Vlaamse Regering
Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan “herstel het vertrouwen” van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008
Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de scheikundige industrie (PC 116 en 270) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming; En de sociale partners van de sector van de scheikundige industrie met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Frans Dieryck, Essenscia Vlaanderen; De heer Koen Laenens, Essenscia Vlaanderen; en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Alfons De Potter, ACV Energie Chemie; De heer Johnny Van Doren, LBC-NVK; De heer Erik Decoo, ACLVB; Mevrouw Ilse Galliaert, BBTK; De heer Herman Baele, Algemene Centrale ABVV
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
1
Wordt overeengekomen wat volgt: De Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de scheikundige industrie verbinden zich tot: 1. Verbintenissen van de sector 1. Toepassing van het ‘IPA, uitzonderlijk akkoord voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010’ en naar de geest van sectorakkoorden (thans in onderhandeling voor de arbeiders van de sector (Paritair comité 116) en voor de bedienden van de sector (Paritair comité 207) Conform het ‘IPA, uitzonderlijk akkoord van 22 december 2008 voor de onderhandelingen op sectoren ondernemingsvlak in de periode 2009-2010’ en conform het economisch impulsplan “Herstel het vertrouwen” van de Vlaamse regering en naar de geest van sectorakkoorden thans in onderhandeling voor de arbeiders van de sector (paritair comité 116) en voor de bedienden van de sector (paritair comité 207) zal de sector zijn opleidingsaanbod in Vlaanderen, in de komende periode (1 april 2009 tot 31 juli 2010) – in termen van bereikte werknemers of opleidingsbudget handhaven en zo mogelijk verhogen. De sector zal eveneens zijn opleidingsaanbod– in termen van bereikte risico werknemers (kansengroepen) in de komende periode (1 april 2009 tot 31 juli 2010) handhaven en zo mogelijk verhogen. De sector wil zo maximaal mogelijk inspelen op het herstel van het vertrouwen en ontwikkelt een aantal acties (en-of beleid) inzake herstructureringen. De sector zal, in deze moeilijke economische omstandigheden, zijn sectoraal opleidingsaanbod uitbreiden en zal bij herstructureringen zijn ‘open’ opleidingsaanbod gratis openstellen voor alle getroffen werknemers en werkzoekenden in tewerkstellingscellen van de sector. De sector wil hiermee de weerbaarheid van zijn werknemers op de arbeidsmarkt verbeteren en bijkomende kansen voor bijscholing bieden aan werknemers en werkzoekenden getroffen door herstructureringen Daarnaast wil de sector ook proactief actie ondernemen naar jongeren die binnenkort de arbeidsmarkt betreden en hen beter wapenen voor de huidige economische uitdagingen Het accent wordt daarbij vooral gelegd op werkplekleren. Deze maatregelen worden hierna nader omschreven.
2. Initiatieven voor het verhogen van basiscompetenties : uitbreiding van het sectoraal opleidingsaanbod (open aanbod van de sectorfondsen) zowel inhoudelijk als inzake doelgroepen
2.1 Nieuw: extra impulsen voor basis technische opleidingen De sectorfondsen zullen extra impulsen geven voor bepaalde basis technische opleidingen bij ACTA (Antwerps Centrum voor Automatiseringstechniek) en voor opleidingen in samenwerking met WVOK (Werk, Vorming, Onderwijs Kunststoffentechnologie vzw). Dit kan best door een financiële tussenkomst te geven aan de bedrijven van de sector die werknemers of personen uit tewerkstellingscellen van de sector inschrijven in dergelijke cursussen (financiële tussenkomst door de fondsen aan de bedrijven, op kopie van facturen voor bepaalde ‘basis technische’ opleidingen door de fondsen op voorhand erkend). Er zal rekening gehouden worden met reeds elders ontvangen tussenkomsten (zoals met de ‘KMO -portefeuille.be’). Voorbeelden van ‘basis technische opleidingen’: •
Basis opleidingen elektriciteit (BA 4, BA5),
•
Basis technische cursussen: pompen, principes van sturing…
•
Basis cursus voor operatoren bij ACTA of in samenwerking met WVOK vzw
• Basis cursus samenwerking met WVOK vzw
kunststofverwerking
(in
bepaalde
verwerkingstechnieken)
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
in
2
Het bedrag van de financiële tussenkomst voor opleidingen van werknemers en het volume van het gratis aanbod voor werknemers en werkzoekenden uit tewerkstellingscellen van de sector zullen nader bepaald worden in functie van de beschikbare middelen. Deze steunmaatregelen zullen gelden tijdens de beoogde periode (van 1 .04.2009 tot 31.07.2010) en tot uitputting van het toegekende budget voor dit deel van de actie. Een eenvoudige regeling zal getroffen worden om geen financiële tussenkomst uit te keren bij afwezigheid op een cursus zonder geldige reden.
