NLR-CR-2010-416
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix R.R. Seljée en T.A. van Veen
ONGERUBRICEERD
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium National Aerospace Laboratory NLR
Managementsamenvatting
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix
Rapportnummer NLR-CR-2010-416 Auteur(s) R.R. Seljée T.A. van Veen
Probleemstelling Een aantal inwoners van de gemeente Zuidhorn klaagt al jaren over het horen van lage bromtonen in hun omgeving en zegt last van trillingen te hebben. In opdracht van de Rijksinspectiediensten VROMInspectie en Staatstoezicht op de Mijnen is het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium gestart met een onderzoek naar laagfrequent geluid. Als onderdeel daarvan zijn gedurende de periode 21 juni tot en met 5 juli 2010 geluidsmetingen uitgevoerd.
ONGERUBRICEERD
De geluidsmetingen waren erop gericht uit te zoeken of er laag frequente geluidssignalen in de gemeente Zuidhorn aanwezig zijn die een verhoogde kans op hinder zouden kunnen geven. Hiertoe zijn geluidsmetingen binnen en buiten vier woningen verricht. Op één locatie zijn ook trillingen gemeten. De inwoners participeerden in de geluidsmetingen door in een logboek momenten van (ernstige) hinder van laag frequent geluid te rapporteren.
Rubricering rapport ONGERUBRICEERD Datum September 2010 Kennisgebied(en) Geluidseffecten op de omgeving Trefwoord(en) LFG Laag frequent geluid
ONGERUBRICEERD
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix
Met de geluidsmetingen in de periode 21 juni tot en met 5 juli 2010 is tevens een eerste verkenning uitgevoerd naar de mogelijke herkomst van de gemeten laagfrequente geluidssignalen. Omdat niet op alle geluid producerende installaties in de gemeente Zuidhorn meetapparatuur kon worden aangebracht, waren de geluidsmetingen gericht op laagfrequente geluidssignalen in een eerste selectie van gebieden. De geselecteerde gebieden bevinden zich op delen van de terreinen van de NAM-UGS, NAM-GDF, en GUN.
meetplan is uitgevoerd en van twee weken meten is geluidsdata beschikbaar. Er is een database aangelegd met deze ruwe meetdata van alle locaties waaruit spectrogrammen zijn gegenereerd, die voor de analyse zijn gebruikt. Uit de logboeken van de bewoners zijn 25 situaties geselecteerd waarbij de grootste hinder gerapporteerd was. Vervolgens zijn voor deze situaties de geluidssignalen gemeten op en rond het terrein van de NAM-UGS, NAM-GDF, en GUN en binnen en buiten de huizen van de bewoners onderzocht op de aanwezigheid van geluidssignalen die een kans op hinder bij de bewoners zouden kunnen geven.
Beschrijving van de werkzaamheden In een aaneengesloten periode van 21 juni tot en met 5 juli 2010 zijn gelijktijdig geluidsmetingen verricht op enerzijds de locaties van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN en anderzijds in en om vier woningen van de bij het onderzoek betrokken bewoners. Vervolgens is onderzocht of het geluid bestaande uit meerdere geluidssignalen op de NAM-UGS, NAM-GDF, en GUN locaties overeenkomsten heeft met het LF geluid dat ook bij de betreffende bewoners meetbaar was. Voor de geluidsmetingen is een meetplan opgesteld dat het plan van aanpak van de metingen en de gewenste opstelling van de meetapparatuur bij de locaties van de NAM-UGS, NAM-GDF, en GUN beschrijft. Het meetplan is met de opdrachtgever in het bijzijn van de bewoners besproken. Het
Resultaten en conclusies Per geselecteerde situatie is onderzocht of er laag frequent geluid of significante trillingssnelheden zijn gemeten op de vier locaties van de bewoners en bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Tevens zijn de karakteristieken van het geluid bekeken. Uit de analyse van de gemeten geluidssignalen kunnen de volgende deelconclusies worden getrokken: 1) Er komen laagfrequente geluidssignalen voor die mogelijk hinder bij de betrokken bewoners veroorzaken. 2) De ervaren hinder is sterk afhankelijk van de persoon en de omstandigheden gedurende het waarnemen. Met behulp van de gevonden situaties waar
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, National Aerospace Laboratory NLR
ONGERUBRICEERD
Anthony Fokkerweg 2, 1059 CM Amsterdam, P.O. Box 90502, 1006 BM Amsterdam, The Netherlands Telephone +31 20 511 31 13, Fax +31 20 511 32 10, Web site: www.nlr.nl
2
ONGERUBRICEERD
hinder gerapporteerd is en laagfrequent geluid aanwezig was kan later in het proces/onderzoek mogelijk worden vastgesteld welke signalen de kans op hinder bij de bewoners bepalen. Als deze signalen geïdentificeerd zijn kan gebruikmakend van de huidige resultaten, later in het proces/onderzoek gericht worden gezocht naar de bron van de hinder. 3) Uit de analyse volgt dat er momenten zijn waarop de frequenties van de geluidssignalen gemeten op de locaties bij de NAMUGS, NAM-GDF en GUN en de ontvangstlocaties niet overeenkomen. In deze specifieke gevallen is het dus uitgesloten dat de bron van het LF geluid op en of rond de meetlocaties bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN aanwezig was. 4) Op andere momenten is er laagfrequent geluid op zowel de bewoners locaties als wel bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN op dezelfde frequenties waargenomen. In deze specifieke gevallen is het dus niet uitgesloten dat de bron van het LF geluid op de meetlocaties bij de NAM-UGS en/of NAMGDF en/of GUN aanwezig was. In deze situaties kan er mogelijk verder worden gezocht naar de specifieke
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix
deelbron op of nabij het terrein van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Omdat met de uitgevoerde geluidsmetingen niet op specifieke bronnen gemeten is kan er nog niet met zekerheid een bron worden geïdentificeerd. Voor een bewijs dat er een verband is tussen het bij de bewoners gemeten geluid en het bij NAMUGS, NAM-GDF en GUN gemeten geluid, is het nodig dat aan de volgende punten wordt voldaan: 1. Dat op hetzelfde moment gemeten geluidskarakteristieken, gecorrigeerd voor de propagatie tijd, aan elkaar te relateren zijn. 2. Dat de bij de NAM-UGS, NAMGDF en GUN gemeten geluidsniveaus significant hoger zijn dan de bij de bewoners gemeten geluiden. 3. Dat er bepaalde bedrijfstoestanden/installaties zijn waaraan het geluid kan worden gerelateerd. In het geval er wel bij de bewoners geluidssignalen met een bepaalde karakteristiek worden gemeten en niet bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN op de onderzoekslocaties, is het later in het proces/onderzoek noodzakelijk om de locatie van de desbetreffende nog niet onderzochte andere bronnen te achterhalen. Om te bepalen of er een kans op hinder door trillingen bestaat zijn trilsnelheden in de woning van een van de bewoners gemeten in drie richtingen. Deze toetsing is gedaan om een inschatting te krijgen van de oorzaak van de hinder (trillingen
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, National Aerospace Laboratory NLR
ONGERUBRICEERD
Anthony Fokkerweg 2, 1059 CM Amsterdam, P.O. Box 90502, 1006 BM Amsterdam, The Netherlands Telephone +31 20 511 31 13, Fax +31 20 511 32 10, Web site: www.nlr.nl
3
ONGERUBRICEERD
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix
van het huis of het gemeten laagfrequente geluid). De bij deze bewoner gevonden meetwaarden blijven in alle meetrichtingen ruim onder de streefwaarde van 0.1 mm/sec uit de hiervoor geldende meet- en beoordelingsrichtlijn B van de Stichting Bouw Research “hinder voor personen in gebouwen door trillingen”. Dit betekent dat de kans op hinder door trillingen klein is en dat vooralsnog geen verder onderzoek naar trillingen nodig is. De door de bewoners gerapporteerde trillingen worden hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door laagfrequent geluid.
