AZ SINT-REMBERT TORHOUT
INTRODUCTIEBROCHURE
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2015-2016
Pediatrie
Inhoudstabel Welkomstwoord
3
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie 1.2. Plaats binnen de organisatie (management) 1.3. Multidisciplinair team 1.4. Specialismen 1.5. Afdelingsopdracht – werk 1.5.1. Afdelingsopdrachten 1.5.2. Organisatie van de verpleegkundige zorg 1.5.3. Algemeen takenpakket 1.5.4. Verwachtingen en gedragscompetenties 2. Een dag op de dienst pediatrie 3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken 3.2. Opnameprocedure 3.3. Aandachtspunten 3.4. Patiëntveiligheid 3.5. Andere administratieve – organisatorische procedures 3.6. Basisveiligheid en bescherming 4. Patiëntenvoorlichting 5. Communicatie 5.1. Telefonie 5.2. ICT 5.2.1. Ecare 5.2.2. Mediweb 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA 5.2.4. Gebruik van internet 5.2.5. Gebruik van Itransport 5.3. Buizenpost 5.4. Mondelinge communicatie 6. Personeelsleden van de dienst op 1/7/2015
4 4 5 5 7 8 8 9 9 10 13 16 16 16 17 27 28 28 29 30 30 31 31 31 32 32 32 33 33 34
Bijlagen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 2 -
Welkom Het team van de dienst pediatrie heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door de “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intreder-begeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intreder-begeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het pediatrieteam.
© Sint-Rembertziekenhuis 2015
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 3 -
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie De afdeling Pediatrie bevindt zich op het eerste verdiep van de G-vleugel. In het verlengde op de C-vleugel hebben we nog een aantal moeder-kind kamers.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 4 -
1.2 Plaats binnen de organisatie De dienst chirurgie maakt deel uit van de zorgcluster “Chirurgie - Moeder - Kind”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: dienst chirurgie 2, pediatrie, materniteit, SP-dienst en gemengd dagziekenhuis. Management
Dhr. W. Allemeersch Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
Mevr. A.-S. Saelen Zorgmanager
1.3. Multidisciplinair team Medisch team Pediaters;
Dr. H. Desimpel Diensthoofd
Dr. V. Deketelaere
Dr. S. Machiels
Dr. A. Robeyst
Psychologen mevr. Kelly Monteny mevr. Katrien Devidt mevr. Jasmijn De Bouvere Sociale verpleegkundigen mevr. Leen Delaere mevr. Marieke Trybou Pastoraal medewerkster mevr. Els Margodt
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 5 -
Dieetist mevr. mevr. mevr. mevr.
Chantal Dhondt Lies Petyt Nele Delrue Rita Wauman
Spelbegeleidster mevr. Martine Sap Andere specialiteiten kunnen ook indien nodig advies geven binnenin het multidisciplinair gebeuren : chirurgie, huidziekten, ... Verpleegkundig team Hoofdverpleegkundige Rik Dewulf Tel. : 050/232341
[email protected]
Op dienst is Marleen Ramon “meter en peter” van de nieuwe personeelsleden. Deze personen zullen de intreders niet enkel begeleiden, maar ook beoordelen aan de hand van het stappenplan pediatrie. Indien een techniek beheerst wordt zal deze techniek op het stappenplan van de intreder afgeparafeerd worden door deze “peter-meter”. Als mentoren hebben wij op de afdeling: Ine Decorte en Trui Vancoillie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 6 -
1.4.
Specialismen
Onze afdeling is gericht op kinderen van 0 tot 15 jaar, met zowel heelkundige als geneeskundige aandoeningen. Uitzonderlijk, kunnen er afhankelijk van de bezettingsgraad volwassenen op de afdeling terechtkomen in dagopname. Meest voorkomende aandoeningen: -
algemene observaties deshydratatie gedragsobservaties huidinfecties immuniteitsstoornissen neurologische aandoeningen problemen thv het ademhalingsstelsel, bovenste luchtwegen, R.S.V., pneumonie, bronchitis, .... sepsis/meningitis spijsverteringsstoornissen; gastro-enteritis, voedingsstoornissen, obstipatie, ...... urologische aandoeningen: pyelonefritis, hydrocoele, nefritis, ....... infecties
Meest voorkomende chirurgische ingrepen: -
N.K.O.: oordrainage al dan niet met plaatsen van diabolo’s, adenoïdectomie, tonsillectomie, lipband, .... Urologie: fimosis, hydrocoele, ureterreïmplantatie, varicocoele, ...... Algemene heelkunde; pylorusstenose, appendectomie, wegname wratten, liesbreuk, navelbreuk ..... Oogziekten: strabisme, sondage van traanwegen, ..... Orthopedische ingrepen: osteosynthese, tractie, .....
Meest voorkomende onderzoeken: -
R.X. abdomen en thorax, echografie van schedel of abdomen, CT, I.V.P., cystoscopie, lactosetest, toedienen van gammaglobulines, slaap E.E.G., diagnostisch E.E.G., 24 uurs opname voor PH-metrie, ........
Meest voorkomende behandelingen: -
Antibioticatherapie Intraveneuze vochttoediening Anti-pyreticatherapie observatie en monitoring .....
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 7 -
1.5. Afdelingsopdrachten - verwachtingen 1.5.1. Afdelingsopdrachten Binnen het verpleegkundig team wordt er gewerkt met patiëntentoewijzing. Elke verpleegkundige is verantwoordelijk voor een aantal van de patiënten. Deze worden toegewezen door de hoofdverpleegkundige. Dit zie je op “het werkverdeelboek” Er wordt meestal per twee verpleegkundigen gewerkt. Iedere verpleegkundige is verantwoordelijk voor het totale zorgenpakket van de toegewezen kinderen; hygiënische zorgen opschikken bed en kamer wondverzorging controle van de parameters controle van de infusen invullen van het verpleegplan/M.V.G. scores orde op de kamer en het aanvullen van materiaal toedienen van medicatie Deze manier -
van werken biedt een aantal belangrijke voordelen: de patiënt/ouder weet tot wie hij/zij zich moet richten ontstaan van een goede relatie tussen patiënt en verpleegkundige minder verschillende personen aan het bed van de patiënt de verpleegkundige kent de toegewezen patiënt beter
Buiten de totaalzorg van de patiënt is de verpleegkundige ook verantwoordelijk voor andere taken; hulp bieden aan andere verpleegkundigen orde houden, o.a. in keuken en spoelruimte hulp bieden aan de dagpatiëntjes kasten in de kamers aanvullen met verzorgingsmateriaal en linnen orde in de dokterskamer bestellingen doen ambulante bloedafnames ambulante R.S.V. afnames opname nieuwe patiëntjes, infuus prikken, ..... kanban controleren + materiaal verdelen in werkruimtes Het verpleegkundig patiëntendossier vormt een belangrijk werkinstrument zowel voor verpleegkundigen als voor de kinderartsen. De artsen doen hun zaalronde samen met de hoofdverpleegkundige. De artsen noteren verandering van behandeling in het patiëntendossier, waarna de hoofdverpleegkundige alles aanpast in computerdagboek.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 8 -
1.5.2. Organisatie van de verpleegkundige zorg 2 2 1 1 1
verpleegkundigen met vroegdienst (6u15-14u30) verpleegkundige met late dienst (14u15-21u45) dagdienst (hoofdverpleegkundige) (7u30-12u15 &13u45-17u) of meerdere dagdienst (7u30-12u & 15u30-18u30) nachtdienst (21u30-6u30)
De student krijgt op zijn eerste stagedag één of twee mentors toegewezen. Als nieuw personeelslid word je begeleid door “meter - peter”. De uren van de student worden door de hoofdverpleegkundige gegeven. De uren van de intreder worden afgesproken voor de start op de afdeling. Naast de totaalzorg van de patiënten mag de student ook : De utility, keuken, linnenkar, verzorgingswagens opruimen en aanvullen Zich kandidaat stellen om bepaalde onderzoeken en activiteiten te bekijken (endoscopie, ergotherapie, lumbale punctie, EEG, EP,… ). Steeds vragen stellen aan de verantwoordelijke. Als student eventueel gebruik maken van de mogelijkheid tot meemaakstage (nierdialyse, OK, RX, etc... ) . 1.5.3. Algemeen takenpakket Begeleiding; begeleiding van patiënt & ouders medische- en/of verpleegkundige informatie geven aan patiëntjes en/of ouders Observatie en rapportage braken (hoeveelheid, kleur, ...) huilen van het patiëntje stoelgangcontrole (consistentie, kleur, hoeveelheid, smaak, .... ) toilettraining neurologische observatie & rapportage schriftelijke rapportage van parameters: voeding, stoelgang, temperatuur en gewicht. Dit zijn belangrijke pediatrische gegevens. Administratie noteren van observaties en parameters invullen in het verpleegdossier M.V.G. gegevens invullen andere administratieve diversen zoals o.a.: opname, ontslag, bestelling apotheek, ...
