Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus Dexia Total Return II Gemeenschappelijk Beleggingsfonds conform Richtlijn 85/611/EEG 136, route d’Arlon, L–1150 Luxemburg Gemeenschappelijk Beleggingsfonds naar Luxemburgs recht
De informatie die in deze bijlage bij het prospectus wordt verstrekt, moet samen worden gelezen met de informatie in het uitgifteprospectus. De bijlage bij het prospectus moet samen met het prospectus worden bezorgd aan elke belegger die in België inschrijft in het kader van de Belgische wetgeving op het openbaar aantrekken van spaargelden. Deze bijlage bij het prospectus wordt openbaar gemaakt na goedkeuring door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, conform artikel 119 van het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging en artikel 131 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit of van de kwaliteit van de verrichting evenmin als van de positie van de vennootschap die ze verwezenlijkt. De hierna beschreven fiscale informatie is gebaseerd op de huidige staat van de wetgeving. Het fiscale regime kan echter wijzigen als gevolg van wijzigingen van het wettelijke kader en reglementeringen.
1. Bemiddelaar die in België instaat voor de financiële dienst Dexia Bank België, Pachecolaan 44 te 1000 Brussel 2. Verdelers in België Dexia Bank België, Pachecolaan 44 te 1000 Brussel 3. Compartimenten die in België openbaar spaargelden mogen aantrekken 1 Compartiment Bond: De deelbewijzen van het compartiment DEXIA TOTAL RETURN II BOND zijn enkel beschikbaar in België in de klasse classique (kapitalisatiedeelbewijzen en winstuitkerende deelbewijzen) en de klasse LOCK (kapitalisatiedeelbewijzen).
1
Aandelen aan toonder mogen in België niet feitelijk afgeleverd worden.
1/5
Maart 2011
4. Niet-recurrente provisies en kosten gedragen door de belegger in België 2 (in valuta van het compartiment of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde per deelbewijs) Tarieflijst: Verhandelingsprovisie
Administratieve kosten
Intrede
Uittreding
Compartimentswijziging
< 50.000 € : 2,5% 50.000 € - 124.999 € : 1,75% 125.000 € - 249.999 € : 1% ≥ 250.000 € : 0,75% -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bedrag tot dekking van de kosten voor de verwerving /realisatie van de activa Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen de periode van een maand na intrede
5. Beschikbare informatie in België De volgende documenten zijn voor het publiek beschikbaar bij de bemiddelaar die instaat voor de financiële dienst van de ICBE: - het volledige prospectus en het vereenvoudigd prospectus van de ICBE; - het beheerreglement van de ICBE; - de jaarverslagen en de halfjaarlijkse verslagen. Alle informatie die in het land van herkomst van de ICBE gepubliceerd wordt, zal ook gepubliceerd worden in de volgende Belgische nationale dagbladen: de Tijd en L’Echo. Het kan met name maar niet exclusief gaan om de publicatie van de netto-inventariswaarde, de oproepingsberichten voor de algemene vergaderingen, de betaalbaarstelling van dividenden, de beslissing tot en de modaliteiten van de vereffening, fusie of splitsing en de schorsing van de berekening van de netto-inventariswaarde. 6. Voorwaarden voor inschrijving op en inkoop van rechten van deelneming in de ICBE • J = datum van de afsluiting van de ontvangstperiode van orders (iedere bankwerkdag in Luxemburg om 16u00 (plaatselijke Belgische tijd). Indien deze dag geen bankwerkdag is in België zullen de orders de volgende dag doorgegeven worden en verwerkt worden aan J + 1, met datum NIW J + 1). Het uur van de afsluiting van de ontvangstperiode van orders dat hier vermeld wordt, geldt voor de bemiddelaar die instaat voor de financiële dienst en de verdelers die in het prospectus worden opgenomen Wat de andere bemiddelaars betreft, dient de belegger zich aangaande het uur van de afsluiting van de ontvangstperiode van orders dat deze verdelers toepassen, bij hen te informeren. • Jpublicatie : datering van de NIW van J bij publicatie ervan = J • J + 2 = datum van de berekening van de netto-inventariswaarde • J + 4 = datum van betaling of terugbetaling van de aanvragen Bijkomende informatie voor de klasse LOCK : 2
De hieronder vermelde tarieven kunnen verschillen van deze vermeld in het prospectus.
2/5
Maart 2011
Gezien het specifieke karakter van deze klasse, worden potentiële beleggers alvorens in te schrijven verzocht bij hun financieel adviseur van DBB informatie in te winnen over de technische en operationele eisen en beperkingen die met dit mechanisme gepaard gaan.
7. Voorwaarden voor de terugkoop van rechten van deelneming in de ICBE bij het automatisch genereren van de verkooporder van de klasse LOCK • J = Datum van de netto-inventariswaarde die automatisch een verkooporder genereert (elke bankwerkdag in Luxemburg). • J + 2 = Berekeningsdatum van de netto-inventariswaarde die automatisch een verkooporder genereert (datum NIW = J) • J + 3 = datum van de afsluiting van de ontvangstperiode van de automatische verkooporders (elke bankwerkdag in Luxemburg om 16u00 (plaatselijke Belgische tijd). Indien deze dag geen bankwerkdag is in België zullen de orders de volgende dag doorgegeven worden en verwerkt worden aan J + 4, met datum NIW J + 4) en datum van het automatische verkooporder • J + 5 = Datum van de berekening van de netto-inventariswaarde die van toepassing is op het automatische verkooporder (datum NIW = J + 3)
• J + 7 = datum van terugbetaling van de deelbewijzen Elk verkooporder wordt tegen een ongekende koers uitgevoerd. Het mechanisme geeft dus geen enkele garantie betreffende de netto-inventariswaarde bij uitvoering.
3/5
Maart 2011
8. Fiscaal regime voor natuurlijke personen 8.1. Belasting op meerwaarden ingevolge inkopen gedaan vanaf 01.01.2008 Deze ICB kan rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 40% van haar vermogen beleggen in schuldinstrumenten in de zin van de wet van 27 december 2005. Bijgevolg zal de belegger-natuurlijke persoon, bij de inkoop door de ICB van haar deelbewijzen of bij een gehele of gedeeltelijke verdeling van het vermogen, een roerende voorheffing van 15 % moeten betalen op het deel van het ontvangen bedrag dat overeenstemt met het rendement van de schuldinstrumenten volgens de bepalingen van §8.2. Het hieronder beschreven regime is van toepassing op kapitalisatiedeelbewijzen en winstuitkerende deelbewijzen uitgegeven door de ICB. 8.2. Belasting op het rendement van schuldvorderingen bij inkoop of bij verdeling van het eigen vermogen 8.2.1 Het belastbaar bedrag in hoofde van de belegger stemt overeen met het geheel van de inkomsten die rechtstreeks of onrechtstreeks, onder de vorm van intresten, meerwaarden of minderwaarden, voortkomen uit bovenvermelde schuldinstrumenten, wanneer de beheerder in staat is dat gedeelte vast te stellen in de door de belegger gerealiseerde inkomsten die voortkomen uit het verschil tussen de inkoopwaarde of het bedrag verkregen bij de verdeling van het eigen vermogen van de ICB, en de aanschaffings- of beleggingswaarde van de rechten van deelneming, en in zoverre deze inkomsten betrekking hebben op de periode waarin de verkrijger houder was van de rechten van deelneming. 8.2.2 Als de beheerder niet in de mogelijkheid is om het gedeelte vast te stellen van de belastbare inkomsten, zoals bedoeld in §8.2.1, is het belastbaar bedrag in hoofde van de belegger gelijk aan de gerealiseerde meerwaarde vermenigvuldigd met het percentage van het vermogen van de ICB dat belegd is in schuldvorderingen zoals bedoeld in § 8.1. Voor wat betreft § 8.2.1 en 8.2.2., als de verkrijger de rechten van deelneming voor 1 juli 2005 heeft verworven, of als hij de datum van verwerving van deelbewijzen niet aantoont, wordt hij geacht houder te zijn geweest vanaf 1 juli 2005 en de NIW vastgesteld op die datum wordt geacht de aanschaffingswaarde te zijn.
8.3. Opmerking De belegger kan contact opnemen met Dexia Bank België, Pachecolaan 44 te 1000 Brussel om informatie te verkrijgen over het fiscaal regime bedoeld in punt 8.2. dat op hem van toepassing is, rekening houdend met de belegging die hij wil doen, en, in voorkomend geval, met het compartiment waarin hij wil beleggen.
4/5
Maart 2011
8.4. Dividend betaald door een gemeenschappelijk beleggingsfonds (winstuitkerende deelbewijzen van het gemeenschappelijk beleggingsfonds) Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van § 8.2. hierboven, zijn de sommen die aan de belegger worden toegekend door een GBF, met uitzondering van de sommen die worden toegekend bij inkoop van rechten van deelneming of bij verdeling van het eigen vermogen van het GBF, onderworpen aan een roerende voorheffing van 15%. Deze roerende voorheffing bedraagt 25% in geval van afwezigheid van ventilatie per categorie van inkomsten. 8.5. Bevrijdend karakter van de roerende voorheffing Beleggers-natuurlijke personen die roerende voorheffing hebben betaald, zijn niet meer verplicht de inkomsten bedoeld in de punten 8.2. en 8.3. hierboven, op te nemen in hun jaarlijkse belastingaangifte (de voorheffing is “bevrijdend”). Indien die beleggers voor de ontvangen inkomsten echter geen roerende voorheffing hebben betaald, moeten zij die inkomsten wel aangeven in hun jaarlijkse belastingaangifte. 8.6. Richtlijn 2003/48/EG over de belastingheffing op spaargelden Elke natuurlijke persoon die zijn woonplaats in een lidstaat van de EU heeft en die inkomsten ontvangt (interesten, dividenden, meerwaarden, …) van het gemeenschappelijk beleggingsfonds via een uitbetalende instantie die in een andere lidstaat van de EU is gevestigd, moet inlichtingen inwinnen over de wettelijke en reglementaire bepalingen die op hem van toepassing zijn.
5/5
Maart 2011
Dexia Total Return II Gemeenschappelijk Beleggingsfonds (GBF) naar Luxemburgs recht
Prospectus
Inschrijvingen worden uitsluitend aanvaard op basis van het onderhavige Prospectus dat alleen geldig is indien dit vergezeld gaat van het laatste beschikbare jaarverslag, alsmede van het laatste halfjaarverslag indien dit recenter is dan het laatste jaarverslag. Deze documenten maken wezenlijk deel uit van voorliggend Prospectus.
1 januari 2010 Voorliggend prospectus is uitsluitend geldig indien dit vergezeld gaat van het addendum de dato 7 februari 2011
Dexia Asset Management Luxembourg S.A., naamloze vennootschap handelend voor rekening van het GBF Dexia Total
Return II 136, route d’Arlon L-1150 LUXEMBOURG R.C.S. Luxembourg B-37 647
Addendum de dato 7 februari 2011 aan het prospectus de dato 1 januari 2010 De Raad van Bestuur van Dexia Asset Management Luxembourg S.A. (de « Beheersmaatschappij ») heeft beslist een nieuwe klasse rechten van deelneming tot stand te brengen, « LOCK » genoemd, in het deelfonds Dexia Total Return II Bond. De klasse « LOCK » (die ook klasse « L » mag worden genoemd) is een aandelenklasse waarop een mechanisme wordt toegepast dat bedoeld is om het gelopen kapitaalrisico te beperken. Dit mechanisme wordt alleen aangeboden door Dexia Bank België (hieronder « DBB »), de enige gemachtigde verdeler van deze aandelen. Door in deze klasse te beleggen aanvaardt de belegger dat de aandelen automatisch verkocht worden zodra de netto-inventariswaarde een bepaald bedrag bereikt (activeringskoers). Stelt DBB dan vast dat de netto-inventariswaarde gelijk is aan of lager ligt dan de activeringskoers, dan wordt er automatisch een terugkooporder gegenereerd en zo snel mogelijk uitgevoerd. Het verkooporder wordt geglobaliseerd op de eerste cut-off (datum van de afsluiting van de ontvangstperiode van orders) volgend op de berekeningsdag van de netto-inventariswaarde die automatisch het terugkooporder heeft gegenereerd. Gezien het specifieke karakter van deze klasse, worden potentiële beleggers alvorens in te schrijven verzocht bij hun financieel adviseur van DBB advies in te winnen over de technische en operationele eisen en beperkingen die met dit mechanisme gepaard gaan. Deze klasse kenmerkt zich als volgt:
1)
Vorm van de rechten van deelneming: uitsluitend rechten van deelneming aan toonder. De rechten van deelneming aan toonder worden in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm aangehouden op een girale effectenrekening.
2)
Categorie rechten van deelneming: kapitaliserende rechten van deelneming, uitgedrukt in EUR [ISIN-code LU0574802624].
3)
Minimuminleg: nihil.
4)
Uitgifteprovisie: max. 2,5%.
5)
Uittredingsprovisie: 0%.
6)
Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij en provisie van Depothoudende bank: de provisies zijn identiek aan die van de bestaande klasse « Classique ».
7)
Specifieke kosten verbonden aan het mechanisme van de klasse « Lock »: 0,05% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde, betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
8)
Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
2 |
Dexia Total Return II
9)
Notering op de beurs van Luxemburg: de rechten van deelneming worden niet genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Deze klasse zal te gelegener tijd worden opengesteld bij beslissing van de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij.
3 |
Dexia Total Return II
Inleiding BELANGRIJK: Voor nadere toelichtingen over de inhoud van dit document wordt u aangeraden uw beurs-, fondsenof effectenmakelaar, bankier, advocaat, accountant of andere financieel adviseur te raadplegen. Dexia Total Return II (hierna het « Fonds » te noemen) is opgenomen in de officiële notering van de instellingen voor collectieve belegging overeenkomstig deel I van de Luxemburgse wet van 20 december 2002 op de instellingen voor collectieve belegging en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Europese richtlijn 85/611/EEG, zoals gewijzigd. Deze inschrijving mag echter niet worden gezien als een positieve beoordeling door het toezichthoudende orgaan van de inhoud van dit Prospectus of van de kwaliteit van de door het Fonds aangeboden of aangehouden effecten. Iedere andersluidende bewering of verklaring is ongeoorloofd en onwettig. Dit Prospectus mag niet worden gebruikt voor doeleinden van tekoopstelling en uitnodiging tot verkoop in alle landen en omstandigheden waarin zulks niet is toegestaan. Elke verwijzing in dit Prospectus naar de term EUR of euro is te verstaan als de munteenheid van de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU). De beleggers worden ervan op de hoogte gebracht dat de functies van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A., naamloze vennootschap gevestigd en kantoorhoudende te L-2953 Luxembourg, 69, route d’Esch, Groothertogdom Luxemburg, sedert 20 januari 2006 worden waargenomen door RBC Dexia Investor Services Bank S.A, naamloze vennootschap gevestigd en kantoorhoudende te L-4360 Esch-sur-Alzette, 14, Porte de France.