De resultaten van dit deel van het onderzoek zijn tevens bruikbaar om later in het proces/onderzoek de specifieke geluidsbron bij de geluidssignalen die een kans op (ernstige) hinder kunnen geven, te traceren. De gevonden karakteristieken kunnen dan worden gebruikt voor het vinden van mogelijke oplossingen waarmee hinder van laag frequent geluid in de toekomst kan worden voorkomen. Uit dit deel van het onderzoek is tevens gebleken dat in de omgeving van de bewoners meerdere geluidssignalen zijn gemeten waarvan de gemeten karakteristieken niet lijken op de bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten geluidssignalen. Dit betekent dat nog niet alle mogelijke bronnen voor Laagfrequent geluid zijn onderzocht.
Toepasbaarheid De gebruikte onderzoeksmethode is toepasbaar voor het vaststellen van de aanwezigheid, het karakter en het geluidsniveau van laagfrequent geluid op bepaalde locaties gedurende een langere periode. De resultaten uit dit deel van het onderzoek zijn bruikbaar om in een volgende fase van het onderzoek nauwkeuriger te specificeren welke karakteristieken van het laag frequente geluid een kans op (ernstige) hinder kunnen geven. Uit eerder onderzoek van het NLR is gebleken dat de mogelijkheid kan bestaan dat een deel van het aanwezige geluidsspectrum, bestaande uit een pulserende toon, hinder kan veroorzaken. De gevonden lijnen in de spectrogrammen zijn, in combinatie met logboeken van bewoners, gebruikt om karakteristieke geluidssignalen waarvan de kans op hinder van laagfrequent geluid het grootst is, te vinden.
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, National Aerospace Laboratory NLR
ONGERUBRICEERD
Anthony Fokkerweg 2, 1059 CM Amsterdam, P.O. Box 90502, 1006 BM Amsterdam, The Netherlands Telephone +31 20 511 31 13, Fax +31 20 511 32 10, Web site: www.nlr.nl
4
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium National Aerospace Laboratory NLR
NLR-CR-2010-416
Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn Appendix R.R. Seljée en T.A. van Veen
Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar. Opdrachtgever
Staatstoezicht Op De Mijnen (SODM)
Contractnummer
10054370
Eigenaar
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
NLR Divisie
Luchtverkeer
Verspreiding
Beperkt
Rubricering titel
Ongerubriceerd September 2010
Goedgekeurd door: Auteur
Reviewer
Beherende afdeling
NLR-CR-2010-416
Samenvatting Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) heeft van Rijksinspectiediensten VROM-Inspectie en Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) de opdracht gekregen om te onderzoeken of er laag frequente geluidssignalen in de gemeente Zuidhorn aanwezig zijn en of er een verband bestaat tussen enerzijds het laagfrequent (LF) geluid dat bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN geproduceerd wordt, en anderzijds het LF geluid dat bewoners in de gemeente Zuidhorn ontvangen. Dit onderzoek is onderdeel van het project “LF geluid” van de VROM-inspectie Regio Noord te Groningen, waar klachten van hinder door LF geluid binnenkwamen. In een aaneengesloten periode van 21 juni tot en met 5 juli 2010 zijn gelijktijdig geluidsmetingen verricht op enerzijds locaties op en bij het terrein van de NAM-UGS, NAMGDF, GUN en anderzijds in en buiten de vier woningen van de bij het onderzoek betrokken bewoners. Vervolgens is onderzocht of het LF geluid zoals gemeten bij en op het terrein van de NAM-UGS, NAM-GDF, GUN overeenkomsten heeft met het LF geluid dat bij de betreffende bewoners meetbaar was. In de woning van een van de betrokken bewoners zijn tevens trillingsmetingen uitgevoerd. Dit rapport is onderdeel van de analysefase en beschrijft een aantal situaties. Elke situatie laat voor een zekere tijdsperiode een karakteristiek geluidsbeeld zien, waarvan vastgesteld wordt of er een mogelijk verband of geen verband bestaat tussen het geluid dat bij de bronnen gemeten is en het geluid dat bij de bewoners gemeten is. Het rapport bestaat uit twee delen; een inleiding over hoe de bestanden met LF geluid opgeslagen en verwerkt zijn, en een hoofdstuk met de in de analyse gebruikte situaties die tot de resultaten en conclusies hebben geleid.
3
NLR-CR-2010-416
Inhoud
Overzicht situaties voor analyse
5
Afkortingenlijst
6
1
7
2
Inleiding 1.1
Bestanden laagfrequent geluid
8
1.2
Analyse spectrogrammen
10
1.3
Schaalverdeling spectrogrammen NAM-GDF
11
Analyse laagfrequent geluid
11
2.1
Beschrijving relevante situaties
12
2.2
Overzicht geanalyseerde situaties
116
2.3
Analyse ondersteunende spectrogrammen
117
2.3.1
Locatie A; SITUATIE 4
117
2.3.2
Locatie A; SITUATIE 7
120
2.3.3
Locatie B; SITUATIE 15 en SITUATIE 16
122
2.3.4
Locatie C; SITUATIE 8
124
2.3.5
Locatie D; SITUATIE 6
126
2.3.6
Locatie D; SITUATIE 13 en SITUATIE 14
128
2.4
NAM-GDF spectrogrammen
130
Referenties
134
4
NLR-CR-2010-416
Overzicht situaties voor analyse SITUATIE 1
21 juni
22:44
SITUATIE 2
21 juni
22:44
SITUATIE 3
22 juni
07:35
SITUATIE 4
23 juni
00:20
SITUATIE 5
23 juni
09:21
SITUATIE 6
23 juni
23:37
SITUATIE 7
24 juni
00:01
SITUATIE 8
24 juni
08:44
SITUATIE 9
24 juni
09:15
SITUATIE 10
28 juni
05:30
SITUATIE 11
28 juni
23:59
SITUATIE 12
30 juni
15:44
SITUATIE 13
30 juni
15:49
SITUATIE 14
30 juni
15:50
SITUATIE 15
30 juni
23:37
SITUATIE 16
30 juni
23:38
SITUATIE 17
1 juli
00:22
SITUATIE 18
1 juli
01:05
SITUATIE 19
1 juli
01:08
SITUATIE 20
1 juli
01:09
SITUATIE 21
1 juli
12:35
SITUATIE 22
1 juli
12:35
SITUATIE 23
1 juli
14:10
SITUATIE 24
1 juli
15:59
SITUATIE 25
2 juli
14:29
5
NLR-CR-2010-416
Afkortingenlijst GDF
Gas Dehydration Facilities
LF
laagfrequent(e)
NAM
Nederlandse Aardolie Maatschappij
GUN
GasUnie Nederland
NLR
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
SodM
Staatstoezicht op de Mijnen
UGS
Underground Gas Storage
6
NLR-CR-2010-416
1 Inleiding Een aantal inwoners van de gemeente Zuidhorn klaagt al jaren over het horen van lage bromtonen in hun omgeving en zegt last van trillingen te hebben. In opdracht van de Rijksinspectiediensten VROM-Inspectie en Staatstoezicht op de Mijnen is het Nationaal Luchten Ruimtevaartlaboratorium gestart met een onderzoek naar laagfrequent geluid in deze gemeente. Als onderdeel daarvan zijn gedurende de periode 21 juni tot en met 5 juli 2010 geluidsmetingen uitgevoerd. De geluidsmetingen waren erop gericht uit te zoeken of er laag frequente geluidssignalen in de gemeente Zuidhorn aanwezig zijn die een verhoogde kans op hinder zouden kunnen geven. Hiertoe zijn geluidsmetingen binnen en buiten vier woningen verricht. Op één locatie zijn ook trillingen gemeten. De inwoners participeerden in de geluidsmetingen door in een logboek momenten van (ernstige) hinder van laag frequent geluid te rapporteren. Met de geluidsmetingen in de periode 21 juni tot en met 5 juli 2010 is tevens een eerste verkenning uitgevoerd naar de mogelijke herkomst van de gemeten laagfrequente geluidssignalen. Omdat niet op alle geluid producerende installaties in de gemeente Zuidhorn meetapparatuur kon worden aangebracht, waren de geluidsmetingen gericht op laagfrequente geluidssignalen in een eerste selectie van gebieden. De geselecteerde gebieden bevinden zich op en rond delen van de terreinen van de NAM-UGS, NAM-GDF en de GUN. Met behulp van de informatie uit de logboeken is onderzocht of er laag frequent geluid gemeten kan worden op en rond de terreinen van de NAM-UGS, NAM-GDF en de GUN en of dit geluid ook bij de bewoners gemeten kan worden. Om dat te bewerkstelligen is het opgenomen geluid bij de verschillende bewoners gevisualiseerd in spectrogrammen. De logboeken zijn gebruikt om de mogelijke belangrijke momenten, waar hinder werd gerapporteerd, in de geluidsdata te traceren. Deze momenten zijn vervolgens uitgebreider onderzocht om vast te kunnen stellen of er wel of juist geen verband bestaat tussen de bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten signalen en de bij de bewoners gemeten signalen. In deze appendix behorende bij het rapport [2] wordt in het vervolg van de inleiding kort uiteengezet waar er gemeten is en hoe de geluidsdata is verwerkt en hoe deze data gebruikt is in de analyse. Vervolgens zijn in paragraaf 2 een aantal situaties beschreven die voornamelijk op basis van aanwijzingen van bewoners via de logboeken geselecteerd zijn. Hierbij zijn een aantal perioden geselecteerd waarin een of meerdere bewoners veel hinder rapporteerden. In 2.2 worden de situaties in één figuur samengevat, waarin zichtbaar wordt dat er meerdere signalen zijn die verantwoordelijk kunnen zijn voor de hinder. In het overige gedeelte van paragraaf 2 zijn spectrogrammen opgenomen die ter ondersteuning dienen van de beschrijvingen van de verschillende situaties.