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 9 -
1.5.4. Verwachtingen en gedragscompetenties 1.5.4.1. Kerncompetenties Communicatie formuleert helder en duidelijk houdt een samenhangend betoog sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon vraagt door op gegeven informatie toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen brengt structuur en geeft houvast gaat strategisch om met argumenten schrijft teksten in een duidelijke structuur en logische opbouw past taalgebruik aan de doelgroep aan hanteert een correct taalgebruik schrijft helder, beknopt en foutloos Samenwerken overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen leeft afspraken met leidinggevenden en collega’s na blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang helpt anderen en ondersteunt collega’s stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep zoekt mee naar oplossingen bij conflicten gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid Integriteit geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten kent de gangbare waarden en normen en handelt hier consequent naar wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie en/of de functie gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke of delicate informatie houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is heeft aandacht voor duurzaamheid, het algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid Inzet werkt met enthousiasme en gedrevenheid stelt zich positief op staat open voor vragen en taken die op zich afkomen gaat ervoor om de taken uit te voeren durft verantwoordelijkheid te nemen Klant- en patiëntgerichtheid leeft zich in de situatie van cliënten in stelt zich dienstverlenend op voor iedereen speelt in op wensen van klanten in lijn met de beleidsrichtlijnen neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten streeft naar klanttevredenheid
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 10 -
Verantwoordelijkheidszin toont zich verbonden met de organisatie, de opdracht en het beroep kan inschatten wat de invloeden en gevolgen zijn van (eigen) beslissingen en acties op patiënten, andere medewerkers of organisatorische eenheden komt de gemaakte afspraken na en aanvaardt de consequenties ervan in geen geval een taak aan een collega overlaten met de bedoeling om aldus eigen verantwoordelijkheden uit de weg te gaan. 1.5.4.2. Functie specifieke competenties: Flexibiliteit verandert op praktische wijze plan of aanpak om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen herkent weerstand en gaat hier gepast mee om werkt in crisissituaties prioritaire opdrachten goed af toont bereidheid te leren en mee te groeien met veranderingen Inlevingsvermogen/empathie toont aandacht en interesse voor gevoelens en behoeften van de andere(n) geeft de andere(n) ruimte om een mening naar voor te brengen past zijn/haar gedrag aan dat van de andere(n) aan toont begrip voor andere meningen en omgangsvormen toont erkenning en respect voor de andere(n), zowel verbaal als non-verbaal, zonder de bedrijfsdoelstellingen uit het oog te verliezen Kwaliteitsvol werken stelt hoge eisen aan de kwaliteit evalueert het eigen gedrag/werk in het licht van de kwaliteitsnormen van de organisaties stuurt bij als de kwaliteit ondermaats is voorkomt dat er fouten worden gemaakt Ordelijk werken houdt de werkomgeving en het materiaal net voert het werk verzorgd uit en ruimt op bergt documenten en materialen logisch en op de juiste plaats op behandelt het materiaal met zorg Probleemoplossend werken signaleert problemen op tijd onderzoekt het probleem vanuit verschillende invalshoeken en zoekt naar verbanden kan tot synthese/beoordeling komen onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en geldige argumenten betrekt de juiste mensen of instanties bij het probleem formuleert praktische en haalbare oplossingen bedenkt alternatieven en overweegt voor- en nadelen Stressbestendigheid blijft resultaat- en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in complexe omstandigheden blijft bij een veelheid aan opdrachten op hetzelfde moment steeds gestructureerd werken signaleert tijdig overmatige werkbelasting
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 11 -
blijft kalm en objectief in gespannen situaties hervat moed na een tegenslag, teleurstelling of kritiek kan de rust behouden bij zichzelf en de groep Zelfstandig werken kan met de nodige instructies aan de slag is stipt in het nakomen van afspraken stuurt bij indien er fouten optreden werkt taken volledig en tijdig af -
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 12 -
2. Een dag op de dienst pediatrie 06u15 – 06u30 - Overdracht nachtdienst naar vroegdienst 06u30 - 07u30
- Verzorging van kinderen die om 7 u een flesvoeding krijgen - Toedienen van flesvoeding en medicatie van 7 uur - De verantwoordelijke voor de ambulanten doet de opnames
07u30 – 08u30
- Nalezen van het nachtverslag (“boek”) - Opdienen en afruimen van maaltijden & hulp bieden - C-meal in orde brengen
08u30 – 10u40
- Verzorging, flesvoeding, observatie van de parameters, toedienen van medicatie van 9 uur - Nazorg aan de dienstruimten (keuken, utility, ......) - afhalen van patiëntjes van het operatiekwartier en het uitvoeren van postoperatieve zorgen bij ambulante kindjes
10u40 - 11u
- Koffiepauze
11u – 12u
- Opdienen & afdienen van maaltijden (ook flesvoeding) & hulp bieden bij het afdienen - Toedienen van medicatie van 11u. - Opnemen van temperaturen en verschonen
12u00 - 12u30
- Overdracht van de hoofdverpleegkundige naar de vroegdiensten
12u30 – 13u15
-
14u15 – 14u30
- Overdracht vroegdienst naar laatdienst - Koffiepauze indien mogelijk
14u30 - 15u30
- Opdienen en afruimen van fruitpap en koek, eventueel helpen bij eten - Temperatuur opnemen, medicatie van 15u geven, kinderen verschonen - Als alle kamers gedaan zijn, IV-medicatie toedienen van 15u
15u30 – 16u45
- Opruimen van de kamers administratie in orde brengen
Fruitpap maken Medicatie doorschrijven voor de volgende dag Toedienen van flesvoeding Afwerken toerboek Vrijgekomen kamers opruimen
AZ SINT-REMBERT
van
de
ontslagen
patiënten
+
Pagina - 13 -
- Contacten onderhouden met de ouders - Administratie en klaarzetten van de bedden voor eventuele dagopnames voor de volgende dag 16u30 – 16u45
- Overdracht van hoofdverpleegkundige naar laatdienst
16u45 - 18u30
-
18u30 – 21u00
- Avondverzorging van de patiëntjes - Toedienen van flesvoeding van 19u - 20u en medicatie geven - Opruimen van de dienst (utility, keuken, speelkamer, ...) - Toedienen van IV-medicatie van 21u
21u30 – 21u45
- Overdracht van avonddienst naar nachtdienst
21u45 – 06u00
-
06u15 - 06u30
- overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
Opbellen van ambulante patiënten voor de volgende dag Op- en afdienen van avondeten Toedienen van medicatie per os bij het afdienen Toedienen van de IV-medicatie van 17 u. Opnemen van de temperatuur & verschonen van de patiënt infuuscontrole laatdienst past het computerverslag aan
IV-medicatie geven 1u - 3u flesvoeding en medicatie geven van 23u - 1u - 5u - 6u Patiëntenronde doen, t° controle, infuuscontrole, Verpleeglokaal, keuken, spoelkeuken, .... opruimen Nachtverslag op computer aanpassen
° PATIENTENOVERDRACHT 06u15 – 06u30 14u15 - 14u30 21u30 – 21u45
: : overdracht van nachtdienst naar vroegdienst : overdracht van vroegdienst naar laatdienst : overdracht van laatdienst naar nachtdienst
Het ‘toerboek’ (uitgeprinte versie van computerverslag) ligt steeds in de bureau waarop er info over de patiënt staat + het nachtverslag. ° BEZOEKUREN AFDELING De algemene bezoekuren zijn van 14u tot 19u30. De ouders zijn onbeperkt welkom Rooming-in betekent dat slechts 1 persoon kan blijven slapen. ° ALGEMENE AFSPRAKEN Bij medicatietekort wordt dit naar de “vanas-kast” gehaald.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 14 -
Bij brand moet men bellen naar het nummer 2000 en de verdere richtlijnen volgen zoals afgesproken. Voor eventuele medische bijstand kan beroep gedaan worden bij de dokter van wacht. Informatie over de betreffende dokter van wacht is te vinden op de afdeling zelf. Bij verdere problemen kun je terecht bij de spoedgevallen (2301). In geval van “interne M.U.G.” wordt de dringende-medische-bijstandknop gebruikt (paarse knop in elke kamer). Er kan beroep gedaan worden op de transportdienst. Bijvoorbeeld voor patiëntjes die naar OK of RX moeten of om materiaal af te halen van het centraal magazijn en apotheek.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 15 -
3.
Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken
3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken • • • • • • • • • • • •
Bloedafname Plaatsen van intraveneuze katheter Sonderen Hygiënische zorgen Parametercontrole Verpleegkundige observaties Voedingsbeleid Medicatie berekenen, voorbereiden en toedienen Perfusietherapie Pijnbestrijding via diverse toegangswegen Toedienen van aërosols, neusspoeling, O2, etc... Maagsonde plaatsen (voor o.a. PH-metrie)
3.2. Opnameprocedure -
-
-
-
Bij opname stelt de verpleegkundige zich eerst voor. Daarna gaan zij naar de opnamekamer om de eerste zorgen te geven: bv. plaatsen van het infuus, wegen, temperatuurcontrole, ...... De verpleegkundige installeert het kind op de kamer en gaat de verdere zorgen afwerken: vb. medicatie toedienen, infuus aanschakelen, monitor aansluiten, ..... Hierna werkt de verpleegkundige het anamnesegesprek aan de hand van het verpleegkundig patiëntendossier af en doet het kind een identificatiebandje om met zijn/haar naam en geboortedatum erop. Vervolgens legt de verpleegkundige de werking van de kinderafdeling uit: 1. De kamer, de afdeling Werking van het spijlenbed/junior- en/of volwassenenbed De verpleegundige legt uit dat de voeding van het kindje niet van thuis moet meegebracht worden. Ze mogen natuurlijk wel iets meebrengen dat het kind graag lust, dit gebeurt in overleg met de verpleegkundige. Slabbetjes, pampers, stoffen luiers, verzorgingsproducten mogen van de afdeling gebruikt worden. Handdoeken, washandjes en kledij worden van thuis meegebracht. Indien het ‘rooming-in’ is, douche op de gang tonen (als er geen douche is op de kamer). Bij opname ontvangt de ouder een internetcode aan de inlichtingen of de code van de dag. Werking van belletje, TV, ..... wordt uitgelegd. 2. Dagindeling en werking van de kinderafdeling In de voormiddag gebeuren hygiënische zorgen door de verpleegkundige. In geval van ‘rooming-in’ ondersteunt de verpleegkundige de ouder tijdens de hygiënische zorgen, het bed wordt opgemaakt.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 16 -
Elke dag komt er een kinderarts langs om de gezondheidstoestand van het kind te evalueren. De verpleegkundige legt best uit aan de ouders dat op bepaalde ogenblikken vb. in het weekend het niet hun kinderarts, maar de kinderarts van wacht zal zijn. De ouders kunnen vragen i.v.m. onderzoeksresultaten het best aan de artsen stellen. De medicatie wordt steeds door de verpleegkundige toegediend. 3. Wanneer de ouders kiezen voor ‘rooming-in’ Er wordt verwacht dat er 24u op 24 iemand aanwezig is. Er mag één persoon blijven slapen. Voor diegene die aanwezig is, is er ontbijt, middagmaal en avondmaal voorzien indien ze dat wensen. Tenslotte vraagt de verpleegkundige aan de ouders of alles duidelijk was en of ze nog vragen hebben. Verder wordt er nog aan de ouders gevraagd om met de SIS-kaart naar de opname te gaan. 3.3. Aandachtspunten Beleving, begeleiding -
-
-
-
Het is belangrijk om te proberen je in te leven in de leefwereld van elk kind, met zijn specifieke niveau, interesses, angsten, fantasiëen,... Ken steeds de voornaam van de kinderen, dit ook omwille van de veiligheid, bv. bij het toedienen van medicatie: een kind kent immers zijn ‘bednummer’ niet! Het aanbrengen van een identificatiebandje (armbandje) is wettelijk verplicht en wordt 1x/week gecontroleerd. Uitingen van verdriet of pijn moeten toegelaten worden. Opvang en begeleiding spelen hier een grote rol. Als verzorgende van het kind probeer je het af te leiden van het ‘ziek zijn’ of de ziekenhuisopname. Pijnlijke of onaangename zorgen gebeuren zoveel mogelijk in de onderzoekskamer. Zo kan het kind zijn eigen kamer als ‘veilig terrein’ beschouwen. Het kan ook een manier zijn om schaamtegevoel van het kind t.o.v. kamergenootjes te vermijden. Je voorkomt zo eveneens dat andere kinderen angstig worden door het horen huilen van het kind dat behandeld wordt. Vervelende zorgen kunnen zijn: bloedafname, infuus prikken, wondverzorging, plaatsen van maag- of blaassonde,… Het is op de kinderafdeling de gewoonte dat de kinderen na deze zorgen als troost of beloning een klein speelgoedje mogen uitkiezen. Het is belangrijk dat een kind, indien het niet om een onverwachte opname gaat, degelijk wordt voorbereid op de ziekenhuisopname. Deze voorbereiding geldt ook voor alle onderzoeken die het kind zal moeten ondergaan. Hou steeds rekening met de leeftijd en het bevattingsvermogen van het kind. Elke ouder krijgt bij de opname een informatieboekje dat de werking van de afdeling verduidelijkt. De houding t.o.v. ouders dient correct, tactvol, geduldig en rustgevend te zijn. Alleen ouders die zichzelf rustig voelen, kunnen deze rust
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 17 -
-
overbrengen op hun kind. Spelbegeleiding kan een niet te onderschatten rol spelen in de beleving en bij de begeleiding van kinderen.
