Samen werken aan samenwerken Adviesnota
Adviesnota Keuze "bestuurlijke boete overlast" of "bestuurlijke strafbeschikking overlast"
Inleiding Zwerfafval, wildplassen, loslopende honden en graffiti: kleine ergernissen die mede de kwaliteit van de leefomgeving en het veiligheidsgevoel van de inwoners en bezoekers van < naam gemeente> bepalen. De roep om aanpak daarvan staat hoog op de gemeentelijke agenda. De politie, de traditionele toezichthouder, stelt -vaak noodgedwongen- andere prioriteiten. De komst van nieuwe boeteinstrumenten: de “bestuurlijke boete overlast” en de “bestuurlijke strafbeschikking overlast”, zijn een wijziging van het handhavingsinstrumentarium van de gemeente waarmee de gemeente een beter aanpak van de kleine ergernissen kan realiseren. Gemeenten kunnen een keuze maken tussen beide instrumenten. Beide instrumenten naast elkaar gebruiken voor deze feiten is niet mogelijk. Het is echter niet verplicht voor een van deze instrumenten te kiezen. Indien gemeenten hier niet voor kiezen, dan verandert er vooralsnog qua afdoeningsinstrument niets op de huidige handhavingspraktijk. Dan blijft vooralsnog het bestaande instrument, de politiestrafbeschikking, het boeteinstrument voor de gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Met de invoering van de Wet OM-afdoening heeft de strafbeschikking zijn entree gemaakt. Er zijn verschillende soorten strafbeschikking. Een van de varianten is de bestuurlijke strafbeschikking opgelegd door een gemeentelijke boa.1 In 2009 is er in de G4 gemeenten een pilot met de bestuurlijke strafbeschikking geweest. Deze gemeenten hebben inmiddels nadrukkelijk voor de bestuurlijke strafbeschikking gekozen. Vanaf 1 januari 2010 wordt de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” onder regie van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), onderdeel van het ministerie van justitie, landelijk gefaseerd uitgerold voor die gemeenten die voor dit instrument kiezen. De regio Brabant Zuid-Oost hoort bij de laatste regio’s waar de implementatie in december 2010 is gepland. Op dit moment heeft voor zover bekend geen enkele gemeente in Nederland voor implementatie van de “bestuurlijke boete overlast” gekozen. Let wel: de “bestuurlijke boete overlast” dient niet te worden verward met andere bestuurlijke boetes bijvoorbeeld op grond van de Huisvestingswet, de Wet Kinderopvang etc. Die vallen buiten de reikwijdte van deze notitie. Indien door een gemeente gekozen wordt voor de “bestuurlijke boete overlast” draagt de gemeente de volledige verantwoordelijkheid van het hele proces van het organiseren van de handhaving tot het uitvaardigen van de boete, het beroep- en bezwaartraject en uiteindelijk de incasso. De opbrengsten van de boetes vloeien in
de gemeentekas. Dit betekent een aanzienlijke verzwaring van de financiële lasten en ambtelijke capaciteit. De geringe inkomsten van deze boetes staan niet in verhouding met de hoge kosten. De “bestuurlijke strafbeschikking overlast” biedt gemeenten de mogelijkheid om bij geconstateerde overtredingen strafbeschikkingen uit te vaardigen. De boetes worden geïnd door het CJIB en geldbedragen die uit de tenuitvoerlegging van de beschikkingen zijn verkregen, komen via een proces-verbaal vergoeding deels ten goede aan het handhavend bestuursorgaan. De burger die de beschikking heeft ontvangen dient zelf het initiatief te nemen om bij het Openbaar Ministerie verzet aan te tekenen. Dit betekent voor de gemeente niet of nauwelijks verzwaring van de financiële lasten en de ambtelijke capaciteit. De inkomsten staan beduidend meer in verhouding met de kosten. Voor het OM kan de keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking een verzwaring van de capaciteit betekenen wanneer er zich een significante toename van het aantal strafbeschikkingen voordoet. In het driehoeksoverleg zullen in dat geval (productie)afspraken gemaakt moeten worden. Voor de burger is de rechtsgang hetzelfde of de boete nu door de politie of een gemeente BOA wordt opgelegd. Voor zowel de “bestuurlijke boete overlast” als de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” geldt dat de soort feiten waarvoor een boete kan worden opgelegd en de hoogte van de op te leggen boetebedragen voor die feiten in het kader van de rechtsgelijkheid door de centrale wetgever zijn vastgesteld. Ze sluiten tevens aan bij de aan de politiestrafbeschikking gekoppelde bedragen. Gemeenten dienen dus een afgewogen keuze tussen de nieuwe instrumenten te maken. Ter ondersteuning daarvan heeft het Regionaal College de werkgroep “Bestuurlijke Strafbeschikking” ingesteld onder voorzitterschap van burgemeester Mr. W.R. Ligtvoet van de gemeente Nuenen c.a. Naar aanleiding van het door de werkgroep uitgebrachte advies heeft het Regionaal College in januari 2009 het voornemen uitgesproken tot regionale implementatie van de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” in de 21 gemeenten van de regio Brabant Zuid-Oost. Formeel zal de keuze echter door het lokaal college van burgemeester en wethouders genomen moeten worden. Doelstelling Het maken van een keuze tussen de implementatie van de “bestuurlijke boete overlast” of de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” als handhavingsinstrument bij de aanpak van de kleine ergernissen (overlastfeiten in de openbare ruimte) alsmede het uitspreken van de bereidheid mee te werken aan (de verkenning van) het organiseren van daaraan gerelateerde regionale samenwerking waar dat efficiënt en effectief is. Voorstel 1. Kiezen voor het nieuwe handhavingsinstrument: “bestuurlijke strafbeschikking overlast”.