7
NLR-CR-2010-416
1.1 Bestanden laagfrequent geluid De bestanden met het opgenomen laagfrequent geluid kunnen worden teruggevonden op de externe harde schrijven waarop het laagfrequent geluid is vastgelegd. Elk bestand bevat 30 seconden geluid van een aantal opnamekanalen (“channels”), die corresponderen met de individuele microfoons (en een geofoon met drie channels in het geval van bewoner B). De precieze locaties en karakteristieken van de microfoons zijn beschreven in het meetplan [1]. In Tabel 1 is de koppeling van de opnamekanalen met de microfoons binnen en buiten bij de bewoners weergegeven. Tabel 1: Koppeling opnamekanalen met microfoons binnen en buiten
Locatie
Microfoon binnen
Microfoon buiten
A
ch1
ch2
B
ch2
ch1
C
ch2
ch1
D
ch1
ch2
Voor locatie B geldt dat de geluidsmetingen uitgebreid zijn met trillingsmetingen en dat deze de opnamekanalen ch3, ch4 en ch5 in beslag hebben genomen. De trillingen van een zijmuur zijn gemeten door een geofoon te plaatsen in de vensterbank. De geofoon heeft in drie richtingen de snelheden van de muur gemeten (x, y en z). De x en y richting liggen op het aardoppervlak waarbij y loodrecht op het raam naar het zuiden stond gericht. Richting x (noorden) stond er loodrecht op terwijl richting z loodrecht stond op het aardoppervlak en naar boven was gericht. Op de plants van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN zijn de opnamekanalen gekoppeld aan de microfoons zoals weergegeven in Figuur 1. Opnamekanaal 1 van de GUN ligt even buiten het terrein van de GUN bij het knooppunt ondergrondse gasleidingen. Wanneer in het document wordt gesproken over de locatie GUN dan is dat inclusief het meetpunt van het knooppunt ondergrondse gasleidingen buiten het terrein van de GUN. Een uitgebreide beschrijving van deze plattegronden is te vinden in het meetplan (zie referentie [1]).
8
er met
NLR-CR-2010-416
100
er met
100
ch1
50 m
ch1
met
er
100
er met
ch2
100
40 m
m 100
eter
20 m 10 m
er met
microfoonkabel
100
stroomkabel meetPC er met
er met
eter
100
100
m 100
80 m
10
eter 0m
ch3
100
er met
30 m
er met 100
ch4
40 m
ch3
ch2
Figuur 1: De koppeling van de opnamekanalen van de meetPC en de microfoons op de plants
Van elk bestand met 30 seconden geluid is een spectrogram gemaakt met een bereik van 0Hz tot 200Hz. De spectrogrammen zijn onderverdeeld naar dag en opnamekanaal. De conversie van geluidsdata naar spectrogrammen heeft plaatsgevonden met behulp van NLR analyse software, geprogrammeerd in Matlab versie 2008b. Hiermee kunnen de tijdsignalen worden geanalyseerd. Uit de analyses wordt het verloop van het SPL geluidsniveau en het geluidsspectrum berekend. In totaal zijn er 795753 van deze spectrogrammen gegenereerd uit de meetdata. Deze zijn op een externe harde schijf opgeslagen volgens de directory structuur van Figuur 2. De subdirectories op het laagste niveau verwijzen naar de opnamekanalen in het experiment.
Figuur 2: Directory structuur van de op de externe harde schijf opgeslagen spectrogrammen
9
NLR-CR-2010-416
Er missen enkele spectrogrammen doordat er om uiteenlopende redenen een aantal meetdata missen. Zo is de meetPC op locatie B op 3 juli tijdelijk uitgezet vanwege het onweer op die dag. Er zijn geen spectrogrammen beschikbaar: •
van locatie B op 3 juli van 14:44:53 tot 16:44:06
•
van locatie C op 1 juli van 18:38:45 tot 18:42:45
•
van de NAM-UGS en NAM-GDF op 23 juni van 13:32:35 tot 13.44.05
Dit betekent dat er minder dan 1500 spectrogrammen missen, wat een zeer klein percentage is van de spectrogrammen die er wel zijn. Verder zijn er bij de analyse op elke locatie op 21 juni en 5 juli spectrogrammen gebruikt voor een deel van de dag. Op deze dagen werden de meetopstellingen opgebouwd respectievelijk afgebroken. De meetperiode heeft een ruime bruikbare hoeveelheid spectrogrammen opgeleverd waarmee de analyse is uitgevoerd. 1.2 Analyse spectrogrammen Van de 795753 spectrogrammen die het resultaat zijn van de geluidsmetingen in de meetperiode is met behulp van de logboeken een selectie gemaakt. De selectie werd gemaakt door een aantal perioden te selecteren met meldingen van extreme hinder en door momenten te selecteren van grote overgangen in de spectrogrammen. De grote hoeveelheid meldingen in het logboek maakte een steekproef van deze selectie noodzakelijk, resulterend in de beschrijving van 25 situaties. De spectrogrammen in dit rapport zijn per situatie gegroepeerd op drie pagina’s (zie Figuur 3). Per situatie staan 8 spectrogrammen van de bewoners op één pagina, waarbij de eerste kolom de situatie binnen laat zien en de tweede kolom de situatie buiten laat zien. Op de daarop volgende pagina staan de spectrogrammen van geluidsopnamen op de locaties van de NAM (de vier bovenaan de pagina), waarvan drie opnamen zijn gemaakt op de plant van NAMUGS en één opname op de plant van de NAM-GDF, en drie opnamen op de plant van GUN (de drie onderaan de pagina). Op de derde pagina staan de drie spectrogrammen die op locatie B de gemeten trillingen weergeven. De trillingen zijn gemeten in mm/seconden. Een niveau van 55dB komt overeen met een snelheid van 0.02 mm/sec Figuur 3: Groepering spectrogrammen in dit rapport
Elk drietal pagina’s met spectrogrammen wordt voorafgegaan met een beschrijving en analyse van de situatie. Elk spectrogram heeft een koptekst waarin de dag van de meting weergegeven is gevolgd door de begintijd van de periode van 30 seconden die het spectrogram weergeeft. Daarna volgt het opnamekanaal, en de waarden die nodig zijn om de juiste detaillering van het spectrogram weer te geven. De analyse van een weergegeven situatie richt zich alleen op de frequentie of frequenties die in de beschrijving zijn opgenomen. Veelal zijn er per groep spectrogrammen meerdere frequenties
10
NLR-CR-2010-416
die het bekijken waard zijn. De frequenties die wel zichtbaar zijn en niet worden vermeld komen in de meeste gevallen dan in een andere meer onderscheidende situatie aan bod. Indien er geen verband is tussen de geluidssignalen bij de bewoners en de op de plants gemeten signalen, worden de karakteristieken van een situatie zoals frequentie, geluidsniveau, windrichting en windkracht, en locatie groen weergegeven, indien er wel een verband vermoed wordt dan worden deze in rood weergegeven. 1.3 Schaalverdeling spectrogrammen NAM-GDF De geluidsniveaus van de spectrogrammen van de NAM-GDF liggen relatief hoog ten opzichte van de overige spectrogrammen. Omdat de kleurenverdeling van de spectrogrammen standaard maar tot net boven de 50 dB gaat worden alle geluidsniveaus daarboven ook rood gekleurd. Hierdoor gaat de nuance van het geluidspatroon bij deze spectrogrammen van NAM-GDF soms verloren. Om het detail in de frequentiebanden toch te kunnen zien wordt de kleurenverdeling voor deze spectrogrammen aangepast. In plaats van de kleurenverdeling van 5dB tot 50dB is gekozen om in paragraaf 2.4 tevens spectrogrammen van de NAM-GDF op te nemen met een kleurenverdeling van 15dB tot 70dB. Een voorbeeld van een verschil tussen deze twee kleurenverdelingen is zichtbaar in Figuur 4.
