Agri, Food & Life Sciences. Opleidingen voltijd

Agri, Food & Life Sciences Opleidingen 2016-2017 voltijd

Agri, Food & Life Sciences Opleidingen 2016-2017

Inhoud Welkom – 3 Opleidingsoverzicht Agri, Food & Life Sciences – 5 Inleiding Life Sciences opleidingen – 6 Opleidingen: – Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek – 8 – Biotechnologie – 14 – Chemie – 20 – Dier- en Veehouderij – 26 – Food Commerce and Technology – 34 – Landscape and Environment Management – 44 – Tuinbouw & Agribusiness – 52

Over Hogeschool Inholland – 60 Ons onderwijs – 61 Je studiekeuze maken – 63 Praktische informatie – 65

Welkom Heb je belangstelling voor vraagstukken die te maken hebben met leefbaarheid, gezondheid, voedselbeschikbaarheid, voedselveiligheid, dierenwelzijn, biologie, natuur en milieu? Dan bieden wij jou een aantal interessante opleidingen waarmee je nationaal en internationaal het verschil kunt maken. Onze opleidingen met betrekking tot deze vraag stukken zijn Biologie en Medisch Laboratoriumonder zoek, Biotechnologie, Chemie, Dier- en Veehouderij, Food Commerce and Technology, Landscape and Environment Management en Tuinbouw & Agri business. Als student van deze opleidingen zoek je actief naar antwoorden, gericht op een goede gezondheid van mens en dier in balans met de zorg voor Moeder Aarde, op micro-, meso- en macroniveau. De opleidingen zijn praktijkgericht met echte bedrijfsen onderzoeksopdrachten. Met je medestudenten ga je aan de slag in multidisciplinaire teams om vraag stukken vanuit verschillende perspectieven te bekijken en op te lossen. Vanuit de arbeidsmarkt is er grote vraag naar gemotiveerde, en nieuwsgierige jonge mensen met een afgeronde hbo-opleiding op het gebied van Agri, Food en Life Sciences. De opleidingen bieden voldoende toekomstperspectief. Werkgevers ontvangen je met open armen!

De keuze van een hbo-opleiding is een belangrijke beslissing. Stel jezelf tijdens het studiekeuzeproces daarom een aantal kritische vragen en maak tijd vrij voor een goede oriëntatie. Wat vind je leuk, wat past bij jou en wat wil je bereiken met je opleiding? Hogeschool Inholland heeft verschillende tools in huis om je te helpen met je studiekeuze. Via onze website en sociale mediakanalen kun je contact opnemen met onze huidige studenten. Ze vertellen je graag over hun opleiding en kunnen je vragen direct beantwoorden. Ik wens je veel succes bij het maken van je studiekeuze. Hopelijk zien we je op één van onze Open Dagen of Open Avonden! Gerard van Oosten Hogeschooldirecteur Agri, Food & Life Sciences

4


Menstype In deze brochure vind je iconen die een menstype weergeven. Zo kun je zien welke opleiding het beste aansluit op jouw persoonlijkheid. Praktisch: je werkt graag met je handen, hebt technisch inzicht en je gebruikt je lichaamskracht. Je houdt ervan om nauwkeurig te werken met materialen en je ziet het liefst direct resultaat. Analytisch: je bent observerend en onderzoekend. Je stelt graag kritische vragen en je bent niet tevreden totdat je een onderwerp helemaal hebt uitgezocht. Kunstzinnig: je bent origineel en creatief. Vaak kun je goed schrijven, dansen, toneel spelen of muziek maken. Administratieve taken en gestructureerde werkzaamheden vind je minder leuk om te doen. Sociaal: je krijgt energie van omgaan met mensen. Bijvoorbeeld door ze te informeren, hulp te bieden, onderwijzen of te amuseren. Je hebt geduld, bent begripvol en je voelt aan wat je wel en niet moet zeggen. Ondernemend: je bent een leider en je streeft graag politieke of economische doelen na. Je bent niet bang om in het middelpunt van de aandacht te staan en je weet hoe je mensen moet overtuigen. Conventioneel: je komt het best tot je recht wanneer je werkzaamheden uitvoert die duidelijk geordend en gestructureerd zijn. Je bent betrouwbaar en op de hoogte van alle regels en voorschriften.

Opleidingsoverzicht Agri, Food & Life Sciences Opleidingen en locaties

Voltijd

Amsterdam Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek • Biotechnologie • Chemie • Food Commerce and Technology • Delft Dier- en Veehouderij Food Commerce and Technology Landscape and Environment Management Tuinbouw & Agribusiness

• • • • 5

6


Life Sciences opleidingen De drie opleidingen Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek, Biotechnologie en Chemie hebben gemeen dat zij opleiden tot analist in het brede gebied van Life Sciences. Afgestudeerden komen in verschillende functies terecht bij gespecialiseerde bedrijven of ziekenhuizen. Onze studenten beschikken over een stevige basiskennis en een brede oriëntatie op alle terreinen van Life Sciences. Hierdoor kunnen ze zich snel inwerken in nieuwe informatie en praktische vaardigheden en zich het inhoudelijke werk terrein van hun toekomstige werkgever in een relatief korte periode eigen maken. De overeenkomsten vormen een belangrijke reden dat deze opleidingen een gezamenlijke propedeuse hebben. Hierdoor word je in staat gesteld je breed te oriënteren op het gebied van Life Sciences. Een tweede reden voor de gezamenlijke propedeuse is dat de brede oriëntatie je een jaar de tijd geeft om

erachter te komen welke opleiding het beste bij jou past. Je bent daardoor in staat aan het eind van de propedeuse bewust je eigen richting te kiezen op het gebied van Life Sciences.

Je schrijft je in bij de opleiding waar je voorkeur naar uitgaat: –– Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) –– Biotechnologie –– Chemie. Het eerste studiejaar volg je de gezamenlijke pro pedeuse. Aan het einde van dit jaar kies je voor Chemie (Chemistry) of voor BML/ Biotechnologie (Life Sciences). Na de propedeuse volgt Chemie een eigen programma. Kies je voor BML/ Biotechnologie dan volg je een tweede gezamenlijk jaar. Aan het eind van het tweede studiejaar kies je definitief voor BML of Biotechnologie. Bij zowel BML als Biotechnologie zijn er weer keuzes mogelijk. BML kent twee afstudeerrichtingen: Medische Diagnostiek en Bioresearch.

Instroomcursus Kennis van basischemie en chemisch rekenen is een belangrijke basis voor alle drie Life Sciences & Chemistry opleidingen. Over het algemeen biedt je vooropleiding voldoende voorbereiding op de opleidingen, maar om je in staat te stellen je nog beter voor te bereiden bieden we je de volgende mogelijkheden. –– Aan iedereen die zich voor één van deze drie oplei dingen aanmeldt wordt per e-mail een zelfstudiepakket verzonden. Hiermee kun je je eigen niveau op het gebied van basischemie en chemisch rekenen toetsen. Ook biedt het pakket mogelijkheden om te oefenen. –– Van eind januari t/m april 2016 organiseren we een (instroom) cursus. Deze bestaat uit 10 dinsdagavonden en vindt plaats in het OZW-gebouw (De Boelelaan, Amsterdam). Deelname kost € 95. De cursus komt in veel gevallen ook mooi van pas in de voorbereiding op je eindexamen. Je kunt je voor de cursus opgeven d.m.v. een e-mail naar: [email protected].

Biotechnologie kent geen afstudeerrichtingen. Wel is het mogelijk accenten te leggen binnen de opleiding Biotechnologie: een groen accent (agri) en een rood accent (medisch).

Overzicht van de opbouw van de opleidingen: opleiding

Chemie

Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

Biotechnologie

jaar 1

gezamenlijke propedeuse

jaar 2

Chemistry

jaar 3

Chemie

Bioresearch

Medische Diagnostiek

Biotechnologie

jaar 4

Chemie

Bioresearch

Medische Diagnostiek

Biotechnologie groen accent (agri)

Life Sciences

Biotechnologie rood accent (medisch)

7

8


Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Waarom worden mensen ziek? Hoe ontstaat kanker? Wat gebeurt er met hun bloedwaarden en hoe kun je die verbeteren? Hoe maak je vaccins? Houden deze vragen jou bezig? Dan is de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek jou op het lijf geschreven.


De opleiding In de praktijkgerichte bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) staat laboratoriumonderzoek naar chemische processen in levende organismen centraal. Je leert analysetech nieken, krijgt inzicht in de stofwisseling en het im muunsysteem en doet kennis op over microbiologie, hematologie, biochemie en DNA-technieken. Je leert hoe je experimenten uitvoert en je onder zoekt vraagstukken rond ziekte en herstel. Na deze vierjarige opleiding kun je als analist aan de slag in de medische diagnostiek of in de bioresearch.

en praktijk. Het werk van analisten heeft een sterk projectmatig karakter, daarom wordt projectmatig werken je ook geleidelijk bijgebracht. Stap voor stap leer je het basisproces van een analist beheersen: het opstellen van een onderzoeksplan, het uitvoeren van experimenten en het rapporteren en presenteren van de resultaten van deze experimenten, tot je dit uiteindelijk op hbo-niveau beheerst. Een team van hoogopgeleide en enthousiaste docenten staat klaar om je tijdens je studie te ondersteunen. Toelatingseisen

Past deze opleiding bij jou? Wat is nodig voor de genezing van hersenvliesont steking? Welke bloedwaarden zijn van belang bij welke ziekte? Hoe interpreteer je analyseresultaten? Hoe zet je onderzoek op? Om dit soort vragen draait het bij deze opleiding. Ben je goed in scheikunde? Werk je nauwkeurig? Beheers je de Nederlandse taal in woord en geschrift? Kun je goed samenwerken? En wil je na je studie werken in de medische diag nostiek of de bioresearch? Onderzoek je mogelijk heden met de voltijdopleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek! Waarom deze opleiding? Je wordt niet alleen opgeleid tot biologisch en medisch analist, je krijgt ook de mogelijkheid je breed te oriënteren op het gebied van Life Sciences. Misschien is de opleiding BML al een zekere keuze, maar aan het eind van de propedeuse zou je zelfs nog kunnen overstappen naar Chemie of aan het eind van het tweede jaar naar Biotechnologie. Kies je voor BML dan kun je naast een brede oriëntatie een gedegen opleiding verwachten. Het programma bestaat uit een goed afgewogen mix van theorie

Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo









Vwo









Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding Je kunt de opleiding BML volgen op de locatie Amsterdam. De opleiding BML is gehuisvest in het OZW-gebouw op de VU-campus, vlak bij het NS-station Amsterdam Zuid/WTC. Hier krijg je de theoretische lessen. Voor praktijklessen wordt gebruikgemaakt van laboratoria in het pand aan de Naaldwijkstraat 45 (twee metrohaltes vanaf het NS-station Amsterdam Zuid).

Lees het interview met docent Frens Pies op www.inholland.nl/frens 9

10


Het studieprogramma Opbouw van de opleiding Bij deze opleiding begin je in de brede propedeuse Life Sciences & Chemistry samen met studenten van andere laboratoriumopleidingen. Je krijgt gedegen theorieonderwijs, traint je laboratoriumvaardigheden en leert projectmatig werken. Je leert het vak van analist; van het opstellen van een onderzoeksplan en het uitvoeren van experimenten tot en met het presenteren van de resultaten. Het tweede jaar is gemeenschappelijk voor alle studenten Life Sciences (de opleidingen BML en Biotechnologie samen). Je verdiept je kennis en breidt je vaardigheden uit. Aan het eind van het tweede jaar maak je een keuze uit Medische Diagnostiek of Bioresearch, de twee afstudeerrichtingen van Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Je kunt dan ook nog over stappen naar Biotechnologie. In het derde en vierde jaar van BML stel je je eigen studieprogramma samen door minors te kiezen. In de eerste helft van het derde jaar loop je stage bij een ziekenhuis of onderzoeksinstelling. Het gehele vierde jaar studeer je af. De opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek kent de volgende fasen: –– de opleiding begint met een gezamenlijk eerste studiejaar met de opleidingen Biotechnologie en Chemie. Aspecten van de drie opleidingen komen dan aan de orde. Dat geeft je de kans je te oriënteren op het brede gebied van Life Sciences & Chemistry. Je ontwikkelt zo ook voldoende basiskennis en vaardigheden op het gebied van chemie, die voor de opleiding BML noodzakelijk zijn; –– het tweede studiejaar volg je voor een groot deel gezamenlijk met de opleiding

Biotechnologie. Je kunt je zo voldoende oriënteren om definitief voor BML te kiezen en bent in staat een keuze te maken uit de twee studierichtingen (meer medisch gericht of meer research gericht); –– als je aan het einde van het tweede studiejaar definitief voor BML kiest (je zou nog kunnen overstappen naar Biotechnologie) maak je een keuze uit twee studierichtingen. Omschrijving eerste en tweede jaar Het eerste jaar, ook wel propedeuse genoemd, bestaat uit een brede oriëntatie op het gebied van Life Sciences. Je hebt ongeveer twintig lesuren per week, inclusief activiteiten als studieloopbaan begeleiding. Daarnaast studeer je in studie- en projectgroepen en natuurlijk zelfstandig. Aan het eind van de propedeuse word je geacht het werk proces van de analist op basisniveau te beheersen: je kunt een onderzoeksplan opstellen, de experimenten uitvoeren en de resultaten rapporte ren en presenteren. Aan het eind van het jaar wordt getoetst welke richting je het beste ligt. In het tweede jaar verdiep je je verder in Life Sciences. De opzet van het onderwijs is als in de propedeuse. Het aantal lesuren is iets minder (er wordt van je verwacht dat je zelfstandiger kunt werken), de wekelijkse praktijkdag blijft. Aan het eind van het tweede studiejaar heb je een stevige basis op het gebied van Life Sciences en kies je definitief voor de opleiding BML en de studierichting Medische Diagnostiek of Bioresearch. Ook wordt dan getoetst of je klaar bent voor je stage.


