AZLPEN SIOEN ITEMS 4
Actuele pensioeninformatie voor klanten van AZL mei/juni 2015
IN HO UD 3 8
Eerste Kamer akkoord met wetsvoorstel verbetering pensioencommunicatie
De ‘pensioenknip’ komt terug
9
DNB start onderzoek naar corruptie bij pensioenfondsen
10
Vrijwillige voortzetting pensioenopbouw bevorderd met nieuw wetsvoorstel
10
6 Implementatie FTK in twee etappes
2 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
Versnelde verhoging AOW-leeftijd nu ook door Eerste Kamer aanvaard
11
Kort nieuws
Eerste Kamer akkoord met wetsvoorstel verbetering pensioencommunicatie De Eerste Kamer heeft op 19 mei jl. het wetsvoorstel ‘Pensioencommunicatie’ aanvaard. De wet is op 1 juli 2015 ingegaan. Diverse onderdelen treden evenwel later en op verschillende data in werking. De wet ‘Pensioencommunicatie’ bevat kaders en richtlijnen voor de communi catie door pensioenfondsen, zodat deze beter aansluit bij de informatiebehoefte en kenmerken van de deelnemer. De pensioeninformatie moet persoonlijker en relevanter worden. Doel is dat de deelnemers straks beter op de hoogte zijn van hoeveel pensioen ze later krijgen, of dat voldoende is en wat de risico’s zijn van hun pensioenregeling. De informatie gaat dus niet alleen over de voordelen die een (collectieve) pen sioenregeling biedt, maar ook over risico’s en de gevolgen van vrijwillige keuzes. Als nieuwe norm moet de infor matie ‘evenwichtig’ zijn.
Niet langer de (pensioen)boodschap staat centraal, maar de ontvanger van de boodschap!
Grotere rol voor werkgevers De Pensioenfederatie gaat checklists voor de werkgevers ontwikkelen die in de communicatie over pensioenen een grotere en prominente rol moeten gaan spelen. Deze lijsten moeten vanaf sep tember beschikbaar zijn. De werkgevers zijn het eerste aanspreekpunt voor hun werknemers die net in dienst zijn gekomen en informatie over de pen sioenregeling willen hebben of voor werknemers die bijvoorbeeld binnen afzienbare tijd met pensioen gaan.
De checklist ‘Wegwijs in het pensioen’ zal gebruik kunnen worden bij het arbeidsvoorwaardengesprek met een sollicitant. In deze checklist neemt Pensioen 1-2-3 een belangrijke plaats in. De checklist ‘Route naar het pensioen’ is bedoeld voor een gesprek tussen de werkgever en een medewerker voor wie de pensioendatum al enigszins nadert.
Pensioen 1-2-3 De wijziging van de Pensioenwet betekent een andere opbouw van de pensioeninformatie die een nieuwe werknemer ontvangt. Deze informatie bron –ook wel ‘Pensioen 1-2-3’ genoemd– gaat naar verwachting per 1 januari a.s. de huidige startbrief ver vangen. Het informatiepakket krijgt een gelaagde structuur: −− Laag 1: basisinformatie die het pensioenfonds actief aan de werk nemer moet verstrekken na indiensttreding (de pensioen regeling “in vijf minuten”);
−− Laag 2: nadere uitleg over de belang rijkste onderdelen van de pensioen regeling (de pensioenregeling “in dertig minuten”), en −− Laag 3: achtergrondinformatie, zoals het pensioenreglement zelf (de pensioenregeling “in detail”), maar ook andere documenten zoals het jaarverslag en de statuten. Laag 2 en 3 moet de werknemer op de website van het pensioenfonds kunnen terugvinden. De betreffende informatie wordt dus niet uitgedeeld. De gelaagde opzet komt het beste tot zijn recht in een digitale vorm. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat Pensioen 1-2-3 een begrijpelijk, volledig en aantrek kelijk alternatief is voor de huidige startbrief.
