lange termijn na door minstens 67% van het vermogen in aandelen van ondernemingen te beleggen in een waaier van sectoren in de VS, en die genoteerd staan op een gereglementeerde markt in de Verenigde Staten of in eender welk OESOland
22 Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'Russell 1000 Growth (RI)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Equity US Relative Value Dit subfonds streeft kapitaalgroei op lange termijn na via belegging van ten minste 67% van het totale vermogen in aandelen van ondergewaardeerde Amerikaanse ondernemingen (d.w.z. ondernemingen waarvan de aandelen een prijs hebben die op het moment van aankoop onder de gepercipieerde waarde ligt, waarbij wordt verwacht dat te allen tijde aan deze voorwaarde wordt voldaan) die genoteerd staan op een gereglementeerde markt in de Verenigde Staten of in willekeurig welk OESO-land, om op die manier een portefeuille op de bouwen met een sterk groeipotentieel en een beperkt risico op koersverlies. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index "s&P 500 (Total Return Index)" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Euro Quant zal opgaan in Select Euro op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is het nastreven van kapitaalgroei op lange termijn door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in in EUR uitgedrukte aandelen van ondernemingen in de eurozone. De beleggingen zijn gebaseerd op een kwantitatief stockpickingmodel dat de aantrekkelijkste aandelen in elke sector selecteert. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen”. De index 'MSCI EMU' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Gems Europe zal opgaan in Equity Europe Select op 24 juni 2011 Het subfonds streeft ernaar beter te presteren dan de index 'MSCI Europe', met herbelegde dividenden. De doelstelling van het subfonds is het nastreven van kapitaalgroei in EUR door ten minste twee derde van het vermogen in aandelen van Europese ondernemingen te beleggen en de risico-rendementsverhouding over de lange termijn te optimaliseren dankzij een combinatie van verschillende strategieën, die elk apart door gespecialiseerde beheerders worden beheerd en opgevolgd. De keuze van die directionele of niet-directionele strategieën wordt in grote lijnen gebaseerd op twee aspecten, de beheerstijl en het risico-rendementsprofiel. De globale strategietoewijzing op lange termijn wordt regelmatig gecontroleerd en kan, afhankelijk van de marktomstandigheden, regelmatig worden bijgesteld om het diversificatie-effect te handhaven. Er worden ook derivaten gebruikt als onderdeel van de beleggingsmethode om de beleggingsdoelstelling te bereiken. Die derivaten omvatten futures, termijncontracten, opties, contracts for difference (inclusief CFD's op indices en/of aandelenkorven), en swaps. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen”. De index 'MSCI Europe' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
23 Gems World Het subfonds streeft ernaar beter te presteren dan de index 'MSCI All Country World free', met herbelegde dividenden en ongehedged. De doelstelling van het subfonds is kapitaalgroei in USD na te streven door een efficiënte combinatie van drie 'lagen' van prestatie, om de prestatie te maximaliseren en het risico te diversifiëren: -
Allocatie van activa door beheer van het globale risico, de geografische allocatie en/of de sector/stijl-allocatie van de portefeuille, Stockpicking van internationale aandelen Strategieën op basis van derivaten, toegespitst op: o Trading: directionele en arbitrageposities op korte termijn (minder dan één maand) in derivaten op aandelenindices; o Actief valutabeheer: strategische (lange termijn) of tactische (korte termijn) posities volgens de output van een intern valutamodel; o Volatiliteitsbeheer: door middel van volatiliteitsarbitrage en het nemen van directionele posities op grote aandelenindices (Eurostoxx 50, S&P500 enz.) wordt het totale portefeuillerisico verminderd en wordt optimaal gebruik gemaakt van inefficiënties in de markten.
Om de beleggingsdoelstelling te verwezenlijken zal de portefeuille zowel strategische posities op lange termijn als tactische posities op korte termijn bevatten. Het beleggingsuniversum van het subfonds omvat voor minstens twee derde van het vermogen: alle valuta’s in de index ‘MSCI World All Country’, om het even welke aandelen, deposito's, converteerbare obligaties (gebruikt als een efficiënter substituut voor de onderliggende aandelen of met het oog op volatiliteitsbeheer), repoovereenkomsten en geldmarktinstrumenten. Er zal ook uitgebreid gebruik gemaakt worden van derivaten, als onderdeel van de beleggingsmethode, om de beleggingsdoelstelling te bereiken. Die derivaten omvatten onder meer futures, termijncontracten, opties, contracts for difference (CFD) (inclusief CFD's op aandelen, aandelenindices en aandelenkorven) en/of swaps. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen”. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Global Equities, vanaf 24 juni 2011 Equity Global Select genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten in de hele wereld. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De 'MSCI The World Index' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Japan Value, vanaf 24 juni 2011 Equity Japan Value genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van de activa te beleggen in Japanse aandelen. Via een op waarde gerichte stockpickingmethode worden ondernemingen opgespoord waarvoor een divergentie tussen een ondergewaardeerde aandelenkoers en een verbeterende bedrijfswaarde wordt vastgesteld, om te profiteren van een toekomstige meerprestatie als de koers convergeert met de bedrijfswaarde. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'Topix Tokyo SE' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Japanse yen.
24 Minimum Variance Europe zal opgaan in Structura Minimum Variance Europe op 13 mei 2011 Dit subfonds streeft ernaar beter te presteren dan de index 'MSCI Europe' en een lager volatiliteitsniveau te handhaven dan de index door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in Europese aandelen die in de MSCI Europe zijn opgenomen. Om deze doelstelling te bereiken bouwt de vermogensbeheerder de portefeuille als volgt op. Ten eerste gebruikt de vermogensbeheerder een kwantitatieve optimalisering om een portefeuille met een beperkte volatiliteit op te bouwen door de minder volatiele en gecorreleerde effecten uit de MSCI Europe te selecteren. Vervolgens benut het beheerteam zijn marktkennis en anticiperende visie (macro-economische fundamentals, kennis van effecten, waarderingsniveau ...) om de portefeuille aan te passen, zowel op het gebied van spreiding (correctie van risico's, stijlen, bias in de sectorspreiding ...) als op het gebied van de specifieke risico's in verband met effecten (niet in het model opgenomen specifieke marktgebeurtenissen, onaantrekkelijke fundamentele analyse ...). Er worden ook derivaten gebruikt als onderdeel van de beleggingsmethode om de beleggingsdoelstelling te bereiken. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI Europe' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Select Euro, vanaf 24 juni 2011 Equity Euro Select genaamd Het subfonds streeft ernaar beter te presteren dan de index 'MSCI Euro', met herbelegde dividenden, door middel van een actieve beheermethode. Om die doelstelling te verwezenlijken, belegt het beheerteam ten minste 75% van het nettovermogen in in EUR uitgedrukte aandelen van ondernemingen in de eurozone. De beleggingsmethode steunt op een stockpickingmodel dat beoogt de aantrekkelijkste aandelen te selecteren op basis van criteria met betrekking tot groeipotentieel en waardering. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI Euro' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Select Europe, vanaf 24 juni 2011 Equity Select Europe genaamd Het subfonds streeft ernaar beter te presteren dan de index 'MSCI Europe', met herbelegde dividenden, door middel van een actieve beheermethode. Om die doelstelling te verwezenlijken belegt het beheerteam ten minste 75% van het nettovermogen in Europese aandelen. De beleggingsmethode steunt op een stockpickingmodel dat beoogt de aantrekkelijkste aandelen te selecteren op basis van criteria met betrekking tot groeipotentieel en waardering. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI Europe' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Zwitserland zal opgaan in Equity Select Europe vanaf 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in Zwitserse aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten te beleggen.
25 Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI Switzerland 10/40' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Zwitserse frank.
US Innovative Companies zal opgaan in Global Equities op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in aandelen in de VS te beleggen. De vermogensbeheerder gebruikt een stockpickingmethode om aandelen van ondernemingen met een belangrijk groeipotentieel te selecteren dankzij hun bekwaamheid om vernieuwende methoden en/of concepten te ontwikkelen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'S&P 500' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
2.
Aandelensubfondsen: Kleinere ondernemingen/thematisch
Risicowaarschuwingen: Globaal genomen kunnen de subfondsen die in kleinere ondernemingen of in specifieke thema's beleggen, blootstelling geven aan marktrisico en volatiliteitsrisico, risico's in verband met ontwikkelingslanden en risico in verband met kleine en middelgrote ondernemingen. In bepaalde subfondsen worden ondernemingen in een herstructureringsfase geselecteerd. Dergelijke ondernemingen moeten dus inspanningen leveren om hun rentabiliteit te herstellen, hun balansen te hervormen of grootschalige reorganisaties door te voeren: dat kan een hoger risico op insolventie of faillissement met zich meebrengen en het kan langer duren eer het verwachte resultaat wordt behaald. Beleggingen in een specifiek sectorsubfonds kunnen een hoger rendement opleveren, maar ook een hoger risico inhouden. Deze subfondsen kunnen beleggen in bedrijven die bijzonder gevoelig zijn voor snelle technologische veranderingen en die een relatief hoog risico lopen voorbijgestreefd te worden als gevolg van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Beleggingen in internetbedrijven kunnen aan een grotere volatiliteit onderhevig zijn dan beleggingen in de bredere technologiesector of in andere, meer gediversifieerde sectoren. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen. Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Afhankelijk van de marktomstandigheden dienen beleggers erop voorbereid te zijn gedurende zekere tijd niet-gerealiseerde verliezen op hun oorspronkelijke beleggingen te ondergaan, of een feitelijk verlies te lijden als zij beslissen hun beleggingen in een ongunstig marktklimaat te verkopen. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven. Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn ze enkel geschikt voor beleggers die: -
waardevermeerdering van hun kapitaal op lange termijn nastreven; geen regelmatige beleggingsinkomsten verlangen (behalve beleggers die op uitkeringsaandelen inschrijven); bereid zijn het verhoogde risico in verband met beleggingen in buitenlandse effecten te aanvaarden; en volatiliteit kunnen doorstaan.
26 Equity Euroland Small Cap Dit subfonds streeft langetermijn-kapitaalgroei na door ten minste 75% van de nettoactiva te beleggen in aandelen van ondernemingen die gevestigd zijn in en die ter beurze genoteerd zijn in een gereguleerde markt in de Eurozone. Dit subfonds belegt ten minste 67% van het totale vermogen in aandelen van kleine ondernemingen in de eurozone (d.w.z. met een marktkapitalisatie die vergelijkbaar is met die van de effecten die opgenomen zijn in de index "MSCI EMU Small Cap" op het moment van aankoop, waarbij wordt verwacht dat deze limiet altijd wordt toegepast) die gevestigd zijn in de eurozone en daar genoteerd zijn op een gereglementeerde markt. Dit subfonds kan ook maximaal 30% van zijn totale activa beleggen in aandelen van grotere ondernemingen die gevestigd zijn en in gereglementeerde markten in Euroland genoteerd worden. Beleggingen kunnen worden uitgebreid tot andere lidstaten van de Europese Unie, afhankelijk van de landen die naar verwachting in de toekomst deel zullen uitmaken van Euroland. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI EMU Small Cap' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Equity Global Gold Mines Dit subfonds streeft naar langetermijn-kapitaalgroei door ten minste 67% van het totaal vermogen te beleggen in aandelen van bedrijven die gespecialiseerd zijn in de goudmijnbouw en aandelen van goudmijnen in landen zoals Australië, Noord-Amerika en Zuid-Afrika, en in andere edele metalen of mineralen (zoals metalen uit de zilveren platinumgroep), waarbij deze beleggingen echter niet meer dan een derde van het nettovermogen van het subfonds mogen vertegenwoordigen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'FTSE Gold Mines' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Equity Global Luxury and Lifestyle Dit subfonds streeft langetermijn-kapitaalgroei na door het ten minste 67% van het totale vermogen te beleggen in aandelen van bedrijven waarvan de bedrijfsactiviteiten hoofdzakelijk gericht zijn op luxe of prestigieuze goederen en diensten en die ter beurze genoteerd zijn in een gereguleerde markt in willekeurig land wereldwijd. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI World Consumer Discretionary' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Europe Smaller Companies zal opgaan in Equity Euroland Small Cap op 24 juni 2011 De doelstelling van het subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van Europese ondernemingen met een kleinere of middelgrote kapitalisatie, die deel uitmaken van de index 'HSBC Smaller European'. De transactievolumes voor de aandelen van dergelijke bedrijven zijn doorgaans laag, wat het markt- en liquiditeitsrisico kan verhogen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'HSBC Smaller European' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
27 Global Agriculture, vanaf 24 juni 2011 Equity Global Agriculture genaamd De doelstelling van dit fonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in een internationale aandelenselectie van ondernemingen in de agrarische sector (waaronder productie van granen, fruit, groenten, meststof, irrigatiesystemen en/of landbouwuitrusting, evenals veeteelt en transport, opslag van en/of handel in landbouwproducten). Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'S&P Global Agribusiness Equity (net total return)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Global Finance zal opgaan in Global Equities op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in internationale aandelen van ondernemingen in de financiële sector zoals banken, verzekeringen, vastgoed, financiële diensten, enz. Het doel van deze beleggingen is te profiteren van positieve trends op lange termijn, structurele wijzigingen en het consolidatieproces in de internationale sector van de financiële dienstverlening. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI World Financials' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Global Resources, vanaf 24 juni 2011 Equity Global Resources genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in internationale aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van ondernemingen in de sectoren energie, goud en materialen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index '33.333% FT Gold Mines Total + 33.333% MSCI World Energy (GICS Industry Group 1010) + 33.333% MSCI World Materials (GICS Industry Group 1510)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Restructuring Equities, vanaf 24 juni 2011 Equity Europe Restructuring genaamd De doelstelling van dit subfonds is het verwezenlijken van kapitaalvermeerdering op lange termijn door ten minste 75% van het nettovermogen te beleggen in aandelen van Europese ondernemingen. De vermogensbeheerder gebruikt een stockpickingmethode om aandelen van ondernemingen met een interessant groeipotentieel te selecteren op basis van de volgende criteria: (i) (ii)
ondernemingen die een reorganisatie van hun activiteiten doorvoeren of plannen en/of ondernemingen die in aanmerking komen als potentieel overnamedoelwit voor concurrenten/'leveraged buy-out-fondsen' enz.
Het actieve beheer van het subfonds steunt op fundamentele analyse. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI Europe' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
28 US Opportunities, vanaf 24 juni 2011 Equity US Opportunities genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van grote ondernemingen in de VS. Het subfonds kan zowel groei- als waardebeleggingen selecteren. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'S&P 500 Composite' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
29 3.
Aandelensubfondsen: Azië/opkomende markten
Risicowaarschuwingen Globaal genomen kunnen de subfondsen die in Azië/opkomende markten beleggen, blootstelling geven aan markt-, liquiditeits- en volatiliteitsrisico, risico's in verband met ontwikkelingslanden, en risico in verband met kleine en middelgrote ondernemingen. Het beleggingsbeleid van bepaalde subfondsen staat beleggingen toe in bepaalde kleinere markten en ontwikkelingsmarkten, die typerend zijn voor armere of minder ontwikkelde landen. De vooruitzichten voor de economische groei in veel van deze markten zijn aanzienlijk en naarmate de groei verwezenlijkt wordt, is het rendementspotentieel van de aandelen er hoger dan op de volgroeide markten. Daar staat tegenover dat de volatiliteit van aandelenkoersen en wisselkoersen in ontwikkelingsmarkten over het algemeen hoger is. De subfondsen die in ontwikkelingslanden of opkomende economieën beleggen, kunnen van tijd tot tijd problemen hebben om een beperkt deel van hun beleggingen te repatriëren. Het verdient daarom aanbeveling deze subfondsen als beleggingen op lange termijn te beschouwen. De beleggers dienen er rekening mee te houden dat de terugkoopbetalingen misschien niet altijd binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden uitgevoerd. Bovendien moeten deze subfondsen als beleggingen met een hoog risiconiveau worden beschouwd. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen. Bovendien kan beleggen in een Equity Mena-subfonds leiden tot blootstelling aan extra risico's als gevolg van de politieke en economische situatie in de MENA-regio (Middle East and North Africa: het Midden-Oosten en Noord-Afrika). De instabiliteit van de MENA-markten kan een gevolg zijn van factoren als overheidsingrijpen of militair ingrijpen in de besluitvorming, terrorisme, maatschappelijke onrust, extremisme of vijandelijkheden tussen buurlanden. Het uitbreken van gewapende conflicten kan leiden tot substantiële verliezen voor de onderneming. In sommige landen zijn er extremistische groeperingen die er antiwesterse denkbeelden op nahouden en die tegen openheid voor buitenlandse beleggingen zijn. Als deze bewegingen sterker worden, kunnen ze een destabiliserend effect hebben op de beleggingsactiviteiten van de onderneming. De kwaliteit, timing en betrouwbaarheid van officiële door de overheid en overheidsagentschappen gepubliceerde gegevens is niet in alle MENA-landen vergelijkbaar met die van meer ontwikkelde landen. In de MENA-zone kunnen de markten vanwege religieuze feesten diverse dagen gesloten zijn en op dergelijke dagen zal het verwerken van inschrijving of terugkoop niet mogelijk zijn. Voorts worden de exacte data waarop de markten gesloten zijn soms pas zeer kort tevoren aangekondigd. In de MENA-zone wordt de verhandelbaarheid van beursgenoteerde aandelen beperkt door restricties op de openingstijden van de effectenbeurzen, een smalle basis aan investeerders en een relatief hoge marktwaarde die het eigendom is van een relatief beperkt aantal aandeelhouders. Het handelsvolume is gewoonlijk lager dan in meer ontwikkelde effectenmarkten en de liquiditeit van het aandelenvermogen ligt meestal lager. De infrastructuur voor clearing-, vereffenings-, inschrijvings- en bewaardersdiensten op de primaire en secundaire markten van MENA-landen is in sommige gevallen minder goed ontwikkeld dan in andere markten en onder bepaalde omstandigheden kan dit betekenen dat het bedrijf vertragingen zal ondervinden bij het vereffenen en/of inschrijven van transacties in de markten waarin primair wordt belegd, met name als de groei van buitenlandse en binnenlandse investeringen in de MENA-landen een overmatige belasting op een dergelijke investeringsinfrastructuur inhoudt. Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Afhankelijk van de marktomstandigheden dienen beleggers erop voorbereid te zijn gedurende zekere tijd niet-gerealiseerde verliezen op hun oorspronkelijke beleggingen te ondergaan, of een feitelijk verlies te lijden als zij beslissen hun beleggingen in een ongunstig marktklimaat te verkopen. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven. Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn ze enkel geschikt voor beleggers die: - waardevermeerdering van hun kapitaal op lange termijn nastreven; - geen regelmatige beleggingsinkomsten verlangen (behalve beleggers die op uitkeringsaandelen inschrijven); - bereid zijn het verhoogde risico in verband met beleggingen in buitenlandse effecten te aanvaarden; en - volatiliteit kunnen doorstaan.
30 ASEAN New Markets, vanaf 24 juni 2011 Equity ASEAN genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven via beleggingen in ondernemingen in de ASEAN-landen, met een bijzondere focus op Vietnam (afhankelijk van de ontwikkeling van de Vietnamese aandelenmarkten). Het subfonds zal ten minste twee derde van het vermogen beleggen in aandelen van ondernemingen in de landen van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties. In het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt kunnen voor deze beleggingen aan aandelen gelieerde instrumenten (inclusief P-notes) worden gebruikt. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI South East Asia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Asia Pacific Renaissance zal opgaan in Asian Growth op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van ondernemingen in de regio AziëStille Zuidzee (inclusief Japan). Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI AC Pacific' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Asian Growth, vanaf 24 juni 2011 Equity Asia ex Japan genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in Aziatische aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten (met uitsluiting van Japan). Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI AC Asia ex Japan' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Brazil, vanaf 24 juni 2011 Equity Brazil genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in Braziliaanse aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten, met een goede sectordiversificatie. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI Brazil 10/40' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Emerging Europe, vanaf 24 juni 2011 Equity Emerging Europe genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door te beleggen in een effectenselectie met een evenwichtige geografische en sectordiversificatie, waarbij ten minste twee derde van het vermogen wordt belegd in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van ondernemingen in opkomend Europa. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI EM Europe 10/40' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
31 Naast de risico's onder de 'Risicowaarschuwing' voor subfondsen die in Azië/opkomende markten beleggen, moet ook rekening gehouden worden met bepaalde specifieke risico's in verband met beleggingen in opkomend Europa en vooral Rusland.
Emerging Internal Demand, vanaf 24 juni 2011 Equity Emerging Internal Demand genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten in ontwikkelingslanden. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. De beleggingen zijn gebaseerd op een stockpickingmethode voor de selectie van ondernemingen die profiteren van de toenemende vraag in de opkomende landen op het vlak van gezinsuitgaven, binnenlandse investeringen en infrastructuurontwikkeling. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI Emerging Markets' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Emerging Markets zal opgaan in Emerging World op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten in ontwikkelingslanden. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Het subfonds kan ofwel direct beleggen in die ontwikkelingslanden die openstaan voor beleggingen van buitenlandse portefeuilles, ofwel indirect via gespecialiseerde gesloten beleggingsfondsen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. Het subfonds kan tot 10% van het vermogen beleggen in deelnemingsrechten/aandelen van icbe's en/of andere icb's. Sinds 1 juli 2008 is de index 'MSCI Emerging Markets Investable Market' de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
Emerging World, vanaf 24 juni 2011 Equity Emerging World genaamd De doelstelling van dit subfonds is beter te presteren dan de index 'MSCI Emerging Markets Free' door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van ondernemingen in Europese, Aziatische, Amerikaanse of Afrikaanse opkomende landen. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. In het kader van een actief en fundamenteel portefeuillebeheer worden effecten geselecteerd via een combinatie van drie strategieën: geografische allocatie (landenselectie), sectorallocatie binnen het betreffende land en aandelenselectie. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI Emerging Markets Free' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Equity Asia Pacific ex-Japan Dit subfonds streeft langetermijn-kapitaalgroei na door ten minste 67% van het totale vermogen te beleggen in aandelen van (i) ondernemingen met groeipotentieel in opkomende landen in Asia Pacific (inclusief China, Indonesië, Zuid-Korea, Maleisië, de Filippijnen, Taiwan en Thailand) die ter beurze genoteerd zijn in de
32 gereguleerde markten in deze landen (inclusief aandelencertificaten van dergelijke bedrijven) en (ii) ondernemingen met een aantrekkelijke dividend in opkomende landen in Asia Pacific (zoals Australië, NieuwZeeland, Hong Kong en Singapore exclusief Japan) die genoteerd zijn in een gereguleerde markt in een van deze landen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'MSCI AC Asia ex Japan (Net dividends)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Equity MENA Dit subfonds streeft een totaalopbrengst na via belegging van ten minste 67% van het totale vermogen in aandelen van MENA-ondernemingen die genoteerd staan op een gereglementeerde markt in MENA-landen. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten die worden beschreven in de inleiding tot 'A. Aandelensubfondsen'. De index 'S&P Pan Arab Large Mid Cap' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Omdat dit subfonds belegt in MENA-markten die mogelijk een zeker risico met zich meebrengen, dienen beleggers zich op de hoogte te stellen van de 'Risicowaarschuwing' voor subfondsen in Azië/opkomende markten.
Greater China, vanaf 24 juni 2011 Equity Greater China genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen van ondernemingen: (i)
Genoteerd op de toegestane markten in Hongkong, die in Hongkong of de Volksrepubliek China gevestigd zijn of een aanzienlijk deel van hun activiteiten ontplooien, of
(ii)
Niet genoteerd op de toegestane markten in Hongkong, maar die in de Volksrepubliek China of in Taiwan gevestigd zijn of het grootste deel van hun activiteiten ontplooien.
Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'Hang Seng' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
India, vanaf 24 juni 2011 Equity India genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in Indiase aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten te beleggen. De vermogensbeheerder stelt een gediversifieerde selectie van beursgenoteerde aandelen samen, die een afspiegeling vormt van het brede spectrum van de Indiase economie. Dit subfonds belegt hoofdzakelijk in effecten van bedrijven die naar het oordeel van de vermogensbeheerder beschikken over een interessant winstgroeipotentieel, alsook de bestuurlijke kwaliteit en financiële draagkracht om dat potentieel te realiseren. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. Het subfonds mag uitsluitend ter afdekking van risico's in financiële derivaten beleggen.
33 1 De index '10/40 MSCI India ' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
India Infrastructure, vanaf 24 juni 2011 Equity India Infrastructure genaamd De doelstelling van het subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in Indiase aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten van of met betrekking tot ondernemingen in de infrastructuursector, waaronder: - Energie: productie, transmissie en distributie van elektriciteit en gas. - Telecommunicatie: vaste of mobiele lokale en internationale telefonie. - Transport: luchthaventerminals en landingsbanen, spoorwegen (inclusief vaste activa, zowel vracht- als passagiersvervoer), tolwegen, bruggen, snelwegen en tunnels, haveninfrastructuur, bovenbouwen, terminals en kanalen. - Water: drinkwaterzuivering en -distributie, rioolstelsel en afvalwaterbehandeling. - Gespecialiseerde instellingen voor infrastructuurfinanciering. - Materialenbedrijven: cement, staal. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. Het subfonds mag uitsluitend ter afdekking van risico's in financiële derivaten beleggen. 2
De index '10/40 MSCI India ' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Korea, vanaf 24 juni 2011 Equity Korea genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in Koreaanse aandelen te beleggen. De vermogensbeheerder stelt een gediversifieerde selectie van beursgenoteerde aandelen samen, die een afspiegeling vormt van het brede spectrum van de Koreaanse economie. Dit subfonds belegt hoofdzakelijk in effecten van ondernemingen die naar het oordeel van de vermogensbeheerder winstgroeipotentieel hebben en over de bestuurlijke kwaliteit en financiële draagkracht beschikken om dat potentieel te realiseren. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index '10/40 MSCI Korea' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van dit subfonds is de Amerikaanse dollar. Latin America Equities, vanaf 24 juni 2011 Equity Latin America genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door te beleggen in een effectenselectie met een goede geografische en sectordiversificatie, waarbij ten minste twee derde van het vermogen in Latijns-Amerikaanse aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten wordt belegd. Voor deze beleggingen kunnen P-Notes worden gebruikt in het geval van beperkte toegang tot een aandelenmarkt of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'MSCI EM Latin America' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
1
Tot 10 maart 2011 is de referentie-indicator van het subfonds de index 'India BSE 30 Sensitive'. Vanaf 11 maart 2011 zal de '10/40 MSCI India' de referentie-indicator zijn van het subfonds.
2 Tot 14 juli 2011 is de referentie-indicator van het subfonds de index 'India BSE 30 Sensitive'. Vanaf 15 juli 2011 zal de '10/40 MSCI India' de referentie-indicator zijn van het subfonds.
34 Thailand, vanaf 24 juni 2011 Equity Thailand genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in Thaise aandelen te beleggen op de Stock Exchange of Thailand (SET). Het subfonds biedt beleggers de mogelijkheid om te participeren in de ontwikkeling van de Thaise aandelenmarkt. De vermogensbeheerder stelt een selectie van beursgenoteerde effecten samen, die globaal een afspiegeling vormt van de Thaise economie. Het subfonds belegt hoofdzakelijk in aandelen van ondernemingen die naar het oordeel van de vermogensbeheerder beschikken over een aanzienlijk winstgroeipotentieel, alsook de bestuurlijke kwaliteit en financiële draagkracht om dat potentieel te realiseren. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De index 'Bangkok Set' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
4.
35 Aandelensubfondsen: Maatschappelijk verantwoorde beleggingen
Risicowaarschuwingen Globaal genomen kunnen de maatschappelijk verantwoorde subfondsen blootstelling aan marktrisico en volatiliteitsrisico geven. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen. Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Afhankelijk van de marktomstandigheden dienen beleggers erop voorbereid te zijn gedurende zekere tijd niet-gerealiseerde verliezen op hun oorspronkelijke beleggingen te ondergaan, of een feitelijk verlies te lijden als zij beslissen hun beleggingen in een ongunstig marktklimaat te verkopen. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven. Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn ze enkel geschikt voor beleggers die: -
waardevermeerdering van hun kapitaal op lange termijn nastreven; geen regelmatige beleggingsinkomsten verlangen (behalve beleggers die op uitkeringsaandelen inschrijven); bereid zijn het verhoogde risico in verband met beleggingen in buitenlandse effecten te aanvaarden; en volatiliteit kunnen doorstaan.
Aqua Global, vanaf 24 juni 2011 Equity Global Aqua genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen in aandelen van ondernemingen in de sector 'water' te beleggen. Een selectiemethode met een combinatie van financiële en niet-financiële criteria wordt toegepast op een reeks ondernemingen waarvan de omzet voor minstens 25% afkomstig is uit activiteiten in verband met de sector 'water'. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Clean Planet, vanaf 24 juni 2011 Equity Global Clean Planet genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aandelen van ondernemingen die bijdragen tot de bescherming van onze planeet, door de ontwikkeling van technologieën voor emissiereductie of voor een efficiënter energie- of grondstoffengebruik, inclusief alternatieve energie en afvalbeheer (de 'Schone Activiteiten'). De investeringen worden gedaan aan de hand van een selectiemethode waarbij een combinatie van financiële en niet-financiële criteria wordt toegepast op een categorie ondernemingen waarvan de omzet voor ten minste 25% afkomstig is uit schone activiteiten voor zover het ondernemingen met een kapitalisatie van minder dan een miljard euro betreft, en voor ten minste 20% bij andere ondernemingen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van “A. Aandelensubfondsen ”. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
36 B. OBLIGATIESUBFONDSEN Tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie ‘Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'), zijn de volgende principes van toepassing op de subfondsen: -
-
In de doelstelling en het beleggingsbeleid van elk subfonds, zoals hieronder beschreven, verwijst de vermelding van een geografisch gebied of de nationaliteit van een effect naar het geografische gebied of het land: o
waar de onderneming of de emittent gevestigd is en/of
o
waar een bedrijf of een emittent een belangrijk deel van zijn activiteit uitoefent.
In het beleggingsbeleid van elk subfonds wordt systematisch beschreven welk beleggingsuniversum voor minimaal twee derde van de activa van het subfonds is vastgelegd. Als er geen (andere) aanwijzingen zijn voor de toewijzing van het overige gedeelte van het vermogen, mag elk subfonds beleggen in: o
andere schuldinstrumenten dan de in het beleggingsbeleid vermelde;
o
converteerbare obligaties tot 25% van het nettovermogen (subfondsen die ten minste twee derde van het vermogen in dergelijke effecten beleggen, mogen tot een derde van het nettovermogen beleggen in andere converteerbare obligaties dan de in het beleggingsbeleid vermelde);
o
aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten tot 10% van het nettovermogen;
o
deelnemingsrechten/aandelen van icbe's en/of andere icb's, tot 10% van het nettovermogen;
o
contanten en/of deposito's;
o
andere effecten en geldmarktinstrumenten, zoals beschreven in 1.1 en 1.2 van hoofdstuk XX 'Meer informatie', punt A, 'Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'.
-
Indien dat in het beleggingsbeleid vermeld wordt, kan het subfonds ook gebruikmaken van kredietderivaten (‘credit default swap’ en ‘credit default swap index’), hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van arbitragestrategieën: om te anticiperen op marktstijgingen of -dalingen van die instrumenten, of om waardeverschillen uit te buiten tussen twee emittenten, of tussen het risico voor eenzelfde emittent op de kredietmarkt en op de effectenmarkt. Tenzij anders bepaald zal de totale blootstelling niet meer dan 40% en de risicoblootstelling aan eenzelfde tegenpartij niet meer dan 10% van het nettovermogen van het subfonds bedragen. Kredietderivaten worden uitsluitend afgesloten met financiële instellingen met een hoge rating, die zich in dergelijke transacties specialiseren. De onderliggende effecten in credit default swaps moeten altijd beantwoorden aan het beleggingsbeleid van het subfonds. De betreffende subfondsen kunnen zowel als protectienemer als als protectiegever handelen.
-
Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer, mits daarbij, op het niveau van de onderliggende waarden, de beleggingsbeperking(en) in het beleggingsbeleid van elk subfonds worden nageleefd.
-
Elk subfonds mag ook gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, binnen de voorwaarden en de begrenzingen als neergelegd in hoofdstuk XX, "Meer informatie", B "Bijkomende beleggingsbeperkingen", punten 1.4 tot 1.6.
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het volgende: -
De in het beleggingsbeleid van een subfonds vermelde basisvaluta stemt niet noodzakelijk overeen met de valuta's waarin wordt belegd.
-
Beleggingen in open of gesloten beleggingsfondsen kunnen een verdubbeling van vergoedingen en kosten veroorzaken, behalve voor de inschrijvings-, conversie- en terugkoopkosten, die niet mogen worden verdubbeld bij beleggingen in fondsen waarvoor de groep Crédit Agricole promotor is.
Risicowaarschuwingen Beleggingen in schuldinstrumenten zijn voornamelijk vooruitbetalingsrisico met betrekking tot obligaties.
onderhevig
aan
renterisico,
kredietrisico
en
Bepaalde subfondsen gebruiken derivaten als onderdeel van hun beleggingsmethode en van specifieke beleggingsstrategieën. Dat kan blootstelling geven aan de risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie, evenals aan de risico's in verband met derivatentransacties. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen.
37 Bovendien kunnen de beleggingen in de subfondsen die kredietderivaten gebruiken, aan een hoger niveau van kredietrisico blootstaan. Vooral wegens de mogelijkheid om als protectiegever te handelen dienen beleggers in het subfonds erop voorbereid te zijn als gevolg daarvan eventueel verliezen op hun inleg te dragen. Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven. Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn zij geschikt voor beleggers die hun beleggingen tegen extreme koersbewegingen willen beschermen. Deze subfondsen streven naar een stabiel totaalrendement via een combinatie van kapitaalgroei en inkomsten. Meer bepaald streven de obligatiesubfondsen die in overheidsschuldinstrumenten beleggen, ernaar de beleggers via beleggingen in vastrentende effecten van hoge kwaliteit ten minste een even hoog totaalrendement op te leveren als de respectieve overheidsobligatiemarkten waarin de subfondsen beleggen. 1.
Obligatiesubfondsen: Converteerbare obligaties
Convertible Europe Dit subfonds streeft een rendement op de middellange tot lange termijn na door ten minste 67% van het totaal vermogen te beleggen in converteerbare obligaties (inclusief synthetische aandelen), zonder beperkingen op het vlak van rating (label goede belegging, riskante belegging, niet geclassificeerd), van Europese emittenten die ter beurze genoteerd zijn in een gereguleerde markt in een OESO-land en in euro's of andere Europese munteenheden luiden (of onderliggend aandeel van de emissie). Het resterend vermogen (tot 33% van het totale vermogen) kan worden geïnvesteerd in overige effecten, zonder restricties op het vlak van rating van de emittent (label goede belegging, riskante belegging, niet geclassificeerd) zoals obligaties, geldmarkt- en andere financiële instrumenten. Om reden van diversifiëring kan dit subfonds max. 10% van het totaal vermogen beleggen in converteerbare obligaties buiten de OESO. Het subfonds kan tot 20% van het totale vermogen in ABS/MBS beleggen. Dit subfonds mag ook gebruikmaken van kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als koper en/of verkoper van bescherming, hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van efficiënt portefeuillebeheer. De index 'UBS Convertible European Focus (Net Dividend)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Global Convertible Bond, vanaf 24 juni 2011 Convertible Global genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in converteerbare obligaties met internationale aandelen als onderliggende waarde. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Beleggingen die niet in euro uitgedrukt zijn, worden systematisch gehedged. 3
De index 'Merrill Lynch Investment Grade Euro Hedged Tax' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de EUR. Beleggingen in het subfonds kunnen via de onderliggende effecten blootstaan aan markt- en volatiliteitsrisico en aan de risico's die onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot 'Obligatiesubfondsen' zijn beschreven.
3
Deze referentie-indicator stemt overeen met de index 'Merrill Lynch Investment Grade Euro Hedged', aangepast aan de belastingen op beleggingen in Amerikaanse obligaties.
38 2.
Obligatiesubfondsen: Internationale obligaties
Global Corporate Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Global Corporate genaamd De doelstelling van dit subfonds is regelmatige inkomsten en kapitaalgroei na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in internationale bedrijfsobligaties, uitgedrukt in vrij converteerbare valuta's. Dit subfonds mag ook gebruikmaken van rente- en kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als koper en/of verkoper van bescherming, hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van arbitragestrategieën. Het subfonds belegt tot 15% van het vermogen in hoogrentende effecten. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". De 'Merrill Lynch Global Large Cap Corporate Index $ hedged' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
39 3.
Obligatiesubfondsen: Obligaties in EUR
Bond Euro Aggregate De doelstelling van dit subfonds is regelmatige inkomsten en kapitaalgroei na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in in EUR uitgedrukte (i)
schuldbewijzen van overheden en overheidsinstanties van de eurozone of van supranationale instellingen zoals de Wereldbank,
(ii)
Mortgage Backed Securities (effecten met hypotheken in onderpand – MBS),
(iii)
bedrijfsobligaties met een rating van minstens AA- volgens Standard & Poor's en Aa3 volgens Moody's.
Dit subfonds kan tot 30% van het vermogen in door een onderneming uitgegeven schuldbrieven met een rating onder AA-/Aa3 en van minstens BBB-/Baa3 beleggen. De vermogensbeheerder investeert ten minste 50% van het nettovermogen in in euro uitgedrukte obligaties. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds kan ook gebruikmaken van rentederivaten en kredietderivaten. De index 'Barclays Euro Aggregate (E)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Bond Euro Govies Dit subfonds streeft naar een totaal langetermijn-investeringsrendement van ten minste 67% van het totale vermogen in Euro luidende en van het label "goede belegging" voorziene overheids- en bedrijfsobligaties en overige obligaties met vaste of variabele rente die ter beurze genoteerd zijn of verhandeld worden in gereguleerde markten van een OESOland. Dit subfonds voegt waarde toe door diversificatie van de beleggingen over de diverse vaste-inkomstenstrategieën zoals looptijdontwikkeling, rentecurve en landenspreiding in de Eurozone. Dit subfonds mag ook gebruikmaken van kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als koper en/of verkoper van bescherming, hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van efficiënt portefeuillebeheer. Het overige deel van de activa kan worden belegd in de waarden en instrumenten die in de inleiding tot 'B. Obligatiesubfondsen' zijn beschreven. Het subfonds kan tot 20% van het totale vermogen in ABS/MBS beleggen. De index 'Citigroup EGBI' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Euro Bond zal opgaan in Bond Euro Aggregate op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is regelmatige inkomsten en kapitaalgroei na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in in euro uitgedrukte (i)
schuldbewijzen van overheden en overheidsinstanties van de eurozone of van supranationale instellingen zoals de Wereldbank,
(ii)
Mortgage Backed Securities (effecten met hypotheken in onderpand – MBS),
(iii)
bedrijfsobligaties met een rating van minstens AA- volgens Standard & Poor's en Aa3 volgens Moody's.
Dit subfonds kan tot 30% van het vermogen in door een onderneming uitgegeven schuldbrieven met een rating onder AA-/Aa3 en van minstens BBB-/Baa3 beleggen. De vermogensbeheerder investeert ten minste 50% van het nettovermogen in in euro uitgedrukte obligaties. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds kan ook gebruikmaken van rentederivaten en kredietderivaten.
40 De index 'Barclays Euro Aggregate (E)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Euro Corporate Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Euro Corporate genaamd De doelstelling van dit subfonds is regelmatige inkomsten en kapitaalgroei na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in obligaties met vaste of vlottende rente, met rating investment grade en uitgedrukt in EUR: (i)
uitgegeven of gegarandeerd door overheden van de eurozone of
(ii)
uitgegeven door Europese of niet-Europese ondernemingen, maar verhandeld op een Europese markt, zonder enige beperking op de bedrijfssector.
Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds kan ook gebruikmaken van rentederivaten en kredietderivaten. De index 'Barclays Euro-Agg Corporates (E)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Euro Govies De doelstelling van het subfonds is over een termijn van drie jaar beter te presteren dan de index "JP Morgan EMU Government Bond" door het selecteren van de obligaties die het beste risico-rendementsprofiel bieden op middellange termijn. Met het oog op het realiseren van die doelstelling zal het subfonds ten minste 51% beleggen in obligaties die zijn uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de eurozone en die in euro zijn uitgedrukt. Het overige deel van de activa kan worden belegd in de waarden en instrumenten die in de inleiding tot 'B. Obligatiesubfondsen' zijn beschreven. De vermogensbeheerder zal beleggingen die niet in euro zijn uitgedrukt, hedgen. Diverse technieken om prestatie te vergaren kunnen bijdragen tot het bereiken van de doelstelling van het subfonds: - beheren van de blootstelling aan het renterisico - beheren van de positie op de rentecurve - beheren van de blootstelling aan het inflatierisico - selecteren van emittenten en effecten - trading - volatiliteit - internationale diversificatie. Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën. Futures, opties, forwards, swaps en kredietderivaten (overheids-CDS) worden gebruikt voor arbitrage, hedging en/of overweging van rente-, volatiliteits- en inflatierisico's. De index 'JP Morgan EMU Government Bond' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Euro Inflation Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Euro Inflation genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in een selectie van obligaties aan de Europese inflatie en/of de inflatie in lidstaten van de eurozone zijn gekoppeld en uitgegeven of gewaarborgd (i)
door een van de EU-lidstaten of andere openbare instanties, of
(ii)
door privé-organisaties die deel uitmaken van EU-lidstaten (met een minimumrating van AA).
41 Ten minste twee derde van het vermogen van het subfonds wordt belegd in in EUR uitgedrukte obligaties die in de eurozone zijn uitgegeven. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". De index 'Barclays Capital Euro Government Inflation-Linked Bond' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
42 4.