Figuur 4: Twee spectrogrammen van NAM-GDF in dezelfde periode met een andere kleurenverdeling
In het onderzoek is ervoor gekozen om alle spectrogrammen van de NAM-locaties en GUN te genereren met een kleurenverdeling van 5dB tot 50dB, om de nuance in de geluidsbeelden goed te kunnen zien, voor het hoofd deel van dit rapport is gekozen voor bovengenoemde kleurenverdeling om geen verwarring te laten ontstaan over de geluidsniveaus van signalen bij NAM-UGS, NAM-GDF en GUN ten opzichte van die bij de bewoners.
2 Analyse laagfrequent geluid In 2.1 zijn de beschrijvingen van alle verschillende situaties die voor het onderzoek naar laagfrequent geluid zijn gebruikt opgenomen. Voor een aantal van deze situaties zijn er
11
NLR-CR-2010-416
additionele spectrogrammen gemaakt. Deze spectrogrammen zijn te vinden in 2.2. In 2.4 zijn de spectrogrammen met een kleurenverdeling van 15dB tot 70dB van NAM-GDF te vinden van de in paragraaf 2.1 beschreven situaties. Als er meer detail nodig is kan het betreffende spectrogram met aangepaste kleurenverdeling in paragraaf 2.4 gevonden worden. De spectrogrammen in 2.4 staan in chronologische volgorde. 2.1 Beschrijving relevante situaties De keuze van de situaties die hier beschreven worden is voornamelijk op basis van de logboeken tot stand gekomen. De oververtegenwoordiging van situaties van 1 juli is het gevolg van het feit dat op die dag er veel hinder gelogd werd. Van de overige dagen werden steekproeven genomen op basis van beschrijvingen in het logboek, waarvan verwacht kon worden dat de meetdata relevant materiaal voor de analyse zou opleveren.
12
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 1
21 juni
22:44
Locatie van observatie: Locatie D Frequentie: 50Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: Er is ook een signaal op 50Hz op de locatie van de NAM-GDF gemeten. Analyse: Het monotone signaal bij bewoner D ligt op 50Hz. Op het spectrogram van de NAMGDF is ook een sterk signaal op 50Hz te zien. Bij bewoner C is het patroon op 50Hz lastiger te zien, maar het is wel aanwezig. Dit wordt in SITUATIE 2, waarbij de opvolgende 30 seconden gevisualiseerd worden, duidelijker.
Locatie van observatie: Locatie D Frequentie: 40Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid van NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Analyse: Het pulserende signaal dat opvalt bij bewoner D ligt net boven de 40Hz. Dit pulserende signaal komt rond de periode van het spectrogram echter maar een aantal korte perioden voor. Bewoner D beschrijft in het logboek dat er in de periode na 20:57 sprake is van een laag pulserende bromtoon met onregelmatige dreunen en kwalificeert dit geluid als erg hinderlijk. De momenten dat het signaal bij de bewoner voorkomt kan niet gekoppeld worden aan een signaal van de NAM-UGS, NAM-GDF of GUN.
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 160Hz Geluidsniveau: 35dB
13
NLR-CR-2010-416
Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: Er is ook een signaal op 160Hz op de locatie van de NAM-UGS gemeten Analyse: Het monotone signaal bij bewoner A ligt op 160Hz. Op het tweede spectrogram van de NAM-UGS is ook een duidelijk signaal op 160Hz te zien en dit signaal is sterker dan hetzelfde signaal op het eerste spectrogram. De aanname is dat de laagfrequente bron die dit geluid voortbrengt dus dichter bij microfoon 2 staat dan microfoon 1. Bewoner A is gestart met het invullen van het logboek op 22 juni, er is dus geen beschrijving van het geluid in het logboek opgenomen.
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 200Hz Geluidsniveau: 30dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: Er is ook een signaal op 200Hz op de locatie van de NAM-UGS gemeten Analyse: Het monotone signaal bij bewoner A ligt op 200Hz. Op het eerste spectrogram van de NAM-UGS is ook een duidelijk signaal op 200Hz te zien. Bewoner A is gestart met het invullen van het logboek op 22 juni, er is dus geen beschrijving van het geluid in het logboek opgenomen.
Locatie van observatie: Locatie B Frequentie: 120Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal op 120Hz Analyse: Het monotone signaal bij bewoner B ligt op 120Hz. Dit signaal is ook binnen bij bewoner A te zien. De trillingsmeter bij bewoner B laat deze 120Hz ook duidelijk zien. Een dergelijk continu signaal is echter niet te vinden bij NAM-UGS, NAM-GDF of GUN. In alle andere situaties die in dit rapport beschreven staan wordt dit signaal op 120Hz door de trillingsmeter opgevangen! In het logboek van bewoner B is te lezen dat het geluid als
14
NLR-CR-2010-416
monotoon laag wordt ervaren maar dat daarbij een pulserend geluid met haperingen van een halve seconde te horen zijn, wat ook zichtbaar is in het spectrogram voor het laagfrequente geluid van bewoner B op 120Hz.
15
NLR-CR-2010-416
16
NLR-CR-2010-416
17
NLR-CR-2010-416
18
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 2
21 juni
22:44
Locatie van observatie: Locatie C Frequentie: 10-15Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: De dertig seconden volgend op SITUATIE 1. Er is ook een signaal op 10Hz en 15Hz op de locatie van de NAM-GDF gemeten Analyse: Het signaal bij bewoner C ligt op ca 10Hz en15Hz. Op het spectrogram van de NAMGDF zijn ook signalen zichtbaar met deze frequentie. Bewoner C noteert in het logboek dat er sprake is van gerommel, gebrom en geklapper (druk op de oren) gaat over in gegalm.
Locatie van observatie: Locatie C buiten Frequentie: 50Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: De dertig seconden volgend op SITUATIE 1. Er is ook een signaal van 50Hz op de locatie van de NAM-GDF gemeten Analyse: Er is ook een signaal bij bewoner C buiten gemeten op 50Hz. Bij NAM-GDF is een zeer sterk signaal op 50Hz zichtbaar.
Locatie van observatie: Locatie C binnen Frequentie: 140Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: WZW – 1 Korte beschrijving: De dertig seconden volgend op SITUATIE 1. Er is ook een signaal van 140Hz op de locatie van de NAM-UGS gemeten
19
NLR-CR-2010-416
Analyse: Er is ook een signaal bij bewoner C binnen gemeten op 140Hz. In het spectrogram van de NAM-UGS opnamekanaal 3 is een zwak signaal op 140Hz te zien.
20
NLR-CR-2010-416
21
NLR-CR-2010-416
22
NLR-CR-2010-416
23
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 3
22 juni
07:35
Locatie van observatie: Locatie C en D Frequentie: 15Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: ZW –1 à 2 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal op 15Hz Observatie: Duidelijkst op locatie C en D. Niet op B. Mogelijk op A. Het patroon op 15Hz op locatie C en D is duidelijk pulserend. Hoewel er bij NAM-GDF ook een patroon zichtbaar is op 15Hz is deze zwak en niet pulserend. Daar op locatie B niet en op locatie A een ander patroon van 15Hz voorkomt is het redelijk aan te nemen dat dit patroon van 15Hz niet afkomstig is van de NAM-UGS, NAM-GDF of GUN.