Pensioenfondsen aan de slag De tweede helft van dit jaar zal voor pensioenfondsen in het teken staan van de herziening van hun communicatie beleid, inzet van andere instrumenten (vormgeving) en uiteraard inhoudelijk aanpassing van de voorlichting en com municatie. Pensioenfondsen hebben een inspanningsverplichting om zich te verdiepen –zoals gezegd– in de ken merken en behoeften van hun eigen deelnemers. Om zo goed mogelijk op persoonlijke informatiebehoeften te kunnen aansluiten, is maatwerk cruci aal. In de wet ‘Pensioencommunicatie’ staat een aantal open normen. Het komt nu aan op de invulling. In dit verband heeft de Pensioenfederatie aan zijn ledenfondsen een handreiking aange boden over digitaal communiceren en het gebruik van de Berichtenbox. Veel zal feitelijk neerkomen op aanpas singen bij de pensioenuitvoerder omdat de communicatie, gekoppeld aan de gegevens van de deelnemers- en rech tenadministratie, meestal is uitbesteed.
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/3
Pensioencommunicatie op de schop De wet ‘Pensioencommunicatie’ lokt –globaal– diverse werkzaamheden uit. Daaruit de volgende, niet limitatieve greep: −− de grotere rol van de werkgever moet worden voorbereid en bege leid, een en ander te formaliseren in de uitvoeringsovereenkomst; −− vervanging van de startbrief door Pensioen 1-2-3; −− maatregelen tot bevordering van de digitalisering van de informatie verstrekking (verzamelen en vast leggen emailadressen); −− invoering van een nieuw UPOformat, dat overigens nog niet bekend is; −− de communicatieprofielen van de diverse groepen van deelnemers, slapers en pensioengerechtigden moeten worden vastgesteld –in vak termen de ‘segmentatie’ van de informatie–, eventueel vooraf gegaan door onderzoek naar de informatiebehoeftes, kenmerken e.d.; segmentatie werkt door in alle correspondentie-uitingen (standaardbrieven) van het pen sioenfonds en in de website;
4 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
−− toetsing van de informatie aan de wettelijke normen; duidelijk, begrijpelijk en tijdig zijn bekende normen, maar de nieuwe norm ‘evenwichtig’ vraagt om een overallbeoordeling door het fondsbestuur van het totale pakket van informatie en communicatie; ook de norm ‘correct’ is feitelijk nieuw;
De AFM zal tot 1 januari 2016 pensioenfondsen rustig laten broeden op hun aanpassingen.
−− het uitrollen en/of doorontwikkelen van deelnemers- en werkgevers portalen, als basis voor digitale communicatie;
−− de geautomatiseerde uitwisseling van informatie met het pensioen register, waaronder het doorgeven van opgebouwd en te bereiken pen sioen, mutaties e.d. moet worden herzien; de betreffende informatie moet worden voorzien van drie scenario’s (met behulp van uni forme, nog niet bekend gemaakte rekenregels), te weten een optimis tisch, verwacht en pessimistisch scenario.
Communicatie is geen ‘hard’ onderwerp, voorlopig terughoudend toezicht De aard van dit pensioendossier brengt met zich mee dat niet alle (wettelijke) verplichtingen als ‘hard’ (in de zin van eenduidig en juridisch afdwingbaar) kunnen worden getypeerd, inclusief daaraan gebonden aantoonbaarheid van overtredingen, eventueel gevolgd door sancties. Als de AFM in 2016 een aanvang neemt met toezicht op de naleving van de nieuwe voorschriften –wellicht overweegt de gedrags toezichthouder nog invoering en/of aanpassing van beleidsregels–, dan zal naar verwachting eerst een fase
a anbreken van opvragen van informatie bij de pensioenfondsen en in contact komen met de fondsbesturen om inzicht te krijgen in de uitgangspunten en motieven van het (herziene) com municatiebeleid. Pas in die contacten komen de eigen opvattingen en inter pretaties van wettelijke bepalingen van de AFM aan de orde en houdt de toezichthouder de mogelijkheid van aanwijzingen achter de hand.
Meer informatie? Voor meer informatie over het wets voorstel pensioencommunicatie kunt u terecht op onze speciale themapagina op www.azl.eu. Ook kunt u zich hier aanmelden voor AZL-nieuwsalerts. Na aanmelding, ontvangt u automatisch bericht bij nieuwe ontwikkelingen.
Tweede Kamer akkoord met APF In de volgende editie van de Pensioenitems zal worden ingegaan op het wetsvoorstel tot introductie van het algemeen pensioenfonds, dat inmiddels door de Tweede Kamer is aanvaard.
