Analyse tekort inkomensdeel & Uitvoering Team Sociale Zaken
Datum : 20 mei 2015 Stellers : Diane Mulderij & Klara Slijkhuis
Inhoud Samenvatting .......................................................................................................................................................... 3 1.
Inleiding .......................................................................................................................................................... 5 1.1
Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Oldebroek ............................................................................... 5
1.2
Voorwaarden voor het recht op een vangnetuitkering over 2015 ........................................................ 5
1.3
Wat te doen? ......................................................................................................................................... 6
2.
Achtergrondinformatie .................................................................................................................................. 7 2.1
Reden voor toekenning incidentele aanvullende uitkering voorgaande jaren ..................................... 7
2.2
Arbeidsmarkt in beeld .......................................................................................................................... 7
2.2.1
Vraagkant van de arbeidsmarkt .................................................................................................... 7
2.2.2
Kanssectoren volgens Arbeidsmarktmonitor................................................................................ 8
2.2.3
Aanbodkant van de arbeidsmarkt ................................................................................................. 8
2.3 Conclusie ................................................................................................................................................. 9 3.
Beleid en uitvoering ..................................................................................................................................... 10 3.1 Kern van de problematiek .......................................................................................................................... 10 3.2 Instroombeperking ..................................................................................................................................... 10 3.2.1 Informatie ............................................................................................................................................ 10 3.2.2 Optimalisering dienstverlening ........................................................................................................... 11 3.2.3 Signalering en fraudealertheid ............................................................................................................ 11 3.2.4 Daadwerkelijk sanctioneren ................................................................................................................ 12 3.2.5 Debiteurenbeheer/Terugvordering/Verhaal ....................................................................................... 12 3.2.6 Sociale Recherche ................................................................................................................................ 12 3.3 Ontheffingenbeleid ..................................................................................................................................... 12 3.4 Uitstroombeleid .......................................................................................................................................... 13 3.4.1 Scherp aan de poort ............................................................................................................................ 13 3.4.2 Doelgroepenprioritering ...................................................................................................................... 13 3.4.3 Werkgeversdienstverlening ................................................................................................................. 14 3.4.4 Participatiebudget ............................................................................................................................... 15 3.4.5 Tegenprestatie..................................................................................................................................... 16 3.4.6 Gemeente als werkgever ..................................................................................................................... 17 3.4.7 Social return on investment (SROI) ..................................................................................................... 17 3.5 4
Signalering en sturing............................................................................................................................... 19
4.1 5
Borging (nieuw) beleid......................................................................................................................... 17
Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Oldebroek ............................................................................. 19
Conclusies & Aanbevelingen ........................................................................................................................ 21
Activiteitenplan 2015 ............................................................................................................................................ 22 Lijst van afkortingen .............................................................................................................................................. 24
2
Samenvatting Per kalenderjaar ontvangt de gemeente een uitkering uit het Fonds werk en inkomen: het inkomensdeel of wel BUIG1-budget. Gemeenten die tekorten hebben op hun inkomensdeel op grond van de Wet werk en bijstand/Participatiewet moeten deze tekorten in beginsel opvangen uit eigen middelen. Sinds 2004 bestond de mogelijkheid dat tekortgemeenten onder voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor een aanvullend budget, de incidentele aanvullende uitkering (IAU). Met de komst van de Participatiewet is er een vangnetuitkering in de plaats gekomen van de incidentele aanvullende uitkering (IAU). Om met succes een beroep op de vangnetuitkering 2015 te doen, gelden een aantal voorwaarden. Bij het verzoek moet het college onder andere de volgende documenten toevoegen: Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, eerdere financiële resultaten van de uitvoering en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; Een brief, of verglijkbaar document waarbij het college de raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot kostenreductie te komen; Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; Een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. Met deze analyse en voorgestelde maatregelen is aan de eerste en laatste voorwaarde voldaan en kan de gemeenteraad om geïnformeerd worden over de maatregelen om tot kostenreductie te komen. Al sinds 2010 (met uitzondering van 2012) moet de gemeente Oldebroek een beroep doen op een aanvullende uitkering. In de periode tot en met 2013 is de uitkering toegekend omdat er in de gemeente sprake was van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Inmiddels is duidelijk dat dit in 2014 niet het geval is. En moet er ook over dit jaar een uitgebreide analyse gemaakt worden om alsnog in aanmerking te komen. Omdat de verwachting is dat ook in 2015 er een tekort ontstaat op het inkomensdeel is het van belang om nu al actie te ondernemen. Er is een licht herstel van de economie merkbaar, maar dit blijkt nog niet uit de cijfers van in- en uitstroom. Er is nog steeds een flinke instroom van aanvragen vanuit de maximale termijn WW en vergunninghouders. Het aantal uitkeringsgerechtigden ouder dan 50 jaar is substantieel. En de kansen op uitstroom voor deze doelgroep alsmede voor de vergunninghouders is beperkt. Ook biedt de arbeidsmarkt in de gemeente Oldebroek in vergelijking tot de arbeidsmarktregio minder kansen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de gebundelde uitkering (Inkomensdeel) opgenomen en daarin is het tekort weergegeven. In deze analyse wordt nader ingegaan op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan instroombeperking, handhaving en sanctiebeleid en uitstroombevordering. Daarnaast wordt beschreven op welke wijze er wordt omgegaan met ontheffingen, terugvordering en verhaal en sociale recherche. Ook wordt benoemd hoe in de gemeente Oldebroek wordt gestuurd op het voorkomen van een tekort op het inkomensdeel. Bij de beschrijving van de huidige situatie wordt aangegeven welke beleidsafspraken zijn gemaakt, wat de huidige stand van zaken is en welke aanbevelingen er worden gedaan om te komen tot wijzigingen of aanpassing van het huidige beleid. Dit alles om te komen tot reductie van het tekort de gebundelde uitkering (BUIG).
1
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten
3
In het bijgevoegde activiteitenplan is opgenomen op welke wijze en door wie de voorgestelde maatregelen kunnen worden uitgevoerd. Om dit te kunnen effectueren is in 2015 een bedrag van € 114.700 benodigd. Hiervoor is binnen de huidige budgetten geen ruimte dus is inzet van algemene middelen noodzakelijk.
4
1. Inleiding Per kalenderjaar ontvangt de gemeente een uitkering uit het Fonds werk en inkomen: het inkomensdeel of wel BUIG2-budget. Het inkomensdeel is een niet geoormerkt bedrag, waarvan de kosten van algemene bijstand en de kosten van de loonkostensubsidies die op grond van artikel 10d Participatiewet betaald moeten worden. Gemeenten die tekorten hebben op hun inkomensdeel op grond van de Wet werk en bijstand/Participatiewet moeten deze tekorten in beginsel opvangen uit eigen middelen. Sinds 2004 bestond de mogelijkheid dat tekortgemeenten onder voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor een aanvullend budget, de incidentele aanvullende uitkering (IAU). Per 1 januari 2015 is niet alleen de Participatiewet in werking getreden maar ook een nieuw verdeelmodel voor de gebundelde uitkering op grond van die wet en is er een vangnetuitkering in de plaats gekomen van de incidentele aanvullende uitkering. Hoewel het nieuwe verdeelmodel moet zorgen voor een betere verdeling van middelen over gemeenten en een adequate prikkelwerking, kan niet worden uitgesloten dat er geen gemeenten meer in financiële problemen kunnen komen als gevolg van tekorten op het bijstandsbudget. Hiervoor is één integraal vangnet ingevoerd, waarbij 2015 geldt als invoeringsjaar. In dit invoeringsjaar wordt volstaan met een eenvoudig vangnet, waardoor gemeenten niet belemmerd worden in een goede (voorbereiding op de ) invoering van de Participatiewet en tevens ruimte ontstaat om op zorgvuldige wijze te werken aan de meer definitieve vormgeving van het nieuwe vangnet vanaf 2016.
