Collegevoorstel
Embargo tot 30 september 2014
Onderwerp
Warmtenet Nijmegen 2.0 Programma / Programmanummer
BW-nummer
Klimaat & Energie / 1022 Portefeuillehouder
H. Tiemens Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De gemeenteraad heeft in 2012 ingestemd met de realisatie van het warmtenet Nijmegen voor 14.000 woningen in de Waalsprong en het Waalfront. Deze basis wordt nu uitgebreid richting bestaande stad, het zogeheten warmtenet 2.0. Daarnaast wordt gekeken naar regionale uitbreiding. De gemeente Nijmegen is met Provincie Gelderland, Gemeente Arnhem, Alliander, en Nuon in gesprek om invulling te geven aan de doelstelling om meer gebruikers aan te sluiten in de regio. Daarbij zijn de grote warmtevragers als woningcorporaties, SSHN, Radboudumc, bedrijven op TPN-West en in de regio betrokken, om zo de haalbaarheid van deze uitbreidingen te onderzoeken. Dit heeft geleid tot een warmtevisie en een tweede stap in de realisatie naar de bestaande stad voor warmtenet 2.0 en de bijbehorende samenwerkingsovereenkomst met de regionaal betrokken partijen.
OB10, Paul Matthieu, 9299 Datum ambtelijk voorstel
11 september 2014 Registratienummer
D141011969
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Ter besluitvorming door het college
1. in te stemmen met de Warmtevisie Nijmegen, die bijdraagt aan de Steller uitwerking van de doelstelling om in 2045 als stad energieneutraal te Paul Matthieu, OB10 zijn, met een opgave om ca. 35.000 woningequivalenten op het Warmtenet Nijmegen aan te sluiten; 2. de samenwerking aan te gaan met de reeds betrokken (en nieuw te betrekken) partners in de regio om de gemeentelijke en regionale klimaatdoelstellingen voor energie en warmte in de bestaande stad te realiseren. Ter besluitvorming door burgemeester 1. de portefeuillehouder Klimaat, mevrouw H. Tiemens, te mandateren ten behoeve van de onder (2) gestelde samenwerking de “ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in de regio Arnhem-Nijmegen” met Provincie Gelderland, gemeente Arnhem, Alliander en Nuon te ondertekenen
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 23 september 2014 nummer: 3.3
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel samenwerking warmte (2)
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
De gemeenteraad heeft in 2012 ingestemd met de realisatie van het warmtenet Nijmegen voor 14.000 woningen in de Waalsprong en het Waalfront. Voor de hoofdtransportleiding naar de beide gebiedsontwikkelingen, is het warmte-infrabedrijf Indigo B.V. opgericht samen met onze netbeheerder Alliander (5% gemeente en 95% Alliander eigendom). De restwarmte van ARN in Weurt wordt straks gebruikt voor het verwarmen van woningen en bedrijven, wat 70% minder CO2-uitstoot levert ten opzichte van HR-gasketels. Het warmtenet draagt sterk bij aan de doelstelling van Nijmegen om in 2045 energieneutraal te zijn. Met de aanleg van het warmtenet Nijmegen is zo een basis infrastructuur gelegd die langs het tracé aankoppeling mogelijk maakt van bestaande bouw, maar ook andere warmteaanbieders. In het co-creatieproces Power2Nijmegen is inzichtelijk gemaakt dat een verdere uitrol van het warmtenet in de bestaande stad op korte en middellange termijn, naast uiteraard een verbetering van de luchtkwaliteit, de meest kostenefficiënte maatregel is om te verduurzamen. De gemeente is al sinds de oprichting van Indigo B.V. met Alliander, Nuon en ARN in gesprek om invulling te geven aan de doelstelling meer woningen aan te sluiten. Daarbij zijn ook grote warmtevragers als woningcorporaties, SSHN, Radboudumc en bedrijven op TPN-West betrokken, om zo de haalbaarheid van deze (gewenste en noodzakelijke) uitbreidingen te onderzoeken. In 2014 is de gemeente gestart met het opstellen van een Masterplan Energietransitie. Op basis van een analyse van de stedelijke toekomstige energievraag, kan de toekomstige ruimtelijke invulling en lange-termijn-planning van de duurzame energie infrastructuur worden bepaald. Hierin komt met name de vraag aan bod welke gebieden hebben welke toekomstige energievraag en welke duurzame energievoorziening en energie-infrastructuur hoort daar dan bij. Bijvoorbeeld een warmtenet met hoogwaardige warmte voor gebieden met een hoge warmtevraag of een collectieve WKO voorziening voor gebieden met goed geïsoleerde