.. .. .. .. .
BIJLAGE 1
Aan:
Algemene Vergadering
Van:
Bestuur KNRB
Betreft
Notulen AV 7 maart 2009
Datum:
11 februari 2010
Verslag van de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond 7 maart 2009 bij de Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas in Rotterdam Aanwezig namens het bestuur van de KNRB
Ereleden Leden
Begunstigers Overige Verslag
de heer J.K. Mak, voorzitter mevrouw H.A. Meester-Broertjes, secretaris de heer M.A. Beke, penningmeester mevrouw L. Versluijs, commissaris breedtesport de heer F.C. Cornelis, commissaris communicatie en sponsoring de heer M. Kouwenhoven, commissaris wedstrijden en internationale evenementen de heer A. Emke, commissaris toproeien de heer M. Leeser, directeur KNRB mevrouw H. Bik, mevrouw H. Neppérus, mevrouw I. Eijs, de heer A.J. Landaal Groninger Studenten Roeivereniging Aegir, Roeivereniging Aeneas, Alkmaarsche Roei- & Zeilvereniging, Roei- en Zeilvereniging De Amstel, Wageningsche Studenten Roeivereeniging Argo, Aross Algemene Roeivereniging Oss, Roeivereniging Barendrecht, Eindhovense Roeivereniging Beatrix, Roeivereniging Breda, Hilversumse Roeivereniging Cornelis Tromp, Roei- en Zeilvereniging Daventria, Roeivereniging De Kop, Roeivereniging De Delftsche Sport, Leidse Roei- en Zeilvereniging Die Leythe, Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereniging, Drienerlose Roeivereniging Euros, Roeivereniging De Drietand, Roei- en Zeilvereniging Gouda, Algemene Groninger Studenten Roeivereniging Gyas, Roeivereniging De Hertog, Koninklijke Zeil- en Roeivereniging Hollandia, Hollandia Roeiclub, Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereniging De Hoop, Koninklijke Groninger Roeivereniging De Hunze, RoeiVereniging Iris, Roeivereniging Jason, Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereniging, Roeivereniging De Krom, Roeivereniging De Laak, Delftsche Studenten Roeivereniging Laga, Roeivereniging Leerdam, Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas, Roeivereniging Pontos, Uithoornse Roei- en Kanovereniging Michiel de Ruyter, Roeivereeniging Nautilus, Amsterdamsche Studenten Roeivereniging Nereus, Koninklijke Studenten Roeivereeniging Njord, Roeivereniging van Studenden aan De Vrije Universiteit Okeanos, Algemene Utrechtse Studenten Roeivereniging Orca, Roeivereniging Pampus, Nijmeegse Studenten Roeivereniging Phocas, Delftse Studentenroeivereniging ProteusEretes, RK Roeivereniging RIC, Roeivereniging Rijnland, Roosendaalse Roeivereniging, Roeivereniging Salland, Maastrichtse Studenten Roeivereniging Saurus, Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging Skadi, Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll, Koninklijke Roei- en Zeilvereniging Het Spaarne, Eindhovense Studenten Roeivereniging Thêta, Utrechtse Studenten Roeivereniging Triton, Watersportvereniging Vada, Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar, Utrechtse Roeivereniging Viking, Roeivereniging Voorne Putten, Roeivereniging Weesp, Roeivereeniging Willem III, Wormerveerse Roeivereniging De Zaan Amsterdamsche Roeibond, Nederlandse Studenten Roeifederatie, Koninklijke Nederlandsche Studenten Roeibond, Stichting Roeivalidatie, Zuidelijke Roeibond, Zuid-Hollandse Roeibond, NOC*NSF, Koninklijke Holland Beker Wedstrijdvereeniging leden van enkele KNRB-commissies, medewerkers van enkele persorganen. mevrouw D. Muda, notuliste
Algemene Vergadering 6 maart 2010
1
1) Opening De voorzitter opent de vergadering om 14.00 uur. Hij heet de aanwezigen van harte welkom, in het bijzonder de heer Van Vollenhoven, lid van het bestuur van de erevoorzittende vereniging ‘De Koninklijke’, de ereleden van de KNRB, de dragers van de erepenning in goud en brons, , de leden, de begunstigers, de sponsors, de vertegenwoordigers van NOC*NSF, de vertegenwoordigers van de roeiverenigingen die willen toetreden tot de KNRB en de pers. Hij spreekt zijn dank uit aan de Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas voor de gastvrijheid op deze bijzonder smaakvolle locatie. De voorzitter leest de namen voor van de mensen uit de roeiwereld wier verscheiden afgelopen jaar de bond bekend is: Louis Brands (honorair commissaris van Triton), Geert Pentinga (erelid van De Hunze), Adriaan Sipkes (lid van verdienste van Daventria), Coos Bezemer (Het Spaarne), Ed Verkerk (erelid van Die Leythe), mevrouw Van Zwijndregt (De Amstel), Hans Beijer (RIC), Willem Nieuwenhuijs (RIC), Kees de Jong (Viking), Chris van Winden (Viking en medewerker van de KNRB), Leen Grashof (De Roosendaalse), Tom Cortvriend (De Roosendaalse), Joeri Gorter (DDS), Wouter Hovenkamp (DDS), Hans Nieuwdorp (DDS), Marie Christine Kranenburg (De Zwolsche), Rob de Gaaij (De Zwolsche), Henri Vervaart (Breda), Henk Kamphuis (Amicus), Ad Storm van Leeuwen (Naarden), Adri Smulders (Pampus), Willem Breuken (Pampus), Mark Germs (Pampus), Ton Faasse (Pampus), Arie Zeelenberg (oud-bestuurslid van de KNRB en lid van Ondine), Piet Mars (erelid van ZZV), Emmy Blazer (De Eem), Jaap van Rosse (De Laak), Lia Bührmann (De Laak), Henk Wegh (Vada), Wim van Beek (Vada), Annemarie Waaijer (Laga), Klara Boadway (Asopos de Vliet), Fabiënne Breek, Jaap Hofland, en Karin van der Vorm Lucardi (Gouda), Eppo Meursing (erelid van De Zaan) en mevrouw Doets (erelid van De Where). De voorzitter vraagt een moment stilte ter nagedachtenis aan deze roeiers. De voorzitter verontschuldigt mevrouw Donkervoort, commissaris talenten en opleidingen. Zij kan niet aanwezig zijn in verband met werk in het buitenland. Hij introduceert de heer Leeser die sinds 1 november 2008 directeur is van het bondsbureau van de KNRB. 1. Ingekomen stukken De voorzitter maakt melding van de volgende ingekomen stukken. • De voordracht tot het lidmaatschap van de KNRB van Roeivereniging Voorne Putten door Roeivereniging Barendrecht en Roeivereeniging Nautilus; • De voordracht van Roeivereniging De Kop door Purmerender Roeivereniging De Where en Roeivereniging Ossa; • De voordracht van RoeiVereniging Iris door Koninklijke Roei- en Zeilvereniging Het Spaarne en Roeivereniging Rijnland; • De kandidaatstelling van Eric Niehe als voorzitter van het bestuur van de KNRB door de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas en de Amsterdamsche Studenten Roeivereniging Nereus; • De kandidaatstelling van Victor Maes als penningmeester van het bestuur van de KNRB door de Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereniging De Hoop en de Amsterdamsche Studenten Roeivereniging Nereus; • Verklaringen van beide bovengenoemde kandidaten, dat zij een eventuele benoeming door de algemene ledenvergadering zullen aanvaarden; • Een brief van Roeivereniging De Delftsche Sport, ontvangen op 5 maart 2009, met betrekking tot agendapunt 11; • Een brief van Victor Bernhard, oud-kamprechter en oud-bestuurder van Breda, met betrekking tot agendapunt 9: een bijzonder aardige brief van deze 88-jarige roeier met tips om de pers beter bij de roeiwereld te betrekken en een hartelijke succeswens aangaande de uitvoering van het nieuwe MJP; • Berichten van verhindering van de Zwolsche Roei- en Zeilvereniging, de Westfriese Roeivereniging De Kogge, Amenophis Roeivereniging, de Zaanlandse Zeilvereeniging ZZV, de Twentse Roeivereniging Tubantia, de Apeldoornse Roeivereniging De Grift, de Maastrichtsche Watersport Club, de Twentse Roeivereniging Amycus, de Culemborgse Watersportvereniging De Helling en de Hoogeveense Roeivereniging De Compagnie. Ondanks deze afmeldingen is het quorum aanwezig. 3. Notulen van de Algemene Leden Vergaderingen van 23 juni 2008. De voorzitter deelt mee dat er geen reacties zijn ontvangen naar aanleiding van het verslag. Het was echter niet de jaarlijkse algemene ledenvergadering, zoals in de kop staat; het was de tweede ledenvergadering van dat jaar. Op pagina 8 en pagina 10 zullen twee tikfouten hersteld worden. Vanaf agendapunt 4 zal de nummering aangepast worden; nummer 4 wordt namelijk twee keer gebruikt. De heer Boersma (Jason) merkt op dat per 1 januari 2008 het woord ‘zeil’ uit de naam van zijn vereniging is verdwenen. De naam is nu officieel Roeivereniging Jason.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
2
Onderaan pagina 4 wordt de naam van de heer Hallensleben vervangen door die van de heer Maes. Met inachtneming van de voorgestelde correcties worden de notulen vastgesteld. 4. Toetreding nieuwe verenigingen tot de KNRB De voorzitter deelt mee dat er drie verenigingen zijn voorgedragen voor het lidmaatschap van de KNRB. Omdat Roeivereniging Voorne Putten is ontstaan uit een fusie tussen Roeivereniging Oostvoorne en Roeivereniging Belos die beide al lid waren van de KNRB, gunt het bestuur deze nieuwe vereniging haar stemrecht vandaag al. Uiteraard geldt deze geste ook voor de beide andere nieuwe verenigingen. Daarom staat dit punt zo vroeg op de agenda. De Kop en Iris zijn beide verenigingen met een algemeen karakter. Beide verenigingen geven invulling aan een ‘witte vlek’ op de roeikaart van Nederland, een mooie versterking voor de KNRB. Voordat de verenigingen toegelaten kunnen worden, dienen zij te voldoen aan de in artikel 3.1 van de Statuten en de in het Huishoudelijk Reglement vermelde voorwaarden. Mevrouw Meester (secretaris) verklaart, dat alle vereiste stukken van de toetredende verenigingen in januari 2009 rond waren en dat zij alle drie aan de vereisten van het lidmaatschap voldoen. De voorzitter toont de kleuren en ontwerpen van het tenue van de nieuwe vereniging. Vooral Iris oogst bewondering met haar aparte ontwerp. De voorzitter vraagt of de vergadering instemt met de toetreding van deze drie verenigingen. Aldus wordt besloten. Hij geeft het woord aan de vertegenwoordigers van nieuwe verenigingen, zodat zij zich kunnen voorstellen aan de vergadering. De heer Van Grieken (De Kop) vertelt dat De Kop in het voorjaar van 2007 is opgericht en tijdelijk onderdak heeft bij Waterscouting in Anna Paulowna. De vereniging heeft haar start opgeluisterd met een roei-instuif die 31 leden opleverde. In het voorjaar van 2008 is de vereniging doorgegroeid naar 80 leden, waarvan 10 jeugdleden. Op 5 april 2009 zal de vereniging weer een open dag organiseren om leden te werven. De Kop bezit 20 boten, geschikt voor beginnende roeiers. De botenloods is nu al te klein en de locatie biedt geen uitbreidingsmogelijkheden. Het bestuur stelt zich daarom tot doel om een definitieve locatie voor de toekomst te zoeken en geleidelijk de oude vloot te vernieuwen en uit te breiden. Het bestuur en de leden zijn verheugd nu lid te zijn van de KNRB en zij zullen niet aarzelen een beroep te doen op de expertise van de bond. Tot slot heeft spreker een tip voor de nieuwe verenigingen: “Vraag niet wat u kunt doen voor de bond maar vraag aan de bond wat die voor u kan doen”. De heer Plantenberg (Iris) heeft de roeibond al gevraagd wat deze voor Iris kon doen. Dat bleek heel veel te zijn, waarvoor spreker de bond bedankt. Hij complimenteert de KNRB met de zeer uitgebreide website die een enorme hulp is voor startende verenigingen. Hij bedankt de verenigingen die het initiatief gesteund hebben. Iris heeft inmiddels al een ledenstop wegens gebrek aan materiaal. Deze vereniging zou heel blij zijn met wat meer botenmateriaal, een oproep aan verenigingen die boten kunnen missen. De heer Verburg (Voorne Putten) vertelt dat het drie jaar geduurd heeft, voordat de fusie tot stand gekomen was. Hij nodigt alle aanwezige verenigingen uit om een keer te komen roeien op een van de mooiste roeiwateren van Nederland, net ten zuiden van de Botlek. Ter vervanging van de krappe behuizing is inmiddels een locatie gevonden aan het eind van het Voorns Kanaal; nu alleen nog het geld om een botenloods te realiseren. De vereniging heeft nu ongeveer 90 leden. Spreker verwacht echter dat de nieuwe locatie een flinke impuls zal geven aan het ledenaantal. De vloot is redelijk oud maar goed onderhouden en op dit moment geschikt voor het ledenbestand, dat voornamelijk uit toerroeiers bestaat. Tot slot bedankt spreker Nautilus en Barendrecht voor hun voordracht. De voorzitter overhandigt de vertegenwoordigers van de nieuwe verenigingen een bos bloemen en een KNRB-vlag. Inmiddels is de stemkracht van de vergadering geteld: 179 van 265 stemmen zijn aanwezig (67,5%), afkomstig van 58 van de 114 verenigingen. 