Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 25 januari 2011
Onderwerp: Ombuigingsvoorstellen "Brede Doorlichting" Voorgesteld besluit: 1. Kennis te nemen van de Ombuigingsvoorstellen “Brede Doorlichting” 2012 e.v. Het college vraagt de raad om in haar opiniërende bijeenkomst van 8 februari 2011 richtinggevende uitspraken te doen over de ombuigingsvoorstellen om invulling te kunnen geven aan de bezuinigingsopgave voor de komende jaren. Advies opiniërende bijeenkomst: -Overwegingen en alternatieven: Om de gemeentelijke begroting voor de komende jaren sluitend te krijgen heeft de gemeente, op basis van de huidige bekende gegevens, een bezuinigingsopgave oplopend van ruim € 1,5 mln in 2012 tot € 2,9 mln in 2015. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met financiële tegenvallers over 2011. Op dit moment wordt rekening gehouden met extra uitgaven van ongeveer € 600.000, ten opzichte van de in 2010 vastgestelde begroting. De afgelopen maanden zijn de door het college geselecteerde onderwerpen/zoekrichtingen uitgewerkt in 14 ombuigingsvoorstellen. De totale omvang van de bezuinigingsvoorstellen loopt op van ruim € 3 mln in 2012 tot totaal ruim € 4 mln in 2015. Dit betekent dat om invulling te geven aan de bezuinigingsopgave het niet noodzakelijk is om alle ombuigingsvoorstellen over te nemen. De raad wordt gevraagd om in de opiniërende bijeenkomst van 8 februari kaders te stellen en/of richtinggevende uitspraken te doen over de ingediende voorstellen om de begroting van 2012 sluitend te kunnen maken en op hoofdlijnen zicht te krijgen op een sluitende meerjarenbegroting. Het college zal op basis hiervan concrete voorstellen ter besluitvorming voorleggen aan de raad. De inzet van het college is om uiterlijk bij de behandeling van de zomernota besluiten te nemen over de bezuinigingsvoorstellen voor 2012. De uitgewerkte ombuigingsvoorstellen zijn als bijlage bij dit advies bijgevoegd.
-2-
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders De actuele bezuinigingsopgave is: 2012 € 1,584 mln 2013 € 2,197 mln 2014 € 2,365 mln 2015 € 2,934 mln
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Niet van toepassing
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Besluitvorming over de ombuigingsvoorstellen moet plaatsvinden in de periode februari – juni 2011. Waarbij met de behandeling van de zomernota de begroting van 2012 sluitend gemaakt kan worden.
Externe communicatie: Betrokken verenigingen, instellingen en bewoners moeten tijdig en volledig worden geïnformeerd over de consequenties van de genomen besluiten. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-2-
Brede doorlichting gemeente Sliedrecht
Ombuigingsvoorstellen “Brede Doorlichting” 2012 e.v.
Status: Datum:
Definitief 21 december 2010
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
1(106)
INHOUD:
INHOUD:
Pag.
Ombuigingsvoorstellen: 1 Sport 2 Accommodatiebeleid 3 Subsidiebeleid 4 Vorming brede welzijnsstichting 5 Verhogen inkomsten 6 Zwembad/Optisport 7 Onderhoud en beheer Openbare Ruimte 8 Regio en verbonden partijen 10 Financieel 11 Onderwijs 12 Burgerparticipatie 13 Bestuursaangelegenheden 14 Taakstelling organisatie 15 Organisatie ontwikkelingen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
3 10 26 36 39 44 47 64 69 79 86 92 95 99
2(106)
Ombuigingsvoorstel 1: Sport Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Projectleider:
A. de Waard H. W. Langhorst A.J. Raimond
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
3(106)
Het ombuigingsvoorstel Sport (in het kort) Als onderdeel van het traject Brede Doorlichting volgt onderstaand het ombuigingsvoorstel 1 Sport. De bezuinigingsopgave voor Sport bedraagt € 50.000,- vanaf 2012 structureel. Het ombuigingsvoorstel Sport bestaat uit een samenhangend geheel van de volgende maatregelen: Maatregelenpakket sport: Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Maatregel Sportraad beperkt zich tot adviestaak en belangenbehartiging sport Vrijval begrote post voor nieuw sportbeleid Vrijval begrote stelpost incidentele sportsubsidies Verlaging budget Samenwerkingsverband Aangepast Sporten (SAD) met 10% Verlaging onderhoudskosten voetbalcomplex door uitbesteding maaiwerk Verlaging kosten voetbalcomplex door overdracht gebruikersonderhoud aan vereniging Verhoging gemeentelijke huurtarieven sportaccommodaties met 1,5% extra Verrekening sportsubsidies met huren sportaccommodaties Grip op gemeentelijke inkomsten en uitgaven op sportgebied
Opbrengst (€ ) 15.000 8.000 2.050 1.000 4.500 16.000 3.450 p.m. p.m.
Ingang 2012 2012 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012
Totaal te realiseren 50.000 Noot: indien de bezuiniging van nr 6 niet maximaal gerealiseerd kan worden dan kan de opgave alsnog gehaald worden d.m.v. een verhoging van de huurtarieven met gemiddeld 5%.
2012
Bij dit voorgestelde pakket aan maatregelen wordt de gestelde bezuinigingsopgave voor Sport voor 100% gehaald. Tevens blijft bij invoering van dit pakket het uitgangspunt uit het Raadsprogramma 2010 – 2014 om de sportverenigingen zoveel mogelijk te ontzien, nagenoeg gewaarborgd omdat: • De subsidieverstrekking aan de sportverenigingen zelf op het huidige niveau blijft; • Het huidige sportaanbod in tact blijft; • De noodzakelijke verhoging van gemeentelijke sportaccommodaties bovenop de prijsinflatie, minimaal is (éénmalig 1,5%). De doelstelling uit het Raadsprogramma wordt bereikt doordat de gemeente bij dit sportvoorstel: • Zich beperkt tot subsidieverstrekking aan enkel (structurele) verenigingsactiviteiten; • Tijdelijk (in ieder geval gedurende periode 2012 – 2015) geen financiële ruimte laat voor nieuw beleid noch nieuwe initiatieven op het gebied van sport. • De verhoging van de huurtarieven als een sluitpost gehanteerd wordt bij het behalen van de gestelde bezuinigingsopgave voor sport. Consequenties en te verwachten reacties van de sportverenigingen: Als de sportsubsidies zoveel mogelijk ontzien worden, zoals nu voorgesteld, zullen naar verwachting zelfs bij een verhoging van de huurtarieven met meer dan indexering, de maatschappelijke effecten gering zijn. Organisatorische opbrengst: Intern wordt onderzocht wat de mogelijke consequenties zijn voor de ambtelijke uitvoering van het werk voor de sportportefeuille. De uiteindelijke consequenties voor afdeling WEZ zullen gering zijn. De personele consequenties liggen op gebied van het gemeentelijke onderhoud en beheer van de buitensportaccommodaties. Voorgesteld wordt om eerst de besluitvorming van de raad af te wachten en dan vervolgens concreet naar de personele consequenties te kijken.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
4(106)
ACHTERGRONDINFORMATIE BIJ DIT VOORSTEL 1.
Beschrijving van de huidige situatie
Subsidieverstrekking Bijna iedereen in Sliedrecht heeft met sport te maken of zet zich in verenigingsverband (vrijwillig) hiervoor in. De gemeente subsidieert de Sliedrechtse sportverenigingen (20 verenigingen ontvangen subsidie), jaarlijks met ongeveer € 94.000,- (excl. De Lockhorst). Daarnaast verstrekt de gemeente ruim € 19.000,- subsidie aan de Stichting Sportraad en ruim € 10.000,- aan het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden (SAD). De laatste heeft als doelgroep mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Door de gemeentelijke subsidies kunnen verenigingen sport aanbieden tegen contributies die sport voor iedereen toegankelijk en betaalbaar maken. Hierdoor kan sport op een kwalitatieve en veilige manier aangeboden worden. Subsidies worden verleend en vastgesteld op basis van de Algemene Subsidieverordening Sliedrecht en de Algemene Wet Bestuursrecht. Er zijn beleidsregels vastgesteld die de uitvoering van het subsidiebeleid vormgeven. De subsidies die rechtstreeks aan de sportverenigingen verstrekt worden zijn bedoeld als bijdrage in de kosten die zij maken voor hun jeugdleden, de inhuur van gediplomeerde trainers en de huur van de benodigde accommodaties. Voor de Sportraad (advies, belangenbehartiging en uitvoering van diverse activiteiten) en SAD (subsidiëring meerkosten van het aangepast sporten) gelden andere doelen. Sportaccommodaties en tarieven Daarnaast stimuleert de gemeente de sportbeoefening door de binnen- en buitensportaccommodaties tegen betaalbare tarieven aan te bieden. In totaal ontvangt de gemeente ruim € 230.000,- aan huuropbrengsten uit verenigingen. De gemeente verhuurt aan de verenigingen tegen tarieven die onder de kostprijs van de gemeente liggen. De kostendekkingspercentages bedragen ruim 60% voor de binnensportaccommodaties en ruim 10% voor de buitensportaccommodaties. De verenigingen zijn over het algemeen tevreden over de hoogte van de huurtarieven. De gemeente heeft er begin 2007 voor gekozen om de tarieven alleen met het inflatiepercentage te verhogen (tot een maximum van 3%). Dit in plaats van elk jaar met 5% zoals eerder het geval was. Met deze wijziging in tarifering wil de gemeente sportbeoefening bevorderen en sport laagdrempelig houden. Aandachtspunt gemeente in relatie tot de sport bezuinigingsmaatregelen Elke sport is anders en elke vereniging kiest op haar specifieke wijze hoe haar leden de sport kunnen beoefenen. De gemeente houdt hierbij bewust zo veel mogelijk afstand en bemoeit zich dan ook niet met de exploitatie van de verenigingen. Het advies luidt dat de voor te stellen maatregelen beperkt blijven tot die zaken, die binnen de directe invloedsfeer van de gemeente vallen. Bezuinigingen zijn te bereiken op 3 ‘fronten’: a) verlagen subsidies, b) verhogen gemeentelijke huurtarieven sportaccommodaties en c) verlagen gemeentelijke kosten voor uitvoering, onderhoud en beheer (materieel en personeel).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
5(106)
2.
Beschrijving van het voorstel
Aanpak onderzoek en inhoud voorstel Aan de vakafdelingen van de gemeente Sliedrecht is gevraagd om een lijst op te stellen met mogelijke maatregelen om de genoemde doelen te realiseren. Het resultaat hiervan is bekeken op haalbaarheid en consequenties. Voordat de genoemde lijst verder uitgewerkt gaat worden zou eerst een zogenaamde kerntakendiscussie gevoerd moeten worden. Wat vinden we voor de bewoners van Sliedrecht op het gebied van sport belangrijk en hoe is dan de rol van de gemeente daarin? Daarna kan het bijbehorende voorzieningenpakket bepaald worden met de bijbehorende inkomsten en uitgaven. Voor deze ideale procesgang was de beschikbare tijd te kort. Er moest een andere aanpak met een kortere doorlooptijd gevolgd worden. De aanpak is om een voorstel uit te werken, voorzien van kaders en consequenties en dat voor te leggen aan de (grotere) sportverenigingen en de sportraad. Kaders voor de bezuinigingsvoorstellen op het gebied van sport- en recreatie Om richting te geven aan het sportvoorstel zijn kaders nodig. De kaders die van toepassing zijn voor de sportportefeuille in Sliedrecht zijn bepaald in: • Het Beleidsplan WMO Sliedrecht 2008 – 2012; • Het Lokaal Gezondheidsbeleidsplan Gemeente Sliedrecht 2007 - 2011; • De Integrale Beleidsnota Sport 2006 – 2010; • Het raadsprogramma van de gemeenteraad 2010-2014. De gemeente onderschrijft het belang van sportbeoefening ondanks dat de gemeente op het gebied van sport geen wettelijke taken heeft te vervullen. Sport is een zeer belangrijk element in onze maatschappij (sociale functie, gezondheid e.d.). Sport is dan ook geen (wettelijk) doel maar een belangrijk middel. De rode draad van het sportbeleid, het WMO- en gezondheidsbeleid van de gemeente Sliedrecht, is het belang en de rol van de (sport) verenigingen. De gemeente ondersteunt in financiële zin het sportverenigingsleven zodat de bewoners van Sliedrecht zoveel mogelijk kunnen sporten en bewegen in hun directe omgeving. In het raadsprogramma ‘Sliedrecht meer waard’ 2010-2014 worden de volgende kaders voor sport aangegeven: • De maatschappelijke rol van de sportverenigingen. • Bij de komende noodzakelijke bezuinigingen moeten de sportverenigingen zoveel mogelijk ontzien worden: ‘…De volgende voorzieningen worden zo veel mogelijk ontzien bij bezuinigingen: minimaregelingen en kwijtscheldingsregelingen, voorzieningen voor de ontwikkeling van kinderen en voor mensen met een beperking en het verenigingsleven van Sliedrecht’. Er moet zo veel mogelijk rekening gehouden worden met bovenstaande uitgangspunten bij de bezuinigingsmaatregelen voor de sportverenigingen. Welk effect beogen we en welk resultaat streven we na? Gezien de genoemde kaders en zeker gezien ‘het kader uit het Raadsprogramma’, zal het voorstel zoveel als mogelijk maatregelen bevatten waarmee de gemeente binnen die (huidige) kaders blijft. Het huidige sportaanbod zal zoveel mogelijk in tact moeten blijven waarbij ‘helaas’ geen financiële ruimte resteert voor nieuw beleid. De bezuinigingsopgave voor sport bedraagt vanaf 2012 structureel € 50.000,-. Het voorgaande vertalend heeft geleid tot de volgende zoekrichtingen voor de bezuinigingsopgave op het gebied van sport. Waar nodig zijn de verschillende zoekrichtingen voorzien van toelichting (wat houden zij in en wat is de stand van zaken?).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
6(106)
a) Blijf zoveel mogelijk binnen de huidige kaders Dit wordt vooral ingegeven door het gestelde uitgangspunt in het raadsprogramma 2010–2014: ‘bij de bezuinigingen moeten de verenigingen zo veel mogelijk worden ontzien’. Bij de voorstellen zoals ze er nu uitzien wordt dit bereikt door in ieder geval de subsidies aan de sportverenigingen op het huidige niveau te laten. Dit betekent dat de subsidiebedragen voor 2011 als basis dienen. b) Voorlopig vrijval begrote ruimte voor nieuw sportbeleid Dit in ieder geval voor de periode 2012 t/m 2015. Het gaat hier dan om de vrijval van een in de begroting opgenomen bedrag van € 8.000,- voor de uitvoering van diverse nog niet vastgestelde zaken voor nieuw beleid. c) Zorg dat het huidige sportaanbod zoveel mogelijk in tact blijft De gemeente zal subsidieaanvragen van nieuwe sportverenigingen of aanvragen voor uitbreiding van het huidige aanbod niet meer honoreren en geen ondersteuning verlenen aan nieuwe initiatieven. Dit laatste betekent een vrijval van de begrote stelpost incidentele sportsubsidies (€ 2.050,-). Volgens het huidige sportbeleid ligt de nadruk van de gemeente op de breedtesport. d) Subsidieer alleen de structurele verenigingsactiviteiten Dit kan bereikt worden door met de sportraad de afspraak te maken om het takenpakket van deze raad te beperken tot advisering en belangenbehartiging van de sport in Sliedrecht. Het subsidiebedrag dat voor 2011 ruim € 19.000,- is, wordt daarmee met € 15.000,- verlaagd. e) Stel investeringen uit die gericht zijn op het uitbreiden van het sportaanbod De periode van uitstel geldt voor de jaren 2012 t/m 2015. Het uitstellen van investeringen voor de gewenste aanbouw bij sporthal De Stoep valt onder deze zoekrichting voor de bezuinigingsopgave. Voor deze aanbouw wordt echter bekeken of en hoe dit vooralsnog door kan gaan. f)
Bespaar op onderhoud en beheer door de gemeente De besparingsmogelijkheden zijn nog in onderzoek. Het gaat hierbij om minder taken of aanpassingen van de taken. Ook wordt bekeken of er taken zijn die overgenomen kunnen worden door de sportverenigingen. Een besparing van € 4.500,- wordt bereikt doordat het maaiwerk van de voetbalvelden uitbesteed gaat worden. Daarnaast wordt voorgesteld om het gebruikersonderhoud van het voetbalcomplex over te dragen aan de voetbalvereniging.
g) Extra verhoging van de gemeentelijke huurtarieven voor sportaccommodaties Verhoging van de huurtarieven raakt de sportverenigingen in financiële zin. Dit uitgangspunt strookt niet met het kader onder punt a en niet met het huidige tarievenbeleid (i.c. verhoging als gevolg van inflatie). De tarieven van de sportaccommodaties zijn in 2009 en 2010 met respectievelijk 3% en 1,35% verhoogd. Voor 2011 is de stijging 1,50%. De mogelijkheden en effecten van een stijging van de tarieven vanaf 2012 zijn onderzocht. Het advies luidt om een stijging van de tarieven afhankelijk te laten zijn van de geboekte bezuinigingsresultaten bij a t/m f. Echter, gezien de bezuinigingstaakstelling lijkt een verhoging met meer dan het inflatiepercentage onvermijdelijk. Voor dit moment wordt gerekend met een éénmalige extra verhoging van de tarieven in 2012 van 1,5% bovenop de prijsinflatie in 2012. Ook zal bij de invoering van de maatregelen gekeken worden in hoeverre er nog bepaalde ‘relatief lage tarieven’ gehanteerd worden, die gebaseerd zijn op ‘oude afspraken’. Dit geldt voor de buitensport. Deze tarieven worden dan aangepast. h) Verrekening sportsubsidies met te ontvangen huuropbrengsten sportaccommodaties Onderzocht gaat worden wat de voordelen en mogelijkheden zijn van het verrekenen van de uitgekeerde subsidies met de ontvangen huuropbrengsten van de gemeentelijke sportaccommodaties. Indien geen subsidies meer worden verstrekt aan de sportverenigingen en dit
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
7(106)
dan verwerkt wordt in de huurbedragen, kan dit leiden tot een win-win situatie voor zowel de gemeente als de sportverenigingen. Voor beiden kan dit tot een tijdsbesparing leiden. i)
3.
Grip op gemeentelijke inkomsten en uitgaven op het gebied van sport voor de komende jaren Het is een goede zaak dat de gemeente tegelijk met de invoering van diverse bezuinigingen een goede grip heeft en houdt op de planning en control van de inkomsten en uitgaven op sportgebied. Er zijn diverse afdelingen hierbij betrokken (i.c. FZ, PR en WEZ). Er wordt bekeken welke aanvullende afspraken hiervoor nodig zijn. Aanvullend wordt onderzoek gedaan naar de benodigde sturingsactoren om tijdig bijstellingen te kunnen doen.
Weergave van de financiële opbrengst
Het ombuigingsvoorstel Sport bestaat uit een samenhangend geheel van maatregelen met de volgende financiële opbrengsten: Maatregelenpakket sport: Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Maatregel Sportraad beperkt zich tot adviestaak en belangenbehartiging sport Vrijval begrote post voor nieuw sportbeleid Vrijval begrote stelpost incidentele sportsubsidies Verlaging budget Samenwerkingsverband Aangepast Sporten (SAD) met 10% Verlaging onderhoudskosten voetbalcomplex door uitbesteding maaiwerk Verlaging kosten voetbalcomplex door overdracht gebruikersonderhoud aan vereniging Verhoging gemeentelijke huurtarieven sportaccommodaties met 1,5% extra Verrekening sportsubsidies met huren sportaccommodaties Grip op gemeentelijke inkomsten en uitgaven op sportgebied
Opbrengst (€ ) 15.000 8.000 2.050 1.000 4.500 16.000 3.450 p.m. p.m.
Ingang 2012 2012 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012
Totaal te realiseren 50.000 Noot: indien de bezuiniging van nr 6 niet maximaal gerealiseerd kan worden dan kan de opgave alsnog gehaald worden d.m.v. een verhoging van de huurtarieven met gemiddeld 5%.
4.
2012
Weergave van de organisatorische opbrengst
De maatschappelijke effecten komen naar voren door middel van de gesprekken met de betreffende sportorganisaties die op korte termijn gehouden worden. Als de sportsubsidies zoveel mogelijk ontzien worden zoals bij dit voorstel het geval is, zullen naar verwachting zelfs bij een verhoging van de huurtarieven met meer dan indexering, de maatschappelijke effecten gering zijn. Intern wordt onderzocht wat de mogelijke consequenties zijn voor de ambtelijke uitvoering van het werk voor de sportportefeuille. De uiteindelijke consequenties voor afdeling WEZ zullen gering zijn. De personele consequenties liggen op gebied van het gemeentelijke onderhoud en beheer van de buitensportaccommodaties. Voorgesteld wordt om eerst de besluitvorming van de raad af te wachten en dan vervolgens concreet naar de personele consequenties te kijken.
5.
Uitvoering en implementatie
Welk besluit hebben we van MT/B&W/Raad nodig? Deze moeten akkoord gaan met de voorgestelde bezuinigingen m.b.t. de subsidies. Wanneer kan het voorstel worden geïmplementeerd? Alle voorgelegde maatregelen kunnen in 2012 volledig geïmplementeerd zijn.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
8(106)
Met welke veranderingen kunnen we morgen beginnen? Geen, het traject naar de bezuinigingen toe vergt veel ambtelijke capaciteit. Wie zijn er nodig voor de uitvoering? De verantwoordelijke afdelingen van de gemeente in samenwerking met de sportverenigingen en de sportraad. Wie is waarvoor verantwoordelijk? De afdelingsmanager Publiekszaken en Plantsoenen en Reiniging.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
9(106)
Ombuigingsvoorstel 2:
Accommodatiebeleid
Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Projectleider: Versie:
A. de Waard L. Mourik L.J.L. van Hassel 1 december 2010
1.
Beschrijving van de huidige situatie
Binnen de gemeente Sliedrecht is het vastgoedbeheer zowel decentraal als centraal georganiseerd. De bestuurlijke verantwoordelijkheid is niet weggelegd bij één portefeuillehouder. Verschillende afdelingen voeren taken uit op het gebied van vastgoed: - Het beheer en onderhoud van de accommodaties/gebouwen wordt uitgevoerd door de afdeling Publiekszaken/Gebouwen (PZ/GB) - het verhuur van sport- en welzijnsaccommodaties ligt zowel bij PZ/GB als Publiekszaken/Welzijn (PZ/WEZ) - het verhuur van de gemeentelijke woningen en woonwagenstandplaatsen wordt verzorgd door de afdeling Ruimtelijke Ordening Bouwen en Milieu (ROBM.) - de verantwoordelijkheid voor het aankopen en verkopen van onroerend goed ligt bij ROBM. Het gemeentelijk vastgoed bezit bestaat uit: 20 panden, 12 schoolgebouwen, 16 woningen, 2 woonwagencentra en 20 kunstwerken. Een overzicht van het gemeentelijk vastgoed is als bijlage 1 bijgevoegd. In totaal gaat het om ongeveer 70 objecten. De totale exploitatielasten en baten in 2011 zijn eveneens in bijlage 1 opgenomen.
2.
Beschrijving van het voorstel
Het verkennen en uitwerken van ombuigingsvoorstellen op het gebied van accommodatiebeleid (vastgoedbeheer) om financiële voordelen te behalen voor de gemeente Sliedrecht al dan niet in samenwerking met de regio gemeenten binnen Drechtsteden. De volgende bezuinigingsvoorstellen zijn onderzocht en uitgewerkt: 1. huisvestingslasten Gemeentelijk Belastingen Drechtsteden (GBD): huurprijs gemeentekantoor marktconform 2. verlagen onderhoudscontracten en verzekeringen 3. subsidiëring stoppen starterswoningen 4. bespoedigen verkoop huurwoningen en afstoten woningen en woonwagens 5. leegstaande schoolgebouwen benutten (verkoop of verhuur) 6. verhuur gebouwen: lasten evenredig aan opbrengsten 7. andere invulling/verkoop raadhuis 8. overdragen gemeentelijke gebouwen aan externe partij 9. verandering van de organisatie/visie op de toekomst 10. bijzonder onroerend goed 11. innovaties De opdracht strekt zich uit tot zowel het verhuurdersonderhoud als het huurdersonderhoud van het gemeentelijk vastgoed, specifiek gericht op de uitgaven. De opbrengsten uit o.a. verhuur zijn op een enkele uitzondering na niet meegenomen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
10(106)
2.1
Huisvestingslasten GBD: huurprijs gemeentekantoor marktconform
In het gemeentekantoor wordt in totaal 864 m² verhuurbaar vloeroppervlak aan GBD, SCD en SDD verhuurd. Gemeentebelastingen Drechtsteden is gehuisvest op de begane grond in de B-vleugel. Zij nemen in totaal 672,4 m² verhuurbaar vloeroppervlak (VVO) in beslag. Het SCD benut met haar ruimte voor het serviceplein, invliegwerkplekken en post/reprokamer 131,2 m² en het WMO-loket van het SDD 24,6 m². Alleen Gemeentebelastingen Drechtsteden betaalt voor het beschikbaar stellen van de ruimten huur. In 2010 € 82.785 = € 123,12 per m² vvo. De huurprijs per m² vvo is regionaal vastgesteld (met een jaarlijkse indexering van 1.75%). Deze huurprijs geldt voor alle panden die door de GR Drechtsteden in de regio worden verhuurd. Een onderscheid tussen goed geoutilleerde nieuwe gebouwen of gebouwen uit bijvoorbeeld de jaren 60 is bij de huurprijs vaststelling niet gemaakt,. De overige ruimten (155,8 m² vvo x € 123,12 p.m² = € 19.182,10) worden om niet aan het SCD en SDD beschikbaar gesteld. Op basis van de huidige reserverings-, afschrijvings- en rentelasten zou de huurprijs voor het gemeentekantoor € 206 per m² moeten bedragen. De commerciële huurprijs die momenteel voor vergelijkbare kantoorpanden in Sliedrecht wordt gevraagd ligt tussen de € 145 en € 192 per m². Gezien de kwaliteit van bouw, technische installaties, ligging en uitstraling zou de marktconforme huurprijs voor het gemeentekantoor bepaald kunnen worden op minimaal € 175 per m². Dit betekent dat de huurlasten voor het GBD met een marktconforme huurprijs € 117.670 zou moeten bedragen. Wanneer de GBD een marktconforme prijs aan de gemeente Sliedrecht betaalt worden de inkomsten uit verhuur verhoogd met € 34.885. Inclusief het om niet beschikbaar stellen van huisvesting aan SCD en SDD betekent dat de gemeente Sliedrecht voor in totaal € 62.150 aan huuropbrengsten misloopt tegen een marktconforme huurprijs. In bovenstaande huurbedragen zijn de servicekosten niet meegenomen. Alleen de GBD betaalt jaarlijks haar servicekosten. SCD en SDD betalen geen servicekosten. Voorgesteld wordt de GR Drechtsteden te verzoeken de uitgangspunten voor huisvesting van haar onderdelen te heroverwegen en de verhuurprijzen per object marktconform vast te stellen. Huisvestingslasten Gemeentekantoor (51001009 Gemeentebelastingen Drechtsteden – 32100 Huuropbrengsten – Algemeen)
2012 € 34.885
2013 € 34.885
2014 € 34.885
2015 € 34.885
De mogelijke extra huuropbrengsten voor de beschikbaar gestelde ruimten aan SCD en SDD worden in dit voorstel buiten beschouwing gelaten. Omdat deze ruimten gebruikt worden ten behoeve van lokale dienstverlening aan de gemeentelijke organisatie en aan de inwoners van Sliedrecht.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
11(106)
2.2
Verlagen onderhoudscontracten en verzekeringen
2.2.1 Wijzigen beleid door verlagen onderhoudsniveau. In 2006 heeft de raad het beleidsdocument “Onderhoud alleen als het nodig is” vastgesteld. In dit beleidsdocument is o.a. het onderhoudsniveau van het gemeentelijk vastgoed vastgelegd. Door de mogelijke bezuinigingen op met name het onderhoud van gebouwen zal ook het gemeentelijk beleid moeten worden bijgesteld. 2.2.2 Aanpassen afschrijvingstermijnen. Onderzocht is of de afschrijvingstermijnen van met name niet bouwkundige investeringen verantwoord kunnen worden aangepast. De afschrijvingstermijnen van investeringen zoals: cv-installaties, beveiligingsapparatuur, aircoinstallaties, zonwering, geluidsinstallaties, schuifdeuren, vouwwanden, inventaris, buiteninrichting etc. zijn op basis van eigen ervaringen en uitgangspunten in de markt opnieuw beoordeeld en opnieuw vastgesteld. De bouwkundige investeringen (nieuwbouw, uitbreidingen en renovaties) zijn beoordeeld en doorgelicht in programma 10: Financiën. Voorgesteld wordt de afschrijvingstermijnen van niet bouwkundige investeringen, zoals hierboven genoemd, vast te stellen en te verwerken als beleidsuitgangspunt in de nota: “Onderhoud alleen als het nodig is”. Door het aanpassen van de afschrijvingstermijnen kan met ingang van 2012 e.v. de jaarlijkse storting voor de voorziening buitengewoon onderhoud met € 8.000 verlaagd worden. 2.2.3 Beïnvloedbare kosten. Voor het beheer en onderhoud van gebouwen en objecten worden kosten gemaakt die beïnvloedbaar zijn en mogelijk minimale consequenties hebben voor het onderhoudsniveau zoals omschreven in het beleidsdocument “Onderhoud alleen als het nodig is”. Op het gebied van energielasten, onderhoud en reparatiekosten, beveiliging en bewakingskosten, waterverbruik, contributie en lidmaatschappen en overige materiële kosten kan bezuinigd worden als de gehele organisatie daartoe bereid is (cultuuromslag). Voorbeelden zijn o.a. aanpassen/verminderen van comfort, handhaven bedrijfstijden, zorgzamer omgaan met materialen etc. Een bezuiniging van gemiddeld 5% op deze kosten is verantwoord. Op basis van de begroting 2011 bedraagt de bezuiniging voor 20 vastgoed objecten € 21.272 (5% van € 425.442) Voorwaarden is wel dat de gehele organisatie, inclusief de gemeenteraad de cultuuromslag willen ondergaan en aan de mogelijkheid tot bezuiniging hun bijdrage leveren. 2.2.4 Sfeerverlichting. Door het niet meer aanlichten c.q. het laten branden van de buitenverlichtingen gemeentekantoor, raadhuis, toren NH-kerk, gevelbelettering De Valk, entree De Lockhorst kan op energieverbruik bezuinigd worden. Het aanlichten van monumentale panden is sfeer verhogend en werkt preventief tegen vandalisme e.d. In de begrotingsraad van 8 november jl is een motie aangenomen het beoogde financiële voordeel, geraamd op € 1.000,-- te storten in de algemene reserves. 2.2.5 Glasbewassing. Voor de glasbewassing is in overleg met onze adviseur en huidig glasbewassingsbedrijf de frequentie van glasbewassing opnieuw bekeken en daar waar mogelijk c.q. verantwoord aangepast. De jaarlijkse besparing op glasbewassing bedraagt € 2.350. 2.2.6 Kwaliteitsmetingen schoonmaak. De schoonmaakwerkzaamheden in de gemeentelijke panden wordt uitgevoerd door Drechtwerk. In 2011 in de panden gemeentekantoor en raadhuis als leer-werkbedrijf.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
12(106)
In het huidige schoonmaakcontract met Drechtwerk is een kwaliteitsniveau van ruim voldoende afgesproken. Jaarlijks worden per pand een aantal kwaliteitsmetingen uitgevoerd om te kunnen beoordelen of Drechtwerk het afgesproken kwaliteitsniveau zoals omschreven in het schoonmaakbestek haalt. In de afgelopen 4 jaar heeft Drechtwerk het afgesproken niveau meer dan waar gemaakt. Voorgesteld wordt dan ook de kwaliteitsmetingen door de extern adviseur te laten vervallen. De jaarlijkse besparing voor alle panden bedraagt € 7.500. 2.2.7 Opstal en inventarisverzekering. De huidige opstal- en inventarisverzekering gemeentelijke eigendommen loopt af op 1 april 2012. De totale verzekerde som bedraagt € 118.262.479 (= incl. schoolgebouwen) Door het verhogen van het eigen risico wordt de te betalen premie lager. Op dit moment is het moeilijk aan te geven wat de premie wordt bij een hoger eigen risico. In vergelijking met de gemeente Dordrecht (heeft een eigen risico van € 45.000) bedraagt het voordeel voor onze gemeente per jaar € 25.000,-De laatste 10 jaar heeft de gemeente te maken gehad met drie branden, te weten Elektra (1999), Ireneschool (2006) en Griendencollege (2005). Op basis van bovenstaande uitgangspunten zou dat in een periode van 10 jaar een voordeel op kunnen leveren van € 115.000 (€ 250.000 - (3x € 45.000) Voorgesteld wordt 50% van het voordeel van premieverlaging als bezuiniging in te boeken en jaarlijks 50% te storten in een reserve verzekering gebouwen. 2.2.8 Verzekering kunstvoorwerpen. Dit betreft in hoofdzaak alle buiten opgestelde gemeentelijke kunstobjecten. In het verleden is het bronzen kunstobject “Tikkertje” nabij De Lockhorst van de sokkel verdwenen. De totale verzekerde waarde van de buiten kunstobjecten is ca € 455.608. De premie bedraagt € 3.673 per jaar. De contract vervaldatum is 17 september 2011. Schade aan kunstvoorwerpen komt sporadisch voor. Het advies is de schade aan buiten kunstvoorwerpen per geval te bezien en/of te overwegen het kunstobject niet te herstellen c.q. te vervangen. Met kosten van vervanging wordt geen rekening gehouden. Besparing kosten onderhoud Aanpassen afschrijvingstermijnen technische installaties etc. Verlagen jaarlijkse storting voorziening buitengewoon onderhoud Besparing beïnvloedbare kosten Besparing kosten sfeerverlichting Aanpassen frequentie glasbewassing Vervallen kwaliteitsmetingen schoonmaak
2012 € 8.000 -
2013 € 8.000 -
2014 € 8.000 -
2015 € 8.000 -
€ 21.272 € 1.000 € 2.350 € 7.500 -
€ 21.272 € 1.000 € 2.350 € 7.500 -
€ 21.272 € 1.000 € 2.350 € 7.500 -
€ 21.272 € 1.000 € 2.350 € 7.500 -
Besparing premie opstalverzekering Storting bedrag in nieuw te vormen voorziening “Verzekering Gebouwen”. Besparing premie kunstvoorwerpen Totaal:
€ 2.5000 € 12.500
€ 25.000 € 12.500
€ 25.000 € 12.500
€ 25.000 € 12.500
€ 3.673 € 56.295 -
€ 3.673 € 56.295 -
€ 3.673 € 56.295 -
€ 3.673 € 56.295 -
2.3
Subsidiëring stoppen starterswoningen
Er zijn verschillende vormen van subsidiering, te weten startersleningen en subsidie om woningen tegen een lagere prijs aan starters te verkopen.
