De Bron
2011 - 2015
Angolastraat 3 • 2622 EA Delft • Telefoon 015 261 76 70 • E-mail
[email protected] • Website www.debrondelft.nl
Schoolgids Schoolgids De Bron
Pagina
2
Voorwoord Beste ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van basisschool De Bron vanaf schooljaar 2011 - 2015 In deze gids geven we u informatie over onze school. Het geeft u een indruk over de gang van zaken op De Bron. Wij beschrijven de manier waarop wij werken, de sfeer binnen onze school en waar wij als school voor staan. De gids bestaat uit een algemeen gedeelte t/m schooljaar 2014-2015 en een los gedeelte dat ieder jaar apart wordt verstrekt. Wij verzoeken u dan ook de schoolgids goed te bewaren. De gids is tot stand gekomen in overleg met het team, de medezeggenschapsraad en de ouderraad. Ook vindt u een bijdrage van het bestuur van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs (PCBO) Delft, waar onze school deel van uit maakt. De schoolgids van De Bron wordt jaarlijks aangepast en vastgesteld in de medezeggenschapsraad. Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders deze schoolgids. Actuele informatie verkrijgt u door middel van regelmatig verschijnende nieuwsbrieven. Deze nieuwsbrieven kunt u ook vinden op onze website www. debrondelft.nl. Deze schoolgids is bestemd voor ouders die kinderen op onze school hebben en voor ouders die op zoek zijn naar een basisschool voor hun kind. We hopen dat uw kind(eren) zich het komende jaar op onze school thuis zal (zullen) voelen. Laten we met elkaar werken aan een positief, creatief, waardevol en fijn schooljaar. Wij hopen, dat u onze schoolgids met plezier en interesse zult lezen. Vanzelfsprekend zijn wij altijd bereid een mondelinge toelichting te geven. Met vriendelijke groet, namens alle leerkrachten, Aad Bos (directeur)
Schoolgids De Bron
Pagina
3
Inhoudsopgave 1.
De belangrijkste uitgangspunten 1.a De sfeer op school 1.b De christelijke identiteit van de school 1.c De kwaliteit van ons onderwijs 1.d De zorg voor de leerlingen 1.e De contacten met de ouders 1.f Burgerschap
2.
De organisatie van het onderwijs 2.a Groepsgrootte 2.b Hoe en wat leren de kinderen 2.c En verder nog....
3.
De zorg voor de kinderen 3.a De opvang van nieuwe leerlingen 3.b Het volgen van de ontwikkeling van kinderen 3.c En als extra hulp niet voldoende is? 3.d Leerlingen die meer aankunnen. 3.e Opvang van kinderen met een “rugzak”. 3.f De overstap naar het voor tgezet onderwijs 3.g Zorg voor gezondheid en veiligheid 3.h Schoolmaatschappelijk werk
4.
Het team
5.
Het schoolbestuur
6.
School- en vakantietijden
7.
Speciale activiteiten 7.a Christelijke feesten 7.b Andere feesten 7.c Sporttoernooien 7.d Goede doelen 7.e Verkeersexamen 7.f Kunstzinnige vorming 7.g Projectweek 7.h Stagiaires
8.
Regels en afspraken 8.a Verhinderd door ... 8.b Verlofregeling 8.c Entree 8.d Melk drinken op school 8.e Huiswerk en schoolspullen 8.f Project meedraaien in het voortgezet onderwijs
Pagina
4
8.g 8.h 8.i 8.j
Sponsoring Mediatheek Filmen en fotograferen in de klas Gevonden voorwerpen
9.
Contacten met ouders 9.a Gesprek met de directeur 9.b Gesprek met de leerkracht 9.c Spreekavonden 9.d Ouderhulp 9.e Medezeggenschapsraad (MR) 9.f Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) 9.g Ouderraad 9.h Ouderbijdrage 9.i Opvoedkundig bureau 9.j Uitgave informatie (schoolgids, nieuwsbrief) 9.k Onderwijskundige rappor ten 9.l Plaatsing van nieuwe leerlingen 9.m Voor-, tussen- en naschoolse opvang van Octopus 9.n Voor-, tussen- en naschoolse opvang van andere aanbieders 10. Veiligheid in en om de school 10.a Algemeen 10.b Sociale veiligheid 10.c Fysieke veiligheid 10.d Klachtenregeling 10.e Ontruimingsplan 10.f Ongelukken op school 10.g Ongevallen verzekering kinderen 10.h Aansprakelijkheid van onderwijzend personeel en onderwijsinstellingen 10.i Mobiele telefoons 11. Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Trefwoordenregister Bijlagen: schooljaar afhankelijke informatie inschrijfformulier ouderhulp jaarkalender groepslijst
1. De belangrijkste uitgangspunten De Bron is één van de scholen van de Stichting PCBO te Delft en omstreken. Het credo van de stichting is: Bedoeld om te schitteren. Dat betekent voor De Bron dat wij een school willen zijn, met voor ieder kind een toegevoegde waarde. De basis van deze toegevoegde waarde is het christelijk geloof, met zijn waarden normen, rituelen en verhalen. Het motto van De Bron komt voort uit het credo van de stichting: DE BRON EEN SCHITTERENDE SCHOOL VOOR IEDER KIND. Alle kinderen die aan onze zorg worden toevertrouwd, krijgen de persoonlijke aandacht die ze nodig hebben, zonder het belang van de groep uit het oog te verliezen. Samen met de ouders vormt ons onderwijs een deel van de opvoeding. Hoe wij vorm geven aan dit onderwijs leest u in deze gids.
1.a
De sfeer op school
Wij willen dat de school een veilige plaats is waar kinderen graag zijn en waar zij met elkaar leren en spelen. Wij werken aan een rustige, gezellige en open sfeer in de klas en in de school. Zorg, respect en waardering voor elkaar en voor de wereld om ons heen zien wij als een belangrijke opdracht voor kinderen, ouders en leer- krachten, omdat dit de basis is voor een goed leefklimaat.
Schoolgids De Bron
1.b
De christelijke identiteit van de school
Onze school is een christelijke school. We leven en werken vanuit het voorbeeld van Jezus, met de Bijbel als inspiratiebron. Wij respecteren andersdenkenden en ouders met een andere godsdienstige en culturele achtergrond. In ons christelijk onderwijs willen wij de kinderen vertrouwd maken met de verhalen uit de Bijbel en proberen deze verhalen te vertalen naar de tijd waarin we nu leven. Wij vinden dat het christelijke karakter van onze school herkenbaar moet zijn in de praktijk van elke dag. Enkele voorbeelden hier van : • Over normen en waarden die we over willen brengen, wordt niet alleen gesproken. Kinderen, collega’s en ouders moeten die ook in de dagelijkse praktijk beleven. • We gaan er van uit dat ieder mens, ieder kind uniek is, dus anders, maar daarin juist gelijk en gelijkwaardig. We respecteren en waarderen de verschillen die er zijn tussen kinderen. We proberen hun de ruimte te geven om te kunnen zijn wie ze zijn en hun te leren ook op deze manier met elkaar om te gaan. • We hechten veel waarde aan samenwerken, elkaar helpen en samen delen. • We proberen kinderen op te voeden zodat ze zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en de wereld om hen heen. • Waar mogelijk wordt in de lessen aandacht besteed aan het maken
Pagina
5
van keuzes voor rechtvaardigheid, medemenselijkheid, vrede, vrijheid, tolerantie, milieubewust leven, tegen geweld, discriminatie en vooroordelen. Daarnaast blijkt het christelijke karakter van onze school uit zaken die direct verband houden met de geloofstraditie, zoals: • De lessen godsdienst- en levensbeschouwelijke vorming. • De manier waarop wij op school de dag beginnen en/of eindigen met een gebed, een lied, een gedicht of een gesprek. • De viering van de christelijke feestdagen.
1.c
De kwaliteit van ons onderwijs
Het geven van kwalitatief goed onderwijs staat hoog in ons vaandel. Wij zien het werken aan de verbetering van het onderwijs als een continue proces. Net als de kinderen zijn de leerkrachten op school steeds aan het leren, aan het zoeken naar mogelijkheden om de lessen nog zinvoller en begrijpelijker te maken voor alle kinderen. Bovendien is de maatschappij steeds aan verandering onderhevig en de school wil in die ontwikkeling mee. We proberen dat voor elkaar te krijgen door regelmatig nascholingscursussen te volgen. Deze staan vermeld in ons nascholingsplan.
Pagina
6
1.d
De zorg voor alle leerlingen
De kinderen die op onze school binnenkomen verschillen in aanleg en ontwikkeling, in mogelijkheden en behoeften. We proberen daar zoveel mogelijk rekening mee te houden en ons onderwijs aan te passen aan datgene wat kinderen nodig hebben. We streven ernaar dat kinderen zoveel mogelijk positieve ervaringen opdoen.
1.e
De contacten met de ouders
De school stelt een goed en zorgvuldig contact met de ouders erg op prijs. We zijn van mening dat een goede samenwerking tussen ouders en school essentieel is voor de ontwikkeling van uw kind. We houden daarom de ouders goed op de hoogte van wat er op school speelt. We zien het contact met ouders niet als eenrichtingsverkeer van de school naar de ouders. We waarderen het ook informatie van de ouders te ontvangen. Behalve de geplande gesprekken naar aanleiding van een rapport (de zogenaamde spreekavonden) is het ook fijn om tussentijds eens wat te horen. Zinvolle uitwisseling van informatie leidt immers tot wederzijds begrip van ieders opvoedkundige situatie.
