Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften Oiltanking Amsterdam
Oiltanking Amsterdam B.V. Heining 100 1047 AH Amsterdam (westpoort 6450) telefoon controlekamer: 020-4070130 telefoon algemeen: 020-4070100 telefoon Alarm: 020-4070155 12-1-2015
Voorwoord Oiltanking is een bedrijf dat zich heeft toegelegd op de opslag en overslag van olie en olieproducten. Met vestigingen over de hele wereld en op bijna alle continenten behoort Oiltanking wereldwijd in deze sector tot de vier grootste en meest voornaamste bedrijven in de wereld. Oiltanking Amsterdam bevindt zich in het havengebied van Amsterdam. Met een totale opslagcapaciteit van ca. 1,6 miljoen m³ en een jaarlijkse doorzet van ca. 16 miljoen ton is Oiltanking Amsterdam één van de grotere terminals in Nederland. Bij Oiltanking Amsterdam worden in grote hoeveelheden gevaarlijke producten opgeslagen en verladen. Het betreft voornamelijk producten die:
zeer licht ontvlambaar en brandbaar zijn; schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid van mens en dier.
Oiltanking Amsterdam voert een actief veiligheids- en milieubeleid in overeenstemming met Nederlandse en internationale veiligheids- en milieuvoorschriften. We moeten ons maximaal inspannen om te voorkomen dat we onszelf, anderen of de omgeving schade berokkenen. Dit betekent altijd en overal aandacht voor veiligheid en milieu! Bij het betreden van de terminal moet je je te allen tijde bewust zijn van deze risico’s. Er wordt dan ook van jou verwacht dat je steeds de ‘Regels en Voorschriften’ van Oiltanking Amsterdam naleeft zodat de veiligheid en de gezondheid van jou, en alle anderen op de terminal, niet in gevaar komt. Deze regels worden in deze veiligheidsvoorschriften doorgenomen. Indien je je niet aan de veiligheidsinstructies houdt, kan je de toegang tot de terminal worden ontzegd. Dit instructieboekje is bedoeld om te helpen de risico’s voor u en uw omgeving te beheersen. Het is voorzien van veiligheidsvoorschriften en gedragsregels die bijdragen tot het veilig uitvoeren van het werk en verbeteren van arbeidsomstandigheden. Veilig en gezond werken is niet alleen in het belang van het bedrijf en de medewerkers, maar voor ieder die de terminal betreed. Het is de taak van Oiltanking door samenwerking en overleg, de zorg voor veiligheid, gezondheid en het welzijn bij het werk, als de zorg voor het milieu zo goed mogelijk uit te voeren.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
1
Beleid inzake milieu
gezondheid,
veiligheid,
beveiliging
en
Oiltanking streeft naar het veilig en efficiënt opereren van haar installaties. Ons doel is ongevallen, letsel en beroepsziekte te voorkomen en het milieu te beschermen. Om dit doel te bereiken voeren we een beleid waarbij we: 1. Gezondheid, veiligheid, beveiliging en milieuzorg (HSSE – Health, Safety, Security & Environment) bevorderen op alle niveaus in onze organisatie en deze aspecten op dezelfde manier behartigen als alle andere, belangrijke bedrijfsactiviteiten.
6. Voorbereid zijn op het uitvoeren van een snelle en doelgerichte reactie op mogelijke noodsituaties om de schade en impact te beperken.
2. Voldoen aan alle wetten en voorschriften die van toepassing zijn en passende normen hanteren indien wetgeving ontbreekt.
7. Faciliteiten zodanig ontwerpen, bouwen, onderhouden en diensten gebruiken op een manier dat risico’s voor mens en milieu worden vermeden.
3. Een goed gestructureerd HSSE-managementsysteem hanteren, waarin bevoegdheden, verantwoordelijkheden en communicatiekanalen duidelijk zijn vastgesteld.
8. Scholing en functiespecifieke training bieden aan alle werknemers op basis van interne normen, procedures en instructies.
4. Een gezonde en veilige werkomgeving bieden aan al onze werknemers en contractors door te zorgen voor passende faciliteiten en de juiste veiligheidsmiddelen.
9. Energiebronnen en natuurlijke hulpbronnen efficiënt gebruiken, vervuiling voorkomen en werknemers bewust maken met als doel nadelige gevolgen op het milieu tot een minimum te beperken.
5. Potentiële gevaren en bedreigingen identificeren en analyseren en maatregelen treffen om de geïdentificeerde risico’s te vermijden, voorkomen, beheersen en beperken.
10.Doelen stellen en de behaalde resultaten toetsen met het oog op continue verbetering en het voldoen aan de geldende normen.
Het management zal de implementatie en naleving van dit beleid op strikte en duidelijk zichtbare wijze ondersteunen. We verwachten de volledige inzet van alle Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
2
werknemers, contractors en derden die bij ons werkzaam zijn om te zorgen dat wij op het gebied van HSSE zodanig presteren dat we het vertrouwen blijven genieten van onze klanten, buren en de gemeenschap als geheel. Hamburg, Juli 2012 Carlin Conner Managing Director - Oiltanking GmbH
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
3
Inhoud Voorwoord .............................................................................................. 1 Beleid inzake gezondheid, veiligheid, beveiliging en milieu .................... 2 1.
Gedragsregels ................................................................................... 7
2.
Aanmelden en toegang tot de terminal ................................................. 7 VCA ....................................................................................................... 8
3.
Persoonlijke beschermingsmiddelen ..................................................... 8
4.
Werkvergunning ................................................................................ 9
5.
Verkeersregels en Transport .............................................................. 10 Verkeersregels ...................................................................................... 10 Transport ............................................................................................. 10 Terminalvoertuigen ................................................................................ 10 Leveranciers ......................................................................................... 11
6.
Persoonlijke hygiëne ........................................................................ 11
7.
Nutsvoorzieningen ........................................................................... 12
8.
Arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren ................................ 12
9.
Milieu ............................................................................................. 12
10.
Orde en netheid ............................................................................... 13
11.
Brandbeveiliging .............................................................................. 13
12.
Ongevallen, incidenten, bijna-ongevallen en schadegevallen ................. 13
13.
Noodsituaties .................................................................................. 14
14.
Elektrische apparatuur ...................................................................... 14
15.