5. Bestuursmededelingen De voorzitter geeft voor de mededelingen eerst het woord aan de heer Kouwenhoven die kort ingaat op de ontwikkeling van het aantal leden. De heer Kouwenhoven (Commissaris Wedstrijden en internationale evenementen) vertelt dat het aantal junioren na een kleine terugval weer met 5% is gegroeid, het hoogste groeipercentage sinds 2004. Het aantal junioren is relatief het meest gestegen bij Proteus, De Roosendaalse, Wetterwille, RIC en Aegir. De studentenverenigingen deden het erg goed met een ledenstijging van 4,5%. De studentenverenigingen met de grootste relatieve stijging waren Aegir, Het Galjoen, Triton, Thêta en Skøll. Het totaal aantal leden is op dit moment 27.831, een stijging van 2,5% ten opzichte van vorig jaar. Spreker complimenteert alle verenigingen met dit resultaat. Algemene Vergadering 6 maart 2010
3
De heer Beke (penningmeester) wijst erop dat nog niet alle verenigingen hun ledenopgave hebben ingeleverd. Hij vraagt Watersportvereniging Binnenmaas, de Gorcumse Roei- en Zeilvereniging, de Maastrichtsche Watersport Club, de Haagse Studentenroeivereniging Pelargos en de Enschedese Roeivereniging Thyro om dat zo snel mogelijk te doen, omdat de KNRB de financiële bijdrage van de leden hard nodig heeft. Zoals gebruikelijk zullen de opgaven steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Dit jaar zijn de Delftsche Studenten Roeivereniging Laga, de Utrechtse Studenten Roeivereniging Triton, de Koninklijke Studenten Roeivereniging Njord, de Utrechtse Roeivereniging Viking, de Maastrichtse Watersport Club en Roeivereniging Leerdam aan de beurt. De voorzitter maakt melding van het Buitengewoon congres van de FISA, dat medio februari 2009 gehouden is in Kaapstad. Er wordt een aantal technische zaken gewijzigd in de reglementen. De belangrijkste wijzigingen: • De toegestane ruimte voor reclame op de boot is aanzienlijk vergroot; • De regels voor de weging van lichte roeiers op de dag van herkansingen zijn – met onmiddellijke ingang - veranderd (nadere informatie volgt); • Het promotiesysteem van voorwedstrijden is zodanig veranderd dat, ongeacht het aantal deelnemers, de factor tijd in de voorwedstrijden is uitgeschakeld; bij geen enkel aantal deelnemende ploegen vindt nu nog plaatsing plaats op grond van het criterium ‘snelste derde’ in een voorwedstrijd. • Vanaf 2015 mogen boten die deelnemen aan wereldkampioenschappen, Olympische of Paralympische Spelen, of Olympische of Paralympische kwalificatietoernooien geen deel hebben dat langer is dan 11,9 meter in verband met internationaal transport van boten: sommige vieren zullen daardoor deelbaar moeten worden; • Tijdens het FISA-congres is uitgebreid gesproken over de problematiek rond dopingcontrole. Alle sportbonden zijn weliswaar akkoord gegaan met de regels van de World Anti-Doping Agency (WADA) maar in de praktijk doen zich veel problemen voor, vooral in verband met het thema ‘whereabouts’ (d.w.z. de vereiste frequente en ver voortijdige opgave door topsporters van hun verblijfplaats ten behoeve van onaangekondigde controles). De zeer stringente WADA-aanpak wordt hier en daar beschouwd als een te grote inbreuk op de privacy, en de opgelegde uitvoeringseisen zijn hier en daar onpraktisch en uit de tijd. De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden en internationale evenementen) deelt mee, dat de FISA het WK<23 in 2011 aan Amsterdam heeft toegewezen. In het laatste weekend van juli 2011 zal de KNRB dit evenement samen met de gemeente Amsterdam organiseren. De NSRF heeft de Europese Studentenkampioenschappen 2010 toegewezen gekregen. Dit evenement zal in augustus 2010 in Amsterdam gehouden worden. Het bestuur is in gesprek met de gemeente Amsterdam over een eventuele bieding op het WK Roeien 2013. Deze maand zal de beslissing daarover vallen. Mevrouw Meester (secretaris) toont de DVD “Veilig varen doen wij samen” die tot stand is gekomen in samenwerking - van Rijkswaterstaat, de beroeps- en recreatievaart en alle watersportbonden. Alle verenigingen ontvangen deze DVD met het nadrukkelijk verzoek om het thema veiligheid aan de orde te stellen en om het onderwerp ook in hun watersportomgeving op de agenda te zetten. Ten tweede deelt zij mee dat de plannen voor de Willem Alexanderbaan in de Eendragtspolder nagenoeg klaar zijn. De Stichting Vrienden van de Eendragtspolder probeert het laatste benodigde geld binnen te halen. Er zal een stichting opgericht worden voor de exploitatie van de baan. Spreekster geeft het woord aan de heer Katgerman, voorzitter van de KNRB-commissie Eendragtspolder, voor een korte toelichting. De heer Katgerman (voorzitter KNRB-commissie Eendragtspolder) vertelt dat de Willem Alexanderbaan over twee jaar klaar zal zijn, ook al wordt er nu nog niet eens gegraven. Hij verwacht dat de laatste aankoop van grond volgende maand is afgerond, waarna er begonnen kan worden met graven. Aan de hand van een kaart laat hij zien dat het een roeibaan met uitgebreide faciliteiten wordt. Het gebied ligt net ten oosten van de Rottemeren, in de driehoek Rotterdam, Gouda en Zoetermeer. De voorzitter voegt eraan toe dat deze baan een zeer belangrijke accommodatie voor de Nederlandse roeiwereld zal worden. De KNRB vindt het belangrijk dat zich op zijn minst één vereniging bindt aan deze baan. Spreker nodigt de verenigingen in de regio van harte uit om daarover na te denken. Voor de laatste mededeling geeft hij het woord aan mevrouw Versluijs die iets zal vertellen over sloeproeien. De KNRB heeft de ambitie om te groeien en het bestuur heeft besloten om daarvoor ook “onorthodoxe” groepen aan te spreken. Sloeproeien zou een behoorlijke bijdrage kunnen leveren aan de beoogde groei van de KNRB.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
4
Mevrouw Versluijs (commissaris breedtesport) vertelt dat er een zekere verwantschap bestaat tussen sloeproeiers en de reguliere roeiers. Mede dankzij de voorzitters van De Laak en De Maas zijn er contacten gelegd met Federatie Sloeproeien Nederland. Inmiddels hebben de KNRB en de Federatie Sloeproeien besloten om verder te praten. Er wordt gedacht aan samenwerking bij het organiseren van evenementen en in het kader van veiligheid. De federatie heeft inmiddels zijn algemene ledenvergadering op de hoogte gesteld van deze contacten. 6. Jaarverslag 2008 De voorzitter deelt mee dat alle verenigingen het jaarverslag per e-mail hebben ontvangen. Vandaag is de officiële mooie papieren versie uitgedeeld. Spreker memoreert een aantal belangrijke zaken uit het afgelopen jaar. Twee Olympische medailles voor Nederlandse ploegen. Vier van de zes ploegen uit de Olympische equipe hebben de A-finale gehaald in Peking. Het bondsbureau heeft een nieuwe directeur gekregen. De rol van de districten wordt steeds belangrijker. Het aantal wedstrijdroeiende junioren stijgt. Daarnaast geeft hij een aantal correcties door: Op bladzijde 18 staat dat de roeidag plaatsvond op 4 oktober 2009 in plaats van 2008. Op bladzijde 22 staat de naam van het erelid Dik Willebrand per abuis gespeld met een – s- aan het eind. Op bladzijde 41 wordt gesproken over de ontwikkeling van een roeibaan in Almelo. Daar staat Amenophis in plaats van Amycus. De voorzitter vraagt wie het woord wil voeren. De heer Van der Wal (Willem III) verwijst naar het stukje over toproeien, waar gesproken wordt over leermomenten. In de resultaten van de Olympische ploegen valt hem op, dat juist de niet-prioriteitsboten de beste resultaten hebben behaald. Hij vraagt zich af hoe dat komt en wat de les is die hieruit getrokken kan worden. Tot slot merkt hij op dat hij het NJTK en de werkgroep NJTK mist in het hoofdstuk breedtesport (bladzijde 20). De voorzitter antwoordt dat het NJTK vermeld wordt in het hoofdstuk van de penningmeester. In antwoord op de eerste vraag constateert hij dat hetzelfde fenomeen zich voordeed in veel andere roeinaties. In een aantal gevallen waren de ploegen die zich het laatst geplaatst hadden, het meest succesvol. De heer Emke (commissaris toproeien) zou liever geen statistisch belang hechten aan één prioriteitsboot die op onverklaarbare wijze niet goed gepresteerd heeft. Had deze ploeg wel goed gepresteerd, dan had Nederland over de totale breedte meer gepresteerd dan verwacht. De heer Van der Wal (Willem III) wil geen overhaaste conclusies trekken maar wat de voorzitter zei, sterkt hem alleen maar meer in zijn mening, dat juist de ploegen die zich laat kwalificeren zeer succesvol waren. Het lijkt hem een mooi leermoment. De voorzitter bedankt de heer Van der Wal voor zijn opmerking. De opbouw van de spanningsboog, de lengte van de spanningsboog en de tijdsduur dat men verzekerd is van een plaats in een boot, zijn inderdaad onderwerpen van discussie in de Adviescommissie toproeien. De heer Van den Akker (Okeanos) verwijst naar pagina 47 en volgende, waar de medaillewinnaars vermeld staan. Hij mist daarbij de gouden, zilveren en bronzen medaillewinnaars van het FISU WK. De heer Emke (commissaris toproeien) erkent dat die per abuis niet vermeld zijn. Hij zal zorgen voor aanvulling. Hij biedt zijn excuses aan voor deze omissie. De voorzitter concludeert dat met inachtneming van de voorgestelde aanvulling het jaarverslag wordt vastgesteld. Hij bedankt iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van het verslag. Hij vraagt aan de vergadering om het bestuur, voor zover het niet over financiën gaat, te déchargeren voor het in 2008 gevoerde beleid. Aldus wordt besloten. 7. Financiën bondsjaar 2008 De voorzitter deelt mee dat 2008 helaas geen uitzondering was op eerdere jaren; de financiën van de bond vragen nog steeds veel aandacht. De KNRB heeft een tijd zonder directeur moeten functioneren. Inmiddels is een nieuwe directeur en een nieuwe administratrice aangesteld, de salarisadministratie uitbesteed en de bond overgestapt naar een nieuwe accountant. Allemaal veranderingen die veel energie hebben gekost. Het bestuur heeft vorig jaar wederom het motto ‘zuinigheid met vlijt’ moeten toepassen. Bovendien was 2008 een Olympisch jaar met grotere stromen geld, zowel inkomend als uitgaand, waardoor het risico iets hoger was dan normaal. In het kader van het meerjarenplan heeft de bond al diverse malen met de verenigingen van gedachten gewisseld over de financiën van de bond. De financiële toekomst van de KNRB staat onder andere in het teken van een aantal stevige veranderingen in de financiering van de sport. Dat vraagt ook de komende jaren veel aandacht. Algemene Vergadering 6 maart 2010