Hygiëne, handhygiëne en infectiepreventie op de afdeling -
-
-
-
-
-
-
Het wassen van de handen en/of handontsmetting is, zeker op pediatrie, een belangrijke maatregel om kruisinfecties zoveel mogelijk te vermijden. Dit o.w.v. het feit dat je met pediatrische patiënten veelal meer ‘lijfelijk’ contact hebt dan met volwassen patiënten. Je handen komen dus met meer ‘kiemen’ in aanraking. Kinderen die besmettelijk kunnen zijn voor anderen, worden geïsoleerd verpleegd. Het kan gaan om : diarree (Rota-virus), koorts zonder gekende oorzaak, eerste dagen van een pneumonie, meningitis, hepatitis A, RSV,... Deze kinderen verblijven eventueel apart op een kamer en mogen niet naar de speelzaal gaan, om zo contact met de andere kinderen te vermijden. Het is belangrijk deze isolatiemaatregelen goed op te volgen. Bij sommige isolaties moeten de verpleegkundigen bij het binnen gaan van de kamer zelf een overschort en soms ook handschoenen aantrekken en moet alle vuil materiaal (linnen, wegwerpmateriaal,...) op de kamer zelf in speciale zakken verzameld worden. De arts zal bepalen hoe lang en in hoeverre isolatie nodig is. Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat handhygiëne een van de belangrijkste aandachtspunten is binnen de zorg. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof t.h.v. de posities, verzorgingskarren... In iedere positie bevinden zich maskers, mutsen, spatbrillen en handschoenen om bij te dragen voor een correcte hygienische zorg. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne; haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk!
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 18 -
De vijf indicaties van handhygiëne zijn: 1. VOOR patiëntencontact
3. NA patiëntencontact
2. VOOR een zuivere invasieve handeling
4. NA blootstelling aan lichaamsvochten/slijmvliezen
5. Na contact met de directe patiëntenomgeving
Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’ is er een procedure van kracht. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht en ander potentieel besmettelijk lichaamsvocht. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd als een klein risico terwijl contact
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 19 -
met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. Hygiënische zorgen -
-
-
-
-
-
-
Bij rooming-in (d.w.z. één van de ouders blijft bij het kind op de kamer overnachten) worden de patiëntjes door de mama of de papa gewassen. Soms is hulp nodig, bv. indien het kind een infuus heeft, gewogen moet worden, te ziek is,... Eventuele baby’s zonder aanwezigheid van de moeder worden steeds door een verpleegkundige gewassen. Vóór het badje of toilet worden de baby’s gewogen en wordt de temperatuur gecontroleerd. Peuters: -- Hygiënische zorgen eveneens door verpleegkundige. -- Bij deze zorgen horen ook het eventueel verschonen en de zindelijkheidstraining. Steeds letten op veiligheid Kleuters: -- Aandacht besteden aan het poetsen van de tanden. Bij deze groep kan soms begonnen worden met stimulatie zelfzorg, zoals tanden poetsen, haren kammen, aan- en uitkleden. Afhankelijk van de situatie mag het kind in bad. Lagere-school leeftijd: -- Deze kinderen hebben meestal nog (vrij veel) hulp nodig bij het wassen. Stimulatie zelfzorg is hier heel belangrijk. Extra aandachtspunt in deze groep is privacy. Adolescenten: wassen zichzelf indien hun ziektetoestand dit toelaat. Hulp kan nodig zijn bij manipulaties infuus. Observatie blijft soms nodig, eventueel van op afstand, bv. tijdens de bedopschik. Steeds handhygiëne na toediening hygiënische zorgen. Algemene aandachts- en observatiepunten tijdens de hygiënische zorgen: -- Controle temperatuur -- Afkoeling vermijden: hoe kleiner het kind, hoe gevoeliger voor afkoeling. -- Controle gewicht vóór het babybad -- Observatie huid: droogte, uitslag,.... -- Infuus: steeds nauwkeurig controleren! ! D.w.z. insteekplaats, lidmaat, pijnreacties bij aanraken,... Kinderen die onophoudelijk blijven huilen,
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 20 -
onrustig zijn ondanks dat ze gegeten hebben, iets tegen de pijn hebben gekregen,… moeten steeds verdacht worden van een infuusaccident! -- Ziektesymptomen bij de patiënt, bv. vermoeidheid, slapheid, koorts, ademhalingsfrequentie, hoest, duizelingen, pijn,.... -- Controle wondverbanden: zuiver, bebloed, losgekomen,.... -- Ontwikkeling van het kind: begrijpt het je vragen, doet het goed mee, hoe gaat het met de motoriek,...? -- Algemene hygiënische toestand van het kind: goed verzorgd, abnormaal vuil, onfrisse kleding,.... -- Hoe voelt het kind zich? Uitgelaten, stil, spraakzaam, verdrietig,... Spijsverteringsstelsel A. Flesvoeding -
Baby’s op de dienst krijgen flesvoeding, bereid in de centrale melkkeuken op dienst. Het toedienen van medicatie kan voor of na de voeding, afhankelijk van de medicatie. Na opwarmen (microgolf in de dienstkeuken) steeds controle van de temperatuur! Rapportage van de hoeveelheid gedronken voeding (melk, O.R.S.,...) is zeer belangrijk: volgblad op de kamer en verpleegdossier. Goede houding geven aan de baby. Speentje van de fles aanpassen aan de baby: speen met 3 snelheden, eigen speen, speen open trekken bij oudere baby’s of dikke melk, ..... Flessen of tutjes van de mama niet verloren laten gaan. Observaties tijdens en na de flesvoeding: bv. drinkt vlot, is vlug moe, boert veel, geeft melk terug (veel, weinig, vóór, tijdens of na de voeding, uitzicht), is rustig en voldaan, weent, is nerveus,...
B. Voeding peuters, kleuters, grotere kinderen -
-
-
Hulp bieden waar nodig Vaak is stimulatie nodig Samen eten kan stimuleren om beter te eten, bv. in de speelzaal. Sommige kinderen willen alleen eten in aanwezigheid van de ouders. Indien de ouders in de voormiddag worden verwacht, worden de boterhammetjes van het ontbijt soms verpakt in plastiekfolie en op de kamer gelaten na het afruimen. Zorgvuldig en nauwkeurig noteren wat het kind eet: bv. 3/4 boterham met confituur, halve tas melk, 1 kommetje cornflakes,... Dit is belangrijke informatie voor de arts en voor de ouders! Nooit op eigen initiatief andere dingen aanbieden: informeer bij de verantwoordelijke van de keuken of de verpleegkundige. Dieetvoeding: wordt bepaald door de arts en besteld in de keuken. De ouders krijgen hulp van de diëtiste indien het dieet thuis moet worden verder gezet of moet worden aangepast.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 21 -
-
Dagelijks navragen bij grotere kinderen wat ze willen eten. Bij opname kunnen ouders specifieke inlichtingen doorgeven i.v.m. de voeding van hun kind, bv. voorkeur, afkeur, bepaalde gewoonten,... Bij kleine kinderen geen glazen of mesjes op de kamer meegeven zonder toezicht van de ouders. Nooit cola aanbieden zonder toelating van de verantwoordelijke verpleegkundige.
C. Stoelgangtraining -
-
-
Een veel voorkomende reden van opname is obstipatie: faecalomen, functioneel megacolon, stoelgangtraining,... Deze kinderen krijgen als behandeling o.a. laxantia toegediend. Het is van groot belang het resultaat hiervan te controleren. Dit houdt in dat deze kinderen niet gewoon stoelgang mogen maken op het toilet, maar hiervoor een ‘potje’ of de toiletstoel moeten gebruiken. Als ze toch op het toilet gaan, dien je als verpleegkundige steeds te kijken in het toilet wat het resultaat is. Tijdens en na de toediening van laxantia is het belangrijk de kinderen af te leiden of te motiveren opdat de vloeistof voldoende lang opgehouden kan worden. Omdat dit voor kinderen vaak heel moeilijk is, moet het potje of de toiletstoel vlakbij klaarstaan. De inhoud moet nadien gecontroleerd worden op hoeveelheid, kleur en consistentie. Deze gegevens moeten nauwkeurig genoteerd worden in het patiëntendossier . Stoelgangstraining houdt in dat je het kind 3x dag,10 minuten na de maaltijd minstens 5 min. op de WC /potje laat zitten om te proberen. Dit doe je best na iedere maaltijd.
D. Diarree -
-
Diarree is op pediatrie vaak een reden van opname en kan symptoom zijn van verschillende ziektebeelden. Altijd is het nodig kinderen met diarree te isoleren. Observatiepunten: stoelgang (zie stoelgangtraining), acetonurie, gewicht.