Lassen en branden ........................................................................... 15
De risico’s van elektrisch lassen: ............................................................. 15 Beheersmaatregelen met betrekking tot elektrocutie.................................. 16 Arbeidshygiëne beheersmaatregelen ........................................................ 16 Beheersmaatregel met betrekking tot brand bij lassen of branden ............... 16 16.
Grondwerk ...................................................................................... 16
17.
Besloten ruimte ............................................................................... 17
18.
Werken op hoogte ............................................................................ 18
Valgevaar en veilig werken op hoogte ...................................................... 18 Steigers ............................................................................................... 19 a.
Stalen steiger .................................................................................. 19
b.
Rolsteigers ...................................................................................... 20
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
4
Ladders ................................................................................................ 21 19.
Valbescherming/valbeveiliging ........................................................... 23
20.
Hijs- en hefwerkzaamheden .............................................................. 26
Risicobeoordeling .................................................................................. 26 Specificaties voor hijsen ......................................................................... 26 Gebruik hoogwerkers ............................................................................. 26 Tien Gouden regels ................................................................................ 27 21.
Opleiding en competenties ................................................................ 27
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
5
Inleiding De opgenomen voorschriften in dit instructieboekje gelden voor alle werknemers evenals aannemers, uitzendkrachten en inleenkrachten, Daarnaast moet men uiteraard voldoen aan wat in nationale en internationale wetgeving, normen en richtlijnen is vastgelegd. Elke medewerker is verplicht de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen om te voorkomen dat er gevaar ontstaat voor de veiligheid en gezondheid van zichzelf of anderen. De bedrijfsleiding is verantwoordelijke voor de veiligheid en gezondheid tijdens de werkzaamheden. Indien handelen en gedrag van zulke aard zijn dat deze verantwoording niet meer kan worden gedragen, zullen er passende maatregelen worden genomen. Naast de regels uit dit veiligheidsinstructieboekje moet iedereen zich houden aan de voorschriften die gelden op het terrein van derden als daar gewerkt wordt.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
6
1. Gedragsregels De volgende gedragsregels gelden zonder uitzondering voor iedereen die de terminal van Oiltanking Amsterdam betreedt:
Open vuur is verboden op het gehele terrein. Roken is alleen toegestaan in de speciaal hiervoor ingericht rookruimtes, dus ook niet in je eigen voertuig. Het gebruik van een mobiele telefoon is verboden op de terminal. Je dient je mobiele telefoon uit te schakelen zodra je de terminal betreedt en achter te laten in het gesloten voertuig. Ontstekingsbronnen zoals lucifers, aanstekers en niet-explosieveilig Materiaal, zoals camera’s, rekenmachines en andere toestellen op batterijen, mogen niet worden gebruikt op de terminal. Deze dienen in het gesloten voertuig achtergelaten te worden, tenzij toestemming is verkregen van de afdeling HSSE. Het gebruik of het onder invloed zijn van alcohol en drugs is ten strengste verboden. Meld vooraf aan je leidinggevende wanneer je gebruik maakt van medicijnen die het reactievermogen kunnen beïnvloeden. Daar waar voorzien dienen looppaden en trappen te worden gebruikt. Bij trappen dien je de leuning met minimaal 1 hand vast te houden. Wegen en verkeersborden dienen te worden gerespecteerd. I.v.m. hygiëne is het verboden te eten of te drinken op de terminal.
2. Aanmelden en toegang tot de terminal Je mag de terminal alleen betreden als je een geldige toegangsbadge hebt. Deze wordt verkregen na registratie middels een geldig Identificatie Document en het succesvol voltooien van deze veiligheidsinstructie film. Afhankelijk van de duur van het bezoek krijgt een bezoeker een vaste toegangsbadge of een eenmalige toegangsbadge uitgereikt. Om de terminal te betreden, dien je de toegangsbadge voor de badgelezer te houden. Als je badge geldig is, zal de toegangspoort zich automatisch openen. Bij het verlaten van de terminal dien je de toegangsbadge voor de badgelezer houden. Eenmalige toegangsbadges worden ingeslikt. De toegang geldt enkel voor jezelf. Wie met meerdere personen de terminal wenst te betreden, moet voor iedereen een geldige toegangsbadge hebben. Iedere bezoeker moet dus geregistreerd worden, zowel bij het betreden als bij het verlaten van de terminal.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
7
VCA Middels de VCA certificering toont u aan in welke mate uw bedrijf voldoet aan de eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Bij Oiltanking Amsterdam wordt conform het beleid alleen gewerkt met VCA gecertificeerde bedrijven. Voor het verrichten van werkzaamheden in, aan of nabij de installaties op de terminal van Oiltanking Amsterdam dient een ieder:
In het bezit te zijn van een VCA-B certificaat; o Toezichthouders en leidinggevende vol VCA o Uitgezonderd zijn leveranciers van goederen; zij hoeven niet in het bezit te zijn van een VCA certificaat. Het volgen van de veiligheid film, met vragen; In het bezit te zijn van een geldig Oiltanking toegangspas; Een geldige werkvergunning op de werkplek aanwezig te hebben (mits noodzakelijk); De voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
3. Persoonlijke beschermingsmiddelen Op de terminal is het verplicht beschermingsmiddelen te dragen:
om
de
volgende
persoonlijke
Goed sluitende antistatisch en vlam vertragende 1 werkkleding met lange mouwen en broekspijpen. Werkkleding dient altijd gesloten te worden gedragen; veiligheidsschoenen; en een veiligheidshelm.
(1 Zie paragraaf 5 voor uitzonderingen voor leveranciers)
Scheepsbemanning en loodsen zijn uitgezonderd van de verplichting om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Zij mogen zich uitsluitend op de blauwe lijn begeven. Bij bepaalde werkzaamheden op de persoonlijke beschermingsmiddelen vereist:
terminal
zijn
aanvullende
Handschoenen bij werkzaamheden in en om installaties en bij werkzaamheden waarbij de handen beschadigd kunnen raken; Ruimzichtbril bij openen van leidingen. Gelaatscherm bij boren, slijpen, e.d. Persoonlijke zuurstof- en gasdetectieapparatuur dragen in explosiegevaar gebieden zone 0, 1 en 2 en in besloten ruimten; Adembescherming op werkplekken waarbij er kans is op blootstelling aan gevaarlijke stoffen; Gehoorbescherming in de buurt van installaties en bij gebruik van
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
8
gereedschappen waarbij veel lawaai wordt geproduceerd. De extra vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden aangegeven op de werkvergunning.