Welke vakken krijg je? Je volgt lessen in en werkt aan projecten over onderwerpen als basischemie, organische chemie, fermenteren, forensic science, biotechnologie, (medische) microbiologie, oncologie, onderzoeken, moleculaire diagnostiek, recombinant DNA-technologie, statistiek, kloneren, roots, ethiek en wetenschapsfilosofie, de cel en eiwitten. Ook volg je minors als ziekten en afweer en laboratorium diagnostiek (afstudeerrichting Medische Diagnostiek) en bioresearchtech nieken en genoomanalyse (Bioresearch). Keuzeonderwijs De opleiding BML kent twee afstudeerrichtingen: Medische Diagnostiek en Bioresearch. De afstudeerrichtingen bestaan uit stage, minors en afstuderen en beslaan zo dus het hele derde en vierde studiejaar. De namen van de studierichtingen spreken eigenlijk voor zich. Bij Medische Diagnostiek ga je patiëntmateriaal onderzoeken om vervolgens een medische diagnose te kunnen stellen, bijvoorbeeld in een ziekenhuis of medisch laboratorium. Bij Bioresearch richt je je vooral op onderzoek naar chemische processen in levende organismen, denk bijvoorbeeld aan kankeronderzoek. Dergelijk onderzoek vindt plaats in een universiteitsziekenhuis of bij instituten zoals het Nederlands Kanker Instituut. Stage Tijdens de stageperiode van ongeveer zes maanden werk je in een praktijk situatie aan de competenties onderzoeken en experimenteren. Je kunt zelf bepalen waar je stage gaat lopen. Wordt het een ziekenhuis, onderzoeks instelling of bedrijf? Kies je voor een grote of juist liever voor een kleine organisatie? Blijf je in Nederland of wil je naar het buitenland? Hogeschool Inholland beschikt over een uitgebreide database van stagebedrijven en vacatures. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld het Nederlands Kanker Instituut, de bloedtransfusiedienst Sanquin, een farmaceutisch bedrijf of een (universiteits)ziekenhuis. In alle gevallen word je begeleid vanuit de opleiding en de stageinstelling. Afstuderen Als je de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek succesvol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Science en mag je de titel BSc voeren. 11

12


Na de opleiding Aanverwante opleidingen De opleidingen Chemie en Biotechnologie zijn ver want, BML deelt met deze opleidingen een gezamen lijke propedeuse. Biotechnologie richt zich op het toepassen van organismen om producten te maken als stoffen, voeding en medicijnen. De opleiding Chemie richt zich op analytische chemie.

Verder studeren Het diploma geeft je toegang tot een breed aanbod aan (master)opleidingen in binnen- en buitenland, zoals biomedische wetenschappen. Je kunt door studeren aan een hogeschool of een universiteit (zo’n veertig procent van de BML-afgestudeerden doet dit).


Beroepsprofiel en beroepen Volg je de afstudeerrichting Medische Diagnostiek van BML, dan kun je aan de slag als analist in een ziekenhuislaboratorium of bij een medisch onder zoeksinstituut. Daar analyseer je de gezondheid van patiënten aan de hand van laboratoriumonder zoeken. Je voert laboratoriumtaken uit of geeft leiding. Volg je de afstudeerrichting Bioresearch van BML, dan kun je als analist gaan werken bij (academische) onderzoeksinstellingen of in het bedrijfsleven. Je werkt dan aan onderzoeksprojecten over bijvoorbeeld het ontstaan en de bestrijding van allerlei ziekten of over biochemische processen bij melkbacteriën, de zeeflora, etc.

Moleculair biologisch analist Je onderzoekt en analyseert onder meer DNA en eiwitten om vraagstukken in bijvoorbeeld de medische wetenschap of landbouwwetenschap op te lossen. Moleculaire biologie houdt zich bezig met de structuur en het functioneren van cellen of organismen op moleculair niveau. Je werkt met moderne apparatuur, doet proeven en rapporteert over onderzoeksresultaten.

De opleiding BML geeft je een goede basis om als analist te werken in een ziekenhuis, onderzoeks instelling of bedrijf. Je kunt na je opleiding bijvoor beeld aan de slag als:

Onderzoeksinstellingen zijn bijvoorbeeld: –– het Nederlands Kanker Instituut –– TNO –– bloedtransfusielaboratorium Sanquin –– NIZO (zuivelonderzoek) –– het Koninklijk Instituut voor de Tropen –– NIOZ (zeeflora).

Klinisch chemisch/hematologisch analist Je onderzoekt en analyseert chemische producten. Meestal werk je in een laboratorium. Bijvoorbeeld in de procesindustrie, waar grondstoffen worden omgezet in eindproducten door chemische of fysische bewerkingen. Microbiologisch analist Je controleert biologisch materiaal op de aanwezig heid van micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels. Het doel van je analyse is bijvoorbeeld onderzoeken wat de invloed van micro-organismen is op de houdbaarheid van levensmiddelen of op de kwaliteit van water.

Werkveld Dankzij het brede karakter van de opleiding BML kun je aan het werk bij een (universiteits) ziekenhuis, onderzoeksinstelling of een bedrijf.

Voorbeelden uit het bedrijfsleven zijn: –– Abbott –– Galapagos –– DSM –– Cargill –– Kerry –– Bejo Zaden –– Crucell –– Centocor. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/bml.

Lees het interview met student Maureen Manse op www.inholland.nl/maureen 13

14


Biotechnologie Wil je weten of je huidweefsel kunt kweken uit menselijke cellen? Of welke chemische processen een rol spelen bij het brouwen van bier? Onderzoek de wereld van de levende organismen met de opleiding Biotechnologie.

Biotechnologie

De opleiding Centraal in de voltijdopleiding Biotechnologie staat industriële toepasbaarheid van de ‘moleculaire’ biologie en het produceren van bruikbare stoffen met behulp van levende organismen. Je krijgt inzicht in de chemische en celbiologische processen en onderzoekt menselijk, dierlijk en plantaardig mate riaal. Je leert DNA-technieken en doet kennis op over microbiologie, biotechnologie, biochemie en bioinformatica. Bijvoorbeeld over hoe de stofwisseling van bacteriën precies verloopt en wat de rol van enzymen is bij het maken van brandstof uit plant aardig en dierlijk afval. Als je klaar bent met deze opleiding staat niets je in de weg om aan de slag te gaan als biotechnologisch analist. Past deze opleiding bij jou? Hoe gebruik je gisten en bacteriën voor de productie van medicijnen? Hoe verbeter je plantenrassen met behulp van biotechnologische technieken? Kun je menselijke cellen gebruiken voor het produceren van huidweefsel? Om dit soort vragen draait het bij deze opleiding. Ben je goed in scheikunde? Werk je nauwkeurig? Beheers je de Nederlandse taal in woord en geschrift? Kun je goed samenwerken? En wil je na je studie werken in de biotechnologie? Dan is de vierjarige bacheloropleiding Biotechno logie zeer geschikt voor jou. Waarom deze opleiding? Je wordt niet alleen opgeleid tot biotechnologisch analist, je krijgt ook de mogelijkheid je breed te oriënteren op het gebied van Life Sciences. Misschien is de opleiding Biotechnologie al een zekere keuze, maar aan het eind van de propedeuse zou je zelfs nog kunnen overstappen naar Chemie of aan het eind van het tweede jaar naar BML. Kies je voor Biotechnologie dan kun je naast een brede oriëntatie een gedegen opleiding verwachten. Het

programma bestaat uit een goed afgewogen mix van theorie en praktijk. Het werk van biotechnologisch analisten heeft een sterk projectmatig karakter, daar om wordt projectmatig werken je ook geleidelijk bij gebracht. Stap voor stap leer je het basisproces van een chemisch analist beheersen: het opstellen van een onderzoeksplan, het uitvoeren van experimenten en het rapporteren en presenteren van de resultaten van deze experimenten, tot je dit uiteindelijk op hboniveau beheerst. Een team van hoogopgeleide en enthousiaste docenten staat klaar om je in je studie te ondersteunen. Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo









Vwo









Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding Je kunt de opleiding Biotechnologie volgen op de locatie Amsterdam. De opleiding is gehuisvest in het OZW-gebouw op de VU-campus, vlak bij het NS-station Amsterdam Zuid/WTC. Hier krijg je de theoretische lessen. Voor praktijklessen wordt gebruikgemaakt van laboratoria in het pand aan de Naaldwijkstraat 45 (twee metrohaltes vanaf NS-station Amsterdam Zuid).

15

16


Het studieprogramma Opbouw van de opleiding Je begint in de brede propedeuse Life Sciences samen met studenten van de andere laboratorium opleidingen van Inholland. Je krijgt gedegen theo rieonderwijs, traint je laboratoriumvaardigheden en leert projectmatig werken. Je leert het vak van analist, van het opstellen van een onderzoeksplan en het uitvoeren van experimenten tot het presenteren van de resultaten. Het tweede jaar is gemeenschappelijk voor alle studenten Life Sciences. Je verdiept je kennis en breidt je vaardigheden uit. Aan het eind van het tweede jaar kies je echt voor Biotechnologie. Je kunt dan ook nog overstappen naar Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML), met een keus uit de afstudeerrichtingen Medische Diagnostiek of Bioresearch. In het derde en vierde jaar van Biotechnologie stel je je eigen studieprogramma samen door minors te kiezen. In de eerste helft van het derde jaar loop je stage bij een ziekenhuis of instelling. In de tweede helft van het vierde jaar studeer je af. Omschrijving eerste en tweede jaar Het eerste jaar, ook wel propedeuse genoemd, bestaat uit een brede oriëntatie op het gebied van Life Sciences. Je hebt ongeveer twintig lesuren per week, inclusief activiteiten en studiebegeleiding. Daarnaast studeer je zelfstandig en in studie- en projectgroepen. Aan het eind van de propedeuse word je geacht het werkproces van de analist op basaal niveau te beheersen: je kunt een onderzoeks plan opstellen, de experimenten uitvoeren en de resultaten rapporteren en presenteren. Aan het eind van het jaar wordt getoetst welke richting je het beste ligt.

In het tweede jaar verdiep je je verder in Life Sciences. De opzet van het onderwijs is als in de propedeuse, maar het aantal lesuren is iets minder (er wordt van je verwacht dat je zelfstandig kunt werken). Aan het eind van het tweede studiejaar heb je een grondige basiskennis op het gebied van Life Sciences en kies je definitief voor de opleiding Biotechnologie. Ook wordt dan getoetst of je klaar bent voor je stage. Welke vakken krijg je? Je volgt lessen in en werkt aan projecten over onderwerpen als basischemie, organische chemie, fermenteren, forensic science, biotechnologie, (medische) microbiologie, oncologie, onderzoeken, moleculaire diagnostiek, recombinant DNA-technologie, statistiek, kloneren, roots, ethiek en wetenschapsfilosofie, de cel en eiwitten. Ook volg je minors als green technology (groen accent), bioresearch technieken (wit accent) en ziekten & afweer (rood accent) en bioinformatics.

Lees het interview met student Romeo Lascaris op www.inholland.nl/romeo

Biotechnologie

Keuzeonderwijs De opleiding Biotechnologie kent de volgende fasen: –– de opleiding begint met een gezamenlijk eerste studiejaar met de opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) en Chemie. Aspecten van de drie opleidingen komen dan aan de orde. Dat geeft je de kans je te oriënteren op het brede gebied van Life Sciences. Je ontwikkelt zo ook voldoende basiskennis en vaardigheden op het gebied van chemie, die voor de opleiding Biotechnologie nood zakelijk zijn; –– het tweede studiejaar is voor een groot deel een gezamenlijk studiejaar met de opleiding BML. Je kunt je zo voldoende oriënteren om definitief voor Biotechnologie te kiezen of alsnog over te stappen naar BML; –– als je aan het einde van het tweede studiejaar definitief voor Biotechnologie kiest ga je in het derde studiejaar stage lopen en keuze onderwijs volgen en in het vierde studiejaar afstuderen. Met een wel overwogen selectie van je stage, afstudeeropdracht en keuzeonderwijs kun jij je opleiding Biotechnologie een geheel eigen accent geven. Als uitstroom richting kun je kiezen uit een groen accent (agri) of een rood accent (medisch).

17

18


Stage Tijdens de stageperiode van ongeveer zes maanden werk je in een praktijksituatie aan de competenties onderzoeken en experimenteren. Je kunt zelf bepalen waar je stage gaat lopen. Wordt het een biotechnologisch bedrijf, een universiteit of een onderzoeksinstelling? Blijf je in Nederland of wil je naar het buitenland? Hogeschool Inholland beschikt over een uitgebreid netwerk van stagebedrijven en vacatures. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld het Nederlands Kanker Instituut, de bloedtransfusiedienst Sanquin of een wetenschappelijk onderzoeksinstituut voor zaadveredeling. In alle gevallen word je bege leid vanuit de opleiding en de stage-instelling. Afstuderen Je sluit je studie af met een presentatie en een eind gesprek, waarin je de uitvoering en resultaten van je afstudeerproject verdedigt. Als je de opleiding Biotechnologie succesvol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Science en mag je ook de titel BSc voeren. Aanverwante opleidingen Het eerste jaar is voor alle studenten van Life Sciences hetzelfde. Daar horen ook de opleidingen Chemie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) bij. Het tweede jaar volg je samen met de studenten BML. Als je tijdens het eerste jaar ontdekt dat je liever verder gaat met Chemie, dan kun je makkelijk over stappen. Aan het eind van het tweede jaar maak je de keus tussen Biotechnologie of een van de afstudeer richtingen van BML.

Biotechnologie

Na de opleiding Verder studeren Het diploma geeft je toegang tot een breed aanbod aan (master)opleidingen in binnen- en buitenland. Je kunt aan een hogeschool of universiteit een bio chemische of biomedische master volgen. Bij veel universitaire masters in Life Sciences kun je direct na je opleiding Biotechnologie beginnen, zonder het hbo-wo-doorstroomprogramma te volgen. Beroepsprofiel en beroepen De opleiding Biotechnologie leidt je op tot een analist die weet hoe je met wetenschap en techno logie levende organismen kunt inzetten om voor de mens bruikbare producten te maken. Je kunt kiezen voor een onderzoeksfunctie in een laboratorium of een adviserende/voorlichtende functie. De opleiding geeft je een goede basis om een bio technologische onderzoeksfunctie te vervullen bij onderzoeksinstellingen of bedrijven in het binnen- en buitenland. Na afronding van je studie kun je werken in onder meer de onderstaande functies: Biotechnologisch analist Je analyseert micro-organismen, zoals schimmels en bacteriën. Met deze micro-organismen worden allerlei producten, variërend van yoghurt tot penicil line, gemaakt. Je werkt in een laboratorium van een farmaceutisch bedrijf, voedingsmiddelenbedrijf of onderzoeksinstituut.