4 |
Dexia Total Return II
Inhoudsopgave
Inleiding 1. Bestuur van het Fonds 2. Algemene kenmerken van het Fonds 3. Beheersmaatschappij 7 4. Depothoudende bank 5. Beleggingsbeleid en -doelstellingen 6. Risicodekking en gebruik van financiële instrumenten 7. Beleggingsbegrenzingen 8. Gebruiksvoorwaarden van kredietderivaten 9. Rechten van deelneming 10. Notering van rechten van deelneming 11. Uitgifte van rechten van deelneming, inschrijvings- en betalingsprocedure 12. Terugkoop van rechten van deelneming 13. Omzetting van rechten van deelneming 14. Market Timing en Late Trading 15. Netto-inventariswaarde 16. Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de uitgifte, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming 17. Resultaatverwerking 18. Kosten en lasten 19. Fiscale behandeling 20. Vereffening 21. Informatieverschaffing aan de Houders van rechten van deelneming Technisch informatieblad
5 |
Dexia Total Return II
3 4 6 7 10 11 12 13 19 19 20 20 21 22 23 24 26 27 28 29 30 32 34
1.
Bestuur van het Fonds
Promotoren:
Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A. 69, route d’Esch, L – 2953 Luxembourg Dexia Asset Management Luxembourg S.A. 136, route d’Arlon, L – 1150 Luxembourg
Beheersmaatschappij:
Naam, maatschappelijke zetel Dexia Asset Management Luxembourg S.A. 136, route d’Arlon, L – 1150 Luxembourg
Raad van Bestuur Voorzitter De heer Stefaan Decraene, lid van het Directiecomité van Dexia S.A. en Voorzitter van het Directiecomité van Dexia Bank België NV Gedelegeerd bestuurder: De heer Jean-Yves Maldague, Voorzitter van het Directiecomité van Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Bestuurders: De heer Naïm Abou-Jaoudé, Voorzitter van het Uitvoerend comité van de groep Dexia Asset Management De heer Christophe Burm, Marketingdirecteur Private Personal & Retail Banking van Dexia Bank België NV De heer Thierry Delroisse, lid van het Directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A. De heer Pierre Malevez, lid van het Directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A. De heer Xavier Rojo, Directeur Innovation & Financial Engineering van Dexia-groep, in de algemene directie Public Finance De heer Philippe Rucheton, Chief Financial Officer (CFO) en lid van het Directiecomité van Dexia S.A.
6 |
Dexia Total Return II
Directiecomité: Voorzitter De heer Jean-Yves Maldague, Gedelegeerd bestuurder van Luxembourg S.A.
Dexia
Asset
Management
Leden De heer Naïm Abou-Jaoudé, Bestuurder - Directeur De heer Michel ORY, Directeur De heer Alain Peters, Directeur
De uitvoering van de functie van portefeuillebeheer wordt deels opgedragen aan: Dexia Asset Management, Rogierplein 11 B-1210 Brussel Bedrijfsrevisor:
PricewaterhouseCoopers 400, route d’Esch, BP 1443, L–1014 Luxembourg
De functie van Administratief agent wordt opgedragen aan:
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. 14, porte de France, L-4360 Esch-sur-Alzette De functie van Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder) wordt opgedragen aan: RBC Dexia Investor Services Bank S.A. 14, porte de France, L-4360 Esch-sur-Alzette
Depothoudende bank
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. 14, porte de France, L-4360 Esch-sur-Alzette
Bedrijfsrevisor van het Fonds
PricewaterhouseCoopers 400, route d’Esch, BP 1443, L–1014 Luxembourg
7 |
Dexia Total Return II
2.
Algemene kenmerken van het Fonds
De naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht Dexia Asset Management, gevestigd en kantoorhoudende te L-1150 Luxembourg, 136, route d’Arlon (hierna « Beheersmaatschappij » te noemen) heeft het Fonds op 11 augustus 2005 voor onbepaalde tijd te Luxemburg opgericht als gemeenschappelijk beleggingsfonds, overeenkomstig het bepaalde in deel I van de Luxemburgse wet van 20 december 2002 op de instellingen voor collectieve belegging (hierna kortheidshalve « icb » te noemen). De wet van 20 december 2002 en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten (rondzendbrieven) worden hierna « Wet » genoemd. Het beheersreglement van het Fonds dat aanvankelijk werd ondertekend op 11 augustus 2005 werd neergelegd ter griffie van de arrondissementsrechtbank en werd in het Mémorial gepubliceerd onder verwijzing naar de neerlegging ter griffie van dit schriftstuk de dato 5 september 2005. Dit beheersreglement werd gewijzigd op 15 maart 2006, op 11 juni 2007 en op 1 januari 2010. De wijzigingen werden gepubliceerd in het Mémorial. Het beheersreglement ligt ter inzage bij de griffie van de arrondissementsrechtbank. Belangstellenden kunnen desgevraagd exemplaren ervan verkrijgen tegen betaling van de griffierechten. Het Fonds is opgericht als onverdeelde mede-eigendom van de gezamenlijke effecten en andere activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen waaruit dit is samengesteld. Het Fonds wordt in het belang van de mede-eigenaars of deelhebbers (hierna « Houders van rechten van deelneming » te noemen) beheerd door de Beheersmaatschappij, gevestigd en kantoorhoudende te Luxemburg. De activa van het Fonds die in bewaring werden gegeven aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. (hierna « Depothoudende bank » te noemen) vormen een vermogen dat gescheiden is van de activa van de Beheersmaatschappij. De Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij stelt meerdere portefeuilles (hierna « Deelfonds(en) » te noemen) ter beschikking van de beleggers. In elk Deelfonds is een geheel van onderscheiden activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen met uiteenlopende doelstellingen belichaamd, waaraan telkens een geheel van specifieke activa (bezittingen) en passiva (verplichtingen) verbonden is. Uit dien hoofde vormt het Fonds een gemeenschappelijk beleggingsfonds « met meerdere deelfondsen ». Momenteel is één enkel Deelfonds beschikbaar voor de beleggers, te weten: –Dexia Total Return II Bond (uitgedrukt in EUR). Het Fonds kenmerkt zich als een dakfonds (fund of funds). De inschrijving door een belegger die verblijft in een land dat zich niet heeft aangesloten bij de reglementering van de financiële-actiegroep tegen het witwassen van geld (Financial Action Task Force on money laundering, hierna kortheidshalve « FATF » te noemen), wordt uitsluitend aanvaard indien deze vergezeld gaat van de identiteits- en legitimatiebewijzen van de belegger die werden gelegaliseerd of voor eensluidend met het origineel verklaard door de desbevoegde lokale overheden in het land waar de belegger zijn verblijfplaats heeft (de lijst met de landen die zijn toegetreden tot de FATF-reglementering is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het Fonds). Indien overwogen wordt aanvullende dienovereenkomstig worden aangepast.
8 |
Deelfondsen
op
Dexia Total Return II
te
starten,
zal
dit
Prospectus
De Houders van rechten van deelneming van een Deelfonds zijn gelijkberechtigd in het Deelfonds waarvan ze rechten van deelneming houden, en wel naar evenredigheid van het aantal rechten van deelneming in hun bezit. Het in EUR geconsolideerde totale nettoactief van het Fonds mag niet minder bedragen dan EUR 1.250.000 en moet worden bereikt binnen zes (6) maanden nadat het Fonds in de officiële koerslijst van icb's werd opgenomen. De rechtsverhoudingen en -betrekkingen tussen de Houders van rechten van deelneming, de Beheersmaatschappij en de Depothoudende bank worden geregeld door de Wet en door het beheersreglement van het Fonds waarmee de Houders van rechten van deelneming instemmen door het enkele feit dat ze deze rechten van deelneming verwerven.
3.
Beheersmaatschappij
De Beheersmaatschappij van het Fonds is Dexia Asset Management, naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht die op 10 juli 1991 te Luxemburg werd opgericht en waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te L-1150 Luxembourg, 136, route d'Arlon (hierna « Beheersmaatschappij » te noemen). De Beheersmaatschappij heeft haar beheersactiviteiten aangevat op 1 februari 1999 en is een dochteronderneming van Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A. en van Dexia Bank België NV. Zij werd erkend als beheersmaatschappij in de zin van artikel 77 van hoofdstuk 13 van de Wet en is uit dien hoofde gemachtigd op te treden als collectief portefeuillebeheerder, beheerder van beleggingsportefeuilles en beleggingsadviseur. De statuten van de Beheersmaatschappij werden gepubliceerd in het Mémorial C (Recueil des Sociétés et Associations) nr. 612 de dato 15 juni 2004. De Beheersmaatschappij is ingeschreven in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) van en te Luxemburg onder het nummer B 37.647. Het kapitaal van de Beheersmaatschappij bedraagt EUR 225.110.610,53 en is belichaamd in door 15.386 aandelen op naam. De Beheersmaatschappij werd opgericht voor onbepaalde tijd. Haar boekjaar wordt afgesloten op 31 december van elk jaar. De Beheersmaatschappij heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om ter verwezenlijking van haar maatschappelijk doel alle daden van beheer en bestuur van icb’s te stellen. De Beheersmaatschappij draagt de verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van portefeuillebeheer, administratie (Administratief agent, Transferagent met inbegrip van de werkzaamheden van Registerhouder) en tekoopstelling (verkoop en verdeling). Krachtens de Wet is de Beheersmaatschappij gemachtigd haar functies, bevoegdheden en verplichtingen voor het geheel of ten dele over te dragen aan elke natuurlijke persoon (particulier) of rechtspersoon (vennootschap) die zij daartoe geschikt acht, met dien verstande dat het onderhavige Prospectus op voorhand dient te worden aangepast. De Beheersmaatschappij blijft evenwel volledig aansprakelijk voor de daden en handelingen die door deze gemachtigde(n), lasthebber(s) of vertegenwoordiger(s) worden gesteld. Op datum van voorliggend Prospectus beheert de Beheersmaatschappij Dexia Total Return, een gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Luxemburgs recht dat op 8 september 2004 werd opgericht. Als vergoeding voor de verschillende functies die worden vervuld door de Beheersmaatschappij of door één van haar gemachtigde(n) lasthebber(s) of vertegenwoordiger(s), heeft de
9 |
Dexia Total Return II
Beheersmaatschappij recht op provisies die door het Fonds aan haar worden uitbetaald en hieronder nader worden toegelicht. Deze provisies dekken de werkzaamheden van portefeuillebeheer, administratie en tekoopstelling (zoals nader bepaald in Bijlage II van de Wet). De belegger wordt verzocht de jaarverslagen van het Fonds te raadplegen om nadere bijzonderheden te krijgen over de provisies die aan de Beheersmaatschappij of aan haar gemachtigden, lasthebbers of vertegenwoordigers worden uitbetaald als vergoeding voor hun diensten. De Beheersmaatschappij beheert op dit ogenblik de volgende icb’s: CLEOME INDEX CORDIUS DEXIA BONDS DEXIA CLICKINVEST DEXIA DYNAMIX DEXIA EQUITIES L DEXIA FUND DEXIA FUND II DEXIA GLOBAL DEXIA LIFE DEXIA LIFE BONDS DEXIA LIFE EQUITIES DEXIA LUXPART DMM DEXIA MONEY MARKET DEXIA PATRIMONIAL DEXIA PRIME ADVANCED DEXIA PROTECTED DEXIA QUANT DEXIA SPECIALISED FUND DEXIA TOTAL RETURN DEXIA TOTAL RETURN II DEXIA WORLD ALTERNATIVE NOVARA AQUILONE SICAV PUBLIFUND PUBLITOP 3.1. Functie van portefeuillebeheer De Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij neemt de verantwoordelijkheid op zich voor het beleggingsbeleid van de verschillende Deelfondsen waaruit het Fonds is samengesteld. De functie van portefeuillebeheer omvat meer in het bijzonder de volgende taken: •
advies of aanbevelingen geven over de uit te voeren beleggingen,
•
contracten sluiten, effecten en andere activa of vermogensbestanddelen, van welke aard dan ook, kopen, verkopen, omwisselen en afleveren,
•
voor rekening van het Fonds alle stemrechten uitoefenen die gebonden zijn aan de effecten waaruit het vermogen van het Fonds is samengesteld.
10 |
Dexia Total Return II
Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 11 augustus 2005 heeft de Beheersmaatschappij de uitvoering van het portefeuillebeheer van het Fonds deels overgedragen aan haar Belgische dochteronderneming Dexia Asset Management, gevestigd en kantoorhoudende te B1210 Brussel, Rogierplein 11. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. Dexia Asset Management, gevestigd en kantoorhoudende te B-1210 Brussel, Rogierplein 11, is een beheersvennootschap die in 1998 voor onbepaalde tijd in België werd opgericht. Dexia Asset Management is een dochteronderneming van de Beheersmaatschappij die de zeggenschap over haar uitoefent. Enkel de tenuitvoerlegging van het beheer wordt overgedragen; de Beheersmaatschappij blijft verder instaan voor de strategie, de intermediaire functie (middle-office) alsook voor het toezicht op en de beheersing van de regelgevingsrisico’s. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt de Beheersmaatschappij beheersprovisies die als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde zijn uitgedrukt. Het Fonds dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen als vergoeding voor de werkzaamheden van portefeuillebeheer en tekoopstelling. 3.2. Overdracht van de administratiefunctie Op datum van voorliggend Prospectus werd de administratiefunctie (zoals bepaald in Bijlage II van de Wet) – meer in het bijzonder de werkzaamheden van Administratief agent en Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder) – overgedragen door de Beheersmaatschappij. De Beheersmaatschappij behoudt evenwel de zeggenschap over en de volledige verantwoordelijkheid voor deze overdracht. 3.2.1. Overdracht van de functie van Administratief agent Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 11 juni 2007 heeft de Beheersmaatschappij de gezamenlijke werkzaamheden van Administratief agent van het Fonds overgedragen aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen.