1.1
Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Oldebroek
Uitgaven Rijksbijdrage Tekort Eigen bijdrage (10%) IAU
2015 2014 2013 2012 2011 2010 € 3.055.900 € 2.895.131 € 2.376.168 € 2.031.455 € 1.738.759 1.784.938 € 2.502.249 € 2.321.102 € 2.076.208 € 1.939.353 € 1.547.580 1.456.103 € 553.651 € 574.029 € 299.960 € 92.102 € 191.179 328.835 € 250.225*
€
232.110
€
207.620
€ 303.4263
€
341.919
€
92.340
€
92.102 -
€ 154.758
€ 145.610
€
€ 183.225
36.421
*verwacht tekort over 2015. Het begrote tekort opgenomen in de begroting van 2015 is geen 10% maar € 153.558 (5%).
De rijksbijdrage voor 2015 bedraagt € 2.502.249. De verwachting is dat op basis van het huidige bestand en de te verwachten instroom vanwege de (naweeën) van de economische situatie er weer een substantieel tekort zal ontstaan. Het is dus heel belangrijk om te anticiperen op de hiervoor beschreven ontwikkelingen om ook voor 2015 in aanmerking te kunnen komen voor een aanvullende uitkering.
1.2
Voorwaarden voor het recht op een vangnetuitkering over 2015
Om met succes een beroep op een vangnetuitkering over 2015 te doen, gelden een aantal voorwaarden: 1. Het verzoek moet uiterlijk 15 augustus 2016 zijn ontvangen door de Toetsingscommissie aanvullende uitkering Participatiewet; 2. Bij het verzoek moet het college de volgende documenten toevoegen: 2
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten De aanvraag voor een aanvullende uitkering over 2015 moet worden aangevraagd voor 1 juli 2016 door de gemeente Oldebroek. 3
5
Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, eerdere financiële resultaten van de uitvoering WWB en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; Een brief, of verglijkbaar document waarbij het college de raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot kostenreductie te komen; Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; Een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. 3. Het tekort op het PW bedraagt meer dan 10% op basis van de netto lasten, dat wil zeggen het verschil tussen de besteding en de baten op titel van de in artikel 69 PW genoemde wetten en de baten op titel van de reeds ingetrokken WWIK.
1.3
Wat te doen?
Eind september 2014 hebben gemeenten kennis kunnen nemen van het toegekende voorlopige budget voor 2015, waarmee zij kunnen ramen of zij het met het budget naar verwachting wel of niet gaan uitkomen. Van gemeenten die voorzien dat zij mogelijk niet gaan uitkomen, mag worden verwacht dat zij maatregelen treffen om het voorziene tekort te beperken of te voorkomen en dat de colleges van deze gemeenten hun raden informeren. Voor het in behandeling nemen van een verzoek met betrekking tot 2015 is voldoende dat de gemeente aantoont dat in 2015 een proces is ingezet dat gericht is op tekortreductie. De beoordeling van behaalde resultaten wordt overgelaten aan de gemeenteraad en zal voor de toekenning van de vangnetuitkering geen rol spelen. Voor gemeenten is derhalve belangrijk te onderkennen dat zij in 2015 expliciet een proces van tekortreductie in gang gezet moeten hebben, om in 2016 succesvol een beroep te kunnen doen op een vangnetuitkering over 2015. Een eventuele onjuiste inschatting van de tekortontwikkeling en de gemeentelijke sturing daarop, behoort tot het risico van de gemeente. In deze nota is een analyse van het minimabeleid niet meegenomen omdat geen onderdeel uitmaakt van het BUIG budget.
6
2. Achtergrondinformatie 2.1
Reden voor toekenning incidentele aanvullende uitkering voorgaande jaren
Om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering moet er, naast een rechtmatige uitvoering van de wet, sprake zijn van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. De Toetsingscommissie WWB heeft een tweetal criteria ontwikkeld om te toetsen of er in een individuele gemeente sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt: 1. De ontwikkeling van de werkloze beroepsbevolking. Naar het oordeel is er sprake van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt als deze ontwikkeling meer dan 1,0 procentpunt hoger is dan in Nederland. 2. Het NWW (niet werkende werkzoekenden)- criterium: De commissie is van oordeel dat het redelijk is om te spreken van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt als de ontwikkeling van het aantal niet werkende werkzoekenden over een periode van 2 jaar in de gemeente meer dan 5 procentpunt hoger is dan in Nederland. In de jaren 2010, 2011 en 20134 is de aanvullende uitkering toegekend omdat de gemeente voldeed aan het tweede criterium. Het derde criterium, het WWB criterium (een hogere instroom dan landelijk gemiddeld en een lagere uitstroom dan landelijk gemiddeld in de afgelopen 3 jaar) is hier niet gebruikt. Als de gemeente niet voldoet aan alle drie de criteria dan moet er een analyse worden gemaakt. Situatie 2014 Inmiddels is duidelijk dat Oldebroek over het jaar 2014 niet voldoet aan de eerste twee criteria. Gegevens over het WWB-criterium (het derde criterium) komen naar verwachting begin juli beschikbaar (een hogere instroom dan landelijk gemiddeld en een lagere uitstroom dan landelijk gemiddeld in de afgelopen 3 jaar). Deze analyse is gericht op het verkrijgen van een (eventuele) aanvullende uitkering over 2015. Inmiddels is duidelijk dat over 2014 mogelijk een uitgebreide analyse gemaakt moet worden om alsnog in aanmerking te kunnen komen voor een aanvullende uitkering. Het tekort over 2014 is meegenomen in het jaarrekeningsaldo en de eventuele aanvullende uitkering wordt gezien als een meevaller in 2015.