Moleculair biologisch analist Je onderzoekt en analyseert onder meer DNA en eiwitten om vraagstukken in bijvoorbeeld de medische wetenschap of landbouwwetenschap op te lossen. Moleculaire biologie houdt zich bezig met de structuur en het functioneren van cellen of organismen op moleculair niveau. Je werkt met moderne apparatuur, doet proeven en rapporteert over onderzoeksresultaten. Werkveld Dankzij het brede karakter van de opleiding Biotechnologie kun je aan de slag bij tal van bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen, zoals TNO en ECN. Mogelijke werkgebieden zijn bijvoorbeeld zaadveredeling (o.a. Bejo Zaden, Syngenta Seeds, Enza Zaden), de voedingsmiddelen industrie (o.a. DSM, Numico, Cargill) en biotechnologie (Crucell, Centocor, Fornix Biosciences). Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op: www.inholland.nl/bt.

19

20


Chemie Bij scheikunde zat jij altijd vooraan. Je wilde precies weten hoe chemische verbindingen tot stand komen. Nu wil je leren hoe je medicijnen en andere producten maakt. Klinkt dit bekend? Dan reageer jij vast positief op de opleiding Chemie.

Chemie

De opleiding De brede bacheloropleiding Chemie richt zich op de analytische chemie. Je krijgt inzicht in de wereld van moleculen en atomen, ontwikkelt goede laboratoriumvaardigheden en ontwerpt en realiseert nieuwe chemische stoffen. Hoe werken de meest geavanceerde analysetechnieken? Hoe ontwikkel je nieuwe medicijnen? Wat is een goede manier van monstervoorbereiding? Aan het einde van de opleiding weet jij om te gaan met deze vraagstukken en kun je als chemisch analist aan de slag. Past deze opleiding bij jou? Hoe analyseer je de samenstelling van levens middelen? Hoe maak je op een duurzame manier kunststoffen? Hoe bepaal je de werking van medicijnen? Om dit soort vragen draait het bij deze opleiding. Werk je nauwkeurig? Beheers je de Nederlandse taal in woord en geschrift? Kun je goed samenwerken? En wil je na je studie werken in de analytische chemie? Voel dan de klik met de vierjarige voltijdopleiding Chemie! Waarom deze opleiding? Je wordt niet alleen opgeleid tot chemisch analist, je krijgt ook de mogelijkheid je breed te oriënteren op het gebied van Life Sciences. Misschien is de opleiding Chemie al een zekere keuze, maar aan het eind van de propedeuse zou je zelfs nog kunnen overstappen naar Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek of Biotechnologie. Kies je voor Chemie dan kun je naast een brede oriëntatie een gedegen opleiding in de analytische chemie verwachten. Het programma bestaat uit een goed afgewogen mix van theorie en praktijk.

Het werk van chemisch analisten heeft een sterk projectmatig karakter, daarom wordt projectmatig werken je ook geleidelijk bijgebracht. Stap voor stap leer je het basisproces van een chemisch analist beheersen: opstellen van een onderzoeksplan, uitvoeren van experimenten en het rapporteren en presenteren van de resultaten van deze experimen ten, tot je dit uiteindelijk op hbo-niveau beheerst. Een team van hoogopgeleide en enthousiaste docenten staat klaar om je in je studie te ondersteunen. Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo









Vwo









Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding Je kunt de opleiding Chemie volgen op de locatie Amsterdam. De opleiding Chemie is gehuisvest in het OZW-gebouw op de VU-campus, vlak bij station Amsterdam Zuid/WTC. Hier krijg je de theoretische lessen. Voor praktijklessen wordt gebruikgemaakt van laboratoria aan de Naaldwijkstraat 45 (twee metrohaltes vanaf station Amsterdam Zuid).

Lees het interview met student Marloes Kleton op www.inholland.nl/marloes 21

22


Het studieprogramma Opbouw van de opleiding Bij deze opleiding begin je in de brede propedeuse Life Sciences samen met studenten van andere laboratoriumopleidingen. Je krijgt gedegen theorie onderwijs, traint je laboratoriumvaardigheden en leert projectmatig werken. Je leert het vak van analist; van het opstellen van een onderzoeksplan en het uitvoeren van experimenten tot het presenteren van de resultaten. Aan het eind van het eerste jaar kies je echt voor Chemie, maar je kunt dan eventueel nog overstappen naar Biotechnologie of Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek (BML). In jaar

twee volg je alleen chemische vakken en word je voorbereid op je stage. In het derde en vierde jaar van de opleiding Chemie stel je je eigen studie programma samen via keuze-onderwijs. In de eerste helft van het derde jaar loop je stage bij een bedrijf of instelling. Het hele vierde jaar richt je je op afstuderen. Omschrijving eerste en tweede jaar Het eerste jaar, ook wel propedeuse genoemd, bestaat uit een brede oriëntatie op het gebied van Life Sciences. Je hebt ongeveer 20 lesuren per week,

Chemie

inclusief activiteiten als studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast studeer je in studie- en project groepen en natuurlijk zelfstandig. Aan het eind van de propedeuse word je geacht het werk proces van de analist op basisniveau te beheersen: je kunt een onderzoeksplan opstellen, de experimenten uitvoeren en de resultaten rapporteren en presenteren. Aan het eind van het jaar wordt getoetst of je geschikt bent voor de opleiding Chemie. In het tweede jaar verdiep je je verder in de chemie. De opzet van het onderwijs is als in de propedeuse. Het aantal lesuren is iets minder (er wordt van je verwacht dat je zelfstandiger kunt werken), de wekelijkse praktijkdag blijft. Aan het eind van het tweede studiejaar heb je een grondige basis op het gebied van analytische chemie. Ook wordt dan getoetst of je klaar bent voor je stage. Welke vakken krijg je? Je volgt lessen in en werkt aan projecten over onderwerpen als algemene chemie, organische chemie, scheidingsmethoden, elektrochemie, syntheses en isolatie, energie, duurzaamheid, behandelen scheidingsmethoden (met onderwerpen als trouble shooting, methodeontwik keling en geavanceerde technieken), drug development (met onderwerpen als monstername en – voorbereiding, farmacokinetiek en nanomedicine). Keuzeonderwijs De opleiding Chemie kent de volgende fasen: –– de opleiding begint met een gezamenlijk eerste studiejaar met de opleidingen Biotechnologie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Aspecten van alle drie de opleidingen zijn dan aan de orde en dat geeft je de kans je te oriënteren op het brede gebied van Life Sciences, –– vanaf het tweede studiejaar gaat de opleiding Chemie haar eigen weg en gaat het verder alleen nog maar over chemie, –– in de eerste helft van het derde studiejaar loop je stage bij een chemiebedrijf, de tweede helft van dit studiejaar volg je keuze-onderwijs dat op een aantal onderwerpen de diepte in gaat. De onderwerpen van het keuze-onderwijs zijn separation methods en drug development. Het vierde studiejaar is geheel gewijd aan afstuderen. Stage Tijdens de stageperiode van ongeveer zes maanden werk je in een praktijksituatie aan de competenties onderzoeken en experimenteren. Je kunt zelf bepalen waar je stage gaat lopen. Wordt het een universiteit of een onderzoeksinstelling? Werk jij graag in een research laboratorium van een bedrijf, bijvoorbeeld Shell, Unilever, Akzo of Tata Steel? Blijf je in Nederland of wil je naar het buitenland? Hogeschool Inholland beschikt over een uitgebreide database van stagebedrijven en vacatures. In alle gevallen word je begeleid vanuit de opleiding en de stage-instelling.

23

24


Afstuderen Je sluit je studie af met een presentatie en een eind gesprek, waarin je de uitvoering en resultaten van je afstudeerproject verdedigt. Als je de opleiding Chemie succesvol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Science en mag je de titel BSc voeren. Aanverwante opleidingen De opleidingen Biotechnologie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek zijn verwant, Chemie deelt met deze opleidingen een gezamen lijke propedeuse. Biotechnologie en BML zijn minder chemisch gericht. Biotechnologie richt zich op het toepassen van organismen om producten te maken als stoffen, voeding en medicijnen. BML is gericht op onderzoek van patiëntenmateriaal (medische diag nostiek) of onderzoek naar chemische processen in levende organismen (bioresearch).

Chemie

Na de opleiding Verder studeren Het diploma geeft je toegang tot een breed aanbod aan (master)opleidingen in binnen- en buitenland. Je kunt bijvoorbeeld een chemische of farmaco chemische master aan een hogeschool of universiteit volgen. Beroepsprofiel en beroepen De opleiding Chemie leidt je op tot analist. Je kunt in het laboratorium analyses verrichten, de resultaten interpreteren en een rapport schrijven. Je draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe stoffen, materialen, producten of technieken. Je kunt aan de slag in de voedingsmiddelenindustrie, de farma ceutische of de petrochemische industrie. De opleiding geeft je een goede basis om een functie als analist te vervullen bij laboratoria van universiteiten, ziekenhuizen, instellingen of bedrijven in het binnen- en buitenland. Na afronding van je studie kun je werken in onder meer de onderstaande functies: Chemisch analist Je ontwerpt methodes voor het analyseren en con troleren van producten, je onderzoekt watermonsters op ongewenste stoffen of helpt bij het ontwikkelen van productiemethodes.

Werkveld Dankzij het brede karakter van de opleiding Chemie kun je aan het werk bij tal van universiteiten, zieken huizen of onderzoeksinstellingen op het gebied van water, energie, visserij of land- en tuinbouw of bij bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie, de farmaceutische of de petrochemische industrie. Belangrijke werkgevers van afgestudeerden zijn bijvoorbeeld: –– Shell Research –– Tata Steel –– Energie Centrum Nederland –– Teva Pharmachemie –– PPG Coatings –– Cargill –– Quaker Chemicals. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/chemie.

Lees het interview met docent Lieke van Hemert op www.inholland.nl/lieke

Voedingsmiddelen- of warenonderzoeker Je verricht kwaliteitscontroles in de voedingsmidde lenindustrie (bijvoorbeeld de graanbewerkende en -verwerkende industrie of de gemaksvoedings industrie). Voorbeelden van werkzaamheden: je onderzoekt de kwaliteit van dranken en voeding, verricht laboratoriumwerkzaamheden en beoordeelt grondstoffen en eindproducten.

25

26


Dier- en Veehouderij Dieren spelen een grote rol in onze maatschappij, je ziet het in de media. De bevolking heeft een mening over dierzaken en jij ongetwijfeld ook!

Dier- en Veehouderij

De opleiding Heb je interesse in dieren? Heb je een grote passie voor gezondheid en welzijn van dieren? Vind je relaties tussen dieren en mensen belangrijk? Wil je zelf een bedrijf opzetten met dieren? Wil je anderen adviseren over dieren en alles wat daarbij komt kijken? Ben je geïnteresseerd in de rol die dieren in de samenleving spelen? Dan is de opleiding Dier- en Veehouderij in Delft ideaal voor jou. De opleiding leidt je op tot een deskundige op het gebied van dieren. Denk hierbij aan een toekomst als adviseur in de dieren veehouderij, beleidsmedewerker voor het Ministerie van Economische Zaken, voor lichter voor diervoeding of diergeneesmiddelen, onderzoek naar dieren of het management van een dierenartsenpraktijk. Past deze opleiding bij jou? De opleiding Dier- en Veehouderij leidt je op voor een baan in de dieren veehouderijsector. Deze sector is volop in beweging door de aandacht voor dierenwelzijn, duurzaamheid en innovatie. De oplei ding richt zich in de volle breedte op deze thema’s. Specifiek is aandacht voor: –– One Health (interdisciplinaire samenwerking tussen alle vormen van zorg rondom (infectie) ziekten. Zorg voor zowel mens, dier als het milieu). –– Biobased Economy (de overgang van een economie die draait op fossiele brandstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof). –– Toepassing (technische) innovatie in de dieren veehouderij. De opleiding richt zich op deze thema’s waarbij ruime aandacht is voor de landbouwhuisdieren.

Deze dieren, zoals koeien, geiten of kippen, worden gehouden voor productie. Daarnaast worden steeds meer (huis)dieren gehouden: paarden, honden, katten, maar ook knaagdieren en reptielen. Door de veranderende rol van het dier in de maat schappij gaan dieren voor mensen dan ook steeds meer betekenen, bijvoorbeeld als hulpdier in de gezondheidszorg. Bedrijven in de Randstad houden zich, naast de productie van melk, vlees of eieren, ook bezig met agrotoerisme, educatie of humane zorg op het vee bedrijf. De Randstad en agrarische ondernemingen integreren, hierdoor ontstaan nieuwe initiatieven die ‘boer’ en ‘burger’ met elkaar verbinden. Omdat er zoveel aspecten en uitdagingen zijn op het gebied van dieren, is er vraag naar deskundigen. Deze vraag en de werkgelegenheid is het grootst bij de be drijven die zich bezighouden met productiedieren. De opleiding Dier- en Veehouderij kiest daarom voor meer focus op productiedieren. Waarom deze opleiding? De opleiding is aantrekkelijk, zowel door de verschil lende stages in de beroepspraktijk als door de projecten waaraan je gedurende je studie werkt. Door de samenwerking met bedrijven in het toe komstig werkveld kan de opleiding inspelen op de vraag naar “young professionals” in de sector. Ook is de opleiding Dier- en Veehouderij klein schalig. Hierdoor kennen de docenten alle studenten en is er veel persoonlijk contact. Voor iedere student is er studieloopbaanbegeleiding. Een docent is jouw studiebegeleider en je bespreekt met hem/haar de keuzes die je maakt. De opleiding biedt je de mo gelijkheid je te verdiepen in de dierenwereld en je hierin te ontwikkelen naar een toekomstig beroep.

27

28


Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo

Schk







Vwo

Schk







Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding Deze opleiding wordt aangeboden op de locatie Delft.

Het studieprogramma Opbouw van de opleiding Tijdens de opleiding Dier- en Veehouderij leer je over het gezonde dier, preventie van ziektes, ge zondheidszorg, het welzijn en gedrag van dieren en dieren in de maatschappij. Ook managementvakken zoals ondernemen, vermarkten en ketenbeheer zijn onderdeel van het onderwijsprogramma. Naast land bouwhuisdieren en met name de (melk)veehouderij, is in de opleiding ook beperkt aandacht voor andere dieren. Je houdt je bezig met ontwikkelingen van de dieren veehouderij in de randstedelijke omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de volksgezondheid in relatie tot het houden van dieren (zoönosen). De opleiding Dier- en Veehouderij is praktijkgericht. Je leert praktische vaardigheden die je voorbereiden op je toekomstige loopbaan. Voorbeelden hiervan zijn: voorlichting geven, projectmatig werken, onder nemen in een commerciële omgeving, toekomstplan nen ontwikkelen voor dieren veehouderijbedrijven en infectieziekteonderzoek uitvoeren.