woningen met een vraag naar laagwaardige warmte. Samen met Alliander is de afgelopen periode een Warmtevisie voor Nijmegen (zie bijlage 2) ontwikkeld voor potentiële uitbreidingen van het warmtenet 1.0 in de bestaande stad. Deze uitbreiding naar de bestaande stad noemen we warmtenet 2.0. Daarin is een eerste schouw beschreven hoe we de uitbreiding in de komende jaren vorm kunnen gaan geven in het licht van de doelstellingen die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Dit omvat ook een doorkijkje in de haalbaarheid van de aansluiting van het Radboudumc waar naar verwacht in 2014 nog besluitvorming over kan plaatsvinden. De komst van het warmtenet 2.0. is feitelijk een aanjager voor verduurzaming, bedrijven en woningen in de directe nabijheid van een warmteleiding kunnen dan kosteneffectief worden aangesloten. Samen met provincie Gelderland, gemeente Arnhem, Alliander en Nuon is de afgelopen periode tevens gekeken naar de uitbreidingsmogelijkheden in de gehele regio Arnhem en Nijmegen. Het warmtenet Nijmegen is daarbij een stepping stone om de regionale verbinding tot stand te krijgen. In de studie van Grontmij “Bijdrage van duurzame warmte aan de energiedoelen in de regio Arnhem-Nijmegen” van april 2014, die door de Provincie Gelderland is geïnitieerd, wordt aangetoond dat een regionale groei mogelijk is naar 60.000 woningequivalenten in 2020 en 90.000 in 2030 door stimulering van zowel de vraag als aanbodzijde. In de onderstaande kaart is deze regionale ontwikkeling globaal aangegeven.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
(is nog concept) Partijen streven gezamenlijk naar een uitbreiding van de warmtelevering door klanten te contracteren, het netwerk uit te breiden en initiatieven van derden om het warmtenet te gebruiken te ondersteunen. Het is noodzakelijk gebleken om de uitgangspunten voor deze noodzakelijke samenwerking, evenals de rollen en verantwoordelijkheden van iedere partij in dit proces, vooraf vast te leggen in een de “Ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in de regio ArnhemNijmegen” (zie bijlage 1). Alliander heeft daarbij aangegeven de mogelijkheden te willen onderzoeken om de infrastructuur van Indigo verder uit te breiden, Nuon de mogelijkheden om de levering van warmte uit te breiden naar andere klanten buiten de huidige concessiegebieden en ARN om de productie van warmte en stoom uit te breiden voor andere klanten buiten de huidige concessiegebieden. 2
Juridische aspecten
De warmtevisie is een verdere uitwerking van de doelstellingen die de raad in het klimaatplan eerder heeft vastgesteld om te komen tot een energie neutrale stad in 2045. Deze warmtevisie heeft in die zin ook geen verdere juridische consequenties. De ondertekening van de “Ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in de regio Arnhem-Nijmegen” met de partijen is juridisch niet bindend en kent geen bepalingen indien partijen hun afspraken niet nakomen. Deze samenwerking is veeleer bedoeld om samen met de partijen een volgende stap te zetten in het gezamenlijk verder verkennen van de haalbaarheid van warmtenet 2.0 in Nijmegen en de regionale uitbreiding. Mocht deze uitkomst positief zijn, dan kunnen meer bindende afspraken worden gemaakt bijvoorbeeld door middel van juridisch getoetste overeenkomsten. 3
Doelstelling
Binnen de vijf in 2011 geformuleerde duurzaamheidssporen werkt de gemeente met partners (bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke instellingen en burgers) samen aan de realisatie van drie hoofddoelen:
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
1. Nijmegen Energieneutraal in 2045: Een stad die op haar grondgebied of in de directe omgeving daarvan, per saldo evenveel energie op een duurzame wijze kan opwekken als dat zij op jaarbasis verbruikt. 2. Werken aan een duurzame economie: Duurzame verdienmodellen ontwikkelen, o.a. door stimuleren van Energie- en Milieutechnologie (EMT), bio based en circulaire economie, lage energielasten voor burgers en nieuwe werkgelegenheid; 3. Het realiseren van een duurzaam leefbare, welvarende en gezonde stad: Een stad waar mensen zich prettig voelen en goed kunnen wonen, werken en recreëren in een schone, groene en veilige leefomgeving. Bij de uitwerking van de doelstelling om in 2045 als stad energieneutraal te zijn, ligt voor het Warmtenet Nijmegen een opgave om ca. 35.000 woningequivalenten aan te sluiten. Dit sluit tevens aan bij de regionale opgave om het warmtenet verder uit te breiden waardoor een groter warmtenet ontstaat met meerdere warmtebronnen. De regionale doelstelling binnen de samenwerking is om het warmtenet in de regio te laten groeien naar 60.000 woningen (of equivalent daaraan) in 2020. Hierdoor neemt de leveringszekerheid en stabiliteit van het warmtenet toe 4