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is zodoende belast met het bijhouden van de boekhouding van het Fonds, met het berekenen en bekendmaken van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming van elk Deelfonds (overeenkomstig de Wet en het beheersreglement van het Fonds) en, in het algemeen, met het vervullen voor rekening van het Fonds van alle administratieve en boekhoudkundige diensten die zijn voorgeschreven door de Wet en die verband houden met het administratieve beheer van het Fonds. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is ingeschreven in het handels- en vennootschapsregister (R.C.S.) van Luxemburg onder het nummer B-47192, en werd in 1994 opgericht onder de naam « First European Transfer Agent ». RBC Dexia Investor Services Bank S.A. heeft een bankvergunning in de zin van de Luxemburgse wet van 5 april 1993 op de financiële sector, zoals gewijzigd, en is gespecialiseerd in het verstrekken van diensten als bewaarbank, administratiekantoor alsook andere daarmee samenhangende diensten.
Per 31 december 2008 bedroeg haar eigen vermogen EUR 596.141.880.
11 |
Dexia Total Return II
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is een dochteronderneming van RBC Dexia Investor Services Limited, een vennootschap naar het recht van Engeland en Wales, waarover de zeggenschap wordt uitgeoefend door Dexia Banque Internationale à Luxembourg S.A., Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg alsook door Royal Bank of Canada, Toronto, Canada. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. provisies van Administratief agent die als jaarlijks percentage van de gemiddelde nettoinventariswaarde worden uitgedrukt. De Beheersmaatschappij dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen. 3.2.2. Overdracht van de functies van Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder) Blijkens een overeenkomst tot overdracht van bevoegdheid de dato 11 juni 2007 heeft de Beheersmaatschappij de gezamenlijke werkzaamheden van Transferagent (waaronder inbegrepen de werkzaamheden van Registerhouder) van het Fonds overgedragen aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. (voorheen « First European Transfer Agent »). Het staat elke partij vrij deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is zodoende belast met het verwerken van de inschrijvings-, terugkoop- en omzettingsaanvragen voor de rechten van deelneming van het Fonds, alsook met het bijhouden van het register van de Houders van rechten van deelneming. Als vergoeding voor de verstrekte diensten ontvangt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. provisies van Transferagent die als jaarlijks percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde zijn uitgedrukt. De Beheersmaatschappij dient deze provisies per ultimo van elk kwartaal uit te betalen. 3.3. Verkoopfunctie De verkoopfunctie (tekoopstelling) bestaat erin de verdeling van de rechten van deelneming van het Fonds te coördineren door tussenkomst van de entiteiten van Dexia-groep of derden die daartoe door de Beheersmaatschappij werden aangewezen (hierna « Verdelers/Nominees » te noemen). De Beheersmaatschappij en de verschillende Verdelers/Nominees mogen overeenkomsten van Verdeler/Nominee sluiten. Op grond van deze overeenkomsten wordt de Verdeler/Nominee ingeschreven in het register van de Houders van rechten van deelneming in plaats van de cliënten die in het Fonds hebben belegd. Deze overeenkomsten bepalen onder meer dat een cliënt die door tussenkomst van de Verdeler/Nominee in het Fonds heeft belegd te allen tijde mag verzoeken de rechten van deelneming waarop hij door bemiddeling van de Verdeler/Nominee heeft ingeschreven, op zijn naam te stellen. Alsdan wordt de cliënt op zijn eigen naam in het register ingeschreven zodra de opdracht tot tenaamstelling van de Verdeler/Nominee wordt ontvangen. Het is de Houders van rechten van deelneming toegestaan rechtstreeks bij het Fonds op rechten van deelneming in te schrijven, zonder tussenkomst of bemiddeling van een Verdeler/Nominee. Indien een Verdeler/Nominee wordt aangewezen, dient deze de procedures tegen het witwassen van geld toe te passen zoals die nader zijn bepaald in hoofdstuk 10 van het onderhavige Prospectus. De aangewezen Verdeler/Nominee moet een Professional uit de Financiële Sector (PFS) zijn, dat wil zeggen een financiële marktpartij die is gevestigd in een land dat lid is van de FATF, en moet erkend zijn door en onder het toezicht staan van de toezichthoudende instanties in zijn land. De lijst met
12 |
Dexia Total Return II
FATF-landen kan worden geraadpleegd op de website van de financiële-actiegroep tegen het witwassen van geld « www1.oecd.org/fatf ». Desgewenst kan elke belegger ter maatschappelijke zetel van de Beheersmaatschappij gratis een exemplaar krijgen van de lijst met nominees.
4.
Depothoudende bank
RBC Dexia Investor Services Bank S.A. (hierna « Depothoudende bank » te noemen) werd aangesteld tot bewaarnemer of depothouder van de activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen van het Fonds krachtens een overeenkomst voor onbepaalde tijd die op 11 juni 2007 werd ondertekend. Het staat de Beheersmaatschappij of de Depothoudende bank vrij deze overeenkomst schriftelijk beëindigen door een opzeggingstermijn van negentig (90) dagen in acht te nemen. De activa van het Fonds worden in bewaring gegeven aan de Depothoudende bank die de door de Wet voorgeschreven verplichtingen en taken dient te vervullen. In overeenstemming met de bankgebruiken is het de Depothoudende bank toegestaan op eigen verantwoording het geheel of een deel van de activa die zij onder bewaring heeft, aan andere bankinstellingen of financiële tussenpersonen toe te vertrouwen. De Depothoudende bank dient daarenboven: (a) zich ervan te vergewissen dat de verkoop, uitgifte, terugkoop en intrekking van rechten van deelneming voor rekening van het Fonds of door de Beheersmaatschappij overeenkomstig de Wet of het beheersreglement geschieden; (b) zich ervan te vergewissen dat de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming wordt berekend overeenkomstig de wet of het beheersreglement; (c) de aanwijzingen van de Beheersmaatschappij uit te voeren, tenzij deze in strijd zijn met de Wet of het beheersreglement; (d) zich ervan te vergewissen dat bij transacties met betrekking tot de activa van het Fonds de tegenprestatie haar binnen de gebruikelijke termijnen wordt voldaan; (e) zich ervan te gewissen dat de opbrengsten van het Fonds een bestemming krijgen in overeenstemming met het beheersreglement. Voor het overige betaalt de Depothoudende bank dividenden uit aan de Houders van rechten van deelneming van het Fonds. Het staat de Depothoudende bank vrij de dividendbetaling op te dragen aan andere betaalkantoren of uitbetalende instanties. De Houders van rechten van deelneming aan toonder moeten de daarmee samenhangende dividendcoupons overleggen wanneer zij zich aanbieden bij de Depothoudende bank of de andere betaalkantoren of uitbetalende instanties. Als vergoeding voor haar diensten ontvangt de Depothoudende bank een provisie van Depothoudende bank die als percentage van de gemiddelde netto-inventariswaarde wordt uitgedrukt en die per ultimo van elk kwartaal door het Fonds moet worden uitbetaald.
13 |
Dexia Total Return II
De belegger wordt verzocht de jaarverslagen van het Fonds te raadplegen voor meer bijzonderheden over deze provisie van Depothoudende bank die nader wordt omschreven in het technisch informatieblad van elk Deelfonds waarvan dit Prospectus vergezeld gaat.
5.
Beleggingsbeleid en -doelstellingen
Het Fonds beoogt de beleggers via de beschikbare Deelfondsen een ideaal beleggingsmedium aan te bieden dat een welbepaalde beheersdoelstelling nastreeft en dat rekening houdt met de mate waarin de belegger bereid is risico te lopen. Zo biedt elk Deelfonds de beleggers de mogelijkheid deel te nemen aan de ontwikkeling van de aandelen- en/of obligatiemarkten in de toonaangevende financiële centra wereldwijd, zonder dat zij zich hoeven te bekommeren over het analyseren en opvolgen van deze markten.
Het Fonds mag derivatentransacties uitvoeren, zowel met het oog op een goed portefeuillebeheer als voor risicodekkingsdoeleinden (hedging). Deze transacties mogen er in geen geval toe leiden dat het Deelfonds afwijkt van zijn beleggingsdoelstellingen. Zo mag het Fonds bijvoorbeeld transacties uitvoeren op futuresmarkten, optiemarkten alsook op swapmarkten. Verder mag het Fonds valutatermijntransacties (forward exchange deals) afsluiten voor risicodekkingsdoeleinden (hedging) of om risicoposities in deviezen (valutaposities) op te bouwen binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het Deelfonds. Wijzigingen die in de beleggingen worden toegepast, moeten berusten op de conclusies van de door de Beheersmaatschappij uitgewerkte strategie.
6.
Risicodekking en gebruik van financiële instrumenten
Het Fonds mag technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten toepassen mits deze technieken en instrumenten worden gebezigd met het oog op een goed portefeuillebeheer. Het gebruik van afgeleide instrumenten (derivaten) moet in overeenstemming zijn met de voorwaarden en grenzen die zijn vastgelegd in hoofdstuk 7. Het tegenpartijrisico dat het Fonds loopt bij een transactie op buiten de beurs (over-the-counter) verhandelde afgeleide instrumenten (OTC-derivaten) mag niet meer bedragen dan 10% van de waarde van zijn eigen activa, wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is waarvan de statutaire zetel in een lidstaat van de Europese Unie (hierna kortheidshalve « EU » te noemen) gevestigd is of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gelegen is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de Luxemburgse toezichthouder op de financiële markten (Commission de Surveillance du Secteur Financier, hierna kortheidshalve « CSSF » te noemen) gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of 5% van de waarde van zijn eigen activa in de overige gevallen. Er mag in afgeleide instrumenten (derivaten) worden belegd mits het risico met betrekking tot de onderliggende activa in totaal niet de in hoofdstuk 7 gestelde beleggingsbegrenzingen overschrijdt. Wanneer een effect of een geldmarktinstrument een derivaat omvat, moet dat derivaat in aanmerking worden genomen voor de naleving van de bepalingen in dit hoofdstuk. Indien het Fonds gebruikmaakt van op een index gebaseerde derivaten, behoeven deze beleggingen niet voor de in hoofdstuk 7 bepaalde bovengrens te worden samengeteld.
14 |
Dexia Total Return II
Wanneer een effect of een geldmarktinstrument een derivaat omvat, moet dat derivaat in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het bepaalde in hoofdstuk 7 alsook voor de beoordeling van de aan derivatentransacties verbonden risico’s, in dier voege dat het totale derivatenrisico de totale nettowaarde van de activa niet overschrijdt. 6.1 Effectenleningstransacties De icb mag technieken en instrumenten met betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten toepassen zoals beschreven in punt 6.1., 6.2. en 6.3. Het gebruik van deze transacties mag niet tot gevolg hebben dat haar beleggingsdoelstellingen worden gewijzigd, noch leiden tot het nemen van bijkomende risico’s die groter zijn dan haar risicoprofiel zoals dit in voorliggend Prospectus nader is omschreven.
6.1.1 Effectenleningstransacties Het is de icbe toegestaan de in haar portefeuille opgenomen effecten uit te lenen aan een kredietnemer, hetzij rechtstreeks, hetzij door een beroep te doen op een gestandaardiseerd effectenleningsysteem georganiseerd door een erkende verrekenings- of vereffeningsinstelling (clearinginstituut) of een effectenleningsysteem georganiseerd door een financiële instelling die onder bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht staat en onderworpen is aan bedrijfseconomische regels die naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, en die gespecialiseerd is in dit soort transacties. Als onderdeel van de effectenuitleentransacties moet het Deelfonds financiële zekerheden ontvangen die voldoen aan de vereisten van de rondzendbrief CSSF 08/356. Deze effectenuitleentransacties mogen betrekking hebben op 100% van de totale waarderingswaarde van de in portefeuille aangehouden effecten. De icbe dient erover te waken dat de omvang van de effectenuitleentransacties op een gepast niveau gehandhaafd blijft, of moet om teruggave van de uitgeleende effecten kunnen verzoeken teneinde te allen tijde haar terugkoopverplichting te kunnen nakomen en om te voorkomen dat die transacties een belemmering vormen voor het beheer van de activa van de icbe overeenkomstig haar beleggingsbeleid.
6.2 Transacties met recht van wederinkoop 6.2.1 Aankoop van effecten met recht van wederinkoop Het is een icbe toegestaan in hoedanigheid van koper transacties met recht van wederinkoop uit te voeren die erin bestaan effecten te kopen waarbij de verkoper (tegenpartij) bij overeenkomst het recht wordt toegezegd de verkochte effecten terug te kopen van de icbe tegen een prijs en binnen een termijn die beide partijen bij het afsluiten van de overeenkomst bedongen hebben. Tijdens de volledige looptijd van de koopovereenkomst met recht van wederinkoop is het de icbe niet toegestaan de effecten die het voorwerp daarvan uitmaken te verkopen voordat de tegenpartij haar recht van wederinkoop heeft uitgeoefend of voordat de uitoefeningstermijn van dit recht van wederinkoop verstreken is, behalve indien de icbe over andere dekkingsmiddelen beschikt. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van transacties met recht van wederinkoop alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356.
15 |
Dexia Total Return II
De met recht van wederinkoop gekochte effecten dienen in overeenstemming te zijn met het beleggingsbeleid van de icbe en moeten, samen met de andere effecten die de icbe in portefeuille heeft, de beleggingsbegrenzingen van de icbe over de hele linie in acht nemen. 6.2.2 Verkoop van effecten met recht van wederinkoop Het is een icbe toegestaan in hoedanigheid van verkoper transacties met recht van wederinkoop uit te voeren die erin bestaan effecten te verkopen waarbij de icbe bij overeenkomst het recht wordt toegezegd de verkochte effecten terug te kopen van de koper (tegenpartij) tegen een prijs en binnen een termijn die beide partijen bij het afsluiten van de overeenkomst bedongen hebben. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van transacties met recht van wederinkoop alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De icbe moet bij afloop van de geldigheidsduur van het recht van wederinkoop over de vereiste activa beschikken om in voorkomend geval de overeengekomen prijs voor de teruggave aan de icbe te betalen.