1.f
Burgerschap
Het is voor onze school vanzelfsprekend, dat wij onze leerlingen voorbereiden op de samenleving. Burgerschapsvorming is eigenlijk de totale identiteit van de school, die beschreven staat in de schoolgids en het schoolplan. De drie kernwaarden van burgerschapsvorming zijn: Identiteit: Om deel te kunnen nemen aan de samenleving, moet je weten wie jezelf bent en waar je voor staat. Je moet je ook bewust worden van wie je bent ten opzichte van anderen. In elke les vindt reflectie plaats op het eigen gedrag en op de omgeving met anderen. Dit gebeurt expliciet tijdens de godsdienstlessen en tijdens de lessen over sociaalemotionele vorming (methode Goed Gedaan). Democratie: Om op de goede manier deel te nemen aan de maatschappij moet je weten hoe deze werkt. Onze school fungeert als oefenplaats als het gaat om problemen samen oplossen en deelnemen aan democratische processen. Paticipatie: Actief burgerschap betekent dus dat je deelneemt aan de samenleving. Dit kan dus betrekking hebben op het deelnemen aan maatschappelijke verbanden (relatie burger en overheid) , maar ook op het deelnemen aan maatschappelijke verbanden (tussen burgers onderling). Het geven van meer verantwoordelijkheid aan de leerlingen, zal de participatie in de maatschappij ten goede komen. Waar vinden we burgerschapsvorming terug in onze school? Lesmethoden richten zich alleen op onderdelen voor burgerschap. Methoden voor sociaal-emotionele ontwikkeling (Goed Gedaan) en voor godsdienst (Trefwoord) richten zich vooral op onderdelen van identiteitsvorming. In de methoden voor geschiedenis (Wijzer door de tijd) en aardrijkskunde (De Blauwe Planeet) zijn elementen van democratie terug te vinden. Verder zijn er ook de schoolbrede activiteiten, die vorm krijgen in het pedagogisch klimaat. Hoe gedragen kinderen zich in de school en welke waarden en normen vinden wij belangrijk. Het pedagogisch klimaat is de basis van het goed functioneren van de school. Gedragregels worden jaarlijks besproken en aangepast door het team. Buitenschoolse activiteiten vinden plaats in de vorm van het bezoeken van musea in Delft, bezoeken van bedrijven (Techniek), schoolreisjes, schoolkamp, bibliotheek enz. Onze visie op burgerschapsvorming Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Onze leerlingen maken ook nu
Schoolgids De Bron
al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang, maar daar blijft het niet bij. Vanuit onze christelijke identiteit vinden wij het van belang, dat kinderen op een zelfbewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef voor de samenleving meegeven. In de school leren leerlingen samen te leven met anderen. Vanuit deze visie hebben we de volgende doelen en activiteiten opgesteld: • Onze leerlingen praten met elkaar over de manier waarop ze in het leven staan. Bij de godsdienstlessen komen vele levensvragen aan de orde, meestal aan de hand van Bijbelverhalen. Elke twee weken wordt een thema centraal gesteld. Dit gebeurt aan de hand van de methode Trefwoord, dagelijks in alle groepen op het eigen niveau van de kinderen. • De school is een afspiegeling van de maatschappij in het klein (minisamenleving). De kinderen kunnen in de school dus oefenen in het leren samenleven met elkaar. - De klassenregels worden geregeld besproken en aangescherpt. Dit gebeurt tijdens de lessen die daarvoor bedoeld zijn, maar ook tussendoor. - De school maakt gebruik van de methode Goed Gedaan. In deze methode leren de kinderen onder andere hoe je conflicten het beste kunt oplossen. Ook de leefregels komen hier uitgebreid aan de orde. De ouders worden hier direct bij betrokken, door brieven mee te geven of via de mail te verspreiden. - Wanneer de regels worden overtreden heeft onze school een helder beleid over straffen en belonen, dat door elke leerkracht zo consequent mogelijk wordt uitgevoerd. Alle mensen maken fouten, maar elkaar vergeven en opnieuw kunnen beginnen hoort helemaal bij onze school. • De kinderen zijn actief met elkaar bezig in onze school. Ze leren hun zaakjes op een goede manier te organiseren en op verantwoorde wijze met elkaar om te gaan. - Alle kinderen kunnen meedoen aan de Actie Schoenmaatje. - De kinderen denken mee met het opzetten van de sportdag. - De kinderen worden betrokken bij het inrichten van het schoolplein. - De kinderen werken veel in groepjes. Ze leren zo met elkaar samen te werken en werkstukken te maken. • In onze school oriënteren leerlingen zich op de samenleving en leren ze hun eigen mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden. Dit gebeurt zowel in als buiten de school. - In de groepen 7 en 8 wordt wekelijks het School TV Weekjournaal bekeken. De kinderen discussiëren over thema’s die daarin naar voren komen. - Meerdere werkstukken worden in de groepen 5 t/m 8 gemaakt over bovengenoemde onderwerpen. - De kinderen in groep 7 en 8 krijgen jaarlijks informatie over onder andere drankgebruik, drugs, vuurwerk en geweld door de wijkagent en/of door medewerkers van bureau HALT.
Pagina
7
2. De organisatie van ons onderwijs In dit hoofdstuk willen we u een beeld geven van de manier waarop we het geven van onderwijs op onze school georganiseerd hebben.
2.a
Groepsgrootte
De groepsverdeling en de groepsgrootte heeft ieder jaar onze volle aandacht. Vanuit de door het rijk beschikbaar gestelde financiën, berekenen wij het aantal groepen dat we kunnen bekostigen. Dat betekent helaas soms dat groepen moeten worden samengevoegd. Wij gaan hier heel zorgvuldig mee om. Zowel leerkrachten, ouders als directie en bestuur worden hier nauw bij betrokken. Op die manier proberen we de verdeling voor ieder kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Voor de groepsverdeling verwijzen we naar de jaarlijks te verstrekken actuele bijlage.
2.b
Hoe en wat leren kinderen?
Groep 1 en 2 “Wat heb je vandaag op school gedaan?” Ongetwijfeld zult u deze vraag ook wel eens gesteld hebben aan uw kind. Het antwoord dat veel kinderen dan zullen geven is: “Gespeeld.” Het spel is een belangrijk facet in de kleuterperiode. In de kleutergroep dragen we zorg voor de omgeving en proberen deze zo in te richten
dat het kind allerlei voorwerpen spelend kan hanteren. Kort gezegd: spelen is leren! Al spelend wordt de ontwikkeling gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek, expressie, sociale vaardigheden en zelfstandigheid. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Door middel van pictogrammen wordt het dagritme aan de kinderen duidelijk gemaakt. Dit zorgt ervoor dat een kind weet waar het aan toe is, zodat het zich veilig kan voelen op school. We werken aan de hand van thema’s zoals: gezondheid, seizoenen, feesten, beroepen. Wij proberen zo veel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van kinderen. Door zo te werken, ontdekt het kind de wereld om zich heen en maakt zich begrippen en vaardigheden eigen die nodig zijn om te leren lezen, schrijven en rekenen. Aan het begin van de morgen en middag zitten de kinderen meestal in de kring. De kinderen en de leerkracht praten dan met elkaar over wat ze hebben meegemaakt of over het thema. Tijdens de kring is er dus veel aandacht voor de taalontwikkeling. Voorlezen, verhalen vertellen, zingen en allerlei taalspelletjes dragen bij tot het vergroten van de woordenschat en het maken van goede zinnen. Dit is een belangrijke voorbereiding op het leren lezen. Na de kring werken de kinderen aan de tafels, in de hoeken, in de kleutergymzaal of op het schoolplein. Rond tien uur gaan de kinderen het van thuis meegebrachte eten en drinken nuttigen. De leerkrachten volgen de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig. Door middel van regelmatige observaties proberen we problemen vroegtijdig te signaleren en te voorkomen. Elders in deze schoolgids leest u meer over de zorg voor de kinderen. Groep 3 tot en met 8 In deze groepen wordt er meer klassikaal gewerkt. Er wordt veel aandacht besteed aan basisvaardigheden, die tot uiting komen in de hoofdvakken rekenen, lezen, taal, spelling en schrijven. Lopende de schoolcarrière komt er steeds meer aandacht voor biologie, verkeer, aardrijkskunde, geschiedenis en Engels. Godsdienstige vorming Alle groepen beginnen de dag met een gesprek. De leerkracht en de kinderen praten dan met elkaar over actuele gebeurtenissen of over een onderwerp dat aansluit bij de Bijbelverhalen voor die week. In gesprekken, verhalen en liedjes proberen wij de kinderen op een begrijpelijke manier te vertellen over God en Zijn bedoeling met deze wereld. Respect en belangstelling voor elkaar zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Afhankelijk van de groep behandelt de leerkracht één, twee of drie Bijbelverhalen per week. We openen en sluiten de dag met gebed, lied, gedicht of gesprek. We gebruiken voor godsdienst de methode Trefwoord.
