BELEIDSPLAN EN BEGROTING 2015 AVELINGEN GROEP
Concept vei'sie t,b,v. AB-vergadering
A. BELEIDSPLAN 2015 B. BELEIDSBEGROTING 2015 C. FINANCIELE BEGROTING 2015 (inclusief meerjarenraming 2016-2018)
Concept versie t.b.v, AB-vergadeiing
INHOUDSOPGAVE A.
BELEIDSPLAN 2015
1.
S A M E N H A N G E N D B E L E I D W E R K EN I N K O M E N
06
2.
KEUZES INZET PARTICIPATIEBUDGET
10
3.
INRICHTING VAN DE UITVOERING
14
4.
KERNTAKEN VAN AVELINGEN GROEP
18
5.
WERKGEVERSTAKEN
23
B.
BELEIDSBEGROTING 2015
1.
INLEIDING OP DE BELEIDSBEGROTING
25
2.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
28
3.
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
36
4.
FINANCIERINGSPARAGRAAF
37
5.
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN
39
C.
FINANCIELE BEGROTING
1.
GRONDSLAGEN EN TOELICHTING OP DE BEGROTING 2015 E.V.
2.
OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN IN DE BEGROTING 2015 MET TOELICHTING
3.
INVESTERINGEN 2015 TOT EN MET 2018
4.
OVERZICHT VAN DE BUDGETTEN ETC. PER GEMEENTE
5.
BEREKENING EMU-SALDO
Bijlage 1 Bijlage 2
ORGANOGRAM LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN - BEGRIPPEN
Concept versie t,b,v, AB-vergadeiing
A. BELEIDSPLAN 2015
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Voonvootd Op dit moment wordt er volop gewerkt aan de voorbereiding op de invoering van de Participatiewet, Na jaren van discussies over de toekomst van de sociale werlwoorziening, geplande wetswijzigingen die niet door konden gaan en aangekondigde bezuinigingen, is er in 2015 daadwerkelijk sprake van een nieuwe werkelijklieid, De wetten gaan veranderen: de Wsw blijft alleen bestaan voor iedereen die daar nu een diensU^erband in lieeft, de Wwb wordt aangesclierpt en de Wajong is alleen nog voor duurzaam en voUedig arbcidsongeschikten, Daarmee wH liet kabinet eivoor zorgen dat iedereen die arbeidsvermogen heeft, via een regeUng aan het werk wordt geholpen, Hoewel de wettelijke kaders veranderen, bUjven er mensen die om wat voor reden dan ook niet mee kunnen doen op de arbeidsmarkt, Avelingen Groep heeft jarenlange expertise opgebouwd om de talenten van mensen maximaal te benutten. We denken in mogekjldieden en kansen op de markt, Ook binneii de kaders van de Participatiewet blijven we dat doen, De grootste uitdaging van de Participatiewet is om nog meer mensen die nu nog aan de kant staaii, mee te laten doen op de arbeidsmarkt. De expertise en het netwerk dat we hebben opgebouwd, is hard nodig om dat te realiseren. We doen dat graag samen met de zeven gemeenten die deze taak bij ons belegd hebben, met de ondernemers in en buiten de regio, en met onze samenwerldngspartners. Hoe dit er exact in de toekomst uit gaat zien, is op dit moment nog niet helemaal duideUjk, In 2015 worden de contouren voor de toekomstige uit\'oeringsstrt.rctuur steeds duidelijker, Ondertussen bUjven we doorgaan met onze kerntaak, nameUjk het biedeii van passend werk aan mensen die het zelf niet redden op de arbeidsmarkt.
Leeswijzer Het beleidsplan 2015 bestaat uit twee delen. Het eerste deel, hoofdstuk 1 tot en met 3, bevat de beleidsvoornemens en de uiUverldng daaivan ten aanzien van de Participatiewet, In februari/maart 2014 zijn de beleidsvoornemens voor de Participatiewet vastgesteld door de gemeenteraden en door de Algemeen besturen van Avelingen Groep en de Regionale sociale dienst. In het eerste deel van dit beleidsplan wordt dit verder uitgewerkt, Een verkorte versie hien^an is opgenomen in het Uin^oeringsdocument SIP, dat in mei 2014 naar de gemeenteraden is verstuurd ter vaststelling. In het tweede deel van dit beleidsplan, hoofdstuk 4 en 5, wordt nader ingegaan op de rol van Avelingen Groep in de uit\'-oering van het beleid.
Concept versie t.b,v, AB-vergadering
Hoofdstuk 1. Samenhangend beleid Weik en Inkometi Avelingen Groep, RSD en de zeven deelnemende gemeenten hebben de gezamenlijke ambitie om zoveel mogeHjk mensen die nu om wat voor reden aan de kant staan, een plek te geven op de arbeidsmarkt, Het hebben van werk is belangrijk: mensen kunnen daarmee in hun eigen inkomen voorzien en het geeft strucmur aan hun leven, Wie een bijdrage kan leveren op de arbeidsmarkt, wordt indien nodig zodanig ondersteund dat zijn of haar vaardigheden en talenten optimaal benut worden. We gaan daarbij uit van de mogeUjkheden op de markt, Deze ambitie sluit aan bij de doelstellingen van de Participatiewet, die op 1 januari 2015 ingevoerd wordt, Belangrijke pijlers voor het samenhangend beleid zijn: De beleidsvoornemens Participatiewet, zoals deze in maart door de gemeenteraden en de Algemeen Besturen van AveMngen Groep en RSD zijn vastgesteld, Het arbeidsmarktbeleid - Het beleid ten aanzien van lokale aanhechting
1.1. Beleidsvooinemens Participatiewet In de Participatiewet staat werk voorop: iedereen die arbeidsvermogen heeft, levert 'naar vermogen' een bijdrage op de arbeidsmarkt, De Participatiewet is een herziening van de huidige Wet werk en bijstand (VX^vb). De Wsw blijft alleen bestaan voor mensen die nu een Wsw-dienstbetrekldng hebben en de Wajong blijft alleen bestaan voor mensen die voUedig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, Mensen die om wat voor reden dan ook niet in staat zijn om zelf werk te vinden, maar wel arbeidsvermogen hebben (een 'afstand tot de arbeidsmarkt'), komen onder de werldng van de Participatiewet,' Gemeenten zijn en blijven daarmee verantwoordeUjk voor het begeleiden naar werk van een grote groep mensen. Op dit moment zijn de taken geregeld via twee gemeenschappeUjke regehngen: RSD AV en Avelingen Groep. De volgende uitgangspunten zijn vastgesteld voor de beleidsvorming van de Participatiewet, die verwerkt zijn in de regionale visie op het sociaal domein: Ondersteuning naar werk alleen voor wie dat nodig is Mensen die een beroep op een uitkering doen, hebben aUereerst een eigen verantwoordeUjldieid om terug te kereii naar de arbeidsmarkt of om de arbeidsmarkt voor het eerst te betreden, Dit geldt met name voor mensen die een zodanig verdienvermogen hebben, dat ze zelfstandig mee kunnen doen op de arbeidsmarkt, Als bUjkt dat er meer nodig is om iemand aan het werk te helpen, is een goede intake en diagnose essentieel, Alleen bij de juiste diagnose van het probleem kan de juiste ondersteuning naar werk geboden worden. De (relatief) kortste weg naar werk Een succesfactor voor de uiUroering van de Participatiewet is wanneer de duur in de uitkering zo kort mogeUjk is, Dat is zowel in het belang van de gemeenten
' \^oor de lioofdUjiien van de Participatiewet: zie beleidsvoornemens Participatiewet, d,d. 28 februan 2014
Concept versie t,b.v. AB-vergadering
(schadelastbeperldng ten aanzien van het inkomensdeel), van werkgevers (arbeidsproductiviteit) en van betrokkenen zelf (kansen op de arbeidsmarkt), De 'kortste weg naar werk' is een relatief begrip, Maatwerk is hier het uitgangspunt, Maximaliseren van arbeidsmarktwaarde In de Participatiewet is 'loonwaarde' een belangrijk thema: het verdienvermogen van een persoon op een specifieke werkplek, Het uitgangspunt is dat iemand 'naar vermogen' meedoet op de arbeidsmarkt, Wanneer het verdienvermogen van mensen voUedig wordt benut, ontstaan duurzame oplossingen om mensen uit de uitkering te laijgen en te houden, Binnen de kaders van de Participatiewet zijn tal van instrximenten mogeUjk, Naast de inzet van loonkostensubsicUes en trajecten om de positie van mensen op de arbeidsmarkt te versterken, zijn er de aangepaste werkpleldsen, UiteindeUjk gaat het er om dat iemand werk kan doen dat aansluit bij zijn mogeUjkheden en bij de vraag van de markt, ToekomstbestencUgeinfrastaictuur Om de taken op het terrein van werk & inkomen goed te bUjven uit^^oeren, is het van belang dat er een toekomstbestendige infrastructuur staat, Een infrastructuur die niet alleen bestaat uit werkplekken, maar ook uit voldoende kennis en expertise, die binnen het hele werkgebied breed ingezet kunnen worden als instrument in het regionale arbeidsmarktbeleid, Daarbij wordt voortgebouwd op wat er al is, waarbij continu gezocht wordt naar innovatieve oplossingen om tegemoet te komen aan de vraag van de markt en de mogeUjkheden van de wcrkzoekenden, Het wetsvoorstel is in februari 2014 door de Tweede Kamer aangenomen, na wat wijzigingen als gevolg van een aldioord met de oppositie, Verder moet een aantal zaken nog uitgewerkt worden in lagere regelgeving, en is er nog het overleg van de landeUjke Werkkamer, waarin YNG en sociale partners de afspraken uit het Sociaal Aklcoord van 2013 uitwerken.
1.2. Aibeidsmaiktbeleid De regio AV is een van de 35 zelfstandige arbeidsmarktregio's in Nederland. Deze positie brengt de nodige verantwoordeUjldieden met zich mee, Niet aUeen omdat de regio liierdoor een taak heeft met betrekldng tot landeUjk uitgerolde arbeidsmarkt[:)rojecten (zoals de bestrijding van jeugdwerldoosheid en subsidies in het kader van het Europees Sociaal Ponds), maar ook en bovenal omdat zij een rol heeft met het oog op het functioneren van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, op strategisch, beleidsmatig en uit\roerend niveau Vooropgesteld moet worden dat het functioneren van de arbeidsmarkt vooral een taak en verantwoordeUjklieid van de werkgevers/ondernemers zelf is, De vraag van de werkgevers is immers leidend. Arbeidsmarktbeleid kan dan ook niet van de grond komen zonder dat de ondernemers daarbij op een goede manier worden betroldien, De taken en roUen die de overheid in relatie daartoe beldeedt, zuUen vooral faciUterend van aard moeten zijn, Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan het creeren van een gunstig vesdgingsbeleid en het analyseren en monitoren van arbeidsmarktontwikkeUngen, Daarnaast heeft de overheid een specifieke taak vanuit de Participatiewet met het oog op de toeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, Vanzelfsprekend is een eenduidige en exceUente cUenst\ferlening richting werkgevers in dat verband noodzakeUjk, Dit
Concept versie t,b,v. AB-vergadering
is onder meer van belang bij de inrichting van het nieuwe stelsel van garantiebanen en de inzet van loonkostensubsidie bij detachering of plaatsing op basis van loonwaardemeting. Bovendien brengt de komst van het regionale werkbedrijf per 1 januari 2015 met zich mee dat op bestuurUjk niveau de betrokkenheid wordt geregeld van werkgevers(organisaties) en werknemers(organisaties), Werkgeversorganisaties laijgen nameUjk een bestuurUjke vertegenwoordiging in het Werkbedrijf, naast gemeenten als primair veranUvoordeUjke parrij en het UWV, Daarnaast zullen werkgevers (en andere pardjen) vanuit hun deelname in het werkbedrijf worden betrold?;en bij het opstellen van een marktbeweiidngsplan voor de regionale arbeidsmarkt, Regionale arbeidskenmerken voor wat betreft vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zuUen daaiwoor als basis dienen, Als onderdeel heeft dit plan een samenhang met een bredere arbeidsmarktagenda, Vanuit overheidsperspectief kan de vormgeving van het toekomstige arbeidsmarktbeleid dan ook niet los worden gezien van werkgeversdienst\feiiening en de inrichting van het Werkbedrijf Ook in de richting van andere betroldcenen op de arbeidsmarkt, zoals bijvoorbeeld partijen uit het ondei'wijsveld, zullen er connecties moeten worden gelegd of uitgebouwd, Het met elkaar verbinden van de ambities en mogeUjkheden van lokaal, regionaal en sectoraal georganiseerde pardjen zal daarbij het uitgangspunt zijn. De arbeidsmarkt zal de komende jaren (verder) gaan veranderen. Door demografische (vergrijzing/ontgroening), technologische en economische ontwildieUngen zal die markt naar verwachting nog meer flexibel en open worden, De uitdaging voor de overheidsorganisaties (Gemeenten, RSD, AveUngen Groep, U\XA^ binnen de regio Alblasserwaard/Vijflieerenlanden zal moeten zijn, in deze veranderende arbeidsmarkt een structuur necr te zetten c,q, uit te bouwen waarbUmen haar ondersteunende/faciUterende rol richting werkgevers het best tot haar reclit kan komen, De rol en de positie van Gorinchem als centrumgemeente - ook in relatie tot de andere gemeenten in de arbeidsmarktregio behoeft daarbij bijzondere aandacht, Eerst dan kan in gezamenUjklieid worden vastgesteld welke speerpunten van arbeidsmarktbeleid we op strategisch niveau gaan benadrukken.
1.3. Beleid lokale aanhechting De decentraUsaties maken het gemeenten mogeUjk dwarsverbanden te leggen tossen de Wmo/Awbz, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen, De forse bezuinigingen op het participatiebudget noodzaken gemeenten om op zoek te gaan naar dwarsverbanden. Begin 2013 is de bestuursopdracht Lokale verankering gegeven, De opdracht was: Inventarisatie van mogeUjkheden door verbinding tussen de drie decentraUsaties, Deze lokale verankering wordt onder de Participatiewet op de volgende manier voortgezet, Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zijn preventie, participatie en activering in eerste instantie de doelstelUngen, We doen cUt door samenwerldng op de volgende onderdelen: • Signalering en afstemming met sociale (wijk)teams en/of lokale zorgnetwerken, • Samenwerldng met lokale organisaties, onder meer op het gebied van vrijwilUgerswerk en schuldhulpverlening. • Inzet van inensen met een uitkering als vrijwiUiger bij lokale initiatieven.
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Als dit niet haalbaar is dan deelname van mensen met een uitkering aan activiteiten in het dorp of in de wijk, Stimuleren om bijstandsgerechtigden mee te laten doen aan dwarsverbanden, « • Inzicht maken op welke manier mensen met een uitkering participeren, Als iemand succesvol participeert dan staan er veivolgens andere trajectmogeUjldieden open die leiden tot uitstroom, Voor mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt geldt de kortste weg naar werk. Dit betekent aansluiting op de regionale arbeidsmarkt, Verdringing en lock-in effecten moeten worden voorkomen, Er is sprake van een lock-in effect (insluiting) als mensen die in een traject minder bezig zijn met het zoeken naar een nieuwe baan.
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Hoofdstuk 2. Keuzes inzet Participatiebudget Vanaf 2015 is er een ontschot budget voor de gemeenteUjke instrumenten voor het toeleiden naar werk, Concreet betekent dit een samenvoeging van het re-integratiebudget van de \XAVB en de subsidie Wsw, Daarnaast kan het Inkomensdeel van de WWB, bestemd voor de betaUng van uitkeringen, gedeelteUjk worden ingezet voor de verstrekldng van loonkostensubsidies, Plet proces van intake en trajecten zict er globaal gezien zo uit:
Digitale aanmelding bijstand AjS^VA^-'A'Sy
Screening Geen bijstand
Rechtmatigheid Inschatting arbeidsmarktwaarde v^-S'vVtV^ViVv
Gezamenlijke intake AG - RSD
fA%^.,\*M^.^*^;(\.^^Jf?jjA*A*MAV.*A!MAt;'VA*^ASW,}AiAh^SMJSM*^,vMiAV,*AV^»',*
Arbeidsmarktwaarde 0-20%
I
Arbeidsmarl
Arbeidswaarde 80-100% A^'v'.'JiWVlVvWvWiV^ 4S
instrumenten
instrumenten
Instrumenten
In dit hoofdstuk ^vordt een samenhangend voorstel gedaan voor de inzet van het Participatiebudget, waaiwan een vertaUng is gemaakt in de begroting 2015,
2.1. Beschtijving doelgioepen en instmmenten Uitgangspunt voor het aan het werk helpen en houden van mensen, bUjft de vraag van de markt, De mogeUjldieden op de (lokale en regionale) arbeidsmarkt zijn bepalend voor de kans op plaatsing, Daarbij is de kortste weg naar werk het uitgangspunt, Vanuit die mogeUjldieden wordt gekeken op welke manier we de 'arbeidsmarktwaarde' van een persoon kunnen optknaUseren, Daar hebben niet aUeen de werkgever en de werknemer baat bij, maar ook de gemeente, voor wie de uitkeringslasten beperkt worden, Lokale aanhechting is daarbij een belangrijk element, maar uitgangspunt bUjft de optimaUsering van de arbeidsmarktwaarde, want de arbeidsmarkt kent immers geen gemeentegrenzen, Bij zorgtrajecten ligt de nadruk meer op activering en het voorkomen van een verdere teruggang, Ook daarbij geldt dat 'schadelastbeperldng' voor gemeenten gercaUseerd wordt, omdat aanspraken op andere voorzieningen voorkomen moeten worden.
