AZ SINT-REMBERT TORHOUT
INTRODUCTIEBROCHURE
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2015-2016
Centrale Sterilisatie Afdeling
Inhoudstafel
Inhoudstafel ....................................................................................................................................................................... - 2 Welkomstwoord ................................................................................................................................................................ - 4 1.
Voorstelling van de afdeling ................................................................................................................... - 5 1.1.
Locatie en indeling ............................................................................................................................. - 5 -
1.2.
Plaats binnen de organisatie (management) ..................................................................... - 6 -
1.3.
Doelstelling ............................................................................................................................................. - 7 -
1.4.
Afdelingsopdracht – werkinhoud – werkverdeling – takenpakket......................... - 7 -
1.4.1.
Afdelingsopdrachten ..................................................................................................................... - 7 -
1.4.2.
Verwachtingen en gedragscompetenties van het personeel ......................................... - 8 -
1.4.3.
Activiteiten ..................................................................................................................................... - 10 -
Onrein transport .............................................................................................................................................. - 10 Onreine zone ..................................................................................................................................................... - 11 Reine zone ......................................................................................................................................................... - 13 Steriele zone ..................................................................................................................................................... - 16 Rein transport ................................................................................................................................................... - 18 1.4.4.
Organisatie ..................................................................................................................................... - 19 -
2.
Een dag op de dienst CSA ....................................................................................................................... - 21 -
3.
Procedures, protocollen en dienstspecifieke afpraken ......................................................... - 22 3.1.
Fysische hygiëne, infectiepreventie ....................................................................................... - 22 -
3.2.
Prikongeval ........................................................................................................................................... - 23 -
3.3.
Patiëntveiligheid ................................................................................................................................ - 24 -
3.4.
Administratieve-organisatorische procedures ................................................................. - 24 -
3.5.
Basisveiligheid en bescherming ............................................................................................... - 25 -
4.
Communicatie ............................................................................................................................................... - 27 4.1.
Telefonie ................................................................................................................................................. - 27 -
4.2.
ICT .............................................................................................................................................................. - 27 -
4.2.1.
Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA ........................................................ - 27 -
4.2.2.
Gebruik van internet ................................................................................................................... - 28 -
4.3.
Mondelinge communicatie ........................................................................................................... - 28 -
4.4.
Schriftelijke communicatie .......................................................................................................... - 28 -
5.
Personeelsinformatie ................................................................................................................................ - 29 5.1.
Ziekenhuisbreed................................................................................................................................. - 29 -
5.2.
Dienstspecifiek ................................................................................................................................... - 29 -
6.
Personeelsleden van de dienst ........................................................................................................... - 30 -
7.
Bijlagen ............................................................................................................................................................. - 31 Bijlage 1 ....................................................................................................................................................................... - 32 -
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 2 -
Bijlage 2 ....................................................................................................................................................................... - 33 Bijlage 3 ....................................................................................................................................................................... - 41 Bijlage 4 ....................................................................................................................................................................... - 43 -
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 3 -
Welkomstwoord
Welkom Het team van de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure bied je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie … die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen … Heb je problemen die niet direct op dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, het diensthoofd of zo nodig de intrede-begeleider Geert Sabbe (
2040).
Voor de nieuwe personeelsleden is er peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zal je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intreder-begeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maand wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intreder-begeleider ( 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk –en leergenot gewenst. Succes !!! Het CSA-team. © Sint-Rembertziekenhuis 2015
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 4 -
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie en indeling De CSA bevindt zich op de -1 verdieping in blok D, net naast spoedopname en de polikliniek MKA. Er kunnen drie grote ruimtes onderscheiden worden: de onreine zone, de reine zone en de steriele zone.
Figuur 1: Blok D
Figuur 2: Grondplan CSA
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 5 -
1.2. Plaats binnen de organisatie (management) De CSA maakt deel uit van het departement “Patiëntenzorg” en valt onder de zorgcluster “Medisch-technische diensten”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten; dienst medische beeldvorming, labo, intensieve zorgen, nierdialyse, Operatiekwartier en spoedopname. Management