Pagina
8
Sociaal emotionele ontwikkeling Wij gebruiken de methode Goed Gedaan. Deze methode vormt de gestructureerde basis voor het bestaande beleid. De methode is opgebouwd rond thema’s. In iedere groep komen op hetzelfde moment dezelfde thema’s aan de orde. Door deze structurele manier van werken, willen wij dat de kinderen in staat zijn om met respect naar anderen en zichzelf te kijken en hiernaar te handelen. We bedoelen hiermee, dat kinderen en leerkrachten naar elkaar luisteren, elkaar laten uitspreken, elkaar ruimte geven en verschillen accepteren. Rekenen Het moderne rekenonderwijs bestaat niet meer alleen uit het maken van rijtjes sommen. De kinderen leren rekenen door het oplossen van praktische problemen die voor hen herkenbaar zijn. Niet alleen het antwoord is belangrijk, maar vooral hoe je tot de oplossing gekomen bent. Daarom heeft het samen praten over hoe een rekenprobleem opgelost kan worden een belangrijke plaats in ons onderwijs. Naast optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, wordt aandacht besteed aan het meten, klokkijken, rekenen met geld, het opstellen en lezen van tabellen en grafieken enz. We gebruiken de methode Wereld in getallen. Twee maal per jaar nemen we bovendien een objectieve toets af waarbij de vorderingen van het kind vergeleken worden met andere kinderen uit Nederland. Per groep wordt tussen de 4 en 5 uur rekenonderwijs per week gegeven. Nederlandse taal Taal speelt een belangrijke rol in ons leven. Taal is nodig om de wereld om je heen te verkennen en om in contact te komen met anderen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich verstaanbaar weten te maken tegenover anderen en dat ze leren anderen te verstaan. Een belangrijk deel van het taalonderwijs is daarom op het spreken, luisteren en stellen gericht. Uitbreiden van de woordenschat, het onder woorden leren brengen van je mening en het luisteren naar anderen vinden een plaats in o.a. het kringgesprek. We leren de kinderen ook verhalen schrijven en spreekbeurten houden. Daarnaast is regelmatig aandacht voor de spelling en de grammatica. Groep 4 t/m 8 werkt met de methode Taal op maat. De vorderingen bij het spellingonderwijs worden twee maal per jaar met een objectieve toets bekeken. Per groep wordt er 6 à 7 uur taalonderwijs per week gegeven. Lezen In groep 1 & 2 is veel aandacht voor het voorbereiden lezen. Kinderen leren in deze groepen spelenderwijs een aantal letters. Ze leren wat woorden zijn en dat je met woorden zinnen kunt maken. Zo zijn ze voorbereid op de start van het lezen. In groep 3 wordt er officieel een start gemaakt met het leren lezen. Wij gebruiken de nieuwste versie van de methode Veilig leren lezen. Bij deze methode horen aantrekkelijke, uitdagende leermiddelen, die het leren lezen nog leuker maken. Na een half jaar zijn de meeste kinderen in staat eenvoudige
Schoolgids De Bron
verhaaltjes te lezen. We starten dan met tutorlezen. Groepjes van 2 of 3 kinderen lezen samen een boek. Twee keer per jaar worden de leesvorderingen van de kinderen in groep 3 t/m 8 getoetst. Vanaf medio groep 4 is er naast het technisch lezen ook aandacht voor het begrijpend/studerend lezen. Naast de technische kant van het leren lezen is er veel aandacht voor leesbeleving. Wij proberen kinderen te laten er varen, dat lezen fijn kan zijn. Daarom wordt er geregeld voorgelezen en heeft iedere groep de beschikking over onze uitgebreide schoolbibliotheek. Ieder jaar wordt de schoolbibliotheek aangevuld met nieuwe leesboeken. Gemiddeld wordt er 3 uur per week per leerjaar aandacht besteed aan lezen. Voor begrijpend lezen wordt de methode Tekstverwerken gebruikt. Schrijven Voordat we met schrijfonderwijs volgens de methode Schrijven in de basisschool in groep 3 beginnen, moet de motoriek voldoende ontwikkeld zijn. In de groepen 1 en 2 is daarom veel aandacht voor bewegen; de fijne motoriek wordt geoefend door te leren knippen, ver ven, tekenen e.d., de grove motoriek door rennen, klimmen, fietsen e.d. In groep 3 leren de kinderen alle schrijfletters, in groep 4 komen daar de hoofdletters bij. Halverwege groep 3 wordt de vulpen geïntroduceerd. Vanaf groep 5 blijft er aandacht voor de juiste vorm van de letters, het vloeiend schrijven en een goede werkverzorging. In de loop der jaren ontwikkelt het kind steeds meer een eigen handschrift. Gemiddeld wordt er 1 uur per week schrijfonderwijs gegeven. Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie wil zeggen: leren de wereld te verkennen en proberen te begrijpen waarom de wereld zich in de loop der tijden zo gevormd heeft. Dit doen wij in groep 1 t/m 4 aan de hand van onderwerpen, die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Vanaf groep 5 gebeur t dit in aparte vakken. Voor het vak aardrijkskunde gebruiken wij de methode De Blauwe Planeet en voor geschiedenis de methode Wijzer door de tijd. Voor het natuuronderwijs wordt gebruik gemaakt van de methode Wijzer door de natuur en van projecten en leskisten van het natuur- en educatiecentrum ‘De Papaver’. Groep 5 en 6 volgen de uitzendingen van Nieuws uit de natuur die wekelijks worden uitgezonden door de Nederlandse Onderwijs Televisie. Gemiddeld 3 uur per week is er aandacht voor deze vakken. Engels In de groepen 7 en 8 krijgen de kinderen één uur per week Engels. Met behulp van de methode Real English - Let’s do it wordt een goede basis gelegd voor de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid van de kinderen. De komende jaren wordt onderzocht of we in alle klassen aandacht gaan geven aan de Engelse taal. De schoolbrieven houden u over de voortgang op de hoogte.
Pagina
9
Verkeer Voor het verkeersonderwijs gebruiken wij de methode Klaar over. Dit is een moderne methode, die jaarlijks wordt aangepast, aangezien de verkeersregels en verkeersborden nogal eens veranderen. In groep 5 en 6 gebruiken we ook nog de verkeerskranten Op voeten en fietsen en in groep 7 de Jeugdverkeerskrant van 3VO. Groep 7 doet mee aan het landelijk verkeersexamen, dat bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een fietsproef. Creatieve vorming Er is ruime aandacht voor muziek, tekenen en handvaardigheid, gemiddeld zo’n drie uur per week. Daarnaast maken wij gebruik van het aanbod van de Vrije Academie. Zij bieden ons leskisten, theater voorstellingen, films en museumbezoeken aan. Door het aanleren van technieken en het kennismaken met kunstzinnige uitingen proberen wij kinderen enthousiast te maken hun eigen creativiteit te ontwikkelen. Wij maken o.a. gebruik van de methoden Beeldvaardig en Handvaardig. Techniek Techniek is een onderdeel van Oriëntatie van mens en wereld, naast natuur, geschiedenis en aardrijkskunde. We creëren een rijke leeromgeving voor de leerlingen. Een omgeving die voor de leerlingen herkenbaar is, want techniek is een onderdeel van hun leefomgeving en belevingswereld. Het geven van techniekonderwijs kan heel uitnodigend zijn en leiden tot allerlei interessante ontdekkingen. In technieklessen leren kinderen al doende logisch nadenken en probleemoplossend handelen, onderzoeken, reflecteren en samenwerken.
Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 is dagelijks veel aandacht voor bewegen. Ieder dagdeel spelen de kinderen buiten op het plein of in de kleutergymzaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen één of twee keer per week bewegingsonderwijs van de vakleerkracht. Groep 4 heeft eenmaal per week schoolzwemmen in het zwembad Kerkpolder. Het rooster wordt aan het begin van het schooljaar meegegeven. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen de gelegenheid om te douchen na de les. Het is dus de bedoeling, dat uw kind een handdoek bij zich heeft. Als uw kind gevoelig is voor schimmelinfectie dan kunt u voor het douchen badslippers meegeven. Computers in het onderwijs In alle groepen werken de kinderen regelmatig met de computer. We gebruiken computerprogramma’s, die ondersteuning geven bij het lesprogramma. In iedere groep staan twee computers aangesloten op ons netwerk. Zo zijn er verschillende programma’s, die leren omgaan met de muis, helpen sommen te automatiseren, spelling- en werkwoordsvormen in te oefenen of de topografie te leren enz. We denken hierbij niet alleen aan het maken van oefeningen, maar ook aan het werken via internet. Meer informatie kunt u vinden in het ICT-beleidsplan van de school. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van activ boards.
2.c
En verder nog ...