Locatie van observatie: Locatie C Frequentie: 140Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: ZW –1 à 2 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal Observatie: Duidelijk patroon op 140Hz op locatie C binnen. Bij de GUN is ook een signaal op 140Hz zichtbaar, echter er is op locatie C buiten geen signaal op 140Hz waar te nemen. Het is waarschijnlijk dat er een apparaat in de woning verantwoordelijk is voor dit patroon.
24
NLR-CR-2010-416
25
NLR-CR-2010-416
26
NLR-CR-2010-416
27
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 4
23 juni
00:20
Locatie van observatie: Locatie B en C Frequentie: 10-15Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: ONO – 0 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal Analyse: Op locatie C is een patroon van 15Hz te zien dat een hele dag te zien is (22 juni). Op locatie B is een zeer lage frequentie van 10Hz goed zichtbaar in het spectrogram. Locatie A laat een veel milder beeld zien op deze frequentie. Op de locatie NAM-GDF is op deze lage frequenties ook een band zien, maar dit is een diffuse band.
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 160Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: ONO – 0 Korte beschrijving: Er is ook een signaal van 160Hz op de locatie van de NAM-UGS gemeten Analyse: Op locatie A is een duidelijk signaal van 160Hz zichtbaar. Bij NAM-UGS opnamekanaal 1 en 2 is er op die frequentie ook een duidelijk signaal zichtbaar waarbij die van opnamekanaal 2 er meer uitspringt. Het is daarom redelijk aan te nemen dat de bron van dit signaal zich dichter bij opnamebron 2 bevindt, dan bij opnamebron 1. In het logboek van bewoner A wordt er melding gemaakt dat vanaf 1.28 er naast een lager rommelend geluid ook een hoger geluid hoorbaar is, waarvan de bewoner beweert dat het van de NAM-UGS af komt. Nader inspectie van de spectrogrammen van opnamekanaal 2 van middernacht tot in de ochtend tot 9:00 leert dat het signaal op 160Hz gedurende de ochtend langzaam wegebt. Eenzelfde tendens is te zien in de spectrogrammen van bewoner A zoals in 2.3.1 duidelijk wordt gemaakt door een aantal spectrogrammen te tonen van de ochtenduren.
28
NLR-CR-2010-416
29
NLR-CR-2010-416
30
NLR-CR-2010-416
31
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 5
23 juni
09:21
Locatie van observatie: Locatie A buiten Frequentie: 15Hz Geluidsniveau: 50-60dB Windrichting-windkracht: ZZO - 2 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen rond deze frequentie bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten. Analyse: Er is op locatie A buiten een duidelijke scherpe dunne band op 15Hz die ook terug te vinden is op de spectrogrammen van het zuidelijke deel van de NAM-UGS, NAM-GDF en de spectrogrammen van de GUN.
Locatie van observatie: Locatie GUN Frequentie: 40Hz Geluidsniveau: 60dB Windrichting-windkracht: ZZO - 2 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid locaties NAM en GUN voor dit signaal Analyse: Het signaal op 40Hz bij de GUN is niet terug te vinden op de spectrogrammen van de bewoners.
Locatie van observatie: Locatie B buiten Frequentie: 100Hz Geluidsniveau: 50-60dB Windrichting-windkracht: ZZO - 2 Korte beschrijving: Er is ook een signaal van 100Hz op de locatie van de NAM-GDF gemeten Analyse: Er is op locatie B buiten een duidelijke scherpe dunne band net onder de 100Hz die ook terug te vinden is op de spectrogrammen van NAM-GDF.
32
NLR-CR-2010-416
33
NLR-CR-2010-416
34
NLR-CR-2010-416
35
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 6
23 juni
23:37
Locatie van observatie: Locaties A-D Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 35-60dB Windrichting-windkracht: N - 1 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 10Hz op de locaties van de NAM-UGS, NAMGDF en GUN gemeten Observatie: Op de locaties van de bewoners is er op 10Hz een duidelijk patroon zichtbaar, dat ook zichtbaar is op de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Wind was er nauwelijks en zal in deze situatie geen effect hebben gehad. Het patroon van dit signaal varieert rond deze periode sterk qua sterkte en pulsen, zoals te zien is in de spectrogrammen van 2.3.5.
Locatie van observatie: Locaties A-D Frequentie: 20Hz-40Hz Geluidsniveau: 35-60dB Windrichting-windkracht: N - 1 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 20Hz-40Hz op de locatie van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten Observatie: In het interval van 20Hz-40Hz zijn er bij de NAM-GDF ook twee frequentiebanden te zien die gekoppeld kunnen worden aan de patronen tussen 20Hz en 40Hz, echter de frequentiebanden zijn op locatie B en D het sterkst en juist niet op locatie A, die veel dichter bij de NAM-GDF ligt. Gezien de vergelijking van de geluidsniveaus op de locaties A-D lijkt mogelijk dat de bron van het LF geluid op 20Hz-40Hz eerder richting locatie D gevonden moet worden. De vergelijking van de patronen op 10Hz tussen de locaties A-D laat zien dat op locatie C op deze frequentie minder gemeten is. Daaruit zou geconcludeerd kunnen worden dat de bron van dit signaal noordelijker ligt. Wind was er nauwelijks en zal in deze situatie geen effect hebben gehad.
36
NLR-CR-2010-416
37
NLR-CR-2010-416
38
NLR-CR-2010-416
39
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 7
24 juni
00:01
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: NNW – 0 à 1 Korte beschrijving: Er is een sterk verband aangetoond tussen de signalen bij bewoner A en D en die bij NAM-UGS en GUN gemeten zijn. Analyse: Op locatie A is zowel binnen als buiten een zeer sterk signaal zichtbaar op 10Hz, dat tevens op alle meetpunten van de NAM-UGS en GUN zichtbaar is, en niet op de locatie NAMGDF. Op locatie A is dit signaal gedurende langere tijd meetbaar (zie 2.3.2). Rond 01:17 verdwijnt het signaal in enkele seconden. Ook op de locaties van NAM-UGS en GUN is de beëindiging van het signaal rond dat tijdstip goed zichtbaar. Op locatie D binnen is ook een duidelijk patroon te zien op 10Hz, op locatie B en C is dat signaal binnen minder prominent aanwezig. Na bestudering van de spectrogrammen bij de bewoner D blijkt dat rond 01:17 het signaal ook in enkele seconden verdwijnt.
40
NLR-CR-2010-416
41
NLR-CR-2010-416
42
NLR-CR-2010-416
43
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 8
24 juni
08:44
Locatie van observatie: Locatie C Frequentie: Veelvouden van 22Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: W – 2 Korte beschrijving: Er is geen direct verband te geven tussen het veelvoud aan signalen op locatie C en die van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Analyse: Er start een patroon dat van de bewoners alleen op locatie C zichtbaar is, op andere locaties zijn deze frequentiebanden niet zichtbaar in de spectrogrammen. Het patroon zet zich in deze vorm voort tot ongeveer 9:10 om daarna in minder extreme vorm door te gaan (zie 2.3.4).
44
NLR-CR-2010-416
45
NLR-CR-2010-416
46
NLR-CR-2010-416
47
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 9
24 juni
09:15
Locatie van observatie: Locatie C Frequentie: 45Hz Geluidsniveau: 35-45dB Windrichting-windkracht: NW - 3 Korte beschrijving: Er is ook een signaal van 45Hz gemeten op de locatie van de GUN opnamekanaal 1. Analyse: Deze situatie is een vervolg op SITUATIE 8 waarin de volgende dertig seconden worden bekeken. Het signaal bij bewoner C ligt op 45Hz. Dit signaal eindigt bij de GUN opnamekanaal 1 rond 09:15:30 abrupt, en bij C is dat op hetzelfde moment ook wel zichtbaar maar minder abrupt.
48
NLR-CR-2010-416
49
NLR-CR-2010-416
50
NLR-CR-2010-416
51
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 10
28 juni
05:30
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 30dB Windrichting-windkracht: NO – 0 à 1 Korte beschrijving: Er is een sterk verband tussen de signalen gemeten bij de GUN en NAMUGS en het signaal dat bij bewoner A gemeten is. Analyse: Het signaal op 30Hz is bij GUN en NAM-UGS opnamekanaal 3 gemeten en loopt van 05:22 tot 6:16 door. De bedrijfstoestanden van de NAM-UGS en GUN moeten dan uitsluitsel geven waar de bron zich bevindt.