tevens
4. Werkvergunning Iedereen die bij Oiltanking Amsterdam werkzaamheden uitvoert, moet in het bezit zijn van een geldige werkvergunning. Dit geldt ook wanneer er gevaarlijke stoffen benodigd zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden. Uitgezonderd zijn activiteiten die zijn beschreven in goedgekeurde OTA werkinstructies. Je kunt een werkvergunning verkrijgen bij je opdrachtgever. Op de werkvergunning staat aangegeven welke veiligstelmaatregelen, beheersmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen benodigd zijn. Het is van groot belang dat alle betrokkenen bij de werkzaamheden van tevoren volledig op de hoogte zijn van alle maatregelen die getroffen dienen te worden. Zowel de uitvoerder en uitvoerenden dienen op de hoogte te zijn van alle maatregelen die op de werkvergunning staan beschreven. Iedereen dient deze maatregelen volledig te begrijpen en zich strikt aan alle maatregelen en voorschriften te houden zoals ze op de werkvergunning zijn vastgelegd. Op de werkplek dient te allen tijde de werkvergunning aanwezig te zijn. Voor bepaalde werkzaamheden op de terminal van Oiltanking Amsterdam geldt dat deze een verhoogd risico met zich meebrengen. Een werkvergunning wordt altijd van tevoren beoordeeld door de afdeling HSSE. Werkzaamheden met een verhoogd risico zijn bijvoorbeeld werkzaamheden in explosiegebieden zone 0 en 1, ‘heet werk’ en werkzaamheden in besloten ruimten. (Gedeeltelijke) wegafzettingen waardoor een brandweervoertuig niet meer kan passeren moeten aangevraagd worden bij HSSE en Operations. Voor een aantal van deze 'verhoogd risico' werkzaamheden geldt dat voordat de werkzaamheden mogen aanvangen eerst de werkplek ter plekke vrijgegeven dient te worden door een bevoegde Oiltanking medewerker. Werkzaamheden dienen altijd uitgevoerd te worden volgens de werkinstructies en volgens de werkvergunning. De installaties dienen met zorg behandeld te worden en mogen enkel en alleen worden gebruikt voor de activiteiten waarvoor ze bedoeld zijn. Zorg dat je op je werkplek steeds goed weet waar de vluchtwegen en verzamelpunten zich bevinden. Na het voltooien van de werkzaamheden dien je de werkplek schoon en opgeruimd achter te laten. De werkopdracht en de werkvergunning dient door de uitvoerder te worden ingeleverd bij de opdrachtgever. Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
9
5. Verkeersregels en Transport Verkeersregels Naast de verkeersregels die op de openbare weg gelden, gelden op de terminal specifieke interne verkeersregels waar je je te allen tijde aan moet houden. De maximum toegelaten snelheid op de Oiltanking Amsterdam terminal bedraagt 30 km per uur. Het dragen van veiligheidsgordels is verplicht in heftrucks. Voor alle overige voertuigen is dit niet verplicht. Het is ten strengste verboden om voertuigen te parkeren voor in- en uitgangen, voor brandblusinstallaties, opgangen van steigers en op plaatsen waar ze het normale verkeer of de doorgang van hulpdiensten kunnen belemmeren. Voertuigen dienen achteruit te zijn ingeparkeerd en de motor dient te zijn uitgeschakeld. De looproute van de controlekamer naar schepen en visa versa wordt op de terminal aangeduid met een blauwe lijn.
Transport Voor het transport van gevaarlijke producten moeten chauffeur en voertuig voldoen aan de geldende ADR- en andere transportwetgeving. Oiltanking Amsterdam kan hier te allen tijde controles op uitoefenen. Chauffeurs van melassetrucks met een vaste toegangsbadge mogen meteen doorrijden naar de melasse installatie en daar de instructies van het Oiltanking personeel opvolgen. Chauffeurs van overige trucks dienen zich eerst te melden bij de entree voor een toegangsbadge. Men dient vervolgens de instructies van het Oiltanking personeel op te volgen voor het laden en lossen van de trucks. Het gebruik van “Oiltanking Amsterdam” transportmiddelen is enkel en alleen toegestaan voor het Oiltanking medewerkers die hiertoe bevoegd zijn.
Terminalvoertuigen Om trucks te mogen besturen die aanwezig zijn op de terminal, dient men minimaal in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs B. Daarnaast dient men een interne rijopleiding / instructie te hebben gevolgd. De voertuigen zijn: Brandweer voertuig (materiaalwagen) Unimog met schuimaanhanger Unimog met kraan heftruck De bestuurders mogen echter alleen maar binnen de poort rijden met deze voertuigen en dienen zich te houden aan de geldende (verkeer)regels van Oiltanking Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
10
Leveranciers Leveranciers mogen zich alleen onder begeleiding op de terminal begeven. Diegene die de levering ontvangt draagt zorg dat deze begeleiding continu plaats vindt. Voor leveranciers gelden alle regels die in dit document beschreven staan. Echter, vanwege de korte duur dat leveranciers op de terminal aanwezig zijn, zijn er uitzonderingen op de voorschriften uit paragraaf 3 en 4 – zie Tabel 1. Tabel 1 Leveranciers regels m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen, werkvergunningen en afzettingen Maatregelen bij lichte leveringen zonder hefen hijswerktuigen -
Kantoren tot ketelhuis Contractor yard Opgang jetties t.b.v. scheepsbevoorradingen lay down area.
Maatregelen bij leveringen die met hef- of hijsmiddelen gelost worden -
-
Vrijstelling PBM’s Geen werkvergunning
-
Overige wegen
n.v.t.1 -
In tankputten
n.v.t.1
Stevige kleding, lange mouwen, lange broek, helm, veiligheid schoenen Geen werkvergunning, wegafzetting aanmelden 3 Stevige kleding, lange mouwen, lange broek, helm, veiligheid schoenen Veilig werkvergunning, wegafzetting aanmelden 3 Volledige PBM’s inclusief vlam vertragende overall en persoonlijke gasdetector 2
-
Werkvergunning wegafzetting aanmelden
3
1
lichte pakketten worden afgeleverd bij kantoor, contractor yard of opgang jetties t.b.v. scheepsbevoorradingen 2 zie paragraaf 3 voor details 3 (gedeeltelijke) wegafzettingen waardoor een brandweervoertuig niet kan passeren dienen altijd vooraf aangemeld te worden bij afdeling HSSE en Operations.