2.3.1
Startersleningen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
13(106)
Door de Raad is in 2007 € 500.000 gestort in een revolving fund bij de SVn. Uit dit fonds worden startersleningen verstrekt, waarmee een starter de eerste drie jaar geen rente en aflossing over maximaal € 30.000 betaalt. Na die drie jaar wordt bekeken of de starter de rente en aflossing wel kan betalen, zo niet, volgt er weer een periode van 3 jaar rente en aflossingsvrij. Op dit moment (onder voorbehoud) is er nog € 124.794 beschikbaar. Het idee achter een revolving fund is dat de afgeloste leningen opnieuw worden verstrekt als starterslening. Het is natuurlijk mogelijk om dit te stoppen, waarna het uitgezette geld ad € 375.206 gedurende de komende 30 jaar wordt teruggestort. Nu stoppen betekent dat een bedrag ad € 124.794 niet wordt uitgegeven en teruggestort kan worden in de voorziening stimuleringsreserve voor de woningbouw. Het geld vloeit dan terug naar de gemeente. De jaarlijkse rente op het tegoed zou een financieel voordeel betekenen. Een nadeel kan zijn dat juist de groep die de starterwoningen koopt, straks door nieuwe Europese Richtlijn niet meer in aanmerking komt voor een (sociale) huurwoning. 2.3.2 Starterswoningen. In de notitie “ Huisvesting voor starters” die in april 2009 door de Raad is vastgesteld wordt in totaal een bedrag van € 850.000 beschikbaar gesteld voor het realiseren van starterswoningen. Dit geld is op de volgende wijze verdeeld/gebruikt: Tablis Wonen Hooghe Dijck/ t Vlot OUW Van Drunenloc. Havenkwartier
oplevering 3 appartementen 10 renovatiewon. 10 appartementen 22 appartementen
2009 2015 2011 2011
45 starterswon.
toegezegd € € € €
125.000,00 250.000,00 100.000,00 375.000,00
€
850.000,00
betaald
resterend
€ 75.000,00
€ 50.000,00
€ 100.000,00 € 340.909,00
€ € 34.090,00 € 84.090,00
Bij deze woningen is op diverse wijzen gegarandeerd dat de woningen bereikbaar blijven voor starters, meestal door middel van Koopgarant, soms door het verstrekken van een lening met tweede hypotheek, die bij verkoop moet worden terugbetaald. Anders dan door het openbreken van afspraken met de woningbouwcorporatie is dit geld niet terug te halen. Momenteel is er € 84.090 niet besteed aan de starterwoningen. Startersleningen en - woningen Opbrengst rente resterend bedrag startersleningen
2.4
2012 € 3.120 -
2013 € 3.120 -
2014 € 3.120 -
2015 € 3.120 -
Bespoedigen verkoop huurwoningen / afstoten woningen en woonwagens
2.4.1 Gemeentewoningen. Verleden In 1993 is het complex Middenstraat verkocht aan De Waert. Drie jaar later hebben de rechtsvoorgangers van Tablis Wonen, Banienoe en De Waert een bod gedaan om de resterende gemeentewoningen te kopen. Dit bod was zo laag dat verkoop van één losse woning al meer op zou brengen. Later (omstreeks 2004) is nogmaals getracht de resterende woningen over te dragen aan Tablis Wonen, maar de kosten van het aangeboden beheer waren dusdanig hoog dat het financieel onhaalbaar was voor de gemeente. Omstreeks 2007 is aan de zittende huurders (of hun kinderen) het
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
14(106)
aanbod gedaan de woningen te kopen. Hiervoor was slechts beperkte belangstelling, die overigens niet heeft geleid tot verkoop. De meeste bewoners zijn óf afhankelijk van een uitkering, óf zijn dusdanig oud dat zij geen belangstelling hebben om te kopen. Alle vrijkomende woningen worden verkocht. Huidige situatie De gemeente heeft nog 11 huurwoningen, 3 bedrijfswoningen en 2 woningen die in de verkoop staan. Ongeveer de helft van de woningen heeft een extreem lage huurprijs, als gevolg van het niet verhogen van de huurprijs in het verleden. De woningen die de laatste 8 jaar verhuurd zijn, hebben een huurprijs die omstreeks 50% van de maximaal redelijke huurprijs is. Tablis Wonen vraagt voor zijn oudere woningen een huurprijs van ca. 70% van maximaal redelijke huurprijs. De afgelopen 10 jaar is steeds de maximaal mogelijke huurverhoging doorgevoerd, inclusief een eenmalige verhoging van € 25 voor de woningen met de extreem lage huurprijzen. Op het moment dat een woning vrij komt wordt deze te koop aangeboden. De opbrengst (-/- kosten makelaar) wordt met ingang van 1-1-2011 voor 50% in de stimuleringsreserve voor de woningbouw gestort en voor 50% bestemd voor de jaarlijks exploitatielasten. De hoogte van de opbrengst wordt bepaald door de staat van onderhoud van de woning. Aan de woningen wordt het noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. De woningen hebben een zodanige ouderdom dat op niet al te lange termijn het tot op dit moment gereserveerde onderhoudsbudget niet toereikend zal zijn. Alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud uitvoeren is gezien de zorgplicht van de gemeente en als eigenaar onverantwoord. De woningen zo snel mogelijk proberen te verkopen is gezien de acties in het verleden een utopie. Momenteel staan er twee woningen in de verkoop. De totale jaarlijkse exploitatielasten (incl. afschrijvings- en rentelasten) ad € 47.827,00 en administratiekosten ad € 45.861 bedragen € 93.688. De jaarlijkse huuropbrengsten bedragen € 33.537. Het jaarlijks exploitatietekort 2011 bedraagt € 60.151 wat mogelijk gedeeltelijk gedekt wordt uit de verkoop van een woning(en). Voorgesteld wordt opnieuw pogingen te ondernemen om de gemeentelijke woningen af te stoten. De woningbouwcoöperatie Tablis Wonen, bewoners of een vastgoedondernemer zijn mogelijke onderhandelingspartners. Buiten een mogelijke eenmalige opbrengst levert het voor de gemeente een structurele besparing op in de exploitatielasten. De hoogte van de besparing is afhankelijk van het terugdringen van de organisatiekosten en kan daarom alleen worden gerealiseerd als gelijktijdig de organisatie krimpt. 2.4.2
Woonwagens.
Het is al sinds jaar en dag de bedoeling dat de woonwagencentra worden overgedragen aan Tablis Wonen. De voorwaarden waaronder deze overdracht zal plaatsvinden zijn nog niet vastgesteld. Sliedrecht heeft twee woonwagencentra met in totaal 18 standplaatsen, waarop in totaal 15 wagens staan. Beide centra moeten aangepast worden aan de nieuwe voorschriften m.b.t. brandveiligheid. Op de Van Hofwegensingel staan nu 3 wagens. Binnenkort wordt hier een 4e wagen bijgeplaatst afkomstig van de Beyerinckstraat. De gemeente heeft op de Van Hofwegensingel nog 1 wagen in eigendom. De bewoonster wil deze graag kopen. De eventuele opbrengst wordt ten gunste gebracht van de nog uit te voeren aanpassingen aan het woonwagencentrum. Op het woonwagencentrum Beyerinckstraat staan 11 wagens. De afstand tussen de wagens is te klein. Eén wagen verhuist naar de Van Hofwegensingel. De overige 10 worden herplaatst zodanig dat de wagens op voldoende afstand (brandweer eis) van elkaar komen te staan staan.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
15(106)
Ook aan de Beyerinckstraat heeft de gemeente nog 1 wagen in eigendom. Bewoonster heeft aangegeven deze te willen kopen, maar zit in de bijstand. Twijfelachtig is of dit gaat lukken. De opbrengst zal ten gunste worden gebracht van de aanpassing Beyerinckstraat. De totale jaarlijkse exploitatielasten (incl. afschrijvings- en rentelasten) ad € 28.846 en administratiekosten ad € 2.759 bedragen € 31.605. De jaarlijkse baten bedragen € 34.628. Het jaarlijks exploitatieoverschot 2011 bedraagt € 3.023,00. Geadviseerd wordt om in de opnieuw op te starten onderhandelingen met woningbouwcorporatie Tablis Wonen over de overname van de gemeentelijke woningen ook de woonwagenstandplaatsen te betrekken. Gemeentewoningen en woonwagens Overdragen woningen aan Tablis Overdragen woonwagencentra aan Tablis
2.5
2012 pm € 3.023
2013 pm € 3.023
2014 pm € 3.023
2015 pm € 3.023
Leegstaande gemeentelijke panden benutten
Regelmatig worden er panden aangekocht voor o.a. het realiseren van projecten. Onlangs is ook het schoolgebouw aan de Frans Halsstraat in eigendom aan de gemeente overgedragen. Over het algemeen kunnen schoolgebouwen nog functioneel worden ingezet voor tijdelijke huisvesting. Bij gebouwen en/of woningen ligt dat anders. Bij aankoop van gebouwen/woningen wordt geen rekening gehouden met de jaarlijkse exploitatielasten voor het in stand houden van het gebouw of de woning. Op de jaarlijkse instandhoudingkosten, zoals: energie, verzekeringen, belastingen en onderhoud kan bespaard worden door de gebouwen direct te slopen. De eenmalige sloopkosten zijn beduidend minder dan de jaarlijkse structurele kosten. De baten zijn te verwaarlozen, veelal worden dergelijke gebouwen tegen een kleine vergoeding of om niet in gebruik gegeven aan ideële instellingen c.q. organisaties.
2.6
Verhuur gebouwen: lasten evenredig aan opbrengsten
2.6.1 Multifunctionele accommodaties: lasten evenredig aan opbrengsten Kosten in vergelijking met de ontvangsten De totale lasten en ontvangsten 2011 voor de binnensportaccommodaties worden geraamd op: Lasten Ontvangsten De Reling - verenigingsaccommodatiegebouw € 289.786,-- € 98.869,-Gebouw Stationsweg 2 – Buurtver. Boerhaave € 16.417,-- € 12.167,-Gebouw Stationsweg 4 - Elektra € 45.969,-- € 35.891,-Gebouw Maaslaan 10 – Kinderopvang Catalpa € 22.528,-- € 50.249,-Gebouw Nicolaas Beetsstr.2-6 – Centrum voor € 76.089,-- € 59.460,-Jeugd en Gezin Multifunctionele accommodaties - algemeen € 34.740,-- € 0,-Totaal: € 485.529,-- € 256.636,-De totale interne doorbelasting aan de multifunctionele accommodaties bedraagt € 48.801,-De bezettingsgraad is 100% In totaal wordt door de gemeente 4.000 m² bruto vloeroppervlak verhuurd aan maatschappelijke organisaties, stichtingen en verenigingen. De verhuur prijs per m² bvo is gemiddeld in 2011 € 64,16
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
16(106)
De daadwerkelijke kosten per m² bvo bedragen in 2011 € 121,38 Per m² bvo wordt aan de gebruikers/huurders van de multifunctionele accommodaties van de gemeente een gemeentelijke bijdrage verstrekt van € 57,22. Een betere balans tussen de baten en de lasten moet uitgangspunt zijn van onderzoek, om te komen tot een 100% kostendekkende verhuur van gemeentelijke accommodaties. 2.6.2
Binnensportaccommodaties: lasten evenredig aan opbrengsten
Kosten per uur verhuur De totale lasten en ontvangsten 2011 voor de binnensportaccommodaties worden geraamd op: Lasten Ontvangsten De Stoep € 323.410,-- € 228.929,-De Valk € 247.873,-- € 134.543,-’t Crayenest € 90.389,-- € 49.353,-Totaal: € 661.672,-€ 412.825,-De totale interne doorbelasting aan de binnensportaccommodaties bedraagt € 338.682,-Het deel salariskosten + kosten inhuur invalbeheerders hiervan bedraagt voor 2011 € 166.850,--. De bezettingsgraad van de sportaccommodaties is 90% In 2011 worden in totaal 11.530 uren verhuurd aan onderwijsinstanties en verenigingen. Per uur verhuur bedragen de lasten in 2011 € 57,39. Per uur verhuur bedragen de ontvangsten in 2011 € 35,80 Per uur verhuur wordt aan het onderwijs en verenigingsleven een gemeentelijke bijdrage verstrekt van € 21,59. Voorgesteld wordt : - te onderzoeken of op de overheadkosten niet bespaard kan worden en - te onderzoeken of er een betere balans tussen de baten en de lasten bewerkstelligd kan worden om te komen tot een 100% kostendekkende verhuur van gemeentelijke binnensportaccommodaties - in het onderzoek betrekken de bevindingen en resultaten van ombuigingsvoorstel 1: Sport
2.7
Andere invulling / verkoop Raadhuis
Een besparingsmogelijkheid is de verkoop van het oude Raadhuis. De jaarlijkse exploitatielasten van het Raadhuis bedragen € 142.000, hier staat een opbrengst tegenover van € 31.000. Door afstoting van dit gebouw wordt er circa € 110.000 aan exploitatielasten bespaard. Daar staat wel tegenover dat er vervangende ruimte gezocht dient te worden voor de raadsvergaderingen, fractieruimten, trouwzaal en overige vergaderruimten. Sommige onderdelen kunnen ondergebracht worden in het gemeentekantoor (trouwzaal en vergaderruimten, wellicht ook de fractieruimten) voor zover daar ruimte beschikbaar is. Voor de raadsvergaderingen kan er ruimte worden gehuurd in het te verkopen raadhuis, het zalencentrum De Lockhorst of wellicht de nieuwe bibliotheek. Dit zou nader onderzocht moeten worden. Uitgaande van een jaarlijkse besparing van € 110.000 en een schatting van € 60.000 voor de huur van vervangende ruimten blijft er een besparing van circa € 50.000. Daarnaast zal de verkoop van het Raadhuis een netto opbrengst kunnen genereren van naar schatting € 2.000.000 of hoger. Dit bedrag kan in het innovatiefonds worden gestort. Voorstel: Verkoop van het Raadhuis kan een netto besparing opleveren van € 50.000. Dit bedrag kan oplopen tot circa € 110.000 indien ook de raadsvergaderingen in bijvoorbeeld het gemeentekantoor (centrale hal) plaats kunnen vinden of een ander eigen gebouw (De Reling). Als alternatief zou ook onderzocht kunnen worden of het Raadhuis verhuurd kan worden.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
17(106)
Andere invulling / verkoop Raadhuis Besparing exploitatielasten Totaal:
2.8
€ €
2012 110.000 110.000 -
2013 € 110.000 € 110.000 -
2014 € 110.000 € 110.000 -
2015 € 110.000 € 110.000 -
Overdragen gemeentelijke gebouwen aan externe partij
Binnen de uitwerking van een regionale visie op het vastgoedbeheer kan het voorstel m.b.t. het overdragen van de gemeentelijke gebouwen aan een externe partij worden meegenomen. Zie verder 2.9.2.
2.9
Verandering van de organisatie / visie op de toekomst
2.9.1
Inkrimpen Gebouwenbeheer Publiekszaken
In de jaren 2011 en 2012 gaan mogelijk 2 medewerkers van Gebouwenbeheer met FPU. Wanneer de keuze gemaakt wordt de vacatures niet meer op te vullen zullen de werkzaamheden intern moeten worden herverdeeld of in de regio moeten worden uitgezet. Uit onderzoek moet blijken of bepaalde werkzaamheden niet beter kunnen worden uitbesteed. Taken die binnen de afdeling, interne organisatie en regio moeten worden opgevangen zijn ondermeer: - Klimaatbeleid / energiebeleid / duurzaam inkopen Sliedrecht en Drechtsteden - Beheer en coördinatie energie aan- / afsluitingen van ca 100 objecten - Beheer en coördinatie Energie-inkoop (Gas en elektriciteit in samenspel met Inkoop SCD) - Beheer en coördinatie vaste telefonie aan- / afsluitingen van ca. 90 objecten - Beheer en coördinatie water aan- / afsluitingen van ca. 40 objecten - Beheer en coördinatie taxatie verzekerd onroerend en roerende goederen - Beheer en coördinatie verzekeringen (in samenspel intern met Inkoop SCD) - Beheer en coördinatie gemeentelijk vastgoed mbt aanslagen gemeentelijke belastingen, waterschap e.d. - Energiebeheer gebouwen - Doorbelasting verzekeringspremies, energielasten, belastingen en telefoniekosten. - Uitvoering gemeentelijk energiebeleid en innovaties duurzaamheid Mogelijke taken die voor o.a. uitbesteding in aanmerking komen zijn: - beheer en toezicht gemeentelijke binnensportaccommodaties (zie verder 2.9.5 t/m 2.9.7) De mogelijke bezuiniging worden meegenomen in project 15: Organisatie ontwikkelingen. 2.9.2
Regionale ontwikkelingen
Binnen het regionaal innovatieprogramma Drechtsteden is een projectgroep gestart met het onderzoeken naar mogelijkheden van regionale samenwerking. Uit de eerste regionale overleggen kan worden geconcludeerd dat bijna elke gemeente zijn vastgoed meer op de agenda heeft gezet of gaat zetten. Iedere gemeente gelooft in de meerwaarde van het gezamenlijk aanbesteden van het onderhoud, het gebruikmaken van contractmodellen en het delen van vastgoedkennis. Het voorlopige uitgangspunt is dat het eigendom van het vastgoed bij de betreffende gemeente blijft, maar dat het beheer daarvan zo veel mogelijk op elkaar wordt afgestemd en wellicht uiteindelijk ook centraal wordt georganiseerd. Transparantie, geldbesparing en kwaliteitsverbetering spelen hierbij een belangrijke rol. Wanneer de gehele portefeuille volledig inzichtelijk is gemaakt, kan het bestuur van de afzonderlijke gemeente
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
18(106)
gedegen en adequater beslissingen nemen. Door het vastgoed regionaal in kaart te brengen kunnen tevens regionale vastgoedvragen worden beantwoord. De verwachting is dat samenwerking kwaliteitsverbeteringen en financiële voordelen oplevert. Op dit moment is het kwantitatief nog niet mogelijk om aan te geven wat de financiële voordelen kunnen zijn. Hiervoor is eerst een nulmeting nodig onder de verschillende gemeenten. Hieronder volgen een aantal voorbeelden, o.a. van het Vastgoedbedrijf gemeente Dordrecht die mogelijkerwijs regionaal kunnen worden toegepast; - schaalvoordelen als gevolg van het gezamenlijk aanbesteden - implementeren van een uniform afschrijvingsbeleid - uniforme meerjaren onderhoudsplanningen - verkopen van panden die niet binnen de portefeuille passen - verbeteren debiteurenbeheer - efficiënter inzetten van personeel - kwaliteitsvoordelen - delen van kennis Voor het maken van goede analyses is men zeer afhankelijk van de kwaliteit van de aangeleverde gegevens. Bij de verschillende gemeenten zal tijd moeten worden vrijgemaakt om de gegevens te kunnen aanleveren. Denk hierbij aan medewerking van controllers en vastgoedmedewerkers. Gebaseerd op bovenstaande vragen en de ervaring van de gemeente Dordrecht wordt aangenomen dat er gemiddeld ca. 3 uur per pand nodig is om de gegevens te kunnen aanleveren. De verwachting is dat de begeleiding door het Vastgoedbedrijf gemeente Dordrecht voor ca. 20 panden € 5.670 euro excl. BTW kost (60 uur à 94,50 euro, p.p. 2010). Regionale ontwikkelingen Kosten onderzoek nulmeting 2.9.3
€
2012 5.670
2013
2014
2015
Digitale gebouwendossiers
Voor het veilig stellen van de gebouwinformatie voor de toekomst en voor het ontsluiten van deze informatie is het belangrijk dat de informatie die nu is opgeborgen in archieven en werkdossiers wordt samengevoegd in een digitaal gebouwendossier. Het betreft het digitaal vastleggen van bouwkundige en technische tekeningen, meerjaren onderhoudsprogramma’s, onderhoudscontracten, huurovereenkomsten etc. De digitaal vastgelegde gegevens kunnen per onderdeel/onderwerp aan personen, organisaties, bedrijven en leveranciers ter beschikking worden gesteld als ze daarvoor geautoriseerd zijn. Ook voor de ontwikkeling van de verdere samenwerking binnen de regio m.b.t. het vastgoed zijn digitale informatiedragers per gebouw een must. De kosten voor het samenstellen van een digitaal gebouwendossier worden per object geraamd op € 2.000. Voorgesteld wordt voor de 10 grotere gebouwen binnen de gemeente een digitaal gebouwendossier aan te leggen. De investeringslasten bedragen € 20.000 en de structurele jaarlijkse lasten (abonnementskosten) € 4.500 Digitale gebouwendossiers Investering t.b.v. 10 panden Abonnementskosten Totaal: 2.9.4
€ € €
2012 20.000 4.500 24.500
2013 € €
4.500 4.500
2014 € €
4.500 € 4.500 €
2015 4.500 4.500
Debiteurenbeheer
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
19(106)
Het debiteuren beheer verhuur gemeentelijk onroerend goed is momenteel verdeeld over verschillende afdelingen. Met de overgang van de financiële administratie naar het SCD is het debiteurenbeheer verspreid over de organisatie. Het beheren van de huurovereenkomsten en versturen van facturen ligt niet in alle gevallen meer in één hand. Voorgesteld wordt deze taken te herstructureren en opnieuw te verankeren in de organisatie. Aan het herverdelen van de taken zijn geen kosten verbonden. 2.9.5
Aanpassen dienstroosters sporthalbeheerders
Door aanpassing van de dienstroosters van de sporthalbeheerders kan wekelijks op de piketuren 7 uur bespaard worden. De piketuren op zaterdag worden ingevuld door invalbeheerders. Het is de bedoeling dat deze uren overgenomen worden door de zaterdagbeheerder van sporthal De Stoep. Hiervoor is wel de medewerking vereist van de verenigingen/gebruikers op zaterdag van sporthal De Stoep. Hierover moet nog overleg plaats vinden. Op jaarbasis kan het betekenen dat 4 uur x 46 weken = 184 uur aan invaluren bespaard kunnen worden ad € 39,60 per uur (incl. toeslag) = € 7.286,40. Dienstroosters sporthalbeheerders Aanpassen dienstroosters 2.9.6
2012 € 7.286
2013 € 7.286
2014 € 7.286
2015 € 7.286
Organiseren invalbeheer sportaccommodaties
Door de hoge bezettingsgraad van de gemeentelijk sportaccommodaties moet regelmatig een beroep worden gedaan op invalkrachten. De drie vaste beheerders van de binnen sportaccommodaties draaien in een periode van drie weken een dagdienst, een avonddienst en een piketdienst. De dag- en avonddienst betreft het beheer in sporthal De Stoep. De dagdienst is van 07.30 uur tot 16.00 uur en de avonddienst van 16.00 uur tot 24.00 uur. De piketdienst betreft met name het beheer van de overige twee sportaccommodaties De Valk en ’t Crayenest. De piketdienst start om 08.30 uur tot ongeveer 23.00 uur. Op zondagen zijn, behoudens bijzondere activiteiten, de sportaccommodaties gesloten. De zaterdagen zijn topdagen. Van 08.00 uur tot 23.00 uur is de sporthal De Stoep vol bezet. Op zaterdag moet dan ook altijd een invalkracht worden ingehuurd. Momenteel beschikt de gemeente via Uitzendbureau Randstad over 4 in te huren inval sporthalbeheerders. In 2009 heeft de gemeente voor bijna 1000 uren aan inval moeten inhuren. De belangrijkste reden is dat door de volbezetting van de sportaccommodaties de vakantie uren van de vaste beheerders voor 75% moeten worden ingevuld door invalkrachten. Van de in 2009 totaal opgenomen vakantie uren (1195) zijn er 795 uren (66%) ingevuld door invalkrachten. Verder moet op minimaal 35 zaterdagen in een seizoen, door de volbezetting van de sportaccommodaties een invalkracht worden ingehuurd en zijn er jaarlijks bijzondere activiteiten, zoals Europacupwedstrijden van Sliedrecht Sport, gehandicapte badmintontoernooi, judotoernooi, etc. Hiervoor worden door de grote publieke toeloop extra invalkrachten (ter ondersteuning van de dienstdoende beheerder) ingezet. De totale kosten van inhuur bedroegen in 2009 € 42.847,--. Buiten de reeds in gang gezette en voorgestelde acties het aantal invaluren terug te dringen, is het ons inziens zeer aantrekkelijk een vast aantal invaluren, bijv. de 800 uren inval vakantie uren vaste beheerders, onder te brengen bij Randstad. Het afsluiten van een contract voor één jaar voor minimale afname van uren tegen een gunstig tarief is bij Randstad bespreekbaar. De kosten voor 2011 worden geraamd op € 26.771,00. Ten opzichte van het jaar 2009 zou een besparing bereikt kunnen worden van ongeveer € 10.000,-- (incl. btw)
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
20(106)
Voorgesteld wordt voor 2011 onderhandelingen te starten met Randstad voor het sluiten van een overeenkomst tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Invalbeheer sportaccommodaties Besparing op kosten invalbeheerders 2.9.7
2012 € 10.000 -
2013 € 10.000 -
2014 € 10.000 -
2015 € 10.000 -
FPU sporthalbeheerder: onderzoek mogelijkheden andere opzet beheer en toezicht.
In januari 2012 gaat vermoedelijk een sporthalbeheerder met FPU. De vacature zou gedeeltelijk kunnen worden ingevuld door ruimte die ontstaan is door herverdeling van werkzaamheden elders in de organisatie. Verder kan de mogelijkheid onderzocht worden of het onderwijs en de verenigingen niet een gedeelte van het beheer en toezicht van de sporthalbeheerders kunnen overnemen, al dan niet op vrijwillige basis. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek zijn niet te voorspellen. Vooralsnog wordt voorgesteld het onderzoek op te starten
2.10 Bijzonder (On)roerend goed 2.10.1 Vervallen fonteinen. De afdeling PZ/GB heeft ook het beheer van 5 gemeentelijke fonteinen. Een mogelijke besparing is het laten vervallen van de fonteinen. De fonteinen hebben een meerwaarde voor de omgeving en het openbaar groen in zijn algemeenheid, daarnaast hebben ze ook een betekenis voor het behoud van de waterkwaliteit. De totale jaarlijkse exploitatielasten van fonteinen bedraagt € 8.600,--. De energiekosten voor 5 fonteinen bedragen o.a. € 3.107,--. Het jaarlijks onderhoud € 1.676,--. Fonteinen Besparing exploitatielasten fonteinen
2012 € 8.600 -
2013 € 8.600 -
2104 € 8.600 -
2015 € 8.600 -
Met het oog op de waterkwaliteit wordt geadviseerd om de fonteinen niet te laten vervallen. 2.10.2 Toren NH-kerk. De Toren van de Grote Kerk is eigendom van de burgerlijke gemeente. Dit stamt uit de tijd van Napoleon, aangezien de torens een netwerk van uitkijkposten vormden. Zowel de toren als de grote kerk zijn Rijksmonument. Voor kerken is de subsidieregeling BRIM van toepassing. Op basis een onderhoudsplan kan jaarlijks een subsidie worden aangevraagd c.q. ontvangen. De gemeente, als eigenaar van de toren, kan op deze subsidieregeling geen aanspraak maken. In 2011 zijn de jaarlijkse exploitatielasten begroot op € 6.872,--
Geadviseerd wordt met de kerkelijke gemeente een overleg op te starten om de de toren aan hen over te dragen tegen een symbolische bedrag, zodat voor de gemeente de jaarlijkse exploitatielasten komen te vervallen.
Toren NH-kerk Besparing exploitatielasten
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
2012 € 6.872 -
2013 € 6.872 -
2014 € 6.872 -
2015 € 6.872 -
21(106)
2.11 Innovaties 2.11.1 Investeringen in duurzame energie – zonnepanelen De platte daken van het Gemeentekantoor, De Stoep en de Brandweerkazerne lenen zich uitstekend voor toepassing van zonne-energie. Onderzocht is de mogelijke resultaten van zonne-energiebronnen die geïntegreerd zijn in de dakbedekking Om deze vorm van zonne-energie rendabel te maken moet de investering samenvallen met het moment dat de dakbedekking vernieuwd moet worden. De kosten van nieuwe dakbedekking wordt op deze wijze vermeden. Sporthal De Stoep zal hier als eerste locatie voor in aanmerking kunnen komen. De huidige dakbedekking dateert van 1986. Het dak van de Brandweerkazerne is in 2008 van een nieuwe laag voorzien. Het dak van het Gemeentekantoor is van 2004. Het resultaat van onze voorlopige berekeningen is dat er jaarlijks een klein financieel voordeel te halen is, uitgaande van een afschrijvingstermijn van 40 jaar. Geconcludeerd kan worden dat investeren in deze vorm van duurzame energie momenteel te weinig rendement geeft en te onzeker is m.b.t. de afschrijvingstermijn van 40 jaar.. Een onderzoek gericht op het plaatsen van zonne-energiepanelen op de daken van bovengenoemde locaties is nog niet afgerond. Het plaatsen van deze panelen is ook afhankelijk van de belasting van de panelen op de daken. Het kan zijn dat de daken er niet op berekend zijn.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
22(106)
3.
Weergave van de financiële opbrengst
nr.
Omschrijving
2.1
Huisvestingslasten GBD /Gemeentekantoor
€
34.885
€
34.885
€
34.885
€
34.885
2.2.2
Aanpassen afschrijvingstermijnen
€
8.000
€
8.000
€
8.000
€
8.000
2.2.3
Besparing beïnvloedbare kosten
€
21.272
€
21.272
€
21.272
€
21.272
2.2.4
Besp. Sfeerverlichting (storting in Algemenen Reserve)
€
1.000
€
1.000
€
1.000
€
1.000
2.2.5
Aanpassen frequentie glasbewassing
€
2.350
€
2.350
€
2.350
€
2.350
2.2.6
Kwaliteitsmetingen schoonmaak
€
7.500
€
7.500
€
7.500
€
7.500
2.2.7
Opstal en inventarisverzekering
€
25.000
€
25.000
€
25.000
€
25.000
2.2.8
Storting "voorziening verzekering gebouwen Verzekering kunstvoorwerpen
€ 12.500€ 3.673
€ €
12.5003.673
€ €
12.5003.673
€ €
12.5003.673
2.3.1
Rente bedrag startersleningen
3.120
€
3.120
€
3.120
€
3.120
2.4.1 2.4.2
Overdragen gemeentewoningen Overdragen woonwagens
€
2.7 2.9.3
Besparing exploitatielasten Raadhuis Digitale gebouwendossiers
€ 110.000 € 4.500-
2.9.5 2.9.6
Aanpassen dienstroosters sporthalbeheer Invalbeheer op contractbasis
€ €
7.286 10.000
€ €
7.286 10.000
€ €
7.286 10.000
€ €
7.286 10.000
2.10.1
Besparing exploitatielasten fonteinen
€
8.600
€
8.600
€
8.600
€
8.600
2.10.2
Besparing exploitatielasten Toren NH-Kerk Totaal besparingen
€ 6.872 € 229.535
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
2012
€
pm 3.023-
2013
€
pm 3.023-
€ 110.000 € 4.500-
€ 6.872 € 229.535
2014
€
pm 3.023-
€ 110.000 € 4.500-
€ 6.872 € 229.535
2015
€
pm 3.023-
€ 110.000 € 4.500-
€ 6.872 € 229.535
23(106)
4.
Weergave van de organisatorische opbrengst
In het ombuigingsvoorstel is als uitgangspunt genomen de huidige organisatie en het huidige personeelsbestand. Inkrimpen van de personele bezetting door het niet invullen van vacatures bij natuurlijk verloop moet onderzocht worden. De invulling van de functies moet binnen de eigen afdeling, binnen de huidige organisatie, binnen de regio of door middel van inzet vrijwilligers gestalte krijgen. Dit vergt een gedegen onderzoek waarbij de huidige functionarissen betrokken moeten worden. Door tijdig te starten met het onderzoek kan volop gebruik gemaakt worden van de expertise van de huidige functionarissen en kan de afdeling toegroeien naar een afgeslankte organisatievorm. De verwachting is dat het regionaal onderzoek een langere periode in beslag zal nemen. Het voordeel van een actieve deelname van de afdeling aan het onderzoek om te komen tot een regionaal vastgoedbedrijf is, dat het niet bedreigend is en dat de medewerkers mee kunnen groeien naar een regionaal vastgoedbedrijf.
5.
Uitvoering en implementatie
Het merendeel van de besparingen die gerealiseerd kunnen worden is ter besluitvorming aan het college van burgemeester en wethouders. Onderzoeken die opgestart moeten worden zijn: - 100% kostendekkende verhuur multifunctionele organisaties en (binnen)sportaccommodaties - Regionale ontwikkeling vastgoedbedrijf (is inmiddels gestart). Zaken die aan de gemeenteraad moeten worden voorgelegd, zijn: - aanpassing beleid onderhoudsniveau gemeentelijk vastgoed - stoppen subsidiëring starterswoningen/leningen - verkoop onroerend goed (gemeentewoningen en raadhuis) - regionale ontwikkelingen vastgoed. Zaken die overleg vereisen binnen de regio: - overleg huisvestingslasten GBD: marktconforme huurtarieven.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
24(106)
Exploitatielasten en -baten 2011 gemeentelijk vastgoed
Bijlage 1
Objecten
Bestemming:
Exploitatiebaten
Kantoorpanden:
Gem eentekantoor
€
716.831,00
Raadhuis
€
140.816,00
€
38.556,00
Brandweerkazerne
€
69.142,00
€
5.492,00
Gem eentewerf
€
133.452,00
Wijkonderkomen Baanhoek
€
13.971,00
Bedrijfspanden:
Exploitatielasten
142.440,00
€
Wijkonderkom.Burg.Feitsmapark
Sportaccommodaties:
Welzijnaccommodaties:
Woonwagens:
Woningen:
Diversen:
Kunstwerken
Onderkom en Begraafplaats
€
8.397,00
Kinderboerderij
€
17.901,00
De Stoep
€
323.410,00
€
130.805,00
De Valk
€
247.873,00
€
61.247,00
t Crayenest
€
90.389,00
€
20.558,00
De Reling
€
289.786,00
€
98.869,00
Stationsweg 2
€
16.417,00
€
12.167,00
Stationsweg 4
€
45.969,00
€
35.891,00
Maaslaan 10
€
22.528,00
€
50.249,00
Frans Halsstraat 1
€
9.818,00
Nic. Beetstraat 1
€
76.089,00
€
59.460,00
Standplaatsen Beyerinckstraat
€
14.002,00
€
18.885,00
Standplaatsen 't Orleans
€
3.921,00
€
4.187,00
Expoitatie
€
10.923,00
€
11.556,00
Totaal 15 woningen
€
93.689,00
€
33.574,00
2 dienstwoningen
€
3.370,00
€
8.664,00
Voliére Dreespark
€
1.903,00
Muziektent
€
5.192,00
Toren NH-kerk
€
6.872,00
Fonteinen
€
8.606,00
20 objecten
€
€
732.600,00
€
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
2.371.267,00
25(106)
Ombuigingsvoorstel 3: Subsidiebeleid Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Versie:
J. Lavooi A. Siebel 15 december 2010
1. BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE De gemeente Sliedrecht subsidieert ca. 65 organisaties structureel. Daarnaast wordt er jaarlijks een wisselend aantal eenmalige incidentele subsidies verleend. Meestal zijn dit er 5 tot 10 per jaar. Organisaties worden financieel ondersteund om activiteiten te ontplooien ten behoeve van de Sliedrechtse gemeenschap. Door de gemeentelijke subsidies kunnen organisaties hun contributies, lidmaatschapsbijdrage of eigen bijdrage van deelnemers laag houden waardoor de activiteit voor iedereen toegankelijk is. Subsidies zijn voor de gemeente een instrument om te sturen op het gemeentelijk beleid. Door financiële middelen te verstrekken kan de gemeente eisen stellen aan de organisaties die deze ontvangen. Het verlenen en vaststellen van 65 structurele en een aantal incidentele subsidies legt een behoorlijke claim op de uren binnen de ambtelijke organisatie. Alle aanvragen moeten inhoudelijk en financieel worden getoetst en er vinden regelmatig accountgesprekken plaats. Daarnaast is er een strikte administratieve afhandeling noodzakelijk om te voldoen aan de strenge eisen rondom de rechtmatigheid.
