Institute for Life Sciences & Chemistry Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences) Voltijd en deeltijd Studiegids Bijlage

Institute for Life Sciences & Chemistry Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences) Voltijd en deeltijd Studiegids 2011-2012 Bijlage Cursusbeschrijvingen

Cursus beschrijvingen Cursusjaar Opleiding

Cursus

TLSCAC2D-09

Institute for Life Sciences & Chemistry 2011-2012 Life Sciences

Inhoud In deze module vindt herhaling en verdieping plaats van een aantal chemische begrippen uit het HAVO- en/of MLO-curriculum die van toepassing zijn bij de opleiding Life Sciences. De module omvat de algemene basiskennis Analytische Chemie die aansluit bij de studierichting. De hoofdonderwerpen zijn: berekeningen aan (zwakke) zuren en basen pH‟s en buffers elektrochemie (redoxreacties) spectrometrie (ZL en UV) en scheidingstechnieken zoals GC LLC (HPLC FPLC (gelpermeatie-)-chromatografie) ionwisselingschromatografie elektroforese en affiniteitschromatografie. Daarnaast wordt uitvoerig aandacht besteed aan “chemisch rekenen” ook nu weer van toepassing op de Life Sciences studierichting. Het eerste deel van de afstudeeropdracht is een combinatie van het verwerven van theoretische achtergronden van het onderzoek en het aanleren van nieuwe vaardigheden. In deze fase werkt de student aan de competentie onderzoeken en experimenteren. De student bespreekt de resultaten regelmatig tijdens werkbesprekingen met de begeleider van het bedrijf laboratorium of instelling waar de afstudeeropdracht uitgevoerd wordt en houdt ook de AOdocent op de hoogte van de voortgang.

TLSCAO7V-04

Bij de uitvoering is van belang: - praktisch werk en vaardigheid - planning - zelfstandigheid - inventiviteit creativiteit en flexibiliteit - probleemoplossend vermogen - kritische instelling/zorgvuldigheid - bereikte resultaten/productiviteit - sociaal gedrag en samenwerking

De cursus is gericht op een zorgvuldig en verantwoord gebruik van proefdieren in het biomedisch onderzoek. Naast TLSCtechnische en methodologische aspecten van de opzet en uitvoering van dierproeven wordt aandacht geschonken ART96D-09 aan ethiek welzijn en alternatieven voor het gebruik van proefdieren. TLSCAS4D-09

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het ademhalingssysteem het spijsverteringsysteem en van spieren alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken.

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het TLSC-AS4L- ademhalingssysteem het spijsverteringsysteem en van spieren alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin 08 (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. TLSCAS4V-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het ademhalingssysteem het spijsverteringsysteem en van spieren alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. Het humane genoom bestaat uit een aaneenschakeling van 3.000.000.000 DNA nucleotiden en codeert voor ruim 20.000 eiwitten met een gemiddelde lengte van 400 aminozuren. De sequentie (volgorde) van DNA nucleotiden bevat biologische informatie en de sequentie van de aminozuren bepaalt de biologische functie van eiwitten. Alle humane DNA en eiwit sequenties maar ook die van duizenden andere organismen staan in grote computerdatabases die beschikbaar zijn via het internet. Het bestuderen van DNA- en eiwit sequenties m.b.v. computers wordt bio-informatica genoemd.

TLSCBIN4V-07

Deze module biedt een introductie in de mogelijkheden die specifieke computerprogramma‟s en het internet bieden voor het hanteren en bestuderen van DNA- en eiwit sequenties. Er wordt geoefend met het samenvoegen van meerdere overlappende DNA sequenties tot één lange sequentie en het zoeken naar biologische informatie in het DNA. Dit laatste wordt ondermeer gedaan door de DNA sequentie te vergelijken met gegevens in databases. Ook eiwit sequenties worden bestudeerd. Na het doorlopen van de module beschik je over basale kennis en vaardigheden van bio-informatica die direct bruikbaar zijn in de praktijk en een goed uitgangspunt vormen voor verdere verdieping in het vakgebied.


TLSCBL2D-09


Bloed is een onmisbaar bestanddeel in het menselijk organisme. Wijzigingen in de kwantiteit en/of kwaliteit van bloed of bloedcomponenten kunnen leiden tot vermindering van de kwaliteit van leven of zelfs tot een levensbedreigende situatie. Door middel van een beperkt (laboratorium)onderzoek is vast te stellen of er iets mis is met het bloed. De precieze oorzaak van de aandoening vereist veelal nader en meer gespecialiseerd onderzoek. Dit theorievak levert de basiskennis voor het omgaan met bloed(cellen) en over het testen van bloed(cellen) zoals dat plaatsvindt op ziekenhuislaboratoria en dierenlaboratoria. Tijdens de lessen zal eveneens worden ingegaan op de dubbele gesloten circulatie, de aanmaak in het beenmerg van (rode) bloedcellen, de morfologie en de rol van rode bloedcel bij gasuitwisseling. Daarnaast zal ook bloedstolling en de bloedgroepenbepaling (o.a. ABO-systeem) centraal staan. De inhoud van het theorievak Bloed biedt een goede basiskennis voor met name het praktijkvak Bloed (VL2) en de hoofdfase vakken Farmacologie en Humane Fysiologie (VL3 en VL4).

Bloed is een onmisbaar bestanddeel in het menselijk organisme. Wijzigingen in de kwantiteit en/of kwaliteit van bloed of bloedcomponenten kunnen leiden tot vermindering van de kwaliteit van leven of zelfs tot een levensbedreigende situatie. Door middel van een beperkt (laboratorium)onderzoek is vast te stellen of er iets mis is met het bloed. De precieze oorzaak van de aandoening vereist veelal nader en meer gespecialiseerd onderzoek. TLSC-BL2V- Dit theorievak levert de basiskennis voor het omgaan met bloed(cellen) en over het testen van bloed(cellen) zoals dat 03 plaatsvindt op ziekenhuislaboratoria en dierenlaboratoria. Tijdens de lessen zal eveneens worden ingegaan op de dubbele gesloten circulatie, de aanmaak in het beenmerg van (rode) bloedcellen, de morfologie en de rol van rode bloedcel bij gasuitwisseling. Daarnaast zal ook bloedstolling en de bloedgroepenbepaling (o.a. ABO-systeem) centraal staan. De inhoud van het theorievak Bloed biedt een goede basiskennis voor met name het praktijkvak Bloed (VL2) en de hoofdfase vakken Farmacologie en Humane Fysiologie (VL3 en VL4). De module behandelt Immunologie voor bloedgroepen Eigenschappen van antistoffen en specifiek hematologische termen genetica biochemie bepalingstechnieken en casuïstiek ABO bloedgroep Rhesus-systeem Rh macrocomplex bepalingstechnieken dosage bijzondere antigenen en andere bloedgroepen. Antistofidentificatie ISBT systematiek Kell Duffy Kidd antistofscreening: omstandigheden/hulpstoffen TLSCbij identificatie IAT in kolomtest en buisjesmethode casuïstiek genetica en biochemie van MNS Lewis I P casuïstiek. BLSE45L-06 Het compatibiliteitsonderzoek omvat de bloedbank transfusiereacties kruisproef en Type & Screen methode Fisherexactmethode en richtlijnen Bloedtransfusie. Daarop volgend de hemolytische transfusiereactie en de hemolytische ziekte van de pasgeborene. de directe antiglobulinetest Rh-D-antagonisme en profylaxe ADCC- en Kleihauertest met casuïstiek Als laatste wordt de auto-immuun hemolytische anemie behandelt met.

TLSCBTECH5V11

Met de term expressiesysteem wordt bedoeld dat door middel van een expressievector een gen van interesse tot expressie wordt gebracht in gastheercellen welke vervolgens een grote hoeveelheid genproduct (eiwit) produceren. Deze techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de biotechnologie voor bijvoorbeeld de produktie van „biologicals‟: een nieuwe generatie geneesmiddelen gebaseerd op eiwitten i.p.v. synthetische stoffen. Er zal eerst besproken worden hoe een gen geïsoleerd geanalyseerd en vervolgens gecloneerd kan worden in een bepaalde expressievector. Daarna komt aan de orde hoe de expressievector ingebracht kan worden in een gastheercel en worden de mogelijkheden de nadelen en de bijzonderheden van verschillende expressiesystemen uitgebreid besproken. Behandeld worden o.a. prokaryote systemen gistcellen animale cellen transgene dieren en planten en gentherapie. Vervolgens worden de verschillende methoden besproken om de geproduceerde eiwitten uit de gastheercellen te isoleren te zuiveren en te analyseren. Als laatste komt de proceskunde aan bod; het opschalen van een expressiesysteem voor industriële doeleinden.

TLSCCOM3D-05

Week 1: Inleiding en indeling van de studenten. PowerPoint presentatie waarin de volgende onderwerpen worden besproken: · De luisteraar is er voor U niet andersom · Doelgroepen indeling · Bouwplan effectief presenteren · Visualiseren · Stiltes en Uhhhh · Verbaal gedrag · Non-verbaal gedrag (lichaamstaal) · PowerPoint gebruik Week 2 : Lichaamstaal analyse Alle studenten stellen zich aan de rest van de groep voor en daarna wordt de lichaamstaal door de groep geanalyseerd. Tonen video “Zelfverzekerd Presenteren” Week 3 en 4 :Eerste PowerPoint presentatie ( 8 min) door iedere student. Onderwerp is “mijn huidige werk(stage) plek Week 5 en 6 : Video registratie van tweede Powerpoint presentatie door iedere student. Onderwerp is “Een nieuwe werktechniek” Iedere student krijgt de videoopname mee naar huis en moet een A4 tje schrijven over de goede en minder goede aspecten van zijn/haar eigen presentatie



TLSCCPB4L-05

De module cytopathologie van het bloed behandelt in het kort de basishematologie aansluitend op de module bloed TLSC-BL2V. De module behandelt verder anemieën met als oorzaak Fe- en vitaminegebrek hemoglobinopathieën en hemochromatose. Daarna volgend de benigne leukocytaandoeningen zoals bacteriel en virale infecties met bijbehorende hemocytometrie en bloedbeelden gevolgd door maligne leukocytaandoeningen: myeloïde en lymfatische leukemieën lymfomen en MDS. Trombocytafwijkingen worden behandeld. Casuïstiek wordt veel behandeld.

TLSCCS5V-11

Tijdens de module celsignalering komt ter sprake; op welke manier de eiwitten correct gevouwen worden in het ER o.a. met behulp van chaperon eiwitten. op welke manier de eiwitten naar hun juiste plaats gebracht worden bijvoorbeeld naar een mitochondrion of via het ER naar de celmembraan en wat er met verkeerd gevouwen eiwitten gebeurt. op welke manier de eiwitten een signaal aan elkaar door kunnen geven (signaaltransductie route). Hierin komt onder andere ter sprake hoe de signaal transductie verloopt via een G-protein coupled receptor die adenylaat cyclase activeert of inactiveert. En de signaal transductie via tyrosine kinase receptoren waarbij ras geactiveerd wordt.

TLSCCV4D-09

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaten) alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de embryogenese.

TLSCCV4L-08


TLSCCV4V-08


TLSCDKO4V-03

Ter oriëntatie op de dierkundige afstudeerrichting maakt de student tijdens dit practicum kennis met enkele vakgebieden die kenmerkend zijn voor deze afstudeerrichting. Dit zijn proefdierkunde anatomie fysiologie en farmacologie. De student dient een verantwoorde houding ten aanzien van proefdiergebruik te ontwikkelen. Daarom vormt proefdierethiek een substantieel onderdeel van het practicum. Daarnaast dient de student zich een beeld te vormen van de dierkundige afstudeerrichting en het beroep van dierkundig laboratorium ingenieur.

Inhoudsbeschrijving: Speaking skills. TLSCReading and vocabulary will be dealt with by using several technical/life sciences texts to read and discuss. ENGELS-08 Grammar in a nutshell. Writing: how to write a perfect letter and email. Note: This is not a beginners course, you are expected to be on HAVO or A2+ (cef level).

TLSCEXS5V-03

Met de term expressiesysteem wordt bedoeld dat door middel van een expressievector een gen van interesse tot expressie wordt gebracht in gastheercellen welke vervolgens een grote hoeveelheid genproduct (eiwit) produceren. Deze techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de biotechnologie voor bijvoorbeeld de produktie van „biologicals‟: een nieuwe generatie geneesmiddelen gebaseerd op eiwitten i.p.v. synthetische stoffen. Er zal eerst besproken worden hoe een gen geïsoleerd geanalyseerd en vervolgens gecloneerd kan worden in een bepaalde expressievector. Daarna komt aan de orde hoe de expressievector ingebracht kan worden in een gastheercel en worden de mogelijkheden de nadelen en de bijzonderheden van verschillende expressiesystemen uitgebreid besproken. Behandeld worden o.a. prokaryote systemen gistcellen animale cellen transgene dieren en planten en gentherapie. Vervolgens worden de verschillende methoden besproken om de geproduceerde eiwitten uit de gastheercellen te isoleren te zuiveren en te analyseren. Als laatste komt de proceskunde aan bod; het opschalen van een expressiesysteem voor industriële doeleinden.



Het vakgebied Farmacologie houdt zich bezig met de (ver)werking van medicijnen (farmaca) en andere biologisch actieve stoffen in/door het lichaam. Inzicht in de werking van farmaca vergt begrip en integratie van uiteenlopende vakgebieden zoals de Fysiologie Anatomie Celbiologie en Moleculaire biologie.

TLSCFAR4V-03

Na een algemene introductie in les 1 waarin o.a. het traject van de geneesmiddelenontwikkeling aan bod komt komen de twee hoofdthema‟s van de Farmacologie aan de orde. In les 2 behandelen we de Farmacodynamiek („wat doet een stof met het lichaam?‟) en in les 3 en 4 komt de Farmacokinetiek aan bod („wat doet het lichaam met een stof?‟). Na behandeling van deze algemene farmacologische aspecten zal les 5 vervolgens worden besteed aan een voorbeeld van de zogenoemde Speciële farmacologie: de farmacolgie van het vasculaire systeem. Dit in aansluiting op het VL4B blokthema en op de leerstof van Humane Fysiologie. Les 6 tenslotte is gewijd aan de toxicologie (vergiftigingsleer) een discipline die geheel in lijn ligt met de farmacologie omdat toxische stoffen zich in het lichaam gedragen volgens dezelfde dynamische en kinetische wetmatigheden als farmaca.

TLSCGF2D-04

De kenmerken van een individu (fenotype) zijn afkomstig van de verzameling van eigenschappen (genotype) die je erft van je ouders. Tijdens de voortdurend celdelingen die in ons lichaam plaatsvinden, blijft het genoom (=alle erfelijke informatie) in de kern precies behouden. Dit is mogelijk door een proces dat heel geordend verloopt: de mitose. Wanneer er echter sprake is van geslachtelijke voortplanting, zie je in de nakomelingen van een ouderpaar een geweldige variatie! Dit wordt o.a. veroorzaakt door een bijzondere manier van kerndeling, de meiose. Het wordt duidelijk hoe chromosomale overerving van genen tot een bepaald fenotype kan leiden en hoe het DNA bij iedere celdeling en van generatie op generatie in stand wordt gehouden door DNA replicatie. Op deze manier ligt het genotype van een organisme dus vast. Het fenotype echter, wordt bepaald door de expressie van deze informatie; door het functioneren van eiwitten die door het DNA worden gecodeerd. De inhoud van het theorievak van Genotype naar Fenotype sluit aan bij het vak “De cel als fabriek‟ uit de VP1H” en biedt een goede basiskennis voor het vak “Moleculaire biologie” (VL3).