Locatie van observatie: Locatie GUN Frequentie: 135Hz Geluidsniveau: 40dB Windrichting-windkracht: NO – 0 à 1 Korte beschrijving: Er is geen signaal bij de bewoners zichtbaar op deze frequentie. Analyse: Er is een duidelijk signaal op deze frequentie gemeten op GUN opnamekanaal 2. Deze frequentie is niet terug te vinden bij de bewoners.
Locatie van observatie: Locatie NAM Frequentie: 90-130-160-190-200Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: NO – 0 à 1 Korte beschrijving: Er is geen signaal bij de bewoners zichtbaar op deze frequenties.
52
NLR-CR-2010-416
53
NLR-CR-2010-416
54
NLR-CR-2010-416
55
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 11
28 juni
23:59
Locatie van observatie: Locaties B-D Frequentie: 15Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: NNW – 2 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal op 15Hz. Analyse: De frequentie van 15Hz is zichtbaar bij bewoners B, C en D binnen en/of buiten. Bij bewoner A is deze frequentie niet zichtbaar. Er is geen signaal van 15 Hz te zien bij zowel NAM-UGS, NAM-GDF als GUN.
Locatie van observatie: Locaties A Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: NNW – 2 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 30Hz op de locaties van de NAM-UGS, NAMGDF en GUN gemeten. Analyse: De frequentie van 30Hz is zichtbaar bij bewoner A evenals bij GUN als bij de NAMGF en NAM-UGS op het zuidelijk gedeelte van het terrein. Zelfs het pulsgedrag van dit signaal komt overeen, namelijk 2 pulsen per spectrogram. Bewoners B, C en D ontvangen dat signaal niet of nauwelijks. Het moment van opkomen of wegvallen van dit signaal in combinatie met de bedrijfstoestanden van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN kan uitsluitsel geven of er daadwerkelijk een verband is tussen de signalen.
56
NLR-CR-2010-416
57
NLR-CR-2010-416
58
NLR-CR-2010-416
59
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 12
30 juni
15:44
Locatie van observatie: Locatie B en D buiten Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: NNW – 2 à 3 Korte beschrijving: Geen verband met LF geluid NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal op 30Hz. Analyse: Het signaal op 30Hz is op locatie D wat sterker dan op locatie B. Op locatie A en C is dit signaal niet of nauwelijks zichtbaar. Alleen op en bij het terrein van de NAM-GDF is een signaal van 30Hz zichtbaar, vertoont niet de tijdelijke uitslag naar hogere frequenties, maar geeft wel een signaal van net onder de 60Hz af dat ook bij locatie D zichtbaar is. Een conclusie zou kunnen zijn dat het 30Hz signaal verantwoordelijk is voor hetgeen bij locatie B en D opgevangen wordt, echter wat deze conclusie tegenspreekt is dat •
op locatie A er geen signaal van 30Hz zichtbaar is,
•
de tijdelijke uitslag naar een hogere frequentie is niet zichtbaar bij NAM-UGS,
•
het signaal is op locatie D sterker dan op locatie B, wat zou kunnen betekenen dat de bron van dit geluid dichter in de buurt ligt van locatie D dan locatie B, echter de situatie beschreven in de volgende paragraaf van vier minuten later toont aan dat er geen verband is tussen het signaal van 30Hz op locatie B en het signaal op locatie D.
Het bestaan van wel of geen verband kan het best gegeven worden op het moment dat op één of meerdere locaties het signaal wegvalt.
60
NLR-CR-2010-416
61
NLR-CR-2010-416
62
NLR-CR-2010-416
63
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 13
30 juni
15:49
Locatie van observatie: Locatie D buiten Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 60dB Windrichting-windkracht: ONO – 1 à 2 Korte beschrijving: Geen verband met signalen NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gevonden. Analyse: Het signaal bij bewoner D duurt 7 min en keert om 16:14 voor 2 min terug. Daarna perioden met alleen 30Hz zichtbaar en met een lager geluidsniveau. Bij bewoner B is het signaal op 30Hz niet meer zichtbaar hoewel het er vier minuten eerder nog wel was. Het is opmerkelijk dat bij D het geluidsniveau van het signaal hoog is, terwijl deze lijnen bij A, B en C niet zichtbaar zijn. Bij NAM-GDF zijn de signalen erg sterk. Kijkend naar het overeenkomende spectrogram in 2.4 met een kleurverdeling tot 70dB dan is de frequentie op 30Hz wel zichtbaar maar is het patroon toch anders. Alles in ogenschouw nemend inclusief windrichting is er geen verband tussen beide signalen te verwachten.
Locatie van observatie: Locatie D binnen Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 25-50dB Windrichting-windkracht: ONO – 1 à 2 Korte beschrijving: Geen verband met signalen NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gevonden. Analyse: Het signaal op 10Hz dat bij bewoner D binnen zichtbaar is en ook bij bewoner A en C binnen zichtbaar zijn zijn niet terug te voeren op het geluid dat bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten is. In 2.3.6 is te zien dat het patroon op 10Hz sterk wisselt, maar toch gedurende een langere tijd aanwezig is.
64
NLR-CR-2010-416
65
NLR-CR-2010-416
66
NLR-CR-2010-416
67
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 14
30 juni
15:50
Locatie van observatie: Locatie D buiten Frequentie: 30-40-55Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: NNO - 2 Korte beschrijving: Er is geen verband tussen deze signalen en die van NAM-GDF. Analyse: Dit is een vervolgsituatie van SITUATIE 13. Duidelijk is dat het signaal bij D hier ophoudt. Bij bestudering van de spectrogrammen van de NAM-GDF loopt het signaal op 30Hz nog enige tijd door, kortom het is een ander signaal als bij bewoner D. De frequenties 40Hz en 55Hz zijn ook niet thuis te brengen.
68
NLR-CR-2010-416
69
NLR-CR-2010-416
70
NLR-CR-2010-416
71
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 15
30 juni
23:37
Locatie van observatie: Locatie A en B buiten Frequentie: 80Hz Geluidsniveau: 35-45dB Windrichting-windkracht: O - 2 Korte beschrijving: Er is ook een signaal van 80Hz op de locatie van de GUN gemeten Analyse: Het signaal op 80Hz is op locatie A en B als een pulserend geluid te zien. Een dergelijk geluidsbeeld is bij de GUN ook te zien. Het signaal is ook licht te zien op locatie C en D. Het is ook te zien dat het signaal “zwabbert” naar een iets hogere of iets lagere frequentie. Het signaal is over de tijd gezien niet erg stabiel, valt regelmatig weg en de pulslengte varieert. De volgende 30 seconden laat bij de NAM-UGS en GUN wel een duidelijk wegvallen van het patroon zien (zie SITUATIE 16).
Locatie van observatie: Locatie B (en A) buiten Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 35-45dB Windrichting-windkracht: O - 2 Korte beschrijving: Geen verband met NAM-UGS, NAM-GDF en GUN voor dit signaal gevonden Analyse: De NAM-GDF geeft weliswaar laagfrequent geluid af op hele lage frequenties maar lijkt toch niet de bron te zijn van het duidelijk pulserende signaal dat op locatie B te zien is (zie ook het spectrogram van de NAM-GDF in die periode in 2.4. Dat dit signaal sterk wisselt is te zien in de spectrogrammen van bewoner B zoals in 2.3.3 duidelijk wordt gemaakt door een aantal spectrogrammen te tonen van de late avonduren.
72
NLR-CR-2010-416
73
NLR-CR-2010-416
74
NLR-CR-2010-416
75
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 16
30 juni
23:38
Locatie van observatie: Bewoner C Frequentie: 80Hz Geluidsniveau: 35-45dB Windrichting-windkracht: O - 2 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 80Hz op de locatie van de NAM-UGS en GUN gemeten. Analyse: Lastige situatie om te beoordelen. Er lijkt op deze frequentie nog de grootste overeenkomst te zitten met het signaal bij bewoner C, bij de andere bewoners lijkt het signaal inmiddels al weg te zijn, in tegenstelling tot bij SITUATIE 15.