Inspectie De inspecteur bezoekt regelmatig onze school. Dit bezoek heeft tot doel om de eisen van het ministerie te toetsen en ons van dienst te zijn bij eventuele problemen. Het schoolbestuur, de medezeggenschapsraad en het team zijn hier nauw bij betrokken. Bij ieder schoolbezoek neemt de inspecteur algehele lijnen van ons onderwijs door met de directeur. Daarnaast bekijkt hij een bepaald leerstofonderdeel nauwkeuriger en bezoekt daarbij ook enkele groepen. Zo vormt hij zich een beeld van de situatie. Nieuwe methoden Bij het lesgeven is een goede methode belangrijk. Voor het kiezen van een nieuwe methode gaan we niet over één nacht ijs. We laten ons heel goed informeren door scholen die de methode al wat langer gebruiken, we vragen zichtzendingen aan die we grondig bestuderen en soms wordt de hulp van de onderwijsbegeleidingsdienst ingeroepen, die met haar expertise een nuttige bijdrage aan het proces kan leveren. Het moment van invoeren van een nieuwe methode wordt altijd in de Nieuwsbrief aangekondigd. Op de informatieavonden kunt u onze methoden inzien.
Pagina 10
3. De zorg voor de kinderen 3.a
De opvang van nieuwe leerlingen in de school
Als een kind vier jaar wordt, is het welkom op de basisschool. Wanneer u overweegt uw kind bij ons in te schrijven, nodigen wij u uit voor een gesprek. Tijdens het gesprek dat we dan hebben, worden de ouders geïnformeerd over de gang van zaken bij ons op school. Nadat een kind is ingeschreven, krijgen de ouders van ons een bevestiging. (Zie voor inschrijving: hoofdstuk 9, Regels en afspraken). We spreken af vanaf welke datum het kind welkom is in de groep. Meestal is dit aansluitend aan een vakantie, net voor de vierde verjaardag van het kind.
3.b
begeleider of de extra hulp beëindigd kan worden of dat er meer tijd nodig is. Tijdens de leerling besprekingen, die drie keer per jaar gehouden worden, bespreken intern begeleider en groepsleerkracht welke middelen en methoden gebruikt moeten worden om een kind snel te helpen. Uiterlijk twee maanden voor het einde van het schooljaar informeert de leerkracht de ouders of er sprake is van voldoende vooruitgang in de ontwikkeling van het kind om naar het volgende leerjaar te kunnen gaan. Er kan worden besloten dat het kind de gelegenheid krijgt wat langer over de leerstof te doen. We spreken dan van een verlengde leerweg. Uiterlijk een maand voor het einde
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
Ieder kind geven we de gelegenheid zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Om kinderen daarbij optimaal te begeleiden, is het team van de Bron intensief bezig met de leerlingenzorg. Wij zien de zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wij hebben daarom afspraken gemaakt over hoe wij de ontwikkeling van de kinderen in de groep volgen en wanneer en hoe extra zorg geboden wordt. De leerkracht houdt de ontwikkeling van vaardigheden en de voortgang van de leerresultaten bij aan de hand van de activiteiten die de kinderen dagelijks in de groep uitvoeren. Met behulp van observaties en toetsen, die op vastgestelde tijden uitgevoerd en afgenomen worden, volgen de leerkrachten de vorderingen van de kinderen. Mede aan de hand van de resultaten stellen zij vast of de kinderen voldoende vooruitgang boeken. De leerkracht bepaalt, soms in samenspraak met de intern begeleider, of uw kind extra hulp binnen of buiten de klas zal krijgen. Zodra wij het nodig achten dat uw kind extra hulp krijgt, wordt u daar van op de hoogte gesteld. De intern begeleider coördineert de begeleiding van kinderen die extra zorg nodig hebben. Tijdens leerling besprekingen overleggen intern begeleider en groepsleerkracht op welke manier een kind geholpen zou kunnen worden. Soms observeert een intern begeleider en neemt één of meer toetsen af. Dit resulteert in een handelingsplan. Nadat het handelingsplan is uitgevoerd, bekijken de groepsleerkracht en de intern
Schoolgids De Bron
Pagina
11
van het schooljaar wordt de definitieve beslissing genomen. In de tussenliggende periode worden alle afspraken over extra hulp en begeleiding gecontinueerd. Een kind verlengt zijn leerweg alleen dan wanneer er een duidelijke positieve verwachting is.
3.c
En als extra hulp niet voldoende is ?
Het kan wel eens voorkomen dat hulp van buiten de school moet worden ingeroepen. Samen met de ouders wordt eerst besproken waarom we dat wenselijk achten. Dergelijke hulp kan door een fysiotherapeut, logopedist, of een leerkracht van een school voor speciaal basisonderwijs gegeven worden. Samen met deze hulpverleners proberen we uw kind op zijn niveau zo goed mogelijk te begeleiden. Als al deze geschetste stappen zijn genomen, soms wel een jaar lang, en .... het wil maar niet lukken, dan pas, in overleg met de ouders, bespreken we of het niet verstandig zou zijn om het kind te laten testen. Deze test wordt afgenomen door een orthopedagoog van onze onderwijsbegeleidingsdienst. Na afname wordt, afhankelijk van de uitslag, naar de beste oplossing voor een kind gezocht. Komt uit het onderzoek naar voren dat het kind beter af is op een speciale school voor basisonderwijs, dan kan het kind door de ouders aangemeld worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. Dit gebeurt altijd in overleg met de internbegeleider.
3.d
Leerlingen die wat meer aankunnen
De leerlingenzorg bij ons op school beperkt zich niet alleen tot de leerlingen die uitvallen bij de toetsen. Ook hebben wij aandacht voor de leerling die wat meer in zijn mars heeft. Binnen de kleutergroepen is het onderwijs zo georganiseerd dat er altijd een breed uitdagend aanbod van materiaal is. Wanneer een kind meer kan dan de klasgenoten kan er altijd materiaal uit een boven liggende groep geleend worden. Ook kan de extra uitdaging gezocht worden in verdieping. Wanneer een kleuter letters en cijfers interessant gaat vinden bestaat de mogelijkheid om ook hier in voldoende mate mee bezig te zijn. Leren lezen is één van de mogelijkheden. Vanaf groep drie wordt er gewerkt met extra werk. Voor de kinderen herkenbaar als routeboekjes, sterretjes opdrachten, extra werkbladen, extra spelletjes en werken op eigen niveau binnen computerprogramma’s enz. Wanneer we bemerken dat een leerling hier niet voldoende uitdaging in vindt, kan er in overleg met de intern begeleider, gekozen worden voor ander werk. De klassenleerkracht en de intern begeleider bekijken dan welk klassenwerk er gedaan moet worden naast het werk met de extra uitdaging. We hebben veel uitdagende materialen tot onze beschikking. We kunnen kinderen extra uitdaging bieden op veel leerstofgebieden. We denken dan aan rekenen, taal, begrijpend lezen en informatie verwerking. Leerkrachten kunnen dit werk voor hun leerlingen kopiëren. In het verleden is gebleken dat het aanbod meestal ruim voldoende is. Het kan natuurlijk altijd een keer voorkomen dat we niet voldoende materialen in huis hebben. We hebben dan de mogelijkheid om van de bibliotheek van Onderwijs Advies gebruik te maken. Wanneer blijkt dat een leerling aan al deze materialen nog niet voldoende heeft, kan overwogen worden om één keer een klas over te slaan. Dit is net als bij het verlengen van de leerweg, een keuze die goed moet worden afgewogen. Het kan mogelijk zijn dat we daarbij het advies inwinnen van de orthopedagoog van Onderwijs Advies. In samenspraak met de ouders zullen we dan tot een besluit komen. Vanwege een eventueel te groot leeftijdsverschil met groepsgenoten doubleert of versnelt een leerling bij ons op school maximaal één keer. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op deze regels denkbaar. Wanneer er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken zal dat altijd met instemming moeten zijn van alle partijen.
3.e
Opvang van kinderen met een “rugzak”
Het is tegenwoordig mogelijk, dat ouders van kinderen met specifieke onderwijsbehoefte kiezen voor gewoon basisonderwijs. Het geld (de zogenaamde “rugzak”) dat ouders van de overheid kunnen krijgen, wordt door de basisschool ingezet voor extra ondersteuning(waarschijnlijk tot en met schooljaar 2012). Hiervoor geldt wel een toelatingsprocedure. Bij deze toelatingsprocedure staan het belang van het kind en de mogelijkheden van de school centraal. Bij het besluit tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een Pagina 12
teambesluit. We gaan er immers vanuit, dat bij toelating de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. Hoe dit alles na 2012 gaat lopen is ook bij ons nog niet bekend. We volgen de informatie op de voet en houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
3.f
De overstap naar het voortgezet onderwijs
Onderdeel van de leerlingenzorg is de begeleiding van ouders en kinderen bij de schoolkeuze voor voortgezet onderwijs. Dit moet een school zijn die zo goed mogelijk aansluit bij het niveau van het kind. Aan het eind van groep 7 wordt de Cito-entreetoets afgenomen. Aan de hand van de uitslag van deze toets weten we aan welke onderdelen we nog extra aandacht moeten besteden in de laatste periode van de basisschool. Tijdens de informatieavond in september geeft de leerkracht van groep 8 de ouders algemene informatie over de mogelijkheden in het voortgezet onderwijs.