2.2 Uitbreiding van het open aanbod ‘basis ICT opleidingen’: Tot op heden boden de sectorfondsen een (relatief beperkt) open aanbod in de volgende domeinen: Word (basis 2 dagen, gevorderden 2 dagen); Excel (3 d + 3d), Powerpoint (1dag), Access (3 d + 3d); Outlook (basis 1 dag). Dit aanbod zal uitgebreid worden inhoudelijk met nieuwe cursussen en inzake doelgroepen : Inhoudelijke uitbreiding met nieuwe cursussen : Outlook gevorderden + agendabeheer: to do’s, vergaderingen plannen …(Outlook als ondersteunend middel voor ‘tijdsbeheer’ en planning ) Aantrekkelijke presentaties met Power Point (niet louter de software Power Point op zich, maar concrete voorbeelden van actuele aantrekkelijke presentatietechnieken) Software voor beeldvorming (basis noties voor illustraties in websites, documenten, folders….) Uitbreiding van de doelgroepen: tot op heden werd dit aanbod voorbehouden aan werknemers van de sector. Het aanbod zal worden uitgebreid tot werknemers en werkzoekenden van tewerkstellingscellen van de sector. Het bedrag van de financiële tussenkomst voor opleidingen van werknemers en het volume van het gratis aanbod voor werknemers en werkzoekenden uit tewerkstellingscellen van de sector zullen nader bepaald worden in functie van de beschikbare middelen. Deze kortingen zullen gelden tijdens de beoogde periode (van 1 .04.2009 tot 31.07.2010) en tot uitputting van het toegekende budget voor dit deel van de actie. Een eenvoudige regeling zal getroffen worden om geen financiële tussenkomst uit te keren bij afwezigheid op een cursus zonder geldige reden.
2.3 Nederlands op de werkvloer Het actueel aanbod (ESF project 401 in oproep 17, waarbij ‘privé inbreng’ van de onderneming de loonkost is) zal opnieuw sterk worden gepromoot. In dit aanbod nemen de Fondsen voor vorming alle opleidingskosten op zich; enkel de loonkost is ten laste van de onderneming.
2.4 Nieuw : open aanbod basis communicatievaardigheden Communicatie tussen collega’s, tussen klant en leverancier, tussen afdelingen binnen een onderneming is een sleutelwoord voor succes, zeker in moeilijke economische omstandigheden. De Fondsen voor vorming zullen een nieuw ‘Open aanbod’ bieden met een reeks basismodules ‘communicatie’: basismodules van 1 of 2 dagen (met ‘terugkom’ dag). Het gaat hier om basiscursussen en niet om cursussen voor gevorderde verkopers of onderhandelaars bijvoorbeeld. •
Voorbeelden van basiscursussen ‘communicatie’:
•
Voor ‘toekomstige bedrijfsgidsen’ (opendeur dagen van de sector in 2010)
•
Voor ploegleiders, eerste lijnsverantwoordelijken (meestergasten)
• Voor peters (peterschaptrainingen) (onder andere voor het onthaal en begeleiding van jongeren in afwisselend leren en werken; zie hierna punt 3.1. bijvoorbeeld) • …
Voor ‘trainers’ (onder andere informatie over de sectorspecifieke middelen )
Een cursus ‘Chemie voor niet chemici’ (opfrissing van noties van chemie, van chemische woordenschat…) modulair, aangepast aan de bedrijven kan eveneens aangeboden worden indien
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
3
onderzoek aantoont dat een dergelijke cursus beantwoordt aan een nood . Dit is een vorm van communicatie tussen chemici en niet-chemici. Het bedrag van de financiële tussenkomst voor opleidingen van werknemers en het volume van het gratis aanbod voor werknemers en werkzoekenden uit tewerkstellingscellen van de sector zullen nader bepaald worden in functie van de beschikbare middelen. Deze steunmaatregelen zullen gelden tijdens de beoogde periode (van 1 .04.2009 tot 31.07.2010) en tot uitputting van het toegekend budget voor dit deel van de actie. Een eenvoudige regeling zal getroffen worden om geen financiële tussenkomst uit te keren bij afwezigheid op een cursus zonder geldige reden.