2.2
Arbeidsmarkt in beeld
2.2.1
Vraagkant van de arbeidsmarkt
Oldebroek is onderdeel van de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek5. In 2014 heeft het UWV een arbeidsmarktanalyse opgesteld voor de regio6. Zorg & welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel zijn in de arbeidsmarktregio belangrijke sectoren (49% van alle banen). Ten opzichte van Nederland valt het op dat het aandeel banen in de industrie, de bouw, onderwijs en zorg & welzijn hoog is. Dit maakt IJsselvechtstreek een conjunctuurgevoelige regio. Vooral de bouw en industrie hebben een relatief hoog aandeel in de banen in de regio. Als er sprake is van een economische recessie wordt dat in IJsselvechtstreek ook gevoeld. Gaat het economisch beter, dan merkt de regio dit ook bij sectoren als bouw en industrie. 4
2013: 61,5% ten opzicht van 48,5% landelijk 2011-2013 2011: 21,9% ten opzichte van 2,1% landelijk 2009-2011 2010: 37,1 % ten opzichte van 17,1 landelijk 2008-2010 5 Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Meppel, Oldebroek, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Westerveld, Zwartewaterland en Zwolle 6 Regio in beeld 2014 - IJsselvechtstreek, UWV, oktober 2014
7
2.2.2
Kanssectoren volgens Arbeidsmarktmonitor
In de regio IJssel-Vecht laat een aantal sectoren groei aan ontstane vacatures zien. Een opvallende uitschieter naar boven is de landbouw. Dat is echter een kleine sector in de regio. Andere sectoren die een groei laten zien zijn: vervoer & dienstverlening, detailhandel, zakelijke dienstverleningen (vooral door vacatures en banen via uitzendconstructie), bouwnijverheid, industrie, nutsbedrijven en delfstoffen en de publieke sector: onderwijs (door vergrijzing). Voor laagopgeleiden (zonder startkwalificatie - vmbo) zijn de meeste vacatures in de detailhandel, gevolgd door horeca, zakelijke dienstverlening en transport (vervoer & opslag). Voor werkzoekenden op middelbaar beroepsniveau (mbo, havo en vwo) zijn vooral kansen in de detailhandel, zakelijke diensten, zorg & welzijn en industrie. Voor hoogopgeleiden (hbo en wo) liggen kansen in de zakelijke diensten, ICT en onderwijs. De meeste vacatures worden geboden in de techniek, detailhandel en zakelijke dienstverlening (waaronder glazenwassen en schoonmaken). De situatie in Oldebroek is niet helemaal vergelijkbaar met de arbeidsmarktregio. In onze gemeente zijn de sectoren zorg en welzijn, transport en industrie wat meer kansrijk. De overige sectoren zijn minder vertegenwoordigd en bieden hierdoor minder kansen.
2.2.3
Aanbodkant van de arbeidsmarkt
2.2.3.1 Afstand tot de arbeidsmarkt Over het algemeen geldt dat de afstand tot de arbeidsmarkt van het grootste deel van de WWB/Participatiewetpopulatie groter is dan die van WW-uitkeringsgerechtigden. De WWBwerkzoekende beschikt over het algemeen over een lagere opleidingsniveau, heeft een korter arbeidsverleden en oefent een beroep uit waarvoor de kansen op de arbeidsmarkt kleiner zijn. Daarnaast is er bij deze doelgroep steeds vaker sprake van meerdere belemmeringen op het persoonlijke vlak (zoals schuldenproblematiek, echtscheiding, psychische en lichamelijke beperkingen e.d.). In IJsselvechtstreek heeft 68% van de ingeschreven WWB’ers een opleiding op maximaal Mbo-1 niveau. Bij WW’ers is dit 39%. 2.2.3.2 Ontwikkeling WW en WWB-uitkeringen7 WW-uitkeringen Het aantal WW-uitkeringen per februari 2015 bedraagt in de gehele arbeidsmarktregio 15.178. Ten opzichte van de stand van februari 2014 is dit een daling van 0,1% (- 11). Ten opzichte van januari 2015 is het een stijging van 0,7% (107). Voor Oldebroek bedraagt het aantal WW-uitkeringen per februari 2015 736. In vergelijking met 2014 is dit een stijging van 2,9% (21). En er worden 1,4% meer uitkeringen (10) verstrekt dan januari 2015. WWB-uitkeringen Er zijn een aantal zaken die opvallen bij de ontwikkeling van het aantal WWB-uitkeringen 1. De taakstelling vergunninghouders; 2. De instroom als gevolg van einde WW-uitkering; 3. De verwachte nieuwe instroom als gevolg van de nieuwe doelgroep; 4. Omvang van het aantal 50+. Ad 1: taakstelling vergunninghouders De taakstelling is vanaf 2013 meer dan verdubbeld en vraagt veel inzet van alle betrokken partijen om huisvesting te regelen maar ook in de bijstand is dit een groep waarbij de weg naar werk meestal langer duurt vanwege taalachterstand, fysieke en psychische beperkingen door traumatische ervaringen.
7
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie, Arbeidsmarktregio IJsselvecht, februari 2015
8
Taakstelling Verstrekte uitkeringen aan vergunninghouders
2013 15 7
2014 22 13
2015 38 13 (stand 1e vier maanden geëxtrapoleerd)
Ad 2: instroom door einde WW/zelfstandig beroep of bedrijf De instroom door einde WW/zelfstandig beroep of bedrijf is nog steeds hoog. Na een economische recessie loopt dit nog een aantal jaren door voordat de positieve conjuncturele ontwikkelingen weer voor een daling van deze instroom zorgt.
Instroom WW
Zelfstandig bedrijf/beroep
2012 24
2013 32
2014 24
5
10
11
2015 36 (stand 1e vier maanden geëxtrapoleerd) 6 (stand 1e vier maanden geëxtrapoleerd)
Ad 3: nieuwe doelgroep Met ingang van 2015 krijgen jonggehandicapten die nog wel arbeidscapaciteit hebben geen Wajong8 meer. Op grond van de gegevens van het UWV, zullen vanuit deze groep ongeveer 16 Oldebroekse jongeren per jaar een bijstandsuitkering aanvragen. Deze mensen kunnen weliswaar aan het werk, maar daar is vaak een voorziening voor nodig (bijvoorbeeld loonkostensubsidie of een jobcoach). Deze nieuwe doelgroep is in hoge mate afhankelijk van de voorzieningen die de Participatiewet biedt om aan het werk te gaan en is daarmee een ‘zwaardere’ groep om te bemiddelen. Daarnaast is er geen instroom meer in de Wsw vanaf 2015. Ook mensen met een gemeentelijke uitkering konden als zij tot de doelgroep hoorden en er plaats was in dienst komen bij het Wswbedrijf. Dit is nu niet meer mogelijk. Deze mensen behouden dus hun recht op een gemeentelijke uitkering (5 personen) Ad 4: Omvang van het aantal 50+ Oldebroek kent een groot bestand 50+’ers. Van de 240 uitkeringen die er worden verstrekt, zijn er 59 uitkering aan de groep 50 t/m 59 jaar en 32 aan de groep 60+. Dit is 38% van het gehele bestand. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit alleen de uitkeringen (records) betreft, waarbij niet gekeken is of er sprake is van een partner. Deze doelgroep heeft ook in de landelijke politiek de aandacht, omdat de kansen op uitstroom beperkt zijn.
2.3 Conclusie Ook al is er een licht herstel van de economie merkbaar, blijkt dat nog niet uit de cijfers van in- en uitstroom. Er is nog steeds een flinke instroom van aanvragen vanuit de maximale termijn WW en vergunninghouders. Het aantal uitkeringsgerechtigden ouder dan 50 jaar is substantieel. En de kansen op uitstroom voor deze doelgroep alsmede voor de vergunninghouders is beperkt. Ook biedt de arbeidsmarkt in de gemeente Oldebroek in vergelijking tot de arbeidsmarktregio minder kansen.
8
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
9
3. Beleid en uitvoering In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan instroombeperking/handhaving & sanctiebeleid waarbij het gemeentelijk handhavingsbeleid 20102014 als leidraad wordt gebruikt. Voor uitstroombevordering dient de nota beleidsplan Participatiewet 2015 als input. Daarnaast wordt beschreven op welke wijze er wordt omgegaan met ontheffingen, terugvordering & verhaal en sociale recherche. Ook wordt benoemd hoe in de gemeente Oldebroek wordt gestuurd op het voorkomen van een tekort op het inkomensdeel. Bij de beschrijving van de huidige situatie wordt aangegeven welke beleidsafspraken zijn gemaakt, wat de huidige stand van zaken is en welke aanbevelingen er worden gedaan om te komen tot wijzigingen of aanpassing van het huidige beleid. Dit alles om te komen tot reductie van het tekort de gebundelde uitkering (BUIG).