De vierjarige opleiding Dier- en Veehouderij bestaat uit twee fasen: –– in het eerste en tweede studiejaar ligt de focus op het dier en het kennismaken met mogelijke toekomstige beroepen; –– in het derde en vierde jaar vindt verdieping van (dier)kennis uit de eerste twee studiejaren plaats, gericht op toepassing in mogelijke toe komstige beroepen. Er wordt gewerkt met vier blokken van tien weken in een studiejaar. De eerste twee studiejaren vormen het algemene deel waarin je jezelf breed ontwikkelt. Verschillende vakken komen aan bod zoals de anatomie van dieren, voeding en ziektes, maar ook het dieren veebedrijf, marketing en managementvakken. Door de oriëntatiestages in het eerste jaar, excursies naar dieren veehouderijbedrijven en de diverse projectopdrachten krijg je een beeld van de functies en beroepen in het werkveld. In de laatste twee studiejaren verdiep je je in de ver schillende beroepen die je met de opleiding Dier- en Veehouderij kunt uitoefenen. Zie je meer in het geven van voorlichting en advies of wil je juist de rol van onderzoeker? Ga je de commerciële kant uit, ga je beleid ontwikkelen of start je een bedrijf als zelfstan dig ondernemer? Deze rollen worden geoefend in een praktijkgerichte omgeving. De stage in het derde jaar en het afstuderen in het vierde jaar geven je de mogelijkheid om jezelf te specialiseren in een be paald vakgebied (beroep) van de opleiding Dier- en Veehouderij.


Omschrijving eerste en tweede jaar Het eerste studiejaar van de opleiding Dier- en Veehouderij wordt ook wel het propedeusejaar genoemd. Dit staat in het teken van oriënteren op het vakgebied en het later uit te oefenen beroep. In het tweede studiejaar verdiep je je verder in het dier en diergerelateerde vakken.

Heb je je havo of vwo afgerond met het profiel Economie en Maatschappij zonder scheikunde in je vakkenpakket? Dan moet je een deficiëntietoets Scheikunde afleggen. Deze toets is bedoeld om na te gaan of je over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de opleiding te mogen volgen.

29

30


Welke vakken krijg je? In de eerste twee jaar is er veel aandacht voor dierge richte onderwerpen als: –– bouw en functie van het dier (anatomie en fysiologie) –– voeding –– fokkerij –– dier en gezondheid –– dierziekten (parasitologie, virologie/epidemi logie, immunologie en pathologie) –– huisvesting –– dierwelzijn en gedrag.

Daarnaast ben je bezig met meer algemene onder werpen als: –– ethiek –– voorlichting –– advisering –– ondernemen –– onderzoeken –– beleid –– management –– kwaliteit –– ketenbeheer –– marketing en economie.

Onderwijsprogramma Dier- en Veehouderij 2016- 2017 Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

Blok 1

Blok 2

Blok 3

Blok 4

Oriëntatie

Primair Bedrijf

Onderzoeken A

Oriëtatiestage

Vermarkten

Strategisch ondernemen

Keten

Bouw en functie dier 1

Bouw en functie dier 2

Voorlichting en Beleid

Recht

Ondernemingsrecht

Nederlands 1

Nederlands 2

Scheikunde A

Scheikunde B

Intro DG

Onderzoeken B

Onderzoeken C

Fokkerij/voortplanting

Keten en kwaliteit

Voeding herkauwers

Voeding eenmagigen

Gewasteelt en diergezondheidszorg

Financieel beheer

Extern project

Stage

Stage

Marketing en communicatie Adviseren Landbouwhuisdieren

Wetenschappelijke verdieping

Ondernemingsplan

Risico-management

Themadag Jaar 4

Beleid

Inspectie

Green juniors (extern project)

Green juniors (extern project)

Professionalisering (trainingen)

Professionalisering (trainingen)

Afstuderen

* De opleiding voert momenteel diverse aanpassingen door in het onderwijsprogramma waardoor het exacte programma kan afwijken van bovenstaande.


Lees het interview met docente Manon Mansier op www.inholland.nl/manon Bij de algemene onderwerpen is de opdracht waar je aan werkt gerelateerd aan dieren op bedrijven. Zo maak je bij voorlichting een product (brochure en poster) op het gebied van wetgeving over dierwelzijn en diergezondheid en wordt bijvoorbeeld de kwaliteitszorg op een veehouderijbedrijf in kaart gebracht en geanalyseerd. Stage Door de oriëntatiestages in het eerste jaar, excursies en de diverse projectopdrachten krijg je een idee van de functies en beroepen in het werkveld. Je loopt stages bij bedrijven met dieren. De langere stages in het derde en vierde jaar van elk twintig weken bieden je de mogelijkheid om jezelf te specialiseren op een bepaald vakgebied, je voert hierbij een individuele opdracht uit voor een bedrijf. Tijdens je stage en afstuderen word je begeleid door het bedrijf en een docent vanuit de opleiding. Afstuderen Als je de opleiding Dier- en Veehouderij succes vol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Agriculture en mag je de titel ingenieur (ing.) voeren.

In de laatste twee studiejaren van de opleiding Dier- en Veehouderij verdiep je je dierkennis uit de eerste twee studiejaren in de context van mogelijke beroepen die je kunt uitoefenen.

Na de opleiding Verder studeren Het diploma geeft je toegang tot diverse master opleidingen in binnen- en buitenland, waaronder Australië, Canada en Nieuw-Zeeland. Je kunt ook kiezen voor een studie aan de Wageningen University: Dierwetenschappen of een andere richting zoals bijvoorbeeld Didactiek. Beroepsprofiel en beroepen Door ziekten als Q-koorts, blauwtong en de vogel griep is er binnen de Europese Unie meer aandacht voor dierziekten. Er wordt steeds kritischer naar het welzijn van dieren gekeken. Op beide gebieden wil Nederland een voorloper zijn door het leefmilieu van dieren te verbeteren en hun weerstand tegen ziektes te verhogen. One Health is hierbij een veel gebruikt begrip. Dit betekent tevens dat de vraag naar hoger opgeleide deskundigen voor dieren toeneemt. Voorbeelden van banen voor afgestudeerden Dieren Veehouderij zijn functies in een adviserende rol of als voorlichter bij adviesbureaus, overkoepe lende organisaties en het bedrijfsleven, niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Verder zijn er mogelijkheden als onderzoeker voor onderzoek naar dierwelzijn, preventie van ziektes en diergezond heid. Meer commerciële functies als ontwikkelaar of consultant van bedrijfsplannen voor diergezond heidszorg of multifunctionele landbouw bij een adviesbureau zijn ook mogelijk. Daarnaast vinden afgestudeerden werk bij de overheid voor het maken van beleid rond dieren of de inspectie daar van. Het groene onderwijs biedt ook voldoende werkgelegenheid. Tot slot is de afgestudeerde ook voldoende uitgerust voor het opzetten van een eigen bedrijf. Het aantal hbo-banen in de veehouderij is veel groter dan in de dierhouderij. 31

32


Na afronding van je studie kun je werken in onder meer de onderstaande functies: Agrarisch bedrijfsadviseur Je geeft (meestal) zelfstandig advies en voorlichting aan ondernemers in de dieren veehouderij. Je praat met dierhouders en klanten. Je begeleidt ze bij strategische beslissingen en bij de optimalisatie van hun bedrijfsvoering. Sales representative diergeneeskundige producten Je legt verkoopbezoeken af aan dierenartsen. Je geeft informatie en vertelt bijzonderheden over nieuwe geneesmiddelen van je bedrijf (een fabrikant of importeur van diergeneesmiddelen). Het doel is dat dierenartsen die geneesmiddelen gaan voor schrijven of verkopen. Beleidsmedewerker agrarische zaken Je ontwikkelt en evalueert (overheids)beleid over bijvoorbeeld diergezondheid of dierenwelzijn en ondersteunt eventueel de beleidsuitvoering. Je bent specialist op het gebied van agrarische zaken. Je ver richt onderzoek, formuleert beleidsplannen en nota’s met beleidsadviezen, ontwikkelt ideeën en ontwerpt regelgeving. Werkveld De opleiding Dier- en Veehouderij biedt goede perspectieven op de arbeidsmarkt. Het werkveld waar je mee te maken krijgt is erg divers. Je kunt in verschillende functies aan de slag. Afgestudeerden vinden werk in bijvoorbeeld: –– de diervoedingsindustrie –– landbouworganisaties –– diergeneesmiddelenindustrie –– dierenartspraktijken –– ministerie van Economische Zaken –– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

–– natuurbeheerorganisaties –– verbrede landbouw zoals zorgboerderijen en recreatie –– een eigen bedrijf –– toeleverende industrie voor de dieren veehouderij –– adviesbureaus –– onderzoeksinstituten –– belangenorganisaties (Dierenbescherming) –– groen onderwijs. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/dv.

Lees het interview met student Meike Odijk op www.inholland.nl/meike


33

34


Food Commerce and Technology Het merendeel van ons moderne voedsel ondergaat een of meerdere industriële bewerkingen voordat het wordt verkocht aan consumenten. De opleiding Food Commerce and Technology richt zich op het ontwikkelen, produceren en verkopen van voedings- en levensmiddelen.

Food Commerce and Technology

De opleiding De wereldbevolking neemt toe, steeds meer monden moeten gevoed worden. De Nederlandse voedings middelenindustrie staat wereldwijd hoog aange schreven met een aantal spelers van wereldniveau. Wil jij, als jonge professional, een bijdrage leveren aan het vervullen van consumentenbehoeften en het wegnemen van zorgen over ons voedsel? Dan is de opleiding Food Commerce and Technology iets voor jou! Past deze opleiding bij jou? Vind je het interessant om te weten hoe onze voedingsmiddelen worden ontwikkeld en gepro duceerd? Wil je weten hoe deze op kwaliteit of veiligheid worden gecontroleerd? Wat is nu precies food safety (of voedselveiligheid) en welke eisen gelden hiervoor? Wat maakt een product nu echt gezond of lekker? Hoe kom je er precies achter wat de consument wil of waar hij nu en in de toekomst behoefte aan heeft? Hoe kunnen we het eetpatroon van de consument gezonder maken en goed uitleggen wat voor hem of haar het beste product is? Wat maakt producten of productiemethoden duur zaam? Kortom: er zijn heel wat vragen te beantwoorden. Waarom deze opleiding? De opleidingen in Delft en Amsterdam verschillen inhoudelijk niet sterk van elkaar. Waar de opleiding in Delft zich specifiek richt op regionale vraagstukken en het grootbedrijf, leidt de opleiding in Amsterdam ook op voor het midden- en kleinbedrijf en richt het zich meer op grootstedelijke vraagstukken.

Food Commerce and Technology is de brede bachelor ontstaan uit de opleidingen: Food and Business en Voedingsmiddelentechnologie.

Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo

WisA of WisB

WisA of WisB





Vwo

WisA of WisB

WisA of WisB





Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding De opleiding Food Commerce and Technology wordt aangeboden in Amsterdam en in Delft.

Lees het interview met student Sanne de Vaal op www.inholland.nl/sanne

35

36


Het studieprogramma Opbouw van de opleiding Bij de opleiding Food Commerce and Technology wordt eerst een brede basis gelegd met kennis over de chemische structuur van voedsel, productie methodes, bederffactoren, smaak, wetgeving, marketing, gezondheid en kwaliteit. De keuze voor een afstudeerrichting maak je aan het eind van het eerste studiejaar. In het tweede studiejaar wordt een derde deel van het programma specifiek ingevuld per afstudeerrichting. In het derde en vierde jaar neemt dit aandeel toe. Ook ga je in de loop van de studie meer en meer met projecten werken. Dit zijn echte opdrachten vanuit het bedrijfsleven waarmee je, alleen of in groepjes, samen met mensen uit de praktijk aan de slag gaat.

Naast onderwijseenheden voor de brede bachelor volg je daarom ook lessen voor je afstudeerrichting. In het tweede studiejaar wordt al meer aandacht besteed aan onderwijseenheden voor je afstudeerrichting.

Omschrijving eerste en tweede jaar In het eerste studiejaar van de opleiding Food Commerce and Technology volg je een breed gemeenschappelijk programma, waarbij je basis kennis en vaardigheden opdoet die je in het vervolg van de opleiding nodig hebt. Het gaat hier om kennis en vaardigheden die te maken hebben met proces kunde, productontwikkeling, voedingsleer, marketing en business. Maar ook om kennis en vaardigheden op het gebied van communicatie en voorlichting, onderzoeken, projectmatig werken en probleem gericht werken. Het eerste studiejaar, ook wel het propedeusejaar genoemd, staat in het teken van de oriëntatie op het vakgebied en het beroep.

Welke vakken krijg je? De vakken die je krijgt zijn: –– consumentengedrag –– voeding & ingrediënten –– scheikunde –– toegepaste statistiek –– product & branche –– onderzoeksvaardigheden –– marketing –– financieel management –– microbiële voedselkwaliteit –– levensmiddelen wetgeving –– productieprocessen, –– Engels –– Nederlands.

Vanaf het begin van het tweede jaar maak je een keuze voor de afstudeerrichting Voedingstechno logie of de afstudeerrichting Markt en consument.

Voor Voedingstechnologie zijn dat: –– voedselsamenstelling –– veiligheid en bederf –– proceskunde. Voor Markt en consument zijn dat: –– communicatie –– retailmarketingmanagement –– business-to-business marketingmanagement.


