agendapunt 06.03 968466
Aan Verenigde Vergadering BESTUURLIJKE STRAFBESCHIKKING
Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 15-12-2011 Kennis te nemen van stand van zaken rond de invoering van bestuurlijke strafbeschikking. Besluit Verenigde Vergadering 15-12-2011
Bestuurlijke strafbeschikking
1.
Probleemstelling - context
Met deze notitie wordt het college geïnformeerd over de stand van zaken omtrent de bestuurlijke strafbeschikking. Na deze informerende ronde wordt eind 2011, begin 2012 aan het bestuur een voorstel gedaan te besluiten de bestuurlijke strafbeschikking te gaan gebruiken. Als gevolg van de invoering van nieuwe wetgeving wordt aan de decentrale overheden, waaronder de waterschappen, de mogelijkheid geboden om – naast de bestaande bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten – per 1 maart 2012 een nieuw instrument toe te passen. Het gaat om de bestuurlijke strafbeschikking. De bestuurlijke strafbeschikking is, in tegenstelling tot de bestaande bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten (dwangsom en bestuursdwang) een strafrechtelijk instrument. 2.
Beoogd effect
De bestuurlijke strafbeschikking biedt de mogelijkheid eenvoudig vast te stellen feiten gemakkelijk en snel af te doen. 3.
Kernboodschap
Per 1 maart 2012 krijgt Delfland de beschikking over de bestuurlijke strafbeschikking. Dit document is informerend. 4.
Historie - eerdere besluitvorming
Door de Uniecommissie Waterketens en Emissies is op 15 april jl. ingestemd met het inzetten van dit nieuwe handhavingsinstrument. Tevens is een voorkeur uitgesproken voor de regeling dat alle inkomsten van de uitgeschreven strafbeschikkingen in een landelijke “pot” bijeengebracht worden, van waaruit vervolgens de opleidingskosten van de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA‟s) gefinancierd worden. 5.
Regelgeving en Beleid
Besluit OM-afdoening Met ingang van 1 februari 2008 is de Wet OM-afdoening in werking getreden, die kort gezegd de bestuurlijke strafbeschikking in het Wetboek van Strafvordering introduceert. In art. 257ba van het Wetboek van Strafvordering is de bevoegdheid om een bestuurlijke strafbeschikking uit te vaardigen toegekend aan de bij AMvB aan te wijzen personen of lichamen die met een publieke taak zijn belast. In deze AMvB, het Besluit OM-afdoening, worden de grenzen die daarbij in acht moeten worden genomen, vastgesteld. Met het wijzigingsbesluit van het Besluit OM-afdoening wordt aan de waterschappen, dus ook aan Delfland de strafbeschikkingsbevoegdheid toegekend. In het kader van de consultatieprocedure heeft Delfland via de Unie ambtelijk gereageerd op de conceptfeitenlijst (zie voor de toelichting hierop paragraaf 14). Ministeriële regeling Op dit moment wordt door Justitie gewerkt aan een ministeriële regeling waarin de vergoedingsregeling wordt uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is dat de kosten niet hoger mogen zijn dan de baten uit de geïnde bestuurlijke strafbeschikkingen. De ministeriële regeling treedt gelijktijdig met het wijzigingsbesluit in werking. Beleidsregels OM Het OM stelt de hoogte van de geldboete voor de overtredingen uit de feitenlijst nog vast in beleidsregels. Daarnaast stelt het OM in beleidsregels vast op welke wijze het toezicht houdt op de wijze waarop het bestuur gebruik maakt van de strafbeschikkingsbevoegdheid.
Waterschapswet Het Ministerie van Veiligheid en Justitie beoogt met invoering van de bestuurlijke strafbeschikking geen landelijke transactiebevoegdheid te creëren. De mogelijkheid om een schikking te treffen voor keurzaken (artikel 85 Waterschapswet), komt hiermee dan ook te vervallen. Nu zal het vervallen van genoemd artikel voor de meeste waterschappen geen consequenties hebben, er van uitgaande dat de waterschappen zullen kiezen voor gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking. Delflands beleid Invoering van het instrument past in de ingezette koers van Delfland effectiever in te zetten op de uitvoering van onze wettelijke taken. Eén van de acties t.b.v. de implementatie is de opname van het instrument in de handhavingsstrategie. Het beleid om zowel bestuurlijk als strafrechtelijk op te treden ligt al verankerd in de handhavingsstrategie.
6.