3.1 Kern van de problematiek De gemeente Oldebroek heeft al jaren een tekort op het inkomensdeel (nu BUIG) omdat zeker de laatste jaren er een sterke toename is geweest van het klantbestand vanwege instroom uit de Werkloosheid Wet (WW) door het bereiken van de maximale termijn. En door toename van het aantal zelfstandigen uit met name de bouw die een beroep doen op een bijstandsuitkering vanwege slechte economische omstandigheden. Daarnaast nog de reguliere instroom vanwege echtscheiding, nieuwkomers en verhuizingen. Bovendien is de taakstelling voor vergunninghouders verdubbeld ten opzichte van vorig jaar (39 in 2015).
3.2 Instroombeperking De werkwijze voor het beperken van instroom is beschreven in het gemeentelijk handhavingsbeleid 2010-2014. In preventieve sfeer door in te zetten op vroegtijdige informatie en optimalisering van de dienstverlening en repressief door signaleren van mogelijke fraude, fraudeonderzoeken, fraudevaststelling en het opleggen van maatregelen en ten slotte terugvordering. Het handhavingsbeleid moet worden herijkt vanwege de invoering van de Participatiewet maar ook omdat de looptijd van de nota is verstreken. Door de invoering van de Participatiewet heeft dit in 2014 geen prioriteit gehad maar staat wel op de beleidsagenda voor herijking eind 2015. Tot die tijd is het vastgestelde beleid nog van toepassing. Uit onderstaande tabel blijkt dat er aan de poort wel degelijk instroom wordt voorkomen maar dit kan nog verder worden uitgebouwd als de werkprocessen en kennis en vaardigheden op dit gebied zijn aangescherpt.
Tabel: aanvragen, intrekkingen, toekenningen en afwijzingen* 2013 2014 2015* Aantal aanvragen 93 127 23 Aantal intrekkingen 13 21 5 Aantal afwijzingen 1 5 4 Aantal toekenningen (instroom) 79 98 22 *Cijfers 2015 t/m maart 2015. In het eerste kwartaal zijn 34 meldingen geregistreerd, waarvan 23 (68%) tot een aanvraag leiden. 3.2.1
Informatie
3.2.1.1 Project WW-WWB In H2O-verband wordt het project WW-WWB/PW uitgevoerd. Groepsgewijs worden de personen uitgenodigd waarvan de WW-uitkering binnen drie maanden afloopt. Tijdens deze bijeenkomsten wordt uitleg gegeven over de rechten en plichten van de Participatiewet. Scherp aan de Poort Zoekperiode Jongeren tot 27 jaar gaan terug naar school 10
Jongeren die nog onderwijs kunnen volgen, hebben in principe geen recht op bijstand maar studiefinanciering. Dat geldt vooral voor jongeren die geen startkwalificatie hebben. (Startkwalificatie is minimaal mbo-niveau 2 opleiding of en havodiploma). Van jongeren die al wel een startkwalificatie hebben behaald wordt verwacht dat ze via een opleiding de kans op werk vergroten. Hiermee wordt geprobeerd om instroom te voorkomen en de max WW-ers en jongeren te bewegen om alsnog werk te zoeken. Dit project is in 2014 als een H2O pilot gestart en op basis van de evaluatie is besloten hiermee door te gaan. 3.2.1.2 Zoekperiode werkloze jongeren Jongeren moeten in de Participatiewet (en voorheen WWB) actief op zoek naar werk of naar een opleiding. In de eerste vier weken na de melding, de zoekperiode, mag nog geen uitkering worden aangevraagd9. Dit sluit aan bij de visie die de gemeente onderschrijft: Stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid. De jongere zoekt eerst zelf vier weken naar werk of scholing, voordat er aanspraak gemaakt wordt op een uitkering. Het activerende karakter staat voorop. Ondersteuning naar werk en een uitkering is er alleen voor de doelgroep die het echt nodig heeft. De jongeren krijgt bij de aanmelding bij het UWV de melding dat hij contact moet opnemen met de gemeente. Vervolgens wordt er een afspraak gemaakt voor een gesprek. Tijdens dit gesprek krijgt de jongere zijn inspanningsverplichtingen opgelegd. Het niet nakomen van de inspanningsverplichting is maatregelwaardig gedrag. Op dit moment is niet inzichtelijk wat het effect is van de zoekperiode, dan wel of de inspanningsverplichting wordt nageleefd. 3.2.1.3 Klantenmap Tot medio 2013 ontvingen uitkeringsgerechtigden bij de uitkeringsintake een klantenmap. Deze klantenmap bevatte gegevens over de uitkering en folders over de minimaregelingen. Door de wetwijziging van de WWB naar de Participatiewet moeten de gegevens voor de klantenmap worden geactualiseerd of moet onderzoek worden gedaan naar een andere vorm, mogelijk aansluiting zoeken bij de digitale werkmap van het UWV of de ontwikkeling van een digitale klantenmap gemeente Oldebroek.
3.2.2 Optimalisering dienstverlening Aan uitkeringsgerechtigden wordt dienstverlening op maat geboden. Er wordt gewerkt met een vereenvoudigd model rechtmatigheidsonderzoek en met risicoprofielen om te bepalen hoe groot de kans op fraude is bij een klant. Bij jongeren < 27 jaar wordt gewerkt met een wachttijd van 4 weken alvorens een uitkeringsintake plaatsvindt. Door de invoering van de participatiewet moet het aanvraagproces worden herijkt en opnieuw beschreven. Hierbij moet ook worden bepaald hoe om te gaan met het eerder vastgelegde beleid rondom het opstellen van risicoprofielen en het mogelijk invoeren van een wachttijd voor de gehele doelgroep van de Participatiewet bij instroom.
3.2.3 Signalering en fraudealertheid Fraudealertheid is onderdeel van alle werkprocessen van het team sociale zaken. Eerder hebben de klantmanagers een training fraudealertheid gehad. Met de komst van de Participatiewet en wijzigingen in een aantal wetten van de voorliggende voorzieningen (bijvoorbeeld de WW) en wijziging van formatie zou het zinvol zijn dit nog eens te herhalen. Ook moeten de werkprocessen over afhandeling fraudesignalen worden aangepast. In het handhavingsbeleid is afgesproken om te werken met thema controles ook hierbij is het van belang om te bezien of de wetswijzigingen moeten leiden tot aanpassingen. 9
Dit is niet van toepassing voor jongeren die vanuit een WW-uitkering een aanvraag indienen.
11
3.2.4 Daadwerkelijk sanctioneren Beleidsuitgangspunt is bij het niet nakomen van de verplichtingen consequent, zakelijk en snel wordt opgetreden. De gemeente Oldebroek voert een lik op stuk beleid dat inhoudt dat bij verwijtbaar gedrag een maatregel wordt opgelegd, snel wordt teruggevorderd en geïncasseerd. Ook in de Participatiewet is dit onderdeel nadrukkelijk een punt van aandacht. Op basis van de cijfers in verhouding tot de toename van het aantal klanten kan worden gesteld dat het lik op stuk beleid nog niet voldoende wordt toegepast. Onderstaand schema geeft aan hoe de cijfers zijn in de gemeente Oldebroek.