5
De penningmeester heeft er veel tijd aan besteed en is daarbij in het afgelopen jaar gesteund door een lid van de Financiële Adviescommissie, Victor Maes. Tegen die achtergrond moeten de leden de jaarrekening 2008 zien. De nieuwe accountant heeft het werk van de KNRB kritisch beschouwd. Het rapport van de accountant zal als derde onderdeel van dit agendapunt besproken worden. Tot slot zal de Financiële Adviescommissie (FAC) haar verslag uitbrengen. Spreker geeft het woord aan de penningmeester. De heer Beke (penningmeester) sluit aan bij de woorden van de voorzitter. Hij hoopt op meer continuïteit in het systeem in de komende jaren. De basis daarvoor is klaar. Hij verwijst naar het verslag van de penningmeester en jaarrekening. De afgelopen jaren is er al veel gediscussieerd met de leden over de zorgelijke financiële situatie van bond. Er zijn inmiddels positieve resultaten geboekt maar het vermogen is nog zeer zwak en dat zal nog verbeterd moeten worden. a. Rekening baten en lasten bondsjaar 2008 b. Balans per 31 december 2008 en verantwoording van de fondsen In tegenstelling tot voorgaande jaren is over 2008 al voor vrijval en Bosbaanbijdragen een positief resultaat behaald. Dit jaar behoefden de bestemmingsreserves daarvoor niet aangewend te worden. De bond had echter een groter positief saldo willen behalen om de zwakke liquiditeitspositie te kunnen verbeteren. In dit Olympische jaar heeft de bond weliswaar meer sponsoring kunnen aantrekken maar die middelen waren niet vrij besteedbaar. Aan de NOC*NSF-bijdrage was de voorwaarde verbonden, dat de mannenacht zich zou kwalificeren voor de Olympische Spelen. De organisatie van het WK<23 in 2005 en het Junioren WK in 2006 op de Bosbaan leverden incidenteel extra inkomsten op. Het bestuur zal de vergadering straks voorstellen deze middelen te reserveren voor de FISA-kampioenschappen. De verenigingen hebben minder opleidingen afgenomen dan verwacht en de inkomsten uit het bedrijfsroeien vielen weg, doordat drie sponsors zich terugtrokken. De exploitatie van het blad Roeien laat daarentegen een gunstig resultaat zien, voornamelijk door scherpe afspraken met de drukker. Er zijn geen boten verkocht. De bond heeft veel meer kosten gemaakt voor topsport in verband met de Olympische Spelen. De extra uitgaven voor de mannenacht waren niet begroot. De voorzitter voegt daaraan toe dat NOC*NSF op een gegeven moment het vertrouwen verloor in de mannenacht en de ondersteuning stopte. Met behulp van een aantal sponsors heeft de bond die steun overgenomen maar dat heeft toch extra geld gekost. Helaas bleek een vergoeding achteraf van NOC*NSF niet mogelijk. De heer Beke (penningmeester) vervolgt zijn betoog. Het debiteurenbestand is opgeschoond; een aantal debiteuren is afgeboekt. De ict-kosten zijn gestegen. Uiteindelijk kon 2008 afgesloten worden met een positief resultaat van 20.000 euro. Spreker benadrukt nogmaals dat de liquiditeitspositie van de bond zwak is en dat het eigen vermogen nauwelijks versterkt is, wat voor een deel te wijten is aan het slechte betalingsgedrag van sommige verenigingen. Tot slot merkt hij op dat de bond jarenlang subsidie heeft gekregen van het ministerie van VWS, de zogenaamde Breedtesportimpuls. Hoewel de bond er zelf de helft bij moest leggen, betekende dit toch meer dan 300.000 euro inkomsten over de subsidieperiode. Die verplichte cofinanciering was echter een zware verplichting en heeft een behoorlijke impact gehad in de afgelopen jaren. Vanaf nu moet de bond een eigen breedtesportprogramma voeren. De liquiditeit is vooral zwak aan het begin van het jaar. Zodra de bijdragen van de verenigingen en de subsidies binnenkomen, verbetert de positie, weer gevolgd door een sterke daling. Een deel (10%) van de subsidies wordt steeds pas in het daaropvolgende jaar uitgekeerd, wat de liquiditeitspositie extra onder stuk zet. Spreker roept de verenigingen daarom nogmaals op om netjes op tijd te betalen. De middelen van de bond zijn voor 58% afkomstig uit subsidies. NOC*NSF draagt daarin een groot deel bij. Ongeveer 21% van de inkomsten komt van de leden, 8% uit sponsoring en de rest uit betaalde activiteiten. Ongeveer de helft van de vrije middelen gaat naar het algemeen functioneren van de bond, ongeveer 31% naar het toproeien. Tot slot deelt spreker mee, dat in overleg met de accountant is besloten tot een stelselwijziging. De bond zal vanaf dit jaar een reservering opnemen voor de vakantiegelden van het personeel. De bond mag die actie met terugwerkende kracht tot 2007 op het eigen vermogen laten drukken. c. Rapport van de externe accountant over het financieel beheer 2008 Een keer per jaar overlegt de penningmeester uitgebreid met de accountant en de FAC. De nieuwe accountant, Ernst&Young, heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. De jaarrekening geeft een getrouw beeld van de werkelijkheid van de financiën van de KNRB. d. Verslag van de Financiële Advies Commissie De voorzitter geeft het woord aan de heer Bos, voorzitter van de FAC.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
6
De heer Bos (FAC) brengt in herinnering dat de ledenvergadering vorig jaar besloten heeft, dat de FAC de penningmeester mocht bijstaan. De FAC is zeer tevreden over de invulling die de heer Maes daaraan gegeven heeft. Volgens de FAC geeft de voorliggende jaarrekening een goed beeld van de financiële positie van de KNRB. Spreker vindt echter dat de penningmeester nog enige ondersteuning verdient in zijn toelichting. De KNRB heeft op papier weliswaar een resultaat geboekt van 20.000 euro maar het banksaldo is 46.000 euro negatief. De ledenverenigingen zijn daarvoor aansprakelijk en dat is vervelend. Een van de belangrijkste oorzaken is het wegvallen van de instellingssubsidie van 100.000 euro maar daarnaast ook het feit dat de bond voor 50% moest bijdragen aan eigen projecten en de laatste termijn van de Bosbaan. De vergadering mag nog stemmen over de bestemming van de 27.000 euro die de bond heeft verkregen uit de organisatie van het WK<23 2005 en het WKJ 2006. Spreker benadrukt dat het hier om een extra bijdrage gaat en niet om een vermindering van de bijdrage die de verenigingen hadden moeten geven om het fonds weer op peil te brengen. Daarnaast zijn er in het verleden voorzieningen aangewend, die de liquiditeiten als het ware hebben uitgeput. Bovendien brengt het toproeien buiten de exploitatie ook investeringen met zich mee. Vorig heeft de bond voor 90.000 euro aan boten aangeschaft. Ten tweede draagt de bond de lasten van de huurkoop van een groot aantal schepen, terwijl die verplichting primair bij de verenigingen hoort te liggen. Spreker vraagt zich af of dit wel verstandig is in de huidige situatie. De KNRB heeft een eigen vermogen van 100.000 euro, een cashflow van 3 miljoen euro op jaarbasis en een zeer onregelmatig ontvangsten- en uitgavenpatroon, waardoor het werk van de penningmeester ernstig bemoeilijkt wordt. In artikel 1.1. van de Administratieve Richtlijnen van juni 2007 staat, dat een beheerder van een budget binnen dat budget alle vrijheid heeft om de toegewezen middelen uit te geven. Dat gaat de FAC te ver. Daarom doet de FAC de aanbeveling om voor bestedingen boven de 10.000 euro altijd goedkeuring door de penningmeester (eventueel gedelegeerd aan de directeur) te vereisen. De FAC pleit bovendien voor een begrotingssysteem, waarbij eventueel overgebleven gelden of extra inkomsten gebruikt worden om de pot te vullen en niet uit te geven. Het verslag van de FAC wordt niet opgenomen in het verslag van de KNRB, omdat het verslag na de jaarvergadering verschijnt. Bovendien is het verslag van de FAC aan de leden gericht. Het verslag is wel op papier beschikbaar. De FAC toetst formeel de financiële situatie van de bond achteraf, hoewel de FAC zich de laatste jaren steeds meer proactief heeft opgesteld. Spreker stelt daarom voor om de regels in die zin te wijzigen. De nieuwe penningmeester heeft al laten weten dat hij zich daarmee kan verenigen. Spreker sluit af met het formele gedeelte, waarvoor de FAC is aangesteld. De FAC vindt dat de cijfers er goed uitzien maar benadrukt daarbij dat de negatieve cashflow in ieders belang omgebogen moet worden in een positieve cashflow. De leden moeten daarom niet ‘piepen’ over iedere euro extra bijdrage want de KNRB is een goed georganiseerde bond en dat wil de FAC graag zo houden. Spreker stelt de vergadering voor om het bestuur te déchargeren voor zijn financiële beleid. Hij bedankt het bestuur voor zijn grote inzet in het afgelopen jaar. De voorzitter geeft de leden de gelegenheid om vragen te stellen. De heer Hallensleben (De Hoop) heeft begrepen dat 10% van de subsidie pas in het volgende jaar ontvangen wordt. Hij neemt aan dat de bond in 2008 de resterende 10% uit 2007 heeft ontvangen en zo in volgende jaren. Als deze cyclus eenmaal op gang is, is het geen argument meer voor de cashflow. De heer Beke (penningmeester) antwoordt dat de subsidiestroom groter wordt en dat daardoor ook die 10% toeneemt en dus de achterstand stijgt. De voorzitter vraagt aan de vergadering om in te stemmen met het financiële beleid, de jaarrekening vast te stellen de penningmeester décharge te verlenen. Aldus wordt met algemene instemming besloten. 8. Benoeming leden Financiële Advies Commissie De voorzitter brengt in herinnering dat de ledenvergadering zowel de leden van de FAC als de registeraccountant benoemt. De heren Bos en Maes treden terug uit de FAC. Er zijn twee kandidaten gesteld, de heer Los en mevrouw Neppérus. De voorzitter vraagt aan de vergadering om in te stemmen met hun benoeming. Aldus wordt besloten. De voorzitter bedankt de heer Bos die sinds 22 februari 1997 lid van de FAC is. De heer Bos is in die twaalf jaar het financiële geweten van de roeibond geweest. Hij heeft altijd zonder aanziens des persoons gezegd wat hij ervan vond en dat is van groot belang geweest voor de bond. Het bestuur is de heer Bos erkentelijk voor zijn inzet. De heer Maes heeft slechts 3 jaar in de FAC gezeten maar hij heeft vooral in het laatste jaar een belangrijke rol gespeeld door de penningmeester te helpen bij het inhalen van achterstanden. De heer Gilsing gaat door als voorzitter van de FAC, als de vergadering daarmee instemt. Aldus wordt besloten. De voorzitter stelt voor om Ernst&Young te benoemen tot accountant van de KNRB. Aldus wordt besloten.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