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/5
Implementatie FTK in twee etappes De implementatie van het nieuwe FTK door pensioenfondsen vindt feitelijk in twee etappes plaats. Voor 1 juli jl. moesten de ABTN en de uitvoeringsovereenkomst zijn aangepast en naar DNB opgestuurd. De fondsbesturen hebben nog de tijd tot 1 oktober a.s. om zich te buigen over de regels met betrekking tot het vaststellen van hun risicohouding en de uitvoering van de (aanvangs) haalbaarheidstoets. In beide fases moeten de fondsbesturen de naar de toezichthouder toe te sturen documenten laten vergezellen van een self assessment. Dit self assessment fungeert volgens DNB als een soort checklist voor de fondsbesturen.
in de uitvoeringsovereenkomst, ABTN, Verklaring inzake beleggingsbeginse len, het beleggingsplan en financieel crisisplan. Een en ander resulteert in een beleggingsbeleid voor de korte en lange termijn.
De risicohouding kan leiden tot bevestiging van het huidige beleggingsbeleid.
Hieronder volgen enkele FTKgerelateerde, ‘losse’ onderwerpen.
Servicedocument ‘risicohouding’ De Pensioenfederatie heeft op 1 juni jl. een servicedocument uitgebracht, waarin wordt ingegaan op de risico houding van een pensioenfonds. De federatie wil hiermee de nieuwe wettelijke term ‘risicohouding’ nader uitleggen en fondsbesturen helpen bij het vaststellen en invoeren van deze risicohouding. De besturen zijn name lijk verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming en implementatie van de risicohouding. Het service document houdt een stappenplan ter zake in. De risicohouding is onderdeel van de afspraak –ja zelfs randvoorwaarde– tussen sociale partners en het fonds bestuur om de pensioenregeling uit te voeren. De risicohouding geeft de ambi ties van het fonds aan en de mate waarin men bereid is om risico’s te nemen teneinde de doelstellingen te behalen. De risicohouding moet vervolgens worden vastgelegd en nader uitgewerkt
6 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
Over de risicohouding treedt het fonds bestuur derhalve in overleg met sociale partners, maar ook met de andere fondsorganen: het verantwoordings- of belanghebbendenorgaan en de raad van toezicht.
Met de haalbaarheidstoets wordt het gekozen beleid van het fonds doorge rekend en krijgt het bestuur inzicht in de effecten van dit beleid: de verwach tingen en risico’s worden duidelijk (komen de feitelijk gelopen risico’s overeen met de risicohouding?), er komen signalen uit voort als niet meer wordt voldaan aan de gestelde grenzen, het premiebeleid wel of niet langer realistisch en haalbaar is e.d. Met de uit komsten van de toets kan het bestuur verantwoording afleggen en communi ceren met de deelnemers. De resultaten van de toets vormen een onderbouwing van de evenwichtige belangenafweging, waarbij onderscheid naar geboortejaren kan worden gemaakt. DNB heeft aanvullende regels voor de haalbaarheidstoets opgesteld. Al in een eerder stadium was een zogenaamde ‘oefenset’ afgegeven, waarmee fondsen en hun uitvoeringsorganisaties alvast rekenmodellen konden ontwerpen en berekeningen uitvoeren. Het AZL Actuariaat kan op verzoek de haalbaar heidstoets uitvoeren.
DNB biedt oefenset haalbaarheidstoets aan De haalbaarheidstoets vervangt de continuïteitsanalyse en -toets. De verschillen zijn hieronder in een tabel weergegeven.