2
2. Implementatie van de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” per 1 december 2010. 3. De raad hierover door middel van een raadsinformatiebrief te informeren. Argumenten Samenvatting Deze notitie beperkt zich tot de handhavingsinstrumenten “bestuurlijke boete overlast” en “bestuurlijke strafbeschikking overlast” ter zake de overlastfeiten in de openbare ruimte, plaatselijk strafbaar gesteld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Afvalstoffenverordening. De mogelijkheden van het opleggen van andere bestuurlijke boetes zoals bijvoorbeeld ingevolge de Huisvestingswet, de Leerplichtwet en andere wetten in formele zin valt buiten de reikwijdte van deze notitie. In de afgelopen jaren is er op meerdere terreinen sprake van een verschuiving van handhavingstaken. De gemeentelijke regie en aandacht voor handhaving is groter geworden en mede hierdoor de constatering dat op sommige beleidsterreinen sprake is van een politioneel handhavingstekort, veroorzaakt door landelijke prioriteitstelling. Vanuit deze constatering is de wens gerezen om als gemeentebestuur naast de bestuursrechtelijke aanpak (herstel van de gewenste situatie) ook bestraffend te kunnen optreden en dus boetes op te kunnen leggen. Enerzijds om als gemeentebestuur uitvoering te kunnen geven aan de handhaving en een regierol daarin en anderzijds om met de opbrengsten de kosten van de handhavinginspanningen enigszins te kunnen dekken. Verdere uitwerking hiervan is inmiddels mogelijk door de introductie van de “bestuurlijke boete overlast” en de “bestuurlijke strafbeschikking overlast”. De “bestuurlijke boete overlast” biedt gemeenten de mogelijkheid om een boete op te leggen voor de feiten genoemd op de feitenlijst van het Besluit bestuurlijke boete . Deze lijst is als bijlage 1. bij deze notitie gevoegd. Dat betreffen met name genoemde overtredingen van een aantal voorschriften in de APV en de Afvalstoffenverordening. Op14 januari 2009 is de Wet bestuurlijke boete overlast in werking getreden. Voor het toepassen van de bestuurlijke boete is een aanpassing van de APV en de Afvalstoffenverordening noodzakelijk en daarvoor is een besluit van de gemeenteraad nodig. De “bestuurlijke strafbeschikking overlast” maakt onderdeel uit van de Wet OMafdoening. In juli 2006 werd door de Eerste Kamer het wetsvoorstel OM-afdoening aangenomen. Deze wet zorgt ervoor dat het openbaar ministerie zelf een straf kan opleggen door middel van strafbeschikkingen. De bestuurlijke strafbeschikking vloeit voort uit Wet OM-afdoening. In deze wet is namelijk tevens bepaald dat naast het openbaar ministerie ook bestuursorganen de bevoegdheid krijgen om zelfstandig strafbeschikkingen uit te vaardigen. Sinds 1 januari 2009 kunnen de G4 de bestuurlijke strafbeschikking uitvaardigen. In de overige gemeenten vindt de (gefaseerde) invoering plaats per arrondissement. Invoering in het arrondissement ’s-Hertogenbosch is gepland op 1december 2010. Gemeenten kunnen met de bestuurlijke strafbeschikking een bestraffende sanctie opleggen via het strafrecht.
3
Dat zal gebeuren onder toezicht van en volgens richtlijnen van het College van Procureurs-Generaal. De bestuurlijke strafbeschikking ziet toe op dezelfde feiten. Deze lijst is als bijlage 2. bij deze notitie gevoegd. Voor het toepassen daarvan is geen besluit van de gemeenteraad nodig. Beide instrumenten zijn geschikt om voor gemeenten in aanmerking te komen voor de handhaving van veel voorkomende en overlastgevende overtredingen in de publieke ruimte. De instrumenten kunnen niet tegelijk worden ingezet voor dezelfde feiten. Een gemeente hoeft geen keuze te maken. De huidige situatie zal echter toch wijzigingen kennen. De oude politietransactiebevoegdheid is inmiddels al omgezet in een strafbeschikkingsbevoegdheid volgens de wet OM-afdoening: de politiestrafbeschikking. Wat verder met de politiestrafbeschikking ook verandert is dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor (electronische) toezending van de zaken aan het CJIB. Dat is een activiteit die voorheen door de politie werd gedaan. Ook bij de keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking is de gemeente zelf verantwoordelijk voor toezending van de zaken naar het CJIB. Belangrijk verschil tussen de politiestrafbeschikking en de bestuurlijke strafbeschikking is dat door het OM in het geval van een bestuurlijke strafbeschikking geen beleidssepot meer zal worden toegepast (om beleidsreden zaak terzijde leggen). Bij de politie strafbeschikking kan dat wel. Dat maakt dat de bestuurlijke strafbeschikking beter aansluit bij het gemeentelijk handhavingsbeleid. Bestuurlijke boete Artikel154b van de Gemeentewet biedt de basis op grond waarvan gemeenten de mogelijkheid hebben een bestuurlijke boete uit te vaardigen. Hierin staat vermeld dat de gemeenteraad bij verordening kan bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor bij algemene maatregel van bestuur omschreven gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte en die tevens krachtens artikel 154 van de Gemeentewet strafbaar zijn gesteld. Als een gemeente kiest voor de bestuurlijke boete voor overlast dan dienen de algemene plaatselijke verordening (APV) en de Afvalstoffenverordening daarop te worden aangepast zodat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van overlastfeiten. Strafrechtelijke handhaving blijft mogelijk, de politie kan dus een rol behouden bij escalatie of in geval van heterdaad. De gemeente draagt dan echter de structurele verantwoordelijkheid (24/7) voor de handhaving van deze feiten. In dit stelsel kan een buitengewoon opsporingsambtenaar namens de gemeente een gedagtekende aankondiging van de beschikking overhandigen. Deze aankondiging moet door de gemeente zelf worden opgesteld. Tot het uitreiken van deze aankondiging kan slechts een gemeentelijk ambtenaar die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar is, worden gemachtigd.