7
9. Vaststelling Meerjarenplan 2009-2012 “Aan boord naar 2012” De voorzitter roept in herinnering hoe het plan tot stand is gekomen. Begin 2008 zijn de eerste ideeën in de districten besproken, wat geleid heeft tot een eerste plan. Een tweede ronde heeft tot een aantal aanpassingen geleid. In juni 2008 hebben de leden in een extra ledenvergadering besloten om de uitgangspunten van het plan te aanvaarden en het plan nader uit te werken en aan te passen met behulp van een werkgroep. In diezelfde vergadering is besloten om de contributie te verhogen, onder andere om het plan te kunnen financieren. De inbreng van de werkgroep heeft geleid tot een herzien plan, waarover opnieuw met de leden maar ook met de NRSF en KNSRB van gedachten is gewisseld. Dat heeft weer geleid tot een aantal kleine aanpassingen. De leden hebben via de eigen werkgroep een aanzienlijke invloed gehad op het plan. Spreker bedankt de leden van de werkgroep voor hun inbreng. Het is niet eenvoudig geweest en het is dan ook niet gelukt om op alle punten tot overeenstemming te komen. Er is echter veel werk verzet, waarvan het resultaat vandaag ter beoordeling voorligt. Spreker gaat in op de laatste aanpassingen. De drie pijlers zijn hetzelfde gebleven maar veel van wat erachter ligt, is aangepast. Er is meer prioriteit gegeven aan het ledenbehoud. Er is inmiddels een basisinstructiecursus ontwikkeld die verenigingen gratis kunnen krijgen. Er zal meer accent gelegd worden op het werven van vrijwilligers om die instructiecursus te geven. Er zal ook meer aandacht geschonken worden aan de ondersteuning van de verenigingen. Maatwerk op dat gebied zal beter mogelijk zijn, als de bond inzicht heeft in de ledenopbouw van de verenigingen. Een belangrijke aanpassing betreft de communicatie tussen de bond en het studentenroeien. Het bestuur stelt voor om een commissie Studentenroeien in te stellen, die ten minste 4 keer per jaar met het bestuur van gedachten zal wisselen over knelpunten en prioriteiten. Het studentenroeien is van essentieel belang voor het toproeien, maar ook voor de talentontwikkelingen en de doorstroming van junioren. Spreker vraagt om reacties op het conceptmeerjarenplan. De heer Schellaars (KNSRB) verklaart dat de Nederlandse studentenroeiverenigingen het afgelopen jaar hebben besloten om samen te werken, zodat zij gezamenlijk een bijdrage konden leveren aan het plan. Dat is bijzonder, omdat het een regenboog aan verenigingen is die er niet altijd in slaagt om hun belangen goed over het voetlicht te brengen. De studentenverenigingen waarderen het zeer dat de bond in het afgelopen jaar veel aandacht heeft besteed aan het studentenroeien. De studentenroeiverenigingen realiseren zich dat zij in het midden van een tijdlijn zitten die gevormd wordt door jeugdroeiers, studentenroeiers en leden van burgerverenigingen. Zij doen er alles aan om het proces te optimaliseren. Zij realiseren zich ook, dat het hun verantwoordelijkheid is om te helpen een goede equipe samen te stellen. Het studentenroeien is echter een bijzondere wereld met een heel eigen problematiek. Daarom is het een goed idee om nauwer samen te werken met de KNRB. Gedurende de totstandkoming van het meerjarenplan is een aantal zorgpunten naar voren gekomen. De KNSRB vindt nog steeds dat de regels van NOC*NSF moeilijk toe te passen zijn op het roeien. Het Nederlandse studentenroeien is een uniek fenomeen en dat wil de KNSRB graag zo houden. De KNSRB staat open voor verbeteringen maar pleit er met nadruk voor om te koesteren wat er is. Tot slot bedankt spreker het bestuur voor zijn inzet. Hij vindt het opzetten van een commissie Studentenroeien een goed idee en pleit er nogmaals voor om vooral de dialoog voort te zetten. De heer Van der Wal (Willem III) wijst erop dat de équipeleden Klem en Simon lid zijn van een burgervereniging. Hij geeft zijn complimenten voor alle moeite die het bestuur gedaan heeft om dit plan tot stand te brengen. Het is veel werk geweest en het resultaat is een aardig stuk. Spreker heeft nog wel een paar op- en aanmerkingen. Op pagina 10 constateert het bestuur dat er eigenlijk geen sprake is van enige professionalisering buiten de roeibond om. Hij denkt dat dit niet in lijn is met wat er gebeurt bij de verenigingen. Hij stelt daarom voor om de eerste zinnen te wijzigen in: “De verenigingen hebben de afgelopen jaren een proces van professionalisering ingezet. Veel verenigingen die toproeiers faciliteren hebben een professional in dienst. Dit is iets wat de afgelopen 6 jaar een heel groot verschil heeft gemaakt bij de verenigingen. Deze groep professionals is ook heel waardevol voor de ontwikkeling van het toproeien en voor onze talenten”. Inmiddels hebben de verenigingen meer fte aan kennis en roeiprofessionals in dienst dan de roeibond en volgens spreker zou daarmee rekening gehouden moeten worden in het meerjarenplan. De voorzitter neemt aan dat de heer Van der Wal doelt op betaalde coaches bij verenigingen, waarvan het aantal inderdaad toeneemt. De heer Van der Wal (Willem III) voegt eraan toe dat hij daarmee ook doelt op combinatiefunctionarissen die voor verschillende burgerverenigingen werken. Hij vindt dat de professionalisering van de verenigingen een plaats verdient in het meerjarenplan van de roeibond. Dat mist hij nog. De heer Van den Broek (Daventria) vindt het een prima meerjarenprogramma. Er is een hele stap gezet, ook al is er altijd wel wat aan te merken. Hij maakt zich echter wel zorgen over de realisatie van deze visie, gezien de zorgelijke financiële situatie van de bond. Het ledental is de afgelopen jaren met 2,5% gegroeid. Algemene Vergadering 6 maart 2010
8
Dat is mooi maar in juni 2008 is een contributieverhoging vastgesteld, die gekoppeld is aan een groei van 4%. Dat percentage is ambitieus maar leek haalbaar. De penningmeester meldde dat er minder opleidingen zijn afgenomen. Die 4% groei zou vooral ook bereikt moeten worden door het dichthouden van de achterdeur. Spreker weet uit ervaring dat leden blijven als zij plezier hebben in roeien, waarbij het niveau van instructie en coaching een grote rol speelt. De visie is prima maar spreker vraagt zich af hoe de verenigingen en de roeibond nu een financiële bodem onder dit plan kunnen leggen want daarvoor is die groei van 4% nodig. Hij roept daarom alle verenigingen op om hun opleidingen te intensiveren om de achterdeur dicht te houden. De voorzitter antwoordt dat deze woorden hem uit het hart gegrepen zijn. Hij is ervan overtuigd dat die 4% haalbaar is maar dan moet er meer gebeuren dan in de afgelopen jaren en dat is in eerste instantie aan de verenigingen. Zoals een paar jaar geleden door de verenigingen gevraagd is, heeft de bond een volledig nieuw opleidingenhuis ontwikkeld maar veel verenigingen vinden de opleidingen nu te duur en organiseren zelf hun eigen opleidingen. Dat staat haaks op de professionalisering, waar de heer Van der Wal van Willem III over sprak en bovendien levert de investering in opleidingen nu geen rendement op. Dat hakt er financieel behoorlijk in. De prijs van de opleidingen is net kostendekkend en een heel stuk lager dan de kosten van opleidingen in andere sporten. Een goed opgeleid kader is absoluut nodig om de achterdeur dicht te houden. Als ploegen beter begeleid worden en evenementen beter georganiseerd worden, dan wordt roeien leuker. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) vindt het een goed rapport maar plaatst net als de eerste spreker een kleine kanttekening. Twee medewerkers van de roeibond, mevrouw Van der Blom en de heer Voermans, hebben de afgelopen twee jaar hard gewerkt om het aangepast roeien een betere plaats te geven in de Nederlandse roeiwereld. De commissie is zich ervan bewust dat zij daarin gesteund wordt door het bestuur. Daarom heeft de commissie in overleg met het bondsbureau een Meerjarenplan Aangepast Roeien opgesteld. Het spijt spreker dat er van dat meerjarenplan niets terug te vinden is in het voorliggende plan. De commissie zou het op prijs stellen, als bijvoorbeeld op bladzijde 63 bij de acties op zijn minst een vermelding wordt gemaakt van het Meerjarenplan Aangepast Roeien, ook al gaat het maar om een kleine doelgroep. Mevrouw Versluijs (commissaris breedtesport) bedankt de commissie aangepast roeien voor al het werk dat zij verricht. Zij ziet het aangepast roeien echter als integraal onderdeel van het KNRB-beleid. De twee professionals van de KNRB, Frederique van der Blom en Paul Voermans, zijn zeer betrokken bij het aangepast roeien. Spreekster deelt mee dat er op dit moment gesprekken gevoerd worden met NOC*NSF over de mogelijkheden om meer geld beschikbaar te krijgen. Het bestuur ziet het aangepast roeien als een onderdeel van zijn totale beleid. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) is blij met haar antwoord. Hij denkt echter dat het toch goed zou zijn om het te vermelden. De voorzitter voegt eraan toe dat aangepast roeien genoemd wordt op bladzijde 39 onder punt 3. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) vindt dat wel een heel erg klein stukje. De voorzitter benadrukt nogmaals dat het bestuur het aangepast roeien beschouwt als een integraal onderdeel van de roeisport. In die zin is aangepast roeien niet bij ieder punt apart genoemd. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) vraagt eigenlijk alleen om de vermelding van het Meerjarenplan Aangepast Roeien dat voor dezelfde periode is opgesteld. Daarbij zou bijvoorbeeld verwezen kunnen worden naar de website. De voorzitter zegt toe daarvoor te zorgen. Het bestuur heeft in dit meerjarenplan duidelijk gekozen voor drie speerpunten. Dat verklaart misschien ook, waarom aangepast roeien niet in elk hoofdstuk terugkomt. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) antwoordt dat aangepast roeien bedoeld is voor mensen van 10 tot 100 jaar en dat deze mensen er ook bij horen. De voorzitter beaamt dat. Er zijn ook heel wat roeiers in die categorie. Bij Roeivereniging Rijnmond roeien 70 mensen, ondersteund door de Stichting Roeivalidatie Rotterdam. Deze stichting wordt financieel gesteund door de Vereniging Vrienden van de Stichting Roeivalidatie, een rijke vereniging met een aanzienlijk vermogen. Deze vereniging wil helaas geen band aangaan met de KNRB; het bestuur zou dat wel graag willen. De heer Louwaard (commissie aangepast roeien) is het daarmee volledig eens. Algemene Vergadering 6 maart 2010