TLSCGF2V-03

De kenmerken van een individu (fenotype) zijn afkomstig van de verzameling van eigenschappen (genotype) die je erft van je ouders. Tijdens de voortdurend celdelingen die in ons lichaam plaatsvinden, blijft het genoom (=alle erfelijke informatie) in de kern precies behouden. Dit is mogelijk door een proces dat heel geordend verloopt: de mitose. Wanneer er echter sprake is van geslachtelijke voortplanting, zie je in de nakomelingen van een ouderpaar een geweldige variatie! Dit wordt o.a. veroorzaakt door een bijzondere manier van kerndeling, de meiose. Het wordt duidelijk hoe chromosomale overerving van genen tot een bepaald fenotype kan leiden en hoe het DNA bij iedere celdeling en van generatie op generatie in stand wordt gehouden door DNA replicatie. Op deze manier ligt het genotype van een organisme dus vast. Het fenotype echter, wordt bepaald door de expressie van deze informatie; door het functioneren van eiwitten die door het DNA worden gecodeerd. De inhoud van het theorievak van Genotype naar Fenotype sluit aan bij het vak “De cel als fabriek‟ uit de VP1H” en biedt een goede basiskennis voor het vak “Moleculaire biologie” (VL3). De module histochemie is de basis van de pathologie waarbij onderzoek wordt gedaan van afwijkend weefsel en de diagnostiek daarvan. Materiaal kan uit elk orgaan of weefsel komen zoals biopten en resectiepreparaten. Het weefsel wordt als volgt behandeld: FIXATIE d.m.v. Invriezen of Chemische fixatie. Daarna volgt

TLSCHIS45L-06

SNIJDEN m.b.v. de microtoom en KLEURE.N De verschillende kleuringen berusten op specifieke chemische binding van kleurstoffen met weefselonderdelen vandaar dat dit dan ook histochemie wordt genoemd.

TLSCIMM13V-08

De student neemt kennis van de belangrijkste begrippen uit het veld van de immunologie. Belangrijke immunologische mechanismen principes en processen worden in de vorm van hoorcolleges behandeld. De student moet zelfstandig de behandelde stof in het boek bestuderen en integreren. Hulpmiddelen daarbij zijn de colleges oefenvragen casestudies en digitaal materiaal op SharePoint. Aan het eind wordt van de student verwacht dat deze in staat is belangrijke algemene immunologische processen zoals antigeenpresentatie T-cel reacties (cytokinen) ontsteking antilichaamreacties regulatie van de immuunreactie en virale immuniteit te reproduceren en toe te passen.

De student neemt kennis van de belangrijkste begrippen uit het veld van de immunologie. Belangrijke immunologische mechanismen principes en processen worden in de vorm van hoorcolleges behandeld. De student moet zelfstandig de behandelde stof in het boek bestuderen en integreren. Hulpmiddelen daarbij zijn de colleges TLSCoefenvragen casestudies en digitaal materiaal op SharePoint. Aan het eind wordt van de student verwacht dat deze IMM14D-09 in staat is belangrijke algemene immunologische processen zoals antigeenpresentatie T-cel reacties (cytokinen) ontsteking antilichaamreacties regulatie van de immuunreactie en virale immuniteit te reproduceren en toe te passen.

TLSCIMM14L-08




De cursus sluit aan op TLSC-IMM13V-08.

TLSCIMM23V-08


De student neemt kennis van de belangrijkste begrippen uit het veld van de immunologie. Belangrijke immunologische mechanismen principes en processen worden in de vorm van hoorcolleges behandeld. De student TLSCmoet zelfstandig de behandelde stof in het boek bestuderen en integreren. Hulpmiddelen daarbij zijn de colleges IMM24D-09 oefenvragen casestudies en digitaal materiaal op SharePoint. Aan het eind wordt van de student verwacht dat deze in staat is belangrijke algemene immunologische processen zoals antigeenpresentatie T-cel reacties (cytokinen) ontsteking antilichaamreacties regulatie van de immuunreactie en virale immuniteit te reproduceren en toe te passen.

TLSCIMM24L-08


TLSCIZ17L-07

De student heeft na afloop van het volgen van deze college reeks (6 X)overzicht van belangrijke infectieziekten en de klinische beelden waarbij dit gepaard gaat. Tevens heeft hij/zij inzicht in de pathofysiologische processen van de specifieke organen die ten grondslag liggen van het infectieuze ziektebeeld. De student heeft kennis van de belangrijke infectieziekten in relatie tot pathogene micro-organismen; die nodig is om te weten wanneer de isolatie van een specifieke bacterie uit een bepaald patiëntenmateriaal afkomstig van een mogelijke risico-patiënt klinisch van belang is. Voorts heeft hij/zij kennis van de gevoeligheid voor anti-microbiele middelen van belangrijke pathogenen.

TLSCIZ27L-07

De student heeft na afloop van het volgen van dit college reeks overzicht van de belangrijkste infectieziekten en de klinische beelden waarbij dit gepaard gaat. Tevens heeft hij/zij inzicht in de pathofysiologische processen van de specifieke organen die ten grondslag liggen van het infectieuze ziektebeeld. De student heeft kennis van de belangrijkste infectieziekten in relatie tot pathogene micro-organismen; die nodig is om te weten wanneer de isolatie van een specifieke bacterie uit een bepaald patiëntenmateriaal afkomstig van een mogelijke risico-patiënt klinisch van belang is. Voorts heeft hij/zij kennis van de gevoeligheid voor anti-microbiele middelen van de belangrijkste pathogenen.

De student heeft na afloop van het volgen van dit college reeks overzicht van de belangrijkste infectieziekten en de klinische beelden waarbij dit gepaard gaat. Tevens heeft hij/zij inzicht in de pathofysiologische processen van de specifieke organen die ten grondslag liggen van het infectieuze ziektebeeld. De student heeft kennis van de TLSC-IZ5Vbelangrijkste infectieziekten in relatie tot pathogene micro-organismen; die nodig is om te weten wanneer de isolatie 03 van een specifieke bacterie uit een bepaald patiëntenmateriaal afkomstig van een mogelijke risico-patiënt klinisch van belang is. Voorts heeft hij/zij kennis van de gevoeligheid voor anti-microbiele middelen van de belangrijkste pathogenen. Studenten die naar het buitenland gaan voor een stage- of afstudeeropdracht hebben als voorbereiding op deze TLSCperiode een groot aantal zaken zelf te regelen. Het regelen van beurzen verzekering huisvesting etc. dient door de KBBZ7V-05 student zelf uitgevoerd te worden. De student dient ook zelf te kiezen voor het land onderzoek en bedrijf/universiteit.

TLSCKBZI7V-05

De ziekteleer (pathologie) is binnen het curriculum slechts zijdelings aan de orde gekomen. Toch zal een groot aantal van jullie direct of indirect onderzoek gaan doen aan een bepaalde ziekte (of heeft dat al gedaan tijdens een stage). Het doel van deze cursus is om jullie kennis over ziekten en het inzicht in het ontstaan ervan te vergroten. De moleculaire pathogenese van een groot aantal verschillende ziekten zal worden behandeld. Wat is er bijvoorbeeld bekend over de onderliggende moleculaire oorzaak van ziekten zoals kanker reuma Alzheimer of erfelijke stofwisselingsziekten? Wat is het gevolg hiervan voor het functioneren van een cel weefsel of orgaansysteem? Hoe uit de ziekte zich bij een patiënt (symptomen)? Daarnaast zal voor veel ziekten aan de orde komen hoe ze eventueel kunnen worden voorkomen (preventie) opgespoord (diagnostiek) en behandeld (therapie). Ook zal er uitvoerig worden stilgestaan bij de vraag wat de huidige stand van zaken is in het wetenschappelijk onderzoek naar bepaalde ziekten. Naast een theoriegedeelte dat volledig wordt verzorgd door gastdocenten afkomstig van universiteiten ziekenhuizen en bedrijven voer je een literatuurstudie uit en werk je (in een groepje van vier studenten) aan een project.



Deze stage wordt uitgevoerd door studenten van de afstudeerrichting Microbiology. Aard en inhoud van de stage zijn afhankelijk van de door de student gekozen richting van de aard van het stageverlenend bedrijf instelling of laboratorium maar daarnaast ook afhangen van de persoonlijke interesse van de student. De stage vindt plaats in het derde studiejaar. De stagiair maakt in deze periode kennis met een bedrijf instelling of laboratorium oriënteert zich op het latere beroep verbreedt en verdiept zijn kennis en vaardigheden en TLSCKSTA6V-03 ontwikkelt zijn sociale en communicatieve vaardigheden. Tijdens de stageperiode worden een aantal terugkomdagen en activiteiten gepland. Deze zijn verplicht en worden ook beoordeeld. Doelstellingen stage De doelstellingen van de stage zijn zowel algemeen (oriënterend sociaal/ communicatief) als vakinhoudelijk (vaktechnisch) van aard. Daarnaast zijn er voor het beroepsdomein Microbiology aanvullend specifieke stageleerdoelen geformuleerd. Zie stageboekje ILC.

TLSCLG15L-06

TLSCLG16L-06

De module labgeneeskunde 15L behandelt de studiestof met als onderwerp bloedgassen de water- en zouthuishouding met daarnaast nieren hart lever/maag/darm en lipiden. De lessen bevatten: theorie bloedgassen met analyser en casuistiek nieren met dialyse en dorstproef besproken maag-darm kanaal lever gal pancreas anatomie pathofysiologie bepalingen hemochromatose en virale hepatitis theorie lipiden casuitiek hart-en vaatziekten theorie bepalingen en storingen bij lipemisch mengsel hart en bloedsomloop acuut myocardinfarct hartfalen. Over alle onderwerpen is casuistiek inclusief sensitiviteit en specificiteit. Endocrinology contains the principles of hormones hypothalamo-pituitary axes mechanism of action of hormones adrenal ovary and testis thyroid and pancreas hormones. Then hormones and cancer is the subject followed by hormone assays. The definition of a “hormone” is discussed and the classes of hormones are treated. The basic endocrine processes are discussed and also the hormone receptors.

TLSCLG36L-06

Speciele technieken behandelt de eiwitchemie en de techniek waarmee eiwitten kunnen worden aangetoond en gescheiden: electroforese capillaire electroforese en HPLC. Het principe van chromatografie wordt behandeld HPLC wordt uitgebreid besproken en daarnaast de principes van nefelometrie en turbidimetrie. Casuistiek komt aan bod.

De module labgeneeskunde LG3L behandelt de basis van de klinische chemie. De onderwerpen van de module zijn: ste de nieren en urinewegen met een 1 kennismaking met de water en zout huishouding. Daarna volgen homeostase TLSC-LG3Len bloedgassen. De lever wordt behandeld met plasmaeiwitten enzymen lipiden en lipoproteinen. Daarna volgt de 08 koolhydraat stofwisseling en de inleiding op de endocrinologie: hypofyse en hypothalamus met toelichting op het belang van calcium fosfaat en magnesium.

TLSCLG47L-07

De cursus TLSC-LG47L-07 behandelt de metabole ziekten. Er wordt gestart met een introductie op metabole ziekten bestaande uit defecten in het koolhydraatmetabolisme galactosemie glycogeenstapelingsziekten. In les 2 komen defecten in de energiehuishouding gluconeogenesedefecten en vetzuuroxidatiedefecten gevolgd door de ureumcyclus. Daarna worden diverse defecten in organische zuren behandeld gevolgd door lysosomale stapelingsziekten en peroxisomale ziektenen mitochondriële aandoeningen in organellen. Het laatste thema is de defecten in de catecholaminesynthese van neurotransmitters In de module literatuuronderzoek dat zich verspreid over blok A en Blok B verdiep je je in een zelf te kiezen onderwerp passend bij je studierichting. Wat is er al bekend in een bepaald wetenschappelijk onderzoeksveld? Waar ontbreekt nog kennis? Later in het werkveld kan het uitvoeren van zo‟n literatuurstudie van je gevraagd worden. Dat kan bijvoorbeeld helpen om de onderzoeksstrategie te bepalen die in het laboratorium uitgevoerd wordt. Op de kortere termijn is hetgeen je in module leert nuttig bij het maken van een stageverslag.

TLSCLITB5V-09

In de module zul je bij het beantwoorden van een onderzoeksvraag informatie uit wetenschappelijke publicaties halen. In een korte mediatheekinstructie leer je dat soort bronnen te vinden. In een eerste fase worden bronnen geïnventariseerd geselecteerd op bruikbaarheid en gelezen. Tegelijk wordt nagedacht over de opbouw van het verslag dat over het onderwerp geschreven zal worden. In de volgende fase wordt het verslag geschreven. Hoe gaat er aan toe in laboratorium onderzoek waarover je in de wetenschappelijke bronnen hebt gelezen? Daar kom je achter door met een expert in het veld te praten op de lokatie waar het allemaal gebeurt. Je gaat op bezoek bij een onderzoeksinstelling en legt dat vast in een kort verslag. Nu heb je een totaal beeld gekregen van het onderzoeksveld waarin je je verdiept hebt. De belangrijkste kennis daarvan verpak je in presentatie zodat mensen die niet bekend zijn met het onderwerp daar meer te weten van komen.

De leerwerkplek LWP16L-08 is het laatste deel van de 1ste leerwerkplek van Life Sciences duaal. Studenten zijn TLSCdan op de leerwerkplek ingewerkt en kunnen meedraaien in de routine. Er vindt een eindbeoordeling plaats op basis LWP16L-09 van competentiebeoordeling.



TLSCDe leerwerkplek LWP26L-08 is de start van de 2de leerwerkplek van Life Sciences duaal. Studenten worden de LWP26L-09 ingewerkt en worden na 3 maanden tussentijdsbeoordeeld m.b..v het beoordelingsformulier 2 leerwerkplek. TLSCLWP5L-09

De leerwerkplek LWP5L-06 is de start van de 1ste leerwerkplek van Life Sciences duaal. Studenten hebben korte ste stages achter de rug en worden nu ingewerkt op de 1 leerwerkplek. Zij leren de routine van het lab aan en daarnaast rouleren zij over de diverse afdelingen van het lab. Zij worden tussentijds beoordeeld m.b.v. het ste beoordelingsformulier 1 leerwerkplek

TLSCLWP7L-09

De leerwerkplek LWP7L-08 is het laatste gedeelte van de 2de leerwerkplek van Life Sciences duaal voor het afstuderen. Studenten zijn ingewerkt en kunnen zelfstandig meewerken in de routine. Er vindt een eindbeoordeling de plaats m.b.v het beoordelingsformulier 2 leerwerkplek.

TLSCMB3L-05

Micro organismen zijn overal om ons heen. Met micro organismen bedoelen we organismen waarbij we een microscoop nodig hebben om ze te kunnen zien en bestuderen. Van bacterie tot virus en van schimmel tot parasiet. Veel mensen vrezen micro organismen denk hierbij eens aan tuberculose kinkhoest vogelgriep en HIV. Ga het eens bij jezelf na; bij het horen van het woord bacterie denk je vaak als eerste aan ziekmakende eigenschappen. Daar houden we ons als medisch microbiologisch analist ook vooral mee bezig. Wat veel mensen zich echter niet realiseren is dat wij zonder micro organismen niet zouden kunnen leven! We worden niet overal ziek van en micro organismen hebben ook tal van goede eigenschappen. Tijdens de colleges gaan we dieper in op de microbiologie als geheel en bacteriën die tal van infectieziekten veroorzaken. Ook preventie en bestrijding komen aan de orde.