Oude FTK
Nieuwe FTK
Stochastische prognose over 15-jaars horizon
Stochastische prognose over 60-jaars horizon
Kengetal: indexatieresultaat
Kengetal: pensioenresultaat
Geheugenloos voor verleden
Impact koopkrachteffect verleden meenemen (vanaf 1 januari 2015)
Fondsspecifieke scenario-set (breed gediversificeerde asset allocatie)
Uniforme scenario-set (versimpelde asset allocatie)
Eens per 3 jaar uitvoeren
Elk jaar uitvoeren
Aanpassing van de administratie De systematiek van het opvangen van financiële schokken, uitsmeren van vermogensoverschotten en –tekorten e.d. noopt tot aanpassing van de admi nistratie van de pensioenrechten van de deelnemers. Gemiste toeslagen en even tueel kortingen op aanspraken moeten worden bijgehouden om deze later eventueel te kunnen compenseren. Dit bijhouden kan plaatsvinden in een open en gesloten systeem. Bij een open systeem worden gemiste toeslagen gecompenseerd bij iedere deelnemer die op het moment van compensatie aanwezig is, ongeacht of hij daadwerke lijk toeslagen heeft gemist. De compen satie vindt plaats op basis van gemiste toeslagpercentages, niet in euro’s. In een gesloten systeem worden gemiste toe slagen in euro’s per deelnemer per jaar bijgehouden. Iedere deelnemer kan dan exact zijn gemis gecompenseerd krijgen. Binnenkort zal AZL zijn klanten benaderen met informatie over hoe de administratie zal worden aangepast. Pensioenfondsen kunnen niet uit één van deze systemen kiezen. De fiscale wetgeving noopt tot invoering van een gesloten systeem. Alleen in dit systeem wordt voorkomen dat de deelnemer meer gecompenseerd wordt dan hij aan toeslagen heeft gemist. Met andere woorden, een open systeem kan leiden tot fiscale bovenmatigheid. Het is de vraag hoe de fiscus zal aankijken tegen compensaties, die betrekking hebben op gemiste toeslagen over de periode, voorafgaand aan 1 januari 2015. Over die periode heeft veelal geen administratie op individueel deelnemersniveau en in eurobedragen plaatsgevonden. De onderhavige problematiek lijkt van ondergeschikt belang, uitgaande van de situatie dat het in de praktijk niet snel tot reparaties zal komen. Er zullen ook pensioenregelingen zijn die (nog lang) niet de maximale, fiscale grenzen hebben opgezocht.
Reële dekkingsgraad in de jaarverslagen Ingevolge het nieuwe FTK zijn pen sioenfondsen verplicht om hun reële dekkingsgraad in het jaarverslag te rapporteren. Deze verplichting riep in de Tweede Kamer vragen op. Dit temeer omdat het reële pensioencontract in het kader van de herziening van het FTK van tafel is gegaan. In antwoord op die vragen meldt staatssecretaris Klijnsma dat de berekening van de reële dek kingsgraad aansluit bij de regels van het herziene financieel toetsingskader, waarmee derhalve de consistentie is geborgd. Het nieuwe FTK maakt namelijk ook onderscheid tussen de onvoorwaardelijke, nominale pensioen toezegging en de voorwaardelijke indexatietoezegging. Volgens haar is de marktconforme waardering van de verplichtingen een centraal uitgangspunt van het FTK. De nominale pensioenverplichtingen worden daarom berekend aan de hand van een risicovrije rente. De voorwaar delijke indexatietoezegging heeft een andere (lagere) waarde: er wordt gere kend met een overrendement bovenop de risicovrije rente. De hogere reken rente weerspiegelt het voorwaardelijke karakter van de indexactietoezegging.
Rapportages en overschrijving deadlines Omdat pensioenfondsen vanaf 1 januari jl. verplicht elke maand hun beleidsdekkingsgraad aan DNB moeten doorgeven, is het aantal rapportage momenten flink toegenomen. Dit is voor de toezichthouder aanleiding om een nieuw handhavingsbeleid te han teren voor het geval de deadlines voor indiening van rapportages worden gemist. Tot voor kort gold het regime dat een fonds een bestuurlijke boete krijgt als het twee keer in een aaneen gesloten periode van dertien maanden te laat is geweest. Voortaan wordt een boete opgelegd als ze drie keer binnen de voornoemde periode hebben ver zuimd om de benodigde stukken in te sturen.
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/7
De ‘pensioenknip’ komt terug Verbetering van het premiepensioen wordt uitgesteld tot 1 juli 2016. Maar tot die tijd zal een tijdelijke noodmaatregel worden getroffen. In de zomer consultatie over wetsvoorstel over beschikbare premieregelingen Mensen die op het punt staan om hun pensioenkapitaal om te zetten in een levenslange uitkering, ondervinden daarbij nadeel van de lage rente. In de volksmond wordt de bedoelde uitkering inmiddels ‘keurslijfpensioen’ genoemd. Niet alleen is het pensioen sterk afhankelijk van de rentestand op het moment van pensionering, al in de aanloop naar de pensionering moeten de beleggingsrisico’s worden afgebouwd. Staatssecretaris Klijnsma meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat zij hard werkt aan een wetsvoorstel, waarbij ze het regime voor beschikbare premie overeenkomsten wil verbeteren. Ze wil de overgang van de opbouwfase naar de uitkeringsfase flexibeler maken, waar door deelnemers niet langer verplicht zijn om hun kapitaal in één keer om te zetten in een vaste uitkering.