Dhr. W. Allemeersch
Mevr. I. Luts
Dhr. B. Verbrugghe
Team Diensthoofd
Eline Devos 050/23 25 07
[email protected]
Verantwoordelijke apothekeres
Nausikaä Dalle
Medewerkers
Windy Casteleyn
050/23 25 50
[email protected]
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 6 -
Referentiepersonen
Anne-Marie Deroo Veerle Hindryckx Heidi Ledeene Chris Maeckelbergh Sarah Vanzieleghem Anne-Marie Deroo Sarah Vanzieleghem
Disciplineverantwoordelijken
Eline Devos Chris Maeckelbergh Windy Casteleyn Veerle Hindryckx Heidi Ledeene Anne-Marie Deroo Chris Maeckelbergh Sarah Vanzieleghem Eline Devos
Team Ergonomie Stagementor/meter KANBAN Stagementor/meter Back-up planner SAGA Stagementor/meter Brandveiligheid Algemene heelkunde Cardiologie Gynaecologie MKA Oftalmologie NKO Vaatheelkunde Orthopedie Bruikleenmateriaal Plastische chirurgie Bruikleenmateriaal
1.3. Doelstelling Alle medische hulpmiddelen in het ziekenhuis die vanwege hun gebruik steriel moeten worden toegepast, steriliseren volgens een vooropgesteld proces van desinfectie, reiniging, samenstelling en verpakking, sterilisatieproces, controle van cyclusverloop en vrijgave. Steriele medische hulpmiddelen voor eenmalig gebruik vormen hierop een uitzondering. Algemene standaardvoorzorgsmaatregelen ter voorkoming van infecties moeten ten allen tijde nageleefd worden. 1.4. Afdelingsopdracht – werkinhoud – werkverdeling – takenpakket 1.4.1. Afdelingsopdrachten De CSA bestaat uit drie zones, waar telkens specifieke taken gebeuren. Onreine zone: instrumenten worden gesorteerd, gespoeld, ultrasoon gereinigd en afgewassen (machinaal (thermostabiel materiaal) of handmatig (thermolabiel materiaal)). Reine zone: instrumenten worden gecontroleerd op functionaliteit, sets worden terug samengesteld aan de hand van setspecifieke procedures en ingepakt. Steriele zone: materiaal wordt gesteriliseerd en na afkoeling wordt het weggezet op de daartoe voorziene plaats. Het materiaal is afkomstig van het Operatiekwartier, consultaties, medisch-technische diensten en poliklinieken. De CSA is dus een interne dienstverlener binnen het ziekenhuis.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 7 -
1.4.2. Verwachtingen en gedragscompetenties van het personeel Kerncompetenties Communicatie -
Formuleert helder en duidelijk Houdt een samenhangend betoog Sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties Kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon Vraagt door op gegeven informatie Toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen Brengt structuur en geeft houvast Gaat strategisch om met argumenten Schrijft teksten in een duidelijke structuur en logische opbouw Past taalgebruik aan de doelgroep aan Hanteert een correct taalgebruik Schrijft helder, beknopt en foutloos
Samenwerken -
Overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen Leeft afspraken met leidinggevenden en collega’s na Blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang Helpt anderen en ondersteunt collega’s Stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang Stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep Zoekt mee naar oplossingen bij conflicten Gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid
Integriteit -
Geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten Kent de gangbare waarden en normen en handelt hier consequent naar Wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie en/of de functie Gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke of delicate informatie Houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is Heeft aandacht voor duurzaamheid, het algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid
Inzet -
Werkt met enthousiasme en gedrevenheid Stelt zich positief op Staat open voor vragen en taken die op zich afkomen Gaat ervoor om de taken uit te voeren Durft verantwoordelijkheid te nemen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 8 -
Klant –en patiëntgerichtheid -
Leeft zich in de situatie van cliënten in Stelt zich dienstverlenend op voor iedereen Speelt in op wensen van klanten in lijn met de beleidsrichtlijnen Neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten Streeft naar klanttevredenheid
Verantwoordelijkheidszin -
Toont zich verbonden met de organisatie, de opdracht en het beroep Kan inschatten wat de invloeden en gevolgen zijn van (eigen) beslissingen en acties op patiënten, andere medewerkers of organisatorische eenheden Komt de gemaakte afspraken na en aanvaardt de consequenties ervan In geen geval een taak aan een collega overlaten met de bedoeling om aldus eigen verantwoordelijkheden uit de weg te gaan
Functiespecifieke competenties Flexibiliteit -
Verandert op praktische wijze plan of aanpak om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken Kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen Herkent weerstand en gaat hier gepast mee om Werkt in crisissituaties prioritaire opdrachten goed af Toont bereidheid te leren en mee te groeien met veranderingen
Inlevingsvermogen/empathie -
Toont aandacht en interesse voor gevoelens en behoeften van de andere(n) Geeft de andere(n) ruimte om een mening naar voor te brengen Past zijn/haar gedrag aan dat van de andere(n) aan Toont begrip voor andere meningen en omgangsvormen Toont erkenning en respect voor de andere(n), zowel verbaal als non-verbaal, zonder de bedrijfsdoelstellingen uit het oog te verliezen
Kwaliteitsvol werken -
Stelt hoge eisen aan kwaliteit Evalueert het eigen gedrag/werk in het licht van de kwaliteitsnormen van de organisaties Stuurt bij als de kwaliteit ondermaats is Voorkomt dat er fouten worden gemaakt
Ordelijk werken -
Houdt de werkomgeving en het materiaal net Voert het werk verzorgd uit en ruimt op Bergt documenten en materialen logisch en op de juiste plaats op Behandelt het materiaal met zorg
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 9 -
Probleemoplossend werken -
Signaleert problemen op tijd Onderzoekt het probleem vanuit verschillende invalshoeken en zoekt naar verbanden Kan tot synthese/beoordeling komen Onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en geldige argumenten Betrekt de juiste mensen of instanties bij het probleem Formuleert praktische en haalbare oplossingen Bedenkt alternatieven en overweegt voor –en nadelen
Stressbestendigheid -
Blijft resultaat –en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in complexe omstandigheden Blijft bij een veelheid aan opdrachten op hetzelfde moment steeds gestructureerd werken Signaleert tijdig overmatige werkbelasting Blijft kalm en objectief in gespannen situaties Hervat moed na een tegenslag, teleurstelling of kritiek Kan de rust behouden bij zichzelf en de groep
Veilig werken -
Respecteert procedures en veiligheidsvoorschriften Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste manier Heeft oog voor de veiligheid van anderen Gebruikt machines op een veilige manier en enkel waarvoor ze bestemd zijn Signaleert onveilige situaties
Zelfstandig werken -
Kan met de nodige instructies aan de slag Is stipt in het nakomen van afspraken Stuurt bij indien er fouten optreden Werkt taken volledig en tijdig af
1.4.3. Activiteiten Onrein transport Doel Transport van vuil instrumentarium van Operatiekwartier, polikliniek, verpleegeenheden, consultaties en medisch-technische diensten naar de onreine zone van CSA. Kledij - Dienstkledij (blauwe schort met korte mouwen, blauwe broek, klompen en haarmuts) met daarboven een blauwe plastic schort met lange mouwen. - Spatbril - Handhygiëne - Handschoenen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 10 -