TLSCMB4D-09

Micro organismen zijn overal om ons heen. Met micro organismen bedoelen we organismen waarbij we een microscoop nodig hebben om ze te kunnen zien en bestuderen. Van bacterie tot virus en van schimmel tot parasiet. Veel mensen vrezen micro organismen denk hierbij eens aan tuberculose kinkhoest vogelgriep en HIV. Ga het eens bij jezelf na; bij het horen van het woord bacterie denk je vaak als eerste aan ziekmakende eigenschappen. Daar houden we ons als medisch microbiologisch analist ook vooral mee bezig. Wat veel mensen zich echter niet realiseren is dat wij zonder micro organismen niet zouden kunnen leven! We worden niet overal ziek van en micro organismen hebben ook tal van goede eigenschappen. Tijdens de colleges gaan we dieper in op de microbiologie als geheel en bacteriën die tal van infectieziekten veroorzaken. Ook preventie en bestrijding komen aan de orde.

TLSCMB4V-03

Micro organismen zijn overal om ons heen. Met micro organismen bedoelen we organismen waarbij we een microscoop nodig hebben om ze te kunnen zien en bestuderen. Van bacterie tot virus en van schimmel tot parasiet. Veel mensen vrezen micro organismen denk hierbij eens aan tuberculose kinkhoest vogelgriep en HIV. Ga het eens bij jezelf na; bij het horen van het woord bacterie denk je vaak als eerste aan ziekmakende eigenschappen. Daar houden we ons als medisch microbiologisch analist ook vooral mee bezig. Wat veel mensen zich echter niet realiseren is dat wij zonder micro organismen niet zouden kunnen leven! We worden niet overal ziek van en micro organismen hebben ook tal van goede eigenschappen. Tijdens de colleges gaan we dieper in op de microbiologie als geheel en bacteriën die tal van infectieziekten veroorzaken. Ook preventie en bestrijding komen aan de orde. Within the biological- and medical sciences (and within the curriculum of Life Sciences) Biochemistryoccupies a central position. On one hand we have fundamental disciplines such as Molecular Biology which deals with biomolecules like DNA and RNA and on the other hand we find disciplines like Cell Biology Immunology Physiology etc. which study the function of cells tissues and organs. The „gap‟ in between is the realm of enzymes and metabolites: Biochemistry. Hundreds of different metabolic diseases are known. These rare but often very severe disorders generally resulting from (inherited) mutations in genes that encode enzymes. Dysfunctional enzymes result in distorted metabolic pathways which leads to either shortages or accumulations of particular metabolites. This in turn leads to malfunctioning of the afflicted cells and eventually to clinical manifestation of a disease. A useful example of such a disease which frequently returns throughout the course is the severe inheritable metabolic disorder known as „Niemann-Pick disease‟ but other examples will be presented as well.

TLSCMBIOC5V09

The first three lectures of this theoretical module deal with two biochemical questions that are fundamental for any living organism: 1) How does a cell acquire energy? and 2) How does a cell obtain molecular building blocks? Obviously these questions might in itself justify a full academic study so our limited number of sessions only allows for a brief introduction into these issues. This is done by elaborating on four different biochemical areas: the metabolism of glucose (lecture 1) fats (lecture 2) cholesterol (lecture 3) and amino acids (lecture 3). Lecture 4 focusses on enzymes the key players of any metabolic pathway. How do they work and how are they regulated? What conditions govern enzyme activity and what is the role of co-enzymes? Since you are technicians in training it is considered vital that (apart from theoretical knowledge on enzymes) insight is to be gained on practical aspects of enzymology. How can one measure enzyme activities in the lab? What are important parameters? How can enzymes (and proteins in general) be purified from a biological sample? These questions will be answered during lecture 5. In addition to the enzymes it is also important to learn about various (analytical chemical) techniques by which metabolites can be studied. This is the subject of lecture 6. These latter lectures pave the way for the Practical Skills in Biochemistry practicals of the B-block.



Sinds halverwege de vorige eeuw hebben moleculaire biologen geleerd om de moleculaire onderdelen van cellen en organismen te isoleren te karakteriseren en te manipuleren. TLSCMBT3D-08

Deze cursus Moleculair Biologische Technieken geeft een belangrijke basis om laboratorium-onderzoek in de life sciences zelfstandig uit te kunnen voeren. In deze cursus zal een groot aantal moleculair-biologische technieken aan de orde komen zoals: klonering en isolatie van DNA gel-electroforese restrictie-analyse PCR en sequencen. Aan de hand van verschillende beroepsproducten zullen voorbeelden worden gegeven van onderzoek binnen het blokthema. Sinds halverwege de vorige eeuw hebben moleculaire biologen geleerd om de moleculaire onderdelen van cellen en organismen te isoleren te karakteriseren en te manipuleren.

TLSCMBT3L-08

TLSCMBT3V-08

Deze cursus Moleculair Biologische Technieken geeft een belangrijke basis om laboratorium-onderzoek in de life sciences zelfstandig uit te kunnen voeren. In deze cursus zal een groot aantal moleculair-biologische technieken aan de orde komen zoals: klonering en isolatie van DNA gel-electroforese restrictie-analyse PCR en sequencen. Aan de hand van verschillende beroepsproducten zullen voorbeelden worden gegeven van onderzoek binnen het blokthema. Sinds halverwege de vorige eeuw hebben moleculaire biologen geleerd om de moleculaire onderdelen van cellen en organismen te isoleren te karakteriseren en te manipuleren. Deze cursus Moleculair Biologische Technieken geeft een belangrijke basis om laboratorium-onderzoek in de life sciences zelfstandig uit te kunnen voeren. In deze cursus zal een groot aantal moleculair-biologische technieken aan de orde komen zoals: klonering en isolatie van DNA gelelectroforese restrictie-analyse PCR en sequencen. Aan de hand van verschillende beroepsproducten zullen voorbeelden worden gegeven van onderzoek binnen het blokthema

Binnen de module Medische Microbiologie wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste pathogene bacteriën voor de mens. De bacteriën worden besproken in relatie tot het ziekte beeld dat zij kunnen veroorzaken. Tevens is er aandacht voor de microbiële pathogenese en vaccin ontwikkeling. Voor het werk in een medisch microbiologisch TLSCdiagnostisch laboratorium is kennis van de eigenschappen van bacteriën wat betreft classificatie morfologie en MMB15V-09 fysiologie die relevant zijn voor de determinatie van belang . De diverse onderzoeksmethoden die worden uitgevoerd in een laboratorium worden behandeld zoals isolatie en kweek van bacteriën resistentie voor antimicrobiële middelen serologisch en moleculair biologisch identificatie technieken Binnen de module Medische Microbiologie wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste pathogene bacteriën voor de mens. De bacteriën worden besproken in relatie tot het ziekte beeld dat zij kunnen veroorzaken. Tevens is er aandacht voor de microbiële pathogenese en vaccin ontwikkeling. Voor het werk in een medisch microbiologisch TLSCdiagnostisch laboratorium is kennis van de eigenschappen van bacteriën wat betreft classificatie morfologie en MMB16L-09 fysiologie die relevant zijn voor de determinatie van belang . De diverse onderzoeksmethoden die worden uitgevoerd in een laboratorium worden behandeld zoals isolatie en kweek van bacteriën resistentie voor antimicrobiële middelen serologisch en moleculair biologisch identificatie technieken. Binnen de module Medische Microbiologie wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste pathogene bacteriën voor de mens. De bacteriën worden besproken in relatie tot het ziekte beeld dat zij kunnen veroorzaken. Tevens is er aandacht voor de microbiële pathogenese en vaccin ontwikkeling. Voor het werk in een medisch microbiologisch TLSCdiagnostisch laboratorium is kennis van de eigenschappen van bacteriën wat betreft classificatie morfologie en MMB25V-09 fysiologie die relevant zijn voor de determinatie van belang . De diverse onderzoeksmethoden die worden uitgevoerd in een laboratorium worden behandeld zoals isolatie en kweek van bacteriën resistentie voor antimicrobiële middelen serologisch en moleculair biologisch identificatie technieken Binnen de module Medische Microbiologie wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste pathogene bacteriën voor de mens. De bacteriën worden besproken in relatie tot het ziekte beeld dat zij kunnen veroorzaken. Tevens is er aandacht voor de microbiële pathogenese en vaccin ontwikkeling. Voor het werk in een medisch microbiologisch TLSCdiagnostisch laboratorium is kennis van de eigenschappen van bacteriën wat betreft classificatie morfologie en MMB26L-09 fysiologie die relevant zijn voor de determinatie van belang . De diverse onderzoeksmethoden die worden uitgevoerd in een laboratorium worden behandeld zoals isolatie en kweek van bacteriën resistentie voor antimicrobiële middelen serologisch en moleculair biologisch identificatie technieken.

TLSCMOL3D-08

Moleculaire biologie is de studie van de moleculaire processen van kopiëren transcriptie en het vertalen van het genetische materiaal. Door de steeds verder gaande ontwikkeling van moleculair biologische technieken worden hiermee steeds meer toepassingen gevonden in biomedische laboratoria. Om deze technieken optimaal uit te kunnen voeren en vooral ook om de resultaten op de juiste manier te kunnen interpreteren is het van wezenlijk belang om voldoende kennis te hebben van de onderliggende moleculaire processen. Tijdens deze module moleculaire biologie wordt kennis opgedaan van de structuur van DNA en de moleculaire organisatie van diverse genomen. De replicatie van het DNA om genetische overdracht te waarborgen. Hoe de processen van de overdracht van genetische informatie via transcriptie en translatie resulteren in een functioneel eiwit. Verder zal gekeken worden naar de effecten van mutaties en de reparatie hiervan. Aan de hand van verschillende beroepsproducten zullen fouten ontstaan tijdens de verschillende processen worden gekoppeld aan biologische effecten.


TLSCMOL3V-08


Moleculaire biologie is de studie van de moleculaire processen van kopiëren transcriptie en het vertalen van het genetische materiaal. Door de steeds verder gaande ontwikkeling van moleculair biologische technieken worden hiermee steeds meer toepassingen gevonden in biomedische laboratoria. Om deze technieken optimaal uit te kunnen voeren en vooral ook om de resultaten op de juiste manier te kunnen interpreteren is het van wezenlijk belang om voldoende kennis te hebben van de onderliggende moleculaire processen. Tijdens deze module moleculaire biologie wordt kennis opgedaan van de structuur van DNA en de moleculaire organisatie van diverse genomen. De replicatie van het DNA om genetische overdracht te waarborgen. Hoe de processen van de overdracht van genetische informatie via transcriptie en translatie resulteren in een functioneel eiwit. Verder zal gekeken worden naar de effecten van mutaties en de reparatie hiervan. Aan de hand van verschillende beroepsproducten zullen fouten ontstaan tijdens de verschillende processen worden gekoppeld aan biologische effecten.

Infectieziekten zijn verantwoordelijk voor belangrijke sociale en economische effecten op de samenleving denk maar eens aan HIV en resistente bacteriën. Een toename van uitbraken wordt gesignaleerd. Pathogene micro-organismen kunnen vanuit hun reservoirs (mens dier en milieu) aanleiding geven tot uitbraken en epidemieën van ziekten. Om deze uitbraken te onderzoeken wordt moleculaire epidemiologie toegepast. Met behulp van epidemiologische TLSCtyperingen gebaseerd op fenotypische en genotypische eigenschappen worden bronnen en verspreidingsroutes van MOLEPI5V- de micro-organismen opgespoord. De laatste jaren is er een grote diversiteit aan typeringstechnieken ontwikkeld 10 gebaseerd op moleculaire technieken. In deze module worden de verschillende typeringstechnieken behandeld. Daarbij wordt ingegaan op de keuze van specifieke epidemiologische DNA –markers in relatie tot de vraagstelling/onderzoek. Toepassingen en voorbeelden hiervan zullen door gast sprekers aan de hand van hun eigen onderzoek in beeld worden gebracht. Voorts zal worden gedemonstreerd hoe verkregen data kan worden geïnterpreteerd en zullen de performance criteria ervan duidelijk worden.

TLSCMVIR5V-09

Virussen kunnen allerlei infecties en ziekten veroorzaken. Bij de module Medische Virologie is de aandacht gericht op de pathogenese van virusinfecties bij de mens en de diagnostiek van virusziekten. Inzicht in de verschillende typen infectieprocessen en de verspreiding van het virus door het lichaam worden behandeld. Naast de conventionele technieken die gebruikt worden voor de detectie van virussen worden ook de (on)mogelijkheden van de moleculaire diagnostiek binnen de klinische virologie besproken. Tevens zullen ook de recente ontwikkelingen van patiëntgebonden onderzoek bij de monitoring van antivirale therapie aan bod komen bij AIDS - transplantatie en chronisch hepatitis-patiënten.

TLSCNEU5V-03

Algemene leerdoelen Voor een goed begrip van de werking van de hersenen en de neuronale integratie is het belangrijk om vooraf voldoende kennis te hebben over de ontwikkeling van het zenuwstelsel over de bouw en functie van zowel het centrale als het perifere zenuwstelsel als van het autonome zenuwstelsel. Daartoe worden de spinale- en hersenzenuwen alsook de bouw en functie van de hersenen van vissen vergeleken met die van zoogdieren. De verwerking van alle informatie en de motoriek alsmede controlemechanismen voor houding en evenwicht worden besproken. Werkvorm Hoorcolleges (2 lesuren per week gedurende 6 weken) aangevuld met opdrachten die thuis uitgevoerd moeten worden.

TLSCNEU6D-09

Algemene leerdoelen Voor een goed begrip van de werking van de hersenen en de neuronale integratie is het belangrijk om vooraf voldoende kennis te hebben over de ontwikkeling van het zenuwstelsel over de bouw en functie van zowel het centrale als het perifere zenuwstelsel als van het autonome zenuwstelsel. Daartoe worden de spinale- en hersenzenuwen alsook de bouw en functie van de hersenen van vissen vergeleken met die van zoogdieren. De verwerking van alle informatie en de motoriek alsmede controlemechanismen voor houding en evenwicht worden besproken. Werkvorm Hoorcolleges (1 lesuur per week gedurende 6 weken) aangevuld met opdrachten die thuis uitgevoerd moeten worden. Studie kalender Weeknr. Onderwerp Te bestuderen uit blokboek + bijbehorende studiestof 1 Zintuigen ontwikkeling van het I II en III zenuwstelsel bouw van ruggenmerg en verlengde merg 2 Hersenzenuwen IV 3 Autonome zenuwstelsel bouw en V en VI functie van de hersenen 4 Verwerking sensorische VII informatie 5 Motoriek VIII tot 8.6 6 Motoriek + vragen



TLSCNH3D-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van de nieren met aandacht voor de regulatie van de vloeistof- en elektrolytenbalans en het endocriene systeem (hormonen) met aandacht voor de endocriene controle van het metabolisme alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan kraakbeen en botweefsel.

TLSCNH3L-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van de nieren met aandacht voor de regulatie van de vloeistof- en elektrolytenbalans en het endocriene systeem (hormonen) met aandacht voor de endocriene controle van het metabolisme alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan kraakbeen en botweefsel.