Ademhalingsstelsel -
-
Het controleren van de ademhalingsfrequentie gebeurt minder systematisch in de pediatrie, enkel op vraag van de arts. Dit kan bv. nodig zijn bij observatie na een commotio of na een intoxicatie. Bij infecties van de luchtwegen wordt wel gelet op de ademhaling: snelheid, geluid, slijmen, hoest, oppervlakkigheid, benauwdheid,... Deze infecties komen frequent voor (zie ook: patiëntenpopulatie). Aërosoltherapie wordt veel toegepast in de pediatrie. Afhankelijk van het kind en de toe te dienen medicatie zal een gepaste methode worden gezocht: gewone aërosol, puffs, puffs via aerochamber of kidspacer. Indien mogelijk wordt er uitleg gegeven aan het kind, en zeker ook aan de ouders, die de behandeling soms thuis zullen moeten verder
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 22 -
-
zetten. Toezicht houden is soms nodig om na te gaan of de toediening correct gebeurt. Soms zal de verpleegkundige zelf de aërosol moeten toedienen. Bij zuurstoftherapie gelden dezelfde maatregelen en aandachtspunten als bij volwassenen. Zuurstofsaturatiemeting via monitor bij luchtweginfecties en RSV.
Cardiovasculair stelsel en infuustherapie -
-
-
-
-
-
Infuustherapie wordt binnen de pediatrie vaak toegepast. Alle infusen en medicatiespuiten worden van een etiket voorzien met de juiste gegevens op (dosis, …. ) Omwille van veiligheid en nauwkeurigheid gebeurt dit bijna uitsluitend m.b.v. infuuspompen en soms met troussen met een metriset. Informeer je op dienst over de werking van de pompen. De kinderen mogen met hun pomp naar de lavabo of speelzaal gaan, waar de stekker terug moet worden ingestoken omwille van het opgeladen houden van de batterij. Deze batterij laat toe dat de pomp korte tijd zonder elektriciteit kan verderwerken, bv. om naar een onderzoek te gaan, om naar het toilet te gaan,... Infuuscontrole (debiet, vulling van zak of fles en vooral insteekplaats) is op pediatrie heel belangrijk. Kinderen uiten zelf immers minder vlug hun klachten (pijn, zwelling, roodheid,...) en fouten kunnen vlugger ernstige gevolgen hebben (oedeem, necrose). Deze controle moet zonder fout gebeuren voor I.V.-medicatie, maar ook tijdens de hygiënische zorgen. Hiervoor moet de zwachtel worden losgemaakt. Deze controle moet vermeld worden in het observatieverslag van het verpleegkundig dossier . De gegevens i.v.m. infuustherapie (soort vloeistof, debiet) en I.V.medicatie worden dagelijks aangepast op het verpleegplan. Om de katheter zo lang mogelijk ter plaatse te houden, wordt bij jonge kinderen het handje/de voorarm vaak geïmmobiliseerd door fixatie op een ‘spalk’. Soms wordt er nog een extra verbandje rondgezwachteld om de katheter te beschermen: regelmatig losdoen om te controleren! De pijnlijkheid van het prikken van een infuus of van een bloedafname kan verminderd worden door op voorhand een verdovende pleister aan te brengen en deze een half- tot driekwartuur ter plaatse te laten alvorens te prikken. Voor het gemak krijgen kinderen met een infuus soms een operatiehemdje aan.
Urinestelsel -
-
Indien thuis reeds begonnen werd met zindelijkheidstraining, moet dit in het ziekenhuis verder worden gezet. Kleine kinderen moeten steeds een plaspotje binnen bereik (onder het bed) hebben klaarstaan, omdat zij hun urine soms niet lang genoeg kunnen ophouden om nog op een potje te wachten bij ‘plasdrang’. Indien een kind ‘s nachts of overdag nog wegwerpluiers draagt, staat dit
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 23 -
vermeld in het verpleegdossier. Zenuwstelsel- neurologie - bewustzijn -
-
Klachten van obstipatie, problemen i.v.m. zindelijkheid,... berusten vaak op psychogene of neurologische factoren. Aandachtspunten: zie ook: ‘Spijsverteringsstelsel en Urinestelsel’. Bewustzijnscontrole is van belang bij commotio, intoxicatie of bij ernstig zieke kinderen, bv. meningitis, convulsies,... Deze observatie omvat: -- de hart- en ademhalingsfrequentie: via cardiorespiratoire monitor -- bewustzijn -- bloeddruk: ev. m.b.v. automatische bloeddrukmeter -- pupilreacties -- 02-saturatie van het bloed De frequentie van de controles hangt af van de ernst van de situatie en kan variëren van elk halfuur tot enkele malen per dag. Soms moeten extra prikkels (licht, geluid) bij deze patiënten vermeden worden.
Operatiepatiënten A. Preoperatieve voorbereiding Anamnese afnemen en transport inbrengen in de computer. OP-schortje aangepast aan de leeftijd (grootte) voor alle patiënten die een narcose ondergaan. Controle gewicht: van belang voor narcose. De kinderen hoeven hiervoor niet bloot te zijn. Uittrekken van zwaardere kleding zoals schoenen, jas volstaat. De automatische weegschaal staat naast de onderzoekskamer. Het aandoen van een identificatiebandje is verplicht, alsook aan het bed van het patiëntje. B. Premedicatie Dosis is afhankelijk van leeftijd en gewicht. Vanaf 1 jaar : siroop Dormicum-Atropine, hoeveelheid afhankelijk van gewicht en leeftijd. Lijst op de dienst raadplegen. Steeds soort, hoeveelheid en uur van de premedicatie noteren op het preoperatief blad. Ook duidelijk vermelden wanneer de patiënt geen premedicatie heeft gehad. Voor het toedienen van de premedicatie wordt de “Safe surgery checklist” ingevuld en moet het patiëntje naar het toilet gaan. Erna mag hij niet meer rondlopen i.v.m. mogelijke duizeligheid, sufheid t.g.v. de premedicatie (veiligheid!). I.M. premedicatie wordt op pediatrie zoveel mogelijk vermeden o.w.v. de pijnlijkheid.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 24 -
C. Wegbrengen naar het OK door iemand van het transport Steeds weten voor welke operatie of behandeling je patiënt werd opgenomen. Verder vind je op het persoonlijk kleefvignet de naam van de behandelende arts terug. Bij het wegbrengen naar het OK mag één van de ouders meegaan tot in de kinderwachtruimte van het OK. Hier wordt het kind (+ ouder) opgevangen door de spelbegeleidster die kind en ouder voorbereiden op het “in slaap brengen”. De spelbegeleidster begeleidt het kind en de ouder tijdens de inductie. Na de ingreep kan de ouder terug bij het kind de kinderrecovery. D. Afhalen uit het OK Voor het ontwaken uit de narcose wordt soms reeds een suppo Perdolan of paracetamol I.V. toegediend tegen de postoperatieve pijn en koorts. Er moet steeds een gediplomeerde meegaan om een kind terug te halen uit het OK. Vragen naar een eventuele pijnstilling, bijzonderheden. Controle van het bewustzijn, pijn, verband, infuus. Info geven aan de ouders: is alles naar wens verlopen? Heeft het kind iets gehad tegen de pijn? Wanneer mag er iets gedronken worden? Is de dokter nog van plan langs te komen? Duidelijk zeggen dat het kind niet te vlug alleen mag rondlopen omwille van de mogelijke nawerking van de narcose. Lastigheid, wenen is meestal eerder een reactie op de narcose dan een uiting van pijn. Nadat het kind wat geslapen heeft, gaat dit over het algemeen al veel beter. Bel binnen het bereik van de kinderen leggen indien de ouders niet aanwezig zijn. Gordijnen sluiten om nog wat te kunnen slapen. Opgewonden kinderen worden soms rustiger op de schoot van de ouders: eventueel een beschermlaag voor de kleding voorzien, bv. cellulosedoek. Uur van terugkomst noteren in het dossier: hier hangt o.a. van af wanneer de patiënt postoperatief iets mag eten en drinken. Medicatie A. Per os Veel gebruikt op pediatrie, bv. premedicatie, koortswerende siroop, antibioticasiroop. Bij zuigelingen: vragen hoe een bepaalde medicatie wordt toegediend, bv. mengen met een beetje voeding, geven met een spuit of lepeltje,... Voor sommige medicatie navragen of ze beter voor- of na de voeding toegediend worden. B. Intramusculair Zelden, zie ook: Premedicatie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 25 -
C. Intraveneus Vaak voorkomend : antibiotica, pijnstillende en koortswerende medicatie Wijze van oplossen, verdunnen, debiet,... = afhankelijk van de medicatie 2de en 3de jaars leerlingen mogen medicatie I.V. toedienen onder begeleiding Bij twijfel controle insteekplaats! Berekenen van de toe te dienen hoeveelheid dient zeer nauwkeurig te gebeuren, bij sommige medicaties tot op 1/100 ml. D. Aërosol Vaak voorkomend. Potje na verstuiving steeds uitspoelen en laten drogen. Indien er gebruik wordt gemaakt van perslucht of zuurstof: instellen van het debiet: +5 liter/min. Info geven aan de ouders. Indien er ook kiné wordt gegeven: best de aërosol vlak voor de kiné toedienen . Indien het kind flesvoeding krijgt: best aërosol toedienen vóór de fles om overgeven t.g.v. het hoesten te vermijden. Het kind begeleiden gedurende de volledige duur van de aërosol toediening! E. Intrarectaal Komt vaak voor, meestal onder de vorm van suppo’s. Voordelen: meestal gemakkelijke toediening, niet pijnlijk, snelle resorptie. Zie ook: premedicatie, bij operatiepatiënten. Spelbegeleiding -
-
Een vaste spelgegeleidster is aanwezig op dienst tijdens de voormiddag. Pediatrie beschikt over een speelzaal die overdag vrij kan gebruikt worden. Alle kinderen, die niet besmettelijk zijn en geen koorts hebben, mogen indien hun algemene toestand dit toelaat, naar de speelzaal gaan. Soms mag het materiaal van de speelzaal gebruikt worden door de kinderen die op hun kamer moeten blijven. Steeds eerst navragen en duidelijk aan de verantwoordelijke meedelen wat je meeneemt (bv. 5 boeken van Suske en Wiske), voor welke patiënt en op welke kamer: duidelijke afspraken maken. Medicatie (per os, I.V.) kan ook in de speelzaal worden toegediend: je patiënten kennen bij naam! Bezoek (ouders, familie) wordt eveneens in de speelzaal toegelaten.