4
De gemeente moet dus zelf voor de boa een bon vervaardigen om de boete te kunnen uitschrijven. Het is dus ook aan de gemeente zelf om hierbij eventueel net als politie en justitie op basis van eigen feitcodes te werken. Dit zal waarschijnlijk afhangen van de manier waarop de gemeente de processen-verbaal wil gaan registreren, verwerken en incasseren. Het bezwaar, beroeps en incassotraject moet door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Gemeenten kunnen hierbij uiteraard ook samenwerken. De bestuurlijke boete moet binnen zes weken nadat deze onherroepelijk is geworden betaald worden aan het bestuursorgaan. Als de burger het niet eens is met de boete kan hij bezwaar indienen bij de gemeente. Als dit bezwaar wordt afgewezen kan hij beroep instellen bij de rechtbank. Het beroep wordt behandeld en beslist door de kantonrechter. Hierbij wordt aangesloten bij de rechtsgang die wordt gebruikt onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder). De indiener van het beroep moet bij de gemeente zekerheid stellen ter hoogte van het bedrag van de opgelegde bestuurlijke boete voordat de behandeling van het beroep plaatsvindt. Indien de beslissing inhoudt dat de opgelegde bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk blijft gehandhaafd, wordt de verschuldigde bestuurlijke boete op de zekerheidsstelling verhaald. Bij de keuze voor de bestuurlijke boete is er binnen het grondgebied van een gemeente voor de zelfde feiten sprake van twee verschillende rechtsgangen. Een en ander is namelijk afhankelijk van het feit of de boete wordt opgelegd door een politieambtenaar of een gemeentelijke boa. Bij de politieambtenaar moet de rechtsgang worden gevolgd van de procedure strafbeschikking waarbij verzet moet worden aangetekend bij het openbaar ministerie. Dit terwijl bij de gemeentelijke boa voor hetzelfde feit de rechtsgang moet worden gevolgd de bestuurlijke boete bestaande uit bezwaar en beroep bij de betreffende gemeente. Voor de gemiddelde burger zal dat uiterste verwarrend zijn; men pleegt dezelfde overtreding maar gaat een heel ander juridisch traject in. Bestuurlijke strafbeschikking Artikel 257ba van het Wetboek van Strafvordering biedt de basis op grond waarvan gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) de mogelijkheid kunnen hebben een bestuurlijke strafbeschikking uit te vaardigen. De gemeentelijke boa, die op straat namens de gemeente een strafbeschikking oplegt, stuurt deze beschikking rechtstreeks naar het CJIB te Leeuwarden. Dit kan geheel of gedeeltelijk geautomatiseerd plaatsvinden. Op basis van de aangeleverde gegevens verstuurt het CJIB namens de betreffende gemeente de daadwerkelijke strafbeschikking met daaraan een acceptgiro voor de aan het feit gekoppelde verschuldigde standaard geldboete. De zaak is afgedaan indien de burger de beschikking voldoet. Indien niet aan de beschikking wordt voldaan verstuurt het CJIB eerst een aanmaning met eventueel een verhoging. Helpt dat niet, dan kan het CJIB een loonbeslag opleggen of een deurwaarder sturen. Levert zelfs dat niets op dan kan het CJIB een
5
wanbetaler eventueel zelfs nog laten gijzelen. De inningbevoegdheden gaan hiermee dus verder dan op dit moment mogelijk is. Indien de burger het niet eens is met de opgelegde bestuurlijke strafbeschikking dient men verzet aan te tekenen bij het openbaar ministerie. De rechtsgang van een bestuurlijke strafbeschikking is precies het zelfde als bij een OM strafbeschikking uitgereikt door een politieambtenaar. Bij een strafbeschikking welke in persoon op straat is uitgereikt bedraagt deze termijn zes weken. Bij een strafbeschikking op kenteken bedraagt de termijn voor het aantekenen van verzet ook zes weken. Het OM kan: 1. Het verzet gegrond achten en de strafbeschikking intrekken (niet op beleidsmatige grondslag, alleen om technische reden). 2. De strafbeschikking wijzigen. 3. Dagvaarden. Binnen de gemeentelijke driehoek worden hierover afspraken gemaakt. Bij de bestuurlijke strafbeschikking biedt artikel 576a Wetboek van Strafvordering een grondslag om geldbedragen die uit de tenuitvoerlegging van bestuurlijke strafbeschikkingen zijn verkregen deels ten goede te laten komen aan het handhavende bestuursorgaan. Deze zogenaamde proces-verbaalvergoeding voor overlast- en parkeerfeiten is inmiddels ingevoerd en gemeenten ontvangen bij het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking respectievelijk € 40,- (overlastfeiten) en € 25,- (parkeerfeiten) per succesvol bij het CJIB aangeleverd proces-verbaal 2. Kosten/baten Om de kosten van de handhaving duidelijk te krijgen wordt uitgegaan van de inkomsten uit eventueel op te leggen boetes en de kosten voor het opleggen, beroep, bezwaar en gerechtelijk traject. De organisatiekosten voor de reeds bestaande handhaving blijven buiten beschouwing en er wordt van uitgegaan dat er geen sprake is van een extra handhavinginvestering voor de gemeente. Op de eerste plaats is zowel bij de bestuurlijke boete als bij de bestuurlijke strafbeschikking sprake van het opleggen van boetes voor overlastfeiten zoals het onjuist aanbieden van afval, hondenoverlast en andere eenvoudige overtredingen uit plaatselijke verordeningen (APV en Afvalstoffenverordening). Verkeerszaken zoals parkeren, stilstaan en eenvoudige verkeersovertredingen worden vooralsnog afgedaan middels het traject Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersdelicten (Wet Mulder). Bij de keuze voor de “bestuurlijke boete overlast” dient binnen de gemeentelijke organisatie een nieuw traject van inning, bezwaar, beroep en het voor de rechter brengen moeten worden georganiseerd en bewaakt. Gezien het feit dat de inkomsten bij het kiezen voor de bestuurlijke boete zeer gering zijn (lage boetebedragen) moge het duidelijk zijn dat de te verwachten kosten vele malen hoger zijn en niet in verhouding zullen staan met de inkomsten.
