ASS en co-morbiditeit Onderzoek en praktijk 11 december 2008 E.H. Horwitz UCP Groningen
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Co-morbiditeit Co-occurence
Co-related Co-variation
Multi-morbidity Artefacten
classificatiesystemen
(Krueger & Markon, Annu.Rev.Clin.Psychol. 2006)
Co-morbiditeit Meer
stoornissen leidt tot meer functionele beperkingen Nat. Cormobidity Survey (Kessler 1994): > 50% mental disorders in the past year in people with liftime history of three or more diagnose
Afgrenzing / inclusie spectrum Fenomenologie Co-morbiditeit Beloop Familiair
voorkomen Genetisch factoren Betrokken hersengebieden Reactie behandelingen Andere biomarkers
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Co-morbiditeit ASS: kinderen In
algemene populatie; 112 kinderen 10-12 jaar oud; IQ 72 (19-127) 71% minstens 1 andere diagnose; 57% minstens 2 andere diagnosen 29% sociale fobie, 28% ADHD, 28% oppositionele stoornis Weinig depressie Simonoff et al JAACAP 2008
Co-morbiditeit ASS kinderen Lyfer
et al 2006: Autismespecifieke modules toegevoegd aan KSADS M.n. gericht op door ouders observeerbaar gedrag (irritatie bij depressie) Niet voor volwassenen (wel voor verstandelijk gehandicapten) Lyfer et al J.Aut.Dev.Dis. 2006
Onderzoek co-morbiditeit ASS Overzicht
Gillberg & Billstedt 2000: Gegevens gebaseerd op case series. Vuistregel: bij kinderen vooral ADHD, bij volwassenen depressie. Gillberg & Billstedt Acta Psych. Scan. 2000
Onderzoek co-morbiditeit ASS 2004: 129 patiënten in een 3e lijns instelling m.b.v. onder meer een SCID in kaart gebracht. 30% ADHD, 7% bipolaire stoornis, 8% psychotische stoornis.
Stahlberg
Stahlberg et. al. Journal Neural Transmission 2004
As I (SCAN) percentage ASS Project Groningen 2004 (Ketelaars & Horwitz) ASS
niet ASS
geen As I (SCAN)27
percentage
15
stemm st
53
ASS
62
niet ASS
geen slaapst
27
27
33
15
stemm st
psychose
7
slaapst
53
dwang angst
7
dwang
24
27
angst
psychose
53
7 53 7
62
33
33 5
24 33 5
As I (SCAN) percentage ASS Project Groningen (Ketelaars & Horwitz 2004) As II (IPDE) ASS
percentages
geen
ASS
niet ASS
20
38
0
0
7
5
33
psychose schizotypisch 7
0
0
24
anti-sociaal angst
53
0
0
33
borderline dwang
7
7
0
5
ontwijkend
7
10
dwangmatig
0
14
NAO
7
14
alle pers st
27
stemm st
53
slaapst schizoïde
27
paranoïde
niet ASS 15
62
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Patiënt A: Persoonlijkheidsstoornis en/of ASS?
Man, 65 jaar, gehuwd, kunstenaar Echtgenote overtuigd van ASS Weinig sociale contacten, communiceert moeizaam, houdt van orde en regelmaat Eerdere diagnose: persoonlijkheidsstoornis, veel conflicten Alcohol? Organiciteit (schildklierlijden)? Biografie: niet typisch voor ASS
Verhouding ASS/Persoonlijkheidspathologie DSM IV Cluster A: Schizoïde persoonlijkheidsstoornis Noch behoefte aan, noch plezier in hechte relaties Doet vrijwel alles alleen Toont zich onverschillig t.o.v. lof/kritiek anderen Heeft geen intieme vrienden of vertrouwelingen Toont beperkt affect
Verhouding ASS/Persoonlijkheidspathologie DSM IV Cluster A: Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Heeft geen intieme vrienden of vertrouwelingen Eigenaardige spraak Beperkt / inadequaat affect
Verhouding ASS/ Persoonlijkheidspathologie DSM IV Cluster A Bejerot & Nylander (Nord.J.Psychiatry, 2001): Veel co-morbiditeit OCD / Asperger / Persoonlijkheidspathologie (m.n. cluster A)
Verhouding ASS/persoonlijkheidspathologie DSM IV Cluster B: Antisociale persoonlijkheidsstoornis en narcistische persoonlijkheidsstoornis
Heeft een gebrek aan empathie; is niet bereid de gevoelens en behoeften van anderen te erkennen of zich ermee te vereenzelvigen Roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van zichzelf of anderen Ontbreken van spijtgevoelens, zoals blijkt uit de ongevoeligheid voor of het rationaliseren van het feit anderen gekwetst, mishandeld of bestolen te hebben
DSM IV PD clusters vs ASS Cluster B: Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Soderstrom (2005) in een groep van 100 forensische patiënten 18% ASS en 39% ADHD Correlatie APD: significant met ADHD en ASS Correlatie met PCL-R score: Met Totaalscore: hyperactiviteit Met Factor 1 (superficial, vicious, manipulatieve trekken): geen Met Factor 2 (affective unresponsiveness): ADD en ASS Met Factor 3 (impulsief, onverantwoordelijk): hyperactiviteit