3. Andere nieuwe projecten of initiatieven voor competentie- en opleidingsbeleid Hierna volgen een reeks nieuwe projecten of initiatieven voor competentie- en opleidingsbeleid, voor inspanningen die als gevolg van de moeilijke economische omstandigheden wellicht onder druk komen te staan zonder extra impuls en voor nieuwe initiatieven ten dienste van de sector, de werknemers, werkzoekenden en jongeren. Doelstelling is telkens de ‘weerbaarheid’ van deze groepen te optimaliseren en hen op die manier te wapenen voor de huidige economische context.
3.1 Alternerend leren en werken voor de kunststofverwerking Na analyse van de behoeften van de ondernemingen en van de doelgroep (jongeren) kan een of meerdere stelsels van alternerend leren en werken op het getouw gezet worden om nieuwe kansen te geven aan jongeren en tegelijk de behoeftes van technisch geschoolde werknemers in de kunststofverwerkende industrie tegemoet te komen. Onder voorbehoud van de resultaten van de analyse van de arbeidsmarkt lijkt het beroep van ‘kunststofverwerker, machineregelaar’ (of van productiemedewerker of ander) het meest relevant. Een aangepast stelsel van alternerend leren en werken (in een aangepast sociaal statuut zoals deeltijds leren, deeltijds werken, leerlingwezen of ander) zal nader worden bepaald. Hiertoe zal onderzocht worden welke leeftijdscategorie als doelgroep wordt genomen (16-18 jarigen, of 18 -25 jarigen of beide). De duur van de opleiding (wellicht één schooljaar), de inhoud van de opleiding (algemene vakken, technische vakken en vakken gericht op kunststoffen en hun verwerkingstechnieken), de vorm van afwisselend leren en werken (per dag of in blokken), het niveau van de opleiding, de inbreng van onderwijs, VDAB…moeten nader worden bepaald. Een dergelijk nieuw programma van alternerend leren en werken met succes opstarten vergt heel wat voorbereiding en financiële middelen. De succesvolle opleiding SIRA Jongeren kan inspirerend werken voor dit project. De SIRA Jongeren opleiding heeft in 20 jaar aan meer dan 700 jongeren een kans gegeven om het beroep van ‘operator in de chemische industrie’ aan te leren, met een globale slaagkans van meer dan 80%. Uit ervaring met het Sira Jongeren project blijkt dat een dergelijk project van afwisselden leren en werken aanzienlijke financiële middelen en inspanningen vergt maar, indien succesvol, waardevolle resultaten oplevert, zoals: betere of unieke tewerkstellingskansen voor jongeren, oplossing van tekorten aan technisch geschoolde medewerkers voor de ondernemingen, betere en permanente samenwerking tussen industrie – onderwijs – VDAB – (eventueel SYNTRA), wat op zijn beurt gunstige gevolgen heeft voor een betere afstemming van de opleiding in het onderwijs of bij de opleidingsverstrekkers op de noden van de industrie. We onderscheiden de volgende stappen in de realisatie van dit project: • in eerste instantie: onderzoek en analyse van het project (alle mogelijke opties bekijken met scholen, bedrijven). Een programma bepalen met het Onderwijs, VDAB, SYNTRA…Het project afbakenen: doelgroep(en), inhoud, realisatie… •
promotie voor dit programma bij jongeren en bedrijven
• financiële ondersteuning voor de bedrijven om de leerlingen goed op te leiden: opleidingen voor toekomstige ‘peters’ in de bedrijven, financiële tegemoetkoming voor het opmaken van ‘leer- werkplaatsen’, voor verlies aan productiviteit bij de ‘peters’ (werkplaatsen voorbereiden, zorgen voor pedagogisch verantwoorde omkadering, voor opvolging van het leerproces…)
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
4
• financiële ondersteuning voor de scholen om de programma’s op te maken en leerkrachten op te leiden en nadien de leerlingen op te leiden • financiële ondersteuning voor de leerlingen bijvoorbeeld, een incentive voor leerlingen die met succes de opleiding gevolgd hebben, een tegemoetkoming in de leervergoeding door de sector • financiële ondersteuning bij het ontwikkelen van een certificaat die mogelijks een diploma kan vervangen (bijvoorbeeld competentiebewijs) De ‘centrumscholen’ en de VDAB (en SYNTRA) kunnen een actieve rol spelen in de realisatie van dit project. De sectorconsulenten zullen een actieve rol spelen bij de voorbereidingsfase en opstartfase van dit project in het kader van het sectorconvenant. Het bedrag van de financiële tussenkomst voor dit project dient nader onderzocht te worden door de sector in functie van de beschikbare middelen. Deze steunmaatregelen zullen gelden tijdens de beoogde periode (van 1 .04.2009 tot 31.07.2010) en tot uitputting van het toegekende budget voor dit deel van de actie.