10
Concept versie t,b,v. AB-vergadering
De participatiemiddelen worden steeds schaarser en zuUen selectief moeten worden ingezet om recht te doen aan het uitgangspunt 'de kortste weg naar werk', Daarbij is de grote winst van de samenwerldng van de RSD en AveUngen Groep dat er veel expertise in huis is om bepaalde trajecten zelf uit te voeren, Vanaf 2015 is er sprake van een ongedeeld budget waaruit zowel de re-integratie van de huicUge (en nieuwe) W^XK^-cUenten, de huicUge Wsw en nieuwe beschutte werkpleldten gefinancierd moeten worden, Hieronder wordt weergegeven voor welke doelgroepen we het beschikbare budget wiUen gaan inzetten en welke instrumcnten/trajecten we daarbij voor de verschiUcnde doelgroepen voor ogen hebben, 1)
Doelgroep: Zittend bestand Wsw, Instrument: aangepast werk (binnen beschut of bij reguUere werkgevers georganiseerd) Per 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom Ui de Wsw meer, Het zittende bestand Wsw bUjft gewoon onder het huidige wetteUjke Wsw-regime vaUen; zij behouden hun rechten conform de cao Wsw, De inzet daarbij zal bUjven om voor de werknemers aangepaste werkzaamheden te organiseren, bij reguUere werkgevers of binnen de beschutte werkomgeving, Mensen die niet meer in de Wsw kunnen instromen, kunnen een beroep doen op het werkbedrijf voor begeleiding naar werk. 2)
Doelgroep: Nieuwe instroom. Instrument: Screening aan de poort om veiwolgstappen te bepalen. duur in de uitkering te beperken of beperkt te houden d,m,v, workflrst of directe dooiwerwijzing naar schoUng of werk. Elke aanmelding voor een bijstandsuitkering wordt aan de poort getoetst op zowel rechtmatigheid als doeltreffendheid. In de praktijk betekent dit dat Bureau Handhaving van de RSD de digitale aanvraag voor een uitkering beoordeelt. Bureau Handhaving toetst de aanvraag in het kader van de wet SUWI, legt de arbeidsverpUchting op en checkt relevante informatie, De RSD bepaalt op basis van een grove screening of betroldcene aanspraak Ujkt te maken op een bijstandsuitkering , bepaalt de afstand tot de arbeidsmarkt en incUen noodzakeUjk wordt geUjktijdig vanuit de poortwachtersrol (werk boveii uitkering) een workfirsttraject bij de AveUngen Groep ingezet, Wanneer de aanvraag rechtmatig is bevonden door het Bureau Handhaving en uit de beoordeUng van de RSD bUjkt dat betroldcene aanspraak Ujkt te maken op een bijstandsuitkerUig , start het gezamenUjke proces van RSD en AveUngen Groep, Het doel van de gezamenUjke aanpak is een efficiente en effectieve aanpak waarbij de cUent indien mogeUjk zo snel mogeUjk in het meest passende traject richting (betaalde) arbeid gaat, Tijdens de gezanienUjke intake wordt ingezoomd op de arbeidsmogeUjldieden en wordt een keuze gemaakt voor de meest passende aanpak en bijbehorend traject, Hierbij gaan we uit van de trajecten die reeds worclen ingezet bij AveUngen Groep en andere opdrachtnemers, en nieuw te onUvildielen producten; binnen de infrastructuur van AveUngen Groep en de aanwezige deskundigheid kan maatwerk worden ontwikkeld, W^elke instrumenten?
• •
Een (globale) intake om de kansen/trede in te schatten Directe doorverwijzing naar werk of schoUng, of een ander traject
3) Doelgroep: Bovenkant/reguUer, Instrument: Directe plaatsing. arbeidsmarktprojecten.
11
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Voor de mensen met een arbeidsmarktwaarde van 80% tot 100% wordt er van uit gegaan dat deze mensen al dan niet raetgeringe ondersteuning, maar zonder al te veel langdurige inspanningen aan het werk kunnen (worden geholpen), De grote winst zit in schadelastbeperldng: mensen zo snel mogeUjk uit de uitkering. Naast kortdurende trajecten zijn er mogeUjldieden om mensen concreet werk te bieden, Arbeidsmarktprojecten met werkgevers en leerwerkbanen zijn hier voorbeelden van, ]Velke instmmenten?
• •
•
Directe plaatsing (Werkgeversseiwicepunt; Uitzendbureaus; Jobhunring); Indien nodig, korte training (bijvoorbeeld soUicitatietraining), zo veel mogeUjk in eigen belieer aangeboden (RSD en/of AveUngen Groep), Wanneer dat niet mogeUjk is, via externe partijen; Directe plaatsing als gevolg van arbeidstoeleiding; bijvoorbeeld via arbeidsmarktprojecten bij werkgevers (eveiitueel met belioud van uitkering gedurende een korte periode),
4)
Doelgroep: Mensen met een arbeidsmarktwaarde van 40% tot 80%, Instrument: ondersteuning naar werk; trajecten en trainingen, Bij deze groep wordt er van uit gegaan dat deze mensen wel kunnen werken, maar dat daar een intensiever traject aan vooraf moet gaan of dat bij plaatsing op werk een vorm van ondersteuning noodzakeUjk is, omdat ze (nog) niet geheel voor 100 % arbeidsproductief zijn. Door de inzet van trajecten of ondersteuning zijn er voor mensen uit deze groep mogeUjkheden om hen (op termijn) concreet aan het werk te laijgen, Zo biedt de Participatiewet voor hen bijvoorbeeld nieuwe mogeUjldieden door de inzet van loonkostensubsidies, Ook hier geldt (net als bij de groep genoemd onder punt 3) dat er kansen zijn in termeii van schadelastbeperldng. Het zal dan welUcht niet altijd direct gaan om volledige uitstroom uit de uitkering of uitstroom op korte termijn, maar wel om het (proces naar het) maximaUseren van de arbeidsmarktwaarde: door hen wel werk en de juiste begeleiding te bieden, kunnen ze het beste uit zichzelf lialen, Een deel van de mensen die voorheeii een Wsw-indicatie zou hebben gekregen en nu zal instromen in de Participatiewet valt onder deze doelgroep, W'^elke instmmenten?
• • • •
• 5)
Diagnose/assessment om het juiste traject te bepalen of de arbeidsmarkhvaarde te bepalen; (tijdeUjk) Werken met belioud van uitkering: Trainingen/cursussen/jobcoaching; ArbeidstoeleicUngstrajecten/tijdeUjke werldeertrajecten, met belioud van uitkering. Tijdens deze periode wordt onder andere gewerkt aan werknemersvaardigheden of andere vaardigheden die nodig zijn om te fiuictioneren op de arbeidsmarkt, Altijd met als doel om een stap te kunnen zetten naar betaald werk, Loonkostensubsidies of detachering; Doelgroep: Mensen met een arbeidsmarktwaarde van 20% tot 40 %, Instrument: beschut werk
12
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Met de invoering van de Participatiewet en de afbouw van de Wsw wordt tegeUjkertijd het instrument beschut werk integraal onderdeel van de Participatiewet. Net als bij de huidige Wsw gaat het om het organiseren van werk onder aangepaste omstandighedeii voor mensen die aUeen onder die omstandighedeii productieve arbeid kunnen verrichten, Een belangrijk verschil ten opzichte van de huidige Wsw is dat de doelgroep versmald wordt, UW\^ bUjft daaiwoor, net als nu bij de Wsw, de indicatie verzorgen. In totaal komen er verspreid over Nederland 30,000 plaatsen voor beschut werk, Dit is bestemd voor personen die een verdiencapaciteit hebben tussen de 20% en ongeveer 40%. Zij hebben wel verdiencapaciteit, maar zijn alleen in een aangepaste omgeving in staat om productieve arbeid te verrichten, De gemeenten laijgen onder de Participatiewet middelen om deze beschutte werkplekken in te richten en de betrokkenen te betalen op minimumloonniveau, De precieze afbakening van deze groep liangt mede af van de indicatiesteUing die UWV gaat verrichten, De criteria zijn nog niet bekeiid, 6)
Doelgroep: Mensen met een arbeidsmarktwaarde van 0 tot 20 %, Instrument: Activering en zorg, De mensen die behoren tot deze doelgroep hebben recht op een uitkerUig, maar zij zijn niet in staat om aan het werk te komen, of (op korte termijn) op te schuiven op de treden van de participatieladder (liun verdiencapaciteit is minder dan 20 % van het WetteUjk IVIinimumloon), Veelal hebben de mensen uit deze doelgroep een (tijdeUjke) ontheffing van de arbeidsmarkt\'-erpUchting, De oorzaken hieiwan zijn over het algemeen complex en uiten zich vaak in multiproblematiek. Daar waar sprake is van multiproblematiek, Ugt een duideUjke verbinding richting sociale wijkteams. Ook kan er vanuit deze doelgroep een verbinding worden gelegd naar zorg en wclzijn, omdat een deel van de groep is aangewezen op dagbesteding en/of begeleiding, Omdat deze groep niet gericht is op deelname op de arbeidsmarkt, zuUen de mogeUjldieden voor hen vooral Uggen op het terrein van activering, Hierbij moet gedacht worden aan vrijwilUgerswerk, tegenprestatie en projecteii in het kader van lokale aanhechting, Gelet op de beperkte middelen in het participatiebudget en de wetteUjke randvoorwaarden die aan de inzet van middelen uit het participatiebudget zijn verbonden, zal de delddng van activeiingsactiviteiten uit andere middelen moeten geschiedeii.
13
Concept versie t.b.v. AB-vergadeiing
Hoofdstuk 3. Inrichting van de uitvoeiing Het samenhangend beleid ten aanzien van Werk en Inkomen (hoofdstuk 1) en de vertaUng daaiwan naar de inzet van het Participatiebudget (hoofdstuk 2) heeft consequeiities voor de inrichting van de uit\roering. Meer dan voorlieen wordt ook de uit^roeiing in onderUnge samenhang opgepakt door AveUngen Groep en RSD, en voor wat betreft de werkgeversdienst^reiiening samen met UWV,
3.1.
Uitvoering van de Participatiewet vanaf 2015
Het Werkbedrijf In het regeerakkoord en het Sociaal Akkoord is afgesproken dat er Werkbediijven komen 'als schakel tussen arbeidsgehandicapte en werkgever'. In de meeste regio's is er een extra schakel nodig. In deze regio valt de arbeidsmarktregio geUjk met het werkgebied van AveUngen Groep en met dat van de RSD. De ingredienten zijn dus aanwezig om een succesvol Werkbedrijf neer te zetten. In de Werkkamer (\^NG en sociale partners) wordt de vormgeving van de Werkbediijven uitgewerkt, Daarbij wordt aangegeveii dat aangesloten wordt bij wat er lokaal/regionaal al is en goed werkt, De inrichting van het Werkbedrijf is echter geen vrijbUjvende keuze: er komt een wetteUjke verankering in de Wet SUWI (Structuur Uiu^oeiing Werk en Inkomen), Het is een "bestuurUjk regionaal samenwerldngsverband van regiogemeenten, werkgevers en vakbonden, Gemeenten hebben de lead bij de Werkbediijven met een zware vertegenwoordiging van werkgevers in het bestuur, De wethouder c,q, treld?;er van dc arbeidsmarktregio is voorzitter van het samenwerldngsverband, Ook de weiiaiemersorganisaties nemen deel aan het bestuur," Als gekeken wordt naar bovenstaande uitgangspunten, zijn in deze arbeidsmarktregio de meeste ingredienten aanwezig om te komen tot de inrichting van het Werkbedrijf Het is in deze regio niet nodig om een extra schakel in te bouwen, maar vooral om voort te bouwen op bestaande structuren en oveiiegvormen, De enige partijen die nog in mindere mate vertegenwoordigd zijn in de bestaande structuren, zijn de werknemersorganisaties. Het is zaak om de bestaande samenweiidngsstructuren tussen AveUngen Groep, RSD en UW-'V en de contacten met ondernemers verder vorm te geven tot een Werkbedrijf De aandachtspunten waar aan gewerkt moet worden, zijn onder te verdelen in twee hoofdelementen: • Structuur: de bestuurUjke en financiele inrichting van het Werkbedrijf In relatie tot de bestaande gemeenschappeUjke regeUng(en), de rol van de centrumgemeente, de rol van UW\^, de betroldcenheid van werkgeversorganisaties en weiiaiemersorganisaties, Vraagstuldcen die met name op bestuurUjk niveau beantwoord moeten worden, Gemeente Gorinchem venorlt hier als centrumgemeente een centrale rol, in afstemming de andere zes gemeenten en overige partijen, AveUngen Groep en RSD kunnen vanuit onze expertise de gemeente hierbij adviseren, • Inlioud: het marktbeweiidngsplan
14
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Aandachtspunt is de Unk met het arbeidsmarktbeleid (zie paragraaf 1,2,), Wat belangrijk is in de totstandkoming eiwaii, is dat het gedragen wordt door aUe partijen en dat aUe partijen zich committeren aan de uit\roering ervan.
Toekomstige uit\^oering taken werk en inkomen Omdat AveUngen Groep en RSD beiden taken uit^^oeren in het kader van de Participatiewet, is onderzoek gedaan naar de mogeUjkheden om de uitx^oeiing efficient neer te zetten, Tijdens het schrijven van dit beleidsplan zijn de exacte uitkomsten nog niet bekend.
3.2. Werkgeveisdienstveilening Een van de doelstelUngen van de nieuwe Participatiewet is (en bUjft) om mensen die om wat voor redenen dan ook niet in staat zijn om zelf werk te vinden, maar wel arbeidsvermogen hebben aan het werk of een baan te helpen. Voor het organiseren van werk of het plaatsen van mensen op een baan is de rol van werkgevers essentieel; Zij zijn het immers die voor werkgelegenheid en banen zorgen. Bij de benadeiing van werkgevers is het dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat de vraag van de werkgevers centraal staat. De contacten met hen en - in het veiiengde daan^an - de dienst\^eiiening richting hen, moeten daarop worden ingericht. Met het oog op de toekomstige werkgeversdienstverlening wiUen we een partnerschap met de werkgevers aangaan, Dit doen we door werkgevers vanaf het begin te betrekken bij de (door)ontwikkeUiig en uitxroeiing van de werkgeversdienstverlening, vanuit de gedachte dat werkgevers en gemeenten op dit thema een gezamenUjke verantwoordeUjklieid hebben, Dit betekent dat de gemeente niet alleen liaalt, maar ook brengt, De vraag van de werkgever staat immers centraal; Wat werkgevers voor ogen hebben, waar werkgevers behoefte aan hebben moet het uitgangspunt zijn, Werkgevers moeten zich verantwoordeUjk wiUeii gaan voelen voor arbeidsgehancUcapten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, Werkgevers zuUen aUeen bereid zijn hier hun medeweiidng aan te verlenen als ze hier ondersteuning vanuit de overheid bij krijgen, Bijvoorbeeld door ze een aanspreekpunt te bieden, de cUent op de werkvloer te begeleiden (jobcoaching), flexibele inzet van personen (bijvoorbeeld detachering) en zo min mogeUjk administratieve romplomp, Ook binnen het toekomstige Werkbedrijf zal die gezamenUjke verantwoordeUjldieid verder vorm laijgen; bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een gezamenUjk marktbewerldngsplan op basis van regionale arbeidsmarktkenmerken bij vraag en aanbod, Dit plan zal waar mogeUjk aaiisluiten bij de al lopende inzet van AveUngen Groep, de RSD, de gemeenten en het UWA*^, Daarnaast zal er via het Werkbedrijf immlUng worden gegeven aan de 'garantiebanen'. Werkgevers hebben zich (landeUjk) gecommitteerd om banen aan te bieden aan mensen met een arbeidsbepeiidng. Mensen op de wachtUjst voor de huidige Wsw en herkeurde Wajongers laijgen daarbij volgens de wetgever voorrang. De samenwerldng tussen deze partijen, die al vanaf 2013 via een orgaiiisch groeimodel wordt vormgegeven onder de werktitel "Weiicwaard", zal in 2015 nog verder worden geintensiveerd.
15
Concept versie t,b,v. AB-vergadering
Overigens wordt benadrukt dat werkgeversbenadeiing zich uiteindeUjk niet aUeen beperkt tot de kolom Werk en Inkomen, in casu de RSD en AveUngen Groep. Het is een gemeentebrede activiteit, waar bijvoorbeeld ook het vesdgingsbeleid en het vergunningenbeleid toebehoort. Ook met deze overige gemeenteUjke activiteiten zullen verbindingen gelegd moeten worden.
3.3. Loonwaardemeting De loonwaardemeting wordt een belangrijk instrument binnen de Participatiewet. In ieder geval moet de loonwaarde regelmatig vastgesteld om de loonkostensubsidie voor de werkgever te bepalen. Het U\X/V bepaalt wie er in aanmeiidng komt voor loonkostensubsidie en het Werkbedrijf bepaalt de daadwerkeUjke loonwaarde op de werkplek, De loonwaardemeting kan ook breder ingezet worden dan aUeen voor de loonkostensubsidie, bijvoorbeeld om de inleenvergoeding bij een detachering vast te stellen, De loonwaarde is geen vast gegeven, De uitkomst van een meting is onder andere afliankeUjk van het moment en van de waarneming van de professional, Liever spreken we van loonwaardecategorieen, Een vast percentage veronderstelt een precisie die er niet is, Desondanks is de meting van de loonwaarde, of zoals wij zelf Uever spreken over 'arbeidsmarktwaarde', een goed uitgangspunt om de afstand tot de arbeidsmarkt in te schatten en als startpunt voor het gesprek met de externe werkgever, Om de loonwaarde of arbeidsmarktwaarde te meten, zijn diverse instrumenten in omloop, Bij AveUngen Groep wordt op dit moment ook al de arbeidsmarktwaarde ingeschat, Naar verwachting zal de staatssecretaiis van sociale zaken en werkgelegenheid nog bekend maken aan welke voorwaarden een instrument moet voldoen. Op het moment van schrijven is dit nog niet bekend, Dit zal dan ook een punt van uitweiidng worden.
3.4. Clientenparticipatie Het aspect cUentenparticipatie is op dit moment al geregeld in zowel de Wsw als de \XAVB. In de Wsw wordt de cUentenparticipatie vormgegeven door de Wsw-raad, De wetteUjke taken en bevoegdheden van de Wsw-raad beperken zich tot de wachtUjst en het PGB, De invulUng van de cUentenparticipatie binnen de WAX^B is ruimer van aard, Deze is binnen de RSD vormgegeven in de verordening op de cUentenraad. Daarin is geregeld dat de cUentenraad gevraagd en ongevraagd advies mag geven over aUe door de RSD uitgevoerde wetten, regeUngeii en diensten, Dit betekent dat de cUentenraad binnen de RSD ook met betrekldng tot bijvoorbeeld schulddienstsfeiiening een adviesrol heeft. In de Participatiewet wordt de cUentenparticipatie in artikel 47 geregeld, Dit artikel kent een ruimere formulering dan het oude artikel 47 uit de WWB, Het gevraagd en het ongevraagd adviseren, alsmede het uitgangspunt dat uitkeriiigsgerechtigdeii of hun vertegenwoordigers bij de uitoefening van hun rol in het kader van cUentenparticipatie ondersteuning ont^^angen, worden in de nieuwe wet verankerd, Voor de nieuwe verordening op de cUentenparticipatie cUe in het najaar zal worden vastgesteld, is het uitgangspunt dat de Wsw-raad en de cUentenraad worden samengevoegd tot een nieuwe advies- c.q cUentenraad. Dit zal uiteraard gebeuren in overleg en samenspraak met de huidige twee raden. Overigens is het van belang dat voor cUentenparticipatie de
16
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
samenhang wordt opgezocht, zowel binnen het sociale domein als tussen de gemeenten onderUng (motie van Weijenberg).