76
NLR-CR-2010-416
77
NLR-CR-2010-416
78
NLR-CR-2010-416
79
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 17
1 juli
00:22
Locatie van observatie: Locatie A en B Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 25-40dB Windrichting-windkracht: OZO – 2 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 30Hz op de locatie van de NAM-UGS en GUN gemeten. Analyse: Het aantal pulsen per spectrogram van het signaal op 30Hz van de bewoners komt overeen met die op de spectrogrammen van de GUN en NAM-UGS opnamekanaal 3 te zien zijn. Ook is hetzelfde patroon zichtbaar indien we kijken op het spectrogram van de NAM-GDF met de aangepaste schaalverdeling.
80
NLR-CR-2010-416
81
NLR-CR-2010-416
82
NLR-CR-2010-416
83
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 18
1 juli
01:05
Locatie van observatie: Locatie C en D buiten Frequentie: 50Hz Geluidsniveau: 25-35dB Windrichting-windkracht: ONO – 1 Korte beschrijving: Geen verband met de patronen die op deze frequentie op enkele plaatsen bij de NAM-UGS en GUN slechts licht te zien zijn. Analyse: Er is geen signaal op 50Hz bij de bewoners A en B te zien. Er is weliswaar een lichte aftekening te zien op 50Hz bij de NAM-UGS en GUN op enkele spectrogrammen maar die banden zijn erg diffuus. De meting bij NAM-GDF laat wel veel geluid zien op 50Hz, hoewel het patroon daar minder afgetekend is. Ook gezien de windrichting lijkt het erg onwaarschijnlijk dat bij bewoner A en B niets van dit signaal gemeten wordt, terwijl deze hemelsbreed veel dichter bij NAM-GDF liggen. Gezien de sterkte van het signaal, lijkt de bron van dit signaal dichter bij C te liggen dan bij D.
84
NLR-CR-2010-416
85
NLR-CR-2010-416
86
NLR-CR-2010-416
87
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 19
1 juli
01:08
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 30-40dB Windrichting-windkracht: NNO – 1 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 30Hz op de locatie van de GUN en NAM-UGS gemeten. Analyse: Het aantal pulsen per spectrogram van het signaal op 30Hz van de bewoners komt overeen met die op de spectrogrammen van de GUN en NAM-UGS opnamekanaal 3 te zien zijn. Ook is hetzelfde patroon zichtbaar indien we kijken op het spectrogram van de NAM-GDF met de aangepaste schaalverdeling. SITUATIE 20 laat de volgende dertig seconden zien.
88
NLR-CR-2010-416
89
NLR-CR-2010-416
90
NLR-CR-2010-416
91
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 20
1 juli
01:09
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 30Hz Geluidsniveau: 30-40dB Windrichting-windkracht: NNO – 1 Korte beschrijving: Er zijn ook signalen van 30Hz op de locatie van de GUN en NAM-UGS gemeten. Analyse: Vervolg van de situatie van SITUATIE 19. Het signaal op 30Hz eindigt en komt overeen met de momenten in de spectrogrammen van de GUN en NAM-UGS opnamekanaal 3 waarop het signaal eindigt.
92
NLR-CR-2010-416
93
NLR-CR-2010-416
94
NLR-CR-2010-416
95
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 21
1 juli
12:35
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 20Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: ZZW - 3 Korte beschrijving: Er is geen verband te vinden met de signalen bij de NAM-UGS, NAMGDF en GUN. Analyse: Het patroon van 20Hz is zeer duidelijk en scherp zichtbaar op 20Hz en valt ook aan het einde weg. Dit patroon is niet zichtbaar bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Hoe het patroon verder wegvalt is te zien in de volgende 30 seconden van SITUATIE 22.
Locatie van observatie: Locatie C Frequentie: Meerdere frequenties Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: ZZW - 3 Korte beschrijving: Er is geen verband te vinden met de signalen bij de NAM-UGS, NAMGDF en GUN. Analyse: De verschillende frequenties van bewoner A komen niet overeen met de patronen van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN, hoewel daar ook sprake is van meerdere frequenties in spectrogrammen.
96
NLR-CR-2010-416
97
NLR-CR-2010-416
98
NLR-CR-2010-416
99
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 22
1 juli
12:35
Locatie van observatie: Locatie A Frequentie: 20Hz Geluidsniveau: 50dB Windrichting-windkracht: ZZW - 3 Korte beschrijving: Vervolg van SITUATIE 21 Analyse: Zoals opgemerkt in SITUATIE 21 vallen de signalen bij A weg (Er blijft wel een signaal op 120Hz over). De wegvallende signalen zijn niet te zien bij de plants. Hiermee is aangetoond dat er geen verband is tussen de wegvallende signalen en die van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN.
100
NLR-CR-2010-416
101
NLR-CR-2010-416
102
NLR-CR-2010-416
103
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 23
1 juli
14:10
Locatie van observatie: Locatie B Frequentie: Meerdere frequenties Geluidsniveau: 30-60dB Windrichting-windkracht: WZW – 3 à 4 Korte beschrijving: Geen verband tussen de signalen bij B en signalen bij NAM-UGS, NAMGDF en GUN Analyse: De patronen die in de spectrogrammen van bewoner B te zien zijn komen gedurende de late ochtend en begin van de middag gedurende korte perioden regelmatig voor. Er wordt in het logboek wel genoteerd dat er veel werkzaamheden om en rond het huis zijn, waaronder hooimaaien van een boer en werkzaamheden van een monteur. Daarnaast wordt er voor deze periode melding gemaakt van vibrerende en pulserende signalen. Er is veel ruis tussen de 0Hz en 60Hz te zien in de spectrogrammen, waarschijnlijk veroorzaakt door de westelijke wind op de microfoons, binnen is deze ruis namelijk niet te zien. Er is echter geen verband aan te tonen met de LF signalen die bij de plants gemeten zijn.
104
NLR-CR-2010-416
105
NLR-CR-2010-416
106
NLR-CR-2010-416
107
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 24
1 juli
15:59
Locatie van observatie: Locatie C en D binnen Frequentie: 10-15Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: Z – 3 Korte beschrijving: Geen verband met signalen van NAM-UGS, NAM-GDF en GUN Analyse: Op locatie A en B is er geen band te zien op deze lage frequenties. Daar locatie C en D verder van de plants liggen dan locatie A en B lijkt het plausibel te veronderstellen dat de bron die verantwoordelijk is voor deze frequentie in de buurt van C en D zal liggen. De patronen op deze frequenties zijn niet bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN te vinden.
108
NLR-CR-2010-416
109
NLR-CR-2010-416
110
NLR-CR-2010-416
111
NLR-CR-2010-416
SITUATIE 25
2 juli
14:29
Locatie van observatie: Locatie A en B Frequentie: 120Hz Geluidsniveau: 25dB Windrichting-windkracht: ZZW - 3 Korte beschrijving: Geen verband met signalen NAM-UGS, NAM-GDF en GUN Analyse: Het signaal van 120Hz is niet terug te vinden bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN. Het patroon blijft ook langere tijd zichtbaar. Het signaal is op 120Hz bij bewoner A duidelijker sterker dan bij bewoner B.
112
NLR-CR-2010-416
113
NLR-CR-2010-416
114
NLR-CR-2010-416
115
NLR-CR-2010-416
2.2 Overzicht geanalyseerde situaties In de beschrijvingen is in rood of groen weergegeven of er sprake is van een mogelijk verband tussen het geluid dat bij de NAM-UGS, NAM-GDF of GUN is gemeten en het geluid dat bij een of meerdere bewoners is gemeten. Alle geanalyseerde situaties staan in één grafiek, waarbij het geluidsniveau in dB’s tegen de frequentie is uitgezet. Van elke situatie in 2.1 worden de beschrijvingen die een mogelijk overeenkomst tussen de gemeten geluidssignalen aangeven tussen enerzijds de geluidssignalen bij de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN en anderzijds de geluidssignalen bij de bewoners gerepresenteerd door een rode punt in de grafiek van Figuur 5, elke beschrijving zonder overeenkomst van deze geluidssignalen wordt gerepresenteerd door een groene punt1.
Figuur 5: Overzicht van verbanden tussen geluid gemeten bij bewoners en bij plants
In Figuur 5 is ook de gehoordrempel weergegeven zoals die door de vernieuwde curve volgens ISO 226 is vastgelegd. Een drietal opmerkingen bij deze grafiek is op zijn plaats: •
De gehoordrempel is geen harde grens zoals dat hier gesuggereerd wordt (het grensgebied tussen horen en niet horen is ongeveer 15dB breed, zie [3]).
