Vlaamse Regering
Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan “herstel het vertrouwen” van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008
Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de Bouw (PC 124) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming; En de sociale partners van de sector van de bouw met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Jean Biesmans, voorzitter Vlaamse Confederatie Bouw; Mevrouw Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder Bouwunie en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Stefaan Vanthourenhout, nationaal secretaris ACV Bouw en Industrie; De heer Rik Desmet, federaal secretaris Algemene Centrale ABVV; De heer Peter Börner, nationaal sectoraal verantwoordelijke ACLVB
Addendum bij het protocol van samenwerking bouwsector
1
Wordt overeengekomen wat volgt: De Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de bouw verbinden zich tot: 1. Verbintenissen van de sector
1. De bouwsector zal haar opleidingsaanbod en –inspanningen de komende periode verhogen door: •
de participatiegraad van het aantal ondernemingen en opleidingsuren werknemers in bouwbedrijven in Vlaanderen te verhogen met 8%.
•
het bereiken van 715 nieuwe (vooral kleine) bedrijven
•
de Regionale actieplannen af te stemmen ter ondersteuning van deze voornoemde acties
•
het actief promoten van bedrijfsopleidingsplannen en door ondersteuning te bieden aan bouwondernemingen bij de opmaak van hun Bedrijfsopleidingsplan (BOP)
•
door mee te werken aan de opbouw van een leeftijdsbewust loopbaanbeleid met aandacht voor de individuele competentieontwikkeling en -versterking
2. De sector zal haar opleidingsaanbod en –inspanningen naar kansengroepen verhogen door: •
tijdens prospectie in de regio de kleinere bouwbedrijven aan te zetten tot opleiding, tewerkstelling en begeleiding van kansengroepen.
•
een opleidingsaanbod rond basiscompetenties te creëren met laagdrempelige instapvoorwaarden en aangepaste methodieken (vb. basisveiligheid voor laaggeschoolden, taalondersteuning, basis planlezen…)
3. De bouwsector zal inzake herstructureringen: •
de getroffen arbeiders actief begeleiden met sectorale ondersteuning, informeren over openstaande vacatures en bijscholingsmogelijkheden, stimuleren voor het volgen van opleidingen en opmaak van een opleidingscompetentie bilan
•
De mogelijkheid creëren om via een extra sectoraal instrument de jonge bouwvakarbeiders na ontslag, omwille van economische redenen, onmiddellijk terug toe te leiden naar de bouwsector
•
collectieve informatiesessies organiseren ten behoeve van de werknemers bij herstructurering
•
toezien dat het toegewezen outplacementbureau werkt met aandacht voor de sectorale specificiteiten en de persoonlijke competenties en – ontwikkeling van elke werknemer
•
eisen dat de outplacementbureaus periodieke sectorale evaluaties uitvoeren en de opvolging van elke getroffen werknemer verzekeren.
•
een evaluatie uitvoeren van alle door de sector erkende outplacementbureaus
4. Supplementair naar competentiebeleid van werknemers in de bouwsector: •
bijkomende snelle, efficiënte hefbomen en stimuli (bijscholingsactiviteiten) voorzien, voor bedrijven en hun bouwvakarbeiders, die getroffen worden door de economische situatie
Addendum bij het protocol van samenwerking bouwsector
2
•
kan iedere werknemer tijdens de werkuren per jaar 120 uren opleiding volgen met sectorale tussenkomst in opleidings- en loonkost.
•
is er een systeem van premie-ondersteuning voor die werknemers die op avond of zaterdag opleidingen volgen. Er zal worden gestreefd naar een afspraak met de aanbieders, om een voorrangsreling uit te werken voor werknemers uit de sector.
•
beperkt de sectorale ondersteuning zich niet tot de louter vaktechnische opleidingen, maar geldt ook voor algemene opleidingen (taal, attitude, ICT…)
•
is er een verhoogde sectorale tussenkomst in bepaalde duurdere technische opleidingen, zoals gemechaniseerde beroepen en baggerberoepen, waardoor deze niche-opleidingen toch mogelijk zijn voor de betrokken werknemers.
•
zal de sector het opleidingsaanbod van de door FVB erkende opleidingscentra verhogen en kenbaar maken via een elektronische opleidingengids, gerichte folders en mailings naar bouwbedrijven en arbeiders
•
wil men bedrijfsinterne opleidingen stimuleren met aandacht voor de vorming van de bedrijfstrainer (train the trainer)
•
de peterschapsopleidingen van 50+ actief promoten
•
volgens de portfolio-methodieken de persoonlijke loopbaanontwikkeling voor werknemers in de sector opvolgen
•
de mogelijkheid onderzoeken om gezamenlijk voor getroffen arbeiders tijdens perioden van economische werkloosheid (gratis) opleidingen aan te bieden bij VDAB.
Addendum bij het protocol van samenwerking bouwsector
3
2. Verbintenissen van de overheid 5. Op basis van deze overeenkomst verleent de Vlaamse regering een werkingssubsidie ten bedrage van EUR 850.000,00 aan het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, (Koningsstraat 45, 1000 Brussel; bankrekeningnummer: 310-1801484-86) voor het financieren van investeringen die rechtstreeks gericht zijn op de persoonlijke competentieontwikkeling van de werknemer en de werkzoekende, met uitsluiting van de ontwikkeling van tools en instrumenten.
3. Opvolgings en uitvoeringsmodaliteiten 6. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model, over te maken aan het departement. Dit rapport bevat volgende informatiegegevens: 1) een gedetailleerd overzicht van de kostenstaat, 2) een duiding bij de investeringen in competentieontwikkeling (aantal opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, inhoudelijke omschrijving van de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments, aantal deelnemers bij de opleidingen/begeleidingen/screenings en assessments) en 3) duiding bij de aangegane verbintenissen. Dit rapport dient uiterlijk binnen de maand na afloop van de uitvoeringsperiode bezorgd te worden aan het Departement Werk en Sociale Economie. 7. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. 8. Indien de in dit addendum opgenomen doelstellingen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. 9. Dit addendum heeft een looptijd van 01/04/2009 tot en met 31/07/2010.
Addendum bij het protocol van samenwerking bouwsector
4
Opgemaakt in drie exemplaren te Brussel, Namens de Vlaamse Regering:
De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
5
Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers;
De heer Jean BIESMANS, Voorzitter Vlaamse Confederatie Bouw;
Mevrouw Hilde MASSCHELEIN, Gedelegeerd bestuurder Bouwunie
6
en als vertegenwoordigers voor de werknemers;
De heer Stefaan VANTHOURENHOUT, Nationaal secretaris ACV Bouw en Industrie;
Rik DESMET, Federaal secretaris Algemene Centrale ABVV;
Peter BÖRNER, Nationaal sectoraal verantwoordelijke ACLVB
7