9
De heer Lokker (NSRF) verklaart dat, zoals de heer Schellaars al aangaf, de studentenverenigingen vandaag met één mond spreken. Hij wil echter nog twee kanttekeningen toevoegen aan de algemene opmerkingen van de heer Schellaars. Elk plan valt of staat met de uitvoering. De Commissie studentenroeien wil daaraan graag een bijdrage leveren. Het plan zelf is gedegen maar het was waardevoller geweest, als er een prioritering was aangebracht in alle acties. Er zal niet voor alles tijd en geld gevonden worden. In het jaarplan zal weliswaar steeds opnieuw een keuze gemaakt worden maar spreker denkt, dat het strategisch beter was geweest om van tevoren een prioritering aan te geven. De voorzitter is het met hem eens, maar wijst erop dat bij het volgende agendapunt het Jaarplan 2009 aan de orde zal komen, het eerste uitvoeringsjaar van het meerjarenplan, met de gevraagde prioriteiten. Hij wijst bovendien op bladzijde 63 van het meerjarenplan, waar de belangrijkste acties zijn opgesomd en van een prioriteit zijn voorzien. Daar staat duidelijk wat de bond in 2009 gaat doen en wat in de jaren daarna. De acties voor 2009 zijn natuurlijk het meest specifiek, omdat de beschikbare middelen daarvoor bekend zijn. Wat in de jaren daarna kan gebeuren, hangt mede af van de dan beschikbare middelen. Het bestuur heeft dus wel degelijk prioriteiten gesteld. De heer Lokker (NSRF) denkt dat het waardevol zou zijn om ook de onderlinge verhouding tussen de prioriteiten aan te geven. De voorzitter stelt voor om daarop bij het volgende agendapunt terug te komen. De heer De Heij (Pontos) sluit zich aan bij de twee vorige sprekers. Ambitie hebben is uitstekend maar de vraagt is of de ambitie om met 4% te groeien wel reëel is. Hij hoopt dat de beoogde groei gehaald wordt maar hij verwacht het niet. Zolang die ambitie van 4% niet vertaald wordt in financiën, zou hij er geen bezwaar tegen hebben. Hij heeft echter begrepen dat de contributie-inkomsten voor de komende jaren gerelateerd zijn aan die groei. Gezien de zwakke financiële toestand van de bond, adviseert hij om in dit plan maar vooral voor de begroting van de komende jaren uit te gaan van 2% groei. Dat lijkt hem een degelijker beleid. De heer Snoek (Salland) begrijpt dat veel vereniging de cursussen van roeibond te duur vinden. Hij wijst erop dat veel gemeenten subsidie geven voor dit soort zaken. Salland krijgt 75% van de cursuskosten gesubsidieerd. De voorzitter antwoordt daarop dat veel verenigingen inderdaad gebruik maken van subsidievoorzieningen. In antwoord op de opmerking van de heer De Heij benadrukt hij dat de bond een terughoudend financieel beleid voert. In de begroting voor dit jaar gaat de bond uit van het huidige aantal leden en niet van 4% groei. De heer Van der Wal (Willem III) wil nog graag een reactie hebben op zijn voorstel om pagina 10 te wijzigen. De voorzitter zegt toe dat op bladzijde 10 in de eerste alinea toegevoegd zal worden, dat de professionalisering van de verenigingen flink voortschrijdt, vooral op het gebied van coaching en instructie. Er zal ook expliciet aandacht gegeven worden aan het aangepast roeien. Daarover worden gesprekken gevoerd met NOC*NSF en het bestuur wil graag opnieuw praten met de vereniging die de Stichting Roeivalidatie steunt. De voorzitter vraagt of de vergadering, met inachtneming van de aanvullingen en kanttekeningen, instemt met het Meerjarenplan 2009-2012. Aldus wordt met algemene instemming besloten. 10. Vaststellen jaarplan en begroting 2009 De voorzitter legt uit dat het meerjarenplan eerst vastgesteld moest worden, omdat het jaarplan en de begroting een uitvloeisel daarvan zijn. In het jaarplan staat een tabel met de prioriteiten, de daarmee te bereiken doelen en de interventies. Vooral de individuele registratie, het versterken van het profiel van de roeisport en het hulp bieden bij het behoud van het aantal leden zijn de prioriteiten voor het eerste jaar, naast de talentontwikkeling. Het bestuur heeft gestreefd naar een betere toetsbaarheid en meetbaarheid, zodat de verenigingen beter kunnen controleren wat het bestuur doet en het bestuur het bondsbureau beter kan aansturen. De directeur staat volkomen achter deze methodiek. Het bestuur heeft ernaar gestreefd om een zo compleet mogelijk beeld te geven van de activiteiten, geordend naar de drie beleidsthema’s uit het meerjarenplan. Daarnaast worden er natuurlijk veel beherende taken uitgevoerd. In samenhang met dit jaarplan is de begroting opgesteld. De indeling van de begroting is aangepast en geordend volgens de thema’s uit het meerjarenplan. Spreker geeft het woord aan de penningmeester voor een toelichting op de begroting.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
10
De heer Beke (penningmeester) benadrukt dat de begroting sober is en gebaseerd is op de opgegeven ledenaantallen. De vermelde inkomsten zijn redelijk zeker. Op basis daarvan is gekeken welke punten uit het meerjarenplan de bond dit jaar zou kunnen realiseren. De financiën bieden ruimte voor de activiteiten die in het jaarplan genoemd worden maar niet voor meer dan dat. Met eventuele meerinkomsten zullen eerst het eigen vermogen en de liquiditeitspositie van de bond versterkt moeten worden. Spreker benadrukt dat alleen een ledengroei de ambitie voor de komende jaren kan helpen realiseren. Het beleid van het bestuur is erop gericht om de bestemmingsreserves niet uit te putten en te sturen op liquiditeit. De penningmeester en directeur zullen iedere maand bezien welke zaken uitgevoerd kunnen worden en wat nog moet wachten. Dat is de basis om gezond te blijven. De verenigingen kunnen de bond daarbij helpen door tijdig te betalen en leden te werven. Ook dit jaar wil het bestuur met een positief saldo afsluiten om het vermogen te versterken, hoewel het overschot kleiner zal zijn dan vorig jaar. De leden hebben tijdens de vorige vergadering ingestemd met een contributieverhoging van 4 euro. Deze extra middelen zijn in eerste instantie bestemd voor het versterken van het vermogen, een ander systeem van ledenadministratie en het ontwikkelen van ‘ledenbehoudpakketten’ om de verenigingen te steunen. De inkomsten uit opleidingen worden op hetzelfde bedrag begroot als dit jaar. De bond ontvangt van het ministerie van VWS via NOC*NSF een certificeringsubsidie, omdat het opleidingenhuis goed op orde is. Omdat de roeisport het goed gedaan heeft op de Olympische Spelen, krijgt de bond meer middelen van NOC*NSF voor topsport, waardoor het niveau van de afgelopen jaren gehandhaafd kan worden. Tot zover de toelichting op de begroting 2009. De voorzitter geeft het woord aan de leden. De heer Van der Wal (Willem III) stelt voor om, nu de professionals in het meerjarenplan erkend zijn, onder thema C.3 als extra interventie toe te voegen het opzetten van een professioneel overleg tussen de professionals van de verenigingen en de professionals van de roeibond, dan wel de bondscoaches en de technisch directeur. Hij vervolgt met punt C.1.2, het organiseren van ROC-kampioenschappen van Nederland in mei 2009. Ten eerste lijkt hem dit eerder een breedtesportactie dan een topsportactie. Ten tweede benadrukt hij dat Willem III in ieder geval geen kader beschikbaar heeft om grote acties bij de ROC’s te ondernemen en op te vangen. De verenigingen hebben wel de mogelijkheid om te werken met combinatiefunctionarissen. Daarom stelt hij voor om het NSRK te versterken met behulp van de mogelijkheden van deze combinatiefunctionarissen op middelbare scholen en de acties bij ROC’s naar een later moment te verzetten. In het meerjarenplan staat op pagina 70, dat roeiers van elk niveau heldere selectienormen en –methoden verwachten. Spreker steunt die opvatting ten zeerste en het stemt hem dan ook bedroefd te moeten constateren, dat er nog steeds geen jaarplan is voor de senior-A roeiers. Deze roeiers zijn aan het trainen zonder dat zij weten, waarvoor zij het doen. Er bestaan een uitmuntend juniorenplan en een goed ontwikkelingsplan, maar de senior-A roeiers tasten volledig in het duister. Hij hoopt dat de bond zo snel mogelijk met een jaarplan komt en ook bereid is om toe te zeggen dat er uiterlijk in november 2009 een jaarplan ligt voor alle equipes, zoals genoemd op pagina 47 in het meerjarenplan. De voorzitter vat de opmerkingen van de heer Van der Wal als volgt samen. De heer Van der Wal stelt een professioneel overleg voor tussen de bond en de betaalde coaches bij de verenigingen. Omdat Willem III niet voldoende kader heeft om mee te doen aan het ROC-kampioenschap, stelt de heer Van der Wal voor om daar wat minder prioriteit aan te geven. De heer Van der Wal (Willem III) heeft voorgesteld om de aandacht te verschuiven van het ROCkampioenschap naar het NRSK, omdat alle verenigingen de mogelijkheid hebben om daaraan iets te doen door gebruik te maken van de landelijk geldende regeling voor combinatiefunctionarissen. De voorzitter concludeert dat de heer Van der Wal als laatste punt opmerkt dat hij een jaarplan voor de senior-A roeiers mist. Hij geeft het woord aan de heer Emke. De heer Emke (commissaris toproeien) antwoordt dat er nog geen jaarplan voor de senior-A roeiers is, omdat NOC*NSF nog steeds geen middelen heeft toegewezen, hoewel de bond wel subsidie heeft aangevraagd. De financiële middelen voor de senior-A groep komen voor een belangrijk deel bij NOC*NSF vandaan. Het toewijzingsproces is in het jaar na de Olympische Spelen altijd traag, omdat alles opnieuw op een rij wordt gezet. Begin maart 2009 zou alles rond zijn. Helaas is het proces vertraagd. Spreker hoopt in de loop van de maand meer zekerheid te krijgen. Hij is ervan overtuigd dat het volgend jaar sneller zal gaan, omdat er dan geen sprake zal zijn van een evaluatie na Olympische Spelen. Het overleg met de professionele coaches van verenigingen met die van de bond staat helaas niet in het jaarplan maar het is wel de bedoeling om dat op te zetten. Afstemming van de programma’s is nodig, omdat het groeiende aantal professionele coaches een grote rol speelt bij het ontwikkelen van de talenten. Algemene Vergadering 6 maart 2010
11