6
Bij het kiezen voor de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” is er alleen sprake van inkomsten uit de proces-verbaalvergoeding. Het vervolgtraject speelt zich immers elders af (CJIB en OM). Openbaar Ministerie De bevoegdheid om een keuze te maken tussen de bestuurlijke boete of bestuurlijke strafbeschikking komt geheel toe aan de gemeente. Het OM heeft hier in principe geen stem in. De keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking kan echter wel gevolgen hebben voor het OM. Hierover zullen alsdan in de lokale driehoeken afspraken gemaakt moeten worden over: 1. handhavingsbeleid en handhavingsprogramma; 2. het aantal bestuurlijke strafbeschikkingszaken en deze uitsplitsen over aantallen beschikkingen en te verwachten verzetszaken; 3. de feiten die met de bestuurlijke strafbeschikking worden afgedaan; 4. kwaliteit van de beschikkingen. Het OM zal niet op beleidsmatige gronden seponeren, het beleid is immers een verantwoordelijkheid van de gemeente hetgeen eens te meer noodzakelijk maakt dat in driehoeksverband afspraken gemaakt worden met betrekking tot prioritering en keuzes. Seponeren op technische (kwaliteits)gronden blijft uiteraard wel mogelijk. In het voorgaande zijn de verschillende facetten van zowel bestuurlijke boete als bestuurlijke strafbeschikking de revue gepasseerd. In de als bijlage 3. bij deze adviesnota opgenomen tabel zijn de kenmerken van beide instrumenten nog een keer opgesomd. Samenvattend kan worden gesteld dat: 1. De bestuurlijke boete een bestuursrechtelijk- en de bestuurlijke strafbeschikking een strafrechtelijk handhavingsinstrument is; 2. Beide instrumenten geschikt zijn om overtredingen van de APV en de Afvalstoffenverordening in de openbare ruimte aan te pakken; 3. Voor het toepassen van de bestuurlijke boete, een aanpassing van de APV en de Afvalstoffenverordening noodzakelijk is. 4. De verschillen vooral zitten in de financiële gevolgen van de inningsprocedure en de rechtsbeschermingsprocedure. Bij de bestuurlijke boete zijn de inkomsten volledig voor de gemeente. Daar staat tegenover dat de kosten van opleggen van invordering en de rechtbeschermingsprocedure ook voor de gemeente zijn. Dit zal vanwege de noodzaak om een eigen organisatie (backoffice) voor de verwerking van zaken in te richten, extra werk en een hoge investering met zich meebrengen. Daarmee zijn de financiële risico’s van de bestuurlijke boete groter dan die van de bestuurlijke strafbeschikking.
7
Motivatie 1. Als het gaat om de duidelijkheid op straat voor de burger, prevaleert invoering van de bestuurlijke strafbeschikking boven de bestuurlijke boete. Dit is met name het geval omdat de politiestrafbeschikking in de praktijk - voor wat betreft uitvoering en rechtsbescherming - sterk overeenkomt met de bestuurlijke strafbeschikking. Voor de burger is het dan niet anders of hij een beschikking krijgt voor het plegen van een overlastfeit van een gemeentelijke boa of een beschikking van de politie voor datzelfde of een ander feit. 2. Het invoeren van de bestuurlijke strafbeschikking is voor de gemeente aanmerkelijk goedkoper dan het invoeren van de bestuurlijke boete. Hoewel de inkomsten van de bestuurlijke boete voor de gemeente zijn, zijn de kosten van de bestuurlijke boete per saldo voor de gemeente hoog omdat zij zelf zorg moet dragen voor de administratieve afhandeling van de opgelegde (betrekkelijke lage) boete, de inning en de inrichting van de bezwaar en beroepsorganisatie. Bij de bestuurlijke strafbeschikking krijgt de gemeente een vergoeding per opgelegde boete (pv-vergoeding) en is de mogelijkheid tot verzet van de overtreder bij het openbaar ministerie georganiseerd. De gemeente draagt hiervan dus ook niet de kosten. Gelet op het voorafgaande bestaat een voorkeur te kiezen voor de bestuurlijke strafbeschikking. De eenduidigheid op straat en de rechtsbescherming van de burger zijn hiervoor de belangrijkste argumenten. Daarnaast is het kostenaspect een overweging om niet voor de bestuurlijke boete te kiezen. Deze argumenten zijn de belangrijkste redenen waarom geen enkele gemeente tot op heden heeft gekozen voor invoering van de bestuurlijke boete. Daarbij komt dat de vier grote gemeenten al hebben gekozen voor het invoeren van de bestuurlijke strafbeschikking. De ervaring die hiermee door deze gemeenten wordt opgedaan maakt het eenvoudiger voor andere gemeenten de bestuurlijke strafbeschikking zonder (opstart)problemen te implementeren. Conclusie Keuze bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking In verband met de hierboven geschetste - financiële en organisatorische gevolgen voor de gemeentelijke organisatie, - noodzaak van extra (gemeentelijke) regelgeving voor de bestuurlijke boete, - voordeel van éénduidigheid in aanpak en rechtsbescherming voor de burger, is het advies te kiezen voor invoering van de bestuurlijke strafbeschikking. Regio Wij adviseren medewerking te verlenen aan (de verkenning van) het organiseren van regionale samenwerking daar waar dat efficiënt en effectief is . Kanttekeningen Niet kiezen Een gemeente hoeft geen keuze te maken. In principe blijft dan de huidige handhavingssituatie gehandhaafd maar de huidige situatie zal toch wijzigingen gaan
8
kennen. In het geval van de politiestrafbeschikking staat het het OM vrij om in voorkomende zaken beleidssepotbeslissingen te nemen hetgeen het gemeentelijk handhavingsbeleid kan doorkruisen. Daarnaast zal de gemeente sowieso zelf het verzenden van de bonnen naar het CJIB moeten gaan verzorgen. In de raad van hoofdcommissarissen van de politie is afgesproken dat de politie niet langer die werkzaamheden voor gemeenten zal verzorgen. Melden keuze voor BSB door bestuur bij lokaal OM Alvorens buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van een gemeente gebruik kunnen gaan maken van de bevoegdheid om BSB's uit te vaardigen, dient het bestuur (op politiek-bestuurlijk niveau) te kiezen voor de BSB en deze beslissing schriftelijk te melden bij het parket van het arrondissement waarin de gemeente is gelegen. Pas na melding bij het lokale parket wordt de gemeente als gemeente aangemerkt waarop het restrictieve beleid met betrekking tot het intrekken (seponeren) van BSB's door het OM van toepassing is. Personele consequenties Bestuurlijke boete Kent extra personele consequenties op de huidige praktijk met betrekking tot admininistratieve- en juridische verwerking, bezwaar en beroep, incasso. Bestuurlijke Strafbeschikking Kent niet of nauwelijks extra personele consequenties op de huidige praktijk. Kosten Bestuurlijke boete Kent aanzienlijke extra kosten op de huidige praktijk met betrekking tot administratieve- en juridische verwerking, bezwaar en beroep, incasso. Een exacte indicatie van die extra kosten kan nog niet worden gegeven. Bestuurlijke Strafbeschikking Kent niet of nauwelijks extra kosten op de huidige praktijk. Communicatie De raad zal met betrekking tot de keuze welke nu voorligt door middel van een raadsinformatiebrief worden geïnformeerd. In geval van de keuze voor de bestuurlijke boete overlast of de bestuurlijke strafbeschikking overlast zal middels een persbericht tevens extern worden gecommuniceerd. Planning en uitvoering Wanneer uw college, anders dan geadviseerd, zou kiezen voor implementatie van de “bestuurlijke boete overlast” zal een uitgebreide planning- en organisatiestructuur moeten worden opgezet. Implementatie van de “bestuurlijke strafbeschikking overlast” wordt door de landelijke overheid centraal gecoördineerd en is voor onze regio voorzien op