Globale opbouw van de opleiding Food Commerce and Technology 2016 - 2017 Jaar 1

Onderwijsperiode 1

Onderwijsperiode 2

Onderwijsperiode 3

Onderwijsperiode 4

Oriëntatie

Product & Branche

Marketing

Consumentengedrag

Onderzoeksvaardigheden Toegepaste Statistiek

Financieel Management

Levensmiddelenwetgeving Oriëntatie op het beroepenveld

Nederlands B

Microbiële voedselkwaliteit

Productieprocessen

Nederlands A

Voeding & Ingrediënten Voeding & Gezondheid Engels A

Engels B

Engels C

Engels D

Scheikunde A

Scheikunde B

Scheikunde C

Scheikunde D

Jaar 2

Productontwikkeling

Sensorisch Onderzoek

Inkoop & Logistiek Bedrijfsopdracht 1 M&C: B-2-B VT: Proceskunde

M&C: Retailmanagement VT: Veiligheid & Bederf

Jaar 3

Kwaliteitszorg Voeding & Gezondheid Engels E Engels F Methoden & Technieken M&C: Communicatie VT: Voedselsamenstelling Stage

Financieel Management 2 Bedrijfsopdracht 2

Internationaal Management 1 M&C: Integrale voedsel- en productieketens M&C: Voorlichting

M&C: Strategische Marketing

VT: Kwaliteitsmanagement VT: Procesbeheer Jaar 4

Food juniors Trainingen 1 Sensoriek 1 M&C: Concepttesting M&C: Productintroductie VT: Procesontwerp VT: Experimental Design VT: Verpakken

VT: Producttechnologie 1. Bakkerij, vlees, groente en fruit VT: Producttechnologie 2. Zuivel en dranken Producttechnologie 3 Culinaire aspecten

Afstudeeropdracht Trainingen 2 Sensoriek 2

VT: Gezondheid en Innovatie

37

38


Keuzeonderwijs De opleiding Food Commerce and Technology kent twee afstudeerrichtingen: –– Voedingstechnologie –– Markt en consument. Naast een gemeenschappelijk deel verdiep je je bij de afstudeerrichting Voedingstechnologie in de onderwerpen producttechnologie en proces technologie. De afstudeerrichting Markt en consument richt zich op marketing, bedrijfskunde en management. Je begint al in het eerste studiejaar met de oriëntatie op een van de afstudeerrichtingen. Deze oriëntatie

krijgt in het tweede studiejaar een verdieping, die in het derde en vierde studiejaar nog een persoonlijk accent kan krijgen door de keuze van de stageplaats, het stageonderwerp en het afstudeeronderzoek. Voedingstechnologie Binnen het afstudeerprofiel Voedingstechnologie specialiseer je je in de proceskundige en -technische kant van voedingsmiddelen. Denk hierbij aan: –– chemische en (micro)biologische samenstelling en verwerking van grondstoffen, –– productontwikkeling, –– kwaliteitsaspecten als houdbaarheid en voedselveiligheid.


Hierdoor krijg je inzicht in alles wat er bij voeding komt kijken: van ontwikkeling tot productie, van concept tot eindproduct en van houdbaarheid en kwaliteit tot gezondheid. De samenstelling van voedingsmiddelen zegt iets over de smaak en vice versa. De bereidingswijze zegt iets over de gezond heidswaarde en de (bio)chemische samenstelling zegt iets over de houdbaarheid. In het kader van de voedselveiligheid stelt de over heid eisen aan de kwaliteit en de informatie over samenstelling, houdbaarheid, voedingswaarde en gezondheidsaspecten van de voedingsmiddelen. Vaak zijn dit afspraken die in Europees verband zijn gemaakt. Als voedingstechnoloog weet je welke wettelijke eisen er aan jouw producten worden gesteld en hoe je die producten het best kunt verpakken, vervoeren, opslaan en bewaren. Daarnaast weet je als voedingstechnoloog ook wat de consument eist of wil. Vaak hebben deze zaken betrekking op: –– gemak (bereidingswijze) –– gezondheid (samenstelling - liefst alle nood zakelijke voedingsstoffen in één product) –– aantrekkelijkheid (uiterlijk van product en verpakking) –– houdbaarheid/versheid (invriezen of in koelkast bewaren). Sensorische aspecten (structuur, smaak, geur en kleur) beïnvloeden het gedrag van de consument ook in grote (vaak onbewuste) mate. Vandaar dat je regelmatig product(beoordelings)testen uitvoert op het sensorisch lab, met de hogeschoolbevolking als testpanel. Markt en consument Bij de afstudeerrichting Markt en consument richt je je op de marktkant (commerciële kant) van de voedingsmiddelen. Je kunt hierbij denken aan: –– het vermarkten van producten

–– het doen van marktonderzoek om bijvoorbeeld na te gaan aan welke eisen een nieuw product moet voldoen –– voorlichting geven over voedingsmiddelen en gezondheid. De afstudeerrichting Markt en consument geeft inzicht in de marketing en economische aspecten van voedingsmiddelen en de productie daarvan. Tijdens je opleiding groei je in de rol van marketingdeskundige in de voedingssector. Je wordt gestimuleerd om creatieve en innovatieve marketing concepten te bedenken en uit te voeren. Je krijgt te maken met onderwerpen als: –– consumententrends en –gedrag –– kwaliteitszorg –– het vertalen van productconcepten in product-marktcombinaties –– het maken van een marketingplan voor een product –– het promoten van en voorlichten over voedingsmiddelen –– het opereren in een internationale markt en de opbouw van voedingsmiddelen. Als commercieel econoom met verstand van voeding is jouw werk onderdeel van een groter geheel. Je moet daarom zowel binnen als buiten het bedrijf samenwerken om uiteindelijk een eindproduct te kunnen afleveren. Net als je collega, de voedings technoloog, ken je de schakels in het productie proces, van grondstof tot eindproduct: de hele keten. Maar meer nog dan je collega weet je welke wensen er leven bij de consument, hoe het consumenten gedrag onderzocht en beïnvloed kan worden en wat de rol is van de sensorische kenmerken van de pro ducten op het gedrag of keuze van de consument. Jij kunt uitleggen waarom groene melk, paarse pasta, bruine paprika’s en blauwe hagelslag moeilijk ver koopbaar zijn of waarom de consument ervoor terug schrikt om genetisch gemodificeerde groentesoorten te kopen en te eten. 39

40



Heeft je collega kennis over verpakkingsmaterialen in relatie tot de eigenschappen van de producten die erin verpakt worden? Jij weet welke eisen je kunt stellen aan verpakkingsmaterialen in relatie tot een effectieve opslag, transport en logistiek. Daarnaast weet je welke invloed de verpakking heeft op de aantrekkelijkheid voor, en het aankoopgedrag van de consument. Stage Tijdens de opleiding Food Commerce and Technology loop je stage in het werkveld. Naast colleges staan excursies, bedrijfsbezoeken, gastlezingen en workshops op het programma. In het derde studiejaar loop je een stage van vijf maanden. Je bent dan werkzaam bij een bedrijf of organisatie en voert zelfstandig een opdracht of onderzoek uit. Voor je aan de stage begint, moet deze opdracht goedgekeurd zijn door de opleiding. Dit in verband met de bewaking van het niveau. De stage kan in het binnen- of buitenland plaatsvinden.

Afstuderen Je sluit je studie af met een individuele afstudeer opdracht van vijf maanden. Deze opdracht, die aan sluit bij de door jouw gekozen afstudeerrichting, voer je uit bij een bedrijf of organisatie in het werk veld. Ook in dit geval moet de opdracht vooraf door school worden goedgekeurd. De afstudeeropdracht is een proeve van bekwaamheid, waaruit blijkt of je als beginnend beroepsbeoefenaar je vak verstaat. Je kunt je afstudeeropdracht zowel in het binnenals buitenland uitvoeren. Als je de opleiding Food Commerce and Technology succesvol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Food en mag je de titel B FD of ingenieur (ing.) voeren.

Na de opleiding Verder studeren Wil je je nog verder verdiepen in de materie die tijdens de opleiding aan bod gekomen is? Volg dan een masterstudie aan de Wageningen University. Denk bijvoorbeeld aan de volgende masters: –– Food Technology –– Food Quality Management –– Food Safety –– Nutrition and Health –– Biotechnology. Natuurlijk kun je ook kiezen voor een vervolg opleiding aan een andere (landbouw)universiteit in Europa. Of voor een aansluitende masteropleiding in bijvoorbeeld Australië, Nieuw-Zeeland of Canada.

Opleidingen die verwant zijn aan Food Commerce and Technology zijn: Biotechnologie en Chemie. 41

42


Beroepsprofiel en beroepen De beroepsprofielen die aan deze opleiding gekoppeld zijn: Productmanager Als productmanager ben je verantwoordelijk voor onderzoek en analyse van marktontwikkelingen, trends en levensstijlen in de markt. Ook ontwikkel en introduceer je nieuwe producten of stel je het productassortiment samen. Accountmanager Een accountmanager is verantwoordelijk voor het vergroten van de omzet. Dat kan door uitbreiding van klantrelaties, het versterken van de reputatie van het bedrijf of bijvoorbeeld door het verhogen van de winstmarge. Productontwikkelaar Als productontwikkelaar ligt het accent voor de afge studeerde in de studierichting Markt en consument meer op het ontwikkelen van productconcepten, terwijl de voedingstechnoloog zich meer richt op de technologische ontwikkeling. Hierdoor krijg je een andere inhoudelijke invulling van de functie als productontwikkelaar. Procestechnoloog Als procestechnoloog ben je vaak verantwoordelijk voor het ontwikkelen en optimaliseren van pro ductieprocessen. Dit kan bijvoorbeeld gericht zijn op de verhoging van de productiecapaciteit, de productkwaliteit of de besparing op grondstoffen en/of arbeidskosten. Zo kun je werkzaam zijn bij een afdeling operations van een voedingsmiddelen bedrijf. Of de rol vervullen van intermediair tussen de afdeling research en development (R&D) en de afdeling engineering.

Kwaliteitszorgmanager Als kwaliteitszorgmanager ben je verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eindproduct. Dit kan zijn in de rol als coördinator van de interne kwaliteitszorg. Of als verantwoordelijke voor de naleving van de wetgeving op het gebied van voedselveiligheid. Jij bepaalt welke controles moeten worden uitge voerd en je geeft advies over acties bij calamiteiten of crisisbeheer. Health advisor In de voedingsmiddelenindustrie neemt de aandacht voor gezondheid toe. Bedrijven kunnen er daarom voor kiezen om een health advisor aan te stellen. Deze persoon kan zowel binnen als buiten het bedrijf aanspreekpunt zijn op het gebied van gezondheid in relatie tot het voedingsmiddelenproduct. De Markt en consument-afgestudeerde heeft meer een voor lichtende rol, terwijl de voedingstechnoloog meer kijkt naar de gezondheidsaspecten van het product zelf (bijvoorbeeld door de keuze van grondstoffen). Ook kan de health advisor aan de slag bij gemeente lijke gezondheidsdiensten als adviseur van gezonde voeding en leefstijl. Werkveld De voedingsmiddelensector is de grootste bedrijfs economische sector in Nederland. Het is een sector waarin continu wordt geïnnoveerd. Consumenten willen immers steeds iets nieuws aangeboden krij gen. Mede door een lage instroom vanuit het onder wijs is er een tekort aan goed opgeleid personeel in de voedingsmiddelensector ontstaan. Dit terwijl er een verschuiving zichtbaar is in de vraag naar voedingsmiddelen die aansluiten bij de gezond heidswensen en levensstijl van de moderne con sument. Deze ontwikkeling vraagt om mensen die kunnen meedenken in de ontwikkeling van nieuwe producten, productieprocessen, afzetmarkten en doelgroepen in de voedingsmiddelenindustrie.


Naast productvernieuwing en toezicht op product kwaliteit speelt voorlichting over voeding in relatie tot gezondheid en levensstijl een steeds grotere rol. Dit betekent dat er in de voedingsmiddelenindustrie en bij de daaraan gerelateerde bedrijven een breed palet aan functies beschikbaar is voor afgestu deerden van de bachelor Food Commerce and Technology. Dit geldt voor beide afstudeerprofielen, waarbij uiteindelijk het soort bedrijf en de grootte van het bedrijf bepaalt welk profiel het beste aansluit bij een bepaalde functie. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/fct.

Lees het interview met docent Woody Maijers op www.inholland.nl/woody

43

44


Landscape and Environment Management Landscape and Environment Management is de enige hbo-opleiding in de Randstad die zich richt op de groene ruimte. Dit gebeurt vanuit verschillende invalshoeken, te weten: ecologie, ruimte, maatschappij, milieu en economie. Het is een brede opleiding voor iedereen die ‘iets’ met groen heeft.

Landscape and Environment Management

De opleiding In de opleiding richten we ons op gebieden waar de ruimte schaars is en de natuur onder druk staat: de Randstad is meestal het werkgebied. We werken met concrete vragen uit de praktijk. Vaak gaat het om complexe vraagstukken. Daarom werken we veel met bedrijven en organisaties: zij weten dat het vaak studenten zijn die nieuwe en creatieve oplossingen bedenken! Past deze opleiding bij jou? Ben je iemand die zich afvraagt wat de gevolgen van de groeiende wereldbevolking zijn voor het milieu, die meer wil weten over het verband tussen klimaat verandering en wateroverlast, of juist geïnteresseerd is in de rol die damherten spelen bij bosverjonging? Oftewel: heb je oog voor de natuur, het landschap en je omgeving? Dan is dit een opleiding voor jou! Waarom deze opleiding? Bedrijven en organisaties in binnen- en buitenland hebben behoefte aan afgestudeerden die met hun kennis van natuur, milieu en ruimte vernieuwende en praktische oplossingen zoeken: professionals die een brede blik hebben en de belangen van verschillende groepen in het oog kunnen houden, van natuur tot recreatie en van wonen tot bedrijvigheid. Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo



WisA of WisB of econ





Vwo



WisA of WisB of econ





Mbo-4

toelaatbaar

Locatie opleiding De opleiding Landscape and Environment Management wordt in Delft aangeboden.

Het studieprogramma Opbouw van de opleiding De vierjarige opleiding Landscape and Environment Management bestaat uit een brede bachelor en twee keuzedelen. Landscape and Environment Management

Natuur & Landschap

Natuur- en land Groen onderne schapsbeheer merschap

Stad & Milieu

Omgevings management

De brede bachelor richt zich daarbij op de leefbaar heid, de duurzaamheid, de inrichting en het beheer van de (groene) ruimte. Je leert tijdens de oplei ding de verschillende vakgebieden met elkaar te verbinden.

Lees het interview met docent Ted van der Klaauw op www.inholland.nl/ted 45

46


Je krijgt les op het gebied van: –– natuur en ecologie –– milieu –– landschapsinrichting –– beleid –– wetgeving –– ruimtelijke plannen. Regelmatig zijn er gastcolleges waar deskundigen vertellen over hun werk en de nieuwste ontwikke lingen daarin.

ordening en omgevingsrecht –– Milieubeleid en compartimenten: oplossings richtingen voor met name afval en bodem –– Groen in de Randstad: economische waarde van de natuur –– Gebiedsgericht waterbeheer: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterbeleid –– Groen en recreatie: ecologie, beheer en recreatie –– Mobiliteit in de Randstad: duurzaam verkeer en vervoer –– Natuur, milieu & ecologie: ecologische basis principes, bodem en plantenkennis.