Maatregel Boete Waarschuwingen
2013 8 1
2014 7 2 5
2015 1 3
3.2.5 Debiteurenbeheer/Terugvordering/Verhaal In het gemeentelijk beleid is geregeld of en wanneer het college gebruik maakt van haar bevoegdheid tot terugvordering. Uitgangspunt binnen de gemeente Oldebroek is dat ten onrechte ontvangen bijstand altijd wordt teruggevorderd. Het sluitstuk van handhaving is namelijk dat alle besluiten over het opleggen van een maatregel en/of de terugvordering van de uitkering ook worden uitgevoerd. De vorderingen maken deel uit van debiteurenbeheer. Dit beleid wordt conform uitgevoerd en de beleidsregels zijn recentelijk nog aangepast aan de Participatiewet. Het debiteurenbeheer heeft de laatste twee jaar extra aandacht gehad daardoor zijn debiteuren aangemaand om hun openstaande vordering middels de vastgestelde aflossingsverplichting te voldoen en dit heeft tot bevredigende resultaten geleid. Het verdiend aanbeveling om dit actieve beleid voor te zetten. Op dit moment is het aantal openstaande vordering 51 met een totaalbedrag van € 145.484.
3.2.6 Sociale Recherche De sociale recherche (SR) taken zijn uitbesteed aan de Regio Noord Veluwe. In het jaarverslag over 2014 geeft de SR aan dat zij hun taak zien verschuiven van strafrechtelijke handhaving naar bestuursrechtelijke handhaving als bijzonder controleur/toezichthouder. Dit ligt aan het feit dat de aangiftegrens van € 10.000 is verhoogd naar € 50.000. De gemeente Oldebroek heeft in 2014 14 meldingen gedaan voor officieel instellen van een onderzoek bij de SR. Dit heeft geleid tot 1 beëindiging, 3 afwijzingen/of buiten behandelingstelling en 1 herziening. 9 uitkeringen zijn ongewijzigd gecontinueerd. De beëindiging heeft geleid tot een bestuurlijke boete en terugvordering. Naast deze formele verzoeken zijn ook 7 verzoeken gericht aan de SR voor het inwinnen van nader informatie. Het ging hier om cliënten waarbij een gering vermoeden bestaat van fraude. De sociale recherche heeft twee wekelijks casus overleg met de klantmanagers. Bij het herijken van het handhavingsbeleid kan worden onderzocht op welke wijze de klantmanagers mogelijk zelf meer onderzoeken kunnen gaan uitvoeren.
3.3 Ontheffingenbeleid In het bestand van de gemeente Oldebroek is over de afgelopen vier jaar gemiddeld 26% volledig ontheven van de arbeidsverplichting i.v.m. persoonlijke omstandigheden, fysieke en psychische beperkingen. Deze groep valt onder de doelgroep zorg en wordt gevolgd door een klantmanager inkomen. In 2014 zijn geen extra maatregelen genomen om het aantal ontheffingen te beperken en is dus een punt van aandacht. Deze groep wordt gemonitord middels heronderzoek. In het kader van 12
de integrale benadering is de aanbeveling om aansluiting te zoeken bij de instrumenten die worden aangeboden vanuit het Sociaal Team, hierbij kan worden gedacht aan diverse vormen van begeleiding.
Aantal bijstandsgerechtigden Arbeidsontheffing artikel 910, WWB, artikel 37, IOAW/Z Arbeidsontheffing, artikel 9a, WWB Arbeidsverplichting is van kracht
2011 142
2012 172
2013 202
2014 235
43
49
56
50
3
4
127
158
57
98
3.4 Uitstroombeleid In het Participatiebeleid 2013-2014 is de focus gelegd op werk. Werk tenzij, dat is de kern bij het verstrekken van bijstand. Mensen die geen betaald werk hebben en geen eigen mogelijkheden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, worden door de gemeente bijgestaan met (aanvullend) inkomen tot het moment dat ze aan het werk zijn. Bij elke aanspraak op bijstand staat de weg naar werk voorop. Het aanvaarden van werk is voor iedere werkzoekende, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, een verplichting. Er is geen sprake van vrijblijvendheid. Natuurlijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor iemand de arbeidsmarkt (nog) niet kan betreden. De gemeente kan dan ondersteuning bieden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinden. Dat doen we op basis van maatwerk.
3.4.1 Scherp aan de poort De boodschap is werk, vanaf de eerste melding. Mensen die een aanvraag doen voor de Participatiewet krijgen eerste een gesprek met een werkcoach. Tijdens de intake worden de arbeidsmogelijkheden van de werkzoekende besproken. Hierbij wordt gebruikt van de Dariuz Works Wegwijzer, waarbij op een betrouwbare manier de kansen en belemmeringen van cliënten op alle belangrijke leefgebieden wordt gemeten. Ook wordt er inzicht verkregen in het arbeidspotentieel, de plek op de participatieladder, passende arbeidsrichtingen en concrete aanknopingspunten om de (arbeids)participatie van cliënten te optimaliseren. Medio 2015 zal de intake uitgebreid worden met het afnemen van de taalmeter. Dit is een online screening waarmee op een snelle en eenvoudige wijze gekeken wordt of iemand moeite heeft met lezen. Komt uit deze screening naar voren dat iemand moeite heeft met lezen, dan vindt er een warme overdracht plaats naar het Taalpunt in de bibliotheek. Bij het Taalpunt zal onder andere ook getoetst worden op schrijven om zo te kunnen beoordelen of er sprake is van laaggeletterdheid. Daarnaast kan daar ook geïndiceerd worden welke scholing of begeleiding gewenst is.
3.4.2 Doelgroepenprioritering In het Participatiebeleid en in het beleidsplan Sociaal Domein (Participatiewet) wordt gewerkt met doelgroepenbeleid. We kennen drie doelgroepen, die een verschillende benadering nodig hebben: 1. Werk: Dit zijn mensen die in staat zijn om naar vermogen te werken. Dit kan ook gaan om deeltijdarbeid of arbeid met ondersteuning. De mensen in dit profiel moeten actief aan de slag met hun re-integratie. Onbetaald werk en sociale activering kunnen een tussenstap zijn. 10
Artikel 9, WWB, artikel 37 IOAW/Z: plicht tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Artikel 9a WWB: Ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling alleenstaande ouders
13
2. Meedoen: Deze groep is in staat om te participeren in de samenleving, als is er op dit moment nog niet direct uitzicht op werk. Er is sprake van een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen moeten actief aan de slag om naar vermogen te participeren in de samenleving. Zij zullen gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk en mantelzorg te doen. Al is voor iedereen werk het doel, participeren is de norm. 3. Zorg: Deze mensen kunnen door hun problemen naast hun eigen huiselijke taken en beslommeringen nog niets extra’s doen. Zij worden geholpen en gestimuleerd om hun problemen aan te pakken. Het sociaal team zal een belangrijke rol spelen bij het voorkomen en opheffen van het sociaal isolement onder deze groep. De Participatiewet moet budgetneutraal worden uitgevoerd. Dit houdt in dat het participatiebudget hard is De financiële mogelijkheden voor ondersteuning, begeleiding en re-integratie blijven beperkt. We kiezen bij de inzet van de wel beschikbare middelen expliciet voor de doelgroep Werk. Daarnaast ligt de focus op jongeren. Langdurige werkloosheid bij jongeren kan leiden tot een moeizame aansluiting bij de arbeidsmarkt voor de rest van hun leven. Het is onze overtuiging dat jongeren niet in de bijstand thuishoren maar op school of aan het werk. Voor de doelgroepen Meedoen en Zorg zal integraal gekeken worden naar de mogelijkheden binnen het sociaal domein. In 2015 zal verder gewerkt moet worden aan een nadere invulling van deze beleidskeuzes. In het eerste kwartaal heeft de focus voornamelijk gelegen op het inzicht krijgen in de groep Werk en welke ondersteuning hiervoor nodig is. Dit om nadere keuzes te maken voor de inkoop van reintegratieactiviteiten. Een goede registratie in het klantvolgsysteem en een verdere analyse van de andere doelgroepen is benodigd om binnen het sociaal domein naar mogelijkheden te kijken.