Linnen - bedopschik - kleding -
Vuil linnen wordt steeds vervangen. Er bestaat geen vaste dag voor het volledig afhalen van de bedden. De bedden van de kinderen en de ouders worden door de verpleegkundige opgemaakt.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 26 -
-
Er zijn operatiehemdjes per leeftijd voor alle kinderen die een narcose moeten ondergaan en eventueel voor de kinderen met een infuus. Het is de afspraak dat de ouders zorgen voor voldoende eigen kleding. Bij sommige besmette patiënten wordt het bedlinnen in speciale zakken voor besmet linnen op de kamer zelf verzameld. Linnenkamer: uitleg op dienst.
3.4. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elke ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt de patiënt zelf gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips.
Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 27 -
Volg de instructies en adviezen goed op
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
3.5. Andere administratieve – organisatorische procedures -
Opname en ontslagbeleid Isolatie van besmette patienten (MRSA, Clostridium, ESBL, …) Identificatiearmbandje ….
3.6. Basisveiligheid en bescherming BRAND of 2000 Alarmeer: 1 Bluspoging Ramen en deuren toe Evacueer EVACUEER (verzamelpunt: garage spoed) Tot na de eerste branddeur Door middel van stoelen, rescuesheet ROKEN Het ziekenhuis is rookvrij Enkel roken op daarvoor voorziene plaatsen GSM-GEBRUIK Op bepaalde afdelingen mag geen GSM gebruikt worden Bij twijfel contacteer de verantwoordelijke van de afdeling IDENTIFICATIE Iedere medewerker draagt de identificatiebadge zichtbaar Studenten dragen uniform én identificatiebadge van de school Externen moeten zich melden aan het onthaal of registreren op de dienst (meldingsplicht in register) GEVAARLIJKE PRODUCTEN Ken de risico’s van de producten waarmee u werkt Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen indien vereist volgens gegeven instructie. IONISERENDE STRALING Betreed ruimtes aangeduid met dit symbool alleen als u de veiligheidsmaatregelen kent Werkt u op een afdeling waar ioniserende stralen kunnen voorkomen, draag dan een dosimeter en persoonlijke bescherming volgens instructies.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 28 -
ELEKTRISCHE SPANNING Het schakelen en werken aan plaatsen aangeduid met dergelijk pictogram is enkel toegelaten door daarvoor aangestelde personen! Er is kans op elektrocutie/elektrisering AGRESSIE Blijf rustig en probeer naar een veilige zone te gaan Alarmeer via 2000 ARBEIDSONGEVALLEN & INCIDENTEN Meld alle incidenten Patiëntgerelateerd: via Infoland of intranet Medewerkergerelateerd: via arbeidsgeneeskunde Doe de melding voor het einde van uw shift
ALGEMENE AFSPRAKEN Bij medicatietekort wordt dit naar de ‘vanas-kast’ gehaald Bij brand moet men bellen naar het nummer 2000 en de verdere richtlijnen volgen zoals afgesproken Er kan beroep gedaan worden op het flexteam bij ziekte, drukte, … Dit flexteam kan op voorhand aangevraagd worden via het programma iPROVA. Voor dringendere problemen kun je terecht bij de verantwoordelijke van het flexteam (Anne Sophie Saelen 2611). Voor eventuele medische bijstand kan beroep gedaan worden op de dokter van wacht. Informatie over de betreffende dokter van wacht is te vinden op de afdeling zelf. Bij verdere problemen kun je terecht bij de spoedgevallen (2301). In geval van “interne M.U.G.” wordt de dringende-medische-bijstandsknop gebruikt. 4. Patiëntenvoorlichting Volgende patiëntenbrochures zijn ter beschikking op de kinderafdeling -
Informatiebrochure kinderafdeling Ik word geopereerd (informatiebrochure voor patiëntjes) Informatiebrochure “Rotavirus” Infofolder “Aerolizer” Infofolder “Turbohaler” Infofolder “Aerochamber” Inlichtingsfiche voor patiëntje over het E.E.G.-onderzoek Inlichtingsfiche voor patiëntje over het krijgen van een prikje Inlichtingsfiche voor patiëntje over het krijgen van een RX-foto Inlichtingsfiche voor patiëntje over het krijgen van een CT-scan Inlichtingsfiche voor patiëntje over het krijgen van een Echografie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 29 -
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’-toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel vormen. Het gebruik van eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstnota. Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties) Telefoonnummers voor de dienst pediatrie Hoofdverpleegkundige Bureel verpleging Bureel geneesheer
3341 2341 2344
Dr. H. Desimpel Dr. A. Robeyst Dr. V. Deketelaere Dr. S. Machiels Secretariaat pediatrie
2431 2432 2433 2435 2434
Zorgmanager Anne-Sophie Saelen
2611
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 30 -
5.2. ICT Op pediatrie zijn er enkele computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,…. 5.2.1. Ecare Dit is een elektronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen. In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’, de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte login. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 31 -
* Functies Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne / interne liaison. 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA. SAGA HCPS is een Windowstoepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven).
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 32 -
5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: aanvragen van onderzoeken, apotheekvoorschriften bloedtubes of stalen. Eerst zien of alle stalen voorzien zijn van naam en geboortedatum van de patiënt en of dit overeen komt met de naam van de aanvraag. Hoe bloedtubes of stalen opsturen: bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen de zak in een cartouche steken de bestemming programmeren cartouche in de buis plaatsen het verzenden gaat verder automatisch Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje.
5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau Er is viermaal per dag patiëntenoverdracht volgens ISBARR Er is driemaal per jaar dienstvergadering Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen en artsen, … Er is dagelijks overleg met de behandelende arts
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 33 -
6. Personeelsleden van de dienst
Ariane Aertssen
Ann Bogaert
Lien Cappelle
Ine Decorte
Beatrijs Denoo
Jorieke Jaques
Kathy Lievens
Ann Malfroidt
Marleen Ramon
Katrien Sap
Nicole Van Raefelghem
Trui Vancoillie
Lies Vansevenant
Stephanie Vandamme
Martine Sap
Declerck Tessa
Defour Shauni
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 34 -
Bijlagen 1. Organogram departement patiëntenzorg 2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Verpleegkunde – functiebeschrijving 4. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht dat ieder nieuw personeelslid en iedere student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen wordt een brochure van hef- en tiltechnieken voorzien. 5. Werkpostfiche Deze werkpostfiche moet door iedere student afgeprint worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Bij eventuele vragen kun je deze gerust bij de verwelkoming stellen. 6. Een transport aanvragen in itransport
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 35 -
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 36 -
Bijlage 2: DEONTOLOGISCHE CODE VOOR VERPLEEGKUNDIGEN IN BELGIE Goedgekeurd door de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België in november 2004 INLEIDING Deze code omschrijft de waarden en basisprincipes die als leidraad moeten dienen voor de verpleegkundige praktijk. De code is gericht op een praktijk waarbij rekening wordt gehouden met de internationale aanbevelingen en de van kracht zijnde wetten en reglementen. Op basis van deze code willen de verpleegkundigen al hun patiënten een kwaliteitszorg bieden die recht doet aan de nationale en internationale normen voor de verpleegkundige praktijk. Met deze code willen de verpleegkundigen tevens de veranderingen van onze snel evoluerende samenleving en de ontwikkelingen in de gezondheidswetenschappen in hun beroepspraktijk integreren. De verpleegkundigen hopen dat hun werkomstandigheden van die aard worden dat ze de aanbevelingen in deze code integraal zullen kunnen toepassen. Deze code omvat volgende bepalingen: 1. Algemene bepalingen 2. De uitoefening van de verpleegkunde 3. De relaties van de verpleegkundige met de patiënten en diens familie 4. De relaties met de collega’s 5. De relaties met de andere zorgverleners 6. De rol van de verpleegkundige in de samenleving ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1 - De verpleegkunde staat ten dienste van de mens en de mensheid. De verpleegkundige verleent verpleegkundige zorg, onafhankelijk van leeftijd, ras, geslacht, geloofsovertuiging, cultuur, nationaliteit en politieke opvatting. Ze respecteert de persoon en draagt bij tot het verbeteren en herstellen van diens gezondheid. Ze verzacht het lijden, steunt de stervende en diens familieleden en begeleidt deze laatsten bij het rouwproces. Art. 2 - Ongeacht zijn fysieke, psychische of sociale situatie heeft de patiënt steeds recht op verpleegkundige zorg. De verpleegkundige zal erover waken om steeds de wil van een juridisch handelingsbekwame persoon te respecteren. Als de patiënt echter juridisch handelingsonbekwaam is, zal de verpleegkundige, rekening houdend met de van kracht zijnde wetgeving, zich door haar geweten laten leiden. DE UITOEFENING VAN DE VERPLEEGKUNDE Art. 3 - De verpleegkundige verleent verpleegkundige zorg overeenkomstig de beroepsnormen terzake. Ze zal in dat kader haar beroepsbekwaamheden blijven onderhouden en ontwikkelen. Art. 4 - De verpleegkundige verleent integrale verpleegkundige zorg, aangepast aan de noden van de individuele patiënt. Art. 5 - Behalve in noodgevallen heeft de verpleegkundige de plicht om een handeling waarvoor ze zich niet voldoende bekwaam of gekwalificeerd acht, te weigeren. In dat
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 37 -