Bij vrijwel elk vak ga je op excursie: dat begint in jaar 1 met een driedaagse reis door Nederland. Verder in de opleiding bezoeken we bedrijven, bekijken we (natuur)gebieden, gaan we buiten aan de slag voor bodemprofielen en flora- en fauna kennis, of juist om de inrichting en het beheer van stad en natuur te bekijken. Ook doen we veel veld werk buiten.

In het tweede jaar komen de volgende onderwijs eenheden aan bod: –– milieubeleid en compartimenten –– regionale planologie –– ontwerpen –– communicatie –– onderzoeken.

Naast vakinhoud leer je ook vaardigheden als presenteren, computerprogramma’s die bij dit vakgebied horen, onderzoeken, ontwerpen en het vertalen van ideeën en beleid naar concrete plannen.

Keuzeonderwijs In het tweede deel van het tweede studiejaar kun je een keuze maken uit twee richtingen: –– Natuur & Landschap –– Stad & Milieu.

Omschrijving eerste en tweede jaar Je oriënteert je op het vakgebied en volgt lessen in de volgende onderwijseenheden: –– Oriëntatie op de opleiding: kennismaken met de hogeschool en de inhoud van de opleiding –– Duurzame leefomgeving: de belangrijkste milieuproblemen van deze tijd –– Groen & landschap: bodemkunde en fysische geografie –– Ruimtelijke plannen en actoren: ruimtelijke

Natuur & Landschap Bij Natuur & Landschap is de natuur het belangrijkst: Hoe kun je natuur en landschap beheren, hoe maak je een ondernemingsplan voor een agrarisch onder nemer, en hoe voer je flora- en faunaonderzoek uit?

De brede bachelor Landscape and Environment Management is ontstaan uit de opleidingen: Bos- en Natuurbeheer, Milieukunde en Plattelandsvernieuwing.

De thema’s bij deze richting zijn: –– Inrichten & beplanten: inrichten van parken, bossen en groenzones; bomenkennis –– Natuur & beheer: bosecologie en (bos)beheer –– Transitie landelijk gebied: vitaal houden van het platteland –– Flora- & faunaonderzoek: soortenkennis en veldwerk


Stad & Milieu Bij Stad & Milieu gaat het om milieu-aspecten en de ruimtelijke inrichting. Wat is een bestemmingsplan, hoe gaan we om met bodemverontreiniging en lucht vervuiling en welke (ruimtelijke) aanpassingen vraagt het veranderende klimaat van ons?

De thema’s die in deze richting aan de orde komen zijn: –– Beheer & gebruik van de openbare ruimte: verbeteren van de leefbaarheid en verduur zamen van een woonwijk –– Bedrijf & omgeving: omgevingsplan, vergunningen, handhaving en toezicht –– Bodem: bodemverontreiniging en bodemsanering.

Onderwijsprogramma Landscape and Environment Management Jaar 1

Jaar 2

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Oriëntatie op opleiding

Ruimtelijke plannen en actoren

Gebiedsgericht waterbeheer

Mobiliteit in de stad

Groen & Landschap

Milieubeleid en Compartimenten

Groen & Recreatie

Natuur, Milieu & Ecologie

Duurzame Leefomgeving

Groen in de Randstad

Oriëntatie op beroep

Gebiedsinrichting; Van visie naar plan Project, beroepsrol: beleidsmaker / ontwerper (onderzoeker als ondersteunende rol)

Keuze S&M Project Stedelijke Ontwikkeling en Leefomgeving Bestemmen, Milieubeoordeling, Beheer en Gebruik

Milieubeleid en compartimenten II Lucht & Geluid

Ontwerpen (theorie II)

Regionale Planologie: Structuurvisie, Omgevingsrecht, Stad - Land

Communicatie

Keuze S&M1: Beheer & Gebruik Openbare Ruimte: Inrichten en beheren van de woon omgeving en omgevingseconomie

Keuze S&M: Bedrijf & Omgeving: Vergunningen, toezicht en handhaving; Externe veiligheid, omgevingsrecht en bodemsanering

Onderzoeken 1

Ontwerpen (theorie)

Keuze N&L2 Transitie Landelijk gebied: Economie, Ondernemerschap

Keuze N&L: Flora- & Faunaonderzoek Soortenkennis, Monitoring, Natuurrecht

Keuze N&: Inrichten & Beplanten

Keuze N&L: Geïntegreerd bos- en natuurbeheer

Water & Klimaat

Kwetsbare Ecosystemen

Duurzaam Toerisme Interactieve Planvorming

Biobased Economy

Onderzoeken

Jaar 3

Periode 4

Stage Bachelor (30 EC)

Keuze N&L Project Natuur en Beheer Beroepsrol: Beheerder, Adviseur

Coast project Jaar 4

Keuzeprofielen S&M: Omgevingsmanagement: Milieu & Gezondheid, Integrale Gebiedsontwikkeling

Afstudeeropdracht

N&L: Natuur & Landschapsbeheer: Randstedelijke Ecologie, Faunabeheer, Groen Ondernemerschap, Eco-systeemdiensten, Verdienmodellen Green Juniors Project, opdracht uit de praktijk in groepen met verschillende studierichtingen Wetenschappelijke verdieping

47

48


Specialisaties In het eerste deel van het vierde jaar kun je een keuze maken uit drie specialisaties: –– Natuur- en landschapsbeheer –– Omgevingsmanagement –– Groen ondernemerschap. Natuur- en Landschapsbeheer Ecologie en faunabeheer staan hier centraal. Er is veel aandacht voor soortenkennis en het inrichten en beheren van natuur in zowel de stad als in het buitengebied. Omgevingsmanagement Bij Omgevingsmanagement werk je aan integrale en duurzame gebiedsontwikkeling. Je kijkt naar onder werpen als milieukwaliteit, gezondheid en energie, optimaal ruimtegebruik en kansen voor water. Groen ondernemerschap Recreatie, natuur en agrarisch gebruik zijn vaak goed te combineren en leveren een meerwaarde op voor een gebied en broodwinning voor een ondernemer. Verdienmodellen en ecosysteemdiensten worden hier verder uitgediept. Stage en Afstuderen Vanaf jaar 2 werk je altijd aan een project van een half jaar voor een echte opdrachtgever (gemeente of bedrijf). Dit gebeurt op school, in groepsver band. Voorbeelden hiervan zijn: het maken van een herinrichtingsplan voor een braakliggend bedrijven terrein voor de Omgevingsdienst Midden Holland, of het maken van een inrichting- en beheerplan voor het Abtwoudse Bos voor de gemeente Delft. In jaar 3 ga je zelfstandig een half jaar stage lopen bij een organisatie. Dat kan in je eigen woonplaats, maar ook in het buitenland. In jaar 4 doe je een eigen afstudeeronderzoek bij een organisatie. Je zoekt dan via onderzoek naar een oplossing voor een vraag uit de praktijk.

Als je de opleiding Landscape and Environment Management succesvol hebt afgerond, ontvang je de titel Bachelor of Landscape & Environment en mag je de titel B L&E of ingenieur (ing.) voeren.


Na de opleiding Verder studeren Het is mogelijk om na je afstuderen door te stromen naar de universiteit. Wageningen, maar ook Leiden en Amsterdam bieden studies aan die aansluiten bij Landscape and Environment Management, zoals European Spatial and Environmental Planning, Environmental Sciences, Urban Environmental Management, Forest and Nature Conservation, Leisure Tourism and Environment, Planologie en Environment & Resource Management. Beroepsprofiel en beroepen Vier voorbeelden maken duidelijk waar je zoal terecht kan komen. Je wordt niet opgeleid voor één specifiek beroep maar je kunt veel kanten uit met deze opleiding. Waar je terecht komt, is onder meer afhankelijk van je eigen interesses en de plek waar je je stage- en afstuderen gedaan hebt. Natuurbeheerder Je voert beleid uit op het gebied van inrichting en beheer van bos- en natuurterreinen. Je overlegt met gemeenten, natuurorganisaties en belangengroepen. Beleidsmedewerker milieudienst Je werkt op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Je houdt je bezig met het analy seren van milieuproblemen en het zoeken naar oplossingen.

Onderzoeker ruimtelijke ordening Je verricht onderzoek naar, of je ontwerpt plannen voor de inrichting van gebieden. Adviseur groen en recreatie Je weegt af wat de kosten en baten van natuur zijn en adviseert over verschillende scenario’s voor recreatie en natuur. Werkveld en beroepen Het werkveld waarin je terecht komt is erg divers. Je gaat lokaal, provinciaal of landelijk aan de slag bij: –– een waterschap –– een milieudienst –– een gemeente –– een dienst ruimtelijke ordening –– een dienst landelijk gebied –– een adviesbureau –– een terreinbeherende instantie –– Rijkswaterstaat –– een milieufederatie. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/lem.

Lees het interview met student Rosemarie Rienstra op www.inholland.nl/rosemarie

49

50


Tuinbouw & Agribusiness De agrarische sector is continu in beweging. Wil jij daar meer over weten? Tijdens de vierjarige voltijd opleiding Tuinbouw & Agribusiness leer je alles over de gehele keten van zaadproducent tot retail, dus ook over voedselveiligheid en kwaliteitszorg, logistiek, marketing en exportmanagement, teelt en klimaatbeheersing.

Tuinbouw & Agribusiness

De opleiding De wereldbevolking neemt toe, steeds meer monden moeten gevoed worden. De Nederlandse tuinbouw is internationaal van hoog niveau. Wil jij als jong en bekwaam manager of teeltdeskundige een actieve bijdrage leveren aan het oplossen van dit soort uit dagingen? Kies dan voor deze opleiding. Tijdens de vierjarige voltijdopleiding Tuinbouw & Agribusiness leer je alles over de gehele keten van zaadproducent tot retail, teelt en teelttechnieken, voedselveiligheid, kwaliteitszorg, transport en logistiek, marketing en exportmanagement, management en organisatie, bedrijfseconomie en financieel management en human resource management. Het creëren van waarde voor de ondernemers in de tuinbouwketen staat centraal in de opleiding. Past deze opleiding bij jou? Wil jij weten hoe het zit met de teelt van groente, fruit, bloemen en planten in de glastuinbouw, niet alleen in Nederland maar ook in de rest van de wereld? Hoe telers het voor elkaar krijgen om ’s ochtends te oogsten, de oogst diezelfde dag nog via de veiling te verkopen en naar de andere kant van de wereld te vervoeren? Wil jij je laten verrassen door de innovatieve en milieuvriendelijke techno logieën die ontdekt en toegepast worden in de glastuinbouw? Of wil je alles weten over biologische gewasbescherming of de bedrijfsvoering van een superkas? In de sector speelt meer dan je op het eerste gezicht ziet en denkt. Steeds meer multinatio nals hebben behoefte aan goed opgeleide young professionals die in binnen- en buitenland ingezet kunnen worden. Het gaat hierbij om verschillende functies in de keten, dus van onderzoeker, veredelaar, productmanager, teeltspecialist tot en met verkoop manager. Tijdens de opleiding Tuinbouw & Agri– business leer je om te gaan met al deze uitdagingen.

Waarom deze opleiding? De belangrijke greenport van het Westland/Oostland ligt in onze achtertuin. De veilingen van Naaldwijk en Aalsmeer zijn naast de deur. Net als de bollenvelden in de Zuid-Hollandse Bollenstreek. Het werkveld ligt dus om de hoek. Daarnaast is de opleiding uniek in de Randstad. Toelatingseisen Profiel

E&M

C&M

N&G

N&T

Havo



WisA of WisB





Vwo



WisA of WisB





Mbo-4

toelaatbaar

Onderwijslocatie De opleiding Tuinbouw & Agribusiness wordt in Delft aangeboden. In het pand van Hogeschool Inholland Delft staan verschillende klimaatkassen voor studentonder zoeken. Daarnaast zijn er twee praktijkkassen bij de Demokwekerij in Honselersdijk en GreenQ in Bleiswijk.

Lees het interview met docent Marinus van Haaften op www.inholland.nl/marinus

51

52


Het studieprogramma Opbouw van de opleiding De vierjarige opleiding Tuinbouw & Agribusiness bestaat uit een brede bachelor en de afstudeerrich tingen. De brede bachelor Tuinbouw & Agribusiness is het algemene deel waarin je jezelf zo breed mogelijk ontwikkelt. Hierin staat de kennis over en samenhang tussen teelt, bedrijfsvoering en logistieke processen centraal. De brede bachelor richt zich daarbij binnen de voedingstuinbouw en de sierteelt op: –– teelt en groei –– ketenkennis –– duurzaamheid –– biobased economy –– innovatie –– marktwerking –– bedrijfsvoering.

Met deze bachelor krijg je een stevige basis op het gebied van: –– teelttechnieken –– teeltplannen –– organisatie en bedrijfsvoering –– duurzaam opereren in ketens –– financiën –– (mondiaal) vermarkten –– creatief handelen –– (Europees) beleid en wetgeving. Daarnaast maak je de keuze uit de afstudeer richtingen Teelttechniek en Veredeling of Management en Greenports. Meer informatie over de afstudeerrichtingen staat op pagina 56 en 57 van deze brochure.


Tuinbouw & Agribusiness is de nieuwe naam van de opleiding Greenport Business and Retail

Omschrijving eerste en tweede jaar In de eerste twee studiejaren van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness volg je een breed gemeenschappelijk pro gramma. Daarin doe je basiskennis en vaardigheden op die je in het vervolg van de opleiding nodig hebt. Het gaat hier om kennis en vaardigheden die te maken hebben met de teelt (optimalisatie, teeltplan), onderzoek, organisatie en bedrijfs voering, logistiek en ketens. Het eerste studiejaar, ook wel het propedeusejaar genoemd, staat in het teken van oriëntatie op het vakgebied en het beroep. Naast thema’s voor de brede bachelor volg je ook thema’s voor je afstudeerrichting. Thema’s voor de brede bachelor zijn onder meer: –– oriëntatie –– theoretische teeltkunde –– business en management –– toegepaste biologie –– ketenkennis –– onderzoeken –– ondernemerschap en recht –– marketing –– teelttechniek en veredeling –– plantenziektekunde en gewasbescherming. In het tweede studiejaar wordt al in de laatste twee blokken aandacht besteed aan thema’s voor de afstudeerrichting. Verder wordt er voortgebouwd op en vindt verdieping plaats van thema’s uit het eerste studiejaar, zoals: –– organisatiebesturing en vernieuwing –– teelt en groei –– logistiek en keten –– energiebeheer –– toegepast onderzoek –– beleid en advies.