TLSCNH3V-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van de nieren met aandacht voor de regulatie van de vloeistof- en elektrolytenbalans en het endocriene systeem (hormonen) met aandacht voor de endocriene controle van het metabolisme alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan kraakbeen en botweefsel.

Experimenten vormen de basis van het laboratoriumonderzoek. Maar hoe ontwerp je een goed experiment dat antwoord geeft op een onderzoeksvraag? Hoe trek je vervolgens de juiste conclusies uit de ruwe experimentele data en hoe presenteer je de resultaten? Deze onderwerpen komen aan bod in de module Ontwerp van Biologische Experimenten en Dataverwerking. De module bestaat deels uit colleges en deels uit computerpractica die naast elkaar worden gegeven. Tijdens de colleges wordt onder andere ingegaan op hoe een goede hypothese wordt geformuleerd welke fundamentele keuzes gemaakt moeten worden bij het ontwerp van een experiment welke controles gekozen moeten worden en met welke factoren rekening moet worden gehouden bij TLSCspecifieke experimenten. In de computerpractica wordt vooral geoefend met het analyseren van experimentele OBED4V-09 data in Excel (waaronder statistische analyse) en het correct presenteren van de resultaten. De kennis en vaardigheden die in deze module worden opgedaan zijn een aanvulling op de vaardighedenmodules (practica) waar de nadruk meer ligt op de praktische uitvoering van experimenten. In de beroepspraktijk zoals bijvoorbeeld tijdens een stage betekent “experimenteren” meestal het doorlopen van de hele procedure dus het ontwerpen en uitvoeren van een experiment het analyseren van de gegevens en het formuleren van een conclusie. Experimenten vormen de basis van het laboratoriumonderzoek. Maar hoe ontwerp je een goed experiment dat antwoord geeft op een onderzoeksvraag? Hoe trek je vervolgens de juiste conclusies uit de ruwe experimentele data en hoe presenteer je de resultaten? Deze onderwerpen komen aan bod in de module Ontwerp van Biologische Experimenten en Dataverwerking. De module bestaat deels uit colleges en deels uit computerpractica die naast elkaar worden gegeven. Tijdens de colleges wordt onder andere ingegaan op hoe een goede hypothese wordt geformuleerd welke fundamentele keuzes gemaakt moeten worden bij het ontwerp van een experiment welke controles gekozen moeten worden en met welke factoren rekening moet worden gehouden bij TLSCspecifieke experimenten. In de computerpractica wordt vooral geoefend met het analyseren van experimentele OBED5L-09 data in Excel (waaronder statistische analyse) en het correct presenteren van de resultaten. De kennis en vaardigheden die in deze module worden opgedaan zijn een aanvulling op de vaardighedenmodules (practica) waar de nadruk meer ligt op de praktische uitvoering van experimenten. In de beroepspraktijk zoals bijvoorbeeld tijdens een stage betekent “experimenteren” meestal het doorlopen van de hele procedure dus het ontwerpen en uitvoeren van een experiment het analyseren van de gegevens en het formuleren van een conclusie.

TLSCOMICS5V07

De cursus „Omics‟ speelt in op recente technologische ontwikkelingen binnen het werkveld van Moleculair biologische research analisten. Door (nieuwe) technieken zoals DNA microarrays massively parallel sequencing yeast-two-hybrid screening differentiële twee-dimensionale gel electroforese en peptide massa-spectrometrie is het tegenwoordig mogelijk om duizenden genen mRNA‟s en eiwitten tegelijk te bestuderen in één enkel experiment. Daar waar vroeger de praktische uitvoering van een experiment de beperkende factor was binnen een onderzoeksproject ligt de bottleneck tegenwoordig vaak bij het analyseren van de enorme hoeveelheid data die een „Omics‟ experiment op kan leveren. Een belangrijk deel van de cursus richt zich dan ook op de bio-informatica: hoe kan de computer ons helpen wegwijs te worden in „een zee van gegevens‟? Het zal duidelijk zijn dat zes lessen bij lange na niet genoeg zijn om alle ins and outs van deze technieken te behandelen. Dit vak moet daarom meer worden beschouwd als een uitgebreide kennismaking met Omics-technieken dan als een volwaardige cursus. Diegenen die tijdens hun stages of toekomstige baan daadwerkelijk met Omics technieken te maken krijgen zullen de noodzakelijke verdieping ongetwijfeld vinden door learning on the job

De oriënterende stages zijn drie korte stages van Life Sciences duaal: studenten maken kennis met de werkplekken TLSCvan klinische-chemie microbiologie en pathologie. Iedere stage duurt 6 a 7 weken studenten mogen eenvoudige ORST4L-08 handelingen uitvoeren onder toezicht. Iedere stage wordt afgesloten met een beoordeling m.b.v. het beoordelingsformulier korte stage.


TLSCPAR5V-09


Inhoudsbeschrijving De doelstelling van deze module is het ontwikkelen van kennis en vaardigheden voor het onderzoek naar parasitaire infecties als voorbereiding op stages afstudeeropdrachten en beroepspraktijk binnen de medisch-microbiologische (evt. klinisch-chemische) laboratoria. In 4 colleges (8 lesuren) worden de diagnostiek en pathologie van in Nederland meest voorkomende (endemische) en parasitaire importinfecties behandeld. Ook de ontwikkelingscyclus en epidemiologie komen aan de orde. In 3 Vaardigheden (6 lesuren) oefenen de studenten met het beoordelen van bloedpreparaten van malaria parasieten en het maken kleuren en beoordelen van fecespreparaten met protozoacysten en wormeieren. Als extra studiemateriaal wordt gebruik gemaakt van actuele digitale informatie van de NVP (Nederlandse Vereniging van Parasitologie) en patiëntenmateriaal van medischmicrobiologische laboratoria . De module wordt getoetst met een schriftelijke tentamen met open casusvragen en meerkeuzevragen.

In het derde semester van de opleiding Life Sciences worden o.a. de theorie-onderdelen Moleculaire biologie en Moleculair biologische technieken gegeven. Daarnaast voer je de vaardigheden Eiwitten en Recombinant DNA uit. Om deze nieuw verworven kennis en vaardigheden te integreren is het project Biomolecular Research ontwikkeld. TLSCOp basis van informatie uit een personeelsadvertentie ga je aan de slag met een typsich moleculair biologische PBMR3D-08 opdracht: het bedenken van een kloneerstrategie. Hoe krijg je een bepaald gen vanuit één plasmide naar een ander plasmide? Hoe kan dit gen vervolgens tot expressie worden gebracht en hoe zou je dat kunnen meten? Het project wordt afgesloten met een prakticum waarin de bedachte experimenten daadwerkelijk worden uitgevoerd. In het derde semester van de opleiding Life Sciences worden o.a. de theorie-onderdelen Moleculaire biologie en Moleculair biologische technieken gegeven. Daarnaast voer je de vaardigheden Eiwitten en Recombinant DNA uit. Om deze nieuw verworven kennis en vaardigheden te integreren is het project Biomolecular Research ontwikkeld. TLSCOp basis van informatie uit een personeelsadvertentie ga je aan de slag met een typsich moleculair biologische PBMR3V-08 opdracht: het bedenken van een kloneerstrategie. Hoe krijg je een bepaald gen vanuit één plasmide naar een ander plasmide? Hoe kan dit gen vervolgens tot expressie worden gebracht en hoe zou je dat kunnen meten? Het project wordt afgesloten met een prakticum waarin de bedachte experimenten daadwerkelijk worden uitgevoerd. De experimenten worden verwerkt in een verslag en mondeling gepresenteerd aan studenten en docenten.

TLSCPCC7L-07

Statistische procesbewaking van analysesystemen maakt de laatste jaren een grote ontwikkeling door binnen de medische laboratoria. Tot voor kort wordt bij procesbewaken met name gedacht aan het bewaken van de analytische prestaties van het laboratorium waarbij gebruik wordt gemaakt van interne steekproeven. Hulpmiddelen hierbij zijn stabiele controlematerialen controlekaarten waarop de resultaten van controlemetingen worden geplot en het hanteren van bewakingsregels volgens Westgard. De frequentie waarmee de steekproeven worden genomen en de keuze van de Westgard-regels worden veelal op basis van een veilig gevoel gekozen zonder toetsing of hiermee het proces voldoende wordt geborgd. Zelden wordt meegenomen wat de faalkosten zijn bij het niet correct gebruiken van bewakingsregels. Reductie van faalkosten wordt in de gezondheidszorg steeds belangrijker. In deze module worden hulpmiddelen in de procescontrole zoals Lean en 6-Sigma Metrics geïntroduceerd met als doel het ontwerpen van de optimale kwaliteitscontrole rondom analytische processen waarbij rekening wordt gehouden met het klinische antwoord dat wordt gegeven aan de arts/behandelaar. Naast analytische processen zijn de hulpmiddelen ook in te zetten voor pre- en postanalytische processen.

TLSCPDK5V-10

De cursus is gericht op een zorgvuldig en verantwoord gebruik van proefdieren in het biomedisch onderzoek. Naast technische en methodologische aspecten van de opzet en uitvoering van dierproeven wordt aandacht geschonken aan ethiek welzijn en alternatieven voor het gebruik van proefdieren. Voor alle bijeenkomsten is de aanwezigheid verplicht.

TLSCPE6D-10

Voor persoonlijke groei is nodig dat je je kwaliteiten en je valkuilen kent en dat je open staan voor de ontwikkeling van je persoonlijke vaardigheden. Wat kan ik goed? Hoe reageer ik op anderen en hoe reageren anderen op mijn? Hoe breng ik een boodschap over? Hoe ga ik om met het nemen van besluiten en (potentiële) conflictsituaties etc. Deze training gaat over jezelf en hoe jij de beste resultaten uit jezelf haalt. Communicatie en zelfreflectie zijn een kernbegrip binnen de training. Onderwerpen die aan de orde komen zijn o.a.: Feedback geven en ontvangen, kernkwaliteiten, beïnvloeden, conflicthantering, besluitvorming en samenwerken. De training bestaat uit 4 bijeenkomsten van elk 150 minuten. In het algemeen zal in elke bijeenkomst aan 2 onderwerpen aandacht worden besteed. In overleg met de groep kunne andere onderwerpen aan de orde komen zoals solliciteren, coachen e.d.

TLSCPLG3L-08

Het project laboratoriumgeneeskunde sluit aan op de theorie en bevat casuïstiek over nierziekten. De studenten moeten uitzoeken om welke nierziekte het gaat aan de hand van een anamnese en laboratoriumuitslagen. De studenten voeren experimenten uit gedurende twee dagdelen. Het project wordt afgesloten met een verslag en een presentatie.

TLSCPR22D-09

Binnen het project in het tweede semester staat erfelijkheid centraal. Binnen een projectgroep wordt gewerkt aan een erfelijke ziekte welk theoretisch wordt uitgewerkt. Hierbij kan de student kennis opgedaan in voorafgaande blok en uit eigen werkervaring toepassen bij het uitvoeren van de opdracht. Van een zelfgekozen erfelijk ziektebeeld wordt de oorzaak op DNA niveau nader uitgezocht door middel van een literatuuronderzoek. De gevolgend hiervan op de gezondheid worden hierbij toegelicht. Vervolgens wordt een assay ontwikkelt op papier waarbij door middel van mutatie analyse een diagnose kan worden gesteld. Het project wordt afgerond met een presentatie en verslag.


TLSCPRA4V-03

TLSCPRB4V-03


In dit project werkt de student in een groep samen met circa 6 andere studenten aan een vooraf uitgedeelde casus. In de casus komt een ziekenhuisinfectie aan de orde die zich recent heeft afgespeeld. Hierbij heeft de groep de taak om de verwekker van de infectie te isoleren en te identificeren. Tevens dient de groep ook de bron van deze infectie op te sporen. Gedurende 6 weken is de groep bezig met een theoretisch onderzoek en zorgt de groep voor een uiteen gezet plan om de experimenten uit te kunnen voeren. Hierbij zorgt de student ervoor dat aan vooraf opgestelde leerdoelen gewerkt wordt om de benodigde beroepscompetenties te ontwikkelen. Als eindprodukt wordt een inhoudelijkverslag gemaakt en wordt het geheel afgesloten met een presentatie. In dit project past de student de al eerder opgedane kennis en vaardigheden toe in de analyse van veiligheid en werkzaamheid van medicijnen. De student neemt kennis van de chemische farmacologische en toxicologische eigenschappen van een zelf gekozen medicijn. De groep maakt een analyse van de werkingsmechanismen en doet voorspellingen over de veiligheidsaspecten van het gekozen middel. Verder doet de groep onderzoek naar specifieke aspecten van het medicijn middels een zelf opgezet experiment. De voorbereiding en uitvoer van het experiment neemt ongeveer de helft van de tijd van het project in beslag. De toetsing vindt plaats aan de hand van een literatuurverslag het voorbereiden en uitvoeren van het experiment en het mondeling presenteren van de resultaten van het experiment.

TLSCPRE8L-07

De student verwerkt het afstudeerwerk en presenteert het afstudeerwerk ten overstaan van de examencommissie (duur ongeveer 20 minuten). Aansluitend op de presentatie beantwoordt de student vragen van de examencommissie tijdens de zogenoemde verdediging (maximaal 25 minuten). De begeleider van bedrijf laboratorium of instelling is hierbij aanwezig. Meteen daarna vindt de beoordeling van het afstudeerwerk van de student plaats door de examencommissie. Presentatie van het afstudeeronderzoek is op minimaal (HBO niveau) de inhoud geeft een heldere weergave van het onderzoek is technisch verzorgd (opbouw woordgebruik tempo verstaanbaarheid). De duur van de presentatie is binnen de tijd. Bij de verdediging van het afstudeeronderzoek is een juiste formulering van de antwoorden en de beheersing van de materie in brede zin (inzicht overzicht) van groot belang.

TLSCPRE8V-04

De student verwerkt het afstudeerwerk en presenteert het afstudeerwerk ten overstaan van de examencommissie (duur ongeveer 20 minuten). Aansluitend op de presentatie beantwoordt de student vragen van de examencommissie tijdens de zogenoemde verdediging (maximaal 25 minuten). De begeleider van bedrijf laboratorium of instelling is hierbij aanwezig. Meteen daarna vindt de beoordeling van het afstudeerwerk van de student plaats door de examencommissie. Presentatie van het afstudeeronderzoek is op minimaal (HBO niveau) de inhoud geeft een heldere weergave van het onderzoek is technisch verzorgd (opbouw woordgebruik tempo verstaanbaarheid). De duur van de presentatie is binnen de tijd. Bij de verdediging van het afstudeeronderzoek is een juiste formulering van de antwoorden en de beheersing van de materie in brede zin (inzicht overzicht) van groot belang.

Tijdens het eerste blok van het deeltijdcurriculum gaat de student zijn/haar eerder verworven kennis en vaardigheden in kaart brengen. Een belangrijk doel is om op een aantal gebieden de kennis op gelijk niveau te brengen. Dit wordt TLSCuitgevoerd in groepsverband waarbij de student voor een inschatting van zijn/haar niveau zich kan spiegelen aan de PREVKV2Dandere projectgroep leden en aan het niveau van de voltijdstudenten. Op het gebied van dataverwerking statistiek 04 verslag legging en laboratoriumvaardigheden wordt een gedetailleerde analyse gemaakt. Het project wordt afgerond met een presentatie en verslag.