8 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
Deelnemers lopen volgens haar in de uitkeringsfase dan wel meer beleg gingsrisico’s. Dat vergt een zorgvuldige afweging tussen deze risico’s en de pensioenverzekering, aldus de bewindsvrouw.
Klijnsma zoekt naar optimalere pensioenresultaten
Ze wil een conceptwetsvoorstel in de zomer gereed hebben en open stellen voor (internet)consultatie. Het voorstel moet dan voor het einde van het jaar bij de Tweede Kamer kunnen worden ingediend. Inwerkingtreding wordt dan waarschijnlijk pas halverwege het volgende jaar.
‘Knip’ als tijdelijke maatregel is geen garantie Dit wetsvoorstel komt voor veel mensen echter te laat. Onder meer op verzoek van D66 komt de staatssecretaris daarom met een tijdelijke maatregel. Het is mogelijk om het pensioen kapitaal in twee stappen om te zetten: een deel bij pensioeningang, het andere deel twee jaar later. Deze noodmaat regel wil de staatssecretaris nog voor de zomer invoeren. Ze waarschuwt daarbij wel dat de opsplitsing van het pensioen risico’s kan meebrengen. De knip is geen garantie dat het pensioen omhoog gaat. Het loslaten van de verplichting tot inkoop in een verzekering kan beteke nen dat er meer aanbieders –denk bijvoorbeeld aan de PPI– komen, met lagere prijzen en dienstverlening die beter aansluit bij de wensen en karak teristieken van de deelnemers.
DNB start onderzoek naar corruptie bij pensioenfondsen DNB start een nieuw onderzoek naar de beheersing van risico’s om corruptie bij pensioenfondsen te voorkomen. De toezichthouder wil beter inzicht krijgen in de kwetsbare onderdelen, activiteiten en processen, om zodoende meer gerichte maatregelen te kunnen nemen.
belangenverstrengeling. Zij hebben tot 1 augustus a.s. de tijd gekregen om te reageren als zij een onvoldoende voor de risicobeheersing hebben gekregen. De tot nu toe ingeleverde risicoanalyses zouden onder meer diepgang missen.
Dit staat in een nieuwsbrief die op 30 april jl. is verschenen. De toezicht houder doet al langere tijd onderzoek naar corruptie en heeft in 2014 good practices voor het bestrijden ervan gepubliceerd.
DNB: Corruptie bij pensioenfondsen in de vorm van omkoping of belangenverstrengeling is niet alleen een risico van het betreffende fonds, maar treft de financiële stabiliteit van de gehele sector.
Corruptie bij pensioenfondsen kan leiden tot directe financiële schade en tot verlies aan vertrouwen vanwege maatschappelijke verontwaardiging, aldus DNB.
Self assessment belangenverstrengeling De toezichthouder heeft tot nader onderzoek besloten, terwijl nog lang niet alle pensioenfondsen naar DNB hebben gereageerd naar aanleiding van de uitkomsten van het self assessment
‘Integriteit hangt op zich niet af van documenten’, zegt een woordvoerder van DNB, ‘maar moet ingebed zijn in de organisatie’. DNB erkent wel dat bij pensioenfondsen het risico van bijvoor beeld witwassen, fraude e.d. kleiner is dan bij banken en verzekeraars. Later dit jaar komt DNB nog met een leidraad.
Geselecteerde pensioenfondsen worden benaderd De toezichthouder heeft een selectie gemaakt van fondsen met een hoog risicoprofiel en zal deze fondsen op korte termijn voor onderzoek benade ren. Om welke fondsen het gaat, is niet bekend gemaakt. Wel is duidelijk waar de risico’s zitten. Onder meer bij die organisatie waar een kennismonopolie hand in hand gaat met machtsconcen tratie. Dat geldt volgens DNB vooral voor onderdelen die letterlijk op grote (geografische) afstand staan van de rest van de organisatie. Ook liggen integriteitsrisico’s op de loer als er wordt gewerkt met tussenper sonen, adviseurs, consultants en leveranciers. Dergelijke relaties en de mogelijke, daarmee samenhangende privébelangen kunnen de besluit vorming binnen het pensioenfonds beïnvloeden.