Obligatiesubfondsen: Specifieke obligaties
Euro Select Bond zal opgaan in Bond Euro Aggregate vanaf 24 juni 2011 De doelstelling van het fonds is beter te presteren dan de gekapitaliseerde 'EONIA Index' door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in obligaties met vaste of vlottende rente, uitgedrukt in EUR en uitgegeven door emittenten met rating investment grade. Dit subfonds belegt meer specifiek ten minste 85% van het vermogen in obligaties met rating investment grade die vóór 1 maart 2001 zijn uitgegeven (zonder bijkomende uitgifte na 1 maart 2002). Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds mag uitsluitend voor de afdekking van risico's gebruikmaken van valutaderivaten. De samengestelde index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
43 5.
Obligatiesubfondsen: Hoogrentende obligaties
Euro High Yield Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Euro High Yield genaamd De doelstelling van dit subfonds is een maximaal totaalrendement na te streven, samengesteld uit renteinkomsten, kapitaalgroei en wisselkoerswinsten, door ten minste twee derde van het vermogen in in EUR uitgedrukte, hoogrentende obligaties te beleggen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds mag uitsluitend voor de afdekking van risico's gebruikmaken van valutaderivaten. Dit subfonds kan binnen de bovenvermelde begrenzingen ook gebruikmaken van rentederivaten en kredietderivaten. De index 'ML European Curr H YLD BB-B Rated Constrained Hed' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Naast de risico's in 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen', zijn er bijzondere overwegingen en risico's verbonden aan beleggingen in 'hoogrentende' schuldeffecten, inclusief de algemene risico's in verband met internationale beleggingen, zoals wisselkoersschommelingen, en de risico's in verband met beleggingen in landen met een kleinere kapitaalmarkt, beperkte liquiditeit, koersvolatiliteit en beperkingen op buitenlandse beleggingen. Daarnaast gelden voor Midden- en Oost-Europese economieën nog specifieke risico's, zoals hoge inflatiepercentages en hoge rentevoeten, zware buitenlandse schuldenlast en politieke en maatschappelijke onzekerheid. Beleggers wordt aangeraden een belegging in dit subfonds als een investering op middellange tot lange termijn te beschouwen, met een hoog rendement en een overeenkomstig hoge risicograad.
44 6.
Obligatiesubfondsen: Internationale obligaties
Asian Income zal opgaan in Emerging Markets Debt op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is regelmatige inkomsten en kapitaalgroei na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in schuldinstrumenten, die uitgegeven of gewaarborgd zijn door overheden, overheidsinstanties en ondernemingen in de Aziatische regio, uitgedrukt in USD of in Aziatische valuta's. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Waar nodig zal het valutarisico via de toegestane technieken worden afgedekt. De index 'HSBC Asian USD Bond' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Naast de risico's onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen' kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan liquiditeitsrisico en risico's in verband met ontwikkelingslanden. Bond US Opportunistic Core Plus Dit subfonds streeft maximalisatie van de inkomsten in één volledige marktcyclus na via beleggingen van ten minste 67% van het totale vermogen in overheids- en bedrijfsobligaties, schuldinstrumenten en schuldinstrumenten met onderpand (zoals ABS, MBS, CDO) van Amerikaanse emittenten die genoteerd staan of worden verhandeld op gereglementeerde markten in de Verenigde Staten of in willekeurig welk OESO-land. Dit subfonds belegt in zowel investment grade als hoogrentende obligaties. De rest van het vermogen (tot 33% van het totale vermogen) kan worden belegd in vastrentende effecten en in geldmarktinstrumenten van opkomende landen, en in converteerbare obligaties van willekeurig welk land (waarvoor een bovenlimiet geldt van 25% van het totale vermogen). Dit subfonds mag ook gebruikmaken van kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als koper en/of verkoper van bescherming, hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van efficiënt portefeuillebeheer. De index 'Barclays Capital US Aggregate Bond (TR)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Naast de risico's die worden genoemd onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen', kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan wisselkoersrisico, risico's in verband met ontwikkelingslanden en een hoger niveau van kredietrisico als gevolg van de aankoop van ABS/MBS. European Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Europe genaamd De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op middellange termijn na te streven door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in Europese obligaties met rating investment grade uit verschillende landen, onder meer de eurozone, maar ook het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Scandinavië en Europese landen die naar convergentie met de Europese Unie streven. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". De index 'Citigroup European WGBI (Euro)' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Naast de risico's onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding van 'Obligatiesubfondsen' kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan de risico's in verband met ontwikkelingslanden. We vestigen de aandacht van de beleggers op het feit dat het risiconiveau van beleggingen in landen die naar convergentie met de Europese Unie streven, doorgaans hoger is dan voor beleggingen in meer ontwikkelde landen. Global Aggregate, vanaf 24 juni 2011 Bond Global Aggregate genaamd De doelstelling van dit subfonds is beter te presteren dan de naar USD gehedgede index 'Barclays Global Aggregate', via strategische en tactische posities alsook arbitrages in alle krediet-, rente- en valutamarkten. Bovendien past het subfonds een actieve diversificatie toe via beleggingen in de opkomende obligatiemarkten. Om in die verschillende markten te beleggen, belegt het subfonds ten minste twee derde van het vermogen in:
(i) (ii)
45 schuldinstrumenten die uitgegeven of gegarandeerd zijn door overheden van de OESO-landen of door bedrijven; Asset Backed Securities (ABS) of Mortgage Backed Securities (MBS) met rating investment grade.
Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën. Futures, opties, contracts for difference, termijncontracten, valutawarrants, swaps en kredietderivaten – credit default swaps op individuele emittenten en op indices – worden gebruikt voor arbitrage, hedging en/of overweging van rente-, krediet- en valutarisico's. Effecten met rating investment grade vertegenwoordigen ten minste 90% van het vermogen van het subfonds. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". De index 'Barclays Global Aggregate Hedged' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Naast de risico's onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen' kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan wisselkoersrisico, evenals een hoger niveau van kredietrisico, te wijten aan de beleggingen in ABS/MBS.
Global Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Global genaamd De doelstelling van dit subfonds is een maximaal totaalrendement na te streven, samengesteld uit renteinkomsten, kapitaalgroei en wisselkoerswinsten, door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in effecten en schuldinstrumenten met vaste of vlottende rente, die uitgegeven of gewaarborgd zijn door overheden van de belangrijkste OESO-lidstaten of door supranationale organen zoals de Wereldbank (ten minste 60% van het subfonds), en in andere obligaties van hoge kwaliteit, uitgedrukt in vrij converteerbare valuta's. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het subfonds kan tot 5% van het vermogen beleggen in deelnemingsrecht/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's. De index 'JPM Global Government Bond' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Global Inflation Bond, vanaf 24 juni 2011 Bond Global Inflation genaamd De doelstelling van het subfonds is beter te presteren dan de 'Barclays Capital World Government Inflation Linked All Maturities Hedged Euro' door aan de aan inflatie gekoppelde obligaties met het beste risicorendementsprofiel over 3 jaar te selecteren. Om die doelstelling te behalen kan de vermogensbeheerder onder meer de volgende benaderingen volgen: - geografische toewijzing - beheer van de gewijzigde duration - arbitrage tussen geïndexeerde en vastrentende obligaties - obligatieselectie. De vermogensbeheerder streeft ernaar een niveau van gewijzigde duration tussen 6 en 12 te handhaven. De vermogensbeheerder belegt ten minste 50% van het nettovermogen in aan de inflatie gekoppelde obligaties van beleggingskwaliteit die in valuta's van de OESO of van een lidstaat van de Europese Unie zijn uitgedrukt. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën. Futures, opties, forwards, swaps en kredietderivaten (credit default swaps op individuele emittenten en op indices) worden gebruikt voor arbitrage, hedging en/of overweging van inflatie-, rente-, krediet- en valutarisico's. Beleggingen die niet in euro uitgedrukt zijn, worden systematisch gehedged. De index 'Barclays Capital World Government Inflation-Linked All Maturities Hedged Euro' is de referentieindicator van het subfonds. De basisvaluta van dit subfonds is de euro.
7.
46 Obligatiesubfondsen: Schuldinstrumenten van opkomende markten
Bond Converging Europe Dit subfonds streeft naar een totaal investeringsrendement van ten minste 67% van het totale vermogen in overheids- en bedrijfsobligaties en obligaties van bedrijven in Oost- en Centraal Europese landen die toegetreden zijn tot de Europese Unie (Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, de Slowaakse Republiek en Slovenië) of die in de nabije toekomst hiertoe zullen toetreden (Kroatië) en/of die ter beurze genoteerd zijn of verhandeld worden in gereguleerde markten in deze landen of in een OESO-land. De overige activa (maximaal 33% van zijn totale activa) mogen belegd worden in landen die nauwe economische banden hebben met de Europese Unie zoals Rusland en Turkije. Het subfonds kan tot 20% van het totale vermogen in ABS/MBS beleggen. Dit subfonds mag ook gebruikmaken van kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als koper en/of verkoper van bescherming, hetzij om het krediet- of emittentenrisico te hedgen, hetzij in het kader van efficiënt portefeuillebeheer. De index "ML Government Eastern Europe Converging" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Naast de risico's onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen' kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan liquiditeitsrisico en risico's in verband met ontwikkelingslanden. Bovendien kan beleggen in Rusland leiden tot blootstelling aan extra risico's. Slechts de volgende twee markten worden als gereguleerd beschouwd: de Russian Trading System Stock Exchange en de Moscow Interbank Currency Exchange. Overige beleggingen in Rusland vinden plaats conform de in de wet van 2002, artikel 41, lid 2, onder (a) bepaalde 10%-ratio. Unicredit Bank Austria AG is de sub-bewaarder van de Russische activa. Bond Emerging Inflation De doelstelling van dit subfonds is beter te presteren dan de index 'Barclays Emerging Markets Government Inflation Linked ex-Colombia, ex-Argentina Constrained' door aan de inflatie gekoppelde obligaties uit de opkomende markten te selecteren met het beste risico-rendementsprofiel over 3 jaar. Om die doelstelling te behalen kan de vermogensbeheerder onder meer de volgende benaderingen volgen: - geografische toewijzing - strategieën in verband met de duration en de rentecurve - break-evenmethodes - obligatieselectie. De vermogensbeheerder belegt ten minste 50% van het nettovermogen in aan inflatie gekoppelde obligaties, uitgegeven door emittenten uit de opkomende landen. Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën. Futures, opties, forwards, swaps en kredietderivaten (credit default swaps op individuele emittenten en op indices) worden gebruikt voor arbitrage, hedging en/of overweging van inflatie-, rente-, krediet- en valutarisico's. De index 'Barclays Emerging Markets Government Inflation Linked ex-Colombia, ex-Argentina Constrained' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van dit subfonds is de USD. Naast de risico's die vermeld staan in 'Risicowaarschuwingen' in de inleiding van de obligatiesubfondsen, kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan risico's in verband met ontwikkelingslanden alsook aan landenconcentratierisico's. Emerging Markets Debt, vanaf 24 juni 2011 Bond Global Emerging genaamd De doelstelling van dit subfonds is een maximaal totaalrendement te behalen, samengesteld uit rente-inkomsten, kapitaalgroei en wisselkoerswinsten, door ten minste twee derde van het vermogen in in lokale of in vreemde valuta's uitgedrukte obligaties te beleggen
(i)
47 die uitgegeven of gegarandeerd zijn door overheden of overheidsinstanties van ontwikkelingslanden, of
(ii)
die uitgegeven zijn door bedrijfsemittenten in ontwikkelingslanden.
Het overige deel van het vermogen kan worden belegd in de waarden en instrumenten beschreven in de inleiding van "B. Obligatiesubfondsen". De index 'JPM GBI-EM Global Diversified (USD) unhedged' is de referentie-index voor het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. Naast de risico's onder 'Risicowaarschuwing' in de inleiding tot de 'Obligatiesubfondsen' kunnen beleggingen in het subfonds blootstaan aan liquiditeitsrisico en risico's in verband met ontwikkelingslanden.
48 8.
Obligatiesubfondsen: LDI obligaties
Voornaamste risico's Beleggingen in de LDI-obligatiesubfondsen zijn hoofdzakelijk onderhevig aan renterisico, kredietrisico en vooruitbetalingsrisico met betrekking tot schuldinstrumenten. De LDI-obligatiesubfondsen gebruiken derivaten als onderdeel van hun beleggingsstrategie. Het oordeelkundige gebruik van derivaten kan winstgevend zijn, maar aan derivaten zijn ook specifieke risico's verbonden. Deze risico's houden meer bepaald verband met marktrisico, risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie, kredietrisico, liquiditeitsrisico en risico's in verband met derivatentransacties. Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven. Alle LDI-subfondsen worden statistisch opgevolgd. Deze opvolging vormt echter in geen geval een garantie voor een minimumprestatie. De beleggers worden erop gewezen dat het mogelijk is dat zij hun oorspronkelijke inleg niet of niet volledig terugkrijgen. Beleggersprofiel Gezien de beleggingen, doelstellingen en strategieën van het subfondsen, zijn ze geschikt voor beleggers die een hogere alfa willen genereren dan traditionele vastrentende fondsen in Britse ponden, via beleggingen in een wereldwijd gediversifieerd beleggingsuniversum in combinatie met een meer risicovolle aanpak in lijn met de vermelde prestatiedoelstelling. De doelstelling van de LDI-obligatiesubfondsen is een hogere totaalopbrengst te behalen dan de vergelijkingsindex voor de verbintenissen, via een combinatie van kapitaalgroei en inkomsten. LDI Gilt Plus (GBP) zal opgaan in Structura LDI Gilt Plus (GBP) op 13 mei 2011 Beleggingsdoelstelling: Dit subfonds streeft ernaar meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde 'FTSE UK Gilt over 15 years Total Return Index' over een beleggingshorizon van minstens 3 jaar. Beleggingsstrategieën: Het subfonds zal de beleggingsdoelstelling nastreven: - met betrekking tot het creëren van het beoogde extra rendement (alfa): door een actief beheer van een portefeuille die voornamelijk in valuta's, obligaties en andere schuldeffecten belegt, en door middel van arbitragestrategieën binnen en tussen die activacategorieën. - met betrekking tot het kopiëren van de evolutie van de benchmark: door het rendement van alle, of een deel van de componenten van de benchmark te swappen tegen alle, of een deel van de inkomsten, equivalent aan Libor GBP 3 Months, op het nettovermogen van het subfond. Om het totaalrendement en de geldmarktinkomsten te genereren, benut de vermogensbeheerder kansen in de bovenvermelde soorten activa door een combinatie van verschillende benaderingen (fundamenteel, oordeelkundig, technisch enz.), verschillende beleggingshorizons (van strategische langetermijnposities tot kortetermijntrading) en verschillende strategieën (directioneel, relatieve waarde, volatiliteit enz.). Door middel van deze strategieën kan het subfonds positieve meerprestaties nastreven, onafhankelijk van de markttendensen. In het kader van deze arbitragestrategieën zal het subfonds posities nemen in gediversifieerde activaklassen met een lage onderlinge correlatie, inclusief maar niet beperkt tot internationale obligaties, obligaties van opkomende markten en valuta's. Het subfonds mag meer bepaald strategieën gebruiken op basis van looptijd (toewijzing van gewijzigde duration op de internationale obligatiemarkten over de vier hoofdsegmenten van de curve: [1-3 jaar], [3-7 jaar], [7-15 jaar] en [meer dan 15 jaar]), of van een geografische benadering (toewijzing van gewijzigde duration (positief of negatief) via strategieën die op de relatieve waarde inspelen (gewijzigde duration kopen op bepaalde markten en gewijzigde duration verkopen op andere)). Beschrijving van de activacategorieën: Bijgevolg kan het subfonds, binnen de totale prudentiële begrenzing voor de Value at Risk (VaR) en de beleggingsbeperkingen in het prospectus, beleggen in:
49 rentedragende producten met rating investment grade, inclusief maar niet uitsluitend obligaties, geldmarktinstrumenten, effecten met hypotheken (MBS) of andere activa (ABS) in onderpand, en kortlopende obligaties (notes). Deze producten zijn uitgegeven door of in een OESO-land, in om het even welke valuta van de OESO-landen,
valuta's van de OESO-landen,
derivaten, inclusief futures, opties, valutawarrants, termijncontracten en swaps en contracts for difference, hetzij op gereglementeerde markten hetzij buiten de beurs (OTC) verhandeld; en/of
tot maximaal 15% in valuta's buiten de OESO of rentedragende producten in om het even welke valuta en zonder ratingbeperkingen,
deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's tot 5% van het nettovermogen.
Als derivatenstrategie om de beleggingsdoelstelling te behalen kunnen ook cash & carry- en omgekeerde cash & carry-strategieën worden gebruikt. Risicocontrole: Verder wordt bij het actieve risicobeheer in verband met de aan- en verkoop van valuta's een bovengrens van 50% van het vermogen gehanteerd voor de totale verbintenissen in andere valuta's dan GBP. De index 'FTSE UK Gilt over 15 years Total Return' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is het Britse pond (GBP).
LDI Index linked Plus (GBP) zal opgaan in Structura LDI Index Linked Plus (GBP) op 13 mei 2011 Beleggingsdoelstelling: De doelstelling van het subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde index 'FTSE UK Index linked Gilts over 15 years Total Return' over een beleggingshorizon van minstens 3 jaar. Beleggingsstrategieën: Het subfonds zal de beleggingsdoelstelling nastreven: - met betrekking tot het creëren van het beoogde extra rendement (alfa): door een actief beheer van een portefeuille die voornamelijk in valuta's, obligaties en andere schuldeffecten belegt, en door middel van arbitragestrategieën binnen en tussen die activacategorieën. - met betrekking tot het kopiëren van de evolutie van de benchmark: door het rendement van alle, of een deel van de componenten van de benchmark te swappen tegen alle, of een deel van de inkomsten, equivalent aan Libor GBP 3 Months, op het nettovermogen van het subfond. Om het totaalrendement en de geldmarktinkomsten te genereren, benut de vermogensbeheerder kansen in de bovenvermelde soorten activa door een combinatie van verschillende benaderingen (fundamenteel, oordeelkundig, technisch enz.), verschillende beleggingshorizons (van strategische langetermijnposities tot kortetermijntrading) en verschillende strategieën (directioneel, relatieve waarde, volatiliteit enz.). Door middel van deze strategieën kan het subfonds positieve meerprestaties nastreven, onafhankelijk van de markttendensen. In het kader van deze arbitragestrategieën zal het subfonds posities nemen in gediversifieerde activaklassen met een lage onderlinge correlatie, inclusief maar niet beperkt tot internationale obligaties, obligaties van opkomende markten en valuta's. Het subfonds mag meer bepaald strategieën gebruiken op basis van looptijd (toewijzing van gewijzigde duration op de internationale obligatiemarkten over de vier hoofdsegmenten van de curve: [1-3 jaar], [3-7 jaar], [7-15 jaar] en [meer dan 15 jaar]), of van een geografische benadering (toewijzing van gewijzigde duration (positief of negatief) via strategieën die op de relatieve waarde inspelen (gewijzigde duration kopen op bepaalde markten en gewijzigde duration verkopen op andere)). Beschrijving van de activacategorieën: Bijgevolg kan het subfonds, binnen de totale prudentiële begrenzing voor de Value at Risk (VaR) en de beleggingsbeperkingen in het prospectus, beleggen in:
rentedragende producten met rating investment grade, inclusief maar niet uitsluitend obligaties, geldmarktinstrumenten, effecten met hypotheken (MBS) of andere activa (ABS) in onderpand, en
50 kortlopende obligaties (notes). Deze producten zijn uitgegeven door of in een OESO-land, in om het even welke valuta van de OESO-landen,
valuta's van de OESO-landen,
derivaten, inclusief futures, opties, valutawarrants, termijncontracten en swaps en contracts for difference, hetzij op gereglementeerde markten hetzij onderhands (OTC) verhandeld; en/of
tot maximaal 15% in valuta's buiten de OESO of rentedragende producten zonder ratingbeperking in om het even welke valuta,
deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's tot 5% van het nettovermogen.
Als derivatenstrategie om de beleggingsdoelstelling te behalen kunnen ook cash & carry- en omgekeerde cash & carry-strategieën worden gebruikt. Risicocontrole: Verder wordt bij het actieve risicobeheer in verband met de aan- en verkoop van valuta's een bovengrens van 50% van het vermogen gehanteerd voor de totale verbintenissen in andere valuta's dan GBP. De index 'FTSE UK Index linked Gilts over 15 years Total Return' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is het Britse pond (GBP).
51 C.
GEÏNDEXEERDE SUBFONDSEN
Tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie "Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'), zijn de volgende principes van toepassing op de subfondsen: -
In de doelstelling en het beleggingsbeleid van elk subfonds, zoals hieronder beschreven, verwijst de vermelding van een geografisch gebied of de nationaliteit van een effect naar het geografische gebied of het land: o
waar de onderneming of de emittent gevestigd is en/of
o
waar een bedrijf of een emittent een belangrijk deel van zijn activiteit uitoefent.
-
Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer, mits daarbij, op het niveau van de onderliggende waarden, de beleggingsbeperking(en) in het beleggingsbeleid van elk subfonds worden nageleefd.
-
Elk subfonds mag ook gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, binnen de voorwaarden en de begrenzingen als neergelegd in hoofdstuk XX, "Meer informatie", B "Bijkomende beleggingsbeperkingen", punten 1.4 tot 1.6.
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het volgende: -
De in het beleggingsbeleid van een subfonds vermelde basisvaluta stemt niet noodzakelijk overeen met de valuta's waarin wordt belegd.
-
Beleggingen in open of gesloten beleggingsfondsen kunnen een verdubbeling van vergoedingen en kosten veroorzaken, behalve voor de inschrijvings-, conversie- en terugkoopkosten, die niet mogen worden verdubbeld bij beleggingen in fondsen waarvoor de groep Crédit Agricole promotor is.
-
Beleggingen in gesloten beleggingsfondsen die in hun land van herkomst niet onder een permanent wettelijk toezicht van een toezichthoudende instantie ter bescherming van beleggers staan, stellen het fonds mogelijk aan grotere risico's bloot (bijvoorbeeld minder frequente mogelijkheid tot verkoop, vertraagde betaling of niet-betaling bij de vereffening en minder solide juridische beschermingsstructuren).
-
Het fonds kan de activa van een subfonds ook beleggen via een 100% dochtermaatschappij, als dat de enige manier is om toegang tot gesloten markten te krijgen, mits die dochtermaatschappij onder feitelijk zeggenschap van het fonds staat en beantwoordt aan het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen die op dat ogenblik voor het fonds en het betreffende subfonds gelden.
Risicowaarschuwingen Globaal genomen kunnen de geïndexeerde subfondsen blootstelling aan marktrisico, wisselkoersrisico en liquiditeitsrisico geven. Bepaalde subfondsen maken gebruik van derivaten als onderdeel van hun beleggingsmethode en van specifieke beleggingsstrategieën. Dat kan leiden tot blootstelling aan risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie en aan risico's in verband met derivatentransacties. Voorts kan de aankoop van aandelen van een subfonds leiden tot een blootstelling aan wisselkoersrisico, omdat bepaalde subfondsen in andere valuta's dan de basisvaluta kunnen beleggen of hedgen.
Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven onder 'Risicowaarschuwingen'. Afhankelijk van de marktomstandigheden dienen beleggers erop voorbereid te zijn gedurende zekere tijd niet-gerealiseerde verliezen op hun oorspronkelijke beleggingen te ondergaan, of een feitelijk verlies te lijden als zij beslissen hun beleggingen in een ongunstig marktklimaat te verkopen. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven.
Beleggersprofiel Gezien de beleggingsdoelstellingen en -strategieën van deze subfondsen zijn ze enkel geschikt voor beleggers die:
-
52 waardevermeerdering van hun kapitaal op lange termijn nastreven; geen regelmatige beleggingsinkomsten verlangen (behalve beleggers die op uitkeringsaandelen inschrijven); bereid zijn het verhoogde risico in verband met beleggingen in buitenlandse effecten te aanvaarden; en volatiliteit kunnen doorstaan.
De geïndexeerde subfondsen kunnen in de volgende subcategorieën worden onderverdeeld: - Geïndexeerde aandelensubfondsen - Geïndexeerde obligatiesubfondsen 1.
Geïndexeerde subfondsen: Geïndexeerde aandelensubfondsen
De doelstelling van de geïndexeerde aandelensubfondsen is de samenstelling te kopiëren van de index waarnaar in het beleggingsbeleid van elk subfonds wordt verwezen, enigszins beter dan deze index te presteren en een zeer lage tracking error te handhaven. Om enigszins beter dan zijn index te presteren kan de vermogensbeheerder onder meer de volgende benaderingen volgen: - effectenleningen verstrekken om een regelmatig inkomen te genereren en/of om technieken voor belastingoptimalisering toe te passen voor een efficiënt beheer van de dividenduitkeringen die het subfonds ontvangt; - beheer van wijzigingen van de indexsamenstelling en van overnamebiedingen: steunend op zijn marktkennis en anticiperende visie tracht de vermogensbeheerder de beste timing voor de verkoop of aankoop van aandelen te bepalen ter optimalisering van de prijzen en/of de risico's die met deze transacties gepaard gaan. Verder zijn geïndexeerde aandelensubfondsen aan specifieke regels voor risicospreiding onderworpen: het Indexed Equities subfonds mag maximaal 20% van zijn nettovermogen investeren in aandelen en/of schuldpapieren die zijn uitgegeven door één en dezelfde instelling; Deze begrenzing kan tot ten hoogste 35% worden verhoogd indien dat door uitzonderlijke marktomstandigheden gerechtvaardigd blijkt, met name op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten een sterk overheersende positie innemen. Beleggen tot deze bovengrens van 35% is slechts voor één enkele uitgevende instelling toegestaan. Index Euro, vanaf 24 juni 2011 Index Equity Euro genaamd De doelstelling van dit subfonds is de samenstelling van de MSCI EMU Index te kopieën, enigszins beter dan deze index te presteren en een zeer lage tracking error te handhaven. Het subfonds streeft ernaar een niveau van tracking error te handhaven, waarbij de jaarlijkse variabiliteit van het rendementsverschil tussen de prestaties van het subfonds en die van zijn index normaal niet hoger dan 2% is. Op dagelijkse basis tracht de beheerder de tracking error onder 0,50% te houden. De blootstelling aan de index wordt verwezenlijkt via directe beleggingen, via het gebruik van derivaten of via een combinatie van beide. Om de contanten te beheren mag het subfonds deposito's aanhouden terwijl het de volledige blootstelling aan de index in stand houdt via derivaten. De 'MSCI EMU' is de index van dit subfonds. De MSCI EMU (European Economic and Monetary Union) Index is een naar marktkapitalisatie gewogen index, aangepast aan de free float, die ontworpen is om de prestaties van de aandelenmarkten in de EMU-landen op te meten. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Index Europe, vanaf 24 juni 2011 Index Equity Europe genaamd De doelstelling van dit subfonds is de samenstelling van de MSCI Europe Index te kopiëren, enigszins beter dan deze index te presteren en een zeer lage tracking error te handhaven. Het subfonds streeft ernaar een niveau van tracking error te handhaven, waarbij de jaarlijkse variabiliteit van het rendementsverschil tussen de prestaties van het subfonds en die van zijn index normaal niet hoger dan 2% is. Op dagelijkse basis tracht de beheerder de tracking error onder 0,50% te houden.
53 De blootstelling aan de index wordt verwezenlijkt via directe beleggingen, via het gebruik van derivaten of via een combinatie van beide. Om de contanten te beheren mag het subfonds deposito's aanhouden terwijl het de volledige blootstelling aan de index in stand houdt via derivaten. De 'MSCI Europe' is de index van dit subfonds. De MSCI Europe Index is een naar marktkapitalisatie gewogen index, aangepast aan de free float, die ontworpen is om de prestaties van de aandelenmarkten in de ontwikkelde landen in Europa op te meten. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Index North America, vanaf 24 juni 2011 Index Equity North America genaamd De doelstelling van dit subfonds is de samenstelling van de MSCI North America Index te kopiëren, enigszins beter dan deze index te presteren en een zeer lage tracking error te handhaven. Het subfonds streeft ernaar een niveau van tracking error te handhaven, waarbij de jaarlijkse variabiliteit van het rendementsverschil tussen de prestaties van het subfonds en die van zijn index normaal niet hoger dan 2% is. Op dagelijkse basis tracht de beheerder de tracking error onder 0,50% te houden. De blootstelling aan de index wordt verwezenlijkt via directe beleggingen, via het gebruik van derivaten of via een combinatie van beide. Om de contanten te beheren mag het subfonds deposito's aanhouden, terwijl het door middel van derivaten de volledige blootstelling aan de index in stand houdt. De 'MSCI North America' is de index van dit subfonds. De MSCI North America is een aandelenindex die representatief is voor de Noord-Amerikaanse large- en midcap-aandelen. Elk aandeel in de index krijgt een weging naargelang de omvang van zijn kapitalisatie, aangepast aan de free float. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Index Pacific, vanaf 24 juni 2011 Equity Index Pacific genaamd De doelstelling van dit subfonds is de samenstelling van de MSCI Pacific Index weer te geven, enigszins beter dan deze index te presteren en een zeer lage tracking error te handhaven. Het subfonds streeft ernaar een niveau van tracking error te handhaven, waarbij de jaarlijkse variabiliteit van het rendementsverschil tussen de prestaties van het subfonds en die van zijn index normaal niet hoger dan 2% is. Op dagelijkse basis tracht de beheerder de tracking error onder 0,50% te houden. De blootstelling aan de index wordt verwezenlijkt via directe beleggingen, via het gebruik van derivaten of via een combinatie van beide. Om de contanten te beheren mag het subfonds deposito's aanhouden terwijl het de volledige blootstelling aan de index in stand houdt via derivaten. De 'MSCI Pacific' is de index van dit subfonds. De MSCI Pacific Index is een naar marktkapitalisatie gewogen index, aangepast aan de free float, die ontworpen is om de prestaties van de aandelenmarkten van de ontwikkelde landen in de Stille Zuidzee-regio te meten. De basisvaluta van het subfonds is de euro. 2.
Geïndexeerde subfondsen: Geïndexeerd obligatiesubfonds
Index Global Bond (EUR) Hedged De doelstelling van dit subfonds is de 'JP Morgan GBI Global Traded Index Hedged Euro' zo getrouw mogelijk te kopiëren en het prestatieverschil ten opzichte van de index zo veel mogelijk te beperken. Om die doelstelling te behalen belegt het subfonds in effecten die uit de index worden geselecteerd. In het kader van deze tweeledige selectiemethode volgt de vermogensbeheerder de volgende benaderingen:
-
54 Portefeuilleoptimalisering door de gewijzigde duration aan te passen, zowel op het gebied van looptijd als op het vlak van geografische spreiding; Een obligatieselectieprocedure om de obligaties met de beste relatieve waarde uit te pikken.
Het subfonds streeft ernaar een niveau van tracking error te handhaven, waarbij de jaarlijkse variabiliteit van het rendementsverschil tussen de prestaties van het subfonds en die van zijn index normaliter niet groter is dan 1%. De blootstelling aan de index wordt verwezenlijkt via directe beleggingen, via het gebruik van derivaten of via een combinatie van beide. Om de contanten te beheren kan het subfonds deposito's aanhouden of in geldmarktinstrumenten met rating investment grade beleggen. De 'JP Morgan GBI Traded Index Hedged Euro' is de index van dit subfonds. De index 'GBI Global' is JPMorgans vlaggenschipindex voor vastrentende overheidsschuld. De index meet het totaalrendement van beleggingen in 13 ontwikkelde overheidsobligatiemarkten: Australië, België, Canada, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Nederland, Spanje, Zweden, het UK en de VS. De GBI Global maakt deel uit van de GBI-indices voor overheidsschuld. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
55 E.
ABSOLUTE RETURN-SUBFONDSEN
Tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie "Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'), zijn de volgende principes van toepassing op de subfondsen: -
In de doelstelling en het beleggingsbeleid van elk subfonds, zoals hieronder beschreven, verwijst de vermelding van een geografisch gebied of de nationaliteit van een effect naar het geografische gebied of het land: o
waar de onderneming of de emittent gevestigd is en/of
o
waar een bedrijf of een emittent een belangrijk deel van zijn activiteit uitoefent.
-
Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer, mits daarbij, op het niveau van de onderliggende waarden, de beleggingsbeperking(en) in het beleggingsbeleid van elk subfonds worden nageleefd.
-
Elk subfonds mag ook gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, binnen de voorwaarden en de begrenzingen als neergelegd in hoofdstuk XX, "Meer informatie", B "Bijkomende beleggingsbeperkingen", punten 1.4 tot 1.6.
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het volgende: -
De in het beleggingsbeleid van een subfonds vermelde basisvaluta stemt niet noodzakelijk overeen met de valuta's waarin wordt belegd.
-
Beleggingen in open of gesloten beleggingsfondsen kunnen een verdubbeling van vergoedingen en kosten veroorzaken, behalve voor de inschrijvings-, conversie- en terugkoopkosten, die niet mogen worden verdubbeld bij beleggingen in fondsen waarvoor de groep Crédit Agricole promotor is.
-
Beleggingen in gesloten beleggingsfondsen die in hun land van herkomst niet onder een permanent wettelijk toezicht van een toezichthoudende instantie ter bescherming van beleggers staan, stellen het fonds mogelijk aan grotere risico's bloot (bijvoorbeeld minder frequente mogelijkheid tot verkoop, vertraagde betaling of niet-betaling bij de vereffening en minder solide juridische beschermingsstructuren).
-
Het fonds kan de activa van een subfonds ook beleggen via een 100% dochtermaatschappij, als dat de enige manier is om toegang tot gesloten markten te krijgen, mits die dochtermaatschappij onder feitelijk zeggenschap van het fonds staat en beantwoordt aan het beleggingsbeleid en de beleggingsbeperkingen die op dat ogenblik voor het fonds en het betreffende subfonds gelden.
Risicowaarschuwingen Beleggingen in Absolute Return-subfondsen zijn voornamelijk onderhevig aan renterisico, kredietrisico en vooruitbetalingsrisico met betrekking tot obligaties. Bovendien is het vermogen van dergelijke subfondsen via de beleggingen in financiële instrumenten en aandelen ook aan marktschommelingen onderhevig. Op alle Absolute Return-subfondsen wordt een statistische controle toegepast. Deze opvolging vormt echter in geen geval een garantie voor een minimumprestatie. De beleggers worden erop gewezen dat het mogelijk is dat zij hun oorspronkelijke inleg niet of niet volledig terugkrijgen. Afhankelijk van de beleggingsoriëntering van elk Absolute Return-subfonds zijn de voornaamste risico's: wisselkoers-, rente-, krediet-, markt- en liquiditeitsrisico, risico's in verband met derivatentransacties, risico's in verband met het beheer en de beleggingsstrategie, volatiliteitsrisico, risico's in verband met ontwikkelingslanden, alsook risico's in verband met kleine en middelgrote ondernemingen. Over het algemeen streeft geen van de Absolute Return-subfondsen naar een hefboomeffect via de verbintenissen als gevolg van de bovenvermelde derivaten. Absoluut beschouwd is het echter zo dat elk subfonds dat voor om het even welke doeleinden derivaten gebruikt, een zeker hefboomeffect inhoudt. Verder mag het fonds, in overeenstemming met de bepaling in de wet van 2002, geen leningen opnemen, behalve leningen van tijdelijke aard, leningen ter verwerving van vastgoed voor zover noodzakelijk voor de gewone bedrijfsuitoefening, of backto-back leningen in verband met aankopen van valuta's.
56 Risicoprofiel Beleggen in deze subfondsen gaat met bepaalde risico's gepaard, zoals hoger beschreven. Er wordt op gewezen dat de aandelen niet gegarandeerd of in hoofdsom beschermd zijn en dat niet kan worden verzekerd dat aandelen zullen worden teruggekocht tegen de prijs waartegen erop is ingeschreven.
Beleggersprofiel Gezien de beleggingen, doelstellingen en strategieën van deze subfondsen zijn zij geschikt voor beleggers die hun investeringen willen beschermen tegen extreme koersbewegingen. Deze subfondsen streven naar een stabiel totaalrendement via een combinatie van kapitaalgroei en inkomsten.
Absolute Return-subfondsen kunnen in de volgende subcategorieën worden onderverdeeld: • • • • • • • • • • • •
Absolute Forex Arbitrage VaR Short Term, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR Short Term genaamd Arbitrage VaR, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 2 genaamd Dynarbitrage VaR, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 4 genaamd Equity Arbitrage, vanaf 24 juni 2011 Absolute Statistical Arbitrage genaamd Arbitrage Inflation Dynarbitrage Forex, vanaf 24 juni 2011 Absolute Forex Asia Pacific genaamd Dynarbitrage High Yield, vanaf 24 juni 2011 Absolute High Yield genaamd Dynarbitrage Volatility, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Arbitrage genaamd Volatility Equities, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility genaamd Multimanagers Long/Short Equity Dynamic Asset Allocation
57 1.
Absolute Return: Absolute Forex-subfonds
Dit subfonds streeft een totaal beleggingsrendement na van ten minste 67% van de totale activa in deviezen (valutafutures, valutatermijncontracten, valutaruiltransacties, valuta-opties ...), beleggingsbewijzen, schuldbewijzen van emittenten wereldwijd, ter beurze genoteerd of verhandeld in gereguleerde markten van OESO-landen. De doelvaluta zijn voldoende vlottend om eenvoudige toegang tot en verlaten van de positie mogelijk te maken. Afhankelijk van de marktcondities en in het belang van de aandeelhouders, kan het vermogen hoofdzakelijk en tijdelijk in vastrentende waardepapieren en in geldmarktinstrumenten worden belegd. Het subfonds kan tot 20% van het totale vermogen in ABS/MBS beleggen. Voor de doeleinden van hedging en efficiënt portefeuillebeheer kan dit subfonds diverse derivaten gebruiken, zoals onder andere forwards, futures, opties, swaps (valutaswap, performance swap, variance swap, CDSkredietverzuimswap), swaptions. De 'EONIA'-index is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
58 2.
Absolute Return: Arbitrage VaR Short Term-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR Short Term-subfondsen genoemd.
De doelstelling van de Arbitrage VaR-Short Term-subfondsen is totaalrendement in de valuta die in de naam van elk subfonds wordt vermeld, door een actief beheer van een portefeuille die onder anderen belegt in geldmarktinstrumenten, obligaties, valuta en deposito's en gebruik maakt van arbitragestrategieën tussen en binnen deze categorieën van activa. Teneinde deze doelstelling te realiseren is het beleggingsproces gebaseerd op zowel directionele als arbitrage(long/short) strategieën die zijn gebaseerd op effecten en derivaten en die beogen een laag risiconiveau en een hoge mate van liquiditeit te bieden. Bijgevolg, tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen') en binnen de begrenzing voor het globale actieve risico (VaR), - Elk subfonds kan beleggen in: o obligaties die zijn uitgegeven door of worden gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Unie of een van diens territoriale publiekrechtelijke lichamen, een niet-lidstaat van de Europese Unie of door een internationaal publiekrechtelijk lichaam waarvan een of meer EU-lidstaten lid zijn; o geldmarktinstrumenten; o deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's, tot 10% van het nettovermogen; o deposito's. -
Valuta-effecten kunnen worden behaald door gebruik te maken van de volgende valutablokken: o voor blok A (USD-blok): de USD o voor blok B ("aan grondstoffen gelieerd' blok): CAD, AUD, NZD, ZAR (Zuid-Afrika) o voor blok C ("Europa"-blok): EUR, SEK, DKK, NOK, CHF, ISK en GBP o voor blok D: HUF, MXN, CZK, TRY, PLN, RUB, BRL, SGD o Voor blok E ("Japan"-blok): JPY en KRW.
-
Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen voor een efficiënt portefeuillebeheer en om te hedgen tegen en/of de blootstelling te verhogen aan markt-, volatiliteits-, rente- en valutarisico's. Financiële derivaten omvatten onder andere futures, opties, valutawarrants, termijncontracten, swaps en "contracts for difference" (CFD).
-
Elk subfonds kan in het kader van repo-overeenkomsten effecten kopen of verkopen, ter afdekking van risico's of voor een efficiënt portefeuillebeheer.
Arbitrage VaR Short Term, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR Short Term genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 0,75% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) over een beleggingshorizon van minstens 6-9 maanden, na verrekening van de kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 1,25% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktomstandigheden, in een gegeven jaar niet meer dan 1,25% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 1,5% zal liggen. Om die doelstelling te realiseren kan de vermogensbeheerder onder meer steunen op de volgende pijlers: Geldmarktbeheer gebaseerd op onder andere de volgende strategieën: - allocatie voor gemodificeerde duur met verschillende vervaltermijnen - arbitrage tussen uitgevende instellingen - arbitrage tussen directe beleggingen en derivaten - geografische allocatie. Obligatiebeheer gebaseerd op onder andere de volgende strategieën: - nagestreefd niveau van gewijzigde duration tussen -1en +1 - geografische allocatie - selectie van obligaties ("bonds picking") die door overheden worden uitgegeven.
59 Valutamanagement gebaseerd op onder andere de volgende strategieën: - arbitrage tussen USD en andere valuta - arbitrage binnen elk blok - selectie van obligaties ("bonds picking") die door overheden worden uitgegeven.
Met betrekking tot de hierboven vermelde goedgekeurde beleggingen zijn de volgende limieten van toepassing: - geldmarktinstrumenten met een rating van minimaal A-1 (Standard & Poors)/ P-1 (Moody's) of een gelijkwaardige notering, - geldmarktinstrumenten met een rating van maximaal A-2 (Standard & Poors)/ P-2 (Moody's) of een gelijkwaardige notering, tot maximaal 30% van het nettovermogen van het subfonds, - obligaties met een rating van minimaal A (Standard & Poors)/ A2 (Moody's) of een gelijkwaardige notering, op het moment van aankoop.