Financiën
- Voor de opleidingskosten van de BOA‟s zie paragraaf 4. De huidige her- en bijscholingskosten voor BOA‟s bedragen voor Delfland circa € 1.500,- per BOA/ jaar. Bij 14 BOA‟s is dit circa€ 21.000,- per jaar excl. personeelskosten. Een alternatief voor het scenario van de landelijke pot is dat van de opbrengst van de bestuurlijke strafbeschikkingen de kosten van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en het OM worden afgetrokken waarna de waterschappen uit de restopbrengst een bijdrage ontvangen voor de opleidingskosten van de BOA‟s. In het slechtste scenario krijgen we de opleidingskosten niet vergoed. Overigens krijgen we nu ook al geen vergoeding. Nogmaals, het ministerie is nog bezig met de uitwerking van de vergoedingsregeling. - Met het vervallen van de transactiemogelijkheid voor keurzaken komen de inkomsten uit de schikking te vervallen. De te derven inkomsten uit de huidige transacties bedragen ongeveer €5.000,- per jaar (gebaseerd op cijfers uit 2010). Als de vergoedingsregeling, zoals hierboven beschreven, wordt toegepast, is de verwachting dat dit financieel gezien geen problemen oplevert. Bovendien levert de “uitbesteding” van de inning aan het CJIB een beperkte kostenreductie voor Delfland op. - Communicatie intern en extern: advisering is opgenomen in het reguliere werk van team
Communicatie. - Aanpassing ICT-systemen: voor zover nog niet bekend maar verwacht wordt dat dit binnen het reguliere werk past en geen noemenswaardige financiële gevolgen heeft; 7.
Duurzaamheid
Niet van toepassing 8.
Organisatorische en personele consequenties
Er zijn geen organisatorische en personele consequenties. 9.
OR/GO
Niet van toepassing 10.
Risico- en beheersmaatregelen
Overtreders moeten op de hoogte worden gebracht van de verschillen in procedure tussen die van de bestuurlijke strafbeschikking en die van de gewone strafrechtelijke afdoening. Het betalen van een boete en het niet binnen twee weken in beroep gaan levert immers een schuldverklaring op en betekent niet dat daarmee vervolging wordt voorkomen. Met goede communicatie kan dit risico beheerst worden.
2
11.
Communicatie (in- en extern)
Bij het voorstel voor het besluit over de strafbeschikking wordt een communicatieparagraaf opgenomen. Hierin wordt uitgewerkt hoe communicatie wordt ingezet om het besluit uit te voeren. 12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
Tijdpad Per 1 maart 2012 krijgt Delfland de beschikking over de bestuurlijke strafbeschikking. Vóór die datum zal Delfland nog de nodige acties moeten nemen ten behoeve van de implementatie. Na deze informerende ronde wordt begin 2012 aan het bestuur een voorstel gedaan te besluiten per 1 maart 2012 de bestuurlijke strafbeschikking te gaan gebruiken. 13.
Bevoegd orgaan
Niet van toepassing; informerend 14.
Toelichting
Nieuw instrument De bestuurlijke strafbeschikking is een door het dagelijks bestuur van een aangewezen publiekrechtelijke instantie zonder tussenkomst van de rechter opgelegde straf. Dit wordt gedaan op basis van een door een BOA geconstateerde overtreding en door hem opgemaakt proces-verbaal. De doelstelling van de invoering is enerzijds een gemakkelijke en snelle afdoening van eenvoudig vast te stellen feiten en anderzijds een verlichting van de toenemende druk van de rechterlijke macht. Met de strafbeschikking in handen van het bestuur kunnen eenvoudige overtredingen waarbij geen complexe bewijsvoeringskwesties spelen op basis van een opgemaakt verkort proces-verbaal, vergaand gestandaardiseerd en geautomatiseerd, gemakkelijk strafrechtelijk worden afgedaan. Voor de praktijk heeft de invoering tot gevolg dat het bestuur de strafbeschikking uitvaardigt, het CJIB vervolgens de opgelegde boete int en het OM eventueel verzet afhandelt. De strafbeschikking is te beschouwen als de opvolger van de transactie. Bij een transactie ligt het procesinitiatief bij de officier van justitie om tot dagvaarding over te gaan indien de verdachte niet ingaat op het voorstel tot betaling. Daarentegen ligt bij de bestuurlijke strafbeschikking het procesinitiatief bij de bestrafte. Relatie bestuursrecht en strafrecht De bestuurlijke strafbeschikking valt onder het strafrecht. De sanctie wordt echter niet door het OM, maar door het bestuur opgelegd. Kortom, het bestuur treedt in het strafrecht. De strafbeschikking strekt niet, zoals de transactie, tot het voorkomen van vervolging, maar is een vorm van bestraffing. Daarmee krijgt het bestuur de mogelijkheid een daad van vervolging te stellen, zij het onder toezicht van en volgens richtlijnen van het OM. Reikwijdte bevoegdheid Per 1 maart 2012 wordt deze bevoegdheid aan Delfland toegekend voor overtredingen die genoemd staan in een landelijke limitatieve “feitenlijst”. Deze feiten hebben als algemeen kenmerk dat zij eenvoudig en op heterdaad vast te stellen zijn en zijn te bewijzen zonder inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden, terwijl de betrokken bepalingen niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Voor overtredingen die niet op de feitenlijst staan wordt nog gewoon een uitgebreid proces-verbaal (PV) opgemaakt en naar het OM gezonden die de zaak strafrechtelijk afhandelt. Een voorbeeld hiervan is het starten met het onttrekken van grondwater zonder dit te melden. Een ander voorbeeld is het niet voldoen aan de onderhoudsverplichting van een waterstaatwerk (schouw).