6. Persoonlijke hygiëne Om hygiënische redenen is het verboden om te eten of te drinken op de installaties. Voordat je gaat eten of drinken, dien je vuile werkkleding uit te trekken en dien je je handen te wassen.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
11
Sanitaire voorzieningen zoals toiletten, douches, en kleedkamers die zich in de kantoorgebouwen van Oiltanking Amsterdam bevinden, zijn uitsluitend toegankelijk voor contractors na toestemming van Oiltanking Amsterdam.
7. Nutsvoorzieningen De contractor zal voor aanvang van de werkzaamheden aan Oiltanking Amsterdam melden welke nutsvoorzieningen benodigd zijn; zoals water, elektriciteit, perslucht en stikstof. Aansluitingen op deze nutsvoorzieningen dienen te worden gemaakt en verbroken door Oiltanking Amsterdam personeel.
8. Arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren Arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren moeten geschikt zijn voor de uit te voeren werkzaamheden en mogen enkel daarvoor worden gebruikt. Het gebruik van arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren is bepaald door wettelijke vereisten. Voor sommige arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren geldt dat deze periodiek moeten worden gekeurd. Dit geldt o.a. voor elektrische gereedschappen, hijs- en hefmiddelen, ladders en trappen, valbeveiligingsmiddelen en gasdetectieapparatuur. Als gebruiker ben je altijd verantwoordelijk voor de goede werking en de veiligheid van je arbeidsmiddelen, gereedschappen en toebehoren.
9. Milieu Vanaf het moment dat je de terminal betreedt, wordt er van je verwacht dat je er alles aan doet om de omgeving en dus het milieu optimaal te beschermen. Leef nauwgezet de voorschriften na ter voorkoming van bodem-, water-, en luchtverontreiniging. Let op dat er geen product wordt gemorst, in het riool of in de werkomgeving terecht komt. Mocht dit toch voorkomen, dan dient hier onmiddellijk melding van te worden gemaakt bij het Oiltanking personeel. Huishoudelijk afval zoals lege batterijen, papier en karton, glas, e.d. dient in de daartoe voorziene vuilbakken of containers op het containerpark gedeponeerd te worden. Industrieel afval zoals productresten, slib, afbraakmateriaal of puin dient verwijderd, opgehaald, vervoerd en verwerkt te worden conform de wettelijke bepalingen en in overleg met Oiltanking Amsterdam. In geen enkel geval mag je afval laten rondslingeren op de terminal. Al het afval dient gedeponeerd te worden in de daartoe voorziene vuilnisbakken of containers. Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
12
10. Orde en netheid Om de doorgang van hulpdiensten niet te belemmeren, moeten wegen, doorgangen en trappen te allen tijde worden vrijgehouden. Alle obstakels en hindernissen waarover men kan uitglijden of struikelen, moeten worden verwijderd. Alle materialen moeten ordelijk en stabiel gestapeld worden en tegen wind en regen beschermd worden. Iedereen moet al het mogelijke doen om slijk, modder en andere vervuiling van de wegen te houden. Indien er toch dergelijke bestanddelen op de weg komen, moet deze onmiddellijk worden schoongemaakt. Alle elementen die hinder of gevaar kunnen vormen voor personen of verkeer moeten goed zichtbaar zijn door middel van vaste afzettingen, kegels of afzetlint. Het plaatsen van afzettingen moet overlegd worden met de opdrachtgever. Het is verboden om zonder toestemming een afgezet gebied te betreden.
11. Brandbeveiliging Het is verboden de vaste brandblusinstallatie te gebruiken voor andere doeleinden dan het blussen van een brand. Bij heet werk dienen de nodige maatregelen te worden genomen zoals voorgeschreven op de werkvergunning. Het is niet toegestaan om vast opgestelde brandblussers op de terminal voor dit doeleinde te gebruiken.
12. Ongevallen, schadegevallen
incidenten,
bijna-ongevallen
en
Iedereen is verplicht om een ongeval, incident of schadegeval onmiddellijk te melden aan Oiltanking Amsterdam. Bij ernstige ongevallen die dringende hulp vereisen, dien je je te richten tot controlekamer. Daar zal men meteen de adequate hulpdiensten inschakelen. Tenzij er sprake is van een levensbedreigende situatie, dient er te worden gewacht op de instructies van de hulpdiensten en dient het slachtoffer niet te worden verplaatst. Waag je leven niet, laat de redding over aan professionele hulpdiensten. Wanneer de situatie geen directe dringende hulp vereist kunnen de betrokken personen zich melden in de controlekamer en zich laten verzorgen door een bedrijfshulpverlener.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
13
Iedereen is verplicht om gevaarlijke situaties indien mogelijk op te heffen en deze vervolgens aan het Oiltanking personeel te melden. Let op: telefoneren buiten op de terminal met een niet explosieveilige telefoon, ook in noodsituaties, is niet toegestaan. Vanuit een afgesloten voertuig kan indien er geen Oiltanking personeel in de buurt is, de controlekamer gebeld worden via het noodnummer 020 407 0155.
13. Noodsituaties Wat moet je doen als er zich een gevaarlijke toestand zoals brand, explosie, gasontsnapping, lek of ongeval voordoet?
Stop onmiddellijk alle werkzaamheden en activiteiten op een veilige manier. Lokaliseer de plaats en de oorzaak van het incident. Informeer Oiltanking Amsterdam. Je doet dit door het Oiltanking Amsterdam personeel te waarschuwen of door telefonisch de controle kamer te informeren via het algemene nummer 020 4070155. Geef kort en duidelijk de melding door. Vertel wat de aard van de toestand is, de plaats van het gebeuren, wie je bent en waar je je op dat moment bevindt. Herhaal het bericht.
Let op: telefoneren buiten op de terminal met een niet explosieveilige telefoon, ook in noodsituaties, is niet toegestaan. Ben je aan het werk bij het horen van het alarmsignaal? Doe dan meteen het volgende:
Stop onmiddellijk alle werkzaamheden en activiteiten veilige manier; Begeef je onmiddellijk naar een van de verzamelpunten; Volg de instructies van het Oiltanking Amsterdam personeel.
op
een
Bestuur je een voertuig en hoor je een alarmsignaal? Doe dan meteen het volgende:
Parkeer het voertuig onmiddellijk aan de rechterkant van de weg; Zet de motor stil, trek de handrem aan en laat de sleutel in het contact zitten; Begeef je onmiddellijk naar een van de verzamelpunten; Volg de instructies van het Oiltanking Amsterdam personeel.