17
Concept versie t.b,v. AB-vergadering
Hoofdstuk 4. Kerntaken van AveUngen Gioep AveUngen Groep biedt als weiideerbedrijf van de regio passend werk aan diegenen die zodanige arbeidsbepeiidngen hebben, dat ze niet zelfstandig in staat zijn om het wetteUjk minimumloon te verdieiien. X^an oorsprong doen we dit met name door de Wet sociale weiiwoorziening (\X''sw) uit te voeren, die als doel heeft om passend werk tc bieden aan mensen met een UchameUjke, verstandeUjke of psychische bepeiidng. Dat kan bij een gewone werkgever onder begeleiding (al dan niet in groepsverband) of binnen de beschutte werkomgeving. Met de komst van de Participatiewet wordt werken in een beschutte werkomgeving een van de instrumenten van de Participatiewet. Diegenen die geen beschut werk nodig hebben maar wel veel begeleicUng, kunnen onder andere via loonkostensubsidies aan het werk worden geholpen. De Wsw bUjft aUeen nog bestaan voor degenen die al een Wsw-dienst\rerband hebben. De doelgroep en de kerntaak van AveUngen Groep wordt daarmee in de kern niet anders, maar de wetgeving verandert. We streveii ernaar om nog meer mensen passend werk te bieden in een zo reguUer mogeUjke werkomgeving, Dat kunnen mensen zijn die nog via de Wsw bij AveUngen Groep werken, mensen die in het kader van de Participatiewet ondersteuning nodig hebben, of mensen met een Wajong-uitkering, Dit betekent ook het een en ander voor de organisatie, Er ontstaat een verschuiving van AveUngen Groep als werkgever naar meer dienst\reiiening, Mensen zijn hier in mindere mate 'permanent', maar veel vaker tijdeUjk, Ook ontstaat de situatie dat de diversiteit aan rechtsposities groeit. We hebben straks Wsw-ers met de bestaande rechten van de Wsw (inclusief een cao), mensen die werken met belioud van uitkering, maar ook mensen met een nieuwe rechtspositie in het kader van beschut werk, Deze wijzigingen gaan geleideUjk, maar betekeneii dat we ons als bedrijf continu aanpasseii aan de omstancUghedeii, Zoals beschreven in het eerste deel van dit beleidsplan, doen we onze taken in toenemende mate in samenwerldng met partners als gemeenten, U\XA^ en de Regionale Sociale Dienst, Gemeenten, U\XA^ en sociale partners zijn gezamenUjk verantwoordeUjk om te zorgen dat mensen met arbeidsbeperkUigen de weg kunnen vinden naar de arbeidsmarkt, AveUngen Groep fungeert daarbij als schakel en instrument om cUe verantwoordeUjldieid vorm te geven. In 2015 krijgen we niet alleen te maken met de Participatiewet, maar ook met de zogeheten garantiebanen, waarbij mensen op de waclitlijst van de Wsw en Wajonggerechtigden met arbeidsvermogen voorrang laijgen, Samen met bovenstaande partners wiUen we plaatsing bij reguUere werkgevers reaUseren voor deze groep mensen, AveUngen Groep doet dit aUes voor zeven gemeenten in de regio, De gemeenschappeUjke regeUng AveUngen Groep bestaat uit de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Lingewaal, Molenwaard en Zederik,
4.1. Wsw, zittend bestand In 2015 is geen nieuwe instroom meer mogeUjk in de Wsw, maar worden de instrumenten zoals die nu ingezet worden (beschut werken, detachering, et cetera) onderdeel van de Participatiewet. Er is in 2015 dan ook geen sprake meer van een taaksteUing,
18
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
De Wsw bUjft bestaan voor mensen cUe op 31 december 2014 een Wsw-dienst\rerband hebben, AveUngen Groep lioudt daarmee de verantwoordeUjklieid voor de huidige Wswmedewerkers. U\XA^ bUjft verantwoordeUjk voor de herindicatie, Het bestaande beleid van AveUngen Groep, waarbij we passend werk zoeken dat uitgaat van de markt en van de mogeUjldieden van de werknemer, bUjft daarbij leidend, Wanneer bUjkt dat mensen vanwege verandeiing van hun mogeUjkheden niet meer binnen de Wsw passen, zoeken we naar een zo goed mogeUjke overgang naar eventuele andere voorzieningen, De huidige groep van Wsw-ers zal door onder andere pensioneiing en ondergrens steeds Ideiner worden, De afgelopen jaren is er een trend geweest dat de doelgroep steeds meer de eclite 'beschutte' doelgroep is en steeds meer zorg nodig heeft, Verder zien we bij AveUngen Groep relatief veel mensen met indicatie 'ernstig'; vaak gaat het om een combinatie van bepeiidngen en in veel gevaUen psychische bepeiidngen, X^erwacht wordt dat de Ideiner wordende groep in liogere mate steeds meer aangewezen zal zijn op werk binnen de muren van AveUngen Groep, Het bieden van passend werk en de benodigde begeleiding bUjven daarbij onze belangiijkste taken waar het deze groep betreft.
4.2. Trajecten naar wetk Ook afgelopen jaren heeft AveUngen Groep de opgebouwde expertise ingezet voor diverse doelgroepen uit andere regeUngen dan alleen de Wsw, Met de komst van de Participatiewet wordt dit nog integraler. De Participatiewet biedt de mogeUjldieid om binnen een regeUng diverse instrumenten in samenhang aan te bieden en in te zetten. In deel I is al ingegaan op de verschUlende doelgroepen en de instrumenten die we als sluitende keteii voor deze doelgroepen inzetten, Het doel van alle trajecten is om (aansluitend bij de markt) de arbeidsmarktwaarde van mensen te optimaUseren in een zo reguUer mogeUjke werkomgeving, Voor alle instrumenten geldt dat vooral werknemersvaardigheden centraal staan, in de praktijk bUjkt dat motivatie en gedrag bepalende factoren zijn voor het succes van een plaatsing, vaak in meerdere mate dan val^^aardigheden, Specifiek Idjkeiid naar AveUngen Groep gaat het daarbij onder andere om de volgende instrumenten en weiiwormen: Work First Work First is een veelgebruikt instrument om in kaart te brengen wat de mogeUjldieden zijn van mensen die een bijstandsuitkering hebben aangevraagd, Daarmee wordt onderstteept dat werk voorop staat, boven een uitkering. Work First is een instrument dat in de praktijk tot veel resultaten heeft geleid en zal ook in het kader van de Participatiewet regelmatig ingezet worden, Arbeidstoeleiding Het instrument Arbeidstoeleiding duurt 6 maanden en heeft het karakter van het veiweiwen en behouden van arbeidsvaardigheden, gericht op het vinden van een baan in het reguUere arbeidsproces, Naast het opdoen van weiiaitme en praktijkeiwaring biedt AveUngen Groep vakgeiichte schoUng, jobfinding en jobcoaching, Arbeidstoeleiding is in augustas 2013 gestart. De eerste eiwaringeii zijn positief en laten zien dat de meeste deelnemers, ondanks hun grote afstand tot de arbeidsmarkt, stappen in de juiste richting zetten.
19
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Loonkostensubsidie Loonkostensubsidies worden in de Participatiewet gepresenteerd als een instrument voor mensen die geen voUedige arbeidsmarktwaarde hebben, maar wel in staat zijn om onder aangepaste omstandighedeii bij een reguUere werkgever te werken, Het vormt daarmee een alternatief voor een deel van de groep die voorlieen voor de Wsw in aanmeiidng zou komen, U\XW bepaalt wie hieiwoor in aanmeiidng komt, maar de bepaUng van de loonwaarde of arbeidsmarktwaarde gebeurt op de werkvloer. Op basis van de huidige gegevens over het Participatiebudget is er in 2015 ruimte om een aantal mensen in te laten stromen op basis van loonkostensubsidie, Daarbij denken we met name aan een groep mensen die al meerdere trajecten gevolgd hebben zonder dat daarbij duurzame uitstroom aan de orde is, omdat zij het niet redden bij een reguUere werkgever, Wij zijn er\'an overtuigd dat zij met de juiste begeleiding wel degeUjk in staat zijn om werk te verrichten. Net als bij de huidige Wsw Idjken we naar de optimale arbeidsmarktwaarde, uitgaande van de mogeUjldieden op de markt. Plaatsing bij een reguUere werkgever is daarbij het uitgangspunt, maar omdat AveUngen Groep een integrale werkwijze heeft, kan dit in vele vormen, Detachering Een van de vormen van plaatsing bij werkgevers is detachering, zowel op incUviduele basis als op groepsbasis, Detachering is een uitstekende manier om werkgevers te 'ontzorgen'. Of iemand nu vanuit de Wsw, vanuit loonkostensubsidie of vanuit andere regeUngen gedetacheerd wordt, maar voor de werkgever niet uit. AveUngen Groep necmt het werkgevers chap uit handen en zorgt via jobcoaching voor de benodigde begeleiding. Werken op locatie Werken op locatie is een goede weiiworm om mensen dichter bij de reguUere arbeidsmarkt te plaatsen, maar hen tocli de begeleiding te kunnen bieden die zij nodig hebben. X^oor opdrachtgevers is ook dit een vorm van 'ontzorgen', waarbij het verschil met detachering is dat ook de weiideiding vanuit AveUngen Groep komt. We zien dan ook nog steeds een groei in Werken op locatie. Het is steeds vaker een goede manier om een partnership aan te gaan met reguUere werkgevers. Werken op locatie kan ingezet bUjven voor de huidige groep Wsw-ers, en voor nieuwe instroom in het kader van de Participatiewet. Beschut werk AveUngen Groep heeft twee eigen locaties voor beschut werk: op het Industrieterrein AveUngen in Gorinchem en kwekerij De Landsinghof in Giessenburg. Het is belangrijk om deze werkvormen te handhaven, zeker naar de toekomst toe. Beschut werk wordt ook in de Participatiewet een belangrijk instrument om mensen naar vermogen te kunnen laten werken. In 2015 zal het vanwege de geleideUjke afbouw van de Wsw gaan om een beperkte mate van nieuwe instroom, De eiwaiingen met de huidige Wsw zijn dat een deel van de groep mensen aangewezen is op eenvoudig productiewerk met een hoge mate van begeleiding, Daarnaast worden de locaties voor beschut werk steeds meer ingezet voor andere trajecten. Beschut werk is daarmee een middel om weiideeiplekken in te kunnen richten, om mensen voor te bereiden op een plek op de arbeidsmarkt. Ook zijn er mogeUjldieden om de aansluiting te zoeken bij arbeidsmatige dagbesteding.
20
Concept versie t.b.v, AB-vergadering
Gezien de noodzaak en de mogeUjkheden van beschut werk wordt in 2015 de locatie in Giessenburg gerenoveerd, Een renovatie was al langer gepland en in de begroting opgenomen, maar was nog niet uitgevoerd in afwachting van nieuwe wetgeving. Met de plannen voor de (ver)nieuwbouw is de locatie in Giessenburg Idaar voor de toekomst en biedt het mogeUjkheden om mensen met een arbeidsbepeiidng passend werk te bieden.
Garantiebanen TegeUjk met de Participatiewet wordt de Quotumwet ingevoerd, waarin is geregeld dat werkgevers de komende jaren banen beschikbaar stellen voor mensen met een arbeidsbepeiidng, (Op het moment van schrijven Ugt het wetsvoorstel bij de Raad van State,) In 2015 hebben mensen die nog op de Wsw-waclitUjst staan (en door het afsluiten van de Wsw niet meer kunnen instromen) en Wajongers met arbeidsvermogen voorrang, Samen met U\X^'^ zal dan ook gekeken worden hoe we deze banen kunnen invuUen, De garantiebanen zijn geen afzonderUjk traject, maar kan in vele vormen ingevuld worden, Hierover worden op landeUjk niveau nog verdere afspraken gemaakt. Met de voorrang rcgeUng voor de twee specifieke doelgroepen ontstaat het lisico dat andere groepen nadeel ondendnden, X^anuit onze verantwoordeUjklieid zuUen we speciaal aandacht bcsteden aan de mensen die nog op de XX^sw-wachtUjst staan, maar zonder daarbij de mogeUjkheden voor anderen uit te sluiten. Etcetera,,, Naast boveiigenoemde trajecten en weiicvormen biedt AveUngen Groep ook onder andere taalpraktijktrajecten, test & training, leerwerktrajecten in samenwerking met het ROC, et cetera, AfliankeUjk van wat er nodig is, maken we trajecten op maat.
4.3. Ontwildcelingen maikt In tegenstelUng tot landeUjke trends is AveUngen Groep nog steeds in staat om ruim voldoende geschikt werk te vinden. Dit gaat niet vanzelf Wij investeren veel in contacten met ondernemers en met gemeenten. Langdurige contacten leveren uiteindeUjk resultaten op in de vorm van werk, in wat voor vorm dan ook. Soms gaat het om mogeUjkheden om mensen direct te plaatsen bij werkgevers, soms levert het werk op voor de beschutte werkomgeving, en soms spreken we met een werkgever af dat we een bepaalde Idus uit\roeren op locatie bij de werkgever zelf Speerpunten voor de eigen werkzaamheden zijn groen, faciUtaire diensUrerlening en (eenvoucUg) productiewerk. Lokale verankering X^oor AveUngen Groep is het vanzelfsprekend dat voor het reaUseren van kansen voor met een arbeidsbeperking ook gemeenten betrokken zijn. Zij hebben immers ook op diverse manieren contacten met hun lokale ondernemers. X^oorbeelden hieiwan zijn projecten die in het afgelopen jaar zijn opgestart, zoals een project en een wijk van Leerdam, de start van een nieuwe locatie in Nieuw-Leldieiiand en een werkgeversneKverk dat zich riclit op maatschappelijk verantwoord ondernemen, DergeUjke initiatieven kunnen op verschiUeiide manieren ontstaan: soms vanuit AveUngen Groep, soms vanuit gemeenten en soms vanuit ondernemers zelf Bij al deze samenweiidngsverbanden is
21
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
AveUngen Groep bettokken vanuit onze expertise in het begeleiden van mensen en in het organiseren van werk voor mensen met een arbeidsbepeiidng. Komend jaar zal naar verwachting nog meer nadruk Uggen op dergeUjke initiatieven die lokaal verankerd zijn. Groen Bij de groeiivoorziening wordt verwacht dat de hoeveelheid werkzaamheden stabiel bUjft. De werkzaamheden bestaan voornameUjk uit arbeidsintensief, liandmatig werk, Daarin wordt samengewerkt met partners zoals gemeenten en private pardjen, De groeiivoorziening biedt nog altijd veel mogeUjldieden voor een brede doelgroep, Voorheen bestond de doelgroep met name uit mensen met een Wsw-cUenst\rerbaiid, Aangezien deze groep steeds meer aangewezen is op intensieve begeleiding en beschut werk, zien we een verbreding naar andere groepen, bijvoorbeeld vanuit de bijstand, Het werk in het groen biedt goede mogeUjkheden om mensen op te leiden, FaciUtaire dienst\reiiening Ook in de faciUtaire dienst^reiiening zien we nog steeds een groei, omdat er goede mogeUjkheden zijn voor een brede doelgroep, De faciUtaire cUenst\reiiening is de laatste paar jaar sterk gegroeid en we verwachteii dat deze groei doorzet, De groei is er met name op de gemeenteUjke markt: steeds meer gemeenten vragen AveUngen Groep om gemeentehuizen en andere gemeenteUjke gebouwen sclioon te maken, De medewerkers van AveUngen Groep bUjken daarin onze beste ambassadeurs: omdat er overdag schoongemaakt wordt, zien gemeenten zelf de waarde van werk voor mensen, Maar ook in de semi-pubUeke en private sector zijn steeds meer kansen. Op de faciUtaire markt Idezen we voor samenwerldng met een private partij, met name voor het speciaUstisch werk, Productiewerk X^erwacht wordt dat we voor het beschutte deel steeds meer aangewezen zijn op eenvoudige productiewerkzaamhedeii, Daarnaast is de beschutte omgeving nog altijd zeer geschikt om mensen arbeidsvaardigheden te leren. In de acquisitie van werk zien we nog steeds veel mogeUjldieden, We streven daarbij naar langdurige intensieve samenwerking, minder opdrachtgevers met grotere opdrachten. Om werk passend te maken, Idjken we hoe het zodanig aangepast kan worden dat veel mensen daardoor werk kunnen verrichten.
22
Concept versie t.b.v, AB-vergadering
Hoofdstuk 5. Weilcgeveistaken Naast de kerntaken zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, is AveUngen Groep werkgever voor een grote groep mensen. Daarbij gaat het om de mensen die conform de Wsw een dienst^rerband bij ons hebben, om nieuwe instroom Ui beschut werk en eventueel loonkostensubsidie. En uiteraard is AveUngen Groep is ook werkgever voor mensen die op grond van een reguUer diensn^erband een leidinggeveiide of staffunctie hebben. Zij zijn aangesteld in de personeels-BX^ of hebben een ambteUjk dienst\rerband.
5.1. Opleidingsbeleid Een belangrijk element van het zijn van een weiideerbedrijf is het werkgeverschap, in ieder geval voor de Wsw-medewerkers, maar vanaf 2015 in toenemende mate ook voor de nieuwe instroom in beschut werk en mensen die via een loonkostensubsidie door AveUngen Groep begeleid worden. X^oor aUe Wsw-medewerkers is een individueel ontwikkeUngsplan (IOP) opgesteld. Per persoon wordt in kaart gebracht wat de ontwildielmogeUjldieden zijn en op welke manier we proberen om hen zodanig te begeleiden dat ze naar vermogen kunnen werken, Daarbij gaat het met name om algemene werknemersvaardigheden, De plaatsingsmogelijkheden worden vaak bepaald door factoren die te maken hebben met hele basale vaardigheden: op tijd op je werk komen, samenwerken met coUega's, leiding accepteren, et cetera. Naast de ontwikkeUng van algemene werknemersvaardigheden wordt in het opleidingsbeleid ook aandacht besteed aan deelcertificaten, competeiitiegeiicht leren en specifieke trainingen/cursussen. Voor zover mogeUjk, doen we dit in eigen belieer. Externe trainingen worden ingekocht wanneer dat niet in eigen belieer kan. Daarbij gaat het onder andere om Nederlandse taal. Met name aan Nedeiiandse taal wordt veel aandacht besteed. We zien een toenemende noodzaak om hier aan te werken, vooral voor mensen die via trajecten vanuit de WXX-TJ door AveUngen Groep begeleid worden.
5.2. Veizuimbeleid Ziekteverzuim is en bUjft een speerpunt voor AveUngen Groep als werkgever van in totaal ongeveer 700 mensen (\X^sw-ers, staf en leidinggevend personeel). Er wordt dan ook stevig regie gevoerd op ziekteverzuim, vanuit het belang van zowel de medewerkers zelf als van AveUngen Groep als bedrijf De leidinggevende is verantwoordeUjk voor de begeleicUng bij ziekte. De afdeUng Personeel & Trajectbeheer ondersteunt daarin. De verzuimconsulent adviseert de leidinggevende, bewaakt de te zetten stappen en legt de relatie met het integrale personeelsdossier. AveUngen Groep heeft veel mogeUjldieden voor aangepast werk. Dat maakt een sneUe weiidieivatting mogeUjk, tijdeUjk of bUjvend in ander werk. Bij langduiig verzuim wordt bekekeii of het conform de Wsw mogeUjk is om een ondergrensprocedure te starten. Soms moet erkeiid worden dat een plek in de Wsw niet meer passend is en bemiddelt de bedrijfsmaatschappeUjk werker na het ver\^aUen van de Wsw-Uidicatie naar een vervolg^roorzieiiing.