3.4.3 Werkgeversdienstverlening Meer dan ooit moeten we als gemeente een beroep doen op ondernemers om binnen hun bedrijven arbeidsplaatsen te creëren voor werkzoekenden met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. De accountmanager werk is het aanspreekpunt voor Oldebroekse werkgevers en benadert vanuit deze rol actief werkgevers. In plaats van aanbod wordt er vraaggericht gewerkt. In december 2015 is de notitie Werkgeversdienstverlening Oldebroek vastgesteld, waarin afspraken zijn gemaakt over het aantal af te leggen bedrijfsbezoeken en te behalen plaatsingen. Dit wordt vanaf 2015 vastgelegd in maandelijkse managementinformatie. De accountmanager werk heeft het eerste kwartaal diverse bedrijfsbezoeken afgelegd en vacatures geacquireerd, waarvan een deel inmiddels is ingevuld met werkzoekenden vanuit de Participatiewet. Maand Januari Februari Maart Totaal
Aantal bedrijfsbezoeken (1e contact) 11 14 10 35
Aantal geacquireerde vacatures 7 9 6 22
In het eerste kwartaal zijn er 8 werkervaringsplaatsen gerealiseerd. Dit zijn plaatsingen waarbij een werkzoekende gedurende maximaal 3 maanden met behoud van uitkering werkt. Door de werkgevers is vooraf de intentie uitgesproken dat er bij goed functioneren een halfjaarcontract in loondienst wordt gegeven. Er zijn 4 werkzoekenden direct uitgestroomd naar werk. Daarnaast zijn er 2 werkervaringsplaatsen omgezet naar een betaald dienstverband, waardoor de uitkering is beëindigd. En 2 werkervaringsplaatsen hebben geleid tot gedeeltelijke uitstroom.
14
Plaatsingen 12 10 8 6 4 2 0 Januari
Februari
WEP
Regulier (uitstroom)
Regulier (ged. uitstroom)
Omzetting WEP (ged. uitstroom)
Maart Omzetting WEP uitstroom)
3.4.3.1 Samenwerking in de regio Van belang is dat er goed wordt samengewerkt met andere partijen, zowel binnen de arbeidsmarktregio als in de regio Noord Veluwe. Dit kan alleen wanneer je samenwerkt in het delen van vacatures en bemiddelbare kandidaten. Om dit te bereiken wordt er gestreefd naar 100% registratie en transparantie van werkzoekenden en vacatures via de systemen van UWV (Stekker4). In de arbeidsmarktregio is het doel om per 1 juli 2015 Stekker4 geïmplementeerd te hebben binnen alle 14 gemeenten. Dit betekent dat alle actuele vacatures en alle bemiddelbare werkzoekenden staan geregistreerd. Tot op heden heeft Oldebroek veel technische problemen ondervonden met de implementatie van Stekker4. Hier vindt continu afstemming over met het UWV. In de regio werd beoogd om per 1 juli 2015 Stekker4 ingevoerd te hebben. Op het moment dat Stekker4 operationeel is, moeten alle uitkeringsgerechtigden aangeschreven om hun CV goed te registreren en hier zal een check op moeten plaatsvinden. Daarnaast moeten de werkgevers waar de accountmanager aanspreekpunt voor is ook geregistreerd moeten worden, evenals de openstaande vacatures.
3.4.4 Participatiebudget In het participatiebudget zijn middelen beschikbaar om instrumenten in te zetten om uitstroom te bevorderen. 2014 In 2014 is 60% van dit budget ingezet voor extra formatie bij de werkcoaches. Dit is vanaf 2015 opgenomen in de begroting Sociaal Domein. Activiteiten die in 2014 zijn uitgevoerd zijn om werkzoekende toe te leiden, dan wel dichter bij de arbeidsmarkt te krijgen zijn: • OWME11: gedurende tien weken gaat de werkzoekende een dagdeel per week in groepsverband aan de slag met het in beeld krijgen en vergroten van zijn arbeidsmogelijkheden. Daarnaast gaat de werkzoekende concreet op zoek naar werk. Naast het volgen van de workshop vinden er bemiddelings/begeleidingsgesprekken plaats met de werkcoach (in nauwe samenwerking met de accountmanager werk). In totaal hebben 49 kandidaten de workshops gevolgd. Van deze groep zijn drie personen een studie gaan volgen, acht personen vonden een volledige baan en veertien personen vonden een deeltijdbaan. 11
Workshop Oldebroek Werkt Met Elkaar
15
•
•
Er zijn in 2014 diverse projecten gestart richting sociale activering en werkervaringsplaatsen (kledingsorteerbedrijf/kledingbank van het Leger des Heils, Stichting Present, Voedselbank). Doel van deze projecten is om Meedoen-cliënten een trede hoger op de participatieladder te krijgen, zodat ze op termijn kunnen instromen in de groep WERK/arbeidsmarkt. In totaal hebben hier 34 cliënten aan deelgenomen. Inburgeringstrajecten: bij de start van het jaar waren we nog verantwoordelijk voor elf alfabetiserings- en/of inburgeringstrajecten. Inmiddels zijn zeven trajecten zijn afgerond. Een kwart van het participatiebudget is hieraan uitgegeven.
Voortzetten dienstverlening 2014 in 2015 In 2015 worden de projecten die hiervoor onder 2014 staan omschreven voortgezet. Inmiddels is er 1 workshop OWME gestart. Medio 2015 vind er een evaluatie plaats van de projecten die gestart zijn in het kader van sociale activering en werkervaringsplaatsen en wordt nader bezien of deze worden voortgezet. Implementatie beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie Met ingang van 1 januari 2015 zijn de beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie in werking getreden. Het is van belang om te borgen dat het Team Werk conform het beleid uitvoering geeft aan re-integratieactiviteiten. Dit wordt bewaakt door wekelijks een Werk-overleg te voeren met de teamleider, werkcoaches en accountmanager werk. Tijdens dit overleg wordt vraag en aanbod gematcht en worden casussen behandeld. Eenmaal per vier weken schuift de beleidsmedewerker Werk aan om de voortgang te bewaken, te signaleren en input te krijgen. Het verdient aanbeveling om het activiteitenplan (hoofdstuk 6) structureel in de 4-wekelijks overleggen te agenderen. Inkoop re-integratiediensten In 2015 wordt een extra boost gegeven richting uitstroom naar werk door re-integratiediensten in te kopen. Op dit moment wordt hier nader invulling aan gegeven. De intentie is om met meerdere (maximaal 3) dienstverlenende partijen een overeenkomst te sluiten om re-integratieactiviteiten uit te voeren. Resultaat van de activiteiten moet een feitelijke plaatsing op een betaalde baan zijn, waardoor er geen sprake meer is van uitkeringsafhankelijkheid. Hiervoor wordt een doorlooptijd berekend van 4 maanden na overdracht. Er wordt onderscheid gemaakt in de doelgroepen: 1) cliënten die na een korte interventie bemiddelbaar zijn en 2) cliënten met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt die daardoor meer inspanning vergen. In december 2015 zal op basis van de uitgaven en diensten door de inkoopcoördinator een inkoopadvies opgesteld worden, waarbij er meerjarig (jaarcontract met verlengingsoptie) ingekocht gaat worden. Meer ook hierover in hoofdstuk 4 Signalering en sturing.