Het gebruik van repo-overeenkomsten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën. Het vermogen dat in het kader van repo-overeenkomsten wordt verkregen, zal worden herbelegd overeenkomstig het beleggingsbeleid van het subfonds en zal worden meegewogen in de globale risicocalculatie van het subfonds. De dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) index is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
60 3. Absolute Return: Arbitrage VaR-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 2-subfondsen genaamd De doelstelling van de Absolute VaR 2-subfondsen is een totaalrendement te behalen in de valuta die vermeld wordt in de naam van elk subfonds, door een actief beheer van de portefeuille waarvan ten minste twee derde van het vermogen in valuta's, obligaties en andere schuldeffecten belegd wordt, en door gebruik te maken van arbitragestrategieën tussen en binnen deze activacategorieën. Om die doelstelling te bereiken benut de vermogensbeheerder de kansen in de bovenvermelde waarden door een combinatie van verschillende benaderingen (fundamenteel, oordeelkundig, technisch enz.), verschillende beleggingshorizons (van strategische langetermijnposities tot kortetermijntrading) en verschillende strategieën (directioneel, relatieve waarde, volatiliteit enz.). Door de toepassing van deze strategieën ontwikkelen de prestaties van het subfonds zich onafhankelijk van de markttendensen. In het kader van deze arbitragestrategieën zal het subfonds posities nemen in gediversifieerde activaklassen met een lage onderlinge correlatie, inclusief, maar niet beperkt tot, internationale obligaties, obligaties van opkomende markten en valuta's. Bijgevolg, tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen') en binnen de begrenzing voor het globale actieve risico (VaR): -
-
Elk subfonds kan beleggen in: o
obligaties en geldmarktinstrumenten in alle valuta's en van alle emittenten, zonder ratingbegrenzing,
o
Mortgage Backed en Asset Backed Securities (MBS en ABS),
o
valuta's van de OESO-landen,
o
deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's tot 10% van het nettovermogen en/of
o
contanten en/of deposito's.
Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de strategieën van elk subfonds. Futures, opties, contracts for difference, termijncontracten, warrants, swaps en overige derivaten zullen worden gebruikt voor arbitrages, hedging en/of overweging. Om de beleggingsdoelstelling te bereiken worden de volgende derivatenstrategieën ingezet:
-
o
Een cash & carry-strategie, die erin bestaat een obligatie tegen contante koers (spotkoers) te kopen, het overeenkomstige futurecontract te verkopen, en de obligatie op de vervaldatum van het futurecontract te leveren. Met deze arbitrage tracht men te profiteren van een overwaardering van het futurecontract ten opzichte van de obligatie.
o
Een omgekeerde cash & carry-strategie, die erin bestaat een obligatie tegen contante koers (spotkoers) te verkopen, het overeenkomstige futurecontract te kopen, en de obligatie op de vervaldatum van het futurecontract in ontvangst te nemen. Met deze arbitrage tracht men te profiteren van een onderwaardering van het futurecontract ten opzichte van de obligatie.
Elk subfonds kan in het kader van repo-overeenkomsten effecten kopen of verkopen, ter afdekking van risico's of voor een efficiënt portefeuillebeheer.
Arbitrage VaR 2 (EUR), vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 2 (EUR) genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 1% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) over een beleggingshorizon van minstens 1 jaar, na verrekening van de kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 2% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in een gegeven jaar niet meer dan 2% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%.
61 De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 2,5% zal liggen. De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Arbitrage VaR 2 (GBP) zal opgaan in Arbitrage VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011 De doelstelling van dit subfonds is meer dan 1% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde LIBOR in GBP op 3 maanden, over een beleggingshorizon van minstens 1 jaar, na aftrek van kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 2% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in een gegeven jaar niet meer dan 2% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 2,5% zal liggen. Het subfonds kan tot 5% van het vermogen beleggen in deelnemingsrecht/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's. De index 'GBP 3 Month LIBOR' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is het Britse pond.
Arbitrage VaR 2 (USD), vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 2 (USD) genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 1% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde LIBOR in USD op 3 maanden, over een beleggingshorizon van minstens 1 jaar, na aftrek van kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 2% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in een gegeven jaar niet meer dan 2% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 2,5% zal liggen. De index 'USD 3 Month LIBOR' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
62 4. Absolute Return: Dynarbitrage VaR-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 4-subfondsen genaamd
De doelstelling van de Dynarbitrage VaR-subfondsen is totaalrendement in de valuta die vermeld wordt in de naam van elk subfonds, door een actief beheer van een portefeuille die ten minste twee derde van het vermogen in valuta's, obligaties en andere schuldeffecten belegt, en door middel van arbitrages tussen en binnen deze activacategorieën. Om die doelstelling te bereiken benut de vermogensbeheerder de kansen in de bovenvermelde waarden door een combinatie van verschillende benaderingen (fundamenteel, oordeelkundig, technisch enz.), verschillende beleggingshorizons (van strategische langetermijnposities tot kortetermijntrading) en verschillende strategieën (directioneel, relatieve waarde, volatiliteit enz.). Door de toepassing van deze strategieën ontwikkelen de prestaties van het subfonds zich onafhankelijk van de markttendensen. In het kader van deze arbitragestrategieën zal het subfonds posities nemen in gediversifieerde activaklassen met een lage onderlinge correlatie, inclusief, maar niet beperkt tot, internationale obligaties, obligaties van opkomende markten en valuta's. Bijgevolg, tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en altijd binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen') en binnen de begrenzing voor het globale actieve risico (VaR), -
-
Elk subfonds kan beleggen in: o
obligaties en geldmarktinstrumenten in alle valuta's en van alle emittenten, zonder ratingbegrenzing,
o
aandelen en aan aandelen gelieerde instrumenten (inclusief aandelenkorven),
o
Mortgage Backed en Asset Backed Securities (MBS en ABS),
o
valuta's van de OESO-landen,
o
deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's tot 10% van het nettovermogen en/of
o
contanten en/of deposito's.
Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid en de strategieën van elk subfonds. Futures, opties, contracts for difference, termijncontracten, warrants, swaps en overige derivaten zullen worden gebruikt voor arbitrages, hedging en/of overweging. Om de beleggingsdoelstelling te bereiken worden de volgende derivatenstrategieën ingezet:
-
o
Een cash & carry-strategie, die erin bestaat een obligatie tegen contante koers (spotkoers) te kopen, het overeenkomstige futurecontract te verkopen, en de obligatie op de vervaldatum van het futurecontract te leveren. Met deze arbitrage tracht men te profiteren van een overwaardering van het futurecontract ten opzichte van de obligatie.
o
Een omgekeerde cash & carry-strategie, die erin bestaat een obligatie tegen contante koers (spotkoers) te verkopen, het overeenkomstige futurecontract te kopen, en de obligatie op de vervaldatum van het futurecontract in ontvangst te nemen. Met deze arbitrage tracht men te profiteren van een onderwaardering van het futurecontract ten opzichte van de obligatie.
Elk subfonds kan in het kader van repo-overeenkomsten effecten kopen of verkopen, ter afdekking van risico's of voor een efficiënt portefeuillebeheer.
Dynarbitrage VaR 4 (EUR), vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 4 (EUR) genaamd
De doelstelling van dit subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) over een beleggingshorizon van minstens 2 jaar, na verrekening van de kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 4% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is
63 samengesteld dat het statistisch, onder normale marktomstandigheden, in een gegeven jaar niet meer dan 4% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 5% zal liggen. De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
Dynarbitrage VaR 4 (USD), vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 4 (USD) genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde LIBOR in USD op 3 maanden, over een beleggingshorizon van minstens 2 jaar, na aftrek van kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 4% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktomstandigheden, in een gegeven jaar niet meer dan 4% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 5% zal liggen. De index 'USD 3 Month LIBOR' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
64 5. Absolute Return: Equity Arbitrage-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Statistical Arbitragesubfondsen genaamd
De doelstelling van de Absolute Statistical Arbitrage-subfondsen is minstens even goed te presteren als de doelstelling die voor elk subfonds wordt vermeld, door inefficiënties tussen aandelenmarkten uit te buiten met behulp van arbitragestrategieën (long-/shortposities) en fundamentele analyse. Het subfonds streeft naar een neutrale totaalblootstelling aan de aandelenmarkten en naar een zo laag mogelijke correlatie van zijn prestaties met de richting van de markt. Om die doelstelling te bereiken maakt de vermogensbeheerder gebruik van strategische en tactische posities, evenals arbitrages, op alle aandelenmarkten. Elk subfonds kan beleggen in: - aandelen - geldmarktinstrumenten - obligaties - deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's, tot 10% van het nettovermogen - valuta's van de OESO of buiten de OESO - contanten en/of deposito's Elk subfonds kan in financiële derivaten beleggen voor een efficiënt portefeuillebeheer en om te hedgen tegen en/of de blootstelling te verhogen aan markt-, volatiliteits-, rente- en valutarisico's. Financiële derivaten omvatten futures, opties, termijncontracten, swaps, variance swaps op aandelen en/of aandelenindices en contracts for difference (CFD), inclusief CFD's op aandelen, aandelenindices of aandelenkorven.
Equity Statistical Arbitrage (EUR), vanaf 24 juni 2011 Absolute Statistical Arbitrage genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 4.00% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) over een beleggingshorizon van minstens 4 jaar, na verrekening van de kosten. Om die doelstelling te behalen kunnen drie soorten strategieën worden toegepast: - Systematische stockpickingstrategie: effectenselectie op basis van twee arbitragemodellen ("mean reversion", dat inspeelt op extreme evoluties in de markt, en "momentum", dat profiteert van de waarneming van gangbare tendensen in de koersen). - Globale macro-strategie: opsporen van de systematische fout in stockpicking en toepassen van al dan niet directionele strategieën. - Tactische alfa-strategie: strategieën die zich toespitsen op volatiliteit en trading. De risicospreiding tussen die strategieën wordt door middel van de Value at Risk beheerd. De fondsbeheerder concentreert zich op de systematische stockpickingstrategie voor de risicospreiding, terwijl de globale macrostrategie en de tactische alfa-strategie worden gebruikt om het risico-rendementsprofiel te verhogen. De vermogensbeheerder stelt zich ten doel om gedurende de aanbevolen beleggingshorizon een maximaal volatiliteitsniveau tussen 4 en 6% te handhaven. De 'Eonia compounded' (Overnight Indexed Swap-methode) is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
65 6.
Absolute Return: Arbitrage Inflation
Arbitrage Inflation zal vanaf 24 juni 2011 opgaan in Arbitrage VaR 2 (EUR) De doelstelling van dit subfonds is een absoluut rendement na te streven dat op lange termijn de gekapitaliseerde EONIA + 1% overtreft, na aftrek van kosten, door ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in aan de inflatie gekoppelde obligaties en vastrentende obligaties, die worden geselecteerd op de volgende grote vastrentende markten: de OESO-landen, in het bijzonder de Verenigde Staten, Japan, de EU-lidstaten en Scandinavië. Dit subfonds kan het overige deel van het vermogen beleggen in schuldeffecten, overheidseffecten, aandelen zonder stemrecht en euro-commercieel papier. De beleggingsstrategie om de prestatiedoelstelling te realiseren bestaat erin te arbitrageren tussen de bovenvermelde activa. Met de arbitrages in dit subfonds tracht de vermogensbeheerder op stijgingen of dalingen in de rentemarkten en in de inflatie te anticiperen, of waarderingsverschillen uit te buiten voor dezelfde emittent of tussen twee emittenten, of tussen de markt van aan de inflatie gekoppelde overheidsobligaties en de markt van nominale overheidsobligaties. Binnen de begrenzingen van de geldende wetgeving kan het subfonds posities in financiële termijninstrumenten nemen, hetzij op toegestane markten hetzij buiten de beurs (OTC) verhandeld. In dit kader kan het subfonds posities innemen om rente- en/of valutarisico's af te dekken. De vermogensbeheerder kan het subfonds ook aan renterisico's blootstellen om zijn beleggingsdoelstelling te bereiken. De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. Het subfonds kan tot 10% van het nettovermogen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's beleggen. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
7.
66 Absolute Return: Dynarbitrage Forex-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Forex Asia Pacificsubfondsen genaamd
De Absolute Forex Asia Pacific-subfondsen zijn dynamische geldmarktsubfondsen. Om de beleggingsdoelstelling te bereiken gebruikt de vermogensbeheerder strategische en tactische posities, alsook arbitrages op alle valutamarkten. Algemene beschrijving van de strategieën die deze subfondsen toepassen: De beleggingsmethode is gebaseerd op een evenwichtige spreiding tussen strategische posities (beleggingshorizon van meer dan zes maanden) en tactische posities (beleggingshorizon van minder dan één maand), gecombineerd met een actief beheer van de volatiliteit op de valutamarkten. -
Strategische spreiding op lange termijn tussen de toonaangevende valutablokken: De spreiding tussen de grote valutablokken (zoals voor elk subfonds gedefinieerd) is gebaseerd op een fundamenteel waarderingsmodel voor wisselkoersen, in combinatie met het opsporen van positieve 'carry' (renteverschillen op korte termijn). Deze spreiding wordt verder verfijnd door een team van deskundigen van de beheermaatschappij.
-
Strategische toewijzing op lange termijn binnen de toonaangevende valutablokken;
-
Strategische toewijzing op lange termijn in alle overige valuta's, inclusief opkomende valutamarkten: Deze strategieën zijn gebaseerd op een fundamenteel waarderingsmodel voor wisselkoersen, in combinatie met het opsporen van rendement (renteverschillen). Dit kwantitatieve model wordt aangevuld met analyses door een team van deskundigen dat de economische, financiële en politieke risico's in de verschillende landen beoordeelt. De werkgroep komt maandelijks bijeen.
-
Kwantitatieve tactische trading Voor de directionele kortetermijnposities op de valutamarkten wordt stelselmatig uitgegaan van de aanbevelingen van een statistisch prognosemodel. Alleen valuta's waarvoor een liquide markt bestaat, komen in aanmerking.
-
Volatiliteitsbeheer Het doel van het volatiliteitsbeheer is tweeledig: profiteren van tendensen in het momentum van de marktvolatiliteit en het subfonds beschermen tegen extreme ontwikkelingen. Het volatiliteitsbeheer omvat twee technieken: o
Beheer van de valutaconvexiteit (gamma) over een relatief korte beleggingshorizon (minder dan 3 maanden). De beleggingsinstrumenten omvatten, maar zijn niet beperkt tot straddles en strangles.
o
Arbitrages van impliciete volatiliteit op het lange segment van de volatiliteitscurve (langer dan 6 maanden). De beleggingsinstrumenten omvatten, maar zijn niet beperkt tot volatiliteitsswaps, termijncontracten op volatiliteit en correlatieswaps.
Tenzij anders vermeld in de beschrijving van een bepaald subfonds, en binnen alle toepasselijke beleggingsbeperkingen (zie "Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen') en binnen de begrenzing voor het globale actieve risico (VaR), -
Elk subfonds kan beleggen in valuta's van de OESO en buiten de OESO.
-
Elk subfonds kan beleggen in de volgende instrumenten:
-
o
geldmarktinstrumenten;
o
financiële derivaten;
o
geïntegreerde derivaten;
o
tijdelijke aankopen en verkopen van effecten.
Elk subfonds kan het resterende kassaldo, uitgedrukt in de basisvaluta van het subfonds, beleggen in:
67 o
geldmarktinstrumenten; kortlopende obligaties, overheidsobligaties, obligaties die de vervaldatum naderen;
o
repo-overeenkomsten;
o
depositocertificaten.
De bedoeling is een rendement op de kassaldi te verkrijgen dat zo dicht mogelijk het rendement benadert van de dagelijks gekapitaliseerde index die in de beleggingsdoelstelling van elk subfonds is vermeld, zonder te proberen dat rendement te overtreffen. -
Elk subfonds kan tot 10% van het nettovermogen beleggen in rechten van deelneming/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's.
Dynarbitrage Forex zal opgaan in Absolute Forex op 24 juni 2011 De strategie van dit subfonds bestaat erin actief in te spelen op de valutamarkten. De doelstelling van dit subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA over een beleggingshorizon van minstens twee jaar, na aftrek van kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 6% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktomstandigheden, in een gegeven jaar niet meer dan 6% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 7.5% zal liggen. Voor dit specifiek subfonds: -
De valuta's in elk valutablok zijn: o blok 'Verenigde Staten': USD, o blok 'aan grondstoffen gelieerd': CAD, AUD, NZD, ZAR (Zuid-Afrika), o blok 'Europa': EUR, SEK, DKK, NOK, CHF, ISK (IJsland) en GBP, o blok 'Japan': JPY en KRW.
-
Er wordt belegd binnen de volgende begrenzingen voor de blootstelling aan marktrisico's: o blootstelling aan renterisico: geldmarkten enkel binnen een bandbreedte van [0, +0,5] gewijzigde duration; o blootstelling aan aandelenmarkten: nihil; o valutarisico: actief beheer van het valutarisico; maximaal 100% van de Value at Risk; o Value at Risk: 6% per jaar (met een vertrouwensinterval van 95% zoals hierboven uiteengezet).
De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Dynarbitrage Forex Asia Pacific, vanaf 24 juni 2011 Absolute Forex Asia Pacific genaamd De strategie van dit subfonds bestaat erin een actieve rol te spelen op de Aziatische markten en ten minste twee derde van het vermogen te beleggen in arbitragestrategieën waarbij stelselmatig gebruik wordt gemaakt van een Aziatische valuta of een valuta van een land in de Stille Zuidzee-regio. Het is de doelstelling van dit subfonds om meer dan 3% beter te presteren dan de dagelijks samengestelde LIBOR in JPY op 3 maanden, over een beleggingshorizon van minstens drie jaar, na aftrek van kosten. Op dagelijkse basis streven de fondsbeheerders ernaar de 95% ex-post VaR onder een drempel van 8% te houden met betrekking tot de voortschrijdende prestatiedoelstelling over één jaar. Dat betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, in normale marktomstandigheden, in een gegeven jaar niet meer dan 8% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. De risicospreiding wordt bepaald via een dagelijks berekende ex-ante VaR op jaarbasis van 95%, die tussen 0 en 10% zal liggen.
68 Voor dit specifiek subfonds: -
De blootstelling (positief, negatief of neutraal) aan Aziatische valuta's ten opzichte van de Amerikaanse dollar moet de basis van onze risicospreiding vormen, aangezien de Amerikaanse dollar de pijler van de valutamarkten is en tevens de referentie in Azië.
-
De grote valutablokken voor dit subfonds zijn: o blok 'Japan': KRW en JPY, o blok 'aan grondstoffen gelieerd': AUD, NZD, o blok 'aan dollar gelieerd': TWD, THB, CNY, SGD, HKD en MYR.
-
Strategische toewijzing op lange termijn in Aziatische opkomende valutamarkten: Deze strategieën zijn gebaseerd op een fundamenteel waarderingsmodel voor wisselkoersen, in combinatie met het opsporen van rendement (renteverschillen). Dit kwantitatieve model wordt aangevuld met analyses door een team van deskundigen dat de economische, financiële en politieke risico's in de verschillende landen beoordeelt.
-
Strategische allocatie op lange termijn in de belangrijkste valuta's: De spreiding over de toonaangevende valuta – USD, EUR, CAD, GBP, JPY, AUD, SEK, NOK, CHF – is gebaseerd op een fundamenteel waarderingsmodel voor wisselkoersen, gekoppeld aan het opsporen van positieve 'carry' (renteverschillen op korte termijn). Deze spreiding wordt verder verfijnd door een team van deskundigen van de beheermaatschappij.
Er wordt belegd binnen de volgende begrenzingen voor de blootstelling aan marktrisico's: o o o o
blootstelling aan renterisico: geldmarkten enkel binnen een bandbreedte van [-1, +2] gewijzigde duration; blootstelling aan aandelenmarkten: nihil; valutarisico: actief beheer van het valutarisico; maximaal 100% van de Value at Risk; Value at Risk: 8% per jaar (met een vertrouwensinterval van 95% zoals hierboven uiteengezet).
In aanvulling op beleggingen die zijn toegestaan op grond van algemene regels die van toepassing zijn op Dynarbitrage Forex-subfonds, mag dit subfonds gebruik maken van deposito's. De index 'JPY LIBOR 3 Months' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Japanse yen.
69 8.
Absolute Return: Dynarbitrage High Yield-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute High Yieldsubfondsen genaamd
Dynarbitrage High Yield, vanaf 24 juni 2011 Absolute High Yield genaamd
De doelstelling van dit subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average) over een beleggingshorizon van minstens 2 jaar, na verrekening van de kosten. De volatiliteit van het subfonds wordt doorlopend beheerd met een maximale geschatte jaarlijkse ex-ante VaR van 5%. Dit betekent dat het subfonds zo is samengesteld dat het statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in een gegeven jaar niet meer dan 5% onder de beleggingsdoelstelling zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. Beleggingsstrategieën: Om deze doelstelling te bereiken zal de vermogensbeheerder arbitragestrategieën toepassen om inefficiënties in de hoogrentende rentemarkten te benutten, evenals directionele strategieën op basis van kredietspreads. De verschillende strategieën worden onafhankelijk en parallel toegepast, naargelang de verwachtingen van de vermogensbeheerder en de mogelijkheden in de markt. Het rendement van een bedrijfsobligatie varieert doorheen de tijd, als gevolg van de marktfactoren enerzijds en van de kenmerken in verband met haar intrinsieke waarde anderzijds (gematerialiseerd in de kredietspread). De directionele strategieën trachten voordeel te halen uit variaties van de kredietspreads. De vermogensbeheerder neemt long (koop-) en short (verkoop-) posities in op specifieke emittenten waarvoor hij sterke overtuigingen heeft aangaande de evolutie van de spread. Met de arbitragestrategieën kunnen inefficiënties in de rentemarkten worden uitgebuit. Zij bestaan uit arbitrages tussen verschillende emittenten of uitgiften, hetzij door een rechtstreekse aankoop (enkel voor long posities), hetzij via derivaten zoals opties en termijncontracten, om voordeel uit de specifieke risico's te halen, binnen de verschillende soorten strategieën die hieronder worden beschreven: -
arbitrage binnen dezelfde sector; om een waarderingsverschil tussen twee subsectoren en/of emittenten in dezelfde sector uit te buiten; arbitrage van de kredietcurve: om de evolutie van de kredietcurve van een emittent uit te buiten, zonder enige directionele blootstelling aan die emittent; marktarbitrage: om een verschil in spread uit te buiten tussen twee effecten die door dezelfde emittent in verschillende valuta's zijn uitgegeven; arbitrage van kredietvoorrang: om de relatieve waarde tussen de bevoorrechte schulden en de achtergestelde schulden van een emittent uit te buiten; arbitrage van de basis: de basis is gelijk aan het verschil tussen de spread van een credit default swap en die van het onderliggende effect op de markt.
Dit subfonds belegt ten minste twee derde van het vermogen in: -
hoogrentende obligaties; geldmarktinstrumenten; Mortgage Backed of andere Asset Backed Securities (MBS en ABS); Collateralized Debt Obligations (CDO's) tot 10% van het nettovermogen; financiële derivaten en repo-overeenkomsten, ter afdekking van risico's en voor een efficiënt portefeuillebeheer: o
kredietderivaten (credit default swaps op één emittent en op indices), als protectienemer en/of protectiegever; kredietderivaten worden uitsluitend afgesloten met vooraanstaande tegenpartijen, zijnde financiële instellingen met een hoge rating die zich in dergelijke transacties specialiseren; ten minste twee derde van de onderliggende effecten in de credit default swaps hebben een rating onder BBB-/Baa3;
o
andere derivaten, waaronder futures, opties, swaps, hetzij op toegestane markten hetzij onderhands (OTC) verhandeld.
Het overige deel van het nettovermogen kan worden belegd in: -
obligaties, uitgegeven of gegarandeerd door lidstaten van de OESO (geen ratingbegrenzing);
-
-
70 obligaties, geldmarktinstrumenten en MBS of andere ABS in om het even welke valuta, die door ondernemingen uitgegeven zijn en die geen rating van een ratingbureau hebben, tot 20% van het nettovermogen; aandelen en aandelenkorven, tot 10% van het nettovermogen; rechten van deelneming/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's, tot 10% van het nettovermogen.
De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
71 9.
Absolute Return: Dynarbitrage Volatility-subfonds, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Arbitragesubfonds genaamd
Dynarbitrage Volatility, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Arbitrage genaamd De doelstelling van dit subfonds is meer dan 2% per jaar beter te presteren dan de gekapitaliseerde EONIA, over een beleggingshorizon van minstens twee jaar, na verrekening van kosten. Centraal in de beleggingsstrategie staan volatiliteitsarbitrages op financiële termijninstrumenten en converteerbare obligaties. Hierdoor krijgen beleggers bevoorrechte toegang tot een nieuwe motor voor prestatie: volatiliteit. Het risico wordt globaal en accuraat beheerd door middel van de 'Value at Risk' (VaR). Het subfonds wordt op elk moment met een maximale geschatte jaarlijkse ex-ante VaR van 4% beheerd: het subfonds is zo samengesteld dat het statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in een gegeven jaar niet meer dan 4% onder de beleggingsdoelstelling (EONIA +2%) zal presteren, met een vertrouwensinterval van 95%. VaR is een statistische benadering die een nauwkeurige opvolging van het risico mogelijk maakt, maar in geen geval een minimumprestatie garandeert. Beschrijving van de gebruikte strategieën: Om de prestatiedoelstelling te behalen belegt het subfonds tot 90% in volatiliteitsarbitragestrategieën. Het overige vermogen wordt belegd in kortlopende geldmarktinstrumenten en, ter aanvulling, in directionele strategieën met een asymmetrisch risicoprofiel. De vermogensbeheerder heeft vrijheid van handelen betreffende de spreiding over de verschillende strategieën. Strategieën voor volatiliteitsarbitrage op converteerbare obligaties Een converteerbare obligatie kan in een obligatiecomponent en een optiecomponent worden uitgesplitst. De waarde van elke component kan worden bepaald op basis van marktparameters (meer bepaald de rentecurve, het kredietrisico van de emittent en de impliciete volatiliteit van het onderliggende aandeel), wat een theoretische waarde voor de converteerbare obligatie oplevert. De strategieën steunen op twee technieken om prestatie te vergaren. De eerste techniek bestaat erin een tijdelijk ondergewaardeerde impliciete volatiliteit aan te kopen, terwijl de tweede tracht een lagere impliciete volatiliteit aan te kopen dan de gerealiseerde volatiliteit van het onderliggende aandeel. Om de volatiliteitscomponent te isoleren, worden de wisselkoers-, rente- en aandelenrisico's systematisch gehedged door middel van aangepaste financiële instrumenten. Het kredietrisico kan al dan niet worden ingedekt, naar goeddunken van de vermogensbeheerder. Indien een converteerbare obligatie niet ondergewaardeerd is, maar integendeel met een premie met betrekking tot de impliciete volatiliteit genoteerd staat, kan uit die premie munt worden geslagen door het omgekeerde van de bovenstaande strategie toe te passen, dat wil zeggen door een converteerbare obligatie te ontlenen om ze te verkopen en de hoofdrisico's te hedgen om de volatiliteitscomponent te isoleren. Strategieën voor volatiliteitsarbitrage op aandelen, rentevoeten, valuta's en krediet Op de termijnmarkt voor financiële instrumenten kunnen inefficiënties in de volatiliteit optreden binnen een gegeven activaklasse, tussen de verschillende activa waaruit de klasse is samengesteld, of tussen verschillende activaklassen. De strategieën steunen op twee technieken om prestatie te vergaren: -
anticiperen op de convergentie van de impliciete volatiliteit voor verschillende instrumenten, en
-
voordeel halen uit het verschil tussen de gerealiseerde volatiliteit van een onderliggende waarde en de impliciete volatiliteit van een financieel termijninstrument op die onderliggende waarde.
Om de volatiliteitscomponent te isoleren, worden de gebruikte financiële termijninstrumenten tegen het onderliggende marktrisico gehedged ('delta-neutrale hedge'). Monetaire strategie: De beheermethode van de monetaire strategie berust op twee bronnen van meerwaarde: de keuze van duration en de selectie van kredieteffecten.
72 Directionele strategieën met een asymmetrisch risicoprofiel: Het is mogelijk om op basis van financiële termijninstrumenten strategieën uit te werken om directionele long of short posities op de aandelen-, obligatie- of valutamarkten in te nemen. Dit zijn kortetermijnstrategieën die met beperkte verbintenissen in financiële termijninstrumenten worden uitgevoerd. De toegepaste strategieën trachten prestaties te halen uit de relatie tussen de richting die de onderliggende markt uitgaat, en het winstprofiel voor de strategie. In die verschillende strategieën worden financiële termijninstrumenten gebruikt voor drie verschillende doeleinden: In de eerste plaats worden ze gebruikt om de aandelen-, vastrentende, valuta-, krediet- en volatiliteitsrisico's in verband met de toegepaste strategieën voor volatiliteitsarbitrage te hedgen. Ten tweede kunnen met behulp van die instrumenten volatiliteitsarbitrages via synthetische blootstelling aan volatiliteit worden uitgewerkt en ten slotte worden ze ook gebruikt om directionele posities met een asymmetrisch risicoprofiel op de aandelen-, obligatie- en valutamarkten in te nemen. Om de jaarlijkse volatiliteit van het subfonds onder 4% te houden, wordt een weging toegekend aan de verschillende strategieën voor volatiliteitsarbitrage binnen het subfonds en de diverse risico-indicatoren die met deze strategieën samenhangen, worden op de voet (realtime) gevolgd. Dit neemt niet weg dat de volatiliteit in uitzonderlijke omstandigheden deze grens kan overschrijden. Beschrijving van de activacategorieën: Maximaal 90% van het subfonds wordt belegd in aandelen, converteerbare en gelijksoortige obligaties en bedrijfsschulden. Het overige deel van het vermogen wordt belegd in geldmarktinstrumenten met een looptijd van minder dan een jaar. Het subfonds kan deposito's plaatsen en contanten aanhouden of ontlenen. Het subfonds kan tot 10% van het nettovermogen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's beleggen. Derivaten: De beheerder mag beleggen in derivaten, zoals futures, opties, swaps, valutatermijncontracten en kredietderivaten. De verbintenissen in credit default swaps (CDS) mogen niet meer dan 40% van het nettovermogen van het subfonds bedragen en moeten betrekking hebben op referentie-entiteiten met rating BBB (of gelijkgesteld) of hoger. De index 'Eonia' is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
73 10. Absolute Return: Volatility Equities-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Equitiessubfondsen genaamd
Volatility Euro Equities, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Euro Equities genaamd
De doelstelling van dit subfonds bestaat erin een rendement na te streven van 7% per jaar minus de op elke betreffende aandelenklasse toepasselijke vergoedingen en, binnen een gecontroleerd risicokader, blootstelling aan de volatiliteit van de aandelenmarkten in de eurozone te bieden. De blootstelling aan volatiliteit van het subfonds wordt gecontroleerd aan de hand van een indicatief doelrooster, afhankelijk van het volatiliteit van de aandelenmarkten in de eurozone. Volatiliteit meet de spreiding van het rendement van een financieel instrument rond zijn gemiddelde; een dergelijke indicator is inherent variabel. een dergelijke indicator is inherent variabel. Bijgevolg wordt de risicocontrole opgevolgd en beheerd door middel van de Value at Risk (VaR) van het subfonds. De volatiliteit van het subfonds wordt doorlopend beheerd volgens een maximale geschatte jaarlijkse ex-ante VaR van 35%. Dit betekent dat de portefeuille zo is samengesteld dat ze statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in de loop van een jaar niet meer dan 35% zal fluctueren, met een vertrouwensinterval van 95%. Om te worden blootgesteld aan de volatiliteit van de aandelenmarkten in de eurozone, zal het subfonds beleggen in opties op de DJ EuroStoxx 50-index met een gemiddelde looptijd van één jaar, die op een in aanmerking komende markt zijn genoteerd. Naast de beleggingen in derivaten belegt het subfonds tot 100% van het nettovermogen in geldmarktinstrumenten. Deze benadering wordt gekoppeld aan systematische hedging van de gevoeligheid aan het renterisico in de portefeuille, evenals het risico verbonden aan aandelenindices. Het gebruik van derivaten maakt integraal deel uit van het beleggingsbeleid: futures, opties en swaps, hetzij op toegestane markten hetzij onderhands (OTC) verhandeld, worden gebruikt voor hedging tegen en/of overweging van risico's van aandelenindices, rentevoeten, volatiliteit en dividenden. Het subfonds mag tijdelijke aan- en verkopen van effecten (repo's & omgekeerde repo's) afsluiten voor het beheer van de contanten en voor een efficiënt portefeuillebeheer. Over het algemeen wordt via de bovenvermelde instrumenten geen hefboomwerking beoogd. Het subfonds kan tot 10% van het nettovermogen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's beleggen. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Volatility World Equities, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility World Equities genaamd De doelstelling van dit subfonds bestaat erin een rendement na te streven van 7% per jaar minus de op elke betreffende klasse toepasselijke vergoedingen en, binnen een gecontroleerd risicokader, blootstelling te bieden aan de volatiliteit van de aandelenmarkten in drie geografische zones: de eurozone, de Verenigde Staten van Amerika en Azië. De blootstelling aan volatiliteit van het subfonds wordt gecontroleerd aan de hand van een indicatief doelrooster, afhankelijk van de volatiliteit van de aandelenmarkten in de drie geografische zones. Volatiliteit meet de spreiding van het rendement van een financieel instrument rond zijn gemiddelde; een dergelijke indicator is inherent variabel. een dergelijke indicator is inherent variabel. Bijgevolg wordt de risicocontrole opgevolgd en beheerd door middel van de Value at Risk (VaR) van het subfonds. De volatiliteit van het subfonds wordt doorlopend beheerd volgens een maximale geschatte jaarlijkse ex-ante VaR van 35%. Dit betekent dat de portefeuille zo is samengesteld dat ze statistisch, onder normale marktvoorwaarden, in de loop van een jaar niet meer dan 35% zal fluctueren, met een vertrouwensinterval van 95%. Om te worden blootgesteld aan de volatiliteit van de aandelenmarkten in de drie geografische zones, belegt het subfonds in op een toegestane markt genoteerde opties en/of variance swaps op indices van de drie geografische zones met een gemiddelde looptijd van één jaar. Naast de beleggingen in derivaten belegt het subfonds tot 100% van het nettovermogen in geldmarktinstrumenten. Derivaten zullen integraal deel van het beleggingsbeleid uitmaken: futures, opties en swaps, hetzij op toegestane markten hetzij onderhands (OTC) verhandeld, zullen worden gebruikt ter afdekking van de risico's van aandelenindices, rentevoeten en dividenden en voor (verhoogde) blootstelling aan volatiliteit.
74 Het subfonds mag tijdelijke aan- en verkopen van effecten (repo's & omgekeerde repo's) afsluiten voor het beheer van de contanten en voor een efficiënt portefeuillebeheer. Over het algemeen wordt via de bovenvermelde instrumenten geen hefboomwerking beoogd. Het subfonds kan tot 10% van het nettovermogen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's beleggen. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
75 11. Absolute Return: Multimanagers Long/Short Equity-subfonds
Het is de doelstelling van dit subfonds om meer dan 5% per jaar beter te presteren dan de dagelijks samengestelde EONIA (Euro Overnight Index Average), minus de op elke betreffende aandelenklasse toepasselijke vergoedingen, over een beleggingshorizon van minstens 4 jaar. Teneinde deze doelstelling te realiseren zal het subfonds tot 100% van het vermogen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's beleggen. De beoogde ICBE's/ICB's zijn de volgende: - Absolute Return ICBE's/ICB's die long/short strategieën en/of arbitragestrategieën volgen - ICBE's/ICB's die een beleggingsstrategie volgen die is gebaseerd op volatiliteit - ICBE's/ICB's die beleggen in geldmarktinstrumenten, deposito's en/of obligaties. Naast de belegging in ICBE's/ICB's en afhankelijk van de marktomstandigheden, kan het subfonds ook direct in geldmarktinstrumenten en deposito's beleggen. De vermogensbeheerder stelt zich ten doel om niet in euro luidende beleggingen te hedgen De vermogensbeheerder stelt zich ten doel om onder normale marktomstandigheden een maximaal volatiliteitsniveau te handhaven van 8% jaarlijks "ex post". De dagelijks samengestelde index "EONIA" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
76 12. Absolute Return: Dynamic Asset Allocation-subfonds De doelstelling van dit subfonds is kapitaalgroei op lange termijn nastreven via een gediversifieerde portefeuille. Door tot 100% in deelnemingsrechten/aandelen in ICBE's en/of andere ICB'ste beleggen, tracht de vermogensbeheerder voordeel te halen uit de prestaties van diverse activa: - aandelen - schuldinstrumenten - valuta's - aan grondstoffen gelieerde activa - deposito's De posities in aan grondstoffen gelieerde activa zullen ingenomen worden via beleggingen in ICBE-conforme indexfondsen. Om deze doelstelling te bereiken, zal het subfonds tot 100% van het vermogen beleggen in deelnemingsrechten/aandelen van ICBE's en/of andere ICB's, en gebruik maken van onder andere volatiliteit, long-/short- of absolute-returnstrategieën. De vermogensbeheerder bepaalt de spreiding van de activa over de beoogde ICBE's/ICB's om elke marktopportuniteit in de onderliggende activa te benutten . Om deze doelstelling te bereiken zal de vermogensbeheerder, via beleggingen in uitgekozen ICBE's/ICB's of in derivaten, gebruik maken van: - Arbitrage tussen activa - Arbitrage binnen elke activacategorie met betrekking tot de sector, geografische toewijzing, type emittent, valuta's... Naast de belegging in icbe's/icb's en afhankelijk van de marktomstandigheden, kan het subfonds ook direct in geldmarktinstrumenten en deposito's beleggen. Het subfonds kan financiële derivaten gebruiken ter afdekking van risico's, voor een efficiënt portefeuillebeheer en als onderdeel van de beleggingsmethode om de beleggingsdoelstelling te bereiken. De referentie-indicator bestaat voor 50% uit de 'MSCI World Index' en voor 50% uit de 'Citigroup WGBI All Maturities'. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
77
F. RESERVESUBFONDSEN Risicoprofiel Het doel van deze subfondsen is de beleggers een stabiel instrument voor waardebehoud te bieden, met beter voorspelbare opbrengsten dan aandelen en andere langetermijnbeleggingen. Beleggersprofiel Omdat het zwaartepunt van elk subfonds ligt op toegestane effecten en geldmarktinstrumenten met een zeer lage koersvolatiliteit, minimaal kredietrisico en hoge verhandelbaarheid, zijn deze subfondsen geschikt voor beleggers die een minimaal kredietrisico willen lopen.
Aanvullende toelichtingen en definities De aandacht van de beleggers wordt erop gevestigd dat de basisvaluta die in het beleggingsbeleid van een subfonds wordt vermeld, niet noodzakelijk de valuta's waarin het subfonds belegt, weergeeft.
Euro Reserve zal opgaan in Money Market Euro op 24 juni 2011 Dit subfonds belegt uitsluitend in de volgende effecten en/of instrumenten: (i)
(ii)
Schuldinstrumenten: -
met een initiële of resterende looptijd van maximaal 12 maanden op het moment van aankoop, of
-
met een resterende looptijd van meer dan 12 maanden, maar waarvoor de blootstelling van het subfonds tot maximaal 12 maanden wordt beperkt door de aankoop van financiële instrumenten in samenhang met die effecten;
effecten met vlottende rente, op voorwaarde dat de rente ten minste één keer per jaar aan de marktvoorwaarden wordt aangepast.
Ten minste twee derde van deze effecten en instrumenten zal in euro uitgedrukt zijn. De effecten die in andere valuta's dan de euro uitgedrukt zijn, moeten volledig naar euro worden gehedged. De 'Eonia compounded' (Overnight Indexed Swap-methode) is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro.
USD Reserve zal opgaan in Money Market USD op 24 juni 2011 Dit subfonds belegt uitsluitend in de volgende effecten en/of instrumenten: (i)
(ii)
Schuldinstrumenten: -
met een initiële of resterende looptijd van maximaal 12 maanden op het moment van aankoop, of
-
met een resterende looptijd van meer dan 12 maanden, maar waarvoor de blootstelling van het subfonds tot maximaal 12 maanden wordt beperkt door de aankoop van financiële instrumenten in samenhang met die effecten;
effecten met vlottende rente, op voorwaarde dat de rente ten minste één keer per jaar aan de marktvoorwaarden wordt aangepast.
Ten minste twee derde van deze effecten en instrumenten zal in Amerikaanse dollar uitgedrukt zijn. De effecten die in andere valuta's dan Amerikaanse dollar uitgedrukt zijn, moeten volledig naar Amerikaanse dollar worden gehedged. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar. De index 'US Federal Fund' is de referentie-indicator van het subfonds.
78
G. GELDMARKTSUBFONDSEN Risicoprofiel Het doel van deze subfondsen is de beleggers een stabiel instrument voor waardebehoud te bieden, met beter voorspelbare opbrengsten dan aandelen en andere langetermijnbeleggingen. Beleggersprofiel Omdat het zwaartepunt van elk subfonds ligt op toegestane effecten en geldmarktinstrumenten met een zeer lage koersvolatiliteit en hoge verhandelbaarheid, zijn deze subfondsen geschikt voor beleggers die een minimaal kredietrisico willen lopen.
De doelstelling van de Money Market-subfondsen is het verkrijgen van een consistent rendement dat aansluit op het rendement van de relevante geldmarkten in eigen land of in Europa. Gezien deze doelstelling, bestaan de investeringen van het Money Market-subfonds uit kortetermijninstrumenten met vaste rentepercentages (vastrentende obligaties met een naderende vervaldag en/of andere kortetermijnobligaties) en variabele rentepercentages (obligaties met variabele rente en/of, binnen de onder hoofdstuk XX "Meer informatie", punt A "Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen" gestelde beperkingen. Derhalve wordt er uitsluitend belegd in effecten en schuldinstrumenten als geldmarktinstrumenten. Voor doeleinden van hedging en efficiënt portefeuillebeheer, kunnen de subfondsen gebruik maken van diverse financiële derivaten, inclusief forwards, futures, opties, swaps, swaptions, CDS binnen de onder hoofdstuk XX "Meer informatie", punt A "Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen" gestelde beperkingen. Elk subfonds mag ook gebruikmaken van technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten, binnen de voorwaarden en de begrenzingen als neergelegd in hoofdstuk XX, "Meer informatie", B "Bijkomende beleggingsbeperkingen", punten 1.4 tot 1.6. De aandacht van de beleggers wordt erop gevestigd dat de basisvaluta die in het beleggingsbeleid van een subfonds wordt vermeld, niet noodzakelijk de valuta's waarin het subfonds belegt, weergeeft.