14. Elektrische apparatuur De specifieke gevaren van elektrische apparatuur zijn elektrocutie en het veroorzaken van explosies als directe gevolg van gebruik. Daarom is het Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
14
belangrijk om kapotte apparatuur direct reparatie aan te bieden
bij de eigen leidinggevende ter
Al het elektrische gereedschap moet voor industrieel gebruik geschikt zijn. Apparatuur van 50 Volt wisselspanning en 120 Volt gelijkspanning wordt als veilig gezien omdat bij blootstelling eraan letsel onwaarschijnlijk is. Ook 220 V uitvoering met dubbele isolatie worden als veilig gezien, deze zijn herkenbaar aan het dubbele vierkante teken. Bij sommige werkzaamheden zal het gebruik van explosieveilig gereedschap worden vereist. Bespreek dit altijd met de eigen leidinggevende. Bij verlichting dient men erop te letten dat de behuizing bestaat juist slagvast materiaal of van een dusdanige bescherming is voorzien dat bij vallen of stoten contact met elektrische spanning is uitgesloten Al het elektrische gereedschap moet jaarlijks gekeurd worden volgens de norm NEN 3140.Testrapporten moeten op kantoor aanwezig zijn. Reparaties onderhoud en keuring van elektrisch (+ stickers en labels) materieel moet altijd door een bevoegd persoon gebeuren. Wanneer gebruik van elektrisch materieel verboden is, maak dan gebruik van pneumatisch materieel. Voor de elektrotechnische voorschriften van elektrisch gereedschap zie de norm NEN 1010 en NEN 3140
15. Lassen en branden Afhankelijk van het gebruikte lasproces kan worden gesproken over:
Electrode Lassen; Lassen met CO2 (MAG) en beschermgassen (MIG/TIG); Plasma Lassen/-snijden; Elektrisch gutsen Autogeen lassen en branden Voor aanvang van de werkzaamheden dient men zich op de hoogte te stellen van eventuele specifieke instructies/eisen van de fabrikant, leverancier en/of opdrachtgever.
De risico’s van elektrisch lassen:
Elektriciteit; Brand en explosie; Blootstelling aan gassen en rook; Blootstelling aan elektrische straling; Blootstelling aan schadelijk geluid; Klimatologische factoren, o.a. de warmtebelasting; Overige schadelijke aspecten.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
15
Beheersmaatregelen met betrekking tot elektrocutie De volgende maatregelen dienen in acht genomen worden met betrekking tot elektrocutie: In vochtige en besloten ruimte, of in gevallen waarin de kleding van de laser vochtig is, mag de open spanning van de lastrafo niet meer bedragen dan 50Volt. Hiervoor dient op de lastrafo een spanningsverlagingsrelais te worden aangebracht; Gebruik goede voeding- en laskabels, koppelingen, klemmen en lastangen; Schakel direct na het beëindigen van de werkzaamheden de hoofdschakelaar van transformator uit
Arbeidshygiëne beheersmaatregelen De volgende maatregelen dienen in acht genomen te worden om de arbeidshygiëne te kunnen waarborgen: Zuig lasdampen mechanisch af; Als er onvoldoende ventilatie is gebruik dan een laskap met verse luchtvoorziening; Gebruik een laskap of bril, brandwerende kleding en handschoenen; Bij het lassen aan werkstukken waarop verf, zink e.d. is aangebracht, moet dit eerst worden verwijderd i.v.m. giftige dampen die hieruit kunnen ontstaan; Plaats zo nodig een lasscherm tegen UV- straling.
Beheersmaatregel met betrekking tot brand bij lassen of branden De volgende maatregelen dienen genomen te worden bij brand bij lassen of branden: Is er een werkvergunning en is hij volledig ingevuld Verwijder brandbare materialen/stoffen Bescherm de omgeving zo goed mogelijk tegen rondspattende vonken; Zet blusmiddelen gereed en/of zet een brandwacht in; Houdgasflessen op afstand van warmtebronnen; Zet ze vast in verticale stand en zorg dat de sleutel met ketting aan de fles bevestigd is, controleer of een vlamdover gemonteerd is; Sluit direct nat het beëindigen van uw werkzaamheden de flessen af; Gas en zuurstofflessen mogen nooit in een besloten ruimte worden geplaatst.
16. Grondwerk Overtuig je van de aanwezigheid van kabels en leidingen. Lokaliseer hiervan de juiste plaats en ga er niet van uit van tekeningen. Alle sleuven die meer dan 120 Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
16
cm diep zijn moeten geschraagd worden om instorting te voorkomen. Uitgraven grond moet ten minste 90 cm van de rand gestort worden; materialen ten minste 60 cm van de rand. Neem voorzorgen om te voorkomen dat ze erin vallen. Voertuigen mogen niet inrijden of werken nabij de rand van putten en sleuven. Waar dit niet vermeden kan worden dient afdoende versteviging aangebracht te worden om te voorkomen dat ze erin vallen. Voor meer informatie: Aboma grondwerk, putten en sleuven
17. Besloten ruimte Onder een ‘besloten ruimte’ wordt verstaan: een gesloten of deels open omgeving met een al dan niet vernauwde toegang en gebrekkige of slechte natuurlijke ventilatie, die niet ontworpen is voor het verblijf van personen, en waar activiteiten plaatsvinden die risico’s met zich meebrengen op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Besloten ruimten zijn onder normale omstandigheden van de omgeving afgesloten, maar worden toch regelmatig betreden voor inspecties, reparaties, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. In besloten ruimten kan een gevaarlijke atmosfeer aanwezig zijn (of door werkzaamheden ontstaan), waardoor in de ruimten of nabij openingen van de ruimten een levensbedreigende situatie of ernstige gezondheidsschade kan worden veroorzaakt. Deze gevaren zijn:
verstikking; bedwelming of vergiftiging; brand of explosie; gas- of stofexplosies.
Daarnaast zijn er enkele gevaren die te maken hebben met de aard en de vorm van de ruimte of het karakter van de uit te voeren werkzaamheden. Die gevaren zijn:
bewegende delen; stroomdoorgang (elektrocutie); vallen, uitglijden en vallende voorwerpen; struikelen over obstakels.