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/9
Vrijwillige voortzetting pensioenopbouw bevorderd met nieuw wetsvoorstel Staatssecretaris Klijnsma heeft medio juni een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat onder meer bevordert dat gewezen deel nemers, die na een dienstverband als zelfstandige zijn gaan werken, de tijd geeft om te beslissen of ze de deelname aan de pensioenregeling, waaraan ze als werknemer verbonden waren, vrijwillig willen voortzetten. Ze krijgen negen maanden ‘bedenktijd’. Nu is een termijn van drie maanden nog gangbaar. De overige voorstellen in de wetswijziging raken pensioenfondsen niet. De Pensioenwet staat toe dat pensioen regelingen de mogelijkheid van vrij willige voortzetting bieden. Deze voortzetting is aan een maximale termijn van drie jaar gebonden. Voor gewezen deelnemers die aansluitend aan de dienstbetrekking winst uit onderneming genieten, is deze periode gesteld op tien jaar. Het gaat om een wettelijke bevoegdheid, de pensioen regeling hoeft de vrijwillige voort zetting niet aan te bieden.
Het wetsvoorstel regelt verder dat de termijn waarbinnen de vrijwillige voortzetting uiterlijk begint, met zes maanden wordt verlengd tot vijftien maanden. Een pensioenfonds heeft dus een half jaar de tijd om een verzoek om vrijwillige voortzetting in behandeling te nemen en te verwerken in de administratie. Dankzij de verlenging van de bedenk tijd verwacht de staatssecretaris dat de betrokkenen beter een weloverwogen besluit kunnen nemen. In aanvulling hierop zal het kabinet monitoren op welke wijze ook op andere aspecten het bestaande wettelijke kader voor vrij willige voortzetting wordt benut.
Versnelde verhoging AOW-leeftijd nu ook door Eerste Kamer aanvaard Begin juni heeft de Eerste Kamer met ruime meerderheid ingestemd met een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. De AOW-leeftijd gaat vanaf 2016 in stappen van drie maanden naar 66 jaar en vanaf 2019 in stappen van vier maanden naar 67 jaar. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
10 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
In het algemeen voorziet de pensioen sector niet in compenserende maat regelen om het AOW-‘gat’ te dichten. De inspanningen van pensioenfondsen liggen vooral op het terrein van voor lichting en uitleg over wet en aanvul lende pensioenregelingen. De betreffende voorlichting moet wel worden aangepast.
K O RT
Belastingverdrag met Duitsland roept uitvoeringsproblemen voor de pensioensector op Nederland heeft met Duitsland een nieuw belastingverdrag gesloten dat vanaf 1 januari 2016 in werking treedt. Volgens dit verdrag moet over pensioenen, lijfrentes en sociale verzekeringsuitkeringen in Nederland belasting worden betaald, indien deze inkomensbronnen tezamen boven het bedrag van € 15.000 uitkomen. Ingevolge het bestaande verdrag worden pensioenen uit Nederland nog in Duitsland belast. In de uitvoering is het echter voor een individueel pensioenfonds of pensioenuitvoerder niet mogelijk inzage te krijgen in de totale inkomenssituatie van een rechthebbende. AZL heeft hierover contact met de Belastingdienst gezocht. Indien naar aanleiding hiervan ontwikkelingen kunnen worden gemeld, zal in de Pensioenitems daar aandacht aan worden besteed. Overigens bevat de verdragswijziging overgangsrecht: in 2016 kan men er nog voor kiezen om onder de afspraken van het oude verdrag te vallen, indien de nieuwe bepalingen financieel nadeel opleveren.