2. BESCHRIJVING VAN HET VOORSTEL De afdeling Publiekszaken handelt de meeste aanvragen af, een klein aantal wordt door de afdeling Bestuurszaken afgedaan. Alle subsidies zouden op dezelfde wijze moeten worden afgehandeld aangezien voor alle subsidies dezelfde richtlijnen (AwB en ASS) gelden. Gezien het feit dat de afdeling Publiekszaken het overgrote deel van de subsidies afhandelt beschikt deze afdeling over de meeste expertise op dit gebied. Het voorstel is om de afhandeling van alle subsidies op deze afdeling te laten plaatsvinden. Voordeel hiervan is dat minder medewerkers zich in het subsidieproces hoeven te verdiepen, dit is een efficiencywinst. Voor de gesubsidieerde instellingen komt er één aanspreekpunt als het gaat om subsidies, namelijk de afdeling Publiekszaken. Voor juridische ondersteuning bij bezwaarschriften kan een beroep worden gedaan op de juridisch adviseur. Subsidies die niet onder de afdeling Publiekszaken vallen zijn: Stichting Stedenband Orastie Oranjevereniging Stichting Comité 4 en 5 mei Merweradio Voorstel 1: breng de afhandeling van alle subsidies onder bij de afdeling publiekszaken. Ophogen maximumbedrag waarderingssubsidies Alle subsidies worden structureel voor één kalender of boekjaar verleend. Subsidies worden verleend en vastgesteld. Waarderingssubsidies worden op het moment dat ze worden verleend direct vastgesteld. De overige subsidies worden verleend in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar en
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
26(106)
vastgesteld in het jaar ná het subsidiejaar. In 2011 worden 17 waarderingssubsidies verstrekt. De overige 48 structurele subsidies vallen onder de andere subsidievormen. Het verlenen (en direct vaststellen) van waarderingssubsidies is substantieel minder werk dan het verlenen en vaststellen van de andere subsidievormen. Er wordt immers niet meer gecontroleerd of de gesubsidieerde activiteit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het ontbreken van deze controle heeft ertoe geleid dat het maximumbedrag voor waarderingssubsidies is gesteld op een beperkt bedrag. Er zou voor gekozen kunnen worden om dit maximumbedrag voor een waarderingssubsidie te verhogen naar bijvoorbeeld € 5.000 of € 10.000 om zo ambtelijke uren te besparen. Bij de ophoging van het maximumsubsidiebedrag naar € 10.000 komen er 7 waarderingssubsidies bij, dit levert een minimale besparing op in ambtelijke uren. In relatie tot het volgende voorstel is dit dan ook niet wenselijk. Voorstel 2: Stel een ondergrens van € 2.500 vast voor waarderingssubsidies Meerjarige subsidies Zoals eerder aangegeven verleent de gemeente Sliedrecht jaarlijks subsidie. Dit houdt in dat organisaties jaarlijks een subsidieverzoek en een verzoek tot vaststelling moeten indienen. Deze verzoeken worden door de gemeente beoordeeld en het college besluit al dan niet een subsidie te verlenen en op welk bedrag de subsidie moet worden vastgesteld. De Algemene Subsidieverordening Sliedrecht biedt de mogelijkheid om meerjarige subsidies te verlenen. In de meeste gevallen wordt bij meerjarige subsidies uitgegaan van een periode van 4 jaar. Dit houdt in dat eens in de 4 jaar een aanvraag wordt ingediend en de subsidie wordt verleend. Na 4 jaar wordt de subsidie vastgesteld. De verlening en de vaststelling van de subsidie vergt een behoorlijke ambtelijke inspanning. Bij het verlenen van meerjarige subsidies moeten duidelijke kaders worden gesteld. Een van de belangrijkste is het begrotingsvoorbehoud dat is opgenomen in de ASS. In dit artikel staat opgenomen dat de subsidie alleen verleend kan worden onder de voorwaarde dat de gemeenteraad voldoende middelen ter beschikking stelt. Dit voorbehoud regelt dat een reeds verleende subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien de definitieve begroting onvoldoende ruimte biedt om de subsidie daadwerkelijk te verlenen. De Algemene Subsidieverordening Sliedrecht 2010 biedt de mogelijkheid om meerjarensubsidies te verlenen. Welke subsidies komen hiervoor in aanmerking? In principe kunnen alle subsidies meerjarig zijn. Het is echter niet verstandig om iedere subsidie meerjarig te verlenen aangezien er veel minder kan worden bijgestuurd. Raadzaam is om dit alleen te doen bij subsidies waarvan te verwachten is dat ze niet beïnvloed worden door een wijziging in de samenstelling van de gemeenteraad of het college en/of subsidies die al langere tijd op dezelfde wijze worden verleend en waarbij de nut/noodzaak duidelijk is aangetoond (meestal budgetsubsidies). Wanneer getoetst wordt aan deze criteria komen de subsidies, die tenminste de afgelopen vier jaar zijn verstrekt en waarvoor geen beleidswijziging wordt voorzien én producten waarvan op basis van kaderstelling (beleid) door de raad duidelijk is dat ze gedurende de betreffende meerjarige periode zullen worden afgenomen, hiervoor in aanmerking. Indexering Meerjarige subsidies worden jaarlijks geïndexeerd, tenzij er reden is om hiervan af te wijken. Correctiemechanisme bij schommelingen Wanneer er wordt gekozen om bepaalde subsidies meerjarig te verlenen moet het mogelijk zijn om tussentijds bij te sturen. Omvangrijke schommelingen binnen de voor de betreffende organisatie relevante variabele onderdelen is de ontvanger verplicht te melden bij de gemeente. In deze gevallen is
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
27(106)
er de mogelijkheid om de subsidie bij te stellen (naar boven of naar beneden). Marginale afwijkingen hoeven niet te worden gemeld en hebben geen gevolgen voor de subsidie. Hiermee kan voorkomen worden dat er vanuit het verenigingsleven voortdurend gevraagd moet worden om een aanpassing van de subsidie. Om dit nader vorm te geven moeten er normen opgesteld worden hoe om te gaan met eventuele schommelingen. Een voorbeeld zou kunnen zijn dat bij een overschrijding of onderschrijding van 10% van het subsidiebedrag een melding gedaan moet worden bij de gemeente. Het doen van een melding van een overschrijding betekent overigens niet automatisch dat de gemeente extra zal gaan subsidiëren. Dit moet per geval bekeken worden. De verwachting is dat schommelingen in de subsidiebedragen sporadisch aan de orde zullen zijn, omdat alleen subsidies die enige mate van continuïteit kennen hiervoor in aanmerking komen. Wel moet opnieuw gekeken worden naar de wijze van berekening van de subsidie van sport- en culturele verenigingen omdat deze per trainer/dirigent en zaalhuur/accommodatie worden gesubsidieerd. Wanneer ervoor gekozen wordt om deze verenigingen meerjarige subsidie te verlenen moet hiervoor wellicht een andere systematiek worden ontwikkeld. De normen voor schommelingen worden dusdanig opgesteld dat de kans op tussentijdse herzieningen zo klein mogelijk is. Er moet natuurlijk wel een mogelijkheid zijn om tussentijds bij te sturen maar dit moet zo beperkt mogelijk zijn om de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken. Tijdsbestek Meerjarige subsidietoekenning kan starten in 2012. Dit vergt echter begin 2011 een grote ambtelijke inspanning omdat er nieuwe normen en richtlijnen moeten worden opgesteld en er gesprekken gevoerd moeten worden met de betreffende organisaties, dit is een zeer krappe planning. Het is wenselijk dat de meerjarenperiode van het verlenen van subsidie gelijk loopt met de raadsperiode. Het voorstel is om te beginnen met een (meerjaren)periode van twee jaar (2012-2014) en vervolgens steeds een periode van vier jaar. Verantwoording Om vinger aan de pols te houden is het aan te bevelen om met de organisaties die meerjarensubsidie ontvangen af te spreken dat zij jaarlijks rapporteren over de stand van zaken (ook wanneer er geen afwijkingen zijn). Deze rapportages worden ambtelijk bekeken en alleen bij afwijkingen zal het college en eventueel de gemeenteraad hierover geïnformeerd/geadviseerd. Voorstel: 3: Onderzoek welke subsidies in aanmerking komen voor meerjarensubsidies en voor deze subsidies over te gaan naar deze subsidievorm; 4: Nadere normen/ richtlijnen te ontwikkelen voor bovenstaande subsidievorm; 5: Ernaar te streven om met ingang van 2012 te starten met meerjarensubsidies voor twee jaar en vanaf de nieuwe collegeperiode (2014-2018) te starten met vierjarige periodes. Regionale samenwerking In dit kader is een aantal verkennende gesprekken gevoerd. Er is echter (regionaal) besloten om de verkennende business case over regionale samenwerking subsidieverlening af te voeren. Onderstaande punten zijn hierbij genoemd: 1. Het levert geen kwalitatieve voordelen op en vraagt in veel gevallen juist om een investering van gemeenten. Daarnaast wil Zwijndrecht haar subsidieverlening zelf blijven doen. 2. Zoek elkaar op, daar waar gemeenten bij elkaar willen aanhaken in subsidieverlening Uit de verkennende gesprekken is wel naar voren gekomen dat er behoefte is aan kennisdeling. Dit zal nader worden uitgewerkt.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
28(106)
Besparingen voortvloeiend uit bovenstaande voorstellen Bovenstaande voorstellen zorgen ervoor dat er minder ambtelijke inspanning noodzakelijk is voor de subsidieverleningen. Het is nog niet uitgekristalliseerd hoe hoog deze besparing precies zal uitvallen. Overheveling van taken van de ene afdeling naar de andere zorgt voor urenbesparing aan de ene kant maar een extra inspanning aan de andere kant. Bundeling van alle subsidies op één afdeling zorgt wel voor een efficiëntere werkwijze. Het verlenen van meerjarensubsidies heeft niet alleen betrekking op de ureninzet van de afdeling Publiekszaken maar ook voor de afdeling P&C, vanwege minder toetsing van de financiële stukken en het College, aangezien zij minder adviezen zullen ontvangen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bezuiniging van 8 uur beleidscapaciteit. Deze bezuiniging is meegenomen in opdrachtformulering 15 (Organisatieontwikkeling). Voorgestelde bezuinigen op subsidies Zoals eerder aangegeven subsidieert de gemeente 65 organisaties structureel. De opdracht was om voor alle subsidies te onderzoeken in hoeverre deze positief bijdragen aan de leefbaarheid en de samenleving van Sliedrecht. Er is een aantal uitgangspunten geformuleerd die hierbij van belang zijn: 1. Zoals in het raadsprogramma vermeld worden de volgende voorzieningen zoveel mogelijk ontzien bij bezuinigingen a. Minima-regelingen en kwijtscheldingsregelingen, b. Voorzieningen voor de ontwikkelingen van kinderen en voor mensen met een beperking c. Het verenigingsleven van Sliedrecht. 2. Er wordt niet volgens de ‘kaasschaaf- methode’ gewerkt maar er wordt naar iedere subsidie apart gekeken. 3. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het civil-society principe. De gemeente houdt een organisatie in stand (organisatiekosten) of zorgt voor faciliteiten (bijvoorbeeld accommodatie) en de organisatie zorgt zelf zoveel mogelijk voor verdere inkomsten. 4. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidies aan wettelijk verplichte voorzieningen, basisvoorzieningen en overige subsidies die slechts ten gunste komen van een beperkte doelgroep of gering maatschappelijk effect hebben. Bezuinigingen zullen in eerste instantie plaatsvinden bij de laatstgenoemde organisaties. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen met de voorgestelde bezuinigingen. Onderstaand per subsidie een korte uiteenzetting. PROGRAMMA 1 Stichting Stedenband Orastie Voorgestelde bezuiniging:
€ 6.220
De bezuiniging op Stichting Stedenband Orastië bedraagt 60% van het subsidietotaal. Het bestuur van de Stichting moet nog over dit voornemen worden geïnformeerd. De gevolgen van deze bezuinigingen moeten nog in beeld gebracht worden. Oranjevereniging Voorgestelde bezuiniging:
€ 1.239
De bezuiniging bedraagt 10% van het subsidietotaal. Dit is aangegeven bij het bestuur. Er is hierop (nog) geen reactie ontvangen. Stichting Comité 4/5 mei Voorgestelde bezuiniging:
€ 1.032
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
29(106)
De bezuiniging op Stichting Comité 4/5 mei bedraagt 10% van het exploitatietotaal. Dit is met het bestuur van de Stichting besproken. De Stichting moet n.a.v. deze bezuinigingstaakstelling (een) activiteit(en) gaan schrappen. Het is nog niet duidelijk welke activiteit(en) dit betreft. PROGRAMMA 3 Stichting Kindercentra Alblasserwaard Voorgestelde bezuiniging: € 24.709 De bezuiniging op Stichting Kindercentra Alblasserwaard (SKA) bedraagt 10% van het exploitatietotaal. Door genoemde bezuiniging moet de Stichting schrappen in haar dienstverlening. De Stichting brengt momenteel in kaart hoeveel plaatsen geschrapt moeten worden n.a.v. deze bezuiniging. Momenteel heeft de Stichting door de invoering van de Wet Oke en de daardoor noodzakelijke verlaging van de groepsgrootte weer een behoorlijke wachtlijst (+/- 100 kinderen). De vraag naar peuterspeelzaalplaatsen is groot, met het huidige aanbod kan niet aan de vraag voldaan worden. Het is dan ook onwenselijk dat er (nog) minder plaatsen komen. Om te voorkomen dat de wachtlijst bij SKA nog hoger wordt, wordt voorgesteld om de bezuiniging van € 24.709 wel door te voeren maar deze, door middel van de rijksmiddelen die voor de invoering van Wet Oke ontvangen zijn weer ongedaan te maken. Op deze wijze kunnen we het huidige aanbod in stand houden. Er kan zelfs onderzocht worden of er een mogelijkheid bestaat om een extra groep te starten met de resterende middelen. Peuterspeelzaal Bij de Hand Voorgestelde bezuiniging:
€ 3.617
De bezuiniging op peuterspeelzaal Bij de Hand bedraagt 10% van het exploitatietotaal. De directeur heeft aangegeven deze bezuiniging waarschijnlijk te kunnen opvangen binnen de reguliere begroting zonder dat de dienstverlening hier direct onder lijdt. Peuterspeelzaal Bij de Hand is echter ook geconfronteerd met de gevolgen van de invoering van de Wet Oke waardoor ook zij nog een aantal kwaliteitsslagen moet maken. Derhalve wordt ook voor deze bezuiniging voorgesteld om het door te voeren maar door middel van de rijksmiddelen die voor de invoering van Wet Oke ontvangen zijn weer ongedaan te maken. Op deze wijze wordt er een bezuiniging op eigen middelen bewerkstelligd. Home Start (Humanitas) Verwachte bezuiniging:
€ 45.965
Home Start ontvangt voor 2011 een subsidie van € 45.965. Met ingang van 2011 verhuist Home Start naar het Centrum voor Jeugd en Gezin. In deze context kan Home Start vanaf 2011 gefinancierd worden uit de BDU-CJG. Hierdoor vallen eigen middelen vrij (€ 45.965). Het voornemen is om Home Start structureel uit BDU CJG te financieren. In 2012 wordt echter pas duidelijk welke middelen de gemeente Sliedrecht structureel zal ontvangen voor deze taak. Indien de BDU CJG substantieel lager is dan het huidige bedrag moet de gemeente zich herbezinnen op het al dan niet voortzetten van Home Start. Stichting Open Jeugdwerk Verwachte bezuiniging: € 47.000 De bezuiniging op Stichting Open Jeugdwerk bedraagt € 47.000. Dit heeft consequenties voor de dienstverlening van de Stichting. De Stichting heeft aangegeven personeel te moeten ontslaan n.a.v. de voorgestelde bezuiniging. Omdat het overgrote deel van de kosten van de Stichting bestaan uit vaste lasten (personeel en huisvesting) wordt voorgesteld om op beide posten te bezuinigen. Wanneer de bovenverdieping van het pand Elektra wordt afgestoten en aan een derde wordt verhuurd levert dit een besparing op van € 22.000. Daarnaast moet dan nog een bedrag van € 25.000 worden ingevuld, dit kan
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
30(106)
deels worden gerealiseerd door een besparing op administratiekosten (CAW) en een bezuiniging op porto, drukkosten etc. Voor het overige deel moet gesneden worden in de personeelskosten. Het bestuur van SOJS komt binnenkort met een definitieve reactie op het voorstel.
PROGRAMMA 5 Stichting Bibliotheeknetwerk Zuid-Holland Zuidoost Voorgestelde bezuiniging: € 20.000 Er zijn gesprekken gevoerd met de directeur van het Bibliotheeknetwerk over de voorgenomen bezuiniging. Knelpunt is het instapniveau dat van Rijkswege is opgelegd. Dit betreft een minimaal subsidiebedrag per inwoner van € 13,60. Het netwerk heeft aangegeven moeite te hebben met de bezuiniging omdat de subsidie dan onder het instapniveau komt. Naar aanleiding van een ingelaste subsidiëntenraad waarin de wethouders uit alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn is besloten dat het netwerk een aantal bezuinigingsscenario’s uit zal werken waaruit gemeenten een keuze kunnen maken. De voorkeur gaat vooralsnog uit naar een keuzemodel waarbij het uitgangspunt een eenvoudig ‘basispakket’ is en gemeenten extra diensten kunnen inkopen. Voor Sliedrecht wordt echter wel vastgehouden aan een minimale bezuiniging van € 20.000. Stichting Sliedrecht en Cultuur Voorgestelde bezuiniging: € 36.125 Onderdeel van Stichting Sliedrecht en Cultuur is de theaterwerkgroep. Deze werkgroep zorgt voor de theaterprogrammering binnen de Lockhorst. Hiervoor is jaarlijks een budget van € 46.125 beschikbaar. Gezien de bezoekersaantallen van de afgelopen jaren kan geconcludeerd worden dat de vraag naar een theateraanbod in Sliedrecht minimaal is. De vrijwilligers die zich bezig houden met de programmering hebben ook aangegeven met ingang van het volgende theaterseizoen (2011-2012) te gaan stoppen met de activiteit. Er hebben zich geen andere vrijwilligers gemeld. Bovenstaande is een reden om in het kader van de Brede Doorlichting te besluiten om de theaterprogrammering op een andere wijze en met een lager budget te continueren. Het voorstel is om €10.000 structureel te storten in een garantiefonds. Het streven is om een programmering neer te zetten waarbij weinig tot geen gemeentelijke middelen nodig zijn, indien er tegenvallers zijn (bijvoorbeeld tegenvallende bezoekersaantallen) dan kan er aanspraak gemaakt worden op genoemd garantiefonds. Momenteel wordt gewerkt aan deze nieuwe opzet. Door het wegvallen van een (deel) van de theatervoorstellingen zal Optisport omzetverlies lijden. Omdat het de keuze is van de Stichting om te stoppen met de theaterprogrammering kan gesteld worden dat de gemeente niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de omzetverlies van Optisport. Sliedrechts Museum Voorgestelde bezuiniging:
€ 2.870
De bezuiniging op het Sliedrechts Museum bedraagt 20% van het subsidietotaal. Dit is in een gesprek met het bestuur meegedeeld. Het bestuur kon niet gelijk aangeven welke gevolgen genoemde bezuiniging met zich meebrengt. Tot op heden is nog geen nadere reactie ontvangen van het bestuur. Baggermuseum Voorgestelde bezuiniging:
€ 2.650
De bezuiniging op het Baggermuseum bedraagt 20% van het subsidietotaal. Dit is in een gesprek aan het bestuur meegedeeld.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
31(106)
Mattheus Passion Voorgestelde bezuiniging:
€ 2.500 (jaarlijks)
Soli Deo Gloria organiseert eens in de twee jaar de Mattheus Passion in Sliedrecht. De totale subsidie bedraagt €5.000. Zij ontvangen iedere twee jaar € 5.000 om dit mogelijk te maken, hiervoor wordt jaarlijks € 2.500 geraamd. Naast de subsidie voor de Mattheus Passion ontvangt Soli Deo Gloria ook een reguliere subsidie. De verwachting is dat Soli Deo Gloria in staat is om zelfstandig de Mattheus Passion in stand te houden, zonder financiële steun van de gemeente. Daarom wordt voorgesteld om deze subsidie te schrappen. Soli Deo Gloria is echter al verplichtingen aangegaan voor 2012, derhalve wordt voorgesteld de bezuiniging vanaf 2013 door te voeren. Sport(verenigingen) en De Lockhorst / Optisport:
De doelstelling voor het ombuigingsvoorstel Subsidies was inclusief de bezuinigingen van deelproject 6 de Lockhorst (€ 50.000) en deels die van deelproject 1 Sport (€ 30.000). • De Lockhorst / Optisport Voorgestelde bezuiniging:
€ 50.000
Het complex De Lockhorst, bestaande uit een zwembad, sporthal en zalencentrum, is eigendom van de gemeente. De gemeente is primair zelf verantwoordelijk voor exploitatie, beheer en onderhoud van het geheel. Vanaf 2006 is de exploitatie echter in handen gegeven van een externe partij, te weten Optisport Exploitaties bv (Optisport). Vanaf 2006 valt alleen nog het groot onderhoud van dit complex onder de paraplu van de gemeente. Dit alles is contractueel geregeld voor de periode 01-04-2006 tot en met 31-12-2016 in subsidie-, huur- en exploitatieovereenkomsten. Vanaf 2011 wordt een bezuiniging van € 50.000,- gerealiseerd. Dit bedrag wordt enerzijds bereikt door een onlangs gerealiseerde financiële meevaller voor de gemeente. Gebleken is dat uitgegaan is van te hoge verwachte prijsstijgingen van de energie. De daadwerkelijke compensatie van de energiekosten door de gemeente aan Optisport vallen voor de komende jaren dan ook lager uit dan waarmee beide partijen rekening hielden. Daarnaast is gebleken dat, indien Optisport overgaat naar de energieleverancier van de gemeente, dit voor beide partijen tot lagere energiekosten leidt. • Sport(verenigingen) Voorgestelde bezuiniging:
€ 26.050,-
Ook de gemeentelijke inkomsten en uitgaven voor sport maken onderdeel uit van de Brede Doorlichting. Bij de doorlichting van deze portefeuille is het uitgangspunt gehanteerd om de sportverenigingen zelf zoveel mogelijk te ontzien. Bij de voorgestelde bezuiniging op de sportsubsidies tot het bedrag van € 26.000,- vanaf 2012 kan dit uitgangspunt (nog) goed aangehouden worden. Dit wordt bereikt door de volgende omschreven maatregelen: o
Stichting Sportraad Sliedrecht Voorgestelde bezuiniging:
€ 15.000,-
Met de sportraad worden afspraken gemaakt om het takenpakket van deze raad te beperken tot advisering en belangenbehartiging van de sport in Sliedrecht. Het subsidiebedrag wat voor 2011 ruim € 19.000,- is, wordt daarmee verlaagd. o
Overige sportbezuinigingen Voorgestelde bezuiniging: € 11.050,Dit bedrag wordt gerealiseerd door voor de komende jaren geen ruimte in de begroting meer te laten voor nieuw sportbeleid (i.c. € 8.000,-) noch voor nieuwe initiatieven op het gebied van sport. Bij dit laatste wordt bezuinigd op de begrote structurele stelpost voor incidentele sportsubsidies (i.c. € 2.050,-). Aan deze stelpost wordt vooraf geen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
32(106)
bestemming gegeven. Hierdoor vervallen de mogelijkheden tot het verstrekken van incidentele subsidies tenzij de gemeenteraad hier middelen voor beschikbaar stelt. Tot slot is in het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten de mogelijkheid aanwezig om te bezuinigen. Een bezuiniging van 10% op het gehele jaarbudget levert voor Sliedrecht een besparing op van € 1.000,- vanaf 2012. Door de bovengenoemde voorstellen blijft de subsidieverstrekking aan de sportverenigingen zelf dan ook op hetzelfde huidige niveau. Voor verdere informatie wordt verwezen naar ombuigingsvoorstel nummer 1 Sport. Diaconaal Maatschappelijk werk Voorgestelde bezuiniging: € 2.618 Het bestuur van DMW heeft nog niet kunnen reageren op de schriftelijke aankondiging van bezuiniging per 2012. Verondersteld mag worden dat zij deze bezuiniging kunnen opvangen binnen hun reserve. Rivas Algemeen-en schoolmaatschappelijk werk Voorgestelde bezuiniging: € 31.648 Het bestuur van Rivas Zorggroep met betrekking tot het Algemeen Maatschappelijk Werk en Schoolmaatschappelijk Werk heeft nog niet kunnen reageren op de schriftelijke aankondiging van bezuiniging per 2012. VIOZ Voorgestelde bezuiniging:
€ 1.800
Vergeleken met peiljaar 2010, betekent dit bedrag een verlaging van 10%. Deze besparing wordt gerealiseerd door enkele activiteiten te verminderen c.q. er mee te stoppen. Met het jaarlijkse nieuwjaarsfeest wordt dan gestopt als ook met de publieksvoorlichting. Tot slot zal het aantal te behandelen spreekuurvragen verminderd worden. Stichting Welzijnswerk Voorgestelde bezuiniging
€ 50.000
Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met Stichting Welzijnswerk over de voorgenomen bezuiniging van €50.000. Op dit moment kan de Stichting niet aangeven welke (maatschappelijke) gevolgen zullen voortvloeien uit opgelegde maatregel. Het bestuur heeft aangegeven meer tijd nodig te hebben om binnen hun organisatie e.e.a. uit te zetten en helder te krijgen. Wel is toegezegd dat zij een bezuinigingstaakstelling van € 50.000 zullen realiseren. Kringloopwinkel Voorgestelde bezuiniging:
€0
De gemeenteraad heeft in mei 2009 besloten om de Kringloop van 2009 tot en met 2012 jaarlijks een vergoeding van € 13.592 (jaarlijks te indexeren) te geven voor haar inspanningen die zij verricht in het verminderen van de hoeveelheid afval. In de berekening van de kosten voor de verwijdering van huisvuil wordt deze vergoeding meegenomen. Wanneer besloten wordt om deze bijdrage niet meer aan de Kringloop te vergoeden dalen de kosten voor de verwijdering van huisvuil met de hoogte van de bijdrage. De hoogte van de afvalstoffenheffing wordt bepaald op basis van de hoogte van de kosten voor de verwijdering van huisvuil. Dit betekent dat de afvalstoffenheffing met +/- € 1,40 per huishouden/ per jaar zullen dalen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
33(106)
Door het geven van een bijdrage laat de gemeente blijken dat de stichting een wezenlijke bijdrage levert aan de verbetering van het milieu door afvalvermindering en hergebruik. Wanneer de activiteiten van de Stichting Kringloop door de gemeente met betaalde medewerkers wordt georganiseerd, bedragen de kosten een veelvoud van de gevraagde bijdrage. Het afschaffen van de bijdrage aan de Stichting Kringloop levert geen bijdrage aan het verminderen van de begrotingstekorten. Het levert een zeer beperkte lastenverlichting voor de burger op. Niet te voorzien is wat het mogelijke negatieve effect is op de motivatie en de continuïteit van de kringloopactiviteiten van de Stichting Kringloop
Kosten verwijdering huisvuil Baten afvalstoffenheffing Bijdrage bezuinigingen
€ € €
2012 -
Baggerfestival Voorgestelde bezuiniging 2012: Voorgestelde bezuiniging 2013:
2013 € 14.000€ 14.000€ -
2014 € 14.000€ 14.000€ -
2015 € 14.000€ 14.000€ -
€ 3.313 € 1.656
In de meerjarenbegroting is onder de noemer Promotie een bedrag opgenomen dat traditioneel aangewend wordt voor het mogelijk maken van sponsorwerving (door de Stichting Baggerfestival Sliedrecht), door het opstellen van een provisioneel masterplan. M.i.v. 2011 wordt het evenement op kleinere schaal georganiseerd. De gemeentelijk bijdrage kan daarom met 20% omlaag, te weten in 2011 en 2013 van 8.282 euro naar 6.626 euro en in 2012 van 16.564 euro naar 13.251 euro. Voorstel 6: de bezuinigingen zoals opgenomen in bijlage 1 door te voeren. EXTRA SUBSIDIES VERWERVEN Gemeenten kunnen in bepaalde gevallen provinciale, rijks- of Europese subsidies verwerven. Dit betreft vaak subsidies voor zeer specifieke projecten. In veel gevallen is de gemeente verplicht zelf een deel bij te dragen in de kosten van het project. Wanneer er mogelijkheden zijn om dergelijke subsidies te verwerven wordt dit door de betreffende afdeling afgewogen en aan het college voorgelegd. Momenteel wordt onderzocht of er de gemeente Sliedrecht gebruik kan maken van de impuls Brede School, Sport en Cultuur (combinatiefuncties).
3 WEERGAVE VAN DE FINANCIELE OPBRENGST Wanneer bovenstaande bezuinigingen worden doorgevoerd levert dit € 356.856 op in 2012 en € 357.699 in 2013. Dit betreft dus slechts de bezuinigingen op de subsidies. De interne besparingen door het invoeren van een andere werkwijze is hierin niet meegenomen. Zoals eerder aangegeven wordt deze meegenomen in opdrachtformulering 15 Organisatieontwikkelingen. Het eerder aangegeven uitgangspunt om verenigingen zoveel mogelijk te ontzien is binnen deze voorgestelde bezuinigingen gerealiseerd. Er wordt in deze uitwerking niet gekort op de subsidies van deze organisaties. De opgelegde taakstelling van deze opdrachtformulering van € 300.000 is ruimschoots behaald zonder korting op het verenigingsleven. Anderzijds wordt in opdrachtformulering 1 Sport wel gekeken naar het eventueel verhogen van de huur voor de sportzalen en buitensportaccommodaties, indien dit doorgang vindt zullen de sportverenigingen toch te maken krijgen met de bezuinigingen. Dergelijke forse bezuinigingen brengen hoe dan ook maatschappelijk effecten met zich mee. Er is getracht om dit in samenwerking met de gesubsidieerde instellingen zoveel mogelijk in beeld te
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
34(106)
krijgen. Niet alle organisaties hebben gereageerd op de vraag om de maatschappelijke gevolgen aan te geven. Reden hiervoor is onder andere dat wanneer een bezuiniging personele consequenties met zich meebrengt er zorgvuldig moet worden onderzocht hoe hiermee moet worden omgegaan, in deze gevallen is dus meer tijd nodig om e.e.a. duidelijk te krijgen. Andere organisaties hebben niet gereageerd, hier wordt aangenomen dat de aangegeven bezuiniging dan ook geen grote gevolgen zal hebben. 4 WEERGAVE VAN DE ORGANISATORISCHE OPBRENGST Opgenomen voorstellen zorgen ervoor dat er minder ambtelijke inspanning noodzakelijk is voor de subsidieverleningen. Het is nog niet uitgekristalliseerd hoe hoog deze besparing precies zal uitvallen. Overheveling van taken van de ene afdeling naar de andere zorgt voor urenbesparing aan de ene kant maar een extra inspanning aan de andere kant. Bundeling van alle subsidies op één afdeling zorgt wel voor een efficiëntere werkwijze. Het verlenen van meerjarensubsidies heeft niet alleen betrekking op de ureninzet van de afdeling Publiekszaken maar ook voor de afdeling P&C, vanwege minder toetsing van de financiële stukken en het College, aangezien zij minder adviezen zullen ontvangen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bezuiniging van 8 uur beleidscapaciteit. Deze bezuiniging is meegenomen in opdrachtformulering 15 (Organisatieontwikkeling). 5. UITVOERING EN IMPLEMENTATIE Wanneer er bezuinigd wordt op subsidies moet er rekening gehouden worden met het gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht. Er moet tijdig gecommuniceerd worden over de te nemen maatregelen en afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag is afbouw noodzakelijk. De betreffende organisaties zijn allen in 2010 mondeling geïnformeerd. Het is zaak om direct na besluitvorming e.e.a. formeel (schriftelijk) mee te delen. Afhankelijk van wanneer de gemeenteraad haar besluiten neemt moet dit onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad plaatsvinden. Het is dus zaak om zo snel mogelijk formeel te communiceren aangezien de subsidieaanvragen van de gesubsidieerde instellingen voor 2012 vóór 1 april 2011 moeten worden ingediend. Wanneer e.e.a. tijdig wordt gecommuniceerd kunnen de meeste bezuinigingen in 2012 worden ingevoerd. In bijlage 1 staat dit verder aangegeven.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
35(106)
Ombuigingsvoorstel 4: Vorming Brede Welzijnsstichting Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Versie:
1.
J. Lavooi A. Siebel/H. Erkens (steller) 16 december 2010
Beschrijving van de huidige situatie
Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (SWS) is een lokale welzijnsorganisatie. Haar dienstverlening is erop gericht om de deelname aan de samenleving door mensen met een beperking te bevorderen, waardoor mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De doelgroep bestaat uit mensen met een beperking en kwetsbare ouderen. Het Wmo-beleidsplan 2008-2012 vormt het wettelijke kader voor de budgetsubsidie. De stichting heeft al in 2009 een aanvang gemaakt met zich verbreden in het kader van de Wmo door mantelzorgondersteuning, een vrijwilligerspunt en een Bureau Sociaal Raadslieden aan het dienstenpakket toe te voegen. Naast een aantal professionals zijn binnen SWS ruim 200 vrijwilligers werkzaam, die een groot deel van de dienstverlening en activiteiten verzorgen. Samenwerking vindt plaats met o.a. Stichting Waardeburgh, Tabliswonen, MEE, Rivas, Yulius, Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en het Wmo-loket. Het onderbrengen van het jongerenwerk bij SWS zal nog verder worden uitgewerkt en maakt geen deel uit van het onderliggende ombuigingsvoorstel. De bezuinigingen binnen de Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (SOJS) voor 2012 worden uitgewerkt in Voorstel 3 (Subsidiebeleid). Een evaluatie van het jongerenwerk zal in het voorjaar van 2011 aan de gemeenteraad worden aangeboden. Aan de hand hiervan zal 2011 door een brede werkgroep (SWS, SOJS en de gemeente) worden bezien welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot het onderbrengen van het jongerenwerk (werkgeversschap) bij SWS en de bestuurlijke gevolgen voor beide stichtingen. De gevolgen van de brede doorlichting voor de ambtelijke beleidscapaciteit WEZ en Wijkgericht Werken zullen worden uitgewerkt in Ombuigvoorstellen 12 t/m 14 (brede doorlichting).
2.
