Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Uitkomsten controle en overige informatie jaarrekening 2014 Rapportage aan algemeen bestuur
Ernst & Young Accountants LLP Wassenaarseweg 80 2596 CZ Den Haag, Netherlands Postbus 90636 2509 LP Den Haag, Netherlands
Tel: +31 88 407 10 00 Fax: +31 88 407 41 87 ey.com
Het bestuur van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland T.a.v. mevrouw drs. E.T.M. van Kesteren Postbus 1141 2301 BC LEIDEN
Den Haag, 6 maart 2015
EH/mdb/9UAHBA
Uitkomsten controle en overige informatie jaarrekening 2014 Geachte leden van het bestuur, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2014 van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna: BSGR), hebben wij het genoegen u hierbij de uitkomsten van onze werkzaamheden te presenteren. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast in het kader van de controle van de jaarrekening 2014 van de BSGR. De in dit verslag van bevindingen opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2014. Daarnaast geven wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, een aantal aanbevelingen waarmee wij beogen u als bestuur te ondersteunen in uw kaderstellende en controlerende taak. Het concept van dit verslag is d.d. 3 maart 2015 voorgelegd aan de organisatie. Een afschrift van dit verslag is toegezonden aan het bestuur van de BSGR. Wij stellen het op prijs een en ander persoonlijk toe te lichten of eventuele vragen omtrent deze of andere met de controle verband houdende zaken te beantwoorden. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. M.E. van Kimmenade RA MGA Externe Accountant
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1
2
Kernpunten in onze controle
1
3
Grondslagen van financiële verslaggeving
1
4
Materialiteit
1
5
Verantwoordelijkheid
1
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10
Uitkomsten controle Conclusie van onze controle Invorderingsopbrengsten in de begroting Methodiek voorziening oninbaarheid invorderingsopbrengsten Bestemmingsreserves Resultaat op de programma’s Continuïteitsveronderstelling IT en interne beheersing Begrotingsbeheer Samenwerking met andere accountants Controleverschillen
2 2 3 3 3 3 4 4 4 5 5
7
Relevante ontwikkeling inzake vennootschapsbelasting
5
8
Onafhankelijkheid en controleproces
6
Totaal aantal pagina’s: 6
1
Inleiding
In ons accountantsverslag vloeien de bevindingen voort uit onze gebruikelijke werkzaamheden voor de jaarrekeningcontrole. Deze werkzaamheden zijn gericht op het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening en omvatten daarom niet alle zaken die bij een specifiek op de organisatie gericht onderzoek naar voren zouden komen. Onze werkzaamheden zijn niet primair gericht op het opsporen van fraudes of onregelmatigheden in uw organisatie. Indien onze werkzaamheden aanwijzingen opleveren voor opgetreden fraudes of onregelmatigheden, dan rapporteren wij u daar direct over. Dit is dit jaar niet aan de orde geweest.
2
Kernpunten in onze controle
Wij verrichten de controle van de jaarrekening door middel van een combinatie van procesgerichte en gegevensgerichte controlemaatregelen, gebaseerd op een risicoanalyse. De risicoanalyse richt zich op een betrouwbare totstandkoming van de jaarrekening. Dit betekent dat wij niet alle risico’s die voor u relevant zijn adresseren. De risicoanalyse is een iteratief proces en stellen wij gaandeweg bij indien nodig. Ditzelfde geldt voor onze kernpunten in de controle.
3
Grondslagen van financiële verslaggeving
Naar onze mening zijn de door de BSGR gekozen waarderingsgrondslagen aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties.
4
Materialiteit
Wij passen het concept van materialiteit toe bij het vaststellen van de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en bij het evalueren van het effect van onderkende afwijkingen. Afwijkingen in de jaarrekening worden verondersteld van materieel belang te zijn indien hiervan redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat zij invloed hebben op de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen. De bij onze controle toegepaste controletolerantie, conform BADO, bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves.
5
Verantwoordelijkheid
Het dagelijks bestuur van de BSGR is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beiden in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante weten regelgeving, waaronder de verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en de Beleidsregels toepassing WNT.
Pagina 1
Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, de controleverordening Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland die is vastgesteld door het algemeen bestuur en de Beleidsregels toepassing WNT inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijk regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte criteria voor financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het bestuur van de gemeenschappelijk regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
6
Uitkomsten controle
Onderstaand zijn de uitkomsten van onze controle weergegeven.
6.1
Conclusie van onze controle
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de BSGR een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder de verordeningen van de gemeenschappelijke regeling.