Lees het interview met student Tijmen van de Bosch op www.inholland.nl/tijmen 53

54


Keuzeonderwijs De opleiding Tuinbouw & Agribusiness kent twee afstudeerrichtingen: –– Teelttechniek en Veredeling –– Management en Greenports. Teelttechniek en Veredeling De afstudeerrichting Teelttechniek en Veredeling geeft inzicht in de grote variatie van technieken en technologieën die (kunnen) worden toegepast bij de voedingstuinbouw en sierteelt. Mede door de innovaties in deze bedrijfstak is Nederland toon aangevend in de internationale markt. De voedings tuinbouw heeft een vooraanstaande positie in de productie van en handel in tuinbouwproducten. Ditzelfde geldt voor de sierteeltsector, die zelfs op wereldschaal een prominente plaats inneemt op het gebied van productie en consumptie. Veel van de productie in deze sectoren vindt plaats in kassen,

ofwel de glastuinbouw. Onder invloed van onder meer maatschappelijke ontwikkelingen en een aangescherpte milieuwetgeving ontwikkelde de glastuinbouw zich als zeer innovatief. Bij de afstudeerrichting Teelttechniek en Veredeling verdiep je je in de onderwerpen: –– teeltplan –– teeltoptimalisatie –– veredeling en ontwikkeling van nieuwe rassen. Binnen de richting Teelttechniek en Veredeling wordt uitgebreid stilgestaan bij teelttechnische aspecten. Die hebben te maken met de plantensoort of het voedingsgewas zelf, maar ook met technische en technologische ontwikkelingen in de glastuinbouw. Denk hierbij aan: –– biologische gewasbescherming –– klimaatregeling en energiebeheer –– belichting of verlichting (zowel het type lampen als het soort glas dat voor de kas wordt gebruikt) –– watergebruik en recirculatiesystemen –– toedienen van voedingsstoffen –– management van bodem en substraat. Als het gaat om veredeling, kun je niet om de discussie rond genetisch gemodificeerde (voedings-) gewassen heen. De toepassing van biotechnologie in de tuinbouw is een onderwerp waarbij je tijdens de studie stilstaat. Ook hier is een relatie met het thema voedselveiligheid. Andere thema’s binnen de afstudeerrichting Teelt techniek en Veredeling zijn duurzaam ondernemen (ook wel maatschappelijk verantwoord ondernemen genoemd) en duurzame productiemethoden. Ten aanzien van duurzaamheid zijn Cradle-to-Cradle (afval is voedsel) en Biobased Economy denkwijzen die bij deze afstudeerrichting de nodige aandacht krijgen.

Foto FloraHolland


Management en Greenports De afstudeerrichting Management en Greenports geeft inzicht in de bedrijfsmatige of bedrijfskundige aspecten van de voedingstuinbouw en sierteelt sector. Financieel-economische afwegingen spelen een rol bij de bedrijfsvoering. Hierbij komen zaken om de hoek kijken als: –– investeringen –– mogelijke schaalvergroting –– vestigingsklimaat –– marketing –– (internationale) concurrentiepositie –– positieversterking in de keten –– eisen of verwachtingen van klanten, van de overheid of vanuit de maatschappij. Een flexibele aanpassing of opzet van teeltplannen en van de organisatie van het bedrijf is ook een rand voorwaarde voor een succesvolle bedrijfsvoering. Dat geldt eveneens voor een open instelling voor vernieuwing en innovatie. Een duurzame productie wijze en aandacht voor duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen is een pre. Vandaar dat deze onderwerpen binnen de richting op verschil lende niveaus terugkomen. Samen met onderwerpen als strategisch ondernemen en het mondiaal kunnen vermarkten van producten of diensten.

Management en Greenports richt zich verder op: –– (vernieuwing in) bedrijfsvoering –– de plaats in de internationale markt –– de relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen als duurzaam ondernemen –– (Europese) weten regelgeving –– milieuvriendelijk produceren –– biobased economy. Je begint al in het eerste studiejaar met de oriëntatie op een van de afstudeerrichtingen. Deze oriëntatie krijgt in het tweede studiejaar een vervolg. In het derde en vierde studiejaar krijgt dit nog een verdieping, waarbij je een persoonlijk accent kunt leggen door de keuze van de stageplaats, het stage-onderwerp en het afstudeeronderzoek. Het gemeenschappelijke deel van deze richtingen richt zich op: –– teelt en teelttechniek –– bedrijfsvoering –– optimalisatie en/of vernieuwing (van teelt en organisatie) –– marktwerking en logistiek –– transport en logistiek –– de maatschappelijke trends en ontwikkelingen.

Opbouw van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness 2016 - 2017 Periode 1 Jaar 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Oriëntatie Toegepaste biologie op beroep en opleiding Recht (BSA)

Inleiding teelttechniek en veredeling

Agro-logistiek 1

Inleiding Business & Management

Ondernemerschap Plantenziektenkunde en boekhouden / financieel Gewasbescherming management

Agro Ketenkennis

Nederlands A

Statistiek

Theoretische teeltkunde Onderzoeken A (BSA) Nederlands B

Marketing

Lineair programmeren

Organisatie & management

Scheikunde A

Scheikunde B

Scheikunde C

Scheikunde D

Engels A

Engels B

Engels C

Engels D 55

56


Afstudeerrichting Teelttechniek en Veredeling Jaar 2

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Teelt en groei 1

Teelt en groei 2

Toegepast teelt- / bedrijfskundig onderzoek

Toegepast teelt- / bedrijfskundig onderzoek

Energiebeheer

Fysiologie

Klimaat en Sturing

Organisatiebesturing & Vernieuwing 1

Kostenmanagement 2

Onderzoeken B

Onderzoeken C

Logistiek & Keten 1 Duits A

Logistiek & Keten 2

Beleid en advies

Strategie & markt

Projectorganisatie & Ketens

Duits C

Duits D

Projectorganisatie & Ketens Bio-based & Sustainable Business Inkoop & Logistiek Duits B Jaar 3

Jaar 4

Periode 1

Engels E

Periode 3 en 4

Plantenveredeling

Groei en bewaring

Stage

Gewasbescherming in de praktijk 1

Gewasbescherming in de praktijk 2

Duurzame Teelt 1

Duurzame Teelt 2

Periode 1

Periode 2

Periode 3 en 4

Analyse Teeltplan

Teeltplan en advies

Afstuderen

Capita selecta

Innoveren

Green juniors Stage Een belangrijk deel van je opleiding loop je stage in het werkveld. Je bent dan werkzaam bij een bedrijf of organisatie en voert zelfstandig opdrachten of onderzoek uit.

De afstudeeropdracht is een proeve van bekwaam heid waaruit moet blijken of je als beginnend beroepsbeoefenaar je vak verstaat. Je kunt je afstudeeropdracht zowel in het binnenals buitenland uitvoeren.

Afstuderen Je sluit je studie af met een individuele afstudeer opdracht van twintig weken. Deze opdracht voer je uit bij een bedrijf of organisatie in het werkveld, die aansluit bij de door jou gekozen afstudeerrichting.

Wanneer je het diploma van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness hebt behaald, ontvang je de graad Bachelor of Horticulture (B HC). Deze graad geeft zowel nationaal als internationaal aan op welk niveau je hebt gestudeerd.


Afstudeerrichting Management en Greenports Periode 1 Jaar 2

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Teelt en groei 2

Toegepast teelt- / bedrijfskundig onderzoek 1

Toegepast teelt- / bedrijfskundig onderzoek 2

Organisatiebesturing & Vernieuwing 2

Onderzoeken B

Onderzoeken C

Logistiek & Keten 1

Logistiek & Keten 2

Beleid en advies

Strategie & markt

Duits A

Duits B

Duits C

Duits D

Teelt en groei 1

Energiebeheer Organisatiebesturing & Vernieuwing 1

Engels E Periode 1 Jaar 3

Periode 2

Externe opdracht

Engels F Periode 3

Periode 4

Bedrijfsanalyse

Internationale marktstrategie Marktonderzoek

Business & Management Modellen

Managing International Trade

Bedrijfscommunicatie

Engels H

Duits E

Duits F

Engels G Jaar 4

Periode 1

Periode 2

Periode 3 en 4

Duits G

Strategisch Ondernemen

Afstuderen

Analyse Business Cases

Agri Trends & Ontwikkelingen

Captia Selecta

Innovatie Management Duits H

Green Juniors

Naast de titel van bachelor mag je in Nederland ook de titel van ingenieur (ing.) voeren. Het diploma geeft je toegang tot een breed aanbod van (master-) opleidingen in binnen- en buitenland.

De opleiding Tuinbouw & Agribusiness kent twee afstudeerrichtingen: Teelttechniek en Veredeling en Management en Greenports.

Lees het interview met student Jan Paauw op www.inholland.nl/jan 57

58


Na de opleiding Verder studeren Wil je je nog verder verdiepen in de materie die tijdens de opleiding aan bod is gekomen, dan kun je een masteropleiding volgen aan een van de universiteiten in Nederland, bijvoorbeeld aan de Wageningen University. Ook kun je na je opleiding doorstuderen aan een van de landbouwuniversitei ten in Europa. Maar er zijn ook aansluitende master opleidingen in Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Beroepsprofiel en beroepen In de beroepspraktijk maak je veelal deel uit van multidisciplinaire teams. Van groot belang is kennis op de volgende gebieden: –– teelttechnieken en advies –– bedrijfsvoering –– kwaliteitszorg bij productie –– transport en logistiek –– wetgeving op het gebied van milieu en voedselveiligheid –– communicatieve vaardigheden –– onderzoeksvaardigheden –– adviesvaardigheden –– projectmatig werken. Na afronding van je studie kun je werken in onder meer de onderstaande functies: Kwaliteitsmanager Je bewaakt alle processen die van invloed zijn op de kwaliteit van producten of diensten die jouw bedrijf levert. In een productiebedrijf kun je een betere manier van werken adviseren om de kwaliteit van producten te verhogen. Binnen een instelling kun je kwaliteit verhogen door processen op een effectie vere en efficiëntere manier te laten verlopen.

Logistiek manager Je bent verantwoordelijk voor het logistieke proces rondom opslag, vervoer en levering van goederen. Je houdt klanten tevreden door voldoende produc ten op voorraad te hebben en op tijd te leveren. Je kunt goed delegeren en hebt contacten met zowel klanten als leveranciers. Beleidsmedewerker agrarische zaken Je ontwikkelt en evalueert (overheids)beleid en ondersteunt eventueel de beleidsuitvoering. Je bent specialist op het gebied van agrarische zaken. Teeltmanager Je bent verantwoordelijk voor de teeltomstandighe den. een optimale groei, de productie en de ge zondheid van gewassen. Ook de continuïteit van het teeltproces behoort tot je taken. Daarnaast doe je onderzoek en implementeer je nieuwe teelttechnieken. Praktijkonderzoeker Je doet onderzoek op het gebied van verdeling en ontwikkeling van teelttechnieken. Dit doe in proef kassen, praktijkbedrijven en in laboratoria. Veilinghouder bloemen, groente en fruit Je organiseert bloemenveilingen of veilingen voor groente en/of fruit. In deze branche zijn de veilingen veelal coöperaties, waarin telers zich hebben verenigd om gezamenlijk hun afzet te organiseren. Je bent zowel in Nederland als daarbuiten inzetbaar. De sector is sterk internationaal georiënteerd en werken in het buitenland is geen uitzondering. Denk hierbij ook aan de Nederlandse bedrijven die zich in het buitenland hebben gevestigd. Of aan het adviseren en/of ondersteunen van buitenlandse bedrijven. Vanuit de opleiding worden stages in het buitenland sterk aanbevolen.


Werkveld De opleiding Tuinbouw & Agribusiness biedt goede perspectieven op de arbeidsmarkt. Het werkveld waarmee je te maken krijgt, is erg divers. Het Nederlandse tuinbouwcluster is georganiseerd in zogenaamde Greenports. Die voeren een integrale strategie om de tuinbouw robuust en economisch sterk te positioneren. De Nederlandse Greenports zijn innovatief en gelden als toonaangevend in de internationale markt. Ze hebben een vooraan staande positie in de internationale agroketens en -netwerken. Je beschikt na deze opleiding over een goed gevulde ‘gereedschapskist’. Daarmee kun je een actieve, innovatieve en duurzame bijdrage leveren aan alle activiteiten binnen de Greenports in Nederland en daarbuiten. Dit kan zijn bij: –– de teeltbedrijven zelf –– toeleveringsbedrijven –– agrotransportbedrijven –– onderzoeksinstellingen of veredelingsbedrijven –– de overheid –– brancheorganisaties –– dienstverleners –– adviesbureaus.

De voedingstuinbouw neemt een volwaardige rol in als leverancier van grote Europese retailketens en foodproviders. Dit geldt vooral op het gebied van groenten en fruit. De sierteeltsector heeft een prominente plaats in de wereldwijde markt van productie en consumptie van bloemen. Nederland fungeert daarbij als belangrijke draaischijf in de internationale handel en distributie van snijbloemen. Hogeschool Inholland Delft ligt dicht bij de belang rijke greenport van het Westland/Oostland. Ook de veilingen van Naaldwijk en Aalsmeer zitten in de omgeving, net als de bollenvelden in de ZuidHollandse Bollenstreek. Het werkveld ligt dus om de hoek. Meer weten? Kijk voor de meest actuele opleidingsinformatie, Open Dagen of inschrijven voor deze opleiding op www.inholland.nl/ta.

59

60


Over Hogeschool Inholland Bij Hogeschool Inholland krijgen studenten ruimte om te presteren en zich te onderscheiden. Op onze locaties verspreid over de Randstad bieden wij brede, en voor het regionale werkveld herkenbare, opleidingen aan op diverse interesse gebieden: van gezondheidszorg tot economie en van techniek tot onderwijs. Daarnaast hebben we diverse Associate-degreeprogramma’s en masteropleidingen in huis. Je kunt bij Inholland in voltijd, in deeltijd en duaal studeren. Hogeschool Inholland is er om jou in een belangrijke periode van je leven te begeleiden zodat jij jezelf kunt ontwikkelen tot een verantwoordelijke en kansrijke professional die klaar is voor de toekomst. In een prettige leeromgeving krijg je goed gestructureerd, uitdagend en degelijk onderwijs. Onze docenten stimuleren je om met een onderzoekende blik creatieve, integrale oplossingen aan te dragen voor actuele vraagstukken uit de praktijk. De lat ligt hoog bij ons en we streven naar een goede balans tussen passende begeleiding en zelfstandigheid. Geworteld in de praktijk Je hbo werken denkhouding kun je direct toepassen in je eerste baan. Om dit waar te maken, werken wij samen met een groot netwerk van ondernemers, non-profit organisaties en onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Jij en je medestudenten lopen bij deze bedrijven en instellingen stage en zorgen zo voor kennisuitwisseling tussen de hogeschool en de praktijk.