TLSCPRO2V-07

In dit project wordt uitgegaan van een aantal erfelijke ziekten waarbij een enzym deficiënt is. In blok A wordt voor het theoriedeel een literatuurstudie gedaan naar het enzym. Hieraan zit een experiment gekoppeld waarin de eigenschappen van het betreffende enzym worden onderzocht. In blok B wordt dieper ingegaan op de genetische aspecten van de ziekte en wordt een experiment uitgevoerd dat bestaat uit de diagnose van een puntmutatie in een gen met behulp van PCR en restrictie digestie. In blok B is er ruimte om het experiment van blok A indien niet gelukt te verbeteren. Daarnaast kan de feedback van de tutor op de producten (en dan met name het verslag) van blok A worden meegenomen in de producten van blok B.

Het onderwijs in het Institute for Life Sciences & Chemistry is competentiegericht. Het uitgangspunt van competentiegericht onderwijs is de reële beroepssituatie. Studenten leren en werken aan opdrachten zoals ze in de beroepspraktijk voorkomen. Tijdens het DL6 project staat de competentie “onderzoeken” centraal waarbij je kunt TLSClaten zien dat een probleemstelling kan worden vertaald naar een onderzoeksstrategie op basis van een gedegen PROB6D-07 literatuuronderzoek. De uitvoering op basis van dit plan van aanpak zal dan vervolgens worden uitgevoerd na goedkeuring door de profieldocent van je afstudeerrichting. Het product van het DL6 project bestaat uit een mondelinge presentatie en een schriftelijk plan van aanpak met bijbehorend literatuuronderzoek.



Het onderwijs in het Institute for Life Sciences & Chemistry is competentiegericht. Het uitgangspunt van competentiegericht onderwijs is de reële beroepssituatie. Studenten leren en werken aan opdrachten zoals ze in de beroepspraktijk voorkomen. Tijdens het DL6 project staat de competentie “onderzoeken” centraal waarbij je kunt TLSClaten zien dat een probleemstelling kan worden vertaald naar een onderzoeksstrategie op basis van een gedegen PROD6D-09 literatuuronderzoek. De uitvoering op basis van dit plan van aanpak zal dan vervolgens worden uitgevoerd na goedkeuring door de profieldocent van je afstudeerrichting. Het product van het DL6 project bestaat uit een mondelinge presentatie en een schriftelijk plan van aanpak met bijbehorend literatuuronderzoek.

TLSCPROM6D07

Het onderwijs in het Institute for Life Sciences & Chemistry is competentiegericht. Het uitgangspunt van competentiegericht onderwijs is de reële beroepssituatie. Studenten leren en werken aan opdrachten zoals ze in de beroepspraktijk voorkomen. Tijdens het DL6 project staat de competentie “onderzoeken” centraal waarbij je kunt laten zien dat een probleemstelling kan worden vertaald naar een onderzoeksstrategie op basis van een gedegen literatuuronderzoek. De uitvoering op basis van dit plan van aanpak zal dan vervolgens worden uitgevoerd na goedkeuring door de profieldocent van je afstudeerrichting. Het product van het DL6 project bestaat uit een mondelinge presentatie en een schriftelijk plan van aanpak met bijbehorend literatuuronderzoek.

TLSCSLO2D-04

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In dit deel van de opleiding deeltijd staat centraal: de kennismaking begeleiding van de start met de studie en vaststellen van de werkplek. Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken.

TLSCSLO2V-03

de

In het 2 semester staat de selectie centraal: de student moet kunnen aantonen dat hij/zij geschikt is met de ste opleiding door te gaan. Aan het einde van het 1 studiejaar wordt summatief vastgesteld wat de stand van zaken is in de competentieontwikkeling aan de hand van een competentieset. Daarnaast moeten er diverse keuzes gemaakt worden in dit deel van de verschillende opleidingen.

TLSCSLO3L-05

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In dit deel van de duale opleiding staat de voorbereiding op de leerwerkplek centraal.

TLSCSLO3V-03

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. de

In het 2 jaar van de verschillende opleidingen staat de beroepsoriëntatie centraal. Daarnaast wordt vooruitgekeken naar de diverse mogelijkheden in het verdere verloop van de studie om tijdig keuzes te kunnen maken.

TLSCSLO4D-06


Aan het einde van het 4 semester deeltijd worden keuzes gemaakt in de studierichting en er wordt stans van zaken vastgesteld wat betreft de competentieontwikkeling op niveau 2.

TLSCSLO4L-05

TLSCSLO4V-03


Het 4 semester duaal staat de start van de leerwerkplek en de begeleiding daarbij centraal. Na een eerste beoordeling door de labbegeleider op basis van competenties wordt daarop gereflecteerd en persoonlijke leerdoelen vastgesteld. Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. de

Aan het einde van het 2 studiejaar wordt de stand van zaken wat betreft de competentieontwikkeling niveau 2 vastgesteld en moeten in diverse opleidingen keuzes gemaakt worden. Daarnaast wordt een begin gemaakt met voorbereiding op een stageplek door een bezoek aan de Carrièredag.


TLSCSLO5D-05


Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. Aandacht wordt besteed aan de specifieke aspecten van een studierichting die net gekozen is.

TLSCSLO5L-06

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. De eerste leerwerkplek wordt beëindigd met een beoordeling van de competentieontwikkeling wordt de stand van zaken vast gesteld en nieuwe leerdoelen worden geformuleerd.

TLSCSLO5V-03

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. Voorbereiding op de stage staat centraal daarbij worden persoonlijke leerdoelen vastgesteld waar tijdens stage aangewerkt gaat worden.

TLSCSLO6D-06

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. Voorbereiding op het afstudeeronderzoek staat centraal.

TLSCSLO6L-06


De 2 en tevens de laatste leerwerkplek is gestart. Er wordt gereflecteerd op de leerdoelen die in L5 zijn vastgesteld. ste Na de 1 beoordeling worden nieuwe leerdoelen vastgesteld.

TLSCSLO6V-04

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. Er wordt gereflecteerd op de leerdoelen van de stage. De voorbereiding op het afstudeeronderzoek start.

TLSCSLO7D-06

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In het laatste semester van de deeltijdopleiding wordt vastgesteld wat de stand van zaken van de competentieontwikkeling is.

TLSCSLO7L-07

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In dit deel van de duale opleiding staat de voorbereiding op het afstudeeronderzoek centraal.

TLSCSLO7V-04

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In dit deel van de opleiding staat de voorbereiding op het afstudeeronderzoek centraal.

TLSCSLO8L-07

Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In het laatste semester van de duale opleiding wordt vastgesteld wat de stand van zaken van de competentieontwikkeling is.


TLSCSLO8V-04


Studieloopbaanontwikkeling houdt zich bezig met drie thema‟s voor de student: zelf verantwoordelijkheid nemen voor het leren en de studievoortgang inzicht krijgen in en reflectie op competentieontwikkeling en oriëntatie op de studie en het achterliggende beroep inclusief keuzes maken. In het laatste semester van de opleiding wordt vastgesteld wat de stand van zaken van de competentieontwikkeling is.

TLSCSTA6V-03

Aard en inhoud van de stage zijn afhankelijk van de door de student gekozen richting van de aard van het stageverlenend bedrijf instelling of laboratorium maar daarnaast ook afhangen van de persoonlijke interesse van de student. De stage vindt plaats in het derde studiejaar. De stagiair maakt in deze periode kennis met een bedrijf instelling of laboratorium oriënteert zich op het latere beroep verbreedt en verdiept zijn kennis en vaardigheden en ontwikkelt zijn sociale en communicatieve vaardigheden. Tijdens de stageperiode worden een aantal terugkomdagen en activiteiten gepland. Deze zijn verplicht en worden ook beoordeeld. Doelstellingen stage De doelstellingen van de stage zijn zowel algemeen (oriënterend sociaal/ communicatief) als vakinhoudelijk (vaktechnisch) van aard. Daarnaast worden voor sommige beroepsdomeinen of studierichtingen aanvullend specifieke stageleerdoelen geformuleerd. Zie stageboekje ILC.

TLSCTB5V-11

Eukaryote cellen doorlopen de celcyclus een gestructureerd proces waarbij de chromosomen worden gedupliceerd. Van ieder gedupliceerd chromosoom segregeert vervolgens één kopie naar een dochtercel. Correcte regulatie van de celcyclus is van cruciaal belang voor de groei van een unicellulair organisme en voor de juiste ontwikkeling van multicellulaire organismen. Tijdens de embryonale ontwikkeling van een organisme speelt naast een juiste celdeling (uiteindelijk ontstaat uit één bevruchte eicel een complex multicellulair organisme) specifieke genactivatie een zeer belangrijke rol. Dit betreft genen die verantwoordelijk zijn voor o.a. een gereguleerde celdeling patroonvorming differentiatie morfogenese en beweeglijkheid. Tijdens de embryonale ontwikkeling worden er ook cellen gevormd die op een later moment weer afsterven. Het proces van deze geprogrammeerde celdood (apoptosis) wordt gemarkeerd door ook weer een vaste volgorde van moleculaire gebeurtenissen in de cel. Verder zal er tijdens de cursus aandacht worden besteed aan de rol die stamcellen spelen tijdens de embryonale ontwikkeling. Ook wordt het therapeutisch potentieel van stamcellen besproken. De laatste lessen van deze module worden besteed aan kanker en de onderliggende mutaties. Verlies van controle over de celcyclus en apoptose in een (stam)cel leiden immers tot ongereguleerde celdeling en bij multicellulaire organismen uiteindelijk tot de vorming van tumoren. Na het vaststellen van het onderwerp van het afstudeeronderzoek kan de student beginnen met de voorbereiding ontwerp en/of opzet van de afstudeeropdracht.

Hierbij komen de volgende punten aan de orde: - Inwerken in het probleem door vooronderzoek of literatuuronderzoek . - Formuleren van de probleemstelling gebaseerd op de formulering van de afstudeeropdracht . - Uitvoeren van een probleemanalyse . TLSC- Definiëren van het probleem . THINZ7D-06 - Formuleren van de doelstelling(en) van het onderzoek (hypothese) . - Eventueel schrijven van een apart literatuurverslag meestal is dit echter een integraal onderdeel van het afstudeerverslag . - Opstellen van een werkplan of een plan van aanpak . Tijdens het afstudeeronderzoek laat de student zien dat het vooronderzoek en/of literatuuronderzoek wordt toegepast tijdens de uitvoering van de afstudeer-opdracht. De student is in staat de theorie en de praktijk te integreren.



Na het vaststellen van het onderwerp van het afstudeeronderzoek kan de student beginnen met de voorbereiding ontwerp en/of opzet van de afstudeeropdracht. Hierbij komen de volgende punten aan de orde: - Inwerken in het probleem door vooronderzoek of literatuuronderzoek . - Formuleren van de probleemstelling gebaseerd op de formulering van de afstudeeropdracht . - Uitvoeren van een probleemanalyse . TLSC- Definiëren van het probleem . THINZ8L-07 - Formuleren van de doelstelling(en) van het onderzoek (hypothese) . - Eventueel schrijven van een apart literatuurverslag meestal is dit echter een integraal onderdeel van het afstudeerverslag . - Opstellen van een werkplan of een plan van aanpak . Tijdens het afstudeeronderzoek laat de student zien dat het vooronderzoek en/of literatuuronderzoek wordt toegepast tijdens de uitvoering van de afstudeer-opdracht. De student is in staat de theorie en de praktijk te integreren. Na het vaststellen van het onderwerp van het afstudeeronderzoek kan de student beginnen met de voorbereiding ontwerp en/of opzet van de afstudeeropdracht. Hierbij komen de volgende punten aan de orde: - Inwerken in het probleem door vooronderzoek of literatuuronderzoek . - Formuleren van de probleemstelling gebaseerd op de formulering van de afstudeeropdracht . - Uitvoeren van een probleemanalyse . TLSC- Definiëren van het probleem . THINZ8V-04 - Formuleren van de doelstelling(en) van het onderzoek (hypothese) . - Eventueel schrijven van een apart literatuurverslag meestal is dit echter een integraal onderdeel van het afstudeerverslag . - Opstellen van een werkplan of een plan van aanpak . Tijdens het afstudeeronderzoek laat de student zien dat het vooronderzoek en/of literatuuronderzoek wordt toegepast tijdens de uitvoering van de afstudeer-opdracht. De student is in staat de theorie en de praktijk te integreren.

TLSCTILS2D-11

In de module Tools in Life Sciences worden drie thema‟s behandeld die een belangrijke basis vormen voor het uitvoeren van biochemische proeven tijdens jullie studie en later als analist in een laboratorium. In het eerste subthema worden de pH, zuren, basen en buffers behandeld zodat jullie tijdens jullie experimenten weten hoe je de juiste buffer kan kiezen en maken. Tijdens het tweede thema wordt enzymkinetiek behandeld. Hierin wordt onder andere geleerd hoe je een substraat bepaling of een enzymbepaling op de juiste manier kan uitvoeren. In het laatste thema over scheidingtechnieken worden verschillende methoden behandeld om eiwitten, peptiden of aminozuren van elkaar te kunnen scheiden uit een complexe mix. Na deze theorie kan je voorspellen hoe je meerdere eiwitten van elkaar kan scheiden.

TLSCTILS2V-10

In de module Tools in Life Sciences worden drie thema‟s behandeld die een belangrijke basis vormen voor het uitvoeren van biochemische proeven tijdens jullie studie en later als analist in een laboratorium. In het eerste subthema worden de pH, zuren, basen en buffers behandeld zodat jullie tijdens jullie experimenten weten hoe je de juiste buffer kan kiezen en maken. Tijdens het tweede thema wordt enzymkinetiek behandeld. Hierin wordt onder andere geleerd hoe je een substraat bepaling of een enzymbepaling op de juiste manier kan uitvoeren. In het laatste thema over scheidingtechnieken worden verschillende methoden behandeld om eiwitten, peptiden of aminozuren van elkaar te kunnen scheiden uit een complexe mix. Na deze theorie kan je voorspellen hoe je meerdere eiwitten van elkaar kan scheiden.

TLSCTIW16L-06

Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan. Het doel van de praktijkopdracht is om een opdracht uit te voeren geformuleerd door het laboratorium waar je nu werkzaam bent. De opdracht moet zowel een theoretische als een praktische component hebben. De opdracht wordt tevens afgesloten met het houden van een presentatie.


TLSCTIW17L-07


Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een relatie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan. Het doel van de praktijkopdracht is om validatie van een experiment uit te voeren binnen het laboratorium waar je nu werkzaam bent. De opdracht kan zowel een theoretische als een praktische component bevatten. Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan.

TLSCTIW26L-06

Het doel van de praktijkopdracht is om een speciële techniek op het laboratorium waar je nu werkzaam bent volledig uit te werken. De criteria zijn o.a.: de · Het apparaat dat je gaat bestuderen moet voldoen aan het niveau eind 3 studiejaar HLO. · De speciële techniek in deze opdracht kan je in de breedste zin van het woord toepassen. · De opdracht kan zowel een theoretische als een praktische component hebben · In de studie van het apparaat neem je o.a. mee: de drie meest voorkomende problemen en hoe deze moeten worden opgelost (troubleshooting). Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan.

TLSCTIW27L-07

De opdracht van TIW7B is een voorbereiding op het afstudeeronderzoek om een doel te definiëren de werkwijze vast te stellen en de werkzaamheden te plannen. Het product van de LL7 praktijkopdracht bestaat uit een mondelinge presentatie en een schriftelijk plan van aanpak met bijbehorend literatuuronderzoek. Vragen die daarbij gesteld worden zijn: Kun je een plan van aanpak schrijven volgens de geldende criteria op HLO niveau Heb je ervaring opgedaan in het kritisch lezen van wetenschappelijke literatuur Kun je een probleemstelling zodanig kan formuleren dat het in de vorm van een onderzoeksproject kan worden aangepakt Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan.