3.2 Nieuwe en betere opleidingskansen voor toekomstige ‘operators’ de
Uitwerken van een aanbod voor de leerlingen van de 7 jaren chemische procestechnieken HBO (uit de verschillende provincies) om “hands-on”-opleidingen te volgen bij het opleidingscentrum uit de sector (ACTA) of in bedrijven. De hele problematiek van beter aansluitende opleidingen voor het beroep ‘operator in de proces industrie’ in kaart brengen en de knelpunten verhelpen: een ‘masterplan’ voor de studierichtingen TSO Chemie en andere TSO studierichtingen die voorbereiden op het beroep van ‘operator in de scheikundige industrie’ (of in aanverwante proces industrieën). De sector zal een budget voor nadere uitwerking van dit project opstellen en, in functie van de beschikbare middelen, bepalen welk budget hiertoe kan aangewend worden in het kader van het addendum van het sectorconvenant en welke kosten via andere financieringsbronnen gedragen worden.
3.3 Aanmoediging van aandacht voor opleidingsbeleid in een onderneming: ondersteuning van overlegde opleidingsplannen Voorstel van aanmoediging van opleidingsplannen. Elke onderneming die een opleidingsplan opstelt voor het jaar 2009 of voor het eerste semester van het jaar 2010 en dit plan bij haar bedrijfsdossier voor de terugbetaling van opleidingskosten voor de ‘risicogroepen’ bij de fondsen voor vorming indient voor 31.07.2010 kan een premie ontvangen voor het opstellen en indienen van het opleidingsplan. Het opleidingsplan dient paritair goedgekeurd te worden in het bedrijf, door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan door de syndicale delegatie, of bij ontstentenis ervan door het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. In bedrijven waar geen paritair orgaan bestaat volstaat de handtekening van de werkgever. Het opleidingsplan dient ingediend te worden tezamen met het bedrijfsdossier bij de Fondsen voor vorming. Het bedrag van de forfaitaire premie zal nader worden bepaald door de sectorfondsen in functie van de beschikbare middelen; de premie zal worden toegekend voor aanvragen ingediend tussen 1.04.2009 en 31.07.2010 en tot uitputting van het toegekende budget voor dit deel van de actie.
3.4 Aanmoediging voor investering in ontwikkeling van alle werknemers, jong en oud Een recente studie van Prof. Sels heeft aangetoond dat de sector op termijn zal geconfronteerd worden met een grote nood aan nieuwe werknemers als gevolg van de demografische evolutie. Er dienen dus incentives gegeven aan bedrijven die aantonen dat ze acties ondernemen om de gevreesde “braindrain” tegen te gaan. Kennisretentie wordt de uitdaging voor de toekomst. Mogelijkheden in die zin zouden kunnen zijn bijvoorbeeld: premies bij peterschapsprojecten waarbij oudere werknemers ingezet worden voor de begeleiding van jongere werknemers, bij projecten waarbij bedrijven investeren in de opmaak van competentieplannen voor hun werknemers (nog nader te definiëren), enz.
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
5
Het bedrag van de forfaitaire premie zal nader worden bepaald door de sectorfondsen in functie van de beschikbare middelen; de premie zal worden toegekend voor aanvragen ingediend tussen 1.04.2009 en 31.07.2010 en tot uitputting van het toegekend budget voor dit deel van de actie.