Over Hogeschool Inholland

Met de juiste combinatie van kennis, praktijkervaring en beroepshouding bereiden we je optimaal voor op de arbeidsmarkt.

je in het derde jaar stage in binnen- of buitenland. In het vierde jaar rond je je opleiding af met een afstudeeropdracht.

Ook onderzoek maakt bij Inholland deel uit van het onderwijs. Dit levert een belangrijke kwaliteits impuls op voor het onderwijs en het draagt bij aan de innovatie van de beroepspraktijk.

Duaal studeren Bij een duale opleiding kies je voor de combinatie van werk en studie. Maar het is iets anders dan studeren in deeltijd. Aan het begin van de studie sluit je een onderwijsarbeidsovereenkomst met je werk gever én de opleiding. Wat je leert, breng je direct in praktijk. Er zijn verschillende manieren van duaal studeren. In sommige gevallen werk je een paar dagen per week naast je studie. Of je wisselt vanaf het tweede jaar zes maanden studeren af met een halfjaar werken. In andere gevallen combineer je drie weken werk met een week colleges volgen.

Ons onderwijs Alle opleidingen van Inholland worden overeen komstig de Wet op het hoger onderwijs en weten schappelijk onderzoek (WHW) op regelmatige basis door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) getoetst op hun kwaliteit. Dit betekent dat de door ons aangeboden opleidingen voldoen aan alle officiële eisen. Denk daarbij aan een goede mix tussen individuele en groepsopdrachten, het aantal contacturen, stevige toetsen, afstudeerbegeleiding en een constructieve samenwerking met de beroepspraktijk, studenten organisaties en alumni. Studeren aan Hogeschool Inholland kan in drie vormen: voltijd, deeltijd of duaal. Hoewel er grote verschillen zijn tussen de studievormen, ontvang je aan het einde van je opleiding hetzelfde diploma. Voltijd studeren Voltijd studeren betekent vier jaar lang veel tijd besteden aan je studie. Je bent circa veertig uur per week met je opleiding bezig. In die uren volg je colleges, werk je in projectgroepen aan praktijk opdrachten en studeer je zelfstandig. Meestal loop

Deeltijd studeren Heb je een baan en wil je je daarnaast verder ont wikkelen? Kies dan voor een deeltijdopleiding. Als werkende professional besteed je ongeveer twintig uur per week aan je deeltijdstudie. Afhankelijk van de opleiding van je keuze vinden de colleges overdag of ’s avonds plaats. De opleiding duurt minimaal drie jaar. Tijdens de opleiding biedt Inholland je goede begeleiding, waarbij een zelf standige houding wordt verwacht. Studiebegeleiding Je krijgt bij aanvang van de opleiding een studie loopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. Hij of zij bespreekt met jou de aanpak, de voortgang en de keuzes die je in je opleiding maakt. De studieloop baanbegeleider verwijst je tevens door naar bijvoor beeld een decaan, wanneer dat nodig is. De decaan helpt en adviseert onder meer bij het voorkomen van studievertraging of bij bijzondere omstandigheden zoals ziekte en leerproblemen. 61

62


Studeren met een functiebeperking Hogeschool Inholland biedt studenten met een functiebeperking ondersteuning in de vorm van voorzieningen, regelingen en begeleiding. Heb je dyslexie, een chronische ziekte of een andere fysieke of psychische beperking? Maak dan aan het begin van je studie een afspraak met de studenten decaan. Meer informatie vind je op www.inholland.nl/ studerenmeteenfunctiebeperking. Studeren voor topsporters Ook voor topsporters heeft Inholland regelingen waardoor je intensieve sportbeoefening kunt combineren met een studie. Als je hiervan gebruik wilt maken, is het noodzakelijk dat je de topsport status hebt of een erkend topsporter bent. Neem voor meer informatie contact op met de studentendecaan of kijk op www.inholland.nl/ topsporters.

Faciliteiten up-to-date De hogeschool biedt hoogwaardig onderwijs in een eigen tijdse omgeving. De collegezalen, praktijklokalen, project ruimtes zijn helemaal ingericht voor het onderwijs van nu. Met je eigen Inholland e-mailadres en inlogaccount heb je toegang tot ons ict-netwerk, zodat je overal je opdrachten kunt uitvoeren. In al onze gebouwen zijn computer werk plekken beschikbaar voor studenten, maar ook kun je een eigen device meenemen, er is immers overal gratis draadloos internet aanwezig. ASA Campus Wil jij straks relevante werkervaring opdoen naast je studie? ASA Student is specialist in de bemiddeling van studenten en afgestudeerden naar studie-gerelateerde (bij)banen of naar je eerste echte startersbaan. ASA Campus is het uitzend bureau van Hogeschool Inholland. Check de site van ASA voor interessante en leuke functies: www.asacampus.nl. Intranet Als student van Hogeschool Inholland kun je op iedere locatie inloggen op het intranet. Daar vind je alle informatie over je opleiding. Ook houden we je via het intranet op de hoogte van nieuws en achtergrondverhalen over gebeurtenissen binnen en buiten de hogeschool. Verder vind je er artikelen over bijzondere activiteiten, projecten en acties van (studen ten van) Inholland. Eveneens kun je via het intranet terecht op het digitale Servicepunt van de Hogeschool. Daar kun je 24/7 projectruimtes reserveren of diverse apparatuur zoals een laptop of opname apparatuur. Bibliotheken Sinds september 2015 is de collectie van de bibliotheek van Inholland digitaal. De grote collectie informatiebronnen is gericht op alle opleidingen. Je kunt vakliteratuur dan direct thuis of op de werkplek via pc of laptop inkijken. De bibliotheek organiseert ook trainingen om op een efficiënte en effectieve wijze om te leren gaan met (digitale) informatie. Via de bibliotheekwebsite insite.inholland.nl/ bibliotheek kun je ook vragen stellen aan de informatie specialisten met hun specifieke vakkennis.

Je studiekeuze maken

Je studiekeuze maken Weet je al precies welke vervolgopleiding je wilt doen of heb je helemaal nog geen idee? Misschien zweef je ergens daar tussenin? Hogeschool Inholland helpt je graag bij je studiekeuze. Open Dagen en Avonden Wil je informatie verzamelen over opleidingen die bij jou passen? Kom dan naar een van onze Open Dagen of Open Avonden. Doorloop de fasen van TEST | ONTDEK | KIES, proef de sfeer en stel al je vragen aan onze studenten en docenten. Kijk voor de data op www.inholland.nl/opendag. Proefstuderen Ben je al wat verder met je studiekeuze en wil je ontdekken of de opleiding écht bij je past? Kom dan Proefstuderen bij één van de opleidingen van Hogeschool Inholland. We nodigen je dan uit om een kijkje in de keuken te nemen van de opleiding van je keuze. Soms volg je samen met andere studiekiezers een speciaal proefstudeerprogramma, soms word je gekoppeld aan een student van de opleiding en draai je mee in het actuele lesrooster. Meld je aan via www.inholland.nl/proefstuderen. Vraag het een student Als je wilt weten hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland kan niemand je dat beter vertellen dan onze eigen studenten. Zij vertellen je graag hoe zij hun studiekeuze hebben gemaakt en hoe het is om een opleiding te volgen bij Inholland. Je kunt bij onze studenten terecht voor vragen als: hoe is de sfeer op school? Hoe ziet een dag er uit? Hoe is de manier van lesgeven? Wil je in contact komen met een van onze studenten? Ga naar www.inholland.nl/vraagstudent.

Studiekeuzeadvies Bij het Studiekeuze Adviescentrum kun je terecht voor objectief en onafhankelijk studiekeuzeadvies. Je kunt er terecht voor een studiekeuzetest, een uitgebreid adviesgesprek (www.inholland.nl/ studiekeuzegesprek) of een Studiekeuzeworkshop (www.inholland.nl/studiekeuzeworkshop). Loop je rond met vragen als: wie ben ik? wat kan ik? En welke opleiding past bij mij? Onze studiekeuze adviseurs helpen je graag in de goede richting. Studie-informatiepunt Bij het Studie-informatiepunt kun je terecht met al je vragen over de opleidingen van onze hogeschool. Ook als je meer wilt weten over de 21+ toets of hulp nodig hebt bij je inschrijving ben je bij het Studieinformatiepunt aan het juiste adres. Het Studieinformatiepunt is te bereiken via 0900- Inholland (0900- 464 65 52 63), [email protected] en via de chatbuttons (Stel je vraag) of het vragenformulier op www.inholland.nl. Vragen over toelating en inschrijving Heb je inhoudelijke vragen over toelating en inschrijving of wil je meer informatie over studeren met een functiebeperking, als topsporter of als buitenlandse student? Bekijk dan Studeren bij Inholland op www.inholland.nl. Heb je vragen over het gebruik van Studielink; bijvoorbeeld over het wachtwoord, inloggen of het wijzigen van persoons gegevens? Kijk dan bij FAQ van Studielink.

63

64


Studiekeuzecheck Als je gaat studeren krijg je te maken met de Studiekeuzecheck. Deze check is onderdeel van je aanmelding en laat je ervaren of de opleiding die je gekozen hebt bij je past. Je studeert dan straks niet alleen met meer plezier, maar vergroot ook de kans dat je de opleiding met succes afrondt. Het program ma van de Studiekeuzecheck bestaat voor de meeste opleidingen uit het invullen van een online vragenlijst en een programma op de hogeschool. Meld je vóór 1 mei 2016 via Studielink aan voor een hbo-opleiding. Je ontvangt dan een uitnodiging voor de Studiekeuzecheck. Let op: voor opleidingen met een numerus fixus gelden de regels van de selectieprocedure van die opleiding. Bekijk www.inholland.nl/studiekeuzecheck voor actuele informatie. Studiekeuzecheck in het kort: –– Meld je uiterlijk voor 1 mei 2016 via Studielink aan voor een opleiding. Je hebt hiervoor een DigiD-code nodig. Deze kun je aanvragen via www.digid.nl. –– Je ontvangt een uitnodiging voor de Studiekeuzecheck bij de opleiding van je keuze met verdere informatie.

Praktische informatie Meer informatie Voor al je vragen met betrekking tot een specifieke opleiding op een van de locaties van Hogeschool Inholland kun je contact opnemen met het Studie-informatiepunt, telefoon: 0900-Inholland (0900 464 65 52 63), e-mail: [email protected] of chat via een van de chatbuttons op onze site. Starten in februari Een aantal opleidingen geeft je de mogelijkheid om behalve in september ook in februari te beginnen met je studie. Kijk voor de voorwaarden en het actuele aanbod op: www.inholland.nl/februaristart.

Aftrekbare studiekosten Volg je een opleiding of studie voor je beroep of toekomstige beroep en heb je geen recht op studiefinanciering? Dan kun je studiekosten, zoals collegegeld en de uitgaven voor boeken, opgeven als aftrekpost bij de Belastingdienst. Meer informatie hierover krijg je via de Belastingtelefoon: 0800 - 05 43 of kijk op: www.belastingdienst.nl.

Studiekosten Het collegegeld in het studiejaar 2016-2017 zal iets hoger liggen dan in 2015-2016. Houd in het eerste jaar van je opleiding rekening met de kosten voor boeken, readers en syllabi: die kunnen oplopen tot duizend euro. Veel boeken van het eerste jaar ge bruik je ook in de volgende studiejaren. In die jaren zijn de kosten dus lager. Per opleiding kunnen de kosten verschillen. Kijk voor het actuele overzicht van de studiekosten op: www.inholland.nl/studiekosten. Studiefinanciering Sinds september 2015 geldt een nieuw stelsel van studiefinanciering. De basisbeurs is verdwenen en je kunt als student per maand een bedrag lenen. Lees hier meer over op de website van DUO (www.duo.nl) of kijk op www.startstuderen.nl. Heb je meer vragen over toelating, aanmelding en inschrijving neem dan contact op met het Studieinformatiepunt via 0900 - 464 65 52 63 (lokaal tarief) of [email protected].

65

66


Volg Inholland op: facebook.com/inholland twitter.nl/inholland youtube.com/inholland

iologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Biotechnologie Chemie houderij Food Commerce and Technology Tuinbouw & Agribusiness dscape and Environment Management Biologie en Chemie Medisch derzoek Biotechnologie Dier- en Veehouderij Food Commerce and Tuinbouw & Agribusiness Landscape and Environment Management Medisch Laboratoriumonderzoek Biotechnologie Chemie Dier- en d Commerce and Technology Tuinbouw & Agribusiness Landscape Proefstuderen Open Dag ronment Management Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 10 oktober 2015 Meld je aan via www.inholland.nl/proefstuderen. 13 februari 2016 ogie Chemie Dier- en Veehouderij Food Commerce and Technology Studiekeuzecheck Open Avond voor deEnvironment actuele informatie op Management Biologie en Agribusiness LandscapeKijkand 2 december 2015 www.inholland.nl/studiekeuzecheck. 6 april 2016 riumonderzoek Biotechnologie Chemie Dier- en Veehouderij Food 8 juni 2016 Technology Tuinbouw & Agribusiness Landscape and Environment iologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Biotechnologie Chemie Kom ervaren wat Inholland jou te bieden heeft! Meld jeFood aan via deCommerce website houderij and Technology Tuinbouw & Agribusiness www.inholland.nl Landscape and Environment Management Biologie en Medisch riumonderzoek Biotechnologie Chemie Dier- en Veehouderij Food Hoewel deze brochure met de grootste zorgvuldigheid is samenTechnology Tuinbouw & Agribusiness Landscape and Environment gesteld kunnen er geen rechten worden ontleend aan de inhoud. eventuele opmerkingen over deze brochure kun je contact iologie en Voor Medisch Laboratoriumonderzoek Biotechnologie Chemie opnemen met: Hogeschool Inholland, Afdeling Communicatie, [email protected]. eehouderije-mail:Food Commerce and Technology Tuinbouw Tuinbouw & 16-AFL-VT dscape and Environment Management Biologie en Chemie Medisch derzoek Biotechnologie Dier- en Veehouderij Food Commerce and

Agri, Food & Life Sciences. Opleidingen voltijd

Recommend Documents