9
1 december 2010. De lokale inbreng vergt geen uitgebreide planning- en organisatiestructuur. Evaluatie Evaluatie van het gekozen handhavingsinstrument zal plaatsvinden in de jaarverslagen van de afdeling < naam afdeling >.
1
De strafbeschikking opgelegd door het OM(artikel 257a Wetboek van Strafvordering), een strafbeschikking opgelegd door een (politie)opsporingsambtenaar (artikel 257b Wetboek van Strafvordering) en de strafbeschikking opgelegd door een bestuursorgaan (artikel 257ba Wetboek van Strafvordering). 2 Regeling van de Minister van Justitie van 6 mei 2008, nr. 5521102/07, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een vergoeding aan gemeenten voor door gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren uitgeschreven beschikkingen voor overtredingen inzake stilstaan en parkeren en processen-verbaal voor overlast in de openbare ruimte (Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2008).
10
Bijlage 1. Feitenlijst "bestuurlijke boete overlast"
Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening A.1 Zonder vergunning van de burgemeester – op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd geven of houden – een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein
60 60
A.2 Zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of als zodanig diensten aanbieden
120
A.3 Als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek optreden op of aan een door de burgemeester aangewezen (gedeelte van een) weg, waar dit niet is toegestaan
120
A.4 Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terrasverbod, reclameborden)
180
A.5 Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden
180
A.6 De weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is – bekrassen of bekladden – zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen
90
A.7 Op of aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken
90
A.8 De weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruiken
90
A.9 Tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap te vervoeren of bij zich te hebben
90
A.10 Met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing en de zijkant van de weg a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 35
A.11 Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) skaten of skateboarden
60
A.12 Op of aan de weg – klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair – zich zodanig ophouden dat voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt
Staatsblad 2008
38 |
Boete in euro’s
580
90
60 90
4
A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening
Boete in euro’s
A.13 Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen
60
A.14 Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben
60
A.15 Zonder redelijk doel – zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen – zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte
60
A.16 Op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijke doel deze op de weg te verbranden
60
A.17 (In of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte – zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden – verontreinigen – voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is
90 90 60
A.18 Op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek
20
A.19 Een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht
30
A.20 Zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt
30
A.21 Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld
60
A.22 Zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich in dat gebouw, die woonwagen of dat woonschip bevindende persoon te bespieden
90
A.23 Een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden
90
A.24 Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen – op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats – op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen – op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar
Staatsblad 2008
580
60
60 90 60 60
5
| 39
A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening A.25 Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op een terrein van een ander, terwijl na schriftelijke aanzegging van het college deze hond niet – kort is aangelijnd – kort is aangelijnd en gemuilkorfd
150 150
A.26 Als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn
90
A.27 Als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken
90
A.28 Op de weg of weggedeelte (binnen een door het college aangewezen gebied) softdrugs gebruiken of openlijk voorhanden hebben
60
A.29 Als degene aan wie dit door of namens het college in het belang van de openbare orde of zedelijkheid is bekendgemaakt, zich anders dan in een openbaar middel van vervoer, bevinden op of aan de door het college aangewezen wegen en/of plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd
150
A.30 De weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden – terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek – in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden
150 90
A.31 Binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen
90
A.32 Een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen
120
A.33 Een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn
60
A.34 Een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn doen of laten staan
60
A.35 Een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken A.36 Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied – door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers f. voor schippers g. voor een ieder – anders dan tot doel van dagrecreatie – door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken – door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten
Staatsblad 2008
40 |
Boete in euro’s
580
120
60 60 40 20 20 60 60 90 90 90
6
A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening – door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal – door een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval – door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan
Boete in euro’s
90 90 60
A.37 Een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervinden
90
A.38 Een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz.) a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers f. voor een ieder
60 60 40 20 20 60
A.39 Zonder vergunning een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden
90
A.40 Zonder vergunning, in de uitoefening van de handel, op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats goederen te koop aanbieden, verkopen of afgeven
90
A.41 Op of aan de weg fietsen, bromfietsen en scooters te koop aanbieden, verkopen of kopen, anders dan direct vanuit een aan de weg gevestigd detailhandelsbedrijf voor rijwielen
90
A.42 Zonder vergunning op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden
90
A.43 Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan a. voor schippers b. voor een ieder
60 60
A.44 Als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden
90