- Mondmasker Droog transport Ongebruikte maar uitgepakte instrumenten worden beschouwd als mogelijk gecontamineerd Onrein transport Operatiekwartier Het transport van OK naar CSA gebeurt via de onreine lift door de poets van het OK. Het materiaal wordt door de instrumenterende verpleegkundige van het OK in een gesloten transportcontainer geplaatst en deze wordt overhandigd aan de poets van het OK. De poets van het OK steekt de gesloten transportcontainer in de onreine lift en belt de medewerker CSA van de onreine zone op om te melden dat er materiaal in de lift staat. Onrein transport Polikliniek – verpleegeenheden – consultaties – medisch-technische diensten De medewerkers van deze diensten in het ziekenhuis brengen het vuile materiaal in een gesloten transportbak binnen in een kast in de onreine zone. Daar wordt het materiaal overgenomen door de medewerker CSA van de onreine zone.
Figuur 3: Voorpost Operatiekwartier
Figuur 4: Onreine lift
Onreine zone Doel Zichtbare verontreinigingen verwijderen en de decimale reductiewaarde doen dalen. Kledij - Dienstkledij (blauwe schort met korte mouwen, blauwe broek, klompen en haarmuts) met daarboven een blauwe plastic schort met lange mouwen. - Spatbril - Handhygiëne - Handschoenen - Mondmasker Kern Alles wat machinaal gereinigd KAN worden, MOET machinaal gereinigd worden. Sorteren De materialen worden geselecteerd naar handmatige (thermolabiel materiaal) en naar machinale (thermostabiel materiaal) reiniging. Het sorteren gebeurt in functie van het type materiaal:
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 11 -
-
Materiaal is hol en thermolabiel handmatig reinigen met borstel en hoge druk pistool + chemische desinfectie. - Materiaal is hol en thermostabiel handmatig reinigen met borstel en hoge druk pistool + thermische desinfectie. - Materiaal is solide en thermolabiel handmatig reinigen + chemische desinfectie. - Materiaal is solide en thermostabiel machinaal reinigen + thermische desinfectie. - Aandachtspunt: materiaal ook steeds voorreinigen (afspoelen (evt. borstelen), gesloten spoelbak en ultrasoon bad). Thermostabiel materiaal - Instrumenten worden open gelegd en gedemonteerd in RVS manden. - Klemmen worden dakpansgewijs op brugjes geplaatst in RVS manden. - Overlaad de manden niet. Instrumenten die over elkaar liggen, zorgen ervoor dat ze niet proper gereinigd kunnen worden (sproeischaduw). - Instrumenten eerst manueel/ultrasoon behandelen. - Kleine en fijne instrumenten in gesloten mandjes plaatsen. - Na het beladen van het was –en desinfectietoestel controleren of de sproeiarmen vrij kunnen draaien. - Instrumenten zo snel mogelijk reinigen. Bloed bevat water en mineralen (bvb. chlorides) en dit kan corrosie veroorzaken. - De instrumenten moeten na beëindigen van het was –en desinfectieproces zo snel mogelijk ontladen worden uit het toestel. - Bij het starten van het was –en desinfectietoestel steeds nagaan of er voldoende was –en droogmiddel aanwezig is. - Laat dringende zaken steeds voorgaan. Thermolabiel materiaal - Grote synthesmotoren, mondmaskers (uitz. blauwe), pulse spray,… - Materiaal wordt afgewassen in water met Aniosyme DD1. o Neem de juiste dosis van het reinigingsproduct (zie label bidon). o Regelmatig zuiver water nemen. o Neem elke ochtend een zuivere borstel. o Aarzel niet om deze indien nodig te vervangen. o Enkel zachte borstels gebruiken. o Spoel zeer goed na met zuiver water om resten van het reinigingsproduct te verwijderen. o Droog met een daartoe voorziene en propere doek. o Materiaal desinfecteren met 70% alcohol en laten opdrogen. o Verzamel het handmatig gereinigd en gedesinfecteerd materiaal en schuif dit door naar de reine zone. o Sluit steeds het sas tussen de onreine en reine zone. o Elke avond de borstels in het was –en desinfectietoestel brengen voor een thermische desinfectie. Routinetesten en checklist - Sonocheck op ultrasoon bad om de twee dagen uitvoeren. - Dagelijks een checklist invullen.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 12 -
Figuur 5: Kast onreine zone voor levering onrein materiaal verpleegeenheden, consultaties en medisch-technische diensten
Figuur 6: Onreine zone - overzicht
Figuur 7: Onreine zone – werkstation (spoelbak, gesloten spoelbak, ultrasoon bad)
Figuur 8: Onreine zone – was –en desinfectortoestellen en doorgeefsas
Reine zone Doel Gereinigd en gedesinfecteerd materiaal verpakken voor sterilisatie. Kern Sorteren, grondig inspecteren van alle instrumenten, alle instrumenten sluiten in het eerste slot. Kledij - Dienstkledij (blauwe schort met korte mouwen, blauwe broek, klompen en haarmuts) - Handhygiëne Instrumentenmanden en –plateaus - Materiaal dat toekomt in de reine zone moet gecontroleerd worden op functionaliteit, gesorteerd en in de juiste container/plateau geplaatst worden. Hiervoor dient men de setspecifieke procedures te gebruiken. - Alvorens instrumenten in de plateau/container te plaatsen, dient men een inlegvel op de bodem te leggen. - In elke plateau of container wordt er een stoomindicator/STERRAD indicator gelegd. - Zware instrumenten worden onderaan gelegd, zodat het vocht ten gevolge van stoomsterilisatie beter kan doorsijpelen.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 13 -
-
Het totale gewicht van een instrumentenkorf mag niet meer dan 8,5 kg zijn. Indien dit overschreden wordt, bestaat de kans op een vochtige lading en condensvorming. - Alle klemmen moeten in het eerste slotje dichtgedaan worden, om beschadigingen van de scharnieren (door opwarmen en afkoelen) te voorkomen. - Alle plateaus en zwaar materiaal wordt ingepakt in een one-step inpakvel (polypropyleen). - De afmetingen van de gebruikte vellen moeten voldoende zijn om het te steriliseren voorwerp degelijk te verpakken. De uiteinden van het vel papier moeten elkaar goed overlappen. Ze mogen echter niet te groot zijn om een te groot aantal plooien te vermijden, deze zouden de penetratie van het steriliserend agens en het drogen kunnen vertragen en het aseptisch voorleggen van het voorwerp ingewikkeld maken. - Er dient gebruik gemaakt te worden van de envelopverpakkingsmethode. - De verpakking wordt gesloten met behulp van tape die voorzien is van een chemische indicator. Deze tape verkleurt na doorlopen van het sterilisatieproces. Er zijn twee types tape aanwezig, namelijk voor stoomsterilisatie en gasplasmasterilisatie. - Schrijf nooit op de verpakking. - Druk een etiket af met de naam van de set. Indien er iets ontbreekt in de set, wordt dit bij opmerking genoteerd. Kleef het etiket aan de linkerzijde van de set. - Alle containers moeten boven en onderaan voorzien zijn van een containerfilter. Deze dient na elk sterilisatieproces vervangen te worden. - Controleer bij elke container of de sluitingen in orde zijn. - Op het deksel wordt een stuk tape en een indicatorkaartje aangebracht. Op die manier kan gecontroleerd worden of het materiaal gesteriliseerd is. Breng ook slotjes aan te hoogte van de sluitingen. Los materiaal - Los materiaal, dat niet te zwaar is, wordt in laminaatzakken verpakt en met het seal apparaat dichtgelast. Opgelet: er is een ander type laminaatzak (Tyvek®) voor STERRAD, alsook een afzonderlijk seal apparaat. - Het seal apparaat wordt dagelijks gecontroleerd met behulp van een sealcheck. - Voor het Operatiekwartier wordt een dubbele verpakking voorzien. Voor consultaties, poliklinieken, medisch-technische diensten en verpleegeenheden wordt een enkele verpakking voorzien. - Het is belangrijk bij een dubbele verpakking dat de tweede laminaatzak 50 procent groter is dan de eerste laminaatzak. Dit om een goede penetratie van het sterilans tussen de gelamineerde lagen te waarborgen en het eventueel aan elkaar kleven van de lagen te vermijden. - Schrijf nooit op de laminaatverpakking, tenzij boven de lasnaad. - Schrijf duidelijk op voor welke afdeling de verpakking bestemd is. - Leg nooit laminaatverpakkingen los in de sterilisator, maar plaats ze in korven. Hierbij is het van belang dat de papierzijden tegen elkaar worden geplaatst en dat de laminaatzijden tegen elkaar worden geplaatst. Checklist dagelijks invullen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 14 -