3.g
Zorg voor gezondheid en veiligheid
JGZ Zuid-Holland West De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is er voor ouders, kinderen en jongeren van 0 – 23 jaar. De artsen en verpleegkundigen volgen de groei en de ontwikkeling van elk kind. Ze geven advies over gezondheid en opvoeding. En ze geven de noodzakelijke inentingen. Gezondheidsonderzoek: In groep 2 onderzoekt de jeugdarts de algemene ontwikkeling en de gezondheid van uw kind. Hoeveel is uw kind gegroeid in lengte en gewicht en hoe goed kan uw kind horen en zien? Het komt allemaal aan bod tijdens het onderzoek in groep 2. In groep 4 wordt alleen de lengte en het gewicht gecontroleerd. Dit laatste onderzoek vindt onder schooltijd op school plaats. Spraak-taalonderzoek: Is uw kind vijf jaar, dan vindt een spraak-taalonderzoek plaats. Een logopediste test of uw kind problemen heeft met spreken, luisteren, taalgebruik of mondgedrag. Aan de hand van het onderzoek krijgt u advies of extra oefening wenselijk is.
over dingen die uw kind bezighouden. Eventuele bijzonderheden worden altijd aan u teruggekoppeld. Onderzoek op verzoek: Heeft u vragen of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind? U kunt altijd bij de jeugdgezondheidszorg terecht. Telefoon: 088 054 99 99 (lokaal tarief) De GGD Zuid-Holland West is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst van de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Telefoon : (079) 343 08 88, internet: www.ggdzhw.nl. Het opvoedbureau Alle ouders hebben wel vragen over opvoeding. Dat is niet zo vreemd, als je bedenkt dat kinderen zich voortdurend ontwikkelen en dus steeds een ander (nieuw) gedrag ver tonen. De meeste vragen of problemen lossen zich dan ook gelukkig vanzelf weer op. Toch zijn er misschien ook wel eens vragen over kleine of grote problemen in het gedrag van uw kind, waarover u graag wat langer zou willen praten met een deskundige. Drie keer per week houden medewerkers van het opvoedbureau in Delft gratis spreekuur over allerlei opvoedingsvragen. U kunt terecht met vragen over gedrag, ontwikkeling en opvoeding van kinderen van 0 tot 19 jaar. Op het spreekuur wordt naar uw vragen of verhaal geluisterd. Samen met u worden de zaken op een rijtje gezet en een antwoord of oplossing gevonden. Over allerlei onderwerpen die met opvoeding te maken hebben, kunt u informatie aanvragen. Er zijn geen kosten aan verbonden. Op onderstaande tijden kunt u bellen of langskomen. Voor een gesprek is het verstandig eerst een afspraak te maken. Bij afwezigheid van de medewerkers, wordt u doorgeschakeld naar het Centraal Informatiepunt of naar een antwoordapparaat. U kunt dan een bericht achterlaten. Centraal Informatiepunt 015 - 2517900 (maandag t/m vrijdag van 9.00 - 17.00 uur. In noodgevallen ook buiten kantooruren) Gezondheidscentrum Tanthof Veulenkamp 45 2623 XA DELFT tel.: 015 - 25 72 659 Woensdag van 9.00 - 10.00 uur inloop en telefonisch spreekuur.
Preventie via vaccinatie: Op de leeftijd van 4 en 9 jaar krijgt uw kind een prik. Het is een herhaling van eerdere prikken en belangrijk omdat uw kind pas helemaal beschermd is tegen bepaalde infectieziekten als het alle prikken heeft gehad. U krijgt hiervoor een uitnodiging thuisgestuurd.
3.h
Gezondheidsles in de klas: In groep 7 geeft een verpleegkundige van de JGZ een gezondheidsles in de klas. De les gaat onder andere over voeding, puberteit, alcohol en pesten. De jeugdverpleegkundige voert met uw kind een gesprek
Wij kunnen gebruik maken van schoolmaatschappelijk werk. Onze maatschappelijk werkster, Judith Achttienribbe, is op werkdagen bereikbaar onder 015-2517900. U kunt bij haar terecht met allerlei vragen betreffende de opvoeding en ontwikkeling van uw kind.
Schoolgids De Bron
Schoolmaatschappelijk werk
Pagina
13
4. Het team De gegevens over het team worden met ingang van schooljaar 20112012 op een apart inlegvel verstrekt. Ieder nieuw schooljaar krijgt u de meest actuele versie aan het begin van het schooljaar uitgereikt.
Pagina 14
5. Het schoolbestuur Onze school vormt samen met 6 andere basisscholen de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Delft en omstreken. Deze stichting vormt het bestuur van de scholen en is werkgever van het personeel. In de stichting werken zo’n 190 leerkrachten. Bijna 2000 kinderen uit Delft en Den Hoorn bezoeken één van de scholen van de stichting. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers: mensen die het christelijk onderwijs een warm hart toedragen en hier hun vrije tijd voor beschikbaar stellen. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen. Het houdt zich bezig met de identiteit van de scholen en ontwikkelingen op bestuurlijk, maatschappelijk, beheersmatig, financieel, personeel en onderwijskundig gebied. Daarnaast volgt het bestuur de politieke ontwikkelingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Om al deze ontwikkelingen goed het hoofd te kunnen bieden is de stichting geprofessionaliseerd. Dit betekent dat de leiding van de organisatie is overgedragen aan de algemeen directeur de heer W. Schut. Hij hoeft het werk niet alleen te doen, de medewerkers van het
Schoolgids De Bron
bestuursbureau bieden de nodige ondersteuning. Er is maandelijks overleg in het directieberaad. Hier vindt de beleidsvoorbereiding plaats. Besluiten worden genomen in overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Stichting PCBO Bestuursbureau Juniusstraat 6 2625 XZ Delft Postadres: Postbus 323 2600AH Delft e-mail:
[email protected] website : www.pcbodelft.nl tel: 015-2570944 fax: 015-2574569 Voorzitter van het PCBO Delft e.o. Dhr. E. Drop
Pagina
15
6. School- en vakantietijden De gegevens over school- en vakantietijden worden met ingang van schooljaar 2011-2012 op een apart inlegvel verstrekt. Ieder nieuw schooljaar krijgt u de meest actuele versie aan het begin van het schooljaar uitgereikt.
7. Speciale activiteiten 7.a
Christelijke feesten
Aan de christelijke feestdagen wordt op onze school uiteraard veel aandacht besteed. We doen dit door middel van ver tellingen, verwerking op verschillende manieren en het zingen van liederen. Dit alles gebeurt in iedere groep vaak weer anders, afgestemd op de belevingswereld. Daarnaast vieren wij het kerst- en paasfeest met de hele school gezamenlijk. Bij de kerstvieringen proberen we zoveel mogelijk altijd de ouders erbij te betrekken.
7.b
Andere feesten
Verjaardagen van leerlingen en leerkrachten Iedere groepsleerkracht viert zijn/haar verjaardag in de eigen groep. De verschillende data worden in de loop van het jaar bekend gemaakt. De coördinatie ligt dan in handen van de collega uit de bovenliggende groep. Soms wordt gekozen voor een “juffen- en meesterdag”. We vieren dan op één dag onze verjaardag. U wordt hierover geïnformeerd via de nieuwsbrief. Bij verjaardagen van kinderen is het gebruikelijk dat een kind trakteert in zijn/haar eigen groep. Het is van belang te letten op kinderen die een bepaald dieet hebben. Dit kunt u informeren bij de leerkracht. In de pauze kunnen zij de felicitaties van de andere leerkrachten in ontvangst nemen. Schoolkamp Groep 8 gaat als enige groep een paar dagen samen weg. Wij kiezen ervoor om het kamp aan het begin van een schooljaar te laten plaatsvinden. Aan dit kamp zijn extra kosten verbonden. De kosten van dit schoolkamp worden aan het eind van groep 7 aan de betreffende ouders bekend gemaakt. Pagina 16
Schoolreis Ieder jaar gaan wij er samen een dag op uit. De groepen 1 t/m 7 gaan dan op schoolreis en groep 8 blijft op school, omdat zij op kamp zijn geweest. De bestemmingen worden vastgesteld door de leerkrachten in overleg met de ouderraad. Een deel van de ouderbijdrage is bestemd voor de schoolreis. (zie hoofdstuk 9k)
7.c
Sporttoernooien
Voor de leerlingen van de school worden steeds vaker toernooien georganiseerd. Met alle scholen is afgesproken, dat we aan zoveel mogelijk toernooien meedoen, mits er genoeg begeleiding door ouders of eventueel oudere broers of zussen is.
7.d
Goede doelen
Iedere maandagmorgen worden ouders in de gelegenheid gesteld om geld aan hun kind(eren) mee te geven voor diverse goede doelen. Jaarlijks wordt in een werkgroep bekeken welke doelen gesteund worden. Via de nieuwsbrieven houden we u op de hoogte.
7.e
Verkeersexamen
Aan het eind van groep 7 wordt het verkeersexamen afgenomen. Het bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Dit wordt, als het goed is, afgesloten met een diploma. Wanneer een kind het niet haalt, bestaat de mogelijkheid om in groep 8 herexamen te doen. (zie ook 2b, verkeer)
7.f
Kunstzinnige vorming
In Delft kunnen alle basisschoolkinderen van tijd tot tijd genieten van kunst en cultuur via de Vrije Akademie. Jaarlijks bieden zij iedere groep één of meerdere programma’s aan. Tot nu toe mogen we stellen, dat het aanbod van de VAK van hoge kwaliteit en zeer divers is.