6.3 Effectenrepo's en omgekeerde effectenrepo's 6.3.1 Effectenrepo’s (cessie-retrocessietransacties) Het is een icbe toegestaan effectenrepo’s, ook cessie-retrocessietransacties genoemd, uit te voeren waarbij de overdrager of cedent (tegenpartij) verplicht is de overgedragen tegoeden terug te nemen en de icbe verplicht is de overgenomen tegoeden terug te geven. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de cessie-retrocessietransactie (repo), alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De effecten die het voorwerp uitmaken van de cessie-retrocessietransactie (repo) dienen in overeenstemming te zijn met het beleggingsbeleid van de icbe en moeten, samen met de andere effecten die de icbe in portefeuille heeft, de beleggingsbegrenzingen van de icbe over de hele linie in acht nemen. Gedurende de volledige looptijd van de repo-overeenkomst mag de icbe de effecten die het voorwerp daarvan uitmaken niet verkopen, noch in onderpand/als waarborg geven, behalve indien de icbe over andere dekkingsmiddelen beschikt. 6.3.2 Omgekeerde effectenrepo’s (omgekeerde cessie-retrocessietransacties) Het is een icbe toegestaan omgekeerde repo’s, ook omgekeerde cessie-retrocessietransacties genoemd, uit te voeren waarbij de icbe verplicht is de overgedragen tegoeden terug te nemen, terwijl de overnemer of cessionaris (tegenpartij) verplicht is de overgenomen tegoeden terug te geven. Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de omgekeerde cessie-retrocessietransactie (omgekeerde repo), alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de rondzendbrief CSSF 08/356. De icbe moet bij afloop van de geldigheidsduur van de omgekeerde cessie-retrocessietransactie (omgekeerde repo) over de vereiste activa beschikken om de overeengekomen prijs voor de teruggave aan de icbe te betalen.
16 |
Dexia Total Return II
6.4 Tegenpartijrisico en ontvangen zekerheden Het Deelfonds moet erop toezien dat, wat de sub litt. 6.1, 6.2 en 6.3 vermelde transacties betreft, het tegenpartijrisico beperkt blijft met inachtneming van de vereisten als bedoeld in de rondzendbrief CSSF 08/356. De zekerheden ontvangen als onderdeel van de sub litt. 6.1, 6.2 en 6.3 vermelde transacties moeten voldoen aan de vereisten als bedoeld in de rondzendbrief CSSF 08/356 met betrekking tot waardering, type in aanmerking komende producten en beleggingsbegrenzingen. De waarde van deze zekerheden moet te allen tijde overeenstemmen met minstens 90% van de waarde van de uitgeleende effecten. 6.5 Herbelegging van de ontvangen zekerheden Er vindt geen enkele herbelegging van de ontvangen zekerheden plaats binnen het GBF Dexia Total Return II.
7.
Beleggingsbegrenzingen
7.1
De beleggingen van de verschillende Deelfondsen van het Fonds zijn uitsluitend samengesteld uit: a)
effecten en geldmarktinstrumenten die worden genoteerd aan of verhandeld op een gereglementeerde markt;
b)
effecten en geldmarktinstrumenten die worden verhandeld op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt van een EU-lidstaat;
c)
effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs, of die worden verhandeld op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt van elk ander Europees land, de Verenigde Staten van Amerika, Azië, Oceanië of Afrika onder voorbehoud dat de statuten van het Fonds voorzien in de keuze van de desbetreffende beurs of markt;
d)
nieuw uitgegeven effecten en geldmarktinstrumenten onder voorbehoud dat de emissievoorwaarden de verplichting inhouden dat toelating tot de officiële notering op een effectenbeurs als hierboven bedoeld in punt 7.1 onder a) en c) of op een andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt als hierboven bedoeld in punt 7.1 onder b) en c) wordt aangevraagd, en mits de toelating uiterlijk binnen één jaar na de uitgifte wordt verkregen;
e)
rechten van deelneming in icbe’s die zijn toegelaten overeenkomstig richtlijn 85/611/EEG en/of andere icb's in de zin van Richtlijn 85/611/EEG, ongeacht of die al dan niet in een EUlidstaat gevestigd zijn, mits: •
die andere icb’s zijn toegelaten overeenkomstig wetten waardoor zij worden onderworpen aan toezicht dat naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig is aan het toezicht waarin het Gemeenschapsrecht voorziet, en mits de samenwerking tussen de autoriteiten genoegzaam is gewaarborgd. Momenteel zijn volgende landen onderworpen aan een dergelijk toezicht: de EU-lidstaten, de Verenigde Staten, Canada, Zwitserland, Noorwegen Hongkong en Japan;
•
het niveau van bescherming van de deelnemers in de andere icb’s gelijkwaardig is aan dat van deelnemers in een icbe, en in het bijzonder mits de regels inzake scheiding van
17 |
Dexia Total Return II
de activa, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie (short selling) gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van Richtlijn 85/611/EEG; •
over de activiteiten van deze andere icb’s halfjaarlijks en jaarlijks wordt gerapporteerd, zodat een evaluatie kan worden gemaakt van activa en passiva, inkomsten en bedrijfsvoering tijdens de verslagperiode;
•
de icbe of deze andere icb’s, waarvan de verwerving wordt overwogen, volgens hun statuten in totaal maximaal 10% van hun eigen activa mogen beleggen in rechten van deelneming van andere icbe's of andere icb’s;
f)
deposito’s bij een kredietinstelling die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf (12) maanden vervallen. De kredietinstelling moet gevestigd zijn in een staat die tegelijk lid is van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en van de FATF, met dien verstande dat deze staten worden geacht bedrijfseconomische (prudentiële) voorschriften toe te passen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de Europese normen zijn vastgesteld;
g)
financiële derivaten, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten, die op een gereglementeerde markt of buiten de beurs (over-thecounter) worden verhandeld (OTC-derivaten), mits:
h)
•
de onderliggende activa bestaan uit in dit punt 7.1 bedoelde instrumenten, financiële indexen, rentetarieven, wisselkoersen of valuta’s waarin het Fonds krachtens het beleggingsbeleid van de Deelfondsen gemachtigd is te beleggen;
•
deze instrumenten onderworpen zijn aan een betrouwbare en verifieerbare dagelijkse waardering en te allen tijde tegen hun waarde in het economisch verkeer kunnen worden verkocht, te gelde gemaakt of afgesloten door een compenserende transactie;
•
de tegenpartijen bij transacties instellingen zijn die zijn onderworpen aan een prudentieel toezicht dat gelijkwaardig is aan het bedrijfseconomisch toezicht dat in Luxemburg wordt uitgeoefend;
geldmarktinstrumenten die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld en die vallen onder artikel 1 van de Wet, indien de emissie of de emittent van deze instrumenten zelf aan regelgeving is onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden, en op voorwaarde dat zij: •
worden uitgegeven of gegarandeerd door een centrale, regionale of plaatselijke overheid, de centrale bank van een lidstaat, de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Unie of de Europese Investeringsbank (EIB), een derde staat of, bij een federale staat, door één van de deelstaten van de federatie, dan wel door een internationale publiekrechtelijke instelling waarin één of meer lidstaten deelnemen; of
•
worden uitgegeven door ondernemingen waarvan effecten worden verhandeld op gereglementeerde markten als bedoeld onder a), b) of c) hierboven; of
•
worden uitgegeven of gegarandeerd door een instelling die aan bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht is onderworpen volgens criteria die door het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of door een instelling die onderworpen is en voldoet aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de CSSF ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld; of
18 |
Dexia Total Return II
•
worden uitgegeven door andere instellingen die behoren tot de categorieën die door de CSSF zijn goedgekeurd, mits voor de beleggingen in die instrumenten een gelijkwaardige bescherming van de belegger geldt als is vastgelegd in het eerste, tweede of derde streepje, en mits de uitgevende instelling een onderneming is waarvan het kapitaal en de reserves ten minste tien miljoen euro (EUR 10.000.000) bedragen en die haar jaarrekeningen presenteert en publiceert overeenkomstig Richtlijn 78/660/EEG, een lichaam is dat binnen een groep ondernemingen waartoe één of meer ter beurze genoteerde ondernemingen behoren, specifiek gericht is op de financiering van de groep, of een lichaam is specifiek gericht op de financiering van effectiseringsinstrumenten waarvoor een bankliquiditeitenlijn bestaat.
7.2
Elk Deelfonds van het Fonds mag bovendien ten hoogste 10% van zijn nettoactiva beleggen in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan die welke hierboven worden bedoeld in punt 7.1.
7.3
Elk Deelfonds mag op bijkomstige wijze ook liquide middelen aanhouden.
7.4
a) - Een Deelfonds mag niet meer dan 10% van zijn nettoactiva beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten van één en dezelfde uitgevende instelling. - Een Deelfonds mag niet meer dan 20% van zijn nettoactiva beleggen in deposito's bij één en dezelfde instelling. - Het tegenpartijrisico dat een Deelfonds loopt bij een transactie op buiten de beurs (overthe-counter) verhandelde afgeleide instrumenten (OTC-derivaten) mag niet meer bedragen dan 10% van zijn nettoactiva wanneer de tegenpartij één van de kredietinstellingen is als bedoeld in punt 7.1. onder f) hierboven, of 5% van zijn nettoactiva in de overige gevallen. b) De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten die het Deelfonds houdt in uitgevende instellingen waarin het voor meer dan 5% van zijn nettoactiva belegt, mag evenwel niet meer bedragen dan 40% van de waarde van de nettoactiva van dit Deelfonds. Deze begrenzing is niet van toepassing op deposito’s of tegoeden bij financiële instellingen die aan bedrijfseconomisch (prudentieel) toezicht onderworpen zijn, noch op transacties op buiten de beurs (over-the-counter) verhandelde afgeleide instrumenten (OTC-derivaten) met deze instellingen. Onverminderd de in punt 7.4 onder a) hierboven bepaalde individuele begrenzingen, mag een Deelfonds met betrekking tot één en dezelfde instelling ten hoogste 20% van zijn nettoactiva beleggen in een combinatie met: •
effecten of geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door die instelling;
•
deposito’s bij die instelling; en/of
•
risico's uit transacties in OTC-derivaten met betrekking tot die instelling.
c) De in punt 7.4 onder a) hierboven gestelde begrenzing van 10% mag worden verhoogd tot ten hoogste 35% indien de effecten en geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gegarandeerd door een EU-lidstaat, zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een niet-EU-lidstaat of een internationale publiekrechtelijke instelling waarin één of meer EUlidstaten deelnemen.
19 |
Dexia Total Return II
d) De in punt 7.4 onder a) hierboven gestelde begrenzing van 10% mag worden verhoogd tot ten hoogste 25% in geval van bepaalde obligaties die worden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel in een EU-lidstaat gevestigd is en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders. Met name moeten de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de Wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, in geval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente. Wanneer een Deelfonds meer dan 5% van zijn nettoactiva belegt in de hierboven bedoelde obligaties en die obligaties door één en dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven, mag de totale waarde van die beleggingen niet meer dan 80% van de waarde van zijn nettoactiva bedragen. e) De in punt 7.4. onder c) en d) hierboven bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de in punt 7.4. onder b) hierboven bedoelde begrenzing van 40%. De in punt 7.4 onder a), b), c) en d) gestelde begrenzingen mogen niet worden gecumuleerd; bijgevolg mogen de verrichte beleggingen in door één en dezelfde instelling uitgegeven effecten of geldmarktinstrumenten, dan wel in deposito's bij of derivaten van die instelling, overeenkomstig het bepaalde in punt 7.4 onder a), b), c) en d), in geen geval samen meer dan 35% van de nettoactiva van het Deelfonds in kwestie bedragen. Voor de berekening van de in dit punt 7.4 gestelde begrenzingen worden ondernemingen die tot één groep worden gerekend voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen, overeenkomstig Richtlijn 83/349/EEG of andere erkende internationale financiële verslagleggingsregels, als één en dezelfde instelling beschouwd. De beleggingen van een Deelfonds in effecten en geldmarktinstrumenten bij één en dezelfde groep mogen worden gecumuleerd tot ten hoogste 20% van zijn nettoactiva. 7.5 Elk Deelfonds mag met toepassing van het beginsel van de risicospreiding tot 100% van de waarde van zijn eigen activa beleggen in verschillende emissies van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Unie, zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een OESOlidstaat of door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Unie deelnemen. In dat geval dient het Deelfonds effecten van ten minste zes verschillende emissies in portefeuille te hebben, terwijl de effecten van één en dezelfde emissie niet meer dan 30% mogen uitmaken van het totaalbedrag van zijn nettoactiva.
7.6
In afwijking van de in punt 7.4 hierboven gestelde begrenzingen mogen de Deelfondsen de begrenzingen voor beleggingen in aandelen en/of obligaties van één en dezelfde uitgevende instelling verhogen tot ten hoogste 20% wanneer het beleggingsbeleid van deze Deelfondsen erop gericht is de samenstelling te volgen van een bepaalde aandelen- of obligatie-index (hierna de « Referentie-index » te noemen), mits: • de samenstelling van de index voldoende gediversifieerd is; • de index voldoende representatief is voor de markt waarop hij betrekking heeft; • de index op passende wijze wordt bekendgemaakt. De hierboven vermelde begrenzing van 20% wordt voor één en dezelfde uitgevende instelling (emittent) verhoogd tot 35% indien blijkt dat een effect of een geldmarktinstrument een sterk
20 |
Dexia Total Return II
overheersende positie inneemt in de Referentie-index. Op deze Deelfondsen zijn de begrenzingen als bedoeld in punt 7.4. onder b), c) en in punt 7.5. niet van toepassing. 7.7
a) Een Deelfonds mag rechten van deelneming verwerven in icbe’s en/of andere icb’s als hierboven bedoeld in punt 7.1 onder e) op voorwaarde dat het niet meer dan 20% van zijn nettoactiva in één en dezelfde icbe of andere icb belegt. Voor de toepassing van deze beleggingsbegrenzing is elk compartiment van een icb met meerdere compartimenten te beschouwen als een afzonderlijke uitgevende instelling mits het beginsel van de afscheiding van de verbintenissen van de verschillende compartimenten tegenover derden is gewaarborgd; b) Een Deelfonds mag niet meer dan 30% van zijn nettoactiva beleggen in rechten van deelneming in icb’s anders dan icbe’s die vallen onder de richtlijn 85/611/EEG, zoals gewijzigd. Indien een Deelfonds rechten van deelneming verwerft in icbe’s en/of andere icb’s, worden de nettoactiva van deze icbe’s of andere icb’s niet samengeteld voor de toepassing van de in punt 7.4 hierboven gestelde bovengrens. c) Indien een icbe belegt in rechten van deelneming in andere icbe's en/of andere icb’s die rechtstreeks of door machtiging beheerd worden door dezelfde beheersmaatschappij of door een onderneming waarmee de beheersmaatschappij via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een aanmerkelijke rechtstreekse of middellijke deelneming verbonden is, mag de beheersmaatschappij of de andere onderneming geen kosten in rekening brengen voor inschrijving of aflossing ten aanzien van beleggingen van de icbe in rechten van deelneming in die andere icbe's en/of andere icb’s.