Argumenten
De regionale benadering van het organiseren van het warmtenet heeft direct ook positieve gevolgen voor de ontwikkeling van het stedelijke deel van Nijmegen. Zo komt er meer aandacht vanuit de andere gemeenten en provincie voor de ontwikkeling van het warmtenet. Hierdoor kunnen op grotere schaal financieringen worden geregeld op landelijk en Europees niveau. Regionale uitbreiding bevorderd de mogelijkheid van meerdere warmte aanbieders en afnemers. Doordat meer bronnen verbonden zijn aan het warmtenet is de leveringszekerheid van warmtelevering groter. De benutting van restwarmte draagt aanzienlijk bij aan het behalen van de doelstelling. Met de Warmtevisie Nijmegen is onderzocht welk potentieel voor warmtelevering in de bestaande stad te ontsluiten zou zijn. Dit blijkt 1 PJ (Peta Joule) per jaar te zijn, goed 3 voor een besparing van circa 39 miljoen m aardgas per jaar, oftewel een besparing van circa. 56.000 ton CO2 per jaar; Uitsnede Tracé 2
Collegevoorstel
Vervolgvel
4 De typische doorlooptijd van een tracé, ná besluit tot uitvoering, bedraagt circa twee jaar. In het eerste jaar wordt het basisontwerp opgesteld en het detailontwerp uitgewerkt. In het tweede jaar wordt de uitvoering aanbesteed en tenslotte gerealiseerd. In de periode ná realisatie wordt de afname verder vergroot door “netverdichting”;
Op basis van de huidige gegevens is de globale business case positief voor het deel van de warmte-ringleiding van de ARN tot aan de campus Heijendaal. De samenwerking zet een volgende stap in het mogelijk aansluiten van het Radboudumc en de SSHN complexen waarmee ca. 16.000 woonequivalenten aangesloten kunnen gaan worden; De warmtevraag die in de bestaande stad van Nijmegen kan worden ontwikkeld, kan nagenoeg volledig door de (rest)warmte van ARN worden voorzien. Door het Warmtenet ook open te stellen voor nieuwe (duurzame) warmtebronnen, ontstaan kansen voor meerdere warmteproducenten en verdere groei van het aantal warmteaansluitingen binnen en buiten Nijmegen – een groeimodel dus; Een belangrijk effect van het Warmtenet Nijmegen is dat het een aanjager kan zijn voor lokale duurzame economische ontwikkelingen. Op het bedrijventerrein TPN West willen diverse bedrijven aangesloten worden op het warmtenet, niet alleen voor verwarming van gebouwen, maar ook als energiebron voor productieprocessen. 5
Klimaat 3
De energiebesparing voor de gemeente Nijmegen is ca. 39 miljoen m aardgas per jaar. De uitstoot van CO2 wordt daarmee 56.000 ton verminderd. De doelstelling om een energie neutrale stad te realiseren wordt daarmee voor 20% dichterbij gebracht. Voor de provinciale opgave maakt het regionale warmtenet voor 14% deel uit van de opgave om tot een energie neutrale provincie te komen. 6
Financiën
Voor de uitwerking van de afspraken is elke partij zelf verantwoordelijk. In dit stadium worden geen investeringen of exploitatiekosten gemaakt maar worden alleen plankosten gemaakt die vallen binnen de werkzaamheden van het programma milieu of het programma Grondbeleid (allocatie van de rijksmiddelen Green Deal). De gemeente Nijmegen zal daarvoor een deel van de resterende middelen, die uit de Green Deal met het Rijk ter beschikking staan, gebruiken. Mogelijke financiële afspraken verbonden aan de realisatie van de uitbreiding van het warmtenet, die uit de samenwerking met de partijen voortkomen, zullen in een nader uit te werken samenwerkingsovereenkomst of anderszins worden voorgelegd ter besluitvorming. 7
Participatie en Communicatie
Met Provincie Gelderland, gemeente Arnhem, Nuon en Alliander is overleg geweest om te komen tot deze samenwerking. Dit heeft geleidt tot de “Ambitieverklaring en samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in de regio Arnhem-
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