3.4.5 Tegenprestatie We vinden het van belang dat iedereen die een beroep doet op een gemeentelijke uitkering participeert in de samenleving. Mensen met perspectief op een reguliere baan zijn bezig met re-integratieactiviteiten; Mensen met (tijdelijk) geen perspectief op een reguliere baan zijn bezig met vrijwilligerswerk of mantelzorg; Mensen die nog niet richting werk of activering kunnen, worden door inzet van het sociaal team gestimuleerd hun problemen aan te pakken (dit kan onder andere een hulpverleningstraject zijn). Aan degenen die (tijdelijk) niet actief zijn, kan een tegenprestatie worden opgelegd.
16
De invulling van de tegenprestatie is de verantwoordelijkheid van een belanghebbende. Deze moet op zoek naar onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Heeft hij binnen een bepaalde termijn nog geen tegenprestatie gevonden, dan legt het college een concrete tegenprestatie als verplichting op. Dan is de tegenprestatie ook een verplichting waarop handhaving mogelijk is. Wanneer niet aan de verplichting wordt voldaan kan er een 100% maatregel worden opgelegd. Het beleid omtrent de tegenprestatie is gereed. De implementatie is als gevolg van prioritering nog niet gerealiseerd en wordt als aandachtpunt meegenomen. Wel kan worden gesteld dat een groot deel van de uitkeringsgerechtigden actief is. De groep aan wie naar verwachting de tegenprestatie wordt opgelegd is beperkt. Het bestand zal hiervoor stapsgewijs gescreend worden (tot eind 2016).
3.4.6 Gemeente als werkgever Vanuit het landelijk sociaal akkoord komt naar voren dat niet alleen van het bedrijfsleven wordt verwacht dat zij garantiebanen creëert voor werkzoekenden met een arbeidshandicap/ grote afstand tot de arbeidsmarkt, maar dat ook de overheid garant staat voor het creëren van banen voor deze doelgroep. De VNG12 adviseert om in 2015 minimaal één extra baan te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Momenteel wordt er gewerkt aan een personeelsbeleidsplan en met P&O is deze informatie gedeeld. Aandachtspunt is bewaken dat in het personeelsbeleidsplan en bij de uitvoering hiervan aandacht komt voor werknemers met een arbeidsbeperking, om zo als gemeente het goede voorbeeld te geven.
3.4.7 Social return on investment (SROI) Social return staat middenin de belangstelling als instrument om baankansen kansen te creëren voor de doelgroep Participatiewet en arbeidsgehandicapten en wordt als item meer en meer opgenomen in aanbestedingen vanuit de gemeenten. Hiermee worden partijen aan wie de opdracht wordt gegund ‘verplicht’ bij de uitvoering van de aanbesteedde werkzaamheden kandidaten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten of op een andere manier invulling te geven aan deze ‘verplichting’. Het is van belang dat de contracten waarin dit is opgenomen ook worden nageleefd en dat hier actief mee aan de slag wordt gegaan. In 2015 zal hier verder invulling worden gegeven. Op dit moment wordt onderzocht of dit in H2O-verband wordt opgepakt of dat dit onder de vlag van het Regionaal Werkbedrijf komt te hangen. Aandachtspunt bij social return is dat dit niet mag leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt en steeds opnieuw aanvragen van een uitkering.
3.5 Borging (nieuw) beleid In de afgelopen 2 jaar zijn er binnen het team werk en inkomen veel ontwikkelingen geweest als gevolg van:
De samenwerking H2O (vertraging beleidsvorming en implementatie beleid); Invoering nieuw uitkeringssysteem; De reorganisatie (rem op aanstellen vaste formatie); Mutaties en zwangerschapsverlof van het vaste personeel Vele wetswijzigingen vanaf eind 2012 tot heden.
Op basis hiervan is het wenselijk om te toetsen of bij de huidige formatie het bestaande en nieuwe beleid voldoende is geborgd. Als bijlage is het activiteitenplan 2015 toegevoegd. Hierin zijn alle actiepunten en aanbevelingen verwerkt. En dit moet leiden tot borging van huidig en nieuw beleid en 12
Afspraak garantiebanen, VNG, 7 april 2015
17
werkprocessen. Dit wordt gemonitord middels steekproefsgewijs toetsen door de kwaliteitsmedewerker en indien nodig intervisie.
18
4 Signalering en sturing De gemeente Oldebroek wil goed kunnen sturen op de resultaten die onder andere in het beleidsplan Participatiewet zijn vastgelegd. Dit gebeurt per kwartaal in de rapportage ‘Samen voor Mekaar’. In deze kwartaalrapportage worden voor alle drie decentralisaties de resultaten op de belangrijkste indicatoren opgenomen. Voor de Participatiewet wordt het volgende opgenomen13: Ontwikkeling van de budgetten (begroot, realisatie en prognose) participatie en Wsw Ontwikkeling van het BUIG-budget (begroot, realisatie en prognose). Meldingen en resultaten op poortwachten Prestaties die leiden tot beëindiging van de uitkering Prestaties tijdens de uitkering (gedeeltelijke uitstroom naar werk) Resultaten werkgeversdienstverlening In onderstaande tabel is te zien hoe het inkomensdeel van de gemeente Oldebroek zich heeft ontwikkeld. Naar aanleiding van de cijfers inkomensdeel van het eerste kwartaal 2015 laten bij extrapolatie een lager tekort zien dan in 2014. Echter eerder in deze notitie is aangegeven dan in het eerste kwartaal van 2015 er nog steeds sprake is van een stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke uitgaven, er zitten altijd nog wat aanvragen in de pijplijn die kunnen zorgen voor een wat positiever beeld dan de werkelijkheid.
4.1
Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Oldebroek
Uitgaven Rijksbijdrage Tekort Eigen bijdrage (10%) IAU
2015 2014 2013 2012 2011 2010 € 3.055.900 € 2.895.131 € 2.376.168 € 2.031.455 € 1.738.759 1.784.938 € 2.502.249 € 2.321.102 € 2.076.208 € 1.939.353 € 1.547.580 1.456.103 € 553.651 € 574.029 € 299.960 € 92.102 € 191.179 328.835 € 250.225*
€
232.110
€
207.620
€ 303.42614
€ 341.919 € 92.340 *Indien de gemeente over 2015 in aanmerking wil komen voor de IAU uitkering dan is net als
€
92.102 -
€ 154.758
€ 145.610
€
€ 183.225
36.421
voorgaande jaren bepaald dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de eerste 10% dus € 305.905- maar in de begroting is uitgegaan van € 153.558 (5%)
De ontwikkelingen inkomensdeel worden per maand gemonitord en opgenomen in de rapportage aan het bestuur via de management rapportage, bestuursrapportage en jaarverslag . Maar is ook per kwartaal onderdeel van het portefeuillehouders overleg financiële voortgang sociaal domein. De afgelopen jaren zijn de belangrijkste maatregelen om het tekort terug te dringen inzet op begeleiding naar werk. In 2013 is er een scheiding gemaakt tussen de disciplines werk en inkomen en is binnen de gemeente ook eigen accountmanagement werk vorm gegeven. Intensieve samenwerking met economische zaken en de ondernemersverenigingen en bedrijvenkring in de gemeente Oldebroek hebben ervoor gezorgd dat door de korte lijnen bijstandsgerechtigden sneller geplaatst kunnen worden in een werkervaringsplaats en naar een reguliere baan. Dit moet nog steviger worden neergezet en ook moet het passen binnen de afspraken die worden gemaakt in het regionaal werkbedrijf. 13
Zie kwartaalrapportage ‘Samen voor Mekaar’ – 1e kwartaal 2015
14
De aanvraag voor een aanvullende uitkering over 2015 moet worden aangevraagd voor 1 juli 2016 door de gemeente Oldebroek.