Pagina 2
6.2
Invorderingsopbrengsten in de begroting
In de begroting 2015 heeft de BSGR de invorderingsopbrengsten begroot op € 750.000. Dit bedrag is in lijn met de begrote opbrengst over de eerdere jaren en om die reden consistent. Echter de jaarrekening van 2014 en 2013 laten zien dat deze invorderingsopbrengsten significant hoger zijn dan het begrote bedrag. Doordat de begroting en realisatie afwijken voor de invorderingsopbrengsten, bestaat het risico dat de deelnemers een batig saldo pas tegemoet zien aan het einde van het jaar. Het voorstel van BSGR is, dat het resultaat na eventuele aftrek van te vormen bestemmingsreserves, verdeeld wordt over haar deelnemers. Wij begrijpen uw overweging om deze opbrengsten voorzichtig te ramen. Een mogelijkheid zou tevens kunnen zijn met de deelnemers te overleggen welk bedrag voor invorderingsopbrengsten als reëel beschouwd wordt. Tevens kunt u overleggen of een splitsing naar structurele invorderingsopbrengsten en incidentele opbrengsten wenselijk is, zodat gemeenten deze baten eerder in hun begrotingsproces kunnen meenemen.
6.3
Methodiek voorziening oninbaarheid invorderingsopbrengsten
De voorziening voor oninbaarheid invorderingsopbrengsten is net als voorgaand jaar gesteld op 35%. Dit houdt in dat de BSGR verwacht dat 35% van de invorderingsopbrengsten niet ontvangen wordt. In 2014 is gebleken dat een groter deel van de invorderingsopbrengsten, ten opzichte van voorgaande jaren, reeds in 2014 is ontvangen. De hogere ontvangsten in 2014 worden veroorzaakt door: • het vervallen van de herinnering en het eerder/direct sturen van de aanmaning; • het sturen van een “kentekenbrief”. U verwacht dat het effect in de komende jaren niet meer zo hoog zal zijn als in 2014 en daarom vindt u een bijstelling van de voorziening niet noodzakelijk. Wij zijn van mening dat de voorziening conservatief gevormd is. Wij wijzen u erop dat het vormen van een voorziening een dynamisch proces is en dat de voorziening door omstandigheden procentueel kan wijzigen. Voor controlejaar 2015 adviseren wij de BSGR om dit percentage te toetsen aan de werkelijkheid en indien noodzakelijk bij te stellen voor 2015.
6.4
Bestemmingsreserves
In de jaarrekening van de BSGR is een bestemmingsreserve gevormd voor flankerend beleid en een bestemmingsreserve restant activiteiten 2013 en noodzakelijke projecten. Deze bestemmingsreserves zijn inzichtelijk op saldo- en totaalniveau. Echter de jaarrekening geeft geen inzicht in de dotaties en de onttrekkingen en is niet gespecificeerd naar programmaniveau. Om inzicht te verkrijgen in de rechtmatigheid van de mutaties in de reserves, conform bestuursbesluiten, adviseren wij u de begrote en gerealiseerde mutaties in de reserves vanaf 2015 te verantwoorden als: • dotatie en onttrekkingen bruto, oftewel afzonderlijk opnemen en koppelen aan de programma’s.
6.5
Resultaat op de programma’s
Bij het programma invorderen is ondanks de toegenomen invorderingsopbrengsten geen resultaat zichtbaar op de regel gerealiseerd totaal van baten en lasten. Door dit zo te presenteren zijn de ‘’bijdragen van de deelnemers’’ als een last verantwoord. Zoals wij hebben begrepen van de BSGR heeft dit te maken met de manier hoe de lasten en baten aan de diverse programma’s worden toegerekend. Wij adviseren u de presentatie in de jaarrekening te heroverwegen zodat de resultaten op de verschillende programma’s op de regel gerealiseerd totaal van baten en lasten inzichtelijk zijn.
Pagina 3
6.6
Continuïteitsveronderstelling
Tijdens onze controle hebben zich geen omstandigheden of gebeurtenissen voorgedaan die mogelijk leiden tot een materiële onzekerheid ten aanzien van de continuïteitsveronderstelling.
6.7
IT en interne beheersing
Onze controle van de jaarrekening 2014 was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het bestuur ontvangen. De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht. Wij merken op dat de BSGR voor de beheersing van het belastingenproces in 2014 en de daarin opgenomen handmatige en geautomatiseerde beheersmaatregelen een ISAE3402-rapportage heeft opgesteld. EY heeft daarbij een assurance-rapport met een positieve strekking afgegeven betreffende zowel de opzet als de werking van de beheersmaatregelen. Onderwerp van deze controle was tevens het belastingensysteem KEY2Belastingen. Wij onderkennen het grote belang van deze ISAE3402-rapportage voor de deelnemers en waarderen de wijze waarop de Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland deze stap heeft gezet. Uw belastingsamenwerking loopt daarin voorop als het gaat om het zelfstandig verantwoorden over het ‘’in control zijn’’ ten aanzien van de uitvoeringstaak die de basis is voor het bestaan van de organisatie.