Nijmegen”. De ondertekening van deze samenwerking is gepland tijdens de GreenTech week van 6-10 oktober, een nadere datum moet nog in overleg met de Partijen worden vastgesteld. De ambitieverklaring en Samenwerkingsovereenkomst staat tevens open voor andere Partijen om toe te treden. Nieuwe warmtevragers, zoals Radboudumc en SSHN, en warmteaanbieders, kunnen zich aansluiten en contracten aan gaan voor levering en afname van warmte. 8
Uitvoering en evaluatie
De samenwerking tussen Partijen is ingevuld door middel van een regiegroep en vier themagroepen. Partijen voelen zich integraal verantwoordelijk voor het realiseren van de gezamenlijke ambitie en leveren ieder vanuit hun (huidige en/of toekomstige) rol en verantwoordelijkheid een inbreng aan de themagroepen onder aansturing van de regiegroep. Provincie Gelderland neemt het initiatief voor de oprichting van een regiegroep die is samengesteld uit de Partijen. Gemeente Nijmegen – in samenwerking met Provincie Gelderland, Alliander, Nuon en ARN – neemt het initiatief voor de verdere uitwerking van het Warmtenet Nijmegen 2.0. en neemt het initiatief (in overleg met gemeente Arnhem) voor de oprichting van de themagroep ontwikkeling communicatiestrategie. In dit thema komen de volgende activiteiten aan bod: - Verleidingsstrategie richting vastgoedeigenaren en eindgebruikers - Businesscase Betaalbaarheid (inclusief Bestaande Bouw) - Stimuleren en faciliteren lokale initiatieven en samenwerkingsverbanden - Innovatieve concepten aansluiting Nieuwbouw Daarnaast zal de gemeente Nijmegen ook in de andere thema’s deelnemen. Tenslotte zal Nijmegen haar vooraanstaande rol in het (landelijke) warmtenetwerk tot uitdrukking brengen door als gastheer op te treden voor het nationale Warmtecongres op 6 november a.s. in cultureel centrum de Lindenberg 9
Risico
Het warmtenet is een belangrijke drager in het energieneutraal krijgen van de stad. Indien het niet lukt om het warmtenet verder de stad in te brengen en duurzame energie te leveren aan de woningen, komt er een zware druk op de realiseerbaarheid van de doelstelling. Andere bronnen zullen dan nog veel meer moeten gaan bijdragen in de verduurzaming van de stad.
Bijlage(n):
1 Ambitieverklaring en Samenwerkingsovereenkomst voor een duurzame warmtevoorziening in de regio Arnhem-Nijmegen” 2 Warmtevisie Nijmegen
Warmtevisie Nijmegen: Quick Scan Warmte-Ring Nijmegen Datum: 27 februari 2014 Pieter Siekman Nico Büskens
Inhoud Samenvatting Inleiding Werkwijze en verantwoording Overzicht Warmtebehoefte Nijmegen Overzicht Warmte-Ringleiding Nijmegen Investeringen en planning Overwegingen en conclusies Bijlagen:
Tracé 1. TPN – Waalfront – Stationsgebied Tracé 2. Stationsgebied – Radboudcomplex Tracé 3. Radboudcomplex – CWZ / Goffert Tracé 4. CWZ / Goffert – Winkelsteeg / NXP Tracé 5. TPN Noord – TPN Zuid Tracé 6. CWZ – Dukenburg Tracé 7. Dukenburg - ARN
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
2
Samenvatting Nijmegen heeft als klimaatdoel om in 2045 energie-neutraal te zijn. De verwachting is dat de benutting van restwarmte aanzienlijk aan het behalen van deze doelstelling kan bijdragen. In het kader van een Warmtevisie Nijmegen is onderzocht welk potentieel voor warmtelevering in de bestaande stad te ontsluiten zou zijn. Dit blijkt naar schatting 1.000.000 GJ per jaar te zijn, goed voor een besparing van circa 39 miljoen m3 aardgas per jaar, oftewel een besparing van circa. 56.000 ton CO2 per jaar. In de warmtevraag die aldus in de bestaande stad van Nijmegen kan worden ontwikkeld, kan vooralsnog nagenoeg volledig door ARN worden voorzien. Indien het warmtedistributienet een openbaar karakter krijgt met een onafhankelijk netbeheerder als regisseur, ontstaan kansen voor meerdere warmteproducenten en tevens voor verdere groei van het aantal warmteaansluitingen binnen en buiten Nijmegen, in aansluiting op een regionaal te ontwikkelen Warmtenet Midden Gelderland – een groeimodel dus. Op basis van de huidige gegevens is de globale business case voor het deel van de warmteringleiding van de ARN tot en met het Radboudcomplex (tracés 1 en 2) economisch verantwoord. Voor de rest van de warmtering zijn aanvullende data nodig om een business case op te kunnen stellen. Fig. 1. Overzicht Warmteringleiding Nijmegen 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