•
De gehoordrempel is tussen mensen onderling verschillend, en voor ieder mens afzonderlijk is de gehoordrempel onder verschillende omstandigheden ook weer anders.
•
Het niveau van elk punt is een schatting van het maximale niveau bij een situatie en kan enkele dBs hoger of lager liggen.
Zichtbaar is dat zowel in het hoorbare deel, als in het niet hoorbare deel, er geluidssignalen zijn die bij de bewoners worden opgemeten maar die niet te relateren zijn aan het op de meetlocaties 1
Het kan zijn dat punten elkaar overlappen, in het geval dat punten zonder en met een verband elkaar overlappen is dat zichtbaar door een groene punt met een rode rand.
116
NLR-CR-2010-416
van de NAM-UGS, NAM-GDF en GUN gemeten geluid. Ook zichtbaar is dat in de hele lage frequentiegebieden van 30Hz en lager er situaties zijn die wel terug te voeren zijn tot LF geluid dat gemeten is op de locaties van de NAM en GUN. Wat niet zichtbaar is in Figuur 5 maar wel van belang is om te melden is dat de locaties van observatie van bewoners, zoals die bij de beschrijvingen van de situaties opgenomen zijn, onevenwichtig verdeeld zijn over de groene punten, respectievelijk rode punten. Van de laagfrequente signalen gemeten bij de bewoners, die niet te relateren zijn aan de signalen die gemeten zijn bij de NAM-GDF, NAM-UGS en GUN (de groene punten), is het merendeel van deze signalen bij de bewoners B, C en D te vinden, de locatie van bewoner A is hier sterk ondervertegenwoordigd. Van de laagfrequente signalen gemeten op de locaties van NAM-GDF, NAM-UGS en GUN (de rode punten), die ook gemeten zijn bij de bewoners is, zijn alle locaties vertegenwoordigd maar is de locatie van bewoner A duidelijk oververtegenwoordigd. 2.3 Analyse ondersteunende spectrogrammen De in deze paragraaf opgenomen spectrogrammen geven een beeld van een bepaald signaal bij een bewoner over een langere periode behorende bij één of meerder situaties zoals die hierboven beschreven zijn. De spectrogrammen bij een bewoner ondersteunen de analyse van die situaties. 2.3.1
Locatie A; SITUATIE 4
Dag: 23 juni Tijden: elk 30 minuten van 01:00 tot en met 08.00 Locatie van observatie: Locatie A buiten Frequentie: 160Hz Geluidsniveau: 20-35dB Windrichting-windkracht: van OZO – 1 naar Z - 2 Korte beschrijving: Langdurig monotoon signaal Analyse: Het signaal op 160Hz is gedurende de hele vroege ochtend te zien, komt dan langzaam op en sterft langzaam weg in de loop van de ochtend.
117
NLR-CR-2010-416
118
NLR-CR-2010-416
Later op de dag net voor 14:00 geeft bewoner A aan dat het zo goed als stil is. De spectrogrammen laten dan zien dat het signaal op 160Hz weg is en het monotone signaal van 20Hz het pulserende signaal op 30Hz, die op enkele spectrogrammen hierboven goed zichtbaar zijn, niet meer zichtbaar zijn.
119
NLR-CR-2010-416
2.3.2
Locatie A; SITUATIE 7
Dag: 23juni-24juni Tijden: elk 15 minuten van 23 juni 23:32 tot en met 24 juni 01.17 Locatie van observatie: Locatie A buiten Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 50-60dB Windrichting-windkracht: Var - 0 Korte beschrijving: Langdurig signaal met hoog geluidsniveau op 10Hz Analyse: Het signaal op 10Hz is gedurende deze periode bij bewoner A buiten zeer sterk aanwezig en wordt vergezeld met andere laagfrequente signalen, met name op 20Hz.
120
NLR-CR-2010-416
121
NLR-CR-2010-416
2.3.3
Locatie B; SITUATIE 15 en SITUATIE 16
Dag: 30 juni Tijden: elk 5 minuten van 23:23 tot en met 23.58 Locatie van observatie: Locatie B buiten Frequentie: 10-30Hz Geluidsniveau: 30-45dB Windrichting-windkracht: O - 2 Korte beschrijving: Langdurig signaal met wisselende nadruk op 10Hz en 30Hz Analyse: In het logboek van bewoner B wordt tussen 22:54 en 23:51 veel trillingen gemeld (resonerend, doordringend en wisselend). In de spectrogrammen van dit uur is te zien dat er signalen op frequentie 10Hz en 30Hz afwisselend in sterkte te zien zijn, met af en toe ook nog een band van 40Hz en lichte banden op hogere frequenties, waarbij die van 120Hz permanent maar licht is.
122
NLR-CR-2010-416
123
NLR-CR-2010-416
2.3.4
Locatie C; SITUATIE 8
Dag: 24 juni Tijden: elk 6 minuten van 08:50 tot en met 09.32 Locatie van observatie: Locatie C buiten Frequentie: Veelvouden van 22Hz Geluidsniveau: 30-50dB Windrichting-windkracht: WZW – 2 Korte beschrijving: In een periode van een uur ontstaat een patroon van meerdere signalen die van de bewoners alleen bij bewoner C te zien is. Analyse: Wegens afwezigheid van bewoner is in deze periode geen aantekening in het logboek gemaakt. In de periode van omstreeks 17:30 tot 17:49 is eenzelfde veelvoud aan signalen te zien, ook dan is bewoner C niet thuis.
124
NLR-CR-2010-416
125
NLR-CR-2010-416
2.3.5
Locatie D; SITUATIE 6
Dag: 23 juni Tijden: elk 3 minuten van 23:27 tot en met 23.48 Locatie van observatie: Locatie D binnen Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 30-45dB Windrichting-windkracht: N - 1 Korte beschrijving: Langdurig pulserend signaal op 10Hz. Analyse: Het signaal op 10Hz is dominant in deze periode en wordt door meerdere laagfrequente signalen ondersteund, waarbij het signaal op 20Hz ook constant aanwezig is. De andere laagfrequente signalen wisselen zeer sterk. In deze periode heeft bewoner D niets genoteerd in het logboek. Navraag leert dat de bewoner slaapmedicatie gebruikt heeft.
126
NLR-CR-2010-416
127
NLR-CR-2010-416
2.3.6
Locatie D; SITUATIE 13 en SITUATIE 14
Dag: 30 juni Tijden: elk uur van 16:51 tot en met 23.51 Locatie van observatie: Locatie D binnen Frequentie: 10Hz Geluidsniveau: 30-45dB Windrichting-windkracht: van N – 2 naar O - 2 Korte beschrijving: Langdurig pulserend signaal op 10 Hz. Analyse: In deze periode is het signaal van 10Hz op locatie D in de woning goed zichtbaar. In deze periode noteert bewoner D in het logboek dat er sprake is van een lage brom die qua hinder varieert van hinderlijk tot zelfs ondraaglijk. Er wordt ook een notitie gemaakt over pulsen van één per seconde. In de spectrogrammen zijn er pulsen te zien die ongeveer deze frequentie hebben.
128
NLR-CR-2010-416
129
NLR-CR-2010-416
2.4 NAM-GDF spectrogrammen In deze paragraaf staan de spectrogrammen van de NAM-GDF die bij de beschreven situaties met een andere kleurenverdeling weergegeven zijn. De kleurenverdeling die hier gekozen is gaat van 15dB-70dB waardoor er ten opzichte van de kleurenverdeling 5dB-50dB meer detail zichtbaar is.
130
NLR-CR-2010-416
131
NLR-CR-2010-416
132
NLR-CR-2010-416
133
NLR-CR-2010-416
Referenties [1]
R.R. Seljée, T.A. van Veen, “Meetplan onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn”, NLR-CR-2010-251, September 2010.
[2]
T.A. van Veen, “Analyse onderzoek laag frequent geluid in de gemeente Zuidhorn,”, NLR-CR-2010-266, September 2010.
[3]
M. Rodenburg, A. Maas, H. Stassen, “Thresholds for the perception of rotation: Variability, psychometric curves, and comparison with hearing thresholds, Biological Cybernetics”, Volume 42, Number 1, pp. 23-28, Springer Berlin / Heidelberg, 1981.
134