Money Market Euro Dit subfonds belegt ten minste 67% van het totale vermogen in geldmarktinstrumenten, uitgedrukt in euro of andere valuta, die via een valutaswap gehedged zijn. De index "Euribor 3-month rate" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de euro. Money Market USD Dit subfonds belegt ten minste 67% van het totale vermogen in geldmarktinstrumenten, uitgedrukt in USD of andere valuta, die via een valutaswap gehedged zijn. De index "USD Libor 3-month rate" is de referentie-indicator van het subfonds. De basisvaluta van het subfonds is de Amerikaanse dollar.
De raad van bestuur kan nieuwe subfondsen aan het fonds toevoegen. De raad kan ook bestaande subfondsen stopzetten of fuseren, mits de aandeelhouders hiervan één maand op voorhand in kennis worden gesteld en op voorwaarde dat dit prospectus door middel van een bijlage of de uitgifte van een herziene versie van het prospectus wordt aangepast. Bovendien zal de raad van bestuur de aandeelhouders op de hoogte brengen door de publicatie van een kennisgeving in de nieuwsbladen die door de raad worden gekozen, tenzij de namen en adressen van alle beleggers bij het fonds bekend zijn.
79 VI.
ORGANISATIE VAN DE AANDELEN
A.
AANDELENKLASSEN
Het fonds is een open beleggingsmaatschappij, met de juridische vorm van een société anonyme naar het recht van het Groothertogdom Luxemburg, die geldt als een société d'investissement à capital variable ('SICAV', beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal). Het fonds werkt met afzonderlijke subfondsen die elk uit een specifiek geheel van samengevoegde activa en passiva bestaan en elk een afzonderlijk beleggingsbeleid volgen. Elk subfonds kan verschillende aandelenklassen aanbieden, elk met specifieke kenmerken, zoals beschreven in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. B.
AANDELENCATEGORIEËN
De aandelen zijn verder onderverdeeld in twee categorieën: uitkeringsaandelen en kapitalisatieaandelen. De aandelencategorieën per aandelenklasse staan in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. Een belegging in de ene of de andere aandelencategorie kan fiscale gevolgen hebben. Uitkeringsaandelen Bij uitkeringsaandelen wordt het gedeelte van de nettobeleggingsinkomsten van het subfonds dat aan die aandelen toewijsbaar is, als dividend uitgekeerd. Deze dividenden zijn jaarlijks in september uitkeerbaar. De klassen Institutional II, FHE-MD, en SHE-MD keren echter maandelijks een dividend uit. De raad heeft de intentie om in wezen alle nettobeleggingsinkomsten die aan de uitkeringsaandelen toewijsbaar zijn, uit te keren. Kapitalisatieaandelen Bij kapitalisatieaandelen wordt het gedeelte van de nettobeleggingsinkomsten van het subfonds dat aan die aandelen toewijsbaar is, binnen het subfonds ingehouden, zodat de koers van de kapitalisatieaandelen in waarde stijgt. C.
AANDELENTYPES
Sinds 1 december 2004 worden de aandelen van het fonds alleen op naam uitgegeven. Ze worden ofwel in een certificaat belichaamd ('aandelen met certificaat'), ofwel als een inschrijving in het aandelenregister geregistreerd ('aandelen zonder certificaat'). Aandelen op naam worden uitgegeven in fracties tot een duizendste van een aandeel. Aandelen aan toonder die op 1 december 2004 niet waren teruggekocht of in aandelen op naam geconverteerd, zijn in het aandelenregister geregistreerd onder de nomineebenaming 'Amundi Luxembourg /CAF – specific shares'. Houders van dergelijke aandelen kunnen op elk moment vragen hun aandelen op hun eigen naam te registreren of te laten terugkopen na overlegging van hun certificaten van aandelen aan toonder met alle nog niet vervallen coupons aangehecht. (i)
Aandelen zonder certificaat
Voor aandelen zonder certificaat geldt alleen de inschrijving in het aandeelhoudersregister als eigendomsbewijs. Houders van aandelen zonder certificaat ontvangen echter wel een persoonlijk rekeningnummer. Aandelen zonder certificaat zijn een raadzame keuze voor de belegger, omdat ze het voordeel bieden dat opdrachten voor conversie of terugkoop per fax kunnen worden doorgegeven, of via een ander elektronisch middel, zoals van tijd tot tijd door de raad van bestuur wordt bepaald. Als dergelijke opdrachten op een werkdag vóór 14.00 uur Luxemburgse tijd worden ontvangen (zie 'Transactietijden' hieronder), worden ze dezelfde werkdag uitgevoerd.
(ii)
Aandelen met certificaat
Ook voor aandelen met certificaat wordt een inschrijving in het aandeelhoudersregister als eigendomsbewijs geregistreerd. Houders van aandelen met certificaat ontvangen echter ook een aandeelcertificaat. Een conversieof terugkoopopdracht kan pas worden uitgevoerd nadat het certificaat, samen met een rechtsgeldige verklaring van afstand, naar de registerhouder en transferagent is teruggezonden. Enkel op uitdrukkelijk verzoek van de belegger worden certificaten uitgegeven.
80 Certificaten Normaal worden de certificaten van aandelen op naam per post naar de aandeelhouder (of naar de eerstgenoemde gezamenlijke houder) verzonden, binnen de veertien werkdagen nadat de registerhouder en transferagent de volledige inschrijvingsgegevens en de bevestiging van de bewaarder dat de inschrijvingsgelden overgemaakt zijn, heeft ontvangen. Behoudens andersluidende instructies worden de certificaten onverzekerd en voor risico van de geadresseerde verstuurd. De certificaten worden door of namens de bewaarder of de raad van bestuur ondertekend door een of meer door hen aangewezen personen. De handtekening van de raad van bestuur, de bewaarder of andere voor het tekenen van aandeelcertificaten aangestelde personen kan met de hand, gedrukt of per fax worden geplaatst. D.
TRANSACTIETIJDEN
Elke transactiedag kunnen instructies voor de aankoop, conversie of terugkoop van aandelen worden gegeven aan het fonds of aan een distributeur. Transactieopdrachten moeten door het fonds of door een distributeur vóór 14.00 uur Luxemburgse tijd (de 'afsluittijd') op een werkdag (de 'transactiedag') ontvangen zijn en worden uitgevoerd op basis van de transactieprijs die op de desbetreffende 'berekeningsdag' berekend wordt. Opdrachten die vóór 14.00 uur worden ontvangen, worden uitgevoerd met de betreffende NIW, zelfs al wordt er een andere NIW-datum in de opdracht vermeld.
Transactieopdrachten die per fax of via een ander elektronisch middel, zoals van tijd tot tijd door de raad bepaald, zijn ontvangen vóór 14.00 uur Luxemburgse tijd op een transactiedag die voorafgaat aan een berekeningsdag waarop de waardering van de aandelen van het (de) betreffende subfonds(en) is opgeschort, zullen vervallen, tenzij het fonds uitdrukkelijk wordt opgedragen de opdracht na de beëindiging van de opschortingsperiode alsnog uit te voeren. Transactieopdrachten die per post zijn ontvangen op een berekeningsdag waarop de waardering van de aandelen van het (de) betreffende subfonds(en) is opgeschort, zullen in elk geval tot na de beëindiging van de opschortingsperiode worden aangehouden. In de volgende tabel is de verwerkingsprocedure voor transactieopdrachten samengevat: D Handelsdag Netto-inventariswaarde (NIW)
Datum van NIW
Berekening en bekendmaking van NIW
Afsluittijd: 14.00 uur.(1)
Transactieopdrachten (1)
D+1 Berekeningsdag
Uitvoering van de opdrachten
Luxemburgse tijd
D = Werkdag Voor wat betreft het Multimanagers Long/Short Equity-subfonds zijn de transactietijden als volgt geregeld: Afsluittijd: elke dinsdag 14:00 uur (Luxemburgse tijd). Als de dinsdag geen werkdag is zal de afsluittijd de werkdag zijn die aan de betreffende vrije dag voorafgaat. Datum van NIW elke donderdag. Als de datum van NIW op een vrije dag valt, zal de werkdag voorafgaand aan deze vrije dag de datum van NIW zijn. - NIW berekeningsdag: elke vrijdag. indien deze berekeningsdag op een vrije dag valt, zal de werkdag die volgt op deze vrije dag de berekeningsdag zijn. Voor wat betreft het Equity MENA-subfonds zijn de transactietijden als volgt geregeld: (evt. aangepast aan officiële feestdagen in Luxemburg en/of MENA-markten) Handelsdag / inschrijving, terugkoop Deadline
Waarderingsdag
Datum van NIW
Berekeningsdag
Maandag: 14.00 uur
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag
Dinsdag: 14.00 uur
Woensdag
Woensdag
Woensdag
Woensdag: 14.00 uur
Donderdag
Donderdag
Donderdag
81 Vrijdag: 14.00 uur
Maandag
Maandag
Maandag
Met ingang van 11 mei 2009 zullen de volgende dagen voor de geïndexeerde subfondsen niet als werkdagen worden beschouwd: - voor het subfonds Index Euro (vanaf 24 juni 2011 Index Equity Euro genaamd), alle officiële feestdagen in Luxemburg en/of in Frankrijk en/of in Duitsland; - voor het subfonds Index Europe (vanaf 24 juni Index Equity Europe genaamd), alle officiële feestdagen in Luxemburg en/of in Frankrijk en/of in Duitsland en/of in het Verenigd Koninkrijk; - voor het subfonds Index North America (vanaf 24 juni Index Equity North America genaamd), alle officiële feestdagen in Luxemburg en/of in de Verenigde Staten; - voor het subfonds Index Pacific (vanaf 24 juni 2011 Index Equity Pacific genaamd), alle feestdagen in Luxemburg en/of alle dagen die voorafgaan aan een officiële feestdag in Japan; - voor het subfonds Index Global Bond (EUR) Hedged, alle officiële feestdagen in Luxemburg en/of in Frankrijk en/of in de Verenigde Staten en/of in Duitsland. De volgende dagen worden voor het Equity Mena-subfonds niet als werkdagen beschouwd: - de dagen waarop de markten gesloten zijn waar gewoonlijk de meeste door het subfonds gehouden effecten of een groot deel daarvan worden verhandeld. Het fonds aanvaardt geen opdrachten voor inschrijving, terugkoop of conversie die na de transactietijd worden ontvangen. Alle opdrachten die door het fonds of een distributeur na 14.00 uur in Luxemburg op een handelsdag worden ontvangen, zullen worden beschouwd als ontvangen vóór 14.00 uur op de volgende handelsdag in Luxemburg. E.
VERBOD OP MARKTTIMING
Het fonds volgt een procedure die het mogelijk maakt dat inschrijvingen op, terugkopen en conversies van aandelen tegen een onbekende prijs worden uitgevoerd. Het fonds staat geen praktijken toe die met markttiming te maken hebben, en behoudt zich het recht voor om aanvragen voor inschrijving op of conversie van aandelen te weigeren als het fonds vermoedt dat een belegger dergelijke praktijken toepast, en om desgevallend de nodige maatregelen te treffen om de aandeelhouders van het fonds te beschermen. Onder markttiming wordt verstaan: een arbitragemethode waarbij een belegger stelselmatig aandelen koopt en binnen een korte tijdspanne laat terugkopen of converteren om te profiteren van tijdsverschillen en/of onvolkomenheden of tekortkomingen in de berekeningsmethode van de netto-inventariswaarde van de betreffende subfondsen.
F.
ANTIWITWASPROCEDURES
De Luxemburgse wet van 12 november 2004 en de begeleidende rondzendbrieven van de CSSF beschrijven de verplichte procedures ter voorkoming van witwaspraktijken via instellingen voor collectieve belegging zoals het fonds. Binnen dit juridisch kader zijn de professionele verplichtingen nauwkeurig gedefinieerd. Eén van de opgelegde vereisten van de reglementering is de invoering van specifieke procedures ter identificatie van beleggers en de uiteindelijke economische begunstigden. De legitimatiemethode kan variëren naargelang het type belegger. Het aanvraagformulier van een particuliere belegger moet vergezeld gaan van een eensluidend verklaarde kopie van het paspoort of de identiteitskaart van de inschrijver. Voor rechtspersonen is een kopie van de statuten van de inschrijver vereist en, indien van toepassing, een uittreksel uit het handelsregister. Het fonds kan van deze legitimatieprocedure afzien in de volgende omstandigheden: • •
voor inschrijvingen via een tussenpersoon in de financiële sector, die gevestigd is in een land dat een gelijkwaardige legitimatieverplichting aan de verplichting onder de Luxemburgse wet ter preventie van witwaspraktijken oplegt; voor inschrijvingen via een tussenpersoon of nominee waarvan de moedermaatschappij onderworpen is aan een legitimatieverplichting die gelijkwaardig is aan de verplichting onder de Luxemburgse wet ter preventie van witwaspraktijken, en als de wet die op de moedermaatschappij van toepassing is, de dochtermaatschappijen of filialen een gelijkwaardige verplichting oplegt.
82 Algemeen wordt aangenomen dat financiële instellingen die gevestigd zijn in een land dat de besluiten van de FATF ('Financial Action Task Force', financiële actiegroep) heeft ondertekend, worden geacht een legitimatieverplichting te kennen, die gelijkwaardig is aan de verplichting onder Luxemburgs recht. Alle informatie die in dit verband aan het fonds wordt verstrekt, wordt uitsluitend ter naleving van de antiwitwaswetgeving ingewonnen.
VII.
INSCHRIJVING OP AANDELEN
De minimale inleg per aandelenklasse is vermeld in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. In geen enkele klasse is een minimumbedrag voor aanvullende inschrijvingen vastgelegd. Behoudens uitdrukkelijke instructie geeft het fonds aandelen uit in de vorm van kapitalisatieaandelen zonder certificaat van de klasse Classic. De aandelen worden toegewezen op basis van de transactieprijs berekend in de basisvaluta van het betreffende subfonds. A.
PROCEDURE
Aanvraagformulieren Beleggers die voor het eerst op aandelen inschrijven, moeten een aanvraagformulier invullen en dit per post rechtstreeks aan het fonds verzenden of contact opnemen met de lokale distributeur. Aanvraagformulieren kunnen ook aanvaard worden via fax of een ander elektronisch middel, zoals van tijd tot tijd bepaald door de raad. De registratieformulieren moeten onmiddellijk ingevuld, ondertekend en teruggezonden worden naar de registerhouder en transferagent. Voor aanvullende inschrijvingen moet geen aanvraagformulier worden ingevuld. Indien een eerste of aanvullende aanvraag per fax wordt doorgegeven, draagt de aanvrager alle risico's die gepaard gaan met opdrachten die in deze vorm worden ingediend, inzonderheid risico's te wijten aan verzendingsfouten, misverstanden, niet-ontvangst (de afleveringsbevestiging strekt niet tot bewijs van de verzending per fax) of identificatiefouten, en ontslaat de aanvrager het fonds of de distributeur van elke aansprakelijkheid dienaangaande. Als extra veiligheidsmaatregel dienen inschrijvers op het aanvraagformulier een bankrekening te vermelden waarop de opbrengsten van terugkooptransacties altijd moeten worden overgemaakt. Elke verandering achteraf betreffende de opgegeven bankrekening moet schriftelijk en vergezeld van de handtekening van de aandeelhouder(s) worden bevestigd.
Transactieprijzen Aandelen worden elke transactiedag toegewezen tegen hun respectieve transactieprijzen (vastgelegd overeenkomstig de bepalingen die in het onderdeel 'Aandelenprijzen' zijn beschreven), die na ontvangst van de aanvraag zijn berekend, behalve tijdens een initiële inschrijvingsperiode, wanneer de aandelen van de betreffende subfondsen tegen hun respectieve initiële transactieprijzen worden toegewezen. De transactieprijs kan worden verhoogd met een inschrijvingsvergoeding, zoals nader omschreven in hoofdstuk XII.
Vereffening De aandelen worden enkel toegewezen op voorwaarde dat de bewaarder de betaling binnen drie werkdagen vanaf de desbetreffende transactiedag ontvangt (behalve voor:
4
- de I(11)-klassen, waarvoor de betaling aan de bewaarder de werkdag volgend op de betreffende transactiedag moet zijn uitgevoerd.
4 Vanaf de NIW van 24 juni 2011. Tot de NIW van 22 juni 2011 worden de aandelen enkel toegewezen op voorwaarde dat de bewaarder de gelden binnen de vier werkdagen vanaf de desbetreffende transactiedag heeft ontvangen.
83 - het Multimanagers Long/Short Equity-subfonds, waarvoor de bewaarder de betaling binnen 2 werkdagen vanaf de betreffende berekeningsdag moet hebben ontvangen. Indien de betaling niet tijdig geregeld is, kan de aanvraag vervallen en geannuleerd worden. Aanvragen worden bevestigd door middel van een contractnota. Afhankelijk van de verstrekte instructies volgt ofwel een bericht met het persoonlijk rekeningnummer ofwel een of meer certificaten van aandelen. De bestuurders behouden zich het recht voor om aanvragen voor inschrijving op of conversie van aandelen te weigeren tegenover beleggers die naar hun oordeel buitensporig veel transacties uitvoeren (excessive trading). Bovendien kan het fonds overgaan tot een gedwongen terugkoop van de aandelen van beleggers van wie vermoed wordt dat zij bij excessieve handel betrokken zijn of zijn geweest. Bij inschrijvingen voor een opgegeven bedrag in de klasse I(11) zal de resterende uitstaande balans na de inschrijving aan de aandeelhouder worden teruggestort, tenzij het bedrag minder dan EUR 15 bedraagt, of desgevallend het equivalent daarvan in een andere valuta. De bedragen die niet worden teruggestort, zullen in het betreffende subfonds terugkeren. B.
BETALINGSWIJZEN
Behoudens uitdrukkelijke instructie van de belegger wordt de inschrijving normaal in de basisvaluta van het betreffende subfonds betaald. Zoals vermeld in Bijlage I: 'Aandelenklassen', bieden sommige subfondsen de mogelijkheid voor beleggers om zonder extra kosten in een van de 'valuta's van andere aandelenklassen' te betalen. Een belegger kan de bewaarder ook betalen in elke andere vrij converteerbare valuta, die de transferagent tegen de normale banktarieven zal omwisselen voor rekening en op kosten van de belegger. Inschrijvingen moeten worden betaald via elektronische overschrijving naar de bankrekening die op het ogenblik van de transactie is opgegeven (tenzij de lokale bankpraktijken geen elektronische overschrijvingen toestaan). Andere betalingswijzen moeten vooraf door de raad worden goedgekeurd. Meerjarig beleggingsplan Naast de bovenstaande inschrijvingsprocedure tegen eenmalige betaling (hierna 'inschrijving tegen eenmalige betaling') bestaat ook de mogelijkheid om op een meerjarig beleggingsplan in te schrijven (hierna 'plan'). Voor inschrijvingen via een plan gelden mogelijk andere voorwaarden dan voor inschrijvingen tegen eenmalige betaling, mits die voorwaarden niet restrictiever of minder gunstig voor het fonds zijn. De raad van bestuur kan meer bepaald besluiten: •
of de inschrijver het aantal betalingen, evenals de frequentie en de bedragen zelf mag bepalen;
•
dat het inschrijvingsbedrag lager mag zijn dan de minimale inleg voor inschrijvingen tegen eenmalige betaling;
•
dat de inschrijver op een plan, naast de inschrijvingsvergoeding voor inschrijvingen tegen eenmalige betaling, eventueel andere uitzonderlijke vergoedingen verschuldigd is ten gunste van de gemachtigde bank of tussenpersoon die het plan geplaatst heeft.
De volledige voorwaarden van de plannen die de beleggers worden aangeboden, zijn beschreven in afzonderlijke brochures voor de inschrijvers in die landen waar een plan beschikbaar is. Die brochures zijn bij dit prospectus gevoegd of beschrijven hoe het prospectus kan worden verkregen. De kosten en vergoedingen die voor het meerjarig beleggingsplan worden ingehouden, mogen niet meer dan één derde bedragen van het totale bedrag dat de beleggers gedurende het eerste spaarjaar inbrengen. De voorwaarden van de plannen vormen geen beletsel tegen het recht van de inschrijvers om hun aandelen te laten terugkopen, zoals beschreven onder 'Terugkoop van aandelen' in dit hoofdstuk. C.
INSCHRIJVINGSBEPERKINGEN
Opschorting Aandelen worden elke transactiedag te koop aangeboden, behalve tijdens een opschorting van de bepaling van de netto-inventariswaarde en de uitgifte van aandelen (zie 'Meer informatie: Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en de uitgifte, conversie en terugkoop van aandelen'). Aanvragen voor aandelen zijn na indiening bij het fonds onherroepelijk en kunnen enkel worden ingetrokken als de berekening van de nettoinventariswaarde is opgeschort of als het fonds de aanvaarding van de aanvraag heeft afgewezen of onrechtmatig vertraagd.
84 Weigeringsrecht Het fonds behoudt zich het recht voor aanvragen geheel of gedeeltelijk te weigeren of een toewijzing van aandelen zonder kennisgeving in te trekken, in het bijzonder als de gegevens voor de aanvraag (die het fonds in staat stellen de wettelijke eigenaar van toegewezen aandelen afdoende te identificeren en te registreren) niet binnen dertig dagen worden teruggezonden. Als een aanvraag wordt geweigerd, zal het fonds de inschrijvingsgelden of het saldo daarvan, zonder rente daarover, binnen vijf werkdagen na de dag van de weigering of de intrekking van de toewijzing van aandelen, per elektronische overboeking terugzenden, voor rekening en voor risico van de aanvrager. United States Person De aandelen zijn niet onder de Amerikaanse Securities Act van 1933 (zoals gewijzigd) geregistreerd noch onder de effectenwetgeving van enige Amerikaanse staat. Het fonds is evenmin geregistreerd en zal niet worden geregistreerd onder de Investment Company Act van 1940 (zoals gewijzigd). Tenzij ten genoegen van het fonds wordt aangetoond dat aandelen mogen worden toegewezen zonder dat daardoor de effectenwetgeving van de Verenigde Staten wordt overtreden, mogen aandelen daarom noch rechtstreeks noch middellijk worden aangeboden of verkocht in de Verenigde Staten van Amerika, de Amerikaanse gebiedsdelen of bezittingen of gebieden die onder jurisdictie van de VS vallen, of ten voordele van een United States Person ('US Person').
In dit kader wordt onder US Person verstaan: •
een natuurlijke persoon die ingezetene is van de Verenigde Staten van Amerika of van één van de gebiedsdelen of bezittingen van de VS ('de Verenigde Staten'); of
•
een rechtspersoon of associatie die naar het recht van de Verenigde Staten of een ander rechtsgebied is opgericht, behalve indien zij zijn opgericht door officieel gemachtigde beleggers die geen natuurlijke persoon, nalatenschap of trust zijn, met als voornaamste doel te beleggen in effecten die niet onder de United States Securities Act van 1933 zijn geregistreerd; of
•
een in de Verenigde Staten gevestigd agentschap of filiaal van een buitenlandse entiteit; of
•
alle nalatenschappen of boedels waarvan een executeur of bewindvoerder een Amerikaans persoon is (tenzij een executeur of bewindvoerder van de nalatenschap of boedel die geen Amerikaans persoon is, alleen of gezamenlijk de beslissingsbevoegdheid heeft over het beleggen van het boedelvermogen en voor zover deze nalatenschap of boedel niet valt onder het recht van de Verenigde Staten); of
•
een trust waarvoor een US Person trustee is (tenzij een trustee die een professionele zaakwaarnemer is, een US Person is en een trustee die geen US Person is, individuele of gedeelde vrijheid van handelen heeft betreffende de belegging van het trustvermogen, en mits geen begunstigde van de trust (of settlor, als het een herroepelijke trust betreft) een US Person is); of
•
een discretionaire rekening of gelijksoortige rekening (die geen nalatenschap of trust is) die wordt gevoerd door een makelaar of andere zaakwaarnemer ten voordele of voor rekening van een US Person; of
•
een discretionaire rekening of gelijksoortige rekening (die geen nalatenschap of trust is) die wordt gevoerd door een makelaar of andere zaakwaarnemer die is opgericht in of (voor natuurlijke personen) ingezetene is van de Verenigde Staten, ten gunste of voor rekening van een US Person.
VIII.
OMZETTING VAN AANDELEN
A.
PROCEDURE
Opdrachten voor de conversie van aandelen zonder certificaat van een subfonds naar aandelen zonder certificaat van een ander subfonds kunnen per post, per fax of via andere elektronische middelen, zoals van tijd tot tijd door de raad van bestuur bepaald, worden doorgegeven aan de registerhouder en transferagent, met vermelding van het persoonlijke rekeningnummer van de belegger. De beleggers zullen echter alle risico's in verband met een via fax doorgegeven opdracht dragen, inzonderheid risico's te wijten aan verzendingsfouten, misverstanden, niet-ontvangst (de afleveringsbevestiging strekt niet tot bewijs van de verzending per fax) of identificatiefouten, en ontslaan het fonds en de distributeur van elke aansprakelijkheid dienaangaande. Opdrachten voor de conversie van aandelen met certificaat van een subfonds naar hetzij aandelen zonder certificaat, hetzij aandelen met certificaat van een ander subfonds zullen pas worden uitgevoerd wanneer de registerhouder en transferagent de certificaten heeft ontvangen.
85 Een conversie wordt bevestigd door middel van een contractnota waarin de details van de conversie zijn vermeld. Certificaten voor aandelen met certificaat worden normaal binnen veertien werkdagen vanaf de betreffende transactiedag door de registerhouder en transferagent verstuurd. De opbrengst van de geconverteerde aandelen wordt herbelegd in aandelen van het subfonds waarnaar wordt geconverteerd, afgerond tot een duizendste van een aandeel. Conversies worden uitgevoerd op de transactiedag die een transactiedag is voor elk van de betrokken subfondsen. Voor wat betreft een conversie in Multimanagers Long/Short Equity, zal de order tot conversie worden doorgevoerd op basis van de NIW die is berekend voor het subfonds waarvan de aandeelhouders het verzoek tot conversie doen, voor dezelfde dag als het Multimanagers Long/Short Equity-subfonds. Voor de Equity Mena-fondsen van Amundi zijn conversies (van en naar) niet toegestaan. B.
ALGEMEEN
Bij een conversie tussen subfondsen met verschillende basisvaluta's voert de transferagent de noodzakelijke wisseltransacties uit tegen de normale banktarieven. Conversies van aandelen van een klasse van een subfonds in aandelen van een andere klasse van hetzelfde of een ander subfonds zijn niet toegestaan, tenzij de belegger voldoet aan alle voorwaarden die vereist zijn voor de aandelenklasse waarin hij wil converteren. Eenmaal ingediende conversieaanvragen kunnen niet worden ingetrokken, tenzij in het geval van opschorting of uitstel van het recht op terugkoop van aandelen van het (de) subfonds(en) van waaruit de conversie moet worden uitgevoerd, of ingeval van uitstel van het recht op aankoop van aandelen van het (de) subfonds(en) waarnaar de conversie moet worden uitgevoerd. De raad behoudt zich het recht voor aanvragen voor om inschrijvingen of conversies van aandelen te weigeren tegenover beleggers die naar hun oordeel buitensporig veel transacties uitvoeren (excessive trading). Bovendien kan het fonds overgaan tot een gedwongen terugkoop van de aandelen van beleggers van wie vermoed wordt dat zij bij excessieve handel betrokken zijn of zijn geweest.
IX.
INKOOP VAN AANDELEN
A.
PROCEDURE
Behoudens uitdrukkelijke instructie worden de aandelen tegen de transactieprijs in de basisvaluta van het betreffende subfonds teruggekocht. Aandelen worden normaal teruggekocht tegen de transactieprijs (zoals gedefinieerd in 'Aandelenprijzen') van het (de) betreffende subfonds(en), die is gedateerd op de transactiedag waarop het fonds of een distributeur vóór 14.00 uur Luxemburgse tijd de terugkoopopdracht (voor aandelen zonder certificaat) of de certificaten (voor aandelen met certificaat en aandelen aan toonder) heeft ontvangen. Aandelen zonder certificaat Terugkoopaanvragen voor aandelen zonder certificaat kunnen per post, per fax of via andere elektronische middelen, zoals van tijd tot tijd door de raad bepaald, aan het fonds of aan een distributeur worden doorgegeven, met vermelding van het persoonlijke rekeningnummer van de belegger. De beleggers zullen echter alle risico's in verband met een via fax doorgegeven opdracht dragen, inzonderheid risico's te wijten aan verzendingsfouten, misverstanden, niet-ontvangst (de afleveringsbevestiging strekt niet tot bewijs van de verzending per fax) of identificatiefouten, en ontslaan het fonds en de distributeur van elke aansprakelijkheid dienaangaande. Aandelen met certificaat en aandelen aan toonder Terugkoopaanvragen van houders van aandelen met certificaat en aandelen aan toonder zullen pas worden uitgevoerd wanneer de registerhouder en transferagent de ontvangst van de certificaten heeft bevestigd. Een terugkoop wordt bevestigd door een contractnota waarin de details van de terugkoop zijn vermeld.
86 5 De opbrengst van de terugkoop wordt normaal op de betreffende vereffeningsdag (zijnde drie werkdagen na de desbetreffende transactiedag) per elektronische overboeking naar de bij de oorspronkelijke inschrijving opgegeven bankrekening overgemaakt. Voor de klasse I(11) is de verplichte vereffeningsdag de eerste werkdag na de betreffende transactiedag. Voor wat betreft Multimanagers Long/Short Equity is de verplichte vereffeningsdag zes werkdagen na de betreffende berekeningsdag. De opbrengst van de terugkoop wordt overgemaakt voor risico van de belegger. B.
ALGEMEEN
Terugkopen worden in de basisvaluta van het (de) betreffende subfonds(en) uitgevoerd. De beleggers moeten echter aangeven in welke valuta zij hun terugkoopopbrengst wensen te ontvangen, op de daarvoor bestemde plaats in het aanvraagformulier of op een andere manier wanneer zij de terugkoopopdracht doorgeven. Zoals vermeld in hoofdstuk IV: Lijst van subfondsen', bieden sommige subfondsen de belegger de mogelijkheid om de terugkoopopbrengst zonder extra kosten in een van de 'andere NIW-valuta's' te laten uitkeren. Indien een belegger de terugkoopopbrengsten echter in een andere valuta wil ontvangen dan de basisvaluta of 'andere NIW-valuta's' waarin het (de) betreffende subfonds(en) uitgedrukt is (zijn), zal de transferagent de opbrengsten voor rekening van de aanvrager tegen normale banktarieven omwisselen tegen de geldende wisselkoers op de betreffende handelsdag. De wisselkosten worden ingehouden op de terugkoopopbrengsten. Terugkoopaanvragen kunnen niet worden ingetrokken, tenzij in het geval van opschorting of uitstel van het recht op terugkoop van aandelen van het (de) desbetreffende subfonds(en), om de onderstaande redenen (zie Meer informatie: Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en de uitgifte, conversie en terugkoop van aandelen').
X.
AANDELENPRIJZEN
A.
PRIJZEN
Voor elke aandelencategorie van elk subfonds geldt één transactieprijs voor de uitgifte, conversie en terugkoop van aandelen. De transactieprijs voor elke aandelencategorie wordt elke handelsdag berekend in overeenstemming met de statuten in verhouding tot de netto-inventariswaarde van de onderliggende activa van het betreffende subfonds op die handelsdag. De prijzen worden in de uitdrukkingsvaluta opgegeven. Onder bepaalde omstandigheden kan de berekening van de netto-inventariswaarde worden opgeschort. Gedurende dergelijke opschortingsperioden kunnen aandelen van het (de) subfonds(en) waarop de opschorting betrekking heeft, niet worden uitgegeven (met uitzondering van reeds toegewezen aandelen), geconverteerd of teruggekocht. De wijze waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend en de omstandigheden waarin de berekening kan worden opgeschort, zijn in detail beschreven in 'Meer informatie: Waarderingen'. Het fonds hanteert een beleid van forward pricing, dat wil zeggen dat de prijs waartegen de aandelen worden gekocht of verkocht (exclusief inschrijvingsvergoeding zoals vermeld in 'Bijlage I: Aandelenklassen') de prijs is die op het waarderingstijdstip na ontvangst van de order wordt berekend. Dit betekent dat het onmogelijk is vooraf de prijs te kennen waartegen de transactie wordt uitgevoerd. B.
PRIJSINFORMATIE
De transactieprijzen voor elke handelsdag zijn bij de transferagent beschikbaar. Bovendien zijn de transactieprijzen normaal via Reuters beschikbaar en worden ze dagelijks gepubliceerd in een nationaal dagblad van de landen waarin het fonds voor verkoop aan het publiek is goedgekeurd, op besluit van de raad van bestuur.
5
Vanaf de NIW van 24 juni 2011. Vier werkdagen tot de NIW van 22 juni 2011.
87 XI.
DIVIDENDBELEID
Bekendmaking van dividenden De dividenden van de uitkeringsaandelen worden als volgt betaald: •
De aandelenklassen Institutional II, FHE-MD en SHE-MD declareren een maandelijks dividend.
•
De overige aandelenklassen met uitkeringsaandelen declareren een jaarlijks dividend, betaalbaar in september.
Het is de intentie van het fonds om in wezen alle nettobeleggingsinkomsten die aan de uitkeringsaandelen van elk subfonds toewijsbaar zijn, uit te keren. Voor de aandelenklassen Institutional II, FHE-MD en SHE-MD kunnen echter alle inkomsten en gerealiseerde en niet-gerealiseerde kapitaalwinsten of een deel daarvan worden uitgekeerd, op voorwaarde dat het minimumkapitaal van het fonds, zoals voorgeschreven door de wet van 2002, wordt gehandhaafd. Uitkering en herbelegging van dividenden De dividenden worden in de uitdrukkingsvaluta van elk subfonds gedeclareerd, maar kunnen voor het gemak van de beleggers in een andere valuta naar keuze worden uitgekeerd. De wisselkoersen voor de berekening van de uitkeringen worden door de transferagent bepaald op basis van de normale banktarieven. Behoudens andersluidende instructies worden de dividenden in de valuta van de oorspronkelijke inschrijving betaald. Alle dividenduitkeringen worden bekendgemaakt in de Luxemburger Wort en in andere kranten of via andere middelen, zoals bepaald door de raad. Dividenden die niet binnen vijf jaar na de declaratie ervan zijn geïnd, vervallen en worden aan het betreffende subfonds toegevoegd. Egalisatie De raad van bestuur heeft een egalisatiebeleid ingesteld. Bijgevolg worden de aandeelhouders bij de inschrijving, de terugkoop of de conversie van aandelen geïnformeerd over de geaccumuleerde inkomsten die in de prijs van de betreffende aandelen begrepen zijn. Ook bij dividenduitkeringen worden de aandeelhouders geïnformeerd over een eventueel in het dividend begrepen kapitaalcomponent.
XII.
KOSTEN EN UITGAVEN
A.
TRANSACTIEKOSTEN
Inschrijvingen en conversies De inschrijvings- en conversievergoedingen per subfonds worden vermeld in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. Inkopen Momenteel worden geen kosten op de terugkoop van aandelen geheven, behalve voor opdrachten betreffende de aandelen van de klasse Institutional VI, waarvoor maximaal 1,00% kosten kunnen worden geheven. Algemeen Het voorafgaande doet geen afbreuk aan andere afspraken die in voorkomend geval tussen de belegger en zijn financieel adviseur zijn gemaakt.
B.
JAARLIJKSE KOSTEN
Amundi Luxembourg heeft recht op de distributie- en beheervergoedingen ten laste van het fonds die worden berekend zoals beschreven in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. Deze vergoedingen worden elke transactiedag berekend en opgebouwd, en zijn elk kwartaal achteraf betaalbaar.
88 Amundi Luxembourg is verantwoordelijk voor de betaling van de vergoedingen aan de vermogensbeheerders en distributeurs. Amundi Luxembourg kan ook besluiten uit zijn eigen vergoedingen provisies aan distributeurs te betalen. Administratievergoeding De administratievergoeding is een vergoeding, uitgedrukt als een percentage van de netto-inventariswaarde van de subfondsen en aandelenklassen, die alle administratiekosten van het fonds dekt. De administratievergoeding is maandelijks achteraf betaalbaar aan Amundi Luxembourg en wordt dagelijks berekend voor elk subfonds en elke aandelenklasse. De administratievergoeding bestaat hoofdzakelijk uit: • de vergoeding voor de administrateur, domiciliëringsagent, transferagent en registerhouder; •
het bewaarloon;
•
de honoraria van de accountants en juridisch adviseurs van het fonds (inclusief de kosten in verband met de naleving van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen);
•
de kosten voor het vertalen, drukken en verdelen onder de beleggers van de jaar- en halfjaarverslagen, het prospectus van het fonds en het vereenvoudigde prospectus van elk subfonds en alle aanvullingen daarop, evenals alle kennisgevingen aan de beleggers;
•
alle kosten voor het informeren van de aandeelhouders, inclusief de kosten voor de publicatie van de aandelenprijzen in de financiële pers en het opstellen van informatiemateriaal voor beleggers en distributeurs;
•
alle vergoedingen en uitgaven met betrekking tot de registratie en het aanhouden van de registratie van het fonds bij overheidsinstellingen of beurzen en de naleving van alle regels en voorschriften, en de terugbetaling van dergelijke vergoedingen en uitgaven die door lokale vertegenwoordigers zijn betaald;
•
alle vergoedingen van lokale vertegenwoordigers/correspondenten wier diensten krachtens de geldende wetgeving vereist zijn;
•
de kosten in verband met buitengewone maatregelen, inzonderheid alle deskundige onderzoeken of rechtsgedingen ter vrijwaring van de belangen van de aandeelhouders.
Het maximumbedrag van de administratievergoeding, uitgedrukt als een percentage van de nettoinventariswaarde, is vermeld in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. Uit deze vergoeding betaalt Amundi Luxembourg de vergoedingen voor de bewaarder, de administrateur, de domiciliëringsagent, de transferagent en de registerhouder, alsook de administratieve uitgaven van het fonds.
Soft Commissions De vermogensbeheerders en allen die met hen verbonden zijn, kunnen transacties uitvoeren via een andere intermediaire instelling die met de vermogensbeheerders of de met hen verbonden personen een overeenkomst heeft gesloten, waarin is vastgelegd dat deze intermediair de beheerders of de met hen verbonden personen bij gelegenheid goederen en diensten zal verstrekken, zoals advies en onderzoek, IT-materiaal in verband met gespecialiseerde software, prestatiemethoden en instrumenten voor prijsbepaling. De vermogensbeheerders, als de andere partij, kunnen er zich toe verbinden hun orders geheel of gedeeltelijk via de makelaarsdienst van deze intermediair te plaatsen, mits op elk moment het beste belang van de aandeelhouders wordt gerespecteerd. Het leveren van deze goederen en diensten kan het resultaat van het fonds of van de betreffende subfondsen ten goede komen en de kwaliteit van de dienstverlening van de vermogensbeheerders verhogen. Voor alle duidelijkheid, de volgende elementen zijn uitdrukkelijk van deze goederen en diensten uitgesloten: reis- en verblijfkosten, representatiekosten, courante goederen en diensten met betrekking tot het beheer, de kantoren, de kantoorinrichting, personeelskosten, administratieve loonkosten en alle financiële kosten. Het is de vermogensbeheerders en allen die met hen verbonden zijn, niet toegestaan persoonlijk geldelijk voordeel te halen uit de van makelaars of handelaars ontvangen commissies. Alle kortingen, winsten of financiële betalingen die de vermogensbeheerders of met hen verbonden personen ontvangen in samenhang met deze makelaarslonen of transacties in verband met eerdere orders voor de subfondsen, zullen uitsluitend aan het fonds worden betaald. In de financiële verslagen worden de beleggers uitvoerig geïnformeerd over de daadwerkelijk ontvangen soft commissions.
89 XIII. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BETREFFENDE HET BEHEER EN DE ADMINISTRATIE A.
DE BEHEERMAATSCHAPPIJ
Het fonds heeft Amundi Luxembourg S.A. aangesteld ('Amundi Luxembourg') als beheermaatschappij (de 'beheermaatschappij'). Amundi Luxembourg werd op 11 maart 1988 opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap (société anonyme). Het maatschappelijk kapitaal bedraagt EUR 6.805.347,75 en de meerderheidsaandeelhouder is Amundi. De beheermaatschappij is ingeschreven in het Luxemburgse handels- en vennootschapsregister onder het nummer B-27.804. De raad van bestuur van de beheermaatschappij: Voorzitter
Dhr. Jean-Paul Mazoyer, General Management Committee Member in charge of Development Amundi, 90, boulevard Pasteur, F-75015 Parijs, Frankrijk
Directeur
Dhr. Guillaume Abel Head of Marketing & Business Development of Institutional & Third party Distribution, Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk
Bestuurders
Dhr. Etienne Clément Strategic Marketing Manager, Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk Dhr. Jean-Yves Glain Head of Business Support, Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk Dhr. Laurent Bertiau Deputy Head of Institutional and Third party Distribution, Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk Dhr. Bernard Dewit Chief Risk Officer, Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk Dhr. André Pasquié Deputy Head of Investment Solutions for Retail Networks Division Amundi 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk
De directeurs van de beheermaatschappij: Directeur
Dhr. Guillaume Abel
Algemeen directeur
Dhr. Giorgio Gretter
De beheermaatschappij is sinds 4 mei 2004 gemachtigd om als fondsbeheermaatschappij op te treden in overeenstemming met hoofdstuk 13 van de wet van 2002. De statuten van de beheermaatschappij werden voor het laatst gewijzigd op 11 januari 2010 (de wijzigingen zijn sinds 2 maart 2010 van kracht) en werden op 23 april 2010 gepubliceerd in het Memorial C. Amundi Luxembourg treedt op als beheermaatschappij voor het beleggingsfonds 'Amundi SIF'. Op 22 november 2004 heeft het fonds een beheerovereenkomst gesloten met de beheermaatschappij op grond waarvan deze laatste belast wordt met het dagelijkse beheer van het fonds en tevens met de verantwoordelijkheid om direct of bij volmacht alle operationele functies uit te voeren die betrekking hebben op het beleggingsbeheer, de administratie, de verkoop en de distributie. Met toestemming van het fonds heeft de beheermaatschappij besloten verscheidene van haar taken te delegeren, zoals verder in dit prospectus beschreven.