19
De effecten van dit beleid worden vanaf 1 januari 2015 strak gemonitord en zijn onderdeel van de verantwoording per kwartaal aan college en raad. Daarnaast wordt met de H2O samenwerking op gebied van voorlichting aan max WW-ers mogelijk voorkomen dat er een bijstandsuitkering wordt aangevraagd. Ook de verlengde zoektijd bij jongeren voorkomt instroom in de bijstand.
20
5 Conclusies & Aanbevelingen Om op basis van de nieuwe regels in aanmerking te kunnen komen voor aanvulling op het tekort op de gebundelde uitkering (BUIG) 2015 moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, eerdere financiële resultaten van de uitvoering WWB en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; Een brief, of verglijkbaar document waarbij het college en raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot kostenreductie te komen; Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; Een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. Met dit document is aan de eis om een analyse te maken voldaan. Uit deze analyse blijkt dat we in de uitvoering nog een slag te maken hebben. Op zich is dat begrijpelijk omdat de beleidsmatige afronding van de Participatiewet nog steeds gaande is en gezien de genoemde formatieve ontwikkelingen. In de raad van 27 november 2014 zijn weliswaar alle beleidsplannen en de noodzakelijk verordeningen vastgesteld maar pas in het eerste kwartaal van 2015 zijn alle beleidsregels aangepast of gemaakt. Dus de werkafspraken met de uitvoering zijn nog niet uitgewerkt. Afspraken die gemaakt moeten worden over de samenwerking in het werkbedrijf lopen nog volop. Ook dit is van invloed op de uitvoering. Verder zijn er vanuit het Rijk steeds weer aanpassingen of nieuwe ontwikkelingen. Met deze analyse bepalen wij de huidige stand van zaken en is er een actieplan gemaakt om ervoor te zorgen dat beleid en uitvoering weer naadloos op elkaar gaan aansluiten, inclusief de formatieve en financiële consequenties. Dit document zal worden voorgelegd door het college aan de raad. De raad zal om een schriftelijke reactie worden gevraagd op het plan en de voorgenomen activiteiten.
21
Activiteitenplan 2015 Activiteit Herijken beleidsplan Hoogwaardig Handhaven incl. beleidsregels inclusief samenwerking Sociale Recherche evalueren/aanscherpen sanctiebeleid Herijken en aanpassen voorlichting aan nieuwe cliënten (digitale klantenmap) folders website afstemming beleid/uitvoering adviesraad SD Actualiseren huidige werkprocessen en beschrijving nieuwe werkprocessen (30 totaal) Rapportages en beschikkingen aanpassen aan P-wet Herijken controleplan/themacontroles en werken met risicoprofielen analyse op effect zoekperiode en inspanningsverplichting daarna mogelijk zoekperiode invoeren totale doelgroep P-wet Cursus fraude alertheid á € 550 en voorliggende voorzieningen a’€ 325 Doelgroepanalyse: Doelgroep met volledige ontheffing analyseren een passend aanbod doen Doelgroep Meedoen: inzicht krijgen in de activiteiten die de mensen uitvoeren richting vrijwilligerswerk/mantelzorg. Degenen die nog geen activiteiten verrichten stimuleren. Afstemming met de consulent informele zorg. Doelgroep Zorg: daar waar mogelijk aansluiting zoeken bij het Wmo-beleid voor individuele begeleiding/arbeidsmatige dagbesteding. Doelgroep tegenprestatie: doelgroep die niet actief is werk/meedoen/zorg tegenprestatie opleggen.
uren 190
Wie Beleidsmedewerker
Extern x
108
Kwaliteitsmedewerker/ communicatiemedewerker
x
280
Kwaliteitsmedewerker
x
24.000
2015
108
Kwaliteitsmedewerker/ applicatiebeheerder Kwaliteitsmedewerker
x
10.000
2015
32
Kwaliteitsmedewerker
x
3.000
2015
Opleidingsinstituut
x
1.000
2015
60.000
2015
940 (uit gaande van 5 uur per klant)
Intern
Klantmanager inkomen
€ 16.000
2015 2015
2015
Implementatie Stekker4: registratie van alle actuele vacatures en alle bemiddelbare werkzoekenden is afgerond. Gemeente als werkgever: banen creëren voor de doelgroep arbeidsgehandicapten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: borgen in personeelsbeleid Social Return On Investment (SROI) nader uitwerken Taalmeter: implementatie en effectmeting Dariuz Wegwijzer: implementatie en effectmeting Borgen van kwaliteitswerk Totaal uren Totaal benodigd budget
x
Werkcoaches en accountmanager werk
2015
24
x
P&O
2015
regulier
x
Beleidsmedewerker
2015
regulier
x
2015
regulier
x
regulier 1682
x
Werkcoach/ beleidsmedewerker Werkcoach/ beleidsmedewerker Kwaliteitsmedewerker
2015 2015 114.000
Om alle activiteiten in 2015 gerealiseerd te krijgen is er een naar verwachting een budget nodig van € 114.000. Binnen de begroting is hiervoor geen bedrag beschikbaar. Dekking moet plaatsvinden vanuit de algemene middelen.
23
Lijst van afkortingen BUIG Vangnetuitkering
IAU PW WWB WWIK
NWW UWV WW Wsw Vergunninghouders Statushouders H2O SR OWME VNG SROI
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten De vangnetuitkering biedt gemeenten per 1 januari 2015 financiële compensatie voor grote tekorten op het budget als bedoeld in artikel 69 van de Participatiewet. Incidentele Aanvullende Uitkering (loopt tot 31-12-2014) Participatiewet Wet Werk en Bijstand Wet Werk en Inkomen Kunstenaars. De WWIK-uitkering was een aanvulling op het inkomen van een kunstenaar. Als startende kunstenaar kon een kunstenaar de WWIK-uitkering gebruiken bij de opbouw van een winstgevende beroepspraktijk. Niet Werkende Werkzoekende Uitvoeringsorganisatie Werknemers Verzekering Werkloosheidswet Wet Sociale Werkvoorziening Asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen (vergunninghouders) verhuizen naar eigen woonruimte. Een asielzoeker met een voorlopige of voorwaardelijke verblijfsvergunning Samenwerking gemeente Hattem, Heerde en Oldebroek Sociale Recherche Oldebroek Werkt Met Elkaar Vereniging Nederlandse Gemeenten Social return on investment
24