AFM-rapport over vermogens-
DNB krijgt geen bevoegdheid om
beheerkosten koel ontvangen
bestuurders te schorsen
De AFM heeft in mei het rapport ‘Vermogensbeheer- en transactiekosten pensioenfondsen in beeld’ gepubliceerd. De toezichthouder roept pensioenfondsen daarin op om hun beleggingskosten te spiegelen en er transparant over te communiceren. De Pensioenfederatie is blij dat de AFM de inspanningen van pensioenfondsen en de federatie om te komen tot meer kostentransparantie erkent en ook waardeert. Het rapport bevat volgens de pensioenkoepel echter geen nieuwe inzichten. De door de AFM voorgestelde verbeteringen zouden namelijk al in praktijk worden gebracht. De Pensioenfederatie zet dan ook vraagtekens bij de toegevoegde waarde van de rekentool die de AFM heeft ontwikkeld. ‘Het is een grofmazig instrument, in de markt zijn al meer verfijnde benchmarks beschikbaar’, zegt een woordvoerder van de koepel. Bovendien vraagt de Pensioenfederatie zich af of het doen van aanbevelingen wel past bij de rol van toezichthouder.
Minister Dijsselbloem van Financiën ziet voorlopig af van een wetsvoorstel dat de toezichthouders DNB en AFM de bevoegdheid moet geven om bestuurders en commis sarissen bij banken, verzekeraars en pensioenfondsen te schorsen. De bewindsman heeft dit besluit genomen op grond van een kritisch rapport van de Raad van State, die stelt dat er onvoldoende gronden zijn om vergaande bevoegdheden te creëren. De toezichthouders wilden de bevoegdheid om een bestuurder per direct voor zes maanden te schorsen als er gerede twijfel is of de bestuurder zou slagen voor een hertoetsing. Zij hebben overigens al de mogelijkheid om het vertrouwen in een bestuurder op te zeggen als is gebleken dat deze ongeschikt is. De verruiming zit in het feit dat DNB hem al kan schorsen bij een vermoeden of verdenking van ongeschiktheid. De Raad van State vindt dat met een dergelijke bevoegdheid DNB ten onrechte op de stoel van de onderneming gaat zitten. Van het fondsbestuur mag worden verwacht dat het in staat is om passende maatregelen te nemen als er aanwijzingen zijn dat een bestuurder niet langer geschikt of betrouwbaar is. Bovendien was de Raad beducht voor situaties waarin achteraf zou blijken dat de schorsing niet terecht was. De betrokkene lijdt dan grote reputatieschade en krijgt deze schade niet vergoed, omdat daarvoor sprake moet zijn van opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening door de toezichthouder.
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/ 11
Steeds minder klachten bij de Ombudsman
Stresstest voor pensioenfondsen onnodig De Nederlandse pensioensector zit niet te wachten op een stresstest voor pensioenfondsen, stelt de Pensioenfederatie in reactie op een voornemen van de Europese toezicht houder Eiopa, die begin mei jl. de details van de stresstest bekend heeft gemaakt. De test moet duidelijk maken in hoeverre pensioenfondsen in Europa bestand zijn tegen slecht-weer-scenario’s en een oplopende levensverwachting. Vanuit het Nederlandse perspectief is een dergelijke test onnodig, omdat pensioenfondsen niet om kunnen vallen. De test is dan alleen maar een extra belasting. De Pensioenfederatie vreest voorts dat de stresstest zal leiden tot allerlei Europese regels. Het is niet bekend welke Nederlandse pensioenfondsen de stresstest moeten ondergaan. De resultaten van de test zouden bovendien moeten helpen bij het opstellen van een advies aan de Europese Commissie over solvabiliteits regels. Dit is vreemd omdat de Commissie al heeft besloten om de solvabiliteit buiten de herziening van de IORPrichtlijn te houden.
Er komen steeds minder klachten bij de Ombudsman Pensioenen binnen. In 2014 was een daling van 19% ten opzichte van het voorgaande jaar te zien. Door de intro ductie van het pensioenregister en door de verslechterende, economische situatie had de Ombudsman eerder een stijging van het aantal klachten verwacht. ‘Het aantal voorgelegde zaken is gering als bedacht wordt dat er jaarlijks miljoenen pensioenmutaties worden doorgevoerd’, aldus de Ombudsman, die de oorzaak van de afname van klachten mede zoekt in het bestaan van interne klachtenprocedures bij pensioenuitvoerders. Toch ziet de Ombudsman nog ruimte voor pensioen uitvoerders om verbeteringen door te voeren. Een pensioenuitvoerder kan soms na jaren nog een foute berekening herstellen. Hij wijst er verder op dat de finan ciële wereld in het algemeen en specifiek ook het ver trouwen in het pensioenstelsel en zijn spelers al geruime tijd onder druk staan. De toon of snelheid van reactie kan bijdragen tot een positiever imago van pensioenuitvoerders.