TLSCTIW4L-05

TIW4L is gestuurd: het onderwerp is de monsterflow: Zoek uit op het laboratorium waar de student werkzaam is hoe de monsterflow in zijn werk gaat. Een aantal vragen wordt hierbij gesteld zoals Waar komen de monsters vandaan? Hoe is de monstervoorbewerking? Naar welke laboratoria worden de monsters verspreid? Welke experimenten worden op de diverse afdelingen uitgevoerd? Hoe wordt de identiteit van de monsters gewaarborgd? Gestuurde praktijkopdrachtDe onderwerpen die in het curriculum zijn opgenomen zijn: · Monsterflow · Kwaliteitszorg van een experiment · Validatie van een methode


TLSCTIW5LA-06


Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan. Het doel van de praktijkopdracht is om de studiestof van de theorie immunologie die de student op school leert toe te passen op je werkplek. De student kan hier twee kanten op: in de toepassing van antilichamen in een immunologische test of een test waarmee je afwijkingen van het immuunsysteem van een patiënt onderzoekt. Theorie in werking zijn praktijkopdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd. De opdracht is soms gestuurd en soms niet-gestuurd. Het onderwerp maakt deel uit van het curriculum van Life Sciences Duaal bij de niet gestuurde opdracht heeft het onderwerp een realtie met de theorie die tijdens dat blok gegeven wordt. De praktijkopdracht wordt afgesloten met het schrijven van een verslag de beoordeling wordt door zowel de labbegeleider als de docent gedaan.

TLSCTIW5LB-06

Het doel van de praktijkopdracht is om de studiestof van de theorie bloedgroepenserologie die de student op school leert toe te passen op de werkplek. De opdracht luidt: zoek uit op het laboratorium waar je nu werkzaam bent of op een laboratorium binnen de instelling waar je nu werkzaam bent hoe de weg is van aanvraag van donorbloed naar uitgifte van donorbloed en welke experimenten daarbij worden uitgevoerd. Neem hierbij mee hoe er gehandeld wordt als er een afwijking gevonden. Door inzicht in de natuurkunde die ten grondslag ligt aan de werking van diverse apparaten die worden gebruikt op het laboratorium krijgt de student inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van deze apparatuur en is hij/zij in staat sneller onregelmatigheden of fouten op te sporen of te voorkomen.

TLSCTN2D-04

In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: De lichtmicroscoop; andere microscopische technieken; elektroforese; centrifugeren; fluorescentie technieken; spectrometrie. Door inzicht in de natuurkunde die ten grondslag ligt aan de werking van diverse apparaten die worden gebruikt op het laboratorium krijgt de student inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van deze apparatuur en is hij/zij in staat sneller onregelmatigheden of fouten op te sporen of te voorkomen.

TLSCTN2V-03

In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: De lichtmicroscoop; andere microscopische technieken; elektroforese; centrifugeren; fluorescentie technieken; spectrometrie. De terugkomactiviteiten vinden plaats tijdens 3 terugkomdagen. Ze vormen een essentieel onderdeel van de opleiding en zijn daarom verplicht. Slechts bijzondere omstandigheden op het stageverlenende bedrijf instelling of laboratorium of persoonlijke omstandigheden kunnen afwezigheid rechtvaardigen. Afwezigheid dient altijd bij de stagedocent gemeld en verklaard te worden.

TLSCTRK6V-04

De doelstellingen van de terugkomactiviteiten zijn: Uitwisselen van stage-ervaringen met stagedocenten en andere stagiaires; Onderhouden van het contact tussen stagiaires en de stagedocenten; Oefenen in het maken en houden van een presentatie; Informatieverstrekking aan studenten onder andere d.m.v. door school georganiseerde lezingen; Studieloopbaanbegeleiding (oriëntatie op bijvoorbeeld keuzeblok of minor in semester 7 of op afstuderen in semester 8)



Een belangrijk onderdeel van de afstudeeropdracht is de praktische uitvoering. Dit is een zeer belangrijke fase waarbij aan de competentie onderzoeken en experimenteren wordt gewerkt. De student dient steeds de opdracht en het doel voor ogen te houden. De student bespreekt de resultaten regelmatig tijdens werkbesprekingen met de begeleider van het bedrijf laboratorium of instelling waar de afstudeeropdracht uitgevoerd wordt en houdt ook de AOdocent op de hoogte van de voortgang. TLSCUIT7D-06

Bij de uitvoering is van belang: - praktisch werk en vaardigheid - planning - zelfstandigheid - inventiviteit creativiteit en flexibiliteit - probleemoplossend vermogen - kritische instelling/zorgvuldigheid - bereikte resultaten/productiviteit - sociaal gedrag en samenwerking Een belangrijk onderdeel van de afstudeeropdracht is de praktische uitvoering. Dit is een zeer belangrijke fase waarbij aan de competentie onderzoeken en experimenteren wordt gewerkt. De student dient steeds de opdracht en het doel voor ogen te houden. De student bespreekt de resultaten regelmatig tijdens werkbesprekingen met de begeleider van het bedrijf laboratorium of instelling waar de afstudeeropdracht uitgevoerd wordt en houdt ook de AOdocent op de hoogte van de voortgang.

TLSCUIT8L-07

Bij de uitvoering is van belang: - praktisch werk en vaardigheid - planning - zelfstandigheid - inventiviteit creativiteit en flexibiliteit - probleemoplossend vermogen - kritische instelling/zorgvuldigheid - bereikte resultaten/productiviteit - sociaal gedrag en samenwerking Een belangrijk onderdeel van de afstudeeropdracht is de praktische uitvoering. Dit is een zeer belangrijke fase waarbij aan de competentie onderzoeken en experimenteren wordt gewerkt. De student dient steeds de opdracht en het doel voor ogen te houden. De student bespreekt de resultaten regelmatig tijdens werkbesprekingen met de begeleider van het bedrijf laboratorium of instelling waar de afstudeeropdracht uitgevoerd wordt en houdt ook de AOdocent op de hoogte van de voortgang.

TLSCUIT8V-04

Bij de uitvoering is van belang: - praktisch werk en vaardigheid - planning - zelfstandigheid - inventiviteit creativiteit en flexibiliteit - probleemoplossend vermogen - kritische instelling/zorgvuldigheid - bereikte resultaten/productiviteit - sociaal gedrag en samenwerking

TLSCVAE5V-03

Het verkrijgen van kennis van de anatomie van diverse gewervelde dieren. Bouwplannen van lagere en hogere gewervelde dieren worden behandeld door resp. de embryologische en de evolutionaire ontwikkeling te volgen. Overeenkomsten en verschillen tussen de diersoorten wat betreft het ademhaling- bloedvaten- spijsvertering- en urogenitaalstelsel worden achtereenvolgens bestudeerd.

TLSCVAE6D-09

Het verkrijgen van kennis van de anatomie van diverse gewervelde dieren. Bouwplannen van lagere en hogere gewervelde dieren worden behandeld door resp. de embryologische en de evolutionaire ontwikkeling te volgen. Overeenkomsten en verschillen tussen de diersoorten wat betreft het ademhaling- bloedvaten- spijsvertering- en urogenitaalstelsel worden achtereenvolgens bestudeerd.



Tijdens het practicum anatomie van de vertebraten wordt de uitwendige en inwendige bouw van de doornhaai (Squalus acanthias) en de rat (Rattus norvegicus) bestudeerd. Bij de doornhaai wordt vooral aandacht geschonken aan de bouw en ligging van het hart en de aanvoerende kieuwvaten de kieuwen en de hersenen. Bij de rat wordt vooral aandacht geschonken aan de organen van borst- en buikholte de bloedvaten en de hersenen.

TLSCVAN5V-03

Als je een operatieve ingreep moet doen wil je dit met zo weinig mogelijk leed voor het dier uitvoeren. Dat betekent bijvoorbeeld de wond op de meest optimale plaats voor de betreffende ingreep. Je moet dus goed weten waar de diverse organen bloedvaten etc. zich in het dier bevinden en met zo min mogelijk schade kunnen prepareren/opereren. Het doel van dit practicum is dan ook om je kennis van de anatomie en prepareervaardigheid op een voldoende hoog niveau te brengen zodat het verantwoord is tijdens het volgende practicum (Vaardigheden Dierkundige Experimenten) operaties op levende dieren uit te voeren. Tijdens het practicum wordt de theoretische kennis van Vergelijkende Anatomie & Embryologie en Humane Fysiologie geïntegreerd During your research internship you will be expected to work independently on a specific research question. Successful completion of such a project requires more than practical skills and theoretical knowledge. It also involves strict planning creativity perseverance clever thinking about experimental design and some experience in data processing (OBED) and presentation. The module Practical Skills in Biochemistry aims to further develop these „competences‟ in order to have you optimally prepared for your first strides in the world of experimental science. This module deals with metabolism the production and purification of enzymes and with the subsequent determination of their activity. As such this course matches with the theoretical modules „Biotechnology‟ and „Medical Biochemistry‟. You will thus have the opportunity to put in practice many topics of which the theoretical backgrounds have been previously discussed.

TLSCVBIOCH5V10 During the course student couples will work on one out of two available themes: I) The study of sphingolipid metabolism in cultured mammalian cells or II) The expression of human phenylalanine hydroxylase by E. coli and its subsequent purification and characterization. Within these themes each couple is supposed to plan and perform a self-defined research project. Both the sphingolipid and the phenylalanine themes are well comparable in terms of required time-investment and level of difficulty.

Techniques which might be encountered (depending on your research theme and question) include: cell or bacterial culture transfection by lipofection lipid extraction homogenization by sonification separation techniques (TLC HPLC or FPLC) fluorimetry image analysis and data processing enzyme activity assays protein and cholesterol quantification and cell viability assessment. Vaardigheden bloed 5 dagdelen. Les 1 • Hemoglobinegehalte in bloed bepalen. • Hematokriet bepalen. • Erytrocyten tellen. • Erytrocytindices berekenen.

TLSCVBL2V-08

Les 2 • Bloeduitstrijkje maken kleuren en differentiëren (eigen bloed). • Leukocyten in patiënten bloed differentiëren. Les 3 • Bloedgroep ABO en Rhesus-D factor bepalen. • Bloedgroep antigenen in speeksel bepalen. Les 4 • Totaal Bilirubine gehalte in serum bepalen.(stamgroep A) • Immuunstatus van een “aids patiënt” bepalen (stamgroep B) Les 5 • Immuunstatus van een “aids patiënt” bepalen. (stamgroepA) • Totaal Bilirubine gehalte in serum bepalen (stamgroep B)

Cursus beschrijvingen Cursusjaar Opleiding TLSCVDA2V-08


Tijdens deze praktische vaardigheden komen de volgende onderwerpen aan de orde: Mediatheek microscoop ijken pipetten Excel enstatistiek Het effect van pH op de reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Het effect van substraatconcentratie op de reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Wie is de moordenaar Regulatie enzymsynthese Wie van de twee? Hartinfarct of Levercirrose?

Tijdens deze vaardigheden komen de volgende onderwerpen aan de orde: Mediatheek Excel Statistiek Wiskunde TLSCHet effect van pH op de reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Het effect van substraatconcentratie op de VDAM2V-08 reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Wie is de moordenaar Regulatie enzymsynthese Wie van de twee? Hartinfarct of Levercirrose TLSCVDB2V-08

Tijdens deze vaardigheden komen de volgende onderwerpen aan de orde: Excel Statistiek Bloed (zie TLSC-BL2V-08)

Gedurende deze module leert de student te werken met eukaryote cellen. De student werkt hierbij in een flowkast om de benodigde handelingen op een steriele wijze uit te voeren. Experimenten die worden uitgevoerd zijn; bepalen van TLSChet effect van diverse kweekomstandigheden op cellen virus infectie met TCID50/ml bepaling en aantonen van een VDCK2V-10 mycoplasma infectie d.m.v. DNA kleuring. Hierbij leert de student een cellijn onderhouden zoals trypsiniseren en uitzaaien invriezen en ontdooien. Er wordt tijdens de lessen ook verwacht dat de student zich het bijgevoegde theorieonderdeel eigen maakt.

TLSCVDE3L-05

Het doel van de module is dat studenten kennis gaan maken met diverse immunochemische technieken in combinatie met scheidingstechnieken. Door middel van een sandwich ELISA wordt het ApoAI eiwit kwantitatief aangetoond in humaan plasma (les 1). Met behulp van immuunfluorescentie wordt de lokalisatie van transferrine in cellen gegroeid op dekglaasjes zichtbaar gemaakt (les 2). Daarnaast gaan ze gebruik maken van een ionenwisselaar om transferrine van humane serumeiwitten te scheiden (les 3). Fracties die transferrine bevatten worden opgevangen en met behulp van SDS PAGE en western blot geanalyseerd (les 5 en 6). Verder zal de efficiëntie van differentiële centrifugatie van een leverhomogenaat bepaald worden aan de hand van twee enzymactiviteits assays (les 4).

TLSCVDE3V-03

Het doel van de module is dat studenten kennis gaan maken met diverse immunochemische technieken in combinatie met scheidingstechnieken. Door middel van een sandwich ELISA wordt het ApoAI eiwit kwantitatief aangetoond in humaan plasma (les 1). Met behulp van immuunfluorescentie wordt de lokalisatie van transferrine in cellen gegroeid op dekglaasjes zichtbaar gemaakt (les 2). Daarnaast gaan ze gebruik maken van een ionenwisselaar om transferrine van humane serumeiwitten te scheiden (les 3). Fracties die transferrine bevatten worden opgevangen en met behulp van SDS PAGE en western blot geanalyseerd (les 5 en 6). Verder zal de efficiëntie van differentiële centrifugatie van een leverhomogenaat bepaald worden aan de hand van twee enzymactiviteits assays (les 4).

TLSCVDEX5V-09

Het doel van deze vaardigheidstraining is de student te leren op een verantwoorde manier ratten en muizen te hanteren te injecteren te narcotiseren en te opereren. Belangrijk hierbij is dat dit gebeurt met zo weinig mogelijk leed voor het dier. Een juiste operatietechniek voldoende diepe narcose en een goed werktempo kunnen een bijdrage leveren aan de drie ”V‟s: Vermindering Vervanging Verfijning van dierproeven. Het doel van het uitvoeren van enkele farmacologische experimenten is ervaring opdoen met het gehele traject van een farmacologisch onderzoek: de theoretische en praktische voorbereiding de operaties de metingen en de resultaatverwerking.

TLSCVDEX6D-09

Het doel van deze vaardigheidstraining is de student te leren op een verantwoorde manier ratten en muizen te hanteren te injecteren te narcotiseren en te opereren. Belangrijk hierbij is dat dit gebeurt met zo weinig mogelijk leed voor het dier. Een juiste operatietechniek voldoende diepe narcose en een goed werktempo kunnen een bijdrage leveren aan de drie ”V‟s: Vermindering Vervanging Verfijning van dierproeven. Het doel van het uitvoeren van enkele farmacologische experimenten is ervaring opdoen met het gehele traject van een farmacologisch onderzoek: de theoretische en praktische voorbereiding de operaties de metingen en de resultaatverwerking.