A.45 Zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, begeven of bevinden
60
A.46 Zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te weten – met een vervoermiddel in gesloten tijd of gesloten gebied a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers
90 90 60
Staatsblad 2008
580
7
| 41
A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers – met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen of gemarkeerde paden a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers – met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden a. voor overige weggebruikers A.47 Met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone), te weten – rijdend a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor overige weggebruikers – parkeren dan wel laten staan a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor overige weggebruikers
B. Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)
35 35 90 90 60 35 35 35
90 90 60 35 60 60 40 20
Boete in euro’s
B.1 Als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht
90
B.2 Zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen
30
B.3 Zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen
90
B.4 Met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers
90 90 60 35 35
B.5 Met een voertuig rijden (crossen) door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen c. voor bromfietsers en snorfietsers d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor e. voor overige weggebruikers B.6 Roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan
Staatsblad 2008
42 |
Boete in euro’s
580
150 150 100 60 60
90
8
B. Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu) B.7 In de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben B.8 Als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet – op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide – op een andere dan door het college aangewezen plaats B.9 Met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmeren
C. Voorschrift uit de afvalstoffenverordening, voor zover betrekking hebbend op:
Boete in euro’s 180
90 90 90
90
Boete in euro’s
C.1 Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
60
C.2 Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
60
C.3 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen
60
C.4 Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu
150
C.5 Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte
90
C.6 Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan
90
C.7 Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen
90
C.8 Het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen
150
C.9 Het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken
150
Staatsblad 2008
580
9
| 43
Bijlage 2. Feitenlijst "bestuurlijke strafbeschikking overlast"
BIJLAGE 1: FEITENLIJST STRAFBESCHIKKING OVERLAST Feitnummer
Omschrijving
Artikel
Bedrag (€)
Plaatselijk geldende verordeningen (Pl.V) – overlast zonder vergunning van de burgemeester BF
070
a
– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden
60
BF
070
b
– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein
60
BF
095
zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden
Pl.V
120
BF
100
als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen (gedeelte van een) weg, waar dit niet is toegestaan
Pl.V
120
BF
101
Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terrasverbod, reclameborden)
Pl.V
180
BF
105
Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden
Pl.V
180
de weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is
Pl.V
BF
110
a
bekrassen of bekladden
90
BF
110
b
zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen
90
BF
111
op of aan door het College aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken
Pl.V
90
BF
114
de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruiken
Pl.V
90
BF
115
tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap te vervoeren of bij zich te hebben
Pl.V
90
BF
118
op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) te skaten of te skateboarden
Pl.V
60
op of aan de weg
Pl.V
BF
120
a
– klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair
60
BF
120
b
– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt
90
BF
121
a
Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen
Pl. V
60
BF
121
b
Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben
Pl. V
60
zonder redelijk doel
Pl.V
BF
3
Pl.V
125
a
– zich in een portiek of poort op houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of te liggen
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
60
Feitnummer BF
125
BF
126
Omschrijving b
– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte
Bedrag (€) 60
op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijk doel deze op de weg te verbranden
Pl. V
(in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte
Pl.V
60
BF
130
a
– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden
90
BF
130
b
– verontreinigen
90
BF
130
c
– voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is
60
BF
131
op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek
Pl.V
20
BF
133
een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht
Pl.V
30
BF
135
zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt
Pl.V
30
BF
136
zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld
Pl.V
60
BF
140
a
zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden
Pl.V
90
BF
140
b
een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden
Pl.V
90
als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen
Pl.V
BF
145
a
– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd
60
BF
145
b
– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats
90
BF
145
c
– op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen
60
BF
145
d
– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar
60
als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op een terrein van een ander, terwijl na schriftelijke aanzegging van het College deze hond niet
4
Artikel
Pl. V
BF
150
a
– kort is aangelijnd
BF
150
b
– kort is aangelijnd en gemuilkorfd
Pl.V
160
BF
151
als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn
Pl.V
90
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
160
Feitnummer
Omschrijving
Artikel
BF
155
als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken
Pl.V
90
BF
171
op weg of weggedeelte (binnen een door het College aangewezen gebied) softdrugs gebruiken of openlijk voorhanden hebben
Pl.V
60
de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden
Pl.V
BF
180
a
– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek
BF
180
b
– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden
BF
185
binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/ plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen
Pl.V
90
BF
190
een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen
Pl.V
120
BF
195
een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn
Pl.V
60
BF
205
een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan
Pl.V
60
BF
210
een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken
Pl.V
120
een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied
Pl.V
BF
5
a
Bedrag (€)
212
a
160
90
– door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers; 7 – Gezagvoerders/schippers; 8 – Een ieder.