Figuur 9: Reine zone – labelprinter/printer en documentenstation
Figuur 10: Reine zone – was –en desinfectietoestellen
Figuur 11: Reine zone – werkstation
Figuur 12: Reine zone – lading wasmachine
Figuur 13: Reine zone – werkstation laminaat
Figuur 14: Reine zone – inpakdoeken
Figuur 15: Reine zone – autoclaven
Figuur 16: Reine zone – STERRAD
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 15 -
Steriele zone Doel Gereinigd, gedesinfecteerd en verpakt materiaal steriliseren. Kern - Micro-organismen worden gedood door coagulatie van eiwitten door het afgeven van de latente verdampingswarmte bij het condenseren van de stoom. - Alle te steriliseren oppervlakken moeten in contact komen met de stoom. - Als het KAN in stoom, MOET het in stoom. - Als het KAN bij 134°C, MOET het bij 134°C. Controle van de autoclaven - Lektest: met deze test kan bepaald worden of de machine in staat kan geacht worden de correcte ontluchting te halen. Deze test wordt elke maandag uitgevoerd, ’s morgens voor gebruik. - Bowie-Dick test: met deze test wordt bepaald of de ontluchting correct gebeurt en of de temperatuurverdeling in een pakket reproduceerbaar is. Deze test wordt dagelijks uitgevoerd, ’s morgens voor gebruik. - Biologische indicatoren: deze controleert of er nog bacteriegroei mogelijk is na de sterilisatiecyclus. Deze test wordt twee maal per week uitgevoerd, elke maandag en woensdag, bij de eerste lading. - Helixtest: wordt dagelijks uitgevoerd, bij de eerste lading. - De resultaten van de testen worden bijgehouden en tien jaar bewaard. Controle van de STERRAD - Biologische indicatoren: deze controleert of er nog bacteriegroei mogelijk is na de sterilisatiecyclus. Deze test wordt bij elke eerste lading gevoegd. - De resultaten van de test worden bijgehouden en tien jaar bewaard. Autoclaaf beladen - De sterilisator wordt beladen met behulp van karren. In geen geval mogen de te steriliseren materialen los in de sterilisator worden gelegd. - Materialen mogen niet gestapeld worden. - Overvolle manden kunnen tot een probleem leiden. Controle hiervan is heel eenvoudig. Als u uw hand tussen de producten kunt steken zonder dat u daarbij de producten samendrukt, is de mand goed beladen. - Laminaatzakken moeten schuin achterover in de mand worden geplaatst. - Probeer de lading zo homogeen mogelijk te houden. - Alle materialen in de sterilisator moeten minstens vijf centimeter afstand hebben tot de bodem, de voor-, achter-, zij- en bovenkant van de sterilisatorkamer. - De producten zodanig op de kar leggen dat zij niet kunnen vallen of verschuiven. - Zware sets beneden zetten en lichtere sets bovenaan. - Na het beladen van de autoclaaf een beladingsdocument invullen, een stoomindicator toevoegen en het toestel starten. - Wanneer het sterilisatieproces is beëindigd, krijgt men een uitprint. Deze dient geniet te worden aan het ingevulde beladingsdocument en tien jaar bewaard te worden. De stoomindicator dient op de uitprint gekleefd te worden. - Label de lading met het correcte kleur. Breng tevens een label aan op het beladingsdocument en op de bijgevoegde stoomindicator.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 16 -
-
Direct na de sterilisatie is de verpakking nog enigszins vochtig en statisch geladen en daardoor zeer kwetsbaar. Om die reden mag de lading gedurende een half uur na het ontladen van de sterilisator niet worden aangeraakt. - Leg de producten in het rek volgens het First In – First Out principe. STERRAD beladen - Materialen mogen niet gestapeld worden. - De materialen mogen de wanden van de kamer niet raken. - Na het beladen van de STERRAD een beladingsdocument invullen, twee chemische indicatoren en een biologische indicator (in geval van eerste cyclus) toevoegen. Vervolgens het toestel starten. Hierbij is het belangrijk om het juiste programma te kiezen (normaal of geavanceerd). De keuze van het programma is afhankelijk van de lengte en de diameter van het lumen van het instrument. - Wanneer het sterilisatieproces is beëindigd, krijgt men een uitprint. Deze dient geniet te worden aan het ingevulde beladingsdocument en tien jaar bewaard te worden. Ook een chemische indicator wordt aan het document bevestigd. - Label de lading met een geel label. Breng tevens een label aan op het beladingsdocument. Verloop stoomsterilisatieproces - Minimale voorwaarden: er moet een complete luchtverwijdering zijn uit de kamer en de pakketten voor sterilisatie. Minstens 3.5 minuten moet een temperatuur van 134°C aanhouden. Voldoende droogtijd moet voorzien worden. - Verifieer het goede verloop van de cyclus aan de hand van de cyclusgegevens (tijd, temperatuur, druk). - Controleer intactheid, droogheid en omslag stoomindicator van de pakketten. - Laat de lading, na het ontladen van de sterilisator, afkoelen tot op kamertemperatuur (minimum 20 minuten). - Geef formeel vrij voor gebruik. Dit gebeurt na controle van de cyclusparameters, de indicatoren en de conditie van de lading. Verloop gasplasmasterilisatieproces (STERRAD) - Lage temperatuursterilisatie (50°C): geschikt voor thermolabiel materiaal. - Er wordt een diep vacuüm gecreëerd, waarbij waterstofperoxide toegelaten wordt. Waterstofperoxide gaat vervolgens over in gasvorm en dringt in het materiaal. Radiofrequentie wordt ingeschakeld en waterstofperoxide gaat over naar de plasmafase en micro-organismen worden vernietigd. - Controleer intactheid en omslag stoomindicator van de pakketten. - Indien er een foutmelding wordt gegeven, doe preventief handschoenen aan. De lading kan in dit geval waterstofperoxide bevatten en dit kan brandwonden veroorzaken. - Geef formeel vrij voor gebruik. Dit gebeurt na controle van de cyclusparameters, de indicatoren en de conditie van de lading. Checklist dagelijks invullen
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 17 -
Figuur 17: Steriele zone – rek voor uitwaseming
Figuur 18: Steriele zone – kast voor reservemateriaal
Figuur 19: Steriele zone - Autoclaaf
Figuur 20: Steriele zone - werkstation
Rein transport Doel Transport van steriel instrumentarium van CSA naar Operatiekwartier, polikliniek, verpleegeenheden, consultaties en medisch-technische diensten. Kern Triage van goederen naar de juiste plaats, na vrijgave van de goederen. Kledij - Dienstkledij (blauwe schort met korte mouwen, blauwe broek, klompen en haarmuts). - Handhygiëne Rein transport Operatiekwartier Het transport van CSA naar OK gebeurt via de reine lift door een CSAmedewerker die werkzaam is in de reine en steriele zone. Het transport moet op een zodanige manier gebeuren dat de steriliteit van de goederen gewaarborgd blijft. Sets mogen niet gestapeld worden op elkaar. Het transport gebeurt met behulp van karren, die voorzien zijn in de steriele zone, en dit via de reine lift. Rein transport Polikliniek – verpleegeenheden – consultaties – medischtechnische diensten Het steriel materiaal wordt in een propere en gedesinfecteerde blauwe container geplaatst en vervolgens in een centrale kast geplaatst, waar medewerkers van de betreffende diensten het materiaal kunnen komen afhalen.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 18 -
Figuur 21: Reine lift
Figuur 22: Transportkar Figuur 23: Steriele berging Operatiekwartier
Figuur 24: Kast voor afhaling steriel materiaal verpleegeenheden, consultaties en medisch-technische diensten
Figuur 25: Steriele berging Operatiekwartier - overzicht
1.4.4. Organisatie Openingsuren De CSA is open van 7u30 tot en met 20u30 en dit van maandag tot en met vrijdag. In het weekend wordt er een wachtdienst voorzien. Deze kan opgebeld worden op zaterdag en zondag en dit telkens tussen 14u00 en 19u00. Er wordt voor de wachtdienst een beurtrol voorzien. Minimale bezetting Elke dag wordt er gewerkt met 1 vroegdienst (7u30-13u30), 1 dagdienst (8u3017u15) en 2 laatdiensten (11u45-20u30 en 14u00-20u00).
