Bijlage
Bijlage Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen 1. Inleiding Als gevolg van de invoering van nieuwe wetgeving wordt aan de decentrale overheden, waaronder de waterschappen, de mogelijkheid geboden om - naast de bestaande bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten - een nieuw instrument toe te passen. Het gaat om de bestuurlijke strafbeschikking. De bestuurlijke strafbeschikking is, in tegenstelling tot de bestaande bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten (dwangsom en bestuursdwang) een strafrechtelijk instrument. Door de Uniecommissie waterketens en emissies is op 15 april jl. ingestemd met het inzetten van dit nieuwe handhavingsinstrument. In dit bestuursvoorstel leest u welke gevolgen de invoering met zich brengt en welke stappen voor inwerkingtreding per 1 maart 2012 nog door ieder waterschap afzonderlijk gezet moeten worden. 2. Een nieuw instrument De bestuurlijke strafbeschikking is een vorm van straf die door een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) in dienst van een publiekrechtelijke instantie zonder tussenkomst van een rechter kan worden opgelegd. In essentie gaat het om een transactiebevoegdheid voor het bestuur. Het instrument kan worden ingezet bij het bestrijden van ‘lichtere’ overtredingen. Met de introductie van de bestuurlijke strafbeschikking, als onderdeel van de Wet OMafdoening, verschuift de verhouding tussen bestuursrecht en strafrecht. De bestuurlijke strafbeschikking valt namelijk onder het strafrecht (als artikel 257ba aan het Wetboek van Strafvordering toegevoegd) en wordt niet door het Openbaar Ministerie (OM), maar wordt door het desbetreffende bestuursorgaan opgelegd. Kortom, het bestuur treedt in het strafrecht. Hoe gaat het in zijn werk? Een BOA van een waterschap constateert een overtreding en legt - overeenkomstig de richtlijnen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie - een bestuurlijke strafbeschikking op. Hij maakt daarvoor een verkort proces-verbaal (PV) op. De afdoening verloopt via het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (inning) en bij niet betaling het OM (vervolging). Rechtsbescherming bestaat uit de mogelijkheid verzet aan te tekenen bij het OM. In dergelijke gevallen (naar verwachting in circa 5% van de gevallen) zal alsnog een uitgebreid PV worden opgemaakt. 3. Nut en noodzaak Waarom is de bestuurlijke strafbeschikking in het leven geroepen? Met het terugtreden van het OM, voor wat betreft het aanpakken van ‘lichtere’ overtredingen, dreigt een gat te ontstaan in de handhaving. ‘Lichtere’ overtredingen die voorheen met een PV werden afgedaan worden dan strafrechtelijk ongemoeid gelaten. Als zal leiden tot een lager naleefgedrag. Met de huidige bestuursrechtelijke instrumenten (dwangsom en bestuursdwang) is er geen mogelijkheid om de overtreder snel op de vingers te tikken. De bestuurlijke strafbeschikking geeft die mogelijkheid wel.
Pagina 2 van 5
Verder biedt de bestuurlijke strafbeschikking efficiencyvoordelen. Waar voorheen een uitgebreid PV door eigen BOA’s moest worden opgemaakt, is de bestuurlijke strafbeschikking een eenvoudiger te hanteren instrument. Met dezelfde tijd die nodig is voor het opmaken van een PV kunnen in de nieuwe situatie naar schatting 10 strafbeschikkingen worden geschreven, derhalve een factor 10. Daarnaast vormt de bestuurlijke strafbeschikking, als strafrechtelijk instrument, in de praktijk een goede aanvulling op de voornoemde bestaande bestuursrechtelijke instrumenten. Bijvoorbeeld als na een illegale lozing (van geringe omvang) door een bedrijf het gevaar van een nieuwe lozing dreigt. Voor de reeds plaatsgevonden lozing kan een tik op de vinger worden uitgedeeld in de vorm van een bestuurlijke strafbeschikking (de zogenaamde lik op stuk aanpak). Voorts kan dan een dwangsom worden opgelegd ter voorkoming van een eventueel zich voordoende nieuwe illegale lozing. Een ander punt is de werking van het Activiteitenbesluit. In het licht van vermindering van de regeldruk vallen steeds meer activiteiten onder algemene regels. Dit betekent dat steeds minder activiteiten vergunningplichtig zijn en dat kan worden volstaan met een melding. Een ontwikkeling die een duidelijke accentverschuiving richting handhaving laat zien. Gelet daar op is het van belang dat het bestuur over adequate handhavingsinstrumenten beschikt. De bestuurlijke strafbeschikking vormt gelet op het bovenstaande een goede aanvulling op het bestaande instrumentarium. 4. Beleidskader bestuurlijke strafbeschikking Om de bestuurlijke strafbeschikking als instrument per 1 maart 2012 in te kunnen voeren, werkt het Ministerie van Veiligheid en Justitie momenteel aan een landelijk beleidskader. Het gaat er daarbij om een lijst van feiten waarvoor de bestuurlijke strafbeschikking opgelegd kan worden, de aanwijzing van de bestuursorganen die het instrument mogen gaan toepassen en een vergoedingsregeling. Feitenlijst Het is van belang om aan te geven voor welke strafbare feiten een strafbeschikking kan worden afgegeven. Hiertoe is door het ministerie van Veiligheid en Justitie, samen met verschillende belanghebbende instanties waaronder de waterschappen, een feitenlijst opgesteld. Deze feitenlijst (bijlage 1) is onderverdeeld in meerdere clusters , waarvan het cluster Water voor de waterschappen de belangrijkste is. Daarnaast is een lijst met Keurfeiten (bijlage 2) opgesteld. De modelkeur van de Unie van