23
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
Een bijzonder aandachtspunt wordt het verzuimbeleid ten aanzien van mensen die geen werknemer zijn van AveUngen Groep, maar in een ander traject bij of via AveUngen Groep werken, Deze groep gaat naar veiiiouding groeien en vergt een aanpassing van de aanpak.
5.3. Bediijfsmaatschappehjk werk AveUngen Groep lieclit belang aan het bedrijfsmaatschappeUjk werk en heeft daarom een eigen medewerker daan^oor in dienst. Deze heeft een belangrijke signalerende functie binnen het bedrijf en dat werpt zijn vruchten af De bedrijfsmaatschappeUjk werker bcgeleidt medewerkers met arbeidsgerelateerde problemen. Zij heeft veelvuldig overleg met begeleiders van medewerkers en verwijst gericht door. Zij participeert in het regionale zorgneUverk en onderhoudt op structurele basis contacten met regionale (zorg)instelUngen. Steeds vaker is ook overleg met poUtie nodig, waarmee medewerkers op basis van gedragingeii steeds vaker in aanraldng Ujken te komen. De bedrijfsmaatschappeUjk werker geeft voorUchting over onderwerpen als agressie, budgetteiing en schuldhulpverlening.
5.4. Arbeidsomstandigheden en veihg werken AveUngen Groep beschikt over een Arbozorgsysteem. In het Arbozorgsysteem is vastgelegd hoe de taken in het bedrijf rondom arbeidsomstandigheden en veiUgheid worden uitgevoerd. Daarnaast borgt dit systeem de aandacht voor arbeidsomstandigheden en veiUgheid in het beleid van AveUngen Groep, Elk jaar wordt een Jaarplaii Arbo en X^'eiUgheid opgesteld waarin de activiteiten voor het komende jaar beschreven staan en het beleid van het afgelopen jaar wordt geevalueerd, Er zijn lisico-inventarisaties (RIeiiE's) van alle werksoorten die er in huis zijn. Preventie is bij veiUg werken een piimaire invalshoek. Er wordt veel voorUchting gegeven over veiUg werken in het algemeen en bij de uit\''oering van specifieke werkzaamheden. Per afdeUng wordt minimaal vier keer per jaar werkoveiieg gehouden. Arbeidsomstandigheden en veiUgheid staan daarbij vast op de agenda. Binnen AveUngen Groep wordt gewerkt volgens de landeUjk mssen sociale partners afgesproken SW Arbo-catalogi. Wanneer er een nieuwe of aangepaste catalogus verschijnt, buigt een interne commissie zich daarover en toetst cUt aan het Arbo-beleid van AveUngen Groep. Op advies van deze commissie neemt de directie vervolgens besluiten over eventuele aan^aiUende maatregelen. X-^erder worden er ontruimingsoefeningen gehouden. Elk jaar wordt bekeken welke aspectcn daaiwan bijzondere aandacht nodig hebben en wordt op grond daaivan gekozeii voor de vorm waarin dit gebeurt. AveUngen Groep beschikt over een goed functionerende BHX^ en EHBO-organisatie. Arbeidsomstandigheden en X^eiUgheid is een punt dat stmctureel op de overlegagenda tussen directie en Ondernemingsraad staat. De OR heeft een aparte commissie ingesteld die bestaat uit OR-leden en medewerkers uit het bedrijf en die de OR liieiin adviseert.
24
Concept versie t.b.v, AB-vergadering
B.
BELEIDSBEGROTING 2015
1.
INLEIDING OP DE BELEIDSBEGROTING
1.1.
Algemene toelichting op de cijfers voor 2015 (en volgende jaren)
Met ingang van 2015 treedt de Participatiewet in werldng met als gevolg dat er vanaf die datum de instroom van sw-medewerkers op basis van de huidige wetgeving stopt en er dus voor de zittende groep aUeeii sprake is van uitstroom. Daarnaast wordt een efficiencykorting doorgevoerd op de 'fictieve' sw-budgetten via veiiaging van het bedrag per SE (SE = standaardeenheid, rekeneenheid voor de subsidie). Onder de Participatiewet is daarentegen ook sprake van nieuwe doelgroepen, zoals nieuw beschut en werken met loonkostensubsidie, Hierop is in het beleidsplan al uitgebreid ingegaan. Met deze ontwikkeUngen is bij het OpsteUen van de begroting zo goed mogeUjk rekening gehouden, hoewel nog steeds sprake is van een aantal onzekerheden ten aanzien van dc precieze invulUng van de Participatiewet, Ten tijde van het opstellen van beleidsplan en begroting werd gewerkt aan een businesscase in het kader van de samenwerldng tussen AveUngen Groep en RSD, In de begroting is voor wat betreft de budgetten en aantaUen medewerkers, trajecten e,d, zoveel als mogeUjk aangesloten bij de cijfers die de basis vormen voor de businesscase, Dit bevordert de eenduidigheid in gepresenteerde cijfers, De opbouw van de begrotingscijfers is ten opzichte van vorige jaren wat aangepast om de presentatie logischer te maken, X/'erder is in de begroting al rekening gehouden met het deel van het participatiebudget dat naar verwachting in 2015 (en volgende jaren) bij AveUngen Groep besteed wordt, Dit betreft het 'fictieve' budget voor de zittende groep swmedewerkers, het budget voor de groep nieuw beschut (bestaande uit een begeleidingsvergoeding uit het participatiebudget en loonkostensubsidie die ten laste van het I-deel komt) en begeleidingsvergoedingen e,d, voor diverse doelgroepen en trajecten, Zoals uit de cijfers van de begroting bUjkt zijn deze budgetten onderbouwd met aantaUen trajecten e,d.. In navolging van de Ujn zoals het bij de huicUge wsw budgetten ging, kunnen de deelnemende gemeenten onder de Participatiewet de in de begroting opgenomen participatiemiddelen rechtstreeks doorbetalen aan AveUngen Groep, Dit geldt niet aUeen voor het 'fictieve' sw-budget voor de zittende doelgroep (dit werd altijd al rechtstreeks door de gemeenten aan AveUngen Groep overgemaakt), maar ook voor de andere (|3articipatie)middelen, Dit laatste heeft als voordeel dat er geen omzetbelasting (21%) over deze middelen behoeft te worden afgedragen, wat wel het geval is als de middelen via de RSD bij AveUngen Groep terecht komen, Hierdoor kan met hetzelfde geld meer worden gedaan. Om die reden wordt aan de gemeenten voorgesteld om de doorbetaUngssystematiek met ingang van 2015 op dit punt aan te passen. De begroting 2015 is sluiteiid. Dit is mede te daiiken aan het feit dat Ui de begroting een reele inschatting is gemaakt van de in te zetten participatiemiddelen, die een essentieel onderdeel vormen om tot een sluitende exploitatie te kunnen komen. In de meerjarenbegroting is sprake van relatief beperkte tekorten. Deze cijfers zijn echter zeer vooiiopig. Hierbij moet nameUjk worden opgemerkt dat de effecten die voort kunnen
25
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
komen uit de businesscase (Itostenbesparingen door bijvoorbeeld intensiever samenwerking, aanpassing van de organisatie aan wijzigende omstancUghedeii) nog niet in de meerjarencijfers vertaald zijn. Overigens wordt er in de begroting 2015 e.v. vanuit gegaan dat een deel van het participatiebudget wordt ingezet om de daUng van het (fictieve) budget per SE op te vangen. Idierdoor wordt voorkomen dat de gemeenteUjke bijdragen gaan stijgen. Dit heeft wel tot gevolg dat een (belangrijk) deel van het participatiebudget al wordt ingezet ten behoeve van de zittende groep SW. In de paragraaf verbonden partijen wordt hierop nog nader ingegaan, De belangiijkste posten in de exploitatie worden gevormd door de toegevocgde waarde, de loon- en overige bediijfskosten en de lijks- en gemeenteUjke bijdragen, Daarop wordt liierna kort ingegaan, De toegevoegde waarde wordt gereaUseerd met diverse product-marktcombinaties (PMC's), In het beleidsplan is een uiteenzetting opgenomen met betrekldng tot de ontsvikkeUngcn die naar verwachting in 2015 bij de diverse PMC's speleii, Fheiwan uitgaande leidt cUt tot een begrote toegevoegde waarde in 2015 die ongeveer op het niveau Ugt van de begroting 2014, Een voorwaarde om deze toegevoegde waarde te kunnen reaUseren is overigens ook het beschikbaar zijn van voldoende medewerkers vanuit andere regeUngen dan aUeen de Wsw, Met ingang van 2015 gaat de instroom in de wsw-oud stoppen, wat deels wordt gecompenseerd door instroom nieuw beschut. Per saldo zijn echter minder mensen beschikbaar om de toegevoegde waarde te reaUseren, met als gevolg een geleideUjke daUng van de toegevoegde waarde in de meerjarenbegroting, X^oor wat betreft de loonkosten kan onderscheid worden gemaakt in de loonkosten van SWmedewerkers en die van het overige personeel, De loonkosten, die 87% van de bediijfskosten vormen, bestaan eiierzijds uit een hoeveelheidscompenent (aantal fte) en anderzijds uit een prijscomponent (salarishoogte / cao-bepaUngen), De loonkosten van de zittende groep SW-medewerkers zijn nauweUjks beinvloedbaar door de geldende cao en het feit dat er een directe relatie Ugt tussen het beschikbare 'fictieve' budget en het aantal medewerkers, Voor de groep nieuw beschut wordt er vanuit gegaan dat voor hen geen cao geldt en dat zij worden beloond tegen het wetteUjk miiiunumloon (XX'TVII.), De loonkosten van de overige medewerkers nemen in de begroting Uclit toe door dc verwachte landeUjke loonontwikkeUngeii en doordat steeds meer werkzaamheden 'buiten' plaatsvindeii, waarbij de span-of-control van de leiding Ideiner is, met als gevolg dat meer leidinggevenden nodig zijn, X^erder speelt nog een rol dat steeds minder SW-medewerkers beschikbaar zijn voor het veiwuUen van zgn, sleutelfuncties en leidinggevende functies, waardoor het nodig is om deze functies in te vuUen via overige, niet SW-medewerkers, In het kader van het opstellen van de begroting 2015 zijn aUe overige bediijfskosten opnieuw laitisch tegen het Uclit gehouden, Aangezien altijd al een zuinig beleid is gevoerd kunnen echter op dit punt nog nauweUjks besparingen worden gereaUseerd zonder de bedrijfsvoeiing in gevaar tc brengen, Uiteraard zullen aUe mogeUjkheden cUe zich voordoen om te besparen worden opgepakt, Zoals hien^oor al is opgemerkt is nog onduideUjk wat het effect van de businesscase is op de kosten van de bediiifsvoering.
26
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
X-^oor verdere, uitgebreider, toeUchtingen op de cijfers wordt verwezen naar onderdeel C: financiele beeroting.
1.2.
Inrichting begroting
De begroting is opgesteld in overecnstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (liierna: BBX^. Het BBV schiijft in artikel 7 voor dat de begroting bestaat uit Uvee delen, te weten de beleidsbegroting en de financiele begroting. Daarbij is nader gedefinieerd dat de beleidsbegroting bestaat uit hetprogram»/aplan en d¶grafen. De bepaUngen van het BBX^ betreffende \\e.tprogrammaplan zijn binnen AveUngen Groep maar beperkt van toepassing, omdat zij als gemeenschappeUjke regeUng uit\roeiingsorgaan is van de Wet op de Sociale Weiiivoorziening en dus in feite een programma uit\foert. AveUngen Groep voert deze taak uit in opdracht van en nameiis de 7 deelnemende gemeenten. In het beleidsplan is nader ingegaan hoe AveUngen Groep de gestelde doelen wil bereiken. Niet aUe in het BBV voorgesclireveii/)tf;v?g/H/^/; zijn van toepassing op AveUngen Groep. Niet van toepassing zijn: de paragraaf lokale heffingen, de paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen voor zover het wegen, liolciing, water en groen betreft en de paragraaf betreffende het grondbeleid. De overige (delen van) paragrafen zijn binnen AveUngen Groep wel van toepassing. Daarop wordt liierna nader ingegaan. Het beleidsplan dient te worden beschouwd als de paragraaf bedrijfsvoeiing.
27
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
2.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING
Deze paragraaf gaat in eerste instantie Ui op het weerstandsvermogen van AveUngen Groep en bevat veiwolgens een Uiventarisatie van de (financiele) risico's die daarop van invloed kunnen zijn, 2.1
Weerstandsvermogen
2.1.1.
Stand van de reserves bij aanvang van het begrotingsjaar
Het weerstandsvermogen van AveUngen Groep komt met name tot uitdrukldng in de reservepositie, De reserves bestaan uit een algemene reser\re en enkele bestemmingsreseiwes, Het geprognosticeerde veiioop van de reseiwes bUjkt uit de staat van reserves, die aan het einde van deze paragraaf is opgenomen, Aangezien de bestemmingsreserves gevormd zijn voor een bepaald specifiek doel, komt het weerstandsvermogen met name tot uitdrulddng in (dc hoogte van) de algemene reserve, De algemene reserve dient als buffer, ondermeer voor het opvangen van eventoele nadeUge exploitatieresultaten en de financiele gevolgen van de liierna beschreven risico's. Dc algemene reserve is door het Algemeen Bestour, gedurende de periode dat door de gemeenten een aanvuUende bijdrage op dc rijksbijdrage wordt veiieend, gemaximcerd op € 1 miljoen. Naar verwachting zal de algemene reserve aan het begin van het begrotingsjaar 2015 op cUt niveau, € 1 miljoen, Uggen. 2.1.2.
Overige zaken van belang bij het beoordelen van de reservepositie
Algemene reserve / minimaal vereiste omvang
In de vorige aUnea Icwam aan de orde dat door het Algemeen Bestuur een maximum is gesteld aan de omvang van de algemene reserve, Daarnaast is het zinvol om te bepalen wat de minimaal gewenste omvang van de algemene reserve zou moeten zijn. Door een bodem in de algemene reserve te leggen wordt bereikt dat er voldoende buffer aanwezig is om eventuele tegenvallers in de bedrijfsvoering op te vangen, zodat er in zo'n sitaatie tijd beschikbaar komt om maatregelen te treffen, Hiermee wordt voorkomen dat bij tegenvaUers eventueel direct bij dc deelnemende gemeenten moet worden aangeldopt, Uitgaande van de bedrijfsvoeringsiisico's waarmee AveUngen Groep te maken heeft, gekoppeld aan een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen, zou een minimale omvang van de algemene reserve van ca, € 950,000 gewenst zijn, Deze bestaat uit € 921,000 voor het oyavangen van risico's met betrelddng tot de omzet en € 29,000 renterisico, Deze berekening is gemaakt, uitgaande van de normale bedrijfsvoeringsiisico's, bij continuiteit van de bedrijfsvoering. In het genoemde bedrag is geen rekening gehouden met risico's die bijvoorbeeld voortvloeien uit Rijksbeleid (bezuinigingen), Dat betreft nameUjk landeUjke ontwikkeUngen die niet als normaal bediijfsvoeiingiisico kunnen worden geclassificeerd. In de lisicoparagraaf wordt op deze risico's nog nader teruggekomen, De algemene reserve bedraagt aan het begin van het begrotingsjaar 2015 naar ver-wachting € 1 imljoen, Dat betekent dat de reserve zich dan nog boven het gewenste minimumniveau bevindt. Door de vei-wachte resultaten in de meerjarenbegroting zal de algemene reserve in de periode van de meerjarenbegroting wel gaan dalcn, maar nog positief bUjven, Hierbij moet
28
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
echter worden opgemerkt dat de begrote resultaten voor de jaren 2016 en volgende nog zeer vooiiopig zijn en omgeven met veel onzekerheden, Daarop wordt in de lisicoparagraaf nog nader ingegaan, Naast de algemene reserve is nog sprake van enkele bestemmingsreseives en voorzieningen waarmee specifieke zaken / risico's kunnen worden afgedekt, Deze komen liierna nader aan de orde, Overigens zijn niet voor aUe verpUchtingen waarmee AveUngen Groep te maken heeft voorzieningen of reserves beschikbaar, Ook daarop wordt liierna nog nader ingegaan, 'Bestemmingsreserves
In de balans zijn enkele bestemmingsreserves opgenomen, De reserve herstructurering is gevormd naar aanleiding van een besluit van het Algemeen Bestuur om een deel van de algemene reserve af te zonderen voor de toekomstige kosten van herstructurering. DergeUjke kosten zuUen ten laste van deze bestemmingsreseive worden gebracht, Momenteel is nog niet concreet aan te geven om welk bedrag dat zal gaan en of de (toekomstige) herstructoreringskosten voUedig kunnen worden gedekt vanuit de bestemmingsreserve herstructarering, De bestemmUigsreserve vakantiedagen is gevormd om toekomstige verpUchtingen te kunnen dekken. De vereiste omvang van deze reserve wordt jaarUjks bij het opmaken van de jaarrekening opnieuw berekend, maar bUjft in de loop van de jaren redeUjk stabiel. Stille reserves
Bij AveUngen Groep is sprake van zgn. stiUe reserves. Dat zijn reserves die niet Ui begroting en jaarrekening tot uitdi-ukldng komen. Deze stille reserves betreffen met name de waarde van terreinen en gebouwen. Deze worden in begroting en jaarrekening (conform voorschriften BBX^ gewaardeerd tegen histoiische kosten, verminderd met afschiijvUigen. Uit onderzoek eind 2012 is gebleken dat de werkeUjke waarde enkele mUjoenen euro's hoger is dan de boelcwaarde. Voof--:^eningen
In de balans is een voorziening opgenomen, de voorziening onderhoud. Deze voorziening is eivoor bedoeld om de kosten van grotere ondcrhoudswerken (bijv. schilderwerk) te spreiden over de jaren. Voor het dageUjkse onderhoud is in de exploitatie een kostenpost opgenomen. Bij het OpsteUen van de begroting 2015 zijn de in de komende jaren te vcrwachten kosten opnieuw ingeschat. Naar aanleiding daaivan is geconcludeerd dat deze voorziening, rekening houdende met de in de begroting opgenomen dotaties, toereikend is om de kosten in de komende jaren te dekken. Zie in dit kader ook de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. In de voor AveUngen Groep van toepassing zijnde verslaggevingsregels (BBX^ zijn bepeiidngen aaiigebracht in de mogeUjkheden tot het vormen van voorzieningen. Dit heeft tot gevolg dat voor sommige verpUchtingen, in afivvijldng van de geldende praktijk voor particuUere ondernemingen, geen voorziening mag worden gevormd. Daarop wordt liierna nader ingegaan, Overige niet uit dejaarrekening / begroting bljkende veiplichtingen
Bij de beoordeUng van de reservepositie dient er rekening mee te worden gehouden dat, als gevolg van de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBX^, niet aUe verpUchtingen in de
29
Concept versie t.b.v, AB-vergadering
balans tot uitdrulddng komen. Door het BBX-^ is het ondermeer niet toegestaan om arbeidskostengerelateerde verpUchtingen in de balans op te nemen. Bij AveUngen Groep betreffen dergeUjke verpUchtingen met name de opgebouwde verpUchtingen voor vakantiegeld en op het jaareinde oveiiopende vakantiedagen. Voor laatstgenoemde post is in het verieden een bestemmingsreserve gevormd, die jaarUjks bij het opstellen van de jaarrekening wordt geactoaUseerd. Voor de verpUchtingen vakantiegeld van de medewerkers in dienst van de gemeenschappeUjke regeUng AveUngen Groep (SW-medewerkers en ambteUjke medewerkers) wordt in de balans geen verpUchting opgenomen. Ultimo 2013 bedroeg deze verpUchting € 528,000, Deze post speelt bij de beoordeUng van de reservepositie uiteraard wel een rol, hoewel deze verpUchting pas edit van belang wordt bij het staken van de activiteiten, Immers, zolang de activiteiten van AveUngen Groep gewoon doorgaan wordt de betaUng van het vakantiegeld in de loyiende begrotingen opgenomen, 2.1.3.