Verhouding ASS/Persoonlijkheidspathologie DSM IV Cluster C: Obessief-compulsieve pers. stoornis
Geheel in beslag genomen door details, lijsten, regels Er op onredelijke wijze op staan dat anderen zich aan zijn/haar manier onderwerpen Beperkt uiten van affectie
TCI bij volwassenen met Asperger (Soderstrom et al, Autism 2002) Temperament type
Novelty seeking
Harm avoidance
Reward dependence
Expected proportion %
Proportion study group %
Antisocial
high
low
low
8.3+3.7
0
Passiveagressive
high
high
high
8.3+3.7
9.7+0
Explosive
high
high
low
8.3+3.7
9.7+6.4
Passive depen dent
low
high
high
8.3+3.7
6.4+12.9
Obsessional
low
high
low
8.3+3.7
16.1+22.6
TCI bij volwassenen met Asperger (Soderstrom et al, Autism 2002)
Vergeleken met controles scoorden AS hoger op: - harm avoidance - rarity
Lagere scores op: - novelty seeking - reward dependence - self-directedness - cooperativeness
Studie familieleden (“BAP”) Fors
verhoogde kans op: Lage score extraversie (“warmth”) Hoge score neuroticism Lage score openness/agreeableness (interpersonal rigidity) Piven, Am J Med Genet 1997
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Patiënt B: Angst en/of ASS? Man 31 jaar, natuurkundige, alleenstaand Op 12e diagnose PDD-NOS; extreem verlegen Langdurige behandeling sociaal fobische klachten met CGT, medicatie, SVT Nu vast werk, vriendin, ondersteuning via patiëntenvereniging
ASS – Angst & dwang Symptomatologische overlap Vrijwel geen studies co-morbiditeit SAD en ASS OCD: 20% ASS (Bejerot) Subtype OCD?
Autisme Spectrum Stoornis
OCS
Sociale fobie
Leeftijd van ontstaan
< 3 jaar
6-18 jaar
12-18 jaar
Geslacht
man: vrouw= 4:1
man:vrouw= 1:1.5
man: vrouw=1:1
Contactstoornis
aanwezig
afwezig
afwezig
Communicatiestoornis
aanwezig
afwezig
afwezig
Begeleidende angst
aanwezig
aanwezig
aanwezig
Symptoomprofiel: - Obsessies - Aanraken - Zelfbeschadigend gedrag - Wassen - Controleren - Tellen Egodystoniciteit
< dan bij OCS > dan bij OCS > dan bij OCS < dan bij OCS < dan bij OCS < dan bij OCS > dan bij OCS
> dan bij autisme > dan bij autisme < dan bij autisme > dan bij autisme > dan bij autisme > dan bij autisme < dan bij autisme
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Sociale angst+ vermijding
aanwezig
aanwezig
aanwezig
Beloop
continu
soms continu, soms fluctuerend
continu
Familie-anamnese
> autisme bij 1e graad verwanten > sociale fobie bij 1e graad verwanten bij subtype autisme+OCS : > OCS bij 1e graad verwanten
> OCS bij 1e graad verwanten
> sociale fobie bij 1e graad verwanten
Reactie op medicatie of gedragstherapie
niet - nauwelijks
redelijk
redelijk
Prognose
matig
redelijk
redelijk
ASS - Angst & Dwang Onderzoek Cath et al. 2008: Geen verschillen egodystonie klachten OCD/SAD met of zonder ASS Ook OCD/SAD scores op AQ Angst even groot met of zonder ASS, dwang hoger bij pure OCD Cath et al Psychopathology 2008
Opbouw presentatie Wat
is co-morbiditeit ASS en co-morbiditeit Casuïstiek: - ASS en/of persoonlijkheids-stoornissen - ASS en angst - ASS en psychose Conclusie / take-home message
Patiënt C: Psychose en/of ASS? Man, 25 jaar, studie gestaakt, woont op kamers. Slechte zelfzorg, sociaal isolement. In verleden diagnose PDD-NOS. Laatste jaren ook psychotisch, gedesorganiseerd. Reageert niet goed op antipsychotica. Resocialisatie lukt niet goed.
Premorbide problemen schizofrenie Latere taalontwikkeling Later lopen Lagere scores school Meer teruggetrokken, solitair gedrag Sociaal onaangepast
Negatieve symptomen schizofrenie Affectvervlakking Alogia Apathie-avolitie Anhedonie-asociaal Aandachtsproblemen
Verdere overlap ASS-SSS ToM problemen Katatonie Formele denkstoornissen MCDD
Take-home message Co-morbiditeit • • •
bij ASS:
Is meer regel dan uitzondering Betreft een breed spectrum aan co-morbide psychopathologie Biedt mogelijkheden voor behandeling
Co-morbiditeit
en differentiaal diagnostiek liggen vaak in elkaars verlengde Een goede ontwikkelingsanamnese is van belang bij deze diagnostische puzzel