Vlaamse Regering
Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan “herstel het vertrouwen” van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008
Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de uitzendarbeid (PC 322) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming; En de sociale partners van de sector van de uitzendarbeid met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Herwig Muyldermans, Algemeen directeur Federgon en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer André Leurs, Vertegenwoordiger ACV; Mevrouw Gaby Jaenen, Vertegenwoordiger ABVV; De heer Kurt Maryse, Vertegenwoordiger ACLVB
Addendum bij het protocol van samenwerking sector uitzendarbeid
1
Wordt overeengekomen wat volgt: De Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de uitzendarbeid verbinden zich tot: 1. Verbintenissen van de sector 1. De sector zal haar opleidingsaanbod – de komende periode – in termen van bereikte werknemers verhogen en/of opleidingsbudget handhaven. De sector ontwikkelt een vraaggericht systeem van ‘opleidingscheques’ voor uitzendkrachten onder contract of uitzendkrachten die in het systeem van tijdelijke werkloosheid zijn verzeild door de economische crisis. Op die manier versterkt de sector de inzetbaarheid van uitzendkrachten en hun positie op de arbeidsmarkt. De sector streeft naar een zo breed mogelijke aanwezigheid van kansengroepen in de maatregel, ondermeer via het voorzien van impulsen in de wijze waarop de middelen worden aangewend. Om deze nieuwe maatregel, het huidig opleidingsaanbod van het VFU in samenwerking met andere sectorfondsen en de mogelijkheden rond trekkingsrecht van het Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten verder bekend te maken, zal de sector in de 5 Vlaamse provincies telkens 1 infosessie geven. 2. De sector zal haar opleidingsaanbod – de komende periode – in termen van bereikte risico werknemers (kansengroepen) handhaven. Veiligheid is een bijzonder belangrijk thema voor de uitzendsector, die dan ook ten volle zijn verantwoordelijkheid wil nemen op dat vlak. De sector zal het project Safestart (e-learning module ontwikkeld door Preventie en Interim om laagdrempelig opleiding te geven over veiligheid) gratis ter beschikking stellen voor alle uitzendkrachten – (kandidaat-) uitzendkrachten en leerlingen secundair onderwijs. In steeds meer sectoren is het aspect veiligheid en het hierbij horende VCA attest van het allerhoogste belang. De sector wil met dit project een zeer breed publiek bereiken, vooral kansengroepen zullen met deze opleiding sterker staan op de arbeidsmarkt. De sector zal deze mogelijkheid ruim communiceren naar scholen, uitzendbedrijven en werkzoekenden. Speciale aandacht gaat uit naar opleiding Nederlands op de Werkvloer. In de samenwerking met andere sectorfondsen worden steeds afspraken gemaakt over het toegankelijk maken van deze opleidingen voor uitzendkrachten. 3. De sector speelt in op het herstel van het vertrouwen en ontwikkelt een aantal acties (en-of beleid) inzake herstructureringen. Ze speelt daarmee in op onderstaande acties: a. De sector zal de Actie Direct Interim, een afspraak tussen VDAB en Federgon, als volgt ondersteunen: i. Bij gemengde groepen van verschillende uitzendkantoren die bij VDAB zijn aangemeld, zullen de sectorconsulenten meewerken aan infosessies voor deze getroffen mensen en hen tips meegeven rond solliciteren en de jobfocus verbreden naar andere sectoren waar wel nog steeds noden zijn. ii. De sector zal lokale uitzendkantoren informeren over deze actie via e-nieuwsbrief, lokale meetings met VDAB en uitzendkantoren en deelname aan
Addendum bij het protocol van samenwerking sector uitzendarbeid
2
evaluatievergaderingen van dit project. b. De sector zal, bij wijze van pilootexperiment, samenwerken met het sectorfonds van de voedingsindustrie (IPV) in Vlaanderen om uitzendkrachten die 3 maanden gewerkt hebben bij een voedingsbedrijf, maar omwille van de economische recessie geconfronteerd worden met een collectieve stopzetting, gratis op te leiden in samenwerking met IPV (50-50 principe). Op die manier worden deze uitzendkrachten breed inzetbaar in andere takken van de voedingsindustrie of daarbuiten (transversale opleidingen kunnen aanleiding geven tot kansen in andere sectoren). De sector ontwikkelt samen met IPV een gelijkaardig formulier op beide sites om de opleidingsvragen te bundelen en raadpleegbaar te maken voor beide sectorfondsen. Er worden afspraken gemaakt tussen IPV en VFU over de verdere concrete opvolging van deze vragen (wie doet wat?). De opleidingen die gegeven worden aan deze werkzoekenden zijn korte op maat opleidingen die de getroffen uitzendkracht snel terug inzetbaar moeten maken. 4. De sector werkt volop verder aan het goedgekeurde ESF project ‘e-VC voor uitzendkrachten’, waarin (kandidaat-)uitzendkrachten via een online tool hun competenties in kaart kunnen brengen (competentiebilan). Voor de (kandidaat-) uitzendkrachten die deze online tool tijdens de testfase doorlopen voorzien we een terugbetaling van de (eventuele) kost voor het behalen van een ervaringsbewijs.
Addendum bij het protocol van samenwerking sector uitzendarbeid
3
2. Verbintenissen van de overheid 5. Op basis van deze overeenkomst verleent de Vlaamse regering een werkingssubsidie ten bedrage van EUR 500.000,00 aan het Vormingsfonds voor Uitzendkrachten, (Havenlaan 86c bus 302, 1000 Brussel; bankrekeningnummer: 375-1009160-51) voor het financieren van investeringen die rechtstreeks gericht zijn op de persoonlijke competentieontwikkeling van de werknemer en de werkzoekende, met uitsluiting van de ontwikkeling van tools en instrumenten.
3. Opvolgings en uitvoeringsmodaliteiten 6. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model, over te maken aan het departement. Dit rapport bevat volgende informatiegegevens: 1) een gedetailleerd overzicht van de kostenstaat, 2) een duiding bij de investeringen in competentieontwikkeling (aantal opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, inhoudelijke omschrijving van de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, aantal deelnemers bij de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments) en 3) duiding bij de aangegane verbintenissen. Dit rapport dient uiterlijk binnen de maand na afloop van de uitvoeringsperiode bezorgd te worden aan het Departement Werk en Sociale Economie.
7. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen.
8. Indien de in dit addendum opgenomen doelstellingen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies.
9. Dit addendum heeft een looptijd van 01/04/2009 tot en met 31/07/2010.
Addendum bij het protocol van samenwerking sector uitzendarbeid
4
Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel, Namens de Vlaamse Regering:
De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
5
Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers;
De heer Herwig MUYLDERMANS, Algemeen directeur Federgon
en als vertegenwoordigers voor de werknemers;
De heer André LEURS, Vertegenwoordiger ACV;
Mevrouw Gaby JAENEN, Vertegenwoordiger ABVV;
De heer Kurt MARYSE, Vertegenwoordiger ACLVB
6