De heer Van der Wal (Willem III) is zeer verheugd met de toezegging dat het bestuur een professionaloverleg zal opzetten. Hij hoorde net van de penningmeester dat er veel geld beschikbaar is maar hij hoort de heer Emke zeggen, dat er ‘waarschijnlijk’ geld beschikbaar komt. Hij benadrukt dat meetmomenten, ongeacht de beschikbaarheid van geld, aangewezen kunnen worden. Dat zijn dingen die roeiers graag van tevoren willen weten, zodat zij zich goed kunnen voorbereiden. De heer Emke (commissaris toproeien) antwoordt dat de vertraging die ontstaan is in het vaststellen van de meetpunten en dergelijke, mede te maken heeft met de evaluatieperiode van NOC*NSF. Het heeft lang geduurd, voordat de bond wist hoeveel coaches er aangesteld konden worden en het coachprogramma is nog steeds niet volledig ingevuld. De heer Van der Wal (Willem III) is daarvan op de hoogte. Hij weet echter ook dat er op websites van roeibonden van andere landen al lang bekend gemaakt is, wat hun programma is tot de volgende Olympische Spelen. Dat mist hij en hij hoopt dat het alsnog zo snel mogelijk gemaakt wordt. Wellicht kan daarover buiten deze vergadering nog eens overlegd worden. De voorzitter verklaart dat het bestuur zijn frustratie deelt. Behalve de KNRB hebben ook andere sportbonden NOC*NSF laten weten hoeveel last zij hebben van de evaluatie van de Olympische Spelen. Dat neemt overigens niet weg, dat veel toproeiers echt wel weten waar zij het voor doen. Spreker zegt toe dat het bestuur nog eens goed zal bekijken of het beter is om het NSRK meer prioriteit te dan de ROC-kampioenschappen. De heer Boterman (Argo) brengt in herinnering dat vandaag een paar keer naar voren is gekomen, dat de verenigingen slechte betalers zijn. Hij stelt voor om sancties te overwegen, als dit zo’n groot probleem is. De voorzitter antwoordt dat dat onvermijdelijk zal gebeuren, als het betalingsgedrag van de verenigingen niet beter wordt. Omdat sancties echter ook geld kosten en niet bevorderlijk zijn voor de sfeer, probeert de KNRB het voorlopig met een oproep aan de verenigingen. De heer De Graaf (ARB) spreekt namens alle bij de ARB aangesloten verenigingen. Hij steunt allereerst de eerdere opmerking met betrekking tot het ontbreken van een jaarplan voor de senior-A roeiers. Als het jaarplan in deze vorm verspreid wordt, dan suggereert het nu dat er weinig aandacht is voor het senior-A roeien. Dat lijkt spreker een slechte zaak. Hoewel het bestuur toegezegd heeft deze omissie zo snel mogelijk in te vullen, pleit spreker toch voor voorzichtigheid met het publiceren van deze plannen. Hij stelt voor om op zijn minst aan te geven dat er plannen zijn, ook al ontbreken de financiën nog. Naar de mening van de Amsterdamse verenigingen is het huidige jaarplan zo onevenwichtig, dat het in deze vorm niet naar buiten gebracht kan worden. De verenigingen die aangesloten zijn bij de ARB maken zich veel zorgen over de beoogde ledengroei. De verenigingen denken dat het goed is om de ambitie hoog te leggen; idealen mogen een streven zijn en hoeven niet per se haalbaar te zijn. Aan de andere kant is duidelijk tot uiting gekomen, dat de kleine verenigingen en de studentenverengingen niet in staat zijn om in de toekomst nog meer contributie op te brengen dan nu is vastgesteld. De verenigingen nodigen het bestuur dan ook uit om als variabele in de toekomst de ambitie te kiezen en niet de contributie die bij de individuele leden gelegd wordt. Het risico bestaat dat kleine verenigingen gaan afhaken. Ook de aangesloten studentenverenigingen geven aan dat de grens bereikt is. De voorzitter begrijpt het pleidooi van de heer De Graaf. Dit meerjarenplan zal uitgevoerd worden binnen het kader van de afgesproken contributieverhoging. Als de ledengroei onverhoopt de 4% niet haalt, dan zal de bond gewoon minder activiteiten kunnen uitvoeren. De heer Schellaars (KNSRB) brengt in herinnering dat het thema professionalisering nadrukkelijk aan de orde is geweest in de discussie over het meerjarenplan. Professionalisering is onvermijdelijk, omdat NOC*NSF dit eist. Een belangrijk deel van de discussie ging over de spagaat tussen de echte professionals (bondscoaches bijvoorbeeld) en vrijwilligers. In de systematiek van NOC*NSF gelden betaalde verenigingscoaches niet als professionals. Voor het roeien geldt die groep echter wel degelijk als professioneel. Spreker pleit er daarom voor dat de KNRB zich bij NOC*NSF hard maakt voor deze nu eenmaal bijzondere situatie in het roeien. Hij juicht een structureel overleg tussen de KNRB-professionals en de professionals bij de verenigingen toe. Tot slot vindt hij het goed dat in het meerjarenplan aandacht besteed wordt aan het vrijwilligersbeleid, omdat de roeiwereld drijft op hoog gekwalificeerde vrijwilligers. Hij vraagt het bestuur dan ook om daaraan blijvend aandacht te schenken. Wellicht kunnen goed gekwalificeerde vrijwilligers het werk verrichten, waarvoor geen echte professionals beschikbaar zijn, zoals nu al heel vaak gebeurt.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
12
De voorzitter zegt toe dat het bestuur een structureel overleg tussen professionals zal opzetten. Met betrekking tot de gesignaleerde onevenwichtigheid en de publicatie van het jaarplan antwoordt hij, dat het plan al op de website staat. Het gaat bij het toproeien uiteindelijk om punt C2 op bladzijde 4. Hoewel het slechts een paar regels zijn, doet dit niets af aan het gewicht daarvan. De bond zal zich dit jaar bezighouden met het ontwikkelen van een integraal meerjarenprogramma, het uitvoeren van trainings- en wedstrijdprogramma’s, het opstellen van individuele ontwikkelplannen voor roeiers en het opzetten van een mentorensysteem. De voorzitter is het wel met de sprekers eens, dat de onduidelijkheid voor toproeiers zo snel mogelijk uit de weg geruimd moeten worden. Hij heeft echter niet het gevoel dat het jaarplan onevenwichtig is. Mevrouw Bik (erelid) is geschrokken van de totale personeelskosten, die uitkomen op 1.212.968 euro. Zij is bang dat de bond in grote problemen komt bij een eventuele verlaging van de subsidie. Zij adviseert het bestuur daarom om de personeelskosten zo laag mogelijk te houden en te kiezen voor een zo flexibel mogelijk personeelsbestand. De heer Beke (penningmeester) antwoordt dat een flexibel personeelsbestand hem bijzonder aanspreekt. De bond neemt op dit moment dan ook alleen personeel aan op basis van kortlopende contracten. Mevrouw Bik (erelid) vraagt of het huidige personeel in vaste dienst is. De heer Beke (penningmeester) antwoordt dat sommige personeelsleden in vaste dienst zijn maar niet allemaal. De voorzitter vraagt of de vergadering instemt met het jaarplan en de begroting voor 2009. Aldus wordt met algemene instemming besloten. 11. Wijzigingen Huishoudelijk Reglement en Reglement van Roeiwedstrijden De voorzitter legt uit dat het bestuur het Huishoudelijk Reglement en het Reglement voor Roeiwedstrijden op een aantal punten wil wijzigen. Hij stelt een iets andere behandelvolgorde voor dan in de agenda staat. Vaststelling contributie De voorzitter legt uit dat in artikel 28 lid 1 van het Huishoudelijk Reglement is verwoord, wat in de ledenvergadering van 23 juni 2008 is afgesproken. Hij vraagt of de vergadering instemt met deze wijziging. Aldus geschiedt. Registratie van leden van ledenverenigingen van de KNRB De voorzitter brengt in herinnering dat tijdens de vergadering van 23 juni 2008 het principebesluit is genomen om te komen tot een vorm van vastlegging van individuele roeiers in Nederland. Dat besluit zou vandaag feitelijk gerealiseerd worden, hetzij via een individueel lidmaatschap van de KNRB dan wel via een registratie van verenigingsleden. De individuele registratie is een voorwaarde voor de sportfinanciering. In juni 2008 heeft het bestuur toegezegd uit te zoeken welke manier van vastleggen het beste zou zijn. Het bestuur stelt registratie voor, en vooralsnog geen lidmaatschap, hoofdzakelijk omdat voor een lidmaatschap de statuten van zowel de KNRB als die van alle verenigingen zouden moeten worden gewijzigd. Hoewel de bond van NOC*NSF uitstel heeft gekregen tot volgend jaar, is de tijd daarvoor te kort. Het bestuur is bovendien van mening dat lidmaatschap niet absoluut noodzakelijk is, hoewel een directe juridische relatie tussen de roeiers en de bond bijvoorbeeld de dopingcontrole aanmerkelijk zou vergemakkelijken. De KNRB is gebonden aan de regels en sancties van de World Anti-Doping Agency (WADA). De KNRB heeft de handhaving uitbesteed aan het Instituut Sportrechtspraak, dat echter eist dat de KNRB aanspreekbaar is, als een roeier in beroep gaat. Er dient daarom een individuele relatie tot stand gebracht te worden tussen de roeier en de bond. Een paar jaar geleden zijn de statuten daarom al uitgebreid met de Regeling voor het Equipelidmaatschap. Roeiers die deelnemen aan een buitenlandse wedstrijd maar geen deel uitmaken van de equipe, moeten een tijdelijk contract met de bond sluiten. Spreker verwijst voor het overige naar het toegezonden voorstel, waarin de argumenten en de praktijk van de registratie beschreven zijn. De voorzitter voegt nog een paar punten toe. − DDS heeft er in een brief terecht op gewezen, dat het woord ‘afgelopen’ uit de voorgestelde tekst voor artikel 27 verwijderd dient te worden; het gaat over het lopende jaar. Bovendien staat in artikel 27 lid 5, dat de registratie ondertekend moet worden maar bij digitale aanlevering is dat niet mogelijk. Het bestuur dient de registratie te autoriseren. In beide notities wordt gesproken over de gegevens die de bond wil registeren. In notitie B staan echter iets meer gegevens dan in notitie A. Het gaat om de gegevens, zoals genoemd in notitie B. − De KNRB moet op grond van de Wet op de Persoonsregistratie melding doen van het voornemen tot verwerking van individuele gegevens bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Volgens de juristen van Boekel de Nerée is dat slechts een kwestie van een formulier invullen. Algemene Vergadering 6 maart 2010
13
In antwoord op de brief van DDS zegt spreker, dat verenigingen vanzelfsprekend het einde van het lidmaatschap niet hoeven in te vullen, zolang een lid nog niet heeft opgezegd. Hij geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. −