Beschrijving van het voorstel
Met dit ombuigingsvoorstel is een jaarlijkse bezuiniging van € 50.000 vanaf 2012 gemoeid. Dit betreft 10% van de subsidie van € 499.238 (niveau 2011). De afgelopen maanden hebben we onderzocht, hoe SWS zich de komende jaren verder kan ontwikkelen tot een brede welzijnsstichting. Gekeken is hoe SWS daarbij efficiënter zou kunnen werken, door het bundelen van coördinatietaken en het afstoten van bepaalde deelproducten. Daarbij is het nut en de noodzaak van een aantal deelproducten van SWS nader onderzocht. De belangrijkste vragen daarbij waren: Hoe hoog zijn de huidige kosten en baten per deelproduct? Is er sprake van een eigen bijdrage en is die toereikend? Is er sprake van (sociale of medische) noodzaak of is er sprake van een “luxe” voorziening? Zijn er voorliggende voorziening als Zorgverzekeringswet (ZVW) of bijzondere bijstand (WWB)? Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
36(106)
-
Zijn bepaalde diensten ook te financieren vanuit de WWB of WSW (participatiebudget)? Voor welke producten biedt de commerciële markt voldoende en betaalbare alternatieven? In hoeverre zijn cliënten in staat om problemen zelf op te lossen (zelfredzaamheid) of gebruik te maken van de eigen omgeving of diensten vanuit de Civil Society?
Dit heeft geleid tot de “Denkrichting Verbreding Welzijnsstichting” van 7 oktober 2010. Naar aanleiding van deze notitie hebben op 12 november en 13 december jl. gesprekken plaatsgevonden tussen wethouder Lavooi en een tweetal bestuurders van SWS. Als gevolg van een directeursopvolging bij de Stichting is de voorbereidingstijd voor hen erg kort geweest. Op 29 november jl. heeft SWS een brainstormsessie gehouden over hoe de bezuinigingen vanaf 2012 in te vullen. Een van de resultaten hiervan is dat men voor alle producten een kostprijsberekening wil maken inclusief overhead- en personeelskosten (bedrijfsvoering). Daarbij wil men onderzoeken of bepaalde producten of diensten: - alsnog kostendekkend gemaakt kunnen worden (verhogen eigen bijdrage); - door anderen kunnen worden uitgevoerd (overdragen) of - op termijn kunnen worden afgestoten (afbouwen). Deze interne doorlichting vergt echter meer tijd en men verwacht de eerste uitkomsten hiervan eind januari 2011 te hebben. Voorts verwacht men vóór 1 april 2012 de begroting meer inzichtelijk te hebben om keuzen te kunnen maken. SWS heeft daarbij op 13 december jl. nogmaals de toezegging gedaan, dat zij de taakstelling van € 50.000 (vanaf 2012) zal realiseren.
3. Weergave van de financiële opbrengst Bezuinigingstaakstelling Subsidie Stichting Welzijnswerk Sliedrecht:
2012 € 50.000
2013 € 50.000
2014 € 50.000
2015 € 50.000
De bezuiniging van € 50.000 zal netto worden ingeboekt binnen het Product Wmo (programma 6) en maakt integraal onderdeel uit van de subsidietaakstelling van € 300.000 binnen Welzijn, Educatie en Zorg vanaf 2012 (ombuigingsvoorstel 3). Hierbij is nog geen rekening gehouden met de financiële gevolgen van onder te brengen taken als jongerenwerk, begeleiding (AWBZ) en makelaarsfunctie Maatschappelijke stage. De subsidie op producten als cliënt- en mantelzorgondersteuning (€ 59.500) en informatie en advies (€ 79.000) hebben we eveneens buiten beschouwing gelaten, omdat er in 2011 op het mantelzorgbudget (MEE) al meer dan 10% is gekort en informatie- en advies een belangrijk speerpunt is van de gemeente.
4. Weergave van de organisatorische opbrengst De kwaliteitsvoordelen die we met dit voorstel denken te behalen, liggen vooral extern bij de uitvoering en organisatie van de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht, waarbij zij:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
37(106)
-
-
-
-
hetzelfde zal doen met minder geld door efficiënter te werken en/of te besparen op coördinatie; producten alsnog kostendekkend zal maken of door andere partijen laat overnemen (o.a. maaltijden en personenalarmering) of af te bouwen (Anders Actieven); de mogelijkheid tot verhogen van de eigen bijdrage cliënten met betrekking tot een aantal producten zal onderzoeken (o.a. maaltijden, pedicure en activiteiten); de zelfredzaamheid van cliënten zal bevorderen en zal stimuleren en dat cliënten voor bepaalde diensten een beroep doen op de eigen omgeving, andere burgers, kerken en verenigingen (Civil Society); samenwerking zal zoeken met andere instellingen door het ontwikkelen van nieuwe initiatieven of het bundelen van taken en budgetten. Goede voorbeelden hiervan zijn samenwerking rond buurtbus de Sjuttel (samen met Waardeburgh) en begeleiding (exAWBZ); een vangnet blijft bieden voor mensen voor wie bovenstaande mogelijkheden niet haalbaar zijn en buiten de boot dreigen te vallen (niet meer voldoende kunnen participeren).
De kwaliteit zal net als andere jaren worden gewaarborgd door middel van jaarlijkse subsidieafspraken (uitvoeringsovereenkomst), benchmarks en klanttevredenheidsonderzoeken in het kader van de Wmo.
5.
Weergave van de organisatorische opbrengst
Van de gemeenteraad hebben we in 2011 het besluit nodig om in te stemmen met een jaarlijkse subsidie-vermindering van (minimaal) € 50.000 vanaf 2012. De gemeenteraad is hierbij kaderstellend: wat willen we bereiken (maatschappelijk effect) en welke middelen (subsidie) wil zij hiervoor beschikbaar stellen en in hoeverre zij de verhoging van de eigen bijdrage t.a.v. bepaalde deelproducten (zoals bijv. maaltijden en pedicure) hierbij toelaatbaar acht. De uitvoering en interne organisatie is vooral een zaak van de Stichting welzijnswerk (SWS) zelf. Met de implementatie (interne organisatie en bedrijfsvoering) kan zij al vanaf januari 2011 een aanvang nemen. Ten aanzien van een aantal deelproducten heeft SWS de eigen bijdrage in 2011 al verhoogd. Het opdrachtgever-schap en de controle op de uitvoering liggen ten slotte bij het college en de afdeling WEZ (subsidie- en uitvoeringsovereenkomst).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
38(106)
Ombuigingsvoorstel 5: Verhoging inkomsten belastingen en heffingen Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Versie:
1.
J. Tanis R.C. Penning 15 december 2010
Beschrijving van de huidige situatie
Overzicht gemeentelijke opbrengsten belastingen en heffingen Overzicht inkomsten die op basis van door de belastingverordeningen worden gegenereerd:
gemeenteraad
vastgestelde
Begroting 2011
Opbrengsten belastingen en heffingen OZB woningen 1) € 1.657.459 OZB bedrijven 2) € 1.276.033 Hondenbelasting (€ 64,32 voor de eerste hond) € 68.000 Precariobelasting € 21.377 Leges huwelijken (tarief € 359,-) € 31.960 Leges rijbewijzen (tarief € 33,-) € 91.595 Leges paspoorten (tarief € 52,-) € 127.250 Leges ID-kaarten (tarief € 43,-) € 91.185 Leges verstrekking gegevens uit het GBA 3) € 26.265 Afvalstoffenheffingen huisvuil (tarief € 230,-) € 2.046.891 Containerrechten bedrijfsvuil € 357.394 Rioolheffingen (tarief € 200,-) € 2.304.734 Marktgelden € 45.338 Begrafenisrechten (€ 645,- voor een algemeen graf) € 425.906 Havengelden (incl. huur watersportvereniging) € 74.315 Bouwleges € 419.672 Totaal € 9.065.374 1) Tariefpercentage 2011 eigenaren : 0,0874 % van de WOZ-waarde 2) Tariefpercentage 2011 eigenaren : 0,1339 % van de WOZ-waarde Tariefpercentage 2011 gebruikers: 0,0990 % van de WOZ-waarde 3) Per verstrekking uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens € 4,60 De opbrengsten van de belastingen behoren tot de algemene middelen. Voor de heffingen wordt in principe het uitgangspunt aangehouden van 100% kostendekkende tarieven. De Gemeentewet bepaalt dat de opbrengsten uit een bestemmingheffing niet hoger mogen zijn dan de lasten terzake. Op het product Bouwvergunningen is tijdelijk een lagere kostendekking geraamd op de heffing van bouwleges, als gevolg van de kredietcrisis. De leges van Burgerzaken (GBA) moet nog worden beoordeeld op kostendekkendheid. Voor de overige heffingen is in de begroting 2011 een 100% kostendekking geraamd. Ontwikkeling lastendruk in Sliedrecht Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
39(106)
De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. In onderstaande tabel zien we de ontwikkeling van de woonlasten (meerpersoonshuishoudens) over een periode van zes jaar: Heffing OZB woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Ontwikkeling lastendruk
2006 € 148 € 228 € 135 € 48 € 559
% stijging t.o.v. vorig jaar
2007 € 143 € 239 € 137 € 49 € 568 1,6%
2008 € 156 € 239 € 139 € 50 € 585 3,0%
2009 € 165 € 225 € 139 € 50 € 579 -1,0%
2010 € 167 € 225 € 135 € 54 € 581 0,3%
2011 € 169 € 230 € 133 € 67 € 599 3,1%
In onze gemeente hebben we in de afgelopen jaren een terughoudend tarievenbeleid gevoerd. Daarbij speelt de gematigde kostenontwikkeling op het gebied van de afvalverwerking van huisvuil een rol. In de gemeentebegroting 2011 zijn binnen de wettelijke kaders (respectievelijk 30% en 100%) de kosten van straatreiniging en straatkolken volledig toegerekend aan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In de gemeentebegroting 2011 is zodoende een totaal bedrag van € 188.000 gerealiseerd aan extra (structurele) opbrengsten. Vergelijking woonlasten Sliedrecht in de Drechtsteden Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de gegevens van de Coelo-atlas van de lokale lasten 2010. De woonlasten in Alblasserdam, Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Hendrik-Ido-Ambacht laten zich samenvatten in onderstaand schema. Gemeente Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Landelijk gemiddelde
OZB eigenaar € 235 € 185 € 262 € 229 € 167 € 222 € 223
Rioolrecht eig/gebr € 220 € 170 € 138 € 177 € 189 € 175 € 165
Afvalstoffen heffing € 283 € 235 € 305 € 222 € 225 € 274 € 271
Totaal € 738 € 590 € 705 € 628 € 581 € 671 € 659
De Coelo-atlas van de lokale lasten 2011 verschijnt in het voorjaar van 2011. Raadsprogramma en uitvoeringsprogramma Voor wat betreft de OZB wordt aangegeven dat een verhoging niet verder gaat dan de inflatiecorrectie, tenzij er zwaarwegende redenen zijn voor verdere verhoging: ”Dat zijn onder andere het behoud van de genoemde voorzieningen: minima-regelingen en kwijtscheldingsregelingen, voorzieningen voor de ontwikkelingen van kinderen en voor mensen met een beperking, en het verenigingsleven van Sliedrecht. En/of strikt noodzakelijk gevonden investeringen”. In de eerste doorkijk van het uitvoeringsprogramma wordt aangegeven dat de inzet van de Brede Doorlichting is om financiële ruimte te creëren voor nieuw beleid. Samenvatting Uitgaande van de positie van onze tarieven in de Drechtsteden is er ruimte om de woonlasten in Sliedrecht verder te verhogen. Er is geen informatie over de ontwikkelingen van de woonlasten in de andere gemeenten in de komende jaren. De verwachting is dat de
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
40(106)
woonlasten van de andere gemeenten, en het landelijk gemiddelde ook, zullen stijgen waardoor de gemeente Sliedrecht mogelijk een gunstige positie kan behouden. Dit is echter geen doel op zich. Het Raadsprogramma biedt in de komende jaren ruimte voor OZB-verhogingen ten behoeve van nieuwe projecten c.q. de ontwikkeling van de Algemene Reserve.
2.
Beschrijving van het voorstel
De mogelijkheden tot verdere opbrengstverhoging van belastingen en heffingen zullen in beeld worden gebracht. De lastenverzwaring voor burgers en bedrijven zal zoveel mogelijk worden beperkt door het doorvoeren van besparingen op het kostenniveau van de heffingen. Daartoe zullen de volgende onderzoeken en acties worden uitgevoerd: 1. Optimalisatie opbrengsten. Bijvoorbeeld het laten vervallen van de OZB-vrijstelling op bouwgronden en het vergroten van de opbrengst precariobelasting. Wellicht zijn er nog andere mogelijkheden tot vergroting van de belastingopbrengsten. Dit is aan de GBD gevraagd. De GBD is inmiddels zover op orde dat tijd beschikbaar komt voor opbrengstoptimalisatie acties. Met de directeur van de GBD is afgesproken dat hiervoor een plan van aanpak wordt opgesteld om in 2011 de optimalisaties uit te voeren. In deze actie zullen in elk geval de OZB en de precariobelasting worden betrokken. Wat één en ander concreet oplevert zal in het plan van aanpak worden geraamd. Sliedrecht gaat hierbij als pilot voor de Drechtsteden fungeren. Als de gewenste resultaten er komen, dan kan ook voor de andere gemeenten aan de slag worden gegaan. 2. Analyse of de jaarlijkse storting in de “voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing” tijdelijk of gedeeltelijk kan worden verlaagd. Bij het opstellen van de kostenkant begroting 2012 van het product Huisvuil zal deze post worden beoordeeld in relatie met de plannen voor de nieuwbouw milieustraat/gemeentewerf. 3. Besparingen realiseren op de kosten van Reiniging en Riolering. Bij het opstellen van de begroting 2012 zal het kostenniveau van de producten Huisvuil, Bedrijfsvuil en Riolering worden bepaald en vervolgens de (100% kostendekkende) tarieven 2012 worden vastgesteld. 4. Onderzoek verbetering kostendekking op de heffingen van Burgerzaken (verstrekkingen uit GBA). 5. Rapportage over de voor- en (wellicht) nadelen van de invoering van een reclamebelasting. 6. Rapportage over de voor- en (wellicht) nadelen van de invoering van een parkeerbelasting. 7. Onderzoek naar de voor- en (wellicht) nadelen van het systeem van de precariobelasting van de gemeente Gorinchem. 8. Analyse van de hogere kosten van Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) voor de gemeente Sliedrecht in vergelijking met andere Drechtstedengemeenten. 9. Onderzoek kostendekking Gemeentehaven, inclusief huur Watersportvereniging Sliedrecht.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
41(106)
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Ten aanzien van de extra opbrengsten wordt voorlopig uitgaan van de volgende bedragen. Het gaat hierbij om extra opbrengsten ten opzichte van de ramingen in de gemeentebegroting 2011.
Nr 3.1 3.2 3.2 3.3
Belastingen en heffingen Optimalisatie opbrengsten, pilotproject ism GBD Extra OZB-verhogingen woningen, 2 % per jaar Extra OZB-verhogingen bedrijven, 2% per jaar Efficiëncy-besparingen op kostenniveau heffingen Totaal
Te realiseren extra opbrengsten 2012 2013 2014 2015 25.000 50.000 75.000 100.000 33.000 66.000 99.000 132.000 25.500 51.000 76.500 102.000 0 0 0 0 83.500 167.000 250.500 334.000
Toelichting:
3.1 Optimalisatie belastingopbrengsten Door het optimaliseren van de belastingopbrengsten is de verwachting dat de extra opbrengsten een structureel karakter kunnen krijgen. Op 2 november 2010 heeft het college van B&W kennis genomen van de eerste aanzet van GBD (Gemeentebelastingen Drechtsteden) om tot optimalisatie van de belastinginkomsten te komen. Een voorzichtige indicatie van GBD van de mogelijk te realiseren extra opbrengsten beloopt een bedrag van € 100.000. 3.2 Extra OZB-verhogingen Opbrengsten als gevolg van extra OZB-verhogingen zullen conform het Raadsprogramma worden ingezet ten behoeve van: a. het behoud van minima-regelingen, kwijtscheldingsregelingen, voorzieningen voor de ontwikkelingen van kinderen en voor mensen met een beperking, en het verenigingsleven van Sliedrecht en/of b. ten behoeve van het sparen voor strikt noodzakelijke investeringen/projecten. Mogelijke opbrengsten (extra verhogingen boven het inflatiepercentage): 2% verhoging van de OZB op woningen genereert een opbrengst van ca € 33.000; 2% verhoging van de OZB op bedrijven genereert een opbrengst van ca € 25.500. De onbenutte OZB-capaciteit is enige jaren terug met de aangepaste wetgeving rond de OZB sterk verminderd. OZB-verhogingen (inflatiecorrectie + extra verhogingen) kunnen nu worden doorgevoerd binnen de kaders van de door het rijk vastgestelde macronorm.. De macronorm voor het begrotingsjaar 2011 is 3,5% (in 2010 4,3%). De macronorm voor 2012 is nog niet bekend. 3.3
Verlagen kostenniveau heffingen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
42(106)
De efficiëncy-besparingen op de kostenkant van de producten met heffingen komen via de vaststelling van de tarieven ten gunste van burgers en bedrijven. Er is hierbij samenhang met Ombuigingsvoorstel 7 Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte.
4.
Risicoparagraaf
Er is een risico dat de extra OZB-verhogingen niet volledig kunnen worden gerealiseerd. OZB-verhogingen (inflatiecorrectie + extra verhogingen) kunnen namelijk slechts worden doorgevoerd binnen de kaders van de door het rijk vastgestelde macronorm. De macronorm voor 2012 en volgende jaren is nog niet bekend.
5.
Uitvoering en implementatie
In de Zomernota 2011 (raad juni 2011) zal worden aangegeven wat de verwachte extra opbrengsten in 2012 zullen zijn. Ambtelijke verantwoordelijkheden: Ad 2.1. GBD en afdeling P&C. Een indicatie van de extra opbrengsten in 2012 zal worden opgenomen in de Zomernota 2011. Ad 2.2. en 2.3 Afdelingen PR en WW. Bepalen kostenniveau 2012 van de producten Huisvuil, Bedrijfsvuil en Riolering in het kader van het samenstellen van de begroting 2012. Juni/juli 2011. Ad 2.4.
Afdeling Burgerzaken. Rapportage uiterlijk maart 2011.
Ad 2.5.
Afdeling BV. Rapportage uiterlijk maart 2011.
Ad 2.6.
Afdeling WW . Rapportage uiterlijk maart 2011.
Ad 2.7.
Afdeling BV. Rapportage uiterlijk maart 2011.
Ad 2.8.
Afdeling P&C. Rapportage uiterlijk maart 2011.
Ad 2.9.
Afdeling WW. Rapportage uiterlijk maart 2011.
6.
Coördinatie en bewaking
De bewaking van de realisatie van de extra opbrengsten ligt in handen van de afdeling P&C.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
43(106)
Ombuigingsvoorstel 6:
De Lockhorst/Optisport
Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk : Projectleider:
J.A. Lavooi W. Labee A.J. Raimond
1.
Beschrijving van de huidige situatie
Het complex De Lockhorst, bestaande uit een zwembad, sporthal en zalencentrum, is eigendom van de gemeente. De gemeente is primair zelf verantwoordelijk voor exploitatie, beheer en onderhoud van het geheel. Vanaf 2006 is de exploitatie echter in handen gegeven van een externe partij, te weten Optisport Exploitaties bv (Optisport). Vanaf 2006 valt alleen het groot onderhoud van dit complex onder de paraplu van de gemeente. Dit alles is contractueel overeengekomen voor de periode van 1 april 2006 tot en met 31 december 2016 in subsidie-, huur- en exploitatieovereenkomsten. In het besef dat het niet mogelijk is om deze accommodatie op een kostenneutrale wijze te exploiteren is destijds overeengekomen dat de gemeente Optisport jaarlijks een substantiële subsidie in haar exploitatie van het geheel zal verstrekken. Voor het jaar 2010 werd de aan Optisport te verstrekken bijdrage in haar exploitatie geraamd op € 808.402,-. De intentie is de jaarlijks aan Optisport te verstrekken exploitatiesubsidie structureel te verlagen met minimaal € 50.000,-- Een structurele verlaging kan overigens in principe uitsluitend worden gerealiseerd middels wijziging en/of beëindiging van de gesloten overeenkomsten. Een wijziging en/of beëindiging kan uiteraard gevolgen hebben voor de externe omgeving en/of interne organisatie. Geraamde exploitatiesubsidie 2010 Zalencentrum 156.319 Sporthal 15.851 Zwembad 636.232 Totaal 808.402
2.
Beschrijving van het voorstel
Korte termijn: Structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2011 Bij aanvang is overeengekomen welk subsidiebedrag de gemeente jaarlijks aan Optisport uitbetaalt en op welke wijze dit bedrag jaarlijks wordt geïndiceerd. Het uitgangspunt hierbij was en is dat met behulp van deze subsidie Optisport in staat moet zijn om verder naar eigen inzicht en voor eigen rekening het geheel te exploiteren. Bij aanvang is hierop één uitzondering gemaakt. In de ‘subsidieovereenkomsten’ is expliciet overeengekomen dat in aanvulling op de jaarlijks te verstrekken exploitatiesubsidie de gemeente in voorkomende gevallen tevens een compensatie betaalt voor eventuele prijsstijgingen van de energietarieven. De compensatie geldt uitsluitend voor een vastgesteld energieverbruik (eenheden) en wordt alleen verstrekt op basis van de door Optisport te overleggen energienota’s waaruit de stijging van de energietarieven blijkt. Vanaf 2007 wordt het subsidiebedrag verhoogd met een tussentijds door partijen aanvullend overeengekomen voorschotbedrag voor energiecompensatie . Bij de bepaling van het voorschotbedrag zijn in 2007 door beide partijen tevens de hierboven vermelde vaste eenheden van gebruik bepaald die als basis moeten dienen voor de definitieve afrekening van de energiecompensatie. Op basis van recent uitgevoerde nacalculaties (afrekeningen)
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
44(106)
over de jaren 2007 tot en met 2009 is gebleken dat bij de bepaling van de hoogte van het voorschotbedrag is uitgegaan van te hoge verwachte prijsstijgingen van de energietarieven. De daadwerkelijk door de gemeente aan Optisport uit te betalen compensatie van de energiekosten over de jaren 2007 tot en met 2009 valt lager uit dan eerder door beide partijen was verwacht. Op basis hiervan wordt in overleg met Optisport bezien of de in 2007 tussentijds overeengekomen verhoging structureel gecorrigeerd moet en kan worden.
Lange termijn: Extra structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2012 Voor de periode van 1 april 2006 tot en met 31 december 2016 is alles contractueel vastgelegd in subsidie-, huur- en exploitatieovereenkomsten. Voor het verstrijken van deze periode kunnen door de gemeente deze overeenkomsten niet eenzijdig worden gewijzigd. Bij elke tussentijdse wijziging zal het belang van Optisport in alle redelijkheid zwaar moeten worden meegewogen. Om die reden zal vanaf 1 januari 2011 tot 1 januari 2017 tussentijds primair onderzocht worden of de structureel te maken kosten van energie, onderhoud, afschrijving, verzekering en belasting substantieel omlaag kunnen. Om voor de langere termijn te kunnen komen tot een structurele verlaging van de energiekosten wordt intern primair onderzocht of door of namens Optisport ten behoeve van deze accommodatie een financieel aantrekkelijker energiecontract kan worden gesloten. Met dit doel wordt intern voorts specifiek nagedacht op welke wijze het te plegen groot onderhoud en de vervanging van installaties en vaste inventaris duurzaam zal kunnen plaatsvinden. Duurzame investeringen moeten de solide basis vormen voor het maken van nieuwe afspraken met Optisport en/of anderen over een structureel lagere exploitatiebijdrage. Bij dit alles zal voor de lange termijn uiteraard ook gezien worden naar de mogelijkheden tot maximalisatie van de opbrengsten. Zonder daarbij de belangen van de huidige en toekomstige gebruikers uit het oog te verliezen. Kunnen de opbrengsten worden verhoogd? Op welke wijze is Optisport in staat haar opbrengsten structureel te verhogen? Welke mogelijkheden ziet zij hiertoe en/of welke ruimte moet haar hiervoor worden geboden? Biedt het beëindigen van de voorgeschreven ’20 theateravonden’ juist meer of minder exploitatiemogelijkheden? Met dit doel hebben mede hierover inmiddels informele gesprekken plaatsgevonden met Optisport. Optisport is gevraagd op korte termijn hiervoor suggesties/voorstellen aan te dragen.
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Korte termijn: Structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2011 Bij het sluiten van de desbetreffende overeenkomsten en het bepalen van de jaarlijkse aan Optisport te betalen exploitatiesubsidie werd rekening gehouden met een vast bedrag voor te maken energiekosten. Tussentijds is voor de betaling van de energiekosten de jaarlijkse exploitatiesubsidie vanaf 2007 structureel verhoogd . Op basis van hernieuwde nacalculaties wordt beide partijen voorgesteld de in 2007 aanvullend overeengekomen tussentijdse verhoging vanaf 1 januari 2011 structureel te corrigeren. Vanaf 1 januari 2011 bedraagt de te verstrekken exploitatiesubsidie € 50.000,- lager. Lange termijn: Extra structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2012 Voor de langere termijn wordt gestreefd naar een verdere besparing tot maximaal € 75.000,-- op jaarbasis. In 2011 wordt primair onderzocht of door dan wel namens Optisport een aantrekkelijker energiecontract kan worden gesloten. Structureel kan hiermee mogelijk op jaarbasis een extra besparing gegenereerd worden van maximaal € 15.000,--. Secundair worden in 2011 de mogelijkheden bezien om tot een verdere besparing te komen middels te plegen duurzame vervangingsinvesteringen. De verwachting is dat hiermee voorts jaarlijks maximaal een extra besparing te realiseren is van maximaal € 10.000,-- . Bij dit alles moet het voorbehoud gemaakt worden dat hierover uiteindelijk nieuwe afspraken met Optisport gemaakt zullen moeten worden.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
45(106)
Totaal te realiseren besparing De Lockhorst/Optisport 2011 2012 Verlaging exploitatiesubsidie 50.000 50.000 Besparing op energielevering 15.000 Besparing door duurzaam investeren 10.000 Totaal te realiseren besparingen 50.000 75.000
4.
2013 50.000 15.000 10.000 75.000
2014 50.000 15.000 10.000 75.000
Weergave van de organisatorische opbrengst
Korte termijn: Structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2011 Met het voorliggende voorstel wordt voor de korte termijn het in de opdrachtformulering gegeven doel om structureel minimaal € 50.000,-- te besparen bereikt. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de huidige organisatie en het huidige personeelsbestand Lange termijn: Extra structureel voordeel te realiseren vanaf 1 januari 2012 Voor de langere termijn wordt structureel een nog hogere besparing nagestreefd. Bij dit alles staat ongewijzigd centraal dat De Lockhorst gehandhaafd kan en moet worden. Bij dit alles wordt het uitgangspunt gehuldigd dat de ter plaatse geboden voorzieningen essentieel zijn voor de inwoners van Sliedrecht in het algemeen en het sliedrechtse verenigingsleven in het bijzonder. Dit alles in het besef dat het niet mogelijk is gebleken om deze accommodatie op een kostenneutrale wijze te exploiteren. Met die wetenschap zijn in het verleden de onderhavige overeenkomsten aangegaan met Optisport en zal primair ook met deze partij nagedacht en gesproken moeten worden op welke wijze gezamenlijk gekomen kan worden tot een verantwoorde, duurzame en goedkopere exploitatie van De Lockhorst. De eerste gesprekken hierover zijn inmiddels door de hiervoor bestuurlijk primair verantwoordelijke bestuurder J.A. Lavooi informeel gehouden. Het voorstel om vanaf 1 januari 2012 te komen tot een verdere besparing heeft ook vooralsnog geen gevolgen voor de huidige organisatie en het huidige personeelsbestand
5.
Uitvoering en implementatie
Op basis van nacalculatie is inmiddels vastgesteld dat de tussentijds vanaf 2007 door partijen overeengekomen structurele verhoging om de vermeende extra energielasten te kunnen voldoen structureel deels gecorrigeerd kan worden. De resultaten hiervan en voorstellen hieromtrent zullen zo mogelijk uiterlijk voor 1 januari 2011 ter besluitvorming aan burgemeester en wethouders worden voorgelegd. De resultaten en voorstellen met betrekking tot de vanaf 2012 te realiseren extra besparingen zullen uiterlijk voor 1 januari 2012 ter besluitvorming aan burgemeester en wethouders worden voorgelegd.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
46(106)
Ombuigingsvoorstel 7: Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte Bestuurlijk verantwoordelijk: A. de Waard Ambtelijk verantwoordelijk: L. Mourik Versie: 1 december 2010
1.
Beschrijving van de huidige situatie
Binnen de gemeente Sliedrecht zijn de afdeling Weg- en Waterbouw en de afdeling Plantsoenen en Reiniging verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De werkvoorbereiding en de coördinatie van beheer en onderhoud worden door eigen medewerkers uitgevoerd. De reguliere en dagelijkse onderhoudswerkzaamheden worden voor een groot deel door eigen medewerkers uitgevoerd. Daarnaast wordt een deel van de reguliere onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd door externe partijen. De gemeente heeft de beschikking over relatief grote buitendiensten en een goed uitgerust wagen en machinepark. Hierdoor heeft de gemeente de mogelijkheid om snel en flexibel in te spelen op onverwachte en incidentele situaties. In onderstaande tabel zijn de jaarlijkse kosten voor de verschillende onderdelen die betrekking hebben op het onderhoud- en beheer van de openbare ruimte weergegeven. Product: Budget Groenbeheer € 126.000 Openbaar Groen € 1.600.000 Recreatievoorzieningen € 66.000 Speelvoorzieningen € 196.000 Waterpartijen € 281.000 Ongediertebestrijding € 45.000 Gladheidsbestrijding € 115.000 Straatreiniging € 411.000 Onderhoud wegen € 1.240.000 Openbare verlichting € 266.000 Reiniging Straatkolken € 50.000 Waterbus € 78.000 Totaal € 4.474.000 Onderstaande producten zijn bij de te realiseren besparingen buiten beschouwing gelaten omdat een verlaging van de kosten doorberekend wordt in de bepaling van de hoogte van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Riolering Verwijdering huisvuil
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
€ 2.300.000 € 2.400.000
47(106)
2.
Beschrijving van het voorstel
Onderzocht is welke besparingen mogelijk zijn op het gebied van Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte door: 1. Verandering van de organisatie/uitvoering van de werkzaamheden 2. Niveau van onderhoud te verlagen c.q. de kwaliteit van het onderhoud te differentiëren 3. Activiteiten en/of voorzieningen te laten vervallen 4. Het toepassen van onderhoudsarmere inrichting van de openbare ruimte 5. Het realiseren van inkoop- en aanbestedingsvoordelen 6. Regionale samenwerking 7. Terugleggen van verantwoordelijkheden bij de bewoners (Civil Society)
2.1.
Verandering van de organisatie/uitvoering van de werkzaamheden
2.1.1 Inkrimpen buitendienst Plantsoenen en meer werkzaamheden uitbesteden In de jaren 2011 t/m 2015 zullen 5 medewerkers van de buitendienst Plantsoenen met FPU gaan. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om de ingeslagen weg van de afgelopen jaren voort te zetten. De laatste jaren zijn in de meeste gevallen ontstane vacatures bij de Plantsoenendienst voor het wijk- en buurtonderhoud niet meer ingevuld. Op basis van ervaringen blijkt dat het eenvoudige “bulkwerk” door marktpartijen en/of sociale werkvoorziening goedkoper kan worden uitgevoerd dan door vaste medewerkers. De vaste medewerkers moeten vooral ingezet worden voor werkzaamheden die betrekking hebben op taken die te maken hebben met de wettelijke taken van de gemeente (garanderen van veiligheid; bv. Bomen en speelvoorzieningen), dienstverlening naar de bewoners en werkzaamheden die een specifieke vak deskundigheid vragen. Een steeds groter deel van de (eenvoudige) onderhoudswerkzaamheden zijn uitbesteed aan de sociale werkvoorziening. Deze keuze heeft het voordeel dat de onderhoudskosten lager worden en bovendien wordt invulling gegeven aan het convenant dat de gemeente met de sociale werkvoorziening Drechtwerk heeft. Inkrimpen buitendienst Plantsoenen Besparing personele kosten Buitendienst PL (54004011)
2012
2013
2014
2015
€ 110.000-
€ 220.000-
€ 275.000-
€ 275.000-
€ 5.000-
€ 10.000-
€ 10.000-
€ 225.000-
€ 285.000-
€ 285.000-
Besparing op voertuigen buitendienst Totaal besparing buitendienst PL
€ 110.000-
Wanneer de keuze gemaakt wordt om vacatures niet meer op te vullen, maaimachines niet te vervangen en de gemeente verantwoordelijk blijft om de huidige werkzaamheden uit te voeren, dan moeten deze werkzaamheden worden uitbesteed. Uitbesteden maaiwerk Tot op heden wordt het maaiwerk van de gazons in het openbaar groen en het maaiwerk op de sportvelden door medewerkers van de gemeente gedaan. Beide machines zijn afgeschreven en moeten vervangen worden. Bovendien gaat één van de maaiers in 2011 met FPU.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
48(106)
Besparing machinekosten:
2012
2013
2014
2015
Maaimachine I (54004035) (excl. Aandeel gemeentewerf)
€ 29.000-
€ 29.000-
€ 29.000-
€ 29.000-
Maaimachine II (54004035) (excl. Aandeel gemeentewerf)
€ 25.000-
€ 25.000-
€ 25.000-
€ 25.000-
€ 54.000-
€ 54.000-
€ 54.000-
€ 54.000-
Totaal
2012
2013
2014
2015
€ 50.000-
€ 50.000-
€ 50.000-
€ 50.000-
Besparen inhuur personeel: Door uitbesteden maaiwerk komt arb. Capaciteit buitendienst vrij; hierdoor kan bespaard worden op inhuur van aannemer / externen)
Kosten uit te besteden werk In onderstaande tabel zijn de ramingen opgenomen van de extra kosten voor het uit te besteden werk. Extra kosten:
2012
2013
2014
2015 € 46.000
Uitbesteden maaien openbaar groen (23 ronden)
€
46.000
€ 46.000
€ 46.000
uitbesteden maaien sportvelden (o.b.v. prijzen sportbedrijf Ddt)
€
18.000
€ 18.000
€ 18.000
€ 18.000
Uitbesteden onderhoud openbaar groen
€ 60.000
€ 80.000
€ 100.000
€ 100.000
Totaal extra kosten uitbesteden
€ 124.000
€ 144.000
€ 164.000
€ 164.000
Totale besparingen door inkrimpen Buitendienst Plantsoenen en meer uitbesteden
€ 90.000-
€ 185.000-
€ 225.000-
€ 225.000-
2.1.2 Inkrimpen buitendienst Weg en Waterbouw Medio 2011 zal 1 medewerker van de buitendienst W&W met FPU gaan. Deze functie zal niet meer ingevuld worden. De werkzaamheden zullen deels uitbesteed worden en deels door de collega’s van de buitendienst worden overgenomen. Daarnaast zal in 2012 de opzichter met FPU gaan. Deze functie zal deels opgevuld worden door de samenwerking met het IBD (grotere kapitaalwerken) en deels door de medewerker die doorgroeit naar een toezichtfunctie in schaal 9. Feitelijk wordt een schaal 7 ingeleverd (havenmeester/medewerker W&W). Voor het toezicht in de haven zal dit voortaan op basis van regie moeten gebeuren. Het havenbedrijf van Dordrecht zal worden benaderd voor het uitvoeren van het directe toezicht in de haven (dit doen zij al voor de overige Drechtstedengemeenten).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
49(106)
Inkrimpen buitendienst Weg & Waterbouw
2011
2012
2013
2014
2015
Besparing personele kosten WWbuitendienst (54004510)
€ 35.000-
€ 55.000-
€ 55.000-
€ 55.000-
€ 55.000-
Besparing op voertuigen buitendienst (bespreken Theo Vleugel)
PM
PM
PM
PM
PM
€ 30.000-
€ 60.000-
€ 60.000-
€ 60.000-
€ 10.000+
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 75.000
€ 125.000
€ 125.000
€ 125.000
Besparing n.a.v. FPU opzichter WWbuitendienst (54004510)
(54004510): inleveren schaal 7 en HBO functie inruilen voor MBO+ regiefunctie incl. overgangskosten)
€ 10.000+
Besparing op voertuigen buitendienst (Suzuki opzichter niet meer vervangen) Besparing op voertuigen buitendienst (goedkopere vervanging Suzuki)
€ 14.000-
Totaal besparing buitendienst W&W
€ 39.000
2. 1.3 Samenvoegen werfploeg(PL) en stratenmakerploeg (WW) De buitendienst Plantsoenen bestaat uit 7 ploegen (5 wijk- onderhoudsploegen, 1 werfploeg en 1 ploeg Begraafplaats). Werfploeg De werfploeg bestaat in de huidige situatie uit 6 vaste medewerkers en 1 inhuurkracht. Wanneer de maaiwerkzaamheden worden uitbesteed (en 1 van de vaste maaiers met FPU gaat in 2011) komt er één vast medewerker beschikbaar voor het uitvoeren van overige werkzaamheden. Hierdoor kan het inhuren van de vaste inhuurkracht vervallen. De omvang van de werfploeg zal vanaf 2012 bestaan uit 5 vaste medewerkers. De werfploeg beschikt over een machinepark (tractoren, kippers, bermgrasmaaimachines, versnipperaar, bladzuiger etc.) die binnen de gehele gemeente ingezet kan worden voor het onderhoud aan de openbare ruimte. Daarnaast verricht de werfploeg werkzaamheden die van meer technische aard zijn en waarvoor het niet wenselijk is om deze decentraal door de wijkploegen uit te laten voeren. De belangrijkste werkzaamheden van de werfploeg zijn: 1. Maaien ruwgrasbermen 2. Onderhoud en inspectie speelvoorzieningen 3. Onderhoud knotbomen 4. Omzagen en verwijderen bomen 5. Watergeven beplanting 6. Plaatsen en onderhoud banken en afvalbakken 7. Machinaal blad verwijderen 8. Plaatsen en onderhouden afrasteringen en hekwerken 9. Verwijderen zwerfafval
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
50(106)
Stratenmakerploeg De afdeling WW beschikt over een stratenmakerploeg, bestaande uit 1 vaste medewerker en 1 vaste inhuurkracht. Zij verrichten vanaf de gemeentewerf onderhoudswerkzaamheden aan de bestrating (m.n. de meldingen), plaatsen en onderhoud van verkeersmaatregelen (borden, paaltjes, belijningen, verkeersspiegels etc.), aanbrengen van maatregelen voor mindervaliden, plaatsen en vervangen straatnaamborden, onderhoudswerk overige niet groene zaken in de openbare ruimte.