Waterschappen is daarbij bepalend voor de omschrijving van de strafbare feiten. In de Uniecommissie waterketens en emissies is reeds ingestemd met het voorstel om als waterschappen gebruik te gaan maken van dit nieuwe handhavingsinstrument. Ieder waterschap zal een besluit tot bekrachtiging van dit voorstel moeten nemen. Daarnaast zal, voor zover waterschappen zijn afgeweken van de modelkeur van de Unie van Waterschappen, ieder waterschap voor zich een transponeringstabel moeten maken, waarin wordt aangegeven welke artikelen uit de modelkeur wel/niet corresponderen met de eigen waterschapskeur. Dit houdt verband met het digitale verwerkingssysteem van het CJIB, waarin zoals aangegeven uit wordt gegaan van de modelkeur van de Unie. In het najaar zullen er informatiebijeenkomsten voor waterschappen worden georganiseerd. Dan zal hieraan nader worden ingegaan. Instanties In de concept Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Bestuurlijke strafbeschikking is opgenomen welke bestuursorganen van het instrument gebruik kunnen gaan maken. De da-
19.07.2011 EL 60127
Pagina 3 van 5
gelijkse besturen van waterschappen zullen onder andere als bevoegde instantie voor het opleggen van bestuurlijke strafbeschikkingen worden aangewezen. Naast diverse bestuursorganen zullen ook de directeuren van de regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s), middels een mandaatconstructie, worden aangewezen om bestuurlijke strafbeschikkingen op te kunnen leggen. Ingeval een waterschap voornemens is om handhavingstaken in een of meer RUD’s onder te gaan brengen, heeft dat tot gevolg dat het dagelijks bestuur van het betreffende waterschap voor die taken geen gebruik meer kan maken van de bestuurlijke strafbeschikking. Vergoedingsregeling In de bijgevoegde feitenlijsten treft u bij ieder feit een zgn. boetebedrag aan. Deze bedragen zijn nog niet definitief (naar verwachting zullen de bedragen van de feiten behorend tot het cluster Water nog naar beneden worden bijgesteld). Het bedrag dat vervolgens door het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking in rekening wordt gebracht, wordt geïnd door het CJIB. De inkomsten van de uitgeschreven strafbeschikkingen komen ten goede aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daar een groot deel van de werkzaamheden wordt verricht door BOA’s in dienst van waterschappen, voorziet de vergoedingsregeling er in dat de kosten voor de opleidingen van BOA’s worden betaald door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dit geldt eveneens voor de bijspijkercursussen die de BOA’s dienen te volgen. Dit heeft zowel voordelen voor die waterschappen die reeds BOA’s in dienst hebben als zij die nog geen BOA’s in dienst hebben. In feite heeft de regeling tot gevolg dat aanwijzing van BOA’s budget neutraal kan plaatsvinden. 5. Gevolg voor de Waterschapswet Het Ministerie van Veiligheid en Justitie beoogt met invoering van de bestuurlijke strafbeschikking een landelijke transactiebevoegdheid te creëren. De sectorale mogelijkheden om een schikking te treffen, komen hiermee dan ook te vervallen. Voor de waterschappen betreft dat artikel 85 van de Waterschapswet. Dit artikel regelt de opsporings- en schikkingsbevoegdheid van het dagelijks bestuur van een waterschap. Nu zal het vervallen van genoemd artikel voor de meeste waterschappen geen consequenties hebben, er van uitgaande dat de waterschappen - in lijn met het voorstel van de Uniecommissie waterketens en emissies - zullen kiezen voor gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking. 6. Acties ten behoeve van de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking Om per 1 maart 2012 van de bestuurlijke strafbeschikking gebruik te kunnen maken, zal ieder waterschap, zoals beschreven, nog een aantal stappen moeten zetten. De acties nog even op een rij: Ieder waterschapsbestuur zal het voorstel van Uniecommissie waterketens en emissies om per 1 maart 2012 gebruik te gaan maken van de bestuurlijke strafbeschikking moeten bekrachtigen; Voor zover een waterschap is afgeweken van de modelkeur van de Unie van Waterschappen zal een transponeringstabel moeten worden gemaakt, waarin wordt aangegeven welke artikelen uit de modelkeur wel/niet corresponderen met de eigen waterschapskeur; Een bestuurlijke strafbeschikking kan alleen door een BOA worden opgelegd. Ieder waterschappen dient dan ook over BOA’s te beschikken, die voldoende zijn opgeleid.
19.07.2011 EL 60127
Pagina 4 van 5
7. Communicatie Ten behoeve van de informatievoorziening bereiden het OM en het CJIB samen met de Unie van Waterschappen voorlichtingsbijeenkomsten voor waterschappen voor. Deze bijeenkomsten zullen in het najaar (planning: november) plaatsvinden. Hierover volgt nog nadere informatie.
19.07.2011 EL 60127
Pagina 5 van 5
Bestuurlijke strafbeschikking in een notendop
Bestuurlijke strafbeschikking Juridisch kader
Strafrechtelijk
Welke feiten?
Centraal vastgestelde feitenlijst (per AMvB)
Wie legt sanctie op?
BOA
Sanctie
Centraal bepaald geldbedrag
Verwerking en inning
Centraal Justitieel Incasso Bureau Openbaar Ministerie
Kosten
Verwerkingskosten voor rekening CJIB en OM Opleidingskosten BOA’s voor rekening Ministerie van Veiligheid en Justitie
Opbrengsten
Naar Ministerie van Veiligheid en Justitie
Rechtsbescherming
Verzet bij OM en behandeling door strafrechter
Rol OM
Toezicht, behandeling verzet en procesvertegenwoordiging bij strafrechter
19.07.2011 EL 60127