7.8
a) Het Fonds mag niet zoveel aandelen met stemrecht verwerven dat het daardoor invloed van betekenis kan uitoefenen op het bestuur van een uitgevende instelling. b) Het Fonds verbindt zich ertoe niet meer te verwerven dan: • 10% aandelen zonder stemrecht van één en dezelfde uitgevende instelling; • 10% obligaties van één en dezelfde uitgevende instelling; • 10% geldmarktinstrumenten van één en dezelfde uitgevende instelling; • 25% rechten van deelneming in één en dezelfde icb. De in het tweede, derde en vierde streepje onder b) hierboven genoemde begrenzingen behoeven niet in acht te worden genomen indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten, of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op het tijdstip van verwerving niet kan worden berekend. c) De in punt 7.8 onder a) en b) hierboven vermelde begrenzingen zijn niet van toepassing op:
7.9
•
effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een EUlidstaat of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen;
•
effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gegarandeerd door een nietEU-lidstaat;
•
effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer EU-lidstaten deelnemen.
Elk Deelfonds mag leningen aangaan tot 10% van zijn nettoactiva mits het gaat om tijdelijke leningen.
21 |
Dexia Total Return II
7.10 Het Fonds mag geen kredieten verstrekken of zich garant stellen voor rekening van derden, en mag geen verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten verrichten vanuit een ongedekte positie (short selling). 7.11 Het Fonds mag zijn activa niet beleggen in onroerende goederen (vastgoed) of in waardepapieren die goederen vertegenwoordigen. 7.12 Het Fonds mag geen edele metalen of certificaten die dergelijke metalen vertegenwoordigen, verwerven. 7.13 De in voorliggend Prospectus gestelde begrenzingen behoeven door het Fonds niet te worden nageleefd bij de uitoefening van voorkeursrechten die verbonden zijn aan effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van zijn nettoactiva. Mits het Fonds erop toeziet dat het beginsel van de risicospreiding in acht wordt genomen, mag het Fonds afwijken van de in punt 7.4, 7.5, 7.6 en 7.7 vastgelegde begrenzingen gedurende een periode van zes maanden volgend op de datum waarop het Fonds is toegelaten. 7.14 Indien de in dit punt 7 vastgelegde maximumpercentages worden overschreden buiten de wil van het Fonds of ten gevolge van de uitoefening van de rechten verbonden aan in portefeuille gehouden effecten, dan moet het Fonds er bij zijn verkooptransacties bij voorrang naar streven deze overschrijding ongedaan te maken, rekening houdend met de belangen van de Houders van rechten van deelneming. Doordat het Fonds een dakfonds (fund of funds) is, worden op beleggingen in het Fonds, voor zover in icb’s wordt belegd, provisies en kosten ingehouden voor wat betreft het Fonds en de icb’s waarin wordt belegd. Doorgaans bedraagt de provisie van de Beheersmaatschappij wat de onderliggende waarden betreft maximaal 0,60% per jaar van de gemiddelde nettoactiva voor de onderliggende obligaties en maximaal 0,35% per jaar van de gemiddelde nettoactiva voor de onderliggende geldmarktinstrumenten. Wanneer een Deelfonds belegt in icb’s die onder beheer van Dexia-groep zijn gesteld, wordt er echter geen enkele toetredings- en uittredingsprovisie (met betrekking tot de icb) in rekening gebracht aan het Fonds, tenzij in de statuten van de icb waarin wordt belegd is bepaald dat de instelling in kwestie recht heeft op een dergelijke toetredings- en uittredingsprovisie. De kosten ten laste van de beleggers mogen in geen geval dubbel worden aangerekend. De Beheersmaatschappij die namens het Fonds optreedt neemt de naar haar oordeel redelijk geachte risico's om het aan het desbetreffende Deelfonds toegekende beleggingsdoel te bereiken. De Beheersmaatschappij kan evenwel geen enkele garantie geven daarin te zullen slagen, rekening houdend met de beursschommelingen en de andere risico's waaraan beleggingen in effecten zijn blootgesteld.
8.
Gebruiksvoorwaarden van kredietderivaten
Het Fonds mag transacties op kredietderivaten uitvoeren: -
met eersterangs tegenpartijen die daarin gespecialiseerd zijn;
-
waarvan de onderliggende activa overeenstemmen met de doelstellingen en het beleggingsbeleid van het Deelfonds;
-
die te allen tijde kunnen worden vereffend tegen hun waarderingswaarde;
-
waarvan de waardering betrouwbaar en periodiek verifieerbaar is;
-
al dan niet bestemd voor risicodekkingsdoeleinden (hedging).
22 |
Dexia Total Return II
Worden de kredietderivaten afgesloten voor andere doeleinden dan risicodekking, dan moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: -
de kredietderivaten moeten in het uitsluitende belang van de beleggers worden gebruikt door een interessant rendement in het vooruitzicht te stellen vergeleken met de door de icbe gelopen risico's;
-
de beleggingsbegrenzingen als bedoeld in punt 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de emittent of uitgevende instelling van de kredietverzuimswap (Credit Default Swap, hierna kortheidshalve « CDS » te noemen) en op het uiteindelijke debiteurenrisico van het (onderliggende) kredietderivaat, tenzij het kredietderivaat op een index is gebaseerd;
-
de Deelfondsen moeten voortdurend zorgen voor een passende dekking van de aan de CDS verbonden verplichtingen zodat ze te allen tijde kunnen voldoen aan de terugkoopaanvragen van de beleggers;
-
de som van de nominale waarden mag niet meer bedragen dan 20% van de nettoactiva van het Deelfonds.
De kredietderivaten worden regelmatig gewaardeerd volgens waarderingsmethoden die naar behoren werden goedgekeurd door de bedrijfsrevisor van het Fonds. Wat kredietderivaten betreft, gelden de volgende strategieën (die zo nodig mogen worden gecombineerd) als minimumeis: •
optimaliseren van het kasstroombeheer (cashflow management) van een fonds in het kader van inschrijvingen en terugkopen;
•
als de spreads zich naar verwachting gunstig zullen ontwikkelen, een (algemeen of gericht) kredietrisico nemen door kredietderivaten te verkopen;
•
als de spreads zich naar verwachting ongunstig zullen ontwikkelen, zich indekken of een (algemene of gerichte) positie opbouwen door kredietderivaten te kopen.
Optreden op de valutamarkten (deviezenmarkten) Als onderdeel van zijn beleggingsbeleid mag een Deelfonds valutatermijntransacties (forward exchange deals) aangaan voor dekkingsdoeleinden (hedging) of om risicoposities in deviezen (valutaposities) op te bouwen. De bedoelde transacties mogen er in geen geval toe leiden dat het Deelfonds afwijkt van zijn beleggingsdoelstellingen. In het kader van de beperking van het totale risico mogen deze transacties niet worden gecombineerd met de hierboven beschreven transacties.
Het totaal aan uitstaande risicoposities en verplichtingen (risicoblootstelling of exposure) die ontstaan uit het gebruik van kredietderivaten in combinatie met andere afgeleide instrumenten mag te gener tijd meer bedragen dan één keer het nettoactief van het Fonds.
9.
Rechten van deelneming
De rechten van deelneming luiden op naam of aan toonder al naargelang van het Deelfonds. De rechten van deelneming aan toonder kunnen op twee manieren worden aangehouden: hetzij in materiële vorm, zij het dan uitsluitend voor de klasse « Classique », hetzij in gedematerialiseerde of stukkenloze vorm op een girale effectenrekening. De certificaten van deelneming aan toonder kunnen worden uitgegeven in coupures van 1, 10 en 100 rechten van deelneming. De rechten van deelneming op naam kunnen in fracties tot op één duizendste worden gesplitst.
23 |
Dexia Total Return II
Voor de beleggers die verzocht hebben om tenaamstelling in het ad-hocregister dat wordt bijgehouden door RBC Dexia Investor Services Bank S.A., wordt geen enkel certificaat van deelneming uitgegeven, tenzij de Houder van rechten van deelneming uitdrukkelijk daarom verzoekt. In plaats daarvan verstrekt de Beheersmaatschappij een bevestiging van de inschrijving in het register. Indien certificaten van deelneming worden afgeleverd, zijn de uit de verzending daarvan voortvloeiende kosten en risico's voor rekening van de Houders van rechten van deelneming die daarom verzocht hebben. De rechten van deelneming moeten volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van waarde. De uitgifte van rechten van deelneming is onbeperkt in aantal. Het Fonds biedt meerdere klassen rechten van deelneming per Deelfonds, te weten:
De klasse « Classique »: deze klasse wordt aangeboden aan natuurlijke personen (particulieren) en rechtspersonen (vennootschappen); in deze klasse worden kapitaliserende en uitkeringsgerechtigde rechten van deelneming aangeboden.
De klasse « Institutionnelle »: deze klasse is bestemd voor institutionele beleggers die algemeen als zodanig worden erkend, meer in het bijzonder: • • • • • • • •
kredietinstellingen en andere Professionals uit de Financiële Sector (PFS); verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen; sociale-verzekeringsinstellingen; pensioenfondsen; leidinggevende industriële en financiële concerns; Luxemburgse of buitenlandse icb’s; territoriale publiekrechtelijke lichamen die hun eigen vermogen beleggen; familiale houdstermaatschappijen (holdingcompany’s).
In deze klasse worden kapitaliserende en uitkeringsgerechtigde rechten van deelneming aangeboden. Aan de rechten van deelneming zijn de rechten verbonden als bedoeld in het beheersreglement overeenkomstig de Wet.
10. Notering van rechten van deelneming Het is de Beheersmaatschappij toegestaan een aanvraag in te dienen tot opneming van de rechten van deelneming van de verschillende Deelfondsen in de officiële notering (koerslijst) van de beurs van Luxemburg.
11. Uitgifte van rechten betalingsprocedure
van
deelneming,
inschrijvings-
en
De Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij is gemachtigd te allen tijde en zonder enige beperking rechten van deelneming van welk Deelfonds dan ook uit te geven. De rechten van deelneming worden uitgegeven tegen een prijs die overeenstemt met de intrinsieke waarde (netto-inventariswaarde) per recht van deelneming van het desbetreffende Deelfonds,
24 |
Dexia Total Return II
vermeerderd met een toetredingsprovisie van maximaal 2,5% van de netto-inventariswaarde per recht van deelneming voor de rechten van deelneming van de klasse « Classique » en 0% van de nettoinventariswaarde voor de rechten van deelneming van de klasse « Institutionnelle ». Deze toetredingsprovisie komt toe aan de verkoopagenten. Inschrijvingsprocedure
Om te worden verwerkt op basis van de netto-inventariswaarde zoals die wordt vastgelegd op een waarderingsdag (zijnde iedere Luxemburgse bankwerkdag) en onder voorbehoud van aanvaarding moet RBC Dexia Investor Services Bank S.A. de inschrijvingsaanvragen uiterlijk om 17.00 uur (lokale tijd) ontvangen hebben twee dagen vóór deze waarderingsdag in zoverre die dag een Luxemburgse bankwerkdag is. Inschrijvingsaanvragen die na deze tijdslimiet binnenkomen worden verwerkt tegen de netto-inventariswaarde die op de eerstvolgende waarderingsdag wordt vastgesteld. Dientengevolge vinden de inschrijvingen plaats tegen een ongekende netto-inventariswaarde. Het staat het GBF echter vrij, een en ander ter uitsluitende beoordeling van zijn Raad van Bestuur, de verdelers op hun verzoek en naar maatstaven van redelijkheid een bijkomende termijn toe te kennen van ten hoogste 1 uur 30 minuten na het officiële uiterste tijdstip voor aanvaarding van de opdrachten (cut-off time) van het GBF, teneinde ze de mogelijkheid te bieden de opdrachten te centraliseren, te globaliseren en naar de Transferagent te verzenden. De netto-inventariswaarde blijft daarbij ongekend. De Beheersmaatschappij, daarin bijgestaan door RBC Dexia Investor Services Bank S.A., en alle verkoopagenten moeten zich te allen tijde houden aan en gedragen naar de rondzendbrief CSSF 05/211 de dato 13 oktober 2005 ter bestrijding van het witwassen van geld en de terrorismefinanciering en ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwasdoeleinden en terrorismefinanciering. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. draagt de verantwoordelijkheid om de Luxemburgse regelgeving en de FATF-richtlijnen na te leven op het ogenblik dat een inschrijvingsaanvraag wordt ingediend. Dit houdt in dat wanneer een Houder van rechten van deelneming of kandidaat-Houder van rechten van deelneming een aanvraag indient, de belanghebbende zich dient te legitimeren middels een afschrift van zijn legitimatie- of identiteitsbewijzen (paspoort, identiteitskaart) dat werd gelegaliseerd of voor eensluidend met het origineel verklaard door de desbevoegde overheden van zijn land, zoals ambassade, consulaat, notaris of politie. Betreft het een rechtspersoon (vennootschap), dan dient een kopie van de statuten te worden overgelegd, met opgave van de naam en de identiteit van de aandeelhouders of bestuurders van de vennootschap. Werd de aanvraag echter ingediend door een financiële instelling of een verdeler die gevestigd is in een land dat lid is van de FATF, dan wordt de identiteit van deze Houders van rechten van deelneming niet gecontroleerd. Als twijfel bestaat over de identiteit van de indiener van de inschrijvings- of terugkoopaanvraag op grond van ontbrekende, onregelmatige of onvoldoende legitimatie- of identiteitsbewijzen, dan dient RBC Dexia Investor Services Bank S.A. deze aanvraag op te schorten, en de inschrijvingsaanvraag zelfs af te wijzen om de hierboven uiteengezette redenen. RBC Dexia Investor Services Bank S.A. is uit dien hoofde geen kosten of rente verschuldigd, van welke aard dan ook. De lijst van de landen die de richtlijnen van de FATF naleven is op eenvoudig verzoek te verkrijgen door een schriftelijke aanvraag te richten aan de Beheersmaatschappij, of kan rechtstreeks op het internet worden geraadpleegd op de volgende website: « www.oecd.org ». De inschrijvingsprijs van elk recht van deelneming dient in de munt van het desbetreffende Deelfonds te worden betaald uiterlijk twee (2) Luxemburgse bankwerkdagen na de toepasselijke waarderingsdag. De Beheersmaatschappij behoudt zich het recht voor om: (a) een aanvraag tot inschrijving op rechten van deelneming voor het geheel of ten dele te weigeren;
25 |
Dexia Total Return II
(b) te allen tijde rechten van deelneming terug te kopen die worden aangehouden door iemand die niet gerechtigd is om rechten van deelneming van het Fonds te kopen of te bezitten.