90 Het is de beheermaatschappij toegestaan het beheer van de subfondsen aan beleggingsbeheerders te delegeren, zoals verder beschreven in punt 'D. Beleggingsbeheerders'. Het fonds, de distributeurs en eventuele onderdistributeurs dienen zich te allen tijde te houden aan de wetten, reglementen, rondzendbrieven en voorschriften betreffende de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en het verbod op transacties na sluitingstijd (late trading) en markttiming. De beheermaatschappij zal maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de mandaten die aan de verschillende agenten zijn verleend, worden uitgevoerd met inachtneming van de voorwaarden van hun mandaat en in strikte naleving van de geldende regels en reglementen. De beheermaatschappij zal over de noodzakelijke technische hulpmiddelen en instrumenten beschikken om efficiënt toezicht te houden op de werkzaamheden van de agenten bij hun respectieve taken. B.
DE BEWAARDER
De raad heeft Crédit Agricole Investor Services Bank Luxembourg (voorheen Crédit Agricole Indosuez Luxembourg S.A. vóór de splitsing op 28 februari 2003) aangesteld als bewaarder van de activa van het fonds (de 'bewaarder'), ingevolge een overeenkomst die is afgesloten op 16 december 1996 en gewijzigd op 15 maart 1999. Deze overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming van beide partijen worden gewijzigd. De bewaarder is voor onbepaalde tijd aangesteld. Op 3 oktober 2005 is de naam Crédit Agricole Investor Services Bank Luxembourg S.A. gewijzigd in CACEIS Bank Luxembourg. CACEIS Bank Luxembourg is een bank die als een société anonyme naar het recht van het Groothertogdom Luxemburg is georganiseerd. De statutaire zetel en de administratieve kantoren zijn gevestigd in 5 allée Scheffer, L-2520 Luxembourg. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt thans EUR 137.000.000,-. De bewaarder dient namens en in het uitsluitende belang van de aandeelhouders de contanten en andere activa te bewaren, die samen het vermogen van het fonds vormen. Het is de bewaarder toegestaan, met toestemming van het fonds, de bewaring van effecten toe te vertrouwen aan andere banken, financiële instellingen of clearing-instituten, zoals Clearstream en Euroclear. Zulks laat evenwel de aansprakelijkheid van de bewaarder onverlet. De bewaarder voert alle verrichtingen uit in verband met de dagelijkse administratie van de activa van het fonds. Daarnaast zorgt de bewaarder voor de uitvoering van de instructies van de raad en voor de afwikkeling, in navolging van de aanwijzingen van de raad, van de aan- en verkooptransacties betreffende de activa van het fonds. Het fonds heeft de bewaarder voorts de verantwoordelijkheid toevertrouwd om: •
de betaling tegen levering voor gekochte effecten te regelen, de verkochte effecten tegen betaling van hun prijs te leveren, de dividend- en rentebetalingen van effecten te innen en de aan de effecten verbonden inschrijvings- en attributierechten uit te oefenen;
•
de beleggers tegen betaling van de overeenkomstige activawaarde een certificaat of schriftelijke bevestiging van hun aandelenbelang af te leveren;
•
in naleving van de statuten terugkoop- en conversieaanvragen te ontvangen en uit te voeren en de certificaten of schriftelijke bevestigingen met betrekking tot de teruggekochte of geconverteerde aandelen te annuleren.
De bewaarder moet er bovendien voor zorgen dat: •
de verkoop, uitgifte, terugkoop, conversie en annulering van aandelen in overeenstemming met de wet van 2002 en de statuten verlopen;
•
de waarde van de aandelen overeenkomstig de wet van 2002 en de statuten wordt berekend;
•
de instructies van de raad van bestuur worden uitgevoerd, tenzij deze in strijd zijn met de wet of de statuten;
•
de tegenprestaties in transacties betreffende de activa van het fonds binnen de gebruikelijke termijnen worden geleverd;
•
de inkomsten van het fonds in overeenstemming met de statuten gebruikt worden.
Overeenkomstig de Luxemburgse wet is de bewaarder jegens het fonds en de aandeelhouders aansprakelijk voor verliezen die zij lijden als gevolg van een fout of nalatigheid van de bewaarder bij de uitvoering van zijn taken. De bewaarder of het fonds kunnen de bewaarnemingovereenkomst op elk moment beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van minstens drie maanden, met dien verstande dat op het fonds de verplichting rust
91 om een nieuwe bewaarder aan te stellen die de taken en verantwoordelijkheden als bedoeld in de wet van 2002 op zich neemt. In afwachting van zijn vervanging, waarin binnen twee maanden na het verstrijken van de opzeggingstermijn moet zijn voorzien, dient de bewaarder al het nodige te doen om de belangen van de aandeelhouders te behartigen. Aansprakelijkheid van de bewaarder en rechtsbevoegdheid Zoals bepaald in artikel 36 van de wet van 2002 dient de bewaarder bij de uitvoering van zijn taken redelijke zorg te betrachten. Rechtsgeschillen onder of tussen de aandeelhouders, het fonds en de bewaarder kunnen onder de jurisdictie van de bevoegde rechtbank in Luxemburg vallen, met dien verstande dat het fonds zich ook in andere landen, waar de registratievoorschriften voor de aanbieding en verkoop van aandelen aan het publiek dat vereisen, kan onderwerpen aan de jurisdictie van de bevoegde rechtbanken in aangelegenheden die verband houden met inschrijving en terugkoop, of met andere eisen of vorderingen die ingezetenen van dergelijke landen in verband met hun aandelenbelang hebben ingesteld of die klaarblijkelijk vanuit dergelijke landen zijn ingesteld. Vorderingen van de aandeelhouders tegenover het fonds of de bewaarder verjaren vijf jaar na de datum van de gebeurtenis die daartoe aanleiding heeft gegeven, met dien verstande dat vorderingen van aandeelhouders met betrekking tot de liquidatieopbrengsten waarop zij recht hebben, pas verjaren dertig jaar nadat deze bij de Caisse de Consignation in Luxemburg zijn gestort. C.
DE ADMINISTRATEUR
Amundi Luxembourg, in de hoedanigheid van beheermaatschappij van het fonds, heeft Société Générale Securities Services Luxembourg aangesteld als administrateur van het fonds, krachtens een overeenkomst hierover van 24 juni 2011. De administrateur is voor onbepaalde tijd aangesteld. In die hoedanigheid is Société Générale Securities Services Luxembourg gemachtigd bepaalde administratieve diensten te verlenen, waaronder de berekening van de NIW. Verder assisteert de administrateur het opstellen en deponeren bij de bevoegde instanties van de financiële verslaggeving. De administrateur kan onder zijn verantwoordelijkheid zijn taken geheel of gedeeltelijk aan derde dienstverleners delegeren. Zowel de administrateur als de beheermaatschappij kunnen een einde maken aan de administratieovereenkomst , met inachtneming van een opzeggingstermijn van 90 dagen. De vergoeding voor de administrateur wordt nader omschreven in 'Kosten en uitgaven'.
D.
DE REGISTERHOUDER, TRANSFERAGENT EN BETAALKANTOOR
Ingevolge de centrale administratieovereenkomst die op 22 november 2004 tussen Amundi Luxembourg en Crédit Agricole Investor Services Bank Luxembourg ('CAISBL') is gesloten, op 3 oktober 2005 herdoopt tot CACEIS Bank Luxembourg, heeft Amundi Luxembourg, in de hoedanigheid van beheermaatschappij van het fonds, CAISBL aangesteld als centrale administrateur ('administrateur') van het fonds, met uitsluiting van de functie van domiciliëringsagent. De administrateur is voor onbepaalde tijd aangesteld. Vanaf 24 juni 2011 zal CACEIS Bank Luxembourg enkel de functie van registerhouder, transferagent en betaalkantoor op zich nemen.
In die hoedanigheid verleent CACEIS Bank Luxembourg bepaalde aan haar gedelegeerde administratieve diensten, waaronder diensten als registerhouder en transferagent en activiteiten als betaalkantoor voor de aandelen van het fonds. De administrateur kan onder zijn verantwoordelijkheid zijn taken geheel of gedeeltelijk aan derde dienstverleners delegeren. Zowel de CACEIS Bank Luxembourg als de beheermaatschappij kunnen een einde stellen aan de administratieovereenkomst, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 90 dagen. De vergoeding voor de administrateur wordt nader omschreven in 'Kosten en uitgaven'. E.
DE VERMOGENSBEHEERDERS
Onder toezicht en verantwoordelijkheid van de raad van bestuur zijn de volgende ondernemingen als vermogensbeheerder aangesteld. Informatie betreffende de toewijzing van de subfondsen aan elke vermogensbeheerder die deel uitmaakt van de groep Crédit Agricole, wordt in het jaar- en halfjaarverslag bekendgemaakt. Een bijgewerkte lijst van de vermogensbeheerders is op verzoek verkrijgbaar. De overeenkomsten tussen het fonds en de vermogensbeheerders zijn voor onbepaalde tijd afgesloten en kunnen op elk moment door één van beide partijen worden beëindigd met inachtneming van een opzeggingstermijn van
92 90 dagen. Het fonds kan de overeenkomst eenzijdig opzeggen indien sprake is van een inbreuk ten gronde vanwege de vermogensbeheerder. Ingevolge de beleggingsadviesovereenkomst die op 22 november 2004 tussen Amundi Luxembourg en elke vermogensbeheerder is gesloten, heeft Amundi Luxembourg in de hoedanigheid van beheermaatschappij van het fonds de beleggingsadviesfunctie aan elk van de vermogensbeheerders gedelegeerd. Voordat een gezamenlijk beheer voor de activa van een subfonds wordt ingesteld, zullen overeenkomsten voor gezamenlijk beheer worden gesloten met de respectieve vermogensbeheerders, hetzij middels een supplement bij de bestaande beleggingsadviesovereenkomsten, hetzij middels een afzonderlijke overeenkomst voor gezamenlijk beheer. De vermogensbeheerders kunnen voor de uitvoering van de hun toevertrouwde taken een beroep doen op de deskundigheid en de diensten van andere maatschappijen van de groep Crédit Agricole in de hele wereld. De raad heeft onder zijn eindverantwoordelijkheid het dagelijkse beheer van de subfondsen aan Amundi Luxembourg gedelegeerd.
Vermogensbeheerders
Amundi • Hoofdkantoor 90, boulevard Pasteur, F-75015 Paris, Frankrijk • Kantoor in Londen 41, Lothbury, London EC2R 7HF, Verenigd Koninkrijk Een maatschappij binnen de groep Crédit Agricole Amundi Hong Kong Ltd 901-908, One Pacific Place, No. 88 Queensway, Hong Kong Een dochtermaatschappij van Amundi Amundi Japan 1-2-2, Uchisaiwaicho Chiyoda-Ku, Tokyo 100 – 0011, Japan Een dochtermaatschappij van Amundi CPR Asset Management 10, place des 5 Martyrs du Lycée Buffon, F-75015 Paris, Frankrijk Een dochtermaatschappij van SEGESPAR en CPR G Emerging Markets Management 1001 19th Street North, 16th Floor, Arlington, Virginia 22209-17221, VSA Resona Bank Ltd 2-1, Bingomachi 2-chome, Chuo-ku, Osaka, Japan Amundi Alternative Investments, SAS 90, boulevard Pasteur, F-75730 Paris Cedex 15 Amundi Singapore Ltd 168, Robinson Road #24-01, Capital Tower, Singapore 068912 TCW Investment Management Company, Inc. ('TCW') 865, South Figueroa Street, Suite 800, Los Angeles, California 90017, Verenigde Staten van Amerika
F.
DE ONDER-VERMOGENSBEHEERDERS
Onderbeheerders
Amundi Singapore Ltd 168 Robinson Road #24-01, Capital Tower, Singapore 068912 Een dochtermaatschappij van Amundi. Victory Capital Management Inc 127 Public Square, 20th Floor, Cleveland, OH 44114-1306, Verenigde Staten van Amerika
93 G.
NOMINEE
Het is de voor plaatsing van de aandelen verantwoordelijke partijen en/of correspondentbanken toegestaan de beleggers diensten te verlenen als fiduciaire vertegenwoordiger (‘nominee’), waarbij zij – in eigen naam of in de hoedanigheid van nominee namens de belegger – op aandelen kunnen inschrijven, aandelen ter terugkoop en conversie kunnen aanbieden en ook die transacties onder hun eigen naam, maar namens de inschrijvers, in het register van het fonds laten inschrijven. Tenzij de tussenkomst van een 'nominee' krachtens de wetgeving van een land verplicht is, staat het de belegger echter vrij rechtstreeks in te schrijven op aandelen in de open beleggingsmaatschappij zonder gebruik te maken van een fiduciaire dienst, of het aan een nominee gegeven mandaat te allen tijde in te trekken door te vragen om de aandelen in de open beleggingsmaatschappij die de belegger bezit, rechtstreeks op zijn of haar naam in te schrijven.
H.
VERTEGENWOORDIGER VAN HET FONDS
Indien op grond van de lokale wet- of regelgeving vereist, kan het fonds in landen waar aandelen aan het publiek worden aangeboden, vertegenwoordigers van het fonds ('vertegenwoordigers') aanstellen bij wie elke transactiedag de transactieprijzen voor alle subfondsen kunnen worden verkregen, alsook andere goedgekeurde informatie over het fonds. Dit wordt nader beschreven in de bijlagen bij dit prospectus ('supplementen') die in voorkomend geval als bijlage zijn toegevoegd aan het onderhavige prospectus met betrekking tot het aanbod van de aandelen in de verschillende landen waar het fonds een registratie verkrijgt voor het aanbieden van aandelen aan het publiek.
XIV.
BOEKJAAR EN AUDIT
Het boekjaar van de verschillende subfondsen van het fonds eindigt op 30 juni van ieder jaar. De boekhouding van het fonds wordt gecontroleerd door een accountant ('Réviseur d'Entreprises') die door de algemene aandeelhoudersvergadering wordt aangesteld. Deze taak is toevertrouwd aan PricewaterhouseCoopers, 'Réviseur d'Entreprises agréé'.
XV.
ALGEMENE AANDEELHOUDERSVERGADERING
De jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering van het fonds wordt gehouden te Luxemburg op de laatste vrijdag van oktober van elk jaar (of, indien dit geen werkdag in Luxemburg is, op de eerstvolgende werkdag in Luxemburg), om 11.00 uur. De jaarlijkse algemene vergadering kan in het buitenland plaatsvinden indien buitengewone omstandigheden dat, naar het absolute en definitieve oordeel van de raad, vereisen. Andere aandeelhoudersvergaderingen kunnen plaatsvinden op een tijd en plaats die in de respectieve bijeenroeping voor de vergaderingen kunnen worden meegedeeld. Buitengewone vergaderingen van de aandeelhouders van een subfonds, klasse of categorie, of van verschillende subfondsen, klassen of categorieën, kunnen worden bijeengeroepen om te beslissen over aangelegenheden in verband met een of meer van die subfondsen, klassen of categorieën en/of met een wijziging van hun rechten. Bijeenroepingen voor algemene vergaderingen en andere kennisgevingen worden openbaar gemaakt in overeenstemming met de Luxemburgse wet. In de bijeenroepingen wordt melding gemaakt van de plaats en tijd van de vergadering, de toelatingsvoorwaarden, de agenda, de quorumvereisten en de voorwaarden voor de stemming. Elk geheel aandeel geeft recht op één stem op alle algemene aandeelhoudersvergaderingen en op alle bijzondere vergaderingen van het betreffende subfonds, de betreffende aandelenklasse of -categorie. De stemmen kunnen zowel persoonlijk als bij volmacht worden uitgebracht.
94 XVI.
VERSLAGEN
Het jaarverslag voor de voorafgaande financiële verslagperiode, met de door de accountant gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening van het fonds in EUR, en die van elk van de subfondsen in de betreffende uitdrukkingsvaluta, wordt op de statutaire zetel van het fonds ter inzage gelegd binnen vier maanden na het einde van het betreffende jaar. Halfjaarlijkse, niet-gecontroleerde verslagen worden op de statutaire zetel van het fonds ter beschikking gesteld binnen twee maanden na de afsluiting van de periode waarop ze betrekking hebben.
XVII. LOOPTIJD EN LIQUIDATIE VAN HET FONDS Het fonds is voor onbepaalde tijd opgericht. Als het fonds wordt ontbonden, zal de liquidatie worden uitgevoerd door een of meer liquidatoren, die zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen zijn. Deze liquidatoren worden benoemd door de aandeelhoudersvergadering die het besluit tot ontbinding neemt en de bevoegdheden en het honorarium van de liquidatoren bepaalt. De netto opbrengst van de liquidatie die elk subfonds toekomt, wordt door de liquidatoren aan de aandeelhouders van elk subfonds uitgekeerd in verhouding tot hun aandelenbelang in het betreffende subfonds. Indien de aandeelhouders hiermee instemmen zoals in artikel 67-1 en 142 van de wet van 1915 bepaald, mag tot liquidatie van het fonds worden overgegaan en mag de liquidator worden gemachtigd, mits dit de aandeelhouders één maand op voorhand ter kennis wordt gebracht en voor zover de aandeelhouders van het fonds bij tweederde meerderheid hebben gestemd, om alle activa en passiva van het fonds over te dragen aan een Luxemburgse icbe in ruil voor de uitgifte van aandelen in die icbe ten gunste van de aandeelhouders van het fonds in verhouding tot hun aandelenbelang in het fonds. In alle andere gevallen heeft een aandeelhouder recht op een evenredig gedeelte van de liquidatieopbrengsten die zijn subfonds, aandelenklasse of -categorie toekomen. Bedragen die bij de liquidatie voor uitkering aan de aandeelhouders ter beschikking komen en die niet door de aandeelhouders worden opgeëist, worden bij de afsluiting van de liquidatie in bewaring gegeven aan de Caisse de Consignation in Luxemburg, in overeenstemming met artikel 107 van de wet van 2002, waar zij gedurende een periode van 30 jaar ter beschikking van de rechthebbende aandeelhouders worden gehouden.
XVIII. BELASTING Het onderstaande overzicht is gebaseerd op de thans geldende wetten en praktijken in het Groothertogdom Luxemburg, die desgevallend kunnen veranderen. Potentiële beleggers dienen zich ervan bewust te zijn dat de belastingvoeten en belastinggrondslagen aan veranderingen onderhevig zijn en dat de waarde van eventuele belastingvrijstellingen afhankelijk is van de individuele omstandigheden van de belastingplichtige. A.
BELASTING VAN HET FONDS IN LUXEMBURG
Belastingheffing op spaargelden in de Europese Unie Ingevolge de Europese Spaarrichtlijn ('ESR'), die op 1 juli 2005 in werking is getreden, is een bronheffing verschuldigd wanneer een in Luxemburg gevestigd betaalkantoor voor bepaalde subfondsen uitkeringen doet en aandelen terugkoopt en als de begunstigde van dergelijke opbrengsten een ingezetene van een andere lidstaat is. Tenzij de individuele belegger er uitdrukkelijk om verzoekt te worden ingedeeld onder het stelsel van de informatieuitwisseling als bedoeld in de ESR, wordt op dergelijke uitkeringen en terugkopen een bronheffing ingehouden ten belope van 20% tot 31 december 2010 en 35% daarna.
‘Taxe d’abonnement’ Voorts is het fonds in Luxemburg een taxe d'abonnement verschuldigd ten belope van 0,05% per jaar voor de aandelen- en obligatiesubfondsen, geïndexeerde subfondsen en Absolute Return-subfondsen (uitgezonderd beleggingen door deze subfondsen in andere instellingen voor collectieve belegging die gevestigd zijn in Luxemburg, waarover geen belasting wordt geheven), en ten belope van 0,01% per jaar voor de reserve- en geldmarktsubfondsen, de klasse M, de klasse I en de klasse O van alle subfondsen. Deze belasting is per kwartaal betaalbaar op basis van de waarde van het nettovermogen van het fonds aan het einde van het desbetreffende
95 kalenderkwartaal. De verlaagde taxe d'abonnement van 0,01% per jaar is beschikbaar voor de aandeelhouders die worden toegelaten tot de klasse M, de klasse I en de klasse O op basis van de Luxemburgse wettelijke, reglementaire en fiscale bepalingen zoals bekend bij het fonds op het tijdstip waarop een belegger tot een dergelijke aandelenklasse wordt toegelaten. Er kan echter geen garantie worden verstrekt voor het verleden en voor de toekomst, en een dergelijke beoordeling is onderworpen aan interpretaties over de status van in aanmerking komende beleggers voor aandelen van de klasse M, de klasse I en de klasse O door de bevoegde instanties die op een gegeven tijdstip bestaan. Als de classificatie met betrekking tot de status van een belegger door een instantie wordt gewijzigd, kan dat ertoe leiden dat de gehele klasse aan een taxe d'abonnement van 0,05% per jaar wordt onderworpen. Andere belastingen • • •
Op de uitgifte van aandelen is in Luxemburg geen zegelrecht of andere belasting verschuldigd. Er moet geen Luxemburgse belasting op gerealiseerde of niet-gerealiseerde kapitaalstijging van de activa van het fonds worden betaald. De beleggingsinkomsten die het fonds ontvangt, zijn mogelijk in de landen van herkomst aan een nietrecupereerbare bronbelasting onderworpen.
B.
BELASTING VAN DE AANDEELHOUDERS IN LUXEMBURG
Luxembourg De beleggers zijn in Luxemburg geen vermogenswinst-, inkomsten-, schenkings-, successie-, erfenis- of andere belasting verschuldigd (behalve beleggers die ingezetene zijn van of hun officiële woonplaats of een permanente vestiging hebben in Luxemburg en behalve bepaalde voormalige ingezetenen van Luxemburg of een aandeelhouder die meer dan 10% van de aandelen van het fonds bezit). Algemeen Potentiële beleggers dienen hun professionele adviseurs te raadplegen over de gevolgen voor hen van de aankoop, het bezit, de terugkoop, de overdracht, de verkoop of de conversie van aandelen onder de betreffende wetgeving van het rechtsgebied waaronder zij ressorteren, met inbegrip van fiscale gevolgen en eventuele deviezencontrolevoorschriften. Deze gevolgen (waaronder mogelijke belastingvrijstellingen voor beleggers en de waarde daarvan) zijn verschillend al naargelang de geldende wetgeving en praktijk in het land waarvan de belegger staatsburger of ingezetene is of waar hij zijn officiële woonplaats of vestiging heeft, en al naargelang zijn persoonlijke omstandigheden.
XIX.
AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE DISTRIBUTIE VAN HET FONDS IN ITALIË
De beleggers wordt meegedeeld dat lokale betaalkantoren of financiële tussenpersonen mogelijk vergoedingen voor de inschrijving, terugkoop en conversie van aandelen van het fonds kunnen berekenen. Daarnaast is het onderdeel 'Meerjarig beleggingsplan' gewijzigd om voor de distributie van dergelijke plannen in Italië te vermelden dat, indien een meerjarig beleggingsplan vóór de overeengekomen einddatum wordt stopgezet, de door de betreffende aandeelhouders te betalen initiële kosten hoger kunnen uitvallen dan voor standaard inschrijvingen, zoals beschreven in bijlage 1 'Aandelenklassen'. XX.
MEER INFORMATIE
A.
BELEGGINGSBEVOEGDHEDEN EN -BEPERKINGEN 1.1 Het fonds kan beleggen in: (a) effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt (in de zin van artikel 1 van de wet van 2002); (b) op een andere regelmatig functionerende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt van een lidstaat van de Europese Unie verhandelde effecten en geldmarktinstrumenten; (c) tot de officiële beursnotering van een in aanmerking komend land toegelaten of op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt van een in aanmerking komend land verhandelde effecten en geldmarktinstrumenten; (d)
nieuw uitgegeven effecten en geldmarktinstrumenten, op de volgende voorwaarden:
-
-
96 de uitgiftevoorwaarden houden een verbintenis in om toelating tot de officiële notering op een beurs of een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt aan te vragen; die toelating wordt binnen één jaar na uitgifte verkregen;
(e) deelnemingsrechten van overeenkomstig de Europese Richtlijn 85/611/EG erkende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en/of andere instellingen voor collectieve belegging (icb's) in de zin van artikel 1, paragraaf (2), eerste en tweede streepje van de Europese Richtlijn 85/611/EEG, ongeacht of ze al dan niet in een lidstaat van de Europese Unie gevestigd zijn, op de volgende voorwaarden: -
die andere icb's zijn erkend onder een wetgeving waardoor zij onderworpen zijn aan toezicht dat naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig is aan het toezicht waarin het Gemeenschapsrecht voorziet, en de samenwerking tussen de autoriteiten is genoegzaam gewaarborgd;
-
het niveau van bescherming voor de houders van eenheden in de andere icb's is gelijkwaardig aan dat van deelnemers in een icbe, en in het bijzonder dat de regels inzake scheiding van de activa, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van de richtlijn 85/611/EEG;
-
over de activiteiten van de andere icb's wordt halfjaarlijks en jaarlijks gerapporteerd, zodat een beoordeling kan worden gemaakt van de activa en passiva, inkomsten en transacties tijdens de verslagperiode;
-
de icbe's of de andere icb's waarvan de verwerving wordt overwogen, mogen op hun beurt krachtens hun reglement of statuten in totaal niet meer dan 10% van hun vermogen in deelnemingsrechten van andere icbe's of andere icb's beleggen (een 'doelfonds').
Wanneer een subfonds belegt in doelfondsen die door de groep Crédit Agricole worden beheerd, mogen Amundi Funds (met betrekking tot deze beleggingen) geen inschrijvings-, terugkoop- of conversievergoedingen in rekening worden gebracht. (f) deposito's bij kredietinstellingen, die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de Europese Unie gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan regels voor prudentieel toezicht die naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld; (g) financiële derivaten, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten, die op een bovenstaand onder (a), (b) of (c) bedoelde gereglementeerde markt worden verhandeld; en/of financiële derivaten die buiten de beurs (over-the-counter) worden verhandeld ('OTC-derivaten'), mits: -
de onderliggende activa bestaan uit onder A.1. beschreven instrumenten, financiële indices, rentevoeten, wisselkoersen of valuta's, waarin de icbe krachtens de in zijn oprichtingsakten beschreven beleggingsdoelstellingen mag beleggen,
-
de tegenpartijen bij de transacties in OTC-derivaten aan prudentieel toezicht onderworpen instellingen zijn en behoren tot de door de CSSF goedgekeurde categorieën, en
-
de OTC-derivaten aan een betrouwbare en verifieerbare dagelijkse waardering zijn onderworpen en te allen tijde tegen hun waarde in het economisch verkeer op initiatief van het fonds kunnen worden verkocht, te gelde gemaakt of afgesloten door een compenserende transactie;
(h) geldmarktinstrumenten die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld en die vallen onder artikel 1 van de wet van 2002, indien de uitgifte of de uitgevende instelling van deze instrumenten zelf aan regelgeving is onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden, en op voorwaarde dat zij: -
worden uitgegeven of gegarandeerd door een centrale, regionale of plaatselijke overheid of de centrale bank van een lidstaat, de Europese Centrale Bank, de Europese Unie of de Europese Investeringsbank, een derde land of, in het geval van een federale staat, door een van de deelstaten van de federatie, dan wel door een internationale publiekrechtelijke instelling waarvan een of meer lidstaten deel uitmaken, of
-
worden uitgegeven door ondernemingen waarvan effecten worden verhandeld op een gereglementeerde markt als bedoeld in de bovenstaande alinea's (a), (b) en (c), of
-
-
97 worden uitgegeven of gegarandeerd door een instelling die aan prudentieel toezicht is onderworpen volgens criteria die door het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of door een instelling die onderworpen is en voldoet aan voorschriften voor prudentieel toezicht die naar het oordeel van de CSSF ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of worden uitgegeven door andere instellingen die behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn goedgekeurd, mits voor de beleggingen in die instrumenten een gelijkwaardige bescherming van de belegger geldt als is vastgelegd in het eerste, tweede en derde streepje, en mits de uitgevende instelling een onderneming is waarvan het kapitaal en de reserves ten minste 10 miljoen EUR (EUR 10.000.000) bedragen en die haar jaarrekeningen presenteert en publiceert overeenkomstig de vierde richtlijn 78/660/EEG, een entiteit is die binnen een groep ondernemingen waartoe een of meer beursgenoteerde ondernemingen behoren, specifiek gericht is op de financiering van de groep, of een entiteit is die specifiek gericht is op de financiering van effectiseringsinstrumenten waarvoor een bankliquiditeitenlijn bestaat.
1.2 Echter, het fonds: (a) mag hoogstens 10% van het nettovermogen van een subfonds beleggen in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan de in 1.1 bedoelde; (b) mag roerende en onroerende goederen verwerven die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar werkzaamheid; (c) mag geen edele metalen of certificaten die dergelijke metalen vertegenwoordigen, verwerven. 1.3 Het fonds mag ter aanvulling contanten aanhouden. 1.4 (a) Het fonds mag niet meer dan 10% van het nettovermogen van een subfonds beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten die door eenzelfde instelling zijn uitgegeven. (b) Het fonds mag niet meer dan 20% van het nettovermogen van een subfonds beleggen in deposito's bij één en dezelfde instelling. (c) Het tegenpartijrisico van een subfonds in een transactie OTC-derivaten mag niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen, wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is als bedoeld onder punt 1.1 (f) hierboven, of 5% van het nettovermogen in de overige gevallen. (d) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten die een subfonds aanhoudt in uitgevende instellingen waarin het elk voor meer dan 5% van zijn nettoactiva belegt, mag niet meer dan 40% van de waarde van het nettovermogen bedragen. Deze begrenzing is niet van toepassing op deposito's en transacties met OTC-derivaten met financiële instellingen die aan prudentieel toezicht onderworpen zijn. Een subfonds mag niet beleggen in een combinatie met: -
effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door eenzelfde instelling,
-
deposito's bij die instelling, en/of
-
risico's betreffende transacties in OTC-derivaten met betrekking tot die instelling
ten belope van meer dan 20% van het nettovermogen. (e) De in (a) vastgelegde begrenzing wordt verhoogd tot ten hoogste 35% indien de effecten en geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Unie of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een derde landstaat of een internationale publiekrechtelijke instelling waarvan een of meer lidstaten deel uitmaken. (f) In afwijking van de bovenstaande beperkingen in (a) tot (e), mag een subfonds in naleving van het beginsel van risicospreiding tot 100% van het nettovermogen beleggen in verschillende verhandelbare effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Unie of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, een lidstaat van de OESO of internationale publiekrechtelijke instellingen waarvan een of meer lidstaten van de Europese Unie deel uitmaken, op voorwaarde dat een dergelijk subfonds effecten in portefeuille heeft van ten minste zes verschillende uitgiften en de effecten van eenzelfde uitgifte niet meer dan 30% van het totale bedrag uitmaken. (g) De in (a) vastgelegde begrenzing wordt voor bepaalde schuldbewijzen tot maximaal 25% verhoogd mits deze zijn uitgegeven door een kredietinstelling die haar statutaire zetel heeft in een lidstaat van de Europese Unie en die bij wet onder een speciaal publiek toezicht staat ter bescherming van de
98 houders van schuldbewijzen. Met name moeten de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, ingeval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de verlopen rente. Wanneer een subfonds meer dan 5% van zijn vermogen belegt in de in de eerste alinea bedoelde schuldeffecten en die schuldeffecten door één en dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven, mag de totale waarde van die beleggingen niet meer dan 80% van de waarde van het nettovermogen van het subfonds bedragen. De in (e) en (g) bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de in (d) bedoelde begrenzing van 40%. De in (a) tot (e) en (g) gestelde begrenzingen mogen niet worden gecumuleerd; bijgevolg mogen de beleggingen in door één en dezelfde instelling uitgegeven effecten of geldmarktinstrumenten, dan wel in deposito's bij of derivaten van die instelling, uitgevoerd overeenkomstig het gestelde in (a) tot (e) en (g), in geen geval samen meer dan 35% van het nettovermogen van een subfonds bedragen. (h) Ondernemingen die tot één groep worden gerekend voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen, overeenkomstig Richtlijn 83/349/EEG of andere erkende internationale financiële verslagleggingsregels, worden voor de berekening van de in dit punt 1.4. gestelde begrenzing als één en dezelfde instelling beschouwd. Binnen een subfonds mogen beleggingen in effecten en geldmarktinstrumenten bij één en dezelfde groep tot ten hoogste 20% van het nettovermogen worden gecumuleerd. (i) Onverminderd de onderstaande begrenzingen in 1.5 kunnen de bovenstaande begrenzingen onder (a) voor beleggingen in aandelen en/of schuldeffecten van één en dezelfde uitgevende instelling tot ten hoogste 20% worden verhoogd, wanneer het beleggingsbeleid van een subfonds erop gericht is de samenstelling van een bepaalde aandelen- of obligatie-index te volgen, mits deze index door de CSSF is erkend op de volgende gronden: -
de samenstelling van de index is voldoende gediversifieerd;
-
de index is voldoende representatief voor de markt waarop hij betrekking heeft;
-
de index wordt op passende wijze bekendgemaakt.
De in de eerste paragraaf gestelde begrenzing kan tot ten hoogste 35% worden verhoogd indien dat door uitzonderlijke marktomstandigheden gerechtvaardigd blijkt, met name op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten een sterk overheersende positie innemen. Tot die bovengrens mag slechts in de effecten van één uitgevende instelling worden belegd. (j) Een subfonds mag deelnemingsrechten van een doelfonds verwerven, op voorwaarde dat niet meer dan 20% van de waarde van het nettovermogen in één enkel doelfonds wordt belegd. Bij de berekening van deze begrenzing wordt elk subfonds van een doelfonds met verscheidene subfondsen als een afzonderlijke uitgevende instelling beschouwd, mits het beginsel van scheiding van de verbintenissen van de verschillende subfondsen jegens derden verzekerd is. De beleggingen in deelnemingsrechten van andere doelfondsen dan icbe's mogen in totaal niet meer dan 30% van het nettovermogen van een subfonds bedragen. Indien het fonds deelnemingsrechten in doelfondsen heeft verworven, behoeven de activa van die doelfondsen niet te worden gecombineerd bij de berekening van de bovenstaande in (a) tot (e) en (g) vastgestelde bovengrenzen. 1.5 (a) Het fonds mag niet zoveel aandelen met stemrecht verwerven dat het daardoor invloed van betekenis op het bestuur van een uitgevende instelling kan uitoefenen. (b) Voorts mag het fonds niet meer verwerven dan: -
10% van de aandelen zonder stemrecht van eenzelfde uitgevende instelling;
-
10% van de schuldeffecten van eenzelfde uitgevende instelling;
-
25% van de deelnemingsrechten in eenzelfde doelfonds;
-
10% van de geldmarktinstrumenten van eenzelfde uitgevende instelling.
De in het tweede, derde en vierde streepje genoemde begrenzingen behoeven niet in acht te worden genomen indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten, of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op het tijdstip van verwerving niet kan worden berekend.
99 (c) De toepassing van de paragrafen (a) en (b) vervalt met betrekking tot: -
door een lidstaat van de Europese Unie of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen uitgegeven of gegarandeerde effecten en geldmarktinstrumenten;
-
door een derde staat uitgegeven of gegarandeerde effecten en geldmarktinstrumenten;
-
effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door een publiekrechtelijke internationale instelling waarvan een of meer lidstaten van de Europese Unie deel uitmaken;
-
door een subfonds aangehouden aandelen in het kapitaal van een maatschappij van een derde land, mits (i) die maatschappij het vermogen in hoofdzaak belegt in effecten van uitgevende instellingen met statutaire zetel in dat land, (ii) een dergelijke deelneming krachtens de wetgeving van dat land voor het fonds de enige mogelijkheid is om in effecten van uitgevende instellingen van dat land te beleggen en (iii) de maatschappij van het derde land de in dit prospectus gestelde beleggingsbegrenzingen in acht neemt.
1.6 Het fonds: (a) mag geen geldleningen aangaan, behalve tot 10% van het nettovermogen van een subfonds, op tijdelijke basis. Voorts mag het fonds leningen aangaan tot 10% van het nettovermogen van een subfonds voor de verwerving van onroerende goederen die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn werkzaamheden. In dat geval mogen de leningen in totaal niet meer dan 15% van het nettovermogen van een subfonds bedragen. Dit belet het fonds echter niet om vreemde valuta's te verwerven door middel van back-to-back-leningen. (b) mag geen kredieten verstrekken of zich garant stellen voor derden. Dit belet het fonds niet om niet volgestorte effecten, geldmarktinstrumenten of andere in 1.1, (e), (g) en (h) bedoelde financiële instrumenten te verwerven. (c) mag geen effecten, geldmarktinstrumenten of andere in 1.1 (e), (g) en (h) bedoelde financiële instrumenten vanuit een ongedekte positie verkopen. 1.7 De in dit hoofdstuk gestelde begrenzingen moeten niet worden nageleefd bij de uitoefening van voorkeursrechten die verbonden zijn aan effecten of geldmarktinstrumenten die deel van het vermogen uitmaken. Mits het beginsel van risicospreiding in acht wordt genomen, mag een subfonds afwijken van de hoger in 1.4 bepaalde beleggingsbeperkingen gedurende een periode van zes maanden volgende op de datum waarop het subfonds door de toezichthoudende autoriteit is toegestaan. Indien de in de vorige paragraaf bedoelde begrenzingen buiten de wil van het fonds of ten gevolge van de uitoefening van voorkeursrechten worden overschreden, moet het fonds er bij zijn verkooptransacties bij voorrang naar streven deze overschrijding ongedaan te maken, rekening houdend met de belangen van de deelnemers. 1.8 De totale derivatenblootstelling in een subfonds mag de nettoactiva van zijn portefeuille niet overschrijden. Het risico met betrekking tot de onderliggende activa mag in totaal de in 1.4 (a) tot (e) en (g) gestelde beleggingsbegrenzingen niet overschrijden. De onderliggende beleggingen van op een index gebaseerde financiële derivaten moeten niet worden gecombineerd voor de toepassing van de in 1.4. (a) tot (e) en (g) bepaalde bovengrenzen. Wanneer een effect of een geldmarktinstrument een derivaat omvat, moet dat derivaat in aanmerking worden genomen voor de naleving van de vereisten van dit punt 1.8. 1.9 Een subfonds kan in de in 1.1 (g) beschreven instrumenten beleggen met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer of als onderdeel van zijn beleggingsstrategie. Het fonds mag geen opties op effecten of warrants kopen voor rekening van een subfonds, indien dat tot gevolg heeft dat de waarde van alle onderliggende effecten ten aanzien waarvan dat subfonds opties of warrants aanhoudt voor andere doeleinden dan risicodekking ('hedging'), meer dan 15% van de nettoinventariswaarde van dat subfonds zou vertegenwoordigen.
B.
100 AANVULLENDE BELEGGINGSBEPERKINGEN
1.1 Algemene beperking Tenzij andere beperkingen in het beleggingsbeleid van een subfonds worden vermeld, kan elk subfonds tot 10% van het vermogen aanhouden in deelnemingsrechten of aandelen van icbe's en/of icb's (zoals beschreven in het bovenstaande deel 'Meer informatie: Beleggingsbevoegdheden en -beperkingen'). 1.2 Beperkingen van toepassing op het subfonds Korea, vanaf 24 juni 2011 Equity Korea genaamd Het subfonds zal alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Koreaanse beurs ('Korea Exchange' of 'KRX') naleven met betrekking tot beleggingen door buitenlandse beleggers in effecten die zijn genoteerd op de Koreaanse beurs, met inbegrip van de regels voor aan- en verkoop van aandelen door buitenlandse beleggers, die door de KSEC op 30 september 1991 zijn goedgekeurd, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. 1.3 Beperkingen van toepassing op de subfondsen die in P-Notes beleggen Geen enkel subfonds mag meer dan 30% van zijn nettovermogen beleggen in P-Notes op basis van Chinese A-aandelen. Voor alle duidelijkheid, de subfondsen waarop de bovenstaande begrenzing op dit moment in overeenstemming met hun beleggingsbeleid van toepassing is, zijn: 'ASEAN New Markets' (vanaf 24 juni 2011 omgedoopt tot Equity ASEAN), 'Gems World', 'Emerging Internal Demand' (vanaf 24 juni 2011 omgedoopt tot Equity Emerging Internal Demand), 'Emerging Markets' (dat opgaat in Emerging World op 24 juni 2011), en 'Emerging World' (vanaf 24 juni 2011 Equity Emerging World' genaamd). 1.4 Technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten Elk subfonds mag voor een efficiënt portefeuillebeheer gebruikmaken van de volgende technieken en instrumenten, op voorwaarde dat het de in de rondzendbrief 08/356 van de CSSF bepaalde regels naleeft. a.