7.g
Projectweek
Om de twee jaar staat de hele school in het teken van een groot thema. Van groot tot klein is iedereen ruim twee weken lang op diverse manieren bezig om een facet van het hoofdthema grondig uit te diepen. Tijdens de open avond, die traditiegetrouw in de laatste projectweek wordt gehouden, bekijken honderden ouders, opa’s, oma’s, buren en andere bekenden van de kinderen waar ze zo druk mee bezig zijn geweest. Informatie krijgt u via de nieuwsbrief.
7h.
van de PABO. Deze jonge mensen worden opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. Ieder schooljaar zullen stagiaires van de INHOLLAND Hogeschool uit Den Haag of Rotterdam voor een bepaalde periode onze school bezoeken. Behalve het meer in de vingers krijgen van het lesgeven, zullen zij zich ook bekwamen in het individueel begeleiden van leerlingen en het omgaan met verschillen binnen een groep. Dit alles gebeurt in nauw overleg met de desbetreffende mentor en de opleidingscoördinator van de school. Onze school biedt aan vierdejaars studenten tevens de mogelijkheid om hier af te studeren. Zo’n vierdejaars student wordt Leraar in Opleiding genoemd (LIO-er). Hij/zij heeft een bepaalde periode zelfstandig een groep. Stagiaires onderwijsassistent: In samenwerking met het MBO Mondriaan leidt De Bron onderwijsassistenten op. Zij zullen op meerdere manieren worden ingezet. Het mes snijdt aan twee kanten: de stagiaires leren er veel van en de school kan allerlei organisatorische zaken oplossen.
Stagiaires
Stagiaires leerkracht basisonderwijs Wij bieden, met het oog op de toekomst, graag plaats aan studenten
Schoolgids De Bron
Pagina
17
8. Regels en afspraken 8.a
Verhinderd door ...
Als een kind door ziekte of om een andere reden verhinderd is om de school te bezoeken, dan vragen we de ouders/verzorgers dit vóór 8.30 uur aan ons door te geven. Als een kind om 8.30 uur niet op school is en er is niet gebeld, dan bellen wij naar de ouders, want er zou onderweg iets gebeurd kunnen zijn. Wij vragen ouders nadrukkelijk, als het enigszins mogelijk is, afspraken met de tandarts e.d. buiten de schooltijden te maken. Mocht dit echt niet mogelijk zijn, dan stellen we het op prijs als die afspraak tijdig aan de desbetreffende leerkracht doorgegeven wordt.
8.b
Verlofregeling
Met betrekking tot de uitvoering van de leerplichtwet vragen wij uw speciale aandacht voor het volgende: Vakantieverlof Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 11f van de (herziene) Leerplichtwet 1969 dient bij voorkeur minimaal een maand tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd en kan alleen goedgekeurd worden indien: • het wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan; • een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakanties mogelijk is. Dergelijk verlof: • mag slechts eenmaal per schooljaar worden verleend; • mag niet langer duren dan 10 schooldagen; • mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar. Gewichtige omstandigheden: 10 schooldagen per schooljaar of minder. Een verzoek om vrijstelling schoolbezoek in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 11g van de (herziene) Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient bij voorkeur minimaal een maand van tevoren of binnen 2 dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; Pagina 18
c. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten tweede tot en met derde graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; d. bij ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten t/m de derde graad, duur in overleg met de directeur; e. bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad ten hoogste 1 dag; f. bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; g. voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Gewichtige omstandigheden: meer dan 10 schooldagen per jaar. Een verzoek om vrijstelling schoolbezoek in geval van omstandigheden op grond van artikel 11g van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient, bij voorkeur minimaal een maand tevoren, via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Als u niet in staat was deze vrijstelling van tevoren aan te vragen, dient u binnen 2 dagen na het ontstaan van de verhindering de redenen hiervan aan de directeur mede te delen. Verlof indien:
• er een verklaring is van een arts, sociale instantie of andere
deskundige, waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden.
Waarschuwing: De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, kan proces verbaal worden opgemaakt. Bij ongeoorloofd verzuim is de school niet aansprakelijk voor opgelopen achterstanden.
8.c
Entree
De onderbouw groepen gebruiken de ingang bij het plein aan de Bikolaan. De deur gaat 5 minuten voor aanvang open bij de eerste bel. De ouders van de kinderen van groep 1 en 2 kunnen hun kind binnen brengen. Wij vragen wel afscheid te nemen op de gang. Dit komt de rust in de lokalen ten goede.
De bovenbouw groepen gebruiken de ingang aan de Angolastraat. Ook hier gaat de deur 5 minuten voor aanvang open. Wij willen graag om 8.30 en 13.15 uur beginnen. Wij vragen u daar rekening mee te houden. Als er vragen zijn of als u het werk van uw kind wilt bekijken, kunt u dat altijd na schooltijd doen; dan is er alle tijd voor. Heeft u iets te bespreken dat wat meer tijd vraagt, maakt u dan een afspraak met de leerkracht. Over de precieze verdeling van wie waar naar binnen gaat, wordt u in de eerste nieuwsbrief van het schooljaar geïnformeerd.
8.d
Melk drinken op school
Het is bij ons op school mogelijk kinderen via een schoolabonnement melk te laten drinken. We drinken uitsluitend halfvolle melk. Na invulling van een aanmeldingsformulier (eenmalig) wordt er door de Schoolmelkvoorziening Melkunie B.V. aan de ouders een acceptgirokaart toegestuurd voor de betaling. Uw kind kan in geval van niet tijdig betalen gedurende twee weken geen schoolmelk drinken. De bestelling gaat via de computer, dus geheel buiten school om. Na aanmelding duurt het ongeveer een maand voor uw kind een pakje melk krijgt. Aanvraagformulier is te verkrijgen bij meester René. Het abonnement op schoolmelk blijft doorlopen, behoudens tussentijdse opzegging, tot het verlaten van de basisschool. Na elke vakantie wordt er pas op de tweede dag melk gedronken.
8.e
Huiswerk en schoolspullen
Vanaf groep 5 krijgt uw kind min of meer regelmatig huiswerk. Vanaf groep 6 wordt geleerd hoe een agenda ingevuld moet worden en hoe men taken moet verdelen. Een goede tas is noodzakelijk, omdat wij soms dure boeken mee naar huis geven. Dit kan het best een rugzak zijn, omdat schouder tassen gevaar opleveren bij het fietsen. In groep 5, 6,7 en 8 wordt veel met losse bladen gewerkt. Om deze bladen overzichtelijk bij elkaar te houden, is een grote multomap erg handig. Wij vragen u een agenda (voor de groepen 6, 7 en 8) en een grote multomap (23-rings) (voor de groepen 5, 6, 7 en 8) mee naar school te geven.
8.f
8.g
Sponsoring
Scholen mogen zich laten sponsoren. De Bron onderschrijft het sponsorbeleid, zoals dat is opgesteld door de stichting PCBO Delft e.o. Kortweg komt dit convenant er op neer, dat eventuele sponsors nooit de inhoud van het onderwijs kunnen en mogen bepalen. In geval van sponsoring legt de directie verantwoording af aan de algemeen directeur en de medezeggenschapsraad.
8.h
Mediatheek
Onze mediatheek wordt steeds up-to-date gehouden. Ouders onderhouden en leiden de bibliotheek. Meerdere computers hebben een plaats gekregen in de mediatheek. Het is een multifunctionele ruimte, waar de kinderen alle informatie kunnen vinden die ze nodig hebben.
8.i
Filmen en fotograferen in de klas
Het komt geregeld voor, dat er gefilmd en gefotografeerd wordt in de klas van uw kind(eren). Als u er bezwaar tegen hebt, dat uw kind op onze website te zien is, moet u dit doorgeven aan de leerkracht van uw kind(eren).
8.j
Gevonden voorwerpen
Het kan gebeuren, dat kinderen eigendommen in of rondom de school kwijtraken. Als een kind dat meldt, mag het de klassen langs om navraag te doen. Gevonden voorwerpen worden in alle groepen getoond. De gevonden voorwerpen worden een aantal weken op school bewaard. Bij de leerkrachten kan nagevraagd worden waar dat gebeurt. De week voor de kerst en zomer vakantie worden alle gevonden voorwerpen tentoongesteld. Wat blijft liggen, wordt aan het goede doel geschonken.
Project meedraaien in het Voortgezet Onderwijs
De Bron neemt deel aan het project “meedraaien in het voortgezet onderwijs”. Dit houdt in dat een aantal kinderen van groep 8 één of twee modules kan volgen op het CLD. Leerlingen die hier voor in aanmerking komen, worden door de leerkracht benaderd. Uiteraard worden de ouders hierover geïnformeerd. Er worden twee modules verzorgd op het VWO en één module op het VMBO (techniek en verzorging). Kinderen die deze lessenseries volgen presenteren hun werk aan de klas zodra de lessen zijn afgerond.
Schoolgids De Bron
Pagina
19
Pagina 20
9. Contacten met ouders 9.a
Gesprek met de directeur
De directeur, meester Aad, is ook verantwoordelijk voor twee basisscholen: De Ark en De Bron. Op woensdag heeft hij ADV en externe vergaderingen gepland. Hij is op De Bron aanwezig op maandagmorgen, dinsdagmiddag, donderdagmorgen en vrijdagmiddag. Voor de overige tijden zal de adjunct-directeur, juffrouw Wilma, het aanspreekpunt zijn. Wanneer u een gesprek met de directeur of zijn plaatsvervanger wilt, is dat mogelijk. Wij vragen u dan een afspraak te maken.