Besloten ruimten bij Oiltanking Amsterdam zijn:
Kruipruimten onder vloeren/ kelders Ketels; Putten en sleuven, dieper dan 2 meter;( geen tankputten) Tanks: In tanks;
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
17
Op een EFR (external floating roof) waarbij de afstand bovenkant rand tank en EFR groter is 1/3 of vulling kleiner is dan 2/3. In de cup van een cuptanks; Rioolstelsels.
Voordat een besloten ruimte betreden mag worden, moet eerst een onderzoek naar gevaren voor vergiftiging, verstikking, bedwelming, brand of explosie uitgevoerd worden. In dit onderzoek moet gekeken worden naar de risico’s met betrekking tot alle gevaren die in deze ruimte op kunnen treden. Naar aanleiding van dit onderzoek moeten passende maatregelen genomen worden om de bijbehorende risico’s te beheersen. Tevens moet de arbeidsplaats zo veel mogelijk vrij zijn van obstakels. Specifiek voor opslagtanks is er een aantal risico’s waar rekening mee gehouden dient te worden, zoals de kleine toegangsopeningen, grote loop-en klimafstanden en de slechte verlichtings en ventilatiemogelijkheden. De bewegingsvrijheid van de werknemers kan extra beperkt zijn door het dragen van beschermende kleding en ademhalingsapparatuur. Bovendien is de houding waarin het werk wordt uitgevoerd meestal niet optimaal. Werkzaamheden in een besloten ruimte zijn bijvoorbeeld onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden, reparaties en inspecties. Tenslotte kunnen door weersomstandigheden of door bepaalde werkzaamheden bepaalde gevaren toenemen:
Het verhogen van de omgevingstemperatuur Lage windsnelheid en veranderlijke windrichting, (verminderde ventilatie) Hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld bij mist ), verminderde ventilatie Lage luchtvochtigheid ( bijvoorbeeld bij vorst). Hierdoor kan kleding statisch worden, waardoor vonken kunnen ontstaan. Bij het schoonmaken ( schoonspuiten). Hierdoor kunnen dampen vrij komen van onderliggende lagen Het demonteren van onderdelen Lassen ( lasdampen die vrijkomen)
Voor meer informatie zie: Arbo informatieblad AI-5
18. Werken op hoogte Valgevaar en veilig werken op hoogte Voor het werken op hoogte binnen Oiltanking Amsterdam is er een beheersing van het valrisico voor personeel vanaf een tijdelijke werkplek op hoogte. Er is sprake van valgevaar door aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden, zoals openingen in vloeren, of als het gevaar bestaat om 2,5 meter of meer te vallen.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
18
Een tijdelijke werkplek is een werkplek die bedoeld is om voor beperkte duur te worden gebruikt en die geen deel uitmaakt van de permanente constructie. Indien gewerkt wordt op een goedgekeurde steiger is er geen valgevaar aanwezig. Deze Regeling is van toepassing op:
Assemblage, wijziging of ontmanteling van een werkplek Toegang tot en de wijze van verlaten van de werkplek Werkzaamheden die op of vanaf een werkplek moet worden uitgevoerd, waarbij valgevaar mogelijk is. Werkzaamheden uitgevoerd met behulp van een hoogwerker
Steigers Oiltanking is verantwoordelijk voor de steigerconstructies die op haar terrein zijn/worden geplaatst. Indien een steiger gereed en gekeurd is, wordt deze voorzien van een steigerlabel en overgedragen aan de gebruiker. Voor de gebruiker is de steiger dan een arbeidsmiddel in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet. De gebruiker dient er voor zorg te dragen, dat de steiger in dezelfde staat blijft zoals deze door de steigerbouwfirma is opgeleverd.
a. Stalen steiger M.b.t. de constructie is er onderscheid tussen zware en licht steigers:
Zware steigers hebben een maximale vloerbelasting van 300 kg/m2 en een staanderbelasting van 600 kg; Lichte steigers hebben een maximale vloerbelasting van 150 kg/m2 en een maximale staander belasting 400 kg
Voorschriften gebruik stalen steigers Stalen steigers moet voldoen aan hetgeen is gepubliceerd in het AIblad van de Arbeidsinspectie; Steiger mogen alleen opgebouwd en/of gewijzigd worden door medewerkers van geautoriseerd steigerbouwbedrijven; Het zelf wijzigen van een steiger is ten strengste verboden; Steiger mogen betreden worden zodra ze door de steigerbouwer zijn vrijgeven en de steger voorzien is van volledige getekende steigerkaart (rood/groen); Steigers mogen niet zwaarder worden belast dan de belasting waarvoor ze bestemd zijn; Materialen mogen op een werkvloer niet hoger zijn gestapeld dan 0.5m, tenzij hekwerken zij toegepast Er mag niet worden gewerkt op ladders en trappen die op de werkvloer staan; Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
19
Gladde vloeren en looppaden moeten worden schoongemaakt; Trapgaten en gaten in werkvloeren moeten goed zichtbaar worden afgeschermd; Een steiger moet worden voorzien zijn van een stalen werkvloer bij brandgevaarlijk werk; Steigers moeten van leuningen en kantplanken zijn voorzien, zo nodig moet een schrikvloer zijn aangebracht, indien deze voorzieningen niet of slechts ten dele kunnen worden aangebracht, moet gebruik worden gemaakt van vangnetten of veiligheidsgordels;
b. Rolsteigers De rolsteigers vindt in hoofdzaak toepassing daar waar gedurende korte tijd op hoogte moet worden gewerkt. M.b.t. het gebruik is er onderscheid tussen het gebruik binnenhuis en buitenhuis. De stabiliteit van een rolsteiger wordt mede bepaald door de verhouding van kleinste breedte van de rolsteiger tot de hoogte van de werkvloer. Als vuistregel voor maximale toegestane hoogte kan worden aangehouden: Binnenhuis 4 x de smalste basisbreedte; Buitenhuis 3 x de smalste basisbreedte. In gevallen dat er rekening moet worden gehouden met windbelasting moet de stabiliteit van de rolsteiger worden berekend. Bij werken op grote hoogte is niet altijd mogelijk de breedte aan te passen aan de hoogte. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van stabilisatoren. Bij een hoogte meer dan 10m is het aan te bevelen de rolsteiger te tuien of te koppelen aan een vast object. Bij windkracht 6 is ongeacht de hoogte een eis, tenzij de constructie zodanig is dat de rolsteiger onder alle omstandigheden overeind zal blijft. Voorschriften gebruik van rolsteigers Opbouwen conform de gebruikers handleiding Rolsteiger mogen betreden worden zodra ze door de steigerbouwer zijn vrijgeven en de steiger voorzien is van een volledige getekende scaftag; Rolsteiger mogen niet zwaarder worden belast dan de belasting waarvoor ze bestemd zijn; Gebruik rolsteigers op een goede vlakke vloer; Beklim een rolsteiger aan de binnenzijde; Gladde vloeren moeten worden schoongemaakt; Onder een werkvloer hoger dan 3.50m. boven de begane grond moet een volle schrikvloer worden aangebracht op maximaal 2m. onder de betreffende werkvloer; Het verrijden van een rolsteiger mag alleen over redelijk vlakke vloer of terrein; Met een rolsteiger mogen geen materialen of personen meerijden; Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
20
Voor het betreden van een steiger moet de gebruiker de steiger controleren op breken, deze moeten direct gemeld worden bij de leidinggevende en de steiger mag niet betreden worden; Gebruik altijd de blokkeerinrichting en gebruik deze;
Voor meer informatie zie: Arbo informatieblad AI-21
Ladders
Het gebruik van ladders als werkplek dient zoveel mogelijk te worden beperkt tot situaties waarin het gebruik van veiliger middelen niet mogelijk is of niet verlangd kan worden. Ladders mogen alleen worden gebruikt: indien het valrisico van de betreffende werkzaamheid klein is, en indien de gebruiksduur kort is, of de locatie geen veiliger middel (bijvoorbeeld een hoogwerker of een steiger) toestaat en de opdrachtgever deze locatieomstandigheden niet kan veranderen.