Opnemen en verstrekken van effectenleningen
Elk subfonds kan leningen opnemen of verstrekken, onder de volgende voorwaarden. Elk subfonds mag de effecten in zijn portefeuille aan een ontlener uitlenen, hetzij direct, hetzij via een gestandaardiseerd uitleensysteem, georganiseerd door een erkende clearing-instelling, of via een uitleensysteem, georganiseerd door een financiële instelling die zich in dit type transacties specialiseert en die onderworpen is aan regels voor prudentieel toezicht die naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig zijn aan de regels van het Gemeenschapsrecht. In het kader van dergelijke transacties moet het betreffende subfonds een zekerheid ontvangen in overeenstemming met de bepalingen van de rondzendbrief 08/356 van de CSSF. Voor deze transacties moet het subfonds een zekerheid ontvangen waarvan de waarde gedurende de looptijd van de uitleenovereenkomst ten minste gelijk is aan de totale waardering van de uitgeleende effecten. Elk subfonds moet erop toezien dat het volume van de verstrekte effectenleningen op een gepast niveau wordt gehandhaafd, of dat het het recht heeft om de uitgeleende effecten terug te vragen, zodat het subfonds te allen tijde aan zijn terugkoopverplichtingen kan voldoen en zodat deze transacties geen belemmering vormen voor het beheer van de activa van het betreffende subfonds in overeenstemming met het beleggingsbeleid. Een subfonds mag uitsluitend effectenleningen opnemen in uitzonderlijke omstandigheden, zoals: - wanneer uitgeleende effecten niet tijdig worden teruggegeven; - wanneer het subfonds om een externe reden effecten die het beloofd heeft te leveren, niet kan leveren. b.
Optionele en verplichte omgekeerde repotransacties en repotransacties i. Optionele en verplichte omgekeerde repotransacties
Het subfonds mag optionele en verplichte omgekeerde repotransacties afsluiten.
101 Deze optionele transacties bestaan uit een aankoop van effecten met een clausule die de verkoper (tegenpartij) het recht verleent om de verkochte effecten van het betreffende subfonds terug te kopen tegen een prijs en op een tijdstip die door beide partijen zijn overeengekomen bij het sluiten van de overeenkomst. Deze verplichte transacties bestaan uit een termijntransactie (forward), waarbij de verkoper (tegenpartij) op de vervaldatum verplicht is om de verkochte activa terug te kopen en het subfonds verplicht is om de in het kader van de transactie ontvangen activa terug te geven. De toegestane effecten en tegenpartijen in deze transacties moeten beantwoorden aan de bepalingen van de rondzendbrief 08/356 van de CSSF. Het subfonds moet erop toezien dat de waarde van deze transacties op een gepast niveau wordt gehandhaafd, zodat het op elk moment in staat is om zijn terugkoopverplichtingen ten opzichte van de aandeelhouders na te komen. De via een optionele of verplichte omgekeerde repotransactie aangekochte effecten moeten overeenstemmen met het beleggingsbeleid van het subfonds en moeten, samen met de andere effecten in de portefeuille van het subfonds, in totaal de beleggingsbeperkingen van het subfonds naleven. Tijdens de duur van deze transacties mag het subfonds de via deze contracten ontvangen effecten niet verkopen of als onderpand/zekerheid gebruiken, tenzij het subfonds over andere dekkingsmiddelen beschikt. ii. Optionele en verplichte repotransacties Het subfonds mag optionele en verplichte repotransacties afsluiten. Deze optionele transacties bestaan uit de verkoop van effecten met een clausule die het subfonds het recht verleent om de effecten van de aankoper (tegenpartij) terug te kopen tegen een prijs en op een tijdstip die door beide partijen zijn overeengekomen bij het sluiten van de overeenkomst. Deze verplichte transacties bestaan uit een termijntransactie (forward), waarbij het subfonds op de vervaldatum verplicht is om de verkochte activa terug te kopen en de aankoper (de tegenpartij) verplicht is om de in het kader van de transactie ontvangen activa terug te geven. De toegestane effecten en tegenpartijen in deze transacties moeten beantwoorden aan de bepalingen van de rondzendbrief 08/356 van de CSSF. Het subfonds moet erop toezien dat het op de vervaldatum van de overeenkomst over voldoende activa beschikt om het met de tegenpartij overeengekomen bedrag voor de teruggave aan het subfonds te kunnen vereffenen. Het subfonds moet ervoor zorgen dat het volume van deze transacties op een gepast niveau wordt gehandhaafd, zodat het te allen tijde in staat is om zijn terugkoopverplichtingen ten opzichte van aandeelhouders na te komen. c.
Herbelegging van als zekerheid verstrekte contanten
De herbelegging van als zekerheid verstrekte contanten moet beantwoorden aan de bepalingen van de rondzendbrief 08/356 van de CSSF. 1.5 Vóór de uitgifte verhandelde effecten en transacties met uitgestelde levering Elk subfonds kan effecten kopen vóór ze zijn uitgegeven (when-issued) en kan effecten met uitgestelde levering kopen of verkopen. Een subfonds kan dergelijke transacties, waarbij effecten worden gekocht of verkocht terwijl de betaling en levering op een later tijdstip plaatsvinden, afsluiten om zich te verzekeren van voordelige voorwaarden voor het rendement en de prijs op het ogenblik van het afsluiten van de transactie. 1.6 N/A C.
SUBFONDSEN EN AANDELEN 1.
Subfondsen
(a) In de statuten is bepaald dat de raad van bestuur voor elk subfonds op de volgende wijze een beleggingsportefeuille opbouwt:
102 (i) de opbrengst van de toewijzing en uitgifte van aandelen in elk subfonds moet onder het betreffende subfonds in de boeken van het fonds worden ingeschreven en de aan dat subfonds toerekenbare activa en passiva, baten en lasten moeten onder dat subfonds worden ingeschreven, in naleving van de bepalingen in de statuten; (ii) wanneer een belegging van een andere belegging is afgeleid, dan moet de afgeleide belegging (het derivaat) in de boeken van het fonds worden ingeschreven onder hetzelfde subfonds als de belegging waarvan het derivaat is afgeleid, en bij iedere waardering van een belegging moet de waardestijging of -daling onder het betreffende subfonds worden ingeschreven; (iii) Wanneer het fonds een verplichting aangaat die verband houdt met een belegging van een bepaald subfonds of met een handeling die is ondernomen in verband met een belegging van een bepaald subfonds, moet die verplichting worden toegerekend aan het desbetreffende subfonds; de verplichtingen moeten per subfonds van elkaar worden gescheiden, met dien verstande dat externe schuldeisers alleen aanspraak op de activa van het desbetreffende subfonds kunnen maken overeenkomstig artikel 133(5) van de wet van 2002; (iv) wanneer bepaalde activa of passiva van het fonds niet als toerekenbaar aan een welbepaald subfonds kunnen worden beschouwd, dan zullen die activa of passiva door de raad na overleg met de accountants worden toegewezen op een als eerlijk en redelijk beschouwde wijze, rekening houdend met alle relevante omstandigheden; (v) op de registratiedatum voor de bepaling van een dividend dat voor een subfonds gedeclareerd wordt, wordt de netto-inventariswaarde van dat subfonds verminderd met het bedrag van het dividend, maar altijd in naleving van de bepalingen betreffende de berekening van de transactieprijs van de uitkerings- en kapitalisatieaandelen in elk subfonds, zoals vastgelegd in de statuten. (b) Voor de waardering: (i) moeten aandelen in het subfonds waarvoor het fonds een terugkoopbevestiging heeft verzonden of waarvoor een terugkoopaanvraag is ontvangen, worden behandeld als bestaande aandelen en in aanmerking worden genomen tot onmiddellijk na de sluiting van de handel op de betreffende handelsdag, en vanaf dat moment wordt de terugkoopprijs beschouwd als een verbintenis van het fonds totdat de betaling heeft plaatsgevonden; (ii) moeten alle beleggingen, contanten en overige activa van de subfondsen, die in een andere valuta zijn uitgedrukt dan de uitdrukkingsvaluta waarin de netto-inventariswaarde van het betreffende subfonds wordt berekend, worden gewaardeerd op basis van de wisselkoers of -koersen in de markt op de datum en het tijdstip waarop de netto-inventariswaarde van de aandelen wordt bepaald; (iii)moeten in de mate van het mogelijke elke handelsdag de aan- of verkopen van effecten die het fonds die dag heeft afgesloten, worden meegerekend; en (iv)indien de raad oordeelt dat een uit te voeren conversie of terugkoop ertoe zal leiden dat een aanzienlijk deel van de activa moet worden verkocht om de nodige contanten vrij te maken, kan de waardering, naar goeddunken van de raad, op de feitelijke biedkoers van de onderliggende activa worden gebaseerd, en niet op de laatst beschikbare koers. Evenzo kan de waardering op de feitelijke laatkoers van de onderliggende activa worden gebaseerd, en niet op de laatste beschikbare koers, als een aankoop of conversie van aandelen resulteert in een aanzienlijke aankoop van activa in het fonds.
2.
Gezamenlijk beheer Om de operationele administratiekosten te beperken en om een bredere spreiding van de beleggingen mogelijk te maken, kan de raad besluiten de activa van een subfonds geheel of gedeeltelijk in gezamenlijk beheer met de activa van andere Luxemburgse instellingen voor collectieve belegging te plaatsen. In de volgende paragrafen verwijzen de woorden 'gezamenlijk beheerde entiteiten' naar een subfonds en alle entiteiten waarmee en waartussen een gegeven overeenkomst voor gezamenlijk beheer bestaat, en verwijzen de woorden 'gezamenlijk beheerde activa' naar de totale activa van deze gezamenlijk beheerde entiteiten krachtens eenzelfde overeenkomst voor gezamenlijk beheer. Krachtens de overeenkomst voor gezamenlijk beheer heeft de vermogensbeheerder het recht om, op geconsolideerde basis voor de betreffende gezamenlijk beheerde entiteiten, beslissingen te nemen aangaande aan- en verkopen van beleggingen en herschikkingen van de portefeuille die de samenstelling van de activa van het subfonds beïnvloeden. Elke gezamenlijk beheerde entiteit zal een gedeelte van de gezamenlijk beheerde activa bezitten in verhouding tot het aandeel van haar nettoactiva in de totale waarde van de gezamenlijk beheerde activa. Die evenredige eigendom zal van
103 toepassing zijn op elk van de beleggingsposities die onder gezamenlijk beheer wordt gehouden of verworven. Aankopen of verkopen van beleggingen beïnvloeden deze verhoudingen niet. Nieuwe beleggingen worden in dezelfde verhoudingen aan de gezamenlijk beheerde entiteiten toegewezen en verkochte activa worden proportioneel uit de gezamenlijk beheerde activa van elke gezamenlijk beheerde entiteit weggenomen. Bij nieuwe inschrijvingen in een van de gezamenlijk beheerde entiteiten, zullen de opbrengsten van de inschrijving worden toegewezen aan de gezamenlijk beheerde entiteit volgens de gewijzigde verhoudingen als gevolg van de toename van de nettoactiva van de gezamenlijk beheerde entiteit waarop is ingeschreven, en alle beleggingsposities zullen worden aangepast aan de gewijzigde verhoudingen door een overdracht van activa van de ene gezamenlijk beheerde entiteit naar de andere. Op dezelfde wijze worden bij terugkoop in één van de gezamenlijk beheerde entiteiten de benodigde contanten onttrokken aan de contanten van de gezamenlijk beheerde entiteiten volgens de gewijzigde verhoudingen als gevolg van de vermindering van de nettoactiva van de gezamenlijk beheerde entiteit die heeft moeten terugkopen, en alle beleggingsposities worden aan de gewijzigde verhoudingen aangepast. Aandeelhouders moeten zich ervan bewust zijn dat, tenzij de raad van bestuur van het fonds of zijn aangestelde lasthebbers bij ontstentenis specifiek ingrijpen, de overeenkomst tot gezamenlijk beheer tot gevolg kan hebben dat de samenstelling van de activa van een subfonds beïnvloed wordt door gebeurtenissen die aan andere gezamenlijk beheerde entiteiten te wijten zijn, zoals inschrijvingen en terugkopen. Bijgevolg zullen, onder overigens gelijke omstandigheden, inschrijvingen in een entiteit waarmee een subfonds gezamenlijk wordt beheerd, resulteren in een toename van de contanten van dat subfonds. Omgekeerd zullen terugkopen in een entiteit waarmee een subfonds gezamenlijk wordt beheerd, leiden tot een vermindering van de contanten van dat subfonds. Inschrijvingen en terugkopen kunnen echter worden geboekt in een specifieke rekening die buiten de regeling voor gezamenlijk beheer voor elke gezamenlijk beheerde entiteit wordt geopend en waarlangs inschrijvingen en terugkopen moeten lopen. De mogelijkheid om grote inschrijvingen en terugkopen aan deze specifieke rekeningen toe te wijzen, samen met het feit dat de raad van bestuur van het fonds of zijn aangestelde lasthebbers op elk ogenblik kunnen besluiten de deelname van een subfonds aan de overeenkomst tot gezamenlijk beheer te beëindigen, stellen het subfonds in staat herschikkingen van zijn portefeuille te vermijden wanneer het waarschijnlijk is dat dergelijke herschikkingen afbreuk zullen doen aan de belangen van het fonds en van zijn aandeelhouders. Als een wijziging van de samenstelling van de activa van het subfonds als gevolg van terugkopen of betalingen van kosten en uitgaven die eigen zijn aan een andere gezamenlijk beheerde entiteit (d.w.z. niet aan het subfonds toerekenbaar), waarschijnlijk in een overtreding van de voor dit subfonds geldende beleggingsbeperkingen zal resulteren, dan worden de betreffende activa van de overeenkomst voor gezamenlijk beheer uitgesloten voordat de wijziging wordt uitgevoerd, zodat het subfonds niet door de daarmee samenhangende aanpassingen wordt beïnvloed. Gezamenlijk beheerde activa van een subfonds worden uitsluitend gezamenlijk beheerd met activa die moeten worden belegd met inachtneming van dezelfde beleggingsdoelstellingen als de voor de gezamenlijk beheerde activa van dit subfonds geldende, om te waarborgen dat de beleggingsbeslissingen volledig met het beleggingsbeleid van het subfonds verenigbaar zijn. Gezamenlijk beheerde activa van een subfonds worden uitsluitend gezamenlijk beheerd met activa waarvoor de bewaarder ook optreedt als bewaarnemer, teneinde te waarborgen dat de bewaarder in staat is om, met betrekking tot het fonds, zijn functies en verantwoordelijkheden ingevolge de wet van 2002 inzake instellingen voor collectieve belegging volledig uit te voeren. De bewaarder moet de activa van het fonds te allen tijde gescheiden houden van de activa van andere gezamenlijk beheerde entiteiten en dient derhalve te allen tijde in staat zijn de activa van het fonds te identificeren. Aangezien het beleggingsbeleid van gezamenlijk beheerde entiteiten mogelijk niet volledig aansluit op het beleggingsbeleid van één van de subfondsen, kan het gevoerde gezamenlijke beleid restrictiever zijn dan het beleggingsbeleid van het betreffende subfonds. De raad kan op elk moment en zonder voorafgaande berichtgeving besluiten de overeenkomst voor gezamenlijk beheer te beëindigen. Aandeelhouders kunnen te allen tijde op de statutaire zetel van het fonds inlichtingen inwinnen over het percentage gezamenlijk beheerde activa en over de entiteiten waarmee op het ogenblik van hun vraag een overeenkomst tot gezamenlijk beheer bestaat. In de jaar- en halfjaarverslagen worden de samenstelling van de gezamenlijk beheerde activa en de procentuele verhoudingen vermeld. 3.
Aandelen
(a) Toewijzing van aandelen: Het fonds heeft het recht om onbeperkt en op elk moment aandelen toe te wijzen en uit te geven (en om binnen elk subfonds uitkerings- en kapitalisatieaandelen toe te wijzen en uit te geven) tegen de
104 betreffende transactieprijs per aandeel, tegen de netto-inventariswaarde die conform de statuten wordt bepaald, zonder de bestaande aandeelhouders een preferent inschrijvingsrecht toe te kennen. (b) Fracties Er kunnen ook fracties van aandelen op naam (tot op een duizendste van een aandeel) worden toegewezen en uitgegeven, als gevolg van een aankoop of een conversie van aandelen. (c) Gezamenlijke houders Indien de betrokken aandeelhouders hierom verzoeken, zal het fonds aandelen op naam in gezamenlijke eigendom registreren op de namen van maximaal vier aandeelhouders. In dergelijke gevallen moeten de aan die aandelen verbonden rechten gezamenlijk worden uitgeoefend door alle betrokken partijen op wier naam de aandelen zijn geregistreerd, tenzij zij uitdrukkelijk een of meer personen daartoe hebben aangewezen. Het geregistreerde adres is het adres van de eerste gezamenlijke houder die bij het fonds te boek staat. (d) Rechten en beperkingen van subfondsen (i) Aandelen hebben betrekking op afzonderlijke subfondsen die worden aangeduid onder verwijzing naar de met het subfonds verbonden portefeuille van in aanmerking komende effecten en andere toegestane beleggingen. Aan de aandelen van een subfonds zijn geen voorkeursrechten of voorkooprechten verbonden en de aandelen zijn vrij overdraagbaar, met uitzondering van de onderstaande gevallen. (ii) The Board may impose or relax such restrictions (other than any restrictions on transfer of Shares) as it may think necessary to ensure that Shares (whether Distribution Shares or Accumulation Shares) are not acquired or held by or on behalf of (a) any person in breach of the law or requirements of any country, governmental or regulatory authority; of (b) elke persoon onder omstandigheden die naar mening van de raad van bestuur tot gevolg zouden kunnen hebben dat voor het fonds een verplichting tot betaling van belastingen ontstaat dan wel dat het fonds enig ander geldelijk nadeel lijdt dat anders wellicht niet zou zijn ontstaan dan wel geleden. (iii) De raad van bestuur mag het bezit van aandelen beperken of voorkomen tegenover natuurlijke personen, firma's of rechtspersonen, en zonder beperking tegenover elke onderdaan van de Verenigde Staten van Amerika. Met die bedoeling mag de raad van bestuur weigeren aandelen uit te geven wanneer dit er naar zijn oordeel toe zou (kunnen) leiden dat de betreffende aandelen directe of economische eigendom zouden worden van een persoon die is uitgesloten van het houden van aandelen in het fonds. Tevens mag de raad van bestuur op elk ogenblik van een aandeelhouder wiens naam voorkomt in het aandeelhoudersregister, eisen dat de aandeelhouder informatie verschaft, bekrachtigd door een beëdigde schriftelijke verklaring, die de raad van bestuur noodzakelijk acht om te kunnen vaststellen of de economische eigendom van de aandelen van die aandeelhouder al dan niet berust bij een persoon die is uitgesloten van het houden van aandelen in het fonds. (iv) Wanneer de raad van bestuur oordeelt dat een persoon die is uitgesloten van het houden van aandelen in het fonds, hetzij alleen, hetzij samen met anderen, een geregistreerde of economisch begunstigde aandeelhouder is, kan de raad die aandelen gedwongen inkopen. 4.
Conversies De aandeelhouders hebben het recht om hun aandelenpositie geheel of gedeeltelijk te laten converteren in aandelen van een ander subfonds (of uitkeringsaandelen in kapitalisatieaandelen te converteren binnen hetzelfde subfonds) door het fonds in kennis te stellen zoals hierboven beschreven. De conversie wordt gebaseerd op de respectieve transactieprijs per aandeel van de aandelenklasse in de twee betreffende subfondsen. Het aantal aandelen van het subfonds waarin de belegger zijn bestaande aandelen wil converteren, moet door het fonds, of door de administrateur namens het fonds, worden bepaald op basis van de volgende formule: A= [B x C-(D + E) x F] / G Waarbij: A
is het aantal aandelen in het nieuwe subfonds, waar de belegger recht op heeft;
B
is het in de conversienota vermelde aantal aandelen in het oorspronkelijke subfonds, waarvoor de belegger de conversie heeft aangevraagd;
C
is de transactieprijs van een aandeel in het oorspronkelijke subfonds;
D
105 is de conversievergoeding van maximaal 1,00% van de waarde van de geconverteerde aandelen;
E
staat voor het bedrag dat, indien bij inschrijving op een reservesubfonds is afgezien van inschrijvingsvergoeding, als uitgestelde inschrijvingsvergoeding voor de betreffende aandelenklasse kan worden geheven op de waarde van aandelen die achteraf worden geconverteerd in aandelen van een aandelensubfonds of obligatiesubfonds (dus niet een ander reservesubfonds) – dit bedrag is betaalbaar aan Amundi Luxembourg, dat een gedeelte ervan kan doorstorten aan professionele adviseurs;
F
is de valutakoers, zijnde de effectieve wisselkoers voor de overdracht van activa tussen de betreffende subfondsen, na een eventueel vereiste koersaanpassing om de feitelijke transferkosten weer te geven, met dien verstande dat deze verhouding gelijk is aan 1 als het oorspronkelijke subfonds en het nieuwe subfonds in dezelfde valuta zijn uitgedrukt;
G
is de transactieprijs van een aandeel in het nieuwe subfonds.
Deze formule wordt, met de nodige aanpassingen, tevens gebruikt voor de conversie van uitkeringsaandelen in kapitalisatieaandelen en omgekeerd. 5.
Uitstel van inkopen Het fonds zal op geen enkele handelsdag verplicht zijn om meer dan 10% van het aantal op die waarderingsdag in omloop zijnde aandelen of van de activa van een subfonds in te kopen. Indien het fonds op een handelsdag terugkoopaanvragen ontvangt voor een groter bedrag en/of een groter aantal aandelen, kan het afkondigen dat die terugkopen worden uitgesteld naar een handelsdag waarop alle of bepaalde beleggingen van het subfonds zijn verkocht. Op die transactiedag zal aan deze terugkoopaanvragen bij voorrang op latere aanvragen gevolg worden gegeven.
6.
Overdracht Aandelen op naam kunnen normaal worden overgedragen door een naar behoren opgesteld overdrachtsdocument in te dienen bij de administrateur, in het geval van aandelen met certificaat vergezeld van de betreffende certifica(a)t(en) en andere voor de overdracht vereiste documenten ten genoegen van het fonds. Via Clearstream of Euroclear aangehouden aandelen aan toonder worden overgedragen door middel van een geëigende opdracht aan Clearstream of Euroclear.
7.
Verplichte inkopen – Fusie van subfondsen Het fonds kan de gedwongen terugkoop eisen van aandelen waarvan de economische eigendom, alleen of samen met anderen, berust bij een belegger die niet gerechtigd is (zijn) om aandelen van het fonds, een subfonds of een aandelenklasse te houden (bv. een US Person) of indien hun participatie ertoe kan leiden dat het fonds aan andere dan Luxemburgse belastingen onderworpen zou worden. Indien om welke reden dan ook de waarde van de activa van een subfonds of aandelenklasse daalt tot een bedrag dat door de raad van bestuur wordt beschouwd als het minimumniveau onder welk het subfonds of de aandelenklasse niet langer op een economisch efficiënte manier kan werken of indien zich in de economische of politieke toestand een aanzienlijke verandering voordoet die het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse aanbelangt en negatieve gevolgen heeft voor de beleggingen van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse of indien het productaanbod voor cliënten gerationaliseerd wordt, kan de raad van bestuur alle aandelen (maar niet slechts een deel ervan) van het subfonds of van de aandelenklasse terugkopen tegen een prijs waarin de realisatie- en liquidatiekosten zijn verrekend die naar verwachting zullen worden gemaakt bij het opheffen van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse, maar zonder terugkoopvergoeding, dan wel het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse fuseren met een ander subfonds of een andere aandelenklasse van het fonds of met een andere Luxemburgse icbe. Opheffing van een subfonds of aandelenklasse door de gedwongen terugkoop van alle aandelen of door fusie met een ander subfonds of een andere aandelenklasse van het fonds dan wel met een andere Luxemburgse icbe om andere dan de in de vorige paragraaf genoemde redenen, kan uitsluitend plaatsvinden na voorafgaande goedkeuring door de aandeelhouders van het subfonds of de aandelenklasse waarvoor de opheffing of de fusie wordt overwogen. Deze goedkeuring moet worden verleend tijdens een rechtsgeldig bijeengeroepen aandeelhoudersvergadering van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse. Op deze vergadering geldt geen quorumvereiste en kan bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde aandelen worden besloten. Een aldus door de raad besloten of door de aandeelhouders van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse goedgekeurde fusie is bindend voor de aandeelhouders van dat subfonds of
106 die aandelenklasse na een voorafgaande kennisgeving van 30 dagen. Gedurende deze periode kunnen de aandeelhouders hun aandelen zonder terugkoopvergoeding laten terugkopen. In het geval van fusie met een gemeenschappelijk beleggingsfonds ('fonds commun de placement'), is het besluit enkel bindend voor de aandeelhouders die voor de fusie hebben gestemd. Een liquidatie waartoe aldus door de raad is besloten, is bindend voor de aandeelhouders van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse zodra zij ervan in kennis gesteld zijn. De liquidatie wordt uitgevoerd tegen een prijs waarin de realisatie- en liquidatiekosten zijn verrekend die naar verwachting zullen worden gemaakt bij het opheffen van het betreffende subfonds of de betreffende aandelenklasse, maar zonder terugkoopvergoeding, De liquidatieopbrengsten die bij de afsluiting van de liquidatie van een subfonds of aandelenklasse niet door de aandeelhouders zijn opgeëist, zullen bij de Caisse de Consignation in Luxemburg worden gestort. Niet-opgeëiste opbrengsten worden na 30 jaar verbeurdverklaard. D.
WAARDERINGEN 1.
Bepaling van de netto-inventariswaarde en transactieprijzen
(a) De rapportagevaluta van het fonds is de USD. Met ingang van 22 november 2004 wordt de rapportagevaluta van het fonds gewijzigd in EUR. De jaarrekening van het fonds wordt voor ieder subfonds echter in de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds opgesteld. De nettoinventariswaarde van de aandelen van elk subfonds wordt uitgedrukt in de respectieve valuta van dat subfonds en wordt iedere transactiedag bepaald door de waarde van de aan dat subfonds toe te rekenen effecten en overige activa van het fonds samen te tellen en de aan dat subfonds toe te rekenen passiva van het fonds in mindering te brengen. Het fonds kan egalisatieregelingen toepassen. (i) De activa van het fonds worden geacht te omvatten:
alle contanten in de hand, te ontvangen of in deposito, inclusief de verlopen rente daarop;
alle opvraagbare rekeningen en wissels en alle verschuldigde bedragen (waaronder nog niet geïnde opbrengsten uit de verkoop van effecten);
alle effecten, aandelen, obligaties, schuldpapieren, opties of inschrijvingsrechten en alle andere beleggingen en effecten in eigendom van het fonds;
alle aan het fonds verschuldigde dividenden en uitkeringen, in contanten of in natura, voor zover bekend bij het fonds, met dien verstande dat het fonds de waardering kan aanpassen aan fluctuaties in de marktwaarde van effecten als gevolg van hun notering ex-dividend, ex-claim of soortgelijke handelspraktijken;
alle verlopen rente op door het fonds gehouden rentedragende effecten, voor zover de rente niet in de hoofdsom is inbegrepen;
de voorafgaande kosten (aanloopkosten) van het fonds voor zover deze niet zijn afgeschreven; en
alle overige toegestane activa van elke aard en soort, inclusief vooruitbetaalde kosten.
(ii) De waarde van de activa van het fonds zal als volgt worden bepaald:
De waarde van contanten in de hand of in deposito, discontowissels, rekeningen, opvraagbare wissels en te ontvangen vorderingen, vooruitbetaalde kosten, voornoemde aangekondigde of verlopen, maar nog niet ontvangen dividenden en rente in contanten zal volledig in aanmerking worden genomen, tenzij die bedragen waarschijnlijk niet volledig betaald of ontvangen zullen worden. In dat geval wordt de waarde ervan berekend na aftrek van een naar het oordeel van de raad van bestuur gepast bedrag om de reële waarde ervan weer te geven.
Alle effecten in portefeuille die op een officiële effectenbeurs genoteerd zijn of op een andere gereglementeerde markt worden verhandeld, worden gewaardeerd op basis van de laatst beschikbare koers op de belangrijkste markt waarop deze effecten worden verhandeld, verstrekt door een door de raad goedgekeurde dienst voor koersinformatie. Indien deze koersen niet representatief zijn voor de reële waarde, worden dergelijke effecten, alsook alle overige toegestane activa, met inbegrip van effecten die niet op een effectenbeurs genoteerd zijn of op een gereglementeerde markt worden verhandeld, gewaardeerd tegen de reële waarde waartegen deze effecten naar verwachting kunnen
107 worden verkocht, zoals te goeder trouw bepaald door en volgens de aanwijzingen van de raad van bestuur.
De swaps worden gewaardeerd tegen de netto contante waarde van de cashflows. Overeenkomstig artikel 42(1) van de wet van 2002 past het subfonds een methode toe die een accurate en onafhankelijke waardebeoordeling van OTC-derivaten mogelijk maakt;
De raad kan naar goeddunken het gebruik van andere waarderingsmethoden toestaan, indien hij oordeelt dat die een meer waarheidsgetrouwe waardering van een van de activa van de vennootschap oplevert.
(iii) De passiva van het fonds worden geacht te omvatten:
alle leningen, rekeningen en andere verschuldigde bedragen;
alle verschuldigde of verlopen administratiekosten, inclusief de kosten voor de oprichting en de registratie bij de toezichthoudende instanties, evenals vergoedingen en kosten verschuldigd aan juristen, accountants, beheerders, bewaarders, betaalkantoren, vertegenwoordigers en de centrale administrateur, de kosten van wettelijk verplichte publicaties, prospectussen, financiële verslagen en andere documenten die de aandeelhouders ter beschikking worden gesteld, vertaalkosten en in het algemeen alle andere uitgaven in verband met de administratie van het fonds;
alle bekende, al dan niet reeds verschuldigde verbintenissen, waaronder alle vervallen contractuele betalingsverplichtingen in geld of in natura, inclusief het bedrag van alle door het fonds aangekondigde dividenden waarvoor nog geen coupon is aangeboden en die daardoor onbetaald blijven, totdat deze dividenden door verjaring terug aan het fonds toekomen;
een aangepaste voorziening voor verschuldigde belastingen tot op de waarderingsdatum, alsook alle overige voorzieningen of reserves die door de raad van bestuur zijn toegestaan en goedgekeurd; en
alle overige verbintenissen van het fonds jegens derden, van elke aard.
Voor de waardering van zijn passiva mag het fonds alle regelmatige of periodieke administratieve en andere kosten in rekening brengen door een waardebepaling voor het hele jaar of een andere periode op te stellen en dit bedrag proportioneel op te splitsen in verhouding tot de fracties van die periode. (b) Wanneer het fonds aandelen aanbiedt, converteert of inkoopt, moet de bied-, conversie- of inkoopprijs per aandeel voor die aandelen gebaseerd zijn op de netto-inventariswaarde van het betreffende subfonds, gedeeld door het aantal aandelen, aangepast voor het aantal uitkerings- en kapitalisatieaandelen in het betreffende subfonds, dat naar verwachting (op grond van de op dat moment beschikbare informatie) in omloop is of geacht wordt te zijn, afgerond op twee decimalen en, behalve voor de reservesubfondsen, uitgedrukt in vier significante cijfers. (c) De transactieprijzen voor uitkerings- en kapitalisatieaandelen in elk subfonds worden normaal berekend op basis van de waardering van de netto-inventariswaarde van elk subfonds op elke transactiedag. Indien zich na een waardering een wezenlijke verandering voordoet in de notering op de markten waarop een belangrijk deel van de beleggingen van een subfonds wordt genoteerd of verhandeld, mag de raad van bestuur ter vrijwaring van de belangen van de beleggers en het fonds de eerste waardering intrekken en een nieuwe waardering uitvoeren. (d) Indien de raad van bestuur oordeelt dat een uit te voeren conversie of inkoop ertoe zal leiden dat een aanzienlijk deel van de activa moet worden verkocht om de nodige contanten vrij te maken, zal de waardering op de feitelijke biedkoers van de onderliggende activa worden gebaseerd, en niet op de laatste beschikbare koers. Evenzo kan de waardering op de feitelijke laatkoers van de onderliggende activa worden gebaseerd, en niet op de laatste beschikbare koers, als een aankoop of conversie van aandelen resulteert in een aanzienlijke aankoop van activa in het fonds. (e) Naast de transactieprijs voor de aandelen, die op de hoger uiteengezette wijze wordt berekend, kan het fonds de inschrijvers een inschrijvingsvergoeding aanrekenen, zoals beschreven in hoofdstuk XII en in 'Bijlage I: Aandelenklassen'. 2.
Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en de uitgifte, conversie en inkoop van aandelen
Het fonds kan een tijdelijke opschorting afkondigen van de berekening van de netto-inventariswaarde van een subfonds en de uitgifte en terugkoop van aandelen van alle of bepaalde subfondsen, alsook het recht om aandelen van het ene subfonds te converteren in aandelen van een ander subfonds:
108 (a) gedurende elke periode waarin een markt of effectenbeurs die de voornaamste markt of beurs is waarop een belangrijk gedeelte van de beleggingen van het fonds of van het betreffende subfonds op dat ogenblik zijn genoteerd, om andere redenen dan gewone feestdagen gesloten is of waarin de handel wordt beperkt of opgeschort; of (b) in een situatie die naar het oordeel van de raad van bestuur een noodtoestand is, waardoor de verkoop of de waardering van de aan het betreffende subfonds toewijsbare beleggingen niet uitvoerbaar is; of (c) bij het uitvallen van of een storing in de communicatiemiddelen die normaal worden gebruikt om de prijs van aan het betreffende subfonds toewijsbare beleggingen of de huidige koers of waarde op een markt of effectenbeurs te bepalen; of (d) gedurende een periode waarin de overboeking van gelden die nodig (kunnen ) zijn voor de tegeldemaking van of betaling voor beleggingen van het fonds, niet mogelijk is; of (e) in het geval van een besluit tot liquidatie van het fonds of een subfonds, op of na de dag van publicatie van de eerste oproeping tot de algemene aandeelhoudersvergadering die daartoe wordt bijeengeroepen, of van de in de statuten bepaalde bekendmaking. De raad van bestuur moet de uitgifte en terugkoop van aandelen onmiddellijk opschorten zodra zich een gebeurtenis voordoet die aanleiding geeft tot de liquidatie van het fonds of op bevel van de Luxemburgse toezichthoudende instantie. Aandeelhouders die de conversie of terugkoop van hun aandelen hebben aangevraagd, worden binnen zeven dagen na hun aanvraag van een dergelijke opschorting in kennis gesteld en worden onmiddellijk na de beëindiging van de opschorting verwittigd. De opschorting van een subfonds heeft geen gevolgen voor de berekening van de netto-inventariswaarde en de uitgifte, terugkoop of conversie van de aandelen van een ander subfonds. Opschortingen worden gepubliceerd in de dagbladen waarin de aandelenprijzen van het fonds gewoonlijk worden gepubliceerd, als de raad van mening is dat de opschorting waarschijnlijk langer dan een week zal duren. E.
ALGEMEEN
De handel in aandelen op de Luxemburgse effectenbeurs verloopt in overeenstemming met het reglement van de Luxemburgse effectenbeurs en tegen betaling van de normale makelaarslonen. Personen die hun aandelen willen verkopen via een makelaar, moeten de makelaar de eventuele certificaten van de te verkopen aandelen bezorgen, in het geval van aandelen met certificaat, samen met een ondertekende opdracht tot overdracht van aandelen, die verkrijgbaar is bij de administrateur.
Klachten met betrekking tot de werking van het fonds moeten schriftelijk worden gericht aan het fonds of de administrateur, die de klachten aan de raad van bestuur doorgeven.
XXI.
DOCUMENTEN TER INZAGE
De volgende documenten liggen ter inzage ten kantore van het fonds:
de statuten;
de wijzigingsakte;
het laatste gecontroleerde jaarverslag en halfjaarverslag van het fonds;
de bewaarnemingovereenkomst tussen CACEIS Bank Luxembourg (voorheen 'Crédit Agricole Investor Services Bank Luxembourg') en het fonds;
de administratieovereenkomst tussen CACEIS Bank Luxembourg (voorheen 'Crédit Agricole Investor Services Bank Luxembourg') en het fonds;
de beleggingsadviesovereenkomsten tussen het fonds en de vermogensbeheerders;
de overeenkomsten voor gezamenlijk beheer tussen het fonds en de vermogensbeheerders.
De bovengenoemde overeenkomsten kunnen in onderlinge overeenstemming tussen de betrokken partijen gewijzigd worden. Een exemplaar van het actuele prospectus, het vereenvoudigde prospectus, de respectieve specifieke bepalingen met betrekking tot Hongkong, Frankrijk, Zwitserland en andere landen, een exemplaar van de statuten, van het
109 recentste jaar- en halfjaarverslag en, indien vereist door de lokale instanties, vertalingen van deze documenten in de taal van het respectieve land, zijn, zodra ze beschikbaar zijn, gratis verkrijgbaar op de statutaire zetel van het fonds en ten kantore van de vertegenwoordiger van het fonds in het land of de landen in kwestie.
110
BIJLAGE I: AANDELENKLASSEN 1. Aandelenklassen In deze tabel worden de kenmerken van elke aandelenklasse nader beschreven. Benaming Aandelenklassen Categorie I-klassen IC-klasse IC
Beleggers
institutionele beleggers die voor eigen rekening of voor particulieren beleggen in het kader van een collectieve spaarregeling of soortgelijke regeling, alsook ICBE's
Specifieke kenmerken
Uitgedrukt in CHF
IE-klasse
IE
IG-klasse
IG
IJ-klasse
IJ
IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV
IU I (2)
Japanse ICB's
I (4)
Japanse ICB's
Verschil met klasse I (2): alleen kapitalisatieaandel en
Klasse IE-D
IE-D
Institutionele beleggers
Uitgedrukt in EUR
1
Belasting
0,01% per jaar
Uitgedrukt in EUR
Uitgedrukt in GBP
Uitgedrukt in JPY
Uitgedrukt in USD -
0,01% per jaar 0,01% per jaar
0,01% per
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Uitkering / Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
Inkoopvergo eding
Equivalent in CHF van USD 500.000,Equivalent in EUR van USD 500.000,Equivalent in GBP van USD 500.000,Equivalent in JPY van USD 500.000,500.000 USD 50.000 USD
Uitkering
Max. 5,00%
Max. 1,00%
-
50.000 USD
Kapitalisatie
Max. 5,00%
Max. 1,00%
-
1.000.000 USD
Uitkering
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
elk minimumbeleggingsbedrag moet worden gewaardeerd op het niveau van de betreffende categorie van klassen, onafhankelijk van subfonds(en), tenzij in de tabel iets anders vermeld staat. Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde. 3 Er wordt geen conversievergoeding aangerekend voor een verandering van aandelenklasse of categorie binnen eenzelfde subfonds. 2
111
Benaming Klasse Institutional VI
I (6)
XE-klasse
XE
institutionele beleggers die uitdrukkelijk door de raad van bestuur zijn gemachtigd
Institutionele beleggers
Klasse XU
XU
Klasse Institutional VIII
Class I (8)
Specifieke institutionele belegger
Klasse Institutional IX
I (9)
Klasse IHC
IHC
Japanse ICB's die specifiek door de raad van bestuur zijn gemachtigd. Institutionele beleggers
4
Specifieke kenmerken
Beleggers -
Uitgedrukt in EUR Specifieke vergoedingenstruct uur Uitgedrukt in USD Specifieke vergoedingenstruct uur Specifieke vergoedingenstruct uur
Belasting jaar 0,01% per jaar
-
0,01% per jaar
30.000.000 USD behalve Emerging Markets USD 100.000.0004
Uitkering / Kapitalisatie Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
Max. 0,50%
Max. 1,00%
Max. 1,00%
4
0,01% per jaar
0,01% per jaar - basisvaluta (CHF) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is de NIW
Minimumbelegg 1 ing
0,01% per jaar
100.000.000 USD, behalve Emerging World 30.000.000 USD Emerging Markets 10.000.000 USD 50.000 USD
Equivalent in CHF van USD 500.000,-
Uitkering / Kapitalisatie
Max. 5,00%
Max. 1,00%
-
Kapitalisatie
Max. 5,00%
Max. 1,00%
-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Deze minimumbelegging moet afzonderlijk worden beschouwd in het geval van één institutionele belegger of gezamenlijk voor ondernemingen van dezelfde groep, die voor 100% toebehoren aan dezelfde moedermaatschappij en die voor eigen rekening beleggen. 2 Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
112
Benaming
Beleggers
Klasse IHE
IHE
Institutionele beleggers
Klasse Institutional XI
I (11)
Institutionele beleggers
2
Specifieke kenmerken in CHF te hedgen ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is de NIW in EUR te hedgen ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) - specifieke vereffening - Er kan enkel in bedragen worden ingeschreven, niet in aantal aandelen.
Belasting
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
0,01% per jaar
Equivalent in EUR van USD 500.000,-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
0,01% per jaar
1.000.000 EUR voor de initiële inschrijving. Dit specifieke beleggingsbedrag geldt zowel op het niveau van de aandelenklasse als op het niveau van het subfonds. Voor alle duidelijkheid: een belegging in de klasse I (11) moet onafhankelijk worden beschouwd van een belegging in een ander subfonds, ook als dit een belegging in de klasse I (11)
Kapitalisatie
Max. 1,00%
Conversie van of naar deze aandelenklass e is niet toegestaan.
-
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
113
Benaming Klasse IHG0
Klasse IHG
IHS-Klasse
2
IHG0
IHG
IHS
Beleggers institutionele beleggers die uitdrukkelijk door de raad van bestuur zijn gemachtigd
Institutionele beleggers
Institutionele beleggers
Specifieke kenmerken
- basisvaluta (GBP) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is de NIW in GBP te hedgen ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) Verschil met klasse I: - basisvaluta (GBP) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is de NIW in GBP te hedgen ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) Verschil met klasse I: - basisvaluta (SGD) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in SGD ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta
Belasting 0,01% per jaar
Minimumbelegg 1 ing is. Equivalent in GBP van USD 500.000,-
0,01% per jaar
Equivalent in GBP van USD 500.000,-
0,01% per jaar
Equivalent in SGD van USD 500.000,-
Uitkering / Kapitalisatie Uitkering
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Kapitalisatie/ Uitkering
Kapitalisatie.