9.b
Gesprek met de leerkracht
Buiten de spreekavonden is het ook mogelijk de leerkracht van een kind te spreken. Na schooltijd kunt u een afspraak maken. De leerkracht kan ook contact met u opnemen als een tussentijds gesprek van belang is.
9.c
Spreekavonden
Als de rapporten zijn uitgereikt, volgen in de week daarna altijd de zogenaamde 10-minutengesprekken voor iedere groep. In deze gesprekken kunnen ouders met de leerkracht van gedachten wisselen over de vorderingen van hun kind. Ruim van tevoren berichten wij hoe laat u verwacht wordt. Hebben ouders meerdere kinderen op onze school, dan streven we ernaar dat ze alle leerkrachten op één avond kunnen spreken. Voor de spreekavond in juni nodigt de leerkracht alleen ouders uit, waarmee nog aandachtspunten besproken moeten worden, die van belang zijn voor het komende schooljaar. Aan het begin van het schooljaar en in januari zullen alle groepen een informatieavond houden over het reilen en zeilen van de klas. De datum wordt in de jaarkalender vermeld.
9.d
Ouderhulp
Elk jaar vragen we via een bijlage achter in deze schoolgids aan alle ouders of zij op school willen meewerken. U kunt op het inlegvel lezen bij welke activiteit wij uw hulp goed kunnen gebruiken. Die hulp wordt heel erg op prijs gesteld en de zo gespaarde tijd kan door de leerkracht op een andere, zinvolle manier worden ingezet.
9.e
Medezeggenschapsraad (MR)
Bij wet is vastgesteld dat iedere school een medezeggenschapsraad dient te hebben. Onze raad bestaat uit drie vertegenwoordigers van de
Schoolgids De Bron
ouders en drie leden van het personeel. Samen bespreken ze zaken op bestuurlijk niveau. De MR moet door het bestuur geraadpleegd worden, voordat het besluiten neemt over voor de school en/of de leerkrachten belangrijke zaken. De MR kan ook gebruik maken van haar recht om voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken aan het bevoegd gezag. Jaarlijks worden er verkiezingen gehouden voor één of meerdere plaatsen in de raad. De verkiezingen worden in het laatste deel van het school jaar gehouden. De MR vergadert zes keer per jaar. De namen van de afgevaardigden uit het team en de oudergeleding worden op een apart inlegvel vermeld.
9.f
Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR wordt gevormd door zestien afgevaardigde leden van de zeven medezeggenschapsraden; van iedere school een leerkracht en een ouder. Zoals de MR de belangen van een enkele school behartigt, zo zet de GMR zich in voor zaken die de zeven scholen samen aangaan. Dit kan betrekking hebben op personeelsbeleid, overblijfregelingen en andere bestuurlijke zaken. De GMR heeft zogenaamde instemmingsbevoegdheid in een aantal belangrijke besluiten. Zaken die slechts één school betreffen, blijven voorbehouden aan de MR van de betreffende school. Afgevaardigden van onze school worden op het aparte inlegvel vermeld.
9.g
Ouderraad
De ouderraad wordt gevormd door een groep enthousiaste ouders die meedenken en meewerken om een groot aantal zaken met het team te regelen. De belangrijkste taak van de raad is het, in overleg met het team, organiseren van activiteiten in de school zoals: diverse sportactiviteiten, festiviteiten en de schoolreis. De ouders die zitting hebben in de ouderraad worden op het aparte inlegvel vermeld.
9.h
Ouderbijdrage
In de loop van een schooljaar worden heel wat extra kosten gemaakt; kosten die veelal verband houden met festiviteiten, die we voor de kinderen organiseren. Zo worden gelden besteed aan het Sint Nicolaasfeest, het kerstfeest, het paasfeest, de schoolreis, etc. Wij
Pagina
21
vragen alle ouders een bijdrage in die kosten te leveren. Dat gebeurt op vrijwillige basis. Mocht het betalen van de ouderbijdrage voor u een probleem zijn, dan kunt u een beroep doen op Stichting Leergeld Delft. (www.leergeld.nl) Telefoonnummer: 015 - 2698458 Daarnaast wordt het schoolkamp van groep 8 apart berekend. De component schoolreisgeld uit de ouderbijdrage wordt door de ouderraad toegevoegd aan het door u betaalde kampgeld. Het verschuldigde bedrag wordt jaarlijks op de losse inlegvellen kenbaar gemaakt. De rekeningen voor het verschuldigde bedrag worden door de penningmeester van de ouderraad aan u verstrekt.
9.i
Opvoedkundig bureau
Mocht u bij de opvoeding van uw kind(eren) deskundigen willen raadplegen, dan kunt u terecht bij het opvoedkundig bureau van Maatzorg. tel. 015 -25 67 111 (tijdens kantooruren)
9.j
Uitgave informatie (schoolgids, nieuwsbrief)
De schoolgids wordt vanaf 2011-2012 voor meerdere jaren (tot en met schooljaar 2014-2015) in september uitgereikt aan alle ouders. Zodra een kind voor het eerst bij ons op school geplaatst is, wordt ook aan deze ouders een schoolgids verstrekt. De actuele gegevens zullen op losse inlegvellen worden verstrekt. De nieuwsbrief is een informatieblad (A4-formaat), dat regelmatig, ongeveer één keer per maand, uitgebracht wordt. Daarin zijn de laatste nieuwtjes opgenomen.
Zowel de schoolgids als de nieuwsbrief worden meegegeven aan het jongste kind van een gezin. Tevens worden de nieuwsbrieven gepubliceerd op de website en via aan ons bekende mailadressen verstuurd.
9.k
Onderwijskundige rapporten
In een onderwijskundig rapport worden alle zaken betreffende een leerling vermeld, die voor derden van belang zijn. Deze rapporten worden uitsluitend verstrekt bij verhuizing aan de leerkracht van de school waar de leerling naar toe zal gaan en bij verwijzing naar scholen voor voortgezet onderwijs en speciaal basisonderwijs.
9.l
Plaatsing van nieuwe leerlingen
De aanmeldingsprocedure begint met een gesprek met de directeur. De ouders worden dan geïnformeerd over de school. Zij brengen dan hun kind mee en samen gaan we de school bekijken. De ouders krijgen een schoolgids en een inschrijvingsformulier mee. Na inschrijving krijgen de ouders een bevestiging per post toegestuurd. Een maand voordat het kind vier jaar wordt, belt de leerkracht op om nadere afspraken te maken.
9.m
Voor-, tussen- en naschoolse opvang
Ook dit schooljaar wordt deze opvang aangeboden door kinderopvang organisatie Octopus. Overweegt u zich in te schrijven voor de voor-, tussen en naschoolse opvang of heeft u vragen hierover, dan kunt u contact opnemen met het Service Center van Octopus (telefoon 015 - 2195500 of
[email protected]) Wanneer uw kind gebruik maakt van de tussen schoolse opvang (overblijf), moet u zelf voor eten en drinken zorgen.
9.n
Voor- en naschoolse opvang
Sommige ouders van onze school maken gebruik van andere naschoolse opvangcentra: • Kindercentrum Knotz tel. 3805596 • Groenpost tel. 2615198 • ’t Spant tel. 2620949 • Durfall tel. 2574062 Peuterspeelzaal: • Dikkertje Dap
Pagina 22
tel. 2615345
10. Veiligheid in en om de school 10.a
Algemeen
We beschrijven de maatregelen die wij treffen op het gebied van voorkomen van ongelukken (fysieke veiligheid), maar ook de sociale veiligheid van een ieder die bij de school betrokken is. De veiligheidscoördinator, dhr. Aad Bos, coördineert alle acties rondom veiligheid. Wanneer u vragen dan wel opmerkingen hebt rondom veiligheid, is hij de aangewezen persoon om contact mee op te nemen.
10.b
Sociale veiligheid
We verstaan onder een sociaal veilige school, een school waar iedereen zich thuis voelt. Leerlingen voelen zich serieus genomen door leraren, pesten en discrimineren niet. De school gaat sociaal onveilig gedrag tegen, maar voorkomt dat gedrag ook door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Daar voor bestaan in iedere groep heldere afspraken over hoe we met elkaar om moeten gaan. Hierdoor ontstaat een veilig klimaat, waarbinnen de school problemen al in een vroeg stadium kan onderkennen en daarop kan reageren. De sociale veiligheid van leerlingen en personeel heeft een vaste plek in het schoolbeleid. Minstens twee maal per jaar wordt tijdens personeelsvergaderingen de sociale veiligheid geëvalueerd. Daar waar nodig worden aanpassingen in het beleid beschreven. In iedere klassenmap is een afsprakenboek opgenomen met regels en afspraken die de veiligheid op school zo goed mogelijk moeten waarborgen.
10.c
Fysieke veiligheid
Alle scholen van de PCBO hanteren het instrument “De Arbomeester”. Onderdelen die jaarlijks aan de orde komen zijn: onderzoek naar onveilige situaties in en om de school (RI&E), het scholen van personeel op het gebied van bedrijfshulpverlening en EHBO, verzuimbeleid, ongevallenregistratie, ontruimingsoefeningen (2x per jaar).