12. Terugkoop van rechten van deelneming Elke Houder van rechten van deelneming heeft te allen tijde en zonder beperking het recht om zijn rechten van deelneming door de Beheersmaatschappij te laten terugkopen. De door de Beheersmaatschappij teruggekochte rechten van deelneming worden ingetrokken (geschrapt). Terugkoopprocedure Elke terugkoopaanvraag moet schriftelijk, per telex of fax worden gericht aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. De aanvraag moet onherroepelijk zijn (onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken « Netto-inventariswaarde » en « Opschorting van de berekening van de nettoinventariswaarde en van de uitgifte, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming » van voorliggend Prospectus), en dient melding te maken van het aantal terug te kopen rechten van deelneming, het Deelfonds en de klasse waarop dit van toepassing is, alsook alle dienstige referenties ter afhandeling van de terugkoop. De aanvraag moet vergezeld gaan van: •
wat de rechten van deelneming aan toonder betreft: de terug te kopen certificaten van deelneming met de niet-vervallen coupons aangehecht;
•
wat de rechten van deelneming op naam betreft: de naam waarop de rechten van deelneming zijn ingeschreven alsook de stukken en bescheiden ter staving van een eventuele overdracht en de certificaten van deelneming voor zover die werden uitgegeven.
Om de voor terugkoop aangeboden rechten van deelneming te laten terugkopen tegen de nettoinventariswaarde zoals die op een toepasselijke waarderingsdag werd bepaald, moet RBC Dexia Investor Services Bank S.A. de daartoe strekkende aanvraag uiterlijk om 17.00 uur (lokale tijd) ontvangen hebben twee dagen vóór deze waarderingsdag, in zoverre die dag een Luxemburgse bankwerkdag is. Het staat het GBF echter vrij, een en ander ter uitsluitende beoordeling van zijn Raad van Bestuur, de verdelers op hun verzoek en naar maatstaven van redelijkheid een bijkomende termijn toe te kennen van ten hoogste 1 uur 30 minuten na het officiële uiterste tijdstip voor aanvaarding van de opdrachten (cut-off time) van het GBF, teneinde ze de mogelijkheid te bieden de opdrachten te centraliseren, te globaliseren en naar de Transferagent te verzenden. De netto-inventariswaarde blijft daarbij ongekend. De terugkoopprijs wordt betaald in de munt van het desbetreffende Deelfonds, binnen twee (2) Luxemburgse bankwerkdagen te rekenen vanaf de toepasselijke waarderingsdag, mits RBC Dexia Investor Services Bank S.A. alle bovengenoemde stukken en bescheiden heeft ontvangen. Terugkoopaanvragen die na deze tijdslimiet binnenkomen worden verwerkt tegen de nettoinventariswaarde die op de eerstvolgende waarderingsdag wordt vastgesteld. Dientengevolge vinden de terugkopen plaats tegen een ongekende netto-inventariswaarde. De terugkoopprijs van de rechten van deelneming van het Fonds kan meer of minder bedragen dan de aankoopprijs die de Houder van rechten van deelneming op het tijdstip van inschrijving heeft betaald, al naargelang de nettowaarde is gestegen of gedaald.
26 |
Dexia Total Return II
Evenals voor de inschrijvingsaanvragen draagt RBC Dexia Investor Services Bank S.A. tevens de verantwoordelijkheid voor de handhaving en naleving van de Luxemburgse wet- en regelgeving en de FATF-richtlijnen betreffende het witwassen van geld op het ogenblik dat een terugkoopaanvraag wordt ingediend, een en ander in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 11 van voorliggend Prospectus.
13. Omzetting van rechten van deelneming Elke Houder van rechten van deelneming mag vragen zijn rechten van deelneming in een Deelfonds of een klasse voor het geheel of ten dele om te zetten in rechten van deelneming van een ander Deelfonds of een andere klasse, mits de betrokken belegger voldoet aan alle voorwaarden die voor dit andere Deelfonds of deze andere klasse zijn vastgelegd. Elke omzettingsaanvraag moet schriftelijk, per telex of fax worden gericht aan RBC Dexia Investor Services Bank S.A. De aanvraag moet onherroepelijk zijn (onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken « Netto-inventariswaarde » en « Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de uitgifte, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming »). De vereiste kennisgevingstermijn is dezelfde als die voor de terugkopen. De aanvraag moet vergezeld gaan van: •
wat de rechten van deelneming aan toonder betreft: de om te zetten certificaten van deelneming met de niet-vervallen coupons aangehecht;
•
wat de rechten van deelneming op naam betreft: de naam waarop de rechten van deelneming zijn ingeschreven en het certificaat van deelneming voor zover dit werd uitgegeven alsook de stukken en bescheiden waaruit een eventuele overdracht blijkt.
Behoudens in zoverre de berekening van de netto-inventariswaarde per recht van deelneming is opgeschort, worden de rechten van deelneming op de waarderingsdag omgezet op voorwaarde dat RBC Dexia Investor Services Bank S.A. te Luxemburg de daartoe strekkende aanvraag uiterlijk om 17.00 uur (lokale tijd) ontvangen heeft twee dagen vóór deze waarderingsdag, mits deze dag een Luxemburgse bankwerkdag is. Dientengevolge vinden de omzettingen plaats tegen een onbekende netto-inventariswaarde. Het staat het GBF echter vrij, een en ander ter uitsluitende beoordeling van zijn Raad van Bestuur, de verdelers op hun verzoek en naar maatstaven van redelijkheid een bijkomende termijn toe te kennen van ten hoogste 1 uur 30 minuten na het officiële uiterste tijdstip voor aanvaarding van de opdrachten (cut-off time) van het GBF, teneinde ze de mogelijkheid te bieden de opdrachten te centraliseren, te globaliseren en naar de Transferagent te verzenden. De netto-inventariswaarde blijft daarbij ongekend. De verhouding waarin het geheel of een deel van de rechten van deelneming van een bepaald Deelfonds of een bepaalde klasse (« het oorspronkelijke Deelfonds » of « de oorspronkelijke klasse ») wordt omgezet in rechten van deelneming van een ander Deelfonds of een andere klasse (« het nieuwe Deelfonds » of « de nieuwe klasse ») wordt zo nauwkeurig mogelijk bepaald op basis van de onderstaande formule:
A=
B×C × E D
waarbij: A
het aantal toe te wijzen rechten van deelneming van het nieuwe Deelfonds of de nieuwe klasse is;
27 |
Dexia Total Return II
B
het aantal om te zetten rechten van deelneming van het oorspronkelijke Deelfonds of de oorspronkelijke klasse is;
C
de netto-inventariswaarde is per recht van deelneming van het oorspronkelijke Deelfonds of de oorspronkelijke klasse op de desbetreffende waarderingsdag;
D
de netto-inventariswaarde is per recht van deelneming van het nieuwe Deelfonds of de nieuwe klasse op de desbetreffende waarderingsdag;
E
de wisselkoers op de desbetreffende waarderingsdag is tussen de munt van het oorspronkelijke Deelfonds of de oorspronkelijke klasse en de munt van het nieuwe Deelfonds of de nieuwe klasse.
14. Market Timing en Late Trading Praktijken van Market Timing en Late Trading, zoals hierna gedefinieerd, zijn uitdrukkelijk verboden, zowel voor inschrijvingsopdrachten als voor terugkoop- en omzettingsopdrachten. 13.1 Market Timing Praktijken van Market Timing zijn niet toegestaan. De Beheersmaatschappij behoudt zich het recht voor om inschrijvings-, terugkoop- of omzettingsopdrachten af te wijzen die worden ingediend door een belegger die zij ervan verdenkt zulke praktijken toe te passen. In voorkomend geval mag de Beheersmaatschappij al het nodige doen om de andere Houders van rechten van deelneming te beschermen. Market Timing is te verstaan als de arbitragetechniek die een belegger hanteert voor de systematische inschrijving op, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming of aandelen van één en dezelfde instelling voor collectieve belegging binnen een kort tijdsbestek, daarbij gebruikmakend van de tijdsverschillen en/of onvolkomenheden, tekortkomingen of gebreken in het systeem ter bepaling van de netto-inventariswaarde van de instelling voor collectieve belegging. 13.1 Late Trading Praktijken van Late Trading zijn niet toegestaan. Late Trading is te verstaan als het aanvaarden van een inschrijvings-, omzettings- of terugkoopopdracht die wordt ontvangen na het uiterste tijdstip voor aanvaarding van de opdrachten (cut-off time) op de desbetreffende dag, waarbij de transactie wordt uitgevoerd tegen de nettoinventariswaarde die op deze dag van toepassing is.
15. Netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde per recht van deelneming van elk Deelfonds dat of van elke klasse die op de datum van voorliggend Prospectus werkzaam is, wordt op iedere Luxemburgse bankwerkdag bepaald op verantwoording van de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij van het Fonds. De netto-inventariswaarde wordt uitgedrukt in de munt van het Deelfonds of de klasse en wordt voor elk recht van deelneming van het desbetreffende Deelfonds of de desbetreffende klasse bepaald door de nettoactiva die aan dit Deelfonds of aan deze klasse toerekenbaar zijn te delen door het totale aantal
28 |
Dexia Total Return II
rechten van deelneming van dat Deelfonds of van deze klasse dat op deze waarderingsdag in omloop is. De netto-inventariswaarde per recht van deelneming wordt afgerond tot op de munteenheid of tot op het honderdste deel daarvan dat de munteenheid van het Deelfonds of de klasse het dichtst benadert. De nettoactiva van elk Deelfonds van het Fonds worden als volgt gewaardeerd: 15.1. De activa (bezittingen) bestaan meer in het bijzonder uit: 1.
alle kasgelden en gelddeposito’s, waaronder inbegrepen de vervallen, maar nog niet geïnde rente en de opgelopen of aangegroeide rente op deze deposito's tot op de waarderingsdag;
2.
alle op zicht betaalbare wissels en orderbriefjes (promessen), en openstaande vorderingen en te ontvangen posten (waaronder inbegrepen de niet-geïnde opbrengsten uit de verkoop van effecten);
3.
alle effecten, rechten van deelneming, aandelen, obligaties, warrants, optie-, claim-, voorkeurs- en inschrijvingsrechten en andere beleggingen en effecten die het Fonds in eigendom toebehoren;
4.
alle door het Fonds in specie (contanten) of in effecten te ontvangen dividenden en winstuitkeringen voor zover de Beheersmaatschappij daarvan kennis droeg;
5.
alle vervallen, maar nog niet ontvangen rente alsmede alle tot op de waarderingsdag opgelopen of aangegroeide rente uit effecten die het Fonds in eigendom toebehoren, tenzij die rente begrepen is in de hoofdsom van deze waardepapieren;
6.
de oprichtingskosten van het Fonds, voor zover die nog niet werden afgeschreven;
7.
alle andere activa, van welke aard dan ook, waaronder mede inbegrepen vooruitbetaalde uitgaven.
De waarde van deze activa wordt als volgt bepaald: (a) De rechten van deelneming in icb’s worden gewaardeerd op basis van hun intrinsieke waarde (netto-inventariswaarde). (b) De kasgelden of gelddeposito’s, de op zicht betaalbare wissels en orderbriefjes (promessen) en de openstaande vorderingen en te ontvangen posten, de vooruitbetaalde uitgaven en de aangekondigde of vervallen, maar nog niet ontvangen dividenden en rente worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van deze activa, tenzij het onwaarschijnlijk lijkt dat deze waarde daadwerkelijk kan worden geïnd; in dit laatste geval wordt de waarde vastgesteld door zodanig bedrag in mindering te brengen als de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij redelijk en billijk voorkomt teneinde de reële waarde van deze activa getrouw weer te geven. (c) Elke waarde die is toegelaten tot een officiële notering of die wordt verhandeld op elke andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt wordt gewaardeerd op basis van de laatst gekende koers te Luxemburg op de waarderingsdag en, indien deze waarde op meerdere markten wordt verhandeld, op basis van de laatst gekende koers op de belangrijkste markt van deze waarde. Indien de laatst gekende koers niet representatief is, berust de waardering op de vermoedelijke directe opbrengstwaarde die voorzichtig en te goeder trouw door de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij wordt geraamd.
29 |
Dexia Total Return II
Waarden die niet zijn genoteerd aan of niet worden verhandeld op een effectenbeurs of op elke andere gereglementeerde, regelmatig functionerende, erkende en open markt, worden gewaardeerd op basis van de vermoedelijke directe opbrengstwaarde die zorgvuldig en te goeder trouw wordt geraamd. (d) Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde vermeerderd met de opgelopen of aangegroeide rente. (e) Alle andere activa, tegoeden, bezittingen en vermogensbestanddelen, van welke aard dan ook, worden door de Beheersmaatschappij gewaardeerd op basis van de vermoedelijke directe opbrengstwaarde, die te goeder trouw en overeenkomstig algemeen aanvaarde beginselen en grondslagen moet worden geraamd. 15.2. De passiva (verplichtingen) bestaan meer in het bijzonder uit: 1.
alle opgenomen leningen, vervallen wissels en te betalen posten of schulden;
2.
alle bekende, al dan niet vervallen verbintenissen, waaronder inbegrepen alle opeisbare contractuele verbintenissen tot betaling in geld of in natura (inclusief het bedrag van het door het Fonds aangekondigde, maar nog niet uitgekeerde dividend);
3.
alle door de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij toegestane en goedgekeurde reserves, inzonderheid die welke zijn aangelegd om een eventuele waardedaling of minderwaarde van bepaalde beleggingen van het Fonds te kunnen opvangen;
4.
alle andere verbintenissen van het Fonds, van welke aard dan ook, met uitzondering van die welke belichaamd zijn in eigen-vermogensinstrumenten van het Fonds. Voor de waardering van het bedrag van deze andere verplichtingen dient de Beheersmaatschappij alle ten laste van het Fonds komende uitgaven mee te rekenen, welke normaliter bestaan uit, maar niet beperkt zijn tot aan de Beheersmaatschappij verschuldigde commissielonen, provisies en kosten (waaronder mede inbegrepen de provisies van Administratief agent, Transferagent en gemachtigde voor het beheer), de aanloop- en eerste oprichtingskosten alsook de kosten voor latere wijziging van de oprichtingsakten (statuten), de commissielonen, provisies en kosten verschuldigd aan de Depothoudende bank en aan de correspondentbanken, betaalkantoren of andere lasthebbers, gemachtigden en medewerkers van de Beheersmaatschappij, alsook aan de vaste vertegenwoordigers van de Beheersmaatschappij in de landen waar de rechten van deelneming van het Fonds te koop mogen worden gesteld, de kosten van rechtsbijstand en controle van de jaarrekeningen van het Fonds, de kosten voor de notering ter beurze, de promotiekosten, de kosten voor het opstellen, drukken en publiceren van de verkoopdocumenten van de rechten van deelneming, de kosten voor het opstellen en drukken van de jaarverslagen en de tussentijdse financiële verslagen, de naar maatstaven van redelijkheid gemaakte reis- en verplaatsingskosten van de bestuurders en directeurs, de kosten voor aangiften van inschrijving/registratie, alle belastingen en rechten die van overheidswege of door de effectenbeurzen worden geheven, de publicatiekosten van de uitgifte-, terugkoop- en omzettingsprijzen, alsook alle andere bedrijfsuitgaven en exploitatiekosten, waaronder mede inbegrepen de financiële, bank- of makelaarskosten (courtages) die worden gemaakt bij de aan- of verkoop van activa of anderszins, alsook alle andere administratieve kosten. Bij het waarderen van de hoegrootheid van deze verbintenissen van het Fonds dient de Beheersmaatschappij naar tijdsevenredigheid (pro rata temporis) rekening te houden met regelmatig terugkerende of periodieke administratieve en andere kosten.