3
Inleiding Liandon heeft in opdracht van Alliander DGO een Quick Scan uitgevoerd naar de mogelijkheden van warmtevoorziening in Nijmegen, uitgaande van de potentiële duurzame warmteproductie van de ARN in Weurt. Dit is een samenvatting van de resultaten op basis van de nu bekende informatie. De realisatie van (een deel van) de warmte-ringleiding in Nijmegen kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de klimaat- en CO2-doelstellingen van Nijmegen. Vanaf eind 2014 transporteert de Indigo-warmtetransportleiding de warmte vanaf de ARN, onder de Waal door, naar circa 3.500 bestaande woningen in de Waalsprong. In de komende decennia zullen hier nog circa 10.000 woningen op worden aangesloten. De Indigo-leiding loopt via het bedrijfsterrein TPN West,. Een deel van de bedrijven op TPN West overweegt daarom om te worden aangesloten op deze leiding, hetzij om warmte af te nemen hetzij om en/of warmte in te voeden. Tenslotte zijn ook de mogelijkheden verkend om de bestaande stad van duurzame warmte te voorzien. Als locatie met enkele van de grootste warmtevragers in Nijmegen Stad speelt het Radboudcomplex hierin een belangrijke rol. Daarnaast ligt langs het tracé TPN-Radboudumc een aanzienlijke hoeveelheid hoogbouw (kantoren en (studenten)woningen) en wordt ook de Westzijde van het NS Station een grote hoeveelheid vastgoed ontwikkeld. Verdere mogelijkheden in Nijmegen zijn zeker aanwezig, maar de focus van de uitbreiding ligt nu op het tracé deel 2 naar het Radboudcomplex (Radboudumc én Radboud University) 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
4
Werkwijze en verantwoording In deze verkenning van de mogelijkheden voor het gebruik van Duurzame Warmte in Nijmegen zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Het inventariseren van het gasverbruik in Nijmegen o.b.v. openbare informatie; Bepalen welke van de grote gasverbruikers geschikt zijn om aan te sluiten op een (stads)warmtevoorziening; Het op de kaart projecteren van een potentiële warmteleiding, door het met elkaar verbinden van de grootste concentraties potentiële warmtevragers; Het opdelen van deze warmteleiding in een aantal logische potentiële tracés; Het ramen van de globale kosten van de hoofdleiding van een tracé; Het doen van een fysieke schouwing per tracé Het bepalen van ligging van het tracé en het bepalen de nodige aansluitleidingen; Het ramen van de kosten van de infrastructuur (hoofdleiding en aansluitingen); Het per tracé opstellen van een business case op basis van benodigde investeringen en de potentiële opbrengsten.
Omdat al tot de aanleg van tracé 1 is besloten, zijn hiervoor alleen de stappen 1 t/m 5 doorlopen. Voor tracé 2 zijn alle stappen t/m 8 doorlopen. Voor de tracés 3 en 4 zijn de stappen 1 t/m 5 en voor de overige tracés 5, 6 en 7 alleen de stappen 1 t/m 3 doorlopen.
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
5
Gasgebruik in Nijmegen (energie-atlas) Deze figuur toont per deelgebied in Nijmegen het totale gasgebruik (in m3/jaar). Deze informatie is afkomstig van de energie-atlas.
Fig. 2. Gasgebruik in Nijmegen (Energie-atlas) 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
6
Warmtebehoefte Nijmegen Deze figuur toont de Nijmeegse warmtebehoefte, o.b.v. het gasgebruik van industrie, hoogbouw en kantoren. Deze informatie ia afkomstig uit openbare bronnen. De totale voor warmtelevering te ontwikkelen warmtebehoefte langs deze tracés in Nijmegen, is naar schatting meer dan 1.000.000 GJ/jr. De grootte van een “bol” is een maat voor warmtebehoefte. Grote “bollen” zijn onder andere het Radboud (geel) en Winkelsteeg (wit). De “(toekomstige) warmtebehoefte van TPN en de Waalsprong zijn niet weergegeven.
Fig. 3. Warmtebehoefte Nijmegen 27 feb 2014
Tracés worden gelegd langs de hoogste concentraties aan “bollen”. Door de tracés te koppelen (het principe van “kralen rijgen”) ontstaat één warmte-ringleiding in Nijmegen.
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
7
Warmte-ringleiding Nijmegen Over de “bollenkaart” heen is op deze kaart in gestileerde vorm een warmte-ringleiding geprojecteerd. De warmte is afkomstig uit de ARN (het witte vierkant in TPN). Vanaf 1-1-2015 wordt een deel van de warmte door Indigo (rode tracé c.q. de blauwe pijl) getransporteerd naar het woongebied “de Waalsprong”.