60
60 40 20 20 60 60
BF
212
b
– anders dan tot doel van dagrecreatie
90
BF
212
c
– door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken
90
BF
212
d
– door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten
90
BF
212
e
– door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal
90
BF
212
f
– door een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval
90
BF
212
g
– door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan
60
BF
216
een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz) 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
Pl.V
60
60
Feitnummer
Omschrijving
Artikel
3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers; 8 – Een ieder BF
BF
235
236
a
40 20 20 60
met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan 7 – Gezagvoerders/schippers; 8 – Een ieder.
Pl.V
het zonder ontheffing van het college varen, doen of laten varen met enig vaartuig 7 – Gezagvoerders/schippers; 8 – Een ieder.
Pl.V
60 60
60 60
BF
240
als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden
Pl.V
90
BF
245
zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, begeven of bevinden
Pl.V
60
zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te weten
Pl.V
BF
BF
BF
250
250
250
a
b
c
– met die vervoermiddelen in gesloten tijd of gesloten gebied 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers.
BF
BF
260
260
a
b
90
90 60 35 35
– met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen of gemarkeerde paden 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers.
90
90 90 35 35
– met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden 6 – Overige weggebruikers.
met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone), te weten
6
Bedrag (€)
– rijdend 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 6 – Overige weggebruikers. – parkeren dan wel laten staan 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 6 – Overige weggebruikers.
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
35
Pl.V
90
90 60 35
60
60 40 20
Feitnummer
Omschrijving
Artikel
Bedrag (€)
Milieu – Afvalstoffenverordening Aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen BH
002
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
003
de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden aan anderen dan de aangewezen inzameldienst of inzamelaar
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
004
huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen of verstrekte inzamelmiddel
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
005
andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via inzamelmiddel aanbieden, dan waarvoor het is bestemd
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
006
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijze aanbieden
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
007
afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
008
via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
009
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau aanbieden
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
010
via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
011
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
012
categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden
Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
013
huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
60
a
Aanbieden van andere dan huishoudelijke afvalstoffen BH
014
andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
60
BH
015
de door het College aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
60
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
90
Doorzoeken van afvalstoffen BH
016
afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden
Handelingen verrichten met huishoudelijk afval, waardoor verontreiniging kan ontstaan
7
BH
017
andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
90
BH
020
afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig laden, lossen, vervoeren of andere werkzaamheden verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
90
BH
022
straatafval achterlaten in de openbare ruimte zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
90
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
Feitnummer
Omschrijving
Artikel
BH
als particulier een afvalstof, stof of voorwerp buiten een daarvoor bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op of in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
160
096
Bedrag (€)
Wrakken BH
019
afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer opslaan of opgeslagen hebben
PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm
160
BH
107
een voertuigwrak plaatsen of aanwezig hebben op de weg
Pl.V
160
BH
109
zich als eigenaar of kentekenhouder ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken
Pl.V jo. 10.23 lid 1 Wm
240
Geluidhinder BH
205
als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht
Pl.V
90
BH
300
zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen
Pl.V
30
BH
305
zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen
Pl.V
90
BH
310
met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers;
Pl.V
met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook 1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft; 2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; 3 – Bromfietsers en snorfietsers; 4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor; 6 – Overige weggebruikers.
Pl.V
BH
8
311
90
90 60 35 35
160
160 110 60 60
BH
315
roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan
Pl.V
90
BH
320
in de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben
Pl.V
180
als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet
Pl.V
BH
325
a
– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers
90
BH
325
b
– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide
90
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
Feitnummer BH
9
325
Omschrijving c
– op een andere dan door het College aangewezen plaats
Staatscourant 2009 nr. 18415
2 december 2009
Artikel
Bedrag (€) 90
Bijlage 3. Kenmerken BSB en BB Aspect
Bestuurlijke Boete
Bestuurlijke Strafbeschikking
Recht
Bestuursrecht
Strafrecht
Feiten
APV en Afvalstoffenverordening
APV en Afvalstoffenverordening
Hoogte boetes wordt bepaald in
AMvB bestuurlijke boete
AMvB bestuurlijke strafbeschikking
Bedrag boetes
Gelijk aan boetebedragen OM.
Zie bijlage 2. feitenlijst
Zie bijlage 1. met feitenlijst
strafbeschikking.
behorende bij het Besluit bestuurlijke boete. Voor bepaaldeAPV-overtredingen waarvoor het OM geen boetebedragen heeft vastgesteld en die niet op de negatieve lijst staan, mag de raad de hoogte vaststellen tot het maximum genoemd in de gemeentewet: natuurlijke persoon: € 340 en rechtspersoon € 2250 Betalingstermijn
Zes weken na onherroepelijk
Zes weken na uitvaardiging
worden besluit
strafbeschikking door CJIB
Boa uit naam college c.q.