Het moet dus altijd gaan om één van de twee volgende combinaties: klein risico en korte gebruiksduur klein risico en veiliger middel niet mogelijk. In onderstaand schema zijn de begrippen ‘klein valrisico’ en ‘korte gebruiksduur’ toegelicht. Dit schema dient gehanteerd te worden bij de beoordeling in hoeverre het gebruik van een ladder geschikt is.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
21
Start
STAHOOGTE voeten boven vloerniveau met uitzondering van convenant gevelonderhoud
neen
minder dan 5m gro
neen
minder dan 2 uur gro
neen
nj e ora
en
ja
EFFECTIEVE STATIJD optelsom per project met uitzondering van convenant gevelonderhoud
tussen 5 en 7,5 m
RI&E / overleg
tussen 2 en 4 uur
neen
neen
nj e ora
en
ja
neen RI&E / overleg
KRACHTUITOEFENING fysiek zware arbeid ten gevolge van trekken en duwen vanaf de ladder met uitzondering van convenant gevelonderhoud
neen
minder dan 50N gro
tussen 50 en 100N
neen
nj e ora
en
ja
neen RI&E / overleg
REIKWIJDTE voor werken buiten ladder met uitzondering van convenant gevelonderhoud
neen
minder dan 1 armlengte gro
STOP werkzaamheden
en rood
veilig groen
Beoordelingsschema gebruik ladder Hieronder volgen aanwijzingen voor het opstellen en veilig gebruik van de ladder (veelal zijn deze ook van toepassing op een trap).
Er moet voldoende vrije ruimte zijn voor plaatsing van een ladder, het gebruik bij windkracht 6 of hoger is niet toegestaan; Een ladder moet worden opgesteld onder een hoek van ca. 75 graden (een vuistregel is om de tenen tegen de onderkant van de ladder te plaatsen en de ladder met gestrekte armen recht vooruit te pakken); Een ladder moet aan de onderzijde niet kunnen wegzakken of uitglijden; zonodig de ladder voorzien van een stabiliteitbalk; Een ladder moet aan de bovenzijde tegen zijdelings wegglijden worden geborgd; eventueel moet de ladder worden vastgezet met een touw; Een ladder moet tenminste een meter uitsteken boven de plaats waartoe hij toegang geeft. Bij het afstappen van de ladder op hoogte moet er een deugdelijke steun zijn.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
22
Plaats een ladder niet op een hellend vlak, een zachte oneffen of gladde ondergrond, op een tafel of kist, achterstevoren of ondersteboven; Sporten en ladderschoenen schoon houden; de ladder niet beklimmen met gladde of vervuilde zolen; Beklim een ladder met het gezicht naar de ladder toe en gebruik twee handen; materiaal en gereedschap kunnen beter met een touw omhoog worden gebracht; De toegang van de ladders steeds vrijhouden van obstakels, zonodig markeren met schrikhekken; Sluit een deur af of blokkeer de doorgang als u een ladder voor een deur moet plaatsen; Plaats metalen ladders nooit in de buurt van onder spanning staande blanke delen; houd minimaal een afstand van twee meter aan of gebruik een geïsoleerde ladder (hout/ kunststof); Reik nooit verder dan één armlengte buiten de ladder en steun nooit met een voet (op bijvoorbeeld) een raamkozijn of dorpel; de ladder kan gaan schuiven; Plaats een ladder niet direct tegen een raam; gebruik in dit geval dwarssteunen; Beklim een ladder of trap (zonder platform) nooit hoger dan de vierde tree van boven; Uit overwegingen van veiligheid voor de omgeving mogen ladders niet onbeheerd worden achtergelaten.
19. Valbescherming/valbeveiliging Bij werkzaamheden uitgevoerd met behulp van een hoogwerker met giek moet “uit de bak vallen” worden voorkomen. De bescherming tegen vallen bestaat uit een harnasgordel en een korte positioneringslijn (zonder die tot gevolg heeft dat de persoon nooit over de leuning kan vallen. Deze draagplicht geldt niet voor schaarhoogwerkers en hefsteigers. Er zijn 2 hoofdelementen die in ogenschouw genomen moeten worden bij het maken van een keuze voor de benodigde materialen: De valfactor Deze geeft de verhouding aan tussen de hoogte van de val en de lengte van de lijn die beschikbaar is om de schokkracht van de val te absorberen. De valvrijheid Deze geeft de (benodigde) afstand aan tussen het bevestigingspunt en de grond (of het eerste obstakel) bij een val.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
23
Deze 2 belangrijke factoren bepalen de uiteindelijke keuze van de werkmethode en benodigde materialen. Hoe hoger de valfactor, hoe groter de vrijgekomen krachten en de noodzaak deze te absorberen. De valvrijheid is variabel en altijd afhankelijk van de valfactor, de praktijksituatie, en het type valstopapparaat dat wordt gebruikt. TWEE EXTREME VOORBEELDEN:
Gebruik van een vanglijn van 2 meter met geïntegreerde valdemper bij valfactor 2.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
24
Dit is de situatie waarbij de benodigde valvrijheid het grootst is. Er wordt dan ook aanbevolen om deze situatie te vermijden. Gebruik van een automatisch valstopapparaat bij valfactor 0. Omdat een automatisch valstopapparaat in bijna alle gevallen direct automatisch blokkeert bij een val, verzekert het gebruik hiervan in deze situatie (bij bevestiging op het hoogste punt boven het hoofd) de laagste valvrijheid en is derhalve de ideale situatie. Slingereffect of pendulewerking Naast de valfactor en de valvrijheid is het noodzakelijk om in sommige situaties rekening te houden met het slingereffect of de pendulewerking.