6.8
Begrotingsbeheer
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van het algemeen bestuur is gerespecteerd. Voor een juiste oordeelsvorming is het van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door het algemeen bestuur geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten. Wij beoordelen bij onze controle de overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten per programma. Dit betreffen enkel de lasten omdat hierop een beoordeling en rapportering van de accountant wordt gevraagd vanuit de Kadernota Rechtmatigheid. Het is de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur om begrotingsafwijkingen tijdig te signaleren en te rapporteren aan het algemeen bestuur. Het is de verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur om hier dan tijdig een besluit over te nemen. Het is de verantwoordelijkheid van de accountant om de begrotingsrechtmatigheid van de lasten en investeringen te toetsen. Dit doen wij onder andere door: • vast te stellen of begrotingsafwijkingen tijdig zijn gesignaleerd en zijn omgezet in een begrotingswijziging ter autorisatie aan het algemeen bestuur; • vaststellen of kostenoverschrijdingen leiden tot een onrechtmatigheid, welke meegewogen moet worden in het accountantsoordeel of niet. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid hoeven niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Uit onze werkzaamheden zijn geen begrotingsonrechtmatigheden geconstateerd.
Pagina 4
6.9
Samenwerking met andere accountants
In het kader van de controle van de jaarrekening hebben wij geen gebruik gemaakt van de werkzaamheden en bevindingen van een andere accountant.
6.10 Controleverschillen Een overzicht van de ongecorrigeerde controleverschillen is onderstaand opgenomen.
Ongecorrigeerde verschillen Post/omschrijving verschil
Reclassificatie van het debetbedrag in de crediteuren naar vorderingen
Bedrag €/ verwijzing naar regelgeving 35.685
Effect van deze constatering op de interne beheersing n.v.t.
Referentie in dit verslag
n.v.t.
Dit betreft een presentatiefout die wij niet meewegen in onze oordeelsvorming. De jaarrekening is daardoor niet fout, echter voor de presentatie is het inzichtelijker om debet bedragen niet onder de crediteuren op te nemen. Er zijn geen verdere (on)gecorrigeerde controleverschillen.
7
Relevante ontwikkeling inzake vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2016 krijgt de (semi-)publieke sector door een wetswijziging op grote schaal te maken met belastingplicht voor de vennootschapsbelasting (“Vpb”). In de praktijk roept dit onder meer de volgende vragen op: • Welke activiteiten worden belast met Vpb? • Wat is vanaf 2016 de verwachte jaarlijkse Vpb-last? • Zijn er mogelijkheden de Vpb-last binnen de perken te houden? • Hoe kan op een efficiënte manier de jaarlijkse aangifte Vpb worden opgesteld? • Hoe kunnen de extra administratieve lasten en uitvoeringskosten beperkt blijven? Deze wijziging heeft mogelijk impact op het begrotingsproces 2016 en het opstellen van een fiscale openingsbalans per 1 januari 2016. Verder geldt, zoals reeds door u gemeld, een mogelijke objectvrijstelling voor samenwerkingsverbanden, zoals dat nu is opgenomen in de Wet Modernisering Vpb-plicht overheidsinstellingen, welke op dit moment in de Eerste Kamer ligt. Wij wijzen u erop dat indien u aan deze vrijstelling voor samenwerkingsverbanden wilt voldoen, u aan de in de Wet Modernisering Vpb-plicht overheidsinstellingen gestelde voorwaarden dient voldoen. Voor 2015 is het van belang om hier zo snel mogelijk onderzoek naar te doen.
Pagina 5
8
Onafhankelijkheid en controleproces
De onafhankelijkheid van de accountant behoort tot het fundament van zijn beroep. In de maatschappelijke discussie over kwaliteitsverbetering van de controle speelt de onafhankelijkheid van accountants een belangrijke rol. De Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) heeft de onafhankelijkheidsregels voor zijn leden verder aangescherpt. Met de nieuwe Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO) zijn de regels vanaf 2014 strikter dan de Code of Ethics en wordt een kader gecreëerd dat verder gaat dan internationaal gebruikelijk is. Zo geeft de NBA een meer expliciete uitleg aan bedreigingen van de onafhankelijkheid die voortvloeien uit de perceptie van het publiek. Wij hebben alle aspecten geanalyseerd die onze onafhankelijkheid gedurende het jaar zouden kunnen bedreigen. Daar waar onafhankelijkheidsregels dit vereisen, hebben wij aanvullende waarborgen ingevoerd.
Pagina 6