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 19 -
Werkverdeling Op CSA wordt er met een zoneverdeling gewerkt. De vroegdienst en de laatdienst 1 (11u45-20u30) werken de ganse shift in de reine en steriele zone. De dagdienst werkt de ganse shift in de onreine zone. De laatdienst 2 (14u00-20u00) werkt van 14u00-17u15 in de reine en steriele zone. Vanaf 17u15 lost de laatdienst 2 de dagdienst af in de onreine zone. Over de middag wordt de dagdienst afgelost door de laatdienst 1 en dit van 12u30-13u15. Het briefingboek Op CSA is er een briefingboek beschikbaar. Telkens als er iets moet gecommuniceerd worden naar de ganse equipe, wordt dit hierin genoteerd. Bij aanvang van de shift of tussendoor wordt het briefingboek door elke medewerker geraadpleegd en na gelezen ondertekend. Op die manier kan verzekerd worden dat alle informatie steeds bij iedereen terecht komt en dat iedereen tijdig op de hoogte wordt gesteld van wijzigingen, weetjes, opmerkingen, en dergelijke. Teamvergaderingen – dienstvergaderingen – overleg CSA-OK-apotheekziekenhuishygiëne-zorgmanager Maandelijks wordt een teamvergadering georganiseerd. Dit heeft tot doel om eens iedereen van het team samen te brengen om ideeën uit te wisselen, te informeren, zaken te optimaliseren, het verbeterbord te bespreken en dergelijke. Dienstvergaderingen worden drie maal per jaar georganiseerd en deze hebben eerder tot doel de medewerker te informeren over wat op directieniveau beslist werd. Overleg CSA-OK-Apotheek-Ziekenhuishygiëne-Zorgmanager grijpen doorgaans om de drie weken plaats. Dit is een multidisciplinair overleg tussen CSA, Operatiekwartier, Apotheek en Ziekenhuishygiëne.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 20 -
2. Een dag op de dienst CSA Vroegdienst (7u30-13u30) Briefingboek + infoborden raadplegen Checklist invullen PC’s reine zone opstarten + eCare openen Kast spoedopname controleren Onreine zone controleren op dringend materiaal Uitvoeren taken reine + steriele zone
Dagdienst (8u30-17u15)
10u30
15’ pauze
15’ pauze
11u30
Uitvoeren taken reine + steriele zone
Uitvoeren onreine zone
7u30
8u30
9u30
Laatdienst 1 (11u45-20u30)
Laatdienst 2 (14u00-20u00)
Briefingboek + infoborden raadplegen Checklist invullen PC onreine zone opstarten + eCare openen Kast onreine zone controleren Uitvoeren taken onreine zone
taken
12u30
45’ eetpauze (12u3013u15)
13u30
Uitvoeren onreine zone
taken
Briefingboek + infoborden raadplegen Checklist invullen Uitvoeren taken reine + steriele zone Aflos onreine zone Taken uitvoeren reine + steriele zone
14u30 15u30
15’ pauze
16u30
Uitvoeren onreine zone
Briefingbord + infoborden raadplegen Taken uitvoeren reine en steriele zone
15’ pauze
15’ pauze
Uitvoeren taken reine + steriele zone
Taken uitvoeren reine + steriele zone
17u30
45’ eetpauze (17u4518u30)
Taken uitvoeren onreine zone
18u30
Uitvoeren taken reine + steriele zone
taken
19u30
20u30
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 21 -
3. Procedures, protocollen en dienstspecifieke afpraken 3.1. Fysische hygiëne, infectiepreventie Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat handhygiëne een van de belangrijkste aandachtspunten is binnen de zorg. Ieder lid van het team kan een overdracht doen van micro-organismen van besmet materiaal naar een ander of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof in de diverse zones, alsook in het toilet, de keuken, de kleedkamers, en dergelijke. In de onreine zone zijn daarenboven maskers, spatbrillen, handschoenen en schorten ter beschikking als persoonlijke beschermingsmiddelen. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne; haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk!
5 indicaties van handhygiëne 1. VOOR patiëntencontact
2. NA patiëntencontact
3. VOOR een zuivere invasieve handeling
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 22 -
4. NA blootstelling aan lichaamsvochten/slijmvliezen
5. NA contact met de directe patiëntenomgeving
3.2. Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Naalden, mesjes, wegwerpboortjes, en dergelijke moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’ is er een procedure van kracht. De procedure betreft niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere potentieel besmettelijke lichaamsvochten. Blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huis een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt het diensthoofd op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 23 -
contact op met de school betreffende de verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert heeft dit de hoogste prioriteit. Het optreden van een onbedoeld voorval al dan niet met schade wordt een ‘incident’ genoemd. Het is belangrijk om (bijna-)incidenten altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt er geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan, maar wat er in het proces kan worden verbeterd, zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! 3.4. Administratieve-organisatorische procedures Dagelijks moet het briefingboek voor aanvang van de shift nagelezen worden en ondertekend worden voor gelezen. Ook dient het briefingboek ingevuld te worden indien nodig. In de reine en steriele zone zijn volgende documenten ter beschikking: Opvolgingsfiche bruikleenmateriaal: indien er bruikleenmateriaal geleverd werd voor een bepaalde operatieve ingreep, dient dergelijke fiche ingevuld te worden. Deze fiche bestaat uit twee delen. Het ene deel dient ingevuld te worden bij levering en omvat volgende zaken: de ingreep en arts waarvoor het bruikleenmateriaal bestemd is, de datum van de ingreep, de datum en uur van levering, de sterilisatiewijze en een autoclaaflabel. Het tweede deel dient ingevuld te worden bij terugsturen en omvat volgende zaken: de datum en uur van terugsturen, of het materiaal al dan niet werd gebruikt, of het materiaal gereinigd en gedesinfecteerd werd en of het materiaal volledig of onvolledig is. Beide delen moeten afgetekend worden met naam en handtekening. Checklist reine en steriele zone: deze dient door de vroegdienst en laatdienst 1 dagelijks ingevuld te worden. De checklist bevat drie luiken: de routinetesten, hygiëne en bruikleenmateriaal. Ook de checklist dient afgetekend te worden met naam en handtekening. Beladingsdocument: dergelijk formulier moet ingevuld worden per lading per autoclaaf/STERRAD. Hierop dient genoteerd te worden wat de lading van de autoclaaf/STERRAD bevat. Verder wordt het uur, de datum, het nummer van de autoclaaf/STERRAD en de operator vermeld. Bestelbon antiseptica apotheek: indien antiseptica moeten besteld worden bij apotheek, dient een dergelijk document ingevuld te worden. Dit document dient ten laatste dinsdagavond in apotheek binnengebracht te worden. Donderdagnamiddag kan de bestelling dan afgehaald worden. Logboeken levering/ophaling bruikleenmateriaal: deze logboeken dienen respectievelijk ingevuld te worden in geval van levering of ophaling van bruikleenmateriaal. De logboeken zijn ter beschikking in het sas bruikleenmateriaal.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 24 -
Fiche terugsturen bruikleenmateriaal: bij terugsturen van bruikleenmateriaal, dient in elke container een dergelijke ingevulde fiche aangebracht te worden. Hierbij wordt aangegeven of het materiaal al dan niet gebruikt werd voor de bedoelde ingreep, of het materiaal gereinigd en gedesinfecteerd werd en of het materiaal volledig of onvolledig is. Ook deze fiche dient afgetekend te worden. In de onreine zone is er een checklist onreine zone voorzien. Deze dient door de dagdienst dagelijks ingevuld te worden. De checklist bevat twee luiken: de routinetesten en hygiëne. De checklist dient afgetekend te worden met naam en handtekening. 3.5. Basisveiligheid en bescherming BRAND Alarmeer: of 2000 1 bluspoging Ramen en deuren toe Evacueer EVACUEER (verzamelpunt: garage spoed) Tot na de eerste branddeur Door middel van stoelen, rescuesheet