De vaardigheden laboratoriumgeneeskunde bestaan uit de onderdelen: klinische-chemie heamatolgie en TLSCprojectvaardigheden. De klinische-chemie richt zih op de eerste kennismaking met apparatuur. hematologie is het VDLG3L-08 vervolg op het practicum bloed en de projectvaardigheden bestaan uit experimenten om de nierfunctie te meten.



In de module literatuuronderzoek dat zich verspreid over blok A en Blok B verdiep je je in een zelf te kiezen onderwerp passend bij je studierichting. Wat is er al bekend in een bepaald wetenschappelijk onderzoeksveld? Waar ontbreekt nog kennis? Later in het werkveld kan het uitvoeren van zo‟n literatuurstudie van je gevraagd worden. Dat kan bijvoorbeeld helpen om de onderzoeksstrategie te bepalen die in het laboratorium uitgevoerd wordt. Op de kortere termijn is hetgeen je in module leert nuttig bij het maken van een stageverslag.

TLSCVDMI2V-07

In de module zul je bij het beantwoorden van een onderzoeksvraag informatie uit wetenschappelijke publicaties halen. In een korte mediatheekinstructie leer je dat soort bronnen te vinden. In een eerste fase worden bronnen geïnventariseerd geselecteerd op bruikbaarheid en gelezen. Tegelijk wordt nagedacht over de opbouw van het verslag dat over het onderwerp geschreven zal worden. In de volgende fase wordt het verslag geschreven. Hoe gaat er aan toe in laboratorium onderzoek waarover je in de wetenschappelijke bronnen hebt gelezen? Daar kom je achter door met een expert in het veld te praten op de lokatie waar het allemaal gebeurt. Je gaat op bezoek bij een onderzoeksinstelling en legt dat vast in een kort verslag. Nu heb je een totaal beeld gekregen van het onderzoeksveld waarin je je verdiept hebt. De belangrijkste kennis daarvan verpak je in presentatie zodat mensen die niet bekend zijn met het onderwerp daar meer te weten van komen. In deze practica wordt kennis gemaakt met vaardigheden waarbij eiwitten enzymen en DNA worden aangetoond. De vaardigheden omvatten verschillende eindpuntsbepalingen van enzymactiviteiten die spectrofotometrisch worden bepaald. Ook wordt er een activiteitsassay in natieve polyacrylamide gel uitgevoerd. Daarnaast worden er verschillende technieken gebruikt om eiwitconcentraties te meten en wordt er een experiment uitgevoerd waarbij DNA wordt geknipt en het bandenpatroon wordt geanalyseerd op agarose gel.

TLSCVDNAE2V08

Inhoudelijk krijgen de studenten meer inzicht in factoren die enzymactiviteit kunnen beïnvloeden maken ze kennis met de inductie van genexpressie in E.coli met het begrip restrictie digestie van DNA en met scheiding van eiwitten op lading bij een gegeven pH Tijdens deze praktische vaardigheden komen de volgende onderwerpen aan de orde: Les 1: Het effect van pH op de reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Les 2: Het effect van substraatconcentratie op de reactiesnelheid van Alkalisch Fosfatase Les 3: Wie is de moordenaar? Les 4: Regulatie enzymsynthese Les 5: Wie van de twee? Les 6: Hartinfarct of Levercirrose?

TLSCVEI2V-03

Het theorieonderdeel veiligheid heeft als hoofddoel de student bewust te maken van het veilig werken op het laboratorium. De nadruk ligt op het aspect van de biologische veiligheid. Onderwerpen die o.a. aan de orde komen zijn; Veilige Microbiologische Technieken (VMT) veilig werken met bloed en bloedproducten en Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO‟s). Aan het eind van de stageperiode moet de student een stageverslag inleveren. Stageverslagen worden als apart onderdeel van de stage beoordeeld. De student geeft bijtijds een voorlopige versie van het stageverslag aan zijn/haar stagebegeleider. Het verslag dient slechts een maal door de stagebegeleider van opmerkingen en suggesties ter verbetering voorzien te worden. De definitieve versie van het stageverslag moet door de student uiterlijk op de in het activiteitenschema genoemde datum in tweevoud bij de administratie ingeleverd worden.

TLSCVER6V-04

De eisen waar het verslag aan moet voldoen zijn onder andere: • Titel en samenvatting (in het Nederlands en Engels) • De dikte van het verslag is geen maat voor de kwaliteit van het verslag. Als richtlijn kan wel dienen dat het mogelijk is om in ongeveer 20 pagina‟s (exclusief bijlagen etc.) de stagewerkzaamheden te beschrijven. Het verslag moet geschreven zijn op HBO niveau. • Indeling bestaande uit: Samenvatting Inhoudsopgave Afkortingenlijst Theorie (inleiding) Werkwijze (materiaal en methode) Resultaten Discussie Conclusie(s) Literatuur Bijlagen



De student presenteert het afstudeeronderzoek in een afstudeerverslag.

TLSCVER8L-07

Het verslag (Nederlands of Engels) bestaat in ieder geval uit de volgende hoofdstukken: - Titel (Nederlands en Engels) - Samenvatting (Nederlands en Engels) - Inhoudsopgave - Afkortingenlijst - Inleiding - Theorie - werkwijze (materiaal en methode) - Resultaten - Discussie - Conclusie(s) - Literatuur - Bijlagen De dikte van het verslag is geen maat voor de kwaliteit van het verslag. Als richtlijn kan wel dienen dat het mogelijk is om in ongeveer 20-30 pagina‟s inhoudelijke tekst (exclusief inhoudsopgave bijlagen etc.) de afstudeerwerkzaamheden te beschrijven. Het verslag moet geschreven zijn op HBO niveau. De definitieve versie van het afstudeerverslag moet door de student uiterlijk op de in het Activiteitenschema genoemde datum in viervoud bij het bedrijfsbureau (balie studentenadministratie) ingeleverd worden. Bij verslagen met een vertrouwelijke inhoud volstaan drie exemplaren. Verslagen met een confidentieel karakter kunnen op verzoek van het bedrijf laboratorium of instelling na afloop van de examenzitting geretourneerd worden. De student kan dit bij het bedrijfsbureau kenbaar maken op het moment van inlevering van de verslagen. In het geval toestemming gegeven is om het afstudeerverslag op te nemen in de HBO Kennisbank moet het verslag in viervoud ingeleverd worden samen met een digitale versie van het afstudeerverslag (CD-rom). De student presenteert het afstudeeronderzoek in een afstudeerverslag.

TLSCVER8V-04

Het verslag (Nederlands of Engels) bestaat in ieder geval uit de volgende hoofdstukken: - Titel (Nederlands en Engels) - Samenvatting (Nederlands en Engels) - Inhoudsopgave - Afkortingenlijst - Inleiding - Theorie - Werkwijze (materiaal en methode) - Resultaten - Discussie - Conclusie(s) - Literatuur - Bijlagen De dikte van het verslag is geen maat voor de kwaliteit van het verslag. Als richtlijn kan wel dienen dat het mogelijk is om in ongeveer 20-30 pagina‟s inhoudelijke tekst (exclusief inhoudsopgave bijlagen etc.) de afstudeerwerkzaamheden te beschrijven. Het verslag moet geschreven zijn op HBO niveau. De definitieve versie van het afstudeerverslag moet door de student uiterlijk op de in het Activiteitenschema genoemde datum in viervoud bij het bedrijfsbureau (balie studentenadministratie) ingeleverd worden. Bij verslagen met een vertrouwelijke inhoud volstaan drie exemplaren. Verslagen met een confidentieel karakter kunnen op verzoek van het bedrijf laboratorium of instelling na afloop van de examenzitting geretourneerd worden. De student kan dit bij het bedrijfsbureau kenbaar maken op het moment van inlevering van de verslagen.

TLSCVIR5V-03

Virussen zijn infectieuze micro-organismen die zo afhankelijk zijn van hogere organismen dat ze zich niet buiten levende cellen kunnen voortplanten. Toch heeft contact tussen mensen en virussen geleid tot wijd verspreide en rampzalige gevolgen. Denk maar aan de pokken epidemie de influenza pandemie die ruim 20 miljoen levens opeiste en de huidige aidsepidemie. Gedurende de module Virologie krijgt men inzicht in de eigenschappen van virussen de methoden van verspreiding en overleving en de tol die virussen de mens opleggen. Hierbij wordt er ook aandacht gegeven aan de uitdagingen van de toekomst; de ontwikkeling van een HIV vaccin het gevaar van een nieuwe griep pandemie en het ontstaan van nieuwe virussen zoals SARS.



Tijdens dit practicum krijgt de student een duidelijk beeld van de functie van een medisch microbiologisch analist op een medisch microbiologisch laboratorium.Met behulp van moderne isolatie en determinatietechnieken leert de student zowel de pathogene bacteriën kennen als de commensalen flora van de mens. Dit aan de hand van patiënten casussen zoals infectie van de bovenste en onderste luchtwegen urinewegen maag-darmkanaal TLSCVMB15V-09 centraalzenuwstelsel sepsis en ontstekings producten. Naast kweek en determinatie wordt er veel aandacht besteed aan de gevoeligheid voor antibiotica van deze pathogenen Bovendien leert de student veilig om te gaan met de pathogene bacteriën. Gedurende dit studieonderdeel worden specifieke vaardigheden bij gebracht die worden toegepast op een medisch microbiologisch laboratorium. Tevens geeft het inzicht in de samenhang tussen patiënt (materiaal) ziekteverwekkende bacterie (commensaal/pathogeen) en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden gericht op het TLSCidentificeren van de ziekteverwekker. De student bewust maken van de kwaliteitsaspecten en de klinische waarde VMB25V-04 van de laboratoriumdiagnostiek. Bij het uitvoeren van de diverse onderzoeksmethoden ligt de nadruk op zorgvuldigheid de juiste interpretatie van de resultaten en het herkennen van mogelijke storingen of verontreinigingen die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van een uitslag. Gedurende deze module leert de student de basisvaardigheden die van toepassing zijn op een medisch microbiologisch laboratorium. Hierbij gaat het om isolatie en identificatie van de micro-organismen die TLSCverantwoordelijk zijn voor infectieziekten. Ook wordt een antibiogram bepaald om een juiste therapie vast te stellen. VMBD4V-10 Er wordt gebruik gemaakt van een keelkweek pusmateriaal en een urine. Daarnaast worden moleculaire DNA technieken uitgevoerd om een virale infectie aan te tonen en een epidemiologische vraagstelling op te lossen Recombinant DNA technieken zijn niet meer weg te denken uit het biologisch/medisch onderzoek. In deze module voer je een scala aan veelgebruikte technieken uit en wordt dieper ingegaan op de praktische en theoretische achtergronden van deze technieken. Eerst isoleer je uit een stukje longweefsel (van een rat) het cDNA dat codeert voor een receptor eiwit. Dit cDNA kloneer je in-frame met het gen voor Green Fluorescent Protein. Vervolgens breng TLSCVMOB5V-03 je het gekloneerde gen tot expressie in gekweekte cellen zodat het receptor eiwit onderzocht kan worden op moleculaire grootte intracellulaire locatie en farmacologische eigenschappen. Hierbij ontwerp je zelf de experimenten op basis van een gekozen vraagstelling. Tijdens de laatste les worden de resultaten van de experimenten kort gepresenteerd en besproken. Een belangrijk onderdeel van het werk van een moleculair bioloog is het maken van plasmide DNA constructen. Daartoe moet het DNA geïsoleerd worden geknipt in gewenste stukken vervolgens weer geplakt en vermeerderd worden. Uiteindelijk moet het nieuw verkregen construct nog gecontroleerd worden. Op deze manier kunnen allerlei DNA constructen gemaakt worden die vervolgens in een of andere assay gebruikt worden. Hierbij kun je denken aan een plasmide met een probe fragment een DNA construct om humaan insuline mee te produceren in E.coli of om een transgene muis mee te maken i.v.m. kanker onderzoek. TLSCVRDNA3D08

De technieken die nodig zijn om zo'n plasmide DNA construct te maken vormen de basis van de recombinant DNA technieken. Tijdens dit prakticum zullen deze basale recombinant DNA technieken worden uitgevoerd en zullen DNA constructen gemaakt en geanalyseerd worden. Dit biedt je de mogelijkheid om te ervaren hoe met (kleine hoeveelheden) DNA gewerkt wordt aan welke veiligheidsaspecten hierbij gedacht moet worden en zul je inzicht krijgen in het belang en de werking van bepaalde reactiecomponenten. Op deze manier kun je je oriënteren op het moleculair biologisch vakgebied. Een belangrijk onderdeel van het werk van een moleculair bioloog is het maken van plasmide DNA constructen. Daartoe moet het DNA geïsoleerd worden geknipt in gewenste stukken vervolgens weer geplakt en vermeerderd worden. Uiteindelijk moet het nieuw verkregen construct nog gecontroleerd worden. Op deze manier kunnen allerlei DNA constructen gemaakt worden die vervolgens in een of andere assay gebruikt worden. Hierbij kun je denken aan een plasmide met een probe fragment een DNA construct om humaan insuline mee te produceren in E.coli of om een transgene muis mee te maken i.v.m. kanker onderzoek.

TLSCVRDNA3V08

De technieken die nodig zijn om zo'n plasmide DNA construct te maken vormen de basis van de recombinant DNA technieken. Tijdens dit prakticum zullen deze basale recombinant DNA technieken worden uitgevoerd en zullen DNA constructen gemaakt en geanalyseerd worden. Dit biedt je de mogelijkheid om te ervaren hoe met (kleine hoeveelheden) DNA gewerkt wordt aan welke veiligheidsaspecten hierbij gedacht moet worden en zul je inzicht krijgen in het belang en de werking van bepaalde reactiecomponenten. Op deze manier kun je je oriënteren op het moleculair biologisch vakgebied.



In semester 3 heeft de student 2 vrij in te vullen studiepunten (TLSC-VRIJ13V-08 en TLSC-VRIJ23V-08). In overleg met de SLB-er kan aan verschillende competenties worden gewerkt. Mogelijkheden zijn o.a.: voorlichting via de TLSCstudentenpool studentassistentschap lid van GOC of FMR vreemde taal leren deelname aan hoofdfase cursus uit het VRIJ13V-08 cursusaanbod van ILC. Na goedkeuring van het voorstel door de SLB-er en het behalen van het studiepunt wordt dit toegekend in Osiris. de

TLSCDe vrijstelling 5 semester wordt verleend voor het verrichten van voorlichtingsactiviteiten bij opendagen VRIJ15L-09 meeloopdagen assisteren bij voorlichting en voorlichting geven op beurzen. Aan 4 activiteiten moet zijn voldaan. In semester 3 heeft de student 2 vrij in te vullen studiepunten (TLSC-VRIJ13V-08 en TLSC-VRIJ23V-08). In overleg met de SLB-er kan aan verschillende competenties worden gewerkt. Mogelijkheden zijn o.a.: voorlichting via de TLSCstudentenpool studentassistentschap lid van GOC of FMR vreemde taal leren deelname aan hoofdfase cursus uit het VRIJ23V-08 cursusaanbod van ILC. Na goedkeuring van het voorstel door de SLB-er en het behalen van het studiepunt wordt dit toegekend in Osiris. de

TLSCDe vrijstelling 5 semester wordt verleend voor het verrichten van voorlichtingsactiviteiten bij opendagen VRIJ25L-09 meeloopdagen assisteren bij voorlichting en voorlichting geven op beurzen. Aan 2 activiteiten moet zijn voldaan. TLSCWK2D-04

Bij wiskunde komen vaardigheden aan bod op het gebied van algebra (oneigenlijke machten exponenten en logaritmen en oplossen van algebraïsche vergelijkingen) en wordt het onderwerp differentiëren behandeld.