Boa uit naam college c.q.
burgemeester
burgemeester
Oplegging besluit
Gemeente
CJIB namens gemeente
Wijze van uitreiking beschikking
Binnen 8 weken na constatering:
Uitreiking in persoon of afschrift
gedagtekende beschikking
naar GBA-adres (of andere
toegezonden aan opgegeven
opgegeven woon- of
verblijfplaats (of – in geval van
verblijfplaats) zo spoedig
onbestelbaar – GBA-adres)
mogelijk
Bezwaar en beroep bij
Verzet bij OM binnen twee
gemeente respectievelijk
weken. OM kan het verzet
Kantonrechter
vervolgens aanhangig maken bij
Aankondiging besluit
Rechtsmiddel
de Kantonrechter als zij niet zelf de beschikking intrekt of wijzigt Termijn
Termijn voor bezwaar of
Termijn voor verzet: in beginsel
beroepschrift: 6 weken (art. 6:7
binnen twee weken nadat de
Awb)
beschikking de bestrafte bekend is geworden, maar uiterlijk 6 weken na toezending
Termijn behandeling bezwaar of beroep respectievelijk verzet
Binnen 6 weken na
Zo spoedig mogelijk na het
zekerheidsstelling
verzet (oproepingstermijn: minimaal 10 dagen tussen het oproepen ter zitting en de dag waarop het verzet op de terechtzitting wordt behandeld)
Zekerheidsstelling (bij bezwaar/beroep
Wel
Niet
Hoger beroep mogelijk bij
Regulier hoger beroep en
Gerechtshof Leeuwarden in
cassatie mogelijk (na
geval van boete hoger dan €70,-
veroordeling na verzet)
Behandeling in beroep, respectievelijk na
Indien de bestuurlijke boete na
Indien het OM na verzet de
verzet
een eventueel bezwaarschrift
strafbeschikking niet intrekt (of
niet wordt ingetrokken:
wijzigt): procedure voor de
procedure voor de
Kantonrechter (als strafrechter)
Kantonrechter (in de
conform de gewone procedure
hoedanigheid van
van titel XI, XII, XIII Boek 2
bestuursrechter). De
Wetboek van Strafvordering
respectievelijk verzet) Hoger beroep
kantonrechter beoordeelt in beroep vooral de totstandkoming en (tegenwoordig ook ‘inhoudelijk’) de hoogte van de boete aan de hand van de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur De termijn waarbinnen de tenuitvoerlegging plaatsvindt
Boete te betalen binnen 6 weken
Binnen 14 dagen na toezending
na het onherroepelijk worden
van de beschikking.
van de beschikking
(Het is mogelijk dat de bestrafte door het begin van de tenuitvoerlegging. voor het eerst op de hoogte raakt van de bestuurlijke strafbeschikking. Hij kan dan binnen 14 dagen in verzet gaan. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging
De feitelijke inning van de boetes
Gemeente
Door het CJIB
Wijze van executie
Conform de wettelijke
Na aanmaning (en eventueel.
bepalingen inzake de
verhoging van het te betalen
invordering van gemeentelijke
bedrag) kan de bestrafte met
belastingen (maar geen
machtiging van de
kwijtschelding bij onvermogen;
Kantonrechter gedurende een
voorts: verjaring
week worden gegijzeld (komt
invorderingsbevoegdheid na
niet in de plaats van de sanctie)
2
twee jaar)
en eventueel alsnog worden gedagvaard. Voorts: de ‘normale’ verhaalsmogelijkheden
Financien: kosten
Financien: opbrengsten
Kosten uitvoering, inning en
Kosten uitvoering voor
rechtsbescherming geheel voor
gemeente. Overige kosten CJIB
rekening gemeente
en OM
Geheel voor gemeente
PV-vergoeding conform vergoedingsregeling (respectievelijk €40,- voor overlastfeiten en €25,- voor Mulderfeiten)
Strafblad (aantekening in de Justitiële Registers)
Geen aantekening strafblad
Soms wel (boete boven de €100,-).
Normenstelsel
Gemeentewet (op grond van de
Wet OM-afdoening
Wet bestuurlijke boete overlast
Wetboek van Strafvordering
in de openbare ruimte) en de Awb Verantwoordelijkheid
Eenduidigheid voor de burger
24-uurs verantwoordelijkheid
24-uurs verantwoordelijkheid
voor gemeente
voor gemeente
Boa en politie opereren binnen
Boa en politie hanteren
verschillende systemen met
hetzelfde systeem en dezelfde
verschillende bevoegdheden en
rechtsbescherming.
verschillende
Onderscheid alleen ten aanzien
rechtsbescherming. Binnen een
van bevoegde feiten.
gemeente kan iemand voor dezelfde overtreding een boete van de gemeente krijgen maar ook een strafbeschikking van de politie. Voorlichting
Door gemeente
Door gemeente en Ministerie van Justitie.
Rol politie
Bestuurlijke boete
Bestuurlijke strafbeschikking
Operationeel
Te bepalen in driehoeksoverleg
Te bepalen in driehoeksoverleg
Direct toezichthouder boa’s
Afspraken over invulling direct
Afspraken over invulling direct
toezichthouder
toezichthouder
Gemeente moet informatie
Gemeente moet informatie
delen
delen. Overleg met OM over
Rol OM Partner
aantal (verzet)zaken. Toezichthouder
Ziet toe op kwaliteit boa’s
3
Ziet toe op kwaliteit boa’s
Kosten bij beide instrumenten
Extra kosten bij
Extra kosten bij
(er is in deze kolom geen sprake van extra kosten op de
Bestuurlijke boete
Bestuurlijke strafbeschikking
thans bestaande situatie) Salaris en toeslagen boa’s
Wijziging APV en maken feitenboekjes
Opleiding boa’s
Opleggen besluit bestuurlijke boete
Kosten uniform
Incassotraject
Backoffice en juridische advisering
Voorbereiding besluit en bezwaar en beroep
Communicatiemiddelen
Software
Software voor onlineverbinding met CJIB
Hardware en kantoorartikelen Vervoersmiddelen Huisvesting Opbrengsten
Bestuurlijke boete
Bestuurlijke strafbeschikking
Gehele boetebedrag
PV-vergoeding conform vergoedingsregeling (respectievelijk €40,- voor overlastfeiten en €25,- voor Mulderfeiten)
4