3.5 Praktijkgerichte ervaringsuitwisseling tussen onderwijs en industrie voor techniek en wetenschap op het niveau TSO, BSO, HBO en professionele bachelor Het is een algemeen gegeven dat onderwijs en industrie naar elkaar moeten toegroeien, zeker wat competenties op technisch en wetenschappelijk vlak betreft. De sector pleit niet voor enge specialisaties in het onderwijs die jonge afgestudeerden enkel op één bepaald bedrijf of functie zouden voorbereiden: de taak van het onderwijs is gericht op vorming voor het leven, voor een lange en wisselende loopbaan. Niettemin kan de vorming in het onderwijs best afgestemd worden op de actuele stand van de techniek en wetenschappen die thans in de industrie worden toegepast. Dit komt niet alleen de kwaliteit van het onderwijs ten goede, ook de motivatie van de jongeren en de aantrekkelijkheid van het onderwijsaanbod (vooral nodig voor TSO, BSO en nieuwe initiatieven van HBO) en zorgt uiteraard voor een betere inschakeling in de eerste job. Om dit verder te optimaliseren stelt de sector een nieuwe methode voor: werknemers voor een beperkte tijd (al dan niet gekoppeld aan (langdurige) economische of technische werkloosheid) laten deelnemen als leerkracht/docent aan het onderwijsgebeuren. Zodoende brengen we bedrijven en bedrijfskennis naar het onderwijs en omgekeerd. Uiteraard dient dit complementair te gebeuren aan de stages in de industrie (of sectorale centra) voor leerkrachten en docenten. De praktische voorwaarden om dit succesvol te realiseren dienen nader onderzocht te worden in samenwerking met de sociale partners van de sector en de overheid (onderwijs en werk). Het idee kan doormiddel van proefprojecten op verschillende niveau’s en plaatsen uitgetest worden. De haalbaarheid van dit voorstel is afhankelijk van de beschikbare middelen.
ALGEMENE OPMERKING Deze nieuwe impulsen kunnen slechts toegekend worden op basis van de beschikbare middelen, aangeboden door de overheid. De sectorfondsen zullen de indeling van het beschikbaar budget over de verschillende acties bepalen en opvolgen om het globaal budget efficiënt te besteden, voor een betere weerbaarheid van de doelgroepen: jongeren die zich voorbereiden op de arbeidsmarkt, werknemers in de bedrijven en werknemers en werkzoekenden in tewerkstellingscellen van de sector.
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
6
2. Verbintenissen van de overheid 4. Op basis van deze overeenkomst verleent de Vlaamse regering een werkingssubsidie ten bedrage van EUR. 750.000,00 waarvan 50% aan het Fonds voor Vorming in de scheikundige Nijverheid, (Reyerslaan 80, 1030 Brussel; bankrekeningnummer: 001-2122618-43); en 50% aan het Fonds voor de Beroepsvorming van de Bedienden in de Scheikundige Nijverheid, (Reyerslaan 80, 1030 Brussel; bankrekeningnummer: 001-2122619-44) voor het financieren van investeringen die rechtstreeks gericht zijn op de persoonlijke competentieontwikkeling van de werknemer en de werkzoekende, met uitsluiting van de ontwikkeling van tools en instrumenten.
3. Opvolgings en uitvoeringsmodaliteiten
5. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model, over te maken aan het departement. Dit rapport bevat volgende informatiegegevens: 1) een gedetailleerd overzicht van de kostenstaat, 2) een duiding bij de investeringen in competentieontwikkeling (aantal opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, inhoudelijke omschrijving van de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, aantal deelnemers bij de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments) en 3) duiding bij de aangegane verbintenissen. Dit rapport dient uiterlijk binnen de maand na afloop van de uitvoeringsperiode bezorgd te worden aan het Departement Werk en Sociale Economie.
6. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen.
7. Indien de in dit addendum opgenomen doelstellingen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies.
8. Dit addendum heeft een looptijd van 01/04/2009 tot en met 31/07/2010.
Addendum bij het protocol van samenwerking sector scheikundige nijverheid
7
Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel, Namens de Vlaamse Regering:
De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
8
Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers;
De heer Frans DIERYCK, Gedelegeerd Bestuurder Essenscia Vlaanderen;
De heer Koen LAENENS, Directeur ‘sociaal beleid’ Essenscia Vlaanderen
en als vertegenwoordigers voor de werknemers;
De heer Alfons De POTTER, Voorzitter ACV Energie Chemie;
9
De heer Johnny Van DOREN, Nationaal Verantwoordelijke LBC-NVK;
De heer Erik DECOO, Nationaal Verantwoordelijke ACLVB;
Mevrouw Ilse GALLIAERT, Federaal Secretaris BBTK;
De heer Herman BAELE, Federaal Secretaris Algemene Centrale ABVV
10