Besparing door samenvoeging Doordat de werkzaamheden van de werfploeg en de stratenmakerploeg gescheiden worden aangestuurd en de werkzaamheden onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd is er sprake van suboptimalisatie. Door de ploegen samen te voegen en de aansturing en coördinatie door één voorman te laten doen kunnen werkzaamheden beter worden afgestemd en beschikbare capaciteit beter worden ingezet. De verwachting is dat hierdoor bespaard kan worden op één volledige inhuurkracht bij de stratenmakerploeg. Voorgesteld wordt om de vaste medewerker (stratenmaker van WW) toe te voegen aan de werfploeg. Dit betekent dat de voorman van de werfploeg de dagelijkse aansturing doet. De leidinggevende wordt de opzichter buitendienst Plantsoenen. Specifieke vakinhoudelijke aansturing op het gebied van wegen en bestrating kan door de opzichter van WW aan de voorman van de werfploeg worden gedaan. Op deze manier is zowel de organisatorische als vakinhoudelijke aansturing volledig geborgd Bespaart wordt op de inzet van eigen personeel PL welke dekking vindt op de onderhoudsposten van de afdeling WW (herschikking posten externe inhuur en interne uren). Voor inhuur van specifieke klussen dient nog € 15.000 beschikbaar te blijven. Vanaf 1 april 2011 wordt met deze manier van werken gestart. Inkrimpen inhuur buitendienst Weg&Waterbouw Besparing op div. budgetten op de post externe inhuur Toevoegen t.b.v. specifieke klussen (externe inhuur) Totaal besparing stratenmakerploeg
2011
2012
2013
2014
2015
€ 30.000-
€ 50.000- € 50.000- € 50.000- € 50.000-
€ 5.000 +
€ 15.000 € 15.000 € 15.000 € 15.000 + + + + € 35.000- € 35.000- € 35.000- € 35.000-
€ 25.000-
2.1.4 Riool onderhoud Het onderhoud aan de riolering wordt sinds jaar en dag uitgevoerd door een vaste ploeg van twee man. Beiden zijn ingehuurd van een aannemer (gezamenlijk uurloon € 65,- /uur). Op het rioolonderhoud is de Arbo-wetgeving van toepassing en daardoor is het noodzakelijk dat een ploeg uit twee man bestaat. Gebruik wordt gemaakt van een gemeentelijk voertuig met een complete uitrusting voor het eerstelijns onderhoud. Bij ziekte of vakantie wordt uit de ploegen van de gemeentewerf een aanvulling gedaan.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
51(106)
De werkzaamheden van de ploeg bestaan voornamelijk uit een breed pakket aan onderhouds- en herstelwerkzaamheden in de buitenruimte op het gebied van riolering, wegen , watergangen (ook voor het waterschap), bruggen e.d. Momenteel wordt nagedacht hoe het verder zal gaan met de samenstelling van de ploeg, omdat één van de “vaste”inhuurkrachten over twee jaar met FPU zal gaan. De hoofdgedachte is niet in te huren maar te kiezen voor invulling uit eigen gelederen. Onderzocht wordt of het mogelijk is door herverdeling van taken en het uitbesteden van werkpakketten de werkzaamheden van de vaste inhuurkrachten uitgevoerd kunnen worden met medewerkers die in vaste dienst zijn. Wanneer het niet mogelijk is om de werkzaamheden in te vullen met vast medewerkers zal worden overwogen om één van de “vaste” inhuurkrachten in vaste dienst te nemen. Uitbesteding van hetzelfde werk aan een willekeurige aannemer is minder aantrekkelijk vanwege verlies aan uren door de noodzakelijke begeleiding bij de opsporing van storingen en het uitvoeren van wachtdienst. Een vaste ploeg die het rioolstelsel door en door kent verdiend verreweg de voorkeur, zeker bij het verhelpen van de regelmatig optredende storingen. Een dergelijke ploeg kan ook ingehuurde aannemers begeleiden bij ingewikkelde herstelwerkzaamheden. Verwacht wordt dat de binnendienst meer regionaal betrokken raakt, waardoor de afstand tot de rioolploeg groter zal worden. Daardoor is het belangrijk dat de basiskennis van het rioolstelsel juist door een eigen vaste ploeg bemenst wordt om adequaat te kunnen blijven optreden. Het niet dagelijkse onderhoud, m.n. het ingewikkelde onderhoudswerk blijft uitbesteed. Een ploeg met eigen personeel is ca. € 30.000 per jaar voordeliger (incl. gem. ziekteverzuim) dan inhuur. De huidige overhead blijft hetzelfde en is hier niet meegenomen. De rioolploeg zou ook organisatorisch onder de buitendienst kunnen vallen met een functionele aansturing vanuit het toezicht van de afd. W&W op de buitenruimte. Bovendien wordt door het doorschuiven van personeel uit de huidige buitendienst ook een besparing verkregen. Afhankelijk wie welk werk niet meer doet (zal bulkwerk moeten zijn en niet gericht op behoud van kennis voor de eigen organisatie), zal op enigerlei wijze geheel of deels door derden uitgevoerd moeten worden. Omschrijving
2011
Rioolploeg in vaste dienst
2012
2013
2014
2015
-15.000
-30.000
-30.000
-30.000
2.1.5 Samenwerking met het IBD In het najaar zijn gesprekken met het IBD (en met Alblasserdam) gepland, welke inzicht moet geven hoe de samenwerking en uitwisseling van personeel plaats zou kunnen vinden. Voor het inlenen/inhuren voor diverse werkzaamheden (onder regie) wordt allereerst gekeken naar de beschikbare capaciteit in de regio (IBD en afdelingen W&W en PL). Vaststaat dat door het teruglopende onderhoud en na het afronding van de werkzaamheden rond de MerwedeLingelijn in 2013 een verlaging van de formatie doorgevoerd zou kunnen worden. Daarnaast speelt ook een rol hoe we in Sliedrecht de regieorganisatie verder denken in te vullen. Een eventuele verlaging van het personeelsbudget bekijken we dan ook in het licht van de verdere uitwerking van de regieorganisatie.
2.1.6 Ongediertebestrijding De gemeente voert in het kader van de volksgezondheid de bestrijding van ongedierte uit.. Deze werkzaamheden worden in eigen beheer uitgevoerd. De bestrijding van ratten en muizen wordt kosteloos gedaan. De totale kosten voor ongediertebestrijding bedragen € 45.000 per jaar. Voor de bestrijding van overig ongedierte wordt een vast bedrag in rekening gebracht (
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
52(106)
2011: € 40,00/bezoek). De inkomsten van deze activiteiten worden geboekt op “commerciële activiteiten PR totaal +/- € 4.000 per jaar. Uit een eerste onderzoek blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen gemeenten over de interpretatie van de wettelijke taak van de gemeente betreffende de bestrijding van ongedierte in het kader van de volksgezondheid. Voorgesteld wordt om nader te onderzoeken wat de wettelijke taken inhouden. Vervolgens kan dan in het kader van de herverdeling van taken onderzocht worden of deze werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd moeten worden of dat er financiële voordelen te behalen zijn door het uitbesteden of beperken van deze taken. 2.1.7 Straatreiniging Het product straatreiniging is onder te verdelen in de volgende hoofdactiviteiten: 1. 2. 3.
Legen prullenbakken en verwijderen zwerfafval Straatvegen (machinaal en handmatig) Onkruidbestrijding op verharding Totale uitvoeringskosten per jaar:
€ 54.000/jaar € 132.000/jaar € 200.000/jaar € 406.000/jaar
De werkzaamheden met betrekking tot straatreiniging worden vrijwel volledig met eigen medewerkers en materieel uitgevoerd. Onkruidbestrijding op verharding Eén van de besparingsmogelijkheden op dit product is om de te kiezen voor een chemische bestrijding van onkruid op verhardingen, in plaats van de huidige werkwijze door middel van borstelen. Dit voorstel wordt hieronder verder uitgewerkt. Sinds 1983 heeft de gemeente Sliedrecht geen gebruik gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen. In Sliedrecht is hierbij vooral gebruik gemaakt van een borstelmachine. Mechanische onkruidbestrijding is echter duurder dan chemische onkruidbestrijding. Met de traditionele methode van chemische onkruidbestrijding op verhardingen kwam een relatief groot deel van de chemische bestrijdingsmiddelen in de riolering en in het oppervlaktewater terecht. De laatste jaren is de zogeheten DOB-methode (Duurzaam OnkruidBeheer op verhardingen) ontwikkeld. Bij deze methode wordt beperkt gebruik van chemische middelen onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Er wordt gebruik gemaakt van de select-spray-methode. Het voordeel van deze methode is dat de milieubelasting ten opzichte van de ‘traditionele’ chemische onkruidbestrijding veel beperkter is. Daarnaast is het een methode die tegen relatief lage kosten de bestrijding van onkruid op verhardingen mogelijk maakt. Select-spray-methode: Met een machine, voorzien van een infraroodsensor, wordt onkruid op de verharding gesignaleerd. Vervolgens wordt alleen die plek bespoten waarop onkruid staat. De huidige kosten voor onkruidbestrijding zijn als volgt opgebouwd:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
53(106)
Onkruidborstelen op verhardingen Uren/jr Onkruidborstelen Werktuigdrager RT/buiten (Chauffeur + 2 blazers) Inhuur borstelmachine Overige kosten (borstels, brandstof etc. Totale kosten borstelen Vegen t.g.v. borstelen Veegmachine RT/buiten (Chauffeur) Verwerking veegvuil Totale kosten vegen
€ / uur
€ / jaar
1070 3210
€ €
21 40
€ 22.950 € 127.703 € 20.000 € 6.000 € 176.653
500 500
€ €
32 40
€ 16.017 € 19.891 € 8.250 € 44.159
Totale kosten /jaar
€ 220.811
Navraag bij gemeenten die de chemische onkruidbestrijding op basis van de DOB-methode hebben uitbesteed kan worden uitgegaan van 0,035 per m2 (excl. Veegwerkzaamheden om dood onkruid te verwijderen). De kostenraming middels de DOB-methode is in onderstaande tabel weergegeven: DOB-methode op verhardingen Oppvl. M2 Chemische bestrijding Vegen t.g.v. onkruidbestrijding Veegmachine RT/buiten (Chauffeur) Verwerking veegvuil Kleinschalige en handmatige onkruidbestrijding Totale kosten vegen Totale kosten /jaar
€ /m2 € 810000 0,035
400 400
€ €
32 40
€ / jaar € 28.350
€ € € € €
12.800 16.000 6.000 25.000 59.800
€ 88.150
Door de keuze te maken om over te gaan op chemische bestrijding van onkruid op verharding, middels de DOB-methode, kan jaarlijks € 220.811 - € 88.150 = € 132.661 worden bespaard. Voordelen borstelen 1. Goede methode voor aanpak extreme onkruidgroei 2. Direct schoon resultaat 3. Niet weersafhankelijk 4. Grond, zand en zwerfvuil wordt meteen verwijderd 5. Geen chemische middelen Nadelen borstelen 1. Alleen mogelijk bij elementverharding 2. Snelle hergroei, weinig preventief 3. Geluidsoverlast en stofvorming 4. Vrijgekomen materialen moeten worden verzameld en afgevoerd 5. Kans op beschadiging van toplaag verharding en mogelijk schade aan obstakels
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
54(106)
Voordelen DOB-methode (chemisch): 1. Snelle en goedkope methode 2. Door opname in de plant sterven ook de wortels af /langduriger effect 3. Betere beeldkwaliteit 4. Vermindering overlast door (fijn)stof dat vrijkomt bij borstelen 5. Minder slijtage aan bestrating 6. Lage emissie uitstoot 7. Geen staalresten die vrijkomen bij borstelen 8. Goede methode bij obstakels en moeilijk bereikbare hoeken Nadelen DOB-methode (chemisch) 1. Toepassing chemische middelen 2. Weersafhankelijk (mag alleen toegepast worden wanneer er geen neerslag wordt verwacht) 3. Strook langs water en straatkolk niet bewerken: kans op uitspoeling
Risico Het is niet zeker of het chemische bestrijdingsmiddel voor de DOB-methode na 1 juli 2012 nog gebruikt mag worden. Toelating na 30 juni 2012 Roundup Evolution is toegelaten tot 1 juli 2012, parallel met andere glyfosaatformuleringen. In theorie moet de Europese registratie geëvalueerd zijn voor de expiratiedatum van 30 juni 2012. Dit geldt niet alleen voor glyfosaat maar voor een hele reeks actieve ingredienten en staat los met het specifieke gebruik op verhardingen. Wegens de hoge werkdruk bij de Europese registratiecommissie zal deze deadline hoogstwaarschijnlijk niet gehaald worden.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
55(106)
2.2 Niveau van onderhoud te verlagen c.q. de kwaliteit van het onderhoud te differentiëren Op de kosten van onderhoud en beheer kan bespaard worden door het niveau van onderhoud te verlagen en de inrichting te versoberen. 2.2.1 Periodiek onderhoud wegen Hoewel door middel van de rapportages aangetoond is dat het niveau van onderhoud met het huidige budget meer achterstand krijgt, wordt toch gekeken hoe met minder budget het onderhoudsniveau nog aanvaardbaar kan blijven. De nota wegenbeheer is in het college behandeld en voor kennisgeving aangenomen met de opdracht toch te bezien hoe voor de komende jaren met het opleggen van een taakstelling een aanvaardbaar niveau haalbaar is. Voorwaarde daarbij is geen kapitaalsvernietiging toe te staan op, m.a.w. het noodzakelijke onderhoud op asfaltwegen mag geen achterstand oplopen. Daarnaast zal het kwaliteitsniveau van de 30 km zones teruglopen omdat dat geen prioriteit meer krijgt. Het herstraten zal alleen op straatniveau worden uitgevoerd als een ophoging dat noodzakelijk maakt. Het criterium komt feitelijk te liggen op de toegankelijkheid van percelen, woningen, garages en bedrijven. In het budget periodiek onderhoud wegen is voor onderhoud- en reparatiekosten € 639.627 beschikbaar voor straatwerk. Dit is het beïnvloedbare deel van het totale budget van € 948.000 voor periodiek onderhoud. Als taakstelling denken wij in 2013 en 2014 het budget te verlagen met € 35.000 en vanaf 2015 met € 70.000. Een verdere verlaging vinden we ambtelijk gelet op de beschikbare rapportages onverantwoord. Tevens zal gezien door het te volgen beperkte onderhoudsprogramma het noodzakelijk worden dat het budget incidenteel onderhoud zal moeten toenemen om zoveel mogelijk binnen de normen van aanvaardbaarheid (= lager dan de CROW norm) te blijven. Voorgesteld wordt het budget van incidenteel onderhoud ten laste van het budget periodiek onderhoud in 2013 en 2014 op te hogen met € 25.000 en vanaf 2015 met € 50.000, om daarbij goed in te kunnen spelen op de directe meldingen. P087 Onderhoud wegen - Verlagen budget Periodiek onderhoud (60870001) - Verlagen budget Periodiek onderhoud ten gunste van incidenteel onderhoud - Verhogen budget incidenteel onderhoud (60870002) Totaal
2011
2012
2013 € 35.000-
2014 €35.000-
2015 € 70.000-
€ 25.000- € 25.000-
€50.000-
€ 25.000+ € 25.000+ €50.000+ € 35.000- € 35.000- € 70.000-
2.2.2 Bruggen Het budget voor het onderhoud van 60 bruggen betreft een bedrag van in totaal € 31.076. Het beïnvloedbare deel is € 1.534 voor onderhoud (is met de vorige ronde naar beneden bijgesteld) en een bedrag van € 26.075 wat jaarlijks voor groot onderhoud in de voorziening onderhoud bruggen wordt gestort. De bezuinigingsmogelijkheid bij dit budget kan in de jaarlijkse storting naar de voorziening gevonden worden door in twee stappen de storting als volgt te verlagen. Voorts wordt ingezet op het niet vervangen van bruggen indien een dam met duiker ook tot een mogelijkheid behoord.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
56(106)
P088 Onderhoud bruggen Verlagen storting in de voorziening (60030)
2011
2012
Totaal
2013 € 5.000-
2014 € 5.000-
2015 € 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
€ 5.000-
2.2.3. Openbare verlichting Van het totale budget is het beïnvloedbare deel een post van € 141.941 voor het uit te voeren onderhoud (dit is met de vorige bezuinigingsronde voor 2011 het resultaat van een aframing van € 15.000) en een post van € 31.291 als bijdrage voor groot onderhoud. Met een extra aframing komt e.e.a. onder zwaar druk te staan. Vooral omdat voor de komende jaren een vast onderhoudsschema ligt. Toch voeren we weer een taakstelling door zoals onderstaand is weergegeven. Hiertoe zullen de effecten later dit jaar in het onderhoudsplan doorgerekend worden. P089 Onderhoud Openbare verlichting Verlagen van het budget, nader te bepalen welk deel in het reguliere onderhoud dan wel in de storting in de voorziening gevonden moet worden. Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
€ 7.500-
€ 7.500-
€ 15.000-
€ 7.500-
€ 7.500-
€ 15.000-
2.2.4 Riolering Het rioleringsplan wordt samen met het gemeentelijk afkoppelplan in 2011 herzien. Ook zal het Stedelijk Waterplan worden geëvalueerd. Omdat de uitvoering van het rioleringsplan een eigen voeding via het rioolrecht kent, wordt bekeken in hoeverre het onderhoud versoberd kan worden, zodat de verhoging als gevolg van de voeding uit het rioolrecht naar de budgetten straatreiniging en watergangen enigszins verlaagd zou kunnen worden. De consequenties zullen met de begrotingsamenstelling van 2012 bekend kunnen zijn (de inzet zal een verlaging van het tarief zijn).
2.2.5 Groenonderhoud Door te accepteren dat de beeldkwaliteit van het groen minder wordt kan bespaard worden op de kosten voor groenonderhoud. Verlagen maaifrequenties Verlagen frequentie onkruidbestrijding in plantvakken Randen uitmaaien i.p.v. schoffelen Verlagen maaifrequentie In huidige situatie worden de gazons 26 keer per jaar gemaaid Bij het uitbesteden is gerekend met 23 keer per jaar.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
57(106)
Door frequentie te verlagen naar 20 keer per jaar is een besparing van € 11.000 per jaar mogelijk. Nadeel teruggang in beeldkwaliteit. Langer gras en meer hopen bij het maaien en meeslepen van gras op de verharding. Verlagen frequentie onkruidbestrijding in plantvakken In het grootste deel van onze gemeente wordt het onkruid verwijderd door het 7*/jaar schoffelen van het onkruid. Hierdoor wordt over het algemeen een verzorgd beeld gerealiseerd. ( in termen van beeldkwaliteit overeenkomend met beeldkwaliteit B). Wanneer de frequentie van schoffelen verlaagd wordt van 7 naar 6 rondes per jaar is een besparing mogelijk van € 10.000 per jaar. De beeldkwaliteit wordt hier mee verlaagd van verzorgd naar redelijk verzorgd. Door de kwaliteit van het groenonderhoud nog verder te verlagen van redelijk verzorgd naar onverzorgd groen is een extra besparing mogelijk van € 10.000 per jaar; (totaal dus € 20.000/jaar).
Uitmaaien randen plantvakken i.p.v. schoffelen Tot op heden wordt in alle plantvakken het onkruid verwijderd d.m.v. het handmatig schoffelen van de vakken. Dit is een arbeidsintensieve en daar kostbare manier van onkruidbestrijding. Een mogelijkheid om te besparen op de kosten voor onkruidbestrijding is door het onkruid in de randen van de plantvakken met de bosmaaier af te maaien. Deze werkwijze zou toegepast kunnen worden in plantvakken langs doorgaande wegen en de grotere plantvakken. De te realiseren besparing is afhankelijk van het niveau van onderhoud in de plantvakken. In vergelijking met de huidige situatie, gebaseerd op 7 schoffelrondes per jaar, levert dit een besparing op van € 37.000 per jaar . Wanneer gekozen wordt om het algehele niveau van onderhoud te verlagen zal de besparing door deze maatregel minder worden. Bij 6 schoffelronden is een besparing van ± € 30.000 per jaar mogelijk. Bij een frequentie van 5 ronden per jaar is nog een besparing van ± € 23.000 per jaar mogelijk. Nadeel: Beeld verandert; randen geen zwarte grond maar vergrassen.
Chemische bestrijding in plantvakken gecombineerd met schoffelen Een andere mogelijkheid om te besparen op de onkruidbestrijding in plantvakken is het gebruik van chemische onkruidbestrijding. In de huidige situatie worden alle plantvakken 7 * per jaar geschoffeld. Bij gebruik van chemische middelen zou gekozen kunnen worden om 2*/jaar te spuiten en 2*/jaar te schoffelen. Dit levert in vergelijk met de huidige situatie een besparing op van € 50.000 per jaar Nadeel: belasting van het milieu
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
58(106)
2.2.6 Verwijderen zwerfvuil In de huidige situatie besteed de gemeente structureel 2 dagen per week aan het verwijderen van zwerfvuil in de openbare ruimte. Gekozen kan worden om de inzet op het verwijderen van zwerfvuil te beperken. In de communicatie zullen inwoners gewezen moeten worden op de eigen verantwoordelijkheid om de openbare ruimte schoon en leefbaar te houden. Wanneer de inzet van de gemeente met 1 dag per week verminderd wordt is een besparing mogelijk van € 16.000/jaar. Nadeel: kans op toename zwerfvuil in de openbare ruimte.
2.3 Activiteiten en/of voorzieningen te laten vervallen Bij de eerste bezuinigingsvoorstellen om de begroting van 2011 sluitend te krijgen zijn de volgende voorstellen gedaan: 1. Sluiten Volière Dreespark € 7.000/jaar 2. Laten vervallen hanging baskets Kerkbuurt € 10.000/jaar 3. Opheffen van de Waterbus € 64.000/jaar
product Voorzieningen t.b.v. de waterbus (P096).
- Vervallen regiobijdrage: - verkoop ponton en steiger - vervallen onderhoudsvoorziening - overige jaarbudget vervalt - vervallen baggerbudget Middeldiep Totaal
2012 2013 € 44.075 € 44.075 € 100.000 € 90.000 € 20.080 € 20.080 € 16.000 -
2014 € 44.075 € 20.080 -
2015 € 44.075 € 20.080 -
€ 271.155 € 64.155
€ 64.155
€ 64.155
De raad heeft voor de begroting van 2011 alleen het voorstel om de hanging baskets in de Kerkbuurt te laten vervallen overgenomen. De andere twee voorstellen zijn niet overgenomen. Wanneer in de toekomst blijkt dat de financiële positie dusdanig is dat ook minder wenselijke maatregelen onvermijdelijk zijn om de begroting sluitend te krijgen, dan zouden deze voorstellen opnieuw in overweging genomen kunnen worden.
2.4 Het toepassen van onderhoudsarmere inrichting van de openbare ruimte Vervangen perkgoed door vaste planten op rotonde’s De rotonden binnen onze gemeente zijn de parels binnen het openbaar groen. In het vroege voorjaar zorgen de bloembollen voor een kleurrijke explosie. In de zomer staat het perkgoed uitbundig te bloeien. Deze vorm van inrichten is zeer arbeidsintensief en duur. De kosten voor arbeid en de aanschaf van het perkgoed zijn hoog. Een besparing kan worden gerealiseerd door de rotonden in te planten met vaste planten. Wanneer gekozen wordt voor een gevarieerde beplanting kan er vanaf het voorjaar tot in de
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
59(106)
late herfst een kleurrijk beeld worden gerealiseerd. In vergelijking met de huidige situatie minder “explosief” maar een constanter beeld gedurende een langere periode in het jaar. Op onderstaande locaties zou dit kunnen worden toegepast: Rotonde Stationsweg/Stationsplein Rotonde Stationsweg/Deltalaan/Thorbeckelaan Rotonde Thorbeckelaan/Lijsterweg Rotonde Thorbeckelaan/Hopper Plantvak Thorbeckelaan/Vogelenzang Plantvak bij busstation Burg. Winklerplein Door te kiezen voor vaste beplanting is een besparing van € 26.000/ jaar mogelijk (1e jaar i.v.m. omvormingskosten € 10.000 vanaf 2 e jaar € 26.000). Voorgesteld wordt om het perkgoed bij het herdenkingsmonument te handhaven.
2.5 Het realiseren van inkoop- en aanbestedingsvoordelen Dit punt wordt in dit voorstel niet verder uitgewerkt.. Onder punt 2.1 is gerekend met aanbestedingsprijzen, de te realiseren besparingen is onder dit punt verwerkt. Ook in de huidige situatie worden er al zaken regionaal op Drechtsteden niveau aanbesteed (bv. Aankoop plantmaterialen (bomen en heesters) en de verwerking van groenafval). De voordelen die hier mee behaald zijn worden of zijn al verwerkt in de beheerbegroting. In het kader van regionale samenwerking (2.6) wordt onderzocht of er door middel van regionale inkoop- en aanbestedingen nog meer besparingen te realiseren zijn. Op dit moment is het niet mogelijk om een inschatting te maken welke voordelen hier mee te realiseren zijn.
2.6 Regionale samenwerking In het kader van het regionale innovatieprogramma Drechtsteden is een project gestart “gewoon samen” binnen dit project wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om te besparen door regionaal samen te werken en regionaal in te kopen en aan te besteden. De uitkomsten van dit regionale project zijn nog niet bekend en worden in dit ombuigingsvoorstel buiten beschouwing gelaten.
2.7 Terugleggen van verantwoordelijkheden bij de bewoners (civil society) In het kader van burgerparticipatie wordt onderzocht welke (besparings)mogelijkheden er zijn bewoners verantwoordelijk te maken voor een deel van het onderhoud van de openbare ruimte. Op basis van ervaringen blijkt dat burgerparticipatie vooral een middel is om de tevredenheid van de bewoners te vergroten door bewoners meer te betrekken in de keuzes die gemaakt worden. In de praktijk blijkt dat het realiseren van besparing op onderhoudskosten niet of slechts beperkt mogelijk is. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat het Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
60(106)
werkpakket dat overgedragen kan worden aan bewoners zeer beperkt is en dat de begeleidingskosten/regiekosten hoog zijn. Ter illustratie: Wanneer alle schoffelwerkzaamheden van plantvakken die binnen woonwijken liggen (de plantvakken waar een directe relatie is tussen woningen en het plantvak) volledig aan de bewoners zou worden teruggeven zou een besparing van € 68.000 per jaar mogelijk zijn. Deze besparing is alleen mogelijk wanneer alle bewoners in laagbouw mee zouden willen werken. In het kader van de bezuinigingen lijkt dit vooralsnog geen reële bijdrage te kunnen leveren. In de berekening van de totale besparingen wordt deze besparing niet meegenomen! Het grootste deel van de onderhoudswerkzaamheden kan niet bij de bewoners worden neergelegd omdat de gemeente verantwoordelijk blijft voor de veiligheid (bv..wegen, bomen, speelvoorzieningen) en dat een groot gedeelte van de kosten besteed worden aan bovenwijkse voorzieningen zoals hoofdgroenstructuur, doorgaande wegen etc. Om te voorkomen dat er kapitaalvernietiging optreedt moet de gemeente er voor zorgen dat geborgd wordt dat het kapitaal duurzaam in stand wordt gehouden.
Knotten van bomen door bewoners/verenigingen Binnen onze gemeente staan +/- 1200 knotwilgen. Een mogelijkheid is om een groot deel van de knotwerkzaamheden uit te laten voeren door bewoners en/of verenigingen. Wanneer er voor gekozen wordt om het knotten van de bomen door bewoners uit te laten voeren, waarbij de gemeente een tractor met versnipperaar, kar en chauffeur beschikbaar , is een besparing mogelijk op het onderhoud openbaar groen van +/- € 25.000 per jaar. Er kan gekozen worden om dit bedrag volledig uit te keren aan de verenigingen die deze werkzaamheden uitvoeren. Het is dan geen besparing op de onderhoudskosten van het groen. Het geeft wel de mogelijkheid om te korten op gemeentelijke bijdragen (subsidies) die verenigingen terug kunnen verdienen door het leveren van een inspanning.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
61(106)
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Totaal te realiseren financiële besparingen onderhoud en beheer Openbare Ruimte: 2011 Inkrimpen buitendienst Plantsoenen en 2.1.1 meer uitbesteden
2012
2013
2014
2015
€ 90.000
€ 185.000
€ 225.000
€ 225.000
2.1.2 Inkrimpen buitendienst Weg- en Waterbouw
€ 39.000
€ 75.000
€ 125.000
€ 125.000
€ 125.000
Samenvoegen werfploeg(PL) en 2.1.3 stratenmakerploeg(WW)
€ 25.000
€ 35.000
€ 35.000
€ 35.000
€ 35.000
PM
€ 15.000 PM
€ 30.000 PM
€ 30.000 PM
€ 30.000 PM
€ 132.000 PM
PM € 11.000 € 10.000 € 10.000
€ 132.000 PM € 35.000 € 5.000 € 7.500 PM € 11.000 € 10.000 € 10.000
€ 132.000 PM € 35.000 € 5.000 € 7.500 PM € 11.000 € 10.000 € 10.000
€ 132.000 PM € 70.000 € 5.000 € 7.500 PM € 11.000 € 10.000 € 10.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 13.000 € 16.000 € 7.000 € 270.000 € 10.000 Pm Pm Pm
€ 13.000 € 16.000 € 7.000
€ 13.000 € 16.000 € 7.000
€ 13.000 € 16.000 € 7.000
€ 64.000 € 26.000 Pm Pm Pm
€ 64.000 € 26.000 Pm Pm Pm
€ 64.000 € 26.000 Pm Pm pm
€ 714.000
€ 715.500
€ 755.500
€790.500
2.1.4 Riool onderhoud 2.1.4 samenwerking met het IBD Straatreiniging: Onkruidbestrijding op verharding middels DOB (chemisch) Ongediertebestrijding Periodiek onderhoud wegen Bruggen Openbare Verlichting Riolering Verlagen maaifrequenties gazons Verlagen schoffelfrequentie van 7 naar 6 Verlagen schoffelfrequentie van 6 naar 5 Randen uitmaaien i.p.v. schoffelen (o.b.v. 6 2.2.5 schoffelronden) 2.1.5 2.1.6 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.5 2.2.5
PM
Extra besparing chemische onkruidbestrijding in plantvakken (bovenop besparing door te maaien i.p.v. te 2.2.5 schoffelen) 2.2.6 Beperken verwijderen zwerfvuil 2.3 Volière Dreespark 2.3 Waterbus 2.4 Vervangen Perkgoed door vaste planten 2.5 Inkoop- en aanbesteding 2.6 Regionale samenwerking 2.7 Terugleggen bij bewoners/verenigingen Totaal te realiseren besparingen:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
€ 64.000
62(106)
4.
Weergave van de organisatorische opbrengst
In dit ombuigingsvoorstel is als uitgangspunt genomen de huidige organisatie en het huidige personeelsbestand. Gezocht is naar mogelijkheden die realiseerbaar zijn en sociaal verantwoord. Inkrimpen van de personele bezetting wordt voorgesteld door gebruik te maken van het niet invullen van vacatures bij natuurlijk verloop. Daarnaast wordt bespaard door het beperken van de inhuur van externe arbeidskrachten. Het voordeel van deze aanpak is dat de afdelingen gefaseerd, in een relatief kort tijdsbestek, toe kunnen groeien naar een optimale organisatievorm voor het beheer- en onderhoud van de openbare ruimte. Voor de eigen medewerkers is het voordeel van deze aanpak dat het niet bedreigend is en dat de medewerkers mee kunnen groeien naar een organisatie die van puur uitvoerend naar een meer servicegerichte en regievoerende organisatie. De verwachting is dat door te kiezen voor deze aanpak het draagvlak en de inzet van de medewerkers groot zal zijn. Daarnaast zijn de risico’s dat er zaken (volledig) misgaan zeer beperkt, doordat er een grote mate van bijstellen in de uitvoering mogelijk blijft.