ROKEN Het ziekenhuis is rookvrij Enkel roken op daarvoor voorziene plaatsen
GSM-GEBRUIK Op bepaalde afdelingen mag geen GSM gebruikt worden Bij twijfel contacteer de verantwoordelijke van de afdeling
Foto
IDENTIFICATIE Iedere medewerker draagt de identificatiebadge zichtbaar Studenten dragen uniform én identificatiebadge van de school Externen moeten zich melden aan het onthaal of registreren op de dienst (meldingsplicht in register)
Naam Functie
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 25 -
GEVAARLIJKE PRODUCTEN Ken de risico’s van de producten waarmee u werkt Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen indien vereist volgens gegeven instructie
IONISERENDE STRALING Betreed ruimtes aangeduid met dit symbool alleen als u de veiligheidsmaatregelen kent Werkt u op een afdeling waar ioniserende stralen kunnen voorkomen, draag dan een dosimeter en persoonlijke bescherming volgens instructies ELEKTRISCHE SPANNING Het schakelen en werken aan plaatsen aangeduid met dergelijk pictogram is enkel toegelaten door daarvoor aangestelde personen! Er is kans op elektrocutie/elektrisering AGRESSIE Blijf rustig en probeer naar een veilige zone te gaan Alarmeer via
2000
ARBEIDSONGEVALLEN & INCIDENTEN Meld alle incidenten Patiëntgerelateerd: via intranet Medewerkergerelateerd: via arbeidsgeneeskunde Doe de melding voor het einde van uw shift
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 26 -
4. Communicatie 4.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’-toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel te vormen. Het gebruik van eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is, kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is (behalve voor anesthesisten, waar het volledige nummer moet gevormd worden). Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties). Telefoonnummers voor de dienst CSA Diensthoofd Reine zone Onreine zone
2507 2021 2020
Zorgmanager
2595
4.2. ICT Op de afdeling zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures, enz. 4.2.1. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA SAGA HCPS is een Windowstoepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning. Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. SAGA wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 27 -
Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 4.2.2. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 4.3. Mondelinge communicatie Op dienstniveau
Drie maal per jaar dienstvergadering Maandelijks teamvergadering Driewekelijks overleg CSA-OK-Apotheek-Ziekenhuishygiëne Bijscholingen door firma’s
Op ziekenhuisniveau
Overleg met de zorgmanager Maandelijkse clustervergadering medisch-technische diensten Maandelijkse hoofdverpleegkundigenvergadering Directie-diensthoofden-hoofdverpleegkundigenvergadering
4.4. Schriftelijke communicatie Mededelingenbord Kwaliteitsmuur Briefingboek
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 28 -
5. Personeelsinformatie 5.1.
Ziekenhuisbreed
Op intranet vind je: Algemene personeelsinformatie Verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving 5.2.
Dienstspecifiek
De opgehangen info aan het mededelingenbord wordt bijgehouden in de map dienstnota’s.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 29 -
6. Personeelsleden van de dienst
Windy Casteleyn
Anne-Marie Deroo
Veerle Hindryckx
Heidi Ledeene
Chris Maeckelbergh
Sarah Vanzieleghem
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 30 -
7. Bijlagen 1. Organogram departement patiëntenzorg 2. CSA-medewerker – functiebeschrijving 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht dat ieder nieuw personeelslid en iedere student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen wordt een brochure van hef –en tiltechnieken voorzien. 4. Werkpostfiche Deze werkpostfiche moet door iedere student afgeprint worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Bij eventuele vragen kun je deze gerust bij de verwelkoming stellen.
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 31 -
Bijlage 1
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 32 -
Bijlage 2
Functiebeschrijving Medewerker Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) Doel van de functie De CSA-medewerker staat in voor het reinigen, desinfecteren en steriliseren van het instrumentarium dat gebruikt wordt bij operatieve ingrepen, op consultaties, op medisch-technische diensten en poliklinieken. De CSA-medewerker werkt niet onmiddellijk met de patiënt, maar voor de patiënt. In kader hiervan is het uitermate belangrijk dat het materiaal aangeboden wordt op een dusdanige manier dat het veilig kan gebruikt worden bij de patiënt. Dit door middel van het correct (volgens normeringen, procedures en richtlijnen) en efficiënt uitvoeren van de diverse stappen van het sterilisatieproces (reinigen, desinfecteren en steriliseren) en de daarmee gepaarde handelingen (triëren instrumenten/medisch materiaal, samenstellen en verpakken, beladen en ontladen toestellen, labelen, vrijgave, e.d.). De samenwerking tussen de CSA-medewerker en de interne klanten (Operatiekwartier, consultaties, poliklinieken en medisch-technische diensten) staat hierbij centraal, met klantgerichtheid en –vriendelijkheid en een adequate communicatie als de belangrijkste pijlers.
Plaats in de organisatie o o
departement : patiëntenzorg rapporteert hiërarchisch aan: diensthoofd CSA
Directeur patiëntenzorg
Verpleegkundig ziekenhuishygiënist
Intrederbegeleider
Stafmedewerker accreditering Stafmedewerker systeemverpleegkundige Zorgmanager
Diensthoofd CSA
CSA-medewerker
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 33 -
Context van de functie o
Kwantitatieve gegevens: CSA telt gemiddeld 6,11 FTE (fulltime equivalenten). In totaal bevat het departement patiëntenzorg om en bij de 300 FTE. Er zijn drie zones: onreine, reine en steriele zone. Er grijpen gemiddeld 10 sterilisatiecycli per dag plaats, wat neerkomt op ongeveer 200 sterilisatiecycli maandelijks. De onreine zone telt twee werkstations, die telkens bestaan uit een gootsteen, een gesloten spoelbak en een ultrasoon bad (werkt op basis van ultrasone geluidsgolven). Er zijn drie was –en desinfectietoestellen, die de scheiding vormen tussen de onreine en reine zone. Deze was –en desinfectietoestellen hebben aan weerszijden een deur die geopend kan worden, doch niet terzelfdertijd. De reine zone omvat drie werkplaatsen, die telkens van een PC voorzien zijn en waarvan de indeling volledig identiek is. Aan deze werkplaatsen worden sets opnieuw samengesteld en verpakt. Er is verder nog een vierde werkplaats, waar het los materiaal wordt verpakt. Deze werkplaat is voorzien van twee sealtoestellen, één voor de autoclaaf en één voor de STERRAD. Tot slot is er nog een STERRAD toestel (gasplasmasterilisatie) aanwezig. Er zijn drie autoclaven (stoomsterilisatie), waarvan twee enkeldeurs en één dubbeldeurs. Deze vormen de scheiding tussen de reine en steriele zone. In de steriele zone wordt het steriel materiaal gelabeld en wordt het op een rek geplaatst om af te koelen, alvorens het naar de steriele berging van het Operatiekwartier vertrekt.