ARN
De Warmteringleiding is verder op te delen in een aantal tracés: 1. Indigo–Stationsgebied (geel) 2. Stationsgebied – Radboud (geel) 3. Radboud-CWZ (blauw) 4. CWZ-Winkelsteeg (groen) 5. Indigo-TPN Zuid 6. CWZ-Dukenburg 7. Dukenburg-ARN Fig. 4. Warmte-Ringleiding Nijmegen 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
8
Warmte-ringleiding per fase en per tracé FASE 1: Via “Indigo” (blauw) wordt vanaf 1-1-2015 warmte vervoerd vanaf de ARN naar woongebied Waalsprong. Van Tracé 1 “Indigo– Stationsgebied” loopt via het Waalfront. Het besluit tot een (gefaseerde) aanleg hiervan is reeds genomen. FASE 2: Van tracé 2 “Stationsgebied – Radboudcomplex” is ook de aansluiting op de gebouwen onderzocht. Dit tracé lijkt economisch verantwoord. FASE 3: Van de tracés 3 (RadboudCWZ) en 4 (CWZ-Winkelsteeg) is alleen de hoofdleiding onderzocht. FASE 4: (is nog niet onderzocht) Tracé 5 is direct afhankelijk van de (her) ontwikkelingen op TPN Zuid. De tracés 6 (CWZ-Dukenburg) en 7 (Dukenburg-ARN) zouden (op langere termijn) de ringleiding kunnen completeren.
ARN
Fig. 5. Warmte-Ringleiding per fase en per tracé 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
9
Warmtebeleid o.b.v. wijkkarakteristieken Op deze kaart van de energie-atlas is de warmte-ringelding geprojecteerd. Omdat ieder vlak een kleur heeft die het totale gasverbruik ter plaatse weergeeft, kan in principe óók in een ”geel vlak’ een grote verbruiker zijn gevestigd. Een nadere analyse van het gasgebruik in de verschillende gebieden is noodzakelijk t.b.v. een gedifferentieerd energie- en warmtebeleid.
ARN
Fig. 6. Warmtebeleid o.b.v. Wijkkarakteristieken 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
10
Investeringen Warmteringleiding Fase 1: (Indigo en tracé 1) Omdat de warmteleiding van ARN naar Waalsprong momenteel wordt gerealiseerd door Indigo en ook al is besloten tot de realisatie van Tracé 1 (van TPN via het Waalfront naar het Stationsgebied) worden deze investeringskosten in dit overzicht niet meegenomen. Fase 2: De investeringen voor Tracé 2 (Stationsgebied naar het Radboudcomplex) worden als volgt globaal ingeschat: 1. hoofdleiding (inclusief de kruisingen): € 9.500.000,= 2. Aansluitleidingen (van hoofdleiding naar gebouw): € 2.000.000,= 3. Aansluiten van de gebouwen: € 2.500.000,= Totaal Fase 2 (tracé 2): €14.000.000,= De nauwkeurigheid van deze ramingen wordt geschat op plus of minus 25%. Het aan te sluiten warmte-potentieel van tracé 2 bedraagt circa 400.000 GJ / jaar. Dit maakt deze investeringen in principe rendabel. Totale Warmte-potentieel en Totale Investering in Warmteringleiding Nijmegen (Tracés 1 t/m 7): De investering in hoofdleidingen en aansluitingen voor de hele geprojecteerde Warmte-Ringleiding Nijmegen worden globaal geschat op in totaal € 60.000.000,=. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat enkel grote objecten op relatief korte afstand van de warmte-ringleiding worden aangesloten, De nauwkeurigheid van deze raming is plus of minus 50%. Het aan te sluiten warmte-potentieel langs de Warmteringleiding Nijmegen bedraagt minimaal 1.000.000 GJ / jaar. Ten behoeve van een nauwkeuriger schatting van zowel de ramingen van de investeringen als de warmtebehoefte dient verder onderzoek te worden verricht. 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
11