30 |
Dexia Total Return II
15.3. Voor elk Deelfonds wordt het gemeenschappelijke vermogen als volgt vastgesteld: (a) de opbrengst van de uitgifte van de rechten van deelneming van een Deelfonds of klasse wordt in de boeken van het Fonds toegerekend aan het gemeenschappelijke vermogen van dat Deelfonds of deze klasse, en de activa (bezittingen), passiva (verplichtingen), baten (inkomsten) en lasten (uitgaven) met betrekking tot dat Deelfonds of deze klasse worden op de in dit lid gestelde wijze toegerekend aan het gemeenschappelijke vermogen van dat Deelfonds of deze klasse; (b) de activa die van andere activa worden afgeleid worden in de boeken van het Fonds toegewezen aan hetzelfde gemeenschappelijke vermogen als de activa waarvan ze zijn afgeleid. Bij elke herwaardering van een actiefbestanddeel wordt de daarmee samenhangende waardestijging of waardedaling toegekend aan het gemeenschappelijke vermogen van het Deelfonds waaraan dit actiefbestanddeel kan worden toegerekend; (c) alle passiva (verplichtingen) van het Fonds die aan een specifiek Deelfonds of aan een specifieke klasse kunnen worden toegerekend, worden ten laste van het gemeenschappelijke vermogen van dat Deelfonds of van deze klasse gebracht; (d) de activa (bezittingen), passiva (verplichtingen), lasten en kosten die niet aan een specifiek Deelfonds of een specifieke klasse kunnen worden toegerekend, worden gelijkelijk of, indien de desbetreffende bedragen zulks rechtvaardigen, pro rata, dat wil zeggen naar evenredigheid van hun respectieve nettoactiva, bij de verschillende Deelfondsen of klassen geboekt. (e) indien dividend aan de Houders van rechten van deelneming van een Deelfonds of een klasse wordt uitbetaald, strekt het dividendbedrag in mindering op de netto-inventariswaarde van dat Deelfonds of van deze klasse. De activa van een bepaald Deelfonds strekken enkel tot waarborg voor de schulden, verbintenissen en verplichtingen (passiva) met betrekking tot dat Deelfonds; in de relaties tussen de Houders van rechten van deelneming onderling wordt elk Deelfonds behandeld als een afzonderlijke, volwaardige juridische eenheid. De netto-inventariswaarde van het Fonds is gelijk aan de som van de nettoactiva van de verschillende Deelfondsen. Het nettoactief van het Fonds wordt geconsolideerd in EUR. De netto-inventariswaarde van elk Deelfonds is gelijk aan het verschil tussen het brutoactief en het opeisbare passief van dat Deelfonds. De netto-inventariswaarde van elk Deelfonds wordt uitgedrukt in de munt die de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij voor elk Deelfonds heeft vastgelegd; voor het bestaande Deelfonds wordt de netto-inventariswaarde thans in EUR uitgedrukt. Alle niet in de munt van het Deelfonds uitgedrukte activa worden omgerekend in de munt van dat Deelfonds tegen de in Luxemburg geldende wisselkoers op de desbetreffende waarderingsdag.
31 |
Dexia Total Return II
16. Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de uitgifte, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming Het is de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij toegestaan in de volgende gevallen tijdelijk de berekening op te schorten van de netto-inventariswaarde van één of meer Deelfondsen van het Fonds en van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming alsmede van de uitgifte, omzetting en terugkoop van rechten van deelneming van dat (deze) Deelfonds(en): (a) tijdens elke sluitingsperiode van één van de belangrijkste effectenmarken of -beurzen waaraan een aanzienlijk deel van de beleggingen van een Deelfonds te eniger tijd genoteerd staat, met uitzondering van de gebruikelijke sluitingsdagen, of zolang de effectenhandel er in aanzienlijke mate beperkt dan wel opgeschort is; (b) wanneer de politieke, economische, militaire, monetaire of sociale toestand dan wel elk overmachtsfeit buiten de verantwoordelijkheid, beschikkingsmacht of invloedssfeer van de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij het Fonds beletten of ervan weerhouden met redelijke en normale middelen over zijn activa te beschikken zonder in ernstige mate afbreuk te doen aan de belangen van de Houders van rechten van deelneming; (c) gedurende elke onderbreking van de communicatiemiddelen die normaliter worden gebruikt om de prijs van een willekeurige belegging van een Deelfonds of de actuele koersen op een willekeurige markt of beurs te bepalen; (d) wanneer deviezenbeperkingen of restricties op kapitaalbewegingen beletten transacties uit te voeren voor rekening van een Deelfonds, of wanneer koop- en verkoopverrichtingen van activa niet tegen marktconforme wisselkoersen kunnen worden uitgevoerd, of wanneer de betalingen verschuldigd voor de terugkoop of omzetting van rechten van deelneming van een Deelfonds naar het oordeel van de Beheersmaatschappij niet tegen marktconforme wisselkoersen kunnen plaatsvinden. Zodra er zich een feit voordoet dat tot vereffening van het Fonds kan leiden, is elke uitgifte, terugkoop en omzetting van rechten van deelneming verboden op straffe van nietigheid. De Houders van rechten van deelneming die rechten van deelneming voor terugkoop of omzetting aanbieden worden in kennis gesteld van de opschorting van de berekening van de nettoinventariswaarde van hun Deelfonds. Opgeschorte inschrijvingen, terugkoop- of omzettingsaanvragen kunnen worden ingetrokken na schriftelijke kennisgeving, mits RBC Dexia Investor Services Bank S.A. deze kennisgeving ontvangt voorafgaand aan de beëindiging van de opschorting. Opgeschorte inschrijvingen, terugkopen en omzettingen worden in aanmerking genomen op de eerstvolgende waarderingsdag na beëindiging van de opschorting. De opschorting heeft al naar het geval betrekking op één of meer Deelfondsen. De beslissing tot opschorting voor een bepaald Deelfonds heeft immers niet automatisch een soortgelijke opschorting voor de andere Deelfondsen tot gevolg.
32 |
Dexia Total Return II
17. Resultaatverwerking De Beheersmaatschappij dient zich elk jaar uit te spreken over de geschiktheid en passendheid van een dividenduitkering met dien verstande dat deze dividenden worden berekend met inachtneming van de ter zake geldende beperkingen zoals die in de Wet en het beheersreglement zijn vastgelegd. Alsdan mag de Beheersmaatschappij de nettobeleggingsopbrengsten van het boekjaar, de gerealiseerde en niet-gerealiseerde nettomeerwaarden of vermogenswinsten alsook de nettoactiva uitkeren binnen de in het artikel 23 van de Wet gestelde grenzen. Elk bericht tot betaalbaarstelling van dividend wordt bekendgemaakt overeenkomstig het hierna bepaalde in hoofdstuk 21 onder punt 2. De Houders van rechten van deelneming op naam worden betaald per cheque gericht aan hun adres zoals dat in het register van Houders van rechten van deelneming vermeld staat of, indien zij daartoe opdracht geven, via bankoverschrijving. Elk dividend dat niet werd opgevraagd binnen vijf (5) jaar na de datum van betaalbaarstelling vervalt voor de begunstigden, en komt toe aan het (de) desbetreffende Deelfonds(en). Wat de kapitaliserende rechten van deelneming betreft, wordt het daarmee samenhangende resultaat gekapitaliseerd op voorstel van de Beheersmaatschappij.
18. Kosten en lasten De provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij zijn nader bepaald in de bij voorliggend Prospectus gevoegde technische informatiebladen van de verschillende Deelfondsen. De door de Depothoudende bank geïnde provisies zijn nader bepaald in de bij voorliggend Prospectus gevoegde technische informatiebladen van de verschillende Deelfondsen. Deze provisies zijn exclusief kosten en uitgaven (elektronische communicatie-, telefoon- en faxkosten; bankbevestigingskosten, druk-, publicatie- en portokosten enz.) die worden gemaakt door de Beheersmaatschappij, haar vertegenwoordigers, gemachtigden, lasthebbers en/of door de Depothoudende bank in de uitoefening van hun functies. Het Fonds neemt doorgaans de aanloop- of eerste oprichtingskosten op zich, waaronder mede inbegrepen de kosten voor het opstellen, vertalen en drukken van het Prospectus, de introductiekosten bij bestuurlijke overheden en beursautoriteiten, de eventuele drukkosten van certificaten van deelneming en alle andere kosten verband houdende met het oprichten en opstarten van het Fonds. Deze kosten worden geraamd op EUR 5.000. De aanloop- of eerste oprichtingskosten worden afgeschreven over vijf (5) jaar. Als nieuwe Deelfondsen worden opgericht, zijn de respectieve aanloop- of eerste oprichtingskosten voor hun rekening. Deze kosten worden in voorkomend geval afgeschreven over de eerste vijf (5) boekjaren volgend op de oprichtingsdatum van deze nieuwe Deelfondsen. Alsdan blijven de aanloopof eerste oprichtingskosten met betrekking tot het oprichten en opstarten van het Fonds, die nog niet afgeschreven zijn op de oprichtingsdatum van de nieuwe Deelfondsen in kwestie, bij uitsluiting ten laste en voor rekening van de bij de oprichting van het Fonds bestaande Deelfondsen.
33 |
Dexia Total Return II
Het Fonds neemt normaliter alle eigen exploitatie- en bedrijfskosten op zich, zoals hierboven nader bepaald in het vierde lid van hoofdstuk 15.2.
19. Fiscale behandeling 19.1. Fiscale behandeling van het Fonds Het Fonds valt onder het toepassingsgebied van de Luxemburgse belastingwetgeving. Krachtens de ter zake geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen is het Fonds in Luxemburg onderworpen aan een jaarlijkse belasting ten belope van 0,05% van de totale nettoinventariswaarde voor de klasse « Classique » en ten belope van 0,01% van de totale nettoinventariswaarde voor de klasse « Institutionnelle ». Deze belasting dient driemaandelijks te worden betaald op basis van de totale nettoactiva van het Fonds, zoals die worden berekend per ultimo van elk kwartaal waarop de belasting betrekking heeft. Deze belasting wordt teruggebracht tot 0% voor de activa van het Fonds die worden belegd in de rechten van deelneming van andere icb’s die in Luxemburg onderworpen zijn aan de abonnementsbelasting (taxe d’abonnement). Bovendien is het Fonds bij oprichting een belasting op het bijeenbrengen van kapitaal verschuldigd ten belope van EUR 1.250. Bepaalde rentebaten en dividendopbrengsten van de portefeuilles van het Fonds kunnen onderworpen zijn aan een bij de bron geheven belasting (voorheffing) tegen veranderlijk tarief die in het land van herkomst wordt ingehouden. 19.2. Fiscale behandeling van de Houders van rechten van deelneming De Raad van de Europese Unie heeft op 3 juni 2003 de richtlijn 2003/48/EG aangenomen betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (hierna « Spaarrichtlijn » te noemen). Deze richtlijn werd op 1 juli 2005 in Luxemburgs recht omgezet en beoogt de renteinkomsten die worden uitgekeerd aan een uiteindelijk gerechtigde die een natuurlijke persoon is en zijn woonplaats in een lidstaat van de Europese Unie heeft, te belasten overeenkomstig het nationale recht van deze fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde. Dit doel moet worden verwezenlijkt door de uitwisseling van informatie tussen de belastinginstanties van de Europese Unie. Luxemburg komt evenwel in aanmerking voor een afwijkende regeling en zal tijdens een overgangsperiode een bronbelasting heffen op rente-inkomsten. De Houders van rechten van deelneming die een natuurlijke persoon zijn en hun fiscale woonplaats in een lidstaat van de Europese Unie hebben, kunnen worden onderworpen aan een inhouding in Luxemburg op hun rente-inkomsten die door een uitbetalende instantie in Luxemburg worden betaald uit hoofde van een dividenduitkering (inclusief herbelegd dividend) en/of uit hoofde van een terugkoopaanvraag (waaronder inbegrepen terugkopen in natura) of omzettingsaanvraag met betrekking tot de rechten van deelneming van het Fonds. Niettemin kunnen de Houders van rechten van deelneming die daarom verzoeken onderworpen worden aan het systeem van informatie-uitwisseling of de fiscalewoonplaatsverklaring. Beleggers wordt aangeraden zich te informeren en zo nodig advies in te winnen over de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de belastingheffing en wisselcontrole (deviezencontrole) die van toepassing zijn op de inschrijving, de aankoop, het bezit en de overdracht van aandelen in hun land van herkomst, verblijf en/of woonplaats. Kandidaat-houders van rechten van deelneming wordt inzonderheid aangeraden zich te informeren bij hun belastingconsulenten of fiscaal raadgevers over de fiscale gevolgen die voortvloeien uit de
34 |
Dexia Total Return II
toepassing van de Spaarrichtlijn op rentebetalingen die worden bewerkstelligd zowel door dividenduitkeringen als door meerwaarden en vermogenswinsten gerealiseerd uit de overdracht en omzetting van de rechten van deelneming van het Fonds.