Analyse reservepositie
Uit de vorige aUnea's kan samenvattend het volgende worden geconcludeerd: De algemene reserve bedraagt bij aanvang van het begrotingsjaar 2015 naar verwachting € 1.000.000. Dat is boveii het minimaal gewenste niveau (€ 950.000). Gelet op de begrote (vooiiopige) resultaten in de (iiieerjaren)begroting zal de reserve in de komende jaren gaan afnemen. X^oor toekomstige verpUchtingen zijn middelen beschikbaar in de vorm van de voorziening onderhoud en enkele bestemmingsreserves. Voor de toekomstige veryjUchtingen voor vakantiegeld van de SW- en ambteUjke medewerkers zijn in de balans geen middelen gereseiveerd. Zoals vermeld gaat deze verpUchting overigens pas edit een rol spelen bij het staken van de activiteiten. AveUngen Groep beschikt over stille reserves in de gebouwen en terreinen ter grootte van enkele miljoenen euro's. Bij de beoordeUng van de reservepositie is het verder van belang om rekening te houden met de mogeUjke financiele consequenties van risico's waarmee AveUngen Groep te maken heeft. Daarop wordt in de volgende aUnea nader ingegaan. 2.2
Risicoparagraaf
2.2.1
Landelijke ontwikkehngen / businesscase
Met ingang van 2015 wordt de Participatiewet van laaclit. Tijdens het opsteUen van de begroting moest de y^aiiementaire behandeUng hieivan nog worden afgerond. Hoewel de belangrijkste contouren en effecten met de wet bekend zijn, moet een aantal zaken nog via lagere regelgeving worden geregeld, wat welUcht ook effect kan hebben op de cijfers van de (nieerjareii)begroting. Met de invoering van de Participatiewet wordt de instroom in de 'oude' Wsw stopgezet en wordt het bedrag aan 'fictieve' subsicUe in het participatiebudget ten behoeve van de oude doelgroep sw in een aantal stappen veiiaagd van € 26.000 in 2014 tot € 22.700 per SE in 2021, De teruglopende doelgroep heeft ook gevolgen voor de mogeUjkheden om omzet te genereren, Hiertegenover staat dat er ook nieuwe doelgroepen in de participatiewet worden
30
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
genoemd (nieuw beschut, re-integratie). Met deze effecten is in de (meerjaren)begroting rekening gehouden, waarbij een zo goed mogeUjke inschatting is gemaakt van de ontwikkeUng in aantaUen en bedragen. De onderUggende cijfers van de businesscase waaraan ten tijde van het opsteUen van de begroting werd gewerkt vormen hieivoor de basis. Deze cijfers zijn afgeleiden van macrocijfers. X^ia de businesscase wordt in beeld gebracht wat de gevolgen van de (landeUjke) ontwikkeUngen zijn en wat zowel organisatoiisch (samenwerldng met de RSD) als financieel aan maatregelen moet worden getroffen om aan deze ontwikkeUngen adequaat tegemoet te komen. In af\vacliting van de uitkomsten van de businesscase is in de (meerjaren)begroting voor wat betreft de kosten (infrastructaur, ondersteunend personeel etc) vooralsnog uitgegaan van continueiing van de huidige situatie. Gelet op het vorenstaande kan worden opgemerkt dat met name de cijfers uit de meerjarenramingen nog als zeer vooriopig moeten worden gezien.
2.2.2
Rijkssubsidie, gemeentelijke bijdragen en loonontwikkeling
In de Participatiewet is in principe sprake van een ongedeeld budget. In de opbouw van het participatiebudget zijn wel afzonderUjke componenten te onderkennen, Een eivan is het 'fictieve' budget voor de zittende sw-medewerkers. In de vorige yjaragraaf is al aangegeven dat dit budget in de komende jaren gaat afnemen. Bij geUjkbUjvendc sw-loonkosten per fte leidt een daUng van de rijkssubsidie tot een verhoging van de gemeenteUjke bijdragen. De gemeenteUjke bijdragen worden nameUjk berekend op basis van de ontwikkeUng van de verhouding tussen de loonkosten per fte en de rijksbijdrage. Als het fictieve deel voor de sw tekortschiet dan mag cUt vanuit de rest van het participatiebudget worden 'aangevuld'. In de begroting is dit ook 2015 e.v, gedaan, door de daUng van het (fictieve) bedrag per SE te compenseren vanuit de rest van het participatiebudget, Hierdoor is bereikt dat de gemeenteUjke bijdrage op het niveau van 2014 kan worden gehandhaafd, De consequentie hiervan is wel, dat een steeds groter deel van het participatiebudget wordt ingezet voor de zittende groep sw en dus niet meer beschikbaar is voor de overige re-integratieactiviteiten, X^oor 2015 betreft dit een bedrag van € 269,000, oplopend tot € 951,000 in 2018, Voor het jaar 2015 is het zeer waarscliijnUjk goed mogeUjk om het genoemde bedrag op te vangen uit het participatiebudget, zonder dat dit een belangrijk effect heeft op de andere reintegratieactiviteiten, Voor de latere jaren zal dit lastiger worden. Via de businesscase zal ook op dit punt meer duideUjkheid moeten komen of en in hoeverre door aanvuUende maatregelen het effect van deze bezuiniging kan worden opgevangen. Door de daUiig van het (fictieve) subsidiebedrag per SE wordt de delddng van de swloonkosten steeds minder, De sw-loonkosten Uggen gemiddeld al boven het wetteUjk minimumloon, terAvijl de subsidie wordt gebaseerd op het wetteUjk minimumloon. In de begroting wordt uitgegaan van een nulUjn voor wat betreft de salaiisontwildieUng swmedewerkers, X'^oor wat betreft de nieuwe doelgroep beschut is nog niet duideUjk of daaivoor een cao zal komen, Gewaakt moet worden voor een aanzuigende werldng als de beloning van deze nieuwe groep boven het niveau van het wetteUjk minimumloon zou komen te Uggen,
31
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
De voorziene temgloop van het aantal sw-medewerkers betekent landeUjk gezien ook dat de dekking van de pensioenlasten van deze medewerkers in gevaar komt, met als gevolg het lisico van hogere kosten voor gemeenten, die immers financieel verantwoordeUjk worden voor de uit^roeiing van de participatiewet. 2.2.3.
Regionale ontwikkehngen
Samenwerking Avelingen Groep en RSD
Zoals al eerder aangegeven wordt ten tijde van het opsteUen van begroting gewerkt aan een businesscase voor de samenwerldng tussen AveUngen Groep en RSD. Dit moet duideUjldieid geven hoe de samenwerking in de toekomst gestalte moet gaan laijgen. In het veiiengde daaivan moeten ook de financiele effecten zichtbaar worden: hoe kan door samenwerldng, efficienter werken en mogeUjke effectiever inzet van participatiemiddelen de terugloop van (rijks)middelen worden opgevangen. Het is van groot belang dat in de toekomstige samenweiidngsvorm de integrale werkgeversbenadeiing die AveUngen Groep al jaren hanteert wordt gecontinueerd, om te borgen dat de toegevoegde waarde kan worden gereaUseerd. Aangezien de toegevoegde waarde een zeer belangrijke inkomstpost is voor AveUngen Groep om de begroting sluitend te laijgen, is het wezenUjk dat de budgehrerantwoordeUjldieid op dit punt bij AveUngen Groep Ugt en dat AveUngen Groep daarin kan storen / bijstoren. Zo niet, dan bestaat het lisico dat inkomsten van AveUngen Groep onder druk komen te staan. Ook ten aanzien van de inzet van participatiemiddelen is het van belang dat AveUngen Groep zelf kan sturen. Om die reden zijn in de begroting, op basis van loyjende afspraken met de RSD, participatiemiddelen geraamd. In paragraaf 1.1. is aangegeven dat AveUngen Groep voorstelt om deze participatiemiddelen met ingang van 2015 door de gemeenten rechtstreeks aan AveUngen Groep te laten betalen en niet via de RSD, waardoor een btwvoordeel van 2 1 % kan worden behaald. Regionale sameniverkingen en bestuurUjke kracht
Binnen de regio Alblasserwaard-X'^ijflieerenlanden wordt momenteel via het SIP gewerkt aan samenwerldng op het gebied van de 3 decentraUsaties. Daarnaast is momenteel binnen de regio een onUvikkeUng gaande rond mogeUjke herindeUngeii (commissie Schutte). Deze onUvikkeUngen dragen ook het lisico in zich dat de betrokken organisaties door de veraiideringen die gaande zijn te sterk op zichzelf kunnen worden gericht. Om dat te voorkomen is het nodig dat laachtdadig wordt bestaurd. Deze ontwildteUngen bieden dus veel kansen, maar ook risico's, Dit vereist een goede, eenduidige informatievoorziening, communicatie en bewaldng van de focus, De wisseUngen bij de bestuurders die recent hebben plaatsgevonden, brengen het risico met zich mee dat de bestourUjke laacht (tijdeUjk) verminderd wordt, 2.2.4
Toegevoegde waarde
X^oor de bedrijfsvoering is de toegevoegde waarde essentieel, aangezien daarmee de nietgesubsidieerde kosten moeten worden gedekt. In de begroting 2015 en de meerjarenraming
32
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
is de toegevoegde waarde, rekening houdende met de economische situatie (lastig om opdrachten te verweiveii; marges staan onder druk), zo reaUstisch mogeUjk begroot. Om dc begrote toegevoegde waarde te kunnen reaUseren zuUen in de komende jaren, evenals in 2014 al het geval is, grote inspanningen moeten worden verricht om opdrachten te verweiven. Gelet op de huidige onzekerheden rond de ontwikkeUng van de economie kan in 2015 en volgende jaren echter sprake zijn van belangrijke aftvijldngen van de begrote opbrengsten. Dit heeft dan uiteraard ook effect op het resultaat van AveUngen Groep. Bij de berekening van het weerstandsvermogen is een inschatting gemaakt van de financide risico's rond de toegevoegde waarde. Ook de samenwerldng met de RSD is van groot belang bij het reaUseren van de begrote toegevoegde waarde. Mensen vanuit de bijstand kunnen om werkeivaiing op te doen ook trajecten binnen ons bedrijf doen. Met name bij enkele product-marktcombinaties (PMC) is dit cell goede optie gebleken. Bij het rameii van de toegevoegde waarde is er dan ook vanuit gegaan dat deze voor een deel ook gereaUseerd kan worden omdat mensen vanuit de RSD ingezet kunnen worden. Om de geraamde omzet te kunnen reaUseren is het daarom ook van belang dat de samenwerldng met de RSD goed gestalte wordt gegeven. Daarnaast speelt nog het feit dat met ingang van 2015 geen insttoom meer plaatsvindt van sw-medewerkers, waardoor de behoefte aan andere 'handen' (RSD, nieuwe doelgroep) aUeen maar groter wordt, Om toegevoegde waarde te kunnen reaUseren is het essentieel dat door AveUngen Groep bedrijfsmatig op de markt kan worden opgctreden, Dit vereist, zoals tlians het geval is, voldoende bevoegdheden van de directie, waardoor het mogeUjk is om daadlaachtig, goed en snel in te spelen op de vragen van (potentiele) opdrachtgevers, Als, bijvoorbeeld in de overgangssitoatie naar de nieuwe organisatie, op deze bevoegdheden bepeiidngen worden aaiigebracht brengt dat grote risico's ten aanzien van het reaUseren van de toegevoegde waarde met zich mee, Onze deelnemende gemeenten hebben een belangrijke veranUvoordelijldieid in het genereren van werk door AveUngen Groep, via het guiinen van opckachteii, Hierdoor kunnen zij een belangrijke bijdrage leveren om mensen die op de wsw zijn aangewezen, c,q, werkeivaiing moeten opdoen, werk te geven. In het afgelopen jaar zijn met enkele deelnemende gemeenten grotere en deels langduiiger conttacten afgesloten. Om de begrote omzet te kunnen reaUseren is het nodig dat deze Ujn in de toekomst wordt gecontinueerd en dat ook bij andere deelnemende gemeenten de omzet minimaal op niveau bUjft en zo mogeUjk wordt vergroot, Naast de economische situatie speelt voor wat betreft het kunnen reaUseren van de toegevoegde waarde ook een rol dat in de laatste jaren een duideUjkc toename is te zien in het aantal medewerkers dat de handicapcode ernstig heeft. Dit heeft eiierzijds gevolgen voor het werk dat aan de betreffende medewerkers kan worden aangeboden (dat vaak minder toegevoegde waarde oplevert dan wanneer mensen hoger op de weiidadder staan) en anderzijds voor het aantal FTE's dat beschikbaar is om de toegevoegde waarde te kunnen reaUseren (aangezien de mensen met een ernstiger handicap teUeii voor 1,25 SE in plaats van 1 SE, wat betekent dat voor de vastgestelde taakstelUng minder mensen in cUenst kunnen worden geiiomen), De verwachting is, dat het aantal medewerkers met handicapcode ernstig
33
Concept versie t,b,v, AB-vergadering
ook in de komende jaren verder zal gaan toenemen, Voor de nieuwe doelgroep beschut komt in ieder geval alleen de zwakkere doelgroep in aanmeiidng, 2.2.5
Herstructurering
Naast de effecten vanuit de businesscase is het nodig dat het bedrijf zich continu aanpast aan de zich wijzigende omstandighedeii. Er zijn landeUjk geen middelen beschikbaar om de hiermee sameiihaiigende kosten te dekken. Bij het vaststeUen van de jaarrekening 2011 heeft het Algemeen Bestuur besloten om een reserve herstructoreiing te vormen. Met deze reserve kunnen de in de toekomst te maken kosten (deels) worden opgevangen; hiermee is in de begroting rekening gehouden.. Als deze reserve is uitgeput (volgens de begroting in de loop van 2016) zuUen de kosten van herstructarering op de exploitatie gaan drukken. 2.2.6
Loonkosten
De SW-cao heeft een looptijd tot 31 december 2013. Er is nog geen zicht op wanneer eventoed een nieuwe cao zal worden afgesloten . Voor de ontwikkeUng van de loonkosten sw is vanaf 2014 de iiulUjn aangehouden. Als de loonkosten van de sw-medewerkers tocli gaan stijgen dan is dat in de normale bedrijfsvoering niet op te vangen (liet verschil tossen 'fictieve' rijksbijdrage en loonkosten wordt dan nog groter) en komt dan ook voor rekening en lisico van de deelnemende gemeenten c.q. ten laste van de participatiemiddelen. De cao ambtenaren (die geldt voor de ambtenareii in dienst van de GR en die wordt gevolgd voor de BX^-medewerkers) Uep tot eind 2012. Er is nog geen nieuwe cao. Nog niet duideUjk is wat de loonontwikkeUngen in de komende jaren gaan worden. Het Centtaal Planbureau gaat eivan uit dat na de nulUjn in 2013/14 in 2015 weer sprake zal zijn van een stijging van de loonkosten met 2%. Hiermee is in de begroting rekening gehouden. Als de werkeUjke loonontwUikeUngen afwijken van de uitgangspunten die in de begroting zijn gehanteerd kan dit financieel belangrijke gevolgen hebben, aangezien de loonkosten (sw en overig personeel) ruim 87% van de bediijfslasten vormen. Een belangrijk deel van de loonkosten wordt gevormd door de sociale lasten en pensioenpremies. In de begroting is een zo goed mogeUjke inschatting gemaakt van de oiiKvildceUng van deze posten. Zowel de economische sitaatie als de positie van de pensioenfondsen kunnen ertoe leiden dat de premies hoger zuUen zijn dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. 2.3.
Prognose verloop reserves
Hierna is een overzicht opgenomen van het verwachte verloop van de reserves in 2015 en in de jaren 2016-2018. X^oor wat betreft de algemene reserve is in onderstaand overzicht al rekening gehouden met het feit dat begrote resultaten in het volgende boekjaar via deze reserve worden verrekend. Uit het overzicht bUjkt, dat de algemene reserve, uitgaande van de begrote resultaten, in de komende jaren zal afnemen.
34
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
Staat van resen'es
Begrotingsjaar 2015
Saldo aan
Vcnneerdcfuigen
|X'ermnKicringcn
Saldo aan
begin \ an het laar
einde \ a n liet rocvncging
Toe\<>eging
Overige
Ontrekking
ten laste \ a n
\oordc'lig
loevocgingcn
de exploitatie
exploilalie-
(\ia resiiltaai
saltlo
be.stcniimiig)
(.)iitfrclvking
tcnguit^rc van nadelig
(_)vcrige
laar
ontttckkingen
lie exploitatie
cxploitatic-
(\ia reMiltaat-
t-aldo
bestemnimg)
A. A l g e m e n e r e s e r v e i (l(H).(KKI
Totaal Algemene Reserve
23()(K)
I.()2\0(H)
-
I.OOO.OOO
1.023.000
R . Bestemniiiig,srrfi<*rvr:,'i H c M r \ e \akanticclagcii
IHT.OOO
Rt'stTvc ht'rstriictiircniij^
163.0(K)
Totaal
350.000
bestemmingsreserves
1871)00 KKKKKt
.