De heer Van Potter van Loon (Skadi) verklaart dat zijn vereniging wat huiverig is voor het verstrekken van e-mailadressen. Hij vraagt het bestuur dan ook om terughoudend te zijn in het gebruik van die emailbestanden. Hij heeft gelezen, dat de voorbereidingen voor de ledenregistratie 35.000 euro kosten. Hij wil graag weten of het daarbij zal blijven en wat de vaste kosten van het systeem zijn. De voorzitter benadrukt dat opgave van het e-mailadres niet verplicht is. Het is bedoeld als service, zodat individuele roeiers op de hoogte gehouden kunnen worden van bepaalde zaken. De heer Winter (Het Spaarne) constateert dat het e-mailadres dan ten onrechte in het lijstje staat met gegevens die verplicht verstrekt moeten worden. Het e-mailadres dient daar dus verwijderd te worden. De voorzitter zal ‘facultatief’ toevoegen. Als de registratie plaatsvindt, mag men kiezen. De genoemde 35.000 euro zijn bedoeld voor het opzetten en invoeren van het systeem. Er zullen jaarlijks wat administratieve kosten zijn. De heer Beke (penningmeester) voegt daaraan toe dat hij nog bezig is met het vragen van offertes . Hij kan deze vraag dus nog niet beantwoorden. De voorzitter verzekert de vergadering dat er vanzelfsprekend naar een zo eenvoudig mogelijke administratie gestreefd wordt om de kosten te drukken. De heer De Way (De Alkmaarsche) stelt voor om de formulering van het artikel als volgt aan te scherpen: “De registratie omvat ten minste ….”. Het e-mailadres dient geschrapt te worden. De Alkmaarsche heeft ook bezwaar tegen het opgeven van het ja dan nee deelnemen aan nationale wedstrijden. Spreker vindt dat de KNRB dat zelf kan registreren. De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden) antwoordt dat de opgave van deelname aan nationale wedstrijden door NOC*NSF gevraagd wordt. Het bestuur zal proberen om de administratie te koppelen aan het inschrijfsysteem. De heer De Way (De Alkmaarsche) stelt voor om deze vraag weg te laten uit het artikel in het Huishoudelijk Reglement. De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden) legt uit dat het wel degelijk in het artikel moet staan, omdat NOC*NSF om die gegevens vraagt. De heer De Way (De Alkmaarsche) begrijpt dat NOC*NSF eist dat de KNRB die gegevens aanlevert. Hij vindt echter dat de KNRB zijn verplichtingen zelf moet nakomen. De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden) brengt daar tegenin dat bond het risico loopt subsidies mis te lopen, als de gevraagde gegevens niet geleverd worden. De bond zal proberen om de opgave ingevuld te leveren, zodat de verenigingen die alleen hoeven te accorderen. De heer De Way (De Alkmaarsche) ziet niet in, waarom de verenigingen technisch wel in staat zouden zijn om deze gegevens te leveren en de KNRB niet. De voorzitter merkt op dat het probleem al opgelost is, als verenigingen bijvoorbeeld een eigen bijdrage voor wedstrijden hanteren. Dan houdt de vereniging immers al een administratie van die gegevens bij. De heer De Way (De Alkmaarsche) denkt er iets minder gemakkelijk over maar hij gaat akkoord. Hij handhaaft wel zijn eerste twee wijzigingsvoorstellen. Tot slot stelt hij voor om ook hier ‘ondertekend’ te vervangen door ‘geaccordeerd’. De voorzitter zegt toe de tekst te zullen aanpassen. De heer Van der Wal (Willem III) heeft weliswaar een pleidooi gehouden voor professionals maar Willem III heeft gelukkig ook heel veel actieve vrijwilligers die bijvoorbeeld de administratie doen. Omdat heel veel mensen in juli en augustus met vakantie gaan, stelt hij voor om de leveringstermijn van de gegevens te verlengen van 4 naar 6 weken. Algemene Vergadering 6 maart 2010
14
De voorzitter vindt dit een redelijk voorstel. De gegevens mogen dan uiterlijk 6 weken na 1 juli aangeleverd worden. In januari dienen de gegevens echter wel binnen 4 weken geleverd te worden. De heer Arts (Gouda) merkt op dat Gouda zowel een roei- als zeilvereniging is. Ongeveer de helft van de leden zeilt. Hij vraagt of de zeilende leden ook opgegeven moeten worden en of zij dan ook contributie moeten betalen. De voorzitter antwoordt dat de zeilers niet opgegeven hoeven worden. Er staat dat het gaat om de leden die gebruik mogen maken van het botenmateriaal. De penningmeester stelt voor om daarover met de verenigingen die het aangaat, een praktische afspraak te maken. De heer Van Rietschoten (De Maas) verklaart dat De Maas geen onderscheid maakt tussen roeiende en zeilende leden. De Maas kent slechts één soort lidmaatschap. De Maas kan dan ook niet akkoord gaan met de registratie en zal tegen stemmen. De Maas zal wel wedstrijdroeiers, veteranen en jeugdroeiers aanmelden bij de KNRB. De voorzitter heeft begrepen dat De Maas hierover correspondeert met zowel NOC*NSF als het Watersportverbond en de KNRB. Hij neemt de mededeling voor kennisgeving aan. De heer De Way (De Alkmaarsche) wijst erop dat de formulering in die zin gelijk is aan het oude artikel. Dit gaat over dus over problemen die al bestonden onder het oude beleid. De heer De Graaf (ARB) vraagt namens de Amsterdamse verenigingen of in de opgave met ‘land’ nationaliteit bedoeld wordt. De voorzitter antwoordt dat de opgave van het land bij het adres hoort. De heer De Graaf (ARB) begrijpt dat er dus niet om de nationaliteit gevraagd wordt. In het algemeen geldt dat de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van de gegevens bij degene ligt, die de gegevens in eigendom heeft. De ARB-verenigingen denken dat het daarom zinnig is, als de KNRB in het artikel zijn verantwoordelijkheid neemt voor de beveiliging van de gegevens tegen mogelijk misbruik. Die verantwoordelijkheid wordt in dit artikel volledig buiten beschouwing gelaten. De ARB-verenigingen zouden dit graag geregeld zien en nodigen het bestuur uit het artikel zodanig aan te passen, dat het uitstraalt dat beveiliging een serieuze zaak is en dat de bond er alles aan zal doen om te voorkomen dat de gegevens in verkeerde handen vallen. Een goedkope oplossing, zoals de penningmeester voorziet, zou wel eens een knieval voor de beveiliging kunnen betekenen. Van dat laatste zouden de ARB-verenigingen niet gecharmeerd zijn. De voorzitter deelt de zorg voor de veiligheid van de ter beschikking gestelde gegevens. In het artikel staat in lid 7, dat de geregistreerde gegevens door de KNRB intern worden gebruikt en daarnaast uitsluitend ter beschikking gesteld worden aan NOC*NSF ten behoeve van de financiering. De ledenvergadering controleert het doen en laten van de KNRB in allerlei opzichten: het veilig beheer van de geldmiddelen, de veiligheid van wedstrijden, de veiligheid van het botenvervoer, de veiligheid van het vervoer van de equipes en dus ook de veiligheid van de aan de bond ter beschikking gestelde persoonsgegevens. Spreker denkt niet dat het veel toevoegt om dat laatste nu apart op te nemen in het Huishoudelijk Reglement. De heer De Graaf (ARB) neemt genoegen met de notulering van zijn opmerking, zolang er ook een technische organisatie achter zit die ervoor zorg dat er geen misbruik gemaakt kan worden van de gegevens. Het gaat niet om het verkeerd aanwenden van de gegevens op eigen initiatief maar om de technische mogelijkheid om de gegevens van buitenaf te benaderen. De heer Van Berkel (Nereus) verwijst naar notitie B, waarin gesproken wordt over bezwaar maken. De Wet Bescherming Persoonsgegevens bepaalt dat de verenigingen aan hun leden kenbaar moeten maken, dat zij deze gegevens aan de bond doorgeven, zodat leden daar desgewenst bezwaar tegen kunnen maken. In het reglement staat echter, dat deze leden dan ook niet meer via het inschrijfprogramma van de KNRB ingeschreven kunnen worden voor deelname aan roei-evenementen. Dat betekent dus dat leden die prijs stellen op hun privacy, niet meer kunnen deelnemen aan wedstrijden. De voorzitter antwoordt dat leden die niet willen zeggen wie zij zijn, inderdaad niet kunnen meedoen aan roeiwedstrijden. Het gaat om naam, adres en leeftijd. De heer Arts (Gouda) heeft begrepen dat het gaat om opgave van roeiende leden ingeval de vereniging ook zeilende leden heeft. Hij vraagt of de tekst in die zin aangepast zal worden.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
15
De voorzitter sluit aan bij wat de heer De Way daarnet naar voren bracht. Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan het huidige beleid voor contributieheffing. De verenigingen dienen die mensen op te geven, waarvoor zij ook nu al contributie betalen. Wellicht is het nodig om even te overleggen, als het gaat om een gecombineerde vereniging. Dat probleem bestaat al jaren en is moeilijk op te vangen met reglementen. De vergadering vraagt of de vergadering instemt met de door de KNRB voorgesteld registratie met inachtneming van de toegezegde aanpassingen. Hij noteert de tegenstem van De Maas. De heer Hallensleben (De Hoop) verklaart dat De Hoop zich van stemming onthoudt, omdat spreker geen mandaat daartoe heeft van de leden van “de Hoop”. “De Hoop” vergadert pas over twee weken. Zijn antwoord volgt nog. De heer Van Reijzen (Njord) wijst erop dat de introductieperiode voor studenten meestal pas in augustus plaatsvindt. Hij vraagt of de eventuele wijzigingen in het ledenbestand dan in december daaropvolgend aangeleverd moeten worden. Bovendien kunnen leden aan het begin van het nieuwe jaar opzeggen. Als juli voor hun de peildatum is, dan zouden zij nog moeten betalen. De voorzitter antwoordt dat de vereniging de leden die per 1 juli lid zijn, registreert bij de KNRB. De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden) voegt eraan toe dat opzeggingen apart doorgegeven worden. Dat is de einddatum, waarover eerder vanavond gesproken is. De voorzitter legt nogmaals uit, dat de vereniging iedereen die lid is op de peildatum (1 juli), registreert. De vereniging heeft 6 weken de tijd om die informatie aan te leveren. Als een lid bijvoorbeeld per 1 oktober opzegt, dan dient de vereniging dat aan te geven in de registratie. De voorzitter vraagt of de vergadering instemt met het voorstel. De Maas stem tegen en De Hoop en Leerdam onthouden zich van stemming. De overige verenigingen stemmen in met het voorstel. Voordracht nieuwe bestuursleden De voorzitter legt uit dat de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van een organisatie als deze bond de neiging hebben geleidelijk te gaan achterlopen op de maatschappelijke ontwikkelingen. Een van deze punten is de kandidaatstelling van bestuursleden. Daarom stelt het bestuur nu een wijziging voor, waardoor het voor verenigingen gemakkelijker wordt om kandidaten te stellen voor het bestuur van de roeibond. Daarbij is gekeken naar de Regels voor Goed Sportbestuur, de code die aangenomen is door NOC*NSF. Een van de aanbevelingen daarin is, dat het bestuur een competentieprofiel beschikbaar stelt van de gezochte kandidaat. Het voorstel bestaat uit twee onderdelen. Het eerste wijzigingsvoorstel heeft betrekking op de termijn van kandidaatstelling: door deze termijn te verlengen en het bestuur melding van een vacature te laten doen zodra deze ontstaat, krijgen de leden meer tijd om naar een mogelijke kandidaat om te zien. De tweede voorgestelde wijziging voorziet in de beschikbaarstelling door het bestuur van een profiel van de gezochte