geval dient ze die beslissing aan de opdrachtgevers te melden en te motiveren. Art. 6 - Bij de uitoefening van haar beroep neemt de verpleegkundige een eervolle houding aan, die bijdraagt tot de faam van het beroep. Art. 7 - De verpleegkundige neemt deel aan de ontwikkeling van de op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde professionele kennis. Art. 8 - De verpleegkundige let op haar eigen gezondheid en streeft naar betere werkomstandigheden teneinde aan de doelstellingen van het beroep te kunnen voldoen. Ze investeert in haar professionele loopbaan. DE RELATIES VAN DE VERPLEEGKUNDIGE MET DE PATIENT EN DIENS FAMILIE Art. 9 - De verpleegkundige heeft het recht gewetensbezwaren in te roepen als ze meent aan bepaalde vormen van zorgverlening niet te kunnen meewerken. Art. 10 - De verpleegkundige handelt overeenkomstig de wet betreffende de patiëntenrechten. Ze is gebonden door het beroepsgeheim en de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van het privé-leven. Art. 11 - Bij de uitoefening van haar beroep waakt de verpleegkundige erover dat de rechten, de waarden, de gewoonten, de gebruiken en de overtuigingen van de individuele patiënt gevrijwaard blijven. Art. 12 - De verpleegkundige waakt over de continuïteit van de zorgverlening. Art. 13 - Bij de uitoefening van haar beroep vraagt de verpleegkundige zo nodig de toestemming van de patiënt. Ze begeleidt de patiënt bij het weer zelf opnemen van zijn verantwoordelijkheid voor zijn verzorging en de evolutie van zijn gezondheidstoestand. De verpleegkundige verleent zorg in het kader van de gezondheidsopvoeding. Art. 14 - De verpleegkundige informeert de patiënt, en dat zo nodig in overleg met de arts en de andere zorgverleners. Indien de patiënt daarin toestemt, informeert de verpleegkundige diens omgeving en tracht die bij de zorgverlening te betrekken. Art. 15 - In het kader van haar zorg aan de patiënt heeft de verpleegkundige ook aandacht voor de familie en biedt ze die de nodige ondersteuning. Art. 16 - Bij het aanbevelen van bepaalde producten of materialen aan de patiënt mag de verpleegkundige zich enkel en alleen laten leiden door het belang van de patiënt. DE RELATIES MET DE COLLEGA’S Art. 17 - De verpleegkundige stelt haar bekwaamheden en beroepservaring ter beschikking van haar collega’s. Ze toetst haar eigen beroepsovertuigingen regelmatig aan die van haar collega’s. Art. 18 - De verpleegkundige mag in geen geval een taak aan een collega overlaten met de bedoeling om aldus haar eigen verantwoordelijkheden uit de weg te gaan. Art. 19 - De verpleegkundige ondersteunt het vertrouwen van de patiënt in haar collega’s. Art. 20 - De verpleegkundige onthoudt zich van het winnen van patiënten; ze heeft respect voor de vrije keuze van de patiënt. Art. 21 - Ingeval de gezondheidstoestand van een patiënt door de handelingen van een
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 38 -
collega ernstig in gevaar dreigt te komen, roept ze die collega ter verantwoording. Desnoods neemt ze de nodige maatregelen ter bescherming van de patiënt. Art. 22 - De verpleegkundige zorgt voor een gunstige leeromgeving voor de haar toevertrouwde studenten. Naar gelang van hun vorming delegeert ze bepaalde taken aan die studenten. Ze ondersteunt hen bij het ontwikkelen van hun beroepsvaardigheden en autonoom handelen. DE RELATIES MET DE ANDERE ZORGVERLENERS Art. 23 - De verpleegkundige werkt, in het belang van de patiënt, met de andere zorgverleners samen. Art. 24 - De verpleegkundige draagt actief bij tot de interdisciplinaire samenwerking, noodzakelijk voor een optimale zorgverlening aan de patiënt. Ze tracht dan ook zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de interdisciplinaire vergaderingen waarop ze uitgenodigd wordt. Art. 25 - De verpleegkundige heeft respect voor de relatie tussen de patiënt en de andere zorgverleners. Art. 26 - Indien de patiënt de hulp van een andere zorgverlener nodig heeft, geeft de verpleegkundige hem informatie over de verschillende mogelijkheden. Hierbij laat ze de patiënt uiteraard de vrije keuze. Art. 27 - De verpleegkundige heeft de plicht de uitvoering van een medisch voorschrift of het bevel van een hiërarchisch meerdere te weigeren: 1) wanneer ze zichzelf niet voldoende bekwaam acht om de opdracht uit te voeren; 2) wanneer ze voldoende redenen heeft om aan te nemen dat die handeling ernstige negatieve gevolgen kan hebben voor de patiënt. In elk van die gevallen brengt ze de arts en/of haar hiërarchisch meerdere hiervan onmiddellijk op de hoogte. DE ROL VAN DE VERPLEEGKUNDIGE IN DE SAMENLEVING Art. 28 - De verpleegkundige neemt actief deel aan de ontwikkeling van de gezondheidskwaliteit van de samenleving. Art. 29 - Bij de zorgverlening tracht de verpleegkundige, binnen de verschillende budgettaire en wettelijke beperkingen, de door de samenleving ter beschikking gestelde middelen zo optimaal en rationeel mogelijk aan te wenden. Maakten deel uit van de werkgroep: Annemie Ernst, Aldo Spettante, Edgard Peters, Jean-Marc Hulin, Michel Foulon, Ellen Verpeet, Yves Mengal, René Tytgat en Anne-Marie Gérard-Solé. A.C.N. Hippocrateslaan 91 1200 K.P.V.D.B. Hillstrasse 5 4700 BRUSSEL EUPEN F.N.I.B. Bronstraat 18 1060 BRUSSEL N.N.B.V.V. Bronstraat 18 1060 N.V.K.V.V. Vergote Square 43 1030 BRUSSEL BRUSSEL
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 39 -
Bijlage 3: Verpleegkunde - Functiebeschrijving Doel van de functie De verpleegkundige verstrekt autonoom of in samenwerking met anderen professionele, empathische en kwaliteitsvolle zorg. Dit betekent een zorg die doeltreffend, efficiënt, veilig en persoonlijk is, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Als verpleegkundige sta je op een persoonlijke en respectvolle manier in voor de dagelijkse verpleegkundige handelingen en zorgen van patiënten. Je bent de schakel tussen arts en patiënt, en werkt nauw samen met andere deskundigen bij voorkeur in een multidisciplinair overleg. De verpleegkundige levert zorg waarbij de patiënt centraal staat! Kenmerkend hiervoor is de vertrouwensrelatie met de patiënt.
Plaats in de organisatie o o
departement : patiëntenzorg rapporteert hiërarchisch aan: hoofdverpleegkundige (of zorgmanager)
Directeur patiëntenzorg
Verpleegkundig ziekenhuishygiënist
Intrederbegeleider
Stafmedewerker accreditering Stafmedewerker systeemverpleegkundige Zorgmanager
Hoofdverpleegkundige
Verpleegkundige
Context van de functie o
Kwantitatieve gegevens: gemiddeld telt een kleine afdeling ongeveer 10 FTE (fulltime equivalenten) en een grotere afdeling 25 FTE in totaal bevat het departement patiëntenzorg om en bij de 300 FTE aantal patiënten op een zorgafdeling varieert van 20 tot 32 aantal artsen rechtstreeks betrokken op een afdeling schommelt van 3 tot 10 of meer voor de medisch- technische diensten er zijn 211 erkende bedden
o
Probleembehandeling, bijzondere moeilijkheden in de taakuitvoering: noodsituaties zelfstandig en accuraat kunnen inschatten en aangepast kunnen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 40 -
o
Contacten intern: artsen en medewerkers van paramedische disciplines, teamleden, hoofdverpleegkundigen en diensthoofden, zorgmanagers, verpleegkundig ziekenhuishygiënist, directeur patiëntenzorg, andere directieleden, andere zorgafdelingen, medisch- technische diensten (apotheek, labo), zorgondersteunende diensten (technische dienst, civiele dienst, centraal magazijn (CEMA), ...), secretariaten en polikliniek, intrederbegeleider, preventieadviseur, vrijwilligers, pastorale medewerkster …
o
reageren multitasken of het uitvoeren van meerdere handelingen of processen op hetzelfde moment onvoorspelbaarheid van de zorg en werkdruk variërende zorgspecialisatie schaarste aan medewerkers beantwoorden aan diverse verwachtingen van de verschillende betrokken partijen (patiënt en familie, zorgteam, artsen, directie, overheid, externe partners...) wisselende uurroosters bij onvoorziene omstandigheden hef- en tilproblematiek bijdrage tot een vlot opname- en ontslagbeleid samenwerken met verschillende disciplines persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover verantwoordelijkheid van andere teamleden steeds hogere verwachtingen en toenemende mondigheid van patiënten en familie
extern: studenten, stagedocenten, opleidingsverantwoordelijken, opleidingsinstituten, (huis)artsen, mantelzorgers, bezoekers en familie, thuisverpleging, woonzorgcentra, revalidatiecentra, hersteloorden, beroepsorganisaties, andere ziekenhuizen, overheid, externe werkgroepen, brandweer, ambulancediensten, vervoerdiensten, ...
Kritische succesfactoren voldoende bestaffing in kwantiteit en competentie voldoende en goed uitgewerkte richtlijnen, procedures, standing orders en klinische paden een aangepaste werkomgeving ondersteuning door hoofdverpleegkundigen, zorgmanagers en stafmedewerkers, alsook door faciliterende diensten mandaat hebben om noodzakelijke beslissingen te treffen op de eigen zorgafdeling, eigen aan de functie goed georganiseerde overlegstructuren in en buiten eigen zorgafdeling multidisciplinaire samenwerking: een belangrijke gesprekspartner zijn in de samenwerking tussen de verschillende departementen en disciplines om te streven naar een optimalisatie van het zorgproces voldoende inspraak krijgen in het zorgtraject van de patiënt voldoende mogelijkheid tot het volgen van VTO (Vorming Training Opleiding)
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 41 -
Resultaatsgebieden 1. PROFESSIONEEL verpleegkundige ZORG op maat De verpleegkundige stelt de patiënt centraal in de dagelijkse patiëntenzorg en voert de verpleegkundige handelingen verantwoord uit volgens de missie van het ziekenhuis, persoonlijk en kwaliteitsvol. De verpleegkundige neemt actief de rol van gezondheidsbevorderaar op.
bejegent de patiënt volgens de waarden: open – actief – dichtbij en bezorgd handelt ethisch en juridisch verantwoord met respect voor waarden en normen van de patiënt. Hij/zij respecteert de privacy en het beroepsgeheim. De verpleegkundige is bewust van ethische dilemma’s kan de andere benaderen vanuit een fundamenteel respect voor ieders persoonlijke, sociale, culturele, etnische en religieuze eigenheid verleent integrale zorg (fysisch, psychisch, sociaal en spiritueel) aan de patiënt, om de gezondheid en het welzijn te behouden (preventief), te verbeteren of te herstellen (curatief) en zorg te verstrekken omtrent het levenseinde (palliatief) handelt volgens de deontologische code voor verpleegkundigen in België (AUVB, november 2004), die dient als leidraad voor de verpleegkundige praktijk is zich bewust van zijn/haar functie als ambassadeur/ ambassadrice en werkt actief mee aan een positieve beeldvorming van zijn/haar ziekenhuis, AZ SintRembert straalt enthousiasme uit en is zich bewust van de rol die hij/zij kan spelen in de maatschappelijke beeldvorming over de verpleegkunde en draagt bij tot een positieve beeldvorming is verantwoordelijk voor de zorg bij de hem/haar toegewezen patiënten volgens het zorgmodel van zijn/ haar afdeling gaat een professionele therapeutische (vertrouwens-) relatie aan met de patiënt en het multidisciplinair team informeert, adviseert, instrueert en ondersteunt de patiënt en zijn omgeving correct en relevant over de actuele zorgverlening, aandoeningen, onderzoeken en behandeling (cf. KB 22.08.02 wet op de patiëntenrechten) past primaire en secundaire preventie toe handelt volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, comfort, ergonomie, economie en ecologie) is bevoegd om alle basiszorgen uit te voeren (A handelingen) en alle technische verpleegkundige verstrekkingen (B1 + B2 handelingen) en toevertrouwde geneeskundige handelingen (C handelingen) volgens het standaard verpleegplan of procedure. De B2 handelingen en C handelingen worden enkel uitgevoerd op medisch voorschrift. (cf. KB 18.06.90 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door de arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, gewijzigd door de KBn van 4.9.90; 25.11.91; 27.12.94; 6.6.97; 2.7.99; 7.10.02; 13.7.06; 21.4.07.)