10.d
Klachtenregeling
Ondanks het feit, dat alle bij de school betrokken geledingen hun uiterste best doen de kwaliteit van de school te bevorderen, kan het voorkomen, dat ouders of leerkrachten klachten over het een of ander hebben. Klachten over de dagelijkse gang van zaken in school zullen in onderling overleg tussen ouders, personeel en schoolleiding op de juiste wijze worden afgehandeld. In de meeste gevallen worden
Schoolgids De Bron
dergelijke klachten naar tevredenheid van betrokkenen opgelost. Indien echter, gelet op de aard van de klacht het niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de modelklachtenregeling, zoals die op landelijk niveau is opgesteld door de landelijke ouderorganisatie, schoolleiders organisatie, vakorganisatie en besturenorganisatie. Deze landelijke klachtenregeling is bedoeld om uw klacht zo zorgvuldig mogelijk te behandelen. Dat is goed voor de klager, maar ook goed voor de school. Het bestuur van de PCBO heeft zich bij deze landelijke klachtenregeling aangesloten. De klachtenregeling voorziet in een klachtencommissie, die bestaat uit niet aan de school verbonden deskundigen. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, beoordeling van leerlingen, strafmaatregelen, inrichting schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Mocht u iets te klagen hebben, dan gaan we er van uit, dat u in eerste instantie bij de leerkracht van uw kind beklag doet. Mocht dit geen resultaat hebben, dan kunt u terecht bij de directeur van de school. Wordt de klacht niet naar uw tevredenheid behandeld, of is de klacht van groter omvang, dan kunt u contact opnemen met de vertrouwenspersoon, die daar voor binnen de PCBO als aanspreekpunt is aangesteld. Dit is mevr. A.C.M. Höppener. Telefoon: 06-27454739 Zij zal, als de gebeurtenis daar toe aanleiding geeft, de verdere procedure t.b.v. uw klacht door de landelijke klachtencommissie in gang zetten. De klachtencommissie streeft er naar de klacht binnen een overzichtelijke termijn te behandelen en tot een uitspraak te komen. Welke regels de klachtencommissie in acht neemt, kunt u lezen in het reglement van de landelijke klachtencommissie, dat u op school kunt komen inzien. Overigens zijn er nog andere “loketten” waar u kunt klagen: • het bestuur van de PCBO, postbus 323, 2600 AH te Delft. • de inspectie voor het basisonderwijs: Kantoor Hoofdinspecteur PO, postbus 2725, 3500 GS Utrecht, tel: 030 - 6665704, (voor meer informatie: www.owinsp.nl), of het Advies- en Meldpunt - • Kindermishandeling (AMK) Zuid-Holland, Glashaven 66, 3011 XK Rotterdam, tel: 010-4128110. (Voor meer informatie: www.nizw.nl/ mishand.nl). In eerste instantie kunt u vertrouwelijk advies vragen aan mevrouw C Valstar (de door het schoolbestuur benoemde schoolcontactpersoon).
10.e
Ontruimingsplan
Mocht er ooit brand in school uitbreken, dan zorgen de leerkrachten ervoor dat de kinderen zo snel mogelijk uit de gevarenzone vertrekken
Pagina
23
en verzameld worden aan de overkant van de vijver. Het ontruimingsplan vermeldt alle stappen die genomen moeten worden. Het plan is goedgekeurd door de brandweer en wordt jaarlijks minimaal twee keer geoefend. Ouders kunnen het desgevraagd inkijken op school. Bij andere calamiteiten volgen wij de richtlijnen van de gemeente.
10.f
Ongelukken op school
Mocht er op school met uw kind een ongeluk(je) gebeuren, dan werken wij als volgt: • Is het niet ernstig, dan behandelen wij het kind. • Is het ernstiger, dan doen wij het noodzakelijkste (noodverband) en bellen u. • Bent u niet thuis, dan gaan wij met uw kind naar een huisarts of naar het ziekenhuis (Spoed Eisende Hulp) • Bent u wel thuis, dan handelt u zelf verder alles af.
10.g
Ongevallenverzekering kinderen
Het is goed om te weten, dat de kinderen op de PCBO-scholen allemaal onder een collectieve ongevallenverzekering vallen. De verzekering is van kracht: • op weg van huis naar school, • tijdens verblijf op school, • tijdens activiteiten buiten school, mits in schoolverband en onder toezicht • op de terugweg naar huis. De dekking m.b.t. geneeskundige en tandheelkundige kosten zijn aanvullende voorzieningen op bestaande faciliteiten, zoals de ziektekostenverzekering. De dekking geldt gedurende schoolactiviteiten inclusief schoolreizen en schoolkampen.
10.h
Aansprakelijkheid van onderwijzend personeel en onderwijsinstellingen
Ten aanzien van de aansprakelijkheid van leerkrachten moeten twee gevallen scherp worden onderscheiden: 1. Indien door eigen schuld, nalatigheid of onvoorzichtigheid van de leerkracht iets gebeurt, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht. 2. Indien een onder zijn toezicht staande leerling een daad pleegt, waardoor een ander schade lijdt. In het eerste geval zijn er slechts twee partijen in het geding: leerkracht en schadelijder. In het tweede geval drie partijen: leerkracht, de leerling, die de onrechtmatige daad pleegt en de schadelijder. In het eerste geval is de aansprakelijkheid gegrond op de artikelen 1401 en 1402 van het Burgerlijk Wetboek, welke voor iedereen gelden en volgens welke een ieder verantwoordelijk is voor elke onrechtmatige daad, waardoor hij aan een ander schade toebrengt, d.w.z. voor elke schade, die hij door zijn schuld, nalatigheid of onvoorzichtigheid aan een ander veroorzaakt. De schade kan het gevolg zijn van een schuldige handeling van de leerkracht of van een nalatigheid. Bestaat hieromtrent geen twijfel, dan is de leerkracht aansprakelijk. Het tweede geval is wat ingewikkelder. De aansprakelijkheid van de leerkracht spruit in dit geval voort uit artikel 1403 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel zegt o.a. dat de leerkracht verantwoordelijk is voor de schade door zijn leerlingen veroorzaakt gedurende de tijd, dat zij onder zijn toezicht staan. Als eerste moet uiteraard vaststaan, dat de leerling, die de daad waardoor een ander schade lijdt, pleegde, schuld treft (in geval van twijfel moet de schadelijder dit bewijzen). Dit is echter nog niet voldoende, want volgens het bovengenoemde artikel houdt de verantwoordelijkheid van de leerkracht op, indien hij bewijst, dat hij de daad van de leerling niet heeft kunnen beletten. Het is dus per se niet zo, dat de leerkracht aansprakelijk zou zijn voor elk ongeval, dat onder schooltijd gebeurt. Wanneer bijvoorbeeld bij normaal spel tijdens het speelkwartier een kind aan een ander kind schade toebrengt, dan is de leerkracht daar voor niet verantwoordelijk. M.b.t. de aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling voor haar ondergeschikten geldt tenslotte dat, als de werknemer (leerkracht) niet aansprakelijk is, zijn werkgever dat evenmin zal zijn.
10.i
Mobiele telefoons
Het is bij ons op school voor leerlingen verboden een mobiele telefoon mee te nemen. Er zijn natuurlijk altijd situaties te bedenken, waarin een leerling wel een mobiele telefoon bij zich moet hebben. In die gevallen moet u met de betreffende leerkracht een afspraak hierover maken. Deze regel vloeit onder andere voort uit berichten van andere scholen waar kinderen tegen hun zin gefotografeerd werden.
Pagina 24
11. Uitstroom naar voortgezet onderwijs De eindtoetsresultaten. De eindresultaten van de school geven geen aanleiding tot zorg. Dit wordt ook tot uitdrukking gebracht in de vorm van toezicht die we hebben vanuit de inspectie (basisarrangement) De uitstroomgegevens ontvangt u ieder jaar op de losse inlegvellen, met de meest actuele gegevens. Met de mentoren van de brugklasleerlingen bespreken we (in de loop van het eerste schooljaar van het voortgezet onderwijs) de schoolvorderingen van onze “oud groep 8 leerlingen”. Naast de mondelinge informatie krijgen wij van het voortgezet onderwijs de studieresultaten van al onze oud leerlingen. Uit deze gegevens blijkt dat ruim 90 % van onze leerlingen een diploma behaalt welke overeenkomt met het door ons gegeven schooladvies.
Schoolgids De Bron
De contacten met het voortgezet onderwijs geven ons goed inzicht hoe onze leerlingen in het vervolg onderwijs presteren en waar we bij toekomstige advisering op moeten inspelen. Hoe komt het advies tot stand? a. De leerkracht van groep 8 bepaalt in samenspraak met de leerkracht van groep 7 en de internbegeleider in november/ december het voorlopig advies (eerste rapport) b. De Cito eindtoets wordt naast de resultaten van het tweede rapport en het voorlopig advies gelegd. c. De leerkracht van groep 8 komt samen met de internbegeleider tot een uiteindelijk advies. d. Het schooladvies wordt met ouders besproken De uiteindelijke plaatsing is de verantwoording van het voortgezet onderwijs.
Pagina
25
Pagina 26
Notities ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________
Schoolgids De Bron
Pagina
27