5.
Uitvoering en implementatie
De besparingen die gerealiseerd worden door de organisatie van de werkzaamheden te veranderen is een bevoegdheid van het college van B&W. De raad zal een besluit moeten nemen over: 1. De keuze om de kwaliteit van het onderhoud te verlagen 2. Het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen 3. Het laten vervallen van activiteiten en voorzieningen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
63(106)
Ombuigingsvoorstel 8: Verbonden partijen Bestuurlijk verantwoordelijk: J. Tanis Ambtelijk verantwoordelijk: M.J. Verhoef Versie: 1 december 2010
1.
Beschrijving huidige situatie
Anno 2010 zijn de verbonden partijen belangrijke partners van de gemeente. Om een beeld te krijgen van de bedragen die “doorgesluisd” worden naar de verbonden partijen volgt hierna een opsomming:
Naam GRD, inwonerbijdrage Bureau Drechtsteden GRD, bedrag per fte aan OCD GRD, bedrag per fte aan SCD (basispakket) GRD, bedrag per werkplek aan SCD GRD, bijdrage in apparaatskosten SDD GRD, bijdrage obv aanslagregels GBD GRD, bijdrage "Wonen" GRD, Voorrangs- en Klachtencommissie GRD, stelpost compensatie kostenindexering GRD, energieprogramma Drechtsteden GRD, uitvoering Wet Educatie en Beroepsonderwijs GRD, Regionaal Platform Verkeersveiligheid GRD, Kinderopvang GRD, Participatiebudget GRD, Bijstandsverlening GRD, WMO Huishoudelijke hulp GRD, WMO uitvoeringskosten GRD, WMO Hulpmiddelen GRD, Minimabeleid GRD, Schuldbemiddelen en Budgetadvies GRD, Waterbus GRD, Walstroom GRD, bedrag per inw in IPA-fonds GR ZHZ, Regiostaf GR ZHZ, GGD inwonerbijdrage GR ZHZ, jeugdpreventieteam GR ZHZ, bureau Leerplicht GR Omgevingsdienst ZHZ, inw bijdrage milieu GR Omgevingsdienst ZHZ, milieu-taken GR Veiligheidsregio ZHZ GR Logopedische Dienst, bijdrage per inwoner GR Drechtwerk, bedrag per werknemer in het tekort GR Drechtwerk, doorbetaling rijksvergoeding GR Drechtwerk, groeps- en individueel vervoer Drechtwerk
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
Primaire begroting 2011 237.000 102.000 1.426.000 305.000 1.253.000 509.000 35.000 11.000 -78.000 12.000 5.000 5.000 27.000 1.283.000 3.638.000 2.332.000 86.000 1.168.000 255.000 2.000 57.000 7.000 130.000 68.661 338.371 13.073 74.180 86.783 319.916 261.272 63.921 265.000 3.092.262 20.000
64(106)
GR De Hollandse Biesbosch
2.
149.722
Beschrijving van het voorstel
In verband met de bezuinigingen waar de gemeente voor staat en die voor een deel opgelegd worden door het Rijk, is het redelijk een deel van de taakstelling aan de verbonden partijen op te leggen. De bezuinigingen worden door de GR’en, bij voorkeur, gerealiseerd d.m.v. een doorlichting, waarbij op de inhoud gekeken wordt naar mogelijkheden voor vernieuwingen, kwaliteits- en efficiencyverbeteringen en kostenbesparingen. Om een richting mee te geven aan een bijdrage van de GR’en in de bezuinigingen wordt indicatief ingezet op een percentage van 10% op de reguliere financiering (totale omvang van de lastenkant excl. doeluitkeringen). Dit percentage kan aangepast worden als er meer duidelijkheid is over de totale omvang van de bezuinigingen. Gezamenlijk met de andere gemeenten wordt deze beleidslijn uitgedragen.
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Ten aanzien van de opbrengsten van de bezuinigingen wordt voorlopig uitgaan van de volgende bedragen. Het gaat hierbij om besparingen ten opzichte van de geraamde bijdragen in de meerjarenramingen van de gemeentebegroting 2011.
Nr 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Verbonden partij GR Drechtsteden, excl. doeluitkeringen AF: reeds verwerkt in de gemeentebegroting GR ZHZ, Regiostaf GR ZHZ, GGD GR ZHZ, Bureau Leerplicht GR Veiligheidsregio ZHZ GR Omgevingsdienst ZHZ, inw bijdrage GR Omgevingsdienst ZHZ, milieu-taken GR Logopedische Dienst GR Drechtwerk, bedrag per werknemer GR Hollandse Biesbosch Totaal
Ombuigingstaakstelling 2012 2013 2014 2015 100.000 200.000 300.000 400.000 -78.000 -78.000 -78.000 -78.000 7.000 7.000 7.000 7.000 34.000 34.000 34.000 34.000 7.000 7.000 7.000 7.000 26.000 26.000 26.000 26.000 8.000 8.000 8.000 8.000 16.000 31.000 31.000 31.000 pm pm pm pm 0 0 0 0 4.000 8.000 11.000 15.000 120.000 235.000 335.000 435.000
Toelichting: 3.1
GR Drechtsteden
In 2010 is bij de GRD een project Brede Doorlichting gestart om tot bezuinigingen te komen. Tegelijkertijd ligt er een forse druk op de organisatiekosten van de GRD vanwege interne taakstellingen zoals de VIP-SCD, de ketenkorting SDD en de structurele “netwerk-kosten” waarvoor nog geen dekking in de GRD-begroting is. Voorgesteld wordt om voorlopig uit te gaan van de volgende fasering van een taakstelling ad 10%: 2,5 % in 2012, 5% in 2013, 7,5% in 2014 oplopend tot 10% vanaf 2015.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
65(106)
In de begroting 2011 van de GRD, besluit Drechtraad in juni 2010, is een gedeelte van de opbrengst 2011 van de taakstelling Brede Doorlichting ingezet ten gunste van de bijdragen van de gemeenten (compensatie loon- en prijsstijgingen in 2011). Voor Sliedrecht is het een structureel bedrag ad € 78.000 vanaf 2011. Hiermee is reeds een gedeelte van de taakstelling ingeboekt. 3.2/3.6 Inwonerbijdragen Regio ZHZ, Veiligheidsregio en Omgevingsdienst Het Algemeen Bestuur van ZHZ heeft op 29 september 2010 besloten tot een taakstellende bezuinigingsopgave van 5% in 2011, oplopend tot 10% vanaf 2012 voor de gemeenschappelijke regelingen. Het dagelijks bestuur van ZHZ zal de 19 gemeenten nog nader informeren over de uitwerking van de bezuinigingen. 3.7 Omgevingsdienst ZHZ, milieutaken Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst heeft besloten de directeur van de Omgevingsdienst op te dragen om, in overleg met de gemeenten en de Bestuurscommissie, voorstellen te doen voor een vermindering van de uitvoering van taken. Hiermee moet een bezuiniging per 2012 van 5% oplopend tot 10% vanaf 2013 mogelijk gemaakt worden. De opdrachtgevende gemeenten moeten daarbij wel aangeven welke taken zij niet meer uitgevoerd wensen te zien. Een randvoorwaarde bij deze bestuursopdracht is dat de terugverdientijd van de aanloopkosten niet langer wordt dan 3 jaar. 3.8
GR Logopedische Dienst ZHZ
Geen wettelijke taak. Ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Alblasserdam, Giessenlanden, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Sliedrecht en Zederik. Bijdrage 2011 aan Gemeenschappelijke Regeling: € 63.291,--. Maatschappelijk belang: Verantwoordelijkheid ouders. Met betrekking tot Gemeenschappelijke Regelingen is aangegeven, dat sprake moet zijn van een bezuiniging van 10% vanaf 2015. Dit geldt derhalve ook voor de Log. Dienst. In het overleg met de directies van scholen wordt uitgesproken, dat de kosten naar hun mening vrij hoog zijn en dat zeker 50% bezuinigd kan worden wanneer de scholen zelf op oproepbasis logopedie inschakelen. Gelet op het gestelde in de Regeling is de eerste mogelijkheid voor uittreding 1 januari 2016! Voorwaarde daarbij is dat een uittredingssom over de periode 2016 tot en met 2020 wordt betaald. 3.9 GR Drechtwerk Inmiddels hebben we de beschikking over een aangepaste begroting van Drechtwerk voor 2011. Als gevolg van een lagere SWV-subsidie wordt een nadeliger begrotingsresultaat verwacht. Er moet rekening worden gehouden - op basis van ongewijzigd beleid - met een extra jaarlijkse bijdrage van Sliedrecht. Voorlopig houden we daarom geen rekening met een besparing op de bijdrage aan Drechtwerk. 3.10 GR Hollandse Biesbosch In de begroting 2011 van deze GR wordt aangegeven dat het schap de opdracht heeft te onderzoeken welke bijdrage het schap kan leveren in het kader van de brede doorlichting in de vorm van bezuinigingen. Er is een werkgroep geformeerd welke in 2010 zal onderzoeken welke bezuinigingsmogelijkheden (in brede zin) aan de orde zijn. Tegelijkertijd is geconcludeerd dat eventuele bezuinigingsvoorstellen op z'n vroegst tot uiting kunnen komen in de begroting van het Parkschap 2012.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
66(106)
Op 6 december 2010 heeft de Gemeenteraad een motie aanvaard waarmee aan het College wordt opgedragen zich in te spannen een bezuiniging van 30% op de bijdrage van de Gemeente Sliedrecht te bewerkstelligen.
4.
Risicoparagraaf
De volgende risico’s kunnen er voor zorgen dat onze doelstellingen niet volledig worden gehaald: 1. GR Drechtsteden. a. Het realiseren van een financiële taakstelling op de personeelskosten van de GRD betekent een forse afbouw van de personeelsformatie. De kosten die daardoor voortvloeien uit het sociaal plan zijn aanzienlijk. b. Indien het rijk haar voornemen gestand doet zullen de doeluitkeringen van de SDD flink dalen. Dit leidt bij ongewijzigd beleid tot tekorten. Het risico bestaat dat de tekorten ten laste van de gemeenten komen. Er wordt momenteel ingezet op het vinden van besparingsmogelijkheden binnen de gehele SDD-begroting. In hoeverre en met welk tijdpad dat te realiseren is blijft echter een risico. 2. GR Omgevingsdienst ZHZ. Een randvoorwaarde bij deze bezuiniging is dat de terugverdientijd van de aanloopkosten niet langer wordt dan 3 jaar. Gezien de onzekerheden op het gebied van de bedrijfsvoering van de milieutaken in de nieuwe Omgevingsdienst is er een risico dat de taakstelling niet direct in 2012/2013 wordt gerealiseerd.
5.
Uitvoering en implementatie
5.1 GR Drechtsteden. Het Drechtstedenbestuur heeft in haar vergadering van 26 november 2010 besloten het uitgangspunt van evenredigheid conform de regionale uitgangspuntennotitie als opdracht te beschouwen in het kader van bijdragen in de bezuinigingen. 5.2 GR Regio ZHZ / GR Veiligheidsregio. In de brief dd 14 oktober 2010 stelde het dagelijks bestuur voor om rekening te houden met een structurele bijdrage van € 2 per inwoner ter oplossing van de problematiek zoals beschreven in de zogenoemde Eindrapportage. In de brief werd tevens aangekondigd dat de gemeenten nader zouden worden geïnformeerd over de financiële uitwerking van dit voorstel in relatie tot de bezuinigingen. Na ontvangst van de informatie over de financiële uitwerking zal het overzicht van paragraaf 3 (Weergave financiële opbrengst) worden geactualiseerd. 5.3 GR Omgevingsdienst ZHZ. Er zal in de komende maanden overleg zijn met de gemeente (afdeling ROBM) en de Bestuurscommissie om tot voorstellen te komen tot een vermindering van de uitvoering van milieutaken. 5.4 GR Logopedische dienst. In week 48/2010 is een brief verzonden aan het dagelijks bestuur van de GR Logopedische Dienst over een taakstellende bezuinigingsopgave van 10%. In de brief is het gezamenlijke standpunt en gehanteerde uitgangspunt van de Drechtsteden verwoord en wordt aan de verbonden partij gevraagd welke maatregelen de verbonden partijen treft voor een evenredige bijdrage aan de bezuinigingen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
67(106)
5.5 GR Drechtwerk. In week 48/2010 is een brief verzonden aan het dagelijks bestuur van de GR Drechtwerk over een taakstellende bezuinigingsopgave van 10%. In de brief is het gezamenlijke standpunt en gehanteerde uitgangspunt van de Drechtsteden verwoord en wordt aan de verbonden partij gevraagd welke maatregelen de verbonden partijen treft voor een evenredige bijdrage aan de bezuinigingen. 5.6 GR Hollandse Biesbosch. In week 48/2010 is een brief verzonden aan het dagelijks bestuur van de GR Hollandse Biesbosch over een taakstellende bezuinigingsopgave van 10%. In de brief is het gezamenlijke standpunt en gehanteerde uitgangspunt van de Drechtsteden verwoord en wordt aan de verbonden partij gevraagd welke maatregelen de verbonden partijen treft voor een evenredige bijdrage aan de bezuinigingen.
Op 6 december 2010 heeft de Gemeenteraad een motie aanvaard waarmee aan het College wordt opgedragen zich in te spannen een bezuiniging van 30% op de bijdrage van de Gemeente Sliedrecht te bewerkstelligen.
6.
Coördinatie en bewaking
De bewaking van de realisatie van de opbrengsten van de bezuinigingen ligt in handen van de betreffende budgethouders. De coördinatie bij de afdeling P&C.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
68(106)
Ombuigingsvoorstel 10: Financieel Bestuurlijk verantwoordelijk: J.P. Tanis Ambtelijk verantwoordelijk: R.C. Penning Versie: 17 december 2010
1.
Beschrijving van de huidige situatie
1.1 Opdracht In het kader van de Brede Doorlichting is een aantal onderwerpen geselecteerd dat verder onderzocht moet worden. Eén van deze onderwerpen is het benutten van financieel technische mogelijkheden, bijvoorbeeld het verlengen afschrijvingstermijnen. Maar hieronder vallen ook het begrotingsproces als geheel en de wijze van behandelen van bepaalde posten.
1.2 Beschrijving huidige situatie en context De gemeente Sliedrecht heeft haar beleid, betreffende de technische verwerking van het opstellen van de jaarrekening, vastgelegd in de nota gemeentelijke balans. Hierin is onder andere vastgelegd hoe bezittingen gewaardeerd dienen te worden (waaronder vaste activa en vorderingen). Daarnaast zijn hierin ook de beschikkingscriteria vastgelegd betreffende de onttrekkingen en stortingen in de reserves en voorzieningen. Behalve zaken die vastgelegd zijn in het beleid, zijn er onderdelen binnen de P&C-cyclus die niet zijn vastgelegd. Een voorbeeld daarvan is de wijze van begroten, een voorschrift over de hoogte van begrotingsposten. Hierdoor bestaat het vermoeden dat er in sommige budgetten rekening wordt gehouden met marges (voor risico en zekerheid). Een gevolg hiervan kunnen de jaarlijkse overschotten in de programmarekening zijn. Een ander voorbeeld hiervan is de manier waarop wordt omgegaan met dividendopbrengsten. Deze (niet altijd zekere) opbrengsten worden nu als opbrengst in de begroting opgenomen. Voor één van deze opbrengsten wordt sinds de zomernota 2006 een eigen berekeningsmethodiek toegepast.
1.3 Beoogde doelen 1. Aanscherping van de regels in de nota gemeentelijke balans; 2. Door het reëler begroten een meer evenwichtige begroting op te stellen; 3. Afspraken maken over de besteding van dividendopbrengsten, waarbij de exploitatie niet afhankelijk is van deze dividendopbrengsten;
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
69(106)
4. Onderzoeken in hoeverre een andere aanpak van de P&C-cyclus en de uitwerking daarvan mogelijk en gewenst is; 5. Aanpassen van de P&C cyclus: waarbij nadrukkelijk gebruik wordt gemaakt van de paradigmaverschuiving van wantrouwen naar vertrouwen en verantwoordelijkheid (met minder mankracht).
2.
Beschrijving van het voorstel
2.
Beschrijving van het voorstel
2.1 Wijzigen afschrijvingstermijnen en restwaarde De gemeente Sliedrecht beschikt over diverse materiële vaste activa. Deze activa wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde minus afschrijvingen. De activa bestaan uit de volgende hoofdgroepen:
Materiële vaste activa gemeente Sliedrecht: Boekwaarde
Materiële vaste aciva Erfpachtgronden Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en instalaties Overige materiële vaste activa
196.000 2.337.000 69.000 37.975.000 10.818.000 939.000 1.351.000 1.226.000 54.911.000
Afschrijvings lasten 2009
5.000 1.037.000 645.000 170.000 173.000 209.000 2.239.000
Jaarlijks wordt er een bedrag van € 2.239.000 aan afschrijvingslasten ten laste van de exploitatierekening gebracht. Per actief wordt er een af te schrijven bedrag berekend. Het af te schrijven bedrag wordt berekend door de aanschafwaarde te delen door de levensduur in jaren, hierbij wordt nimmer rekening gehouden met een restwaarde. Voor activa met een korte of middellange levensduur is dit terecht, doorgaans heeft een dergelijk actief aan het eind van zijn levensduur nog nauwelijks een opbrengstwaarde. Hoe anders is dit voor activa met een lange levensduur zoals woonruimten en bedrijfsgebouwen. Met dit voorstel wordt getracht hier verandering in te brengen. Erfpachtgronden, gronden en terreinen Hierover wordt niet afgeschreven, doch enkel rente toegerekend aan de exploitatie. Hiervan wordt voorgesteld dit niet te wijzigen. Woonruimten De gemeente Sliedrecht beschikt over circa 15 gemeentewoningen en een tweetal woonwagens. De gemeentewoningen staan met een boekwaarde van € 22.000 op de balans en
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
70(106)
de woonwagens voor € 47.000. De woonwagens zullen aan het einde van hun levensduur nog nauwelijks restwaarde hebben, de afschrijving hierop wordt niet gewijzigd. Hoe anders is dit voor de gemeente woningen. De afgelopen jaren zijn er diverse gemeentewoningen verkocht voor bedragen tussen de € 100.000 en € 200.000. Kortom de gemeentewoningen die nu nog in bezit zijn van de gemeente hebben een hogere marktwaarde dan het bedrag van de boekwaarde. Ook de WOZ-waarde van de woningen zijn hoger dan de boekwaarde. Voorgesteld wordt om op gemeentewoningen een restwaarde in te voeren. Dit bespaart een bedrag van circa € 3.000. Het gaat hier om nog enkele woningen, de meeste gemeentewoningen zijn reeds volledig afgeschreven. Nog onderzocht kan worden om de boekwaarde te verhogen. Voorstel: invoeren restwaarde op gemeentewoningen (maximaal 25% van de marktwaarde WOZ-waarde). Dit bespaart jaarlijks € 3.000. NB. Bij de verkoop van deze woningen verlaagt de restwaarde wel de netto opbrengst.
Bedrijfsgebouwen De boekwaarde ad € 38.000.000 van de bedrijfsgebouwen bestaat uit: 1. 2. 3. 4.
Schoolgebouwen Sportaccommodaties Gemeentekantoor + westvleugel Overige accommodaties
€ 17.800.000 € 5.700.000 € 12.200.000 € 2.400.000
1. Schoolgebouwen De schoolgebouwen hebben een aanschafwaarde van € 26.100.000 en het jaarlijkse bedrag van de afschrijving bedraagt circa € 620.000. Door het invoeren van een restwaarde, een bedrag van circa € 5.000.000 (25% van de aanschafwaarde/stichtingskosten) is reëel, kunnen de jaarlijkse afschrijvingen met circa € 95.000, omlaag gebracht worden. De kosten van onderwijshuisvesting worden gedekt vanuit de voorziening huisvesting onderwijs. Door het invoeren en het wijzigen van afschrijvingstermijnen kan een bedrag van € 95.000 bespaard worden op de storting in de voorziening huisvesting onderwijs. Voorgesteld wordt om dit te betrekken bij opdracht 11 Onderwijs. 2 Sportaccommodaties De sportaccommodaties hebben een aanschafwaarde van € 9.000.000 en het jaarlijkse bedrag van de afschrijving bedraagt circa € 196.000. Driekwart van dit bedrag heeft betrekking op het Bronbad/Sporthal en zalencentrum De Lockhorst. De sporthallen (De Stoep, De Valk en het Crayenest) vullen het afschrijvingsbedrag aan. Voorgesteld wordt om een restwaarde van € 3.200.000 in te voeren. De kapitaallast zal hierdoor met circa € 36.000 afnemen. 3 Gemeentekantoor + Westvleugel De aanschafwaarde voor deze gebouwen is € 13.400.000 en de afschrijving bedraagt in 2010 circa € 199.000, voornamelijk op basis van annuïteiten. De grondkosten zijn niet apart in de aanschafwaarde opgenomen. Voorgesteld wordt om voor dit object wel een restwaarde in te voeren. Een restwaarde van € 3.200.000 (25% van de stichtingskosten) is niet onredelijk. Hierdoor zullen de kapitaallasten met circa € 28.000 afnemen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
71(106)
4 Overige accommodaties De overige accommodaties bestaan uit vooral het Raadhuis en de Brandweerkazerne. De aanschafwaarde van deze panden zijn al volledig afgeschreven. De huidige lasten hebben vooral betrekking op verbouwingen en /of uitbreidingen. Nog bezien moet worden of het reëel is hiervoor een restwaarde in te voeren.
Voorstel: invoeren restwaarde op sportaccommodaties, gemeentekantoor en de westvleugel van in totaal € 4.700.000. Dit bespaart jaarlijks € 64.000. De verlaging van de kapitaallasten voor de onderwijshuisvesting te bezien bij opdracht 11 onderwijs, waarbij ook de Voorziening Huisvesting Onderwijs wordt betrokken een besparing van circa € 95.000 kan hier gerealiseerd worden. Ten aanzien van het raadhuis en de brandweerkazerne gelden dat beide gebouwen volledig financieel zijn afgeschreven. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Verruit heet grootste deel heeft betrekking op rioleringswerkzaamheden. De kapitaallasten hiervan worden gedekt uit de opbrengst van rioolrechten. Het invoeren van een restwaarde heeft dan ook geen effect op de exploitatie. Bovendien zijn de afschrijvingen hier al op 40 jaar gesteld. De toezichthouder (provincie) heeft al eens laten weten dat zij deze termijn aan de lange kant vinden. Onze eigen ervaringscijfers laten zien dat een langere termijn (60 jaar) op sommige plaatsen wel haalbaar is. Voorstel, gezien de zienswijze van de toezichthouder en het budgetneutrale karakter van deze post op de exploitatie, kan de invoering van een restwaarde of een verlenging van de afschrijvingtermijn achterwege blijven. Ten aanzien van nieuwe wegen of de onderhoudswerkzaamheden daaraan, kan worden overwogen de grond onder de wegen te activeren als actief met maatschappelijk nut en vervolgens kan hierop worden afgeschreven. In de jaren 80 is dat bij sommige projecten ook gedaan (wandelboulevard, parkeergelegenheid Station ed.). Voordeel is dat de kosten niet direct drukken op de exploitatie/reserves/voorzieningen en dat de kosten worden uitgesmeerd over meerdere jaren. Nadeel is wel dat de kapitaalslasten langere tijd blijven drukken op de exploitatie// reserves/ voorzieningen. Deze methode met ingang van 2011 toegepast worden. Dit zal overigens geen direct voordeel genereren ten aanzien van de exploitatie, wel kunnen de stortingen in de voorzieningen hierdoor aangepast worden.
Voorstel: geen invoering van een restwaarde op bestaande werken / of verlenging van de afschrijvingstermijn. Voorstel is om dit met ingang van de werken in 2011 en de aanleg van wegen, rotonde‘s, pleinen etc. toe te gaan passen. Dit kan dan gaan gelden voor de grotere projecten zoals (turbo) rotonde afrit a15 bij Baanhoek-West, Kwadrantenknooppunt etc.
Vervoermiddelen Een drietal voertuigen van de brandweer met een boekwaarde van € 300.000 hebben een afschrijvingstermijn van 15 jaren en er rust geen restwaarde op deze voertuigen. Hierop wordt
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
72(106)
circa € 35.000 per jaar afgeschreven. De levensduur van 15 jaar is al lang vergeleken met onze overige voertuigen. Vooralsnog hier geen wijziging aanbrengen. Voor wat betreft de overige voertuigen, met een boekwaarde van ruim € 600.000, geldt een levensduur van 8 jaar. De jaarlijkse afschrijving bedraagt € 135.000. Uit ervaringen uit het verleden is gebleken dat we doorgaans langer met de voertuigen blijven rijden. Zolang een voertuig nog niet is opgereden wordt hij niet vervangen. Het voordeel wat hierdoor ontstaat wordt gestort in de Reserve Vervanging Materieel. Deze reserve is met een saldo van circa € 400.000 (per 31-12-2009) redelijk gevuld. Voor een deel worden de kapitaallasten uit deze reserve gedekt. Daarnaast worden de lasten voor de voertuigen van de reiniging (boekwaarde € 430.000 / afschrijving € 75.000) gedekt door de afvalstoffenheffing. Voor de overige voertuigen (boekwaarde € 200.000 / afschrijving € 60.000) kan de afschrijvingstermijn verlengd worden van 8 naar 10 jaar. Dit bespaart op de jaarlijkse afschrijving een bedrag van € 17.000, echter omdat een deel van deze besparing wordt gedekt vanuit de reserve kan deze voor slechts € 8.000 ten gunste van de exploitatie worden gebracht.
Voorstel: Afschrijving voertuigen reiniging en brandweer niet wijzigen. Van de overige voertuigen worden de afschrijvingsjaren met 2 jaar (van 8 naar 10jaar) verlegd. Besparing € 8.000.
Machines, apparaten, installaties en overige materiële vaste activa Het gaat hier om CV-installaties, sofware (basisregistratie), kantoormeubilair, etc. met verschillende afschrijvingstermijnen. In opdracht 2 accommodatiebeleid wordt hier verder op ingegaan. Vooralsnog in deze opdracht geen besparingen op dit onderdeel.
Voorstel: De verlaging van de kapitaallasten voor de Machines, apparaten, installaties en overige materiële vaste activa worden meegenomen bij opdracht 2 accommodatiebeheer.
Risico’s Door het verlengen van de afschrijvingstermijnen of invoering van de restwaarden kan het voorkomen dat een actief bij vervreemding of buiten gebruikstelling niet volledig is afgeschreven. Hierdoor kan het voorkomen dat er een hoger bedrag ten laste van de exploitatie komt. Hiervoor is de volgende oplossing beschikbaar: Voer de methode van de gewijzigde afschrijvingsmethode met terugwerkende kracht in en stort het bedrag dat te veel afgeschreven in een reserve “inhaalafschrijvingen”. Hierdoor is er altijd een fonds beschikbaar voor eerder genoemde calamiteit. Indien dit wordt toegepast is op basis van de tot nu toe herrekende afschrijvingen een bedrag van circa € 1.000.000 (exclusief onderwijs) beschikbaar. Dit bedrag kan oplopen als er ook voor wordt gekozen om de afschrijvingsbedragen van volledig afgeschreven gebouwen toe te voegen. Dit is nog niet inzichtelijk gemaakt. E.e.a. dient nog wel afgestemd te worden met de accountant.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
73(106)
Voorstel: De eerder omschreven afschrijvingsmethode met terugwerkende kracht toepassen en met het saldo een (geblokkeerde) reserve “Inhaalafschrijvingen” te vormen. Voorstel: Onderzoeken in hoeverre dit ook toepasbaar is op al volledig afgeschreven activa.
2.2 Behandeling dividendopbrengsten Jaarlijks worden dividendopbrengsten (Eneco en BNG) ten gunste van de exploitatie begroot en ingeboekt. Deze opbrengsten kunnen fluctueren, zo heeft de BNG in 2007 en 2008 extra dividenden uitgekeerd. Ook de dividendopbrengsten van Eneco zijn de laatste twee jaren lager dan in de jaren daarvoor. Het is niet gewenst of vrijwel onmogelijk hier de begroting op af te stemmen. De aanschafwaarde, kapitaallasten van de aandelen en het verloop van de begrote en werkelijk ontvangen dividend over 2009 en 2010 is als volgt: Aandelen gemeente Sliedrecht AanschafKapitaal waarde lasten Eneco € 830.000 € 41.500 BNG € 71.000 € 3.550 Rom-D. € 163.000 € 8.150 Oasen € 11.000 € 550 Totaal € 1.075.000 € 53.750
€ € € € €
Begroot 2009 2010 819.000 € 385.000 55.000 € 32.000 € 400 € 400 874.400 € 417.400
€ € € € €
Werkelijk 2009 2010 768.000 € 500.000 44.000 € 78.000 € € 812.000 € 578.000
Daarnaast is er de wens om een reserve te vormen voor innovatieprojecten. Dit fonds zou gevoed kunnen worden door de eerder genoemde dividendopbrengsten. Hiermee zouden twee vliegen in één klap worden geslagen. Door het niet meer opnemen van de dividendopbrengsten zou meer evenwicht in de begroting komen, immers je bent niet meer afhankelijk van de dividendopbrengsten. Daarnaast behoeft er geen geld meer te worden onttrokken aan de Algemene Reserve. Voor nieuwe projecten kan dan de innovatiereserve aangesproken worden. De algemene reserve dient dan voor risicodekking. De jaarlijkse kapitaallasten dienen dan nog wel gedekt te worden door de dividendopbrengsten. Praktisch kan dit opgelost worden door de rente te dekken door een onttrekking uit deze reserve. Voor de komende jaren zijn de volgende dividendopbrengsten begroot:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
74(106)
Dividend begroot Eneco BNG Rom-D Oasen Totaal in begrotingen Voorstel te begroten dividend Voordeel meerjarenramingen
€ € € € € € €
2011 202.690 32.000 400 235.090 235.090 -
€ € € € € € €
2012 149.517 32.000 400 181.917 200.000 18.083
€ € € € € € €
2013 57.388 32.000 400 89.788 200.000 110.212
€ € € € € € €
2014 32.000 400 32.400 200.000 167.600
€ € € € € € €
2015 32.000 400 32.400 200.000 167.600
Voorgesteld wordt om met ingang van 2012 jaarlijks € 200.000 (het bedrag dat nu voor 2012 is opgenomen in de meerjarenraming) aan dividendopbrengst te begroten. Dit ter dekking van de exploitatie. Hiermee worden de dividendopbrengsten een vast component in de begroting en is de begroting niet afhankelijk van wisselende inkomsten. Indien het werkelijke dividend hoger uitvalt dan de € 200.000 uit de begroting, dan wordt het surplus gestort in de bovengenoemde reserve innovatiefonds.
Voorstel: De jaarlijkse dividendopbrengsten vast te begroten op € 200.000. Voorstel: Het surplus werkelijk ontvangen dividend, boven de genoemde € 200.000, te storten in de nieuw aan te maken reserve “Innovatiefonds”
2.3 Verkoop Raadhuis Een andere besparingsmogelijkheid is de verkoop van het oude Raadhuis. De jaarlijkse exploitatielasten van het Raadhuis bedragen € 142.000, hier staat een opbrengst tegenover van € 31.000. Door afstoting van dit gebouw wordt er circa € 110.000 aan exploitatielasten bespaard. Daar staat wel tegenover dat er vervangende ruimte gezocht dient te worden voor de raadsvergaderingen, fractieruimten, trouwzaal en overige vergaderruimten. Sommige onderdelen kunnen ondergebracht worden in het gemeentekantoor (trouwzaal en vergaderruimten, wellicht ook de fractieruimten) voor zover daar ruimte beschikbaar is. Voor de raadsvergaderingen kan er ruimte worden gehuurd in het oude raadhuis, het zalencentrum De Lockhorst of wellicht de nieuwe bibliotheek. Dit zou nader onderzocht moeten worden. Uitgaande van een jaarlijkse besparing van € 110.000 en een schatting van € 60.000 voor de huur van vervangende ruimten blijft er een besparing van circa € 50.000. Daarnaast kan de verkoop van het Raadhuis een netto opbrengst genereren. Dit bedrag kan in het innovatiefonds gestort. Voorstel: Verkoop van het oude Raadhuis kan een netto besparing opleveren van € 50.000. Dit bedrag kan oplopen tot circa € 110.000 indien ook de raadvergaderingen in bij voorbeeld het gemeentekantoor plaats kunnen vinden of een ander eigen gebouw (Reling/schoolgebouw?).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
75(106)
2.4 Overige financiële zaken In deze paragraaf volgt een opsomming van nog posten genoemd in de lijst van ruim 400 ideeën die aan deze opdracht zijn toegevoegd, maar niet apart verwerkt. Afkoop pensioenaanspraken voormalige wethouders Sliedrecht betaalt voor een aantal voormalig wethouders of partners nog pensioenen door. Vanaf 2011 gaat dit om een bedrag van € 190.000, voor een deel wordt dit gedekt door de voorziening pensioen aanspraken voormalig wethouders. Het is te overwegen om deze pensioenen onder te brengen bij het ABP. Hiervoor zal er wel een eenmalige storting gedaan moeten worden en deze zal niet volledig gedekt kunnen worden door het saldo van de voorziening. Daarnaast is er nieuwe landelijke regeling in de maak. Wellicht verdient het aanbeveling hierop te wachten.
Voorstel: De nieuwe landelijke regeling afwachten voor de afkoop van de pensioenen. Wel zou afkoop alvast onderzocht kunnen worden.
Aandelen Eneco verkopen De verkoop van de aandelen Eneco levert een besparing op de kapitaallasten op van € 41.500 (zie 2.2). Bij verkoop van deze aandelen, die aan wettelijke regels moet voldoen (voor het bedrijf m.b.t. de infrastructuur aan een medeoverheid) zullen de eerder genoemde opbrengsten (behandeling dividend opbrengsten) niet meer opgenomen worden. Dit heeft een nadelig effect op de exploitatie. Daar staat wel tegenover dat er bij verkoop geld vrijkomt om te investeren in projecten. Wellicht kan de opbrengst toegevoegd worden aan het innovatiefonds
Voorstel: Het college/de raad moet overwegen de Aandelen Eneco wel of niet vervreemden.