o
Probleembehandeling, bijzondere moeilijkheden in de taakuitvoering: Noodsituaties zelfstandig en accuraat kunnen inschatten en aangepast kunnen reageren. Onder noodsituaties wordt begrepen het materiaal dat dringend nodig is en nog niet steriel is, laattijdige levering materiaal firma bruikleenmateriaal, technische problemen met de toestellen, e.d. Multitasken of het uitvoeren van meerdere handelingen of processen op hetzelfde moment (bv. werk in combinatie met telefoon beantwoorden, sets samenstellen/verpakken en wasmachine/autoclaaf/STERRAD heeft cyclus afgerond). In kader hiervan is prioriteiten stellen essentieel. Onvoorspelbaarheid van de werkdruk (bv. spoedgeval dat binnenkomt en dringend dient geopereerd te worden). Schaarste aan medewerkers (bv. ten gevolge van langdurig ziekte, verlofperiodes, e.d.). Beantwoorden aan diverse verwachtingen van de verschillende betrokken partijen (Operatiekwartier, medisch-technische diensten, consultaties, poliklinieken, e.v.). Elk van deze betrokken partijen verwacht dat hun materiaal onmiddellijk behandeld wordt. Wisselende uurroosters bij onvoorziene omstandigheden (bv. ziekte, bijscholing, verlof, niet druk, e.d.). Hef –en tilproblematiek. Vele sets zijn zwaarder dan de door de Hoge Gezondheidsraad opgelegde limiet van 8 kg. Bijdrage tot een vlotte turnover. Dit is onder bepaalde omstandigheden niet mogelijk, denk hierbij maar aan onvoorziene technische problemen die plots opduiken. Verschillende chirurgische disciplines. Er is hierdoor een grote variëteit aan chirurgisch materiaal, wat het moeilijk maakt om van alles een uitgebreide kennis te hebben. Persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover verantwoordelijkheid van andere teamleden. Indien een fout opduikt, is het niet altijd evident om een eigen fout toe te geven. Druk van externen om een ander proces toe te passen dan de richtlijn en
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 34 -
procedure voorschrijft. o
Contacten intern: Artsen, teamleden, hoofdverpleegkundigen en diensthoofden, zorgmanager, verpleegkundig ziekenhuishygiënist, directeur patiëntenzorg, andere directieleden, medisch-technische diensten (spoedopname, intensieve zorgen, radiologie, labo), Operatiekwartier, poliklinieken, secretariaten, zorgondersteunende diensten (technische dienst, civiele dienst, centraal magazijn (CEMA),…), intredebegeleider, preventieadviseur, verantwoordelijke apothekeres CSA,…
o
extern: Studenten, stagedocenten, opleidingsverantwoordelijken, opleidingsinstituten, beroepsorganisaties, andere ziekenhuizen, overheid, externe werkgroepen, firma’s bruikleenmateriaal, koerierdiensten,…
Kritische succesfactoren Voldoende bestaffing in kwantiteit en competentie. Voldoende en goed uitgewerkte richtlijnen en procedures. Een aangepaste werkomgeving, met andere woorden een werkomgeving waarin alles aanwezig is om de functie naar behoren te vervullen. Ondersteuning door het diensthoofd CSA. Bv. in eerste instantie steeds terecht kunnen met problemen/vragen/opmerkingen bij het diensthoofd CSA. Bij technisch probleem kunnen rekenen op een vlotte dienstverlening van de technische dienst. Mandaat hebben om noodzakelijke beslissingen te treffen op de eigen afdeling, eigen aan de functie (bv. bij afwezigheid van het diensthoofd CSA). Goed georganiseerde overlegstructuren in en buiten eigen afdeling om nieuwigheden met betrekking tot het sterilisatieproces in het algemeen op een vlotte manier te introduceren, alsook om alle aspecten van het sterilisatieproces te blijven verbeteren. Een vlotte samenwerking tussen collega’s onderling, alsook met de interne klanten (Operatiekwartier, medisch-technische diensten, poliklinieken en consultaties). In kader hiervan is een goede manier van communiceren essentieel. Voldoende mogelijkheid tot het volgen van VTO (Vorming Training Opleiding).
Resultaatsgebieden 1. Professionele houding De CSA-medewerker voert alle handelingen van het sterilisatieproces verantwoord uit en plaatst veiligheid en kwaliteit voorop.
Is bevoegd om alle handelingen van het sterilisatieproces uit te voeren. Het opleidingsniveau is hiervoor representatief (basisopleiding desinfectie –en sterilisatietechnieken). Kent de gangbare procedures en protocollen en past deze ten allen tijde toe. Indien er zich een situatie voordoet, waardoor afgeweken moet worden van de procedure of het protocol, is men in staat zelf een beslissing te nemen. Voert de handelingen correct uit in een realistisch tempo en houdt hierbij rekening met noodwendigheden (bv. materiaal is dringend opnieuw nodig) en het FIFO-principe (First in – First out principe). Reflecteert voortdurend kritisch op het eigen handelen door middel van zelfevaluatie en evaluatie door collega’s en gaat constructief om met
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 35 -
(gevraagde) feedback. Acht de eigen persoonlijke veiligheid van uitermate belang bij het uitvoeren van de diverse handelingen van het sterilisatieproces en neemt gepaste maatregelen (beschermbril, beschermschort en mondmasker in de onreine zone, handhygiëne, vermijden prikaccidenten). Meldt (bijna-)incidenten tijdig volgens de gangbare procedure (nl. het incidentmeldingssysteem op Intranet). Tracht klachten te voorkomen en behandelt vragen of klachten steeds vanuit een klanttevredenheidsgedachte. Neemt verantwoordelijkheid op voor zijn/haar persoonlijke ontwikkeling en brengt noden naar voor inzake vorming. Kan de kwaliteitstesten op de toestellen zelfstandig uitvoeren en interpreteren (Helix test, Bowie & Dick test, sealcheck, sonocheck, lektest, e.d.). Neemt taak als disciplineverantwoordelijke op. Stelt sets samen op een verantwoorde wijze. Dit omvat het gebruik van foto’s, setlijsten, e.d. Inspecteert het instrumentarium nauwkeurig. Bv. is nog vuil aanwezig, zijn scharnieren stroef, is instrument nog functioneel, e.d.
2. Samenwerken De CSA-medewerker werkt doeltreffend samen met andere medewerkers CSA, alsook met de interne klanten.
Zorgt voor een correcte overdracht van informatie om verwarring of misverstanden te vermijden. Zorgt dat er steeds een mondelinge en schriftelijke overdracht (via briefingboek CSA) is van informatie. Hecht belang aan overleg met andere medewerkers CSA, alsook met anderen (verantwoordelijke verpleegkundigen van de chirurgische disciplines, diensthoofd CSA, e.d.). Raadpleegt steeds het briefingboek CSA bij aanvang van de shift om steeds op de hoogte te blijven. Het briefingboek CSA werd op een centrale plaats aangebracht. Neemt actief deel aan de maandelijkse teamvergaderingen. Brengt hierbij eigen ideeën naar voren ter verbetering van het geheel of deelt opmerkingen/vragen met anderen. Maakt actief gebruik van het verbeterbord. Voert opgedragen opdrachten door het diensthoofd CSA tijdig uit en durft uitleg vragen indien de opdracht niet geheel duidelijk is. Wijst teamleden op alerts (bv. set die dringend opnieuw dient gedaan te worden, e.d.). Ondersteunt actief de inscholing en integratie van een nieuwe medewerker, waardoor deze zich persoonlijk en professioneel kan ontwikkelen. Overlegt als disciplineverantwoordelijke op regelmatige tijdstippen met de overeenkomstig disciplineverantwoordelijke van het Operatiekwartier en garandeert een vlotte informatiedoorstroming naar de andere CSAmedewerkers.