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
114
Benaming
Beleggers
Klasse IHU
IHU
Institutionele beleggers
Klasse IU-C
IU-C
Institutionele beleggers
Categorie M-klassen MC-klasse MC Klasse ME ME MG-klasse MG MJ-klasse MJ
MU-klasse 2
MU
Italiaanse GPF (algemeen fonds voor sociale voorzieningen) en ICBE, ICB's of door de raad van bestuur geautoriseerde mandaten
Specifieke kenmerken van het betreffende subfonds) Verschil met klasse I: - basisvaluta (USD) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in USD ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) Verschil met klasse I: basisvaluta (USD) Uitgedrukt in CHF Uitgedrukt in EUR Uitgedrukt in GBP Uitgedrukt in JPY
Belasting
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
0,01% per jaar
500.000 USD
Kapitalisatie.
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
0,01% per jaar
500.000 USD
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
0,01% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
Uitgedrukt in USD
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
115
Benaming MHE-klasse
Klasse MHJ
MHE
Beleggers Italiaanse GPF (algemeen fonds voor sociale voorzieningen) en ICBE, ICB's of door de raad van bestuur geautoriseerde mandaten
MHJ
Categorie O-klassen OC-klasse OC
Institutionele beleggers die uitdrukkelijk door de raad van bestuur zijn gemachtigd
Specifieke kenmerken - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) - basisvaluta (JPY) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in JPY ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) Uitgedrukt in CHF
Klasse OE
OE
OG-klasse
OG
Uitgedrukt in GBP
OJ-klasse
OJ
Uitgedrukt in JPY
OU-klasse
OU
Uitgedrukt in USD
2
Uitgedrukt in EUR
Belasting
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
0,01% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
0,01% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 2,50%
Max. 1,00%
-
0,01%% per jaar
Equivalent in CHF van USD 500.000,Equivalent in EUR van USD 500.000,Equivalent in GBP van USD 500.000,Equivalent in JPY van USD 500.000,500.000 USD
Kapitalisatie
Max. 5,00%
Max. 1,00%
Inkoopvergo eding
-
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Die vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken aandelenklasse van het subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding afgehouden voor de combinaties van terugkopen en intekeningen uitgevoerd op grond van dezelfde netto-inventariswaarde.
116
Benaming OHE-klasse
OHE
O1-klasse
O1
Beleggers
Institutionele beleggers die uitdrukkelijk door de raad van bestuur zijn gemachtigd Verschil met OU: specifieke vergoedingenstructuur
Categorie A-klassen AC-klasse AC AE-klasse AE AG-klasse AG AJ-klasse AJ AU-klasse AU Klasse AHC AHC
Alle beleggers
Klasse AHE
alle beleggers
2
AHE
alle beleggers
Specifieke kenmerken - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het subfonds) Uitgedrukt in USD
Uitgedrukt in CHF Uitgedrukt in EUR Uitgedrukt in GBP Uitgedrukt in JPY Uitgedrukt in USD - basisvaluta (CHF) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in CHF ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het desbetreffende subfonds) - basisvaluta
Belasting
0,01% per jaar
Minimumbelegg 1 ing Equivalent in EUR van USD 500.000,-
Uitkering / Kapitalisatie
500.000 USD
Kapitalisatie
0,05% per jaar
-
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
Max. 5,00%
Max. 1,00%
-
Max. 4,50%
Max. 1,00%
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 4,50%
Max. 1,00%
-
0,05% per
-
Kapitalisatie
Max. 4,50%
Max. 1,00%
-
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
117
Benaming
Beleggers
Klasse AHG
AHG
alle beleggers
Klasse AHK
AHK
Alle beleggers
2
Specifieke kenmerken (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) - basisvaluta (GBP) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is de NIW te hedgen in GBP ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) - basisvaluta (CZK) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in CZK ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende
Belasting
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
-
jaar
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie/ Uitkering
Max. 4,50%
Max. 1,00%
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 4,50%
Max. 1,00%
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
118
Benaming
Beleggers
Klasse AHU
AHU
alle beleggers
Klasse AU-C
AU-C
alle beleggers
Categorie S-klassen SC-klasse SC Klasse SE SE SG-klasse SG SJ-klasse SJ SU-klasse SU SHE-klasse SHE alle beleggers Aandelen uitsluitend verkrijgbaar via een netwerk van uitdrukkelijk door de raad gemachtigde distributeurs
2
Specifieke kenmerken subfonds) - basisvaluta (USD) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in USD ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) Verschil met klasse AU: - uitsluitend kapitalisatieaandel en
Uitgedrukt in CHF Uitgedrukt in EUR Uitgedrukt in GBP Uitgedrukt in JPY Uitgedrukt in USD - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het
Belasting
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 4,50%
Max. 1,00%
-
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 4,50%
Max. 1,00%
-
0,05% per jaar
0,05% per jaar
-
-
Kapitalisatie
Kapitalisatie
Max. 3,00%
Max. 3,00%
Max. 1,00%
Max. 1,00%
-
-
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
119
Benaming
Klasse SHE-MD
Beleggers
SHE-MD
Specifieke kenmerken betreffende subfonds) - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) - maandelijkse dividenduitkering
Belasting
0,05% per jaar
Minimumbelegg 1 ing
Uitkering / Kapitalisatie
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
-
Uitkering
Max. 3,00%
Max. 1,00%
-
Categorie klassieke H-klassen Klasse Classic H Class H
alle beleggers
Aandelen uitsluitend verkrijgbaar via een netwerk van uitdrukkelijk door de raad gemachtigde distributeurs Verschil met klasse S: verminderde inschrijvingsvergo eding
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
Max. 1,00%
Max. 1,00%
-
Categorie F-klassen Klasse FC FC Klasse FE FE Klasse FG FG FJ-klasse FJ FU-klasse FU FHE-klasse FHE
alle beleggers Aandelen uitsluitend verkrijgbaar via een netwerk van uitdrukkelijk door de raad gemachtigde distributeurs
Uitgedrukt in CHF Uitgedrukt in EUR Uitgedrukt in GBP Uitgedrukt in JPY Uitgedrukt in USD - basisvaluta
0,05% per jaar
-
Kapitalisatie
-
-
-
2
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Deze vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken klasse van aandelen van het Braziliaanse subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding ingehouden voor combinaties van terugkoop en inschrijving uitgevoerd tegen dezelfde netto-inventariswaarde.
120
Benaming
Beleggers Verschil met klasse S: Distributievergoedingen
Klasse FHE-MD
2
FHE-MD
Specifieke kenmerken (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) - basisvaluta (EUR) - gehedgede aandelenklasse (het doel van deze operatie is het hedgen van de NIW in EUR ten opzichte van de uitdrukkingsvaluta van het betreffende subfonds) - maandelijkse dividenduitkering
Belasting
0,05% p.j.
Minimumbelegg 1 ing
-
Uitkering / Kapitalisatie
Uitkering
Inschrijvingsve 2 rgoeding
Omzettingsv 3 ergoeding
Inkoopvergo eding
-
-
-
Alle inschrijvings- en conversievergoedingen houden een vaste vergoeding in van 0,90% voor de inschrijving op/conversie in aandelen van de klassen IU, XU, MU, AU, AE, SU, OU en FU voor het Braziliaanse subfonds. Die vaste vergoeding wordt toegevoegd aan de betrokken aandelenklasse van het subfonds. Er wordt geen vaste vergoeding afgehouden voor de combinaties van terugkopen en intekeningen uitgevoerd op grond van dezelfde netto-inventariswaarde.
121
2. Uitgegeven aandelenklasse, per subfonds In deze tabel worden de uitdrukkingsvaluta, de andere NIW-valuta's, de aandelenklassen, de beheervergoedingen en de administratievergoedingen van elk subfonds nader beschreven. De in percentage van de NIW uitgedrukte beheervergoedingen zijn per kwartaal verschuldigd aan Amundi Luxembourg en worden dagelijks tegen de in de tabel vermelde jaartarieven voor elk subfonds berekend op basis van de dagelijkse NIW van elke aandelenklasse. De administratievergoeding, die alle administratieve uitgaven van het fonds omvat, wordt maandelijks achteraf betaald aan Amundi Luxembourg, onder de in het deel 'Jaarlijkse kosten' beschreven voorwaarden en tegen de in de tabel vermelde tarieven. Alle subfondsen en aandelenklassen die in deze tabel worden vermeld, bestaan op het tijdstip van de uitgifte van het prospectus. Deze lijst kan van tijd tot tijd worden bijgewerkt. Een exemplaar is op verzoek kosteloos verkrijgbaar op de statutaire zetel van het fonds.
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Andere NIW-valuta's
Klassen van aandelen
Maximale beheervergoedingen
Maximale administratievergoedingen
-
-
Maximale Uitkering vergoedingen
AANDELENSUBFONDSEN Wereldwijd/regio's/landen 6 Equity Euroland Value
7
Equity Global Alpha *
6
EUR
USD
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD CZK EUR/USD EUR/USD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse AHK-klasse SE-klasse FE-klasse Klasse IU MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Euroland Value.
0.80% 0.70% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 0.70% 0.70% / 1.40% 1.40% 1.80% 1.80%
0.25% 0.35% 0.25% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.35% 0.25% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35%
-
/ / / / / / 1.00% / / / / / / 1.00%
122
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Equity Japan CoreAlpha
9
8
JPY
Equity Japan Target
JPY
Equity US Concentrated 10 Core
USD
7
Andere NIW-valuta's JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD EUR EUR JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD EUR EUR JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR EUR USD/EUR USD/EUR EUR
Klassen van aandelen -
IJ-klasse IHE-klasse MJ-klasse MHE-klasse AJ-klasse AE-klasse AHE-klasse SJ-klasse SHE-klasse FJ-klasse FHE-klasse IJ-klasse MJ-klasse OJ-klasse AJ-klasse AE-klasse AHE-klasse SJ-klasse FJ-klasse FHE-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse FU-klasse FHE-klasse
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Global. Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Japan CoreAlpha. 9 Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Japan Target. 8
Maximale beheervergoedingen - 0.75% - 0.75% - 0.75% - 0.75% - 1.50% - 1.50% - 1.50% - 2.00% - 2.00% - 2.00% - 2.00% - 0.80% - 0.80% - / - 1.80% - 1.80% - 1.80% - 2.20% - 2.20% - 2.20% - 0.80% - 0.80% - 0.80% - 0.80% - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 2.10%
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.25% - 0.25% - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00%
123
AMUNDI FUNDS Equity US Growth
11
Uitdrukkingsvaluta USD
Equity US Multi 12 Strategies
USD
Equity US Relative 13 Value
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR
Klassen van aandelen -
IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse FU-klasse FHE-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse OHE-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse SHE-klasse FU-klasse FHE-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse OHE-klasse
10
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Concentrated Core.
11
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Mid Cap Growth.
12
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Multi Strategies
13
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities US Relative Value.
Maximale beheervergoedingen - 0.80% - 0.80% - 0.80% - 0.80% - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 2.10% - 0.70% - 0.70% - 0.70% - 0.70% - / - / - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 2.10% - 2.10% - 0.70% - 0.70% - 0.70% - 0.70% - / - /
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.25%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - /
124
AMUNDI FUNDS
Euro Quant
14
Gems Europe
Uitdrukkingsvaluta
EUR
15
EUR
Gems World
Global Equities
USD
16
USD
14
Dit subfonds zal opgaan in Select Euro op 24 juni 2011.
15
Dit subfonds zal opgaan in Select Europe op 24 juni 2011.
Andere NIW-valuta's USD/EUR EUR EUR CZK USD/EUR EUR USD/EUR EUR EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR
Klassen van aandelen -
AU-klasse AE-klasse AHE-klasse AHK-klasse SU-klasse SHE-klasse FU-klasse FHE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse SU-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SE-klasse FU-klasse
Maximale beheervergoedingen - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 2.10% - 2.10% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 0.70% - 0.60% - / - 1.40% - 1.40% - 1.80% - 1.80% - 1.80%
Maximale administratievergoedingen - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.35% - 0.35% - 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00%
125
AMUNDI FUNDS Japan Value
17
Minimum Variance 19 Europe
Select Euro
20
Select Europe
Uitdrukkingsvaluta JPY
EUR
EUR
21
EUR
Andere NIW-valuta's JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD EUR JPY/EUR/USD JPY/EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
16
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Global Select vanaf 24 juni 2011.
17
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Japan Value vanaf 24 juni 2011.
18
Deze aandelenklasse zal beschikbaar zijn vanaf 24 juni 2011.
19
Dit subfonds zal opgaan in Structura Minimum Variance Europe op 13 mei 2011.
20
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Euro vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen -
IJ-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional VIII Klasse Institutional IX MJ-klasse 18 MHE-klasse AJ-klasse AE-klasse SJ-klasse FJ-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
Maximale beheervergoedingen - 0.80% - 0.45% - 0.45% - 0.30% - 0.70% - 0.70% - 1.50% - 1.50% - 1.90% - 1.90% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 1.70% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 1.70%
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.25% - 0.10% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - 1.00%
126
AMUNDI FUNDS Switzerland
22
US Innovative 23 Companies
Uitdrukkingsvaluta CHF
USD
Kleinere ondernemingen/thematisch Equity Euroland Small EUR 24 Cap
Equity Global Gold 25 Mines
USD
Equity Global Luxury 26 and Lifestyle
USD
CHF/EUR/USD CHF/EUR/USD CHF/EUR/USD CHF/EUR/USD CHF/EUR/USD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR
-
IC-klasse MC-klasse OC-klasse AC-klasse SC-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse SU-klasse
Maximale beheervergoedingen - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70% - 0.65% - 0.55% - / - 1.30% - 1.70%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse
-
Andere NIW-valuta's
21
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Europe Select vanaf 24 juni 2011.
22
Dit subfonds zal opgaan in Select Europe op 24 juni 2011.
23
Dit subfonds zal opgaan in Global Equities op 24 juni 2011.
24 25
Klassen van aandelen
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Euroland Small Cap. Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Gold Mines.
0.80% 0.70% / 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.80% /
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.35% - 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / /
-
-
0.25% 0.35% 0.25% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.35% 0.25% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.35% 0.25%
/ / / / / 1.00% / / / / / / 1.00% / / /
127
AMUNDI FUNDS
Europe Smaller 27 Companies
EUR
Global Agriculture
Global Finance
28
29
Global Resources
Uitdrukkingsvaluta
USD
USD
30
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP
26
Klassen van aandelen -
AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AHE-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SE-klasse IU-klasse MU-klasse
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Luxury and Lifestyle.
27
Dit subfonds zal opgaan in Equity Euroland Small Cap op 24 juni 2011.
28
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Global Agriculture vanaf 24 juni 2011.
29
Dit subfonds zal opgaan in Global Equities op 24 juni 2011.
30
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Global Resources vanaf 24 juni 2011.
Maximale beheervergoedingen - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 0.80% - 0.70% - / - 1.60% - 2.00% - 0.90% - 0.90% - 0.80% - / - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 0.80% - 0.70% - / - 1.60% - 1.60% - 2.00% - 2.00% - 0.90% - 0.80%
Maximale administratievergoedingen - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.45% - 0.45% - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.45% - 0.45% - 0.45% - 0.45% - 0.25% - 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - /
128
AMUNDI FUNDS
Restructuring Equities
US Opportunities
Uitdrukkingsvaluta
31
32
Azië/opkomende markten 35 ASEAN New Markets
EUR
USD
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR EUR EUR EUR EUR EUR USD/EUR GBP USD/EUR USD/EUR EUR GBP USD/EUR USD/EUR
-
OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IU-klasse 33 IHG-klasse MU-klasse AU-klasse AE-klasse 34 AHG-klasse SU-klasse FU-klasse
USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD
-
IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV XU-klasse Klasse Institutional IX MU-klasse OU-klasse AU-klasse
31
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Europe Restructuring vanaf 24 juni 2011.
32
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity US Opportunities vanaf 24 juni 2011.
33
Deze aandelenklasse zal beschikbaar zijn vanaf 24 juni 2011.
34
Deze aandelenklasse zal beschikbaar zijn vanaf 24 juni 2011.
Maximale beheervergoedingen - / - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 0.80% - 0.70% - / - 1.70% - 2.10% - 2.10% - 0.90% - 0.90% - 0.80% - 1.70% - 1.70% - 1.70% - 2.10% - 2.10%
Klassen van aandelen
-
0.90% 0.45% 0.45% 0.60% 0.37% 0.80% / 1.70%
-
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.35% - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.25% - 0.25% - 0.35% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40% - 0.40%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - 1.00%
0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.33% 0.50% 0.40% 0.50%
-
/ / / / / / / /
129
AMUNDI FUNDS
Asia Pacific 36 Renaissance
Asian Growth
Uitdrukkingsvaluta
USD
37
USD
38
USD
Brazil
Emerging Europe
39
EUR
EUR USD/EUR/SGD USD/EUR/SGD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR
-
AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse SU-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.60% 0.80% / 1.60% 2.00%
USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IE-klasse XE-klasse ME-klasse
-
0.90% 0.60% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.60% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.60% 0.80%
Andere NIW-valuta's
35
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity ASEAN vanaf 24 juni 2011.
36
Dit subfonds zal opgaan in Asian Growth op 24 juni 2011.
37
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Asia ex Japan vanaf 24 juni 2011.
38
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Brazil vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen
-
Maximale administratievergoedingen 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - /
-
0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.50%
-
/ / / / / / / 1.00% / / / / / / / 1.00% / / /
130
AMUNDI FUNDS
Emerging Internal 40 Demand
Emerging Markets
42
Emerging World
Uitdrukkingsvaluta
USD
41
USD
USD
Andere NIW-valuta's EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP
Maximale beheervergoedingen
Klassen van aandelen -
OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse SE-klasse FU-klasse IU-klasse XU-klasse Klasse Institutional VIII MU-klasse AU-klasse SU-klasse IU-klasse XU-klasse Klasse Institutional VIII MU-klasse OU-klasse O1-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse
39
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Emerging Europe vanaf 24 juni 2011.
40
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Emerging Internal Demand vanaf 24 juni 2011.
41
Dit subfonds zal opgaan in Emerging World op 24 juni 2011.
-
/ 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.60% 0.80% / 1.70% 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 2.10% 1.00% 0.80% 0.80% 0.90% 1.60% 2.00% 0.90% 0.60% 1.00% 0.80% / / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10%
-
Maximale administratievergoedingen 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.25% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.25% 0.50% 0.40% 0.20% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00%
131
AMUNDI FUNDS Equity Asia Pacific ex43 Japan
Equity MENA
Greater China
44
45
Uitdrukkingsvaluta USD
USD
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP
Klassen van aandelen -
IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse OHE-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse SHE-klasse FU-klasse FHE-klasse IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV XU-klasse Klasse Institutional IX MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse
42
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Emerging World vanaf 24 juni 2011.
43
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities Asia Pac Dual Strategies. Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Equities MENA.
44
-
Maximale beheervergoedingen 0.90% 0.90% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% / / 1.70% 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 2.10% 2.10% 0.90% 0.45% 0.45% 0.60% 0.37% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10%
-
Maximale administratievergoedingen 0.40% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.40% 0.50% 0.50% 0.40% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.33% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - /
132
AMUNDI FUNDS
India
46
India Infrastructure
Korea
48
Uitdrukkingsvaluta
USD
47
USD
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR/GBP USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR EUR
45
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Greater China vanaf 24 juni 2011.
46
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity India vanaf 24 juni 2011.
47
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity India Infrastructure vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen -
FU-klasse IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV XU-klasse Klasse Institutional IX MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse Klasse Institutional II Klasse Institutional IV XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 2.10% 0.90% 0.45% 0.45% 0.60% 0.37% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.45% 0.45% 0.60% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 1.00% 0.45% 0.45% 0.65% 0.90% / 1.70% 1.70%
-
Maximale administratievergoedingen 0.50% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.33% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50%
Maximale Uitkering vergoedingen - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - /
133
AMUNDI FUNDS
Latin America Equities 49
Thailand
50
Uitdrukkingsvaluta
USD
USD
Maatschappelijk verantwoorde beleggingen 51 EUR Aqua Global
Clean Planet
52
EUR
USD/JPY/EUR USD/JPY/EUR USD/EUR/JPY/GBP USD/EUR/JPY/GBP USD/EUR/JPY/GBP USD/EUR/JPY/GBP USD/EUR/JPY/GBP EUR USD/EUR/JPY/GBP EUR USD/EUR/JPY/GBP
-
SU-klasse FU-klasse IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SE-klasse FU-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 2.10% 2.10% 0.90% 0.60% 0.80% / 1.70% 1.70% 2.10% 2.10% 2.10%
USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR
-
IU-klasse XU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse SU-klasse
-
1.00% 0.65% 0.90% / 1.60% 2.00%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse Klasse Institutional VI ME-klasse
-
0.90% 0.80% / 1.70% 2.10% 2.10% 0.90% 0.50% 0.80%
Andere NIW-valuta's
48
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Korea vanaf 24 juni 2011.
49
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Latin America vanaf 24 juni 2011.
50
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Thailand vanaf 24 juni 2011.
51
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Global Aqua vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen
-
Maximale administratievergoedingen 0.50% 0.50% 0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - 1.00% - / - / - / - / - / - / - / - / - 1.00%
-
0.40% 0.25% 0.50% 0.40% 0.50% 0.50%
-
/ / / / / /
-
-
/ / / / / 1.00% / / /
0.25% 0.35% 0.25% 0.40% 0.40% 0.40% 0.25% 0.25% 0.35%
134
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Andere NIW-valuta's
Maximale beheervergoedingen
Klassen van aandelen -
/ 1.70% 2.10% 2.10%
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.40% - 0.40% - 0.40%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - 1.00%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse Klasse IHU ME-klasse OE-klasse AE-klasse Klasse AHU SE-klasse FE-klasse
-
0.55% 0.45% / 1.20% 1.40% 1.40% 0.55% 0.55% 0.45% / 1.20% 1.20% 1.40% 1.40%
-
0.20% 0.35% 0.20% 0.35% 0.35% 0.35% 0.20% 0.20% 0.35% 0.20% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35%
-
/ / / / / 0.40% / / / / / / / 0.40%
USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR
-
IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse
-
0.45% 0.40% / 0.80% 0.80% 1.00% 1.00%
-
0.20% 0.30% 0.20% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35%
-
/ / / / / / 0.40%
OBLIGATIESUBFONDSEN Converteerbare obligaties 53 Convertible Europe
Global Convertible 54 Bond
Internationale obligaties 55 Global Corporate Bond
EUR
EUR
USD
52
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Equity Global Clean Planet vanaf 24 juni 2011.
53
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Europe Convertible
54
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Convertible Global vanaf 24 juni 2011.
55
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Global Corporate vanaf 24 juni 2011.
135
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Obligaties in EUR 56 Bond Euro Aggregate
57
EUR
Bond Euro Govies
58
EUR
Euro Bond
Euro Corporate Bond
56
EUR
59
EUR
Andere NIW-valuta's EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
Klasse IE Klasse Institutional II ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse Klasse Institutional II ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse Klasse Institutional II ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Euro Aggregate.
57
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Euro.
58
Dit subfonds zal opgaan in Bond Euro Aggregate op 24 juni 2011.
59
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Euro Corporate op 24 juni 2011.
Maximale beheervergoedingen
Klassen van aandelen -
0.45% 0.30% 0.40% / 0.80% 1.00% 1.00% 0.40% 0.30% / 0.80% 1.00% 1.00% 0.45% 0.30% 0.40% / 0.80% 1.00% 1.00% 0.45% 0.30% 0.40% / 0.80% 1.00% 1.00%
Maximale administratievergoedingen -
0.10% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30%
Maximale Uitkering vergoedingen -
/ / / / / / 0.20% / / / / / 0.20% / / / / / / 0.20% / / / / / / 0.20%
136
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Euro Govies
Euro Inflation Bond
EUR
60
Specifieke obligaties 61 Euro Select Bond
Hoogrentende obligaties Euro High Yield 62 Bond
EUR
EUR
EUR
Internationale obligaties en schuldinstrumenten 63 USD Asian Income
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 0.40% 0.30% / 0.80% 1.00% 1.00% 0.45% 0.30% / 0.75% 0.95% 0.95%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse
-
0.30% 0.30% / 0.65% 0.85%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse Klasse Institutional II ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
-
0.55% 0.40% 0.45% / 1.40% 1.60% 1.60%
Andere NIW-valuta's
USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP
60
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Euro Inflation vanaf 24 juni 2011.
61
Dit subfonds zal opgaan in Bond Euro Aggregate op 24 juni 2011.
62
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Euro High Yield vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen
- IU-klasse - MU-klasse
- 0.45% - 0.40%
-
Maximale administratievergoedingen - 0.10% - 0.25% - 0.10% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.10% - 0.25% - 0.10% - 0.35% - 0.35% - 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - 0.20% - / - / - / - / - / - 0.20%
-
-
/ / / / /
-
/ / / / / / 0.40%
0.20% 0.25% 0.20% 0.30% 0.30%
0.20% 0.20% 0.35% 0.20% 0.40% 0.40% 0.40%
- 0.20% - 0.30%
- / - /
137
AMUNDI FUNDS
Bond US Opportunistic Core 64 Plus
European Bond
65
Global Aggregate
Uitdrukkingsvaluta
USD
EUR
66
USD
Andere NIW-valuta's USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP
-
OU-klasse AU-klasse SU-klasse IU-klasse IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse SU-klasse SHE-klasse FU-klasse FHE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IU-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SHE-klasse Klasse SHE-MD FU-klasse
63
Dit subfonds zal opgaan in Emerging Markets Debt vanaf 24 juni 2011.
64
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds US Opportunistic Core Plus. Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Europe vanaf 24 juni 2011.
65
Maximale beheervergoedingen
Klassen van aandelen -
/ 0.80% 1.00% 0.45% 0.45% 0.40% 0.40% 0.80% 0.80% 0.80% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% 0.45% 0.40% / 0.80 % 1.00% 1.00% 0.45% 0.40% 0.40% / 0.80 % 0.80% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00%
-
Maximale administratievergoedingen 0.20% 0.30% 0.30% 0.20% 0.20% 0.30% 0.30% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.20% 0.30% 0.20% 0.30% 0.30% 0.30% 0.20% 0.30% 0.30% 0.20% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.40% - 0.40% - / - / - / - / - / - 0.40% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.60%
138
AMUNDI FUNDS
67
Uitdrukkingsvaluta
Global Bond
USD
Global Inflation 68 Bond
EUR
Schuldinstrumenten van opkomende markten Bond Converging EUR 69 Europe
EUR EUR USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP EUR EUR EUR/USD SGD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
FHE-klasse Klasse FHE-MD IU-klasse Klasse IE-D IHE-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SHE-klasse Klasse SHE-MD FU-klasse FHE-klasse Klasse FHE-MD IE-klasse IHS-Klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 1.00% 1.00% 0.45% 0.50% 0.45% 0.40% 0.40% / 0.80% 0.80% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% 0.45% 0.45% 0.35% / 0.75% 0.95% 0.95%
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse
-
0.55% 0.50% / 1.20% 1.40%
Andere NIW-valuta's
66
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Global Aggregate vanaf 24 juni 2011.
67
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Global vanaf 24 juni 2011.
68
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Global Inflation vanaf 24 juni 2011.
Klassen van aandelen
-
Maximale administratievergoedingen 0.35% 0.35% 0.20% 0.20% 0.20% 0.30% 0.30% 0.20% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.35% 0.10% 0.10% 0.30% 0.10% 0.35% 0.35% 0.35%
Maximale Uitkering vergoedingen - 0.60% - 0.60% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.60% - 0.60% - 0.60% - / - / - / - / - / - / - 0.40%
-
0.20% 0.30% 0.20% 0.30% 0.30%
-
/ / / / /
139
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Bond Emerging Inflation
USD
Emerging Markets 70 Debt
USD
LDI obligaties LDI Index Linked 71 Plus (GBP) LDI Gilt Plus 72 (GBP)
Andere NIW-valuta's EUR/USD USD/EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR USD/EUR USD/EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP USD/EUR/GBP EUR USD/EUR/GBP EUR EUR USD/EUR/GBP EUR EUR
Klassen van aandelen -
FE-klasse Klasse IU MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse IU-klasse MU-klasse MHE-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse SHE-klasse Klasse SHE-MD FU-klasse FHE-klasse Klasse FHE-MD
-
Maximale beheervergoedingen 1.40% 0.55% 0.45% / 1.40% 1.40% 1.60% 1.60% 0.55% 0.45% 0.45% / 1.40% 1.40% 1.60% 1.60% 1.60% 1.60% 1.60% 1.60%
-
Maximale administratievergoedingen 0.30% 0.20% 0.35% 0.20% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.20% 0.35% 0.35% 0.20% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40% 0.40%
Maximale Uitkering vergoedingen - 0.40% - / - / - / - / - / - / - 0.40% - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.40% - 0.40% - 0.40%
GBP
GBP
- IG-klasse
- 0.50%
- 0.10%
- /
GBP
GBP
- IG-klasse
- 0.50%
- 0.10%
- /
GEÏNDEXEERDE SUBFONDSEN Geïndexeerde aandelensubfondsen
69
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Bonds Converging Europe.
70
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Bond Global Emerging vanaf 24 juni 2011.
71
Dit subfonds zal opgaan in Structura LDI Index Linked Plus (GBP) op 13 mei 2011.
72
Dit subfonds zal opgaan in Structura LDI Gilt Plus (GBP) op 13 mei 2011.
140
AMUNDI FUNDS Index Euro
Uitdrukkingsvaluta
73
EUR
Index Europe
74
Index North 75 America
Index Pacific
EUR
EUR
76
Geïndexeerd obligatiesubfonds Index Global Bond (EUR) Hedged
EUR
EUR
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR USD EUR EUR EUR USD EUR EUR EUR EUR
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse IE-klasse IU-C-Klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse AU-C-Klasse IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse
-
Maximale beheervergoedingen 0.10% 0.10% / 0.15% 0.10% 0.10% / 0.15% 0.10% 0.10% 0.10% / 0.15% 0.15% 0.10% 0.10% / 0.15%
EUR EUR EUR EUR
-
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse
-
0.10% 0.10% / 0.20%
Andere NIW-valuta's
Klassen van aandelen
-
Maximale administratievergoedingen 0.05% 0.10% 0.05% 0.15% 0.05% 0.10% 0.05% 0.15% 0.05% 0.05% 0.10% 0.05% 0.15% 0.15% 0.10% 0.15% 0.10% 0.15%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - /
-
0.10% 0.15% 0.10% 0.15%
-
- 0.10%
- /
/ / / /
ABSOLUTE RETURN-SUBFONDSEN Absolute Forex-subfonds 77 Absolute Forex
73
EUR
EUR/USD
- IE-klasse
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Index Equity Euro vanaf 24 juni 2011.
74
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Index Equity Europe vanaf 24 juni 2011.
75
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Index Equity North America vanaf 24 juni 2011.
76 76
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Index Equity Pacific vanaf 24 juni 2011.
- 0.30%
141
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Andere NIW-valuta's
- ME-klasse EUR/USD EUR/USD - OE-klasse EUR/USD - AE-klasse EUR/USD - SE-klasse EUR/USD - Klasse Classic H EUR/USD - FE-klasse Arbitrage VaR Short Term-subfonds, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR Short Term-subfonds genaamd Arbitrage VaR Short EUR EUR - IE-klasse 78 EUR - ME-klasse Term EUR - OE-klasse Arbitrage VaR-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 2-subfondsen genaamd - IE-klasse Arbitrage VaR 2 EUR EUR 79 GBP - IHG-klasse (EUR) EUR - ME-klasse - OE-klasse EUR EUR - AE-klasse GBP - AHG-klasse - SE-klasse EUR EUR - Klasse Classic H EUR - FE-klasse 80 GBP GBP - IG-klasse Arbitrage VaR 2 (GBP) GBP - MG-klasse GBP - OG-klasse GBP - AG-klasse GBP - SG-klasse GBP - Klasse Classic H Arbitrage VaR 2 USD USD - IU-klasse 81 USD - MU-klasse (USD)
77
Dit subfonds zal geactiveerd worden op 24/06/11 na de fusie met SGAM FUND Absolute Return Forex.
78
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute VaR Short Term vanaf 24 juni 2011.
79
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 2 (EUR) vanaf 24 juni 2011.
80
Dit subfonds zal opgaan in Absolute VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011.
Maximale administratievergoedingen - 0.25% - 0.10% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - 0.40%
- 0.18% - 0.18% - /
- 0.07% - 0.10% - 0.07%
- / - / - /
-
-
-
Klassen van aandelen -
Maximale beheervergoedingen 0.25% / 0.50% 0.60% 0.80% 0.60%
0.30% 0.30% 0.25% / 0.50% 0.50% 0.60% 0.80% 0.60% 0.30% 0.25% / 0.50% 0.60% 0.80% 0.30% 0.25%
0.10% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.25%
/ / / / / / / / 0.20% / / / / / / / /
142
- OU-klasse USD USD - AU-klasse EUR - AE-klasse USD - SU-klasse USD - Klasse Classic H USD - FU-klasse Dynarbitrage VaR-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute VaR 4-subfondsen genaamd - IE-klasse Dynarbitrage VaR 4 EUR EUR 82 GBP - IHG-klasse (EUR) - ME-klasse EUR - OE-klasse EUR EUR - AE-klasse GBP - AHG-klasse - SE-klasse EUR EUR - Klasse Classic H EUR - FE-klasse Dynarbitrage VaR 4 USD USD - IU-klasse 83 USD - MU-klasse (USD) USD - OU-klasse USD - AU-klasse EUR - AE-klasse USD - SU-klasse - Klasse Classic H USD USD - FU-klasse
-
/ 0.50% 0.50% 0.60% 0.80% 0.60%
Maximale administratievergoedingen - 0.10% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30%
-
0.50% 0.50% 0.40% / 0.80% 0.80% 0.90% 1.10% 0.90% 0.50% 0.40% / 0.80% 0.80% 0.90% 1.10% 0.90%
-
Equity Arbitrage-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Statistical Arbitrage-subfondsen genaamd Equity Statistical EUR EUR/USD - IE-klasse 84 USD - Klasse IHU Arbitrage (EUR) EUR/USD - ME-klasse
- 0.60% - 0.60% - 0.60%
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Andere NIW-valuta's
81
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 2 (USD) vanaf 24 juni 2011.
82
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 4 (EUR) vanaf 24 juni 2011.
83
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute VaR 4 (USD) vanaf 24 juni 2011.
84
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Statistical Arbitrage vanaf 24 juni 2011.
Maximale beheervergoedingen
Klassen van aandelen
0.10% 0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
- 0.20% - 0.20% - 0.30%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - 0.20% - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.40% - / - / - / - / - / - / - / 0.40% - / - / - /
143
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Andere NIW-valuta's EUR/USD EUR/USD USD EUR/USD EUR/USD
Arbitrage Inflation 85 Arbitrage Inflation
Maximale beheervergoedingen -
/ 1.10% 1.10% 1.50% 1.50%
-
Maximale administratievergoedingen 0.20% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
-
0.60% 0.40% / 0.80% 0.90% 1.10%
-
0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.35% 0.30%
-
/ / / / / /
-
0.40% 0.30% / 0.80% 0.90% 1.10% 0.50% 0.40% / 0.80% 0.80% 0.90% 1.10% 0.90%
-
0.10% 0.25% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
-
/ / / / / / / / / / / / / 0.40%
Klassen van aandelen -
OE-klasse AE-klasse Klasse AHU SE-klasse FE-klasse
EUR
EUR - IE-klasse - ME-klasse EUR EUR - OE-klasse - AE-klasse EUR - SE-klasse EUR EUR - Klasse Classic H Dynarbitrage Forex-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Forex Asia Pacific-subfondsen genaamd 86 EUR EUR - IE-klasse Dynarbitrage Forex EUR - ME-klasse EUR - OE-klasse EUR - AE-klasse EUR - SE-klasse EUR - Klasse Classic H Dynarbitrage Forex Asia - IJ-klasse JPY JPY/EUR/USD/GBP 87 - MJ-klasse JPY/EUR/USD/GBP Pacific - OJ-klasse JPY/EUR/USD/GBP - AJ-klasse JPY/EUR/USD/GBP - AE-klasse EUR - SJ-klasse JPY/EUR/USD/GBP JPY/EUR/USD/GBP - Klasse Classic H JPY/EUR/USD/GBP - FJ-klasse Dynarbitrage High Yield-subfonds, vanaf 24 juni 2011 Absolute High Yield-subfonds genaamd
85
Dit subfonds zal opgaan in Arbitrage VaR 2 (EUR) op 24 juni 2011.
86
Dit subfonds zal opgaan in Absolute Forex op 24 juni 2011.
87
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Forex Asia Pacific vanaf 24 juni 2011.
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - 0.40%
144
AMUNDI FUNDS
Uitdrukkingsvaluta
Dynarbitrage High 88 Yield
EUR
EUR
Andere NIW-valuta's
EUR - IE-klasse EUR - ME-klasse EUR - OE-klasse EUR - AE-klasse EUR - SE-klasse - Klasse Classic H EUR - FE-klasse EUR Dynarbitrage Volatility-subfonds, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Arbitrage-subfonds genaamd 89
EUR/USD - IE-klasse EUR/USD - ME-klasse EUR/USD - OE-klasse - AE-klasse EUR/USD EUR/USD - SE-klasse EUR/USD - Klasse Classic H - FE-klasse EUR Volatility Equities-subfondsen, vanaf 24 juni 2011 Absolute Volatility Equities-subfondsen genaamd Volatility Euro - IE-klasse EUR EUR 90 CHF - Klasse IHC Equities GBP - IHG0-Klasse - IHG-klasse GBP EUR - ME-klasse EUR - OE-klasse - AE-klasse EUR CHF - Klasse AHC GBP - AHG-klasse - SE-klasse EUR EUR - Klasse Classic H EUR - FE-klasse Dynarbitrage Volatility
88
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute High Yield vanaf 24 juni 2011.
89
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility Arbitrage vanaf 24 juni 2011.
90
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility Euro Equities vanaf 24 juni 2011.
-
Maximale beheervergoedingen 0.50% 0.40% / 0.80% 0.90% 1.10% 0.90%
-
Maximale administratievergoedingen 0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
-
0.50% 0.40% / 0.80% 0.90% 1.10% 0.90%
-
0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
-
0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% / 1.00% 1.00% 1.00% 1.30% 1.60% 1.30%
Klassen van aandelen
-
0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.30% 0.10% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30% 0.30%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - 0.40%
-
/ / / / / / 0.40%
-
/ / / / / / / / / / / 0.40%
145
AMUNDI FUNDS Volatility World 91 Equities
Uitdrukkingsvaluta USD
Multimanagers Long/Short Equity-subfonds Multimanagers EUR Long/Short Equity
Andere NIW-valuta's EUR/USD EUR GBP GBP USD/EUR USD/EUR USD/EUR EUR EUR GBP USD/EUR USD/EUR USD
-
IU-klasse IHE-klasse IHG0-Klasse IHG-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse AHE-klasse AHG-klasse SU-klasse Klasse Classic H FU-klasse
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
Directe vergoedingen: - IE-klasse - ME-klasse - OE-klasse - AE-klasse - SE-klasse - FE-klasse
- 0.15% - 0.15% - 0.15% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - / - / - /
91
-
Maximale beheervergoedingen 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% 0.50% / 1.00% 1.00% 1.00% 1.00% 1.30% 1.60% 1.30%
-
0.99% 0.99% / 1.30% 1.50% 1.50%
Klassen van aandelen
Dit subfonds zal omgedoopt worden tot Absolute Volatility World Equities vanaf 24 juni 2011.
Maximale administratievergoedingen - 0.10% - 0.10% - 0.10% - 0.10% - 0.30% - 0.10% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30% - 0.30%
Maximale Uitkering vergoedingen - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - / - 0.40%
146
- / - / - 0.40% Maximale cumulatieve 92 beheervergoedingen : - IE-klasse - ME-klasse - OE-klasse - AE-klasse - SE-klasse - FE-klasse Dynamic Asset Allocation-subfonds Dynamic Asset EUR Allocation
EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD EUR/USD
- 3.64 % - 3.64% - 2.65% - 3.95% - 4.15% - 4.15%
- IE-klasse - ME-klasse - OE-klasse - AE-klasse - SE-klasse - FE-klasse Maximale cumulatieve 93 beheervergoedingen - IE-klasse - ME-klasse - OE-klasse - AE-klasse - SE-klasse - FE-klasse
-
0.50% 0.50% / 1.20% 1.50% 1.50%
- IE-klasse - Klasse Institutional XI
- 0.10% - 0.05%
-
0.15% 0.25% 0.15% 0.25% 0.25% 0.25%
-
/ / / / / 0.40%
1.50% 1.50% 1.00% 2.20% 2.50% 2.50%
RESERVESUBFONDSEN Euro Reserve
94
EUR
EUR EUR
- 0.05% - 0.05%
- / - /
92
De maximale cumulatieve beheervergoeding omvat de beheervergoeding van het subfonds en de maximale beheervergoeding die wordt berekend door de icbe's en/of icb's waarin het subfonds belegt. Rekening houdend met de verwachte retourprovisies krachtens de overeenkomsten die de vermogensbeheerder heeft afgesloten of beoogt af te sluiten met de ICBE's en/of ICB's waarin het subfonds wenst te beleggen, zal gemiddeld een maximale beheersvergoeding van 2,65% door die ICBE's en/of ICB's worden berekend.
93
De maximale cumulatieve beheervergoeding omvat de beheervergoeding van het subfonds en de maximale beheervergoeding die wordt berekend door de icbe's en/of icb's waarin het subfonds belegt. Rekening houdend met de verwachte retourprovisies, krachtens de overeenkomsten die de vermogensbeheerder heeft gesloten of beoogt te sluiten met de ICBE's en/of ICB's waarin het subfonds wenst te beleggen, zal gemiddeld een maximale beheersvergoeding van 1,00% door die ICBE's en/of ICB's worden aangerekend.