63 000
-
100.000
-
250.000
M e e r j a r e n r a n i i n g e n 2016 tot e n m e t 2018
B e g r o t i n Jsjaar 2010 Saldo aan begmvanliet
B e g r o t i n isjaar 2017 Saklo aaii
Saldo anil Bill
CUKIC \ an lict
jaar
B e g r o t i n .siaar201(
B,|-
tiiiclc\aii lift
Saldo aan Bi|:
\f
laat
)a.ir
CIIKIC \ a i i l K t laar
A. A l g e m e n e r e s e r v e Vlgtincnc R f - t r x c
Totaal Algemene Reserve
Reserve \akantiedagen Reserve lltr^tnlcturcrlng
Totaal bestemmingsreserves
1.023 000
1.023.000
-
169 00(1
8 i 100(1
227.000
(•i27.(l(l(l
169.000
854.000
227.000
027.000
187.000 63.000
250.000
187 0(1(1
I.S7.000
187.000
187.000
-
171 00(1
4Sfi(iOO
171.000
456.000
187 00(1
(A 0011
-
63.000
-
187.000
35
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
3.
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
Deze paragraaf gaat in op het onderhoud van de kapitaalgoederen van AveUngen Groep. De kapitaalgoederen betreffen met name de gebouwen. Het beleid ten aanzien van het onderhoud van de gebouwen is gericht op handhaving van de functionaUteit ervan. Dit beleid heeft tot gevolg dat er zowel Idein als groot onderhoud dient te worden gepleegd. De kosten van Idein, jaarUjks terugkerend, onderhoud en onderhoudswerkzaamheden van incidentele (niet planmatige) aard worden ten laste van de exploitatie gebracht. Groot onderhoud is gedefinieerd als planmatig, niet jaarUjks terugkerend, periodiek onderhoud. Om eivoor zorg te dragen dat de lasten van groot onderhoud aan gebouwen en terreinen over een aantal jaren in de exploitatie worden geegaUseerd is een voorziening onderhoud gevormd. In het kader van het opsteUen van de begroting 2015 zijn de ver-wachte kosten voor de komende jaren opnieuw berekend. Voor het geprognosticeerde veiioop van de voorziening wordt verwezen naar het overzicht aan het einde van deze paragraaf De dotatie aan de voorziening moet zodanig worden bepaald, dat de voorziening binnen de periode van de meerjarenbegroting niet negatief wordt. Zoals uit het hierna opgenomen overzicht bUjkt, is een jaarUjkse dotatie ten laste van de exploitatierekening aan de voorziening van € 10.000 in de jaren 2015-2018 toereikend om de voorziening op peil te houden. Naast bovenstaande dotatie aan de onderhoudsvoorziening is in de cxploitatiebegroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 jaarUjks een bedrag opgenomen voor Idein onderhoud aan gebouwen en terreinen. Staat van voorzieningen
Begrotingsjaar 2015 Saldo aan
N'ermeerdering: \^enninderingen
Saldo aan
begin \ a n het jaar
'I'oeroeglng
einde \an liet jaar
Aaiiwendingen A'rijval ten \'<)or uitA^oering giinste \'an
ten laste van de exploitatie
onderlioud
de explt)itatie
\'<>(>rzicning oiitlcfhoud gebt)UM'on en terreinen
240.000
10.000
18.000
Totaal voorzieningen
240.000
10.000
18.000
232.000 0
232.000
Meerjarenramingen 2016 tot en met 2018
Saldo aan begin van het laar
Bi|.
Af
Begrotir gsjaar 20 18
Begrotii gsjaar2017
Begrotii gsjaar20l 6 .Saldo aan einde\anhct laar
Bi,:
Ai
Saldo aan ciiidc van het laar
Bi):
Af:
Saldo aan einde \ an het ]aar
Vf )()r/iening (Jndeiboud gebouwen en tcneinen
232(H)(I
1(1(11111
ni.iioii
111.(1(1(1
1(1(1(1(1
18.(1(1(1
Kn.lKKI
1(1.(1(1(1
58.(1(K1
55.(1(1(1
Totaal voorzieningen
232.000
10.000
131.000
111.000
10.000
18.000
103.000
10.000
58.000
55.000
36
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
4.
FINANCIERINGSPARAGRAAF
AveUngen Groep moet, als gemeenschappeUjke regeUng, voldoen aan de bepaUngen van de Wet financiering decentrale overheden (\X^et fido) en de bijbehoreiide ministeiiele uit\roeiingsregeUngen. In de Wet fido zijn verschiUeiide, zowel l«vantitatieve als l«vaUtatieve, eisen geformuleerd ten aanzien van het aangaan van leningen en het doen van uitzettUigen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de treasuiytaken, het risicobeheer (kasgddUmiet en renteiisiconorm) en de financieringspositie. Treasurytaken. In het treasurystatuut is de organisatie van de treasuryfunctie geregeld. Taken die daarbij worden genoemd betreffen het risicobeheer, de financiering, kasbeheer en de organisatie rond de treasuryfunctie. Kasgeldlimiet Het (rente)risico op de korte financiering wordt wetteUjk begrensd door de kasgddUmiet. Hiertoe behoren alle kordopende financieringen met een rentet)'pische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgddUmiet wordt in de Wet fido bepaald op basis van een percentage van het begrotingstotaal. De kasgddUmiet geeft in feite de ruUnte aan die AveUngen Groep heeft voor de financiering op de korte termijn. Hieronder wordt de kasgddUmiet die geldt voor het jaar 2015 weergegeven. Daaruit bUjkt dat kortlopende financieringsbehoefte voor 2015 ruim binnen de toegestane kasgddUmiet bUjft. Kasgeldlimiet over h e t jaar 2015 X € 1.000
Icwartaal 1 Begrotingstotaal 2015 1.1'ocgcstatic kasgeldlimiet in procenten van de grondslag in bedrag
Icwaitaal 2
lavar taal 3
Icwaitaal 4
22.625
8,2% 1.855
1.855
1.855
1,855
2. Omvang gciniddcldc vlottende schiild
2.000
2.000
2.000
2,000
3. Omvang gemiddelde vlottende middelen
1.190
1.190
1.190
1,190
810 1,855
810 1,855
810 1.855
810 1,855
Toets kasgeldlimiet: 4. Gemiddelde netto vlottende schiild (2 - 3) Toegestane kasgeldlimiet
Ruimte ( + ) Ovetschrijding ( - )
1.046 -
1.046 -
1.046 -
1.046
- 1
37
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
Renteiisiconorm Het renterisico op de lange financiering wordt wetteUjk begrensd door de renteiisiconorm. Als lange financiering worden volgens de Wet fido aangemerkt aUe financieringsvormen met een rentet)'pisclie looptijd langer dan een jaar. In de berekening van de renterisiconorm wordt getoetst of het renterisico als gevolg van renteherzieningen en (herfinancieiing van) aflossingen binnen de gestelde greiis bUjft. Zoals uit onderstaande berekening bUjkt wordt daaraan ruimschoots voldaan in de komende jaren. Renterisico op vaste schuld (renterisiconorm) x € 1.000 2015
2016
2017
2018
1. Renteherzieningen op vaste schiildeno/g
-
-
-
-
2, Aflossingen
469
619
619
679
3, Renterisico (1 + 2)
469
619
619
679
22,625 20% 4.525
4.525
4.525
4,525
4.056
3,906
3.906
3.846
-
-
-
-
4. Renterisiconorm a, Begrotingstotaal b. Percentage regeling Renterisiconorm
Toets renterisiconorm: Ruimte onder renterisiconorm (4> 3) Oversclirijding renterisiconorm (4 < 3)
Financieringspositie In de (meerjaren)begrotiiig is ervan uitgegaan dat in de financieringsbehoefte, die mede ontstaat door aflossingen op bestaande leningen, wordt voorzien via zowel financiering op korte als lange termijn. Gelet op de geldende rentepercentages is momenteel kortlopende financiering (in casu rekeiiing-courantla-ediet bij de BNG) aantrddceUjk. Om te voldoen aan de kasgddUmiet vindt (her)financiering voor een deel ook plaats via het aaiitrekken van vaste financiering. In de begroting is eivan uitgegaan dat in 2015 ter herfinancieiing een leniiig wordt aangetrokken van € 1,5 miljoen en in 2017 van € 1,5 miljoen.
38
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
5.
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN
5.1
Verbonden partijen
De 7 gemeenten die dednemen in de 'GemeenschappeUjke regeUng WVS AveUngen Groep' zijn aan te merkeii als verbonden partijen. De betreffende gemeenten zijn: Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Lingewaal, Molenwaard en Zederik. ledere gemeente is met een Ud Ui het Algemeen Bestaur vertegenwoordigd. De deelnemende gemeenten verlenen, vanuit de gemeentefondsmiddden, een bijdrage in de exploitatie; daarop wordt hierna in § 5.2. ingegaan. AveUngen Groep heeft in 2002 AveUngen Personedsdetacheringen B.V. opgeiicht. Zij is enig aandeelhouder van deze in Gorinchem gevestigde vennootschap. De aandelen worden in de balans tegen veiiaijgingprijs, zijnde € 18.000, gewaardeerd. Het doel van AveUngen Personedsdetacheringen is: • het tegen vergoecUng ter beschikldng steUen van (tijdeUjke) werknemers aan AveUngen Groep en aan de met haar geUeerde rechtspersonen, teneinde onder haar leiding en verantwoordeUjldieid, anders dan la'achtens een met haar gesloten arbeidsovereenkomst, de aldaar gebruikeUjke werkzaamheden te verrichten. • het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daaraan bevorderUjk kan zijn. De salariskosteii die AveUngen Groep verschuldigd is aan AveUngen Personedsdetacheringen BV zijn in de (meerjareii)begroting afzonderUjk zichtbaar. 5.2.
Bijdragen gemeenten vanuit gemeentefondsmiddelen
AveUngen Groep is een bedrijfsmatig operereiide onderneming. Dit betekent enerzijds dat zo efficient mogeUjk moet worden gewerkt. Anderzijds betekent dit dat de inkomsten, naast de te onh^angen rijksbijdrage, die nodig zijn om tot een sluitende exploitatie te komen zo zelfstandig mogeUjk (op de markt) worden verv/orven. In de beginjaren van deze eeuw was, dankzij deze werliwijze, praktisch het punt bereikt dat zonder een bijdrage van de gemeenten kon worden gewerkt. Vervolgens zijn echter kortingeii oya de rijksbijdrage doorgevoerd, waardoor de ontwikkeUng van de rijksbijdrage sterk achterbleef op de (looii)kostenontwild?;eUng van de SW-medewerkers. Daardoor werd het noodzakeUjk dat er een gemeenteUjke bijdrage kwam om een sluitende exploitatie te kunnen bereiken. De achterUggende gedachte daarbij was, dat genoemde demeiiten (rijksbijdrage en loonkosten) geen directe relatie hebben met de bedrijfsvoering van AveUngen Groep, maar landeUjk worden bepaald (en daardoor door AveUngen Groep ook niet beinvloedbaar zijn). Door deze systematiek vertaalt een lagere rijksbijdrage zich naar een hogere gemeenteUjke bijdrage (en omgekeerd). In de al een aantal jaren gehanteerde, door het Algemeen Bestuur vastgestelde, berekeningssystematiek voor de gemeenteUjke bijdrage wordt de basis gevormd door het verschU in de ontwUdceUng van de rijksbijdrage ten oyjzichte van de ontwikkeUng van de loonkosten van SW-medewerkers in het begrotingsjaar ten opzichte van het referentiejaar
39
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
2003. Met ingang van 2015 is echter sprake van een jaarUjkse forse daUng van de 'fictieve' rijksbijdrage als gevolg van de bezuinigingen door het Rijk. Als de tot nu toe gevolgde systematiek van berekenen van de bijdragen van de gemeenten zou worden doorgezet zou dit leiden tot een forse verhoging van de gemeenteUjke bijdragen. Om die reden is, conform de systematiek die in de begroting 2014 al voor de jaren 2015 e.v. is gevolgd, het effect van de daUng van de 'fictieve' rijksbijdrage per SE, opgenomen als te dekken vanuit het yaarticipatiebudget. Voor het jaar 2015 betreft dit een bedrag van € 269.000, oplopend naar € 951.000 in 2018. Hierdoor heeft dit geen effect meer op de gemeenteUjke bijdrage. Zie in dit kader ook hetgeen in paragraaf 2.2.2. is opgemerkt. Met ingang van 2015 speelt overigens nog een andere onUviklceUng die de berekening van de gemeenteUjke bijdrage zou kunnen beinvloeden, zijnde de instroom van medewerkers nieuw beschut. Voor hen geldt een andere finaticieiingssystematiek, wat niet goed past binnen de tot nu toe gevolgde berekeningssystematiek van de gemeenteUjke bijdragen. Deze ontwikkeUngen leiden ertoe dat ecu herziening van de berekeningssystematiek van de gemeenteUjke bijdrage noodzakeUjk wordt. Het voornemen is om eerst de uitkomsten van de businesscase af te wachten en afliankeUjk van de situatie die dan gaat ontstaan de berekeningssystematiek van de gemeenteUjke bijdragen opnieuw te bezien. Gelet op het vorenstaande is in de begroting de totale gemeenteUjke bijdrage voor 2015 (en volgende jaren) bepaald op hetzelfde bedrag als door het Algemeen Bestuur is vastgesteld voor het jaar 2014, zijnde € 1.731.428. De verdeUng van de gemeenteUjk bijdragen over de deelnemende gemeenten vindt, overeenkomstig besluit van het Algemeen Bestuur, plaats volgens een systematiek die is gebaseerd op inwoneraantaUen in combinatie met enkele veiiioudingsgetaUen uit de systematiek van de Algemene Uitkering (sociale structuur en centrumfunctie). Deze AUgegevens worden ontleend aan de jaarUjkse begrotingsanalyse van het ministeiie van BZK. Voor de begroting 2014 is de begrotingsanalyse 2013, als meest recent gegeven, uitgangspunt geweest. De inwoneraantaUen per gemeente zijn gebaseerd op de situatie per 1 januari 2014. Op basis van deze verdedsleutd ziet de verdeUng over de deelnemende gemeenten er voor 2015 als volgt uit (in euro's): Gemeente
Giessenlanden Gorinchem Hardinx\reld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederil?:
Bijdrage 2015 154.175 508.781 197.433 297.253 118.071 309.930 145.784 1.731.428
40
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
FINANCIELE BEGROTING 2015 (inclusief meef jarenraming 2016-2018)
41
Grondslagen en toelichting op de begroting 2015 e.v D e grondslagen voor de begrotmg 2015 en de meerjarenbegroting zi|n gebaseerd op het Besluit begroting en verantwooiding gemeenten en provincies (BBV). Voor gemeenschappekjke regehngen zi)n met ingang van 2015 enkele aanpassmgen in het BBV doorgevoerd; deze hebben vooral betrekkmg op enkele toekchtingen (c.q. toekchtende overzichten) en de gebruilcte terminologie. Met deze aanpassmgen is m de voorkggende begrotmg rekening gehouden Verder wordt nu op grond van art. 23 BBV een toekchting gevraagd op de belangrijke ontwikkehngen m de meei-jarenbegroting ten opzichte van het vorige begrotingsjaar O p dit aspect is m de beleidsbegroting ingegaan, zodat daarnaar wordt verwezen Hierna wordt mgegaan op de grondslagen en uitgangspunten waarop de rammgen in de (meerjaren)begrotmg zijn gebaseerd. Verwachte ontwikkelingen toegevoegde waarde D e rammgen ten aanzien van de toegevoegde waarde (dat is de netto-omzet minus de lasten van grond- en hulpstoffen en uitbesteed werk) zijn gebaseerd op het beleidsplan 2015. Bij het opmaken van de rammgen is uitgegaan van het aantal (sw- en overige) medewerkers dat beschikbaar is om de omzet mee te kunnen reahseren. In de begrotmg is de toegevoegde waarde naar componenten (bruto omzet mmus directe kosten) nader toegehcht. Tevens is in de begroting de opbouw van de toegevoegde waarde naar PMC's vermeld. Participatiemiddelen en loonkostensubsidies Met ingang van 2015 is de Participatiewet van kracht D e m de begroting opgenomen participatiemiddelen en loonkostensubsiches zijn gebaseerd op de verwachte aantaUen en prijzen. Deze cijfers zijn afgeleiden van macrocijfers en ondeend aan de cijfers volgens de businesscase van Berenschot (maart 2014). Nadere toehchting op budget ten behoeve van sw-medewerkers / nieuw beschut: D e voormahge rijksbijdrage voor de sw is met ingang van 2015 onderdeel van het participatiebudget. Dit deel, dat betrekkmg heeft op het zittende bestand ultimo 2014, wordt ook wel het 'fictieve' budget voor de sw genoemd. Het budget voor deze groep daalt m de komende jaren, enerzijds doordat er sprake is van uitstroom en geen meuwe mstroom m deze oude regehng, anderzijds doordat het bedrag per standaardeenheid (SE) met gemiddeld ca. € 550 per jaar daalt (van ca. € 26.000 in 2014 naar € 23.800 in 2018, het laatste jaar van deze meerjarenbegroting). Voor wat betreft de dahng van het bedrag per SE is er in de begroting vanuit gegaan dat deze opgevangen wordt vanuit het participatiebudget en derhalve met tot een verhogmg van de bijdrage van de deelnemende gemeenten leidt (zie ook hierna). Voor de nieuwe mstroom beschut werk bestaat de subsiche uit enerzijds een begeleidmgskostenveigoedmg die wordt gefmancierd uit het participatiebudget en anderzijds een loonkostensubsidie, die wordt gefinancierd uit het inkomensdeel ([-budget). Het totaal van beide bedraagt m 2015 ca. € 19.700 en de jaren erna ca. € 21.700 per fte. Dit is dus aanzienhjk lager dan de subsidie die voor de 'oude doelgroep' per SE wordt ontvangen. Nadere toehchting op het budget voor overige doelgroepen Voor de overige doelgroepen zijn vanuit het participatiebudget middelen beschikbaar voor begeleidingskosten. Daarnaast zijn uit het I-budget middelen beschikbaar voor loonkostensubsidies. O m het benodigde bedrag voor deze loonkostensubsidies goed zichtbaar te maken is dit m de begrotmg opgenomen onder de baten (te ontvangen bedrag uit I-deel) en voor hetzelfde bedrag onder de lasten (doorbetahng). Bijdragen g e m e e n t e n vanuit gemeentefondsmiddelen Smds