Zoals het voorbeeld laat zien, is de valvrijheid aanzienlijk, ook bij gebruikmaking van een automatisch valstopapparaat met valfactor 0, als de gebruiker zich niet juist positioneert ten opzichte van het bevestigingspunt, maar hier significant links of rechts van. De berekening van de valvrijheid dient niet alleen rekening te houden met de valfactor maar eveneens met de mogelijke afstand en bewegingsvrijheid van de gebruiker ten opzichte van het bevestigingspunt.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
25
20. Hijs- en hefwerkzaamheden Alle hijsen hefwerktuigen, hijsen hefgereedschappen veiligheidsvoorzieningen dienen aantoonbaar te zijn goedgekeurd.
en
hun
Voorafgaand aan het gebruik dienen hijs- en hefmiddelen door de gebruiker gecontroleerd te worden op: werklast, merktekens, afkeurnormen en of het betreffende hijs- of hefmiddel geschikt is voor het beoogde gebruik.
Risicobeoordeling Voor alle hef- en hijswerkzaamheden moet een risicobeoordeling gemaakt worden. Deze risicobeoordeling omvat in elk geval:
De planmatige voorbereiding van de hijs- en hefwerkzaamheden; Het soort hijsgereedschap en het gebruik ervan; De stabiliteit van de last; Kantelgevaar bij mobiele kranen; Omstandigheden die het zicht van de kraandrijver kunnen belemmeren; Omgevingsfactoren die additionele risico’s met zich mee kunnen brengen voor de hijs- en hefwerkzaamheden: o Aanrijdgevaar o Elektrocutiegevaar o Vlakke en draagkrachtige ondergrond van de opstelplaats1;
Risico’s die samenhangen met de hijs- en hefwerkzaamheden ten aanzien van activiteiten in de nabijheid. Hijsen mag tot max 6 beaufort (10,8 m/s)
Specificaties voor hijsen Alle hijs- en hefwerkzaamheden vereisen een beschrijving en risicobeoordeling te omvatten zoals:
Specificatie van de aan het gebruik voorafgaande controles van werktuigen, hulpmiddelen, borg- en aanslagmiddelen en veiligheidsvoorzieningen; Aanwijzing van één persoon die de leiding heeft over de activiteiten; Specificatie van de communicatie en coördinatie tussen de personen die betrokken zijn bij de hijs- en hefwerkzaamheden; Identificatie van de veilige positie(s), paden en looproutes voor medewerkers die betrokken zijn bij de hijs- en hefwerkzaamheden; Maatregelen die zeker stellen dat overige personeel op een veilige afstand is en blijft van de hijs- en hefwerkzaamheden.
Gebruik hoogwerkers
1
Het gebruik van hoogwerkers is conform opleiding en gebruikershandleiding. Bij het verplaatsen in een gebouw dient op de grond toezicht te zijn.
Geldt voor hoogwerkers en mobiele kranen Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
26
Met een hoogwerker mogen geen hijswerkzaamheden worden verricht. Er mag niets buiten de bak steken. Indien op een hoogte van meer dan 25 meter wordt gewerkt, is een radioverbinding met iemand op de grond verplicht. De giek of het platform mag niet steunen tegen een constructie. In- en uitstappen op hoogte is verboden. Tijdens het rijden met geheven last dient de hoogwerker voldoende te zijn gezekerd tegen kantelen (goede en draagkrachtige rijweg, beperkte rijsnelheid, aangepaste remwerking)
Tien Gouden regels Voor aanvang, tijdens en na afloop van hijswerkzaamheden is het van belang dat de 10 Gouden regels worden gehanteerd. Deze zijn: 10 Gouden regels bij hijswerkzaamheden 1.
Een goede (werk)voorbereiding is noodzakelijk
2.
“Effe gauw” kan dodelijk zijn
3.
Goede communicatie voor en tijdens de klus is vereist
4.
Sla de last goed aan met geschikt gereedschap
5.
Check of de last niet kan blijven vasthangen of haken
6.
Neem een veilige positie in en houd handen vrij en gebruik bij voorkeur een geleide lijn
7.
Hijs uitsluitend verticaal
8.
Houd de last zo laag mogelijk
9.
Houd rekening met de omgeving tijdens het hijsen
10. Evalueer de klus en verbeter….
21. Opleiding en competenties Elke medewerker van Oiltanking Amsterdam die lasten aanslaat binnen Oiltanking Amsterdam dient opgeleid te zijn conform de opleiding ‘Hijsen (veilig aanslaan van lasten)’. Voor Firma medewerkers geldt minimaal een aantoonbaar vergelijkbaar niveau. Eens per drie jaar dient er een opfristraining te worden gevolgd. Voor medewerkers van Oiltanking die hijs- en hefwerktuigen bedienen geldt dat zij hiervoor dienen te zijn opgeleid conform één of meerdere vakopleidingen.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
27
Voor Firma medewerkers geldt minimaal een aantoonbaar vergelijkbaar niveau. Eens per drie jaar dient er een opfristraining te worden gevolgd. Voor mobiele kranen, torenkranen en mobiele hei-installaties geldt dat de bediener in het bezit dient te zijn van een geldig certificaat van de stichting TCVT (Toezicht Certificatie Verticaal Transport). Medewerkers die inspecties en onderhoud uitvoeren en medewerkers die betrokken zijn bij inspecties en onderhoud van hijs- en hefmiddelen dienen gekwalificeerd en competent te zijn.
Oiltanking Amsterdam B.V. | Algemene en Specifieke Veiligheidsvoorschriften 2013
28