Globale Planning Tracé-onderdelen De typische doorlooptijd van een tracé, ná besluit tot uitvoering, bedraagt circa twee jaar. In het eerste jaar wordt het basisontwerp opgesteld en het detailontwerp uitgewerkt. In het tweede jaar wordt de uitvoering aanbesteed en tenslotte gerealiseerd. (In de tabel is dit met donkergrijze blokken weergegeven). In de periode ná realisatie wordt de afname verder vergroot door op natuurlijke momenten (bij vervanging van ketels etc.) andere gebouwen aan te sluiten. Dit heet “netverdichting”. (zie de lichtgrijze blokken). Bij afronding van de besluitvorming voor de aanleg van de eerste twee tracés, zou eind 2016 warmte kunnen worden geleverd aan Radboud UMC, Radboud University en aan de langs het tracé liggende gebouwen van de wooncorporaties SSHN en Talis (en op termijn ook het vastgoed Stationsgebied). Een concrete sluiting van de warmteringleiding (tracés 6 en 7) is naar verwachting niet eerder dan na 2025 gerealiseerd. Tracé-onderdelen 0 Indigo: ARN - TPN - Waalsprong 1 Tracé TPN – Waalfront - Stationsgebied 2 Tracé NS-Station - Radboudcomplex 3 Tracé Radboudcomplex – CWZ / Goffert 4 Tracé CWZ / Goffert - Winkelsteeg / NXP 5 Tracé TPN Noord - TPN Zuid 6 Tracé CWZ – Dukenburg 7 Tracé Dukenburg – ARN
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Tabel. 1. Overzicht mogelijk planning van de realisatie van de tracé-onderdelen van de warmte-Ringleiding 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
12
Overwegingen en conclusies 1 Robuust netwerk De gepresenteerde warmtevoorziening is primair gebaseerd op de warmteproductie door de ARN te Weurt, aan te vullen met zekerstelling en pieklevering vanuit hulpwarmtecentrales, bijvoorbeeld op het terrein van GDF. Het is niet perse noodzakelijk om de infrastructuur voor warmte in Nijmegen in de vorm van een ring te leggen, maar indien de ring wordt gesloten heeft dat wel voordelen voor de leveringszekerheid en de transportcapaciteit van de leiding. Bij de totstandkoming van het Warmtenet Midden Gelderland ontstaat een regionale warmtevoorziening, van Nijmegen via Arnhem tot Westervoort en Duiven, met meerdere productielocaties en een verhoogde leveringszekerheid.
Economische aanjager Een belangrijk effect van een dergelijke warmtevoorziening is dat het een aanjager kan zijn voor lokale duurzame economische ontwikkelingen. Op het bedrijventerrein TPN West geven diverse bedrijven aan graag aan te worden gesloten op de warmtevoorziening. En dat niet alleen voor verwarming van gebouwen, maar ook als energiebron voor productieprocessen. De warmteproductie van de ARN is vooralsnog voldoende om aan de warmtevraag te kunnen voldoen. Indien het warmtedistributienet een openbaar karakter krijgt, met een onafhankelijk netbeheerder als regisseur, biedt dit in potentie kansen voor meerdere warmteproducenten en extra aansluitingen (en dus afname) binnen en buiten Nijmegen. Waaronder ook de zogeheten “netverdichting”, waarbij kleinere en minder renderende aansluitingen alsnog gerealiseerd kunnen worden, nadat hoofdinfrastructuur is gerealiseerd.
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
13
Overwegingen en conclusies 2 Investering, business case, klimaatdoelstelling en CO2 besparing In het kader van de Warmtevisie Nijmegen zijn de warmtebehoefte en benodigde investeringen ingeschat. Op basis van de huidige gegevens en aannamen is een globale business case opgesteld voor de realisatie van het deel van de warmte-ringleiding van de ARN tot en met het Radboud-complex (tracés 1 en 2) . Omdat deze business case positief is kan worden geconcludeerd dat dit deel van de warmte –infrastructuur in principe economisch verantwoord kan worden gerealiseerd. Voor de rest van de warmtering leiding Nijmegen zijn aanvullende data nodig om een globale business case op te kunnen stellen. Nijmegen heeft als klimaatdoel om in 2045 energie-neutraal te zijn. Benutting van restwarmte kan 20% van deze doelstelling afdekken. Het potentieel dat voor warmtelevering in de bestaande stad te ontsluiten is, bedraagt naar schatting 1.000.000 GJ per jaar. Dit is goed voor een besparing van circa 39 miljoen m3 aardgas per jaar, wat overeen komt met een besparing van circa 56.000 ton CO2 per jaar.