Afromen reserves en voorzieningen Het afromen van voorzieningen zal niet zomaar gedaan kunnen worden, immers de voorzieningen worden gebruikt voor voorzienbare toekomstige uitgaven (voorschrift BBV). In 2009 zijn is er al eens een onderzoek gedaan naar de reserves van de gemeente en als gevolg daarvan zijn enkele reserves afgeroomd. Het is niet waarschijnlijk dat er dus nu nog eens een bedrag kan vrijvallen. Bovendien beïnvloedt dit de exploitatie eenmalig en levert dus geen structureel voordeel op. Kostentoerekening Diverse opmerkingen zijn gemaakt over het toerekenen van kosten. Vooral de toename van de kosten van het opstellen van de programmarekening en –begroting is meerdere malen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
76(106)
genoemd. Dit betreffen echter kosten van de organisatie (inclusief SCD) die slechts worden toegerekend. Om hierop een besparing in te boeken dienen de kosten van de kostendragers verlaagd te worden. Dat dient te geschieden door de verlaging van de organisatie kosten. Dit wordt onderzocht in de opdrachten 15 Organisatieontwikkelingen en 8 Regio en verbonden partijen van de brede doorlichting Sliedrecht. Jaarlijks wordt er bij de begroting onderzocht of de toerekening nog wel in overeenstemming is met de werkelijkheid en indien nodig aangepast. Zo is er in 2011 een deel van de doorberekende kosten aan kostenneutrale exploitaties (reiniging/rioolrechten) toegerekend, waardoor er een voordeel in de exploitatie is ontstaan. Ook bij het opstellen van de begroting 2012 wordt deze exercitie uitgevoerd. Zero base begroten Dit is een tijdrovend karwei, die indirect voor een gering deel wordt uitgevoerd in de brede doorlichting. Gefaseerd wordt hier al wel gebruik van gemaakt, immers de meeste posten worden niet meer procentueel bijgeplust voor inflatie, maar ten aanzien van een aantal producten wordt de raming jaarlijks opnieuw gemaakt. Het betreft hier echter nog niet alle producten de taken wijzigen niet. Indien we ervoor kiezen om ook de taken te muteren, dan dient er eerst een kerntakendiscussie plaats te vinden. Daarvoor zou dit onderwerp aan de vragen omtrent de organisatieontwikkeling gekoppeld moeten worden.
Voor één of meerdere jaren geen loon- of prijscompensatie toepassen Er kan gekozen worden om één of meerdere jaren geen loon- en prijscompensatie door te rekenen. Hierdoor worden alle budgetten evenredig gekort en vindt er over de gehele begroting een reductie van kosten plaats (kaasschaafmethode). Bij een toepassing van een percentage van 1% levert dit € 200.000 op, hierbij kan de helft worden gereserveerd voor eventuele frictiekosten. Zodat per saldo € 100.000 resteert. Voorstel is om dit als noodmaatregel toe te passen en niet direct in te boeken
Voorstel: Voor 2012 geen loon- en prijscompensatie door te voeren.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
77(106)
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Totaal te realiseren financiële besparingen: 2011 2.1
2012
2013
2014
2015
Wijzigen afschrijvingstermijnen en restwaarde: Woonruimten Bedrijfsgebouwen (niet schoolgebouwen) Schoolgebouwen zie opdracht 11 Wegen Vervoermiddelen Machines en installaties
3.000
3.000
3.000
3.000
64.000
64.000
64.000
64.000
PM
PM
PM
PM
PM 8.000 PM
PM 8.000 PM
PM 8.000 PM
PM 8.000 PM
2.2
Dividendopbrengsten
18.000
110.000
168.000
168.000
2.3
Verkoop Raadhuis
50.000
50.000
50.000
50.000
2.4
Overige posten Aanspraken voormalig wethouders Geen compensatie lonen en prijzen in 2012
PM 100.000
PM 100.000
PM 100.000
PM 100.000
Totaal te realiseren besparingen:
243.000
335.000
393.000
393.000
4. Weergave van de opbrengst In dit ombuigingsvoorstel is als uitgangspunt genomen de huidige organisatie. Gezocht is naar mogelijkheden die realiseerbaar zijn en met uitzondering van de ingecalculeerde begrotingsonderschrijding weinig risico’s met zich meebrengen. Soms moet hiervoor nog wel aan voorwaarden worden voldaan, voor zover bekend zijn deze ook beschreven.
5. Uitvoering en implementatie Voor sommige zaken is nader onderzoek gewenst. Ten aanzien van de wijzigingen in het afschrijvingsbeleid is met de accountant gesproken op hoofdlijnen. De nadere uitwerking moet nog wel voorgelegd worden. Voor de vervreemding van het Raadhuis en de pensioenaanspraken wethouders dient nog nader onderzoek gedaan te worden. Voor de herhuisvesting van de vergaderruimten in de gemeenteraad dient nog wel een oplossing gevonden te worden. Voor de pensioenaanspraken voormalig wethouders moet een actuariële berekening gemaakt worden. Die leidt tot een afkoopsom, maar daarna wordt er jaarlijks bespaard.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
78(106)
Ombuigingsvoorstel 11: Onderwijs Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Projectleider: Versie:
1.
J.P. Tanis A. Siebel W. Hokken 17 december 2010
BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE
De opdrachtformulering voor bezuinigingsvoorstellen onderwijs betreffen de programma’s 028 tot en met 038 zoals opgenomen in de Beheersbegroting van de gemeente. Dekking van de kosten voor uitvoering van deze programma’s, onder te verdelen in wettelijke en niet wettelijke taken,geschiedt ten laste van de Algemene Uitkering. Uitgezonderd hierbij is de uitvoering van het Onderwijsachterstandenbeleid cq. de uitvoering van de Voor en Vroegschoolse Educatie. Dit beleid wordt uitgevoerd binnen de hiervoor te ontvangen geoormerkte gelden van het Rijk.
2.
BESCHRIJVING VAN HET VOORSTEL
De programma’s 028 tot en met 038 betreffen diverse onderdelen die onderstaand nader worden behandeld. De opgenomen bezuinigingsvoorstellen zijn, zonodig in overleg met het onderwijsveld cq. directies van scholen, ingevuld. a.Bijdrage Schoolbegeleidingsdienst: Geen wettelijke taak. Bijdrage 2011: € 66.641,-Op basis aantal leerlingen verdeeld over scholen basisonderwijs en so Bleijburgh. Maatschappelijk belang: Onderwijskundig in het kader van passend onderwijs. Toelichting: In 2010, mede in het kader van de totstandkoming van het Centrum voor Jeugd en Gezin, heeft besluitvorming plaatsgevonden de aangegeven bijdrage te handhaven en te bestemmen voor de totstandkoming en verdere uitvoering van zorgadvies team’s op de scholen. (ZAT’s). De directies van de scholen zijn nadrukkelijk voorstander om deze bijdrage te handhaven. Schrappen betekent dat dit ten koste gaat van de zorg aan leerlingen Voorstel: Bijdrage Schoolbegeleidingsdienst handhaven. b. Schoolzwemmen: Geen wettelijke taak. Bijdrage 2011: kosten Lockhorst € 93.500,-- aan Optisport. kosten vervoer € 40.000,-- aan Helbro. Maatschappelijk belang: leren zwemmen is verantwoordelijkheid ouders. Vraagstelling bijdrage ouders:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
79(106)
Reactie afd. WEZ:
Het schoolzwemmen geschiedt onder schooltijd. Aan betreffende ouders kan een bijdrage worden gevraagd, maar zij zijn niet verplicht hieraan gevolg te geven. Sanctie kan zijn dat leerling niet deelneemt aan het schoolzwemmen. Probleem komt dan bij school te liggen hoe deze leerling moet worden opgevangen.
Toelichting: Betreft groepen 4 en 5 van de basisschool ( 1 lesuur per 2 weken) en een aantal so-groepen van de Bleijburghschool Van laatstgenoemde school wordt de door hen ontvangen rijksbijdrage doorgesluisd naar de gemeente. Bedrag is ca. € 7.000,- maar is niet kostendekkend. Zwemonderwijs moet gezien worden als natte gym, waarbij tevens gewerkt aan het behalen van een zwemdiploma voor alle kinderen na twee jaar. Aansluitend is er nog het vangnetzwemmen. Kinderen in groepen 6,7 en 8 zonder diploma worden alsnog in de gelegenheid gesteld een zwemdiploma te behalen. Optisport stelt hiervoor gratis instructeurs ter beschikking en het vervoer van deze kinderen is geïntegreerd in het zwemvervoer. De directies spreken uit, dat bij onontkoombare bezuinigingen, het schoolzwemmen kan worden geschrapt. Zij hechten meer aan het handhaven van gelden die in het belang zijn voor de zorg van leerlingen. Risico: In de overeenkomst met Optisport is opgenomen dat gemeente vermindering van inkomsten agv het beëindigen van het schoolzwemmen het eerste jaar hierop volgend compenseert voor 100% en het tweede jaar voor 50%. Optisport heeft wel de inspanningsverplichting om andere invulling te zoeken zodat de schade zoveel mogelijk wordt beperkt. Voorstel bezuiniging: Gefaseerd tot afbouw van het schoolzwemmen te komen en wel: Schooljaar 2010 - 2011: groepen 4 en 5 + vangnet. Schooljaar 2011 – 2012: groep 5 + vangnet. (besparing 50% kosten vervoer) Schooljaar 2012 – 2013: (besparing 100% kosten vervoer en 25% zwembad) Schooljaar 2013 – 2014: (besparing 100% kosten vervoer en 75% zwembad) Schooljaar 2014 – 2015: volledige besparing. (exclusief mogelijke inkomsten ogv inspanningsverplichting Optisport)
c. Leerlingenvervoer. Wettelijke taak gemeente. Kosten 2011 volgens begroting: € 475.000,-- In 2010 sprake van kostenstijging door noodzakelijk vervoer naar meer schooladressen en toename individueel vervoer. Totale verwachte kosten derhalve € 575.000,--. Maatschappelijk belang: Zeer gevoelig. Vraagstelling bijdrage ouders: Reactie afd. WEZ: Wettelijk geregeld dat alleen aan ouders van kinderen een bijdrage kan worden gevraagd die vervoerd worden naar het primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal basisonderwijs) en een belastbaar jaarinkomen hoger dan ca. 22.000 euro.
Toelichting: Vanaf augustus 2010 ontvangen ouders van 12 kinderen een vergoeding voor openbaar of eigen vervoer voor schoolbezoek, o.a. Islamitisch en evangelisch bao in Dordrecht.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
80(106)
Voor ca. 140 kinderen wordt het vervoer van en naar school geregeld door de vervoersbedrijven Helbro en De Vier Gewesten. Schooladressen (36)zijn gelegen in Zoetermeer, Rotterdam, Barendrecht, Breda, Dordrecht, Papendrecht, Bleskensgraaf, Gorinchem, Utrecht, Zeist, Grave, St. Michielsgestel en Sliedrecht. De vervoerscontracten lopen tot 1 augustus 2011. Uitvoering geschiedt op basis van de Verordening leerlingenvervoer Sliedrecht en er is sprake van een zogenaamde open eind regeling. Voor het leerlingenvervoer zijn een aantal beleidsuitgangspunten van toepassing: Kwaliteit en veiligheid staan voorop: De doelgroep van het leerlingenvervoer is een kwetsbare groep. Kwaliteit en veiligheid staan dan ook voorop in de aanbesteding. Bij kwaliteit wordt gedacht aan klantvriendelijkheid, vraaggerichtheid, beperking van administratieve lasten, heldere en eenvoudig (klachten) procedures voor alle partijen, herkenbaarheid van de chauffeur etc. Gestreefd wordt, rekening houdend met de huidige taximarkt en het financieel kader, naar optimale kwaliteit en veiligheid van het vervoer. Passend vervoer. Gemeenten hebben de taak aan elke leerling, die in aanmerking komt voor leerlingenvervoer, passend vervoer aan te bieden. Dat wil zeggen dat rekening gehouden moet worden met de eisen die bijvoorbeeld de functiebeperking van de leerling stelt aan het vervoer. Denk aan: gebruik rolstoel, gedragsprobleem als gevolg van een functiebeperking, blindheid etc. Samenwerking met de regio. Recentelijk is een onderzoek naar bundeling van het doelgroepenvervoer in Drechtstedenverband afgeblazen. Momenteel is er sprake van een samenwerking met de gemeente Papendrecht en Gorinchem voor het leerlingenvervoer 2010 / 2011. Kostenverhogende ontwikkelingen. Er is sprake van een toename van vervoer van leerlingen met een ernstige gedragsproblematiek. Dit leidt regelmatig tot zoveel onrust in het vervoer dat onveilige situaties ontstaan. Dit leidt weer tot een toename van klachten waarbij steeds meer de roep op extra begeleiding of zelfs apart vervoer wordt geëist. Ik wijs in dit kader op het feit dat ca. 15 leerlingen uit de Merwebolder vervoerd worden. Een van de speerpunten van het onderwijsbeleid is het realiseren van een maatschappelijke stage. Ook in het speciaal onderwijs gaat dit spelen. Als een leerling recht heeft op leerlingenvervoer, heeft deze ook recht op vervoer naar de stageplaatsen.
Bezuinigingsmogelijkheden: Gelet op het gestelde in de Verordening leerlingenvervoer Gemeente Sliedrecht komt aangepast vervoer naar een school voor speciaal basis onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor bekostiging in aanmerking als: a. de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college –op basis van advies van een deskundige – niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van openbaar vervoer gebruik te maken: b. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderwijs is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder dan de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht; c. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding –op basis van advies van een deskundige- gebruik kan maken van het vervoer per fiets. Er is een trend bij gemeenten waar te nemen, dat op basis van advies van een deskundige bekostiging voor openbaar vervoer + begeleiding wordt toegekend. Met name de begeleiding
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
81(106)
leidt tot problemen binnen gezinnen of organisaties. In Sliedrecht is tot op heden het uitgangspunt dat wanneer de school aangeeft dat een leerling voldoende zelfredzaam is, dat wordt overgegaan tot vergoeding openbaar vervoer. Voorstel onderzoek: *in overleg te treden met plaatselijke vervoerder (s) om van gedachten te wisselen over mogelijke bezuinigingen en ervaringen met de zgn. Fuik methode. (rugzakje voor ouders en middels bv een stichting wordt vervoer geregeld) Garantie dat vervoer wordt gecontinueerd door huidige plaatselijke vervoerder + huidige kwaliteit, maar geen garantie mbt financiën. Dit laatste aspect wordt nader onderzocht. *in overleg te treden met omliggende gemeenten (Papendrecht, Alblasserdam) voor een gezamenlijke Europese aanbesteding cq. uitvoering van leerlingenvervoer met als ingangsdatum 1 augustus 2011. *een nader onderzoek instellen naar aanscherping van de beleidsuitgangspunten om zo te komen tot een aanvullende substantiële bezuiniging. Hoogte en ingangsdatum bezuiniging is onderdeel van het onderzoek. Voorstel bezuiniging: *Als gevolg van de realisatie van sbo school De Akker in Baanhoek West, verwachting 1 augustus 2011, zal sprake zijn van vrijval in kosten leerlingenvervoer van ca. 30.000,-- euro. *een bezuinigingstaakstelling in de orde van ca. 10%, te weten 50.000 euro, op grond van marktwerking bij aanbesteding wordt per 1 augustus 2011 haalbaar geacht.
d. Voorziening huisvesting onderwijs: Wettelijke taak. Inbegrepen zijn stichtingskosten schoolgebouwen, kosten renovatie, tijdelijke huisvesting, huur en leasekosten, kosten vandalisme, belastingen en verzekeringen schoolgebouwen, buitenonderhoud, exploitatie gymgebouwen - onderdeel scholen. Uit het overzicht voorzieningen huisvestingsvoorzieningen onderwijs gemeente Sliedrecht blijkt, dat naast de bijdrage uit de algemene uitkering (in 2011 € 1.770.567,--) een eigen bijdrage benodigd is van € 328.000,--. De bijdrage uit de algemene uitkering blijft de komende 10 jaar gelijk. Impliceert dus dat de extra inkomsten agv toenamen woningen / inwoners Baanhoek West wordt teniet gedaan door de verwachte bezuinigingen. De eigen bijdrage in 2021 wordt geprognosticeerd op € 410.500,--. De eigen bijdrage ad € 328.000,-- kan globaal als volgt worden toegerekend: a. € 100.000,-- tbv investering in schoolgebouw Merwestraat 16 (Oranje Nassauschool) ter verkrijging van terrein en gebouw Frans Halsstraat 3. Invulling van laatstgenoemd terrein en/of gebouw moet nog plaatsvinden. b. € 228.000,-- voor huisvesting leerlingen uit nieuwbouwwijk Baanhoek West. Hiervoor is een plan ontwikkeld om een brede school in deze wijk te realiseren. Verondersteld werd dat deze aanvullende storting (gedeeltelijk) gecompenseerd zou worden door aanvullende rijksinkomsten, maar gelet op de komende bezuinigingen is dit niet aan de orde. In de kerntaken discussie kan gesteld worden of een dergelijke eigen bijdrage wenselijk is. Gegevens van omliggende gemeenten geven aan dat Sliedrecht meer uitgeeft, terwijl tevens uit een landelijke onderzoek van Algemene Onderwijs Bond is gebleken dat een merendeel van de gemeenten in Ned. het onderwijshuisvestingsbudget in de algemene uitkering niet volledig benutten. Met nadruk wordt opgemerkt dat de betreffende gelden niet geoormerkt zijn en dat een gemeente de vrijheid heeft de gelden naar eigen inzicht, uiteraard met inachtneming van de wettelijke taken, te besteden. Voorstel:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
82(106)
Voorgesteld wordt om een nader onderzoek uit te voeren om te bepalen of de eigen bijdrage aan de voorziening huisvestingsvoorzieningen onderwijs beperkt kan worden. Bezuiniging middels invoeren restwaarde voor schoolgebouwen. De schoolgebouwen hebben een aanschafwaarde van € 26.100.000 en het jaarlijks bedrag van de afschrijving bedraagt ca. € 620.000,--. Door het invoeren van een restwaarde, een bedrag van circa € 5.000.000 (25% van de aanschafwaarde /stichtingskosten) is reëel, kunnen de jaarlijkse afschrijvingen met circa € 95.000,-- structureel omlaag gebracht worden. Door deze invoering en het wijzigen van afschrijvingstermijnen kan een bedrag van € 95.000,-- structureel bespaart worden op de storting in de voorziening huisvesting onderwijs. Overige bezuinigingsmogelijkheden nader te onderzoeken:. -oprekken prognosetermijnen alvorens permanente huisvesting wordt voorgestaan; -voor tijdelijke huisvesting komt ook medegebruik bij leegstand in ander schoolgebouw (van zelfde schoolbestuur) in aanmerking; -mede op grond van het vorenstaande de noodzaak van het gebruik van de huidige noodlokalen beoordelen; -oprekken van onderhoudstermijnen; -lopende projecten nader beschouwen. (Baanhoek West, Anne de Vries) De directies van scholen hebben kennis genomen van de aangegeven bezuinigingsopties. Als aanvullende optie wordt aangedragen om tot exploitatie van het terrein Frans Halsstraat over te gaan.
Voorstel bezuiniging: Bedrag van € 95.000 structureel opnemen als bezuiniging middels invoering van restwaarde schoolgebouwen op basis waarvan de afschrijvingskosten verminderen. De overige opties zullen nader worden onderzocht. e. Overige posten onderwijs: Geen wettelijke taak. 1. Kosten motorisch remedial teaching ad € 2.750,--. (1 lesuur per week van oktober tot juni) 2. Kosten van op te zetten projecten ihkv normen en waarden: € 2.588,-3. Kosten verkeersonderwijs (verkeersproef) ad € 1.308,--. (50% subsidie provincie) 4. Kosten centrale inschrijving (info boekje + formulieren +bezorging) ad € 2.000,--. Gelet op de hoogte van de bedragen de posten 1 tot en met 4 te zien als mogelijke restbezuiniging. Met betrekking tot post 4 wordt aangegeven dat de Gemeente belang heeft bij het verkrijgen van deze gegevens. Volstaan zou evt. kunnen worden met toezending van de inschrijfformulieren en verwijzing naar websites en open dag scholen. In het overleg met de directies van scholen wordt aangegeven, dat indien noodzakelijk de kosten onder 1 en 2 opgenomen kunnen worden in het bezuinigingsvoorstel onderwijs. De posten 3 en 4 zou men zondermeer graag willen handhaven. Voorstel: Bedrag van € 2.750,-- (kosten mrt), opnemen als bezuiniging vanaf 2011. f. Logopedische Dienst: Geen wettelijke taak. Ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Alblasserdam, Giessenlanden, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Sliedrecht en Zederik. Bijdrage 2011 aan Gemeenschappelijke Regeling: € 63.291,--. Maatschappelijk belang: Verantwoordelijkheid ouders.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
83(106)
Met betrekking tot Gemeenschappelijke Regelingen is aangegeven, dat sprake moet zijn van een bezuiniging van 10% vanaf 2015. Dit geldt derhalve ook voor de Log. Dienst. Bezuinigingsvoorstel is verwerkt bij punt 8: Regio en verbonden partijen. In het overleg met de directies van scholen wordt uitgesproken, dat de kosten naar hun mening vrij hoog zijn en dat zeker 50% bezuinigd kan worden wanneer de scholen zelf op oproepbasis logopedie inschakelen. Gelet op het gestelde in de Regeling is de eerste mogelijkheid voor uittreding 1 januari 2016! Voorwaarde daarbij is dat een uittredingssom over de periode 2016 tot en met 2020 wordt betaald. Voorstel: Kennis nemen dat het bestuur van de logopedische Dienst, mede naar aanleiding van het voornemen van sommige deelnemende gemeenten om uit te treden, besloten heeft tot een verkenning naar een drastische wijziging van de werkzaamheden van de Dienst. Nadrukkelijk is hierbij de intentie dat een hogere bezuiniging dan de aangegeven 10% wordt gerealiseerd. Als pm post opgenomen in totaal overzicht bezuinigingen. g. Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten: Wettelijke taak. Ondergebracht bij de GR. Zuid Holland Zuid. Bijdrage 2011 aan Gemeenschappelijke Regeling: € 73.800,--. Met betrekking tot Gemeenschappelijke Regelingen is aangegeven, dat sprake moet zijn van een bezuiniging van 10% vanaf 2015. Dit geldt derhalve ook voor het bureau Leerplicht. Bezuinigingvoorstel is verwerkt bij punt 8: Regio en verbonden partijen. Voorstel: Geen aanvullende bezuiniging ten opzichte van de aangegeven 10%.
3/4 WEERGAVE VAN DE ORGANISATORISCHE EN FINANCIELE OPBRENGST: Als taakstelling is opgenomen dat vanaf 2012 zondermeer sprake is van een structureel voordeel van € 100.000,--. Naast de aangegeven aanvullende onderzoeksopdrachten voor wat betreft leerlingenvervoer, voorziening huisvesting onderwijs en logopedische dienst kunnen op basis van de voorstellen de navolgende netto bezuinigingen worden weergegeven: Omschrijving Schoolbegeleidingsdienst Schoolzwemmen, incl. schade Optisport Leerlingenvervoer (verwachting) Onderzoek naar verlaging bijdrage huisvestingsvoorzieningen Restwaarde schoolgebouwen Overige posten onderwijs Logopedische Dienst Bureau leerplicht Totaal:
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
€ 32.000
2012 € € 20.000 € 80.000
2013 € € 63.000 € 80.000
2014 € € 110.000 € 80.000
2015 € € 133.500 € 80.000
€ 95.000 € 2.750 pm € € 129.750
pm € 95.000 € 2.750 pm € € 197.750
pm € 95.000 € 2.750 pm € € 240.750
pm € 95.000 € 2.750 pm € € 287.750
pm € 95.000 € 2.750 pm € € 311.250
€
2011 -
84(106)
5
UITVOERING EN IMPLEMENTATIE
Na instemming van de aangegeven voorstellen door MT / B & W / Raad kunnen de bezuinigingen worden geïmplementeerd vanaf het aangegeven tijdstip cq. jaar. De uitvoering geschiedt middels de ambtelijke organisatie onder verantwoordelijkheid van het College van B. en W.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
85(106)
Ombuigingsvoorstel 12: Burgerparticipatie Bestuurlijk verantwoordelijk: Martin Boevée Ambtelijk verantwoordelijk: Cojan Mookhoek Versie: 17 december 2010
1.
Inleiding en beschrijving van de huidige situatie
Dit project beoogt inwoners invloed te geven op onderhoud en verbetering van de eigen leefomgeving. Het betrekken van burgers in keuzeprocessen met betrekking tot besparingen op onderhoud en opwaardering van de wijken draagt bij aan draagvlak voor collectieve besluiten. Het biedt bovendien de basis en benodigde ruimte voor meer eigen werkzaamheid. Gemeentelijke procesbegeleiding bij burgerparticipatie vindt binnen de gemeente Sliedrecht plaats op twee niveaus: Op basis van kaderstelling in ‘Alles is Bespreekbaar’ door vakafdelingen. De benadering is traditioneel en laat interpretatie- en inspraakruimte toe tot een niveau waarvoor de gemeente kiest. Op basis van vigerend beleid (n.a.v. een tweejarig project) door de wijkcoördinatoren. Drie wijken, met dito (overleg)platforms waarin naast bewoners ook ketenpartners aanschuiven. Voorheen nam soms ook een wijkwethouder deel. Dat fenomeen is echter verdwenen, tegenwoordig hangt Wijkgericht Werken primair aan de portefeuillehouder Burgerparticipatie (burgemeester). De voor de wijk belangrijke partijen stellen in overleg met wijkplatforms en onder regie van de wijkcoördinatoren, wijkprogramma’s samen. Hier kunnen inwoners van de wijk een bijdrage aan leveren via onder andere buurt- en wijkbijeenkomsten. Het Programmaakkoord ‘Sliedrecht meer waard’ geeft het belang van wijkgericht werken aan. De ontwikkeling van het wijkgericht heeft de laatste jaren dan ook geleid tot eigen werkzaamheid en verantwoordelijkheid van inwoners, meer sociale binding en efficiëntere samenwerking tussen buurtbewoners en de voor hen belangrijke partners in de wijk. Samen met inwoners moet het wijkgericht werken op buurtniveau worden versterkt. Dit vergt nog efficiëntere samenwerking tussen buurtbewoners en de voor hen belangrijke partners in wijk en buurt en het terugleggen of delen van verantwoordelijkheid op het gebied van leefbaarheid. Deze opgave van de raad én de opgaven uit de buurten en wijken, vragen binnen de huidige financiële context om innovatie. U vindt in 2.1 een bondige procesbeschrijving voor het opstellen van wijkprogramma’s. Deze methodiek wordt al gehanteerd in het wijkgericht werken en biedt praktische mogelijkheden voor het vermaatschappelijken van de financiële opgaven met betrekking tot leefbaarheid. De wijkprogramma’s gaan overigens uit van de vanzelfsprekendheid van ieders eigen verantwoordelijkheid voor leefbaarheid, als gezonde basis voor begrip voor moeilijke keuzes die gemaakt moeten worden. Paragraaf 2.2 benoemt de inhoudelijke voorstellen vanuit burgerparticipatie met betrekking tot het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. In hoofdstuk 3 vindt u de financiële opbrengst van deze voorstellen. Hoofdstuk 4 geeft aan
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
86(106)
waarom er geen organisatorische opbrengst in dit project is benoemd en tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de implementatie. Samenvattend is het basale, innovatieve concept achter dit project nadrukkelijk verantwoordelijkheid terug te leggen en te delen. Er wordt daarom voorgesteld ruimte te maken voor burgers om zelf verantwoordelijkheid te nemen en hen te betrekken bij keuzes en vragen. Het biedt concrete handvatten om terug te treden en inwoners binnen schaarste invloed te geven op wat de gemeente nog wel en niet doet.
2.
Beschrijving van de voorstellen
2.1 Wijkgericht werken: proces en inhoud Het hieronder op hoofdlijnen beschreven proces wordt in Sliedrecht gebruikt in de wijkprogramma cyclus. Deze methodiek biedt jaarlijks de mogelijkheid om financiële opgaven met betrekking tot leefbaarheid te vermaatschappelijken. Door de dialoog over het maken van keuzes binnen schaarste als integraal onderdeel van de wijkprogramma’s te beschouwen, kan dit budgetneutraal worden uitgevoerd. Er zijn dus geen extra proceskosten. Het proces kent jaarlijks 4 fases: • Wat speelt er in de wijk en wat is iedereen van plan? • Wat gaat iedereen doen? • Uitvoering van projecten, initiatieven en onderhoud • Transparante terug- en vooruitblik In de eerste fase wordt met elkaar op hoofdlijnen in beeld gebracht wat er in de wijk speelt. Wanneer hier eenmaal een goed beeld van bestaat betreft dit, wanneer er geen ingrijpende veranderingen zijn, vooral het herijken van het beeld uit het vorige jaar. Vervolgens wordt met elkaar gesproken over wat er daadwerkelijk moet gaan gebeuren. In deze fase kunnen burgers worden betrokken bij het maken van keuzes binnen schaarste: dat draagt bij aan het doen van de juiste dingen en het goed doen van de juiste dingen, bovendien creëert het breder draagvlak voor de soms moeilijke opgaven. Het overzicht van wat er in de wijk belangrijk is en wat er op dat gebied door wie gaat gebeuren is het wijkprogramma. Na uitvoering van het wijkprogramma volgt de laatste stap of fase uit de wijkprogrammamethodiek: uitleg aan elkaar over wat er van terecht gekomen is. Deze vorm van horizontale verantwoording aan inwoners en ketenpartners prikkelt tot doelmatige en efficiënte uitvoering. Bovendien draagt deze laatste stap net als de eerste twee stappen ook bij aan verbreding van het draagvlak voor wat de gemeente en andere partijen in de wijk doen. Relatie tussen inhoud en proces De mogelijkheden die het proces wijkgericht werken biedt voor de inhoud van onderhoud en beheer openbare ruimte is beschreven in 2.2 en hoofdstuk 3. Het proces wijkgericht werken draagt zo enerzijds bij aan draagvlak en begrip voor versobering. Anderzijds zorgt een concrete afbakening van wat verwacht mag worden van de gemeente ervoor dat wordt voldaan aan de belangrijkste voorwaarde voor meer eigen werkzaamheid. Voor het visueel inzichtelijk maken van de kwaliteitsniveaus van beheer en onderhoud is standaardisering overigens aan te bevelen. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de standaardiseringen die de gemeente Zwijndrecht en diverse andere gemeenten gebruiken
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
87(106)
voor communicatie met burgers en gemeenteraad over beheer- en onderhoud van de buitenruimte. Dit heeft voor bestuur en inwoners het grote voordeel dat de relatie tussen kwaliteitsniveaus en kosten duidelijker worden. Bijkomende voordelen van standaardisering zijn dat snel rekenslagen kunnen worden gemaakt en dat kwalitatief goede benchmarking met andere gemeentes eenvoudiger wordt. Dat bevordert niet alleen een goede verantwoording naar bestuur, maar via het wijkgericht werken ook naar inwoners. In het wijkgericht werken kan zo worden gewerkt met ‘keuzemodules’ op het gebied van de kwaliteit van de openbare ruimte, met bijbehorende beelden, kengetallen en eenheidsprijzen. De inhoud van burgerparticipatie op het gebied van Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte moet zich wel lenen voor participatie want anders heeft het betrekken van wijkbewoners natuurlijk geen zin. Dit betekent dat de inhoud concreet worden gemaakt met bijvoorbeeld scenario’s, kwaliteitsniveaus of andere ‘bouwstenen’. Het belang van inwoners om mee te denken of mee te doen wordt zo immers duidelijk. Voorstellen die binnen project 7 zijn benoemd en financieel zijn doorgerekend maar uitgaan van het in grote lijnen handhaven van dezelfde kwaliteitsniveaus, zijn dus minder geschikt voor burgerparticipatie en daarom in dit project niet benoemd. Door het basisniveau van beheer en onderhoud duidelijk af te bakenen op een niveau dat lager ligt dan nu het geval is, kan enerzijds een goede basis worden gelegd voor eigen werkzaamheid en anderzijds inhoudelijke (financiële) ruimte worden gecreëerd voor keuzes in overleg met wijken en buurten. In de wijkprogramma cyclus kunnen burgers met deze en andere bouwstenen of nog te schetsen mogelijkheden een heel concreet beeld krijgen van wat mogelijk is met betrekking tot de kwaliteit van de openbare ruimte. Zo wordt het maken van soms moeilijke keuzes veel meer een gezamenlijke aangelegenheid.
2.2 Niveau van onderhoud en terugleggen van verantwoordelijkheid Op de kosten van onderhoud en beheer kan bespaard worden door het niveau van onderhoud te verlagen en de inrichting te versoberen. Wanneer dit in voldoende mate gebeurt, ontstaat meer flexibiliteit om aan te sluiten op wat in de wijk nodig is. Zo kan meer gezamenlijk met burgers worden opgetrokken voor wat betreft de leefbaarheid van de wijk. 2.2.1 Zwerfvuilbeheer beperken De in hoofdstuk 4 in beeld benoemde financiële opbrengst maakt een einde aan de onbedoelde, maar toch ambivalente rol van de gemeente met betrekking tot het opruimen van zwerfvuil op straat. Het huidige beleid kan bewoners die een rotzooi in de openbare ruimte maken immers makkelijk bevestigen in hun opvatting dat het kennelijk normaal is rommel neer te gooien: “de gemeente ruimt het toch wel op”. Analoog aan het niet opruimen beleid aangaande hondenpoep, wordt daarom voorgesteld hier paal en perk aan te stellen. Voorgesteld wordt het zwerfvuilbeheer te beperken tot een jaarlijkse gemeentebrede voorjaarsschoonmaak (vanzelfsprekend zoveel mogelijk samen met inwoners). Verder wordt zwerfvuil dan alleen nog bij excessen verwijderd. Preventief zwerfvuilbeheer blijft overigens een belangrijk speerpunt. Dit betreft: • het normale reguliere beheer van afvalbakken; • het voorzien in ‘adoptiebakken’ die door bewoners beheerd worden; • de reguliere inzet van BOA capaciteit. 2.2.2 Minder schoffelen
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
88(106)
Dit voorstel behelst het terugbrengen van de schoffelfrequentie in beplanting van 7x naar 4x. De periode tussen twee ronden is dan 8 i.p.v. de huidige 4 weken. Dit betekent dat wanneer bewoners geen aanvullend onderhoud uitvoeren er in de 4 weken voor de volgende schoffelronde sprake zal zijn van een duidelijk onverzorgder beeld dan in de huidige situatie. In de eerste 4 weken na ieder van de 4 schoffelrondes ziet het er net zo verzorgd uit als onder het huidige schoffelregime. De hoeveelheid onkruid neemt dus net als in de huidige situatie tussen de schoffelrondes toe en is in de voorgestelde situatie 4x per jaar gedurende 3-4 weken hoger dan in de huidige situatie. De kwaliteit en duurzaamheid van beplanting komt met deze verlaging van de frequentie niet in gevaar: er is dus géén risico op kapitaalvernietiging. Dit voorstel is enerzijds een bezuiniging en anderzijds een duidelijke prikkel tot meer eigen werkzaamheid in de directe woonomgeving. Die eigen werkzaamheid kan met beperkte middelen worden gefaciliteerd. Anderzijds kan door goede communicatie en dialoog met inwoners draagvlak ontstaan voor het nieuwe kwaliteitsbeeld voor plaatsen waar bewoners geen verantwoordelijkheid nemen voor het handhaven of verbeteren van het huidige onderhoudsniveau. 2.2.3 Omvorming van groen en groenadoptie Groenvakken worden gemiddeld 1 x per 15 jaar vervangen. Door in die situaties in dialoog met bewoners te kiezen voor minder intensief te onderhouden groen of als alternatief af te spreken dat er intensief te onderhouden groen terugkomt dat door bewoners wordt onderhouden, kan de komende 15 jaar jaarlijks meer bespaard worden. In hoofdstuk 3 beperkt het financieel perspectief zich overigens tot de jaren 2012 tot en met 2015. Het goede nieuws is dus dat ook in de 11 jaar die daarna volgen de besparingen bij continuering van dit beleid jaarlijks met € 5.000,- toenemen. 2.2.4 In de woonomgeving minder onkruid borstelen Het voorstel is om in de directe omgeving van woningen nog maar 1 maal per jaar onkruid met borstelmachines te verwijderen. Dit gebeurt nu overigens 2 x per jaar. De verantwoordelijkheid voor het onkruidbeheer wordt hiermee in de directe woonomgeving voor de helft teruggelegd bij bewoners. Dit wordt via het wijkgericht werken goed gecommuniceerd ten behoeve van eigen werkzaamheid (en behoud van het huidige kwaliteitsniveau) danwel een goed begrip voor een wat minder hoge kwaliteit wanneer bewoners niet voor eigen werkzaamheid kiezen. 2.2.5 Verantwoordelijkheid onkruidbeheer op speelplekken terugleggen bij inwoners Dit voorstel gaat uit van het voor de hand liggende idee dat wanneer ouders, grootouders of verzorgers van kinderen niet bereid zouden zijn nu en dan wat onkruid van een speelplekje weg te halen er kennelijk weinig behoefte aan die speelplek is. (Indien dat zou blijken, ontstaat overigens weer perspectief voor verdere besparingen. Speelplekken die niet nadrukkelijk in een behoefte voorzien, zorgen dan immers voor beschikbaarheid van speeltoestellen voor speelplekken die wel nadrukkelijk in een behoefte van de buurt voorzien. Speeltoestellen hebben immers juist bij intensief gebruik een beperkte levensduur. In hoofdstuk 3 is dit aspect niet gekwantificeerd in verband met het enigszins speculatieve karakter van deze mogelijkheid.) 2.2.6 Knotten bomen door bewoners/ verenigingen Deze mogelijkheid is uitgewerkt in paragraaf 2.7 van ‘Ombuigingsvoorstel 7 - Onderhoud en Beheer Openbare Ruimte’. Vooral de variant met verenigingen lijkt perspectief te bieden omdat dit voor hen, analoog aan oud papier inzameling, kansen biedt voor het vergaren van vervangende inkomsten.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
89(106)
2.2.7 Verantwoordelijkheden terugleggen bij inwoners binnen verenigingsleven Het uitwerken van deze mogelijkheid kan een vervolgproject zijn. Het prikkelt verenigingen om met minder geld hetzelfde te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan het beheer van sportcomplexen. Dit betreft overigens een kansrijke variant van burgerparticipatie die niet direct betrekking heeft op wijkgericht werken. Het gaat vanzelfsprekend wel uit van hetzelfde idee: het is niet vanzelfsprekend en wellicht zelfs niet mogelijk of wenselijk dat we alles blijven doen wat we nu doen voor de burgers. Ook binnen het brede terrein van verenigingen liggen kansen, maar ook daar vergt het benutten van die kansen een meer innovatieve benadering vanuit de gemeente.