147
USD Reserve
95
USD
EUR EUR EUR EUR USD USD USD USD USD
- ME-klasse - OE-klasse - AE-klasse Klasse SE - IU-klasse - MU-klasse - OU-klasse - AU-klasse - SU-klasse
-
0.10% / 0.25% 0.70% 0.10% 0.10% / 0.25% 0.70%
-
0.10% 0.05% 0.15% 0.15% 0.05% 0.10% 0.05% 0.15% 0.15%
-
/ / / / / / / / /
EUR EUR EUR EUR EUR EUR USD USD USD USD EUR USD USD
-
-
0.10% 0.10% / 0.30% 0.35% 0.30% 0.10% 0.10% / 0.30% 0.30% 0.35% 0.30%
-
0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10% 0.10%
-
/ / / / / 0.20% / / / / / / 0.20%
GELDMARKTSUBFONDSEN Money Market Euro
EUR
Money Market USD
USD
IE-klasse ME-klasse OE-klasse AE-klasse SE-klasse FE-klasse IU-klasse MU-klasse OU-klasse AU-klasse AE-klasse SU-klasse FU-klasse
* Deze subfondsen zijn slapende subfondsen die op een latere, door de raad van bestuur te bepalen datum zullen worden gelanceerd.
94
Dit subfonds zal opgaan in Money Market Euro op 24 juni 2011.
95
Dit subfonds zal opgaan in Money Market USD op 24 juni 2011.
148 BIJLAGE II: PRESTATIEVERGOEDING Om de ontwikkeling van de subfondsen op te volgen wat samenvoegingen of naamswijzigingen betreft, wordt verwezen naar de tabel 'Lijst van subfondsen' aan het begin van het prospectus. 1. Aandelen-, obligatie- en Volatility Equities-subfondsen a. Mechanisme van toepassing op: - Minimum Variance Europe - Volatility Euro Equities en Volatility World Equities tot 30 september 2011 Aan de beheervergoeding voor de aandelenklassen en/of subfondsen in de volgende tabellen is een prestatievergoeding toegevoegd, gedefinieerd als volgt: De dagelijkse prestatie van een aandelenklasse wordt berekend op basis van de variatie van de nettoinventariswaarde per aandeel van die aandelenklasse (exclusief prestatievergoeding), vermenigvuldigd met het aantal aandelen op die dag. De prestatie van elke aandelenklasse wordt vergeleken met de prestatie van de referentie-indicator (de 'prestatiegrondslag') van het betreffende subfonds. Prestatiegrondslag: De variatie van de waarde van de referentie-indicator wordt dagelijks toegepast op de tijdens de waarnemingsperiode belegde bedragen voor de klassen die in de tabel zijn opgenomen (m.a.w. de nettoinventariswaarde aan het begin van de waarnemingsperiode plus/min het nettobedrag van de inschrijvingen/inkopen over dezelfde periode) voor de volgende subfondsen: Subfondsen Minimum Variance Europe Volatility Euro Equities
Relevante aandelenklassen IE-, ME-, AE- en SE-klassen
Referentie-indicator MSCI Europe, met herbelegde dividenden
IE-, IHC-, IHG-, ME-, AE-, 7% per jaar minus de voor elke betreffende AHC-, AHG-, SE-, FE- en H- aandelenklasse toe te passen vergoedingen* klassen Volatility World Equities IU-, IHE-, IHG-, MU-, AU-, AE-, AHE-, AHG-, SU-, FUen H-klassen * Dit omvat beheervergoedingen, administratievergoedingen en de taxe d'abonnement.
Elke netto-ontvangst (inschrijvingen min terugkopen op dag x) draagt bij tot de vorming van de provisie voor de prestatievergoeding over de waarnemingsperiode, of tot het bedrag van de verschuldigde prestatievergoeding aan het einde van de waarnemingsperiode. Waarnemingsperiode De waarnemingsperiode (de 'periode') bedraagt minstens een jaar en hoogstens drie jaar. De duur van de periode wordt als volgt bepaald: - Aan het einde van het eerste jaar is de voor de betreffende aandelenklasse opgebouwde prestatievergoeding definitief verworven. Een nieuwe periode begint van nul. - Indien er aan het einde van het eerste jaar geen prestatievergoeding is opgebouwd, loopt de periode voor een tweede jaar door. Aan het einde van dit tweede jaar wordt de opgebouwde prestatievergoeding definitief. Een nieuwe periode begint van nul. - Indien er aan het einde van het tweede jaar geen prestatievergoeding is opgebouwd, loopt de periode voor een derde jaar door. Aan het einde van dit laatste jaar begint een nieuwe periode van nul, ongeacht of er al dan niet een prestatievergoeding is geïnd. De aanvang van de eerste waarnemingsperiode stemt overeen met de volgende data: - De eerste periode voor het subfonds Minimum Variance Europe begint op 1 juli 2009 en eindigt op 30 juni 2010.
149 - De eerste periode voor de Volatility Equities-subfondsen begint op 1 oktober 2009 en eindigt op 30 september 2010, met uitzondering van de aandelenklasse I (10) van het Volatility World Equities-subfonds, waarvoor de eerste periode begint op 17 februari 2010 en eindigt op 30 september 2011. Binnen elke periode eindigt elk jaar voor het subfonds Minimum Variance Europe op de laatste bankwerkdag van juni. Binnen elke periode eindigt elk jaar voor de Volatility Equities-subfondsen op de laatste bankwerkdag van september. Algemeen •
Als een aandelenklasse over de periode beter presteert dan de prestatiegrondslag van de betreffende aandelenklasse, is het variabele gedeelte van de beheersvergoedingen gelijk aan 20% van het verschil tussen de cumulatieve prestatie van de betreffende aandelenklasse en de cumulatieve prestatie van de betreffende prestatiegrondslag.
•
Als een aandelenklasse gedurende de periode beter presteert dan de prestatiegrondslag vanaf het begin van de periode berekend over dezelfde periode, wordt op die meerprestatie een provisie voor prestatievergoeding in rekening worden gebracht bij de berekening van de terugkoopwaarde (d.i. de nettoinventariswaarde per aandeel van de betreffende aandelenklasse).
•
Als een klasse over de periode minder goed presteert dan de bovenvermelde prestatiegrondslag, is het variabele gedeelte van de beheersvergoedingen gelijk aan nul.
•
Als een aandelenklasse tussen twee terugkoopwaarden in minder goed presteert dan de prestatiegrondslag, wordt elke eerder gemaakte provisie aangepast door middel van een provisiebijstelling. De bovengrens voor die provisiebijstellingen is de som van eerdere toewijzingen tijdens de periode sinds het begin van de periode.
•
Het voornoemde variabele gedeelte is enkel definitief verschuldigd aan het einde van elke periode indien de betreffende aandelenklasse over de periode beter heeft gepresteerd dan de prestatiegrondslag.
•
De voornoemde prestatievergoeding wordt rechtstreeks ten laste van het bedrijfsresultaat van elke aandelenklasse van het betreffende subfonds in rekening gebracht.
•
De berekeningsmethode van de prestatievergoeding wordt door de accountant van de SICAV gecontroleerd.
b. Mechanisme van toepassing op de hieronder genoemde subfondsen en de Volatility Equitiessubfondsen vanaf 1 oktober 2011: Aan de beheervergoeding voor de aandelenklassen en voor de hieronder genoemde subfondsen (hierna het "subfonds" genoemd) is een als volgt gedefinieerde prestatievergoeding toegevoegd: Subfondsen Equity Euroland Value Equity Global Alpha Equity Japan Target Equity US Concentrated Core Equity US Growth Equity US Multi Strategies Equity US Relative Value Euro Quant Gems Europe Gems World Global Equities Select Euro Select Europe Switzerland US Innovative Companies Equity Euroland Small Cap Equity Global Gold Mines Equity Global Luxury and Lifestyle Europe Smaller Companies Global Agriculture Global Finance Global Resources
Relevante aandelenklassen IE-, ME-, AE-, AHK-, SE- en FE-klassen IU-, MU-, AU-, AE-, SU- en FU-klassen IJ-, MJ-, AJ-, AE-, AHE-, SJ-, FJ- en FHE-klassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, AU-, AE-, AHE-, SU-, FU- en FHE-klassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, AU-, AE-, AHE-, SU-, FU- en FHE-klassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, AU-, AE-, AHE-, SU-, SHE-, FU- en FHEklassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, AU-, AE-, AHE-, AHK-, SU-, SHE-, FUen FHE-klassen IE- en ME-klassen IE- en ME-klassen IU- en MU-klassen IU- en MU-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IC- en MC-klassen IU- en MU-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IU-, MU-, SU- en FU-klassen IU-, MU-, SU- en FU-klassen IE- en ME-klassen IU-, IHE-, MU-, SU- en FU-klassen IU- en MU-klassen IU, MU, SU en FU-klassen
Restructuring Equities ASEAN New Markets Asia Pacific Renaissance Asian Growth Brazil Emerging Europe Emerging Internal Demand Emerging World Equity Asia Pacific ex-Japan Equity MENA Greater China India India Infrastructure Latin America Equities Convertible Europe Global Convertible Bond Global Corporate Bond Bond Euro Aggregate Euro Bond Euro Corporate Bond Euro Govies Euro Inflation Bond Euro High Yield Bond Asian Income Bond US Opportunistic Core Plus European Bond Global Aggregate Global Bond Global Inflation Bond Emerging Markets Debt Bond Converging Europe Bond Emerging Inflation Volatility Euro Equities Volatility World Equities Dynamic Asset Allocation
150 IE- en ME-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IE-, XE- en ME-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, MU-, SU- en FU-klassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, SU-, SHE-, FU- en FHE-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IU-, XU- en MU-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IE-, IHU- en ME-klassen IU- en MU-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IE- en ME-klassen IE- en ME-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IE- en ME-klassen IE- en ME-klassen IU- en MU-klassen IU-, IHE-, MU-, MHE-, AU-, AE-, AHE-, SU-, SHE-, FU- en FHEklassen IE- en ME-klassen IU-, MU- en MHE-klassen IU-, IHE-, MHE- en MU-klassen IE, IHS, ME, AE, SE en FE IU-, MU-, en MHE-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IU-, MU-, AU-, AE-, SU- en FU-klassen E-, IHC-, IHG-, ME-, AE-, AHC-, AHG-, SE-, FE-klassen IU-, IHE-, IHG-, MU-, AU-, AE-, AHE-, AHG-, SU-, FU-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen
Waarnemingsperiode De waarnemingsperiode (de "periode") bedraagt minstens een jaar en hoogstens drie jaar. De duur van de waarnemingsperiode wordt als volgt bepaald: - Aan het einde van het eerste jaar is de voor de betreffende aandelenklasse opgebouwde prestatievergoeding definitief verworven. Een nieuwe waarnemingsperiode begint van nul. - Indien er aan het einde van het eerste jaar geen prestatievergoeding is opgebouwd, dan loopt de periode voor een tweede jaar door. Aan het einde van dat tweede jaar wordt de opgebouwde prestatievergoeding definitief. Een nieuwe waarnemingsperiode begint van nul. - Indien er aan het einde van het tweede jaar geen prestatievergoeding is opgebouwd, dan loopt de periode voor een derde jaar door. Aan het einde van dat laatste jaar begint een nieuwe periode van nul, ongeacht of er al dan niet sprake is van een prestatievergoeding. Voor de berekening van de prestatievergoeding begint en eindigt elk jaar in de waarnemingsperiode als volgt: Subfondsen Equity Euroland Value Equity Global Alpha Equity Japan Target Equity US Concentrated Core Equity US Growth Equity US Multi Strategies Equity US Relative Value Euro Quant
Begin van het jaar 1 juli 1 juli 1 juli 1 juli 1 juli 1 juli 1 juli 1 december
Eind van het jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar
Gems Europe Gems World Global Equities Select Euro Select Europe Switzerland US Innovative Companies Equity Euroland Small Cap Equity Global Gold Mines Equity Global Luxury and Lifestyle Europe Smaller Companies Global Agriculture Global Finance Global Resources Restructuring Equities ASEAN New Markets Asia Pacific Renaissance Asian Growth Brazil Emerging Europe Emerging Internal Demand Emerging World Equity Asia Pacific ex-Japan Equity MENA Greater China India India Infrastructure Latin America Equities Convertible Europe Global Convertible Bond Global Corporate Bond Bond Euro Aggregate Euro Bond Euro Corporate Bond Euro Govies Euro Inflation Bond Euro High Yield Bond Asian Income Bond US Opportunistic Core Plus European Bond Global Aggregate Global Bond Global Inflation Bond Emerging Markets Debt Bond Converging Europe Bond Emerging Inflation Volatility Euro Equities Volatility World Equities Dynamic Asset Allocation
151 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 juli 1 juli 1 juli 1 december 1 juli 1 december 1 juli 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 juli 1 juli 1 december 1 december 1 december 1 december 1 juli 1 december 1 december 1 juli 1 december 1 december 1 juli 1 december 1 december 1 december 1 juli 1 december 1 december 1 december 1 december 1 december 1 juli 1 juli 1 oktober 1 oktober 1 juli
30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 november van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar 30 september van het volgende jaar 30 september van het volgende jaar 30 juni van het volgende jaar
Prestatiedoelstelling: Subfondsen Equity Euroland Value Equity Global Alpha Equity Japan Target Equity US Concentrated Core Equity US Growth Equity US Multi Strategies Equity US Relative Value Euro Quant Gems Europe Gems World
Prestatiedoelstelling DJ Euro STOXX Large (Net Dividend) MSCI World (Net Dividend) Topix (RI) Russell 1000 Growth (Total Return Index) Russell Mid Cap Growth (Total Return Index) Russell 1000 (RI) S&P 500 (Total Return Index) MSCI EMU MSCI Europe, met herbelegde dividenden MSCI All Country World free, met herbelegde dividenden,
Global Equities Select Euro Select Europe Switzerland US Innovative Companies Equity Euroland Small Cap Equity Global Gold Mines Equity Global Luxury and Lifestyle Europe Smaller Companies Global Agriculture Global Finance Global Resources
Restructuring Equities ASEAN New Markets Asia Pacific Renaissance Asian Growth Brazil Emerging Europe Emerging Internal Demand Emerging World Equity Asia Pacific ex-Japan Equity MENA Greater China India India Infrastructure Latin America Equities Convertible Europe Global Convertible Bond Global Corporate Bond Bond Euro Aggregate Euro Bond Euro Corporate Bond Euro Govies Euro Inflation Bond Euro High Yield Bond Asian Income Bond US Opportunistic Core Plus European Bond Global Aggregate Global Bond Global Inflation Bond Emerging Markets Debt Bond Converging Europe Bond Emerging Inflation Volatility Euro Equities Volatility World Equities
152 ongehedged MSCI The World Index MSCI Euro, met herbelegde dividenden MSCI Europe, met herbelegde dividenden MSCI Switzerland 10/40 S&P 500 MSCI EMU Small Cap FTSE Gold Mines MSCI World Consumer Discretionary HSBC Smaller European S&P Global Agribusiness Equity Net Total Return-index MSCI World Financials 33.333% FT GOLD MINES TOTAL USD + 33.333% MSCI WORLD ENERGY USD (GICS Industry Group 1010) + 33.333% MSCI WORLD MATERIALS USD (GICS Industry Group 1510) MSCI Europe, met herbelegde dividenden MSCI South East Asia MSCI AC Pacific MSCI AC Asia ex Japan MSCI Brazil 10/40 MSCI EM Europe 10/40 MSCI Emerging Markets MSCI Emerging Markets Free MSCI AC Asia Pacific ex Japan (Net dividends) S&P Pan Arab Large Mid Cap Hang Seng India BSE 30 Sensitive (tot 10/03/11) 10/40 MSCI India (vanaf 11/03/11) India BSE 30 Sensitive (tot 14/07/11) 10/40 MSCI India (vanaf 15/07/11) MSCI EM Latin America UBS Convertible European Focus (Net Dividend) 1 Merrill Lynch Investment Grade Euro Hedged Tax Merrill Lynch Global Large Cap Corporate Index $ hedged Barclays Euro Aggregate (E) Barclays Euro Aggregate (E) Barclays Euro-Agg Corporates (E) JP Morgan EMU Government Bond Barclays Capital Euro Government Inflation-Linked Bond ML European Curr H YLD BB-B Rated Constrained Hed HSBC Asian USD Bond Barclays Capital US Aggregate Bond (TR) Citigroup European WGBI (Euro) Barclays Global Aggregate Hedged JPM Global Government Bond Barclays Capital World Government Inflation Linked All Maturities Hedged Euro JPM GBI-EM Global Diversified (USD) unhedged ML Government Eastern Europe Converging Barclays Emerging Markets Government Inflation Linked exColombia, ex-Argentina Constrained 7% per jaar minus de voor elke betreffende aandelenklasse toe te passen vergoedingen*
Dynamic Asset Allocation 50% MSCI World Index en 50% Citigroup WGBI All Maturities * Dit omvat beheervergoedingen, administratievergoedingen en de taxe d'abonnement.
1
Deze referentie-indicator stemt overeen met de index 'Merrill Lynch Investment Grade Euro Hedged', aangepast aan de belastingen op beleggingen in Amerikaanse obligaties.
153 Prestatievergoeding De prestatievergoeding wordt voor elke aandelenklasse afzonderlijk berekend. Ze wordt voor elke aandelenklasse dagelijks opgebouwd en jaarlijks in mindering gebracht en betaald. De prestatievergoeding wordt als volgt berekend. De prestatievergoeding wordt berekend door de NIW van de betreffende aandelenklasse van het subfonds met de referentiewaarde (hierna de "referentiewaarde" genoemd) te vergelijken. De initiële referentiewaarde van de eerste waarnemingsperiode stemt overeen met de NIW van de subfondsaandelenklasse: - op 30 juni 2010 voor het subfonds Euro Govies - op 30 juni 2011 voor andere subfondsen die een waarnemingsperiode hebben die begint op 1 juli (uitgezonderd Euro Govies) - op 30 september 2011 voor Volatity Equities-subfondsen - op 30 november 2010 voor alle overige geïntroduceerde subfondsen. De initiële referentiewaarde voor de daaropvolgende waarnemingsperioden stemt overeen met de NIW van de subfondsaandelenklasse na aftrek van alle vergoedingen op de laatste transactiedag van de voorgaande waarnemingsperiode. Alle volgende referentiewaarden gedurende een waarnemingsperiode stemmen overeen met de referentiewaarden van elke relevante aandelenklasse zoals berekend op de voorgaande berekeningsdag, rekening houdend met de inteken- en terugkoophoeveelheden van de transactiedag, gecorrigeerd met het dagelijkse prestatiedoel van het subfonds. Dat betekent met name het volgende: •
Indien over de waarnemingsperiode de NIW van elke relevante aandelenklasse hoger is dan de referentiewaarde, zal de prestatievergoeding 20% van het verschil tussen die twee waarden uitmaken. Indien over de waarnemingsperiode de NIW van de voor het subfonds relevante aandelenklasse lager is dan de referentiewaarde, zal de prestatievergoeding nihil zijn.
•
Indien over de waarnemingsperiode de NIW van elke relevante aandelenklasse hoger is dan de referentiewaarde, dan zal een voorziening voor prestatievergoeding in de berekening van de NIW worden opgenomen. Ingeval de NIW van de voor het subfonds relevante aandelenklasse lager uitvalt dan de referentiewaarde, zullen alle voorheen geboekte reserveringen voor prestatievergoedingen worden teruggenomen. De terugneming van voorzieningen mag niet hoger zijn dan de som van de vroegere toekenningen.
•
In geval van terugkoop van aandelen zal een proportioneel gedeelte van de gereserveerde voorziening, overeenstemmend met het aantal teruggekochte aandelen, onmiddellijk worden gerealiseerd en aan de beheermaatschappij verschuldigd zijn.
•
De voornoemde prestatievergoeding wordt rechtstreeks ten laste van het bedrijfsresultaat van elke aandelenklasse van het subfonds in rekening gebracht.
•
De berekeningsmethode van de prestatievergoeding wordt door de accountant van de SICAV gecontroleerd.
2. Emerging Markets Aan de beheervergoeding is een prestatievergoeding toegevoegd, gedefinieerd als volgt: • • • • • •
Prestatievergoeding: 15% van het rendement (na aftrek van basisvergoeding) boven de MSCI Free Emerging Markets Investable Market (de benchmark). Basisvergoeding: aan de vermogensbeheerder van het subfonds betaalde vergoeding. Maximale prestatievergoeding: 1% per jaar van het nettovermogen van het subfonds. Benchmark: de MSCI Emerging Markets Investable Market (inclusief dividenden, na aftrek van bronbelastingen). Berekeningsperiode: de berekeningsperiode stemt overeen met het boekjaar van het fonds. Voor klasse I (8) begint de eerste waarnemingsperiode op 1 juli 2012 en eindigt ze op 30 juni 2013. Betaling: de prestatievergoeding wordt jaarlijks achteraf betaald.
154 3. Absolute Return-subfondsen a. Mechanisme van toepassing op: - de subfondsen Arbitrage Inflation, Dynarbitrage Forex, Dynarbitrage Forex Asia Pacific, Dynarbitrage Volatility, Dynarbitrage High Yield en Dynarbitrage VaR 4, tot 30 juni 2011: Aan de beheervergoeding is een prestatievergoeding toegevoegd, met de volgende structuur: De prestatie van het betreffende subfonds wordt berekend op basis van de variatie van de netto-inventariswaarde per aandelenklasse (exclusief prestatievergoeding) vermenigvuldigd met het aantal aandelen op die dag. De prestatie van elke aandelenklasse wordt vergeleken met de prestatiedoelstelling of prestatiebenchmark (elk beschreven als een 'prestatiegrondslag') die voor het betreffende subfonds is bepaald, als volgt: Prestatiegrondslag 1: De samengestelde prestatiedoelstelling van toepassing op het tijdens de betreffende periode belegde bedrag (d.i. de netto-inventariswaarde bij het begin van de betreffende periode plus/min het nettobedrag van de inschrijvingen/terugkopen over dezelfde periode), voor de volgende subfondsen: Subfondsen Prestatiedoelstelling Arbitrage Inflation* EONIA + 1% Dynarbitrage Forex EONIA + 2% Dynarbitrage Forex Asia Pacific JPY 3-Month LIBOR+ 3% Dynarbitrage High Yield EONIA + 2% Dynarbitrage VaR 4 (EUR) EONIA + 2% Dynarbitrage VaR 4 (USD) USD 3-Month LIBOR+ 2% Dynarbitrage Volatility EONIA + 2% * Sinds 15 december 2006 wordt op dit subfonds een prestatievergoeding berekend.
Prestatiegrondslag 2: De samengestelde prestatiebenchmark van toepassing op het tijdens de betreffende periode belegde bedrag (d.i. de netto-inventariswaarde bij het begin van de betreffende periode plus/min het nettobedrag van de inschrijvingen/terugkopen over dezelfde periode), voor de volgende subfondsen: Subfondsen NVT
Prestatiebenchmark NVT
Elke netto-ontvangst (inschrijvingen min terugkopen op dag x) draagt bij tot de vorming van de provisie voor de prestatievergoeding over het jaar in kwestie of tot het bedrag van de prestatievergoeding dat aan het einde van het boekjaar verschuldigd is. De periode (de 'periode') die voor elk subfonds in aanmerking wordt genomen, stemt overeen met het boekjaar van het fonds. Vanaf 1 januari 2008 zal de periode die in aanmerking wordt genomen voor de subfondsen Arbitrage VaR 2 (EUR), Arbitrage VaR 2 (USD) en Arbitrage VaR 2 (GBP), overeenstemmen met een kalenderjaar. Om de nieuwe periodiciteit op deze drie subfondsen toe te kunnen passen, heeft de raad van bestuur bij uitzondering besloten om de periode die is gebaseerd op het boekjaar dat afloopt op 30 juni 2007, te verlengen tot 31 december 2007. Voor het subfonds Equity Statistical Arbitrage (EUR) zal de in aanmerking te nemen periode overeenstemmen met een kalenderjaar. Algemeen •
•
Als de betreffende aandelenklasse over de periode beter presteert dan de prestatiegrondslag van het betreffende subfonds, is het variabele gedeelte van de beheervergoedingen gelijk aan een percentage van het verschil tussen de cumulatieve prestatie van de betreffende aandelenklasse en de betreffende cumulatieve samengestelde prestatiegrondslag, als volgt: •
30% voor de aandelenklassen van de subfondsen waarop de prestatiedoelstelling van toepassing is;
•
20% voor de aandelenklassen van de subfondsen waarop de prestatiebenchmark van toepassing is.
Als de relevante aandelenklasse gedurende de periode beter presteert dan de prestatiegrondslag vanaf het begin van de periode berekend over dezelfde periode, zal op die meerprestatie een provisie voor prestatievergoeding rekening gebracht worden bij de berekening van de terugkoopwaarde (d.i. de nettoinventariswaarde per aandelenklasse).
•
155 Als de relevante aandelenklasse over de periode minder goed presteert dan de bovenvermelde prestatiegrondslag, is het variabele gedeelte van de beheervergoedingen gelijk aan nul.
•
Als een aandelenklasse tussen twee terugkoopwaarden in minder goed presteert dan de prestatiegrondslag, wordt elke eerder gemaakte provisie aangepast door middel van een provisiebijstelling. De bovengrens voor die provisiebijstellingen is de som van eerdere toewijzingen tijdens de periode sinds het begin van de periode.
•
Het voornoemde variabele gedeelte is enkel definitief verschuldigd aan het einde van elke periode, indien de betreffende aandelenklasse gedurende de periode beter heeft gepresteerd dan de prestatiegrondslag.
•
De voornoemde prestatievergoeding wordt rechtstreeks ten laste van het bedrijfsresultaat van elke aandelenklasse van het betreffende subfonds in rekening gebracht.
•
De berekeningsmethode van de prestatievergoeding wordt gecontroleerd door een onafhankelijke accountant.
•
De eerste periode die in aanmerking wordt genomen, begint: • op 1 januari 2009 voor het subfonds Equity Statistical Arbitrage (EUR). De eerste periode die in aanmerking wordt genomen, eindigt: • Op 31 december 2009 voor het subfonds Equity Statistical Arbitrage (EUR).
b. Mechanisme van toepassing op de hieronder vermelde subfondsen en op Dynarbitrage Forex Asia Pacific, Dynarbitrage High Yield Dynarbitrage VaR 4 (EUR), Dynarbitrage VaR 4 (USD) en Dynarbitrage Volatility: Aan de beheervergoeding voor de aandelenklassen en/of subfondsen in de volgende tabellen is een prestatievergoeding toegevoegd, gedefinieerd als volgt: Subfondsen Absolute Forex Arbitrage VaR Short Term Arbitrage VaR 2 (EUR) Arbitrage VaR 2 (GBP) Arbitrage VaR 2 (USD) Equity Statistical Arbitrage (EUR) Multimanagers Long/Short Equity Dynarbitrage Forex Asia Pacific Dynarbitrage High Yield Dynarbitrage VaR 4 (EUR) Dynarbitrage VaR 4 (USD) Dynarbitrage Volatility
Relevante aandelenklassen IE-, ME-, AE-, SE-, Classic H- en FE-klassen IE- en ME-klasse IE-, IHG-, ME-, AE-, AHG-, SE-, FE- en H-klassen IG-, MG-, AG-, SG- en H-klassen IU-, MU-, AU-, AE-, SU-, FU- en H-klassen IE-, IHU-, ME-, AE-, AHU-, SE- en FE-klassen IE-, ME-, AE-, SE- en FE-klassen IJ-, MJ-, AJ-, AE-, SJ-, FJ- en H-klassen IE-, ME-, AE-, SE-, FE- en H-klassen IE-, ME-, AE-, SE-, FE- en H-klassen IU-, MU-, AU-, AE-, SU-, FU- en H-klassen IE-, ME-, AE-, SE-, FE- en H-klassen
Waarnemingsperiode De waarnemingsperiode voor de berekening van de prestatievergoedingen voor elk subfonds begint en eindigt als volgt: Subfondsen Begin van de periode Einde van de periode Absolute Forex 1 juli 30 juni van het volgende jaar Arbitrage VaR Short Term 1 juli 30 juni van het volgende jaar Arbitrage VaR 2 (EUR) 1 januari 31 december Arbitrage VaR 2 (GBP) 1 januari 31 december Arbitrage VaR 2 (USD) 1 januari 31 december Equity Statistical Arbitrage (EUR) 1 januari 31 december Multimanagers Long/Short Equity 1 juli 30 juni van het volgende jaar Dynarbitrage Forex Asia Pacific 1 juli 30 juni van het volgende jaar Dynarbitrage High Yield 1 juli 30 juni van het volgende jaar Dynarbitrage VaR 4 (EUR) 1 juli 30 juni van het volgende jaar Dynarbitrage VaR 4 (USD) 1 juli 30 juni van het volgende jaar Dynarbitrage Volatility 1 juli 30 juni van het volgende jaar
156 Prestatiedoelstelling Subfondsen Absolute Forex Arbitrage VaR Short Term Arbitrage VaR 2 (EUR) Arbitrage VaR 2 (GBP) Arbitrage VaR 2 (USD) Equity Statistical Arbitrage (EUR) Multimanagers Long/Short Equity
Prestatievergoedingen 30% 20% 30% 30% 30% 30%
Prestatiedoelstelling EONIA EONIA + 0,75% per jaar EONIA + 1% per jaar GBP 3-Months LIBOR + 1% USD 3-Months LIBOR + 1% EONIA + 4,00% per jaar
20%
EONIA + 5% per jaar minus de op elke betreffende klasse toepasselijke vergoedingen * Dynarbitrage Forex Asia Pacific 30% JPY 3-Month LIBOR+ 3% Dynarbitrage High Yield 30% EONIA + 2% Dynarbitrage VaR 4 (EUR) 30% EONIA + 2% Dynarbitrage VaR 4 (USD) 30% USD 3-Month LIBOR+ 2% Dynarbitrage Volatility 30% EONIA + 2% * Dit omvat beheervergoedingen, administratievergoedingen en de "taxe d'abonnement"; Prestatievergoeding De prestatievergoeding wordt voor elke aandelenklasse afzonderlijk berekend. Zij wordt dagelijks opgebouwd en jaarlijks in mindering gebracht en betaald voor alle betreffende aandelenklassen, zoals weergegeven in bovenstaande tabel. De prestatievergoeding wordt als volgt berekend. De prestatievergoeding wordt berekend door de NIW van elke voor het subfonds relevante aandelenklasse te vergelijken met de referentiewaarde (hierna: de "referentiewaarde"). De startreferentiewaarde van de eerste waarnemingsperiode stemt overeen met de start-NIW van de subfonds aandelenklasse: - op 30 juni 2010 voor Arbitrage VaR Short Term en Multimanagers Long/Short Equity, - op 31 december 2010 voor de subfondsen Arbitrage Var (2) en Equity Statistical Arbitrage (EUR), - op 30 juni 2011 voor alle overige gelanceerde subfondsen De startreferentiewaarde voor de daarop volgende waarnemingsperioden stemt overeen met de NIW van de subfonds aandelenklasse na aftrek van alle vergoedingen op de laatste transactiedag van de voorgaande waarnemingsperiode. Alle volgende referentiewaarden gedurende een waarnemingsperiode stemmen overeen met de referentiewaarden van alle relevante aandelenklassen zoals berekend op de voorgaande berekeningsdag, rekening houdend met de inschrijvings- en terugkoophoeveelheden van de transactiedag, gecorrigeerd met het dagelijkse prestatiedoel van het betreffende subfonds. Dat betekent met name het volgende: -
Indien over de waarnemingsperiode de NIW van elke relevante aandelenklasse hoger is dan de referentiewaarde, dan zal de prestatievergoeding 20% of 30% zijn van het verschil tussen die twee waarden. Indien over de waarnemingsperiode de NIW van elke voor het subfonds relevante aandelenklasse lager is dan de referentiewaarde, zal de prestatievergoeding nihil zijn.
-
Indien over de waarnemingsperiode de NIW van elke relevante aandelenklasse hoger is dan de referentiewaarde, dan zal een voorziening voor prestatievergoeding in de berekening van de NIW worden opgenomen. In het geval dat de NIW van elke voor het subfonds relevante aandelenklasse lager uitkomt dan de referentiewaarde, dan zullen alle voorheen geboekte reserveringen voor prestatievergoedingen terug worden genomen. De terugneming van voorzieningen mag niet hoger zijn dan de som van de vroegere toekenningen.
-
In geval van terugkoop van aandelen zal een proportioneel gedeelte van de gereserveerde voorziening, overeenstemmend met het aantal teruggekochte aandelen, onmiddellijk worden gerealiseerd en aan de beheermaatschappij verschuldigd zijn.
-
Indien aan het einde van de waarnemingsperiode de NIW van elke voor het subfonds relevante aandelenklasse de referentiewaarde overschrijdt, zal de geregistreerde prestatievergoeding worden toegekend aan Amundi Luxembourg en zal een nieuwe periode beginnen.
-
157 Indien aan het einde van de waarnemingsperiode de referentiewaarde de NIW van alle voor het subfonds relevante aandelenklassen overschrijdt, zal geen prestatievergoeding worden toegekend aan Amundi Luxembourg en zal een nieuwe periode beginnen.
-
De voornoemde prestatievergoeding wordt rechtstreeks ten laste van het bedrijfsresultaat van elke aandelenklasse van het betreffende subfonds in rekening gebracht.
-
De berekeningsmethode van de prestatievergoeding wordt door de accountant van de SICAV gecontroleerd.
Eerste waarnemingsperiode Voor het Multimanagers Long/Short Equity and Arbitrage VaR Short Term-subfonds begint de eerste waarnemingsperiode op 1 juli 2010 en eindigt die op 30 juni 2011.
4. LDI-subfondsen Aan de beheervergoeding is een prestatievergoeding toegevoegd, met de volgende structuur: De prestatie van het betreffende subfonds wordt berekend op basis van de variatie van de netto-inventariswaarde per aandelenklasse (exclusief prestatievergoeding) vermenigvuldigd met het aantal aandelen op die dag. De prestatie van elke aandelenklasse wordt vergeleken met de prestatiedoelstelling die voor het betreffende subfonds is bepaald, als volgt:
Subfondsen LDI Index Linked Plus (GBP)
Prestatiedoelstelling FTSE UK Index-linked Gilts over 15 years Total Return + 2% per jaar, na verrekening van de kosten
LDI Gilt Plus (GBP)
FTSE UK Gilt over 15 years Total Return + 2% per jaar, na verrekening van de kosten
De volgende prestatievergoedingen worden betaald: Subfondsen LDI Index Linked Plus (GBP) LDI Gilt Plus (GBP)
vergoedingen 30% van de meerprestatie
Waarnemingsperiode De periode (de 'waarnemingsperiode') die voor elk subfonds in aanmerking wordt genomen, stemt overeen met het boekjaar van het fonds. Referentieprestatie De referentieprestatie waarnemingsperiode.
is
de
prestatie
van
de
toepasselijke
prestatiedoelstelling
gedurende
de
Meerprestatie: De prestatie van elke betreffende aandelenklasse die de referentieprestatie overtreft. High Water Mark Met behulp van de high water mark-methode wordt de prestatievergoeding berekend volgens de onderstaande principes: - een prestatievergoeding wordt opgebouwd op basis van de meerprestatie; - een prestatievergoeding wordt opgebouwd op basis van de stijging van de NIW per aandeel van elke betreffende aandelenklasse ten opzichte van de hoogste NIW per aandeel die eerder werd bereikt, op voorwaarde dat die stijging met een betaling van prestatievergoeding gepaard ging.
158 Bovendien wordt verduidelijkt dat de high water mark alleen gebaseerd kan zijn op een NIW per aandeel van de betreffende aandelenklasse aan het einde van elke betreffende waarnemingsperiode. De variaties van de NIW per aandeel tijdens een of meerdere perioden beïnvloeden de high water mark niet. De startwaarde van de high water mark op 1.9.2009 is bepaald op een waarde die overeenstemt met de NIW per aandeel van de aandelenklasse bij de oprichting, belegd tegen een percentage dat gelijk is aan de prestatie van de prestatiedoelstelling sinds de oprichting. De onderstaande grafiek geeft een voorbeeld van de hier beschreven high water mark-methode.
Waarnemingsperiode 1 NIW per aandeel van de betreffende aandelenklasse van het subfonds > HWM 0 PSF>PD => Reserveringen voor prestatievergoedingen worden dagelijks aangepast. Betaling aan het einde van iedere waarnemingsperiode (N+1) Deze referentie wordt gebruikt als het nieuwe beginpunt voor het berekenen van de opeenvolgende meerprestaties.
Waarnemingsperiode 2
Waarnemingsperiode 3
Waarnemingsperioden 2 en 3 NIW per aandeel van de betreffende aandelenklasse van het subfonds < HWM 1 => Er kunnen voor deze perioden geen prestatievergoedingen worden betaald aangezien de NIW per aandeel < APD
Waarnemingsperiode 4
Waarnemingsperiode 5
PSF>APD EN NIW per aandeel van de betreffende aandelenklasse van het subfonds op N+4 > HWM 1
HWM 3
HWM 2
PSF>APD EN NIW per aandeel van de betreffende aandelenklasse van het subfonds op N+5 > HWM 2
HWM 1
HWM 0
N
N+1
N+2
= Prestatie van het subfonds (PSF) = Reservering van prestatievergoedingen
N+3
N+4
N+5
= Prestatiedoelstelling (PD) = Aangepaste prestatiedoelstelling na invoering van HWM1 (APD)
Algemeen De prestatievergoeding wordt voor elke aandelenklasse afzonderlijk berekend. Zij wordt dagelijks opgebouwd en jaarlijks in mindering gebracht en betaald. De prestatievergoeding wordt volgens de onderstaande methode berekend: De meerprestatie van een aandelenklasse wordt berekend op basis van de verandering in de nettoinventariswaarde per aandeel van de betreffende aandelenklasse met betrekking tot de referentieprestatie; prestatievergoedingen worden in mindering gebracht in overeenstemming met het high water mark-principe. Meer in het bijzonder komt dat op het volgende neer: - als de prestatie van de aandelenklasse tijdens een waarnemingsperiode, sinds de invoering van de high water mark of de recentste aftrek van de prestatievergoeding, de referentieprestatie voor dezelfde periode overtreft (meerprestatie), wordt een prestatievergoeding opgebouwd op het moment van berekening van de nettoinventariswaarde. - in het geval van een negatief verschil tussen de bovenvermelde prestaties (minderprestatie), wordt elke eerder aangelegde provisie dienovereenkomstig verminderd. De afgetrokken bedragen kunnen de eerder aan de provisie toegewezen bedragen niet overschrijden.
159 - Aftrek van de prestatievergoeding: als de prestatie van een aandelenklasse aan het einde van de waarnemingsperiode hoger is dan de referentieprestatie sinds de recentste aftrek van de prestatievergoeding, wordt de prestatievergoeding betaald.
160 BIJLAGE III: VERMOGENSBEHEERDERS EN -ONDERBEHEERDERS Om de ontwikkeling van de subfondsen op te volgen wat samenvoegingen of naamswijzigingen betreft, wordt verwezen naar de tabel 'Lijst van subfondsen' aan het begin van het prospectus. 1. Vermogensbeheerders en subfondsen: Amundi (via het hoofdkantoor of het kantoor in Londen, Amundi London Branch) Aqua Global Absolute Forex Arbitrage VaR 2 (EUR) Arbitrage VaR 2 (GBP) Arbitrage VaR 2 (USD) Arbitrage VaR Short Term Bond Euro Govies Bond Converging Europe Bond Emerging Inflation Bond Euro Aggregate Convertible Europe Brazil Clean Planet Equity Statistical Arbitrage (EUR) Dynarbitrage Forex Dynarbitrage High Yield Dynarbitrage VaR 4 (EUR) Dynarbitrage VaR 4 (USD) Dynarbitrage Volatility Emerging Europe Emerging Internal Demand Emerging Markets Debt Emerging World Equity Euroland Value Equity Euroland Small Cap Equity Global Alpha Equity Global Gold Mines Equity Global Luxury and Lifestyle Equity MENA Euro Bond Euro Corporate Bond Euro Govies Euro High Yield Bond Euro Inflation Bond Euro Reserve
Euro Select Bond Europe Smaller Companies European Bond Gems Europe Gems World Global Agriculture Global Aggregate Global Bond Global Convertible Bond Global Corporate Bond Global Equities Global Finance Global Inflation Bond Global Resources Index Euro Index Europe Index Global Bond (EUR) Hedged Index North America Latin America Equities LDI Gilt Plus (GBP) LDI Index Linked Plus (GBP) Minimum Variance Europe Money Market Euro Money Market USD Restructuring Equities Select Euro Select Europe Dynamic Asset Allocation Switzerland US innovative companies USD Reserve US Opportunities Volatility Euro Equities Volatility World Equities
Amundi Hong Kong Ltd ASEAN New Markets Asia Pacific Renaissance Asian Growth Asian Income Dynarbitrage Forex Asia Pacific
Greater China India India Infrastructure Korea Thailand
Amundi Japan Equity Japan Target Equity Japan CoreAlpha
Index Pacific
161 CPR Asset Management Arbitrage Inflation
Euro Quant
Emerging Markets Management Emerging Markets Resona Bank Ltd Japan Value TCW Investment Management Company, Inc. ('TCW') Bond US Opportunistic Core Plus Equity US Concentrated Core Equity US Growth
Equity US Multi Strategies Equity US Relative Value
Amundi Investment Solutions Multi Asset Protected Amundi Alternative Investments, SAS Multimanagers Long/Short Equity Amundi Singapore Ltd Equity Asia Pacific ex-Japan
2. Ondervermogensbeheerders en subfondsen:
Amundi Hong-Kong Ltd heeft het beheer van de volgende subfondsen aan Amundi Singapore Ltd gedelegeerd. ASEAN New Markets Asian Income
Dynarbitrage Forex Asia Pacific Thailand
Amundi heeft het beheer van het volgende subfonds aan Victory Capital Management Inc. gedelegeerd. US Opportunities