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
14
Bijlagen Tracé 1. TPN – Waalfront – Stationsgebied Tracé 2. Stationsgebied – Radboudcomplex Tracé 3. Radboudcomplex – CWZ / Goffert Tracé 4. CWZ / Goffert – Winkelsteeg / NXP Tracé 5. TPN Noord – TPN Zuid Tracé 6. CWZ – Dukenburg Tracé 7. Dukenburg - ARN
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
15
Tracé 1. TPN-Waalfront–Stationsgebied Tracé 1 wordt voor de westelijke helft gerealiseerd als onderdeel van de Indigo-transportleiding van de ARN naar de Waalsprong. De oostelijke helft, van het TPN bedrijventerrein langs de Waalfront en de Handelskade naar het Centrum (NS-station Nijmegen Centraal), wordt gerealiseerd in het kader van de Nuon-warmteconcessies. Nuon wil de warmteleiding naar de ARN realiseren door vanuit een tijdelijke warmtecentrale bij de Hezelpoort (NS-station) de ontwikkeling van het terrein in westelijke richting te volgen. Dit beperkt de investeringskosten voor Nuon, maar vertraagt ook de mogelijke verlenging naar het Radboud via Tracé 2. Bij de aanleg in één keer, zal het tracé (net) buiten het te ontwikkelen gebied dienen worden gelegd. Dit tracé is weergegeven met een ononderbroken lijn. Fig. 7. Tracé TPN – Waalfront - Stationsgebied 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
16
Tracé 2. Stationsgebied-Radboudcmplx Tracé 2 loopt vanaf het centrum (NS-Station) voornamelijk oostelijk parallel langs de spoorlijn via het NS-station Heijendaalse weg naar het Radboudcomplex. Op en naast het Radboudcomplex zijn gelegen het Radboud UMC, de Radboud Universiteit, de HAN en enkele gebouwen van de woningbouwcorporaties SSHN en Talis. Beide figuren geven hetzelfde tracé aan, maar in de rechter-figuur is ook (een deel van) de relevante “warmte-behoevende” gebouwen (waaronder gebouwen in gemeentelijk eigendom zoals scholen, brandweerkazerne en instellingen) geprojecteerd. Naar schatting is 80% van de potentiële warmtevraag in kaart gebracht. Op basis hiervan is zijn de kosten van aansluiting van de gebouwen geraamd. (+/- 30%) Op het Radboudcomplex is al een warmtenetwerk aanwezig, dat lokaal kan worden uitgebreid en worden gekoppeld aan de bestaande WKO’s. Fig. 8. Tracé Centrum (NS-Stations naar het Radboudcomplex 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
17
Tracé 3. Radboudcomplex - CWZ Tracé 3 loopt vanaf het Radboudcomplex (UMC én Universiteit), deels parallel aan de Annastraat naar de het voetbalstadion “De Goffert” en het aanpalende Sanadome en het CWZ (Canisius Wilhelmina Ziekenhuis). Dit tracé is geschouwd, maar de inschatting is dat slechts 50% van de warmtebehoefte in kaart is gebracht. Omdat het percentage van de potentiële warmtebehoefte, die in kaart is gebracht slechts 50% is, is het niet mogelijk om de kosten van de aansluiting van de gebouwen op de hoofdleiding in te schatten met een nauwkeurigheid van plus of minus 30%), die voor een Quick Scan fase is vereist.
Fig. 9. Tracé 3. Van Radboud naar Goffert, Sanadome en CWZ. 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
18
Tracé 4. CWZ/Goffert–Winkelsteeg/NXP Tracé 5 verbindt het bedrijventerrein De Winkelsteeg en het naastgelegen bedrijventerrein van NXP met de Goffert/Sanadome/CWZ. Ook dit tracé is geschouwd. De nauwkeurigheid van de transportleiding wordt geschat op plus of minus 30%. De warmtebehoefte is onvoldoende in kaart gebracht om aansluitkosten te kunnen ramen.
Met name het oversteken van de Graafse weg zal een substantieel deel van de kosten voor de aanleg van de hoofdleiding uit gaan maken. Op het terrein van NXP is (net als bij het Radboudcomplex) een warmtenet aanwezig. Er is nog niet gekeken of NXP interesse heeft in een aansluiting en of een koppelen van de netten zinvol is.
Fig. 10. Tracé 5. van De Goffert / CWZ naar Winkelsteeg / NXP 27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
19
Tracé 5. TPN Noord – TPN Zuid Tracé 6. CWZ – Dukenburg Tracé 7. Dukenburg - ARN Deze drie Tracé-onderdelen (fase 4) zijn gebaseerd op een globale inventarisatie op basis van onder andere de energie-atlas en een verkennend gesprek met woningcorporatie Talis. Talis heeft veel hoogbouw in Dukenburg. In dit stadium zijn de tracés onvoldoende nauwkeurig bepaald, om de kosten voor de aanleg van de hoofdleidingen en nog minder de kosten van de aansluiting daarop van de gebouwen in te kunnen schatten.
In een vervolgstadium kan de inventarisatie tot de vereiste diepte worden uitgevoerd om de investeringsramingen te kunnen opstellen.
27 feb 2014
Warmte-Ringleiding Nijmegen: Warmtebehoefte en Investeringen
20