past gangbare procedures en protocollen correct toe en kan er verantwoord van afwijken stimuleert verbeteringen in zelfredzaamheid van patiënten (patient empowerment). Hij/zij helpt de patiënt in het proces van zelfversterking, waarbij de patiënt een actieve rol krijgt in zijn eigen zorgproces en leven, met aandacht voor de autonomie van de patiënt, het geven van steun bij de aanvaarding en verbetering van zijn leefsituatie voert de verpleegkundige handelingen correct uit aan een realistisch tempo, aangepast aan de noodwendigheden van de patiënt en de zorgafdeling reflecteert voortdurend kritisch op eigen handelen door middel van zelfevaluatie en evaluatie door collega's en gaat constructief om met (gevraagde) feedback past kritisch denken (critical thinking) toe en hanteert een systematische aanpak voor de oplossing van problemen en het nemen van verpleegkundige beslissingen vraagt raad aan competente personen wanneer hij/zij geconfronteerd wordt met
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 42 -
situaties die zijn eigen kennis, competentie of praktijkervaring overschrijden 2. KLINISCH BEOORDELEN, ORGANISEREN, COÖRDINEREN en EVALUEREN van de diverse aspecten van de zorg De verpleegkundige neemt actief de centrale rol op van verantwoordelijke voor het zorgproces. Dit is nodig om de rol van organisator en coördinator van de zorg uit te voeren.
verzamelt relevante gegevens vanuit het patiëntendossier, de overdrachten, teambesprekingen en klinische observaties anticipeert op verpleegproblemen identificeert zelfstandig verpleegproblemen of -diagnoses en onderzoekt mogelijke oorzaken (Probleem – Etiologie – Symptomen). De gegevens vanuit verschillende bronnen kan hij/ zij kritisch beoordelen en er de kern, de verbanden en patronen uithalen en conclusies trekken. bepaalt verpleegdoelen en maakt aan de hand hiervan een verpleegkundig zorgplan op, afgestemd op de patiënt evalueert de resultaten van de zorgverlening en stuurt bij waar nodig om de patiënt voortdurend bij te staan en te helpen in alle handelingen die bijdragen tot het behoud, de verbetering of het herstel van de gezondheid stelt de nodige prioriteiten in de zorg stemt de zorgactiviteiten efficiënt en effectief af, rekening houdend met de zorgbehoeften, de samenwerking tussen de disciplines, de beschikbare tijd en middelen en met bijzondere aandacht voor informatiedoorstroming de verpleegkundige, als teamleider, neemt actief deel aan de patiëntenronde met de arts en verwerkt de daaruit voortvloeiende opdrachten kan onvoorziene gebeurtenissen managen en leiding nemen in crisissituaties met name door levensreddende procedures of andere spoedmaatregelen te nemen zorgt voor een optimale bedplanning en kamertoewijzing, in samenwerking met de opnameplanner(s) pleegt overleg met de (hoofd)verpleegkundigen van andere afdelingen en opnameplanner(s) om het opname-, transfer- en ontslagbeleid van patiënten vlot te laten verlopen
3. INTRA- EN MULTIDISCIPLINAIR samenwerken om de visie en doelen van de zorg te realiseren De verpleegkundige werkt doeltreffend samen met andere actoren in de gezondheidszorg neemt actief de rol van samenwerker op. Dit is ook nodig om de rol van organisator en coördinator van de zorg uit te voeren.
coördineert de zorg met de verschillende partners binnen het multidisciplinair team. Hij/ zij neemt initiatief in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelen. Hij/zij maakt afspraken en komt deze na. zorgt voor een correcte informatieoverdracht naar en overleg met andere diensten zowel intra- als extramuraal rapporteert relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling volgens de ISBARR – techniek in verschillende informatiesystemen vult het patiëntendossier in conform de procedures (cf. KB 28.12.06 algemene minimumvoorwaarden verpleegkundig dossier)
maakt gebruik van het patiëntendossier tijdens de overdracht en het transferblad tijdens transfers wijst teamleden op de safety alerts werkt nauw samen met de arts en helpt bij de diagnosestelling en het opvolgen en aanpassen van de behandeling kan medische opdrachten uitvoeren streeft naar continuïteit van zorg na ontslag (transmurale zorg) ondersteunt actief de inscholing en integratie van een nieuwe medewerker, zodat deze kan leiden tot een persoonlijke en professionele ontwikkeling van de collega
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 43 -
4. Toetsen en waarborgen van de KWALITEIT VAN DE ZORG Hij/zij levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg door de kwaliteit van zorg te analyseren. De verpleegkundige neemt actief de rol van kwaliteitspromotor op.
verleent zorg vanuit een wetenschappelijk perspectief (evidence based nursing). Hij/zij maakt gebruik van verpleegkundige wetenschappelijke vakliteratuur gaat continu na in welke mate de vooropgestelde doelstellingen bereikt zijn, hoe ze bereikt werden en in welke mate er nadelige gevolgen zijn van de (be)handelingen en hoe deze te verbeteren (Plan – Do – Check – Act) heeft aandacht voor zorginnovatie met het oog op het bieden van kwaliteits- en patiëntveilige zorg waarborgt zelfstandig een patiëntveilige zorg met continue aandacht voor de ‘International Patient Safety Goals’ stelt de praktijken en de gedragingen binnen de zorgverlening die gevaarlijk zijn voor de veiligheid van de patiënt in vraag meldt (bijna-)incidenten tijdig volgens de gangbare procedure raadpleegt, werkt samen met de referentieverpleegkundige of neemt de rol van referentieverpleegkundige op neemt de verantwoordelijkheid op voor zijn/ haar eigen professionele ontwikkeling en ‘levenslang leren’, brengt zelf de noden inzake vorming aan en neemt deel aan VTO- initiatieven hiertoe levert excellente klantenservice door behoeften, verwachtingen en wensen van de patiënt te overtreffen benadert een interne (interne klantgerichtheid) en externe klant steeds als een ‘echte’ klant tracht klachten te voorkomen of behandelt vragen of klachten steeds vanuit een klanttevredenheidsgedachte neemt actief deel aan de teammeeting en stelt verbetervoorstellen via het verbeterbord voor neemt actief deel aan kwaliteitsprojecten in kader van de strategische doelstellingen van het ziekenhuis
5. Studentenzorg Een leeromgeving voor de student creëren zodat studenten zich persoonlijk en professioneel kunnen ontwikkelen.
creëert een sfeer, waardoor de student zich welkom voelt creëert leermomenten begeleidt de student in zijn leerproces en maakt hierbij gebruik van de begeleidingsfiche en rapporteert aan de stagementor over de student(en). staat open voor de eigen inbreng van de student (ervaring van stages en opgedane leermomenten op school) en probeert die elementen daaruit te pikken die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van hun eigen verpleegkundige deskundigheid helpt de studenten bij het realiseren van hun opdracht werkt nauw samen met de stagementor, volgt afspraken op en geeft tijdig feedback over de studenten
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 44 -
Competentieprofiel o
Vereist opleidingsniveau:
Onderwijsniveau: Indien specifieke richting gewenst is: middelbare school (BSO – TSO) …………………………………………………………… middelbare school (ASO) ………………………………………………………….. HBO5 bachelor (Graduaat) Verpleegkunde master (Licentiaat) …………………………………………………………… bachelor na bachelor (postgraduaat) …………………………………………………………… master na master (postuniversitair) …………………………………………………………… andere
o
Specifieke opleiding i.k.v. zorgdomein
Specifieke kennis: talenkennis: gevorderd Nederlands MS – office andere:
o
Ervaring: algemene werkervaring noodzakelijk: ja neen aantal jaren: min. x jaar in een zorgorganisatie
functie gerelateerde ervaring noodzakelijk: ja neen wenselijk
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 45 -
Gedragscompetenties 1. Kerncompetenties: Communicatie
formuleert helder en duidelijk houdt een samenhangend betoog sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon vraagt door op gegeven informatie toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen brengt structuur en geeft houvast gaat strategisch om met argumenten schrijft teksten in een duidelijke structuur en logische opbouw past taalgebruik aan de doelgroep aan hanteert een correct taalgebruik schrijft helder, beknopt en foutloos
Samenwerken
overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen leeft afspraken met leidinggevenden en collega’s na blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang helpt anderen en ondersteunt collega’s stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep zoekt mee naar oplossingen bij conflicten gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid
Integriteit
geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten kent de gangbare waarden en normen en handelt hier consequent naar wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie en/of de functie gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke of delicate informatie houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is heeft aandacht voor duurzaamheid, het algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid
Inzet
werkt met enthousiasme en gedrevenheid stelt zich positief op staat open voor vragen en taken die op zich afkomen gaat ervoor om de taken uit te voeren durft verantwoordelijkheid te nemen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 46 -
Klant- en patiëntgerichtheid
leeft zich in de situatie van cliënten in stelt zich dienstverlenend op voor iedereen speelt in op wensen van klanten in lijn met de beleidsrichtlijnen neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten streeft naar klanttevredenheid
Verantwoordelijkheidszin
toont zich verbonden met de organisatie, de opdracht en het beroep kan inschatten wat de invloeden en gevolgen zijn van (eigen) beslissingen en acties op patiënten, andere medewerkers of organisatorische eenheden komt de gemaakte afspraken na en aanvaardt de consequenties ervan in geen geval een taak aan een collega overlaten met de bedoeling om aldus eigen verantwoordelijkheden uit de weg te gaan.