Voorkeursbehandeling bij
Nog geen groen licht uit Brussel
bestuursbenoemingen
voor Nationale Hypotheek
In antwoord op schriftelijke vragen uit de Tweede Kamer stelt staatssecretaris Klijnsma dat de voorkeursbehandeling van jongeren, vrouwen en allochtonen voort komt uit het streven naar een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van het bestuur. Maar niet alle vormen van solidariteit behoeven bij pensioenregelingen tot uiting te komen in de bestuurssamenstelling. Wanneer bij de samenstelling rekening wordt gehouden met de opbouw van het deel nemersbestand, dan zullen deelnemers zich hierin beter herkennen en is het draagvlak groter. De deskundigheid en professionaliteit van het bestuur staat naar de mening van de staatssecretaris evenwel altijd voorop.
Instelling De Nederlandse plannen voor de Nationaal Hypotheek Instelling (NHI), waarin institutionele beleggingsinstel lingen (waaronder pensioenfondsen) kunnen participeren, hebben nog geen goedkeuring van de Europese Commissie gekregen. De vraag is of er sprake is van indirecte staatssteun. Het kabinet had niet op zwaarwegende bezwaren gerekend omdat de huidige NHG-hypotheken al staats garantie hebben en op hoofdlijnen niet veel verschillen van de kabinetsplannen met de NHI. Een ander Brussels effect is dat het statistisch bureau van de EU, Eurostat, de NHI-obligaties mogelijk gaat meetellen bij de staatsschuld. Als dat gebeurt, zal het ministerie van Financiën naar verwachting de invoering van de instelling blokkeren. Met de NHI is beoogd dat pensioenfondsen en verzekeraars meer van hun vermogen in de Nederlandse economie investeren.
12 / AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
Nettopensioenkwesties In een brief van 5 juni jl. aan de Eerste Kamer geeft staatssecretaris Klijnsma antwoord op de vraag of een werkgever een nettopensioen kan toezeggen aan arbeidsongeschikte werknemers (met een voormalig inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000) die gebruik maken van de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. Getwijfeld werd of een werkgever met gewezen deelnemers alsnog een pensioenovereenkomst ter zake kon aangaan. Volgens de bewindsvrouw staat de Pensioenwet dat toe: er is geen sprake van een nieuwe overeenkomst, maar een aanvulling op de basispensioenregeling. Het maakt voor de rechten en plichten over en weer tussen werkgever en werknemer niet uit of zij zelf die afspraken maken dan wel dat de vertegenwoordigende organisaties dat doen. Een aanbod van een nettopensioen vereist derhalve geen nieuwe pensioenovereenkomst tussen de individuele werkgever en individuele, arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer. De regels voor waardeoverdracht houden in dat, als een deelnemer met nettopensioen overstapt naar een andere werkgever en pensioenuitvoerder die geen nettopensioenregeling uitvoeren, het opgebouwde nettopensioen moet worden omgezet in een hoger bruto pensioen bij die nieuwe uitvoerder. Dat kan ertoe leiden dat de pensioen regeling van die deelnemer boven de fiscale grenzen komt. Om dat te ondervangen heeft de staatssecretaris besloten dat voor de onderhavige waardeoverdracht vereist is dat de ontvangende pensioenuitvoerder ook een nettopensioen regeling heeft. Is dat niet het geval, dan blijft het netto pensioen buiten de overdracht en dus achter bij de voormalige pensioenuitvoerder.
Colofon Uitgever AZL N.V. / Postbus 4471 / 6401 CZ Heerlen T 088 - 116 2000 / I www.azl.eu Redactie Mr Rob ten Wolde (hoofdredacteur) en Mr Chi Man Chan. Vormgeving/opmaak Marion Kramer. Fotografie Roger Dohmen Fotografie, Shutterstock.com. Oude(re) uitgaven van de Pensioenitems en overige publicaties kunt u raadplegen via: http://www.azl.eu/pensioenkennis/pensioenitems/
AZL Pensioenitems mei/juni 2015 # vier
/ 13