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Totaal te realiseren financiële besparingen in het kader van burgerparticipatie en wijkgericht werken: 2012
2013
2014
2015
2.2.1 Zwerfvuilbeheer beperken
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
2.2.2 Minder schoffelen in beplanting
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
2.2.3 Omvorming van groen en groenadoptie In de woonomgeving minder onkruid 2.2.4 borstelen
€ 31.000
€ 36.000
€41.000
€ 46.000
€ 35.000
€ 35.000
€ 35.000
€ 35.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 25.000
€ 25.000
€ 25.000
€ 25.000
Verantwoordelijkheid onkruidbeheer op 2.2.5 speelplekken terugleggen bij inwoners Knotten bomen door bewoners/ 2.2.6 verenigingen Verantwoordelijkheden terugleggen bij inwoners binnen verenigingsleven 2.2.7 (sportveldbeheer etc.) Totaal te realiseren besparingen:
4.
PM
PM
PM
PM
€ 181.000
€ 186.000
€ 191.000
€ 196.000
Weergave van de organisatorische opbrengst
In dit ombuigingsvoorstel is ervan uitgegaan dat er géén ruimte zit in de beperkte formatiecapaciteit binnen het team BV-wijkcoördinatie. Eventuele mogelijkheden met betrekking tot andere afdelingen of teams die een rol hebben in het wijkgericht werken zijn in dit project buiten beschouwing gelaten. In de uitvoering van project 15 wordt overigens nog gezocht naar de optimale organisatievorm en bijbehorende personele capaciteit van de gemeente Sliedrecht.
5.
Uitvoering en implementatie
De raad zal een besluit moeten nemen over het beperken van het onderhoud danwel het terugleggen van de verantwoordelijkheid voor dat onderhoud bij inwoners. Het is in verband
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
90(106)
met uitvoerbaarheid (draagvlak) noodzakelijk dat dit gemeentebreed en niet in slechts in één van de Sliedrechtse wijken gebeurt. Een pilot in een deel van Sliedrecht werkt scheve gezichten tussen bewoners uit verschillende wijken in de hand. Desgewenst kan natuurlijk wel gemeentebreed met een proefperiode van bijvoorbeeld 2 jaar worden gewerkt. Het beperken van onderhoud betekent dat een lagere beeldkwaliteit wordt geaccepteerd wanneer inwoners het beperken van het onderhoud niet aanvullen tot het huidige niveau. Het wijkgericht werken kan ook worden benut voor het vermaatschappelijken van financiële leefbaarheidsopgaven op andere terreinen. Dit zou als vervolgproject kunnen worden benoemd.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
91(106)
Ombuigingsvoorstel 13: Bestuursaangelegenheden Bestuurlijk verantwoordelijk: Martin Boevée Ambtelijk verantwoordelijk: Cojan Mookhoek Versie: 15 december 2010
1.
Beschrijving van de huidige situatie
Dit project beoogt door strakkere ambtelijke planning, onder regie van de gemeentesecretaris, tot een 1 op 1 naleving van het jaarprogramma van de raad te komen en daarbij ruimte te laten voor invulling van informatiebehoefte van de raad. Verder zijn de diverse aan het bestuur gerelateerde budgetten beoordeeld op ombuigingsgeschiktheid. Hoofdstuk 2 benoemt kort de inhoudelijke voorstellen met betrekking tot Bestuursaangelegenheden. In hoofdstuk 3 vindt u de financiële opbrengst van deze voorstellen. Hoofdstuk 4 gaat in op de relatie met project 15 voor wat betreft de organisatorische opbrengst. Tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de implementatie.
2.
Beschrijving van het voorstel
Onderzocht is welke besparingen mogelijk zijn op het gebied van Bestuursaangelegenheden door: 8. Besparing op rekenkamercommissie; 9. Verslaglegging raadsvergaderingen; 10. Commissie Bezwaar- en Beroepschriften; 11. Raadsuitje; 12. Efficiencywinst ambtelijke organisatie/ strakker vergaderregime raad; 13. Efficiencywinst Griffie/ bestuursvoorlichting; 14. Reis- en verblijfskosten B&W; 15. Jumelage; 16. Burgerparticipatie.
2.1 Besparing op rekenkamercommissie De totale kosten bedragen op jaarbasis € 20.200,-. De kosten hebben betrekking op inzet van commissieleden en op mogelijke onderzoekskosten. Dit betreft een proportionele bezuiniging. 2.2 Verslaglegging raadsvergaderingen De auditieve registratie van raadsvergaderingen levert t.o.v. de vervaardiging van traditionele notulen levert een besparing op. 2.3 Commissie Bezwaar- en Beroepschriften Organisatorische efficiencywinst beperkt de kosten van de inzet van de commissie. Mogelijk valt later ook een bezuiniging te verwachten door regionalisering van de commissie.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
92(106)
2.4 Raadsuitje Beëindigen van het traditionele raadsuitje. 2.5 Efficiencywinst ambtelijke organisatie/ strakker vergaderregime raad Door een strakker regime (indien nodig disciplinaire maatregelen) in het aanleveren van agendamateriaal voor raadsvergaderingen (presentaties etc.), kan organisatiebreed (beleidslaag) een efficiencywinst van 100 uur geboekt worden. In de praktijk zal het betekenen dat er tussen portefeuillehouders en managers/beleidsmedewerkers afspraken gemaakt moeten worden. De raad moet efficiënt worden voorzien in de informatie die impliciet gevraagd wordt in het jaarprogramma. Daarbij dienen door de griffie aangereikte planningen nauwgezet te worden aangehouden, inclusief de in raadsvergaderingen beschikbaar gestelde tijd. Geen veranderingen. Geen vervangingen. De gemeentesecretaris signaleert mogelijke bedreigingen van de planning (omvang van agendapunten en de onderlinge relatie) en bespreekt deze met de portefeuillehouders. Tevens kan synergie gevonden worden op het communicatievlak (bestuurszaken /griffie). Binnen De Driehoek wordt regelmatig gesproken over de wenselijkheid tot een strakker vergaderregime voor de raad te komen, dan wel tenminste na te streven dat het jaarlijks vastgestelde vergaderoverzicht zoveel mogelijk gerespecteerd wordt. In de praktijk blijkt er echter fors méér vergaderd te worden. Dat trekt een wissel op de inzet van de griffie (uren voorbereiding) en op de ruimte die de raad zou willen hebben om zelf zaken op de agenda te plaatsen. Nu wordt de agendering voor de raadsvergaderingen en - bijeenkomsten ervaren als aanbodgericht. 2.6 Efficiencywinst Griffie/bestuursvoorlichting Door herschikking van taken kunnen in het collectief domein van raad en dagelijks bestuur kunnen communicatietaken efficiënter worden belegd. Een deel van de mogelijk op te heffen ambtelijke functie ‘communicatieadviseur bestuurszaken’ (voor € 65.000 in project #15/€ 23.000 naar project #13), kan op de griffie worden geprojecteerd. 2.7 Reis- en verblijfskosten B&W Hier kan op worden bespaard door vaker gebruik te maken van interne accommodaties. 2.8 Jumelage Binnen het geheel van bezuinigingen op subsidies, is al een percentage opgenomen m.b.t. de Stichting Stedenband. Hier betreft het een (exponentieel) bedrag t.b.v. overige dienstverlening/bestuurskosten (stelpost voor eventuele dienstreizen naar Roemenië). 2.9 Burgerparticipatie: Bezuiniging van 10% op het jaarbudget. Deze stelpost wordt gebruikt voor speciale projecten die gericht zijn op de burger: bijvoorbeeld het burgerjaarverslag, beeldenboek wijken etc.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
93(106)
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Totaal te realiseren financiële besparingen op Bestuursaangelegenheden: 2011
2012
2013
2014
2015
2.1
Rekenkamercommissie
€
4.000 €
4.000 €
4.000 €
4.000
2.2
Verslaglegging raadsvergaderingen
€
4.000 €
4.000 €
4.000 €
4.000
2.3
Commissie Bezwaar- en Beroepschriften
€
1.000 €
1.000 €
1.000 €
1.000
2.4 2.5
Raadsuitje Efficiencywinst ambtelijke organisatie
€ €
3.535 € 3.500 €
3.535 € 3.500 €
3.535 € 3.500 €
3.535 3.500
2.6 2.7 2.8 2.9
Efficiencywinst Griffie/ bestuursvoorlichting Reis- en verblijfskosten B&W Jumelage Burgerparticipatie Totaal te realiseren besparingen:
4.
€ 23.000
€ 23.000
€ 23.000
€ 23.000
€ 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 43.535 € 43.535 € 43.535 € 43.535
Weergave van de organisatorische opbrengst
In dit ombuigingsvoorstel is als uitgangspunt genomen de huidige organisatie en het huidige personeelsbestand. Een deel van de benoemde besparingen moeten op basis van besluitvorming over dit voorstel in de uitvoeringsfase van project 15 nader worden uitgewerkt. In project 15 wordt gezocht naar de optimale organisatievorm en bijbehorende personele capaciteit van de gemeente Sliedrecht.
5.
Uitvoering en implementatie
Een deel van deze besparingen wordt, zoals onder 4 aangegeven, nader uitgewerkt in project 15. Wat betreft de in hoofdstuk 2 concreet benoemde voorstellen, wordt hieronder aangegeven wie waarover moet besluiten. De raad zal een besluit moeten nemen over 2.1, 2.2, 2.4, 2.8. Het college moet een besluit nemen over de besparingen die gerealiseerd worden door de organisatie van de werkzaamheden te veranderen (2.3, 2.6, 2.7, 2.9). Zo kan het strakkere regime met betrekking tot het aanleveren van agendamateriaal voor de raadsvergadering en het besparen op reis- en verblijfskosten voor B&W met onmiddellijke ingang worden ingevoerd. Het MT moet een besluit nemen over de mogelijkheden met betrekking tot de aard (2.5) en snelheid van implementatie. De evaluatie ten behoeve van de ureninzet van de griffie kan in maart 2011 plaatsvinden, zodat met de uitkomsten desgewenst aangesloten kan worden bij de Zomernota.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
94(106)
Ombuigingsvoorstel 14: Taakstelling organisatie Bestuurlijk verantwoordelijk: Ad de Waard Ambtelijk verantwoordelijk: Cojan Mookhoek Versie: 15 december 2010
1.
Beschrijving van de huidige situatie
Dit project beoogt de Sliedrechtse organisatie in operationele activiteiten te beperken tot uitsluitend zakelijke, ontdaan van luxe details, maar nog binnen het regionale human resourcebeleid. Kaasschaaf of botte bijl? Een reeds efficiënt georganiseerde gemeente rest in deze tijden nauwelijks anders dan de kaas met een bijl te attaqueren: ook voorspelbaar impopulaire maatregelen zullen op haalbaarheid worden onderzocht. In dit project zijn in dit kader ombuigingsvoorstellen op het gebied van de (interne) kosten van de ambtelijke organisatie verkend. De groslijst bezuinigingsvoorstellen (zie bijlage) heeft hierbij als leidraad gediend. De suggesties 195 tot en met 198, 219, 220, 234, 235, 239 tot en met 245, 254, 286, 290, 292 tot en met 294, 297, 312, 319 zijn concreet verkend. In dit projectresultaat worden overigens alleen de daadwerkelijk mogelijke besparingen benoemd. Dat neemt niet weg dat daar zoals al aangekondigd voorspelbaar impopulaire maatregelen tussen zitten. De volgende zaken zijn in het kader van dit project verkend, maar worden niet in dit project, maar in project 15 (Organisatieontwikkeling) meegenomen: Natuurlijk verloop € 60.000 Uitplaatsen PZ/GB € 36.000 Uitplaatsen communicatie adviseur college € 68.000 (€ 35.000) Deels vervangen bestuursadviseur € 30.000 Hoofdstuk 2 benoemt kort de inhoudelijke voorstellen met betrekking tot Taakstelling organisatie. In hoofdstuk 3 vindt u de financiële opbrengst van deze voorstellen. Hoofdstuk 4 gaat in op de relatie met project 15 voor wat betreft de organisatorische opbrengst. Tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de implementatie.
2.
Beschrijving van het voorstel
Onderzocht is welke besparingen mogelijk zijn op het gebied van Bestuursaangelegenheden door: 17. Afromen representatie bestuur; 18. Kerspakketten; 19. Koffie/ thee; 20. Lunchvergaderingen; 21. Bezuinigingen op kantoor- en werkbenodigdheden;
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
95(106)
22. 23.
Beplanting gemeentekantoor; Kopiëren.
2.1 Afromen representatie bestuur Hier kan met onmiddellijke ingang een geringe besparing op worden gerealiseerd.
2.2 Kerstpakketten Door alleen actief personeel dat in loondienst is te voorzien van (eenvoudiger) kerstpakketten, kan met ingang van 2011 worden bespaard. 2.3 Koffie/ thee Op jaarbasis bedragen de kosten voor koffie en thee via de automatenservice van Maas International € 12.750,-. De automaten kunnen worden ingericht om te betalen via een chipknip. Hieraan zijn ongetwijfeld kosten verbonden, die in mindering moeten worden gebracht van de mogelijke bezuiniging. Hier kan met vrijwel onmiddellijke ingang op worden bespaard, maar er wordt bij worden aangetekend dat deze maatregel voorspelbaar impopulair is. Wenselijker is om het SCD te laten onderzoeken wat het draagvlak regionaal is, t.b.v. de volgende aanbesteding van koffiemachines. Verder zal per 2011 (via het bestuurssecretariaat) spaarzamer omgegaan worden met het gebruik van koffie en thee in de kamers van bestuurders (momenteel gaat er vrij veel ongebruikt retour). 2.4 Lunchvergaderingen De totale kosten bedragen op jaarbasis € 13.000, -. De kosten (ingrediënten- en personeelskosten) worden doorbelast naar de diverse producten. Regionaal is het catering gebeuren onlangs aanbesteed. Voor Sliedrecht betreft het een aanbesteding inclusief lunchvergaderingen. De juridische consequenties hiervan zijn nog niet duidelijk, waardoor het op dit moment onzeker is of er een besparing op lunchvergaderingen is te realiseren. Overigens betreft dit voorstel het groot gebruik door ambtenaren. Het is wenselijk om de kamers van bestuurders te blijven cateren t.b.v. besprekingen met externe relaties. 2.5 Bezuinigen op kantoor- en werkbenodigdheden Op jaarbasis wordt er voor een bedrag van ongeveer € 5.000,- aan kantoorartikelen en werkbenodigdheden aangeschaft. Op een personeelsbestand van ongeveer 100 personen is dat ongeveer € 50,- p.p. Een besparing hierop lijkt niet reëel. 2.6 Beplanting gemeentekantoor In het gemeentekantoor staat beplanting ten behoeve van het binnenklimaat (acceptabele luchtvochtigheid). In 2004 is voor de nieuw aangeschafte beplanting in het gemeentekantoor een totaal onderhoudscontract afgesloten. Een totaal onderhoudscontract betekent dat de planten door het interieur beplantingsbedrijf geheel worden onderhouden (incl. water geven) en dat planten, die in een slechte conditie verkeren worden vervangen. De kosten in 2010 voor dit totaal onderhoud bedragen € 2.552,- (excl. btw). Als er een contract wordt afgesloten voor onderhoud zonder water geven en vervanging van planten, bedragen de kosten € 1.785,(excl. btw). Een besparing derhalve van € 767,- (excl. btw). Het risico is echter dat uiteindelijk de kosten juist hoger worden doordat er te veel of te weinig water wordt gegeven. 2.7 Kopiëren Dubbelzijdig kopiëren is bij omschakeling naar de uniforme werkplek al ingevoerd.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
96(106)
Het kleur kopiëren neemt hand over hand toe. Met het aangaan van een nieuw regionaal contract voor multifunctionals zal de prijs voor kleurkopieën sterk worden bijgesteld. Tot die tijd mag er van het MT wel een signaal uit gaan dat het kopiëren in kleur tot het minimale beperkt moet blijven. Onderzocht wordt of deze voorziening via het Serviceplein kan lopen (SCD), zodat toezicht op het gebruik kan worden gehouden.
3.
Weergave van de financiële opbrengst
Totaal te realiseren financiële besparingen op Bestuursaangelegenheden: 2011 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Afromen representatie (bestuur/60020000) Kerstpakketten Koffie/ thee* Lunchvergaderingen Kantoor- en werkbenodigdheden Beplanting gemeentekantoor Kopiëren Totaal te realiseren besparingen:
2012
2013
2014
2015
€ 8.500 PM -
€ 2.500 € 8.500 € 18.750 PM -
€ 2.500 € 8.500 € 18.750 PM -
€ 2.500 € 8.500 € 18.750 PM -
€ 2.500 € 8.500 € 18.750 PM -
€ 8.500
€ 29.750
€ 29.750
€ 29.750
€ 29.750
* Dit betreft concreet € 12.750,- besparing op de kosten en € 6.000,- inkomsten.
4.
Weergave van de organisatorische opbrengst
In hoofdstuk 1 zijn enkele mogelijkheden benoemd die in het vervolg van project 15 nader worden uitgewerkt. In dat project horen ook zaken thuis als mogelijke efficiencywinst door samenwerking in de regio of taken door derden uit laten voeren. Het gaat dat om de vraag wat de optimale organisatievorm en bijbehorende personele capaciteit van de gemeente Sliedrecht is. Daarnaast zijn in project 7 (Beheer en onderhoud Openbare Ruimte) een aantal zaken op het gebied van organisatorische opbrengst (personeel) in beeld gebracht. In project 12 (burgerparticipatie) is aangegeven hoe door grotere transparantie en betere verantwoordingsmechanismen meer prikkels ten behoeve van efficiency en doelmatigheid worden gecreëerd. Om te voorkomen dat zaken vanuit verschillende projecten aan uw raad worden gepresenteerd, worden eventuele mogelijkheden voor besparing op de organisatie in dit hoofdstuk niet nog een keer benoemd.
5.
Uitvoering en implementatie
Een deel van deze besparingen wordt zoals eerder gemeld nader uitgewerkt in project 15. Wat betreft de in hoofdstuk 2 concreet benoemde voorstellen, wordt hieronder aangegeven wie waarover moet besluiten. Het college moet een besluit nemen over 2.1 en 2.3. Het MT moet een besluit nemen over 2.2, 2.4 en 2.7.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
97(106)
De mogelijkheden met betrekking tot de snelheid van implementatie blijken uit het meerjarenperspectief in hoofdstuk 3. De evaluatie ten behoeve van de ureninzet (communicatie) van de griffie kan in maart 2011 plaatsvinden, zodat met de uitkomsten desgewenst aangesloten kan worden bij de Zomernota.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
98(106)
Ombuigingsvoorstel 15: Organisatieontwikkelingen Bestuurlijk verantwoordelijk: Ambtelijk verantwoordelijk: Versie:
1.
A. de Waard M.J. Verhoef 24 november 2010
Beschrijving van de huidige situatie
De ambtelijke organisatie, een zogenaamd afdelingenmodel bestaande uit een éénhoofdige directie en zeven managers, stamt uit 2005. In 2005 bestond de organisatie nog uit 180 fte. Na het regionaal onderbrengen medewerkers bij de regionale Sociale Dienst, Belastingdienst en het Service Centrum is de formatie gereduceerd tot 120 fte. De loonkosten van de organisatie bedragen 7,6 miljoen euro in 2010. De Brede doorlichting heeft gevolgen voor de werkwijze en de omvang van de organisatie. Er zal op innovatie manieren gezocht moeten worden naar andere werkwijzen om een substantieel bedrag vrij te maken. Los van de Brede doorlichting bestaat er behoefte aan een andere organisatie. In 2007 al heeft de gemeenteraad het visiedocument Sliedrecht 2010 en verder vastgesteld. Hierin geeft de raad zijn kijk op de (veranderingen in de) omgeving van de gemeente. Wat voor een gemeente willen wij zijn en wat voor organisatie hoort daarbij? In Sliedrecht 2010 en verder wordt opgemerkt dat de toenemende complexiteit, schaalvergroting van opgaven en decentralisatie van taken naar gemeenten (bijvoorbeeld: de WMO en de integratie van administratieve gegevens met vastgoedgegevens ervoor zorgt dat gemeenten heel bewust moeten nadenken over de manier waarop ze hun taken uitvoeren. Sliedrecht heeft daarbij, net als andere gemeenten, opties als verzelfstandiging van uitvoerende dienstonderdelen of samenwerkingsverbanden al dan niet met private partners. In de Drechtsteden is met de ontwikkeling van het Drechtstedennetwerk (en Zuid-Holland Zuid) een aanvullende mogelijkheid voor de uitvoering van taken gecreëerd. Het maken van een keuze voor een organisatorisch arrangement vraagt een duidelijk beeld van het toekomstige profiel van de gemeente. In het raadsprogramma staat het volgende: Versterking uitvoeringsorganisatie De kwaliteit van de ambtelijke organisatie wordt versterkt. De samenwerking in de Drechtsteden en de brede doorlichting, die zich richt op een efficiënter en effectiever werkende organisatie, vormen de aanleiding om te komen tot een organisatie, die dienstbaar is aan de inwoners van Sliedrecht en op de nieuwe ontwikkelingen in de regio is ingespeeld. De inwoners van Sliedrecht moeten ook van een betere afstemming tussen gemeente en regionale uitvoeringsdiensten kunnen profiteren. Taken worden alleen overgeheveld als van te voren de opdracht aan de uitvoeringsdienst in financiële en organisatorische zin helder en scherp is geformuleerd, waarmee verantwoording kan worden afgelegd aan het bestuur. De zeggenschap van Sliedrecht over deze taken blijft behouden. Tevens mag een taakoverheveling niet ten koste gaan van de dienstverlening aan de inwoners. Met een
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
99(106)
basisdienstverlening die in Sliedrecht zelf beschikbaar is. Daarbij blijft het werken op zondag in gemeentelijke diensten en bedrijven beperkt. In 2012 staat er een sterkere gemeentelijke organisatie, die mede is afgestemd op het regionale samenwerkingsverband Drechtsteden, waarbij de aansturing ook in politiekbestuurlijke zin beter is geborgd. Voor de voortgang is het gewenst dat het college eind 2010 komt met de eerste voorstellen. Doel is de ambtelijke en bestuurlijke bedrijvigheid te verminderen, de bedrijfsvoering te verbeteren en om efficiënter en effectiever gebruik te maken van de verschillende Drechtstedenbedrijven, dan wel samenwerkingsprojecten met derden. 2.
Beschrijving van het voorstel
Doel van het voorstel is: 1. Een andere organisatie te ontwikkelen die past bij de ambitie van de gemeente. In Sliedrecht 2010 en verder staat het volgende vermeld over de organisatie: “De tweede fase (2010- 2014 red.) bestaat uit het doorontwikkelen van de organisatie naar een regieorganisatie. De aanleiding hiervan zijn doorgevoerde samenwerkingsinitiatieven in de regio, de als maar veranderende omgeving en de nieuwe wettelijk opgelegde (gedecentraliseerde) taken en bevoegdheden. Onder een regieorganisatie wordt verstaan dat de gemeente beleid maakt, regie voert en een service- en loketfunctie heeft. De regietaak is daarbij gericht op de hoofddoelen als genoemd op bladzijde 3 van de nota. Naast de regiewerkzaamheden, zijn er ook kleinschalige werkzaamheden die vlot moeten worden opgelost door een gemeentelijke onderhoudsploeg. Het wijk- en buurtbeheer, de inrichting van de openbare ruimte en het welzijn zal lokaal worden bepaald en uitgevoerd. De uitvoerende taken op het terrein van openbare werken, plantsoenen en reiniging zullen in belangrijke mate kunnen plaatsvinden: gemeenschappelijk, met private partners (o.a. Drechtwerk en de HVC) of in eigen beheer”. Het college van benw heeft de afgelopen maanden een visie op de gemeente en de organisatie vastgesteld. In december 2010/januari 2011 zullen het managementteam en de ondernemingsraad hierbij betrokken worden. De raad zal eerst in een werkbijeenkomst in februari 2011 en daarna in het openbaar in maart 2011 zijn inbreng leveren in het visiedocument. 2. Samen met uit te werken voorstel 14 “Taakstelling organisatie” 1,5 miljoen euro structureel te bezuinigen op de personele uitgaven. Dat is ongeveer 20% van het personeelsbudget van 7,6 miljoen euro. Om dubbelingen te voorkomen met de andere ombuigingsvoorstellen, is besloten dat de bijdrage van dit voorstel 1,0 miljoen euro is en dat de overige 0,5 miljoen euro wordt opgebracht door de andere ombuigingsvoorstellen. Beide doelen zijn aan elkaar verbonden. Daarom worden deze in het vervolg van deze opdrachtformulering aan elkaar gekoppeld. 3. Weergave van de financiële opbrengst De ontwikkeling van de organisatie naar meer regie door het op afstand plaatsen van taken heeft niet op voorhand een kostprijsverlagende werking. De vorming van een regieorganisatie heeft bovenal een kwaliteitsverhogende component, waartoe ook investeringen noodzakelijk zijn. Ook is de verwachting dat de organisatie tijdens de transformatie naar regie organisatie geconfronteerd zal worden met frictiekosten.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
100(106)
In de Brede Doorlichting is een bezuinigingsdoelstelling op de organisatie opgenomen van 1 miljoen euro ultimo 2015. De doelstelling wordt voor 0,6 miljoen euro gerealiseerd vanaf 2013 door middel van een in oktober 2010 door benw vastgestelde taakstelling op loonkosten. Hieronder staat aangegeven hoe de taakstelling van 0,6 miljoen euro wordt gerealiseerd in tijd. Het college heeft er mee ingestemd dat éénmalig 0,1 miljoen euro beschikbaar is uit deze besparing voor de uitvoering van deze structurele taakstelling. Netto taakstelling 600K
300K Ingeboekt in begroting 2011
2012
2013
Jaar
Het managementteam heeft in november 2010 een plan van aanpak (mobiliteitsplan) om deze taakstelling te realiseren aan benw aangeboden.
Hieronder staat aangegeven hoe het gehele bedrag van 1 miljoen euro in tijd wordt gerealiseerd. Tevens staat aangegeven met welke formatiereductie dat gepaard gaat. Eind jaar Bedrag FTE
4.
2011 300.000 5
2012 300.000 5
2013 150.000 2,5
2014 150.000 2,5
2015 100.000 1,7
Weergave van de organisatorische opbrengst
De organisatorische opbrengst wordt nader uitgewerkt nadat de visie op de gemeente/organisatie is vastgesteld. Er zal worden toegewerkt naar een kleinere en daardoor goedkopere, hoogwaardiger organisatie die gesteld staat voor de toekomstige taken. Verdergaande samenwerking met de regio zal om dat doel te bereiken noodzakelijk zijn. 5. Uitvoering en implementatie Er is een stuurgroep organisatieontwikkeling met daarin bestuurlijk portefeuillehouders P&O en Financiën, gemeentesecretaris/algemeen directeur en de projectleider.. Uitwerking vindt plaats in deelprojecten. De ondernemingsraad heeft verzocht te participeren in de deelprojecten. Het realiseren van bovenstaande forse besparing op de organisatie is alleen mogelijk indien de voorstellen daartoe in lijn zijn met de ambitie van de gemeente en de visie op de organisatie. De uitwerking van de opdracht vindt daarom langs 2 sporen plaats, die vanwege de voortgang deels parallel worden uitgevoerd. Deze 2 sporen zijn: 1) Definitie ambitie gemeente en visie organisatie
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
101(106)
2) Uitwerken scenario’s voor realisatie taakstelling Ad 1) Definitie ambitie gemeente en visie organisatie In dit spoor vindt een nadere uitwerking van de in het Raadsprogramma en de in “Sliedrecht 2010 ev” verwoorde ambitie plaats. Daartoe dienen op bestuurlijk niveau eenduidige keuzes gemaakt te worden dienen die gelden als kaderstellend voor de verdere uitwerking van de gemeentelijke organisatie. Belangrijke vragen die daarbij beantwoord zullen worden zijn: - visie en missie van de organisatie - afbakening gemeentelijke taken (wat wel/wettelijk verplicht, wat niet/maatschappelijk veld/markt) - Uitwerking visie naar bestuurlijke graden van samenwerking (wat lokaal, waar beleidsafstemming, welke verplichtingen aangaan, waar overdracht van bevoegdheden) - Relatie met gedefinieerde kwaliteiteisen Ad 2) Uitwerken scenario’s voor realisatie taakstelling De verschillende taakvelden van de gemeente (beleid, uitvoering, dienstverlening, toezicht, bedrijfsvoering) kunnen op verschillende wijzen worden georganiseerd. De wijze van organisatie heeft impact op de mate waarin (bestuurlijk en ambtelijk) invloed op de uitvoering en resultaten mogelijk is, de geleverde kwaliteit van uitvoering en de uiteindelijke kosten. Hiervoor worden business cases opgesteld door in te stellen projectgroepen. De opgeleverde businesscases zullen aan de hand van de bestuurlijk vastgestelde visie en ambitie van de organisatie worden getoetst op wenselijkheid en haalbaarheid. Bij onvoldoende resultaat zal bijstelling van de ambitie of businesscase plaatsvinden. Een ingrijpend en omvangrijk traject als de omvorming van Sliedrecht naar een andere organisatie in samenhang met de realisatie van een majeure bezuinigingsopgave vragen een duidelijk, zorgvuldig en beheerst ontwikkel- en veranderproces. In dit proces dienen duidelijke beslismomenten (go/no-go) te zijn gedefinieerd waarop formele besluitvorming door het college nodig is, het adviesrecht van de OR van toepassing is en te worden geborgd dat de Raad tijdig en afdoende wordt betrokken. Daartoe is onderstaand proces vormgegeven.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
102(106)
Definiteifase
Spoor 1 (bestuurlijk)
Spoor 2 (ambtelijke werkgroepen) Uitwerken scenario’s (business cases)
Definitie ambitie & visie
Ontwerpfase
Toetsing (go/no-go) Ontwerpen gekozen scenario
implementatiefase
Uitwerkingsfase
go/no-go Uitwerken implementatie
go/no-go Implementatie & nazorg
Na vaststelling van de business case door toetsen aan de bestuurlijk vastgestelde ambitie en visie zal het gekozen scenario door de projectgroep verder worden uitgewerkt, waarbij de organisatorische en personele consequenties in een reorganisatieplan worden vastgelegd. Na formele goedkeuring (door College en OR) op het betreffende reorganisatieplan, wordt de implementatie voorbereid (uitwerkingsfase) en uitgevoerd. Ten behoeve van de uitvoering van het project wordt een eenvoudige projectstructuur opgezet. Deze projectorganisatie bestaat uit een stuurgroep, een vaste projectgroep en werkgroepen uit de organisatie. In de werkgroepen zal de uitwerking van de business cases plaatsvinden naar respectievelijke organisatie-onderdelen. Omdat de directeur bedrijfsvoering een belangrijke rol heeft bij de wijze waarop de business case wordt gerealiseerd, zal deze vanaf de ontwerpfase de rol van projectleider vervullen.
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
103(106)
Stuurgroep
Projectgroep
Werkgroepen
De projectorganisatie bestaat uit de volgende personen: Stuurgroep: - Bestuurlijk portefeuillehouder P&O - Bestuurlijk portefeuillehouder Financiën - Riny Verhoef (opdrachtnemer) - Stefan Karnebeek (algemeen projectleider/adviseur) Projectgroep: - Riny Verhoef (opdrachtnemer) - Stefan Karnebeek (projectleider tot aan ontwerpfase /adviseur) - Directeur bedrijfsvoering (projectleider vanaf ontwerpfase) - Communicatie - Ondernemingsraad - Personeel - Juridisch - Financiën Werkgroepen: - Werkgroepleden uit de organisatie (ntb) Planning: Fase Definitiefase Ontwerpfase Uitwerkingsfase Implementatie & nazorg
Start 01/09/10 01/05/11 01/10/11 01/03/12
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
Eind 01/05/11 01/10/11 01/03/12 ….
104(106)
De kosten van het project bestaan grotendeels uit personeelskosten (opstellen profielen, selectie, werving, plaatsing), organisatie-advieskosten (ontwerp structuur, processen, besturing) en transitie-en frictiekosten. De omvang van de kosten is mede afhankelijk van wat intern in de eigen organisatie en in regionaal verband (SCD) kan worden opgepakt, al dan niet na aanvullende afspraken, en kunnen nu nog niet worden begroot. In de uit te werken business cases zullen deze kosten, in afstemming met de regio, nader zijn gespecificeerd. Voor de korte termijn is € 200.000 aan proceskosten nodig (interne uren en uren externe advisering).
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
105(106)
Ombuigingsvoorstellen Brede Doorlichting
106(106)