Stille Zaterdag
Ander werk van Désanne van Brederode Ave verum corpus / Gegroet waarlijk lichaam (roman, 1994) Mensen met een hobby (roman, 2001) Het opstaan (roman, 2004) Modern dédain (pamflet, 2006) Hart in hart (roman, 2007) Door mijn schuld (roman, 2009)
Désanne van Brederode
Stille Zaterdag
Amsterdam · Antwerpen Em. Querido’s Uitgeverij bv 2011
De gedichten ‘Verschijning’ en ‘Slaapwandeling’ zijn geciteerd uit Gerrit Achterberg, Verzamelde gedichten (Athenaeum—Polak & Van Gennep, 2003); het gedicht ‘De stilte van de wereld voor Bach’ uit de gelijknamige bundel van Lars Gustafsson, vertaling J. Bernlef (De Bezige Bij, 1988).
Copyright © 2011 Désanne van Brederode Voor overname kunt u zich wenden tot Em. Querido’s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam. Omslag Anneke Germers Omslagbeeld Mihaela Muntean/Getty Images Foto auteur Levien Willemse isbn 978 90 214 4147 4 / nur 301 www.querido.nl
verschijning Terwijl het regent tussen u en mij is elke afstand bezig te vermind’ren. Ieder figuur aanschouwt zijn overzij zonder zich door de stof te laten hind’ren. En vage sluiers nemen omtrek aan. Een omgekeerde orde is op handen. Ik zie uw ogen in de regen branden. Om mijn gelaat liggen uw natte handen. Ga niet meer heen. Of laat mij medegaan. Gerrit Achterberg
Proloog
Lood
Sara Mijland is dood. Geschept door een personenauto. De bestuurder overschreed de toegestane maximumsnelheid niet. Het betrof een oudere heer die zich altijd zo getrouw aan de verkeersregels hield dat hij zelf al een paar maal ternauwernood aan een ongeluk was ontkomen – maar dat begrepen krantenlezers en kijkers van het Journaal pas een paar dagen na Sara’s overlijden, toen een zoon en een zus van de geschokte dader namens hem hun verklaringen aan de pers aflegden, in het bijzijn van een woordvoerder van de politie, die nog eens bevestigde dat de heer G. nog nooit was beboet wegens wegmisbruik. Sara Mijland overleed op zaterdagmiddag 3 april 2010, rond kwart over drie in de middag, midden op straat, op nog geen zeven meter afstand van het zebrapad waar ze geen gebruik van had gemaakt. Aanvankelijk werd aangenomen dat ze haast had. Haar echtgenoot betwijfelde dit. Sara had hun huis verlaten met de opmerking dat ze nog een boodschap moest doen, en hij had zich herinnerd dat ze eerder die dag, bij het inruimen van de ijskast, had gezegd dat ze het bestelde paasbrood nog bij de bakker moest ophalen; de winkel ging om vier uur dicht. ‘Toch is er geen brood bij haar gevonden,’ zei Johan Mijland, ‘en van het personeel heeft niemand haar gezien.’ Daarna had de camera een neutraler, kalmer beeld gezocht. In plaats van een net niet huilende man: een donkerblauw, met etnische motieven versierd, waarschijnlijk Marokkaans vaasje, op een lichtblauw geverfd dressoir. Er stonden al bijna uitgebloeide witte rozen in. Ze waren misschien nog door Sara zelf gekocht. De straat die Sara had willen oversteken, leidde niet naar de overdekte winkelstraat, waar de bakker zat, de supermarkt, de groentezaak. Bovendien had ze haar grote canvas boodschappentas thuis7
gelaten. Het kon goed zijn dat ze wat verstrooid was geweest. Ze had in geen jaren meer een viergangendiner bereid. ‘Nerveus?’ ‘Dat niet. Ik geloof wel dat ze er zin in had. Maar een perfectioniste als zij... Ze was die ochtend al om half zeven opgestaan, om het zilver te poetsen, dat soort dingen. Noem het een inhaalslag.’ Iedereen wist waar de weduwnaar op doelde. Bijna zeven jaar lang was hij huisman geweest, misschien tegen wil en dank, maar toch in elk geval zonder morren. Zijn Sara moest haar roeping kunnen volgen. In de schoudertas van het slachtoffer waren sleutels gevonden. Van haar fiets, de auto, van het woonhuis aan de rand van het centrum en het tweede huis in Gelderland. Haar portemonnee en paspoort zaten erin, haar rijbewijs, een blikje anijssnoepjes, een opgevouwen zakdoek, een etui met daarin een lippenstift, een poederdoos, een oogpotlood. Verder de boodschappenlijst voor twee paasdagen, een gidsje over wijnen, en een boek met de titel Navolging van de Duitse theoloog en verzetsman Dietrich Bonhoeffer, in een Nederlandse vertaling. Let wel: geen afscheidsbrief. Om geruchten dat het hier mogelijk een geslaagde zelfmoordpoging betrof de kop in te drukken, werd een paar dagen later in alle artikelen uitvoerig beschreven wat Sara Mijland ten tijde van het ongeluk op haar lichaam droeg. Niets wees erop dat ze met plannen rondliep. In haar jaszak zat alleen een kassabon van de chocolaterie die ze twee dagen eerder had bezocht. Vierhonderd gram paaseitjes, gemengd, en een ‘Luxe Geschenkhaas, wit, pralinevulling’. Bij elkaar opgeteld nog geen twintig euro. Waarom iemand zulke vertrouwelijke informatie had gelekt, werd in weer andere stukken aan de orde gesteld. Drie van de zeven passanten die het ongeluk hadden zien gebeuren, beweerden dat het slachtoffer tussen twee geparkeerde auto’s had staan wachten, voordat ze overstak. Een van hen had haar direct opgemerkt, de andere twee hadden alleen gezien hoe iemand, een vrouw van middelbare leeftijd in een zwarte regenjas en met een bekend gezicht, was gaan lopen juist toen er een auto aankwam. Een jongen op een racefiets had in het voorbijgaan nog geroepen: ‘Nee! Niet nu, trut!’ Hij reed aan de overkant van de straat, in de richting tegengesteld aan die van de auto. Met zijn uitroep had hij Sara nog kunnen behoeden, hij voorzag het ongeluk tenslotte voordat het plaatsvond – maar Sara was stoïcijns het asfalt op gewan8