een aantal jaren wordt door de gemeenten een bijdrage verleend m de exploitatie. Dit is ontstaan doordat m het veiieden door het Rijk kortingen op de rijksbijdrage zijn doorgevoerd, waardoor de ontwikkeUng van de rijksbijckage achterbleef op de ontwikkeUng van de loonkosten. Dit verschil, wat m feite mets met de normale bedrijfsvoering te maken heeft maar geheel wordt veroorzaakt door het Rijksbeleid, wordt door de deelnemende gemeenten vergoed in de vorm van een jaarUjkse aanvulUng op de Rijksbijdrage. D e hoogte van de bijdrage werd bepaald door het verschd tussen de begrote rijksbijdrage per SE en de loonkosten per Fte. Deze systematiek is door het Algemeen Bestuur vastgesteld, waarbij is bepaald dat het jaar 2003 als referentiejaar geldt. D e sterke daling van de 'fictieve' rijksvergoedmg per SE met mgang van 2015 zou volgens bovenstaande systematiek leiden tot een forse stijgmg van de gemeenteUjke bijdragen. In veivolg op de bij de begrotmg 2014 reeds ingezette Ujn is er in de begrotmg 2015 en m de meerjarenbegroting vanuit gegaan dat de daUng van het 'fictieve' bedrag per SE wordt opgevangen vanuit het participatiebudget. Hierdoor kan de gemeenteUjke bijdrage worden gehandhaafd op het niveau van de begrotmg 2014. Het zal overigens nodig zijn om m de (nabije) toekomst de berekemngssystematiek van de gemeenteUjke bijdrage opnieuw te bezien. Dit heeft enerzijds te maken met de financiele ontwikkeUng zoals hiervoor geschetst en het feit dat de zittende doelgroep zal gaan afnemen en voor de doelgroep meuw beschut, zoals hiervoor is toegeUcht, een andere financiermgssystematiek van toepassing is. Hierdoor is de huidige berekenmgssystematiek met goed bruikbaar meer. Anderzijds speelt daarbij de ontwikkeUng van de orgamsatie(van AveUngen Groep en RSD) een rol, waartoe momenteel door Berenschot een businesscase wordt opgesteld. Aantal WSW-werknemers uitgedrulct in FTE's (huidige doelgroep en nieuw beschut) Zoals hiervoor al is opgemerkt is de omvang van het aantal sw-medewerkers huidige doelgroep (zittende bestand) en de meuwe doelgroep beschut ondeend aan macrocijfers die zijn vertaald naar het aandeel van onze deelnemende gemeenten daarm. Bij de berekenmg van het aantal fte is rekemng gehouden met de medewerkers die handicapcode ernstig hebben (en daardoor m de reaUsatie meeteUen voor 1,25 SE m plaats van 1 SE). O p basis van deze mtgangspunten kan het volgende overzicht worden gegeven van het verloop van het aantal fte's. 42
FTE's SW-medewerkers (hmdige doelgroep en meuw beschut)
Huidige doelgroep Nieuw beschut Totaal Naar bedrijfsonderdeel gespecificeerd' (2016 e V naar evenredigheid verminderd) Centrale afdeUngen Groen: aanleg en onderhoud / kwekerij Industneel AveUngen Werktl Begeleid Werken Totaal F T E ' s voor begroting van activiteiten en omzet
Begroting 2014
499,3
Begroting 2015
Meerjaren raming begroting 2016
Meerjaren raming begroting 2017
Meerjaren raming begroting 2018
499,3
482,8 7,0 489,8
461,6 18,0 479,6
433,8 30,0 463,8
404,0 42,0 446,0
15,0 109,7 200,0 162,0 12,6
15,0 105,1 201,5 157,0 11,2
14,7 103,0 197,4 153,8 10,7
14,2 99,6 191,0 148,8 10,1
13,7 95,9 183,8 143,2 9,4
499,3
489,8
479,6
463,8
446,0
Salariskosten WSW-personeel Zittende sw-medewerkers Uitgangspunt voor de berekemng van de salarissen van WSW medewerkers zijn de gegevens die op het moment van opsteUen van de begroting bekend zijn. De CAO had een looptijd tot 31 december 2013. Gelet op de ontwikkeUngen m de sector is rekening gehouden met het felt dat er m de komende jaren geen ruimte is voor indexermg van de salarissen. Een uitzondermg geldt voor de medewerkers die, op basis van de CAO, worden betaald op het mveau van het wetteUjk minmaumloon (WML). Daarvoor is voor het jaar 2015, gelet op landeUjke ontwikkeUngen van het WML, wel rekenmg gehouden met een indexermg. Zoals hierna onder 'prijsontwikkehngen' is opgemerkt wordt voor de meerjarenbegroting het prijsmveau 2015 aangehouden. Doelgroep meuw beschut Voor deze medewerkers wordt ervan uitgegaan dat beloning plaatsvmdt op basis van WML en dat, in afwijking van de zittende sw-medewerkers, er geen sprake is van pensioenopbouw. Overig personeel F.T.E 's Begroting 2014
Centrale afdehngen Groen: aanleg en onderhoud / kwekerij Industtieel Avehngen Werktl (mcl. WOL)/Begeleid werken Totaal F T E ' s reguliere formatie Medewerkers t.l.v. de omzet Totaal FTE's overige werknemers
24,8 18,0 15,2 13,0 71,0 0,0 71,0
Begroting 2015
24,5 19,0 15,3 14,7 73,5 0,0 73,5
Meerjaren raming begroting 2016
24,5 19,0 15,3 14,7 73,5 0,0 73,5
Meerjaren raming begroting 2017
Meerjaren raming begroting 2018
24,5 19,0 15,3 14,7 73,5 0,0 73,5
24,5 19,0 15,3 14,7 73,5 0,0 73,5
De toename van het aantal medewerkers in 2015 ten opzichte van de begroting 2014 heeft vooral te maken met het felt dat meer op locatie (WOL) wordt gewerkt, wat uitbreiding van het aantal (assistent-)werkleiders noodzakeUjk maakt. Het komt voor dat medewerker(s) specifiek worden aangeti-okken voor het genereren van extra omzet voor bijvoorbeeld meuwe of exti'a activiteiten. Deze formatie wordt dan soms m eerste instantie ten laste van de omzet (toegevoegde) waarde gebracht totdat de betreffende activiteit als stmctureel kan worden aangemerkt. Voor 2015 en volgende jaren is aUeen sprake van reguUere formatie en zijn geen medewerkers ten laste van de toegevoegde waarde begroot. Salariskosten overig (BV- en ambtelijk)personeel Voor het overig (BV- en ambteUjk)personeel wordt de geldende CAO (CAR-UWO) gevolgd. De CAO Uep tot december 2012. Uitgangspunt van de (rijks)overheid is dat tot en met 2014 sprake is van een nuUijn ten aanzien van de salanssen van overheidspersoneel In het onlangs verschenen centaal economisch plan 2014 van het CPB wordt voor 2015 rekenmg gehouden met een salansstijgmg van 2%. Dit percentage is m de begrotmg voor 2015 aangehouden. Zoals hierna onder 'prijsontwUdceUngen' is opgemerkt wordt voor de meerjarenbegrotmg het prijsmveau 2015 aangehouden. Investeringsactiviteiten De investermgen die in de komende jaren zijn gepland zuUen met name bestaan mt noodzakeUjke vervangmgsinvesteringen. Er wordt een behoedzaam mvesteiingsbeleid gevoerd; afgeschreven activa worden pas vervangen nadat de noodzaak 43
daartoe is aangetoond Het begrote mvesteringsmveau is als volgt
Begroting 2014 Totaal
749
Begroting 2015 1147
Meerjaren raming 2016
Meerjaren raming 2017
Meerjaren raming 2018
116
147
128
In de bijlage is een overzicht opgenomen van de begrote investermgen, mtgespUtst naar de m het BBV voorgeschreven activagroepen Zoals vermeld betreffen de begiote mvesteringen voornameUjk vervangmgsmvestermgen D e meuwe mvesteringen m 2015 betreffen voornameUjk de (ver-)meuwbouw m Giessenburg, conform beslmt van het Algemeen Bestuur in febi-uari 2014 D e werkzaamheden hiervan starten naar verwachting m 2014 en lopen door in 2015 D e m 2014 hiervoor geraamde mvestering is € 450 000, in 2015 bedraagt de (restant)mvestermg € 544 000 Afschrijvingslasten D e afschrijvingslasten zijn bepaald aan de hand van de reeds in het verieden gedane en de m de begrotmg geplande mvestermgen, rekenmg houdende met een afschiijvmgstermijn op grond van de bedrijfseconomische levensduui Rentelasten D e rentelasten zijn gebaseerd op de lenmgenportefeuiUe en, voor wat betieft het kort geld, een hqmditeitspiognose Prijsontwikkeling kosten en opbrengsten Voor de begiote kosten en opbrengsten m het begrotingsjaar 2015 is rekemng gehouden met de ver-wachte ontwikkehng van het prijsmveau in dat jaar Voor de cijfers in de meerjarenbegrotmg (2016 t / m 2018) is het prijsmveau van 2015 gehanteerd O v e n g e aandachtspunten Avehngen Groep heeft te maken met een aantal ontwUckehngen die effect (kunnen) hebben op de begrote cijfers Dit betieft ondermeer de landeUjke ontwrkkeUngen (zoals decentiaUsaties, kortingen) als ontwrlieUngen binnen de regio In het beleidsplan en de risicoparagraaf wordt daarop nader mgegaan In de financiele begroting is uitgegaan van de mformatie en beslmtvorming cUe op het moment van opmaken van de begroting (april 2014) bekend was
44
Overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 X € 1.000 Omschnjvmg
Toegevoegde waarde
Boekjaar Begroting 2014 2013
Begrotmg 2015
Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018
5 004
4 797
4 850
4 750
4 564
4392
13 521 373
13 562 600
13 894
14162
13 415 829 279 14 522
12 757 963 738 14 458
12 087 1097 1211 14 395
11406 1250 1729 14 386
1585
1731
1731
1731
1731
1731
19
2
2
2
2
2
Totaal baten
20.502
20 692
21.106
20.942
20.692
20 511
Loonkosten en sociale lasten WSW werknemers Overige kosten WSW werknemers Totaat /sosteii WSW meikiiemeis (e\d kosten begetad mrkm)
12 790 544 13334
13 262 561 13S23
13 225 586 13S11
12 914 577 13491
12 438 560 12998
11912 543 12 455
4 451
4 630
4 710
4716
4 728
4 734
183
491
800
1154
Participatiemiddelen en loonkostensubsidies Participatiemiddelen t b v SW bestaand en meuw beschut Participatiemiddelen t b v overige doelgroepen Loonlcostensubsidies (inlcomensdeel) Totaalpartiapattemiddelm en toonl^osteiisiibstdtes Bijdragen gemeenten vanuit gemeentefondsmiddelen Overige bedrijfsopbrengsten
Loon en bijkomende kosten oveng personeel Loonlcostensubsidies Afschrijvmg vaste activa Rentelasten
329 129
374 133
380 114
413 119
405 113
380 92
1807
1967
1986
1945
1876
1869
20.050
20.927
21.183
21.174
20.919
20.682
Incidentele baten en lasten
155
0
0
0
0
Geraamd totaalsaldo van baten en lasten
607
-235
-77
-232
-227
-171
Onttiekking aan bestemrmngsreberves Toevoegmg aan bestemmmgsreserve
163 59 104
249 0 249
100 0 100
63 0 63
0 0 0
0 0 0
Geraamd resultaat
711
14
~23
-169
-227
-171
Overige bediijfskosten Totaal lasten
45
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 x € 1.000 T o e g e v o e g d e waarde Boekjaar Begroting Begroting Begroting Jegroting Jegroting 2016 2018 2013 2014 2015 2017 Bedrijfsopbrengst/netto-omzet
6 492
5 714
6 293
6 163
5 922
5 699
Drtecte kosten bediijfsopbiengsten
1488
917
1442
1413
1357
1306
Toegevoegde waarde
5.004
4.797
4.850
4.750
4.564
4.392
Groen Aanleg en onderhoud Kwekerij Totaal Groen
1379 384 1.763
1391 342 1.733
1278 350 1.628
1252 343 1.595
1212 332 1.543
1166 319 1.485
Industrieel Verpakken Metaalbewerking / Montage Houtbewerkmg Licht montagewerk Poedercoatmg Logistiek en verhuur Overige (incidentele) mkomsten Totaal Industrieel
474 320 75 181 359 155 38 1.602
317 301 119 194 409 140 0 1.480
325
1.490
318 452 0 192 424 73 0 1.460
308 437 0 186 410 71 0 1.412
296 421 0 179 395 68 0 1.359
Avehngen Werlit! Detachermg Werken op locatie Regiopost Totaal Avehngen Werkt!
824 665 107 1.596
815 679 90 1.S84
874 714 109 1.697
856 700 107 1.663
829 677 103 1.609
797 651 99 1.S48
43
p m 0
pm 35
pm 33
pm 0
pm 0
5.004
4.797
4.850
4.750
4.564
4.392
Toelichting op de toegevoegde waarde:
Inkomsten begeleid werlien *) Bonus begeleid werken
1
461 196 433 75
Reintegratieactiviteiten D e opbrengsten m b t reintegratieactiviteiten zijn opgenomen onder de participatiemiddelen Totaal toegevoegde waarde Avelingen Groep
*) Toehchting m b t begeleid werken D e netto-mkomsten met betiekkmg tot begeleid werken bestaan mt de ontvangen rijksbijdrage, mmus de aan weikgeveis betaalde loonsuppletie en de kosten van begeleiding Deze opbrengsten en kosten zijn begrepen m diverse begrotingsposten, te weten de opbiengstpost rijksbijdrage en de kostenpost overige bedrijfskosten Het saldo van de op deze posten geraamde opbrengsten en koste (toegevoegde waaide) met betiekkmg tot begeleid werken bedraagt m 2015 € 180 000
Participatiemiddelen en loonkosten subsidies Met mgang van het jaai 2015 wordt de Participatiewet van kracht De participatiemiddelen bestaan mt 66n totaalbudget dat door het Rijk aan de gemeenten wordt betaald De onderdelen ervan dit betiekkmg hebben op de begrotmg van AveUngen Groep worden door de gemeenten rechtstieeks doorbetaald aan Avehngen Groep D e begrote participatiemiddelen beteeffen - het 'fictieve' budget voor de sw-medeweikeis die onder de 'oude' wsw-regeUng vaUen (zittend bestand) Dit budget daalt m de komende jaren, enerzijds door mtstioom van medeweikeis en anderzijds door daUng van het bedrag per SE (standaardeenheid) begeleidmgsvergoeding voor de sw medewerkeis volgens de regeUng meuw beschut van de participatiewet - dekking van het afnemende (fictieve) bedrag per SE van de zittende doelgroep SW middelen vooi begeleidmg etc van ovenge doelgroepen D e verdeUng van de hierna opgenomen participatiemiddelen ovei de gemeenten is m een afzonderUjke bijlage opgenomen
46
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 x € 1.000 Daarnaast worden loonkostensubsicUes ontvangen die worden gefinancierd met de middelen die gemeenten mtvangen mt het mkomensbudget (I-budget) Deze bestaan mt - loonkostensubsidies voor de sw-medewerkers volgens de regehng meuw beschut van de participatiewet - loonkostensubsidies voor overige doelgroepen De opbouw IS als volgt Participatiemiddelen
1. 'Fictief participatiebudget w s w oude regeling Aantal SE Bedrag per SE Totaal budget ( x € 1000) Waarvan dooi te betalen aan bmtengemeenten voor inwoneis uit deelnemende gemeenten die werkzaam zijn bij andere bedrijven Ten gunste van exploitatie (na yerrekening ondei-/overreahsatie)
Boekjaar Begroting Begroting Begroting Be groting Be groting 2018 2013 2014 2016 2017 2015
524,8 523,0 468,0 528,0 498,0 438,0 € 26102 € 25 930 € 25 493 € 24 946 € 24 393 € 23 832 13 460
13 521 521
357 13 103
13 562
2. Begeleidingsvergoeding nieuw beschut Aantal personen Bediag p / p
€
7 5 996 € 42
Totaal budget (x € 1 000)
12 423
11416
10 438
12 330 093
303 11113
10 279 159
18 7 686 € 138
30 7 360 € 221
42 7 058 296
3. Inzet participatiemiddelen o m teruggang in subsidie zittende ittende groep SW op te vangen Aantal SE Bedrag teruggang t o v 2014 (werkeUjk € 26 003 per SE)
€
Totaal bediag {* € 1 000) Totaal participatiebudget voor sw oude regeUng en meuw beschut dat ten gunste van de exploitatie komt
528 510 €
498 1057 €
468 1610
€
438 2 171
269
526
753
951
13 521
13 562
13 415
12 757
12 087
11406
373
600
258 750
258 750
258 750
258 750
16 79
43 213
70 347
101 500
829
963
1097
1250
4. Participatiemiddelen t.b.v. overige doelgroepen: a Diverse trajecten WWB'ers (Arbeidstoeleiding (90), workfirst (144), taaltiaject (24)) Aantal trajecten totaal Totaal bedrag (* € 1 000)
Het over de jaien 2013 en 2014 opgenomen bedrag heeft betrekkmg kking op op remtegratie-activiteiten / test en tiaming, m de betreffende jaairekenmg rekenmg resp begrotmg destijds opgenomen onder de toegevoegde waarde rde b Begeleidmg meuwe doelgroepen die worden geplaatst met loonkostensubsidie Aantal Totaal bedrag (* € 1 000)
373
Totaal budget overige doelgroepen (* € 1 000)
47
600
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 x € 1.000
Loonkostensubsidies
Boekjaar Begroting| Begroting Be groting Be groting Be groting 2018 2013 2014 2015 2016 2017
1. Loonkostensubsidies voor de medewerkers nieuw beschut Aantal personen Bedrag p / p Totaal budget (x € 1.000) 2. Loonkostensubsidies overige doelgroepen Aantal personen Bedrag p / p Totaal budget (x € 1.000) Totaal loonkostensubsidies
7 € 13.706
18 € 13.706
30 € 13.706
42 € 13.706
96
247
411
576
16 € 11.422
43 € 11.422
70 € 11.422
101 € 11.422
183
491
800
1.154
279
738
1.211
1.729
Bijdragen gemeenten vanuit gemeentefondsmiddelen Boelqaar Begrotingj Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 AanvulUng Rijksbudget door gemeenten
1.S8S
1.731
1.731
1.731
1.731
1.731
Voor een toehchting op (de berekening van) de gemeenteUjke aanvulUng op de rijksbijckage, alsmede de verdeUng ervan over de deelnemende gemeenten, wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen in de beleidsbegroting. De belangrijkste componenten voor het berekenen van de hogote van de totale gemeentehjke bijdragen worden gevormd door de ontwikkehng van de hoogte van de 'fictieve' rijksbijdrage en de sw-loonkosten. Doordat de 'fictieve' rijkbijdrage vanaf 2015 (per SE) fors gaat dalen is in de begroting ei-van uitgegaan dat deze daling wordt opgevangen vanuit het participatiebudget en dus niet wordt vertaald in een verhoging van de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Hierdoor kan deze bijdrage worden gehandhaafd op het niveau van 2014.