kandidaat, opdat de leden een beeld hebben van de kwalificaties waaraan een kandidaat moet voldoen om als bestuurder succesvol te kunnen zijn, met het oog op de vereisten van de bestuursfunctie en de binnen het bestuur belangrijke goede onderlinge samenwerking. De heer Van der Wal (Willem III) is erg blij met dit voorstel. Hij hoopt wel dat het bestuur kandidaatstellingen door de leden serieus zal behandelen en niet zal zien als een formaliteit. In het voorstel staat dat de vacature schriftelijk kenbaar gemaakt wordt aan de verenigingen. Hij stelt voor om dat per e-mail te doen in verband met de portokosten. De voorzitter verzekert hem dat het bestuur vanzelfsprekend iedere kandidaatstelling serieus zal nemen. De voorzitter constateert dat de vergadering instemt met het voorstel. Regeling Kamprechters in het Huishoudelijk Reglement en het Reglement van Roeiwedstrijden De heer Kouwenhoven (commissaris wedstrijden) geeft een korte toelichting. Het bestuur heeft geconstateerd dat de structuur en opleiding erg gericht op is nationale boord-aan-boordwedstrijden. Er is weinig aandacht voor andere wedstrijden. Op dit moment bestaan er twee niveaus voor kamprechters: “kamprechter” en “plaatsvervangend kamprechter” met bijhorende opleidingen. Deze situatie sluit niet aan bij wat in de praktijk wenselijk is. Door de Kamprechtercommissie en het bestuur is een voorstel ter verbetering uitgewerkt, dat in hoofdzaak behelst het uitbreiden van het aantal niveaus van 2 naar 3 (kamprechter A, B en C) en het verbeteren van de kamprechteropleidingen. De nieuwe kamprechter C is gericht op niet-nationale tijdwedstrijden. Deze zullen mogen gaan optreden na het volgen van een (beperkte) instructie die op diverse plaatsen in het land georganiseerd zal worden. Het is de bedoeling dat dit een laagdrempelig functie wordt, zodat er meer en beter opgeleide kamprechters actief zullen worden. Tijdens de afgelopen winterbijeenkomst met de kamprechters zijn deze voorstellen uitgebreid besproken en heeft invoering hiervan bij de Algemene Vergadering 6 maart 2010
16
kamprechters algemene steun gekregen. De hoofden van de jury krijgen een extra opleiding en een extra bevoegdheid. De voorzitter constateert dat de vergadering instemt met de voorgestelde wijzigingen. Overige wijzigingen in het Reglement voor Roeiwedstrijden De voorzitter constateert dat de vergadering instemt met de voorgestelde wijzigingen. 12. Uitreiking erepenning in Goud De voorzitter geeft een korte inleiding. De Algemene Ledenvergadering kan als blijk van erkenning voor bijzondere diensten een erepenning in goud uitreiken. De Willem Alexanderbaan is een belangrijke ontwikkeling voor de roeiwereld die uiteindelijk gerealiseerd zal worden als gevolg van de gelukkige samenloop van een op sport gericht Rotterdams stadsbestuur, het beschikbaar komen van gemeentelijke fondsen door de verkoop van de AVR, de noodzaak om een waterberging aan te leggen en, niet in de laatste plaats, de niet aflatende inspanningen van een paar Rotterdamse roeiers. Jan Katgerman is al meer dan 10 jaar intensief betrokken bij de lobby voor deze baan in de Eendragtspolder en sinds 2007 is hij voorzitter van de KNRB-commissie Eendragtspolder. Hij heeft op onzelfzuchtige wijze, met volharding, geduld en zonder borstklopperij zeer veel werk verzet om deze baan te realiseren. Het bestuur stelt voor om de heer Katgerman met de erepenning in goud te eren. Aldus wordt met algemene instemming besloten. De heer Katgerman (commissie Eendragtspolder) bedankt de vergadering voor dit eerbetoon. Hij ijvert al 15 jaar met veel plezier voor die baan en nu met nog meer plezier, omdat hij er ook komt. Hij kijkt echter ook uit naar de aanleg en de inrichting van de baan, omdat ook dat een interessante fase van het project zal worden en omdat het iets is, wat je maar één keer in je leven kan doen. 13. Uitreiking Gambonnière wisselprijs De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Neppérus die de Gambonnière zal uitreiken. De Gambonnière is een wisselprijs die mevrouw Gambon beschikbaar heeft gesteld voor het damesroeien. Mevrouw Neppérus (erelid) memoreert de lange geschiedenis van de Gambonnière. De prijs is in 1969 voor het eerst uitgereikt en is bedoeld om het damesroeien te bevorderen. Spreekster vindt het leuk dat de dochter van mevrouw Gambon vandaag aanwezig is bij de uitreiking. De winnende vereniging is Nereus. Spreekster roept andere verenigingen op om ook eens te proberen deze wisselprijs te winnen. Mevrouw Leurs (Nereus) neemt de foto van de zilveren bonbonnière en de bijbehorende bonbons in ontvangst. Zij weet dat er bij Nereus in ieder geval al weer een nieuwe lichting wedstrijdroeisters staat te trappelen om mee te doen. Zij heeft er alle vertrouwen in dat Nereus ook volgend jaar weer een goede kans maakt. 14. Verkiezing bestuursleden De voorzitter deelt mee dat 4 van 8 bestuursleden officieel aan de beurt zijn om af te treden. Mevrouw Meester (secretaris) is aan het eind van haar eerste termijn en zij stelt zich herkiesbaar. Zij wordt herkozen met applaus. Mevrouw Donkervoort (commissaris talenten en opleiding) treedt af om persoonlijke reden, Zij heeft heel veel werk verzet met haar grote kennis op het gebied van talentontwikkeling en opleiding. Met haar enorme werkkracht heeft zij ook een grote bijdrage geleverd aan het meerjarenplan en aan de professionalisering van het bondsbureau. Het bestuur heeft besloten om deze portefeuille 7 jaar na de invoering ervan, weer op te heffen. De portefeuille was indertijd ingesteld om meer gericht aandacht te geven aan talentontwikkeling en opleidingen. Er is het nodige werk verzet. De professionalisering in de topsport is voortgeschreden en voor een flink deel in handen gekomen van Koen van Nol, de technisch directeur. Het bestuur heeft besloten om de opleidingen onder te brengen in de portefeuille breedtesport van mevrouw Versluijs. De talentontwikkeling zal overgenomen worden door de heer Emke. De voorzitter vraagt om een hartelijk applaus voor mevrouw Donkervoort. De heer Beke treedt na 5 jaar af als penningmeester. Het waren geen gemakkelijke jaren. Schraalhans was keukenmeester in die tijd. Bovendien is de heer Beke begonnen met verouderde software, achterstanden en veel wisselingen in personeel. De voorzitter bedankt de heer Beke voor zijn teamwork en zijn fantastische inzet. De Hoop en Nereus hebben Victor Maes kandidaat gesteld voor de functie van penningmeester van de KNRB. De vergadering stemt in met zijn benoeming. De heer Beke (penningmeester) heet de heer Maes welkom in het bestuur van de KNRB en draagt de sleutel van de ‘kleine schatkist’ aan hem over.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
17
De voorzitter treedt zelf af en is niet herkiesbaar. De Maas en Nereus hebben Eric Niehe kandidaat gesteld voor de functie van voorzitter. . De heer Niehe is lid van De Maas, heeft een uitgebreide bestuurlijke en diplomatieke ervaring en beschikt over veel bestuurlijke contacten. Er zijn geen andere kandidaten gesteld. De voorzitter vraagt de vergadering om in te stemmen met zijn aftreden en het aantreden van de heer Niehe. Daarnaast vraagt hij de vergadering om een volmacht om de vergadering tot het einde te mogen voorzitten. Hij bedankt het bestuur en de verenigingen voor de fijne samenwerking. Hij heeft genoten van het werk bij de KNRB, zowel nationaal als internationaal. Maar hij heeft ook genoten van de samenwerking met toegewijde medewerkers en een goede directeur. Het is niet gemakkelijk om af te treden maar het is tijd om ruimte te maken voor ander talent. Tot slot bedankt hij in het bijzonder zijn echtgenote, Marianne, Koos en Marijke van Reedt Dortland, uitstekende vertegenwoordigers van de hoofdsponsor en een niet-roeier, de heer Sjoerd Hora Siccama, zijn medevennoot bij Deerns. De vergadering stemt in met zijn aftreden, met het aantreden van de heer Niehe en met zijn verzoek om de vergadering tot het einde toe te mogen voorzitten. Mevrouw Meester (secretaris) vindt het een eer om afscheid te mogen nemen van Jan Karel Mak als voorzitter van de KNRB. In een uitgebreide toespraak memoreert zij de vele wapenfeiten uit zijn lange roeiverleden en alle werkzaamheden die hij verricht heeft voor de roeisport. Op haar voorstel besluit de vergadering met applaus om de heer Mak de erepenning in goud toe te kennen als dank voor al zijn inspanningen en verdiensten. Spreekster vindt het een eer om hem die te mogen overhandigen. De heer Mak is beduusd door zoveel warme woorden en bedankt de vergadering voor de penning. De heer Niehe vindt het een voorrecht dat hij gevraagd is om voorzitter te worden van de KNRB. Hij zal zich volledig inzetten voor de ontwikkeling van de roeisport, zowel de topsport als de breedtesport. De eerdergenoemde professionalisering en het bondsbureau zullen daarin een belangrijk rol spelen. Hij zal een begin maken met de uitvoering van het meerjarenplan en zich vooral richten op het gezond maken van de financien van de bond. Hij belooft buitengewoon goed te zullen luisteren naar de leden en bedankt hen voor het in hem gestelde vertrouwen. 15. Rondvraag De heer Van Berkel (Nereus) feliciteert de nieuwe bestuursleden met hun benoeming. Aanvullend wijst hij de directeur van het bondsbureau erop dat er behoorlijke kosten zijn ontstaan door schades aan boten, die de bond leent van verenigingen. De verzekering van boten die door de KNRB van verenigingen geleend worden, bleek niet goed geregeld te zijn. Hij zou graag zien dat daarop beter gelet wordt. De vergadervoorzitter is zich niet bewust van schadeproblemen maar hij belooft het uit te zoeken. De heer Van Berkel (Nereus) geeft de orde van grootte aan door te zeggen, dat er een acht mee te verdienen is. De heer Emke (commissaris toproeien) zal zijn uiterste best doen om problemen in de toekomst te voorkomen. 16. Sluiting De vergadervoorzitter geeft het woord aan de heer Van Vollenhoven, namens het bestuur van de erevoorzittende vereniging De Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging. De heer Van Vollenhoven spreekt aan het eind van deze vergadering over een succesvolle bond die een prudent beleid voert. Hij sluit zich aan bij eerdere sprekers door de afgetreden bestuursleden te bedanken voor hun inzet en de nieuwe en zittende bestuursleden veel succes te wensen in het komende jaar. Zijn dank en succeswensen zijn uiteraard ook bedoeld voor de medewerkers van het bondsbureau en al die vrijwilligers die een grote rol spelen in de roeisport. De vergadervoorzitter bedankt de Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas voor haar gastvrijheid en de aanwezigen voor hun komst en hun inbreng en sluit de vergadering om 18.00 uur.
Algemene Vergadering 6 maart 2010
18