TLSCWK2V-03

Bij wiskunde komen vaardigheden aan bod op het gebied van algebra (oneigenlijke machten exponenten en logaritmen en oplossen van algebraïsche vergelijkingen) en wordt het onderwerp differentiëren behandeld.

TLSCWPL7V-04

Tijdens de eerste periode van de afstudeeropdracht schrijft de student het werkplan. Het werkplan is een document met een omvang van 2-3 A4 met daarin vermeld: korte inleiding afstudeeropdracht doel onderzoek te gebruiken technieken tijdsplanning van de afstudeeropdracht en de stand van zaken op het moment van schrijven. Het werkplan moet ingeleverd worden bij de begeleidende AO-docent (datum zie het Activiteitenschema).

TLSCZS3D-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het zenuwstelsel (neuronen prikkeloverdracht centrale zenuwstelsel autonome en somatische zenuwstelsel reflexen en controle van beweging) alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan anatomische termen homeostase epitheel en bindweefsel.

TLSCZS3V-08

Relatie aanleren tussen bouw (macroscopische en microscopische anatomie) en werking (fysiologie) van het zenuwstelsel (neuronen prikkeloverdracht centrale zenuwstelsel autonome en somatische zenuwstelsel reflexen en controle van beweging) alsook kennis nemen van enige afwijkingen hierin (pathologie). De theorie en ziektebeelden die aan bod komen zijn deels gekoppeld aan praktijkgerelateerde vraagstukken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan anatomische termen homeostase epitheel en bindweefsel.

TPLCGCY1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Theorie Life Chemistry, Vaardigheden Chemistry, en als ondersteunend onderwijs Wiskunde. In de theorie worden de volgende onderwerpen behandeld: atomen en molecuulstructuren, functionele groepen, zuiveringstechnieken. In de vaardigheden wordt de theorie toegepast op de synthese en zuivering van moleculen zoals aspirine en tert-butylchloride, en op het gebruik van bewerkingen op grotere schaal. De ondersteunende module geeft achterliggende wiskundige principes aan de hand van de onderwerpen functies, limieten en differentiëren.

TPLCGLS1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Theorie Life Sciences, Vaardigheden Life Sciences en als ondersteunend onderwijs Wiskunde. Uitgaande van de cel als fabriek worden de volgende onderwerpen behandeld in de theorie: Bouw van pro- en eukaryote cellen, koolhydraten en lipiden, eiwitten, enzymen, DNA, erfelijke informatie, ontspoorde cellen. In de vaardigheden wordt de theorie toegepast op celfractionering en enzymlokalisatie in een levercel, en de groei en het kweken van bacteriën en het omgaan met bacterieculturen. De ondersteunende module geeft achterliggende wiskundige principes aan de hand van de onderwerpen functies, limieten en differentiëren.

TPLCGON1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Project, Workshops, en Studieloopbaanontwikkeling (SLO). In het project wordt de theorie toegepast op een tot nu toe onbekend thema. Dit project staat in het teken van de antibacteriële stoffen zeep en oregano. Hierbij wordt de antibacteriële werking van de natuurstof en van zeep onderzocht, en ook van de synthetisch gemaakte werkzame stof. In de workshops kan de student kiezen voor verdiepende workshops op verschillende gebieden in de Life Sciences, chemie en procestechniek. Ook kunnen ondersteunende workshops, nl. wiskunde of Engels, gekozen worden. Studieloopbaanontwikkeling staat in het kader van het kiezen of bevestigd krijgen van de juiste keuze voor één van de opleidingen binnen het ILC. Verder is er persoonlijk aandacht, door de SLB-er voor je studievoortgang.



TPLCVCY1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Theorie Chemistry. Vaardigheden Chemistry en als ondersteunend onderwijs Statistiek en Excel, en Chemische en Biochemische Analyse. In de theorie komen aan de orde de onderwerpen Licht en het elektromagnetisch spectrum, Atoomstructuur en optische spectrometrie, de wet van lambert-beer, AAS en AES, Scheidingsmethoden (Chromatografie), Chemische processen, Scheidingstechnieken. In de vaardigheden wordt de theorie toegepast en wordt kennisgemaakt met belangrijke methoden en technieken voor chemische analyse, synthese en processen. De ondersteunende modules geven biologische en chemische achtergronden en statistische methodieken.

TPLCVLS1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Theorie Life Sciences, Vaardigheden Life Sciences en als ondersteunend onderwijs Statistiek en Excel, en Chemische en Biochemische Analyse. Uitgaande van een patiëntcasus worden de volgende onderwerpen behandeld in de theorie: Spijsverteringsstelsel en de vertering, Glucose als energiebron, Cholesterol in de mens, Hormonale regulatie, Diabetes, Homeostase. In de vaardigheden wordt de theorie toegepast en wordt kennisgemaakt met belangrijke methoden en technieken voor biomedisch onderzoek. De ondersteunende modules geven biologische en chemische achtergronden en statistische methodieken.

TPLCVON1V-10

Deze cursus bestaat uit de modules Project, Onderzoektools, en Studieloopbaanontwikkeling (SLO). In het project wordt de theorie toegepast op een tot nu toe onbekend thema. Dit project staat in het teken van de analyse van een sportdrank. Hierin komen onderwerpen aan de orde die te maken hebben met de analyse van de sportdrank, de werking op het menselijke lichaam en de productie op grote schaal en waarin het geleerde toegepast kan worden. De analyses worden uitgevoerd volgens standaard protocollen. Onderzoekstools gaat in op veiligheid, rapportage en rekenvaardigheid. Studieloopbaanontwikkeling geeft oriëntatie op de studie en op de verschillende beroepen.

Deze cursus is inleidend en laat zien dat er tussen voedingsstoffen en farmaceutische stoffen veel overeenkomsten zijn in werkingmechanismen aangrijpingspunten concentratieverloop en klaring. Aspecten met betrekking tot veiligheid en toxicologisch onderzoek komen aan bod voor beiden soorten stoffen. Er wordt dieper ingegaan op farmaceutische stoffen. Wat zijn farmaceutische stoffen eigenlijk? Welke verschillende typen medicijnen zijn er? Hoe worden medicijnen ontwikkeld? TILCKB_FCH7V- Veel van deze aspecten m.b.t. farmaceutische stoffen komen ook voor voedingsstoffen aan bod. Hoe gedragen bijvoorbeeld 11 koolhydraten en andere voedingsingrediënten zich in het lichaam. Wat voor positieve en ook negatieve gezondheidseffecten kunnen deze stoffen veroorzaken. Wat is de invloed van voeding op ons immuunsysteem. Kan voeding gebruikt worden als medicijn en waar wordt de grens getrokken? Een serie interessante onderwerpen die in tien theorielessen aan bod komen en waarvoor we een aantal gastsprekers uitgenodigd hebben. Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets. Tijdens dit project verdiep je je in groepjes in het thema dat hoort bij het practicum dat je tijdens dit keuzeblok uitvoert. Het practicum is gericht op één van de volgende twee thema’s namelijk de rol van statines in cardiovasculaire aandoeningen en de TILCinvloed van giftige stoffen op de embryonale ontwikkeling. Hierbij zoek je passende literatuur. Jouw praktijkresultaten en het KB_FPR7Vliteratuuronderzoek verwerk je tot een miniartikel en een poster. De poster presenteer je aan het eind van de cursus aan de 11 andere groepen. De cursus wordt afgerond met een miniartikel en een posterpresentatie. Deze cursus bestaat voor een deel uit theorielessen en gastcolleges over biologische en chemische analyse werkingmechanismen en veiligheid van stoffen uit voeding en medicijnen. Welke stoffen zijn giftig en met welke onderzoeksmodellen kan je dit aantonen? En hoe kun je de werkzaamheid en veiligheid van medicijnen testen? TILCKB_FQE7V- Een ander deel van de cursus is een practicum. Je kunt binnen het keuzeblok kiezen uit twee verschillende practica. Wil je je 11 keuzeblok een chemisch tintje geven dan volg je een practicum waarin je de werking van statines onderzoekt. Wil je je keuzeblok meer Life Sciences kleuren dan doe je onderzoek naar effecten van stoffen op de differentiatie van stamcellen. Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets en het practicum moet met een voldoende worden afgerond. Food & Pharma: Chemistry and health effects Cursuscode: TILC-MFPCHE-11 (5 EC) De minor Food & Pharma richt zich op gezondheidsaspecten van voedingsstoffen en medicijnen. Deze cursus is inleidend en laat zien dat er tussen voedingsstoffen en farmaceutische stoffen veel overeenkomsten zijn in werkingmechanismen aangrijpingspunten concentratieverloop en klaring. Aspecten met betrekking tot veiligheid en toxicologisch onderzoek komen aan bod voor beiden soorten stoffen. Er wordt dieper ingegaan op farmaceutische stoffen. Wat zijn farmaceutische stoffen TILCeigenlijk? Welke verschillende typen medicijnen zijn er? Hoe worden medicijnen ontwikkeld? Veel van deze aspecten m.b.t. MFPCHE-11 farmaceutische stoffen komen ook voor voedingsstoffen aan bod. Hoe gedragen bijvoorbeeld koolhydraten en andere voedingsingrediënten zich in het lichaam. Wat voor positieve en ook negatieve gezondheidseffecten kunnen deze stoffen veroorzaken. Wat is de invloed van voeding op ons immuunsysteem. Kan voeding gebruikt worden als medicijn en waar wordt de grens getrokken? Een serie interessante onderwerpen die in tien theorielessen aan bod komen en waarvoor we een aantal gastsprekers uitgenodigd hebben. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets.



Research Project Cursuscodes: TILC-MFPPRS-11 (5C) TILC-MFPPRM-11 (5EC) TILC-MFPPRF-11 (5EC) Gedurende de hele minor werk je aan een onderzoeksproject. Je werkt in duo’s en hebt als vaste begeleider daarbij een medewerker van het KC of docent. Je voert experimenten uit op het lab van het kenniscentrum en werkt aan een onderzoeksproject in opdracht van het bedrijfsleven of van een kennisinstelling zoals TNO of een universiteit. Je start het TILCMFPPRF-11 project in het eerste blok van het semester (5EC). Het project loopt door in het tweede blok en dan wordt van je verwacht dat je tweederde van je studietijd (10EC) aan het project besteedt. Wekelijks op vrijdagochtend worden werkbesprekingen gehouden met alle projectgoepen waarin aan elkaar de voortgang van de projecten wordt gepresenteerd. Het project wordt afgesloten met een mini-conferentie waar alle project resultaten gepresenteerd zullen worden aan mede-studenten begeleiders en de externe opdrachtgevers. Research Project Cursuscodes: TILC-MFPPRS-11 (5C) TILC-MFPPRM-11 (5EC) TILC-MFPPRF-11 (5EC) Gedurende de hele minor werk je aan een onderzoeksproject. Je werkt in duo’s en hebt als vaste begeleider daarbij een medewerker van het KC of docent. Je voert experimenten uit op het lab van het kenniscentrum en werkt aan een onderzoeksproject in opdracht van het bedrijfsleven of van een kennisinstelling zoals TNO of een universiteit. Je start het TILCMFPPRM-11 project in het eerste blok van het semester (5EC). Het project loopt door in het tweede blok en dan wordt van je verwacht dat je tweederde van je studietijd (10EC) aan het project besteedt. Wekelijks op vrijdagochtend worden werkbesprekingen gehouden met alle projectgoepen waarin aan elkaar de voortgang van de projecten wordt gepresenteerd. Het project wordt afgesloten met een mini-conferentie waar alle project resultaten gepresenteerd zullen worden aan mede-studenten begeleiders en de externe opdrachtgevers. Research Project Cursuscodes: TILC-MFPPRS-11 (5C) TILC-MFPPRM-11 (5EC) TILC-MFPPRF-11 (5EC) Gedurende de hele minor werk je aan een onderzoeksproject. Je werkt in duo’s en hebt als vaste begeleider daarbij een medewerker van het KC of docent. Je voert experimenten uit op het lab van het kenniscentrum en werkt aan een onderzoeksproject in opdracht van het bedrijfsleven of van een kennisinstelling zoals TNO of een universiteit. Je start het TILCMFPPRS-11 project in het eerste blok van het semester (5EC). Het project loopt door in het tweede blok en dan wordt van je verwacht dat je tweederde van je studietijd (10EC) aan het project besteedt. Wekelijks op vrijdagochtend worden werkbesprekingen gehouden met alle projectgoepen waarin aan elkaar de voortgang van de projecten wordt gepresenteerd. Het project wordt afgesloten met een mini-conferentie waar alle project resultaten gepresenteerd zullen worden aan mede-studenten begeleiders en de externe opdrachtgevers. Specialization Cursuscode: TILC-MFPSPE-11 (5EC) Tijdens deze cursus verdiep je je in je keuzeprofiel; Chemistry of Life sciences De verdieping Life sciences leert je meer over alternatieven voor dierexperimenten. In biomedisch onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van levende modelsystemen om meer te weten te komen over fysiologie veiligheid van stoffen moleculaire werkingsmechanismen en ziekteprocessen. In veel gevallen worden er dierexperimenten gedaan omdat er geen geschikte alternatieven voor handen zijn. Soms kunnen bepaalde biologische mechanismen ook met behulp van alternatieven worden onderzocht. Het begrip alternatieven wordt in deze context uitgelegd als het Verminderen van dierexperimenten het verfijnen ervan en het vervangen van dierexperimenten. Dit onderdeel van minor gaat over een groot aantal aspecten van alternatieven TILCMFPSPE-11 voor dierproeven. Wat zijn deze alternatieven hoe kun je ze ontwikkelen en waar moet een goed alternatief aan voldoen? Welke voorbeelden zijn er en in welk vakgebied kunnen we wel en in welk kunnen we nauwelijks gebruik maken van alternatieven. Er zullen een aantal prominente sprekers uit het vakgebied van de alternatieven hun verhaal komen doen. Verdieping Chemie; Het ontwikkelen van nieuwe medicijnen is een langdurig en kostbaar proces. Om een kandidaat medicijn ook wel lead genoemd te vinden wordt vaak gebruik gemaakt van een stoffenbank met vele duizenden stoffen. De chemie speelt een belangrijke rol bij maken van zo;n stoffenbank of bij het optimaliseren van een lead. Computersimulaties worden hier veelvuldig bij gebruikt. Het analyseren van chemische verbindingen van complexe matrices is een ander aspect van het lead optimalisatieproces dat in deze cursus aandacht krijgt. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets.

TILCMFQES-11

Quality efficacy and safety of food and pharma Cursuscode: TILC-MFPQES-11 (5EC) Deze cursus bestaat voor een deel uit theorielessen en gastcolleges over biologische en chemische analyse werkingmechanismen en veiligheid van stoffen uit voeding en medicijnen. Welke stoffen zijn giftig en met welke onderzoeksmodellen kan je dit aantonen? En hoe kun je de werkzaamheid en veiligheid van medicijnen testen? Een ander deel van de cursus is een practicum. Kies je voor een minor met een chemisch profiel dan volg je een practicum waarin je de werking van statines onderzoekt. Kies je het Life sciences profiel dan doe je onderzoek naar effecten van stoffen op de differentiatie van stamcellen. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets en een verslag of presentatie over het practicum.

Institute for Life Sciences & Chemistry Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences) Voltijd en deeltijd Studiegids Bijlage

Recommend Documents