20. Vereffening Het Fonds wordt vereffend overeenkomstig de in de Wet bepaalde voorwaarden. Indien de totale nettoactiva van het Fonds minder bedragen dan twee derden van het wettelijk voorgeschreven minimum, dat wil zeggen EUR 1.250.000, moet de Beheersmaatschappij zulks onverwijld kenbaar maken aan de toezichthouder die naar vereis van omstandigheden de Beheersmaatschappij kan verplichten het Fonds in vereffening te stellen. Indien de totale nettoactiva van het Fonds langer dan zes (6) maanden minder bedragen dan één vierde van het wettelijk voorgeschreven minimum, verkeert het Fonds in staat van vereffening. Het bevel van de toezichthouder aan de Beheersmaatschappij om het Fonds in vereffening te stellen wordt onverwijld bekendgemaakt door toedoen van de Beheersmaatschappij of de Depothoudende bank. Het tot vereffening van het Fonds aanleiding gevend feit wordt bekendgemaakt in het Mémorial en in minstens twee dagbladen met een gepaste oplage, waarvan minstens één Luxemburgse krant. Zodra er zich een feit voordoet waardoor het Fonds in staat van vereffening verkeert, is elke uitgifte van rechten van deelneming verboden op straffe van nietigheid. Het blijft mogelijk rechten van deelneming terug te kopen mits de Houders van rechten van deelneming op voet van gelijkheid worden behandeld. Bij ontbinding van het Fonds wordt dit vereffend door één of meer vereffenaars die overeenkomstig het beheersreglement van het Fonds en de Wet worden aangesteld. De netto-opbrengst van de vereffening van elk Deelfonds wordt verdeeld onder de Houders van rechten van deelneming in verhouding tot het aantal rechten van deelneming dat zij in het respectieve Deelfonds bezitten. De bedragen die na afsluiting van de vereffening niet door de Houders van rechten van deelneming werden opgevraagd, worden in bewaring gegeven bij de Luxemburgse consignatiekas. De in bewaring gegeven bedragen die niet worden opgeëist vóór het verstrijken van de verjaringstermijn (dertig jaar), kunnen niet langer worden opgevraagd. Indien het beleggingsbeleid ongunstig wordt beïnvloed door een verandering van economische of politieke toestand, mag de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij daarenboven beslissen, indien zulks naar zijn oordeel gewenst lijkt in het belang van de Houders van rechten van deelneming, één of meer Deelfondsen op te heffen door de rechten van deelneming van dat (deze) Deelfonds(en) in te trekken (royeren) en alle daarmee samenhangende nettoactiva aan de Houders van rechten van deelneming terug te betalen na verrekening van de vereffeningskosten, maar zonder hierop een terugkoopprovisie of andere inhouding, van welke aard dan ook, in mindering te brengen. De Houders van rechten van deelneming worden terugbetaald naar evenredigheid van het aantal rechten van deelneming dat zij in het respectieve Deelfonds bezitten. Onder dezelfde omstandigheden mag de Raad van Bestuur van de Beheersmaatschappij beslissen, indien zulks naar zijn oordeel gewenst lijkt in het belang van de Houders van rechten van deelneming, één of meer Deelfondsen van het Fonds samen te smelten (fuseren). In afwachting van de fusie hebben de Houders van rechten van deelneming van dat (deze) Deelfonds(en) de mogelijkheid kosteloos uit
35 |
Dexia Total Return II
dat (deze) Deelfonds(en) te stappen door hun rechten van deelneming te laten terugkopen gedurende een periode van minstens één (1) maand, te rekenen vanaf de publicatiedatum van het fusiebesluit. Na afloop van deze termijn is het fusiebesluit bindend voor alle Houders van rechten van deelneming die niet van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Berichten van daarmee samenhangende besluiten worden bekendgemaakt op de in het tweede lid van hoofdstuk 20 gestelde wijze. De betrokken Houders van rechten van deelneming behouden het recht om hun rechten van deelneming voor terugkoop aan te bieden tot de ingangsdatum van de fusie of de vereffening van hun Deelfonds. De bedragen die niet door de Houders van rechten van deelneming werden opgevraagd bij de afsluiting van de vereffening van hun Deelfonds, worden in bewaring gegeven bij de Luxemburgse consignatiekas.
21. Informatieverschaffing aan de Houders van rechten van deelneming 21.1. Bekendmaking van de netto-inventariswaarden De netto-inventariswaarde per recht van deelneming van elk Deelfonds en de uitgifte-, terugkoop- en omzettingsprijzen worden op elke waarderingsdag bekendgemaakt ter maatschappelijke zetel van de Beheersmaatschappij en de Depothoudende bank alsook bij de instellingen die belast zijn met de financiële dienstverlening in de landen waar de rechten van deelneming van het Fonds te koop worden gesteld. 21.2. Financiële berichtgeving De financiële berichten worden bekendgemaakt in de landen waar de rechten van deelneming van het Fonds te koop worden gesteld en, wat het Groothertogdom Luxemburg betreft, in de krant « Luxemburger Wort » (voorheen « d’Wort »). 21.3. Boekjaar en verslaggeving aan de Houders van rechten van deelneming Het eerste boekjaar is ingegaan op 21 september 2005 en geëindigd op 31 december 2005. In maart 2006 wordt een tussentijds verslag gepubliceerd. Dienovereenkomstig is het daaropvolgende boekjaar ingegaan op 1 januari 2006 en geëindigd op 30 september 2006. Het eerstvolgende boekjaar gaat in op 1 oktober en eindigt op 30 september van elk jaar. De Beheersmaatschappij publiceert jaarlijks een omstandig verslag over de werkzaamheden van het Fonds en het beheer van zijn activa, bezittingen, tegoeden en vermogensbestanddelen. Deze verslaggeving omvat inzonderheid de balans en geconsolideerde resultatenrekening (winst-enverliesrekening), de gedetailleerde samenstelling van het vermogen en het verslag van de bedrijfsrevisor. Voorts publiceert de Beheersmaatschappij een halfjaarverslag waarin met name voor elk Deelfonds nadere bijzonderheden staan over de portefeuillesamenstelling, het aantal in omloop zijnde rechten
36 |
Dexia Total Return II
van deelneming en het aantal sedert de laatste publicatiedatum uitgegeven en teruggekochte rechten van deelneming. Het eerstvolgende halfjaarverslag wordt opgesteld op 31 maart 2007. 21.4. Bedrijfsrevisor van het Fonds PricewaterhouseCoopers, Luxemburg is belast met het toezicht op en de controle van de rekeningen en de jaarverslagen van het Fonds. 21.5. Bedrijfsrevisor van de Beheersmaatschappij PricewaterhouseCoopers, Luxemburg is belast met het toezicht op en de controle van de rekeningen en de jaarverslagen van de Beheersmaatschappij. 21.6. Documenten ter inzage van het publiek Het vereenvoudigde prospectus, het beheersreglement en de financiële verslagen van het Fonds liggen op de bankwerkdagen en tijdens de gewone kantooruren kosteloos ter inzage van het publiek op de maatschappelijke zetel van de Beheersmaatschappij.
37 |
Dexia Total Return II
Technisch informatieblad Dexia Total Return II Bond De eerste inschrijvingsperiode voor de rechten van deelneming van dit Deelfonds gaat in op 16 augustus 2005 en eindigt op 19 september 2005. De eerste inschrijvingsprijs is vastgelegd op EUR 100 per recht van deelneming, vermeerderd met een uitgifteprovisie ten belope van maximaal 3% (berekend op de eerste inschrijvingsprijs) die toekomt aan de verkoopagenten en betaalbaar is op 21 september 2005. Na de eerste inschrijvingsperiode kan op de rechten van deelneming van dit Deelfonds worden ingeschreven en kunnen deze worden teruggekocht en omgezet tegen de netto-inventariswaarde zoals die op de in dit Prospectus gestelde wijze wordt berekend. 1. Beleggingsbeleid: Dexia Total Return Bond II belegt in kapitalisatieaandelen van beveks die zelf overwegend beleggen in geldmarktinstrumenten, in staats- en overheidsobligaties, in bedrijfsobligaties (corporate bonds), in hoogrentende obligaties (high-yield bonds), in voor de inflatie geïndexeerde obligaties (indexobligaties of inflation-linked bonds), in obligaties met hypotheken als onderpand (hypothecaire obligaties of mortgage bonds), in obligaties van opkomende markten (emerging market bonds), in obligaties met een hoog rendement en/of in converteerbare obligaties. Deze lijst is niet volledig. De belegger wordt erop gewezen dat aan obligaties van bepaalde types een hoger risiconiveau gebonden kan zijn, inzonderheid aan hoogrentende obligaties (high-yield bonds), obligaties van opkomende markten (emerging market bonds) en converteerbare obligaties. Kandidaatbeleggers moeten bijgevolg nagaan of deze beleggingskarakteristieken daadwerkelijk beantwoorden aan en overeenstemmen met het door hen nagestreefde beleggingsdoel. Met het oog op een goed portefeuillebeheer (te weten voor beleggings- en/of risicodekkingsdoeleinden) mag het Deelfonds gebruikmaken van afgeleide financiële instrumenten die meer in het bijzonder verbonden zijn aan valuta- of wisselkoersrisico’s (zoals valutatermijntransacties of forward exchange deals), renterisico’s (inzonderheid futures en opties), credit spread-risico’s (inzonderheid kredietverzuimswaps of Credit Default Swaps), aandelenrisico’s (inzonderheid forwards, opties, futures) binnen de begrenzingen die zijn vastgelegd in het hoofdstuk « Risicodekking en gebruik van financiële instrumenten » van voorliggend Prospectus.
Een kredietverzuimswap of « Credit Default Swap » (CDS) is een onderhandse of buiten de beurs om (over-the-counter) verrichte transactie van het type kredietderivaat waarbij twee partijen het eens worden over de volgende uitvoeringsbepalingen. De ene partij (koper) betaalt de wederpartij (verkoper) een vaste periodieke coupon gedurende de looptijd van het contract (zijnde de « upfront » vergoeding). De verkoper is uitsluitend een betaling verschuldigd als een kredietgebeurtenis of « credit event » optreedt die de kredietwaardigheid van een vooraf bepaald referentieactief aantast. Als een dergelijke kredietgebeurtenis optreedt, bijvoorbeeld betalingsonmacht of financieel onvermogen (insolventie), regeling voor voldoening van crediteuren onder rechterlijk toezicht (gerechtelijk akkoord of schuldvereffeningsplan), ingrijpende schuldsanering of onvermogen om betalingsverplichtingen na te komen (deze lijst is niet volledig), dient de verkoper een betaling te verrichten ten gunste van de koper en eindigt de swap.
38 |
Dexia Total Return II
De hoegrootheid van de betaling hangt doorgaans af van de mate waarin de marktwaarde van het referentieactief is gedaald als gevolg van het optreden van de kredietgebeurtenis. Kredietverzuimswaps mogen geheel ter vrije beoordeling van de Fondsbeheerder worden gebruikt voor risicodekkingsdoeleinden (hedging) of om de beleggingsdoelstellingen te verwezenlijken. Kredietverzuimswaps zijn buiten-balansinstrumenten (off-balance sheet instruments). De gebruiksbeperkingen worden nader toegelicht in hoofdstuk 8 « Gebruiksvoorwaarden van kredietderivaten » van het volledige Prospectus. Bovendien mogen de nettoactiva worden belegd in: - dakfondsen (funds of funds), - hefboomfondsen of hedgefondsen (hedge funds), - paraplufondsen die beleggen in hedgefondsen (funds of hedge funds), - icbe’s of icb’s die beleggen in: o het aandelenkapitaal van niet-beursgenoteerde ondernemingen (private equity), o goederen en grondstoffen (commodities), o onroerend goed (real estate), op voorwaarde dat de totale verhouding van deze beleggingen niet meer bedraagt dan 10% van de nettoactiva van het Deelfonds, overeenkomstig het bepaalde in artikel 41, punt (2), onder (a) van de Wet, en mits deze icb’s/icbe’s zijn onderworpen aan een toezicht dat naar het oordeel van de CSSF gelijkwaardig is aan het toezicht waarin het Gemeenschapsrecht voorziet en mits de samenwerking tussen de autoriteiten genoegzaam is gewaarborgd.
Het beleggingsbeleid beoogt een breed gespreide portefeuille op te bouwen, waarbij specifieke risico’s optimaal worden beheerst dankzij de vermogensdiversificatie (asset mix). Ook al is het valuta- of wisselkoersrisico beperkt, het verloop op korte termijn van de netto-inventariswaarde per recht van deelneming blijft onzeker omdat dit onderhevig is aan renteschommelingen, credit spreads en beursschommelingen. Dat kan leiden tot een zekere mate van koersbeweeglijkheid (volatiliteit) en zelfs tot beperkte perioden van waardedaling. Dit Deelfonds richt zich tot beleggers die hun beleggingsvermogen op lange termijn willen diversifiëren en daarbij het zwaartepunt willen leggen op schuldinstrumenten door middel van een dynamische asset allocation (vermogensstructurering) tussen de verschillende categorieën schuld- en geldmarktinstrumenten, gecombineerd met een dynamische beleggingsstrategie waarin de duration (gewogen gemiddelde looptijd) centraal staat. 2. Waarderingsmunt van het Deelfonds: EUR. 3. Categorie van de rechten van deelneming: kapitaliserende en uitkeringsgerechtigde rechten van deelneming. 4. Klassen: « Classique » en « Institutionnelle ». 5. Vorm van de rechten van deelneming: op naam of aan toonder. 6. Coupures: de certificaten van deelneming aan toonder bestaan in coupures van 1, 10 en 100 rechten van deelneming. 7. Aantal decimalen: de rechten van deelneming op naam kunnen in fracties van één duizendste worden gesplitst (tot drie cijfers achter de komma). 8. Minimuminleg: er is geen minimuminleg vereist. 9. Berekeningsfrequentie van de netto-inventariswaarde: iedere Luxemburgse bankwerkdag.
39 |
Dexia Total Return II
10. Uitgifteprovisie: maximaal 2,5% van de netto-inventariswaarde per recht van deelneming voor de klasse « Classique » en 0% van de netto-inventariswaarde voor rechten van deelneming van de klasse « Institutionnelle », ten gunste van de verkoopagenten.
11. Provisies voor de werkzaamheden van de Beheersmaatschappij: Klasse « Classique » Max. 0,45% (1) Max. 0,065% (1)
Beheersprovisie Administratieprovisie
Klasse « Institutionnelle» Max. 0,07% (1) Max. 0,025% (1)
(1) Per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde van de desbetreffende klasse, betaalbaar per ultimo van elk kwartaal.
12. Provisie van Depothoudende bank: maximaal 0,02% per jaar van de gemiddelde nettoinventariswaarde voor de klasse « Classique » en maximaal 0,005% per jaar van de gemiddelde netto-inventariswaarde voor de klasse « Institutionnelle ».
13. Uittredingsprovisie: 0% 14. Omzettingsprovisie: 0% 15. Beursnotering: de rechten van deelneming worden niet genoteerd op de beurs van Luxemburg. Dit technisch informatieblad maakt wezenlijk deel uit van het Prospectus de dato 1 januari 2010.
40 |
Dexia Total Return II