Overige bedrijfsopbrengsten Boekjaar Begroting 2013 2014 Korting voor kontante betaUng Koers/prijsverschrllen grondstoffen Overige incidentele baten Totaal overige bedrijfsopbrengsten
Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018
1 0 18 19
Lonen en sociale lasten SW Boekjaar Begroting Begroting Begroting B egroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Medewerkers volgens de 'oude' wsw-regeling: Loonkosten - belastingvoordeel B.B.L. trajecten Totaal loonkosten
10.331 -31 10.300
10.484 -68 10.416
10.267
9.822
9.231
8.599
10.267
9.822
9.231
8.599
1.611 1.016 2.627
1.767 1.079 2.846
1.797 1.000 2.797
1.719 957 2.676
1.615 899 2.514
1.505 838 2.343
437 12.790
0 13.262
0 13.064
0 12.498
0 11.745
0 10.942
SamensteUing sociale lasten: Sociale lasten Pensioenpremie Totaal sociale lasten Ontvangen ^-iAW/WAO uitkering Totaal
48
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 X € 1.000 Medewerkers nieuw beschut:
Boekjaar Begroting Begrotmg Begroting Begroting B egrotmg 2018 2016 2013 2014 2017 2015
Loonkosten Sociale lasten Totaal Totale loonkosten WSW
12.790
13.262
137 24 161 13.225
354 62 416 12.914
590 103 693 12.438
826 144 970 11.912
Het sw-budget woidt voor wat betreft de volumecomponent afgerekend m standaardaanheden (SE's) Het aantal SE's wijkt af van het aantal FTE's van WSW-ers door het toepassen van een coriectiefactor m verband met de zwaaite van de handicap Formatiegegevens: Aantal WSW-fte's, exciusief Begeleid Werken O b V 'oude' wsw-regeUng O b V meuw beschut In cUenst bij AveUngen Groep Aantal WSW fte's Begeleid Werken Totaal WSW-fte's Loonkosten per WSW-fte m dienst; zittend bestand en meuw beschut
486,7 12,6 499,3
471,6 7,0 478,6 11,2 489,8
450,9 18,0 468,9 10,7 479,6
423,7 30,0 453,7 10,1 463,8
394,6 42,0 436,6 9,4 446,0
27 389
27 633
27 541
27 415
27 284
484,0
486,7
484,0 11,5 495,5
26 773
Overige kosten SW-werknemers Boekjaar B egroting Begroting Begroting Begroting B egroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Reiskostenvergoedingen (o b v CAO) Bednjfsgeneesloindige zoig Overige kosten Totaal overige kosten WSW-werknemers Totale kosten WSW-werloiemers
220 77 247 544
225 95 241 561
227 95 264 586
223 95 259 577
215 95 250 560
207 95 241 543
13.334
13.823
13.811
13.491
12.998
12.455
Boekjaar Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Totale kosten WSW, excl belastingvoordeel BBL toajecten Totale subsidie (zittende sw-doelgroep en meuwe doelgroep beschut, exciusief deel van de subsidie dat betiekkmg heeft op medewerkers begeleid weiken mt de zittende doelgroep) Dekking kosten WSW door subsidie
13 365
13 891
13 811
13 491
12 998
12 455
13 221 99%
13 235 95%
13 225 96%
12 737 94%
12 252 94%
11758 94%
Loon- en bijkomende kosten overig personeel Boekjaar Begroting Begroting Begroting Begroting E egroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 SamensteUing Salariskosten ambteUjk personeel Salariskosten Peisoneels BV
571 3 536 4107
Bijdrage mt participatiebudget i v m inbestedmg Werkwaaid Netto salariskosten Werken naar Vermogen Kosten voormahg personeel Overige kosten ambtehjk/BV personeel Totaal
89 90 165 4.451
49
580 3 708 4 288 -100 125 153 164 4.630
553 3 965 4 518
553 3 989 4 542
553 4 001 4 554
553 4 007 4 560
192 4.710
174 4.716
174 4.728
174 4.734
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 x € 1.000 AantaUen medewerkers
Boekjaar Begroting Begroting Begroting Begroting B egroting 2014 2013 2015 2016 2017 2018
Aantal ambtehjke medewerkers Aantal ovenge medewerkers (excl dienstverbanden in het kader van remtegratie en medewerkers die 11 v de toegevoegde waarde woiden gebracht, zie hierna) Subtotaal Medewerkers op sleutelfuncties die (gedeeltehjk) ten laste van de toegevoegde waarde worden gebracht Totaal Salariskosten (mcl soc 1st) van ambt en BV medew, per fte
9,6
9,6
9,1
9,1
9,1
9,1
60,4 70,0
61,4 71,0
64,4 73,5
64,4 73,5
64,4 73,5
64,4 73,5
0,1 70,1
0,0 71,0
0,0 73,5
0,0 73,5
0,0 73,5
0,0 73,5
58 671
60 394
61469
61796
61959
62 041
D e toename van het aantal medewerkers m 2015 ten opzichte van de begrotmg 2014 heeft vooial te maken met het feit dat meer op locatie woidt gewerkt, wat mtbreidmg van het aantal (assistent-)werkleideis noodzakehjk maakt De stijgmg van de gemiddelde salariskosten (mcl sociale lasten) per fte heeft te maken met de geraamde CAO-ontwrkkelmgen en de doorgroei van medewerkers m loonschalen
Loonkostensubsidies Dit betieft (door) te betalen loonkostensubsidies aan bedrijven en insteUmgen waar mensen m het kader van de participatiewet, meuwe doelgroep, worden geplaatst De hierondei vermelde aantaUen en bedragen zijn geUjk aan de hiermee samenhangende batenpost Boelcjaar Begroting! Begroting] Begroting Begroting Begroting 2013 2014 I 2015 2016 2017 2018 Aantal personen Totaal loonkostensubsidie
16
43
70
101
183
491
800
1 154
Kapitaallasten Boekjaar Begroting Begroting Begroting Begroting Begrotmg 2U13 2017 ZUIS 2014 2U15 2U16 Afschrijving materiele vaste activa
329
374
380
413
405
380
Rentelast over lemngen Rekemng courant rente Totale rentelasten
128 1 129
121 12 133
104 10 114
103 16 119
99 14 113
81 11 92
Totaal kapitaallasten
458
507
494
532
518
472
Overige bedrijfskosten Boekjaar Begroting Begrotmg Begroting B egroting B egroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 SamenstelUng Huur Onderhoudskosten Dotatie aan voorziemng onderhoud Energieverbruik Beiastingen en veizekeimgen Indrrecte pioduktiekosten PubUciteit en verkoopkosten Overige dienstveilenmg Accountantskosten Kosten begeleid werken Diverse lasten Kosten heistructaiermg Diverse overige bedrijfskosten Totaal overige bedrijfskosten
52 381 10 371 127 110 21 199 21 109 17 80 309 1.807
105 405 12 402 130 118 20 193 23 106 9 100 346 1.967
102 393 10 407 136 113 23 210 23 106 20 100 343 1.986
102 393 10 407 136 113 23 210 23 102 20 63 343 1.945
102 393 10 407 136 113 23 210 23 96 20 0 343 1.876
D e kosten van heistructarermg woiden gedekt vanuit de daartoe gevoimde reserve, zie ook de hierna opgenomen post 'mutatie reserves' 50
102 393 10 407 136 113 23 210 23 89 20 0 343 1.869
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 x € 1.000
Incidentele baten en lasten Boekjaar Begroting 2013 2014 Incidentele baten Incidentele lasten Saldo incidentele baten en lasten
Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018
155 155
Op grond van artikel 19c van het BBV moet een overzicht worden opgenomen van de incidentele baten en lasten Zoals mt bovenstaand overzicht bUjkt worden geen mcldentele posten geraamd
Mutaties reserves Boekjaar Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2018 2013 2014 2016 2017 Onttiekking aan bestemmingsreserve vakantiedagen Onttiekkmg aan bestemmmgsreserve vml personeel Onttiekkmg aan de bestemmmgsieserve herstiuctareimg Totaal onttrekkingen aan bestemmingsreserves Toevoegmg aan algemene reserve Toevoegmg aan bestemmmgsreserve vakantiedagen Toevoegmg aan bestemmmgsreserve vml personeel Totaal toevoegingen aan bestemmingsreserves Bestemming resultaat vorig boekjaar
12 71 80 163
0 149 100 249
0 0 100 100
0 0 63 63
0 0 0 0
0 0 0 0
0 8 51 59
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
Op grond van artikel 19d van het BBV moet een overzicht worden gegeven van de beoogde stimctaiele toevoegmgen en onttiekkmgen aan de reserves De begrote onttrekkmgen betieffen incidentele posten m veiband met kosten van herstiiictarermg
51
Investeringen 2015 tot en met 2018 Afschrijvingspercentage
2015
Gronden en teiremen
0%, 5%, 10% en 20%
Bednjfsgebouwen
5%, 6,7%, 10% en 20%
557 000
Vervoermiddelen
14,3%, 20% en 33,3%
120 369
Machines, apparaten en mstaUaties
5%, 6,7%, 10%, 20%, 25% en 33,3%
Ovenge materiele vaste activa (inventans en automatisermg)
20% en 25%
Totaal
2016
2017
2018
10 000
15 000
33 909
395 059
68 556
8 248
43 168
74 910
37 835
123 935
50 835
1.147.338
116.391
147.183
127.912
52
Overzicht van de budgetten etc. per gemeente I. PARTICIPATIEBUDGET I. Zittende g r o e p Sw e n n i e u w b e s c h u t Verdeelsleutel: aantal 'fictieve' SE per gemeente
2015
2016
2017
2018
652.181 6.772.477 1.139.106 2.363.115 647.886 1.063.301 822.239 13.460.304
601.927 6.250.617 1.051.331 2.181.023 597.962 981.367 758.880 12.423.108
553.127 5.743.858 966.096 2.004.200 549.483 901.804 697.355 11.415.924
505.764 5.252.031 883.373 1.832.587 502.433 824.586 637.643 10.438.416
2.035 21.132 3.554 7.374 2.022 3.318 2.566
6.686 69.434 11.679 24.228 6.642 10.901 8.430
10.708 111.195 18.703 38.799 10.637 17.458 13.500
14.342 148.931 25.050 51.966 14.247 23.383 18.082
42.000
138.000
221.000
296.000
13.034 135.346 22.765 47.226 12.948 21.250 16.432
25.486 264.654 44.514 92.345 25.318 41.552 32.131
36.485 378.868 63.724 132.198 36.244 59.483 45.998
46.078 478.490 80.480 166.959 45.775 75.125 58.093
269.000
526.000
753.000
951.000
667.250 6.928.955 1.165.425 2.417.715 662.855 1.087.868 841.236 13.771.304
634.099 6.584.705 1.107.524 2.297.596 629.923 1.033.820 799.442 13.087.108
600.319 6.233.921 1.048.523 2.175.197 596,365 978.746 756.853 12.389.924
566.184 5.879.452 988.903 2.051.512 562.455 923.093 713.817 11.685.416
2015 34.098 431.304 54.901 154.370 37.322 78.869 38.336 829.200
2016 39.594 500.821 63.750 179.251 43.338 91.581 44.515 962.850
2017 45.090 570.338 72.599 204.132 49.353 104.293 50.695 1.096.500
2018 51.400 650.154 82.758 232.700 56.260 118.888 57.789 1.249.950
'Fictief budget sw-oude doelgroep Giessenlanden Gorinchem HartUnxveld-Gies s endam Leerdam Lingewaal Molenwaard, bruto Zederik Begeleidingsvergoeding nieuw beschut Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld- Gies sendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zedenk
AanvulUng fictieve rijksbijdrage SW-oud Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik
TOTAAL SW zittende groep en nieuw beschut: Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik TOTAAL
II. B e g e l e i d i n g overige d o e l g r o e p e n
Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik
53
RECAPITULATIE T O T A L E PARTICIPATIEMIDDELEN
Giessenlanden Gormchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lmgewaal Molenwaard Zedenk T O T A L E PARTICIPATIEMIDDELEN
2015
2016
2017
2018
701 348 7 360 258 1 220 326 2 572 084 700 177 1 166 737 879 573 '_ 14.600.504
673 693 7 085 526 1 171 274 2 476 847 673 260 1 125 400 843 957 14.049.958
645 409 6 804 259 1 121 122 2 379 329 645 718 1 083 038 807 548 13.486.424
617 584 6 529 606 1 071 661 2 284 212 618 715 1 041 981 771 606 12.935.366
2015
2016
2017
2018
II. LOONKOSTENSUBSIDIES I. Medewerkers nieuw beschut Verdeelsleutel aantal fictieve SE per gemeente Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld- Gies sendam Leerdam Dngewaal Molenwaard Zedeirk
4 649 48 273 8119 16 844 4 618 7 579 5 861 95 942
11954 124 130 20 878 43 312 11875 19 489 15 070 246 708
19 923 206 883 34 797 72187 19 791 32 481 25 117 411 180
24 232 36 93 26 54 22 491
40 378 59 152 43 88 35 799
27 892 289 636 48 716 101 062 27 708 45 474 35164 575 652
II. Overige doelgroepen Giessenlanden Gormchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lmgewaal Molenwaard Zedenk
9 240 86 596 13 651 34 899 9 924 20 241 8 202 182 752
831 726 688 791 670 397 043 146
423 857 725 682 417 553 883 540
58 325 546 636 86 175 220 299 62 644 127 769 51774 1 153 622
IRECAPITULATIE T O T A L E L O O N K O S T E N S U B S I D I E S
Giessenlanden Goimchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lmgewaal Molenwaard Zedenk TOTALE LOONKOSTENSUBSIDIES
2015
2016
2017
2018
13 888 134868 21771 51743 14 542 27 820 14 063 278.694
36 785 356 856 57 566 137 103 38 545 73 885 37113 737.854
60 346 585 740 94522 224 870 63 208 121 034 61001 1.210.720
86 217 836 272 134 891 321 361 90 352 173 242 86 939 1.729.274
TOTAAL PARTICIPATIEMIDDELEN EN LOONKOSTENSUBSIDIE PER GEMEENTE
Giessenlanden Gormchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lmgewaal Molenwaaid Zedenk TOTAAL
54
2015
2016
2017
2018
715 236 7 495 127 1 242 097 2 623 827 714 719 1194556 893 635 14.879.198
710 478 7 442 382 1 228 840 2 613 950 711 806 1 199 286 881 070 14.787.812
705 755 7 389 999 1 215 644 2 604 199 708 926 1 204 072 868 548 14.697.144
703 801 7 365 878 1 206 552 2 605 574 709 067 1 215 223 858 545 14.664.640
III. BIJDRAGEN GEMEENTEN UIT GEMEENTEFONDSMIDDELEN Zie ook toelichting in beleidsbegroting, paragraaf verbonden partijen
Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Leerdam Lingewaal Molenwaard Zederik TOTAAL
55
2015
2016
2017
2018
154.175 508.781 197.433 297.253 118.071 309.930 145.784 1.731.428
154.175 508.781 197.433 297.253 118.071 309.930 145.784 1.731.428
154.175 508.781 197.433 297.253 118.071 309.930 145.784 1.731.428
154.175 508.781 197.433 297.253 118.071 309.930 145.784 1.731.428
Berekening EMU-saldo, begroting 2015
nnm
1 2 3 4 5
6
Jaar t '' 2015
Jaar t+1 ^' 2016
235-
77-
232-
374 12
380 10
413 10
749
1147
116
Jaar t-1 '> 2014
Exploitatiesaldo voor toevoegmg aan c q onttiekkmg mt reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschnjvmgen 11 v de exploitatie Bmto dotaties aan de post vooiziemngen ten laste van de exploitatie Investeringen m (im)matenele vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten mt bijdiagen van andere overheden, de Europese Ume en overigen, die met op de exploitatie zijn veiantwoord en met al m mmdermg zijn gebracht Desmvestermgen m (im)matenele vaste activa baten mt desmvestermgen m (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover met op exploitatie
7
Aankoop van giond en de mtgaven aan bouw-, woonrijp-maken e d (aUeen tiansacties met derden die met op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgiondexploitatie baten voorzover tiansacties met op de exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorziemngen voorzover deze tiansacties met derden betreffen 10 Lasten ivm tiansacties met derden, die met via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstieeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en deigeUjke) worden gebiacht en die nog met vaUen
-
-
-
25
18
132
nee
nee
nee
623-
852-
57-
11
Verkoop van effecten a Gaat u effecten veikopen (ja/nee) b Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwmst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
volgens leaUsatie, zonodig aangevuld met raming resterende periode volgens begroting jaar t volgens meerjaremammg
56
l-:oen
e irecn
BI|J.\GL 1 Dir.:rctcui Belc'd en l''roit.ctcn Pcrsonei. 1 6c Pi iic -^bc KLI -idniuii''iT.me
p&r bccrcnnaar ^ Rccepde Persoticel, liaiccrbdicei en Ople'din5
Vdiixiiiisrraac is"luroRiidstrinQ
Tc--t:&Tnim!is
n o n
ProJucde LII Ditni-.r- erlumt^i T<.clim^cht. Ditx'sr
cr ^vciuii^cn. IudtLslTlct;l
.\\'clu''5:cn Groen
\ i ehni^i VC crkr'
Acqiusitit; "CC erL\ oorbereidina;
Faalitair
Iadti,stT!eIeP5N[C\
erg
Derat-hcnns;
Bemiddclui''
Managemeoneajn foestaat l u c - \Igemeea DirecrcuL - Directeur Produaie ea Diensn eilcnuig - Controllei: - Mmajer Personeel &. TniecTbchc^r 0 R G A . N 0 C £ 5 A M P E R LLllMO 2011
4i-
> VC cik\ oorbcieidin^ en ai,qiiisjtic
Becfclud VXtrken
T.anleg ea Ondediotid
Dc bednjisleiding bestaat Tat. K Uaagci bednj tbDioccsiea Budnifblddcr Indui-cricel Btdnl binder Groca ea Avchngea \\ cnkt'
Kwelccn]
crq
Concept versie t.b.v. AB-vergadering
BIJLAGE 2
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN - BEGRIPPEN
AI^CA AOC AOG AW^BZ BBL BBV BHV BNG CAO EHBO FIDO FTE GR lOP IVIBO MVO P&T PMC RI&E ROC RSD/AV SE SIP SW U\XA^ VNG \X%IL
Arbeidsgeluvalificeerd Assistent Agrarisch Onderwijs Centrum Ambtelijk Opdrachtgevers Overleg Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Beroepsbegeleidende leerweg Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten Bedrij fshulpverlening Bank Nederlandse Gemeenten Collectieve Arbeidsovereenkomst Eerste Hulp Bij Ongevallen Wet financiering decentrale overheden Full Time Equivalent Gemeenschappelijke Regeling Individueel Ontwikkelingsplan Mddelbaar Beroeps Onder-wijs Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Personeel & Trajectbeheer Product Markt Combinatie Risico Inventarisatie & Evaluatie Regionaal Opleidingscentrum Regionale Sociale Dienst Alblassei-waard Vijflieerenlanden Standaard-eenheid (rekeneenheid voor bepalen taakstelling) Samenwerldng in Participatie sociale werl^roorziening Uit\roeringsinstituut Werlaiemersverzekeringen Vereniging Nederlandse Gemeenten Wettelijk minimumloon
W-TMO WOL \X/PO Wsw Wsw-raad/AV \XA,^S \X/WB \X/WNX^
Wet MaatschappeHjke Ondersteuning Werken op Locatie Werkplek Opleiden Wet sociale werkvoorziening Clientenparticipatie Werlwoorzienings chap Wet Werk en Bijstand Wet Werken Naar X^ermogen
43