2. Functie specifieke competenties:
Flexibiliteit
verandert op praktische wijze plan of aanpak om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen herkent weerstand en gaat hier gepast mee om werkt in crisissituaties prioritaire opdrachten goed af toont bereidheid te leren en mee te groeien met veranderingen
Inlevingsvermogen / empathie
toont aandacht en interesse voor gevoelens en behoeften van de andere(n) geeft de andere(n) ruimte om een mening naar voor te brengen past zijn/haar gedrag aan dat van de andere(n) aan toont begrip voor andere meningen en omgangsvormen toont erkenning en respect voor de andere(n), zowel verbaal als non-verbaal, zonder de bedrijfsdoelstellingen uit het oog te verliezen
Kwaliteitsvol werken
stelt hoge eisen aan de kwaliteit evalueert het eigen gedrag/werk in het licht van de kwaliteitsnormen van de organisaties stuurt bij als de kwaliteit ondermaats is voorkomt dat er fouten worden gemaakt
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 47 -
Ordelijk werken
houdt de werkomgeving en het materiaal net voert het werk verzorgd uit en ruimt op bergt documenten en materialen logisch en op de juiste plaats op behandelt het materiaal met zorg
Probleemoplossend werken
signaleert problemen op tijd onderzoekt het probleem vanuit verschillende invalshoeken en zoekt naar verbanden kan tot synthese/beoordeling komen onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en geldige argumenten betrekt de juiste mensen of instanties bij het probleem formuleert praktische en haalbare oplossingen bedenkt alternatieven en overweegt voor- en nadelen
Stressbestendigheid
blijft resultaat- en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in complexe omstandigheden blijft bij een veelheid aan opdrachten op hetzelfde moment steeds gestructureerd werken signaleert tijdig overmatige werkbelasting blijft kalm en objectief in gespannen situaties hervat moed na een tegenslag, teleurstelling of kritiek kan de rust behouden bij zichzelf en de groep
Zelfstandig werken
kan met de nodige instructies aan de slag is stipt in het nakomen van afspraken stuurt bij indien er fouten optreden werkt taken volledig en tijdig af
Resultaatsgebieden
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 48 -
Bijlage 4: AZ Sint-Rembert – Risicoanalyse door dr. de Milliano, arbeidsgeneesheer Provikmo ZHAPO = bepaalde geneesmiddelen en antibiotica
BIOLOGISCHE AGENTIA
CHEMISCHE AGENTIA
Vaccins + controle
Werknemer
Functie
Bioag TET
Personeel met patiëntencont act en/of patiëntenmat eriaalcontact
HEP
TB C
Kinkh oest
FYSISCHE RISICO'S
Chemische risico's
ZHAP O
(Form)aldehyd en
Solve nt.
Cyto
Anest .
De ter g.
Drag en laste n
Beeld scher m
PSYCHOSOCIALE RISICO'S
I o n . Laser S t r .
Stress
Emotion . Belast.
VOEDI NG
Agressie
Administratie technische dienst Afwas Cafetaria Chirurgisch Dagziekenhuis Civiele dienst Dieetafdeling Ergotherapeut Geriatirsch Dagziekenhuis Geriatrie Hoofd technische dienst Hoofdverpleegku ndige Intern Transport Inwendige Kinderverzorgster Kinesitherapeut Labo Labo anatomopathologie Logistiek Assistent Logopedist Materniteit Medisch Secretariaat Mortuarium Oncologisch Dagziekenhuis Opname/Kasbedi ende Pastorale werker Patiëntenonthaal Pediatrie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 49 -
R G A
N A C H T D I E N S T
Psycholoog Schoonmaak Sociale dienst Spoed + MUG Staffunctie Sterilisatie Technische dienst Verpleegkundige Verzorgende Vroedvrouw Wasserij Zorgkundige Personeel zonder patiëntencont act en/of patiëntenmat eriaalcontact
Administratie Administratie apotheek Apotheekassiste nt Apotheker Boekhouding Directie Informatica Keuken Magazijn
Personeel Rp (contact met ioniserende stralen)
Algemene Waak Consultatie MKA Operatiekwartier Radiologie Verpleegkundige endoscopie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 50 -
Bijlage 5:
Werkpostfiche voor stagiairs In uitvoering van het K.B. van 21/09/2004 betreffende de bescherming van stagiairs en het K.B. van 03/05/1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk Deze werkpostfiche maakt integraal deel uit van de risicoanalyse welke aan de school werd overgemaakt. Coördinaten stagiair worden ingevuld vóór het begin van de stage van elke stagiair. Deel A wordt ingevuld door de stagegever voor elke werkpost/activiteit (niet per stagiair).
Coördinaten stagiair Naam:
Opleidingsjaar:
Tel./GSM (waar wij u vlot tijdens uw stage kunnen bereiken): Adres: Onderwijsinstelling: Stageperiode: van …….. / …….. / ……………. tot en met …….. / …….. / ……………. Heeft reeds een voorafgaandelijk gezondheidsbeoordeling ondergaan ?
ja
nee
Is er een recent geldig gezondheidsattest aanwezig ?
ja
nee
A.1
Coördinaten stagegever Type functie: VERPLEEGKUNDIGE-PARAMEDICUS-ZORGKUNDIGE-LOGISTIEK
Naam:
A.2
AZ Sint-Rembert
Adres:
Sint-Rembertlaan 21 te 8820
Torhout
Beschrijving werkpost / activiteit
Werkpost: .............................................................................................................................................................. Beschrijving werkzaamheden: verpleegkundige taken onder toezicht, cf. lijst verpleegkundige handelingen (K/B.
18.06.1990 – 11.12.2002) Risico’s: zie risicoanalyse voor stagiairs het AZ Sint-Rembert
A.3
A.4
A.5
Categorie van personen / risicofunctie contact met voedingswaren / verwerker
nachtarbeid
activiteit met welbepaald risico (zie A.4)
jonger dan 18 jaar
Activiteiten met welbepaald risico biologische agentia
ioniserende straling:
isotopen
X-stralen
contact met bloed, lichaamsvochten of ander
chemische agentia:
giftig
bijtend teratogeen
biologisch materiaal van menselijke oorsprong
carcinogeen
mutageen
prikaccidenten
detergenten
ontsmettingsmidden
heffen en tillen van lasten
laserstraling
beeldschermwerk (> 4 u/d)
andere:
.............................................................
Werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen broekpak of schort
handschoenen
veiligheidsbril
gesloten schoeisel
dosimeter
haarnetje
-
loodschort veiligheidsschoenen
A.6
ademhalingsmasker
andere:
.............................................................
Gezondheidstoezicht (in overleg met preventieadviseur-arbeidsgeneesheer)
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 51 -
gezondheidstoezicht
passend gezondheidstoezicht volgens de
overbodig inentingen vereist:
specifiek
risico’s
gezondheidstoezicht
tetanus
hepatitis B
tuberculinetest
andere: ...................
preventiemaatregelen inzake moederschapsbescherming: onmiddellijke melding aan school en stageplaats (zie risicoanalyse of introductiebrochure welke maatregelen bij de type functie moeten genomen worden) dosimetrische controle vereist (voor operatiekwartier en dienst medische beeldvorming)
A.7
Collectieve bescherming Hef- en tiltechnieken
Hoog/laag-bedden
Instructies + opleiding
Procedure brandveiligheid
Tilliften Containers risicohoudend afval – naaldcontainer
Procedure
Procedure rond hygiëne in het algemeen en handhygiëne in het bijzonder
moederschapsbescherming Datum
Stagegever
Naam en handtekening voor ontvangst en lezing van:
Werkpostfiche voor stagiairs
Introductiebrochure en risicoanalyse voor studenten en stagiairs, welke aan de school werd overgemaakt, maken integraal deel uit van dit document Datum
Stagiair
Verdere info Interne preventieadviseur Sint-Rembertziekenhuis: Franky Portier ( 050/232674) Stagecoördinator studenten verpleegkundigen/paramedici AZ Sint-Rembert: Geert Sabbe ( 050/232040)
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 52 -
Bijlage 6:
Een transport aanvragen in Itransport 1. Team Itransport Intern patiëntentransport van 7u30 tot 17u30 Enkel tijdens de weekdagen Personeelsleden a) Arianne Floré b) Carmen Vanden Broecke c) Christa Van Oost d) Kathy Vansteelandt e) Katrien De Cloedt f) Katrien Verbrugghe g) Nancy Deblauwe h) Naomi Desloovere i) Veronique Cauwelier Centraal gelegen thv C1 Automatische toewijzing van transporttaken Opdrachten via smartphone Zien enkel eigen uit te voeren taken Geen notie van aantal taken die in wachtrij staan Zelden verantwoordelijk voor vertragingen! 2. Taken verpleegdiensten Aanvragen aanmaken Melden vertrek patiënt in Itransport indien a. Zelf uitgevoerd of b. Niet mogelijk om te melden via smartphone logistieke medewerker Indien secretaresse niet aanwezig is mag arts bellen voor het : a. Activeren van een voorlopige aanvraag b. Aanvragen van een retour of volgende bestemming 3. Taken consultaties, paramedische- en medisch-technische diensten a. Activeren aanvragen met status VOORLOPIG b. Aanvragen RETOUR of volgende bestemming c. Melden vertrek patiënt in Itransport indienen a. Zelf uitgevoerd of b. Niet mogelijk om te melden via smartphone logistieke d. Consultaties artsen melden alle gewenste transporten aan e. Controle overzicht ITransport ‘s morgens: is er een aanvraag van alle geplande interne consultaties? Indien niet: bellen naar de verpleegdienst Aanvragen zelf aanmaken? Toestand patient? Zuurstof? Mobiliteit? Besmet? Isolatie? AZ SINT-REMBERT
Pagina - 53 -
Vervoerswijze?! 4. Applicatie Itransport Twee soorten aanvragen Voorlopig: RX, consultaties, OK, endoscopie, …. Uitvinken als patient meteen mag vertrekken! Gepland: Kine, ergo, ……… Mogelijke statussen van een aanvraag:
Een aanvraag aanmaken 1. Mediweb openen 2. Beddenlijst openen 3. Klik op kleine icon in de takenbalk bovenaan: patiëntgegevens worden overgenomen in Itransport 4. Overige velden invullen: Adressen van en naar Naar kamer… is uitgevinkt! Voorlopig of gepland? Plandatum en tijd. Voorlopig = 7 uur! Transportwijze: bed met PTS = standard voor transport met bed Opmerkingen in vrij tekstveld Urgentie opmerkingen en verplichte keuzevelden
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 54 -