3. Beoordelen, organiseren, coördineren van het sterilisatieproces De CSA-medewerker is in staat om het eigen werk te organiseren en coördineren, als dusdanig dat het proces op de meest efficiënte manier verloopt. Alsook is de CSA-medewerker in staat om zaken met betrekking tot het sterilisatieproces adequaat te beoordelen en verantwoordelijkheid op te nemen.
Identificeert zelfstandig problemen en zoekt naar een mogelijke oplossing voor het probleem. De gevonden oplossing kan worden voorgesteld aan het diensthoofd CSA ter goedkeuring. Kan de nodige prioriteiten stellen en stelt zichzelf zich hierbij continu de volgende vragen: Wat is op dit moment het belangrijkst? Wat doe ik best eerst? Stemt de activiteiten efficiënt en effectief op elkaar af en houdt hierbij rekening met de behoeften, de beschikbare tijd en middelen (noodwendigheden, FIFO-
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 36 -
principe). Zorgt voor een optimale planning van de processen in functie van de tijd. Zorgt dat het materiaal op een correcte manier wordt aangeboden aan de interne klant, m.a.w. dat het steriel materiaal zich op de correcte plaats bevindt (ofwel steriele berging OK, ofwel kast steriel materiaal), dat de labels correct zijn, dat samenstelling sets correct zijn, dat sets/los instrumentarium correct verpakt is, e.d. Neemt verantwoordelijkheid op voor gedane tekortkomingen.
4. Studentenzorg De CSA-medewerker helpt mee om een leeromgeving te creëren voor de student zodanig dat deze zich persoonlijk en professioneel kan ontwikkelen.
Creëert een sfeer, waardoor de student zich welkom voelt. Creëert leermomenten. Begeleidt de student in zijn leerproces en maakt hierbij gebruik van de begeleidingsfiche en rapporteert aan de stagementor over de student(en). Staat open voor de eigen inbreng van de student (ervaring van stages en opgedane leermomenten op school). Helpt de studenten bij het realiseren van hun opdracht. Werkt nauw samen met de stagementor, volgt afspraken op en geeft tijdig feedback over de studenten.
Competentieprofiel Deskundigheidscompetenties o
Vereist opleidingsniveau:
Onderwijsniveau: middelbare school (BSO – TSO): organisatie-assistentie middelbare school (ASO) HBO5 bachelor (Graduaat) master (Licentiaat) bachelor na bachelor (postgraduaat) master na master (postuniversitair) andere
Indien specifieke richting gewenst is: …Basisopleiding desinfectie –en .…….… …sterilisatietechnieken……………………….. .….……………………………...…………………….. ………………………………………………………….. ………………………………………………………….. ..………………………………………………………… …..……………………………………………………… ..…………………………………………………………
o
Specifieke kennis: talenkennis: gevorderd Nederlands MS – office andere:
o
Ervaring: algemene werkervaring noodzakelijk: ja neen aantal jaren: min. x jaar in een zorgorganisatie functie gerelateerde ervaring noodzakelijk: ja neen wenselijk
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 37 -
Gedragscompetenties 1. Kerncompetenties: Communicatie formuleert helder en duidelijk houdt een samenhangend betoog sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon vraagt door op gegeven informatie toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen brengt structuur en geeft houvast gaat strategisch om met argumenten schrijft teksten in een duidelijke structuur en logische opbouw past taalgebruik aan de doelgroep aan hanteert een correct taalgebruik schrijft helder, beknopt en foutloos Samenwerken overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen leeft afspraken met leidinggevenden en collega’s na blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang helpt anderen en ondersteunt collega’s stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep zoekt mee naar oplossingen bij conflicten gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid Integriteit geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten kent de gangbare waarden en normen en handelt hier consequent naar wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie en/of de functie gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke of delicate informatie houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is heeft aandacht voor duurzaamheid, het algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid Inzet
werkt met enthousiasme en gedrevenheid stelt zich positief op staat open voor vragen en taken die op zich afkomen gaat ervoor om de taken uit te voeren durft verantwoordelijkheid te nemen
Klant- en patiëntgerichtheid leeft zich in de situatie van cliënten in stelt zich dienstverlenend op voor iedereen speelt in op wensen van klanten in lijn met de beleidsrichtlijnen neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten streeft naar klanttevredenheid Verantwoordelijkheidszin toont zich verbonden met de organisatie, de opdracht en het beroep kan inschatten wat de invloeden en gevolgen zijn van (eigen) beslissingen en acties op patiënten, andere medewerkers of organisatorische eenheden
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 38 -
komt de gemaakte afspraken na en aanvaardt de consequenties ervan in geen geval een taak aan een collega overlaten met de bedoeling om aldus eigen verantwoordelijkheden uit de weg te gaan.
2. Functie specifieke competenties:
Flexibiliteit verandert op praktische wijze plan of aanpak om het beoogde resultaat efficiënter te kunnen bereiken kan overweg met diverse opdrachten, wisselende prioriteiten en plotse veranderingen herkent weerstand en gaat hier gepast mee om werkt in crisissituaties prioritaire opdrachten goed af toont bereidheid te leren en mee te groeien met veranderingen Inlevingsvermogen / empathie toont aandacht en interesse voor gevoelens en behoeften van de andere(n) geeft de andere(n) ruimte om een mening naar voor te brengen past zijn/haar gedrag aan dat van de andere(n) aan toont begrip voor andere meningen en omgangsvormen toont erkenning en respect voor de andere(n), zowel verbaal als non-verbaal, zonder de bedrijfsdoelstellingen uit het oog te verliezen Kwaliteitsvol werken stelt hoge eisen aan de kwaliteit evalueert het eigen gedrag/werk in het licht van de kwaliteitsnormen van de organisaties stuurt bij als de kwaliteit ondermaats is voorkomt dat er fouten worden gemaakt Ordelijk werken houdt de werkomgeving en het materiaal net voert het werk verzorgd uit en ruimt op bergt documenten en materialen logisch en op de juiste plaats op behandelt het materiaal met zorg Probleemoplossend werken signaleert problemen op tijd onderzoekt het probleem vanuit verschillende invalshoeken en zoekt naar verbanden kan tot synthese/beoordeling komen onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en geldige argumenten betrekt de juiste mensen of instanties bij het probleem formuleert praktische en haalbare oplossingen bedenkt alternatieven en overweegt voor- en nadelen Stressbestendigheid blijft resultaat- en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in complexe omstandigheden blijft bij een veelheid aan opdrachten op hetzelfde moment steeds gestructureerd werken signaleert tijdig overmatige werkbelasting blijft kalm en objectief in gespannen situaties hervat moed na een tegenslag, teleurstelling of kritiek
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 39 -
kan de rust behouden bij zichzelf en de groep
Zelfstandig werken kan met de nodige instructies aan de slag is stipt in het nakomen van afspraken stuurt bij indien er fouten optreden werkt taken volledig en tijdig af
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 40 -
Bijlage 3
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 41 -
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 42 -
Bijlage 4
AZ SINT-REMBERT
Pagina - 43 -