3
Nut en noodzaak Met het terugtreden van het OM, voor wat betreft het aanpakken van „lichtere‟ overtredingen, dreigt een gat te ontstaan in de handhaving. „Lichtere‟ overtredingen die voorheen met een PV werden afgedaan worden dan strafrechtelijk ongemoeid gelaten. Dit zal leiden tot een lager naleefgedrag. Met de huidige bestuursrechtelijke instrumenten (dwangsom en bestuursdwang) is er geen mogelijkheid om de overtreder snel op de vingers te tikken. De bestuurlijke strafbeschikking geeft die mogelijkheid wel. Verder biedt de bestuurlijke strafbeschikking efficiencyvoordelen. Waar voorheen een uitgebreid PV door eigen BOA‟s moest worden opgemaakt, is de bestuurlijke strafbeschikking een eenvoudiger te hanteren instrument. Daarnaast vormt de bestuurlijke strafbeschikking, als strafrechtelijk instrument, in de praktijk een goede aanvulling op de voornoemde bestaande bestuursrechtelijke instrumenten. Bijvoorbeeld als na een illegale lozing (van geringe omvang) door de overtreder het gevaar van een nieuwe lozing dreigt. Voor de reeds plaatsgevonden lozing kan een tik op de vingers worden uitgedeeld in de vorm van een bestuurlijke strafbeschikking (de zogenaamde lik op stuk aanpak). Voorts kan ook een dwangsom worden opgelegd ter voorkoming van een eventueel zich voordoende nieuwe illegale lozing. Een ander punt is de werking van het Activiteitenbesluit. In het licht van vermindering van de regeldruk vallen steeds meer activiteiten onder algemene regels. Dit betekent dat steeds minder activiteiten vergunningplichtig zijn en dat kan worden volstaan met een melding. Een ontwikkeling die een duidelijke accentverschuiving richting handhaving laat zien. Gelet daar op is het van belang dat het bestuur over adequate handhavingsinstrumenten beschikt. De bestuurlijke strafbeschikking vormt gelet op het bovenstaande een goede aanvulling op het bestaande instrumentarium. Verder is de procedure van de bestuurlijke strafbeschikking aanzienlijk korter dan de overige procedures. Een verdachte kan binnen twee weken verzet aantekenen tegen de strafbeschikking bij het parket van de officier van justitie om te voorkomen dat de strafbeschikking onherroepelijk komt vast te staan. De verzetstermijn is een veel kortere termijn dan de in bezwaar- en beroepsprocedures gebruikelijke termijn van zes weken om een rechtsmiddel aan te wenden. Kortom, het instrument leidt tot een gemakkelijke en snelle afdoening van eenvoudig vast te stellen overtredingen. Straffend bestuur De invoering van de bestuurlijke strafbeschikking brengt een verandering in de rol van het bestuur van Delfland met zich mee. De groeiende landelijke behoefte aan handhaving leidt tot de ontwikkeling van het “straffende bestuur”. Inzet van het instrument De inzet van de bestuurlijke strafbeschikking zal overigens relatief minder zijn dan de inzet van de bestuursrechtelijke sanctie-instrumenten. Inbreng Delfland Delfland is vertegenwoordigd in de werkgroep van de Unie van Waterschappen die de Unie ondersteunt bij de invoering en implementatie van de bestuurlijke strafbeschikking Resumé Specifiek voor Delfland betekent de invoering het volgende: Vanwege de kortere procedures is de behandeltijd voor het optreden tegen een overtreding korter. De gestandaardiseerde en geautomatiseerde verkorte proces-verbalen en de 4
“uitbesteding” van de inning aan het CJIB dragen hier mede aan bij. Dit werkt drempelverlagend om strafrechtelijk op te treden. Als Delfland strafrechtelijk effectiever kan optreden gaat hier een preventief effect vanuit. De registratie in het justitieel documentatieregister (“strafblad”) draagt hier ook aan bij. In vergelijking met de inning t.a.v. keurzaken levert de uitbesteding van de inning aan het CJIB voordelen op. Naast een beperkte kostenreductie voor Delfland, zal het CJIB een hoger inningspercentage kunnen realiseren gelet op routine en schaalvoordeel. De digitale koppeling met het CJIB zorgt voor een effectieve inning. De gestandaardiseerde en geautomatiseerde verkorte proces-verbalen en de digitale koppeling met het CJIB verlagen de administratieve lasten.
15.
Bijlagen
Geen
5
Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur
Kenmerk VV
:
…**
Vergaderdatum
:
…
Beleidsveld
:
…
Agendapunt
:
…**
De Verenigde Vergadering van Delfland, gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van …(datum van de VV-vergadering), kenmerk …(kenmerk van het voorliggend VV-voorstel; dit betreft een voorstel van D&H aan VV); gelezen het positieve/negatieve …(bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s) …(commissie noemen); overwegende dat: … (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: … artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: … Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren).
Aldus besloten in de openbare vergadering van …(datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma
6